KARWIJ
IVN Oost-Veluwezoom
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Jachtvrije zone Insecten Leven met en van de natuur
Faunabeheer Koos aan het woord Nieuwe bestuursleden
ONTHAASTEN Momenteel hoor ik het woord niet meer zo vaak, al lijkt het nog net zo actueel. Druk als we zijn met van alles en nog wat, hebben we soms alleen oog voor de opvallende zaken. Voor dingen die groot zijn of onze aandacht trekken doordat ze bewegen. Nemen we echter de tijd om stil te staan, te gaan zitten, dan vertoont zich een compleet andere wereld. Een wereld, prachtig beschreven in "Erik of het klein insectenboek." van Godfried Bomans. De kleine Erik Pinksterblom, kruipend tussen het gras van een heel kleine habitat, ontdekt het leven van vele diertjes. Wormen, mieren, wespen, hommels, doodgravers trekken voorbij.
Zelf mag ik graag langs bermen en struwelen slenteren, kijken naar al het moois dat er is. Fraaie bloemen, insecten die erop vertoeven, zoals dit insect met het licht beschadigd oog. De steel van het fluitenkruid (zie achterblad) of de bloemen van de witte dovenetel. Ware kunstwerken vormen ze. Heb ik in de winter meer oog voor de grote landschappen, de overgangszones, de diverse wallen. De lente en zomer zijn voor mij bij uitstek jaargetijden om stil te staan bij de details. Schijnt daarbij dan ook nog een heerlijk zonnetje op mijn rug, dan kan mijn dag niet meer stuk, is onthaasten geen probleem. Loom word ik er van.
COLOFON Verschijnt 4 x per jaar: 1 maart, 1 juni, 15 september en 15 december. Oplage 330 ex.. Overname artikelen na toestemming, met bronvermelding. Artikelen in Karwij weerspiegelen niet altijd de mening van de redactie en IVN Oost-Veluwezoom. Redactie Karwij Corlène van den Camp, Karin Otermann, Barbara de Jong. Leden- en donateursadministratie Lidmaatschap min. € 15,- per jaar, donatie min. € 10,- per jaar. IBAN NL92INGB0001417280
[email protected], 0313-484724 t.a.v. de penningmeester Gerrie van Vorselen, Lindewal 1, 6981 AB Doesburg. Opzeggen: schriftelijk vóór 1 december.
Bij windstil weer leg ik mijn vondsten graag vast met mijn camera. Zoals de maartse vlieg, die als een ware acrobaat onder een grasspriet hangt. Trek ik er vroeg op uit, dan zal het zachtere licht het resultaat van mijn foto's ten goede komen. Zo 's morgens vroeg heb ik die wondere wereld vaak ook nog voor mij alleen. Tekst en beeld: Corlène van den Camp
2
IVN Oost-Veluwezoom
Bestuur voorzitter - Gerrit Lammers secretaris - Niki Bouwman penningmeester - Gerrie van Vorselen leden - Gerrit de Jong en Mieke de Graaff Secretariaat bestuur
[email protected] 06-30001120 t.a.v. de secretaris, Goudenregenstraat 39 6921 EG Duiven
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
VAN DE REDACTIE De zomer komt, echter gaat het zomeren? Op dit moment ligt de temperatuur lager dan we gewend zijn rond deze periode. De grond is vrij droog. Grappig bij een opwarmende aarde, een klimaat waarin we meer regen kunnen krijgen. Als mens berekenen we allerlei zaken, echter de natuur gaat zijn eigen gang. En dat is maar goed ook. Wat isdie natuur weer mooi, met al de uitlopende knoppen, de tere groene blaadjes, de fraaie bloemtapijten. Een seizoen waarin je voelt dat ook als mens je eigen energie weer toeneemt.
4
Van de voorzitter
5
Nieuwe bestuursleden
6
Bijspijkeren
7
Tuinberichten
8
Koos Bol aan het woord
10
Jachtvrije zone Veluwezoom
12
Regelgeving rond faunabeheer
13
Insecten, klein maar met velen
16
Leven met en van de natuur
18
IJslanders met veulens
Deze zomer editie is dank zij de energie van diverse leden dan ook weer gevuld met interessante artikelen. De IVN-tuin wordt weer in het zonnetje gezet. Je wordt meegenomen in de wereld van de bruikbare natuur. Een wereld van planten, die dankzij insecten hun levenscyclus steeds weer kunnen afronden. Bij die fascinerende insecten willen we in dit blad ook stil staan. Verder komt Koos Bol aan het woord, die vertelt over het winnen van zaden. Als tegenhanger een verhaal over de grote bosbewoners, het grof wild. Zij passeren de revue in het artikel over de jachtvrije zone, zoals deze zich in ons gebied bevindt. Dan zijn er nog de IJslandse paarden met een veulen. Dat zijn de natuurverschijnselen waar je blij van wordt. Als IVN-afdeling zijn we uiteraard blij, dat twee mensen ons bestuur vanaf de voorjaarsvergadering versterken. Zij zullen zich zelf in dit blad voorstellen. Als redactie wensen we je veel leesplezier. Corlène van den Camp
Kopij voor het volgende nummer vóór 25 augustus mailen naar
[email protected]
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
IVN Oost-Veluwezoom
3
VAN DE VOORZITTER Nieuwe bestuursleden Op de voorjaarsledenvergadering van 28 april jongstleden, is Karin Otermann uit het bestuur gegaan. Haar termijn van 6 jaar zat erop. Op deze plaats wil ik haar nogmaals bedanken voor haar geweldige inzet. Niki Bouwman en Mieke de Graaff zijn de nieuwe mensen in het bestuur. Elders in deze Karwij stellen ze zich voor. Niki neemt de secretaristaken van Karin over. Het bestuur bestaat nu uit 5 personen. Dit is voor nu genoeg, maar op de najaarsledenvergadering zal Gerrit de Jong afscheid nemen van het bestuur. Hij heeft dan ook 6 jaar in het bestuur gefunctioneerd. Voor hem zoeken we nu alvast een vervanger. Leden die overwegen in de toekomst mogelijk een bestuursfunctie te willen vervullen nodig ik bij deze uit om vrijblijvend een half jaar mee te draaien in het bestuur. Je kunt dan vanaf de zijlijn ervaren hoe het is om in het bestuur te zitten. Meer gezelligheid Het afgelopen half jaar heb ik met verschillende leden van onze afdeling gesprekken gevoerd over de huidige en nieuwe activiteiten die we als IVN-afdeling kunnen organiseren. Eén van de zaken die regelmatig genoemd werd is ‘meer gezellige dingen samen doen’. Dus niet alleen activiteiten voor publiek organiseren, maar ook voor de leden zelf. We willen daar graag gehoor aan geven. De nieuwjaarsreceptie in januari was zo’n moment waar de gezelligheid voorop stond. Ook de zomeravond in de IVN-tuin op 24 juni aanstaande (zie tuinberichten) wordt hopelijk zo’n moment. De gidsen van de natuurgidsencursus van 2009-2010 en 2013-2014 zullen deze gelegenheid ook gebruiken om een soort reünie te houden. Daarnaast willen we als bestuur graag ook andere activiteiten voor de leden zelf organiseren. Als iemand een leuk idee heeft dan horen we dat graag. Interessegroepen Om te proberen de interesses van de gidsen en oud-gidsen binnen onze vereniging meer samen te brengen wil het bestuur proberen interessegroepen te vormen. Dit in de gedachte dat door gidsen met gelijke interesses samen te brengen, ze daarmee elkaar enthousiasmeren en van elkaar leren, zodat ze betere gidsen worden. Doel van deze interessegroepen is ook om de kennis van cultuur, landschap, flora en fauna van de Oost-Veluwezoom beter te borgen. Nu is het vaak zo dat met het wegvallen van een gids ook de kennis verdwijnt. Eind mei wil het bestuur aan alle leden via de mail een enquête sturen, waarin de leden kunnen aangeven of ze willen deelnemen aan één of meerdere interessegroepen. Publiekscursussen: oproep Samen met IVN Eerbeek hebben we een natuurcursus georganiseerd. De inschrijving voor deze cursus moesten we al snel sluiten, omdat de cursus vol was. Dit stimuleert om meer publiekscursussen te organiseren Als IVN-afdeling alleen of samen met een buur-afdeling. We zoeken een aantal mensen die het bestuur willen helpen bij de organisatie van een aantal publiekscursussen in het komend najaar en volgend voorjaar. Heb je interesse of wil je meer informatie neem dan contact op met Gerrit Lammers?
