KARWIJ
IVN Oost-Veluwezoom
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Bruikbare natuur Jannie aan het woord Scholenwerk
Natuurcursus Herfstverschijnselen Duurzaamheid
RESPECT VOOR HET LEVEN In elke roedel, gemeenschap, zie je dat men elkaar nodig heeft. Samen ben je sterker, samen kun je delen en ben je meer. In het dierenrijk zie je dat bijvoorbeeld als vogels in een zwerm erop uittrekken, samen voedsel zoeken. Gedrag waardoor het individu meer kans heeft om te overleven. Trekvogels die samen op de vlucht slaan voor het weer. Gierzwaluwen zijn al lang vertrokken en komende periode zullen er nog velen volgen. De periode waarin de meeste jonge dieren geboren worden, is voorbij. Jonge vogels hebben de eerste vleugelslagen gemaakt. Soms viel dat tegen, riepen ze nog om voer. (zie foto achterblad) Maar die tijd lijkt voorbij. Het IJslandse veulen dat in het voorjaar ter wereld kwam geniet nog van de zorg van de merrie. Dat geldt echter niet voor al het jonge spul. In het bos zie je momenteel menig klein kikkertje. Het moet al op eigen poten staan, of liever gezegd springen. Een individu dat als het straks groot is wellicht zijn of haar troon wil bestijgen, de paddenstoel. Zoals de pad op de voorpagina. Deze eenzame positie geeft echter weinig saamhorigheid, oogt niet gezellig. Een roedel zwijnen, dat samen op strooptocht gaat, dat heeft toch wel wat. Of een zwerm bijen, die samen taken verdelen.
COLOFON Verschijnt 4 x per jaar: 1 maart, 1 juni, 15 september en 15 december. Oplage 330 ex.. Overname artikelen na toestemming, met bronvermelding. Artikelen in Karwij weerspiegelen niet altijd de mening van de redactie en IVN Oost-Veluwezoom. Redactie Karwij Corlène van den Camp, Karin Otermann, Barbara de Jong. Leden- en donateursadministratie Lidmaatschap min. € 15,- per jaar, donatie min. € 10,- per jaar. IBAN NL92INGB0001417280
[email protected], 0313-484724 t.a.v. de penningmeester Gerrie van Vorselen, Lindewal 1, 6981 AB Doesburg. Opzeggen: schriftelijk vóór 1 december Natuurlijk zal in zo'n groep ook wel eens gestreden worden. Wat het dierenrijk echter zo bijzonder maakt is dat de strijd gaat om wezenlijke dingen als voedsel, territorium, een partner. Daarbij kan men elkaar verwonden, maar de meeste dieren zullen elkaar niet doden. Zij tonen respect voor het leven van de ander. De verliezer kent na de strijd zijn plaats in de roedel of vertrekt. Zou dat de mensheid ook ooit gaan lukken? Tekst en beeld: Corlène van den Camp
2
IVN Oost-Veluwezoom
Bestuur voorzitter - Gerrit Lammers secretaris - Niki Bouwman penningmeester - Gerrie van Vorselen leden - Gerrit de Jong en Mieke de Graaff Secretariaat bestuur
[email protected] 06-30001120 t.a.v. de secretaris, Goudenregenstraat 39 6921 EG Duiven
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
VAN DE REDACTIE De herfst is in zicht. De periode waarin de natuur grondstoffen terughaalt uit bladeren. Waarin vertering en daarna hergebruik van afgewaaide takken en bladeren een kans krijgen. Over deze en andere herfstverschijnselen kun je meer lezen in dit blad. Meer horen tijdens 'bijspijkeren', als17 september een avond en 19 september een excursie wordt verzorgd over paddenstoelen. Door ingrijpen van de mens hebben enkele bomen bij de schaapskooi als houtsculptuur een tweede leven gekregen. Wellicht dat dit verhaal en foto's uitnodigen om zelf eens een kijkje te gaan nemen. Echter niet alleen de natuur gaat zuinig om met grondstoffen. Ook als IVN zijn we hierop alert. Zo heeft de scholenwerkgroep onlangs hun uitgebreid materiaal opgeschoond. Wat is bruikbaar in de vernieuwde scholenwerkgroep, waarover je meer leest in dit blad. Wat is niet meer bruikbaar, maar te waardevol om weg te gooien. Inmiddels hebben vele IVN'ers hier al in gegrasduind en hun eigen collectie zo aangevuld. Duurzaamheid vormt in deze editie duidelijk de rode draad, niet alleen in een apart artikel. Want natuurlijk is er in het jaarthema weer aandacht voor de bruikbare natuur. Ditmaal met enkele verwijzingen naar recepten om uit te proberen. Zin gekregen in al deze zaken, dan wens ik je veel leesplezier. Wil je daarna nog meer weten, je verder verdiepen in de natuur. Lees dan ook eens over onze natuurcursus. Wellicht ook iets voor jou? Corlène van den Camp
3
Nieuwe natuurcursus
4
Van de voorzitter
5
Extraflorale honing Slakken
6
IVN en duurzaamehid
8
Actueel
10
Indian summer
12
Bruikbare natuur in de herfst
14
Paddenstoelen en spinnen
15
Bijspijkeren
16
[email protected]
17
Jannie de Jong aan het woord
18
Natuurcursus geëvalueerd Herfstweer
Kopij voor het volgende nummer vóór 26 november mailen naar
[email protected].
