Kingdom Faith Cursus
KF10
------------------------------------------------------------------------------------------------
WANDEL IN HET LICHT
Colin Urquhart -----------------------------------------------------------------------------------------------Week 3 De Uitwerking Deze week beginnen we in hoofdstuk 1 van de eerste brief van Johannes. Daar staat vanaf vers 5 het volgende: "De boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u overbrengen, luidt: God is licht en er is in Hem geen spoor van duisternis. We kunnen niet zeggen dat we met Hem verbonden zijn, en tegelijk duistere wegen bewandelen. Dan liegen we en handelen we in strijd met de waarheid. Gaan we echter in het licht, zoals Hij in het licht staat, dan vormen we met elkaar één gemeenschap en zal het bloed van Zijn Zoon Jezus ons schoonwassen van elke zonde." Vrienden, dit zijn belangrijke en dynamische verzen, en we moeten goed begrijpen wat Johannes hier zegt. Hij zegt hier niets nieuws tegen de mensen aan wie hij schrijft, als hij zegt: "De boodschap die wij van Hem gehoord hebben en aan u overbrengen, luidt:". Met andere woorden, dit is een essentieel deel van de bijbel. "God is licht en er is in Hem geen spoor van duisternis." Het gevolg hiervan is, dat een ieder die van de Heer houdt, en die een kind van het Licht is, niet bewust in duisternis kan wandelen. In de eerste week van dit onderwerp hebben we gesproken over het herenhuis, en hoe God ons leven stukje bij beetje schoonmaakt, terwijl Hij ons meeneemt door dat huis, van de ene donkere plaats naar de andere. Maar weet je, veel van die duistere plekken zijn verborgen voor ons. We beseffen niet dat ze er zijn, we hebben ze niet eens in de gaten. Alleen wanneer God ons op die dingen wijst, beginnen we langzaam de aard van die zonde te begrijpen, en voelen we de nood om voor Hem onze zonde te belijden, vergeving van Hem te ontvangen, en Zijn Licht op die duistere plaatsen te laten schijnen. Maar als we ook maar enigszins weten, dat we in ongehoorzaamheid en in zonde wandelen, is dat een regelrechte belediging voor God, en we kunnen onmogelijk in het Licht wandelen, als we zoiets bewust doen. "God is licht en er is in Hem geen spoor van duisternis." Als we dus zeggen dat we met God verbonden zijn -dat we samen Gods leven delen- maar toch leven we in duisternis, dan negeren we de aanwijzingen van de Heilige Geest om onze duisternis aan het licht te brengen, om die zonde waar God zich zorgen over maakt in ons leven, aan het licht te brengen. Hierop concludeert Johannes: "Dan liegen we en handelen in strijd met de waarheid." Kijk, het is niet van belang wat wij beweren over onze relatie met God. Wat werkelijk telt is hoe we dit uitwerken in onze omgang met anderen. In het verleden hebben we kunnen zien, dat de boodschap die Johannes ons hier in zijn brief geeft, een van de meest veeleisende dingen uit de Schrift is. We moeten onze relatie met God afmeten aan de relaties die we met onze medechristenen hebben.
