KIJK OP BRABANT INTERNATIONAAL PERSPECTIEF
4
TRADITIES VERNIEUWEN
12
DE KRACHT VAN STAD EN LAND
20
TRENDS EN ONTWIKKELINGEN
32
AGENDA VAN BRABANT Ondernemerschap, kennis en innovatie bloeien in Brabant. Het Europese Comité van de Regio’s verkoos onze regio onlangs tot meest ondernemende regio van Europa. Brainport – niet voor niets de tweede groeimotor van de Nederlandse economie – werd al eerder uitgeroepen tot slimste regio ter wereld. Ook andere delen van Brabant staan op de kaart: Midden-Brabant met sociale innovatie, West-Brabant met logistiek, maintenance en de biobased economy en Noordoost-Brabant met de verbindingen tussen agro, food, farma en gezondheid.
KIJK OP BRABANT
Veerkracht vraagt veel Gekozen worden tot beste is mooi. Maar wil je die positie vasthouden en verbeteren, dan komt het er echt op aan. We moeten als regio voorkomen dat we nu vooral goed zijn in wat morgen niet meer van belang is. Met de huidige snelle economische, ecologische en sociale ontwikkelingen komt het meer dan ooit aan op onze veerkracht. Vanuit onderzoek en ervaring weten we dat alleen veerkrachtige en vernieuwende regio’s die slim inspelen op kansen, succesvol zijn én blijven. Dit betekent dat je jezelf niet blind staart op succes, maar dat je je ogen openhoudt voor wat er in de omgeving gebeurt. Veilig terugtrekken en je afsluiten voor de buitenwereld is levensgevaarlijk. We moeten blijven opletten wat er om ons heen gebeurt, in Nederland en in Europa. Brede blik De (eerste) Kijk op Brabant brengt vanuit een breed blikveld cijfers, trends en ontwikkelingen samen. Veerkracht is immers niet alleen van toepassing op economische innovatie, maar ook op verduur zaming en sociale verhoudingen. De opgave van economische ontwikkeling gaat gepaard met de noodzaak tot versterking van ecologische en sociale veerkracht. Dat is een opgave waarmee Brabant vertrouwd is. Van het Welvaartsplan tot het
2050
Manifest Brabant 2050: telkens verbinden partijen in onze regio de economische groei en welvaart op een slimme manier. Zoals met de zorg voor het landschap en het sociale weefsel in de steden en dorpen. Excelleren Slim verbinden kenmerkt ook de Agenda van Brabant. Economisch excelleren staat centraal, maar wel vanuit een breed perspectief met een doorvertaling naar ruimtelijk-ecologische en culturele topkwaliteit. Daarmee leggen partijen in Brabant de lat hoog. Brabant moet uitgroeien tot de sterkste en meest innovatieve en duurzame economie van Europa. Dan is het belangrijk om inzicht te hebben in hoe we er voor staan, wat er op ons af komt en wat dat betekent voor de positie van de regio in internationaal perspectief. Kennis-cloud In de Kijk op Brabant laten we daarom de feiten en cijfers het werk doen. Maar wel op een aansprekende en prikkelende manier. Juist in een regio waar verbeeldingskracht de belangrijkste grondstof is, willen we op innovatieve wijze statistiek tot leven brengen en toegankelijk maken voor een breed publiek. De Kijk op Brabant zet met infographics en multimediale toepassingen in op interactie met zoveel mogelijk Brabantse burgers, bedrijven en instellingen. Dit boekje is het voorportaal naar een rijkere, digitaal ontsloten wereld van cijfers en feiten. Een wereld die we, samen met u, de komende jaren willen uit bouwen tot een goed functionerende Brabantse kennis-cloud. Kijk mee! We hopen dat de Kijk op Brabant u uitdaagt om met ons mee te denken. Ontwikkeling en vernieuwing in Brabant is niet iets van de overheid, van grote ondernemingen of van universiteiten alleen. Kennis en innovatie produceren we samen!
3
4
INTERNATIONAAL PERSPECTIEF
WEG VAN DE TOEKOMST (N329) IN OSS. DEZE WEG IS HÉT TOONBEELD VAN DUURZAAMHEID EN ZICHTBARE VERNIEUWING, ONDER ANDERE DOOR SAMENWERKING TUSSEN TECHNEUTEN EN BURGERS.
KIJK OP BRABANT Hoe gaat het met onze Brabantse bedrijven en burgers? Het antwoord op die vraag is afhankelijk van het succesvol verbinden van de Brabantse economie met die van de rest van de wereld. De economie globaliseert in een steeds hoger tempo. De economische ontwikkeling van Brabant komt daarbij in een nieuwe fase, die zich kenmerkt door de internationale context. Economische internationalisatie gaat allang niet meer alleen om de vergroting van het exportaandeel. Het gaat meer en meer om het vermogen buitenlandse investeringen en kenniswerkers aan te trekken. De profilering van Brabant als aantrekkelijke vestigingsplaats is mede afhankelijk van andere (Europese) regio’s. Regio’s die strijden om dezelfde bedrijven, investeringen en kenniswerkers. Inzicht in wie ‘winnen’ of ‘verliezen’ op de concurrentieladder is daarmee van belang. Dat vraagt wel om een precieze kijkrichting. Want waar Brabant met sommige regio’s in Europa concurreert als het gaat om hoog technologische producten, zijn weer andere gebieden van belang als het gaat om het agrofoodcomplex of de logistiek. Wanneer we ons spiegelen aan vergelijkbare innovatieve regio’s (de 30 regio’s die op de Regional Innovation Scoreboard (RIS) in de groep Leader low en -medium zijn opgenomen), valt er veel te leren. We kunnen nagaan wat belangrijk is voor markten waarop bedrijven uit Brabant concurreren. In hoeverre hangen verschillen in concurrentiekracht samen met regionale factoren of investeringen die in Brabant achterblijven? Hoe intensiveren we de kennisintensiteit in Brabant en hoe versterken we de bronnen van onze concurrentiekracht?
Positie van Brabant op Regional Innovation Scoreboard (RIS)
2007 LEADER LOW 2009 LEADER MEDIUM 2011 LEADER MEDIUM
European Entreprenaurial Award 2014
5
6
Concurrentiekracht De internationale concurrentie neemt verder toe. Niet alleen door het aanbod van goedkope producten, maar ook door slimme toepassing van de nieuwste technologieën. Omdat we de strijd niet op basis van kostenreductie kunnen winnen, zijn innovatie en verbeeldingskracht van levensbelang. Om ons mondiaal te blijven onderscheiden, moeten de belangrijkste economische clusters in Brabant inzetten op expansie van kennisfuncties die voor groei en dynamiek zorgen. Research & development zijn daarbij onontbeerlijk.
