Jaargang 13, nummer 3, 2013
Multidisciplinair vakblad voor hulpverleners
Grootschalig optreden op de schop
Klein maar fijn Hulpverlening in de Zeeuwse delta
Grensverleggende samenwerking Oefencentrum Crailo
Trainen in het groen
Dé handboeken voor iedereen die betrokken is bij het verzenden of vervoeren van gevaarlijke stoffen! De meest actuele versie van de internationale wetgeving handzaam en overzichtelijk in twee delen ADR 2013 Vervoer gevaarlijke stoffen over de weg In de Jaaruitgave ADR 2013 vindt u de volledige Europese wetgeving met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Vanaf 1 juli 2013 zullen een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd worden die in deze uitgave, bestaande uit twee delen, zijn verwerkt. De Jaaruitgave ADR 2013 biedt u een volledige weergave van: • ADR 2013 (inclusief de tabellen A en B) • VLG – Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen • WVGS – Wet vervoer gevaarlijke stoffen • BVGS – Besluit vervoer gevaarlijke stoffen
ADN 2013 Vervoer gevaarlijke stoffen over de binnenwateren In de Jaaruitgave ADN 2013 vindt u de volledige Europese wetgeving met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over de binnenwateren. Vanaf 1 juli 2013 zullen een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd worden die in deze uitgave, bestaande uit twee delen, zijn verwerkt. De Jaaruitgave ADN 2013 biedt u een volledige weergave van: • ADN 2013 (inclusief de tabellen A, B en C) • VBG – Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen • WVGS – Wet vervoer gevaarlijke stoffen • BVGS – Besluit vervoer gevaarlijke stoffen
Uw informatie voor het vervoer van gevaarlijke stoffen ook via internet! Met VGS Online hebt u toegang tot alle benodigde informatie. VGS Online is ingedeeld in de modaliteiten: ADR, ADN, RID en IMDG en biedt u: • Zekerheid: actuele wet- en regelgeving, handige toelichtingen. • Volledigheid: naast de huidige wetgeving hebt u ook toegang tot oude wetgeving. Handig als u nog eens wil terugkijken hoe eerder met stoffen is omgegaan. • Gemak: snel schakelen tussen modaliteiten en eenvoudig zoeken naar de eigenschappen van gevaarlijke stoffen. Is het geplande vervoer handiger per spoor of kiest u toch voor de weg? • Snelheid: met de 1000 punten Tool kunt u eenvoudig uitrekenen of uw zending in aanmerking komt voor vrijstellingen. Voor meer informatie gaat u naar www.vervoergevaarlijkestoffen.nl Om de boeken te bestellen gaat u naar www.sdu.nl
Colofon
Voorwoord
13e jaargang nr. 3, maart 2013
Delta
Incident verschijnt tien keer per jaar. Vakblad Incident is een uitgave van Sdu Uitgevers Redactieadres Sdu Uitgevers, Redactie Vakblad Incident Postbus 20025, 2500 EA Den Haag Redactie Marcel Debets (hoofdredacteur)
[email protected] Uitgever R.W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag e-mail:
[email protected] Bladmanagement K. Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag e-mail:
[email protected] Advertentie-exploitatie Jetvertising BV Laan van Zuidhoorn 37, 2289 DC Rijswijk Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk tel: 070 399 00 00 fax: 070 390 24 88 e-mail:
[email protected] Opmaak SD Communicatie, Rotterdam Druk Deltahage, Den Haag Aan dit nummer werkten mee Hanneke Blok, Rob Jastrzebski, Gerard Peters, Marijke Peters Abonnement Bedrijfsabonnement: prijs € 89,86 per jaar excl. BTW. Vakinformatie-thuis-abonnement: prijs € 52,80 per jaar excl. BTW. Uitsluitend schriftelijke opgave. Zie de bon in Incident. Een abonnement op Incident geeft tevens toegang tot Incidentonline via www.hulpdienstenonline.nl, inclusief het archief (vanaf 2008). Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Abonnement op Incident-online (sec): € 37,74 excl. BTW (€ 45,67 incl. BTW). Los nummer: € 9,50 excl. BTW Sdu klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag Telefoon (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83 e-mail:
[email protected] www.hulpdienstenonline.nl of www.sdu.nl Een abonnement op Incident geeft tevens toegang tot de digitale nieuwsdossiers, forum en het archief van Incident via www.hulpdienstenonline.nl. Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. ©Sdu Uitgevers 2013 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor www.sdu.nl. Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvolkomenheden.
Het zuidwesten van Nederland is een regio waar veel gebeurt, hulptechnisch gesproken. Of in ieder geval veel gebeuren kán. Want er is veel water, veel industrie en veel toerisme en dat beweegt zich allemaal door elkaar. Tel daarbij op dat de havens van Rotterdam en Antwerpen en de bijbehorende industrie in de nabijheid liggen, en het is duidelijk dat deze regio maar beter op het ergste voorbereid kan zijn. Gelukkig gebeurt dat ook volop. In het kader van ‘Waterrand’, de hulpverlening op de grensgebieden van land en water, worden goede afspraken gemaakt, getuige het verhaal op pagina 6. En er wordt volop geoefend, onlangs nog onder de paraplu van ‘Wake Up’, zie pagina 9. Veel aandacht voor Zeeland in dit nummer, kortom. En nu ik toch uw aandacht heb, wil ik van de gelegenheid gebruik maken om u te wijzen op iets heel anders. Eigenlijk bestaat ‘vakblad Incident’ niet alleen uit de papieren uitgave die u nu in de hand hebt. Online vindt u het Hulpverleningsforum onder www.hulpverleningsforum.nl. Gerangschikt naar kolom – blauw, rood, wit enzovoorts – treft u hier collega’s uit alle disciplines die discussiëren over zo ongeveer alles wat met hulpverlening te maken heeft. Praat mee over onderwerpen die aan uw hart gaan. Verrijk uw praktische kennis met collega’s en vrijwilligers in uw kolom. En vooral: déél uw kennis. Het Hulpverleningsforum is een onmisbare aanvulling op uw vakliteratuur! En bovendien gratis. Omdat we de ervaringen van de mensen uit de praktijk heel erg belangrijk vinden, gaan we de banden met het Hulpverleningsforum flink aanhalen, de komende maanden. Dat betekent voor u dat onderwerpen die spelen op het forum, verder verdiept gaan worden in Incident. Omgekeerd zullen we de artikelen in het blad een online vervolg geven op het forum. Zodat u als lezer kunt meepraten over de inhoud van uw vakblad. Dus wat houdt u nu nog tegen? Ga naar www.hulpverleningsforum. nl en maak alvast een account aan. U hoeft niet te wachten op het volgende nummer van Incident. Stort u zich gerust nu alvast in de discussies!
Marcel Debets Hoofdredacteur
ISSN 1877-4903
incident
03-2013
3
“Brandschoon en veilig droog” Laundry aun a undry d yB B.V. V levert, plaatst en onderhoud complete textielreinigingssystemen aan o.a.:
Laundry is al 40 jaar toonaangevende leverancier van professionele apparatuur voor wassen en drogen van verschillende soorten textiel. Met ons programma van was- en droogapparatuur van IPSO, maar ook droogkasten van PODAB kunnen wij voor iedere toepassing in elke bedrijfstak een “Tailor Made” oplossing aanbieden.
• Brandweer • Ambulancediensten • Bungalow parken • Hotels & Campings • Sportverenigingen • Wassalons • Maneges • Recreatiecentra • Beauty centra • Ziekenhuizen • Verzorgingshuizen • Scheepvaart • Off-Shore In een “Tailor Made” gewenste opstelling.
Nederlands importeur van IPSO industriële wasapparatuur.
Speciaal voor de Nederlandse hulpdiensten heeft Laundry een totaalconcept ontwikkeld, voor het snel reinigen en drogen van textiel, uniformen en technische kleding. Het veilig reinigen en deze water afstotend maken van beschermingsmiddelen en de uitrukkleding en deze op een verantwoorde manier te drogen staat hierin centraal.
Industrieweg 10 • 3286 BW Klaaswaal • t: 0186 572900 / 572778
[email protected] • www.laundry.nl
OEFENPOPPEN DIE OM HULP ROEPEN EN COMMUNICEREN MET HULPVERLENERS Met de ACV Box kan een ingesproken tekst of geluid continue herhaald of weergegeven worden bij het aanroepen. • Search and Rescue: train hulpverleners in het luisteren naar en het aanroepen van slachtoffers tijdens een oefening. • Beknelling: de pop kan zelf reageren als hij in paniek is. Train zo uw hulpverleners hoe kalm te blijven in situaties van hoge emotionele en operationele (werk-)druk. • Traumazorg: de oefenpop kan hulpverleners vertellen waar hij pijn heeft. Hulpverleners kunnen gebaseerd op de informatie van het beknelde slachtoffer de aanpak van de bevrijding van het slachtoffer bepalen.
Voor meer trainingsmogelijkheden en om de HAAGEN Rescue Manikins in actie te zien, bekijk onze video’s op WWW.HAAGEN.EU of bel 013 507 6800.
[DEDIEOEFENPOP TERUG PRAAT
Inhoud
6 Hulpverlening in de Delta
9 Defensie helpt Zeeland uit de brand
Terreurdreiging tegen vitale havenobjecten, zware criminaliteit, een ongevalsscenario bij de kerncentrale van Borssele en een grote natuurbrand in de duinen van Schouwen-Duiveland: die scenario’s waren de componenten voor Wake Up 2013. De jaarlijkse grootschalige steunverleningsoefening werd dit jaar voor de derde keer georganiseerd in Zuid-Nederland. Met de oefenreeks wil defensie zijn capaciteit die beschikbaar is voor inzet bij rampen en crises goed getraind houden en de civiele autoriteiten een goed beeld geven van wat defensie allemaal kan.
13 Armageddon Column JSTRZBSK!
14 Foto van de Maand
25 Kort nieuws
18 Grootschalig brandweeroptreden op de schop
In de zuidwestelijke delta zijn drie veiligheidsregio’s verantwoordelijk voor de incidentbestrijding: Zeeland, Midden- en West Brabant en Rotterdam Rijnmond. Een ongeluk zit in een klein hoekje, de gevolgen kunnen aanzienlijk zijn: vervuiling van het milieu door lekkage, een grote brand aan boord van chemicaliëntanker, een stuurloos cruiseschip met duizenden passagiers aan boord. Het is dan belangrijk dat hulpverleningsdiensten van het land én van het water weten wat er van hen wordt verwacht en snel in actie kunnen komen.