4
IVN Oost-Veluwezoom
Karin Otermann (links) bij haar afscheid als bestuurslid
Tevens willen we vanaf januari 2017 weer een natuurgidsencursus organiseren. Interesse? Wil je meehelpen deze cursus te organiseren, dan kun je dat alvast kenbaar maken. Meer PR Zonder reclame geen bezoekers op onze activiteiten. Het is voor ons als vereniging met een publieke doelstelling erg belangrijk om ons publiek te bereiken. Voor de tijd van internet was het belangrijkste kanaal de krant. Als we daarin onze activiteiten publiceerden dan wisten we zeker dat het publiek bereikt werd. Nu in het internet tijdperk denken we dat de papieren media niet meer zo belangrijk zijn. Het tegendeel blijkt waar. Voor onze activiteiten is de aankondiging in de Regiobode het allerbelangrijkste. De Gelderlander is helaas steeds minder belangrijk geworden, omdat het aantal mensen dat een abonnement heeft op een regionaal dagblad sterk afgenomen is. Voor toeristen zijn de folders en aankondigingen in de toeristische gidsen nog steeds belangrijke informatiebronnen. Via internet is er een woud aan websites die activiteiten van organisaties publiceren. In hoeverre deze websites ook bezocht worden is vaak heel onduidelijk. Onze eigen website lijkt vooral bezocht te worden om datum, plaats en tijdstip te verifiëren en wordt veel minder gebruikt in de oriëntatiefase. We zijn nu bezig om het publiciteitslandschap wat meer in kaart te brengen en te bekijken welke media (zowel papier als digitaal) voor ons interessant zijn om onze activiteiten in aan te kondigen. Als vereniging zijn we niet gewend dat aankondiging van onze activiteiten geld kan kosten. Alleen aan het drukken van een folder geven we geld uit. Ik denk dat we in de toekomst ook steeds vaker geld zullen uitgeven aan de digitale publicatie van onze activiteiten op relevante websites. Zeker als we ook de jongere bezoeker willen bereiken, die steeds minder de traditionele papieren media leest. Internet biedt steeds meer mogelijkheden geïnteresseerden in onze activiteiten actief op te zoeken. Via Facebook, Twitter, Instagram, digitale nieuwsbrieven, enzovoorts, kun je actief je doelgroep benaderen. Het enige, en tevens het moeilijkste, is dat je de bezoeker moet verleiden zich te abonneren op jouw facebook-pagina of digitale nieuwsbrief. Willen we minder afhankelijk worden van de papieren publicatie-media dan zullen we toch die weg op moeten. Dit zal voor onze afdeling een hele uitdaging worden. Wie wil het bestuur helpen die uitdaging aan te gaan? Geef je op bij onze nieuwe secretaris Niki. Gerrit Lammers
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
NIEUWE BESTUURSLEDEN MIEKE DE GRAAFF Hallo allemaal, Sinds de Voorjaarsledenvergadering van 28 april zit ik in het bestuur van IVN Oost-Veluwezoom. Gerrit wilde graag een jong lid en iemand, die al wat langer meedraait. Dat ben ik dus. Ik ben 64 jaar en ik denk dat ik in 1999 de Natuurgidsencursus heb gedaan. Sindsdien gids ik een aantal keren per jaar op de zondagmiddag. Wij (Bart en ik), hebben drie zonen en twee kleinkinderen. Die kleintjes moeten straks ook weer de natuur in. Van oorsprong ben ik bibliothecaresse, daarna ben ik een aantal jaren thuis geweest voor de kinderen ( vroeger ging dat zo). Twee jaar geleden ben ik gestopt met werken, Ik werkte in Rijnstate, bij de Poli Cardiologie, als baliemedewerker. Ik heb altijd wel een periode in een bestuur gezeten (het laatst bij de Wereldwinkel in Dieren) en daarbij veel ervaring opgedaan. Daarnaast vind ik een heleboel dingen leuk: muziek, zingen, tennis, fotograferen enzovoorts. Mijn IVN kennis wat betreft de organisatie moet ik weer wat opvijzelen, maar dat gaat vast lukken. Ik hoop op een prettige tijd in het bestuur.
NIKI BOUWMAN Hallo Niki hier! Even voorstellen voor degene die nog nooit van mij gehoord hebben en mij willen leren kennen. Geboren in 1988 en momenteel woonachtig in Duiven. Ik ben getrouwd met mijn ‘highschool Sweetheart’ Albert. Vorig jaar is onze zoon Kay geboren. In mijn kinderjaren woonde ik deels in Nederland (Arnhem) en deels (tien jaar) in Tanzania/Oeganda. Ben daar opgegroeid in de wilde natuur waar ik inmiddels zo gefascineerd van ben. Tijdens mijn lessen in Afrika leerde ik Nederlandse soorten kennen, zoals de beuk en eik. Dit terwijl deze bomen helemaal niet voorkomen in Afrika. Dat was een vreemde gewaarwording. Wilde toch alles weten over de natuur dus ben ik Biologie gaan studeren. Na vijf jaar studie in Nijmegen kwam ik tot de conclusie dat de onderzoekswereld niet voor mij is weggelegd. Ik ben toch meer een mensenmens (als dat een woord is). Educatie ligt me wel goed en als ik dat combineer met natuur, komen we terecht bij IVN. Vandaar dat ik ook de afgelopen gidsencursus heb gevolgd en me nu inzet voor de scholenwerkgroep. Daarnaast inmiddels ook een plek in het bestuur, waar ik nog veel kan leren! Zoals Benjamin Franklin ooit zei: ‘ Tell me and I forget. Teach me and I remember. Involve me and I learn.’
IVN-TUIN RHEDEN ZOEKT NIEUWE MEDEWERKERS Naast het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten in Rheden ligt de IVN-tuin. Gedurende het jaar kunnen bezoekers in deze bijzondere, prachtig gelegen tuin terecht om wat meer over de planten die hier groeien en bloeien aan de weet te komen, of gewoon om te genieten van de natuur. Deze tuin wordt onderhouden door vrijwilligers die momenteel op zoek zijn naar versterking. Natuurliefhebbers met ‘groene vingers’ die graag buiten, op een bijzondere plek en in een goede sfeer willen werken zijn van harte welkom. Bovendien is dit een kans om als tuinmedewerker de eigen kennis van planten (en dieren) uit te breiden. Op maandagochtenden wordt er in de tuin gewerkt. Voor meer informatie, of het maken van een afspraak om nader kennis te maken, kan men contact opnemen met Paula Matthijsse, tel. 06-14 39 97 75 of via email
[email protected]
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Foto: Jannie de Jong
IVN Oost-Veluwezoom
5
BIJSPIJKEREN De afgelopen tijd hebben jullie deel kunnen nemen aan drie zeer gevarieerde activiteiten uit het bijspijker programma. Wat heeft het nieuwe seizoen voor ons in petto? Donderdag 17 september: lezing “zwammen over zwammen” over gewone en bijzondere paddenstoelen door Ruud Knol uit Apeldoorn. Aanvang 19.30 uur, ’t Sprengenhus, Harderwijkerweg 25 Laag Soeren. Zaterdag 19 september: excursie paddenstoelen o.l.v. Ruud Knol, aanvang 10.00 uur, Het Leusveld, Rhienderensestraat, Hall.
ZWAMMEN OVER ZWAMMEN: Op donderdagavond 17 september zal Ruud Knol voor ons een dialezing verzorgen over paddenstoelen. De wereld van de paddenstoelen is een wereld vol vormen, kleuren en bijzondere namen. Wat te denken van soorten als oliebolzwam, biefstukzwam of judasoor, om maar te zwijgen van dennenmoorder, spekzwoerdzwam of slijmige blekerik. Als je wat meer wilt weten over paddenstoelen dan is dit dé avond om iets te weten te komen over de mycoflora, lees: de paddenstoelenwereld. Ruud zal ons wegwijs maken in de mystieke wereld van de paddenstoel. Hij vertelt ons het een en ander over de bouw en de functie van de paddenstoel en over het milieu waar-
vertelt hij ons meer over deze projecten. Een samenvatting van de lezing is verwerkt in een kleurrijk boekje dat aan het eind van de avond te verkrijgen is. Voor meer informatie over paddenstoelen: kijk op de site www. mycologen.nl. Wil je meer weten over het karteringsproject, kijk op www.paddenstoelenkartering.nl. Aansluitend geeft Ruud op zaterdag 19 september een paddenstoelenexcursie naar het Leusveld.
