Kingdom Faith Cursus
KF14
------------------------------------------------------------------------------------------------
ONS ERFDEEL BELIJDEN
Colin Urquhart -----------------------------------------------------------------------------------------------Week 1 Hoe spreken we ? Het is goed om weer terug te zijn met de Kingdom Faith Cursus. Vorige keer hebben we een aantal waarheden gezien, van wat het betekent in Christus Jezus te leven. God heeft ons leven in Zijn Zoon geplaatst; Hij heeft ons -in Jezus- elke geestelijke zegening gegeven; Hij heeft ons gemaakt tot Zijn kinderen en er is niets dat ons kan scheiden van Zijn liefde. Deze maand is het belangrijk dat we zien, hoe we deze waarheden in ons leven kunnen toepassen; dat we de waarheden zien die in het Nieuwe Testament staan, en die ons laten zien wat God voor ons gedaan heeft, en wat God met ons gedaan heeft, nu we in Jezus leven. We zullen deze maand bekijken hoe we deze waarheden in ons dagelijks leven kunnen toepassen. En we beginnen met wat we zeggen. In het verleden -toen we het over geloof hadden- is dit onderwerp al even ter sprake gekomen. We hebben toen gezien, dat het heel gemakkelijk gebeurt, dat we praten over mislukking en verslagenheid, terwijl we eigenlijk geloof zouden moeten spreken. Een van de meest vreeswekkende uitspraken die Jezus ooit deed, staat te lezen in Mattheüs 12, vers 36 en 37. Daar zei Hij: "Ik verzeker u: op de dag van het oordeel moeten de mensen verantwoording afleggen voor elk nutteloos woord dat ze gezegd hebben. Uw eigen woorden zullen u vrijspreken; uw eigen woorden zullen u veroordelen." Nu hebben we vorige keer gezien, dat er geen veroordeling is voor hen die in Jezus Christus zijn, en dat geldt dus heel duidelijk ook voor ons. Maar hoe zit het dan met wat Jezus hier zegt, dat we door onze eigen woorden veroordeeld zullen worden ? Kijk, veel dingen die we zeggen, plaatsen ons terug onder veroordeling. God heeft ons vrijgemaakt. Hij oordeelt ons niet. Hij veroordeelt ons niet op die manier. Jezus kwam om ons te bevrijden van de veroordeling. Maar wij zeggen voortdurend negatieve dingen zoals: "Ik ben een mislukking. Ik deug nergens voor." of "Oh, wat is het leven toch een ramp." of "God heeft me in de steek gelaten." of "Ik begrijp niet wat God in mijn leven doet; alles lijkt zo zonder hoop. Alles lijkt zo ontzettend moeilijk." Alles wat we op die manier bereiken, is het uitspreken van mislukking, verslagenheid en veroordeling over onszelf, en dat leidt vervolgens weer tot ongeloof. Als je op die manier spreekt, dan geloof je niet echt dat God de omstandigheden van jouw leven kan veranderen. Je gelooft dan niet echt wat er in de Bijbel geschreven staat, zoals bijvoorbeeld in Romeinen hoofdstuk 8, waar Paulus schrijft dat alle dingen samenwerken voor het goede. In vers 28 zegt hij dat als volgt: "Wij weten dat God alles tot een goed einde brengt voor wie Hem liefhebben, voor hen die Hij besloten had te roepen." En als God nu alles tot een goed einde brengt -omdat wij in Jezus Christus zijn, en omdat Hij ons geroepen heeft, en omdat Hij ons Zijn eigendom heeft gemaakt- dan zullen we de hand van God zien in alle omstandigheden van ons leven. Hij heeft ons niet verwijderd uit Jezus.