Tijden veranderen en daarmee ook de risico’s en de inzichten in de benodigde organisatie en slagkracht voor rampenbestrijding. De huidige organisatie van het Grootschalig brandweeroptreden dateert uit 1996. Die organisatie, gebaseerd op 61 brandweercompagnieën, sluit niet meer aan op het moderne denken over crisisbeheersing en rampenbestrijding in de eenentwintigste eeuw. Het aantal compagnieën is weliswaar na 1996 al drastisch verminderd, er is meer nodig om het grootschalig optreden bij de tijd te brengen.
20 Nieuw operationeel wagenpark voor Rotterdam-Rijnmond
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is weer helemaal up to date met zijn mobiele verbindings- en commandovoorzieningen. Op 20 februari werden aan de voet van het World Port Center, waar ook de veiligheidssregio zijn hoofdkwartier heeft, twee nieuwe verbindings-commandowagens en een mobiele commando unit overgedragen. Ook de nieuwe generatie ambulances werd bij de gelegenheid officieel in gebruik gesteld.
Jaargang 13, nummer 3, 2013
Multidisciplinair vakblad voor hulpverleners
Grootschalig optreden op de schop
22 Oefenen in het groen
Het is waarschijnlijk de mooiste oefenlocatie van Nederland, in ieder geval de groenste. Op de grens van de gemeenten Hilversum, Laren, Huizen en Bussum ligt, omzoomd door de bossen en heidevelden van het Gooi, oefencentrum Crailo. Elf hectare objecten en scenario’s voor mono- en multidisciplinaire oefendoelen. In zo’n natuurrijke omgeving kan je bijna spreken van ‘recreatief oefenen’.
Sdu Uitgevers
Klein maar fijn Hulpverlening in de Zeeuwse delta
Grensverleggende samenwerking Oefencentrum Crailo
Trainen in het groen
Grootschalig optreden wordt de komende jaren heel anders georganiseerd. Foto: Rob Jastrzebski.
incident
03-2013
5
Hulpverlening in de Delta
Hanneke Blok /Foto’s: Patrice Troost
Grensverleggend Rivieren, kanalen, zeearmen en grote meren, ze kenmerken het zuidwesten van Nederland. Grote containerschepen en gastankers varen via de Noordzee en de verraderlijke Westerschelde naar Zeeuwse en Vlaamse havens. Binnenvaartschippers gebruiken het Krammer-Volkerak en het Schelde-Rijnkanaal. In de zomer zijn de Oosterschelde en de Grevelingen het domein van honderden plezierjachten en passagiersschepen. Hoe is de hulpverlening geregeld, mocht er iets mis gaan?
I
n de zuidwestelijke delta zijn drie veiligheidsregio’s verantwoordelijk voor de incidentbestrijding: Zeeland, Midden- en West Brabant en Rotterdam Rijnmond. Een ongeluk zit in een klein hoekje, de gevolgen kunnen aanzienlijk zijn: vervuiling van het milieu door lekkage, een grote brand aan boord van een chemicaliëntanker, een stuurloos cruiseschip met duizenden passagiers aan boord. Het is dan belangrijk dat hulpverleningsdiensten van het land én van
Coördinatievaartuig RWS.
6
incident
03-2013
het water weten wat er van hen wordt verwacht en snel in actie kunnen komen. “Elke regio had zijn eigen plannen en procedures,” vertelt Jeroen Zonnevijlle van de Veiligheidsregio Zeeland. “Voor waterdiensten zoals Rijkswaterstaat of de KNRM, die in alle drie de regio’s opereren, was er bij die partijen onduidelijkheid over welke procedures waar golden. Daardoor ging kostbare tijd verloren en was de bestrijding van een incident niet optimaal.”
Grens Door het toenemen van het aantal schepen én omdat schepen steeds groter worden (schepen met een lengte van meer dan 360 meter zijn op de Westerschelde inmiddels geen uitzondering meer), neemt het belang van een goede gecoördineerde incidentbestrijding op het water toe, zegt Zonnevijlle. En wat gebeurt er in de gebieden die op de grens van twee regio’s liggen, zoals de Grevelingen op de grens van Zeeland en Rotterdam-Rijnmond, of het Schelde-Rijnkanaal op de grens van Zeeland en Midden- en West Brabant? Vanaf het water is het al lastig om de exacte positie van een incident te bepalen, laat staan als iemand vanaf de kant problemen signaleert. “ Wie neemt het initiatief? Wie coördineert? Hoe pakken we het probleem aan? Daarover bestond veel onduidelijkheid.” De Veiligheidsregio Zeeland is daarom met het project Deltawateren gestart. Enerzijds om de incidentbestrijding op het water verder te professionaliseren, anderzijds om goede afspraken te maken met álle partijen die hierbij betrokken kunnen zijn. En dat zijn er nogal wat. “We hebben de afgelopen jaren onder andere aan tafel gezeten met Rijkswaterstaat, de Waterschappen, provincies, de KNRM, de Kustwacht, havenbedrijven, defensie en private partijen zoals bergers,” vertelt Zonnevijlle. “Niet alleen in Nederland, maar ook over de grens in België. Het maakte ons weer duidelijk hoe complex het bestrijden van een incident op het water kan zijn en het bevestigde ons in de aandacht die we aan het onderwerp geven.” Sdu Uitgevers
Interregionaal Mark Schipper, beleidsmedewerker bij de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond kan dat beamen. “Wij draaien met veel interesse en plezier mee in dit project. Onze aandacht richtte zich tot nu toe vooral op onze havengebieden, de Maas en de Nieuwe Waterweg. De Grevelingen en het KrammerVolkerak liggen meer in de periferie, de risico’s daar zijn ook kleiner. Maar als daar wat gebeurt, moeten we wel voorbereid zijn, moeten we interregionaal met elkaar kunnen samenwerken. Door samen met Zeeland, Midden en WestBrabant en alle betrokken partijen invulling te geven aan een Incidentbestrijdingsplan voor de deltawateren hebben we onze blik aanzienlijk kunnen verruimen. We weten nu met welke partijen we te maken hebben, kennen de mensen met wie we moeten samenwerken. Daarmee hebben we de eerste crisis meteen al overwonnen.”
Scenariokaart Het project is opgebouwd langs vier sporen: opstellen van een gezamenlijk Incidentbestrijdingsplan, het aanschaffen van het juiste materiaal en materieel, opleiden, trainen en oefenen, en het samenstellen van speciale brandweerteams in Europees verband. Zonnevijlle: “Het plan is inmiddels klaar en wordt binnenkort officieel vastgesteld. Het is geen papieren tijger van honderden pagina’s, het is een heel praktisch plan met duidelijke afspraken én heldere beschrijvingen van procedures. Het plan is dan ook niet alleen geschreven door beleidsambtenaren. De inhoud is afkomstig van de operationele mensen, van de leidinggevenden die een crisisteam aansturen, tot de echte vakmensen die de daadwerkelijke bestrijding voor hun rekening nemen. Hun kennis, ervaringen en ideeën zijn verwerkt in het plan en in de zogeheten ‘scenariokaarten’. Een scenariokaart geeft beknopt de processen en procedures weer die gaan spelen in geval van een bepaald incident. Er zijn kaarten gemaakt voor mens (en dier) in nood, verontreiniging water en oevers, een ongeval met gevaarlijk stoffen, een brand en/of explosie, ordeverstoring, een ecologisch incident en een aanvaring, stranding of losgeslagen schip, object of lading.”
Wollig Schipper: “Het werken met dit soort kaarten gaat heel goed. Je pakt zo’n scenario er makkelijk bij en vervolgens kun je afvinken of je alle benodigde acties hebt ondernomen. Zo verlies je jezelf niet in een wollig plan. Onze operationele mensen zijn er ook enthousiast over, vinden het een zeer werkbare methode. Dat hebben we ook getest tijden een speciale oefening. Met alle leden van ons CoPI en die van Midden- en West Brabant en Zeeland hebben we op 22 januari in Burgh-Haamstede fictieve scenario’s voor de Grevelingen en de Ooster- en Westerschelde doorlopen. Het plan en de scenariokaarten hielden we in de hand. Dat werkte uitstekend, een bevestiging van de praktische toepasbaarheid van het IBP. De oefening was om meer redenen nuttig. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat een plan generiek de aanpak van een incident beschrijft en daarnaast ingaat op specifieke problemen. Zo blijft het praktisch, maar kun je gemaakte afspraken ook bij andere incidenten toepassen. Tijdens de oefening kwamen we bijvoorbeeld tot de conclusie dat er niets was geregeld voor interregionaal portofoonverkeer. We onderzoeken nu of we via een Landelijke Multidisciplinaire Groep (LMG) met elkaar contact kunnen leggen. Dat werkt niet alleen bij een waterincident, maar bij elk incident dat de grens van een regio overschrijdt. Dat is de winst van dit soort projecten én dit soort sessies.” Een ander belangrijk besluit heeft betrekking op de vraag: wie coördineert het incident. Zonnevijlle: “In principe is de Sdu Uitgevers
Partners uit het project geven Deltawateren inhoud tijdens intensieve workshop.
Recreatie en scheepvaart mengen zich op de Deltawateren. incident
03-2013
7
Schip gestrand bij Westkapelle. (Foto Wim Kosten - Beeldbank www.laatzeelandzien.nl.)
locatie van het incident bepalend. Bevindt de bron zich in Zeeland, dan is Zeeland in de lead, doen de problemen zich in Brabant voor, dan is die regio leidend. Het probleem van waterincidenten is echter dat het vaak lastig is om vast te stellen waar het incident zich exact voordoet. Als dat het geval is, dan neemt Zeeland het voortouw en start de procedures op. In een later stadium kan het stokje dan altijd nog worden overgedragen. Maar voor die eerste belangrijke uren is er nu helderheid. Een grote winst van dit project.”
