Kennisfestival Menukaart FoodValley Regio d.d. 16 februari 2015
Workshop Menukaart voor ondernemers - 2
Workshop Menukaart voor ondernemers Wat betekent werken met de Menukaart voor ondernemers? Waar moet een aanvraag aan voldoen? Wat komt daar allemaal bij kijken? Hoe organiseer je de dialoog met de omgeving? Hoe om te gaan met de kosten? De workshop wordt geleid door Aart van Cooten.
Sessie 2: van 11.00 tot 12.00 uur Aan de hand van een presentatie wordt door Aart van Cooten (Communicatiebureau Citaat) het thema “Gevolgen voor de ondernemers” toegelicht. In de presentatie wordt een aantal stellingen ter discussie aan de deelnemers voorgelegd. Stelling 1: Het werken met de Menukaart is een uitkomst voor ondernemers met groeiplannen. o
In Ede werkt het planatelier goed, vertelt de wethouder. Een dilemma ontstaat echter door de handhaving door de Omgevingsdienst De Vallei (ODV), al dan niet op het perceel van de betrokken ondernemer. Je geeft de ondernemer de kans iets nieuws te gaan doen, maar vervolgens wordt hij daarop afgerekend. Het zoeken is dus naar een juridische borging van deze nieuwe systematiek van werken. Vroeger begonnen ondernemers alvast met uitbreiden, terwijl dat eigenlijk niet mocht. Dat gebeurde in de verwachting dat die uitbreiding later bij de herziening van het bestemmingsplan wel meegenomen zou worden. Verkeerd gedrag werd beloond. Nu wordt er wel gehandhaafd, maar dat wringt met een gelijktijdig planatelier (eigenlijk begint men dan al met de uitbreiding). Iemand anders ziet dat dilemma niet. Veel verzoeken om een deel van het buitengebied te ontwikkelen hebben als achtergrond dat de ondernemer in kwestie tegen de lamp liep met een illegale uitbreiding. Die wil het dan legaliseren. Er is weinig bezwaar om daarbij de planatelierroute te volgen, als er maar zicht is op legalisering. Ook de handhavers willen graag tot een oplossing komen.
o
Het bestemmingsplan is beperkend. De Menukaart geeft meer mogelijkheden en is dus belangrijk voor toekomstgerichte ondernemers. Toch blijft het bestemmingsplan leidend. Enkele vertegenwoordigers van LTO zijn van mening dat het bestemmingsplan voldoende helderheid moet bieden voor ondernemers met een normale bedrijfsvoering. Het moet voldoende ruimte bieden. Zij zien de Menukaart alleen in beeld komen in uitzonderl ijke gevallen. Iemand anders merkt op dat de Menukaart formeel pas gaat spelen als iemand wil uitbreiden buiten de ruimte die het bestemmingsplan biedt. Hopelijk is het allemaal zo succesvol dat de Menukaart breder en meer kan worden ingezet. Het moet eige nlijk zo zijn dat elke boer dat traject (met de dialoog) graag wil doorlopen, ook al passen zijn plannen binnen het bestemmingsplan.
Workshop Menukaart voor Ondernemers
pag. 1 van 5
Kennisfestival Menukaart FoodValley Regio d.d. 16 februari 2015
Workshop Menukaart voor ondernemers - 2 o Een vertegenwoordiger van de Gelderse Natuur- en Milieufederatie vindt het prima dat agrariërs zich kunnen ontwikkelen, voo r zover zij goed inclusief kunnen denken. Zij moeten rekening houden met de boeren die overblijven en andere streekbewoners, die ook een bestaan moeten hebben. De streek moet aantrekkelijk blijven voor een grotere groep mensen, ook voor recreanten die van buiten komen. Het inclusief denken is essentieel voor het welslagen van een uitbreidingsplan. o
Van de kant van de Gelderse Natuur- Milieufederatie wordt opgemerkt dat tegenover de wens van ondernemers om uit te breiden, de wens staat om het landschap zo veel mogelijk intact te houden. De gemeente zou samen met stakeholders, de boeren organisaties etc. om tafel kunnen gaan zitten om een aantal mogelijke projecten op elkaar af te stemmen. Dat geeft, ook in economische zin, meerwaarde voor de toekomst. Een vertegenwoordiger van LTO Liniedijk waarschuwt dat boeren echt niet in de rij zullen staan om uit te gaan breiden. Daar is noch economisch, noch milieutechnisch de ruimte voor. Er zijn, vertelt iemand anders, overigens plannen voor een Regionaal Adviescomit é dat alle verschillende (uitbreidings)plannen in de gemeente in samenhang probeert te bekijken. Het Adviescomité brengt dan advies uit aan de betrokken wethouder. Toch schuilt hierin ook een gevaar. Het kan zijn dat een ondernemer niet zo goed ligt in zij n buurt. Komt die buurt met een negatief advies, dan gaat de gemeenteraad nooit akkoord met de plannen. Ondernemers die goed liggen, krijgen dus veel meer kansen dan ondernemers die niet zo goed liggen.