REGIONALE TOEGEVOEGDE WAARDE (GDP) PER INWONER (2010), INDEX EU27=100 110 POHJOIS- JA ITÄ-SUOMI 116 ETELÄ-SUOMI
185 HELSINKI-UUSIMAA 144 VÄSTSVERIGE
207 STOCKHOLM
130 ÖSTRA 132 MELLANSVERIGE SYDSVERIGE
214 HOVEDSTADEN
102 EAST OF UK 171 166 UTRECHT 144 117 NOORD-HOLLAND SOUTH EAST UK NOORD-BRABANT
112 VLAAMS GEWEST
204 ÎLE DE FRANCE
85 MECKLENBURG167 VORPOMMERN BREMEN 112 118 NIEDERSACHSEN BERLIN
133 RHEINLAND-PFALZ 142 138 BAYERN BADENWÜRTTEMBERG NORDWESTSCHWEIZ
* ESPACE
79 PRAHA
*
* MITTELLAND ZÜRICH * LÉMANIQUE * TICINO
NB 2006 139 NB 2008 143 NB 2010 144
KIJK OP BRABANT
Lang was Brabant onbetwist koploper als het ging om patenten. Inmiddels is een dalende lijn ingezet, waardoor de koppositie van Brabant door andere regio’s wordt bedreigd. Desondanks loopt Noord-Brabant (nationaal) nog altijd voorop wanneer het op bedrijfsuitgaven aan R&D aankomt. Het achterblijven van publieke investeringen blijft een punt van zorg. Naast R&D is het blijvend aantrekken van (buitenlandse) investeringen voor de Brabantse economie cruciaal. Brabant presteert in dit opzicht bovengemiddeld.
PATENTEN PER MILJOEN INWONERS
NB NO.1 2007 558,874 2008 619,496 2009 498,008 NL / NOORD-BRABANT
2007 558,874 2008 619,496 2009 498,008
DE / HESSEN
2007 329,092 2008 279,398 2009 234,310
DE / BADEN-WÜRTTEMBERG
2007 562,921 2008 517,436 2009 443,712
FL / ETELÄ-SUOMI
2007 302,763 2008 295,141 2009 229,088
DE / BAYERN
2007 464,218 2008 426,308 2009 354,663
DE / RHEINLAND-PFALZ
2007 298,661 2008 278,527 2009 227,262
SW / STOCKHOLM
2007 451,821 2008 478,006 2009 303,261
DK / HOVEDSTADEN
2007 373,881 2008 357,037 2009 226,128
SW / SYDSVERIGE
2007 409,421 2008 371,994 2009 263,354
FR / ÎLE DE FRANCE
2007 266,987 2008 266,991 2009 203,447
DIRECTE BUITENLANDSE INVESTERINGEN (2000–2012)
NB PROJECTEN 242 BANEN 6.693 ÎLE DE FRANCE PROJECTEN 1.945 BANEN 40.484 PRAHA PROJECTEN 264 BANEN 11.197
HAMBURG PROJECTEN 203 BANEN 8.176 POHJOIS-JA ITÄ-SUOMI PROJECTEN 10 BANEN 386
7
8
Innovatie De innovatiekracht van een regio is een belangrijke indicator voor economische groei. Omdat technologische ontwikkeling een belangrijke bron van innovatie is, leggen industriële bedrijven een groot gewicht in de schaal. Brabant is nationaal en internationaal een innovatie-hotspot, met Zuidoost-Brabant als brandpunt. Vier van de tien grootste private R&D-investeerders in Nederland komen uit deze regio. Veruit de grootste innovator is Philips, gevolgd door ASML, NXP en DAF Trucks.
WERKGELEGENHEID IN KENNISINTENSIEVE SECTOREN (2011) AANDEEL IN TOTALE WERKGELEGENHEID
9,2% BREMEN
4,2%
4,3% RHEINLAND-PFALZ
NB
4,2% NOORD-HOLLAND
2,5% NIEDERSACHSEN
KIJK OP BRABANT
Van belang voor de Brabantse economie is dat niet alleen de grote multinationals zichzelf weten te vernieuwen, maar ook dat het MKB niet achterblijft. Op dat punt doet de regio het steeds beter. Zo scoort Brabant in de Europese regionale innovatie-index ten opzichte van 2009 positief op innovatie in het MKB. Cijfers laten een stijging zien in het aantal oprichtingen. Echter, bedrijven weten dit lang niet altijd om te zetten in groei; het aantal snelgroeiende bedrijven daalt.
ECONOMISCH ACTIEVE POPULATIE GERELATEERD AAN TOTALE BEVOLKING (15-64 JAAR) 090
80,11
79,29
080
79,30
80,24
2010
2012
070
060 2006
ZÜRICH
2008
HOVEDSTADEN
NOORD-HOLLAND
NOORD-BRABANT
VLAAMS GEWEST
R&D UITGAVEN PER HOOFD BEVOLKING (2009) ‘Je moet het hebben van je menselijk kapitaal, als belangrijkste asset voor de toekomst. Je kunt niet technologisch innoveren als je niet ook sociaal innoveert’ TON WILTHAGEN
TOTAAL
NB 831,8 | EU 474,3 PRIVATE INVESTERINGEN
NB 671,6 | EU 292,9
9
10
Menselijk kapitaal In de huidige kenniseconomie geven machines of infrastructuur niet de doorslag. Menselijk kapitaal is verreweg de belangrijkste productiefactor. Regio’s waar mensen met de juiste vaardigheden en werkervaring te vinden zijn, zijn zeer in trek bij het (internationale) bedrijfsleven. Omdat we in Brabant ons geld verdienen met het maken van hoogwaardige producten, is een (vak)opleiding voor werknemers cruciaal. Vergeleken met andere Europese innovatieregio’s is het opleidingsniveau van de Brabantse
OPLEIDINGSNIVEAU BEVOLKING (2012) Laag opgeleid
NB 28,2% | EU 25,8% ÎLE DE FRANCE 26,3% VLAAMS GEWEST 26,1% NOORD-HOLLAND 23,7% PRAHA 3,9%
Hoog opgeleid
NB 31,6% | EU 27,7% HOVEDSTADEN 46,2% ÖSTRA MELLANSVERIGE 33,1% HAMBURG 31% NIEDERSACHSEN 24%
AANTALLEN BUITENLANDSE STUDENTEN (2012) 1 2 3 4 5
UNIVERSITEIT MAASTRICHT 6.662 FONTYS HOGESCHOLEN 3.816 SAXION HOGESCHOLEN 3.486 RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN 2.718 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT 2.714
6 HOGESCHOOL VAN ARNHEM EN NIJMEGEN 2.685 7 ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM 2.408 8 STENDEN HOGESCHOOL 2.310 9 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM 2.190 10 HAAGSE HOGESCHOOL 1.887
‘Het achterblijvende opleidingsniveau is de achilleshiel van onze Brabantse economie. Belangrijkste ambitie moet zijn om het onderwijspeil te verhogen.’ TON WILTHAGEN
KIJK OP BRABANT
beroepsbevolking echter ondergemiddeld. Naast het opleiden van de Brabantse bevolking, speelt internationaal talent een belangrijke rol. Het internationale karakter van het onderwijs versterkt deze tendens. Steeds meer buitenlandse studenten komen naar Brabant. En er vertrekken ook meer studenten naar het buitenland. In absolute aantallen buitenlandse studenten scoren de Fontys hogescholen boven gemiddeld, relatief gezien is de Design Academy een opvallende speler.