Biefstukzwam Foto: Corlène van den Camp
GEVRAAGD De werkgroep bijspijkeren is op zoek naar een groot diascherm dat permanent in Het Sprengenhus in Laag Soeren kan worden opgeslagen, om te gebruiken bij bijspijkeractiviteiten. Contact: Herma Scherpenzeel 0313-619301.
in ze voorkomen. Je krijgt veel te zien en te horen over symbionten, parasieten en saprofieten. In haarscherpe opnamen gunt hij ons een kijkje op poriën, buisjes en plaatjes. En natuurlijk krijgen we veel soorten te zien, in de meest uiteenlopende tinten en vormen, van inktzwammen tot koraalzwammen, van bekerzwammmen tot boleten, van amanieten tot kluifjeszwammen. Verder vertelt Ruud iets over giftigheid, eetbaarheid en betekenis van paddenstoelen in de natuur en over biotopen. Dat varieert van begraafplaatsen tot zandverstuivingen, van bermen tot bossen, van graslanden tot lanen in het stedelijk gebied. Ruud Knol is niet alleen lid van IVN en KNNV maar ook van de Nederlandse Mycologische vereniging en een van de medewerkers aan het nationaal karterings- en monitoringsproject (meetnet). Het meetnetproject loopt inmiddels zo’n 10 jaar. Aan de hand van streeplijsten en documentatie
Goudhoed Foto: Corlène van den Camp
6
IVN Oost-Veluwezoom
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
TUINBERICHTEN De zomer begint bijna, dit is voor onze IVN-tuin het hoogseizoen met de meeste bezoekers. Om deze reden is in juli en augustus, dagelijks van 13.00 tot 16.30 uur, een van de tuinmedewerkers / gidsen aanwezig om het publiek te woord te staan. Sinds de afbraak van het oude tuinhuis in het voorjaar is er veel werk verzet om de tuin weer op orde te krijgen. En er blijkt daarbij dat er altijd wat te beleven is. Mummie Het oude tuinhuis is in no-time afgebroken en bijna alle materiaal kreeg een herbestemming. Kachel en golfplaten zijn via Marktplaats weggegaan, de planken kon iemand gebruiken voor (weer) een tuinhuisje, de rest ging naar een paar volkstuinen en het allerlaatste restant was bestemd voor een boomhut. Het was spannend of er nog iets bijzonders tevoorschijn zou komen uit de krappe ruimte onder de vloer van het oude tuinhuis. En inderdaad lag er iets bijzonders: een gemummificeerd konijn, ooit misschien hier per ongeluk terechtgekomen.
Zadenverkoopdag Net als vorig jaar werd er in samenwerking met Natuurmonumenten een speciale zadenverkoopdag georganiseerd. Dit viel samen met de Lammetjesdag op 29 maart jl. Helaas regende het vrijwel de hele dag en op het parkeerweiland stond slechts één auto geparkeerd. Dat was voor de georganiseerde activiteiten en met name voor de zadenverkoop geen succes. Op 26 april is er daarom weer een speciale zadenverkoopdag, maar nu in de tuin, geweest. Deze dag was succesvoller.
Veluwezoom zitten nog een paar heikikkers op de Rhederheide én de Terletsehei.” Conclusie: heikikkers komen dus niet zo heel gauw voor in onze IVN-tuin. Boomstam Al heel lang ligt een oude boomstam, bedoeld als educatief element, in de tuin. Het is interessant om de stadia van het vergaan van zo’n boomstam te volgen. Speciaal het leven wat er op en in deze dode materie plaatsvindt zoals zwammen, planten, kleine diertjes die op hun beurt weer vogels aantrekken, zonnende ringslangen. In de buurt van de oude boomstam ligt sinds enige tijd een ‘nieuwe’ boomstam zodat het proces van vergaan vanaf het begin kan worden gevolgd.
Compostactie Voor het beplanten van het na de sloop vrijgekomen stuk grond zijn hier zo’n honderd kruiwagens met compost opgebracht. Naar verwachting zal de nieuwe beplanting hier goed op gedijen en heeft de tuin er weer een blikvanger bij. Midzomeravond Op 24 juni a.s, vanaf 19.30 uur, vieren we Midzomeravond in de tuin. Een goede gelegenheid om elkaar te ontmoeten, wellicht ideeën op te doen en voor een rondje door de tuin... Tekst en beeld: Jannie de Jong
Heikikkers??? De werkochtend in de tuin op 30 maart werd begeleid door het luidruchtige gekwaak van de kikkers in de vijver die vol overgave bezig waren met hun paringsritueel. Het was een heel spektakel en er ontstond ook enige opwinding bij de tuinmedewerkers omdat het om de vrij zeldzame heikikkers leek te gaan. Navraag, met daarbij een foto van de kikkers, bij Ronald de Boer van Ravon leverde het volgende antwoord op: “Alle kikkers op de foto en ik denk ook alle op Heuven, zijn bruine kikkers. Heikikkers hebben een spitsere snuit, zijn wat kleiner en de mannetjes kleuren vaak blauw in de paringstijd. Ook hebben ze een kefje als roep, de bruine kikker bromt wat meer, een spinnend geluid. Op de
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
IVN Oost-Veluwezoom
7
EXPOSITIE 1BOOM OP MIDDACHTEN In het Kooibos van Middachten stond een reusachtige eik. Toen hij kaprijp was, is de boom op 27 maart 2013 geveld, verzaagd en verdeeld onder 73 vormgevers in hout die deelnemen aan het 1Boom project. Meubelmakers, beeldhouwers, beeldend kunstenaars, muziekinstrumentenmakers, houtdraaiers en andere vormgevers in hout hebben alles van de eik verwerkt tot objecten en producten. Deze bonte verzameling is te zien op de 1Boom expositie. Middachten wil laten zien dat traditioneel bosbeheer en eigentijdse toepassing heel goed hand in hand kunnen gaan. Het 1boomproject laat zien wat er allemaal mogelijk is met hout uit de regio, hoe belangrijk de grondstof hout is voor een duurzame economie, en hoe hout vormgevers en kunstenaars inspireert tot producten en objecten die over de hele wereld hun weg vinden. Meubels, sculpturen, gebruiksvoorwerpen, muziekinstrumenten, beelden, houtsnedes: 1Boom levert een scala aan voorwerpen op; nuttige, kunstzinnige, innovatieve en combinaties daarvan. Geschiedenis van het Kooibos Ook op andere wijze wordt aandacht besteed aan 1Boom. Er is een onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het Kooibos in het algemeen en 1Boom in het bijzonder. In een speciaal door Lars Soerink gemaakte film vertelt Peter Verhoeff van de Stichting Arcadië over de rijke historie en rentmeester Age Fennema over het bosbouwbedrijf Mid-
dachten. De expositie wordt afgewisseld met historisch fotomateriaal uit het archief van Middachten. Openingstijden Geopend: 27 juni t/m 15 september op zondag t/m donderdag van 10.30 - 16.30 uur in de tuinen, oranjerie, stallen en koetshuis. Elke zondag is er om 15 uur een rondleiding en zijn er regelmatig kunstenaars aanwezig. Entree: € 6,-.
KOOS BOL AAN HET WOORD gewoon leuk,” stelt Koos. Alle soorten worden alleen in hun natuurlijk, ‘wilde’ vorm verkocht. Koos: “Ik doe niet aan plantenveredeling, daar is IVN niet voor. Ik geef ook geen garantie op de kleur van planten die spontaan kruisen zoals de koekoeksbloem. Havikskruiden maken gemakkelijk bastaarden die vruchtbaar zijn, dat kan ik ook niet in de hand houden.” Koos zorgt er ook voor dat er zaad gewonnen wordt van soorten van de rode lijst zoals bolderik, karthuizer anjers en campanulasoorten.”
Klaproos Foto: Corlène van den Camp
Leden vertellen aan leden. Dit keer laten we Koos Bol (76 jaar) aan het woord. Koos heeft specifieke kennis en ervaring die hij graag doorgeeft aan anderen. Verder kan zijn verhaal de betrokkenheid onder de leden bevorderen. Koos is expert in het winnen van zaden. Er worden ongeveer 120 soorten zaden verkocht bij de IVN-tuin. De verkoop van zaden levert een substantiële bijdrage aan de begroting van de afdeling. “Maar dat staat niet voorop, hoor! Ik vind het
8
IVN Oost-Veluwezoom
Zaaddoos klaproos Foto: Corlène van den Camp
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Bovenwoning Koos heeft het tuinieren beslist niet van huis uit meegekregen. Hij lacht: “Ik ben opgegroeid op een bovenwoning in Den Haag. Op mijn 55-ste, na mijn werk bij Rijkswaterstaat, ben ik een determinatiecursus gaan doen bij de KNNV, met Henk Eggelte. Hij adviseerde me om lid te worden van de IVN. Ik kocht boeken om mijn kennis uit te breiden. Je moet een plant immers niet alleen herkennen aan de bloem, maar ook aan het groen en het zaad; soms heb ik wel een loep nodig. Ik kan nu aan de kiemblaadjes al zien wat het is. Zo ben ik erin gerold, van lieverlee heb ik winnen van zaden overgenomen van mijn voorganger.”