NATUURCURSUS: KIJK OP DE VELUWEZOOM Over landschap en cultuur: verleden, heden en toekomst Grind op de Posbank, een zeer heuvelachtige omgeving, veel landgoederen, oude boerderijen midden in de bossen, de Veluwezoom is een bijzondere omgeving. Wie wil weten hoe de Veluwezoom, is ontstaan en wat de invloed van de mens is geweest op natuur en landschap, kan zich aanmelden voor de cursus ‘Kijk op de Veluwezoom’ die dit najaar wordt gegeven door IVN Oost-Veluwezoom. Deze cursus bestaat uit vier les-avonden en vier excursies. Bij de eerste bijeenkomst wordt ingegaan op de natuurlijke processen die de Veluwezoom gevormd hebben. Tijdens de tweede avond wordt de invloed van de mens de afgelopen eeuwen op de natuur behandeld. In de derde les gaat het over het heden, de flora en fauna van vandaag en andere opvallende kenmerken in het landschap. In de laatste les krijgt men een doorkijk naar de toekomst door te laten zien hoe de verschillende beheerders (o.a. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer) het beheer van het landschap aanpakken. De bijeenkomsten zijn op woensdagavonden 14 en 28 oktober en 11 en 25 november in het gebouw de Klaproos aan de Pinksterbloemstraat 21 in Rheden. De excursies zijn op de zaterdagochtenden van 17 en 31 oktober en 14 en 28 november. De kosten voor deze cursus zijn vijftig euro per persoon. Voor meer informatie en aanmelden kunt u terecht bij Willem Cramer, telefoon 0615307705, email:
[email protected] In het cursusteam zitten Willem Cramer, Huub Smits en Jannie de Jong. Docenten en excursieleiders voor deze cursus zijn: Rob Visser, Erik van Dijk, Walter de Wit, Joan de Vries, Anton Logemann en Hanneke van der Kroft.
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
IVN Oost-Veluwezoom
3
VAN DE VOORZITTER Initiatieven De vakantie is voor de meeste mensen weer voorbij. Tijd voor nieuwe initiatieven binnen onze afdeling. Voor de nieuwe scholenwerkgroep was de vakantie heel vroeg afgelopen. In augustus zijn ze druk bezig geweest om al het materiaal van de oude scholenwerkgroep uit te zoeken en te bepalen wat nog bruikbaar is voor de nieuwe scholenwerkgroep, of een andere werkgroep. Wat niet meer binnen onze vereniging bruikbaar was, is in eerste instantie aan de leden te koop aangeboden. Het overblijvende wordt nog aan andere natuurverenigingen aangeboden of via Marktplaats verkocht. Mijn complimenten voor de doortastendheid waarmee de nieuwe scholenwerkgroep dit opgepakt heeft. Er bleek in 40 jaar heel veel materiaal verzameld te zijn. Een ander initiatief dat dit najaar vorm krijgt, is de organisatie door onze afdeling van de natuurcursus ’Kijk op de Veluwezoom’. Verderop in de Karwij meer informatie over deze cursus. Deze cursus zal in de Klaproos gegeven worden. De Klaproos wordt heringericht, zodat we daar grotere groepen mensen kunnen ontvangen en ik hoop dat we zelfs onze ledenvergaderingen daar kunnen gaan houden. Binnenkort gaan we nadenken over welke publiekscursussen we in 2016 kunnen verzorgen. Het je een leuk idee voor een publiekscursus, laat het ons weten. Leden enquête Net voor de zomervakantie hebben we een enquête onder onze leden gehouden om te inventariseren wie interesse heeft om deel te nemen aan interessegroepen. Dit in de gedachte dat door gidsen met gelijke interesses samen te brengen, ze daarmee elkaar enthousiasmeren en van elkaar leren, zodat ze betere gidsen worden. Doel van deze interessegroepen is ook om de kennis van cultuur, landschap, flora en fauna van de Oost-Veluwezoom beter te borgen. Deze enquête is door 64 leden ingevuld, waarbij meer dan 50 leden aangegeven hebben te willen deelnemen aan één of meerder interessegroepen. Nu aan het bestuur de uitdaging om deze interessegroepen ook daadwerkelijk actief te krijgen.