DEELNAME ONDERWIJS AANDEEL STUDENTEN IN BEVOLKING (2011)
3,7%
4,0%
DEELNAME VOLWASSENEN (25-64) AAN OPLEIDING EN TRAINING (2012)
15,3%
9,0%
11
12
TRADITIES VERNIEUWEN
SLAPLANTEN GROEIEN ONDER EXTREEM GECONTROLEERDE OMSTANDIGHEDEN, ONDER LED-LICHT BIJ PLANTLAB IN ’S-HERTOGENBOSCH.
KIJK OP BRABANT Geschiedenis doet ertoe, zeker bij de ontwikkeling van een regio. Hoe een regionale economie er voor staat, hangt af van de weg die een regio in het verleden nam: het ontwikkelingspad. Economen spreken van ‘pad-afhankelijkheid’ als dominante, economische activiteiten grotendeels de toekomst bepalen. Net als bij een ‘echt’ pad zijn er kruispunten. Zo leidde de keuze van Commissaris van de Koningin Jan de Quay in 1947 voor het befaamde Welvaartsplan ertoe, dat Brabant uitgroeide tot het industriële hart van Nederland. Hoewel het plan inmiddels de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, zijn de gevolgen van de toenmalige keuzes nog altijd zichtbaar. Op de fundamenten van zowel de textiel- en leerindustrie als de gloeilampen industrie is de maakindustrie ontstaan, waaruit nu weer een innovatieve en hoogwaardige kennisindustrie opbloeit. Al zijn veel Brabantse bedrijfstakken uit de tijd van De Quay verdwenen, de industriële traditie leeft voort in moderne trends. De kunst van het maken is, letterlijk en figuurlijk, een belangrijke kracht van Brabant. Maar is het bedrijfsleven in staat om zichzelf blijvend te vernieuwen? Geldt dit voor alle bedrijfstakken in dezelfde mate en kan de arbeidsmarkt meegroeien met de behoefte van het bedrijfsleven? Sluit het aanbod vanuit de Brabantse onderwijsinstellingen aan op de vraag vanuit het bedrijfsleven? En hoe zit het met de subregionale verschillen; groeit de ene regio in Brabant harder dan de andere? Vragen die horen bij het kruispunt waarop we nu staan, en die het pad van onze toekomst bepalen.
Aandeel NB in totale NL export per cluster (2012)
NB 1e NB 2e CHEMIE
LANDBOUW
23,72%
13,99%
HIGHTECH
ENERGIE
20,56%
18,52%
VOEDING
MATERIALEN
26,88%
18,20%
13
14
Sterke clusters, slimme cross-overs Wat diep geworteld is, kan hoog groeien. Dat blijkt wel wanneer we kijken naar de Brabantse economie. We zien een hoge specialisatiegraad in de industrie, in het bijzonder de hightech-sector. Deze fungeert als belangrijke exportmotor van de regionale economie. Ze beweegt daardoor mee met de conjunctuurgolven van de mondiale economie. De concentratie van de hightech-sector in Brabant kan het concurrerend vermogen van de gehele Brabantse economie vergroten, doordat bedrijven onderling profiteren van elkaars
NEDERLAND SPECIALISATIE/TOEGEVOEGDE WAARDE (TNO 2008) POST EN TELECOMMUNICATIE
6
Reële groei toegevoegde waarde (%)
5
FINANCIËLE DIENSTVERLENING 4
CHEMIE EN AARDOLIE
3
NUTSBEDRIJVEN
ZORG EN WELZIJN
2
TRANSPORT
GROOTHANDEL ZAKELIJKE DIENSTVERLENING VOEDINGSMIDDELEN
BOUW
1
METAAL
HANDEL IN ONROEREND GOED
0 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
CONSUMENTENDIENSTEN
-1
OVERIGE INDUSTRIE -2
HIGHTECH SYSTEMS
Lager
-3
Hoger
Specialisatie Nederland t.o.v. EU-27
AANDEEL NOORD-BRABANT IN TOTALE NEDERLANDSE EXPORT PER CLUSTER (2012) 13,99%
26,88%
18,20%
20,56%
23,72%
KIJK OP BRABANT
15
specialistische kennis en vaardigheden. Ze is daarmee tevens anker voor een hoogwaardige diensten economie. De keerzijde is dat onze economie ook gevoeliger is voor schokken: afname van de vraag, sluiting van een grote hightech-speler of de opkomst van concurrerende technologieën. Dit dwingt tot flexibiliteit en creativiteit binnen het hightech-cluster, maar ook tot cross-overs met andere belangrijke sectoren in de regio, zoals bijvoorbeeld de landbouw en logistiek.
NOORD-BRABANT SPECIALISATIE/TOEGEVOEGDE WAARDE (TNO 2008) FINANCIËLE DIENSTVERLENING
7
Reële groei toegevoegde waarde (%)
6
5
CULTUUR, SPORT EN RECREATIE GROOTHANDEL
ZORG EN WELZIJN
4
3
ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
2
TRANSPORT
CHEMIE EN AARDOLIE
CONSUMENTENDIENSTEN
NUTSBEDRIJVEN
METAAL 1
HIGHTECH SYSTEMS
OVERHEID POST EN ONDERWIJS TELECOMMUNICATIE
0 50
60
70
80
90
100
VOEDINGSMIDDELEN
OVERIGE INDUSTRIE 110 HANDEL 120 IN130 140 ONROEREND GOED
150
160
170
180
190
200
210
220
-1
BOUW -2
LANDBOUW
-3
Lager
Hoger
Specialisatie t.o.v. Nederland Duiden industriële bedrijfstakken Dienstverlenende bedrijfstakken
‘Binnen 20 jaar is er veel koppeling tussen de chemie en de landbouw. We weten steeds meer van de chemische, fysische en fysiologische basisprocessen en kunnen deze beïnvloeden. Hightech en biotech gaan samen.’ RUDY RABBINGE
230
16
Groei en krimp Brabant is het industriële hart van Nederland. Maar het relatieve belang van de industrie, ten opzichte van de totale economie in Brabant, is al decennia dalende. De ‘verdienstelijking’ van de economie gaat ook aan Brabant niet voorbij. De meeste Brabanders werken in sectoren die sterk afhankelijk zijn van binnenlandse vraag en overheidsbestedingen. Daarmee staat de werkgelegenheid voor een groot deel van de Brabantse bevolking op dit moment dan ook onder grote druk. Daar waar werknemers in de internationaal actieve
STERK GROEIENDE/KRIMPENDE SECTOREN IN NOORD-BRABANT (1996–2012) VOEDINGSMIDDELEN
PRODUCTIE VAN METAAL
OPSLAG EN DIENSTVERLENING VOOR VERVOER
VERZEKERINGEN EN PENSIOENFONDSEN
RECLAME EN MARKTONDERZOEK
MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
CHEMISCHE PRODUCTIE
OVERIGE GOEDEREN
INFORMATIETECHNOLOGIE
HANDEL IN ONROEREND GOED
INDUSTRIEEL ONTWERP
GEZONDHEIDSZORG
-21% -19%
-6% -1%
116% 196%
135% 63%
84% 62%
87% 59%
KIJK OP BRABANT
17
hightech-sector profiteren van de voorzichtig aantrekkende wereldeconomie, worden werknemers in bijvoorbeeld de bouw en de (thuis)zorg geconfronteerd met de gevolgen van de binnenlandse recessie. De situatie op de Brabantse arbeidsmarkt verslechtert. Het aantal werklozen stijgt; met name jongeren vinden moeilijk een baan. Het aantal kortdurend werkzoekenden groeit. De verwachting is dat de werkloosheid de komende jaren nog licht zal stijgen en sterke lokale verschillen zal laten zien.