14
Het heeft geen enkele zin om te zeggen dat we van God houden, als we niet van onze medebroeders houden. Als we niet van onze broeders houden, die we wel kunnen zien, dan kunnen we niet van God houden, die we niet kunnen zien. Het is precies hetzelfde principe als wandelen in het licht. We wandelen niet werkelijk in het licht met God, tenzij we in het licht wandelen met elkaar. En dat betekent dat we op z'n minst moeten doen, waar we het vorige keer over hadden. En dat betekent dat we er van verzekerd moeten zijn dat er verzoening heeft plaatsgevonden; en ook wederzijdse vergeving, wanneer we tegen elkaar zondigen, of als we er de oorzaak van zijn dat anderen overstuur zijn geraakt of iets dergelijks. Die dingen moeten in het Licht gebracht worden; die moeten samen rechtgezet worden, omdat ze anders niet alleen onze relatie met een bepaald persoon vernietigen, maar ook de relatie die we met God hebben. We vernietigen dan de getuigenis, die we hebben als Zijn volk. Het Licht van Jezus kan dan niet uitstralen op de manier die Hij verlangt. We zullen dan ook niet in staat zijn in het licht te wandelen, omdat deze dingen -die ons van onze broeders scheiden- net zijn als de muren van dat huis, die ons gekooid houden. Dit is dus pure noodzaak, maar God wil dat wij verder gaan. Hij zegt daarom: "Gaan we echter in het licht, zoals hij in het licht staat, dan vormen we met elkaar één gemeenschap en zal het bloed van Zijn Zoon Jezus ons schoonwassen van elke zonde." Wat betekent het nu eigenlijk om met God in het licht te wandelen ? Het betekent dat er tussen ons geen zonde is, dat er geen duisternis is die ons gescheiden houdt. Het betekent dat wanneer we zondigen, we onze zonde belijden, en Hij is getrouw, en Hij zal ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle ongerechtigheid. God rekent af met de zonde, Hij verwijdert de schuld van die zonde, zodat de eenheid tussen ons en Hem weer hersteld kan worden. Hierdoor worden we niet langer door zonde van Hem gescheiden. Maar toch kunnen we niet in het licht wandelen, tenzij we in gemeenschap leven met hen, die samen met ons moeten wandelen. We hebben al eerder gezien, dat dit betekent dat er verzoening moet plaats vinden als we tegen elkaar gezondigd hebben. Maar kijk, als jij met jouw broeder in het licht gaat wandelen, dan betekent dit dat je tegenover hem volledig open kan zijn over alle denkbare zaken, net zo goed als je tegenover God open kan zijn over alles; en dan bedoel ik ook echt ALLES. Ik wil dat je heel goed luistert naar wat ik nu ga zeggen, want ik wil niet dat er hier onduidelijkheid over is, of dat je deze woorden verkeerd gaat gebruiken. Als we werkelijk in het licht wandelen, kan het ons niets schelen of iemand iets weet van ons. We kunnen onze zonde met elkaar delen, net zo goed als we dat met de Heer doen. Nu is het natuurlijk vrij zinloos, als we dat alleen maar doen, omdat het nu eenmaal moet. We moeten het doen, omdat het een positief effect op ons leven zal hebben. Nu is het ook weer niet de bedoeling dat we al onze zonden gaan belijden voor andere mensen, maar we kunnen wel open zijn in het belijden van onze zonden voor God, daar waar anderen bij aanwezig zijn. Sommige mensen vinden dat dit niet nodig is, omdat het iets is tussen hen en God. Ze vinden dat ze zich rustig terug moeten kunnen trekken op een stil plekje, waar ze dan de vergeving van God kunnen vragen. Maar we hebben in het verleden kunnen zien, dat zonde veel sociale gevolgen heeft; zonde is niet alleen maar iets tussen God en mij; het heeft z'n weerslag op mensen om me heen.