“Oogsten is een continue bezigheid. Je moet de natuur zijn werk laten doen, maar wel alert zijn hoe ver het is. De zaden moeten echt rijp zijn, maar je moet wel precies op tijd zijn om ze te oogsten, anders ben je ze kwijt. Daarom moet je weten hoe zaden zich verspreiden: door de wind, met pluisjes (zoals de paardebloem) of klitten (grote en de kleine klis, agrimonie), met water meegevoerd of door dieren. Viooltjes hebben een mierenbroodje, zoet spul waar mieren op afkomen en zo het zaad meenemen. Er zijn planten die hun zaad wegslingeren (lathyrus, bonen, veel boomsoorten) of gewoon laten vallen (ossentong), dat is makkelijk. Heel fijn zaad, zoals van de kattestaart, is lastig te verzamelen, maar een akelei heeft grote glanzende zaden. Krant eronder en klaar is Koos.” Administratie en zo Na het oogsten is het werk nog niet klaar. “Het zaad moet vaak nadrogen op kranten in huis. Soms moet – of eigenlijk: wil – ik het zaad ‘schonen’, pluisjes of ander spul eruit halen. Aan gele kamille zit veel troep. Daarna gaat het zaad in zakjes (heel fijne zaadjes in dubbele zakjes!) en voorzien worden van een etiket. Per soort doe ik de zakjes in grote enveloppen en sla deze op alfabetische volgorde (naar de Nederlandse naam) op in zes kratjes. Uit ervaring weet ik wel ongeveer hoeveel zakjes van elke soort per jaar verkocht worden, meer maak ik er ook niet klaar. Je moet wel de grote lijn in de gaten houden. Daarvoor houd ik een administratie bij: hoeveel zakjes heb ik gemaakt, hoeveel is er over na verkoop. Als ik genoeg nieuw zaad heb, dan gooi ik het oude zaad weg. Heb ik weinig nieuw zaad, dan bewaar ik het oude, maar test in het voorjaar wel of het nog wil kiemen. Ik wil zeker weten dat kopers goede kwaliteit krijgen.”
Links Koos Bol Foto: Gerrit de Jong
Secuur werk “Het winnen van zaden is niet ingewikkeld, maar wel veel en precies werk." Koos heeft veel voorbeelden paraat. “In het seizoen, van ongeveer half mei (sleutelbloemen) tot oktober (blauwe knoop), ben ik er dagelijks van 14.00 tot 16.00 uur mee bezig, zeker op warme zonnige dagen.” Koos verzorgt en beheert een perceel (tot voor kort zelfs twee!) van de volkstuinen in Ellecom. Aan het winnen van zaad gaat natuurlijk het zaaien, eventueel spenen of verplanten, vooraf. “Je moet weten hoe het zaad van elke soort kiemt. Er zijn koude kiemers die alleen na winterkou opkomen; lichtkiemers die óp de grond gezaaid moeten worden en donker-kiemers die juist wel afgedekt moeten worden met een laagje grond. Deze weetjes staan ook op de sticker die we altijd op de zakjes zaad plakken.” Daarna moet er gewied en gewacht worden totdat de plant zaad zet. Dan begint het ‘echte’ werk. Koos weet:
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Opvolging Koos wil al het werk eigenlijk niet meer alleen doen. “En ik wil mijn kennis graag overdragen.” Inmiddels hebben Paul Jongejan en Arlette Riggeling serieuze belangstelling getoond. “Zij zijn leergierig, maar ik denk dat ze wel een paar jaar moeten meelopen om alle kneepjes te leren. Je moet nu eenmaal zorgvuldig te werk gaan. Een klaproos is er in verschillende soorten. Je kunt ze aan de vorm van de zaaddoos uit elkaar houden, maar dat moet je wel wéten. Misschien zijn er bij deze afdeling wat weinig echte plantenkenners...” Tekst: Barbara de Jong
WANDELPROGRAMMA IVN EERBEEK Meer info: www.inv.nl/eerbeek, mw S. Omlo (0313) 41 67 47 Zondag 12 juni 21.30 uur. Kijken met je oren; over vleermuizen. NS-station Brummen Zondag 14 juni 14.00 uur. Stroomdalflora. Boerderij Heijendal Cortenoever Zondag 12 juli 13.30 uur: Fietstocht. VSM-station Eerbeek Zondag 9 augustus. Heidewandeling. Schaapskooi Loenermark
IVN Oost-Veluwezoom
9
UITBREIDING JACHTVRIJE ZONE NAAR VELUWEZOOM Natuurmonumenten heeft medio vorig jaar een jachtvrij gebied op de Veluwezoom ingesteld. Dit gebied van 1200 ha beslaat grofweg de Terletse heide en de Rheder en Worth Rheder heide. Het sluit aan op de jachtvrije zone in het Deelerwoud waar al sinds 2001 geen afschot meer plaats vindt van edelhert en damhert. Waarom heeft Natuurmonumenten deze jachtvrije zone ingesteld en hoe werkt dat in de praktijk? We vroegen het aan de faunabeheerder Jan Potkamp van Natuurmonumenten.
Deelerwoud: Rennende dammen Foto: Bas Worm
“Sinds medio 2014 hebben we het jachtvrije gebied van Natuurmonumenten in het Deelerwoud uitgebreid met een deel van het Nationaal Park Veluwezoom ten oosten van de A50. In het Deelerwoud vond al 14 jaar geen afschot meer plaats van edelhert en damhert. In de loop van vorig jaar is een nieuw Faunabeheerplan vastgesteld door de provincie Gelderland, vanaf dat moment is de uitbreiding van de jachtvrije zone officieel een feit. De twee gebieden zijn met elkaar verbonden via het ecoduct over de A50 bij Terlet. Eveneens nieuw is dat hier het wild zwijn niet meer
Jachtvrije zone zwart omlijnd
10
IVN Oost-Veluwezoom
bejaagd zal worden”. Jan Potkamp vertelt dat het nieuwe beleid voortvloeit uit de resultaten van de wild enquête. “In het najaar van 2013 hebben we een Groot Wild Enquête gehouden onder het publiek. De resultaten daarvan hebben we ter harte genomen en met het uitbreiden van de jachtvrije zone geven we hier een vervolg aan. We willen meer ruimte voor grote wilde dieren en meer ruimte voor natuurlijke processen. Het streven is dat de dieren een zo natuurlijk mogelijke leefwijze kunnen hebben. Daarnaast willen we graag dat de dieren minder schuw zijn en het publiek ze vaker te zien krijgt.” Deelerwoud In het Deelerwoud is destijds in 2001 gestart met een experiment waarbij geen afschot meer plaats vindt van edelhert en damhert. In dit gebied is al de nodige ervaring opgedaan, ook wordt het nodige onderzoek en monitoring uitgevoerd. De stand van edelhert en damhert is sindsdien toegenomen, maar zonder negatieve ecologische gevolgen. De zichtbaarheid van het wild voor het publiek is sterk verbeterd. Jan Potkamp meldt dat de aantallen dieren zich lijken te stabiliseren en er minder kalveren worden geboren: “Normaal gesproken krijgt een hinde ieder jaar een kalf, maar in het Deelerwoud zien we dat hindes vaker een jaar overslaan, in totaal is er dan minder aanwas.”
