november 2012
Nummer 17
Relatiemagazine van het Diaconessenhuis Leiden
Kennismaken
Vijf VWO’er Suzanna interviewt oncologieverpleegkundige Dagmar Zonneveld in de medicijnkamer op de afdeling oncologie. De scholiere is een van de twintig leerlingen van vier Leidse middelbare scholen die een jaar lang het project “So you think you want my job” volgen. Onder leiding van docente Yvonne Gallagher van het Da Vinci college onderzoeken zij de verschillende facetten van de gezondheidszorg, waaronder de oncologie. De VWO’ers praten met ex-patiënten en mensen uit het vakgebied en bezoeken de farmaceutische industrie. Als afsluiting delen ze hun kennis met alle derdeklassers van hun eigen school. De resultaten van het project
Mark de Jong 3 Verlossing 7
komen op een speciaal vormgegeven website die in januari live gaat.
“De kans op menselijke fouten verkleint.”
kundig specialist oncologie controleert de elektronische aanvraag en verstuurt deze digitaal naar de ziekenhuisapotheker. Die controleert de aanvraag nogmaals en daarna “knipt” het systeem de bereidingsaanvraag in deelopdrachten. Apothekersassistenten krijgen de opdrachten binnen op hun computerscherm en kunnen de medicatie voorbereiden en klaarmaken.
Veilig
Digitale bereiding medicijnen De ziekenhuisapotheek start 3 december met het elektronisch bereiden van medicijnen. Na de invoering van het elektronisch voorschrijven in december 2011 en de invoering van het elektronisch toedienen van medicijnen afgelopen september, is dit het op een na laatste onderdeel naar een volledig digitaal medicatiesysteem. Ziekenhuisapotheker Roel Fijn is trots: ‘als een van de weinige ziekenhuisapotheken van deze omvang zijn wij ver gevorderd in papierloos werken. Digitale apotheekwerkzaamheden zijn efficiënt, veilig en duurzaam.’ Hoe gaat het in zijn werk? De oncoloog typt in het systeem dat een patiënt een bepaalde chemokuur moet krijgen. De verpleeg-
Volgens Fijn heeft deze manier van bereiden veel voordelen. ‘Een barcode-scanner controleert de juiste ingrediënten en de juiste patiënt; de kans op menselijke fouten verkleint doordat het systeem de berekeningen doet en opslaat hoeveel een patiënt eerder heeft gehad. Een ander voordeel is dat we minder weggooien. We werken met dure medicijnen die soms maar een paar uur goed blijven. Het systeem bewaakt vanaf welk tijdstip iets klaargemaakt mag worden. Ook zoekt het patiënten bij elkaar die hetzelfde medicijn krijgen. De voorbereiding voor het klaarmaken kan dan gezamenlijk gebeuren en zo kunnen we alles gebruiken. Voor de duidelijkheid: de bereiding zelf gebeurt wel per patiënt zodat de veiligheid gegarandeerd blijft. Het systeem registreert voor iedere patiënt de gebruikte materialen (spuiten, gaasjes, naalden), wie de bereider is en wie het klaargemaakte medicijn heeft gecontroleerd.’
Service Het grootste deel van de medicatiebereiding bestaat uit chemo-medicatie. Maar de circa dertig medewerkers bereiden veel meer, zoals allergie-priktesten of speciale oogdruppels, gemaakt uit eigen bloed van een patiënt. Bij onverwacht vertrek uit het ziekenhuis krijgen patiënten medicatie mee voor pijnbestrijding of antibiotica. Zo heeft de apotheek van de patiënt de tijd om deze speciale medicatie te (laten) maken. Fijn: ‘Op verzoek maken wij voor meer dagen. We zien dat als service naar onze patiënten en onze collega’s in de regio.’
Werkt hypnotherapie?
2
De afdelingen Medische Psychologie en Maag-, Darm-, Leverziekten (MDL) nemen gezamenlijk deel aan een landelijk onderzoek naar de effecten van hypnotherapie op de symptomen van patiënten met het Prikkelbare Darm Syndroom.