15
Besef je ook, dat zonde in het leven van een gelovige begint als een piepklein zaadje. Je wilt God toch niet bedroeven ? Je wilt niet zondigen tegen God. Je weet dat je oude IK gestorven is en dat je een nieuw leven hebt ontvangen. Je weet dat het Gods verlangen is, dat je wandelt als een kind van het Licht. En ongetwijfeld luister je nu ook naar deze cassette, omdat je wilt wandelen als een kind van het Licht. Maar tegelijkertijd weet je heel goed dat zonde bestaat; en je weet ook dat de verleiding om te zondigen heel tastbaar aanwezig is in jouw leven. Die verleiding begint meestal met een kleine gedachte, een klein zaadje dat in ons denken gezaaid wordt: "Waarom doe je dit niet ?, of Waarom zou je dat doen ?" Of misschien is de verleiding wel onze reactie op de stimulans van alles wat er om ons heen gebeurt, en zien we iets wat we willen hebben, of zien we iemand die we willen bezitten. We komen in de verleiding te gaan denken over dat ding of over die persoon met een verlangen, of met hebzucht, of misschien wel met haatgevoelens, angst of achterdocht of wat voor negatieve gevoelens dan ook. Het begint allemaal als een gedachte, en in plaats van dat we deze gedachte behandelen als een gedachte, aanvaarden we deze gedachte; we gaan er op doorborduren; we laten de gedachte zich nestelen, totdat het een houding van ons wordt; een houding van angst of van lust, of van absoluut wantrouwen of haat, waardoor we van anderen gescheiden worden. Er zijn allerlei verschillende soorten zonden, maar wat begonnen is als een klein zaadje, wordt groter en groter. Het kan zo groot worden, dat het als het ware bezit kan nemen van de persoon, in plaats van dat het een klein onbelangrijk zaadje is gebleven. God vindt het heel belangrijk dat wij niet toestaan dat die zaadjes zodanig groeien, dat ze een zo'n grote hindernis gaan vormen, dat ze als muren tussen ons in staan. Als dit gebeurt moeten we naar onze broeder toegaan en hem zeggen, dat het ons verschrikkelijk spijt, dat we een bepaalde irritatie hebben gekoesterd, of wat voor gedachte het dan ook was. De daarop volgende tijd van verzoening is altijd fantastisch. Prijs God ervoor wanneer dat plaatsvindt, en vorige keer hebben we al gezien, dat dit moet gebeuren als deze dingen zich in jouw leven afspelen. Maar als je met al die dingen hebt afgerekend, zal God ons leren hoe we met elkaar in het Licht moeten wandelen. Twee christenen kunnen samen in het Licht wandelen, ze kunnen open zijn tegen elkaar over hun zonden, hun verleidingen en hoe ze die verleidingen weerstaan. Denk je dat dit niet nodig is ? Laat me je dan het volgende daarover zeggen: Waar ter wereld ook opwekking plaats vindt, dan is dit iets wat God laat gebeuren in de harten en levens van gelovigen. Het is iets wat op dit moment plaats vindt op talloze plaatsen waar opwekking is. En als wij werkelijk een geestelijke opwekking willen zien, werkelijk God op een machtige manier bezig willen zien in ons land, dan is een van de dingen die we onder ogen moeten zien, het wandelen in het Licht met onze Christelijke broeders en zusters. Als we niet bereid zijn dit te doen, ligt de conclusie voor de hand: dan is er duisternis die we verbergen, dan zijn we bang om onze broeders te laten weten wat er zich werkelijk in ons binnenste afspeelt. Het is meestal niet iets, wat begint in een grote groep mensen, al gebeurt het best wel eens dat mensen gedurende een gewone viering zodanig door God worden aangeraakt, dat ze openlijk hun zonden belijden.