Kennis en kennissen Het project blijft niet bij planvorming alleen. Inmiddels zijn brandweerkorpsen in Zeeland voorzien van persoonlijke beschermingsmiddelen en blusmiddelen die specifiek zijn bedoeld voor de bestrijding van maritieme incidenten. Hiermee is ook al op het water geoefend. De Veiligheidsregio staat duidelijk niet alleen bij het vergroten van de veiligheid op de deltawateren. In Europees verband worden speciale
brandweerteams opgeleid en getraind. In samenwerking met havenbedrijf Zeeland Seaports worden binnenkort krachtige dompelpompen aangeschaft. Twee patrouillevaartuigen van Rijkswaterstaat zijn zodanig uitgerust dat een vijfkoppig COT-W (coördinatieteam water) vanaf het schip een incident kan coördineren. Een aparte werkruimte aan boord van de beide coördinatievaartuigen is uitgerust met geavanceerde technologische voorzieningen. Rijkswaterstaat beschikt daar over videoconferencing, waarbij de camerabeelden direct naar de wal kunnen worden gezonden. Verder werken we ook nauw samen met partners in België. Het Havenbedrijf in Antwerpen heeft een blusboot paraat die het oostelijk deel van de Westerschelde kan bedienen. Vloot België, de Belgische Rijkswaterstaat, heeft een betonningsvaartuig uitgerust met Fifi 1 bluscapaciteit. Voor het midden en westelijk deel van de Westerschelde zijn afspraken gemaakt met bergingsbedrijven Multraship uit Terneuzen en het Belgische URS. De schepen van deze bedrijven varen dagelijks door het gebied en beschikken over bluscapaciteit. In geval van een incident zijn ze altijd oproepbaar.
Leren
Jeroen Zonnevijlle.
8
incident
03-2013
De volgende stap in het project is cruciaal voor het succes: opleiden, trainen en oefenen. Schipper: “Het plan moet gaan leven, moet bij de mensen echt binnenkomen. We gaan alle betrokkenen leren hoe met het plan te werken, hoe de scenariokaarten te gebruiken.” De meldkamers krijgen speciale aandacht. Zij vormen de eerste en daarom ook een cruciale schakel in de incidentbestrijdingsketens.” Jeroen Zonnevijlle: “Een melding kan op zoveel plaatsen binnenkomen. Bij het havenbedrijf, bij de kustwacht, onze eigen meldkamer, noem maar op. Het is dus van belang dat al die centralisten op dezelfde manier te werk gaan, de benodigde gegevens noteren en de juiste partijen alarmeren. Daarnaast gaan we natuurlijk alle operationele diensten opleiden en trainen. De intentie is om in 2014 een grote oefening te organiseren waarin alles en iedereen samenkomt.” Sdu Uitgevers
Defensie helpt Zeeland uit de brand
‘Wake Up!’
Eind januari en begin februari stapelde fictieve rampspoed zich op in Zeeland. Defensie organiseerde in samenwerking met de civiele crisispartners een reeks onheilsscenario’s voor het beoefenen van militaire bijstand bij rampen en crises. Geen situaties rond wassend water; zo’n scenario vond men in de periode rond de herdenking van de watersnood van 1953 kennelijk niet gepast. Maar Zeeland kent dan ook veel meer risico’s dan alleen dat van hoogwater en overstromingen.
Tekst: Rob Jastrzebski / Foto’s: Joshua Laisina (Koninklijke Landmacht) en Eva Klijn (Audiovisuele Dienst Defensie)
T
erreurdreiging tegen vitale havenobjecten, zware criminaliteit, een ongevalsscenario bij de kerncentrale van Borssele en een grote natuurbrand in de duinen van Schouwen-Duiveland: die scenario’s waren de componenten voor Wake Up 2013. De jaarlijkse grootschalige steunverleningsoefening werd dit jaar voor de derde keer georganiseerd in Zuid-Nederland. Met de oefenreeks wil defensie zijn capaciteit die beschikbaar is voor inzet bij rampen en crises goed getraind houden en de civiele autoriteiten een goed beeld geven van wat defensie allemaal kan.
Kennen en gekend worden “Wake Up is primair een militaire oefening in een militaire setting, gericht op onze derde hoofdtaak: ondersteuning
van het civiele gezag,” verklaart kolonel Burg Valk, Regionaal Militair Commandant Zuid en leider der oefening. “Wij willen onze eenheden jaarlijks trainen voor inzet in het civiele domein, maar daarbij hebben we de civiele partners als brandweer, politie, GHOR en de gemeenten wel nodig. Wij nodigen veiligheidsregio’s, politie, gemeenten en andere instanties en bedrijven dan ook uit om deel te nemen aan de oefeningen, op basis van hun eigen behoeften en oefendoelen. Bij de oefeningen gaat het erom dat defensie de mensen en organisaties leert kennen die zij in tijden van nood ondersteunt. Andersom is het ook belangrijk dat de civiele hulpverleningsdiensten en de diverse crisisteams weten wie hun defensiepartners zijn.”
Kwetsbare havens De 13e Gemechaniseerde Brigade van de Landmacht uit Oirschot organiseerde de oefening. Naast eenheden van de Nationale Reserve kwamen ook militairen van de brigade en van de Marine, Luchtmacht en Marechaussee in actie. De
Samenwerking tussen blauw en groen bij bewaking en beveiliging. Sdu Uitgevers
incident
03-2013
9
Krachtig ingrijpen aan boord van het containerschip.
militairen steunden de politie met stafcapaciteit voor het opstellen van een beveiligingsplan en het fysiek bewaken en beveiligen van het havengebied. Om met dat laatste te beginnen: de regio VlissingenTerneuzen is het derde grote zeehavengebied van Nederland en bovendien de toegangspoort tot de haven van Antwerpen. Het gebied aan de monding van de Westerschelde is dan ook een vitaal logistiek en industrieel knooppunt. Niet alleen kwetsbaar voor ontketende natuurkrachten, maar ook voor ‘man-made’ crises. In dit geval werd militaire bijstand gevraagd in verband met een terroristische dreiging tegen haveninstallaties en industriële objecten. “Een scenario bij uitstek waarbij defensie kan laten zien waar onze kracht ligt”, vervolgt kolonel Valk. “Bewaken en beveiligen is een van onze belangrijkste specialismen, waarmee wij de politie kunnen ondersteunen. Met een garantie van 200 man binnen acht uur tot maximaal drieduizend man bij operaties van langere duur en grotere impact. De politie is altijd leidend. Militaire eenheden
creëerden wegafzettingen, hielden patrouilles en voerden controles uit onder leiding van de politie.” Er waren nog meer specialistische defensie-eenheden in het spel. Onder andere havenbeveiligingseenheden, waaronder de duik- en demonteergroep van de Koninklijke Marine. Deze laatstgenoemde specialisten voerden met duikers en geavanceerde onderwatersensoren controles uit op mogelijke veiligheidsdreigingen onder de waterspiegel, onttrokken aan het oog van de beveiligingseenheden op de wal. Ook werd een Chinook-helikopter van de Koninklijke Luchtmacht ingezet.
Hoger geweldsspectrum Aan de oefening werd ook deelgenomen door militaire eenheden die in Nederland op een hogere trede van het geweldsspectrum opereren. In dit geval de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten (BSB) van de Koninklijke Marechaussee. Deze eenheid is de militaire evenknie van de zwaarbewapende arrestatieteams van de politie en in de praktijk werken die militaire en civiele politie-eenheden
Brandweer en GHOR in actie bij het scenario rond de kerncentrale.
10
incident
03-2013
Sdu Uitgevers
regelmatig samen. Zo ook tijdens oefening Wake Up, toen een scenario rond grootschalige smokkel aan boord van een zeeschip escaleerde in een gijzeling en politie en BSB gezamenlijk een aanhoudingsoperatie uitvoerden. Vervolgens werd het grote containerschip grondig doorzocht op wapens en smokkelwaar door de geavanceerde zoekteams van de Marine en de Landmacht. Spektakel in het Sloegebied.
Natuurbrand Van een geheel andere orde was de steunverleningsoperatie op Schouwen-Duiveland. Daar was een groot natuurbrandscenario de inzet voor stafondersteuning aan de gemeente. De Noordzeekust van het eiland is een bosrijk duingebied waar in de zomermaanden tienduizenden toeristen op campings en in bungalows en hotels verblijven. Hoe krijg je die snel en veilig weg in het geval van een grote duinbrand? Burgemeester Gerard Rabelink van de Zeeuwse gemeente worstelt al geruime tijd met die vraag en gaf defensie opdracht om een plan voor acute grootschalige evacuatie op
Sdu Uitgevers
te stellen. Hiertoe leverde Defensie een raamwerk voor een multidisciplinaire staf, die zich samen met vertegenwoordigers van civiele hulpdiensten boog over deze problematiek. Dit leidde tot een rapport met aanbevelingen dat na drie dagen aan de burgemeester kon worden aangeboden. En dan was er nog een ongevalsscenario in de kerncentrale van Borssele. Een oefenscenario waarbij met name brandweer, GHOR en de veiligheidsorganisatie van de kerncentrale in actie kwamen en waarbij defensie alleen faciliteerde. Oefenleider kolonel Valk besluit: “Kenmerkend voor Wake Up is dat het nooit gaat om één groot crisisscenario, maar om een reeks verschillende scenario’s. Dat biedt ons de gelegenheid om samen met onze civiele partners de samenwerking tijdens uiteenlopende crisissituaties te beoefenen en om onze mensen op meerdere taken te trainen. Wake Up is in dat opzicht een ‘kapstokoefening’. Wij kijken terug op een geslaagde derde editie van Wake Up, waarbij we in ons werkgebied de civiel-militaire samenwerking in de praktijk weer een flinke boost hebben gegeven.”
incident
03-2013
11
JSTRZBSK! Armageddon!
D
at was schrikken op 15 februari. Een vette kei from outer space kliefde de hemel boven de Russische stad Chelyabinsk en de ontploffing van de 17 meter grote ruimtesteen maakte op de grond 1500 gewonden. Glaszetters deden direct na de enorme schokgolf goede zaken, evenals onheilsprofeten en astrowetenschappers. Stom toevallig raasde later diezelfde dag een nog groter stuk steen rakelings langs onze planeet. Die tweede planetoïde werd verwacht, de eerste niet. En het was dan wel een kleintje, maar toch, de effecten bepaalden dagenlang het wereldnieuws. Doemdenkers zagen in de kosmische inslag al het begin van de uitgestelde apocalyps die op 21 december vorig jaar op het laatste moment werd geannuleerd. Hoe kwetsbaar zijn we eigenlijk voor dergelijk ruimtegeweld? Is de aarde een schiettent voor op drift geraakt astronomisch puin? En hebben we daar eigenlijk rampenscenario’s voor?