4
IVN Oost-Veluwezoom
Ook dat is natuur Ook ik heb uitgebreid van mijn vakantie genoten. Tussen 2 vakanties door was ik een paar dagen thuis. Om te controleren of onze tuin-egel nog aanwezig was had ik de cameraval opgehangen. De volgende dag bij het bekijken van de beelden zag ik echter een heel ander dier dan ik verwachtte. Die nacht bleek een vos onze tuin bezocht te hebben. Dat verbaasde mij, want wij wonen midden in het dorp Rheden. Onze kippen waren er gelukkig nog. Toen ik echter de volgende dag in de kippenren keek zag ik een geweldige ravage. Er liepen nog maar 3 van de 13 kippen. In de ren en het nachthok lagen 7 dode kippen. Op het dak van de ren lagen ook 2 dode kippen. Eén kip kon ik niet terugvinden. Ik dacht aan de vos van gisteren en begon die al de schuld te geven. Echter toen ik later de camerabeelden van die nacht bekeek, zag ik tot mijn verbazing een steenmarter door het beeld lopen. Dat was waarschijnlijk de schuldige. Ik had mij er namelijk al over verbaasd hoe de vos in het kippenhok kon komen. Het leek allemaal zo goed afgesloten. Er staat een boom in het kippenhok en waarschijnlijk heeft de steenmarter zich tussen de stam en het gaas door gewurmd. Die steenmarter en vos moeten wel erge honger gehad hebben dat ze zich in het centrum van het dorp Rheden wagen. Als kippenhouder baal ik dat de meeste van mijn kippen dood zijn. Als IVN-er kan ik er ook wel om lachen en vind ik het ook fascinerend. Dit is namelijk ook natuur en natuurbeleving. Karwij Vier keer per jaar ontvangen onze leden en donateurs ons verenigingsblad Karwij. Dat lijkt zo vanzelfsprekend, maar is het niet. Dit kan alleen dankzij de tomeloze inzet van een aantal leden die onderwerpen verzamelen, verhalen schrijven, de agenda vullen, foto’s maken en zoeken en dat alles dan in een mooie opmaak gieten. Dit alles kost best veel tijd. Daarom vanaf deze plaats grote hulde aan allen die ervoor zorgen dat we elke keer dit mooie blad mogen ontvangen! Tekst en beeld: Gerrit Lammers
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
EXTRAFLORALE HONING kanaal, dat niet met het verteringsstelsel in verbinding staat, rechtstreeks en ongehinderd door het luizenlichaam en wordt als honingdauw afgescheiden. Bijna elke plantensoort heeft zijn specifieke bladzuigers, maar niet alle soorten produceren honingdauw. Voor de bijen zijn vooral bepaalde soorten plantenluizen van loof- en naaldbomen van belang.
Florale en extraflorale honing
Foto: Arlette Riggeling
Tijdens de koffiepauze op een van de wekelijkse werkochtenden in de IVN-tuin konden de tuinmedewerkers proeven van een speciale zoetigheid uit een potje dat Arlette Riggeling had meegebracht. Arlette’s traktaties zijn meestal wel herkenbaar maar dit was iets onbekends. De donkere, stroperige inhoud van het potje bleek een bijzondere soort honing te zijn: extrafloraal. Andere namen voor deze honing zijn: zwarte honing, woudhoning, dennenhoning, honingdauwhoning, bladhoning en luizenhoning. Extrafloraal betekent ‘buiten de bloem’. Maar bijen halen toch altijd nectar voor de honing uit de nectarklieren van bloemen…..? Bijenhoning is gewoonlijk afkomstig van de florale nectarklieren, binnen de bloem. Behalve op nectar van bloemen zijn bijen ook verzot op zoete honingdauw, dit is de extraflorale nectar die soms op bladeren en naalden van bomen voorkomt. Het hangt af van de weersomstandigheden hoe lang bijen hiervan kunnen profiteren. De belangrijkste producenten van honingdauw zijn plantenzuigende insecten zoals blad-, schors- en schildluizen, evenals bladvlooien. Hier hoef je geen jeuk van te krijgen want ze leven alleen op planten. Deze insecten zijn vaak gebonden aan een bepaalde plantensoort. Hun zuigtong steken ze door de plantenhuid en op deze manier zuigen ze het plantensap er uit. Dit sap is rijk aan koolhydraten, maar arm aan eiwitten en vetten. Omdat deze luizen zich heel snel vermeerderen moeten ze veel plantensap opnemen om aan hun eiwitbehoefte te kunnen voldoen. Bij het merendeel van de luizensoorten gaat de suiker via een apart
Bart Riggeling tussen bijen en honing
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Foto: Jannie de Jong
Dit was een bijzonder goed extrafloraal honingjaar. Arlette vertelt: “Door het droge voorjaar is de luizenpopulatie explosief gestegen. De honingdauw op de bladeren van de bomen (waarschijnlijk linde) is dankzij de koude nachten met nachtvorst en weinig regen, goed bewaard gebleven. De bijen zijn dol op dat zoete sap, ze hebben het opgelikt en verzameld.” Echtgenoot Bart is al vijfentwintig jaar imker maar heeft zo’n productie, evenals zijn collega imkers, nog niet eerder meegemaakt. Jannie de Jong
Foto: Corlène van den Camp
SLAKKEN Op een zondagmiddag in de IVN-tuin nemen twee kinderen een kijkje bij de zakjes met zaden die hier staan uitgestald. Ze zijn in gezelschap van hun ouders. Het jongetje is zes jaar, het meisje is pas vier geworden. Het kleine meisje wil graag zaden van de gele morgenster want die krijgt ‘parachuutjes’, net als paardenbloemen. Ze vertellen dat ze geen zaden van doornappel en vingerhoedskruid willen “want dat zijn giftige planten.” Bij het onderwerp ‘gif’ zegt het jongetje dat boeren geen gif moeten gebruiken omdat bijen er dood van gaan en hij had ook al een dode bij op een van de tuinpaden zien liggen. Gerrit, dienstdoende tuingids, stelt hem gerust door te zeggen dat deze bij gewoon dood is gegaan omdat in deze tuin geen gif wordt gebruikt. Daarop deelt het meisje mee: “Oma Marijke gebruikt wel gif, ze strooit spul voor de slakken waar ze dood van gaan”. De kinderen weten ook te vertellen dat er landen zijn waar de mensen slakken eten. “Ja, in Frankrijk eten mensen slakken”, aldus Gerrit. Waarop de vader met een briljante oplossing voor oma’s slakkenplaag komt: “Nou dan neemt oma toch gewoon een Fransman in de tuin!” Jannie de Jong
IVN Oost-Veluwezoom
5
Jeroen Helmer / ARK Natuurontwikkeling.