1
Hij heeft ons niet gescheiden van Hem. Door onze zonden, doordat wij ervoor kiezen om zondige dingen te doen, hebben wij God tijdelijk de rug toegekeerd, maar Hij zal ons niet verwerpen. Hij heeft ons voorbestemd; Hij heeft een plan met ons. In vers 29 zegt Paulus dat als volgt: "Want wie het zijn weet God van tevoren, en Hij heeft ze voorbestemd om het evenbeeld van Zijn Zoon te zijn, zodat die de eerste zou zijn van een groot aantal broers." Zo heeft God verkozen dat het moet zijn. Hij heeft ervoor gekozen om ons leven op te pakken en ons te veranderen, om ons te veranderen zoals Hij wil dat we zijn, om net zo te zijn als Zijn Zoon. We kunnen samen met Jezus alle geestelijke zegeningen beërven, die God voor ons heeft in de hemelse gewesten. Maar iedere keer als we negatieve uitspraken doen en spreken over onze mislukkingen en onze angsten, dan spreken we niet als zonen, die weten dat ze een rijke erfenis bezitten; dan spreken we niet als zonen die weten dat ze een Vader hebben die van hen houdt en die voor hen zorgt. Dan spreken we niet als mensen die in Jezus Christus leven. Hoe kunnen er in hemelsnaam angst, verslagenheid en mislukking in Jezus zijn ? Dan leven en spreken we alsof we buiten Jezus leven, alsof we gescheiden zijn van God, alsof niet alle dingen samenwerken voor het goede. Dan doen we alsof God ons op de een of andere manier is vergeten, alsof Hij tegenover ons tekort schiet; en zo te denken kan beslist niet goed zijn. Toen Jezus in Mattheüs 12 zei: "Uw eigen woorden zullen u vrijspreken; uw eigen woorden zullen u veroordelen." Toen sprak Hij in een bepaalde context. Laten we eens kijken wat Hij nog meer zei. In vers 33 sprak Hij de volgende woorden: "Aangenomen dat een boom goed is - dan zijn zijn vruchten het ook; is een boom slecht, dan ook zijn vruchten. Want de vruchten vertellen u alles over de boom." Het is niet alleen maar een kwestie van verkeerd geestelijk taalgebruik. Je weet net zo goed als ik, dat je mensen met een verkeerd geestelijk taalgebruik kunt doorzien; je weet dat er super-geestelijke mensen rondlopen, die de hele tijd allerlei geestelijke taal uitslaan; toch zie je in hun leven maar weinig van al die mooie dingen die ze zeggen. Het is dus niet zo dat Jezus hier over een speciaal soort taal spreekt; Hij spreekt hier over vruchten - goede vruchten en slechte vruchten. Heel simpel gezegd komt het hier op neer wat Jezus zegt: "Goede vruchten komen van een goede boom. Je kunt onmogelijk slechte vruchten krijgen aan een goede boom, net zo min als een slechte boom goede vruchten zal dragen." God heeft jouw leven opgepakt. Als jij nu jezelf beschouwt als die boom, dan heeft God jou goed gemaakt. De boom die jij bent, is door God goed gemaakt. Wij zijn weleens geneigd te denken, dat het onmogelijk is een boom goed te maken, maar voor God is dat geen enkel probleem; Hij heeft ons leven eenvoudigweg opgepakt. Toen wij bij het Kruis kwamen, en ons leven overgaven aan Jezus, plaatste Hij ons in Zijn Zoon; Hij rechtvaardigde ons voor Hem; Hij gaf ons nieuw leven in Jezus; Hij plaatste de Heilige Geest in ons, waardoor Zijn leven als stromen van levend water uit ons zou vloeien, waarbij we goede vruchten zullen voortbrengen. Maak een boom goed, en hij zal goede vruchten dragen. In vers 34 zegt Jezus: "Waar het hart vol van is, loopt de mond van over." Als de boom goede vruchten moet voortbrengen, dan zal het hart van de boom ook goed moeten zijn. Wat aan deze boom groeit, wordt beïnvloed door de conditie van het hart. Daarom zegt Jezus in vers 35: "Iemand die goed is, haalt uit zijn goede voorraadkamer goede dingen tevoorschijn; iemand die slecht is, haalt uit zijn slechte voorraadkamer slechte dingen tevoorschijn."
2
Jezus zegt hier dus, dat we een goed hart moeten hebben, als we goede bomen willen zijn die goede vruchten voortbrengen. En dat betekent, dat we de juiste woorden moeten gebruiken: - woorden van geloof, - woorden van liefde, - woorden van bemoediging, - positieve woorden en niet negatief. Onze woorden zouden niet kapot moeten maken, we moeten niet voortdurend klagen, zuchten en steunen. Maar het is niet zozeer een kwestie van geen negatieve dingen proberen te zeggen, als je realiseren, dat de werkelijke kern van de zaak in ons hart te vinden is. In het oude testament spreekt God door de profeet Ezechiël de volgende woorden in Ezechiël 36, vers 25 t/m 27: "Ik zal jullie besprenkelen met zuiver water om alles wat onzuiver is weg te wassen, alle afgoden verwijder ik. Ik geeft jullie een nieuw hart, een nieuwe geest zal over jullie komen. Het hart van steen zal ik uit je lichaam verwijderen en je er een warm kloppend hart voor teruggeven. Ik zorg dat er een nieuwe geest over jullie komt, aan mijn wetten en voorschriften zul je je houden." Die belofte heeft God in ons leven vervuld, omdat Hij ons Zijn kinderen heeft gemaakt, Hij heeft van ons nieuwe scheppingen gemaakt; Hij heeft ons een nieuw hart gegeven. En in zekere zin, moet ons hart constant vernieuwd worden. Daarom ook schrijft David in Psalm 51, vers 12: "Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest."(NBG-vertaling) David zegt hier eigenlijk, dat ons hart voortdurend op God gericht moet zijn, dat ons hart steeds weer gereinigd moet worden van alle negatieve dingen, van alle zelfzuchtige motieven en ambities, opdat uit dat gereinigde hart, opdat uit de juiste geest, uit de juiste houding, uit de juiste geloofsgetrouwe levensstijl waar God naar verlangt in ons leven, een stroom van goede vruchten zal komen. En wat laten al ons negatieve gepraat, onze negatieve reacties en onze negatieve houding zien ? Daarmee maken we eigenlijk alleen maar heel erg duidelijk, dat God nog lang niet klaar is met de hartoperatie die Hij in ons leven uitvoert. Maar wat heeft dit nu allemaal te maken met "ons zijn in Christus" ? Heel simpel: vorige maand hebben we gesproken over de waarheden van wat God gedaan heeft door ons in Zijn Zoon te plaatsen. Hierdoor stelde Hij ons die rijke erfenis ter beschikking, die bestaat uit elke denkbare geestelijke zegening. Maar nu is God -door de Heilige Geest- ermee bezig deze waarheden in ons leven toe te passen, waardoor we aan deze waarheden uitdrukking kunnen geven, door wie en wat we zijn; in wat we doen en wat we zeggen. De echte test is niet of we Bijbelverzen kunnen citeren, waarin staat dat wij in Jezus zijn, maar wel of we goede vruchten voortbrengen in ons leven, die door anderen gezien kunnen worden; sommigen daarvan kennen de Heer, anderen niet. De kwaliteit van de vrucht in ons leven telt; daar gaat het uiteindelijk om. Het proces van vrucht dragen begint dus in het hart. Nu is de grote vraag wat God in ons leven moet doen, zodat wij goede vruchten zullen voortbrengen. In zekere zin moeten we steeds weer -iedere keer- bij God terug komen. We moeten Hem steeds weer vragen ons te laten zien welke motieven en verlangens in ons hart onrein zijn. Hierbij moet het gebed uit Psalm 51ook ons gebed zijn: "Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest." Maar ik ben ervan overtuigd, dat het Gods verlangen is, dat wij heel goed de relatie begrijpen tussen wat wij zeggen, en wat er in ons hart leeft.
3
Enige tijd geleden sprak God ons er op aan, dat we bij Kingdom Faith Ministeries nogal regelmatig dingen zeiden, die in tegenspraak waren met de waarheden over ons, zoals die waar Jezus over spreekt in de bijbel. En als we ons leven in saamhorigheid met God willen leiden, dan moeten we niet met Hem van mening verschillen. Het is namelijk knap lastig om met iemand een goede relatie op te bouwen, als we het de hele tijd met die persoon oneens zijn. En dat geldt natuurlijk net zo goed voor onze relatie met God. Als God iets zegt, maar wij hebben daar een andere mening over, dan heeft een van ons het bij 't verkeerde eind; en dat is God beslist niet ! Het is Zijn verlangen dat ons denken, onze houding en die dingen die wij zeggen constant overeen komen met Zijn Woord, met hoe Hij de dingen ziet, met hoe Hij over ons denkt en met hetgeen Hij over ons zegt. De Heer liet ons toen duidelijk zien, dat er een aantal waarheden uit de bijbel waren over onszelf en over wat God voor ons had gedaan; dat waren dingen die we weliswaar geloofden, maar wat we zeiden was vaak in tegenspraak met die waarheden. We weten dat we nieuwe scheppingen zijn met een nieuw leven. We weten dat we leven in Jezus - het Licht van de wereld. En God sprak ons erop aan, dat wij dikwijls spraken over mislukkingen, verslagenheid, angst en vrees; en echt niet alleen maar als het ging over onszelf, maar ook over elkaar. Daarbij kwam dan nogeens bovenop een houding van kritiek en veroordeling. Dat was beslist niet onze bedoeling, maar God liet ons dat heel duidelijk zien. En God liet ons ook zien, dat we Hem moesten vragen onze gesprekken en alles wat we zeiden, opnieuw te leiden. Het was niet zo, dat we in ons hart niet de juiste dingen geloofden, maar we drukten ons verkeerd uit. Op de een of andere manier leek er iets te staan tussen ons hart en onze mond; en dat was ons