o
Wat is de toegevoegde waarde van de Menukaart? Er zijn al mogelijkheden voor ondernemers die tot meer dan 1,5 ha willen uitbreiden. En blijkt dat niet zomaar mogelijk, dan kunnen toch ook uitzonderingen gemaakt worden. Daarvoor moet de ondernemer wel kunnen overtuigen. Een van de aanwezige ondernemers reageert dat een handige boer voordeel heeft van de Menukaart. Als na de dialoog de boer het met de buurt eens blijkt te zijn, kan de gemeenteraad iets regelen. Een ander merkt op dat zeker de niet-grondgebonden landbouw zich maatschappelijk wat vervreemd heeft. Wat gebeurt er achter de staldeuren? Daarom wordt zo'n bedrijf vaak emotioneel benaderd. De dialoog betekent dat een ondernemer aan de buurt laat zien wat hij doet, en waarom hij wil uitbreiden. Daardoor verbetert de acceptatie. Bovendien blijft op die manier misschien een gang naar de Raad van State uit. Er is al veel gewonnen als mensen er op lokaal niveau samen uitkomen zonder tussenkomst van rechters. Andere voordelen van de Menukaart die worden genoemd: de Menukaart geeft een duidelijk signaal voor uitnodigingsplanologie. De Menukaart geeft aan dat men openstaat voor goede ideeën van ondernemers. De Menukaart geeft ook aan welke punten voor de
Workshop Menukaart voor Ondernemers
pag. 2 van 5
Kennisfestival Menukaart FoodValley Regio d.d. 16 februari 2015
Workshop Menukaart voor ondernemers - 2 gemeenschap van belang zijn. Zo ontstaat duidelijkheid aan de voorkant. Ten slotte is een voordeel dat het allemaal sneller gaat als het proces georganiseerd is. Door de wethouder van Ede wordt een kanttekening gezet bij de werking van de Menukaart. Communicatieve en sociale vaardigheden of competenties van initiatiefnemers en de buurt hebben grote invloed op wat men weet te bereiken. Het zou kunnen helpen als een beleidsadviseur behulpzaam is in het geval van een weinig communicatieve boer. Iemand wijst erop dat de gesprekken in het kader van de dialoog begeleid kunnen worden door een adviseur. Stelling 2: De maatschappelijke tegenprestaties bedragen minimaal 8% van de investeringskosten. Dat is een goed uitgangspunt. o
De 8% tegenprestatie wordt door sommigen als problematisch ervaren. Die betekent een behoorlijke kostprijsverhoging. Iemand wijst erop dat je niet afgerekend wordt op die 8% als je vrijwillig meedoet aan het traject.
o
De Menukaart is nu gericht op één locatie van waaruit een ondernemer wil uitbreiden. Is het niet mogelijk om bij uitbreidingen gebruik te maken van kansrijke bedrijven van stoppende boeren? Een ondernemer breidt dan dus niet uit vanuit zijn eigen locatie, maar wordt eigenaar van een ander perceel. Dit komt ten goede aan de landschappelijke diversiteit. Deze mogelijkheid staat nog niet op de Menukaart. In Barneveld heeft men wel over deze mogelijkheid nagedacht. Misschien kan de overname van een ander bedrijf gezien worden als maatschappelijke tegenprestatie van iemand die wil uitbreiden.
o
Het nadeel van een vast percentage, zoals de 8%, is dat men er naartoe kan gaan werken. Een ondernemer brengt hiertegen in dat je wel iets moet vaststellen, want anders kan de omgeving ook bijvoorbeeld 12% eisen. Het moet ergens ophouden. Het werkt overigens alleen goed als de Menukaart lang genoeg is, met houtwal, een poel, zonnepanelen etc. Je komt dan vrij eenvoudig aan die 8%. Een risico is dat iedere club zijn eigen dingen gaat eisen en het een soort dictaat wordt in plaats van een keuzelijst. De ondernemer moet dus echt zelf kunnen kiezen. De wethouder van Ede waarschuwt in dit verband dat het ge en kwantitatieve discussie mag worden over het halen van 8%. Vandaar de suggestie om het niet te koppelen aan het investeringsbedrag, maar aan de doelbinding van de Menukaart. Dat betekent dat 3% ook voldoende kan zijn, voor zover aantoonbaar bijgedragen wordt aan het realiseren van de doelen van de Menukaart. Maar hoe meet je dat?
o
Een vertegenwoordiger van de LTO stelt dat ondernemers niet zo veel moeite hebben met de 8%, als zij het geld ook weer terug kunnen verdienen. Dat lukt niet met het aanleggen van bosjes of een poel. Het zou dus goed zijn als een deel van de investering meetelt voor de 8%. Daarvoor moet de Menukaart wel de nodige ruimte bieden. Je zou ook de buren kunnen vragen wat ze er voor over hebben om samen tot een oplossi ng te komen. Misschien willen zij wel mee investeren om die 8% te halen! De ondernemer haalt de 8% niet bij de bank, maar in de buurt!