Gelukkig zijn Russen dol op videocamera’s en de ontzagwekkende explosie in de atmosfeer was derhalve door heel veel mensen ‘toevallig’ mooi vastgelegd. Ik kon het niet laten om na het zien van de indrukwekkende beelden de gebeurtenis in gedachten te extrapoleren naar Nederland. Als eerste vroeg ik mij af hoe dit incident op de displays van de P2000-pagers zou verschijnen. Waarschijnlijk iets in de trant van: ‘Prio 1 Brand/explosie astronomisch voorwerp - Soort voorwerp: meteoriet - Materiaal: steen/metaal – hoogte explosie: 25 kilometer - Inzet: bataljon straatvegers en glaszetters. Of gewoon: ‘hulpverlening stormschade’, bij gebrek aan scenario’s en draaiboeken voor buitenaardse incidenten. Want laten we wel wezen: waarschijnlijk heeft geen enkele Nederlandse overheidsdienst ooit nagedacht over de mogelijkheid van een verwoestende meteorietinslag, laat staan over de operationele respons die nodig is om de effecten te beheersen. Nu ja, als zo’n inslaand stuk steen maar groot genoeg is, maakt dat ook niet veel uit, want dan valt er niet veel meer te beheersen. Met een kei van een paar honderd meter doorsnede zijn we voorgoed verlost van alle klachten over horizonvervuilende windmolens en andere hoogbouw in Nederland. En een kosmisch steenbrok van een paar kilometer is zondermeer goed voor een totale reboot van onze hele wereld vanaf een ecologisch nulpunt. Een inspirerende gedachte trouwens, maar dit terzijde. Daags na de gebeurtenis in Rusland laadde ik de rampenfilms Armageddon en Deep Impact nog maar eens in de DVD-speler om op het netvlies te krijgen hoe de filmwereld zo’n wereldcatastrofe ziet. Een prachtig staaltje heldenmoed in de vorm van een groep Bravehearts die met futuristische Sdu Uitgevers
ruimtetuigen en kernbommen de mensheid redt van totale uitroeiing. Als we die films mogen geloven heeft de Amerikaanse overheid wel nagedacht over dit soort zeer onwaarschijnlijke, doch fatale rampen. Zo’n doemscenario spreekt tot de verbeelding, maar doet zich maar eens in de paar miljoen jaar voor, dus daar moeten we ons maar geen zorgen over maken. Anders ligt dat bij de kleinere kosmische projectielen van het formaat Chelyabinsk of, ruim een eeuw eerder, Tsunguska in Siberië. Bij laatstgenoemde inslag werden honderden vierkante kilometers dennenbos platgemaaid. En was de rakelings passerende 45 meter grote planetoïde 2012 DA14 op 15 augustus onzacht op de verkeerde plek op Aarde geland, dan had die zomaar een wereldstad kunnen verwoesten. Het kan over duizend jaar gebeuren, maar ook morgen. Ruimtepuin houdt zich niet aan statistieken en er zweven in ons zonnestelsel miljoenen puinbrokken rond die ons vroeg of laat een keer kunnen treffen. Het zal ongetwijfeld niet hoog scoren op de prioriteitenlijst van onze rampenplanners. We zijn al druk genoeg bezig met de voorbereidingen op een ‘ergst denkbare overstroming’, of liever: met het voorkómen daarvan. Dat is goedkoper en derhalve makkelijker uitvoerbaar dan het redden van een miljoen Randstedelingen uit hun overstroomde huizen en het herstellen van doorweekte steden, industriële zones en infrastructuur. Het spreekt voor zich dat ook het voorkomen van een verwoestende inslag van een middelgrote meteoriet goedkoper is dan het opruimen van de effecten van zo’n incident. Maar gemakkelijk is dat niet, zolang we niet beschikken over futuristische Star Trek-achtige wapens om grote ruimtestenen uit de hemel te knallen vóór ze de Aarde treffen. Een nadeel daarbij is dat we die relatief kleine rakkers ook moeilijk van tevoren kunnen zien aankomen, zoals Chelyabinsk maar weer eens bewees. Op een dag kan het dus zomaar gebeuren, ook in Nederland. Geen kosmische dreun die de mensheid uitroeit maar heftig genoeg om ons land een flink litteken te bezorgen. Een gebeurtenis die qua impact en hulpverleningsrespons niet te becijferen zal zijn volgens het lijstje maatrampen dat we voorstelbaar achten. Die waarschuwing heeft Chelyabinsk ons nagelaten: denk niet dat het niet kan gebeuren!
Rob Jastrzebski
incident
03-2013
13
Foto van de maand Grote brand in leegstaande woning, Burgemeester Colijnstraat in Boskoop (regio Hollands Midden). De bevelvoerder communiceert met zijn manschappen door de portofoon, bij een grote brand in een leegstaande woning in Boskoop op 21 januari. Op de achtergrond zijn andere brandweerlieden bezig met het blussen van de brand. Foto: Martijn Roggeveen - FotoBPR.nl
14
incident
03-2013
Sdu Uitgevers
Sdu Uitgevers
incident
03-2013
15
Advertorial
Dag van de Veiligheidsregio, 4 april World Forum Den Haag
Back To The Future Dit jaar is het tien jaar geleden dat het kabinet het startschot gaf voor de Veiligheidsregio’s. Het BlomBerg Instituut organiseert daarom de Dag van de Veiligheidsregio, op 4 april in Den Haag. Daar wordt niet alleen teruggekeken op het proces van tien jaar Veiligheidsregio, maar ook tien jaar vooruit, waar de organisaties staan rond 2023: back to the future!
N
a de grootschalige rampen die Nederland troffen, de cafébrand in Volendam en de vuurwerkramp in Enschede, bleek dat de bestuurlijke en operationele slagkracht van de hulpdiensten beperkt was. In 2003 maakte het kabinet kenbaar te gaan werken aan de oprichting van de Veiligheidsregio’s, waarmee de samenwerking tussen de verschillende hulpdiensten een nieuwe impuls moest krijgen. In 2010 trad de wet op de Veiligheidsregio’s in werking. Nu, 10 jaar na het startschot, is een goed moment om terug te blikken. Wat hebben we bereikt en wat willen we behouden of versterken? Waar zijn we trots op?
16
innovaties op de samenleving? Wat betekent het ‘voorspellend vermogen’ voor de crisisorganisatie, informatievoorziening en communicatieprocessen in de rampenbestrijding en crisisbeheersing en de menselijke factor? En hoe sluit het bestuurlijke en organisatorische model nog aan? Wie zijn de leiders van nu en straks?
Debat
Tien jaar vooruit
Op 4 april gaat het multidisciplinaire veiligheidsveld met elkaar in debat over de goede dingen die in de afgelopen jaren zijn bereikt en welke versterkingen in de organisatie, processen, mensen en technologie nodig zijn om de aansluiting te houden met de snel veranderende maatschappij.
Maar we kijken niet alleen terug. We kijken ook vooruit naar 2023, wanneer de Veiligheidsregio’s tien jaar bestaan. Hoe ziet de steeds meer complexe samenleving er dan uit? Met welke nieuwe dreigingen hebben we te maken? Wat is de impact van de sociaal-technologische
De Dag van de Veiligheidsregio wordt gehouden op 4 april 2013 in het World Forum in Den Haag. Voor meer informatie en aanmelden: www.dagvandeveiligheidsregio.nl.