SECTORSTRUCTUUR IN BANEN NOORD-BRABANT EN EU27 (2008–2011, % VAN TOTAAL) LANDBOUW
5,09
5,1
2008
5,13 3,02
2,7
2,75
2009
4,95 2,69
2010
2011
INDUSTRIE
18,86
17,93 14,65
2008
13,88
2009
17,63
17,55
16,17
13,25
2010
2011
INFORMATIE EN COMMUNICATIE
3,1
2,8
2008
3,1
2,8
2009
3,07
2,84
2010
2,97
2,87
2011
FINANCIËLE DIENSTVERLENING
2,68
2,97
2008
2,62
3,03
2009
2,17
2,99
2010
2,17
3,01
2011
ONDERZOEK EN ONDERSTEUNING
‘Brabant is de slimste regio, met veel kennis intensief werk. Juist hier zou vernieuwing op de arbeidsmarkt moeten kunnen ontstaan.’
KIM SPINDER
9,41
2008
8,31
8,8
8,66
2009
8,53
8,79
2010
8,32
8,97
2011
18
Veerkracht Sinds het uitbreken van de financieel-economische crisis zijn banken druk bezig met het uitvoeren van stresstesten. Wat als we een soortgelijk experiment uitvoeren voor de hightech-sector in Brabant; is deze sector bestand tegen schokken van buitenaf? Een test door het Planbureau voor de Leefomgeving laat zien dat de Brabantse economie gevoeliger is voor een afname in de vraag naar hightechproducten dan andere provincies. Dat hangt samen met de grote betekenis van de sector voor de regio en de sterke
ZEER LAAG
VEERKRACHT
ZEER HOOG
REGIONALE VERSCHILLEN IN ECONOMISCHE VEERKRACHT (PBL 2013)
‘Hoewel een schok in de hightechsector niet heel sterk zal doorwerken op de Brabantse economie, biedt deze economie maar in beperkte mate mogelijkheden om mensen die hun baan verliezen in de hightechsector op te vangen in andere sectoren.’ ANET WETERINGS
KIJK OP BRABANT
verwevenheid met de rest van de economie. Tegelijkertijd ligt het herstelvermogen op of rond het nationaal gemiddelde. Dat geeft aan dat Brabanders die hun baan verliezen in de hightech-sector, over kennis en vaardigheden beschikken die ook van nut zijn buiten de eigen waardeketen. Deze kunnen in economisch moeilijke tijd benut worden voor de start van nieuwe innovatieve bedrijven. Venture capital (durfkapitaal) lijkt daarvoor bij uitstek geschikt, maar is onvoldoende beschikbaar.
WERKLOOSHEID (2010–2012) LEEFTIJD >15
NB 4,7% | EU 10,4% DE / Berlin DE / Niedersachsen NL / Noord-Brabant NL / Utrecht CZ / Praha
2010 2011 2012 2010 2011 2012 2010 2011 2012 2010 2011 2012 2010 2011 2012
13,2% 11,9% 10,6% 6,50% 5,60% 5,00% 4,20% 4,40% 4,70% 3,70% 3,80% 4,70% 3,70% 3,60% 2,10%
LEEFTIJD 15–24
NB 8,9% | EU 22,9% SW / Sydsverige NL / Noord-Holland NL / Noord-Brabant CH / Nordwestschweiz DE / Bayern
2010 2011 2012 2010 2011 2012 2010 2011 2012 2010 2011 2012 2010 2011 2012
27,0% 25,1% 26,3% 8,40% 8,40% 9,00% 7,50% 6,90% 8,90% 8,10% 7,10% 8,80% 6,50% 5,40% 5,30%
19
20
In een sterk globaliserende economie stellen investeerders en kenniswerkers hoge eisen aan de plaats waar hun geld en kennis ‘landt’. Brabant moet zich dus profileren als gunstige en aantrekkelijke plek om te werken, wonen en recreëren. Daarbij gaat het om veel meer dan locatie, huisvesting en infrastructuur. Steeds zwaarder telt het vermogen tot slimme samenwerking tussen ondernemingen, kennisinstituten en andere partijen. De kwaliteit van het leefklimaat, de internationale oriëntatie van de bevolking, de aantrekkings kracht van onderwijsinstellingen en de wisselwerking daartussen worden doorslaggevend voor het versterken van onze regionale positie in de kenniseconomie. Deze ontwikkeling speelt de Brabantse steden in de kaart. Door hun diversiteit en flexibiliteit, de plekken die ze bieden voor face-to-face contacten, internationale netwerken en culturele kwaliteit zijn steden in het voordeel. Niet voor niets voltrok de grootste economische groei zich de afgelopen decennia rond Amsterdam en BrabantStad. Daar stegen gemiddelde uurlonen en grondprijzen het hardst. Verwachting is dat deze trend doorzet. De jongere beroepsbevolking en de economische groei in Brabant zal zich de komende jaren vooral concentreren in en om de grote steden, die daarmee sociaal en fysiek voor een groei- en duurzaamheidopgave staan. Dat roept tevens de vraag op naar de vitaliteit van het landelijk gebied. Hoe vermijden we te grote sociale en economische verschillen – en daarmee wrijving en spanning – tussen stad en land?
Uurloon
TILBURG € 18,00 AMSTERDAM € 21,70 Banen per km2
’S-GRAVENHAGE 2122 BREDA 817 Bevolkingsontwikkeling binnen Brabant (2011–2050)
STEDELIJK GEBIED +6% LANDELIJK GEBIED -9%
KIJK OP BRABANT
DE KRACHT VAN STAD EN LAND
TIJDENS HET BLOEMENCORSO ZUNDERT LEVEREN VRIJWILLIGERS IEDER JAAR EEN PRESTATIE VAN FORMAAT DOOR GEZAMENLIJK PRAALWAGENS TE BOUWEN DIE INMIDDELS WERELDWIJDE BELANGSTELLING GENIETEN.
21
22
Bevolkingsontwikkeling – trek naar de stad Brabant krijgt te maken met bevolkingskrimp. De landelijke gebieden zien de bevolking, als gevolg van een natuurlijke afname, vanaf 2020 teruglopen. In de steden groeit de bevolking nog tot rond 2040, waarna ook hier de bevolking (licht) krimpt. De Brabantse steden houden de hoogste aantrekkingskracht, wat blijkt uit hogere migratiesaldi, jongere bevolkingsopbouw en als gevolg daarvan een hogere natuurlijke aanwas. Dit is te verklaren vanuit verschillen in leeftijdsopbouw tussen stad en platteland en vanuit (selectieve) migratieontwikkelingen.
