Kingdom Faith Cursus
KF15
------------------------------------------------------------------------------------------------------
VERNIEUWING VAN ONS DENKEN
Colin Urquhart -----------------------------------------------------------------------------------------------------Week 1 Het probleem onderkennen In de afgelopen periode heb je ongetwijfeld regelmatig het Kruis gezocht, om daar de echte heiligheid te vinden, die God graag in jouw leven wil zien. Het moet je daarbij opgevallen zijn, hoeveel onheilige dingen zich in ons denken afspelen. Deze maand hebben we het daarom over de vernieuwing van ons denken; iets wat de bijbel ons aanspoort te doen. In zijn brief aan de Romeinen, zegt Paulus in hoofdstuk 12, vers 1 en 2: "Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene." (NBG-vertaling) Paulus begint dit hoofdstuk door te zeggen, dat we onszelf moeten aanbieden als een levende en heilige offergave, die God graag aanvaardt. We zouden zo intussen moeten begrijpen wat hij daarmee bedoelt, nu we zelf proberen een heilig leven te lijden; niet een schijnheilig leven zoals de wereld dat kent, maar wandelen in heiligheid en rechtvaardiging op het pad wat God voor ons heeft uitgezet. Dat is de echte geestelijke aanbidding die God verlangt te zien in ons leven. "Loop niet mee in het gareel van deze wereld.", zegt Paulus vervolgens. Het is niet mogelijk dat je leeft in heiligheid en dat je je lichaam aan God geeft als een levende offergave, terwijl je tegelijkertijd net zo wil leven als de wereld dat doet, en je denken niet vernieuwd is. Met andere woorden: je moet niet leven zoals de wereld leeft; je moet niet verlangen wat de wereld verlangt; jouw hele manier van denken moet volkomen anders zijn. En niet eerder dan dat jouw denken vernieuwd is, dan dat God de controle heeft over jouw denken, zul je in staat zijn Gods wil te waarderen, te kennen en het uit te voeren. Daarom moeten jouw gedachten ook Gods gedachten zijn; je zult dan Zijn goede, plezierige en volmaakte wil kennen. In de komende vier weken zul je ontdekken hoe je dit kunt bereiken. Paulus schrijft aan de gemeente te Korinte, dat we elke gedachte moeten onderwerpen aan het gezag van Christus. In 2 Korintiërs 10, vers 3, zegt hij dat als volgt: "Mensen van vlees en bloed als we zijn, voeren we onze strijd toch niet met menselijke middelen. De wapens waarmee we strijden, zijn niet van aardse makelijk, maar in de ogen van God machtig genoeg om bolwerken af te breken. We schuiven redeneringen terzijde en alles wat hoogmoedig wordt opgeworpen tegen de kennis van God; we nemen elke gedachte gevangen om haar te onderwerpen aan Christus." Zo wil God dat we ons gedragen; dat we iedere gedachte beetpakken en haar onderwerpen aan Christus. 1
Nu zul je ongetwijfeld gemerkt hebben, dat nogal wat van jouw gedachten beslist niet onderworpen zijn aan Christus. Deze week moeten we het slechte nieuws onder ogen zien, maar wees daardoor niet ontmoedigd, want de komende weken staan bol van het goede nieuws. Maar als we de aard van het probleem beter begrijpen, zullen we zien hoe God dat probleem kan aanpakken. Je weet uit ervaring, dat veel dingen zich in ons denken afspelen, waarvan we weten dat het noch Gods, noch jouw wil is. Ik zal je hiervan een voorbeeld geven: Veel Christenen voelen zich bezwaard door de onheilige gedachten die ze hebben, door de kritische en veroordelende gedachten in hun hoofd. Heel vaak krijgen ze die gedachten op de meest heilige momenten; bijvoorbeeld tijdens de lofprijzing, of tijdens het gebed, of gedurende het avondmaal of de communie. Het lijkt er dan wel op, dat deze gedachten plotseling met geweld hun gedachtewereld in komen. Ze raken hiervan van slag, omdat ze weten dat het Gods verlangen is dat we ons concentreren op die momenten. Hij wil dat we onze gedachten dan op Hem richten; die verstoringen komen niet uit Zijn wil. Veel christenen zullen dezelfde ervaringen kennen. Wees dus niet verrast als het jou ook overkomt. Maar dat is niet alles. We hebben allemaal weleens van die trotse en ijdele fantasieën; we plaatsen onszelf dan in het centrum van grootse gebeurtenissen, of dagdromen over de geweldige bediening die God ons gaat geven. We fantaseren net zo goed over geestelijke zaken, als over niet-geestelijke dingen. Maar in werkelijkheid is het allemaal een gevolg van onze trots; of het nu met God te maken heeft of niet, we plaatsen onszelf daarbij in het centrum. We