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Wildstanden Het nieuwe jachtvrije gebied bestaat voornamelijk uit open terrein met heide en een klein deel bos op de armere gronden. De verwachting is dat de standen van edelhert, damhert en wild zwijn iets zullen toenemen. In de natuur bepaalt echter de beschikbaarheid van voedsel de omvang van de dierpopulaties. Omdat de jachtvrije zone in een voedselarmer deel van het Nationaal Park Veluwezoom ligt, verwacht Natuurmonumenten geen grote toename van het aantal dieren. Jan Potkamp: “De tellingen van herten is net geweest en daar is een lichte toename te zien van het edelhert in de jachtvrije zone van het Nationaal Park Veluwezoom. Het verloop van het voedselaanbod op de Veluwe is echter veel gelijkmatiger dan in een gebied als bijvoorbeeld de Oostvaardersplassen. Daar is sprake van hele rijke grond met een zeer hoog voedselaanbod in de zomer terwijl het aanbod in de winter heel schraal is. Op de Veluwe zijn de omstandigheden totaal anders en zijn er minder grote verschillen tussen het voedselaanbod in de zomer en de winter.” Jan Potkamp, die regelmatig een vaste monitoringsroute rijdt, merkt nu al dat de zichtbaarheid van het grofwild is toegenomen. Wild zwijn Zowel het Deelerwoud als het jachtvrije deel van het Nationaal Park Veluwezoom zijn ook jachtvrij gebied voor het wild zwijn. Dat is een primeur, want dit is het eerste jachtvrije gebied voor zwijnen in Nederland. De zwijnenstand is in het algemeen veel gevoeliger voor het voedselaanbod dan bij edel- en damhert. Natuurmonumenten verwacht dat de zwijnenstand mee gaat lopen met de mast situatie. Jan Potkamp: “Dat betekent dat in een slecht mastjaar, met weinig eikels en beukennootjes, de stand terugloopt. Terwijl in een rijk mastjaar, de aantallen dieren snel kunnen oplopen, omdat dan niet alleen de volwassen zeugen, maar ook de overlopers (biggen van het najaar daarvoor) jongen krijgen, met een gemiddelde van 5 biggen per worp. Zelfs biggen kunnen onder die omstandigheden binnen een jaar alweer enkele biggen werpen. Dan kan het hard gaan.”
Wilde zwijnen bij Hof te Dieren Foto Bas Worm
van elkaars streefstanden. Op de Zuidoost Veluwezoom is een grote oppervlakte natuur met relatief weinig wegen. Hierdoor kunnen er vooral in het centrum van het gebied meer edelherten leven dan op andere delen van de Veluwe. Niet alleen het verkeer maar ook de buren, dat wil zeggen de terreineigenaren van direct aangrenzende gebieden, mogen echter geen last krijgen van de hogere wildstand. Zij moeten gevrijwaard blijven van onevenredige schade en overlast. In bosgebieden treedt vooral schade op doordat edelherten jonge boompjes aanvreten en de bosverjonging tegengaan. “In goed overleg met de buren hebben we afgesproken dat ons gebied rondom de afschotvrije zone in het Nationaal Park Veluwezoom als bufferzone gaat fungeren. In de bufferzone gaan we de, door de provincie vastgestelde, lagere streefstanden wel handhaven door middel van afschot. Bij het Deelerwoud is geen bufferzone nodig, daar hebben de buren vooralsnog geen problemen met de extra dieren.”
Bufferzone Uitgangspunt van het provinciale faunabeheer is dat de verschillende terreineigenaren geen schade ondervinden Edelherten Foto: Corlène van den Camp
Monitoring Natuurmonumenten gaat de ontwikkelingen in het gebied nauwlettend volgen en monitoren. Als er ongewenste ontwikkelingen optreden of bijvoorbeeld ecologische problemen ontstaan, dan kan zij besluiten toch in te grijpen. Ook zwakke dieren die ten dode zijn opgeschreven, krijgen een genadeschot om onnodig lijden te voorkomen. Tekst: Karin Otermann Biggen Foto: Bas Worm
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
IVN Oost-Veluwezoom
11
REGELGEVING ROND FAUNABEHEER Het faunabeheer is in ons land ondergebracht in de Floraen faunawet. Doel is een balans te vinden tussen duurzame instandhouding van beschermde inheemse diersoorten (natuurlijkheid, toeristisch-economische inkomstenbron) en anderzijds de belangen van weggebruikers (verkeersveiligheid), agrariërs (schade aan gewassen en veterinaire schade), terreinbeheerders (schade aan bos of natuur), de dieren zelf (welzijn, onnodig lijden) en lokale bewoners (schade en overlast aan tuin en erf). De soorten die behoren tot het grofwild, namelijk edelhert, damhert, wild zwijn en ree, zijn wettelijk beschermd en mogen alleen worden afgeschoten om schade te voorkomen. Het provinciebestuur is eindverantwoordelijk voor het gevoerde beleid, hierbij wordt zij ondersteund door de
Silhouet damschauffler op de heide in de mist.
Foto: Bas Worm
Faunabeheer Eenheid (FBE) en de Wildbeheereenheden (WBE’s). De FBE Gelderland bestaat uit vertegenwoordigers van agrariërs, jagers en terreinbeherende organisaties. Binnen de FBE vindt overleg plaats tussen de verschillende grondeigenaren en worden bovengenoemde belangen tegen elkaar afgewogen. Daarnaast houdt de FBE alle gegevens bij van wildstanden, afschot enzovoorts. De provincie stelt eens in de 6 jaar een nieuw faunabeheerplan vast voor grofwild. De FBE doet daartoe een voorstel aan de provincie. Een belangrijk onderdeel zijn de voorstellen voor de streefstanden in verschillende deelgebieden. De provincie kan het voorstel eventueel bijstellen en uiteindelijk stellen Gedeputeerde Staten (GS) het faunabeheerplan officieel vast. Medio vorig jaar heeft GS het nieuwe Faunabeheerplan 2014-2019 vastgesteld. De uitvoering van het faunabeheerplan wordt gecoördineerd door de WBE’s. In Gelderland zijn circa 50 regionale WBE’s actief.
12
IVN Oost-Veluwezoom
Elk jaar gaan jachtopzieners en faunabeheerders van de WBE op een aantal momenten in het voorjaar het veld in om op de Veluwe de aantallen herten, reeën en zwijnen te tellen. Aan de hand van de telgegevens worden de voorjaarsstanden bepaald, uitgesplitst naar leeftijdcategorie en diersoort. Deze voorjaarsstanden worden vergeleken met de streefstanden die in het Faunabeheerplan zijn vastgelegd. Op basis daarvan wordt vervolgens bepaald hoeveel dieren er moeten worden afgeschoten per gebied en per leeftijdscategorie en diersoort om de streefstand te benaderen. De terreineigenaren krijgen daarna een gespecificeerd afschot toegewezen van Gedeputeerde Staten. Zij zijn wettelijk verplicht om de streefstanden te handhaven, dat gebeurt door middel van afschot.
Sinds een jaar of tien is sprake van een differentiatie in dichtheden van grote hoefdieren in de opeenvolgende Faunabeheerplannen. Er is ruimte voor lokaal maatwerk dat rekening houdt met alle verschillende belangen. Zo worden er zones vastgesteld met verschillende streefstanden. De aantallen herten in de centrale zone van het Nationaal Park Veluwezoom mogen toenemen, daar vindt geen afschot meer plaats. Dit is de jachtvrije zone. In de bufferzone daaromheen is de streefstand gelijk aan die van de aangrenzende terreinen van Geldersch Landschap en Kastelen, Twickel en Middachten, namelijk 2 dieren per 100 ha. Daarnaast beheert Staatsbosbeheer op de Midden Veluwe sinds 2011 ook een afschotvrije zone. Karin Otermann Bron: Faunabeheerplan Grofwild FBE Gelderland 2014 2019
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
INSECTEN, KLEIN MAAR MET VELEN De een vindt insecten fascinerend, de ander moet er niets van hebben. Zelf behoor ik tot de eerste groep. Kan ik andere mensen enthousiast maken voor deze wonderbaarlijke wereld? Ik ga in gesprek met een bioloog die mijn fascinatie deelt, te weten: Mark Lammers (26), Secretaris v/d Nederlandse Entomologische Vereniging www.nev.nl, Promovendus evolutionaire ecologie aan de Vrije Universiteit. http://www.falw.vu.nl/animalecology Allereerst vraag ik Mark waardoor hij enthousiast is geworden voor de wereld van de insecten, wat hem zo fascineert? Als kleine jongen op vakantie in Frankrijk zag hij voor het eerst bewust een insect, de heldenbok. Een imposante boktor, met grote antennes. Later volgde een kamp van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie, alwaar diverse insecten bestudeerd en verzameld werden. Het ging toen over libellen, sprinkhanen, dagvlinders: hoe herken je ze, wat eten ze, welke vijanden hebben ze. Echter, van bovenstaande groepen zijn in Nederland circa 50 of 60 soorten te zien. Voor een leek wellicht veel, maar Mark verveelde dit op een gegeven moment, dus werd zijn onderzoeksgebied uitgebreid met wantsen (circa 650 soorten) en kevers (meer dan 4000 soorten) die leven op onze vaderlandse bodem. Zijn fascinatie is vooral ontstaan na het vergroten van dieren, ze echt ‘onder de loep’ nemen. "Dan zie je pas hun diversiteit in vorm, kleur, structuur. Wanneer je dan ook nog duikt in hun bijzondere leefwijze, dan gaat er een wereld voor je open." Aldus Mark. Binnen het dierenrijk zijn insecten verreweg de grootste groep. Deze groep bevat vele soorten, die zijn allemaal anders, halen diverse nutriënten (voedingsstoffen) op hun eigen specifieke wijze uit hun omgeving. De meeste insecten zul je niet opmerken. Enkelen zorgen voor een slechte naam, maar velen ook voor een goede reputatie. Onbewust geeft Mark me een voorschot op mijn tweede vraag: Heb jij een idee waarom insecten bij veel mensen niet zo geliefd zijn? Tja, ze steken. Ze leven in, zitten op ‘vieze’ zaken als compost, rottend vlees. Ze hebben meer poten, kriebelen,
zijn soms razend snel, hebben uitstekende antennes. Ze kunnen ziektes overbrengen. Kijk maar naar de mug, deze is zogenaamd onze ‘killer nummer een’. Echter, de mug zelf is onschadelijk, dient slechts als taxi voor een parasiet (een eencellig diertje) die malaria veroorzaakt. In dit geval wordt de ‘boodschapper’ ten onrechte gezien als de dader. Zodra je echter beseft dat al deze ‘negatieve aspecten’ slechts een deel zijn van het totale spectrum dat deze dieren zo bijzonder maakt, ga je er anders naar kijken. Als er zoveel insecten zijn, dan zullen er wel groepen zijn. Hoe is deze indeling? Insecten zijn onderdeel van de geleedpotigen (fylum). Je hebt het dan bijvoorbeeld over kreeftachtige, duizend- en miljoenpoten, spinnen, hooiwagens. Insecten zijn de grootste groep binnen de geleedpotigen en onderscheiden zich van deze soorten doordat zij zes poten hebben. Deze grote groep wordt onderverdeeld in 'ordes': kevers, sprinkhanen, cicades, libellen, en vele anderen. De insecten kun je ook indelen in de gevleugelde en de ongevleugelde. De originele, basale vorm zijn de ongevleugelde. In een later stadium hebben bepaalde soorten zich verder ontwikkelt tot de gevleugelde. Omdat zij eerder opvallen zijn ze vaak bekender. De gevleugelde kun je dan weer onderverdelen. De insecten met de onvolledige gedaantewisseling, de hemimetabolen. Uit het ei komt een klein dier, dat sprekend lijkt op het grotere, volwassen dier. Het zal een aantal malen uit zijn huid kruipen, vervellen, steeds als dit vel te nauw wordt. Hoe vaak het dier vervelt hangt af van de soort. Voorbeelden van een onvolledige gedaantewisseling zijn: sprinkhanen, libellen, wantsen, haften, steenvliegen.
