Kingdom Faith Cursus
KF05
------------------------------------------------------------------------------------------------
Geloof
Colin Urquhart -----------------------------------------------------------------------------------------------Week 4 Gods principe van geven Deze week wil ik het met jullie hebben over een paar erg belangrijke dingen, die de meeste mensen niet als vanzelfsprekend met geloof in verband brengen. Wanneer we tot God bidden -en we verwachten dat Hij antwoord geeft- moeten we niet alleen maar geloven als we bidden, we moeten ook in staat zijn het antwoord op ons gebed te ontvangen. Jezus zei eens: "De mate waarin je geeft, is de maat waarin je ontvangt.", maar wanneer God ons teruggeeft, vertelt Jezus hoe Hij dat doet: "Hij geeft een ruime maatbeker, samengeperst, goed geschud en overvol." Overal in de bijbel vind je dit principe van geven en krijgen. Nu hebben we gezien, dat God niet alleen maar wil dat wij in geloof bidden, maar dat Hij ook wil dat we in geloof leven. Vorige keer hebben we in Jacobus gelezen dat geloof pas echt geloof is, wanneer het positieve actie voortbrengt. Die positieve actie wordt dikwijls tot uitdrukking gebracht door op de een of andere manier te geven. Dat is ook hetgeen Jezus de mensen telkens weer uitlegde: "De mate waarin je geeft is de mate waarin je terug krijgt." Wat heeft dat nu met geloof te maken ? Geven met de bedoeling te ontvangen, is iets onnatuurlijks. De wereld zal je leren, dat je iets eerst moet krijgen als je het wilt hebben, je moet het voor jezelf zien te krijgen, je moet het voor jezelf houden. Je moet heel voorzichtig zijn met wat je geeft, want als je iets weggeeft, ben je het kwijt; je krijgt niets meer terug. Wanneer je iemand een cadeautje geeft, dan ben je dat cadeautje kwijt of in ieder geval het geld wat het jou gekost heeft dat cadeautje aan te schaffen. Geven wordt met grote zorg benaderd; het is iets wat heel duur is, maar als het met geloven te maken heeft, wordt het de rijkdom waarin we leven. Ik wil dat je heel goed begrijpt wat ik zeg: ons motief om te geven is niet omdat we misschien terugontvangen, we gooien het niet met God op een onheilig akkoordje, waarbij we zeggen: "Ik geef U dit, als U mij dat geeft." We kunnen met God niet op die manier onderhandelen. Nee, wat God van ons wil, is dat wij gevende mensen zijn, om de simpele reden dat wanneer we gevende mensen zijn, we ook geloofsvolle mensen zijn. De Bijbeltekst waar we deze keer voornamelijk gebruik van zullen maken, is 2 Corinthiërs, hoofdstuk 9. Paulus zegt hier: "Wie niet veel geeft, zal ook niet veel ontvangen. Een boer die weinig zaait zal maar weinig oogsten; maar wie veel zaait, zal ook veel oogsten." Dat is hetzelfde principe, maar dan anders gezegd. Een goede boer zaait genoeg zaden, opdat hij een rijke oogst zal krijgen. En als hij een goede boer is, zal zijn zaaigoed van goede kwaliteit zijn. Hij zal het beste zaad zaaien, omdat hij daardoor de beste oogst krijgt. Wanneer je slecht zaad zaait, zul je een slechte kwaliteit oogst krijgen. Wanneer je weinig zaad zaait, zal je oogst een geringe opbrengst hebben. God wil dat wij overvloedig zaaien, zodat we ook overvloedig kunnen oogsten en om dat 19
voor elkaar te krijgen, moeten we in geloof handelen. Jezus zegt eigenlijk hetzelfde, als Hij zegt: "Zoek eerst Gods Koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid, en al deze dingen zullen je toekomen." Hij deed deze uitspraak toen Hij erover sprak, dat je geen zorgen moet maken over de kleren die je moet dragen, of dat je geen zorgen moet maken over wat je gaat eten, of dat je geen zorgen moet maken over de volgende dag. Wij leven in een bezorgde samenleving, maar het is geen gelovige samenleving. Je zorgen maken is het tegenovergestelde van geloof -net zoals angst ook het tegenovergestelde is van geloof-,omdat je God niet vertrouwt als je je zorgen maakt. Bezorgd zijn betekent dat je je oog gericht hebt op de omstandigheden en niet op ons geloof in God. Jezus zegt hierover: "Als jouw grootste zorg is om voor