16
Bij ons -bij Kingdom Faith Ministeries- hebben we in de afgelopen jaren regelmatig tekenen van opwekking gezien. Het is niet ongewoon, wanneer iemand zodanig is aangeraakt, dat hij openlijk zijn zonden belijdt. Natuurlijk is niet elke bijeenkomst die we bijwonen daarvoor de geschikte plaats, en dat zou ook niet goed zijn. Maar het zou wel zo moeten zijn, dat in de groep -de kleinere bijeenkomst van gelovigen die zich met elkaar verbonden voelen, en die hun leven werkelijk delen- dat we daar open tegen elkaar zijn. Misschien begint het wel tussen jou en één andere persoon, met wie je de problemen, de spanningen en de duisternis begint te delen. Ja, de zonde, maar niet alleen de zonde; spreek er samen je dank over uit, hoe je te weten bent gekomen, dat God die zonde heeft vergeven. Deel die gebieden van verleiding, zodat je samen sterk staat en er over kunt bidden. Bid voor elkaar en bemoedig elkaar. Als je je voor elkaar verstopt, en je verbergt die dingen voor elkaar, dan kunnen we elkaar niet bemoedigen en we kunnen elkaar op geen enkele manier steunen, waar of niet ? De laatste grote opwekking, die Engeland overspoelde, was de Wesley-opwekking in de achttiende eeuw. Wesley was niet alleen maar een zeer begaafde prediker, die bekeerlingen het Koninkrijk van God binnen leidde. Hij organiseerde een hele reeks bijeenkomsten. Iedereen die gehoor gaf aan zijn boodschap, werd geplaatst in een groep, waar ze hun leven konden delen met anderen. Het is interessant om te zien wat Wesley van deze groepen eiste als ze samenkwamen. Ze kwamen niet alleen maar samen voor onderwijzing, maar ook voor gemeenschap. De leider van zo'n groep moest een aantal vragen stellen aan de groepsleden. Die vragen waren als volgt: - Hoe heb je gezondigd sinds onze laatste vergadering, en hoe wist je dat God jou voor deze zonde vergeven heeft ? Maar hierbij bleef het niet; ook deze vraag moesten ze beantwoorden: - Op welke manieren ben je verleid, en hoe heb je de overwinning over deze verleiding behaald ? Er waren ook nog andere vragen, maar laten we het bij deze twee vragen houden, omdat we hier voorlopig onze handen aan vol hebben. Waarom stond Wesley op dit soort openheid ? Hij wilde de mensen helpen, om op de weg van heiligheid te wandelen. Hij wilde ze bemoedigen, hij wilde ze laten zien dat zonde bij de wortel uitgeroeid moet worden, als het nog maar een klein zaadje is, als het alleen nog maar een verleiding is, een gedachte. Hij wilde laten zien, dat je het niet moet laten woekeren, dat je het niet moet laten groeien. Het mocht niet zo werkelijk worden, dat het God een doorn in het oog is, en waardoor de getuigenis van Zijn kerk geschaad wordt. Als ze iedere keer weer op deze manier samen in het licht wandelden, dan was dat een stok achter de deur om te voorkomen dat ze opnieuw terug zouden vallen in dezelfde zonde, omdat ze heel goed wisten, dat ze de volgende week weer samenkwamen, en dat ze dan open moesten zijn tegen elkaar. Vrienden, ik weet uit eigen ervaring hoe waar dit is. Het is veel beter als je weet dat je met anderen in het Licht moet wandelen, het is dan veel gemakkelijker verleidingen te weerstaan. Neem nu je relatie met God. Je zult merken, dat jij allerlei duistere zaken in jouw leven toelaat.
17
Hiermee doe je de Heer keer op keer verdriet, omdat je dan misleid wordt te denken, dat het alleen maar een zaak is tussen jou en God. Dat zou op zich niet eens zo slecht zijn, als we God net zoveel vrezen als andere mensen. We zijn bang om met onze broeders in het Licht te wandelen, omdat we bang zijn van hun reacties, we zijn bang wat anderen van ons zullen denken. 