(vlnr) Pieter de Heuvel, nurse practitioner MDL, Rolf Wijvekate, klinisch psycholoog, Carla Flik, klinisch psycholoog en hoofdonderzoeker en Rogier ten Hove, MDL-arts.
In dit onderzoek wordt drie condities met elkaar vergeleken; individuele hypnotherapie, groepshypnotherapie en Educatieve Ondersteunende Therapie waarbij uitleg over de aandoening, voorlichting
over voeding en de rol van stress en lotgenotencontact centraal staan. Inmiddels doen honderd patiënten mee. De honderdste patiënt die meedoet is een patiënt uit het Diaconessenhuis.
Daarom kwam hoofdonderzoeker Carla Flik van het Antonius Ziekenhuis (Utrecht) het multidisciplinaire team van het Diaconessenhuis een taart aanbieden.
foto: Mike van Bemmelen
Never a dull moment
De organisaties zijn totaal anders, de sfeer ongeveer gelijk. Dr. Mark W. de Jong stapte over van OPTA naar het Diaconessenhuis. Het nieuwe lid Raad van Bestuur is onder meer belast met financiën, ICT en HRM. Afkomstig uit de private sector, de laatste jaren het grensvlak publieke/private sector, is De Jong onbekend met de ziekenhuiswereld. ‘Ik wilde werken in een sector waar de dienstverlening aan de klant belangrijk is. De zorgsector vervult die rol in de samenleving. Het is ook een sector die aan veel veranderingen onderhevig is en die tegelijkertijd moet proberen de core business zo goed mogelijk te doen. Dat beeld had ik en het lijkt in deze weken te “De mensen zijn prettig worden bevestigd. Er en er is een open manier speelt veel. Ingewikkelde processen die een van communiceren.” uitdaging vormen. Een voorbeeld: in het bedrijfsleven heb je meestal te maken met één bepaalde toezichthouder zoals de NMA of de Europese Commissie. Ziekenhuizen hebben te maken met verschillende partijen die deze rol willen spelen: zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties, de inspectie, overheden. En ook voor de financiering zijn er verschillende systemen naast elkaar. Dat is niet altijd logisch en zeker niet gemakkelijk.’
“We moeten de dingen die we doen, verschrikkelijk goed doen.”
Hart voor de zaak De eerste weken zitten er op. ‘Ik vind het tot nu toe erg plezierig. De mensen zijn prettig en er is een open manier van communiceren. Dat merk ik ook in gesprekken met de medische staf. De artsen zijn zeer bij de bedrijfsvoering betrokken. Bij OPTA heerste eenzelfde sfeer. Het Diaconessenhuis is, net als OPTA, een platte organisatie en beide organisaties zijn gefocust op waar het werkelijk om gaat. De mensen hebben hart voor de zaak, proberen echte zorg, aandacht en tijd te geven. En ook die vierde ster voor gastvrijheid is heel belangrijk. We moeten de dingen die we doen verschrikkelijk goed doen, zodat de keus van de patiënt vanzelfsprekend is.’
Conculega’s Een van de items van dit moment is de regionale samenwerking. De Jong heeft zijn collega’s uit Rijnland ziekenhuis en het LUMC inmiddels ontmoet. ‘Samenwerking tussen conculega’s zie je ook in andere sectoren. Weinig bedrijven kunnen nog alleen overleven. Het is in de zorg onvermijdelijk, daar, waar minimum aantallen nodig zijn om goed te blijven functioneren. Maar dat betekent niet dat een ziekenhuis per se heel groot moet zijn om de kernmissie, namelijk uitstekende zorg bieden, goed te kunnen uitvoeren. Het zal wél nodig zijn om je op bepaalde gebieden te concentreren. En het is logisch dat er meer wordt opgevangen door de eerste lijn. Daarin heeft het Diaconessenhuis naar mijn idee een goede uitgangspositie. De contacten met de eerste lijn zijn goed en kunnen nog verder worden uitgebouwd.’
Econoom De Jong bekleedde verschillende directiefuncties bij KPN en Novay.
