Kana / L.E.G. / Kingdom Faith Ned. Colin Urquhart
9 november 2002
Vader, we danken U, dat we deze tijd apart kunnen zetten, om aan uw voeten te komen zitten. Om naar uw woord te luisteren. We vragen, of de Geest van wijsheid en openbaring op ons zal zijn. Dat we niet alleen uw stem tot ons hart horen spreken, maar dat we zullen begrijpen en ontvangen, wat u zegt. Geef ons de genade om te ontvangen met de liefde en gehoorzaamheid, zoals het uw bedoeling is. Dat we niet alleen hoorders zullen zijn van uw woord, maar ook daders. In de machtige naam van Jezus. Amen. Van af nu hebben we een goede tijd, die we vandaag voor ons hebben liggen, waarin we echt goed in het woord van God kunnen duiken en dan te zien, wat Hij tot ons te zeggen heeft, over hoe we een relatie met Hem kunnen hebben. Degenen van u die hier gisteravond ook waren, hebben kunnen zien, dat het belangrijk is, dat wij een relatie hebben met Jezus, zoals Hij is. We moeten weten, wat Hij in het verleden voor ons gedaan heeft. Maar je kunt moeilijk een relatie hebben met het verleden. Je kunt geen relatie hebben met Jezus, zoals hij was, toen Hij op de aarde wandelde. Je kunt alleen een relatie hebben met Jezus, zoals Hij is, nu; regerend in heerlijkheid in de hemel. En daarom moeten we ook de glorieuze Jezus kennen. En we moeten in staat zijn, om Hem te ontmoeten in zijn heerlijkheid. Dus, hoe kunnen we een relatie met Jezus hebben, zoals Hij nu, op dit moment, is? Nu, dat is een andere manier om te zeggen, wat het betekent, om een man of vrouw van God te zijn. Iemand die Hem kent, die een relatie met Hem heeft, van Hem ontvangt en leeft in voortdurende gemeenschap met Hem. Dus we gaan die vraag beantwoorden. En het eerste dat we zullen moeten begrijpen, is, dat dit in de eerste plaats een zaak van het hart is. U herinnert zich vast wel, dat het volk Israël er steeds maar niet in slaagde, om Gods verbond te houden. En zo zijn er dus vele profetische beloften, over wat God zal doen in het nieuwe verbond. En een van de dingen die Hij had belooft, is, dat God ons een nieuw hart zou geven en een nieuwe geest in ons zal plaatsen. Dus toen u wedergeboren werd, toen gaf God u een nieuw hart, om u in staat te stellen, om een relatie met Jezus te hebben, zoals Hij is, in zijn heerlijkheid. Dus, waar we het vandaag over zullen hebben, en dat vanuit de schrift, is mogelijk. Want God heeft ons het juiste hart gegeven, om ons in staat te stellen, te leven als mannen en vrouwen van God. En Hij heeft zijn Geest in ons geplaatst. En dat is zó zijn wil en zijn bedoeling. Nu is het heel mooi, om gaven te hebben, verschillende manifestaties van de geest. Het is heel mooi, om de vruchten van de Geest te dragen. Maar wat God meer wil, dan wat dan ook, is, om Zichzelf te reproduceren in ons. En daarom moest Hij ons een nieuw hart geven. Een hart naar Gods eigen hart. We konden niet zijn als Hij zonder het juiste hart. Want ons natuurlijke, menselijke hart zou niet in staat zijn, om dat, op wat voor manier dan ook, te bereiken. In de Schrift staat, dat ons natuurlijke leven afgescheiden bestaat van God. En dat natuurlijke leven wordt daar het vlees genoemd. En Jezus zei, dat er in ons vlees niets goeds te vinden is. Kijk, dat vinden we niet prettig, om te horen. Daar vechten we zelfs tegen. We willen graag geloven, dat er toch iets goeds moet zijn aan ons zelf. Maar Jezus zegt: ‘Er is niets goed aan jou!’ De hele mensheid heeft gezondigd en is tekort geschoten ten aanzien van de heerlijkheid van God. Dus, los van Jezus zijn we volkomen onaanvaardbaar. En soms hoor je dan mensen wel zeggen: ‘God heeft mij aanvaard, zoals ik ben.’ Nee, dat is helemaal niet waar. Want, zie je, als God ons aanvaardt, zoals wij zijn, dan is het kruis helemaal niet nodig. Dan is er geen redder nodig. Geen geloof, of bekering. Dan is de kerk niet nodig. Dan zal iedereen gered worden, want iedereen wordt aanvaard. Maar vanuit de onderwijzing van Jezus is het heel duidelijk, en ook van uit de rest van het Nieuwe Testament, dat zoiets niet het geval is. De Enige die ons aanvaardbaar maakt, is Jezus. 1
Geloof in Hem – zoals we gisteravond hadden gezien – betekent, dat al onze zonden vergeven zijn, uit het verleden, in het heden en in de toekomst. En dat maakt ons volkomen aanvaarbaar in de ogen van God. De enige manier, waarop u of wie dan ook aanvaardbaar gemaakt kan worden voor God, is door de vergeving van uw zonden. En dan kunt u zeggen: Halleluja, God heeft mij mijn zonden vergeven en daarom ben ik voor Hem aanvaardbaar. Kijk, wat zijn we altijd gewoon te zeggen tegen onbekeerde mensen? ‘Je hebt Jezus nodig. Je hebt Hem nodig, dat Hij je Redder en je Heer is.’ Waarom? Want zonde snijdt ons af van God, vervreemd ons van God. En we kunnen daarmee niet bij Hem horen, of bij zijn Koninkrijk. En daarom zegt Jezus: ‘U moet wedergeboren worden, als u zelfs ook maar alleen het Koninkrijk van God wilt zien. Dus het is ook terecht, dat wij mensen zeggen: ‘Zonde vervreemdt je, scheidt je af, snijdt je af van God.’ Dus wanneer iemand zich voor het eerst tot Jezus keert, in berouw en met geloof – en straks zullen we zien, wat dat betekent – maar toen u dat voor het eerst deed, werden al uw zonden vergeven. En uw verhouding met God werd weer hersteld, want toen pas werd u geheel en al aanvaard. Maar u werd niet door God aanvaard omwille van wat u zelf had kunnen doen, maar omwille van alles wat Jezus voor u gedaan had aan het kruis. Amen? En ik heb gisteravond gezegd, dat, juist omdat Jezus nu voor u voorbede doet met zijn bloed, en mede omdat u degene bent, die in Hem gelooft, kunt u er zeker van zijn, dat Hij u vergeeft, niet alleen van zonden uit het verleden, of van die in deze tijd, maar zelfs van zonden die u in de toekomst nog zult gaan doen. Ziet u. U kunt zeggen tot iemand die nog maar net gered is: ‘Uw zonden maken scheiding tussen u en God.’ Maar laat mij u nog dit vragen: ‘Vanaf het moment dat u zich voor het eerst hebt bekeerd, hebt u toen nog gezondigd?’ Te vaak! ‘Maar hebben die zonden u afgescheiden van God?’ Nee! ‘Waarom niet?’ Waarom heeft zondigen bij een gelovige een ander effect, dan bij een ongelovige? Want je zou denken dat zondigen in het leven van een gelovige toch een serieuzere zaak is. De ongelovige heeft geen overtuiging van zonde. Maar de gelovige begrijpt, wat het is, te zondigen en wat de consequenties van zijn zondigen zijn. Wij moeten besef van verantwoordelijkheid hebben en wandelen in gerechtigheid, niet in zonde. Dus je zou denken, dat zonde in het leven van een gelovige erger zou zijn dan in het leven van een ongelovige. Maar in een ongelovige scheiden zonden hem af van God. In een gelovige is dat juist niet het geval. Waarom niet? Omdat Jezus Christus uw Hogepriester is bij de troon van God – zoals we gisteravond hadden gehoord. En voortdurend doet Hij voor u voorbede bij de Vader met zijn bloed, zodat zelfs wanneer u vandaag zondigt, dan zullen die zonden niet dezelfde gevolgen hebben, waardoor u het waard zou zijn, dat God u zal straffen, of tot eeuwige verdoemenis / veroordeling. Want dat bloed wordt bij de Vader omhoog gehouden ten behoeve van u. Dus u lijdt niet aan de gevolgen van uw zonden. En daarom is er geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn. En daarom straft God u niet voor uw zonden. In dat bloed heeft Jezus uw straf gedragen. Maar nu, uw zonden beïnvloeden wel uw verhouding tot God. Daarom is het, dat u uw zonden moet belijden, u van uw zonden moet afkeren en ze moet nalaten, en er voor moet kiezen, te wandelen in gerechtigheid en niet in zonde.Ja, het heeft natuurlijk wel effect op uw relatie met Hem van dag tot dag. Maar het zal u niet scheiden van Hem. En dat maakt ons heel bewust, dat we voortdurend leven van uit de genade van God. Ga nu eens even naar Rom. 5 : 1,2. En dan ziet u, hoe Paulus dat beschrijft. Dit is nog maar de inleiding tot de boodschap. – “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof , hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus, door wie wij ook de toegang hebben verkregen in het geloof tot deze genade , waarin wij nú staan.” (Romeinen 5:1-2) Gerechtvaardigd worden betekent, dat u aanvaardbaar bent geworden, dat u bent gerechtvaardigd in Gods ogen. Dus Paulus zegt: We zijn aanvaard. We zijn recht gezet voor God. En hij zegt ook hier: ‘uit het geloof’. Geloof in dat, wat Jezus voor ons gedaan heeft aan het kruis. En daarom moeten we precies weten, wat Hij gedaan heeft. En dat bracht ons in die verhouding, waardoor we in harmonie zijn met God. 2
Dus zelfs als u vandaag zou zondigen, zal Hij u niet van Zichzelf afsnijden, of van uw erfdeel. Want die zonde verstoort wel uw vrede. En daarom is het niet zo handig, om te zondigen. Maar als wij onze zonden belijden,vergeeft Hij onze zonden en herstelt Hij de vrede. En die vrede hebben we door onze Here Jezus Christus, door wat Hij voor ons gedaan heeft. En door Hem hebben we toegang verkregen. Dat is rechtstreeks tot de troon der genade. We hebben toegang gekregen tot de genade van God, waarin we nú staan. Het was geloof in zijn genade, dat in de eerste plaats God ons gered heeft. Maar nu staan we in die genade. Het is een voortdurend proces. Redding is volgens de Bijbel een proces. Soms hoor je mensen wel eens zeggen: ‘Geloof je, dat iemand zijn redding kan verliezen? Nu, wanneer die mensen zo’n vraag stellen, dan weet u, dat de persoon die zo’n vraag stelt, redding niet helemaal begrijpt. Anders zou hij die vraag helemaal niet stellen. Want volgens de Schrift is redding een proces. Je bent gered. Je bent in een proces van gered worden, en je hebt nodig gered te worden. U werd gered, toen u voor het eerst uw geloof op Jezus vestigde. Toen u uit het koninkrijk van de duisternis werd geroepen in het Koninkrijk van de Zoon, werd u een nieuwe natuur gegeven, een nieuw hart. God bracht zijn Geest in u. Maar toch zondigt u nog, toch faalt u nog. U hebt nog steeds de redding van God nodig. Het was genade, die u tot die eerste stap in staat stelde. Maar elke dag van uw leven heeft u genade nodig. Dus u staat in zijn genade vandaag. Dus God geeft nog steeds zijn genade aan u. Elke keer als u zondigt, gooit Hij u niet uit zijn Koninkrijk. Hij snijdt u niet af van Hem. Maar Hij handhaaft zijn genade. U hebt nog steeds nodig, te worden vergeven, te worden gered, als u het zo wilt zeggen, van de zonden die u vandaag hebt gedaan. Maar door de genade van God kunt u ervan verzekerd zijn, dat Hij dat ook zal blijven doen. Maar u moet gered worden op de dag van het oordeel. Iedereen zal voor de oordeelstroon van God komen te staan. Maar wat de Schrift ons leert, is het volgende: Als u gered bent en u leeft in zijn reddende genade, dan bent u gered door het bloed, dat Hij hoog houdt voor de Vader. En u bent vandaag vergeven, omwille van datzelfde bloed, dat Jezus voor de Vader hoog houdt. Dus op de dag des oordeels kunt u er vertrouwen in hebben,dat u gered zult worden, want Hij houdt nog steeds zijn bloed daar voor u omhoog. En Hij heeft u eeuwig leven gegeven. En Hij dient u in de kracht van dat onverwoestbare leven. Dus de Schrift zegt, dat we zekerheid kunnen hebben van onze redding. En toch moeten we dat maar niet zomaar voor lief nemen. Alsof het er niet toe doet, hoe we op dit moment leven. Maar dat doet het wel. Ook al zullen we gered worden van het oordeel dat we verdienen, door de ontferming en genade van God. Jezus zegt, dat ieder geoordeeld zal worden naar hetgeen hij gedaan heeft. Redding is zijn geschenk. Maar uw beloning in de hemel is het resultaat van wat u gedaan heeft: Uw trouw aan de Heer. Dus om te veronderstellen, dat het er niet toe doet, hoe we op dit moment leven, omdat God zo genadevol is, is een totale misleiding. En er waren zelfs ook mensen ten tijde van het Nieuwe Testament die zo’n idee aanhingen. Zullen we meer zondigen, zodat er meer genade zal zijn? (Romeinen 6:15) Nooit! Zegt Paulus. Nooit! Dan begrijp je genade volkomen verkeerd. Dan maak je totaal misbruik van genade. God zal ons nooit de genade geven, om te zondigen. Hij geeft ons de genade, om te gehoorzamen. De genade om het leven te leiden, dat Hij wil, dat wij leiden. Maar wanneer wij daarin falen, dan veroordeelt Hij ons niet. Verklaart ons niet schuldig. “ Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.” (Romeinen 8:1) OK dus. Dit was nog maar de inleiding, zodat we kunnen begrijpen, wat God ons de rest van de dag tegen ons wil zeggen. Hoe toch zullen we moeten omgaan met deze opgestane Christus? Wat betekent het, om een man, of vrouw van God te zijn? Hoe zullen we Hem kunnen leren kenen, zoals Hij werkelijk is en Hij Zich dat ook voorstelt ten aan zien van ons? We gaan het hebben over de drie meest essentiële dynamieken van God, die in ons hart en ons leven aanwezig moeten zijn. Dit zijn de essentiële kwaliteiten in de Schrift, die ons in staat stellen te leven in relatie met Jezus en om een man of vrouw van God te zijn.