Mijn Koninkrijk te leven en rechtvaardig te zijn, om in Mijn ogen het juiste te doen, dan zal ik in al jouw behoeften voorzien. Je hoeft je geen zorgen te maken." In zijn brief aan de gemeente in Filippi schrijft Paulus: "Mijn God zal uit Zijn rijkdom in Christus Jezus u alles geven wat u nodig hebt." Maar hij sprak toen tegen een gemeente, die zeer trouw gegeven had om mede-christenen te steunen. Wat hij eigenlijk zei was dit: "Jullie hebben trouw gegeven en nu heb ik jullie het volgende te zeggen: Mijn God zal uit Zijn rijkdom in Christus Jezus u alles geven wat u nodig hebt. De mate waarin u gegeven hebt, is de maat waarmee u ontvangt." Paulus zegt ook nog: "Wie zuinig zaait, zal een geringe oogst hebben, en wie overdadig zaait, zal dan ook een overdadige oogst hebben." Hij gaat verder: "Iedereen moet geven waartoe hij in zijn hart besloten heeft te geven, niet met tegenzin of onder dwang, want God houdt van een blije gever." (de letterlijke vertaling spreekt over een vrolijke gever) Het is niet zo dat God wil dat we mopperend en tegen onze zin in van onszelf of onze bezittingen geven. Hij wil dat we vrijwillig, in ruime mate en met een blij hart geven, zodat Hij ons vrijwillig, in ruime mate en met een blij hart kan teruggeven; Zijn maatbeker is groot, goed geschud, samengeperst en overvol". Er zijn zovele situaties waarbij het lijkt of mensen geloof hebben, het lijkt er op dat ze in God geloven en het lijkt of hun gebeden gelovig zijn. Maar als je ze goed bekijkt, merk je dat ze iets niet doen, en dat is geven. Ze willen graag van God ontvangen, maar God moedigt ons ook aan om te geven. Waarom ? Wat had God in gedachten, toen Hij Zijn zoon naar de wereld stuurde ? Hij wilde Zijn Hemels Koninkrijk gevuld zien met de kinderen van wie Hij houdt. Maar Hij kon niet simpelweg met Zijn almachtige hand zwaaien en roepen: 'Kom maar in Mijn Koninkrijk'. Nee, eerst moest Hij het leven van Zijn zoon geven: "God hield zoveel van de wereld dat Hij Zijn enige zoon heeft gegeven". Het kostte God het offer van het dierbare bloed van Jezus, opdat Zijn wens in vervulling zou gaan, dat Zijn Koninkrijk gevuld zou worden met Zijn kinderen. Jezus leert ons op vele manieren precies hetzelfde principe. Zo spreekt Hij bijvoorbeeld over vergeving: "Vergeef ons onze zonden, zoals wij ook anderen hun schuld vergeven." Wij vragen dan aan God: 'Heer vergeef ons alstublieft onze zonden, want wij zijn ook bereid om anderen hun zonden te vergeven.' Aan het einde van het Onze Vader legde Jezus heel duidelijk uit wat daarmee precies bedoeld wordt. Hij zei, dat wanneer wij anderen niet kunnen vergeven, God ook ons niet kan vergeven:
20
"Want wanneer je iemand vergeeft die iets tegen jou gedaan heeft, zal je Hemelse Vader jou ook vergeven. Maar wanneer je iemand zijn zonden niet vergeeft, zal jouw Vader jouw zonden ook niet vergeven." Het is hetzelfde principe: 'De mate waarin je geeft is de maat waarin je ontvangt.' Jezus zei eens: "Gezegend zijn de barmhartigen, want zij zullen genade ontvangen." Als je bereid bent genade te tonen aan jouw broeder, dan zal God Zijn genade over jou uitstorten. En je herinnert je vast nog wel de gelijkenis van de onbarmhartige dienstknecht. God vergaf hém zijn grote schuld, maar hij was niet bereid vergeving te tonen aan een collega, die hem een kleinigheid schuldig was. Zijn meester liet de man in de gevangenis gooien. Waarom ? Omdat dat niet Gods bedoeling is. Hij wil niet dat wij alleen maar ontvangen en gierig zijn in hetgeen we geven. Een geloofsleven leiden is een gevend leven leiden. Ik wil nu met jullie iets delen over hoe dit zijn effect heeft gehad in ons eigen leven en onze bediening. Ik zou niet met jullie over een leven van geloof kunnen spreken, tenzij ik bereid was dat leven van geloof te leven. In het leven van de kerk gebeurt het zo vaak, dat we wel spreken over geloof, maar niet altijd leven we een leven van geloof. Hiermee bedoel ik, dat de wereld van ons meestal de indruk heeft, dat we altijd zeuren om geld, dat we altijd geld willen hebben, dat