incident
03-2013
Sdu Uitgevers
Het programma van de Dag van de Veiligheidsregio op hoofdlijnen: 08.45 uur De rode loper ligt voor u uit Ontvangst met koffie en thee op het Veiligheidsplein 09.30 uur Wat is het onverwachte rampenscenario voor de toekomst? En hoe acteert de burger dan? Openingsfilm met: Tom Middendorp, commandant der Strijdkrachten, Ministerie van Defensie, Michel van Eeten, hoogleraar Technische Bestuurskunde, TU Delft Joris Voorhoeve, lector Internationale Vrede, Recht en Veiligheid, Haagse Hogeschool Op de 1e rij - Commissie van Repliek Ira Helsloot, bijzonder hoogleraar Besturen van veiligheid, Radboud Universiteit Nijmegen Jan Mans, vmg. burgemeester Enschede 09.35 uur Welkom door uw dagvoorzitter Hans Laroes, vmg. hoofdredacteur NOS Nieuws 09.45 uur Welkomstspeech namens de gastregio Gastheer: Jozias van Aartsen, burgemeester Den Haag, voorzitter Veiligheidsregio Haaglanden en bestuurlijk kartrekker HSD 10.00 uur Openingsspeech: De Veiligheidsregio Aleid Wolfsen, burgemeester Utrecht en voorzitter Veiligheidsberaad 10.15 uur TransitieDialoog Rampenbestrijding en Crisisbeheersing 2023 “De toekomst is niet onzeker, de weg er naar toe” • Welke transitiebewegingen zijn herkenbaar in de samenleving? • Welke sociaal-technische innovaties zijn dan gemeengoed? • Met welke nieuwe dreigingen krijgen we te maken? • Welke impact hebben ‘big data’ op onze samenleving? • Hoe veranderen de rollen en taken van de overheid, bedrijfsleven, wetenschap en burgers als het gaat om rampenbestrijding en crisisbeheersing? • En wat betekent dit voor de rampenbestrijding en crisisbeheersing van de toekomst? Jan Rotmans, hoogleraar Transitiemanagement, Erasmus Universiteit Rotterdam Rob de Wijk, hoogleraar Internationale betrekkingen, Universiteit Leiden en kartrekker The Hague Security Delta 10.40 uur En wat merkt de burger ervan? Compilatie geselecteerde projecten Don Berghuijs Award 2013 10.45 uur Koffie- en theepauze op het Veiligheidsplein
Sdu Uitgevers
11.15 uur BACK TO THE FUTURE Wat is NU nodig aan technologische innovatiestappen om het geschetste toekomstbeeld te realiseren? • Hoe en waar dragen technologische innovaties bij aan het slim en betaalbaar organiseren van een veilige samenleving? • Wat is de impact van het combineren en verbinden van sensoren en data? • Wat betekent deze big datarevolutie voor het veiligheidsdomein? • Science fiction of reality: Welke technologische mogelijkheden zijn nu al werkelijkheid? • Hoe komen we tot een eenduidige en toekomstgerichte vraagarticulatie? • Wat is nu nodig in organisatie en leiderschap om de organisatie van innovatie verder aan te jagen in de gouden driehoek van overheid, markt en kennisinstellingen? Pieter-Christiaan van Oranje, directeur AGT International Nederland 11.45 uur Inspiratiecarrousel: … ‘Mens en innovatie’ Wat is de impact op de factor mens als zij in een steeds meer complexe samenleving moeten samenwerken? Wat betekent dit voor de manier waarop de rampenbestrijding en crisisbeheersing is georganiseerd, nu en voor de toekomst? Raak geïnspireerd, deel uw mening en vorm uw visie! Inleiding en stellingen door: Peter Essens, psycholoog en Principal Scientist TNO, Senior Research Fellow bij Netherlands Defence Academy Met vertaling naar de toepassing in de Veiligheidsregio door: Henk van Essen, politiechef regionale eenheid Den Haag, Nationale Politie Ronald de Meij, directeur Publieke Gezondheid Veiligheidsregio Zeeland Intermezzo door: Roel C. Verburg, stand-up comedy musician en bekend van o.a. Freaknacht 3FM van Giel Beelen 12.30 uur Lunchpauze op het Veiligheidsplein 13.45 uur Verdiepingssessies – formuleren handreikingen en innovatievragen Kies uw deelsessie. U krijgt handvatten om de actuele dossiers te verbinden met het toekomstbeeld van de ochtend. Wat heeft u hiervoor aan innovaties nodig en welke keuzes maakt u nu voor uw organisatie, proces, mensen en technologie? Keuze uit: • Nationale Politie en verbinding Veiligheidsregio’s • Expertregio’s en Bovenregionale samenwerking
• Participerend veiligheidsbeleid • Sciences fiction of Reality: Voorspellend vermogen voor blauw, rood en wit: van re-actieve naar proactieve organisaties! • Meldkamer van de Toekomst • Creëren van kansen via social media. Van idee, naar pilot naar rendement • Gemeentelijke processen op orde! • Ronde Tafel: Crisiscommunicatie nieuwe stijl voor bestuurders • Ronde Tafel: Over bestuurlijke kwesties gesproken…‘Alle leeftijden’ • Ronde Tafel: Talent en Leiderschap 15.00 uur Koffie- en theepauze op het Veiligheidsplein 15.30 uur Inspiratie voor morgen ‘Serious Request 3FM’ “Maar liefst 500.000 mensen brachten die week een bezoek aan de Oude Markt in Enschede. De actie bracht in totaal een recordbedrag van € 12.251.667,- op.” Hoe spelen de initiatiefnemers en burgemeester op veiligheid? Wat vraagt dit van het veiligheidsdenken in de onderneming, in de gemeentelijke organisatie en van de hulpdiensten? Wie heeft welke belangen en hoe kun je elkaar daar in vinden? Welke vervolgstappen kun je maken in crowd management en tot hoever wil en kun je hierin gaan vanuit veiligheidsdenken en publieksbeleving? Wilbert Mutsaers, zendermanager 3FM 16.00 uur De recensies: wat nemen we mee en welke innovatievragen zijn geformuleerd? Wat komt op de ‘Wall of fame’ als aanbeveling? Welke inspirerende handreikingen beveelt u morgen aan bij uw collega’s? Overhandiging innovatievraag aan Rob de Wijk, kartrekker The Hague Security Delta. In iedere verdiepingssessie een innovatiereporter aanwezig. Deze reporter geeft verslag van de meest prikkelende geformuleerde innovatievragen. Dit innovatiedocument wordt overhandigd aan Rob de Wijk, kartrekker The Hague Security Delta, met aansluitend korte speech. 16.15 uur Grand Cabaret Finale – ‘over burgers gesproken’ Roel C. Verburg, stand-up comedy musician en bekend van o.a. Freaknacht 3FM van Giel Beelen 16.30 uur Einde conferentie & Wrap up! Afsluiting en aanvang netwerkborrel op het Veiligheidsplein
incident
03-2013
17
Grootschalig brandweeroptreden op de schop
Klein, flexibel, efficiënt Een van de grotere vernieuwingsdossiers in het brandweerdomein voor de komende jaren is de herinrichting van het grootschalig optreden. Een voorstel daarvoor is uitgewerkt in de visie ‘Grootschalig brandweeroptreden 20122016’ die in december verscheen. Kleinere, flexibel opschaalbare specialistische eenheden zetten de toon in het voorstel.
T
ijden veranderen en daarmee ook de risico’s en de inzichten in de benodigde organisatie en slagkracht voor rampenbestrijding. De huidige organisatie van het Grootschalig brandweeroptreden dateert uit 1996. Die organisatie, gebaseerd op 61 brandweercompagnieën, sluit niet meer aan op het moderne denken over crisisbeheersing en rampenbestrijding in de eenentwintigste eeuw. Het aantal compagnieën is weliswaar na 1996 al drastisch verminderd, er is meer nodig om het grootschalig optreden bij de tijd te brengen.
Van aanbod naar vraag De nieuwe visie op grootschalig optreden is een antwoord op in de praktijk ervaren knelpunten. De compagniesstructuur blijkt in de uitvoering te log, en een groot deel van de specialistische materialen, zoals de haakarmbakken met uitrusting voor zware technische hulpverlening, worden in de praktijk vrijwel niet ingezet. Dat terwijl het beheer van dat materieel en het opleiden en trainen van personeel wel
Grootschalig optreden gaat over slagkracht en tijdsduur.
incident
03-2013
Massa en kennis Wat is eigenlijk Grootschalig brandweeroptreden? Volgens de visie vallen daaronder alle incidenten waarbij meer dan drie tankautospuiten en één specialistisch voertuig worden ingezet. Tot en met dat niveau wordt gesproken van basisbrandweerzorg. Het grootschalig optreden moet naadloos aansluiten op de basisbrandweerzorg. Daarbij wordt in de opschaling onderscheid gemaakt tussen massa en kennis. Zijn veel handjes (manschappen) nodig bij een grote brand of een groot ongeval, dan volstaat in de meeste gevallen het inzetten van een basispeloton van vier standaardbemande tankautospui-
Uitrustingen voor zware technische hulpverlening worden in de praktijk nauwelijks ingezet.
veel geld en inspanning kost. Daarnaast leveren de organisatie van de operationele leiding en de logistiek knelpunten op, en zijn prestatie-eisen voor grootschalige brandweerinzet nooit formeel omschreven. Het kan dus allemaal wel een tandje efficiënter en slagvaardiger. De rode draad in de visie is dat kennis en slagkracht vraaggestuurd worden georganiseerd in plaats van aanbodgestuurd. Welke grote incidenten kunnen zich voordoen, hoe kunnen die het best worden bestreden en welke mensen en middelen zijn daarvoor nodig? Kleinere flexibel inzetbare en
18
opschaalbare eenheden op pelotonsniveau passen beter bij het uitgangspunt van vraaggestuurde hulpverlening dan de huidige brandweercompagnieën. Het risicoprofiel en mogelijke ramptypen per regio bepalen wat de veiligheidsregio’s zelf aan basisvoorzieningen voor Grootschalig brandweeroptreden in huis moeten hebben en welke specialistische eenheden beter op interregionale of landelijke schaal kunnen worden georganiseerd. Immers, specialismen die maar heel weinig worden ingezet maar die wel veel investeringen in materieel, opleiding en training vragen, hoeft niet iedere regio in eigen beheer te organiseren. Zonde van het geld en de energie.
ten. Is echter meer specialistische capaciteit nodig op het gebied van bijvoorbeeld technische hulpverlening, redding, watertransport of industriële brandbestrijding, dan moet ook dat worden georganiseerd in termen van kennis, personeel, materieel en een spreidingsplan voor de eenheden. In 2013 en 2014 wordt de visie in meer concrete voorstellen uitgewerkt en stapsgewijs geïmplementeerd. In de visie worden de volgende eenheden en specialismen voor grootschalig optreden onderscheiden: • Basispeloton brandweer Sdu Uitgevers
• Peloton grootschalige watervoorziening • Peloton natuurbrandbestrijding • Peloton specialistische blussing (bijv. schuim/scheepsbrand) • Peloton redding en technische hulpverlening • Peloton USAR (gespecialiseerde redding) • Specialisme Logistieke ondersteuning • Specialisme Informatievoorziening
aflossingstijden en van de landelijk beschikbare en inzetbare basispelotons en specialistische eenheden, wordt voor verschillende langdurige en complexe incidentscenario’s een inzetschema uitgewerkt voor de duur van maximaal een week. In het totale bijstands- en aflossingsschema wordt daarnaast bij landelijke inzet ook rekening gehouden met voldoende restdekking.
Specialistisch Optreden op Maat Ook Ongevalsbestrijding gevaarlijke stoffen en CBRNeincidentenbestrijding (Chemisch-Biologisch-Radionucleairexplosies) worden als specialismen aangemerkt, maar voor die specialistische taken wordt een aparte visie ontwikkeld.