Daarnaast zijn er insecten met een volledige gedaantewisseling, de holometabolen. Bij deze insecten is er sprake van een ei, waaruit een larve komt, die zich verpopt. Binnen die pop vindt dan de gedaantewisseling plaats tot het volwassen dier. We hebben het dan bijvoorbeeld over vlinders, vliegen, kevers, gaasvliegen. Momenteel hoor je veel over de klimatologische veranderingen. Hebben deze ook invloed op de insecten die hier leven? Uiteraard. Verschillende klimaten kennen andere insecten. Welke insecten ergens leven wordt bepaald door zaken als de gemiddelde temperatuur, maar ook door de pieken daarin, door perioden van droogte. Deze zaken veranderen. Zo stijgt de gemiddelde temperatuur langzaam in Nederland. Bepaalde vlinders hebben hier moeite mee. Het gebied waar zij heen moeten (willen ze dezelfde omstandigheden vinden), is bijvoorbeeld moeizaam te bereiken door grenzen als de zee, of doordat het gebied waar ze heen moeten nog niet de juiste condities heeft voor hen.
Gevlekte smalboktor
Sommige soorten kunnen zich aan de lokale situatie aanpassen, maar hierover is nog onvoldoende bekend. Een voorbeeld van aanpassing die we wel kennen zijn de rupsen van de kleine wintervlinder op eiken, die momenteel eerder uit hun ei komen. Daardoor zijn ze op tijd om hun specifieke voedsel, het verse eikenblad te vinden, dat door opwarming eerder aan de boom zit. De mezen, die de rupsen nodig hebben om hun jongen te voeden, lijken hier meer moeite mee te hebben, krijgen hun jongen vaak nadat de jonge rupsenpiek al voorbij is. Stel ik wil die insecten zien, waar heb ik dan kans? Waar kan ik speciale soorten ontdekken? "Insecten zoeken vraagt tijd, geduld en hard werken." vertelt Mark. "Zeker als je speciale soorten wilt vinden, want dat vraagt bijvoorbeeld de bast van een boom slopen, een larve zelf uitkweken. Meestal zul je insecten dus bij toeval zien. Doordat je bijvoorbeeld in een grasland gaat zitten, daar loopt altijd wel iets."
14
IVN Oost-Veluwezoom
Op een klein gebied vind je al snel diverse insecten, zowel specialisten als generalisten. Kijk bijvoorbeeld eens naar de eikenboom waarop meer dan 400 diverse insecten leven. Enkele daarvan zijn vrij algemeen, zoals diverse rupsen, elders eveneens voorkomen. Specialisten op de eik zijn bijvoorbeeld bepaalde bladmineerders. In dode takken larven van de boktor of bladkever. Paddenstoelen die op de eik leven zijn interessant voor schimmelkevers. Op de katjes komen insecten die van stuifmeel en nectar houden. Dan zijn er nog de galwespen, sluipwespen die in plaats van een dier, het blad uitkiezen om te manipuleren door aldaar een gal te maken en zo in te grijpen in de fysiologie van de boom. Dat vraagt specialisatie van die galwesp. De galwesp openen om een kijkje te nemen betekent dat de larve sterft, want deze droogt dan uit. De gesloten gal kun je uitkweken, dan zie je de galwesp zelf. Makkelijk te spotten zijn libellen, vlinders en sprinkhanen. Wel ben je dan afhankelijk van het juiste seizoen, want de volwassenen dieren, die je gemakkelijker ziet, leven meestal maar kort. Zijn hier ook unieke exemplaren te vinden? In het Herikhuizerveld bijvoorbeeld, vindt je zandgrond op een zuidelijke helling. De zon warmt het zand op, het regenwater wordt door het zand snel afgevoerd. Deze combinatie zorgt voor een droog, steppeachtig klimaat aldaar. Hier kan de zadelsprinkhaan leven, die een open gebied nodig heeft om zich volledig te ontwikkelen. Het gebied is echter klein, wordt bedreigd door bebossing. Momenteel probeert men het wel opener te houden, het stuifzandgebied te vergroten. Nodig, want de zadelsprinkhaan kan niet vliegen omdat zijn vleugels sterk gereduceerd zijn, hij vrijwel gebonden is aan zijn gebied. Het Herikhuizerveld is bijzonder interessant voor specialisten, echter lastiger voor onervaren mensen, leken. Insecten vinden vergt daar meer ervaring en meer kennis aangezien ze veelal niet behoren tot de bekende mooie grote groepen insecten.
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
De insectengids van Tirion is vrij algemeen. Geschikt voor hen die groepen willen leren kennen, overzicht willen krijgen. De specifiekere soorten determineren zal met deze gids moeilijk zijn.
Lissenboorder, een snuitkever
Gebieden die wellicht interessanter zijn om kennis te maken met diverse insecten zijn de vennen op de Hoge Veluwe, zoals de IJzeren Man en het Deelense Was. Larven van libellen hebben schoon water nodig, de kans om hier libellen te zien is dus zeer groot. In het gebied van IVN Oost-Veluwezoom kent Mark geen plekken waar voor leken libellen makkelijk te spotten zijn. Ga je bijvoorbeeld de uiterwaarden in, dan is daar veel inspoeling van meststoffen, hetgeen het gebied minder geschikt maakt voor de meeste insecten. Dagvlinders zul je veelal aantreffen op schrale graslanden. Nachtvlinders kun je vrijwel overal vinden wanneer je met een UV-lamp op een broeierig warme zomeravond in de schemering naar buiten trekt. Heb je nog tips om insecten beter te leren kennen? Ga naar buiten. Gebruik een verrekijker, zo verstoor je het diertje minder vlug. Vang het insect eventueel in een netje of potje, zodat je het kunt bestuderen. Of maak een foto zodat je ze later kunt determineren. Lukt dit niet, dan kun je hulp vragen op de website www.waarneming.nl. De foto moet dan wel duidelijk genoeg zijn. Enthousiast geworden, wil je meer weten? De veldgidsen van het KNNV zijn heel toegankelijk, ze hebben duidelijke illustraties en heldere informatie over de soort, hun leefwijze, hun voeding.