verstand. Ons verstand staat vaak bloot aan allerlei negatieve invloeden van de wereld om ons heen; daardoor uiten wij ons dikwijls ook op een negatieve manier. Wij spraken niet vanuit het gereinigde hart, dat we ontvangen, iedere keer wanneer we God om vergeving van onze zonden vragen. Wij spraken niet vanuit de Heilige Geest die in ons leeft, en die ernaar verlangt goede vruchten in ons leven voort te brengen. Wat uit onze mond kwam, was dikwijls niet goed; heel vaak lieten we hiermee niet echt zien dat we nieuw leven in Jezus hadden ontvangen. Het eerste wat we moesten doen, was het Woord van God uitspreken, niet alleen maar individueel, maar ook gezamenlijk. Dat betekende niet, dat we een of andere supergeestelijke taal nodig hadden, of dat we de hele dag door de ene na de andere Bijbeltekst uitriepen. Maar God liet ons zien, hoe we elkaar moesten bemoedigen om onszelf te zien zoals Hij ons ziet, met name als er momenten waren waarbij we ons nogal negatief gedroegen tegenover onszelf. Je weet vast wel wat ik bedoel; je ziet het gewoon aan mensen als ze zo zijn. Je hebt dan de neiging naar ze toe te stappen, ze door elkaar te schudden, en te zeggen: "Kom op, laat je niet zo gaan." Maar God liet ons zien, dat we elkaar moesten bemoedigen om onszelf te zien en tegen onszelf te spreken als de nieuwe scheppingen in Jezus Christus, die we zijn geworden door God. We gingen daarmee aan de gang, en in het begin moesten we elkaar best vaak corrigeren. We deden dat wel zo gewoon en luchthartig mogelijk -en er werd ook dikwijls hartelijk om gelachen- maar tegelijkertijd was God op een heel serieuze wijze met ons bezig. En als iemand -onbewust- een negatief gedrag vertoonde, en hierdoor de waarheid die in Gods Woord staat ontkende, dan vroegen we hem: "Ziet God jou werkelijk zo ?" of "Is God ontrouw aan Zijn Woord ?" of "Betekent in Christus leven dit ?".
4
Soms ook herinnerden we elkaar er simpelweg aan, dat je positief moet zijn in de belijdenis van wie je bent in Christus Jezus. Een maand of drie later stond ik aan een gemeente uit te leggen, hoe God ons gewezen had op onze dagelijkse conversatie. Na de dienst kwam een van mijn medewerkers op me af, en wees mij erop, hoe weinig wij elkaar de afgelopen periode nog hoefden te corrigeren. Pas toen realiseerde ik me hoe waar dat was; de laatste tijd hoefden we elkaar nog maar zelden te herinneren aan de waarheid van wie we zijn in Jezus; er was veel minder negatief gepraat, veel minder kritiek of veroordelende uitspraken; en het was zeker zo, dat er opvallend minder gesproken werd over mislukkingen. Je hoorde nog maar zelden: "Oh, arme ik. Ik heb 't weer fout gedaan.", of soortgelijk gepraat. En dat was vooral een bemoediging voor die leden van de gemeenschap, die nou niet bepaald een hoge dunk van zichzelf hadden, wat sommige mensen een minderwaardigheidscomplex zouden noemen. Voor een aantal van hen was in de afgelopen jaren -door diverse mensen- al regelmatig gebeden, dat ze meer geloof en vertrouwen in zichzelf zouden hebben. Maar het simpele feit dat uit onze dagelijkse gesprekken de waarheid bleek van het nieuwe hart dat God ons had gegeven, was voor hen belangrijker dan alle voorgaande hulp en begeleiding. Nu zagen ze de werkelijke waarheid van het nieuwe leven dat we in Jezus hadden. In de rest van de maand zal ik hierover meer vertellen. Voor vandaag wil ik besluiten met de volgende vragen: - Uit hoeveel van de dingen die jij zegt, blijkt dat jij een nieuw kind van God bent, blijkt dat jij een nieuwe schepping bent in Jezus, en dat Jezus in jou leeft ? - Hoe vaak is wat jij zegt vervuld van mislukking, angst, pessimisme, veroordeling of kritiek ? Het is niet alleen maar een kwestie van de kracht van positief denken. Het is een kwestie van de kracht van positief geloven, dat het werk van de Heilige Geest invloed heeft op ons denken en onze houding, waardoor wij daadwerkelijk in staat zullen zijn om uitdrukking te geven aan de waarheid van wie we zijn in Jezus. Als we deze waarheden niet met onze mond kunnen uitdrukken, dan kunnen we dat ook niet op een andere manier. Jezus maakte dat duidelijk in Mattheüs 12, vers 37,waar Hij zegt: "Uw eigen woorden zullen u vrijspreken; uw eigen woorden zullen u veroordelen." Jouw eigen woorden zijn in staat jou te leiden naar geloof en vrijheid in de Heer; maar ze kunnen je ook terugplaatsen in veroordeling. Here Jezus, leid onze conversatie, leid ons denken. "Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn binnenste een vaste geest." Amen.
5