Sinds maart 2006 was hij plaatsvervangend voorzitter van het College van OPTA. Daarnaast is hij als bijzonder hoogleraar diensteninnovatie verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, voorzitter van de Raad van Toezicht van het Communicatiemuseum in Den Haag en lid van de Raad van Toezicht van Aafje thuiszorg, huizen en zorghotels in Rotterdam. 3
Heleen Sterneberg-Vos: dermatoloog ‘Ik ben dermatoloog geworden voor het contact met al die verschillende patiënten; van jong tot oud komt langs op de polikliniek. Het is gevarieerd werk: algemene spreekuren, maar ook veel verrichtingen zoals het behandelen van huidkanker (met name excisies) en spataderen, zoals scleroseren of ambulante flebectomie van Muller. In de dermatologie kun je het hele traject in principe zelf afhandelen: van een eerste bezoek tot de behandeling. Daarnaast is er overleg en overlap met andere specialismen zoals met de vaatchirurgie, plastische chirurgie en pathologie
Wat? Ik ben opgeleid in Maastricht, in het AzM, onder andere om Mohs micorgrafische chirurgie te verrichten: Sinds oktober werk ik in het Diaconessenhuis. Ik heb voor het Diaconessenhuis gekozen, niet alleen vanwege de locatie maar ook vanwege het prettige dermatologieteam en de goede samenwerking met andere specialismen. Als extra service voor patiënten zit ik elke donderdag in Hillegom op een buitenpoli. Ze hoeven dan niet per se naar het Diaconessenhuis te komen. Naast Hillegom hebben wij ook nog buitenpoli’s in Sassenheim en Katwijk.’
Fieke Cox: chef de clinique neurologie Per 1 oktober 2012 werkt Fieke Cox als chef de clinique neurologie in het Diaconessenhuis. Haar artsenopleiding volgde Cox van 1997 tot 2004 in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam, de opleiding tot neuroloog in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Op dit moment is zij bezig met een promotieonderzoek naar de klinische aspecten van sporadische inclusion body myositis, in het LUMC bij de afdeling neurologie. ‘Inclusion body myositis is een zeldzame aandoening en betreft een spierontsteking bij oudere mensen. Ik hoop hierop begin 2013 te promoveren,’ vertelt Cox.
Sinds oktober in het Diaconessenhuis; Heleen Sterneberg-Vos (links) en Fieke Cox.
Hellen Kok: gynaecoloog Eerst promoveren, daarna in opleiding tot gynaecoloog in het Amsterdamse AMC. En, na een fellowship minimaal invasieve chirurgie in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG), nu per 1 september werkzaam als gynaecoloog in het Diaconessenhuis. ‘Gynaecologie is een prachtig vak, omdat het afwisselend en dynamisch is: diagnostiek en behandeling, acuut of chronisch. En het persoonlijk contact met patiënten is heel belangrijk. 4
Begin dit jaar won Cox de neuromusculaire jaarprijs van het Prinses Beatrix fonds. Dit is een prijs voor het beste onderzoek in 2012 in Nederland op het gebied van de neuromusculaire aandoeningen. ‘Waarom ik voor het specialisme neurologie heb gekozen? Om de interessante combinatie van lichamelijk onderzoek en logisch denken. Hiermee kom je een heel eind.’
Ik kom uit het OLVG in Amsterdam. Ik ben dus van een groot stadsziekenhuis naar een kleiner algemeen ziekenhuis gegaan. In een kleiner ziekenhuis is de dynamiek natuurlijk ook heel anders: het is minder anoniem en de lijnen zijn kort. Wat me opvalt in het Diaconessenhuis zijn de hartelijkheid, de betrokkenheid. Mensen zijn oprecht geïnteresseerd en dat maakt dat je je welkom voelt. Mijn opleiding tot gynaecoloog heb ik in 2010 afgerond. Daarvoor heb ik mijn promotieonderzoek gedaan in het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU). Ik heb me bezig gehouden met genetisch epidemiologisch onderzoek naar determinanten van vroege menopauze.’
“Een prachtig vak!” Kok werkt als allround gynaecoloog met als aandachtgebied de minimaal invasieve chirurgie.
Marieke Hutten (l) en Jelka van Leeuwenberg.