we altijd onze hand ophouden om te bedelen; terwijl de wereld eigenlijk de indruk zou moeten hebben, dat de kerk bestaat uit de kinderen van God, die zo goedgeefs zijn, dat ze geven, geven en geven. In zekere zin zijn we de rijkste mensen op de wereld, niet alleen geestelijk, maar ook in materiële zin. Dat komt niet omdat wij zoveel bezitten, maar omdat onze Vader alles heeft, en onze Vader kan ons leven vullen met wat we ook maar nodig hebben van Zijn rijkdom en onuitputtelijke bronnen. Dit geeft Hij ons in de vorm van liefde en leven en kracht en geld of wat we ook uit Zijn voorraden nodig hebben. Ik zal uitleggen wat ik bedoel, met een voorbeeld uit de praktijk: Deze Cassette Cursus wordt in Engeland gratis verstuurd naar wie er belangstelling voor heeft. De mensen ontvangen de cursus niet door hun geloof, maar door ons geloof. Wij kijken naar God om in al onze behoeften te voorzien; hierbij horen ook de produktie- en verzendkosten van deze cursus. En neem nu maar van mij aan dat de kosten van deze hele onderneming maandelijks een behoorlijk bedrag zijn, met name toen er steeds meer cassettes aangevraagd werden. Soms betekende dat voor ons, dat ons geloof werd uitgedaagd, wanneer we op God moesten wachten tot Hij ons het geld gaf. Soms kwam dat geld pas vlak voordat de cassettes verstuurd moesten worden, en dan hadden we van tevoren niet eens genoeg geld om lege cassettes te kopen om kopieën te kunnen maken. Maar God voorziet, als ons geloof en vertrouwen in Hem is, en als wij aan Hem en aan anderen geven, precies zoals Hij dat van ons wil. Dat betekent het om in geloof te leven. Niet iedereen hoeft op dezelfde manier in geloof te leven als wij doen. God spreekt ons elk persoonlijk aan om in geloof te leven in de omstandigheden van ons leven. Ga niet kijken naar anderen en probeer niet op die manier in geloof te leven, maar doe het op de manier die God van jou vraagt. Er zullen in jouw leven op dit moment genoeg situaties zijn, waarin je jouw geloof zoveel mogelijk in praktijk kunt brengen, als binnen jouw mogelijkheden is. Maar onze God is zachtmoedig en Hij is genadig en Hij zal van jou nooit meer vragen, dan jij in staat bent om aan Hem te geven. Wanneer ik spreek over geven, spreek ik er onomwonden over. Liefhebben is geven: "God hield zo van de wereld dat Hij gaf", en wanneer we een leven van geloof leiden, dan leiden we een leven van liefde, omdat het Gods bedoeling is dat Zijn geloof z'n uitwerking heeft in liefde. En wij drukken onze liefde uit in het geven aan anderen, van onszelf aan anderen geven, onze tijd aan anderen geven, soms geschenken geven aan anderen en uit onze bezittingen geven. "Als iemand genoeg heeft om van te leven en ziet dat zijn broeder gebrek lijdt, maar zich verhardt en hem niet helpt, hoe kan Gods liefde dan in hem blijven ?", vroeg Johannes zich af in zijn eerste brief. 21
Het leven van een christen is een leven van geven, het is een leven van edelmoedigheid en het betekent niet een leven vol verlies, omdat je niet kunt geven zonder dat God jou oneindig meer teruggeeft. God zal het nooit toestaan, dat jij meer geeft dan Hij, want Hij is nu eenmaal de Heer en Hij is veel en veel edelmoediger dan jij, of wie dan ook. Hij wil ons simpel laten zien, dat wanneer we net als Hem zijn -en leren te geven en niet de hele tijd willen krijgen- , we feitelijk veel meer zullen krijgen dan wanneer we alleen maar onze bedelschalen ophouden. God roept ons op om overvloedig en blijmoedig te zaaien. In hoofdstuk 9 van de tweede brief aan de gemeente van Corinthië zegt Paulus het als volgt: "God geeft Zijn genade in overvloed, zodat u niet alleen zelf alles krijgt wat nodig is, maar het ook royaal met anderen kunt delen. Het staat zo in de Boeken: 'De goede en rechtvaardige geeft veel aan de armen. Voor het goede wat hij doet, zal hij altijd worden geëerd.' God, Die de boer zaad geeft om te zaaien en ons brood om te eten, zal u steeds meer zaad en steeds grotere oogsten geven. Dan kunt u van uw overvloed steeds meer uitdelen. Ja, Hij geeft zoveel