SPREIDING VAN BEVOLKING IN BRABANT (2012)
SAMENSTELLING BEVOLKING (2012) NAAR GESLACHT EN LEEFTIJD
NOORD-BRABANT
30 REGIO’S
EU
EU
EU
EU
75+ 70-74 65-69 60-64 55-59 45-50 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 10
08
06
04
02
0
75+ 70-74 65-69 60-64 55-59 45-50 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 0
02
04
06
08
10
12
10
08
06
04
02
0
0
02
04
06
08
10
12
‘De trend van vergrijzing in de dorpen geeft ook een soort regionaal schaalvoordeel: als er maar genoeg ouderen in dorpen blijven wonen, dan zijn voorzieningen te creëren die rendabel zijn.’ MARC POMP
KIJK OP BRABANT
Vooral jonge mensen vestigen zich voor studie of werk het liefst in de Brabantse steden. De toekomstige regionale verschillen in bevolkingsgroei en -krimp worden hiermee groter. Toch heeft dit een voordeel, want het is gunstig voor de economische concurrentiepositie van BrabantStad. En ook de Brabantse dorpen hoeven niet te treuren: vergrijzing biedt ook kansen. De oudere van de toekomst is immers vitaal, welvarend, mobiel en hoog opgeleid.
INWONERS
POPULATIEDICHTHEID (INWONERS PER KM2, 2011) D / Berlijn 3.921,7 CH / Nordwestschweiz 551,6 NL / Noord-Brabant 500,1 B / Vlaams Gewest 475,2 FIN / Phojois- ja Itä-Suomi 6,4 Gemiddelde EU 27 116,92 Gemiddelde 30 topregio’s 686,1
BEVOLKINGSONTWIKKELING TOV 30 INNOVATIEVE REGIO’S (2011) GEBOORTECIJFER
NB 10,2 | GEM. 10,6 NETTO MIGRATIE PERCENTAGE
NB 1,7 | GEM. 4,7 NETTO BEVOLKINGSONTWIKKELING
NB 3,9 | GEM. 6,3 VERANDERENDE SAMENSTELLING BEVOLKING NOORD-BRABANT (2013–2050, PROGNOSE) 40 35
34,9
30
30,6
38,8
55+
29,5
30-54
20 15 10 5
65+
27,7
25
17,3 16,7
17,9 14,2 12,8
10,0
15,8 15,3
16,4
11,0
7,3 2013
2020
2030
2040
2050
75+ 15-29 0-14 55-64 65-74
23
24
Omgeving De Atlas voor Gemeenten betitelt Brabantse steden als Breda en ’s-Hertogenbosch al jaren als aantrekkelijke woongemeenten. Zij worden het minst geraakt door de economische crisis; huizenprijzen dalen er minder snel dan elders in Brabant. De aanwezigheid van natuur, een aantrekkelijke historische binnenstad en een gunstige ligging ten opzichte van de Randstad blijken gunstige factoren. De fijnmazige verweving van stad en land is overigens voor heel Brabant een voordeel. Voor dagrecreanten is Brabant
ECONOMISCHE IMPACT VAN DE VRIJETIJDSSECTOR IN NOORD-BRABANT (2010) Dagrecreatie 4.045 mln
Zakelijk toerisme 393 mln
Verblijfstoerisme 323 mln
Overig 511 mln
KIJK OP BRABANT
een populaire bestemming. Zowel de Efteling, Safaripark Beekse Bergen, Sportiom in ’s-Hertogenbosch als Nationaal Zwemcentrum De Tongelreep in Eindhoven laten een stevige groei zien in het aantal bezoekers. Kijken we met een internationale bril, dan wijzigt het beeld. In de strijd om buitenlandse bezoekers doet Brabant vooralsnog nog niet mee. Het aantal buitenlandse hotelovernachtingen is lager dan in vergelijkbare gebieden elders in Europa. Hier heeft onze regio nog een slag te maken.
RANGLIJST DAGATTRACTIES IN NEDERLAND AANTAL BEZOEKEN (2011) De Efteling
4.125.000
Van Gogh Museum
1.600.300
Burgers Zoo
1.505.000
Diergaarde Blijdorp
1.503.529
Attractiepark Slagharen
1.450.000
Attractiepark Duinrell
1.362.465
Natura Artis Magistra
1.261.000
Anne Frank Huis
1.104.233
Rijksmuseum Amsterdam
1.000.000
Ouwehands Dierenpark
935.000
Keukenhof
884.000
Safaripark Beekse Bergen
856.000
Nationaal Zwemcentrum de Tongelreep
850.000
Sportiom
800.000
Amsterdamse Waterleidingduinen
800.000
De Uithof
800.000
Walibi Holland
775.000
STOCKHOLM 7.151
Dolfinarium Harderwijk
710.000
NB 7.003
SnowWorld Landgraaf
700.000
Dierenpark Emmen
695.000
MEERDAAGSE RECREATIE OVERNACHTINGEN IN TOERISTISCHE ACCOMMODATIES (2012, x1.000)
BAYERN 58.569
POHJOIS- JA ITÄ-SUOMI 5.378 BREMEN 1.514
25
26
Connectiviteit Een belangrijke factor in de concurrentie tussen regio’s is agglomeratiekracht: massa, dichtheid en schaalgrootte. In internationaal perspectief schiet Brabant op dat punt tekort. Hier geen reusachtige metropolen, maar een netwerk van middelgrote en kleine steden in directe verbinding met het ommeland. Daardoor zijn er relatief veel voorzieningen, maar zijn deze wel kleinschalig. Zelfs wanneer we Brabant als één stedelijke agglomeratie opvatten, blijft het voorzieningenniveau achter bij agglomeraties van eenzelfde omvang in
FILEZWAARTE IN KM.MIN (TOP 15, 2012) >150.000
A10 173498
100.000-150.000
A1 117268
A9 181393
A27 103264
A28 104897
A27 119001
A4 122343
A28 99619
A13 150629
A50 107004
A20 252199 A15 170644
A50 268237
A27 97925
A16 127855 A27
’S-HERTOGENBOSCH
A17
BREDA
UDEN
TILBURG A65
A4
ROOSENDAAL
A2
A58
A58
EINDHOVEN
HELMOND
A67
REISTIJDEN VAN ’S-HERTOGENBOSCH NAAR AMSTERDAM AUTO 1’03
ANTWERPEN
AUTO TREIN
DEN HAAG
MÜNCHEN
AUTO 7’08 TREIN 7’33 VLIEGTUIG 5’45
TREIN 0’59
AUTO 1’05 TREIN 1’14
1’07 1’50
LEUVEN
AUTO 2’08 TREIN 2’41
AKEN
AUTO 1’45 TREIN 2’37
KIJK OP BRABANT
het buitenland. Het creëren van massa en dichtheid kan echter evengoed plaatsvinden door het versterken van de ‘connectiviteit’: de verbinding met andere agglomeraties via spoor, weg en lucht. Onder meer dankzij de luchthaven in Eindhoven en de opkomst van goedkope luchtvaartmaatschappijen kunnen we in Brabant gemakkelijker profiteren van wat de buren te bieden hebben. Dat geldt in mindere mate voor het spoor. Snelle, internationale verbindingen met Vlaanderen en Duitsland ontbreken.