IVN en DUURZAAMHEID Als natuurgids vertel je het publiek dat IVN staat voor Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid. Echter, wat moet ik dan met die duurzaamheid. Is het een modewoord en er dus met de haren bijgesleept? Of is het voor mij als IVN'er een kernwaarde, horende bij de natuur. Ook ik ken uitspraken als: 'We hebben de aarde te leen van onze kinderen'. Maar wat betekent dat voor mij als natuurgids. Van IVN-Natuurgidsen wordt in de toekomst verwacht dat zij het thema duurzaamheid een belangrijke plaats geven in hun natuuractiviteiten. Maar hoe? De landelijke site van IVN is weinig concreet. Men heeft het over betrokkenheid, enthousiasme en bevlogenheid van de gids, als drijvende kracht om mensen zelf te prikkelen tot nadenken over duurzaamheid. Over de rol die zij zelf hierin kunnen spelen. IVN Amersfoort wordt wat concreter, heeft het over mensen helpen zoeken naar een leefwijze die de natuur aan kan, mensen wijzen op de gevolgen van onduurzaam gedrag. Dit alles binnen basisthema's als voedsel, vervoer, afval, energie, vakantie, koopgedrag. Mij bekruipen bij deze uitwerking 2 gedachten: is daar weer het Hollandse vingertje dat de weg wijst EN schoenmaker blijf bij je leest. Definitie van duurzaamheid Echter, heb ik zelf dan concrete ideeën die beter werken. Dus ga ik op onderzoek uit. Al lezend en filosoferend over biodiversiteit, recycling van grondstoffen, voedselketens en evoluties in de plantenwereld, lijkt het me handig eerst te zoeken naar een invulling van het begrip duurzaamheid. Duurzaamheid is een containerbegrip geworden. Echter er
6
IVN Oost-Veluwezoom
bestaat ook een officiële definitie van de 'World Commission on environment and Development' van de Verenigde Naties in het rapport 'Our Common future": “Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”. Kan ik deze definitie vertalen naar mijn rol als natuurgids? Ik besluit het antwoord te zoeken in de natuur zelf. Is de natuur in staat tot duurzame ontwikkeling? Zo ja, kan ik dit proces ondersteunen? In de natuur zijn vele kleine en grote radertjes die allemaal een functie hebben in het totale systeem. Dit totaal is voor mij ongrijpbaar, dus focus ik me op een deelproces: de rol van het wild in de natuur. Wild Zwijn, een alleseter, die voortploegt. Wilde zwijnen eten wortels, keverlarven, voedselvoorraden van muizen. Deze alleseters zijn de ploegbazen van het bos als ze met hun gevoelige neuzen de grond om wroeten, op zoek naar bodemdiertjes voor hun jongen, of naar de wortels van de koningsvaren wanneer er veel honger is. Een bijzondere sterke neus, die meer dan een meter diep kan wroeten, zelfs de dichtste grasmatten om kan spitten. Landbouwers en tuineigenaren zijn hier niet altijd blij mee. Echter, zo ontstaan kale, open plekken. Op deze plaatsen kunnen dan weer kruiden, struiken en bomen ontkiemen. Door hun gezoel dragen ze bij aan een rijke, gevarieerde natuur. Niet alleen het wilde zwijn vervuld zo zijn functie in de kringloop van de natuur. Ook het edelhert zoelt. Verder
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
wordt het imposante gewei langs bomen geveegd om de huid van het gewei te krijgen. Zo maakt het edelhert ook plaats voor ander planten en dieren. Verder zorgt het edelhert dat overgangszones tussen bos en open gebied, het halfopen landschap, terugkeert of blijft bestaan. Deze natuurlijke overgang is breder en heeft een rijk planten en dieren leven. Het wild draagt dus bij aan de diversiteit in de natuur.