dromen allerlei dromen met onszelf als middelpunt, waarbij andere mensen onze kwaliteiten bevestigen en inzien dat wij boven de middelmaat uitsteken. En eigenlijk valt dat ook onder onheilig denken. En dan zijn er nog al die wilde gedachten, wanneer we aan iets speciaals willen denken, maar in plaats daarvan denken we aan iets volstrekt anders. Je zult dit het meest tegenkomen in je houding ten opzichte van andere mensen. Je wilt wel positief over hen zijn; je wilt hun goede kanten wel zien, maar dan opeens merk je dat je ze bekijkt vol kritiek. Je scheurt ze als het ware in stukken; je voelt jaloezie en boosheid. Je weet verdraaide goed dat je gevoelens anders zouden moeten zijn; je wilt zo niet denken, maar toch is jouw denken vol negatieve en verwoestende gedachten. En dan zijn er van die gedachten, die door je denken heen flitsen, waardoor je afgeleid wordt. Je probeert je aandacht ergens op te richten, en . . . WOESSHH . . . dan schiet ineens een bepaalde gedachte naar binnen, die je wegvoert van waar je mee bezig was. God wil jouw concentratie niet afbreken. Die gedachten komen dus niet van Hem. En jij wilt die gedachten ook niet. Begin je in te zien, dat uit al die dingen blijkt, dat de vijand eigenlijk nogal wat invloed heeft op ons denken ? Voortdurend probeert hij ons denken te beïnvloeden. Ons denken is het eerste doelwit van zijn aanvallen; daar is de plaats dat hij ons probeert af te houden van de plannen die God met ons voor heeft. Hierbij maakt hij gebruik van die gedachteflitsen, die dwalende gedachten, die trotse fantasieën en die onreine gedachten. Oh, en je kent vast ook wel die afdwalende gedachten. Hoe vaak hoor je christenen niet iets dergelijks zeggen als: "Ik vind bidden zo ontzettend moeilijk, want mijn gedachten dwalen voortdurend af. En als ik in de kerk zit, dan denk ik aan alles, behalve aan de Heer." Het gebeurt zo gemakkelijk. En afdwalende gedachten zijn ook al niet Gods verlangen. 2
Het begint steeds duidelijker te worden, dat jouw denken niet dusdanig onder jouw beheer is, zoals God dat zou willen. En dan kennen we ook de verwarde gedachten. Weet je nog wat Paulus hierover zei ? Hij schreef dat ons denken vernieuwd moest worden, zodat we zouden weten wat goed, volmaakt en aanvaardbaar voor God is. Heel vaak hoor je christenen spreken over de verwarring in hun denken, met name als ze proberen de wil van God in hun leven te ontdekken. Je hoort ze dan iets dergelijks zeggen als: "Ik weet niet zeker of die gedachte wel van God komt, of misschien wel van mij of zelfs van de vijand. Ik raak er helemaal van in de war." God wil niet dat jij in de war bent. Het is de vijand die verwarring probeert te stichten. En het is belangrijk dat wij weten hoe wij hem kunnen confronteren met hetgeen hij in ons denken probeert te doen. En we kennen allemaal die momenten, dat ons geheugen ons in de steek laat. Het is belangrijk dat je je iets herinnert, maar dan is het net of er iets die herinnering afdekt. Het lijkt wel of die herinnering volledig geblokkeerd is. God heeft die blokkade daar niet geplaatst. Jij wilt die blokkade niet, want je probeert uit alle macht die bepaalde gedachte uit je geheugen op te diepen. Dit laat alleen nog eens duidelijk zien, dat ons denken vernieuwd moet worden. Ons denken moet bevrijd worden van elke vijandelijke invloed. Ons denken moet weer volledig onder onze controle komen, zodat wij weer helemaal open kunnen staan voor wat God ons zegt, zodat de Heilige Geest door ons denken kan heen stromen, net zo goed als door elk ander deel van ons. Maar soms kan de situatie vele malen ernstiger zijn. Ik heb tot nu toe alleen gesproken over de problemen die we allemaal tegenkomen. Maar het kan weleens gebeuren, dat het denken van mensen zodanig beheerst wordt door de duivel, dat ze God volledig uit het oog verliezen. Ze missen dan elk gevoel voor proportie, en voelen zich niet in staat voor zichzelf te denken. Depressiviteit kan hiervan een uiting zijn. Een depressie begint vaak met een negatieve gedachte. Je gelooft die gedachte, en daar bovenop komt nog een negatieve gedachte. Als je die tweede gedachte ook gelooft, komt er een volgende negatieve gedachte bovenop. Het is duidelijk dat al die negatieve gedachten van de duivel komen; ze komen beslist niet van God. Depressiviteit is als een spiraal; je draait maar in het rond, en raakt er steeds dieper in verzeild. Op een gegeven moment ben je zo negatief