AANTAL PASSAGIERS LUCHTHAVENS (2011)
NB 2.670
Totaal aantal reizigers (x 1.000)
FR / Île de France 87.842 SW / Östra Mellansverige 2.726 NL / Noord-Brabant 2.670 CH / Sydsverige 2.570 CH / Ticino 165
GROEI AANTAL PASSAGIERS LUCHTHAVENS (1993–2011)
NB 1.628%
CH / Sydsverige 1.876% NL / Noord-Brabant
1.628%
UK / East of England
679%
CH / Ticino 50%
AUTOWEGEN (2011)
NB 99KM
Kilometers per 1.000 km2 NL / Utrecht
128
NL / Noord-Holland 106 NL / Noord-Brabant
99
CH / Zürich 83 FL / Länsi-Suomi 3
SPOORWEGEN (2011)
NB 72KM
Kilometers per 1.000 km2 CZ / Praha 511 NL / Noord-Holland 139 NL / Noord-Brabant
72
67
CH / Sydsverige
FL / Länsi-Suomi 28
HUISHOUDENS MET BREEDBANDAANSLUITING (2012)
NB 86%
UK / South East (UK)
89%
DE / Niedersachsen 87% NL / Noord-Brabant
86%
CH / Hovedstaden
86%
DK / Praha
69%
Percentage van huishoudens
27
28
Kwaliteit van leven Hoewel de kenniseconomie in veel rapportages wordt uitgedrukt in ‘harde’ cijfers, heeft ze ook een ‘zachte’ kant. Ontmoeten, wederzijds verbinden, netwerkvorming, dat is waar het op aan komt. Vertrouwen en een gezonde dosis sociaal kapitaal werken daarbij als smeerolie om verassende combinaties mogelijk te maken tussen instituties, bedrijven, sectoren en mensen. Uit onderzoek door het PON in 2013 blijkt dat het wel goed zit met het vertrouwen van de Brabanders in elkaar. De tevredenheid met de kwaliteit
VERTROUWEN GEWAARDEERD / KWALITEIT VAN LEVEN 6,9
Vertrouwen in mensen in het algemeen 5,4
Vertrouwen in het rechtssysteem
6,0
Vertrouwen in de politie Vertrouwen in de overheid
4,8
7,6
Uw woonomstandigheden
7,9
Uw sociale leven 7,3
Uw huidige werk
7,7
Uw leven op dit moment
WAARDERING WOONOMGEVING In mijn woonomgeving is luchtvervuiling een groot probleem
In mijn woonomgeving is geluidsoverlast een probleem
Mijn woonomgeving is schoon en netjes
Helemaal oneens
Oneens
Eens
Helemaal eens
KIJK OP BRABANT
van leven in het Brabantse land is, ook in vergelijking met andere Europese regio’s, hoog te noemen. Brabanders staan niet voor niets bekend als levensgenieters en kampioenen als het gaat om lokale burgerinitiatieven, verenigingsleven en mantelzorg. Het vertrouwen in instituties is daarentegen laag. Zo ligt de opkomst bij landelijke verkiezingen in Brabant structureel onder het nationaal gemiddelde en waarderen de Brabanders de overheid lager dan op veel andere Europese plekken.
OPKOMST VERKIEZINGEN TWEEDE KAMER 2010 < 75% 75% tot 76% 76% tot 77% 77% tot 78% > 78%
BELANGRIJKSTE REDENEN DAT MEN IN NOORD-BRABANT WOONT
69% Ik ben geboren en getogen in Noord-Brabant
49% Mijn familie woont hier 23% Mijn vrienden wonen hier 43% De sfeer in Noord-Brabant is goed 11% D e natuur in Noord-Brabant spreekt mij aan
29
30
Verduurzaming Het behalen van duurzaamheidsdoelen in het landelijk gebied, dat was de afgelopen jaren vooral de focus van Noord-Brabant. Daar concentreerden zich immers de grootste problemen. De intensivering van de landbouw had fors effect op de natuur-, bodem-, lucht- en waterkwaliteit. Ondernemers en de overheid stopten veel energie en geld in de aanpak van deze problematiek. Hoewel de knelpunten nog niet zijn opgelost, zijn er beslist positieve ontwikkelingen in gang gezet. Zo is er sprake van een geleidelijke afname van de ammoniakemissie.
ENERGIEBALANS NOORD-BRABANT (2011) NATUURLIJKE OMGEVING
IMPORT
Waterkracht Windenergie Zonne-energie
Biomassa
Elektriciteit Warmte
Afval Aardgas
CENTRAAL DECENTRAAL
Kolen Aardolieproducten
EXPORT
KIJK OP BRABANT
Naast het landelijk, vraagt nu ook het stedelijk gebied aandacht voor duurzaamheid. In de stad komen belangrijke opgaven samen op het terrein van energie, consumptie en mobiliteit. Zo zal de verwachte wereldwijde schaarste aan fossiele energie sterk stijgende kosten met zich meebrengen. Vooral voor de Brabantse industrie, de mobiliteit en de bebouwde omgeving. Energiebesparing en vergroening van de Brabantse economie vragen om innovatieve oplossingen.
AMMONIAK UITSTOOT (KG/KM2) < 1.500 1.500–3.000 3.000–5.000 5.000–6.500 6.500–8.000 8.000–9.500 > 9.500
Transport
Industrie Land- Huisbouw houdens Diensten
AMMONIAK UITSTOOT IN NOORD-BRABANT GEÏNDEXEERDE ONTWIKKELING (2000=100)
2005 80,75 2010 56,62 2011 53,66
31
32
RENDS EN T ONTWIKKELINGEN
STUDENTEN VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN ZIJN GEREED VOOR DE TOEKOMST. IN 2013 PRESENTEERDEN ZIJ DE EERSTE 4-PERSOONSAUTO DIE MINIMAAL 600 KILOMETER KAN DOORRIJDEN OP ZONNE-ENERGIE.
KIJK OP BRABANT
De Brabanders bevinden zich in een turbulente tijd. Iedereen voelt dat er iets aan het veranderen is. De financieel-economische crisis lijkt slechts de vooraankondiging van een meer fundamentele verandering die zich voltrekt in de samenleving en economie. Niet alleen op mondiaal niveau worden de kaarten opnieuw geschud, ook regionaal en lokaal doen zich ingrijpende veranderingen voor als gevolg van demografische ontwikkelingen en veranderingen in de woon- en werksfeer. Wat we hadden, komt niet terug. Waar we naar toe gaan, weten we nog niet. Decennialang is alles redelijk stabiel geweest, maar nu lijkt alles fluïde en in beweging. Onzekerheid is het gevolg. Grenzen vervagen: tussen economische sectoren, tussen overheid en samenleving, tussen producent en consument, tussen stad en land, tussen offline en online. Denk aan nieuwe ontwikkelingen zoals online winkelen, dat de Brabantse detailhandel op de proef stelt. In deze verschuivende wereld schieten in Brabant nieuwe initiatieven als paddenstoelen uit de grond. ‘Oude’ organisatievormen zoals de coöperatie blijken springlevend. Burgers, die zich dankzij internet snel kunnen organiseren, zijn vaak de motor achter nieuwe initiatieven. De trend van vervagende grenzen is op vele terreinen en niveaus waarneembaar. Wat betekent het voor de Brabantse opgaven op het terrein van economie, arbeidsmarkt of ruimte? Wat zijn de kansen en bedreigingen die gepaard gaan met de versmelting van voorheen strikt gescheiden systemen?