Tenslotte vraag ik Mark om nog een insect in het zonnetje te zetten. Na een korte stilte komt hij met: De grote groene sabelsprinkhaan, niet te verwarren met de zadelsprinkhaan. Een zeer luidruchtige beest dat door de groene kleur niet opvalt. Deze sabelsprinkhaan, die kan vliegen, houdt van een ruige omgeving, een klein bos, bramen, brandnetels. Als je hem te dicht benaderd zal hij een dreigende houding aannemen. Pak je hem vooraan bij de vleugels vast dan heeft hij stevige kaken die flink kunnen bijten. Hij is te zien bij warm weer vanaf augustus totdat de temperatuur weer flink daalt.
Grote groene sabelsprinkhaan (mannetje)
Het vrouwtje heeft een legboor die vrijwel even lang is als haar achterlijf. Daarmee legt ze vele eitjes in de bodem, die vrijwel gelijktijdig uitkomen, zodat een aantal de kans heeft te overleven aangezien er vele predators zijn. Met de legboor kan ze overigens niet steken, wel dankt deze sprinkhaan daar aan de naam. Het jonge exemplaar is herbivoor, eet vooral graag de sappige grassen en kruiden. Na circa 5 vervellingen, als de sabelsprinkhaan volwassen is, wordt het een echte rover, die andere insecten eet of spinnetjes. Wil je de ontwikkeling zien, dan kun je een sprinkhaan heel makkelijk zelf opkweken in een terrarium. Geef het jonge dier wat plantjes en een klontje rauw gehakt of een dode vlieg. Het dier maakt zelf wel de juiste keuze uit dit aanbod. Met dank aan Mark Lammers voor zijn inspirerende verhalen. Hij sluit af met de woorden: Insecten zijn niet vies, eng of gevaarlijk, maar mooi, divers en fascinerend!
Fraaie schijnboktor
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Tekst en beeld: Corlène van den Camp
IVN Oost-Veluwezoom
15
DOODBLOEDEN Sapstromen, daar had ik van gehoord. Ook van het feit dat de sapstroom in het najaar vrijwel tot stilstand komt, omdat de boom nauwelijks nog vocht verdampt en de wortels minimaal water opnemen. Wil in het voorjaar de boom weer uitlopen, dan moet die sapstroom weer tijdig op gang komen. Bertus van der Kolk leerde me al eens dat je door een takje van een berk af te knippen begin februari, kunt zien of dit al het geval is, aangezien op die plek het sap dan eruit stroomt. "Je kunt makkelijk een fles vullen met berkenwater", aldus Bertus. Ik kon mijn ogen echter niet geloven toen ik half april het effect zag bij een berkenboom die een maand daarvoor omgezaagd was. Het verhaal ging dat het vocht er tijdens het zagen al uit spoot. Dit heb ik niet gezien, maar de sapstroom die zich de dagen erna vormde op de stam en rondom de boom, was enorm, zoals bijgaande foto's laten zien. Op het moment dat ik deze foto;s maakte stroomde het sap nog gestaag naar buiten. Een mooi en kleurrijk gezicht, maar in de tuin met spelende kinderen wellicht minder handig. Het zoete vocht strekt insecten, en is een broeiplaats voor bacteriën. Er zit echter niets anders op dan gewoon afwachten tot dat de boom is doodgebloed. Hetgeen naar ik begrijp nog wel even kan duren. Tekst en beeld: Corlène van den Camp
LEVEN MET EN VAN DE NATUUR In de vorige Karwij vertelde Rob Kleinlugtenbelt over Bruikbare Natuur in het voorjaar. Deze keer belicht hij de mogelijkheden van de zomer. Verzorging Leuk zijn tips voor persoonlijke verzorging. Rob: “Een takje van de zwarte els werkt als een tandenborstel. Wie bij de toiletgang een alternatief voor wc-papier nodig heeft, kan haarmos gebruiken, dat is vrijwel altijd vochtig. Zeepkruid
groeit niet in deze regio, maar hier hebben we de paardenkastanje (niet inheems, wel veel voorkomend). Pluk er blaadjes van, maak ze nat, kneus ze, wrijf en was. Het goedje gaat echt schuimen! De saponines waar zeepkruid bekend om staat, zitten ook in de bladeren van de paardenkastanje.” Wie buiten leeft, loopt wel eens een schram, sneetje of ander wondje op. Rob weet raad: “Gekneusde blaadjes van duizendblad werken bloedstelpend en ontsmettend. Een wondje kun je afdekken met hars van de spar. Als je in de pukkels prikt, dan komt er wat hars uit, waarmee je een tijdelijke afsluiting kunt maken. Gekneusd blad van de gewone weegbree helpt om de jeuk door brandnetels te verlichten.” Touw “Touw is àltijd handig,” vervolgt Rob. “Het proces is bewerkelijk, maar je kunt het maken van wilgentakken. Neem een niet te dunne stengel. Daar schraap je de buitenste groene laag vanaf. Snij de tak in over de hele lengte. Je kunt er nu de tweede laag afpellen. Scheur reepjes van dit materiaal. Als je de repen twijnt – twee repen afzonderlijk in dezelfde richting draaien en deze twee daarna “in elkaar laten draaien” – dan heb je een heel bruikbaar koord. Dit werkt alleen in het voorjaar en de zomer, want daarna drogen de takken uit waardoor de bast bijna niet meer los laat.
16
IVN Oost-Veluwezoom
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
zoals elzen, zijn goede indicatoren voor de grondwaterstand. Het water dat je gravend bereikt, moet je wel eerst koken voor consumptie. Bovendien is er in Nederland altijd het risico van grondwaterverontreinigingen Vanuit het verleden of door grondwaterstroming. Dit kun je alleen verwijderen met goede koolstoffilters.”
Leuke weetjes Een klein lampje kun je maken met een klein flesje olie (uit de keuken) en lucifers. Rob legt uit. “Zoek een schelpje of iets dergelijks en een takje van de pitrus. De dunne kern hebben we nodig. Maak een dun sneetje aan de voet met je duim. Vouw de voet open en zet je duim aan de voet. Beweeg je duim naar de top, waarmee je de pitrus open vouwt. Tegelijkertijd schraap je automatisch met je duim de zachte kern mee. Wanneer je dit goed doet, houd je de lange, zachte kern over. Dit werkt heel goed als lontje.”
Om schoon water te verkrijgen heeft Rob een grappig voorstel. “Met een heel grote plastic zak (voor een vuilcontainer) kun je schoon water ‘vangen’. Het duurt wel even, maar het is leuk om te demonstreren. Bind aan het begin van een wandeling, liefst op een mooie zonnige dag, de plastic zak om een grote boomtak met veel blad. Voor het dichtbinden kun je het wilgenkoord gebruiken. Na twee-eneen half uur wandelen zit er water in de plastic zak door de verdamping van het boomblad. Het is niet heel veel, een kopje vol ongeveer, maar leuk om te laten zien.” Rob waarschuwt wel. “Kies een boom uit die niet heel giftig is, zoals een taxus. Wilg, eik en berk zijn prima.” Graven naar grondwater kan natuurlijk ook. Rob: “Planten en bomen,
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Eten De zomer is de tijd van bessen zoals bosbessen, bramen en vossenbessen (op het Rozendaalse Veld; vossenbessen niet te verwarren met de cranberries van Terschelling). Frambozen komen hier weinig in het wild voor. “Bij het plukken wel oppassen voor teken en de vossenlintworm.” Rob vertelt verder: “De bosaardbei is lekker zoet, in tegenstelling tot de smaakloze verwilderde schijnaardbei. Vlierbessen zijn geschikt om – gemixt met andere bessen – sap, siroop, jam of compôte te maken. Lijsterbessen zijn eetbaar, maar daar heb ik geen ervaring mee. Bitter, niet erg lekker, heb ik gehoord. Als je ze invriest, worden ze zoeter en dan schijnen ze goed te smaken bij wild. Lijsterbessen bevatten heel veel pectine, dat is handig als je jam maakt.” In de nazomer komen de paddestoelen aan de beurt. Rob aarzelt. “Paddestoelen plukken is een gevaarlijke sport. Je moet héél zeker weten wat je plukt, want er zijn zeer giftige soorten. Gebruik een goed boek.”