Wild Zwijn en een dood rund. Het wilde zwijn is ook een aaseter, een lijkenpikker. Grote dieren kunnen in een mum van tijd verorbert worden. Bijvoorbeeld: Wanneer het kadaver van een rund in de natuur ligt, wordt de afbraak bepaalt door: temperatuur, licht, zuurstof en de aanwezigheid van aaseters. Deze laatsten versnellen het proces enorm. Laten we eens kijken hoe het volledige rund dienst doet in de voedselkringloop. Groene vleesvliegen ruiken het kadaver al binnen een uur. Ze leggen hun eitjes. In de vochtige warme wol komen de eitjes binnen enkele uren uit. Met hun mondhaken openen de maden vervolgens de huid. De maden hebben daarna een goed maal. Ze zetten het onderhuidvlees aan tot rotten om zo de opgeloste voedingsbestanddelen op te kunnen nemen. (De maden (larven) leven ook op levende dieren, denk aan schapen, die er dood aan kunnen gaan.) De temperatuur zorgt voor de bacteriële afbraak. Na circa 3 dagen ontstaat gasvorming. Nog enkele dagen en ook vossen en dassen hebben de sterke geur van het kadaver geroken. Zij nemen de zachte delen van het kadaver voor hun rekening, d.w.z. anus, neus, oren. De vos, een roofdier, eet ook aas. De das, een alleseter. Beiden lusten ze de insecten die op of onder het aas te vinden zijn. Dan betreden de echte aaseters het toneel. De raaf, de gier, de rode en zwarte wouw. Vogels die in ons land zeldzaam zijn geworden, doordat we jarenlang te veel kadavers opgeruimd hebben. Grote aaseters kunnen in een kleine week wel 80% van het kadaver verslinden. Wild zwijn en zeearend zijn in staat om het karkas te openen. Er komt zuurstof bij, hetgeen de afbraak versnelt. Er komen steeds meer aasetende insecten op het kadaver af, meer vliegen maar ook aaskevers, mestkevers, vlinders. Letterlijk: dood doet leven, zorgt voor een goed gevulde dis. Er kunnen wel 1000 individuen aan het feestmaal deelnemen. Volwassene larven genieten niet alleen van het kadaver, maar vallen zelf ook weer ten prooi aan insecteneters als egels, spinnen, vleermuizen, vogels. Uiteindelijk resteren botten en huid. Schimmels en bacteriën zetten de laatste restjes kadaver om in de mineralen waaruit ze zijn opgebouwd. Brengen zo mineralen terug in de kringloop. Hierbij vind je echte specialisten. Bijvoorbeeld de hoefzwam. Een saprofyte paddenstoel die hoorn- en hoeffragmenten te lijf kan gaan. Tenslotte worden allerlei dieren voorzien van de voor hun noodzakelijke calcium en fosfor, te vinden in de botten die inmiddels over het terrein verspreid zijn. Kadavers vormen zo een belangrijke, laatste schakel in de voedselketen.
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Dode hooglander Jeroen Helmer / ARK Natuurontwikkeling.
Vanuit dit voorbeeld doordenkend over mijn functie als natuurgids, kan ik het publiek vertellen waarom grote kadavers moeten blijven liggen (kleinere merken we vaak niet op). Veelal hebben ze een slecht imago, spreekt men over stank en besmettelijke ziekten. Ook aaseters worden van dit laatste beschuldigd. Terwijl ze nodig zijn wil de kringloop in tact blijven. Het terugleggen van aangereden wild is dus een goede zaak. In de Veluwezoom (en Oostvaardersplassen) mogen sinds het begin van deze eeuw, wildlevende paarden en runderen blijven liggen. Kadavers, die samen met het levende wild een duidelijke functie hebben in het kader van de kringloop en de biodiversiteit. Blijft de discussie: moet je het kadaver wel/niet buiten het zicht van het publiek leggen. Vervreemden we niet steeds meer van hetgeen 'natuur' is. Zien en ruiken geeft soms heftige emotionele reacties en meteen denkt men aan besmettingsgevaar. Met je ogen kijken, en niet met je handen, helpt dan enorm. Over je schrik heen stappen kan een nieuwe wereld voor je openen. Zelf mocht ik ooit het kadaver van een bunzing vinden. Na een korte aanrzeling overwon mijn nieuwsgierigheid het al snel. Zo ontdekte ik dat de eerste aaskevers al ijverig aan het genieten waren van hun prooi. De krachtige poot van zo dichtbij maakte indruk op me. Als het gaat om duurzaamheid denk ik dat wij nog veel van de natuur kunnen leren. Hier is slechts een aspect verder uitgelicht. Ook de recycling van bomen en planten middels insecten - bodemdiertjes - paddenstoelen en meer, de
IVN Oost-Veluwezoom
7
ontwikkelingen binnen een landschap waardoor zandgronden in bos veranderen en soms door ingrijpen weer teruggebracht worden tot zandgrond, zijn onderwerpen waarbij de variëteit en dus ook de kringloop van de natuur in beeld komen. Thema's waar ik over kan vertellen. Na mijn geblader door diverse informatie weet ik nu: Voor mij is duurzaamheid inderdaad een kernwaarde, die ik mee kan nemen als natuurgids in mijn verhalen. Bepaalde beheersmaatregelen toelichten om zo meer begrip te krijgen. Mensen respect bij brengen voor de natuurlijke processen door hun de natuur te laten beleven. Wellicht dat ook zij dan die natuur de moeite waard vinden, er rekening mee willen houden. Is dat ook zo voor jou? OF: Vul jij dit begrip anders in, heb jij concrete ideeën, reageer dan, deel jouw gedachten. Tekst en beeld: Corlène van den Camp Bron: www.ark.eu onder het tabblad 'natuurontwikkeling' .