Landelijk spreidingsplan Wat is er landelijk gezien zoal nodig aan mensen en materiaal voor grootschalige brandweerinzet en waar moeten die eenheden worden gestationeerd? Dat wordt in de loop van dit jaar verder uitgewerkt door Brandweer Nederland, de Unit Materieel en Logistiek van het IFV en het brandweerveld. De herinrichting van het grootschalig optreden moet onder meer uitmonden in een landelijk spreidingsplan voor de specialistische brandweereenheden. Voor de basisbrandweerpelotons zal dit een vrij simpele exercitie zijn. In het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de visie is vastgesteld dat er met ruim 1500 tankautospuiten landelijk meer dan genoeg capaciteit is om in elke regio binnen een vast te stellen tijdsbestek bijstand in menskracht te leveren. Bij de fasering van de opschaling en de spreiding van eenheden wordt nadrukkelijk rekening gehouden met het fameuze ‘gouden uur’ voor mensenredding. Met een rekenmodel is berekend dat in principe alle regio’s in Nederland binnen een uur en drie kwartier kunnen rekenen op bijstand van minimaal vier basisbrandweerpelotons van buiten de eigen regio. Hetzelfde geldt voor de
Mark Bokdam, werkzaam bij Brandweer Twente en projectleider voor de consultatiefase van de visie Grootschalig brandweeroptreden, legt uit wat de verdere stappen zijn: “De visie Grootschalig brandweeroptreden is geen kant en klare blauwdruk, maar geeft wel richting aan de verdere doorontwikkeling van het grootschalig optreden. De visie is de basis voor de organisatie van taken en slagkracht in elke regio. Het regionaal risicoprofiel bepaalt in belangrijke mate of een regio zelf de benodigde capaciteit organiseert of samen met buurregio’s. Zo ligt het voor de hand dat eenheden voor natuurbrandbestrijding worden geconcentreerd in regio’s met een hoog natuurbrandrisico. En regio’s met veel chemische industrie zullen ook snel moeten kunnen beschikken over basisvoorzieningen voor schuimblussing.” Voor de bijzondere brandweerspecialismen ligt er volgens Bokdam een belangrijke link met het project Specialistisch Optreden op Maat (SOM). In dit project onder de vlag van brancheorganisatie Brandweer Nederland wordt volop gestudeerd op het efficiënt organiseren en verdelen van specialistische brandweercapaciteit op bovenregionaal niveau. De personele en materiële organisatie wordt gekoppeld aan prestatie-eisen: wat moeten die eenheden kunnen en binnen welk tijdsbestek? Bokdam: “Regionale differentiatie is het uitgangspunt: niet elke regio hoeft alles te kunnen. Samenwerking tussen gespecialiseerde regio’s kan dan uiteindelijk leiden tot een
Grootschalige watervoorziening als basisvoorziening voor grootschalig optreden.
pelotons redding en technische hulpverlening en natuurbrandbestrijding. Grootschalig optreden gaat overigens niet alleen over mensen en materieel, maar ook over tijdsduur. Grootschalige brandbestrijdingsoperaties kennen soms een lange doorlooptijd, zoals de grote natuurbranden in NoordHolland en Brabant de afgelopen jaren hebben aangetoond. Daarom wordt in de visie ook aandacht besteed aan de aflossing van eenheden: in de acute fase na vier uur en in de stabiele fase (nablussing) na acht uur. Uitgaande van deze Sdu Uitgevers
Grootschalige industriële brandbestrijding, landelijk specialisme bij uitstek.
sterke bovenregionale structuur met veel slagkracht en kennis.” Onder de vlag van het Veiligheidsberaad wordt momenteel onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het opzetten van dergelijke expertregio’s ten behoeve van het hele land. Bij die expertregio’s gaat het niet alleen om repressieve slagkracht in mensen en middelen, maar ook om het organiseren van de kennisfunctie, zodat de specialistische brandweertaken voortdurend met de veranderende eisen van de samenleving en het veranderende risicobeeld kunnen meegroeien. incident
03-2013
19
De commando-ondersteuningsfamilie. In het midden de oude VC en commando-unit die nu buiten dienst zijn gesteld.
Operationeel wagenpark voor Rotterdam-Rijnmond
Nieuwe wielen Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is weer helemaal up to date met zijn mobiele verbindings- en commandovoorzieningen. Op 20 februari werden aan de voet van het World Port Center, waar ook de veiligheidssregio zijn hoofdkwartier heeft, twee nieuwe verbindings-commandowagens en een mobiele commando unit overgedragen. Ook de nieuwe generatie ambulances werd bij de gelegenheid officieel in gebruik gesteld.
I
nnovatie in rood en geel, zo zou de vernieuwing van het rollend materieel van de VRR kunnen worden getypeerd. Maar voor de nieuwe commandovoorzieningen geldt dat daar meer hulpverleningskleuren bij zijn betrokken. Bij het ontwikkelen van het nieuwe concept voor commandoondersteuning heeft de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond nauw samengewerkt met de politie en het havenbedrijf. Alle diensten kunnen nu gebruikmaken van één gemeenschappelijke set commandovoorzieningen, zowel voor multidisciplinaire inzet als voor hun eigen monodisciplinaire ondersteuning. Wel zo efficiënt in een tijd waarin ook overheidsdiensten flink moeten besparen op hun uitgaven. De aanwezige diensthoofden die het nieuwe materieel in ontvangst namen, waren zichtbaar tevreden met de state of the art commandovoorzieningen. Rijkshavenmeester René de Vries merkte lachend op dat het de eerste keer in zijn carrière was dat hij nieuwe auto’s kreeg in plaats van schepen.
Afscheid en welkom
Nieuw geel voor de ambulancezorg in Rotterdam-Rijnmond.
20
incident
03-2013
De VRR had rondom de materieeloverdracht een feestelijke ceremonie georganiseerd op de Wilhelminakade naast het World Port Center. Afscheid van het oude materieel en een warm welkom voor de nieuwe eenheden. De oude verbindings-commandowagen en CoPI-unit, de VC van de politie, een voertuig van het Havenbedrijf en een ‘oude’ ambulance, werden door de meldkamer symbolisch afgebonjourd. Daarna werd het nieuwe wagenpark met prio 1 voor de genodigden geleid. Een blusboot van de havendienst spoot Sdu Uitgevers
MCU van binnen en van buiten.
voor de sfeer een mooie ereboog met zijn waterkanonnen. Als eerste rolden twee nieuwe ambulances het terrein op, de eerste van een serie nieuwe wagens die de bestaande ambulancevloot van de VRR zullen vervangen. Ambulances die zich onderscheiden in ontwerp en innovatie. Zo zijn de nieuwe Mercedes-ambulances onder andere uitgerust met een infrarood-baken dat de voertuigen bij nacht vanuit de lucht beter zichtbaar maakt voor de politie- en traumahelikopter. De eerste wagen had een bijzondere chauffeur, de Vlaardingse burgemeester Tjerk Bruinsma, die portefeuillehouder GHOR is in het dagelijks bestuur van de veiligheidsregio. “Hij rijdt lekker,” was zijn eerste ervaring. “Het is een innovatieve en ook heel veilige wagen en dat is wat de medewerkers van onze ambulancedienst nodig hebben.” Na het nieuwe geel reden de nieuwe commandovoorzieningen het terrein op en nadat ook die waren opgesteld werden de genodigden van de veiligheidspartners en het bestuur in de gelegenheid gesteld het nieuwe materieel van binnen en van buiten te bezichtigen.”
Werkruimte De twee nieuwe verbindings-commandowagens en de mobiele commando unit zijn aanvullend aan elkaar. De VC’s zijn identiek en inzetbaar ter ondersteuning van de verbindingen en de informatievoorziening, zowel bij grotere mono-incidenten zoals grote branden en ongevallen als bij multidisciplinaire operaties. Ook bij evenementen kunnen ze worden gebruikt. De behoefte daaraan is groot, zo blijkt uit het feit dat ze voor 2013 al voor 400 uur multi en mono evenementenveiligheid zijn geboekt! De eenheden zijn onder andere uitgerust met een uitschuifbare cameramast en beschikken over acht bedienplaatsen, waar centralisten van de verschillende disciplines verbindingen kunnen coördineren. In feite zijn het mobiele meldkamers, die behalve met C2000 ook zijn uitgerust met marifoon, satellietcommunicatie en apparatuur voor het netwerk van Deltalinqs, het samenwerkingsverband van bedrijven in het havengebied. Wordt opgeschaald volgens de GRIP-structuur, dan komt vanaf GRIP 1 het multidisciplinaire Commando Plaats Incident bijeen. Dat team kan vanaf nu gebruik maken van de mobiele commando unit, een mobiele vergaderfaciliteit met onder andere een smartboard en informatiesystemen voor crisismanagement. Wat de twee VC’s en de mobiele commando unit gemeen hebben is hun innovatieve concept om werkruimte te creëren. De werkunits op de drie voertuigen zijn in de breedte uitschuifbaar, zodat in plaats van een tweeënhalve meter brede werkruimte een binnenruimte van vierenhalve meter ontstaat. De commando unit is in
ontplooide staat zelfs 4 meter 75 breed. Binnen is dan meer dan genoeg werkruimte om alle leden van het CoPI en hun ondersteuning te herbergen zonder dat mensen op elkaar gepropt zitten. Die werkruimte is geen overbodige luxe nu CoPI-teams steeds groter worden, in Rotterdam bovendien nog aangevuld met het havenbedrijf en de Milieudienst DCMR als vaste partners.
Operationele regie De ingebruikname van het nieuwe tactische commandodrietal is een antwoord op de behoefte van de VRR om bij incidenten en calamiteiten de operationele regie dichter bij de incidentlocatie te brengen. Dat geldt zowel voor het aansturen van operationele acties als voor de verbindingen. De actiecentra van het Regionaal Operationeel Team en de meldkamer worden daardoor deels ontlast. Vanuit de MCU nabij het incidentterrein heeft men bovendien een beter beeld van het incident. Ook aan de veiligheid van de mensen in de commandovoorzieningen is gedacht. Uiteraard is het de bedoeling dat voorzieningen voor het CoPI bij een incident met gevaarlijke stoffen niet in de directe gevarenzone of benedenwinds in een gaswolk staat. Maar omstandigheden kunnen wel eens verrassend snel veranderen. Mochten VC en MCU toch acuut in een gevaarlijke situatie terechtkomen, dan zijn voor in totaal dertig personen speciale zelfreddingssets aan boord, in de vorm van een vluchtmasker met een kleine ademluchtcilinder voor 15 minuten. Een veilig gevoel als het mobiele commandokamp moet worden ontplooid tijdens een grote calamiteit in de Rotterdamse chemische industrie.
verbindings-commandowagen: twee identieke voertuigen voor redundantie en gelijktijdige inzet. incident
03-2013
21
Oefencentrum Crailo Tekst Rob Jastrzebski / Foto’s: Rob Jastrzebski en Brandweer Gooi en Vechtstreek
Oefenen in het groen Het is waarschijnlijk de mooiste oefenlocatie van Nederland, in ieder geval de groenste. Op de grens van de gemeenten Hilversum, Laren, Huizen en Bussum ligt, omzoomd door de bossen en heidevelden van het Gooi, oefencentrum Crailo. Elf hectare objecten en scenario’s voor mono- en multidisciplinaire oefendoelen. In zo’n natuurrijke omgeving kan je bijna spreken van ‘recreatief oefenen’.