dat u altijd veel kunt weggeven. En wanneer wij uw gift brengen aan hen die te kort hebben, zullen zij God danken en prijzen voor uw hulp." Om die reden geeft God ons 'een ruime maatbeker, samengeperst, goed geschud en overvol', omdat we dan weer meer hebben om aan Hem en aan anderen te kunnen geven. Dat is waar het om gaat in een leven van geloof; leren te geven, omdat God ons zo edelmoedig geeft. God stelt onze alle Hemelse rijkdommen -waar we het vorige maand overgehad hebben- ter beschikking. En God leert ons door geloof, door te bidden in geloof, gebruik te maken van die bronnen, te zien dat die Hemelse voorraden in ons leven stromen, zodat we steeds meer van Jezus zullen hebben, om aan anderen weg te kunnen geven. Mensen, begin toch een leven van geloof te leven, als je dat tot nu toe nog niet gedaan hebt. Vraag of God het aan jou duidelijk wil maken hoe je kunt geven. En als je het gevoel hebt, dat jij niet beschikt over die bronnen van liefde, tijd, geld, of wat het dan ook is waar God jou op dat moment op aanspreekt, vraag Hem dan het jou te geven en jou te laten zien hoe je wel kunt geven. Hij zal jou alle voorraden geven van tijd -ja, zelfs van tijd; Hij zal je de dingen laten zien die je op dit moment wel doet, maar helemaal niet moet doen. Hierdoor kun je tijd vrijmaken, zodat je nu de tijd hebt om wel te kunnen doen wat Hij van jou vraagt. Hij zal jou Zijn liefde schenken, zodat je zelfs die mensen kunt liefhebben, die je van nature niet liefhebt. Hij zal jou de krachtige middelen van de Heilige Geest geven. Wanneer je menselijke krachten volledig te kort lijken te schieten in een bepaalde situatie, zijn alle middelen van de Heilige Geest volledig ter beschikking van jou. En wanneer jij gaat bewijzen, dat je ook in het geven van je geld en je mogelijkheden voor het werk van Gods Koninkrijk trouw bent aan God, zul je bemerken dat God jou teruggeeft met een ruime maatbeker, samengeperst, goed geschud en overvol. Vorige week kreeg je een geloofsproject als thuisopdracht; je moest dagelijks -gedurende een paar minuten- in tongen bidden voor ons land en ook nog voor een ander onderwerp. Deze week geef ik je een ander soort geloofsproject op. Vraag aan God of Hij je wilt laten zien, op welke manier jij een er "gever" kunt worden en bidt ervoor, dat jij reageert op wat Hij wil dat je geeft, niet mopperend, maar edelmoedig en blij. Het kan best zo zijn, dat Hij jou aanspreekt op het geven van liefde, of tijd, of geven op een andere manier. Maar onthoud, dat geloven alleen waarde heeft wanneer het gevolgd wordt door positieve actie, wanneer je gehoorzaam bent aan wat God van jou vraagt.
22
Ik moet eindigen met een waarschuwing: als je je hart sluit voor hetgeen ik deze week met je gedeeld heb, sluit je jezelf af van de bronnen van het Koninkrijk, die God in ons leven wil brengen. Het is niet zo dat je niets meer van God zult ontvangen, maar je zult de grootse dingen moeten missen, de grotere rijkdommen die God voor jou bestemd heeft. Ongeloof zegt: "Ik kan het niet. Ik kan niet geven, Ik heb niets te geven Wat ik geef is absoluut onvoldoende en zinloos." Geloof zegt: "God zal er voor zorgen dat ik alles heb om te kunnen geven. Ik zal geven en ik zal geen verliezer zijn. God zal me teruggeven met ruime maatbeker, samengeperst, goed geschud en overvol en ik zal weer meer hebben om weg te geven. Here Jezus, dank u wel dat u ons roept tot een leven van geloof, dat u ons roept te geloven dat u aan het werk bent in de omstandigheden van ons leven en dat u bergen verzet. Dank u wel, dat u ons wilt leren in geloof te bidden, waarbij we geloven dat we al ontvangen hebben, zelfs al zien we het antwoord niet meteen. Dank u wel dat u ons roept tot een leven van geloof, en dat is een leven van geven. Dank u wel dat u van ons wilt, dat wij overvloedig zaaien en daardoor overvloedig oogsten. Vergeef ons voor alle keren, dat we alleen maar wilden ontvangen en niet geven. Maak ons de edelmoedige, gevende mensen, die u wilt wie we zijn, net zoals onze Heer Jezus Christus. Amen.
23