3
De eerste daarvan is, dat we harten van geloof nodig hebben. Niet alleen maar geloof hebben, maar een hart van geloof. Gelovende harten. Waarom zeg ik nu, dat het niet voldoende is, om alleen maar geloof te hebben? Nu, kijk eens naar mij. Ik kan wandelen in twijfel, in angst en ongeloof. En ik kom in een situatie terecht, waarin ik geloof nodig heb. Maar als ik wandel in een hoop negativiteit, dan is het moeilijk, om geloof te verkrijgen, om te geloven, dat God datgene zal doen, wat in die situatie noodzakelijk is. Maar als ik een hart van geloof heb, als er een dynamiek van geloof in mijn hart is, dan wandel ik al in geloof. Dus wanneer het onverwachte gebeurt, zelfs als het iets heel dramatisch is, dan hoef ik niet eerst in een positie van geloof te komen, want daar ben ik al in. Dus ik kan die omstandigheden tegemoet treden in geloof.Nu, laat mij u een eenvoudig voorbeeld mogen geven van wat ik bedoel: Twee mensen gaan naar een ziekenhuis, en in beide gevallen krijgen die mensen precies hetzelfde te horen van de dokter: ‘U hebt kanker en u hebt nog maar drie maanden te leven.’ Nu, de eerste persoon is een christen, maar heeft niet die dynamiek van geloof. Dus hij zegt tegen de dokter: ‘Bent u daar wel zeker van, dokter?’ En de dokter zegt: ‘Ja.’ ‘Kan er niets meer gedaan worden?’ ‘Ik ben bang van niet.’ ‘Is operatie niet mogelijk?’ ‘Nee, dit valt niet meer te operen.’ ‘Dank u, dokter.’ Ziet u, wat hij gedaan heeft? De kanker in zijn lichaam is een realiteit. Maar hij heeft nu die kanker in zijn geest geaccepteerd. En hij aanvaart niet alleen dat hij kanker heeft, maar hij accepteert bovendien de diagnose van de dokter en het vooruitzicht, dat hij over drie maanden zal sterven. Maar omdat hij een gelovige is, schiet het hem misschien later te binnen: ‘Ik vraag Jezus, om mij te genezen.’ Dus misschien krijgt hij mensen om hem heen, die voor hem gaan bidden, maar daarmee gaat er een heftige strijd gepaard. Want hij heeft niet maar één kanker, maar twee kankers. De kanker in zijn lichaam en het geloof in de kanker in zijn geest. Dus hij kan bidden, het uitroepen, het uitschreeuwen en geloven, maar waar het op neer komt, is, dat hij een ongelooflijke strijd zal hebben. Ik zeg niet, dat hij niet genezen kan worden. Maar heel vaak in dat soort situaties worden mensen niet genezen. Nu is er die tweede man. Precies dezelfde prognose. Maar hij heeft die geloofsdynamiek. En de dokter zegt tegen hem: ‘U hebt kanker en u heeft nog maar drie maanden te leven. Maar die man keert zich naar de dokter en zegt tegen hem: ‘Ik ga niet sterven in drie maanden, want Jezus Christus gaar mij genezen. Ziet u, dat geloof was al in zijn hart aanwezig. Dus zijn onmiddellijke reactie op dat slechte nieuws was geloof uitspreken, want waar het hart vol van is, stroomt de mond van over. Hij ontkent niet dat hij die kanker heeft. Hij leeft niet bij irrealiteit. Maar hij aanvaard die prognose niet. Degenen van u, die hier gisteravond waren, heb ik u hiervan een voorbeeld gegeven. Van een jongen van elf jaar oud, de drummer. Toen de specialist hem had gezegd, dat hij nooit meer zou kunnen drummen en dat zijn arm verstevigd zou moeten worden met een stalen frame, draaide hij zich om en hij zei: ‘Jezus zal mij genezen en ik ga door met drummen.’ En binnen drie of vier weken tijd zat hij weer achter het drumstel, helemaal vernieuwd. Ziet u, zelfs die jongen had de dynamiek van geloof. Dus hij zag die situatie onder ogen met geloof. Dat voorbeeld van die twee mensen in dat ziekenhuis gebruik ik heel vaak. En het was eens een keer, dat een vrouw aan het einde van een samenkomst naar me toekwam. Een jaar daarvoor was ik in haar stad geweest en blijkbaar had ik dat voorbeeld toen gebruikt. En ze vroeg mij of ik me dat nog kon herinneren. Ze vertelde me toen het volgende: ‘Toen ik in die samenkomst zat, was ik me er helemaal niet van bewust, maar drie weken later bevond ik me in precies zo’n zelfde situatie, waar de dokter tegen mij zei: ‘Het spijt me, maar ik moet u vertellen, dat u kanker heeft en u heeft nog maar een paar maanden te leven.’ En die vrouw vertelde me toen: ‘Gedurende een moment voelde ik paniek. Maar toen herinnerde de Heilige Geest mij aan dat voorbeeld, dat u mij gegeven had. En tot mijn verbazing hoorde ik mijzelf tot de dokter zeggen: ‘Dokter, ik ben een wedergeboren christen. Ik geloof in Jezus Christus als mijn geneesheer en ik zal niet aan deze ziekte sterven, want Hij zal mij genezen.’ Maar ze moest natuurlijk nog genezen worden. Ze ontkende de werkelijkheid van die kanker niet.