O
efencentrum Crailo wordt beheerd door Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek, maar heeft een militaire geschiedenis. Tot 2009 was het terrein eigendom van defensie, maar ook in de militaire periode waren de activiteiten al geheel gericht op rampenbestrijding. Op een gebied van in totaal 85 hectare bevonden zich kazernegebouwen, opslag en oefenterreinen van het Korps Mobiele Colonnes (KMC). Deze militaire rampenbestrijdingseenheid, gevormd door herhalingsplichtigen, werd in 1993 opgeheven. In het ‘oefendorp Crailo’ oefenden de KMC-soldaten jarenlang in ingestorte gebouwen in redding en geneeskundige hulpverlening bij (oorlogs)rampen.
Joop Huizing: “Wij koesteren de natuurlijke omgeving van het oefencentrum.”
Overname door de regio Na de opheffing van het KMC werd het oefenterrein al bij tijd en wijle gebruikt door brandweerkorpsen en andere hulpdiensten, maar toen het terrein in 2009 voor herontwikkeling werd gekocht door de provincie Noord-Holland zag de
Oefenen in het groen.
22
incident
03-2013
Sdu Uitgevers
De oefengebouwen bieden een keur aan scenario’s voor brandbestrijding.
Multi-scenario’s in uitvoering.
Regionale Brandweer Gooi en Vechtstreek zijn kans schoon. Het 11 hectare grote oefenterrein werd voor onbepaalde tijd van de provincie gehuurd en werd doorontwikkeld tot een veelzijdig oefencentrum, waar de regio voor al zijn opleidings- en oefenbehoeften terechtkon. Het duurde niet lang voordat het centrum ook klanten van buiten de regio begon aan te trekken. Na vier jaar is Crailo uitgegroeid tot een oefencentrum met een brede multidisciplinaire klantenkring, dat zichzelf in financiële zin volledig kan bedruipen. “We hebben een bestuurlijke opdracht om dit oefencentrum zodanig te exploiteren dat we omzet kunnen maken,” vertelt Joop Huizing, teamleider vakbekwaamheid en beheerder van het oefencentrum. “Die situatie hebben we heel snel bereikt. Aanvankelijk hebben we het terrein betrokken om in onze eigen oefen- en opleidingsbehoefte te voorzien, maar al snel meldden zich ook andere hulpdiensten die de mogelijkheden van het terrein ontdekten. En niet alleen de brandweer. Er zijn verschillende politieregio’s die gebruik maken van het terrein voor onder andere het trainen van de Mobiele Eenheid en arrestatieteams. Daarvoor bieden de gebouwen met omliggende infrastructuur en natuur uitgelezen mogelijkheden. Ook bedrijven weten ons goed te vinden voor BHV-trainingen.”
ties, waar bedrijfshulpverleners kunnen oefenen met kleine blusmiddelen en EHBO. Van deze BHV-oefengelegenheid wordt druk gebruik gemaakt door bedrijven en instellingen. Last but not least: een van de voormalige militaire oefengebouwen is vorig jaar omgebouwd tot vliegtuigcrashlocatie. Een klein vliegtuig heeft zich in de bovenverdieping van het gebouw geboord en er kunnen verschillende scenario’s met slachtoffers, brand en scenario’s worden nagebootst. Scenario’s die goed passen in het regionaal risicoprofiel, want vlakbij Hilversum ligt een druk gebruikt vliegveld voor de kleine luchtvaart.
Het geheim van Crailo Dat het oefencentrum geliefd is bij een brede en steeds verder groeiende klantenkring heeft volgens Joop Huizing alles te maken met de combinatie van mogelijkheden en omgeving: “Het geheim van Crailo is de unieke mix van oefe-
Objecten en scenario’s Op het terrein bevinden zich in totaal 22 gebouwen en objecten, waarvan er acht in containerbouw en deels in betonbouw zijn ingericht voor uiteenlopende brandbestrijdingsscenario’s. Via verplaatsbare wanden kan de indeling steeds worden aangepast aan gewenste scenario’s en oefendoelen. Daarnaast bieden de voormalige militaire oefenobjecten zoals ingestorte huizen en gangenstelsels mogelijkheden voor reddings- en hulpverleningstaken. Op een grote oefenplaat kunnen grote verkeersongevallen op een stuk snelweg worden gesimuleerd, ideaal voor multidisciplinaire trainingen en oefeningen. Voor BHV-trainingen is een speciaal BHV-huis ingericht met tal van bedrijfs- en kantoorsituaSdu Uitgevers
Een van de gecertificeerde oefenobjecten voor brandbestrijding. incident
03-2013
23
Slecht geland! Geen ondenkbaar scenario in de regio.
nobjecten in een unieke omgeving. Realistisch oefenen is hier voor alle typen incidentscenario’s mogelijk. Onze oefengebouwen voor brandbestrijding zijn allemaal houtgestookt, binnen de grenzen die onze milieuvergunning daaraan stelt. Alleen bij het vliegtuigscenario en in het BHV-oefenhuis werken we met gasgestookte oefenbranden. Ook in de houtgestookte objecten kunnen we de brandhaarden volledig controleren. Veiligheid staat voorop. De inrichting van de oefenobjecten zijn zodanig dat we door het NBBE, dat nu deel uitmaakt van het instituut Fysieke Veiligheid, zijn gecertificeerd als categorie I-object waar ook brandweerpraktijkexamens kunnen worden afgenomen.” Qua objecten en mogelijkheden blijft het oefencentrum doorgroeien met de behoeften van klanten binnen en buiten de regio. Zo zijn de voorbereidingen gestart voor de aanleg
24
incident
03-2013
van een oefenspoorbaan waarop treinincidentscenario’s met personenvervoer en gevaarlijke stoffen kunnen worden getraind. Huizing: “Op dit 11 hectare grote terrein zijn de mogelijkheden bijna eindeloos, al zijn we natuurlijk wel voorzichtig met onze activiteiten, want wij koesteren deze mooie bosrijke omgeving. In feite is een groot deel van het oefenterrein rond de objecten natuurgebied met een rijke flora en fauna. We hebben uitstekende contacten met natuurorganisaties in de regio, die regelmatig het wildbestand op het terrein komen bekijken. Soms maken we even pas op de plaats. Dan moeten we een oefening tijdelijk stilleggen omdat een kudde reeën via zijn vaste verplaatsingsroute over ons terrein van het ene naar het andere natuurgebied trekt. Zeg nou zelf: op welk ander oefencentrum maak je dat mee?”
Sdu Uitgevers
Kort Nieuws Veel lering uit ‘Fukushima’ Japan werd op 11 maart 2011 niet alleen door een aardbeving en een tsunami getroffen, maar ook door een grote kernramp in Fukushima. Ernstige nucleaire incidenten of rampen komen gelukkig weinig voor, maar daardoor is een analyse een kernramp wel erg belangrijk: wat kunnen we in Nederland leren van de kernramp in Fukushima? Het Centrum Kernongevallen Veiligheidsregio’s (CVK) heeft een evaluatie uitgevoerd naar wat we kunnen leren van deze kernramp, op verzoek en met steun van de zeven A-regio’s (de zeven regio’s met een zwaarder nucleaire object) en het ministerie van Veiligheid en Justitie. De centrale vraag is: welke suggesties en aanbevelingen kunnen voor de Nederlandse hulpdiensten (geneeskundige hulpverlening, brandweer, politie, gemeenten en regionale autoriteiten) geformuleerd worden? Bij de evaluatie is een relatie gelegd tussen Japan en Nederland op het onderwerp kernongevallenbestrijding, zodat we in staat zijn om de ervaringen met de kernramp in Japan naar Nederland te vertalen. Daarbij is ingegaan op een aantal belangrijke overeenkomsten tussen Japan en Nederland, zoals de aanwezigheid van risico’s, de kernramp als crisistype met onzichtbare bedreiging, de beperkte voorbereiding van de hulpdiensten, de complexe beslisstructuren, de moeilijkheid om beschermende maatregelen goed uit te voeren, de afhankelijkheid van de crisisbeheersing van kwetsbare infrastructuur en de uitdaging om op een goede wijze met de bevolking te communiceren. De zwaardere nucleaire risico’s zijn in de Kernenergiewet aangeduid als ‘categorie A’. Er zijn in Nederland zeven regio’s met een A-object, inclusief de kerncentrales in Doel en Emsland meegenomen. Daarom is het belangrijk dat in Nederlandse regio’s de voorbereiding, bewustwording, planvorming, opleiding en oefening, risico- en crisiscommunicatie, beschermende maatregelen en nazorg op orde zijn. In het rapport worden tien conclusies en aanbevelingen gegeven, gericht op de verbetering van de voorbereiding op kernongevallen de hulpverleningsdiensten: • Een kernongeval is een scenario, waarop afdoende voorbereiding van de hulpdiensten noodzakelijk is. Aanbeveling: kom tot een scherp beeld van de taken van het bestuur en de hulpdiensten bij de kernongevallenbestrijding, in nauwe afstemming met Rijk en exploitant. • Brandweer, politie en geneeskundige hulpverlening kunnen bij een kernongeval taken krijgen waarin niet is voorzien, taken bij de bronbestrijding in en om de nucleaire installatie en taken in besmet gebied. Aanbeveling: voorbereiding op de mogelijke inzet bij de bronbestrijding is noodzakelijk en beschrijf en beoefen de inzet in besmet gebied. • Er zijn situaties te verwachten waarin de infrastructuur niet meer werkt en burgers, hulpverleners en lagere overheden in het getroffen gebied op zichzelf zijn aangewezen. Aanbeveling: bevorder de zelfredzaamheid van de burgers, de hulpverleners en het lokaal bestuur. • Bij een kernongeval van betekenis is spoedig (internationale) bijstand nodig. Aanbeveling: maak eenheden ook buiten de A-regio’s (de Sdu Uitgevers
Veiligheidsregio’s met een directe of indirecte invloedssfeer van een nucleair object) bekend met deze bijstandsrol en prepareer Nederland op hulp vanuit het buitenland en stem af op de samenwerking met private partijen. • De ramp voldeed niet aan het scenario waarop de planvorming is gebaseerd. Aanbeveling: tracht de planvorming voor kernongevallen zoveel als mogelijk te richten naar algemene doctrines en geef zelfredzaamheid en improvisatie een plaats. • De specifieke beschermende maatregelen, zoals evacuatie en jodiumprofylaxe, zijn onder rampomstandigheden moeilijk uitvoerbaar. Evacuatie is een risico op zichzelf. Aanbeveling: analyseer de beschermende maatregelen vanuit een operationele optiek op de voorwaarden die gesteld zijn aan de uitvoering van specifieke beschermende middelen en bekijk de onderlinge samenhang tussen schuilen, jodiumprofylaxe, evacuatie en communicatie. Kom tot handreikingen voor de praktijk. • Bij kernongevallen kan de psychische en sociale schade aanzienlijk groter zijn dan de schade aan de fysieke gezondheid. Aanbeveling: versterk de aandacht voor de psycho-sociale opvang bij nucleaire incidenten, waarbij een juiste risico- en crisiscommunicatie van essentieel belang is. • Afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen zijn noodzakelijk voor de hulpdiensten om daadwerkelijk op te kunnen treden. Aanbeveling: borg de beschikbaarstelling van afdoende beschermingsmiddelen. • Burgers, bestuurders en hulpverleners overschatten de effecten van straling waardoor uit angst onverstandige keuzes kunnen worden gemaakt. Aanbeveling: richt de risicocommunicatie mede op de zelfredzaamheid van burgers en op passende beeldvorming. • De sturingskracht van een complex samenstel van advies- en coördinatieteams is beperkt. Aanbeveling: vereenvoudig de responsstructuur en structureer nucleaire ongevallen zoveel mogelijk overeenkomstig andere crisissen. Brandweer Nederland en GHOR Nederland, vertegenwoordigd in de stuurgroep CKV, erkennen het belang van het evaluatierapport om de voorbereiding op kernongevallen te verbeteren. Verschillende aanbevelingen worden meegenomen in rampenplannen en oefeningen per regio. Opleiden, trainen en oefenen staan aan de basis van het optreden van de hulpverleners, evenals de beschikbaarheid van afdoende beschermende middelen. Voor het nucleair dossier vragen deze aspecten specifieke aandacht van de veiligheidsregio’s, In samenwerking met onder andere de betrokken ministeries, de eigenaren van de installaties, de opleidingsinstituten dan wel overige partners, in de voorbereiding op kernongevallen. In CKV verband zijn al de nodige acties opgepakt in de verschillende regio’s, zoals het komen tot een handreiking voor jodiumprofilaxe. Het rapport is te vinden bij www.brandweerkennisnet.nl. incident
03-2013
25
Samenwerking technisch brandonderzoek
Brandweerloop 15 juni
Onlangs hebben de regionale brandweercommandanten van de Veiligheidsregio’s Gelderland Zuid, Noord- en Oost-Gelderland, Twente, IJsselland en de Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden hun handtekening gezet onder een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van technisch brandonderzoek.