't Is wat ! We zijn banger voor wat mensen van ons denken, dan wat God van ons vindt. We zondigen zonder enig probleem, als we denken dat niemand er iets van zeggen zal, en dat het tussen God en ons zal blijven. Maar dat ligt heel anders als we weten, dat het in het bijzijn van anderen in het Licht gebracht moet worden. Dat laat toch heel duidelijk zien, dat we anderen meer vrezen dan God, niet waar ? Het doet ons niet zoveel, als we Hem beledigen, zolang als de anderen hier maar niets van af weten. Vrienden, dit laat toch wel heel duidelijk zien dat er werkelijk iets fout zit in ons hart. Ik stel nu echt niet voor, dat je nu alle weerzinwekkende details uit de doeken doet, maar neem nu de zonde van onreinheid. Het is toch veel beter om te zeggen, dat je hieraan hebt toegegeven, en dat God jou vergeven heeft. Of misschien is er een verleiding van onreine gedachten, maar je blijft staan in geloof en je vraagt de gebeden van je broeders en zusters. Je zult merken, dat wanneer mensen open en eerlijk tegen elkaar worden, dat dezelfde dingen waar jij mee zit, ook bij hun een probleem zijn. Dat lijkt een soort negatieve bemoediging, maar in feite betekent het dat we niet de enige zijn, en dat we elkaar kunnen bemoedigen in onze zwakte, om volledig afhankelijk te zijn van de kracht van Jezus en de kracht en alle middelen van de Heilige Geest, die in jou en onder ons werkzaam is. Vrienden, ik geloof dat het Gods verlangen is, dat jullie hier naar toe werken, dat jullie daar nu mee in de groep beginnen. Het is vrij zinloos om alleen maar te luisteren naar onderwijzing, als we niet bereid zijn het in praktijk te brengen. Het heeft geen enkele zin gehad, dat we naar de eerste twee praatjes op deze cassette geluisterd hebben, als we niet iedere keer gedaan hebben wat werd voorgesteld. Ten eerste moest je alle donkere gebieden van je leven in het Licht van Jezus brengen. Als tweede hebben we het er vorige keer over gehad, dat er verzoening moet plaats vinden onder ons. Beide dingen moet je gedaan hebben. Je moet ook doen waar we het nu over hebben. Begin te wandelen in het Licht, wetende dat dit je zal sterken in jouw strijd tegen verleiding en zonde. Pas geleden heb ik een boekje gelezen, wat geschreven was door iemand die betrokken was bij een opwekking. Hij zei daarin het volgende: "Veel mensen denken dat opwekking een geweldige beweging van God is. Dat is ook wel zo, maar het begint wanneer twee mensen samen in het Licht wandelen." Dat was de getuigenis van zijn boek. En uit zijn ervaring met opwekking zegt hij: "Opwekking bestaat als mensen bereid zijn samen in het Licht te wandelen. Zodra ze daarmee stoppen, houdt de hele opwekking op, totdat ze weer bereid zijn in het Licht te wandelen." Wij kunnen dat bij Kingdom Faith Ministeries alleen maar beamen. We hebben het zelf meegemaakt. We willen samen in het Licht wandelen, en als dat gebeurt, zegent God, geeft God voorspoed, geeft Hij overvloedig; niet alleen in zegeningen voor onze gemeenschap, maar door ons heen zegent Hij anderen.
18
Zodra we echter stoppen met wandelen in het Licht, dan zien we ook niet meer die mate van zegening die God door ons wil uitstorten. Vrienden, ik weet dat het niet gemakkelijk is wat ik allemaal gezegd heb. Het is niet makkelijk om dat allemaal te moeten horen. Maar ik zou het niet zeggen, als ik de waarheid en het belang ervan niet wist. En het gaat niet om wat ik weet, het gaat om wat de Schrift zegt. Luister nog eens naar de woorden die Johannes zegt, en kom vervolgens voor God, kom bij het Kruis, en ontvang de reiniging van je zonde. En concentreer je daarbij op het Kruis, richt al je aandacht op Hem en prijs God voor de kracht van het kostbare bloed, dat jou zal reinigen en aanmoedigen om te weten dat je met elkaar in het Licht kunt wandelen. "God is licht en er is in Hem geen spoor van duisternis. We kunnen niet zeggen dat we met Hem verbonden zijn, en tegelijk duistere wegen bewandelen. Dan liegen we en handelen we in strijd met de waarheid. Gaan we echter in het licht, zoals Hij in het licht staat, dan vormen we met elkaar één gemeenschap en zal het bloed van Zijn Zoon Jezus ons schoonwassen van elke zonde." Besef heel goed, dat wanneer je doet wat ik voorstel, je zult gaan ontdekken wat gemeenschap werkelijk betekent. God zegene je, terwijl je Hem gehoorzaamt.
19