geworden, dat je gewoon niet meer positief kunt zijn. Als iemands denken in die staat verkeerd, moet het niet alleen maar vernieuwd worden, maar ook bevrijd worden van alle negatieve gedachten, van alle negatieve houdingen, die het denken in de greep houden. Waar we het deze maand over hebben, gaat ons dus allemaal aan. Wellicht is het nog meer van toepassing op mensen die met deze bepaalde problemen in hun gedachtewereld te maken hebben, maar het principe is gelijk voor ons allemaal. Wanneer het gaat over vernieuwing van ons denken, dan is er niemand uitgezonderd. We moeten ons ervan bewust zijn, dat de vijand ons denken vaak op een hele subtiele -bijna onmerkbare- manier probeert te beïnvloeden. Een goed voorbeeld daarvan zijn impulsieve reacties. Ik heb hiervoor al gezegd dat ons denken het eerste doelwit is van de aanvallen van de duivel; hier probeert hij meteen al Gods bedoelingen voor ons leven onderuit te halen. Hij weet heel goed, dat als hij ons denken beheerst, hij ook onze wil kan manipuleren, en hetzelfde geldt voor onze gevoelens en de dingen die we doen. 3
Eén van de manieren die hij daarbij hanteert, is ons aan te sporen ons logisch verstand niet te gebruiken. De komende maand zal overigens nog wel duidelijk worden welke plaats ons verstand in ons denken inneemt. Maar de vijand zal uit alle macht proberen te verhinderen dat wij ons gezonde verstand gebruiken. Soms zal hij proberen ons ervan te overtuigen, dat er iets is wat we ogenblikkelijk en zonder uitstel moeten doen, zonder eerst rustig na te denken of dit eigenlijk wel verstandig is, of het goed of slecht is. Je voelt dan dat je gedwongen wordt iets tegen je zin in te doen. God dwingt ons nooit. God leidt ons. God geeft ons wel opdrachten, maar Hij spreekt zodanig tot ons door de Heilige Geest, dat we in ons denken daar geen enkel probleem mee hebben. We moeten dus altijd op onze hoede zijn voor gedachten, die ons dwingen een impulsieve beslissing te nemen. Nu kan het best weleens gebeuren dat God ons een opdracht geeft die onmiddellijk uitgevoerd moet worden, maar een onmiddellijke actie is wel degelijk iets anders dan een impulsieve actie. Wanneer je ogenblikkelijk reageert, probeer je niet het denkproces uit te sluiten. Je beseft op dat moment gewoon dat God jou iets op het hart gelegd heeft en dat het belangrijk is dat hieraan ogenblikkelijk gehoor geeft. Nu kan het natuurlijk heel goed voorkomen, dat bepaalde denkhoudingen verward worden met geestelijke zaken. Ik spreek hier dan met name over een houding die bekend staat als "supergeestelijkheid". Je kent ongetwijfeld wel die christenen, die de indruk geven dat ze zo ontzettend geestelijk zijn, dat ze niet tot deze wereld behoren. Maar je ziet geen vrucht in hun leven; het zijn alleen maar woorden, woorden, woorden en nog eens woorden. En die woorden hebben precies de goede klank, nietwaar ? Je kunt die woorden maar moeilijk tegenspreken, maar tegelijkertijd verlang je ernaar dat die mensen eens iets zouden doen, waardoor je eindelijk het tastbare bewijs kunt zien van de woordenstroom die ze constant laten horen. We moeten op onze hoede zijn voor elke vorm van supergeestelijkheid, want feitelijk is het gewoon een vorm van hypocrisie, die begint wanneer we de vijand de kans geven ons denken te beheersen. Met name hier komt de geslepenheid van de vijand het duidelijkst aan het licht, omdat veel supergeestelijke christenen opmerkingen maken als: "God leidt mij hierin. Ik wacht op Zijn aanwijzingen voor ik iets doe." Wat zij eigenlijk doen, is hun denken in een staat van passiviteit brengen; ze worden volledig passief. Ze blijven zitten waar ze zijn, en wachten op de gedachten die zullen komen. En elke gedachte die ze krijgen, is volgens hen van God. Je kent vast wel die mensen, die bijna elke zin beginnen met: "De Heer zei tegen mij ...", of "De Heer heeft mij dat duidelijk gemaakt...", of, "De Heer heeft mij dit laten zien ...". Wanneer je ze hoort beweren, wat de Heer ze allemaal heeft duidelijk gemaakt, vraag ik me weleens af over welke heer ze het eigenlijk hebben. En omdat ze zichzelf zo geestelijk achten, denken ze dat elke gedachte die ze krijgen, ook een gedachte van God is. En als ze gelovige -met de Geest gevulde- christenen zijn, dan zijn sommige van die gedachten inderdaad van God. God zal in hun denken aanwezig zijn, net zo goed als de vijand dat is, en net zo goed als veel van die gedachten uit henzelf komen.