Omzet online winkelen versus offline winkelen (2012)
OFFLINE WINKELEN
¤ 93,1 mld | 90,5% ONLINE WINKELEN
¤ 9,8 mld | 9,5%
33
34
Shareconomy De wereldwijde economische crisis zien velen als een systeemcrisis, die de opmaat is naar een nieuwe economie. Dit wordt versterkt door fundamentele en hardnekkige problemen op het terrein van klimaat, energie, voedsel en grond stoffen. Maatschappelijke opgaven op het vlak van gezondheid, vergrijzing, duurzaamheid en mobiliteit bieden nieuwe economische kansen voor Brabantse bedrijven. Niet zozeer ‘meer’ maar ‘genoeg en beter’ lijken daarin sleutelbegrippen. Slimme verbindingen tussen economie en natuur zijn nodig om de transitie naar een koolstofarme economie mogelijk te maken. Dat vraagt om actief grenzenwerk en het slechten van barrières tussen sectoren. Juist op de raakvlakken tussen bestaande sectoren ontstaan de echte innovaties. De trend van versmelting en in elkaar overvloeiende economische sectoren is enerzijds het gevolg van actief overheidsbeleid. Europese en nationale innovatieprogramma’s bevorderen nieuwe businessconcepten en slimme specialisatie. Anderzijds zorgt de netwerkmaatschappij met nieuwe toepassingen in ICT, cloud computing, sociale media en samenwerkingssoftware voor verschuiving tussen bestaande economische disciplines. Door technologische convergentie
vervagen de grenzen tussen bedrijfstakken en ontwikkelen zich complexen van samenhangende sectoren waarin kennisintegratie via internet van groot belang wordt. Prominente voorbeelden zijn de Brabantse industriële hubs rondom smart mobility, biotechnologie en biobased economy. Sommigen spreken zelfs van de opkomst van een Shareconomy, waarin delen van informatie, ervaringen en goederen centraal staat. Bezit lijkt vervangen te worden door gebruik.
CRISIS In de slimme economie van de toekomst gaat het in toenemende mate om ondernemerschap dat met succes die nieuwe verbindingen weet te leggen. En waarbij een groot publiek online wordt betrokken bij advisering, productinnovatie en onderzoek. De Shareconomy stelt overheden en bedrijven voor nieuwe uitdagingen als het gaat om regelgeving, financiering en gebruiksrechten.
VAN GESLOTEN INNOVATIE, VIA OPEN INNOVATIE NAAR INNOVATIENETWERKEN?
Verleden
Heden
‘Co-makership is al de trend. Een bedrijf als ASML maakt nog maar 25% zelf. R&D kan niet allemaal in eigen huis.’ TON WILTHAGEN
Toekomst
KIJK OP BRABANT
Transitionele arbeidsmarkt De arbeidsmarkt dreigt zich te ontwikkelen tot dé bottleneck van de Brabantse economie. Brabant heeft al te maken met snel oplopende werkloosheid, op langere termijn dreigen juist stevige personeelstekorten als gevolg van vergrijzing. Er is behoefte aan vernieuwende oplossingen en arrangementen: de opmaat naar een transitionele arbeidsmarkt. Bij de doorwerking van de vergrijzing zijn er ook andere, meer kwalitatieve veranderingen aan de orde. Naast het nieuwe werken en de opkomst van zzp’ers, is internationalisering een belangrijke trend. Zoals de productie van goederen en diensten zich steeds minder van bestaande (nationale) grenzen aantrekt, geldt dit ook voor de werking van de Brabantse arbeidsmarkt. Dat biedt kansen en wervingsmogelijkheden buiten de Brabantse grenzen. Maar ook bedreigingen, bijvoorbeeld door een braindrain waarin veel talent Brabant zal verlaten.
KANSEN
Kijken we naar de instroom van hoogopgeleide kenniswerkers, dan heeft deze zich na een forse dip in 2009 nationaal licht hersteld, maar is nog niet op het niveau van 2008. Opvallend is dat Brabant een achterblijvend aandeel buitenlandse kenniswerkers heeft in vergelijking met de totale groep kennis werkers. Daarnaast is een groeiende instroom van zogenaamde MOE-landers waarneembaar. Met de uitbreiding van de EU in 2004 en het volledig openstellen van de grenzen in Nederland voor werknemers uit Europa komt de ‘moderne arbeidsmigrant’ in Brabant voornamelijk van binnen de EU, in het bijzonder Polen. Deze migrant komt op jonge leeftijd werken. In aanvang vooral in de agrarische sector, maar inmiddels ook in sectoren als de bouw en de logistiek. Met het aanhouden en verscherpen van de economische recessie in Zuid-Europa en de snel oplopende (jeugd)werkloosheid in landen als Spanje, dient zich momenteel een nieuwe groep arbeids migranten in Brabant aan. Vaak hoogopgeleide jongeren in beroepen als de techniek en verpleging, die in eigen land niet aan de bak komen.
IMMIGRATIE IN NEDERLAND VANUIT HET BUITENLAND
TOTAAL 158.362 MOELANDERS 33.624
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Moelanders 92.297 10.209 101.150 12.084 116.819 20.525 143.516 26.249 146.378 24.934 154.432 28.672 162.962 34.463 158.362 33.624 Totaal
35
36
Mozaïek van regio’s De afgelopen jaren is in steeds meer Brabantse regio’s het onderscheid verwaterd tussen stad en land. De vervaging van de fysieke, economische en sociale grenzen tussen stad en land is onder meer het gevolg van toegenomen mobiliteit en veranderde behoeftepatronen van Brabantse burgers en bedrijven. Bedrijven die een vestigingsplaats zoeken, oriënteren zich in toenemende mate op regio’s. Ook werk- en woningzoekenden trekken zich steeds minder aan van gemeentegrenzen. Cijfers over verhuisbewegingen illustreren deze trend van regionalisering. 44 procent van alle stedelingen in Brabant woont langer dan tien jaar in een dorp. Van de dorpelingen heeft 55% in een stad gewoond. Veel Brabanders verhuizen gedurende hun leven van een dorp naar de stad en weer terug: jongeren vertrekken naar de stad voor studie en werk en keren later weer terug naar een dorp als zij een gezin stichten. Naast de traditionele verplaatsingen tussen steden en dorpen is ook steeds meer sprake van kris-krasmobiliteit tussen regionaal verspreid gelegen kernen. Het is steeds vaker de eigen woning die de centrale uitvalsbasis vormt van waaruit Brabantse huishoudens relaties aangaan met plekken binnen en buiten de regio. Mobiele burgers oriënteren zich al lang niet meer
uitsluitend op de eigen kern voor wonen, werken, recreëren. Gevolg is dat zich op het regionale niveau sets van vestigingsfactoren uitkristalliseren, die verband houden met de kwaliteit van de arbeidsmarkt, de positie in logistieke stromen, de kennisinfrastructuur en de samenhangende kwaliteit van leven. De toekomst van stad en land ligt in toenemende mate in de regio. In de metropolitane stadsomgeving van de toekomst zijn stad en land onlosmakelijk verweven en op elkaar aangewezen. Het verknopen van de maatschappelijke context van stad en land, natuur en economie, productie en consumptie, vraagt om nieuwe manieren van denken, voorbij bestaande (gemeente)grenzen en beleidsdomeinen.