Dode bunzing, aaskever
ACTUEEL
BOOMBEESTEN BIJ HEUVEN
HEIDESCHOUW EN SCHUILHUT
Vier bomen aan de weg naar de schaapskooi in Rheden hebben een tweede leven gekregen als schapen, uiltjes en een wild zwijn met biggen. De - een paar jaar geleden, om veiligheidsredenen - gekandelaberde beuken zouden in de toekomst opnieuw een gevaar kunnen vormen. Natuurmonumenten vond deze plek op het landgoed ook passend voor kunstwerken. De oud Arnhemmer Arjan Besemer, die tegenwoordig in Noorwegen woont, klaarde de klus. Arjan is bekend boomzaagkunstenaar. De beesten zijn echte blikvangers vlakbij de bocht bij de schapenweide. Tineke Velthorst van Natuurmonumenten vertelt dat de kunstwerken behandeld zijn met lijnolie. Zo kunnen ze nog jaren mee. Wie de bomen passeert met (klein)kinderen, moet ook even aan de achterkant kijken, vertelt ze geheimzinnig. “Als je goed kijkt, zie je daar een paar kleine kaboutertrappetjes die naar de voordeur van de kabouter leiden. Ik heb gehoord dat hij thuis is als er een klein stokje staat, dat is zijn wandelstok…”
Zaterdag 22 augustus vond de jaarlijkse heideschouw van het Rozendaalse Veld plaats. Op een platte kar met strobalen werden de vertegenwoordigers van De Geërfden van Velp, de gemeente Rheden en Rozendaal en genodigden eerst over het Rozendaalse Veld naar de locatie ten noorden van de Koningsweg gereden, waar in deze tijd van het jaar tal van bijenkasten staan. Hier vertelde imker Leendert van ‘t Leven over het belang van de heide voor de honingbij. Ook omgekeerd is aangetoond dat de heide baat heeft bij de honingbij, aldus Leendert. De belangrijkste bedreiging van de honingbij is vooral de teloorgang van het leefgebied en de afname van wilde bloemen in het buitengebied.
8
IVN Oost-Veluwezoom
Schuilhut Bij de Brandtoren presenteerde voorzitter Jan Schaeffer van de Commissie van Beheer van de Geërfden van Velp een pril plan voor de bouw van een schuilhut op de heide.
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
waardoor de wiek gaat draaien. De draaiende as drijft vervolgens een generator aan die elektriciteit opwekt. Dit ‘draaideurmechanisme’ met de beweegbare lamellen zorgt ervoor dat de installatie bewezen visvriendelijk is. In verschillende prototypes en testopstellingen is de goede werking en een hoog rendement aangetoond.
Stuw Doesburg De centrale komt achter de stuw van de Oude IJssel in Doesburg, waar deze rivier uitmondt in de Gelderse IJssel. De energie wordt opgewekt uit de kracht van het stromende water, veroorzaakt door het niveauverschil tussen de Oude IJssel en de Gelderse IJssel. Hier heeft het water een verval van enkele meters. De aanwezige stuw en sluis blijven gewoon functioneren zoals ze altijd doen. Informeel overleg over schuilhut, op de voorgrond de maquette.
Een maquette van deze rust-, uitkijk cq schuilplek gaf een beeld van het bouwwerk dat de Geërfden in gedachte hebben. De schuilhut zou in de buurt van de Brandtoren een plekje moeten krijgen. Rozendaalse Zand Bij het Rozendaalse Zand werd wederom een stop gehouden. Nienke Moll van de gemeente Rheden vertelde over de ontwikkeling van het in 2008 herstelde stuifzand. Het gebied wordt uitgebreid gemonitord en afgelopen jaar zijn op enkele plekken voorzichtig jonge dennetjes weggehaald om de groei van korstmossen te bevorderen. Andere hoekjes worden juist met rust gelaten zodat de successie haar gang kan gaan. In de stuifbaan is met een aangepaste rotorkopeg (een eg –apparaat dat de grond fijner maakt - met draaiende delen) het buntgras losgemaakt. Om te voorkomen dat het opnieuw wortel schiet, zijn de juiste weersomstandigheden van belang. Dit vereist de nodige ‘finetuning’. Historie Het Rozendaalse Veld is in 1917 en in 1921 door de Geërfden van Velp geschonken aan de gemeente Rheden. Het gebied ligt in de gemeente Rozendaal. In 1997 hebben de Geërfden van Velp en de gemeente Rheden een convenant gesloten over het beheer van het Rozendaalse Veld. Hierbij zijn afspraken gemaakt over de relatie tussen de Geërfden en de gemeente Rheden, waaronder een jaarlijkse te houden informele heideschouw. De Geërfden van Velp, vertegenwoordigers van de gemeenten Rheden en Rozendaal en de gebruikers van het gebied (bijvoorbeeld imkers) gaan daarbij samen de hei op en wisselen informatie uit over het beheer, het gebruik, de algehele stand van zaken en de plannen voor de toekomst.