4
Dus ze ging naar haar gebedsgroep en ze vroeg hun om voor haar te bidden. En de volgende keer dat zij voor een afspraak naar het ziekenhuis ging, kon men er geen spoor van die kanker meer terug vinden. Ze was volkomen genezen. Ziet u het verschil tussen geloof in uw hart hebben, een hart van geloof, of dan te proberen, geloof te verkrijgen, als je het nodig hebt. God wil, dat u een hart van geloof hebt. “ Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God, gelooft ook in Mij.” (Johannes 14:1) Dit zegt Jezus: Vertrouw op Mij! Vertrouw op Mij! Vertrouw op Mij! Soms hoor je christenen wel eens zeggen: ‘Ik had gebeden en had werkelijk geloof, maar god beantwoordde mijn gebed niet.’ Weet u waarom niet? Luister naar wat zij zeiden: ‘God beantwoordde mijn gebed niet.’ Waarom niet? Want hun geloof was in hun geloof. Jezus zei niet: Heb vertrouwen in je gebed. Hij zei: ‘Vertrouw op Mij!’ En mensen zeggen dan: ‘Ja, maar ik geloofde werkelijk en het gebeurde niet.’ Maar Jezus zei niet: ‘Vertrouw op je geloof!’ Hij zei: ‘Vertrouw op Mij!’ Soms als we in een heel moeilijke situatie verkeren, dan willen we het juiste gebed bidden. We willen ons geloof op de goede manier geloven. En we concentreren ons meer op ons zelf op wat we zeggen en wat we denken, wat we voelen, wat we geloven. Maar Jezus zegt: ‘Geloof is een verhouding met God. Het is niet, wat je doet, maar het is de manier, waarop je in een verhouding staat tot Mij. Dat je geloof in Míj is. Het maakt niet uit wat er gebeurt. Je vertrouwen is in Mij. Je wordt niet omver gegooid door ongunstig omstandigheden, want je leeft in geloof in Mij. Ik geloof niet, dat we ooit moeten zeggen, dat God frustrerend kan zijn. Maar ik denk, dat er één ding is, waardoor ik soms behoorlijk gefrustreerd wordt. En dan moet ik altijd naderhand zeggen: ‘Het spijt me, Heer!’ Maar, weet u, wat Hij tot ons meer dan wat dan ook zegt, als we echt gevoelig zijn voor de stem van de Heilige Geest, dan zijn dat twee kleine woorden: Vertrouw Mij! Vertrouw Mij! Vertrouw Mij! Je bent in een moeilijke situatie en je zegt: ‘Heer, help!’ En dan zegt Hij: ‘Vertrouw Mij!’ Je raakt verzeild in een moeilijke situatie en moet een moeilijke beslissing nemen. En je zegt: ‘Heer, ik moet weten, wat ik moet doen! Ik Moet van U horen!’ En alles wat Hij zegt, is: ‘Vertrouw Mij!’ Waarom? Omdat Hij ons geroepen heeft, Hem te volgen. Niet een of ander systeem van geloof uit werken, maar te leven in een relatie met Hem van vertrouwen. ‘Vertrouw op Mij! Laat je hart niet verontrust worden! Vertrouw op Mij!’ Dus het gaat goed, zolang als je maar op de Heer vertrouwt. En dan komt er iets, dat uw aandacht van tracht weg te trekken, maar als u dat hart van vertrouwen hebt, dan kunt u dat schild van geloof opheffen, dat u in staat stelt, om al die vurige pijlen van de vijand op te vangen. Wanneer er aanvallen van allerlei dingen op u aan komen, dan kunt u leven in dat vertrouwen. Voorkomen is beter dan genezen. Ik kan er God voor prijzen, dat gedurende de afgelopen dertig jaar, ik nog nooit een dokter nodig heb gehad. Ik heb nog nooit een spreekbeurt moeten afzeggen door ziekte. Maar ik geef daarvoor God alle glorie, want dat is door zijn genade. Maar ziet u, ik spreek zijn gezondheid uit over mijn leven. Ik vertrouw Hem als mijn gezondheid en mijn redding. Valt ziekte mij dan nooit eens aan? Ja, maar als ik wandel in vertrouwen, dan kan ik het schild van geloof tegen die aanval opheffen. En dan weiger ik om ziek te worden. Begrijpt u wat ik zeg? Er is geen veroordeling voor mensen die ziek zijn, want Jezus is onze geneesheer. Maar, ziet u, zonde valt aan door verleiding. En u kunt ‘nee’ zeggen tegen die verleiding. Als u het schild van het geloof opneemt en Jezus vertrouwt, om u in staat te stellen, om u sterk te houden, om u in staat te stellen, die verleiding te weerstaan, dan kunt dat overwinnen. Maar dat kunt u ook tegen alle andere dingen die u aanvallen. Hij is dezelfde Heer. Aan het kruis heeft Hij de zonde overwonnen en Hij heeft ook de ziekte overwonnen. We hebben al eerder gezien, dat als wij eens zondigen, God ons niet veroordeelt. Hij wil ons vergeven, Hij wil ons herstellen. Hij wil ons terug hebben in die wandel in gerechtigheid. En als we ziek worden, dan veroordeelt Hij ons niet. Hij wil ons terug krijgen in onze normale staat van gezondheid. Maar het maakt niet uit, in wat voor omstandigheid we verkeren. Steeds maar weer, elke dag is zijn woord aan ons: ‘Vertrouw Mij! Vertrouw Mij! Vertrouw Mij!’ Bent u financieel in een 5
benarde situatie terecht gekomen? ‘Vertrouw Mij!’ U hebt een moeilijke beslissing te maken? ‘Vertrouw Mij!’ U wordt aangevallen door ziekte? ‘Vertrouw op Mij!’ De duivel zet u behoorlijk onder druk op een bepaald gebied van uw leven? ’Vertrouw op Mij!’ En dat betekent, een hart van geloof hebben. Vertrouwen. Dus wanneer Jezus de mensen aan het onderwijzen is, hoe zij moeten bidden. Kijk naar Marcus 11 : 22 – 25; daar zegt Hij, wat het meest dynamische is. En weet u, de meeste christenen valt het amper op. Hij onderwijst hun dan het gebed van geloof: “22 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Hebt geloof in God. 23 Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden . 24 Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden. 25 En wanneer gij staat te bidden , vergeeft wat gij tegen iemand mocht hebben, opdat ook uw Vader in de hemelen uw overtredingen vergeve.” (Markus 11:22-25) Jezus zegt in deze paar verzen een reeks heel belangrijke dingen. Maar het eerste dat Hij zegt, is het meest belangrijke. En dat is, wat heel veel mensen missen. Want het lijkt zo voor de hand liggend en daarom missen ze, de betekenis ervan. Het eerste dat Jezus zei, is: ‘Hebt geloof in God.’ Vertrouw op God!’ Waarom missen zovele christen het belang hiervan? Wel, ze denken bij zichzelf: ‘Ik heb al geloof in God. Daarom bid ik toch?’ Maar zo mis je het. Jezus richtte zich hier namelijk tot de discipelen. En die hadden geloof in God. Dus waarom zegt Jezus dit dan? Hij wil iets benadrukken. En hij zegt: Je geloof moet niet zijn in je zelf, moet niet zijn in je geloof, moet niet in je gebed zijn of in je omstandigheden en moet ook niet zijn in de verbetering, die je in je zelf ziet. Maar je geloof moet in God zijn. Wanneer je bidt, is je vertrouwen in God. Je bidt niet alleen maar een gebed. En je zegt: ‘Zou God mijn gebed nu wel beantwoorden?’ Want dan stel je jouw vertrouwen op dat gebed. Maar Jezus zegt: ‘Hebt vertrouwen in God!’ Je gebed is maar gewoon een voertuig van je geloof in God. Het is de manier, waarop u God aanraakt met uw geloof. En dan zegt Jezus: ‘Spreek tegen die problemen, spreek tegen die berg. Geef het opdracht, zich te verwijderen. Maar Hij zegt: ‘Als u dat doet, dan moet u in uw hart geloven, dat hartsgeloof hebben, een hart dat vertrouwt op God, hartsgeloof in God. Als u dat hartsgeloof hebt, kunt u tegen die berg spreken, de ziekte, de nood, het probleem. En het de opdracht geven, zich te verwijderen. Want vertrouwen in God is uw grote gezag, om de heerschappij van God over uw omstandigheden te zien. Bidden is niet een goed werk. Gebed werkt alleen, als die dynamiek van geloof aanwezig is. Dus heb geloof in God. Vertrouw God. En dan zegt u niet steeds, dat het probleem zich moet verwijderen. Het zal verwijderd worden dat probleem. En dan vervolgens zegt u, en nu spreekt u met God, maar wanneer u dat doet, dan gelooft u, dat wat u gebeden hebt, ontvangen heeft. Als uw vertrouwen in God is, wanneer u ook bidt, dan gelooft u, dat u het antwoord ontvangen heeft. Als ik een nood heb en mijn geloof is in God. En ik kom tot Hem in gebed en leg mijn nood voor Hem neer. En ik weet, dat ik die situatie aan Hem toevertrouwd heb, dan zal Hij mij stellig antwoord geven, want Hij is mijn Verbondsgod, die altijd getrouw is. Misschien geeft Hij mij onmiddellijk een direct antwoord, of misschien gaat er wat tijd overheen, of misschien heeft Hij een andere manier van antwoorden, een andere manier dan die ik mij voorstel. Maar het staat niet aan mij Hem te vertellen, hoe het te doen, of wanneer Hij het moet doen. Mijn deel is het, om Hem te vertrouwen. En Hij zal het doen. Daar kan ik zo zeker van zijn, dat ik Hem kan danken, dat het gedaan is. ‘Gelooft, dat u het ontvangen hebt.’ Waar heb ik het nu over? Over een vertrouwend hart. Je kunt wel dertig jaar trouw naar de kerk gaan en nog geen vertrouwend hart hebben. En als dat het geval is, dan hebt u elke keer een probleem. Oh lieve help, wat gebeurt er nu weer. Oh, ik heb zoveel problemen. Oh, de duivel zet me zo onder druk. Oh, weer een aanval. Het een na het ander. Kijk, dat is een ongelovig hart. Dat is echt een ongelovig hart, als u situaties niet met geloof onder ogen ziet, maar met vragen, met twijfel, met wanhoop zelfs – want dat is in uw hart. En misschien zegt u wel: ‘Ik zou niet zo zijn, als die omstandigheden niet zó waren.’ Mijn beste vriend, God is niet dwaas. 6
“18 En Hij zeide tot hen: Zijt ook gij zo onbevattelijk? Begrijpt gij niet, dat al wat van buiten in de mens komt, hem niet onrein kan maken , 19 omdat het niet in zijn hart komt , maar in de buik, en er te zijner plaatse uitgaat? En zo verklaarde Hij alle spijzen rein. 20 En Hij zeide: Hetgeen uit de mens naar buiten komt, dat maakt de mens onrein. 21 Want van binnenuit, uit het hart der mensen, komen de kwade overleggingen, hoererij, (-22a) diefstal, moord, 22 (-22b) echtbreuk, hebzucht, boosheid, list , onmatigheid, een boos oog, godslastering , overmoed, onverstand. 23 Al die slechte dingen komen van binnen uit naar buiten en maken de mens onrein.” (Markus 7:18-23) Jezus zei: ‘Niets van buiten de mens vervuilt de mens, maar alleen datgene dat vanuit zijn hart komt.’ Niets van buiten u – dat zegt Jezus – kan datgene wat in uw hart is aanraken. Niets. Wat die omstandigheden doen, is, dat zij u openbaren, wat in uw hart aanwezig is. Is het nooit bij u opgekomen, dat God toestaat, dat er dingen gebeuren. Dat betekent niet noodzakelijk, dat dat zijn beste bedoelingen met u zijn, maar Hij staat het alleen maar toe. Hij staat moeilijkheden toe. Aanvallen staat Hij toe. Waarom? Omdat er geen andere manier is, waarop u kunt zien, wat er in uw eigen hart is. Alleen de manier waarop u reageert, maakt duidelijk, wat er in uw hart is. En wat God betreft, het volgende: Als u niet goed door die proef heen komt, dan zal Hij u er niet van langs geven, zal Hij u niet uitfoeteren. Maar u zult die proef nog eens moeten ondergaan, en nog eens, en nog eens, en nog een keer. Tot u wel slaagt. En wat is die proef? Wel, dat als die moeilijkheden komen, dat u Hem vertrouwt, in plaats van wanhopig te worden, in plaats van negatief te worden, in plaats van te klagen, te kermen, doet u, wat de Schrift u zegt: ‘Verheugt u in de Heer, altijd. U verheugt u in de Heer, altijd. U dankt de Heer onder alles, want dat is de wil van God voor u in Christus Jezus.’ In plaats van te klagen, vertrouwt u op de Heer. Met uw hele hart. En u vertrouwt niet op uw eigen begrip. En het laatste dat Jezus zei in die verzen, is: ‘Wanneer u bidt, als uw broeder tegen u gezondigd heeft, vergeef hem, want anders zal God u niet vergeven.’ En laat het u duidelijk zijn. Als Hij u niet vergeeft, dan verspeelt u uw tijd met het gebed. Dus we zeggen: ‘Ik zou al die negatieve gevoelens niet hebben, als hij dat niet gedaan had, als zij dat niet had gezegd, als zij mij niet op zo’n manier hadden behandeld.’ Nee, nee, nee, nee! Niets van buiten de mens kan zijn hart bevuilen. Als God heeft toegestaan, dat u op zo’n manier werd behandeld, wat liet Hij u toen zien? Dat u geen hart van genade en van bewogenheid en vergeving had. Weet u wat Jezus zei? ‘Wees genadig, zoals uw Vader in de hemel dat ook is.’ Dus u benaderde die situatie met boosheid, met verbittering. U voelde zich echt gegriefd. En Jezus zegt: ‘Vergeef, vergeef!’ Dus als de vorige proef mislukt is, dan geeft Hij er u wel weer een. En als die proef ook weer verkeerd afloopt, dan krijgt u weer een andere, en nog een andere, en nog een. Weet u, er zijn bepaalde mensen, die worden in de ene kerk beschadigd. Dus dan gaan ze naar een andere kerk en ze nemen een geest van aanstoot met zich mee. Dus daar worden zij dan ook weer beschadigd. Wat maakt, dat zij weer een andere kerk opzoeken. En dat gaat zo maar door. En zij denken, dat zij in hun gelijk staan en in die andere kerken hebben het bij het verkeerde eind. Wat zij niet begrijpen, is, dat zij elke keer niet slaagden voor de proef, en dat zij zich zelf zonde inprenten. Zij hadden nooit met die gevoelens van aanstoot moeten vertrekken. Want zij hadden al die mensen die hen aanstoot gaven, hebben moeten vergeven, om de eenheid van relaties te bewaren. Als u aanstoot neemt, dan hebt u niet vergeven. En alles wat u doet, is, uw geest van aanstoot meenemen en in de volgende situatie planten. En ergens anders zal dat ook weer vrucht dragen. Er is één ding waar u helemaal zeker van kunt zijn. Als u lang genoeg lid van deze kerk bent geweest, dan zult u verwond worden. Waarom? Omdat dat in elke kerk het geval is en dat ook in mijn kerk. Iemand zal u van streek maken. Iemand zal u pijn doen. Iemand zal maken, dat u aanstoot neemt. Waarom? Omdat er geen volmaakte kerk bestaat, vol met volmaakte mensen. Iemand zal er u van streek brengen. Iemand zal iets verkeerd doen. Misschien is het uw voorganger. Misschien is het een van de andere leiders. Misschien is het gewoon een van de andere kerkleden. Maar iemand zal het doen. Dus wat doet u, als zoiets gebeurt? Zegt u: ‘Oh, dat is een liefdeloze kerk. Ik wil niets meer met hen te maken hebben. Ze behandelen me op zo’n schandalige manier. Maar u bent degene met het probleem. Want had moeten zeggen: ’Ik vergeef je.’ Kijk, uw geloof is niet in uw 7
voorganger, of andere leidinggevenden, of de andere gemeenteleden. Uw geloof is in God. Dus zelfs als anderen tekort schieten, dat zal nooit en te nimmer uw vertrouwen op God kunnen aantasten. ‘Heer, u heeft mij hier geplaatst. U hebt mij duidelijk gemaakt, dat ik hier thuis hoor. Dus ik kan U vertrouwen. Ik vergeef degenen die mij pijn gedaan hebben. Maar ik vertrouw op U, dat die relatie hersteld kan worden en dat we weer tot eenheid kunnen komen.’ Kijk, ik kom van de beste kerk ter wereld. Maar zelfs ook die kerk is nog niet volmaakt. Zo zou eigenlijk ieder van ons moeten praten over zijn eigen gemeente. ‘Dit is de beste gemeente van het land, want daar is de plaats waar God mij heeft willen hebben.’ Maar u bent verstandig genoeg, om te weten dat het daar niet volmaakt is, omdat God met ieder van ons nog aan het werk is. Maar ons vertrouwen is op God. (U mag wel glimlachen, hoor. Het is iets om blij mee te zijn, om vertrouwen op God te hebben. En u ziet er veel aardiger uit, als u glimlacht. Want dan lijkt het er net op, als of u het gelooft.) Dus dit is het eerste dat we als mannen en vrouwen van God nodig hebben: Vertrouwende harten. Geloof heeft ons in relatie gebracht met Hem, zodat we nu kunnen leven in vertrouwen op Hem. Nu, er is zo ontzettend veel dat ik hierover zou kunnen zeggen. Maar er is nog één onderwerp, waar ik het nog over wil hebben. Toen God ons riep, ons uitkoos; toen Hij in ons kwam wonen door de kracht van de Heilige Geest, toen is dat gebeurd, omdat Hij een plan, een doel met ons heeft. Nu, dat doel kan niet in onafhankelijkheid uitgewerkt worden. Want onafhankelijkheid is de zwaarste zonde in de Bijbel. Soms hoor je christenen zeggen: ‘Ik hecht veel waarde aan mijn onafhankelijkheid, maar God heeft er een hekel aan. En dat is de reden dat, zodra u wedergeboren was, God u deel liet uitmaken van een lichaam. Kijk, en de hand kan niet tegen de voet zeggen: ‘Ik heb je niet nodig.’ U kunt niet een man of vrouw van God zijn op de manier, zoals Hij dat wil, zonder de kerk. Dus wat voor doel God ook heeft met u als gelovige, dat kan alleen maar uitgewerkt worden binnen de context van het lichaam. Waarom scheiden sommige mensen zich af van kerken? Nu, dan zeggen zij: ‘Ik kan van God houden, maar met al die andere mensen, daar heb ik een probleem mee.’ Die mensen zijn volkomen misleid, want de Bijbel zegt: “ Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan ook God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben.” (1 Johannes 4:20) De man die zegt: ‘Ik houd van God,’ maar hij houd niet van zijn broeder, die is een leugenaar. Hij is misleid en de waarheid is niet in hem. En dat is krasse taal. Maar zo denkt God dus over onafhankelijkheid. Dus de kerk is het huishouden van het geloof. Het is niet gewoon maar, dat wij persoonlijk vertrouwen moeten hebben, maar als het lichaam van Christus moeten we God geloven in saamhorigheid.Nu, Jezus zegt, dat daarin een enorme kracht schuilt. “ Wederom, voorwaar Ik zeg u, dat, als twee van u op de aarde iets eenparig zullen begeren, het hun zal ten deel vallen van mijn Vader , die in de hemelen is.” (Mattheus 18:19) Dus, als twee van u het met elkaar eens zijn geworden - twee maar stemmen met elkaar overeen - dan zult u ontvangen, wat u ook maar vraagt. De Vader zal doen, alles waar u samen om vraagt. Dat betekent niet alleen overeenstemmen in gebed, maar dat u als een eenheid bent. Daar kom ik later nog wel op terug. Maar we moeten op die plaats zijn, waar, in plaats van dat we eenzame geloofsstrijd voeren, we open kunnen zijn over onze noden, zodat we samen kunnen staan in geloof. En samen in God kunnen vertrouwen. We zijn familie in geloof van diegenen die op God vertrouwen. “ Wie nu in de wereld een bestaan heeft en zijn broeder gebrek ziet lijden, maar zijn binnenste voor hem toesluit, hoe blijft de liefde Gods in hem?” (1 Johannes 3:17) Maar weet u wat er in heel veel kerken gebeurt? De mensen kennen elkanders noden niet eens. En ze denken, dat dit hun een excuus geeft. Maar ze hebben geen enkele verontschuldiging, want het is heel duidelijk vanuit de Schrift, dat we verondersteld worden, elkanders noden te kennen, zodat we elkaar daarin kunnen helpen. Zodat we samen kunnen staan in geloof. Zodat we God kunnen vertrouwen in eenheid. Maar dat betekent niet, dat u bij iedereen maar kunt langs komen bedelen, omdat u een nood 8
heeft. Dat u naar een welgesteld persoon in de gemeente gaat en zegt: Alstublieft, wilt u deze rekening voor mij betalen? Nee, daar gaat het niet om. We hebben het over, samen geloven. Ons geloof in God samen opbouwen. Wij ontdekken in onze eigen gemeente, dat heel wat jonge gelovigen zich in schulden hebben gestoken. Soms heel grote schulden hebben opgebouwd. Nu hebben we een kleine groep mensen in de kerk en het zijn mensen, die uit het bankwezen komen. En die helpen die mensen. Zij nemen met die mensen hun financiën door en laten zien, hoe ze met hun schulden moeten omgaan en hoe ze uit hun schulden moeten komen. En verantwoordelijk met hun geld moeten omgaan. En dat is een heel wat positievere aanpak, dan tegen zo iemand te zeggen: ’Nu, hier is wat geld, betaal je rekeningen er maar mee. Want als zij niet weten, hoe met geld om te gaan, dan zitten zij, voor zij het weten, weer in de schulden. Maar dit is het, waar het om gaat in het lichaam van Christus, dat u als mensen van geloof elkaar zult kunnen helpen. We kunnen elkaar onderwijzen, elkaar bemoedigen. Wat heeft dat nu te maken met, op God vertrouwen? Het betekent het volgende: Ik leef niet een onafhankelijk, egoïstisch leven, maar ik probeer eenvoudig van God te krijgen, wat ik nodig heb voor mijzelf. De Schrift zegt, dat God aan ieder een bepaalde hoeveelheid van geloof heeft gegeven. Als ik geloof in God heb, dan wil ik, dat dat vertrouwen werkt, niet alleen voor mijzelf, maar voor anderen. De Schrift zegt, dat zij die sterk zijn in het geloof, de zwakkeren moeten helpen. En God wil, dat u sterk zult staan in geloof, niet opdat u alleen maar in eigen noden kunt voorzien, maar opdat u anderen kunt bemoedigen, die zwak zijn in geloof. Dat u naast hen kunt gaan staan en kunt laten zien, hoe zij in geloof sterk kunnen zijn. Vanuit uw eigen wandel in geloof, kunt u niet alleen een bemoediging zijn, maar juist ook een voorbeeld. In het volgende schriftgedeelte staat dit: “7 Houdt uw voorgangers in gedachtenis , die het woord Gods tot u hebben gesproken; let op het einde van hun wandel en volgt hun geloof na. 8 Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.” (Hebreeën 13:7-8) Hiervan wordt altijd vers 8 geciteerd: Jezus Christus is dezelfde, gisteren, heden en tot in alle eeuwigheid. Maar we hebben dit dan uit zijn verband gelicht. Want wat de schrijver zegt, is, dat leiders een voorbeeld van geloof moeten zijn; dat Jezus dezelfde is, gisteren, vandaag en voor altijd en eeuwig. Als we vandaag vertrouwen opvatten, krijgen we dezelfde resultaten als mensen die gisteren op Hem vertrouwden. En leiders geven een voorbeeld van geloof: Dit is, hoe je op de Heer vertrouwt. Daarbij gaat het niet alleen om degenen, die de leiders in de kerk zijn. Want zodra u wedergeboren bent, bent u in zekere zin een leider geworden. De eerste keer, dat u iemand tot de Heer hebt geleid, bent u een leider, want u hebt iemand geleid, namelijk tot de Heer. En u kunt helpen hen te voeden, voor hen te zorgen, hen te bemoedigen, hen op te bouwen in geloof, naast hen gaan staan. Want de sterke helpt de zwakke. Dus uw geloof, uw persoonlijke geloof, kan niet alleen voor uzelf werken, maar ook voor anderen. En daar gaat het om in het lichaam van Christus. Het is niet een stelletje egoïstische christenen, die hun eigen doelen nastreven. Het is iedereen, die leeft voor iedereen, om lief te hebben, te zegenen, te geven. Maar zelfs ook om ons vertrouwen op God gevestigd te krijgen, betekent werken voor anderen, net zo goed als voor onszelf. En, weet u, dát is de manier, waarop uw vertrouwen zal groeien. Geloof komt, volgens de Schriften op een aantal manieren, voornamelijk door het horen van het woord van God. Maar het is ook een gave van de Heilige Geest. En het neemt toe, wanneer u uw geloof deelt met anderen. Er is een kleine brief, die Paulus schrijft aan Filémon. En Paulus zegt daarin het volgende: “ (biddende), dat uw gemeenschap in het geloof zich werkzaam tone in een grondig kennen van al het goede, dat in ons naar Christus uitgaat.” (Filémon 1:6) Hoe meer u uw geloof deelt met anderen, niet alleen maar uw vertrouwen, maar waarom u kunt vertrouwen door uw geloof in Christus en uw positie in Hem. Hoe meer u dat deelt met anderen, des te meer u uzelf zult leren begrijpen en des te meer uw geloof zal toenemen. U geeft en God geeft terug, een goede maat, aangedrukt, goed geschud en overlopend. U staat in geloof met anderen en u wordt zelf sterker in geloof. 9