4
We zullen deze maand leren hoe we de vijand kunnen beletten ons denken te infiltreren, en hoe we hem een halt kunnen toeroepen en zelf weer de controle over ons denken krijgen. Eén ding wil ik hier toch heel duidelijk maken, zodat er geen misverstand over kan bestaan: God zal ons denken nooit en te nimmer overnemen; dan zou er weinig verschil bestaan tussen ons en een robot; en dat is Gods verlangen absoluut niet. Ons denken -met alle verstandelijke en intellectuele gedachteprocessen- is een geschenk van God aan een elk van ons. Maar het is wel een geschenk waar Hij gebruik van wil maken, net zoals Hij dat wil bij alle geschenken die Hij aan ons gegeven heeft. Het is Gods wil, dat wij de volledige controle over ons denken hebben. Hij wil niet dat er gedachten op ons af komen schieten; Hij wil geen wilde, onbeheersbare gedachten; Hij ziet niets in trotse, ijdele fantasieën; Hij verlangt niet naar onreine, onheilige, afdwalende of verwarrende gedachten; Het is niet Zijn verlangen dat ons geheugen tekort schiet, of dat we door de vijand gedwongen worden tot impulsieve daden. God wil dat wijzelf de volledige controle over ons denken hebben. Hij wil niet dat de vijand een ingang in ons denken heeft, want alleen als wij de volledige controle over ons denken hebben, kunnen we ons denken aan God geven; alleen dan kunnen we het Hem bereidwillig, besluitvaardig en zonder enige terughoudendheid aanbieden en Hem toestaan ons denken te vernieuwen. Dan kan Zijn Woord de kern van ons denken worden. Dat betekent natuurlijk niet, dat we constant Bijbelverzen citeren of dat we alleen maar in Bijbelteksten denken. Het betekent wel, dat ons denken op één lijn komt met God; niet op een passieve supergeestelijke manier, maar waarbij we beseffen dat God actief en onophoudelijk tegen ons spreekt door Zijn Woord. Dit kan ook gebeuren in ons gebed, in onze lofprijzing, door anderen om ons heen, door de omstandigheden in ons leven, door de noden waarmee Hij ons confronteert, of door de mensen die wij moeten liefhebben. En actief wandelen in heiligheid betekent ook actief denken; met andere woorden: oppakken wat God tegen ons zegt in al die verschillende situaties, en dit toepassen op ons eigen leven. Hierdoor zullen onze daden vrucht dragen voor de glorie van God. Je ziet dus, dat er nogal wat dingen in ons denken veranderd moeten worden. Ik heb aan het begin al gezegd dat we eerst het slechte nieuws zouden horen. En wanneer je beseft hoeveel de vijand ons denken beïnvloedt, zul je het daar wel mee eens zijn. Al de onprettige dingen die ik genoemd heb, zijn het werk van de duivel. Maar we zullen leren hoe in die situatie verandering gebracht kan worden, en hoe we elke gedachte onder het gezag van Christus kunnen brengen. Vader, het is onze wens dat U in ons denken verheerlijkt zal worden, en dat we zullen weten wat Uw goede en volmaakte wil is. Amen.
5