artist impression Oryon Watermill Doesburg
Duurzame energie De daadwerkelijk bouw zal naar verwachting in het najaar van 2016 starten. Het is de bedoeling dat een duurzaam regionaal energiebedrijf de opgewekte energie gaat afnemen en leveren aan consumenten. De waterkrachtcentrale kan 300 tot 400 huishoudens van energie voorzien. We zijn (aan de rand van onze IVN-afdeling) in de gelukkige omstandigheid dat we bij de monding van de Oude IJssel een flink vrij verval van het water hebben. Het is mooi dat we die energie straks op een innovatieve visvriendelijke manier kunnen gaan benutten.’ Tekst en beeld ACTUEEL: Karin Otermann
WATERKRACHTCENTRALE BIJ DOESBURG De realisatie van een waterkrachtcentrale bij Doesburg komt steeds dichterbij. Het gaat om een nieuw type, namelijk de Oryon Watermill van het bedrijf Deepwater-Energie. De kern van deze innovatieve waterkrachtcentrale is een verticale as met drie wieken waaraan beweegbare lamellen zitten. De natuurlijke waterstroming drukt de lamellen dicht,
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Foto: Corlène van den Camp
IVN Oost-Veluwezoom
9
HERFSTVERSCHIJNSELEN: FEITEN EN FABELS Denkende aan de herfst dwalen gedachten al snel richting paddenstoelen, bladeren die verkleuren. Echter, de herfst heeft zoveel meer te bieden. Fraaie spinnenwebben, lichtharpen in het bos, vallende bladeren, boomknoppen die zich op een nieuw seizoen voorbereiden. Maar ook herfststormen, mist. Tijd om eens bij stil te staan bij deze herfstverschijnselen. In deze editie meerdere korte of lange artikelen over deze hefstverschijnselen. Tekst en beeld: Corlène van den Camp zet in cellulose en zetmeel. Zo ontstaan voedingsstoffen voor mens en dier, maar ook hout dat we voor diverse doeleinden gebruiken. Bladgroen (chlorofyl) zorgt dat het blad de energie uit het zonlicht kan halen. Alleen planten hebben bladgroen, en daardoor kunnen alleen planten zelf voedingsstoffen maken. Mens en dier zijn dus afhankelijk van planten. Dit bladgroen, dat het blad zijn groene kleur geeft, is dan ook kostbaar.
HERFST ZORGT VOOR 'INDIAN SUMMER' Wordt het deze herfst een groot kleurenspektakel, krijgen we een 'Indian Summer'? En wat is dat dan? Blad aan de boom verandert van kleur alvorens het afvalt. Daarbij vallen de fraaie kleuren als eerste op. Geel, oranje, rood. Maar ook het bruine blad hoort bij de herfst. Hoe ontstaan al die kleuren? Waarom zien wij die kleuren niet het hele jaar. Want de meeste bladeren zijn toch groen? Waarom is er het ene jaar veel meer kleur dan het andere jaar? Waarom laat een boom zijn blad vallen, is dat geen verspilling?
In de winter, als de bodem hard is of bevroren, kan de boom minder / geen water opnemen. Om niet uit te drogen moet de boom minder water verdampen. De boom laat daarom bladeren vallen. Hoe? Waar blijft het kostbare bladgroen? Wanneer de daglengte korter wordt, vormt de boom een hormoon (Abscisinezuur) die zorgt dat tussen bladsteel en stengel een kurklaagje komt, zodat de watertoevoer stopt. Wind en regen helpen een handje. Het loshangende blad valt af, maar de okselknop blijft zitten. Uit de okselknop groeit volgend jaar een nieuw takje met bladeren (daarover later meer). Jonge beuken(takken) maken dit hormoon nog niet, daardoor blijft het bruine blad lang aan de boom zitten. Wat gebeurt er met het bladgroen? Voordat de boom dit kurklaagje maakt haalt hij zoveel mogelijk bladgroen terug via de nerven naar de stam. Heel duurzaam dus, want deze stoffen kunnen het volgend jaar opnieuw gebruikt worden. Als het groen uit het blad verdwijnt, zien we de andere kleuren pas. De gele (xantofyl) oranje (caroteen) en rode kleurstof (anthocyaan) bepalen samen de kleur van het blad. Dit kan per boom verschillen, maar ook de plek en het weer spelen een rol. Het beste recept voor mooie herfstkleuren is: zonnig en droog herfstweer, met koude nachten. Na de eerste nachtvorst wordt de rode kleurstof versterkt aangemaakt. En dan krijg je dus die zogenaamde 'Indian Summer'. Die rode kleurstof beschermt het blad tegen beschadiging door het felle zonlicht, zodat de boom het bladgroen beter terug kan halen.