Met de start van het zorgprogramma Sectio is niet alleen de zorg rond een keizersnede beschreven, ook de werkwijze op de OK is aangepast. De ouders worden meer bij de geboorte betrokken en de baby blijft bij de moeder.
Keizerlijke verlossing Gespecialiseerde verpleegkundigen Marieke Hutten en Jelka van Leeuwenberg beschreven met hun collega’s de meest ideale situatie rond een keizersnede. Ze pleitten ervoor baby en moeder na de geboorte niet meer te scheiden. ‘Normaal gesproken brachten we partner en kind naar de verpleegafdeling, en ging de moeder na de operatie eerst naar de verkoever (uitslaapkamer)’, vertelt Hutten. ‘Maar uit studies blijkt dat het beter is dat de baby het eerste uur na de geboorte bij de moeder blijft. Hartslag, temperatuur en bloedsuikers van de baby blijven dan beter op peil, en het bevordert de borstvoeding.’
Lekker warm De vrouw en haar partner gaan met twee verpleegkundigen naar de OK. Daar krijgt de vrouw een ruggenprik en doet de gynaecoloog de keizersnede. Van Leeuwenberg: ‘Wij begeleiden de ouders en maken foto’s.
Orthopedie onderzoekt De afdeling Orthopedie doet mee aan een onderzoek naar het dagelijks functioneren, de kwaliteit van leven en tevredenheid bij mensen die een kunstheup krijgen. Binnenkort wordt het onderzoek uitgebreid naar patiënten die komen voor een knieprothese. Onderzoeker Claire Tilbury (LUMC): ‘We proberen uit te vinden welke factoren voorspellen welke mensen met heup- of knieklachten het meeste baat hebben bij
Als de ouders dat willen, mogen zij meekijken hoe de baby wordt geboren. Na de geboorte kijkt de kinderarts het kindje na en als alles goed is, leggen we de baby bij de moeder op de blote borst. Vervolgens pakken we moeder en kind lekker warm in. Intussen wordt de operatie afgemaakt. Na de operatie gaat het gezin direct terug naar de afdeling verloskunde. Daar volgen de gebruikelijke controles zoals het wegen en temperaturen van het kindje.‘
Enthousiast In april is met de nieuwe manier van werken gestart. ‘Wij waren direct enthousiast’, zegt gynaecoloog Joyce Williams, ‘en ook de kinderartsen, anesthesiologen en OK-medewerkers wilden meteen meewerken. We doen het nu alleen bij geplande keizersneden. Maar we willen het, mits de toestand van moeder en kind het toelaat, ook bij niet geplande gaan doen.’
een operatie. Uit onderzoek blijkt dat 10% maar ook over de kwaliteit van leven, van de patiënten niet tevreden is met werk en sport. hun kunstgewricht, terwijl de operatie Na de operatie ontvangt de patiënt technisch goed is verlopen. Het is interesgedurende een aantal jaren nog enkele sant om de kenmerken van “10% van de patiënten is niet deze patiënten te vergelijken met die van patiënten die wel tevreden met hun kunstgewricht.” tevreden zijn. Is er een verband tussen de zorg rondom de operatie, vragenlijsten. Tilbury: ‘We blijven de zoals bijvoorbeeld fysiotherapie of hulp gezondheidstoestand dus over een lange bij het afvallen, en de baat die patiënten periode volgen. Bijzonder is de betrokhebben bij hun kunstgewricht?’ kenheid van zogenaamde onderzoekspartners. Dit zijn patiënten die zelf een Onderzoekspartners heup- of knieoperatie hebben ondergaan. De orthopeden vragen alle patiënten die Zij adviseren ons over bepaalde ondereen knie- of heupoperatie ondergaan, delen van het onderzoek. Zo kijken zij of deel te nemen. De patiënt krijgt een de uitgedeelde vragenlijsten begrijpelijk vragenlijst met vragen over zijn of haar zijn en denken ze mee over de teruggezondheidstoestand. De vragen gaan koppeling van de resultaten naar deelniet alleen over gewrichtsklachten, nemende patiënten.’