Nog één ding. Naast hen staan in geloof en anderen onderwijzen te vertrouwen, is niet, geloven vóór hen. U kunt dingen voor mensen geloven en dan behoorlijk teleurgesteld raken, omdat zij zelf niet geloven. Dus wat we nodig hebben, is, mensen te helpen, om uit die situatie van ongeloof te komen in de situatie van geloof en naast hen te gaan staan in geloof en hen te bemoedigen; om één te zijn met hen en te zien, dat de kracht van God komt en in hun noden zal voorzien en in onze eigen noden ook. De Schrift zegt, “ Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door de Heilige Geest.” (Romeinen 14:17) Laten we gaan naar de brief aan de Hebreeën. Ik wil doorgaan met het eerste aspect van hetgeen in ons hart moet zijn, ons vertrouwend hart; voordat we verder gaan met het tweede stukje daarvan. “2 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft , de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 3 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt.” (Hebreeën 12:2-3) Jezus is de auteur en de volmaker van ons geloof en dat betekent, dat wij afhankelijk zijn van Hem, om het geloof in ons te scheppen, dat wij nodig hebben. Elke man of vrouw van God zal een man of vrouw van het woord van God zijn. En daarom, als u werkelijk die persoon van geloof wilt zijn, die een relatie van vertrouwen heeft, dan zult u zich elke dag moeten voeden met Gods woord. Niet alleen maar lezen, maar u voeden met Gods woord en ontvangen, wat Hij tot u gezegd heeft. Er zijn twee verschillende manieren, waarop u de Schrift kunt lezen. U kunt het met uw verstand lezen en dan ‘taxeren’, wat u aan het lezen bent. Zo van: ‘Dat vind ik wel leuk, maar dat vind ik wat minder. Daar kan ik het wel mee eens zijn, maar dat vind ik onverteerbaar.’ Maar dat is allemaal beoordelen met het verstand en dat zal u niet erg veel helpen. Of u kunt zich realiseren, dat dit God is, die tot u spreekt. En zijn woorden zijn Geest en leven. En u kunt de Geest en het leven, die in Gods woord zijn, ontvangen, terwijl u leest. Met andere woorden, u leest niet over Hem, maar u luistert naar Hem en ontvangt zijn waarheid. “31 Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij 32 en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken.” (Johannes 8:31-32) Hij zegt niet, dat gebed ons vrij zal maken, of dat bediening u vrij zal maken. Nee, de waarheid zal u vrij maken. Dus, als we bidden, of voorbede voor mensen doen, dan moet het altijd zijn met de waarheid van Gods woord, in de kracht van de Geest. Toen Jezus met de discipelen sprak over de Heilige Geest, was het meeste, wat Hij daarover zei, gezegd tijdens het laatste avondmaal. Gedurende zijn lange tijd van omgang met zijn discipelen heeft Jezus eigenlijk heel weinig gesproken over de Heilige Geest, tot het laatst avondmaal. En dan concentreert Hij zich op één zinsnede: Dat Hij de Geest der waarheid is. De belangrijkste bediening, die de Heilige Geest in u heeft, is, om u te binnen te brengen, alles, wat Jezus gezegd heeft. Hij is de Geest der waarheid. Hij leidt u in alle waarheid. “ maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam , die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.” (Johannes 14:26) Hij zal u herinneren aan alles, wat Ik gesproken heb. De Heilige Geest zal er altijd voor zorgen, dat uw aandacht gericht zal blijven op Jezus en daardoor op het woord van God. Dus, terwijl u groeit, om steeds meer gevoelig te worden voor de Heilige Geest, zult u ook meer en meer gevoelig worden voor zijn woord, voor datgene wat de Geest zegt. Maar het merendeel van wat de Heilige Geest zegt, zijn geen woorden van profetie. Het zijn geen visioenen en beelden en zulk soort dingen. Die zijn eigenlijk maar van heel secundair belang. Waarom? Omdat die dingen erg onvolkomen zijn. Ons profeteren is onvolmaakt. Maar de grootste verantwoordelijkheid van de Geest is, om u te richten op de waarheid van Gods woord, en dat is volmaakt. 10
U weet, dat u voor honderd procent kunt vertrouwen op de Schrift. En u hebt allemaal die ervaring gehad, wanneer u de Schrift leest. Want plotseling is er een vers, en dat springt als het ware van de bladzijde en het raakt uw hart als een openbaring. Degenen van u, die hier gisteravond waren. Sommige van de schriftgedeelten uit de brief aan de Hebreeën zullen gekomen zijn als een openbaring voor u. Waarom? Omdat de Heilige Geest deze nam en ze verklaarde aan uw hart. En misschien zat u daar toen te denken: ‘Dat heb nog nooit eerder zo gezien. Ik had dat nooit begrepen.’ Want de Heilige Geest maakte die woorden tot leven voor u. Dus, als u een man of vrouw van de Geest bent, dan bent u ook een man of vrouw van het woord. Want dat is de voornaamste bediening van de Heilige Geest. Sommigen van u kijken wat verbaasd. Al deze dingen hebben in uw bijbel gestaan, vanaf het moment dat u hem gekocht had. Dit is, wat Jezus heeft gezegd over de Heilige Geest. Laten we eens in het evangelie naar Johannes kijken. ““16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn , 17 de Geest der waarheid…” (Johannes 14:16-17) “ maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam , die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat Ik u gezegd heb.” (Johannes 14:26) “ Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen;” (Johannes 15:26) “13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. 15 Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen.” (Johannes 16:13,15) Dus de hele tijd richt de Heilige Geest ons op Jezus. De Geest der Waarheid en het Woord der Waarheid zijn altijd in overeenstemming met elkaar. Als iemand ooit iets zegt, dat niet volledig in overeenstemming is met de Schrift, dan komt het zeker niet van de Heilige Geest, want de Heilige Geest spreekt niets uit Zichzelf. De Heilige Geest zal ook nooit Zelf het initiatief ergens toe nemen, want Hij doet altijd dat, wat Hem van uit de hemel wordt opgedragen, om te doen. Hij spreekt niet op eigen gezag. Dus als de Heilige Geest tot u spreekt, dan doet Hij dat, omdat Hij vertelt datgene, wat de hemel tegen u spreekt. De Heilige Geest leeft niet daar ergens in u en denkt: ‘Nu, wat zal ik Colin vandaag eens zeggen.’ De Heilige Geest leeft in mij en Hij zal voor mij de stem van God zijn. Maar Hij kan alleen uitspreken, wat de hemel Hem opdraagt te zeggen. Hij spreekt alleen datgene uit, wat Hij hoort. Daarom, als het gaat over manifestaties van de Heilige Geest, dan zal dat altijd zijn in overeenstemming met wat in de Schrift geschreven staat. Alles, wat gesproken wordt, zal altijd in overeenstemming zijn met de Schrift, als het van de Heilige Geest komt. En de Schrift waarschuwt ons dan ook, om niet toe te voegen aan de openbaring van de Schrift. Er staat hier genoeg in van God, om ons de rest van ons leven mee bezig te houden. Dus, prijs de Heer. Hij is de Schepper van ons geloof. Sommigen van u hebben mij wat vragen gesteld tijdens de pauze. En dit kan best een verwarrend onderwerp zijn, als mensen er geen behoorlijk onderwijs over krijgen. Het is normaal voor u, om te horen, met name in tijden van ziekte. Mensen zeggen dan de volgende dingen: ‘Ik weet, dat God mij gaat genezen. Hij zal mij genezen, Hij zal mij genezen. En ik weet zeker, dat ieder van ons mensen hebben gekend, die dat hebben gezegd, maar toch uiteindelijk overleden zijn. Nu, u kunt zien, vanuit wat ik al heb onderwezen – en ik zeg dit niet, om te oordelen – dat ik probeer u ‘geloof’ te laten begrijpen. Als u zegt: ‘God zal iets doen.’ Dat is géén geloof. Hoop zegt: ‘God zal …’ Geloof zegt: ‘God heeft het gedaan.’ Dus in die woorden uit Marcus 11, waar we al eerder naar gekeken hebben, daar zegt Jezus: “ Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.” (Markus 11:24) 11
Er staat dus: ‘… dat u het hébt ontvangen’, niet: ‘… zál ontvangen.’ Geloof, dat u het heeft ontvangen, en het zal van u zijn. Het antwoord ligt misschien in de toekomst, maar uw geloof gelóóft, dat u het antwoord al heeft. Nu, daar had ik het al eerder deze ochtend over, dat wanneer we een nood hebben, dan vertrouwen we die aan God toe, en dan wandelen we in dat vertrouwen. Hij heeft de zaak in handen. Ik geloof, dat ik het antwoord zal ontvangen, of ik het nu onmiddellijk zal zien, dan wel, of ik het in de toekomst zal zien, maar ik héb het antwoord. Ik zal u een voorbeeld geven. Ik heb een nood. Dus ik bid met geloof en ik geloof, dat ik het ontvangen heb. Laten we zeggen, dat dit boek het antwoord op mijn geloof is. Dus ik heb het ontvangen. Het zou nogal dwaas van mij zijn, om te zeggen: ‘God zal het doen. God zal het me geven. Ik geloof, dat Hij het me gaat geven. Oh, Heer, alstublieft, genees mij! Alstublieft, genees mij.’ Wat zal Hij mij dan zeggen? ‘Je hebt het toch al!’ Je kunt niet zeggen: ‘Oh Heer, geef mij het boek, geef mij het boek, geef mij het boek. Oh Heer, ik geloof, dat u mij dat boek zult geven. U bent zo genadig. U zult mij het boek geven.’ En dan zegt Hij: ‘Maar je hebt het toch al.’ Geloof, dat je het ontvangen hébt en het zal van jou zijn. Dus Jezus zegt: ’U zult ontvangen alles wat u in gebed vraagt, als u gelooft.’ Kunt u zien, dat, wanneer iemand met geloof bidt en God zou het niet doen, dat God dan een leugenaar zou zijn? Dat Jezus dan een leugenaar zou zijn. Dan zou het hele universum in een totale chaos belanden, want de gehele schepping wordt onderhouden en gedragen door zijn woord. Het is alles geschapen door zijn woord en gaande gehouden door zijn woord. Als God ooit zijn woord ontrouw zou zijn, of breken zou, dan zou alles tot een baaierd, een chaos vervallen. Jezus meende wat Hij zei. Als je bidt met geloof, dan moet God het doen, want dat belooft Hij. Dat is een deel van het nieuwe verbond. Wat betekent dat nu? Dat betekent, dat we heel vaak niet in een positie van geloof zijn. Veroordeel uzelf daar niet mee. Maar het heeft geen zin, om God te overtuigen, dat u gelooft. Want Hij weet, dat u dat helemaal niet doet, want Hij ziet wat er in uw hart is. Dus u zegt in gebed: ‘Oh God, ik geloof werkelijk.’ En dan zegt God: ‘Helemaal niet. Ik heb de hele dag naar jouw gedachten geluisterd en je geeft geen enkel blijk van zulk geloof, vanaf het moment, dat je wakker bent geworden niet.’ Want dat is wat de Schrift zegt: Hij kent onze gedachten al van verre. U kunt geen enkele gedachte voor Hem verborgen houden. Dus het heeft geen enkele zin, te zeggen: ‘Heer, ik geloof!’ Hij luistert naar al die gedachten van twijfel, van vrees. Hij weet, dat u niet gelooft. Dus als u niet in een positie van geloof bent, wat kunt u dan doen? Eerlijk zijn. U kunt alles van God krijgen, als u eerlijk tegenover Hem bent. Hij heeft een hartgrondige hekel aan huichelarij, aan iets te horen te krijgen, dat helemaal niet waar is. Dus wees gewoon eerlijk. Zeg: ‘Heer, U ziet mijn hart. U weet dat ik er echt geen geloof voor heb en dat ik in deze situatie eerlijk moeite heb, om op u te vertrouwen. Ik vertrouw U er niet in. Vergeef mijn ongeloof en spreek een woord van geloof in mijn hart. U bent de schepper en volmaker van mijn geloof.’ Nu, en dat betekent, dat Jezus heel goed begrijpt, dat wij, mensen, geen volmaakt geloof hebben. Maar Hij is de vervolmaker van ons geloof. Dus wanneer u eerlijk bent met Hem, over uw ongeloof, over uw angsten, uw twijfels, en als u Hem dan vraagt, u te vergeven, dan vergeeft Hij ook. En als u weinig geloof heeft, vraag Hem dan geloof in uw hart te spreken. En hij zal U vergeven en hij zal uw geloof doen toenemen. 't Is niet zo dat U heel veel geloof moet hebben, want Jezus zegt als U geloof hebt ten grootte van een mosterdzaadje dan kunt U tegen deze berg zeggen, verdwijn en stort jezelf in de zee en het zal gebeuren, en dat is maar een heel klein zaadje, maat U kunt een hele hand vol zaad hebben, maar 't helpt U helemaal niets. Zaad op zich is nutteloos volkomen nutteloos, tot je het in de grond stopt. En Jezus zegt dus, een heel klein mosterdzaadje geloof is voldoende, als je 't maar in de grond stopt, zolang je er iets mee doet, gebruik het. Soms zeggen mensen wel eens, Ik had zulk een geloof!!! Maar dat helpt je natuurlijk helemaal niets, dat is alsof je 't zaad in je hand hebt. Jacobus zegt, geloof zonder werken is dood. Ik had zulk geloof!!!!, is dood geloof. HALLO……….., wat is levend geloof? Wanneer U 't mosterdzaadje neemt en laat het werken! Dan vertrouwt U God! Amen? En God vertrouwen geeft U vrede, dan komt er een grote rust over U, zelfs temidden van de storm, grote kalmte, want U vertrouwt God! 12