Iedere derde zaterdag van juni wordt de Nationale Herdenkingsloop Brandweer georganiseerd. Dit jaar is dat op 15 juni 2013. Deze herdenkingsloop is dit jaar op dezelfde dag en locatie als de jaarlijkse herdenking van omgekomen brandweermensen: start en finish vinden plaats bij het Nationaal Brandweermonument op de Kemperbergerweg in Arnhem. Liefhebbers kunnen deelnemen aan een wandelroute van 5 kilometer of een hardlooproute van 5 of 10 kilometer. “De loop wordt georganiseerd voor medewerkers van brandweer in Nederland en hun familieleden. Hierbij staan saamhorigheid, sportiviteit en natuur hoog in het vaandel,” zegt Henk Knoppert van het organisatieteam. Op de website www. brandweerloop.nl volgt te zijner tijd meer informatie over de herdenkingsloop. Twitteraars kunnen de brandweerloop ook volgen via @ brandweerloop.
De aanleiding tot deze stap om hechter te gaan samenwerken komt voort uit besluitvorming in 2011 in de Raad van Regionaal Commandanten. Op basis van de notitie ‘Borging brandonderzoek binnen Brandweer Nederland’ stelden zij de noodzaak vast om op een slimmere manier, op interregionaal niveau, samen te werken op het gebied van brandonderzoek. De vijf oostelijke regio’s zijn de eerste regio’s in ons land die deze noodzaak bekrachtigd hebben met een samenwerkingsovereenkomst. Vorig jaar is hard gewerkt aan de invulling van deze samenwerking. De leidinggevenden en de leden van de werkgroep brandonderzoek uit de vijf regio’s hebben bekeken op welke manier en onder welke voorwaarden we gaan samenwerken. Hier is uiteindelijk de onlangs getekende samenwerkingsovereenkomst uit voortgekomen. De overeenkomst is de bevestiging van de intenties die de mensen binnen de regio’s al geruime tijd hebben op dit jonge taakveld binnen de brandweer. Door samen te werken kunnen de regio’s de uitvoering van technisch brandonderzoek versterken, en de kennis en kwaliteit verhogen. Uitgangspunt daarbij is de opgedane kennis met elkaar delen en gebruik maken van elkaars expertise. Eén van de afspraken uit de overeenkomst is de uitwisseling van brandonderzoekers tussen de regio’s onderling, voor ondersteuning bij complexe en/of grote brandonderzoeken. De regio’s kunnen zo de continuïteit van brandonderzoek waarborgen. In 2013 gaan de regio’s nog verder vorm geven aan de samenwerking; de eerste casusbesprekingen voor het uitwisselen van kennis tussen de brandonderzoekers staan al gepland. Ook maken de vijf regio´s in 2013 concrete afspraken over o.a. specialisatie en uitwisseling op deelgebieden zoals vakbekwaamheid, communicatie over de resultaten van brandonderzoek en de analyse van de statische gegevens uit brandonderzoeken. Op deze manier wordt de kwaliteit en de output van brandonderzoek nog verder vergroot. (Bron: Brandweer Nederland)
Meer nieuws? Ga naar www.hulpdienstenonline.nl
Evacuatie in Nederland heeft wél nut Een evacuatie vanwege een overstroming heeft meer nut voor Nederland dan meestal wordt verondersteld. Dat is een van de conclusies van Olga Huibregtse, die onlangs op dit onderwerp promoveerde aan de TU Delft. “Nederland is slecht voorbereid op een watersnoodramp. Te veel mensen weten bijvoorbeeld niet wat ze moeten doen in geval van nood,” zo liet minister Schultz van Infrastructuur & Milieu onlangs optekenen. Promovenda Olga Huibregtse van de TU Delft is een van de onderzoekers die daarin verandering probeert te brengen, samen met prof. Serge Hoogendoorn en Andreas Hegyi. Zij richtte zich op een efficiëntere evacuatie per auto in geval van een overstroming. Huibregtse nam in haar onderzoek onder
26
incident
03-2013
meer de auto-evacuatie van Walcheren, met 112.000 inwoners, als voorbeeld. “Het klopt inderdaad dat we niet zo goed voorbereid zijn op een evacuatie,” stelt Huibregtse. “Maar met een effectief evacuatieplan, is daar zeker verandering in te brengen.” Evacuaties worden gekenmerkt door een hoog niveau van onzekerheid, zoals onzekerheid in het gedrag van de mensen (volgen ze de gegeven instructies wel op?) of in de capaciteit van het autonetwerk. Huibregtse: “Wanneer onzekerheid niet wordt meegenomen in de evacuatie-instructies die worden uitgegeven, zijn de instructies waarschijnlijk weinig effectief. Bijvoorbeeld in het geval dat het gedrag van de mensen afwijkt van het verwachte gedrag.” Huibregtse nam daarom in haar onderzoek naar optimale evacuatieinstructies, als eerste, ook de combinatie van
factoren onzekerheid en nalevingsgedrag mee. “Ik presenteer optimalisatiemethoden die resulteren in instructies voor automobilisten: wanneer te vertrekken, waar naar toe te gaan en welke route te volgen. Deze geoptimaliseerde instructies blijken aanzienlijk effectiever dan instructies op basis van eenvoudige regels, zoals het instrueren van de evacuees om simpelweg de kortste route te volgen. Dit wijst er op dat evacuatie meer nut heeft voor Nederland dan meestal wordt verondersteld. Om de instructies goed toe te passen, zullen ze wel onderdeel moeten zijn van een breder plan dat ook communicatie- en operationele strategieën omvat.”
VanDoClean VanDoClean B.V. De Hoogt 25 5175 AX Loon op Zand T 0416-66 80 60 F 0416-66 80 65
[email protected] www.vandoclean.nl
Wilt u hier uw bedrijfsgegevens plaatsen? AQUAQUICK 2000
®
TRADING
“WE WILL CLEAN THE FUTURE”
Voor tarieven en reserveringen kunt u contact opnemen met: Jetvertising BV Laan van Zuidhoorn 37, 2289 DC Rijswijk Postbus 1890, 2280 DW Rijswijk tel: 070 399 00 00 fax: 070 390 24 88 e-mail:
[email protected]
Napraten over wat u gelezen hebt? Discussieer mee op Hulpverleningsforum.nl Iets gelezen in Incident waar u met uw collega’s over wilt doorpraten? Ga dan naar Hulpverleningsforum.nl, agendeer het onderwerp en start de discussie op. Deel uw professionaliteit op Hulpverleningsforum.nl Hou uw kennis en inzichten niet voor uzelf, maar deel ze met uw collega-hulpverleners op het Hulpverleningsforum.nl. Sluit u aan, deel uw kennis, ervaring en inzichten. Laat ook anderen van uw professionaliteit profiteren. U weet alles al? Ga dan de uitdaging aan, sluit u aan bij Hulpverleningsforum.nl, leg uw kennis en inzichten naast die van uw collega’s en kom samen tot verdiepte kennis en tot aangescherpte inzichten
“Hoe kan ik goed samenwerken met andere hulpdiensten?”
HulpdienstenOnline Infotheek. Direct Alles Duidelijk voor hulpdiensten. Als u niets wilt missen van de ontwikkelingen bij hulpdiensten is de Infotheek binnen HulpdienstenOnline uw site. Zo vindt u hier namelijk alle benodigde (beleids)stukken en actuele wet- en regelgeving met toelichting die u helpen om goed samen te werken en te netwerken binnen én buiten uw sector.
Kijk op www.hulpdienstenonline.nl/info voor een passend abonnement.
Feiten
Kennis Kunde