Workshop Menukaart voor Ondernemers
pag. 3 van 5
Kennisfestival Menukaart FoodValley Regio d.d. 16 februari 2015
Workshop Menukaart voor ondernemers - 2 o Als je een adequate maatschappelijke tegenprestatie voor 5% van de investeringskosten kunt realiseren, waarom moet het dan toch 8% kosten? In de stelling moet daarom niet minimaal 8% staan. Misschien moet het juist maximaal 8% zijn. Of laat die 8% als een soort indicator gehanteerd worden, terwijl de kwaliteiten en doelen centraal staan. Stelling 3: Tegenprestaties zijn fysiek van aard en worden 'geleverd' tijdens de bouw ('boter bij de vis') Dat is een logische gedachte. o
Deze stelling krijgt brede steun. Aangetekend wordt dat sommige tegenprestaties (beplanting) beter na de bouw aangebracht kunnen worden.
o
Waarom zou je niet een deel van de 8% tegenprestatie kunnen invullen door elders leegstaande gebouwen op te ruimen? Waarom moet de 8% speciaal geïnvesteerd worden op het kavel zelf? Dit is met name ook voor niet-agrarische bedrijven een interessant idee. De vertegenwoordiger van de Gelderse Natuur- en Milieufederatie vindt dit een goede gedachte. Iemand van LTO waarschuwt dat er veel minder draagvlak binnen de agrarische sector is voor maatregelen die elders genomen moeten worden. Een intensieve veehouderij drukt namelijk een grote stempel op de directe omgeving. Er is vooral draagvlak voor het verbeteren van de directe leefomgeving op het bedrijf zelf. Het gaat dan dus om verbeteringen voor je directe buren. Er moet een duidelijke relatie bestaan tussen de boer, de buren en de aangebrachte verbeteringen.
Stelling 4: De dialoog met de omgeving is terecht een taak van de ondernemer. Maar dan wel strak vastleggen wie tot die omgeving behoort! o
Vastgelegd moet worden wie de onderneming kan horen, zien en/of ruiken (wie last heeft van een onderneming). Een ondernemer doet er overigens verstandig aan om breed uit te nodigen voor de dialoog. Misschien moet iedereen die er iets over wil zeggen, uitgenodigd worden. De verantwoordelijkheid daarvoor zou bij de ondernemer moeten liggen. Die heeft er belang bij om iedereen uit te nodigen die zelf vindt dat hij er belang bij heeft om te komen. Een raadslid merkt op dat het goed is om via een dialoog tot goede compromissen te komen. Maar als dat niet lukt, blijft de overheid verantwoordelijk voor een afweging van belangen. De overheid zou ook moeten kunnen ingrijpen bij het uitnodigingsbeleid voor de dialoog. Uiteindelijk moet de overheid kunnen regisseren.
o
Een cirkel trekken rond de boerderij werkt niet. Wel is het zinvol dat een ondernemer vanuit de gemeente of de regionale backoffice handvatten krijgt. Men zou van overheidswege met een lijstje mensen kunnen komen om uit te nodigen voor de dialoog. De boer weet dan dat hij op die manier voldoet aan de wensen van de gemeente.
Workshop Menukaart voor Ondernemers
pag. 4 van 5
Kennisfestival Menukaart FoodValley Regio d.d. 16 februari 2015
Workshop Menukaart voor ondernemers - 2 Centrale vraag aan de deelnemers is welke vraag/stelling/opmerking volgens hun het meest belangrijk is en centraal aan de gedeputeerde kan worden gesteld. Punten die worden meegegeven vanuit de workshop voor ondernemers: o
o
Wie is de baas? De gemeenteraad heeft een bestemmingsplan vastgesteld, maar dit valt erbuiten. Eigenlijk zou de provincie dus het aangewezen gezag moeten zijn. Al met al moet er duidelijkheid komen over de vraag bij welke instantie uiteindelijk het gezag ligt. Wat gebeurt er als boer en buren het eens zijn over een uitbreidingsplan, terwijl de gemeenteraad het daarmee oneens is? Misschien ligt de uitbreiding in een gebied waar de gemeente zelf in de toekomst denkt te gaan bouwen. Vanwege het gelijkheidsbeginsel voor boeren in de provincies Gelderland en Utrecht zou aan de Utrechtse gedeputeerde moeten worden gevraagd om een partiële herziening van het streekplan door te voeren, zodat de Menukaart straks ook toepasbaar is in het Utrechtse gedeelte van de Gelderse Vallei.
Workshop Menukaart voor Ondernemers
pag. 5 van 5