Weet U hoe meer God iemand gebruikt, hoe meer ze aangevallen zullen worden, hoe meer tegenslag en vervolging. er zal zijn. Mijn leven is er vol van, maar 't raakt je niet, als je vertrouwen in God is. Gewoon doorgaan, maakt niet uit wat mensen doen, wat ze zeggen, maakt niet uit wat voor tegenstand er is, want je vertrouwen is in de Heer! En dit is ook wat Paulus geleerd heeft, weet je nog wat Jezus tegen Paulus gezegd heeft? Mijn genade is voldoende voor jou! Mijn kracht is volmaakt gemaakt in zwakte! Dus Paulus zegt: Ik zal me beroemen op mijn zwakte en de kracht van God die op mij rust! Wat betekent dat nou? Ziet U de fout die christenen maken is dat ze sterker willen zijn. O Heer, maak me sterker! En God zegt, Je brengt genoeg schade aan, zoals het op dit moment al is, als ik je nog sterker maak richt je nog meer schade aan. Waarom? Want als U sterker zou zijn dan vertrouwt U meer op U zelf en minder op God! Dus Paulus zei: Ik beroem mij op mijn zwakte zodat de kracht van God op mij zal rusten, want wanneer ik zwak ben, dan ben ik sterk! Waarom? Want in mijn zwakte, kies ik ervoor om God te vertrouwen! Dus Paulus zegt, ik wil zwak blijven in eigen kracht, maar sterk in mijn vertrouwen in God! Ziet U, er is een hele subtiele misleiding gaande in het lichaam van Christus. O Heer, stel mij in staat om het te doen. Help mij Heer! En dan zalft God ons en we denken ik ben gezalfd, ik ga het doen! Helemaal niet! Wat zegt Paulus? Ik ben gekruisigd met Christus! En ik leef niet langer, maar als ik dus niet langer leef, hoe kan Hij mij dan helpen het te doen? Hij helpt iemand die niet langer leeft! Denk er maar eens over na! En dan gaat hij verder, en dan zegt Paulus het leven wat ik nu leef, leef in ik geloof in de Zoon van God, die van mij gehouden heeft en zichzelf voor mij gegeven heeft. Het is niet, help mij, het is: Heer, los van U kan ik niets doen, maar door Uw geest, door Uw woord is alles mogelijk! U doet het, door mij heen, U werkt het in mij uit, ik wil een kanaal zijn van Uw genade, van Uw leven, van Uw liefde, van Uw kracht. Zolang U nog blijft zeggen: Ik moet het doen, dan bent U nog steeds op de troon van Uw leven, in plaats van Jezus. Jezus zegt, alles is mogelijk, alles is mogelijk, alles is mogelijk, voor hij die gelooft! Voor hem die vertrouwt op Mij. Waarom? Want wanneer we Hem vertrouwen, dan doet Hij het, U doet het niet, Hij doet het! Misschien doet hij het in U, door U, zonder U, ondanks U, maar Hij zal het doen! Begrijpen we dit? Sommigen van U kijken me aan, alsof ze willen zeggen, dit is wel allemaal heel erg anders. Maar wat heeft U al die jaren dan gedaan? Ik preek alleen maar het Woord van God! Dus wanneer we mannen en vrouwen van God willen zijn, moeten we Hem vertrouwen, Hem vertrouwen, Hem vertrouwen, Hem vertrouwen, Hij zal het doen, Hij is de Schepper, de Vervolmaker van ons geloof, dus wanneer het geloof er niet is zal Hij dat geloof laten groeien. Als we Hem vertrouwen om ons het vertrouwen te geven! U kunt zelfs niet het geloof hebben zonder Hem! Zo Hij geeft U het geloof, zodat U Hem kunt vertrouwen! Prachtig niet? Dus er blijft niets over voor U! Hij krijgt alle glorie! Als U nu zegt, O God heeft echt mijn geloof beloond, dan zal Hij ogenblikkelijk zeggen: Eh…, wie heeft je dat geloof gegeven, onthoudt dat maar! Het geloof was Mijn werk in jou! En 't antwoord op Mijn geloof, was ook Mijn werk in jou, dus alle glorie gaat naar Mij! Amen! Hij is goed, nietwaar? Hij heeft alles gewoon voor elkaar Okay, laten we doorgaan naar het tweede stuk. In ons hart, als we mannen en vrouwen van God willen zijn dan moet er vertrouwen zijn in Jezus, dat is het eerste. Het tweede is liefde voor Jezus. Vertrouwen in Jezus en liefde voor Jezus. Net zoals we moeten vaststellen wat vertrouwen eigenlijk is, moeten we dus ook naar de Schrift gaan om te zien wat liefde voor Jezus werkelijk betekent, want er zijn heel veel mensen die denken dat ze van God houden, maar volgens de schrift, houden ze niet werkelijk van Hem. Alleen omdat iemand wedergeboren is en vervult met de Heilige Geest, dat betekent nog niet dat ze van Jezus houden. Laten we eens kijken naar Johannes 15. Als we God vertrouwen, dan zal hij uitwerking van dat vertrouwen moeten zien en de manier waarop we met Hem een relatie hebben. Amen? Op de manier waarop we tot Hem bidden en op de manier waarop we spreken, in de handelingen en daden die we doen. Dat vertrouwen leid tot heel veel praktische uitvoeringen. Met liefde is het eigen exact hetzelfde: als we van hem houden dan zal er een praktische uitdrukking gegeven worden aan die liefde. Mmm? Laten we gaan naar hoofdstuk Johannes 21 vers 15: "Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, zoon van Johannes, hebt gij mij waarlijk lief, meer dan dezen? Hij zeide tot Hem, Ja Here Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot Hem: Weid mijn lammeren. Hij zeide ten tweeden male weder tot hem: Simon, zoon van Johannes hebt gij Mij waarlijk lief? En hij zeide tot 13
Hem: Ja Here, Gij weet het, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen. Hij zeide ten derde male tot hem: Simon zoon van Johannes, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, dat Hij voor de derde maal tot hem zeide: Hebt gij mij lief? En hij zeide tot Hem: Here, Gij weet alles, Gij weet, dat ik U liefheb, Jezus zeide tot hem Weid mijn schapen". Ik denk dat dit een stuk tekstgedeelte is wat heel vaak verkeerd begrepen wordt, heel vaak hoor je predikers zeggen dat Petrus een drievoudige belijdenis van liefde maakt omdat hij hem drie keer had verloochend, maar ik geloof eigenlijk dat het er helemaal niet om gaat. Je kunt het nemen zoals je wilt, maar volgens mij is dat niet wat hier gebeurt, want dat zou tegen alles ingaan wat Jezus ons onderwijst over vergeving. Je wordt niet vergeven door een drievoudige belijdenis van geloof te maken, maar door vergeving te vragen en in één keer ben je compleet vergeven, dus dat is niet werkelijk waar jet om gaat. Dus waar gaat het wel om? Als U Grieks kent, dat is het gemakkelijker te begrijpen. Jezus zegt hier, Simon hou je van me, en hij gebruikt het woord Agapé, Gods liefde. Petrus antwoordt, U weet dat ik van U hou, dan gebruikt hij het woord Agapé niet, Gods liefde, hij gebruikt het woord Fileo, broederlijke liefde, de liefde tussen familie en vrienden. Dus Petrus heeft in het antwoord geven het niveau van liefde verlaagd. Het Lijkt net of Jezus zegt, Petrus hou je van mij en Petrus zegt, U weet dat ik van U hou. Dus Jezus herhaalt de vraag, Petrus hou je van mij, en hij zegt, Heer U weet dat ik van U hou, en dan de derde keer komt Jezus omlaag naar het niveau van Petrus, Petrus hou je van mij, en dan gebruikt Hij ook het woord filio, en Petrus zegt, ja Heer U weet dat ik van U houd. Maar waar dit stukje tekst in feite omgaat is dat Petrus een opdracht krijgt van Jezus: Voed mij schapen, voed mijn lammeren, zorg voor mijn schapen, maar wat Hij in feite zegt is Petrus, om dat te kunnen doen, moet je van mij houden met een Agapéliefde, maar op dit moment hou je alleen van mij met een Filioliefde. Op dit moment was dat alles wat mogelijk was, want pas na Pinksteren toen de Heilige Geest gekomen was dat ze die Agapéliefde ontvingen. Gods liefde zou door de Heilige Geest in hun harten gestort worden, zo beschrijft Paulus het. Dus wat Jezus werkelijk zegt is Petrus je kunt niet van mij houden met een Agapéliefde, maar je zult het moeten, en je zult het wanneer de Heilige Geest komt, maar ik wil dat je weet de reden waarom ik jou die liefde geef en het is niet voor jezelf, het is niet zo dat je kunt genieten van de fantastische liefde die ik voor jou heb, maar ik ga je die liefde geven zodat jij mijn lammeren kunt voeden, dat je kunt zorgen voor mijn schapen en mijn schapen kunt voeden! Ademt U nog steeds? Toen U vervuld werd met de Heilige Geest, toen heeft God die Agapéliefde in Uw hart gelegd, dus U kunt een hart van geloof hebben en een hart van liefde. Maar net zoals dat geloof U in staat stelt om God te vertrouwen, niet voor U alleen is maar zodat U kunt geloven voor anderen, samen kunt staan met anderen, zodat die liefde, is ook niet alleen voor U, maar zodat dòòr U heen Gods liefde uitgestrekt kan worden naar anderen. Naar de lammeren, de kleine nieuwgeboren kinderen van God, ik bedoel nieuw in het Koninkrijk, om de schapen te voeden, om te zorgen voor elkaar, om te zorgen voor de schapen. Ademen we nog steeds? Nu gaan we terug naar hoofdstuk 15. O halleluja. Gelijk de vader mij liefhad, heb ik ook U liefgehad. Is dat niet fantastisch? Jezus houdt van U, met dezelfde liefde waarmee de Vader van hem gehouden heeft, en daar mag U best halleluja opzeggen. Maar tegelijkertijd brengt het ons op een interessante vraag; Hoe heeft de vader van Jezus gehouden? Als Jezus op dezelfde manier van U houdt, dan moet U weten hoe de vader van Jezus gehouden heeft. Jezus geeft ons daar het antwoord op, ga terug naar hoofdstuk 10 vers 17. In vers 17 staat; Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het weder te nemen. Oh, oh oh ooohhhh, Jezus zegt hier niet: “de reden waarom de Vader van mij houdt is omdat ik de Zoon van God ben, Hij is mijn Vader”, dat zegt Hij niet, Hij zegt; de reden waarom de Vader van mij houdt is omdat ik mijn leven heb neergelegd. Nu gaan we terug naar hoofdstuk 15; Gelijk de Vader mij heeft liefgehad, heb ook ik U liefgehad; blijft in mijn liefde; dat is een opdracht. U moet blijven in zijn liefde. Wat betekent dat nou? Lees door, Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk ik de geboden mijns Vader bewaard heb en blijf in zijn liefde. Luister, Jezus zegt, ik heb van U gehouden zoals de Vader van mij gehouden heeft en de Vader houdt van mij omdat ik mijn leven neergelegd heb. Ik bleef in Zijn liefde omdat ik de opdracht getrouw ben gebleven.