TOEKOMST
VERANDERING RUIMTEGEBRUIK (1996–2003) STADSGEWEST BREDA
NEDERLAND
STADSGEWEST AMSTERDAM
WERKEN
WONEN
350 300 250 200
120 100 80
150
60
100
40 20
50 %
140
%
0 Stedelijk gebied
Stadsrandzone
Buitengebied
0 Stedelijk gebied
Stadsrandzone
Buitengebied
KIJK OP BRABANT
STAD EN LAND ONLOSMAKELIJK VERWEVEN
‘Het gaat niet om beleidsopgaven voor steden, dorpskernen of landschappen afzonderlijk, maar nadrukkelijk om een agenda op de regionale schaal.’ DAVID HAMERS
NATUUR
RECREATIE
10 8 6 4
6 4 2 0
2
-2
0
-4
-2
-6
% -4
% -8 Stedelijk gebied
Stadsrandzone
Buitengebied
Stedelijk gebied
Stadsrandzone
Buitengebied
37
38
Virtueel Brabant Brabant kent een wereld die haar inwoners en bedrijven met elkaar verbindt. Onder de grond bevinden zich al decennia elektriciteitskabels, telefoonkabels, tv-kabels en datakabels. Ook bovengronds wordt het leven steeds virtueler. Inmiddels heeft 94% van de huishoudens een internetaansluiting. Met onze smartphones en tablets hebben we op elk moment van de dag toegang tot internet en sociale media. Door de verregaande digitalisering raken de online en offline wereld steeds meer met elkaar vervlochten. We leven dus in een ‘ICToop’. De ruimtelijke, sociale en economische consequenties daarvan worden steeds duidelijker. Zo biedt digitalisering nieuwe kansen voor Brabantse burgers en bedrijven om samen te werken en zich te organiseren. Steeds meer lokale initiatieven organiseren zich via internet en komen van de grond dankzij crowdfunding. Internet kan behulpzaam zijn bij het nemen van beslissingen. Met (open) data die realtime wordt geactualiseerd, is fysieke – menselijke – aanwezigheid vaak niet eens meer nodig. Zo zijn er apps die je helpen een vrije parkeerplek te vinden in de binnenstad. En op de weg van de toekomst in Oss ondersteunt mobiele communicatie met weggebruikers een vlotte doorstroming.
Dit is nog slechts een voorproefje. Bedrijven als Ericsson en Cisco verwachten dat in 2020 ruim vijftig miljard apparaten met elkaar verbonden zijn. Dat zijn vijftig miljard informatiebronnen die ons real time helpen: stoplichten gaan alleen op groen als er verkeer is, lampen branden wanneer er behoefte aan is en auto’s anticiperen op veranderende verkeerssituaties. Open data winnen het straks in belangrijkheid van fossiele brandstof, stelt het Amerikaanse onderzoeks- en adviesbureau Gartner. De mogelijkheden van een virtueel Brabant zijn daarmee onbegrensd.
OPEN D ATA
‘Ik verwacht veel groei van IT in de agrosector. Met Big Data krijgen we de regie over kennis en processen. Dat levert ons welvaart en werkgelegenheid op.’ KRIJN POPPE
KIJK OP BRABANT
TOENAME INTERNETGEBRUIK NEDERLAND, EUROPA EN WERELD (2002–2012)
93%
75%
5%
93%
35%
35%
NL
2002 2004 2006
61% 68% 83%
EU
WERELD
35% 10% 46% 14% 54% 17%
NL
2008 2010 2012
87% 90% 93%
REAL TIME
EU
WERELD
64% 23% 70% 29% 75% 53%
39
COLOFON Kijk op Brabant is een uitgave van BrabantKennis
Redactie Willem de Graaff / Projectcoördinator Pascal van der Bol Joks Janssen John Dagevos Tekstredactie Hagar Roijackers / Textuur, Tilburg Beeld & Fotografie Royal Haskoning Architecten Rex Features / www.corsozundert.nl / Hollandse Hoogte Berry Stokvis / Hollandse Hoogte Total Public / Den Haag Met dank aan Sophie Emmert, Jos Leijten, Mario Willems / TNO Otto Raspe, Anet Weterings / PBL Leo Dubbeldam / SER Brabant Karin Dulong, Eva Stultjens / PON Ahmed Hamdi, Joost de Koning / Ecorys Olv Klijn, Eric Frijters / .FABRIC Vele medewerkers / provincie Noord-Brabant Creatief concept & realisatie Total Public / Den Haag Drukwerk Kampert Nauta / Oss
NOVEMBER 2013
Bronnen Statistische gegevens CBS, DUO-CFI, Emissieregistratie, Eurostat, LISA, Nederlands bureau voor toerisme & congressen, PBL, Provincie Noord-Brabant, Rijkswaterstaat, Telos, The World Bank, Thuiswinkelwaarborg, Vrijetijdshuis|Brabant. De volgende figuren zijn afkomstig van andere organisaties en zijn door ons dankbaar gebruikt TNO / p. 14 –15 PBL / p. 18 Rabobank / p. 29 Brainport Eindhoven / p. 32 Website Dit boekje is terug te vinden op www.brabantkennis.nl. Op deze site treft u daarnaast verschillende speciaal voor dit project verrichte achtergrondstudies aan, alsmede de complete interviews. Tevens zijn hier verwijzingen naar andere studies en publicaties te vinden en kunt u ook uw reactie kwijt. Contact BrabantKennis Postbus 90151 5200 MC ’s-Hertogenbosch Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is gebruik gemaakt van diverse bronnen en informatie die door vele organisaties is verstrekt. BrabantKennis kan echter niet de juistheid of nauwkeurigheid van de in deze uitgave voorkomende gegevens, informatie of meningen, noch met betrekking tot de geschiktheid daarvan voor enig doel, enige situatie of enige toepassing garanderen. BrabantKennis is dan ook niet aansprakelijk voor eventuele schade, verliezen of andere gevolgen die zouden kunnen voortvloeien uit het gebruik van de in deze uitgave voorkomende gegevens, informatie of meningen.
Positie van Brabant in groep met 30 leidende innovatieve regio’s Vlaams Gewest / Praha / Hovedstaden / Baden-Württemberg / Bayern / Berlin / Bremen / Hamburg / Hessen / Niedersachsen / Rheinland-Pfalz / Île de France / Utrecht / NoordHolland / Noord-Brabant / Länsi-Suomi / Etelä-Suomi / Pohjois- ja Itä-Suomi / Stockholm / Östra Mellansverige / Sydsverige / Västsverige / East of England / South East (UK) / Région lémanique / Espace Mittelland / Nordwestschweiz / Zürich / Zentralschweiz / Ticino
INDICATOR
BRP/HOOFD BEVOLKING AANTAL DIRECTE BUITENLANDSE INVESTERINGEN (PROJECTEN) PATENTEN
POSITIE
9e 16e 1e
R&D-UITGAVEN
17e
AANTAL STUDENTEN PER REGIO
19e
WERKLOOSHEID
12e
JEUGDWERKLOOSHEID
12e
PASSAGIERS LUCHTHAVEN
23e
AANSLUITINGEN BREEDBAND
7e
AANTAL INWONERS PER KM2
9e
OVERNACHTINGEN IN TOERISTISCHE ACCOMMODATIES
23e