Aan het LOAS (Longitudinal Leiden Orthopaedics Outcomes of Osteo Arthritis Study) onderzoek werken naast het Diaconessenhuis Leiden nog vijf andere medische centra uit de regio mee. 5
NIAZ-audit VeiligheidsManagementSysteem Op 3 en 4 oktober voerde het NIAZ* een audit uit op het VeiligheidsManagementSysteem (VMS) van het Diaconessenhuis. Het VMS vormt het systeem waarmee een ziekenhuis continu risico’s voor de patiënt signaleert, verbeteringen doorvoert, evalueert en aanpast.
Auditgesprekken De NIAZ-auditoren, collega’s uit andere zorginstellingen, toetsten door middel van gesprekken of het VMS van het Diaconessenhuis voldoet aan de landelijke normen ten aanzien van patiëntveiligheid. Verschillende functionarissen uit het ziekenhuis werden uitgenodigd voor een gesprek. Zo ook Joke Box, teamleider van de Kindergeneeskunde. ‘Het was een leuk
gesprek. Sandra de Jonge, verpleegkundiberaad en verschillende specialisten. In ge van de afdeling neurologie, en ikzelf het slotgesprek met de Raad van Bestuur waren uitgenodigd omdat we beiden lid gaf het auditteam een eerste terugkoppezijn van een decentrale VIM-commissie. ling. Tijdens het gesprek vroegen de auditoren De auditoren waren zeer te spreken over met name naar Veilig Incident Melden de openheid die zij hebben ervaren tij(VIM) maar ook dens de gesprek“De auditoren waren zeer te ken en complide elf VMSthema’s kwamen spreken over de openheid.” menteerden de aan bod.’ Box organisatie hierdoelt op de landelijk vastgestelde best mee. Na afloop van het bezoek stelden de practices voor onderwerpen als “Kwetsauditoren een auditrapport op met hierin bare Ouderen” en “High Risk Medicatie.” een aantal verbeterpunten. Hier gaat het ‘De auditoren stelden hele gerichte Diaconessenhuis mee aan de slag. vragen, je kon merken dat ze goed op de hoogte waren.’ In december wordt op basis van dit rapport beoordeeld of het ziekenhuis in aanOpenheid merking komt voor de VMS-accreditatie. Naast Box en De Jonge spraken de auditoren met nog zo’n dertig anderen, waar* Nederlands Instituut voor Accreditatie onder de Raad van Bestuur, het cliëntenin de Zorg
Foto-expositie en informatie Jaarlijks krijgen ongeveer 12.000 patiënten en hun naasten te maken met darmkanker. Bijna 5.000 mensen overlijden elk jaar aan de gevolgen van de ziekte. foto: Geert van Kesteren
Als darmkanker in een vroegtijdig stadium wordt opgespoord, is de ziekte goed te behandelen.
Darmkanker en dan? Een week lang was de foto-expositie rond darmkanker van de Maag-, Lever-, Darmstichting (MLDS) te zien in het Diaconessenhuis. Met deze expositie bracht de MLDS het onderwerp ‘darmkanker’ onder de aandacht van het grote publiek. Een goede zaak, vonden de maag-, darm-, leverartsen en chirurgen. Zij organiseerden rond de foto-expositie twee thema-avonden en een rondleiding op de onderzoeksafdeling.
Darmonderzoek De rondleiding op de scopie-afdeling ontlokte veel positieve reacties. Scopieverpleegkundigen lieten zien wat er bij een darmonderzoek komt kijken. Een mevrouw vertelde: ‘Ik heb al meerdere keren zo’n onderzoek gehad in een ander ziekenhuis, maar nu pas begrijp ik wat er gebeurt.’ foto: Bertien van Manen
Plannen Rond de diagnose darmkanker komt veel kijken: van de eerste signalen en het “niet pluis”gevoel, tot een opname, operatie en het herstel daarna. Tijdens de thema-avonden stonden de artsen stil bij alle aspecten. Ook het bevolkingsonderzoek Darmkanker kwam aan de orde. Volgend jaar start dit onderzoek onder alle 55- en 75-jarigen. Indrukwekkend was het verhaal van meneer Jacob Vlieland, (voormalig) patiënt. Met de nodige humor nam hij de toehoorders mee in zijn tocht van mee- en tegenvallers nadat hij de diagnose darmkanker te horen had gekregen. Zijn motto en advies: ‘zorg dat je plannen maakt voor daarna. Dat houd je op de been.’ 6
Bezoek grondlegger seniorvriendelijk ziekenhuis Mevrouw assistent professor Belinda Parke van de Faculty of Nursing, University of Alberta, Canada opende op 24 september de vernieuwde en uitgebreide polikliniek seniorengeneeskunde.