14
Wat zegt Jezus daar nou? Als ik niet gehoorzaam geweest was en mijn leven niet neergelegd had, was ik niet in Zijn liefde gebleven. Laten we verder lezen; vers 10; Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk ik de geboden mijns Vader bewaard heb en blijf in zijn liefde. Dus hetzelfde geldt ook voor ons, we zullen alleen in Zijn liefde blijven als we Zijn geboden gehoorzamen wat betekent dat? Laten we verder lezen; Dit heb ik tot U gesproken, opdat mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde. Dus vreugde betekent niet dat U een leuk gevoel heeft van de Heilige Geest, vreugde komt uit Uw liefdevolle gehoorzaamheid aan God, Amen? Laten we doorlezen; vers 12; dit is mijn gebod dat gij elkander lief hebt, gelijk Ik u heb liefgehad. Niemand heeft grotere liefde, dan dat hij zijn leven inzet voor zijn vrienden. Gij zijt mijn vrienden, indien gij doet wat Ik u gebied. Hoort u wat Jezus hier zegt? Ik zal u ermee doornemen. Jezus zegt; Ik hou van u op dezelfde manier waarop de Vader van mij houdt. De Vader houdt van mij omdat ik mijn leven neerleg en ik leg mijn leven neer uit gehoorzaamheid aan zijn opdracht. Ik hou van U op dezelfde manier en daarom zult U blijven in Mijn liefde als u aan mijn opdracht gehoorzaam bent, en mijn opdracht is dat u van anderen houdt net zoals ik van U gehouden heb, zodat u uw leven kunt neerleggen voor anderen. Dus wanneer u uw leven voor anderen neerlegt in gehoorzaamheid aan mijn opdracht zult u blijven in mijn liefde net zoals Ik mijn leven voor u heb neergelegd in gehoorzaamheid aan mijn Vader en ben gebleven in Zijn liefde. Heeft u het op een rijtje? Er is niets hier wat zegt, ik hou van u, God houdt van u, Jezus houdt van u, Jezus liep nooit rond op aarde en zei: Ik hou van u, Hij liep nooit rond en zei dat soort dingen van God houdt van u, Ik hou van u, Ik hou van u, Johannes de apostel zei, laten we niet van elkaar houden met woorden, laten we niet van elkaar houden met woorden, maar met daden en in waarheid. Nu kunt u tegen iemand zeggen dar u van hem houdt als u dat leuk vindt, maar dat moet ondersteund worden met actie, anders betekent het niets, helemaal niets, tenminste wat God betreft, dan is het gewoon een lege zin. Toen u wedergeboren bent, vervuld met de Heilige Geest, gaf God u een hart van liefde, Agapéliefde, en hoe komt die liefde tot uitdrukking, door gehoorzaamheid! Als u niet gehoorzaam bent dan houdt u niet van Jezus, zo simpel ligt het. Neem uw bijbel en kijk naar hoofdstuk 14 vers 15, hier spreekt Jezus; Wanneer gij Mij liefhebt zult gij Mijn geboden bewaren, daar hoeft u geen preek over te horen, het is toch duidelijk wat Hij bedoelt? Hij bedoelt als u van mij houdt zult u Mijn geboden gehoorzamen. Dus hoe weet U nu dat iemand van Jezus houdt? Ze zijn gehoorzaam aan Hem. En die gehoorzaamheid kun je zien aan de manier waarop ze leven, de dingen die ze doen en dan zie je dat ze leven voor anderen, niet voor zichzelf. Ze leggen hun leven neer, en je kijkt ernaar en je zegt. dat is iemand die van Jezus houdt. Vers 21: Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren. Jezus praat niet over zijn menselijkheid, Jezus praat hier over zijn leven in heerlijkheid, Ik zal mijzelf aan hen laten zien, Ik zal mijn heerlijkheid openbaren! Gisteravond hadden we het hierover. Vers 23: Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen. Wat een prachtige belofte! Niet alleen Jezus maar de Vader komt en die zal zijn thuis maken in u. Nou wanneer U thuis bent, dan voelt u zich ontspannen, op uw gemak. De afgelopen twee weken heb ik in hotels geleefd, ik had vroeger een ongelofelijke hekel aan het leven in hotels, maar nu kan ik ermee leven, ben ik eraan gewend, ik heb het al heel veel jaren gedaan en ik weet hoe ik in een hotel tot rust kan komen, maar het is niet hetzelfde als thuis zijn. In een hotel kan ik niet zo ontspannen zijn als ik thuis ben. Jezus zegt hier, de Vader wil komen en zijn thuis maken, ontspannen zijn, zich echt thuis voelen, in u, wanneer Hij met u is, en wanneer is Hij echt ontspannen met u, wanneer u gehoorzaam bent, dus wanneer u gehoorzaam bent dan voelt Hij zich echt ontspannen en dan voelt Hij zich thuis bij u, dan is Hij één met u, dan is Hij in vrede, er is harmonie, er is éénheid tussen ons. Maar wanneer u ongehoorzaam bent, voel ik me niet thuis, ik kan me niet thuis voelen waar ongehoorzaamheid is. Oef oe oe, halleluja, dat is toch was hij zegt, ik maak er toch niet iets meer bij dan wat er staat? Ik probeer niet iets te vertellen wat er niet staat. Ik leg alleen maar uit wat er wel staat. Is dit een doctrine van werken? Natuurlijk is dit zo! God verwacht van ons werken van geloof, de werken die voortkomen uit liefde! 15
Niet de werken om gered te worden, maar dit zijn de werken juist omdat u gered bent, want zonder die werken kunt u niet werkelijk gered zijn! Ik zal eens wat uitleggen aan u. Deze kaart stelt u voor en dàt is Jezus, toen u wedergeboren bent, nam God Uw leven en bracht u in Christus. Wat zei Jezus toen? Blijf in mij! Toen u in Jezus geplaatst werd, werd u geplaatst in diegene die liefde is! U werd geplaatst in Agapé en Agapé werd geplaatst in uw hart, Amen? Dus u leeft in Christus! U bent niet het boek geworden, u hebt nog steeds uw eigen identiteit, maar u heeft geen onafhankelijkheid meer. Waar u ook gaat, het boek gaat mee, waar het boek naar toe gaat, daar gaat u naartoe, want u bent in Christus. Jezus zegt: blijf in mij, in Christus, daar is geen veroordeling, in Christus, daar is geen zonde, in Christus daar is geen ongehoorzaamheid, in Christus, daar is geen ongeloof. Dus hoe kan er ongehoorzaamheid zijn, ongeloof in uw leven, als u in Christus bent? Nou kijk, deze kaart is nog steeds in Christus, maar een stuk ervan leeft alsof dat niet het geval is, het is nog steeds in Christus, maar het wordt heen en weer geblazen door elke wind van doctrines, de laatste ideeën die langs komen, de laatste modeverschijnselen, nog steeds in Christus", maar er is een heel stuk dat blootgesteld wordt en kwetsbaar is. Kijk, in Christus kan de duivel je niet aanraken, maar als je zo leeft dan val je er niet helemaal uit, daar kunt u dankbaar voor zijn, maar als u zo leeft boing boing! al die vurige pijlen zullen u raken. Houdt God van u? Ja! Wandelt u in zijn liefde? Niet op de manier zoals Hij het zegt, want als u leeft in gehoorzaamheid, dan zou u op die manier leven! Een klein beetje blootgesteld, want u bent nog niet helemaal volmaakt, vermoed ik tenminste. Snapt u? Wat houdt u daarin? Dat is gehoorzaamheid! Als u mijn opdrachten gehoorzaam bent dan zult u leven in mijn liefde, net zoals ik de opdrachten van mijn Vader gehoorzaam ben geweest, en ik blijf in Zijn liefde! Johannes die Jezus al die dingen had horen zeggen, hij zei: zijn opdrachten zijn geen last. Wanneer je lief hebt dan zijn opdrachten geen last! Ik zal u er een voorbeeld van geven. Er is een kind dat heel erg ziek is en het ligt in het ziekenhuis, de moeder houdt van dat kind en ze zal naast dat bed zitten, de hele dag door. De hele nacht door, houdt de hand van het kind vast, help het kind wanneer het overgegeven heeft om het op te ruimen, als het kind koorts heeft, dan koelt ze het kind af, praat met het kind, bemoedigt het kind, zal het kind niet alleen laten. Het is geen last, door de liefde voor het kind. Er is een verpleegster en zij zorgt ook voor het kind, een goeie verpleegster, houdt van haar werk, houdt van haar patiënten, maar ze is daar voor een taak, dan komt de hoofdzuster langs en die zegt: één van de zusters is ziek, kun je wat extra taken doen? Aiiiii. Ze houdt van haar werk, ze houdt van haar patiënten, maar het zijn niet haar kinderen, het extra werk wordt een last. De moeder zou daar de hele nacht zitten, en de volgende dag en de volgende nacht en niemand zou haar ervoor betalen want het is liefde. Begrijpt u het? Het is geen last. Die extra dienst kan een last zijn wanneer daar niet diezelfde Agapéliefde is. Als we van God houden, als we van Jezus houden, dan maakt het niet uit wat hij van ons vraagt want het is geen last, niet als we van Hem houden. Bij ons in de bijbelschool heb ik heel veel jonge mensen, in het team zijn veel jonge mensen, en we hebben het heel erg druk. Sommige van die jonge mensen zeggen tegen mij, dan zijn ze met mij met een toer mee geweest of zo, ik ben zo moe, ooohhhh ik weet niet hoe ik het kan volhouden, ik ben zo ontzettend moe, en dan zeg ik tegen hen: ik ben de afgelopen veertig jaar al moe, je moet moe worden, daarom heeft God slaap uitgevonden. Maar het belangrijke is om moe te worden van het doen van goede dingen en niet van de verkeerde dingen. Kijk, ze groeien in liefde voor Jezus, maar ik ben voortdurend moe, ik probeer drie of vier verschillende taken tegelijk te doen, maar het is geen last, het is echt geen last, want ik hou van Jezus! Dit geldt voor iedereen! Als je lief hebt dan klaag je niet over hetgeen je moet doen, dan klaag je niet over dat wat Hij van je vraagt, want je doet het uit liefde. Laten we eens kijken naar de eerste brief van Johannes, we kijken er even heel kort naar en dan houden we pauze. Ik wil niet dat u last van Uw maag gaat krijgen. Hoofdstuk 3 vers 1: Ziet welk een liefde ons de Vader heeft gegeven dat wij kinderen Gods genoemd worden, zo Hij heeft zijn liefde op ons uitgestort. Amen? Hij heeft ons zijn eigen liefde gegeven. Agapéliefde! We zijn vervuld met zijn liefde, Hij heeft ons zijn kinderen gemaakt! Nou ja, ik word er in ieder geval enthousiast over! Hij heeft ons een opdracht gegeven, en zijn opdrachten zijn geen last voor ons. Wat was de nieuwe opdracht die hij ons gegeven heeft? Houdt van elkaar zoals Ik van u gehouden heb. Als we kijken naar vers elf; dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord heeft, vanaf het begin! Dit zou de eerste les moeten zijn die u geleerd hebt toen u christen werd.