Het noorden Tot slot een trucje om je te oriënteren in een gebied. “ 's Nachts heb je, als het tenminste onbewolkt is, de Poolster om het noorden te vinden. Overdag doe je het volgende. Steek een stok in de grond en leg een steentje waar de schaduw valt. Leg een tijdje later een tweede steentje bij de nieuwe schaduw. Ga met je linkervoet bij het eerste steentje staan en met je rechtervoet bij de tweede steen: dan kijk je naar het noorden.” Tips Zie de opmerkingen in de tekst over zwarte els, de paardenkastanje, de spar, de pitrus, wilg, waterdamp en het noorden. Al deze voorbeelden zijn goed te demonstreren aan excursie-deelnemers. 'Op 21 juni is er een wandeling over eetbare planten en bruikbare natuur, startend bij de parkeerplaats van Kasteel Middachten, De Steeg. Op de volgende bladzijde: hoe maak je vlierbloesemsiroop. Tekst: Barbara de Jong Beeld: Rob Kleinlugtenbelt
IVN Oost-Veluwezoom
17
VLIERBLOEMSEMSIROOP Op www.beorc.nl is bijvoorbeeld dit recept te vinden Vlierbloesemsiroop: lekker en eenvoudig zelf te maken. Ingrediënten: 100 schermen vlierbloesem, 3 kg suiker, 4 citroenen, 1,5 l water Benodigdheden: 10 liter pan, 5 liter pan, schaar, vork, soeplepel, kaasdoek of vitragedoek, zeef, trechter, flessen (totale inhoud 3,5 liter), soda. Bereiding: Maak vooraf eerst de flessen goed schoon, bijvoorbeeld met soda. Verzamel 100 schermen vlierbloesem. Knip niet de hele vlier kaal, maar verzamel bij elke vlier een paar schermen. Ris de bloesem van de schermen af met een vork. Of pak een schaar. Verzamel alle bloesem in de 10 liter pan. Snij de citroenen in stukken en voeg deze toe aan de bloesem.
IJslands veulen, merrie en links achter de hengst
IJSLANDERS MET VEULENS
Zondag 14 juni 2015 van 11.00 tot 16.00 uur zijn er ‘Wateractiviteiten’ in de IVN tuin. In aquariumbakken is te zien welke dieren en planten er zoal in het water leven. Interessant voor groot en klein om eens schrijvertjes, schaatsenrijders, poelslakken, watersalamanders, stekelbaarsjes, kikkervisjes en, wie weet, een geelgerande watertor van wat dichterbij te bekijken. Leden van de Waterwerkgroep, die deze dag organiseren, verstrekken graag informatie over het waterleven.
Op de wei bij het bezoekerscentrum is 13 mei een veulen geboren bij een van de IJslandse merries van Natuurmonumenten. Eind april was er al een veulen op de heide geboren. De kudde IJslanders in het natuurgebied bestaat alleen uit merries en ruinen. Ruinen zijn gecastreerde hengsten. Natuurmonumenten heeft een eigen hengst, maar die loopt niet los in het natuurgebied. Tineke Velthorst vertelt dat IJslandse hengsten zich kunnen opdringen aan de merries van de ruiters en dat kan gevaarlijk zijn. “De IJslandse hengst staat daarom in een aparte wei waar geen ruiters in kunnen, met steeds weer nieuwe merries. Ze worden dan vanzelf gedekt. De kudde mag namelijk nog best wat groeien. De hengst mag voorlopig voor nageslacht zorgen, maar uiteindelijk moet er voor de genetische variatie weer een andere hengst komen. We willen alleen raszuivere paarden. De laatste weken begonnen beide merries die nu bij de hengst staan en vorig jaar gedekt zijn, aardig uit te buiken en inmiddels is het eerste veulen dus geboren. Als we zeker weten dat een merrie bevrucht is, kunnen moeder en veulen al eerder naar de kudde in het veld. De veulens kunnen dus ook in het veld geboren worden. We houden de drachtige merries goed in de gaten, maar gelukkig gaat de bevalling meestal zelfstandig. Binnenkort komt er weer een nieuw groepje merries bij de hengst, dat is ook net zo gezellig voor hem! We hebben een paar afgerasterde weilandjes waar we de hengst en de betreffende merries kunnen laten lopen. Je kan ze dus op verschillende plaatsen tegenkomen.”
Jannie de Jong
Karin Otermann
Breng in de 5 liter pan 1,5 l water aan de kook en los hierin 1 kg suiker op. Wanneer het suikerwater kookt, giet je dit over de bloesem en citroenen heen. Goed roeren en laat het geheel 2 tot 3 dagen staan. Af en toe roeren. Schep een deel van het vlierbloesemmengsel in het kaasdoek en knijp het goed uit boven de 5 liter pan. Herhaal dit totdat alle vlierbloesem is uitgeknepen. Breng de vlierbloesemsiroop aan de kook en los 2 kg suiker op. Schep eventuele vliegjes met behulp van een zeef uit de siroop. Doe de siroop kokend in de flessen. Doe de dop op de fles en hou de fles even op de kop. Nu heb je circa 3 – 3,5 liter heerlijke vlierbloesemsiroop.
WATERACTIVITEITEN IVN-TUIN
MUTATIES Nieuwe lid: Mevr. K. Plooijer, De heer A. van den Bosch Lidmaatschap beëindigd: Mevr. J. de Haan – van Ditzhuyzen, De heer E.J. van der Visch Nieuwe donateurs: Mevr. B. Swinkels, De heer F. Dijkstra
18
IVN Oost-Veluwezoom
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
Computers op maat Onderhoud Netwerken Reparatie Supplies Emmastraat 29 • 6881 SN Velp • (026) 3640641 Internet: www.ictvisie.eu
Zomer 2015 40e jaargang nr. 2
IVN Oost-Veluwezoom
19
www.editoo.nl
Zondag 16 augustus, 11.00 uur Veluwezoom NSwandeling met gids Start: P NS Dieren, eindpunt NS Velp. De wandeling is ongeveer 15 km en duurt ongeveer 5 uur. Eerste gids: Rob Timmerman
Indien onbestelbaar: Indien onbestelbaar: Lindewal 1, 6981 AB Doesburg
Lindewal 1, 6981 AB Doesburg
Oost-Veluwezoom WANDELPROGRAMMA PROGRAMMA
Voorwandelen Hierbij zijn ook niet-gidsende IVN-leden welkom. Maandagmorgen: altijd vrijdagmorgen ervoor, om 9.00 uur. Zondag: doorgaans zaterdag voorafgaande om 9.00 uur. Andere wandelingen: voorwandelen varieert. Wil je zeker zijn van de tijd, bel of mail de eerste gids.
Maandag 7 september, 09.30 uur Signaal Imbosch Start: P de Bloemers, Beekhuizenseweg ten noorden van de Posbank bij paddenstoel 22800, Rheden Eerste gids: Rob Timmerman WERKGROEP BIJSPIJKEREN / SCHOLING Donderdag 17 september: lezing “zwammen over zwammen” over gewone en bijzondere paddenstoelen door Ruud Knol uit Apeldoorn. Aanvang 19.30 uur, ’t Sprengenhus, Harderwijkerweg 25 Laag Soeren. Zaterdag 19 september: excursie paddenstoelen o.l.v. Ruud Knol. Aanvang 10.00 uur, Het Leusveld, Rhienderensestraat, Hall.
Maandag 1 juni, 09.30 uur Wilde planten in de Havikerwaard Start: P kasteel Middachten, De Steeg Eerste gids: Rob Timmerman Zondag 14 juni, 11.00 tot 16.00 uur Wateractiviteiten in de IVN-tuin Start: IVN-tuin, P bezoekerscentrum Natuurmonumenten, Schietbergseweg, Rheden Eerste gids: Willem Cramer Zondag 21 juni, 14.00 uur Eetbare planten / Bruikbare natuur Start: P Kasteel Middachten, De Steeg Eerste gids: Rob Kleinlugtenbelt Maandag 6 juli, 09.30 uur Misdaad in het Imbos Start: P de Elsberg/Lange Juffer, einde Schaapsallee, Laag Soeren Eerste gids: Rob Timmerman Zondag 19 juli, 19.00 uur Sporen uit het verleden in het Rozendaalse Bos Start: P Kasteel Rosendael, Beekhuizenseweg, Rozendaal Eerste gids: Erik van Dijk Maandag 3 augustus, 09.30 uur Worth-Rheder Heide Start: P einde weg naar de brandtoren bij paddenstoel 21064, Velp Eerste gids: Rob Timmerman
Fluitenkruid
Witte dovenetel
Wandelingen aanvragen Erik van Dijk 026-3793556 06-81254430
[email protected] Scholenwerk Riek van de Veen 026-4952809,
[email protected] Rondleiding IVN-tuin Gerrit de Jong 06 36593816,
[email protected] WANDELPROGRAMMA IVN EERBEEK Meer info: www.inv.nl/eerbeek, mw S. Omlo (0313) 41 67 47 PROGRAMMA KNNV ARNHEM Zie agenda op www.knnv.nl/arnhem