Mevrouw Parke (l) opent de polikliniek ouderengeneeskunde. Naast haar internist ouderengeneeskunde Annelies Weverling.
Mevrouw Parke is de grondlegger van het Senior Friendly Hospitalconcept. Ze deelde haar ideeën om ziekenhuizen zo veilig mogelijk te maken voor ouderen. Zij riep op vooral ook te kijken naar de tijd voorafgaand (en na) een ziekenhuisopname. Is daar geen aandacht voor, dan komen alle problemen aan het licht tijdens de opname. Haar motto: Begin klein en vertel je positieve verhalen.
Visie Ouderengeneeskunde is een van de beleidsspeerpunten van het Diaconessenhuis. ‘Onze populatie bestaat voor 50% uit patiënten van 70 jaar en ouder,’ vertelt internist ouderengeneeskunde Gijs Willemsen. ‘Daarvan kan 40% aangemerkt worden als “kwetsbaar”. Het Diaconessenhuis omarmt sinds jaren het concept Seniorvriendelijk ziekenhuis. Wat dat inhoudt? Het bestaat uit vijf onderdelen die aandacht behoeven: [1] de constructie van het gebouw, [2] complicatiepreventie, [3] continuïteit in zorg, [4] communicatie en [5] coaching en zorg voor de familie van de oudere patiënt.’ ‘Het gebouw moet toegankelijk zijn en rust uitstralen’, vervolgt Corry Knijnenburg, verpleegkundig expert. ‘We geven onze patiënten mogelijkheden om bezig te blijven. Dat kan door naar de huiskamer te gaan, die dit jaar 22 jaar bestaat, met elkaar te eten of door het doen van oefeningen. Bewegen, hoe veel of weinig ook, voorkomt functieverlies. Via de televisie boven het bed kunnen patiënten, zowel in bed als in de stoel, drie keer per dag een bewegingsvideo bekijken en mee bewegen.
Risico’s inschatten Het inschatten en voorkomen van een delirium (= acute verwardheid) is een aandachtspunt. Zo ook het vooraf scoren van de mate van ondervoeding. Een patiënt moet zo gezond mogelijk aan de ziekenhuisopname beginnen.
Het valrisico verkleint door patiënten te vragen hun schoenen aan te houden en niet op losse pantoffels te lopen. Het valrisico wordt nog verder verminderd door zo min mogelijk gebruik te maken van bedhekken of vrijheidsbeperkende maatregelen én door de inzet van alarmbedden.
Resultaten Een paar cijfers: • Aan de hand van het deliriumprotocol wordt iedere oudere patiënt tijdens het opnamegesprek gescreend op de kans op delier. Zonodig treft men preventieve maatregelen. Het voorkomen van delier is ziekenhuisbreed gedaald van 23.6% in 2006 tot gemiddeld 4.3% in 2011. • Het project “Beperk vrijheidsbeperkende maatregelen” resulteert in vermindering van het vastleggen van oudere patiënten ziekenhuisbreed van 10% in 2009 tot 2 % in 2011. • Het gebruik van bedhekken is ziekenhuisbreed verminderd van 70% in 2009 naar 10% in 2011.
Overgang naar huis Het Diaconessenhuis opende in september een transitieafdeling in verpleeghuis Mariënhaven in Warmond. Dit in samenwerking met thuiszorgorganisatie Marente, het LUMC en GGZ Rivierduinen. Doel is patiënten met een “Een patiënt cognitieve beperking te laten revalideren na een orthopedimoet zo gezond sche of heelkundige ingreep. mogelijk aan een Ze kunnen aansterken en zoziekenhuisopname danig opknappen dat ze weer zelfstandig thuis kunnen wonen. beginnen.”