16
Houd van elkaar! Zodra u Gods liefde voor elkaar kent, bent u vergeven, u bent aanvaard, u bent wedergeboren en nu is dit de afspraak, God heeft van u gehouden, God heeft u aanvaard, God is genadig voor u geweest, God heeft u vergeven en de afspraak is dit; nu houdt u van anderen, u aanvaardt anderen, u dient anderen, u zegent anderen, u leeft voor anderen net zoals Jezus zichzelf voor u gegeven heeft, dat is de afspraak!!!!!!!!!!! Amen? Vers 14. Hoe weet u dat u wedergeboren bent? Het staat in vers 14! We weten dat we overgegaan zijn uit de dood in het leven omdat we de broeders lief hebben. Begrijpt u, als u de liefde van God in uw hart hebt dan zult u van hen houden, dan zult u van uw broers houden, u zult van uw naaste houden, u zult van uw vijanden houden, u zult houden van wie u ook maar tegenkomt, want u heeft zijn liefde in uw hart. En wanneer heeft hij die liefde in uw hart geplaatst, toen u wedergeboren bent gaf hij een nieuw hart, hij vulde het met de heilige geest, vulde u met agapé. Vers 16. Hieraan hebben wij de liefde leren kennen, dat Jezus zijn leven voor ons heeft ingezet, ook behoren wij voor onze broeders ons leven in te zetten! Wat betekent dat? u leeft voor hen en niet voor uzelf! Dus wat is een kerk, een lichaam van mensen die allemaal voor elkaar leven!!! Vers 23, waar hebben we het vanochtend overgehad? Een hart van geloof, een hart van liefde! Kijk naar vers 23: en dit is zijn gebod: dat wij geloven in de naam van zijn Zoon Jezus Christus, met een hart van geloof, en elkander liefhebben gelijk Hij ons geboden heeft, een hart van liefde. Hebben wij ons nauwgezet gehouden aan de schrift, heel nauwgezet! Halleluja! Vers 24 En wie zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem. Hoe weet u dat? Dat u in Hem bent en Hij in u is? U bent gehoorzaam aan zijn geboden! Wanneer u zo bent dan worden de dingen een beetje riskant! Dan leeft u op grond van de laatste ideeën en niet op grond van Jezus. Er zijn allerlei modeverschijnselen in het lichaam van Christus, maar er is geen vervanging voor leven in het Woord en dat het Woord in ons leeft! Bent u er nog? Snap u waar ik heen wil? Hoofdstuk 4 vers 19 Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Indien iemand zegt: Ik heb God lief, doch zijn broeder haat, (en dan betekent haat de afwezigheid van liefde) dus als iemand zegt dat hij houdt van God maar hij houdt niet van zijn broeder, dan is hij een leugenaar! Want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan ook God die hij niet gezien heeft niet liefhebben. En dit gebod hebben wij gekregen: Wie God liefheeft moet ook zijn broeder liefhebben! Kijk weet terug naar hoofdstuk 4 vers 7: Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Vers 11: Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben. Niemand heeft ooit God gezien; indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons en zijn liefde is in ons volmaakt geworden………. Waar leid dit allemaal naartoe voor ons? Ik vertrouw met een hart dat uit roept naar God! Heer ik kan dat niet doen! Ik kan u niet vertrouwen, tenzij u dat geloof in mij bewerkstelligd! Ik kan niet leven in die liefde zonder dat die Agapéliefde voortdurend door mijn leven stroomt! Ik leef niet langer, maar Christus leeft in mij! Dat is de reden waarom Paulus zegt, het geheim is het volgende: Christus in u, de hoop van heerlijkheid! Hier draait het allemaal om! Een hart van geloof, een hart van liefde, dat zal leiden naar werken van liefde, werken van geloof en uitwerking van liefde! Maar er is een derde ding en dat kunt u doen, en wanneer u het derde ding doet, dat stelt de liefde en het geloof in staat om door uw leven heen te stromen. Dus het derde ding daar zullen we het over hebben als er weer koffie geschonken is, maar voordat u gaat wil ik u nog iets vertellen over het boek "Mijn geliefde kind"'. Ik heb zo ongeveer dertig boeken geschreven, en dat zijn een heleboel boeken, maar dit is er een waarvan ik zeg, deze heb ik niet zelf geschreven, dit is geen gewoon boek. Het is een aantal jaren geleden al geschreven en op een dag sprak God tot mij en hij zei tegen mij: ik wil dat je je terugtrekt en je besteedt een aantal dagen gewoon wachtend op mij, want ik wil dat je een boek gaat schrijven dat uit mijn hart komt naar het hart van mijn kinderen. Dat zei hij op een moment dat mijn bedieningstijd ongelooflijk druk was op dat moment, maar ik wist dat ik gehoorzaam moest zijn, dus ik moest gaan goochelen met mijn agenda, allerlei afspraken verschuiven om ruimte te gaan scheppen en twaalf dagen lang ging ik weg samen met de Heer en die dagen heb ik doorgebracht in gebed. Ik had een secretaresse bij me en wanneer God me één van deze boodschappen gaf dan belde ik de secretaresse, dicteerde ik datgene wat God gesproken had en ze ging vervolgens weer weg en verwerkte dat in de tekstverwerker en ik ging weer door met gebed. Dit boek heeft, ik weet niet hoeveel duizenden levens veranderd, maar ik ben hier niet trots op dat ik het zelf gedaan heb. 17
Het heeft niet alleen levens veranderd, het heeft mensen in staat gesteld dat God heel persoonlijk spreekt en heel profetisch in hun eigen leven, het helpt mensen om op de juiste golflengte te komen met God. Er zijn hier gedeeltes die zo ongeveer elk gedeelte van uw leven wil bestrijken, tijden wanneer u ziek bent, wanneer u nood hebt, wanneer u geloof nodig hebt, bemoediging en liefde er zijn zelfs tekstgedeeltes in stukken die relevant zijn voor mensen die met zelfmoordplannen rondlopen. Ik heb vrij kort geleden een vrouw ontmoet en ze zei tegen mij, iemand heeft me uw boek toegestuurd toen ik in de gevangenis zat en ik was in zo'n wanhoop dat ik zelfmoord wilde plegen. Ik had mijn leven volkomen geruïneerd, het was niet meer de moeite om door te gaan, ik had zo'n moeilijke tijd, maar God sprak door me heen door die boodschap, en ik besefte, temidden van die situatie, in de gevangenis, dat Hij er was, Hij kende me, Hij zorgde voor me, Hij kon begrijpen wat er aan de hand was en vanaf dat moment heeft Hij me gepakt en me meegenomen in een compleet nieuwe relatie, ik denk dat ze niet eens een christen was op dat moment toen ze het boek kreeg. Ik ben er niet zelf trots op maar het is iets wat God gebruikt heeft. Wanneer ik klaar ben met het schrijven van het boek dan is het afgelopen, dan heb ik er ook verder niets meer mee te maken, maar God gebruikt het op Zijn wegen en dat is dan zijn zaak hoe hij het doet. Van alle boeken die in het Nederlands hadden kunnen worden is deze inderdaad vertaald. Het zal niet alleen door u gebruikt worden, maar het is een boek wat u aan anderen kunt geven. Deze serie boeken daar is de eerste vertaald "Echte liefde", is geschreven met het oog op mensen die de liefde van God niet kennen. Het dient ook twee doelen. Voor Christenen bevestigd het de liefde van God in hun leven, maar het is het soort boek dat U kunt weggeven aan mensen die de liefde van God niet kennen, maar die het wel moet weten dat Jezus van hen houdt en daarom is het ook een kort boek, korter dan al die andere boeken, want het is ontworpen om weg te geven aan mensen die de liefde van God moeten kennen. Dus het is eigenlijk een bron en het legt de liefde van God uit aan mensen die Hem niet kennen, maar ook voor mensen die Hem net hebben leren kennen. Amen? Vanmiddag hebben we dus echt een vrijzetting, God gaat wat dingen in ons vrijzetten. Is dat goed of is dat goed???? Kwart voor twee zijn we weer terug hier.
18