Op weg ‘We zijn op weg naar een seniorvriendelijk ziekenhuis. Het doel is nog niet bereikt. Het aantal geriatrie verpleegkundigen mag worden uitgebreid. De valpreventie kan nog beter en heel belangrijk blijft: de scholing aan alle verpleegkundigen over het seniorvriendelijk concept’, besluit Knijnenburg. 7
Partners Het Diaconessenhuis Leiden is opnieuw voor drie jaar een partnerschap aangegaan met Zorg en Zekerheid Leiden Basketball.
Maarten Verschure, sportarts in het Diaconessenhuis Leiden, is tevens clubarts van de basketballploeg die vorig jaar bekerwinnaar werd. Met dit partnerschap laat het Diaconessenhuis zien dat het betrokken is bij de gemeenschap en (gezond) bewegen hoog in het vaandel heeft.
Zowel topsporters als recreatieve sporters, jong en oud, kunnen voor een sportmedisch onderzoek (sport-keuring) of sportblessure snel en makkelijk terecht bij de sportarts van het Diaconessenhuis.
PMS 288 PMS 300 PMS 348
PMS Cool Gray 04 PMS 1797 Wit
Leren werken 3de en 4de jaars studenten Verpleegkunde van Hogeschool Leiden kunnen sinds kort hun differentiatiefase doorlopen in het Diaconessenhuis Leiden.
Met coaching van een werkbegeleider en praktijkopleiders hebben de studenten de zorg voor patiënten op leer-werkkamers op de afdelingen longziekten, kraam/gynaecologie of interne geneeskunde. Zij werken samen met elkaar, met artsen, verpleegkundigen en andere disciplines. Een docent van Hogeschool Leiden verzorgt de lessen tijdens deze fase in het ziekenhuis. Zo leren de studenten samen verantwoordelijkheid te dragen; het leren van en met elkaar staat centraal.
Wifi in de kliniek
Ondertekening van de samenwerking met links vooraan Luciënne van Laar, directeur zorgopleidingen van Hogeschool Leiden en rechts Marja Weijers, lid Raad van Bestuur van het Diaconessenhuis Leiden. Daarachter de 3de en 4de jaars studenten van de leerafdeling.
Sinds enkele weken kunnen patiënten op de verpleegafdelingen gratis gebruik maken van internet via een draadloze wifi -verbinding. Patiënten konden al gratis een laptop lenen van het ziekenhuis of hun eigen
Opnemen kan altijd
laptop of tablet meenemen. De verbinding met wifi-gasten Diaconessenhuis vereist een wachtwoord welke via de secretaresse van de verpleegafdelingen is te verkrijgen. De internetverbinding loopt gescheiden van het ziekenhuisinformatiesysteem.
U&Wij is het relatiemagazine van het Diaconessenhuis Leiden. Redactie Ingrid van der Bent,
Het is niet bij iedereen bekend, maar ook buiten kantoortijden nemen de medisch specialisten van het Diaconessenhuis Leiden acuut zieke patiënten vanuit thuis op. Overdag gaan de chirurgische opnames via de EHBO en niet-chirurgische patiënten direct naar de verpleegafdeling. Als een huisarts vindt dat een patiënt buiten kantooruren naar het ziekenhuis moet, kan hij altijd contact opnemen met de dienstdoende specialist. Na overleg is opname vrijwel nooit een probleem. Zeker voor mensen die al in het Diaconessenhuis bekend zijn, is het fijn om in het ‘eigen’ ziekenhuis terecht te kunnen.
8
Yvon van Egmond (eindredactie), Madelon Hengeveld, Eline van der Knaap Contact:
[email protected] Fotografie Yvon van Egmond, Vormgeving HSTotaal, Haarlem Druk Haarmans, Beverwijk Houtlaan 55, 2234 CK Leiden www.diaconessenhuis.nl 071 - 517 81 78