Een boom neemt veel water op, om zo voldoende voedingsstoffen uit de bodem te kunnen halen. Het water transporteert de boom naar alle uiteinden, komt tenslotte in het blad waar het door heel kleine huidmondjes kan verdampen. Dit transport gaat via heel dunne buisjes, houtvaten, in het midden van de boom , die zorgen voor de opwaartse sapstroom. (In de bast vindt de neerwaartse sapstroom plaats, die voedingsstoffen naar delen van de boom brengt.) Het vocht stroomt door de capillaire werking van de dunne vaatjes, doordat het blad vocht verdampt en dan weer nieuw vocht aantrekt en tenslotte door de zouten in de boom, die vocht aantrekken. In het blad vindt de fotosynthese plaats, het proces waarbij de boom glucose en zuurstof maakt onder invloed van zonlicht, water en koolstofdioxide. De glucose wordt omge-
10
IVN Oost-Veluwezoom
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Uiteindelijk eindigen de bladeren als een bruin dik tapijt op de bodem. Daar wacht hun een nieuwe taak. Ze beschermen vaste planten in tuinen tegen de kou, Kleine zoogdieren, zoals egel en muis, en veel insecten vinden er een overwinteringplaats. Deze insecten helpen straks weer bij het biologisch tuinieren. Dienen als voer voor de vogels. Ondertussen kunnen schimmels, pissebedden, slakken en andere organismen zich tegoed doen aan het bladmoes, totdat alleen de nerven overblijven. Bladverkleuring als signaal Heeft de verkleuring, naast de fraaie aanblik, nog een functie? Bepaalde insecten, planteneters, worden afgeschrikt door het verkleurend blad. Er zitten nog maar weinig voedingsstoffen in. Als het insect op het blad blijft zitten zal het mee op de grond vallen. Soms betekent de kleur dat de plant zich verdedigt tegen vraat door stoffen te maken die niet lekker zijn. De rode kleur komt vaak samen met deze onsmakelijke stof voor. Deze stoffen zijn onverteerbaar voor het insect, kunnen zelfs de spijsvertering remmen.
HERFST: BOOMKNOPPEN, VRUCHTEN, ZADEN, NOTEN Boomknoppen in de herfst Is het in de herfst niet erg vroeg voor de boomknoppen. Het is toch nog lang geen lente? Knoppen lopen uit zodra de dagen warm en lang genoeg zijn. Er komt een tak met blaadjes (soms zit ook de bloem in zo'n knop). Op een gegeven moment stopt de groei, vormt zich aan de top van de tak een eindknop. Op dat moment zitten er al weer nieuwe okselknoppen in de oksel van elk blad. In de groeiperiode heeft de boom namelijk genoeg voedingsstoffen om zich voor te bereiden op een nieuw seizoen. In de knop zit alles wat straks nodig is in miniformaat. De schubben om de knop beschermen de knop tegen weersinvloeden. Soms loopt de knop niet uit, blijft jaren in een soort rusttoestand. Een zogenaamde 'slapende knop'. Wanneer er behoefte aan is kunnen deze knoppen alsnog uitlopen, bijvoorbeeld als een boom omgehakt is, je ziet dan vaak jonge, dunne takjes aan de stronk komen.
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Vruchten, zaden en noten De bessen met hun kleuren vallen in dit jaargetijde ook vaak op. Vlier, braam, bosbes, lijsterbes. Vele dieren, waaronder trekvogels, zijn er dol op. Trekvogels zijn er vaak afhankelijk van om voldoende op te vetten alvorens ze verder kunnen. Soms zie je een boom binnen 'no time' alle kleur verliezen. Deze bessen beschermen het zaad, zijn een soort betaalmiddel voor de transportkosten door vogels en zoogdieren, die de onverteerbare zaden weer uit poepen of uit braken. Soms is de gang door het spijsverteringskanaal zelf een voorwaarde voor het zaad om later te ontkiemen. De eikels, beukennootjes en kastanjes worden door mens en dier verzameld. In een goed mastjaar, wanneer er voldoende eikels en beukennootjes zijn, hebben de wilde zwijnen het goed. Eiken en beuken hebben eens in de 5 tot 7 jaar voldoende energie om massaal vruchten te produceren. Verder is de productie ook afhankelijk van het weer. Geen nachtvorst en vochtig weer leveren meer eikels en nootjes op. Is het een slecht mastjaar, maar heeft een boom wel veel vruchten, dan is dat vaak een teken dat de boom stervende is, geen reserves voor komend jaar spaart, maar nu voor nageslacht wil zorgen.
WANDELPROGRAMMA IVN EERBEEK Meer info: www.inv.nl/eerbeek, mw S. Omlo (0313) 41 67 47 Zondag 13 september 14.00 uur. Cultuurhistorie, Coldenhove Brummen. Zondag 11 oktober 14.00 uur. Paddenstoelen. Leusveld Hall Zaterdag 24 oktober 19.00 uur. Nacht van de nacht, ergens in gemeente Brummen Zondag 8 november 14.00 uur. Natuur en cultuur. Appense veld Klarenbeek Zondag 13 december 14.00 uur Ontdek landgoed. Oekense Beek
IVN Oost-Veluwezoom
11
BRUIKBARE NATUUR IN DE HERFST Voor de derde keer vertelt Rob Kleinlugtenbelt over allerlei bruikbare zaken uit de natuur. Dit keer staat uiteraard de herfst centraal. Aan bod komen paddenstoelen, noten, knollen en wortels en een verrassing op het eind. “De herfst is bij uitstek de tijd van voedsel,” zo steekt Rob van wal. “Voor de hand liggen noten en paddenstoelen, maar in de natuur zijn ook eetbare knollen te vinden.” Toch maar even de noten doornemen. Robs favoriet is de hazelnoot. “Geroosterd vind ik dit nootje het lekkerst. Een methode om ze te roosteren zonder pan is om ze in te graven en dan daar bovenop een vuurtje te stoken.” De tamme kastanje is in deze omgeving veel te vinden. Rob: “Tussen Rheden en De Steeg staat een mooie grote boom in de tuin bij een kast van een huis. Er vallen heel veel kastanjes op het fietspad. Voor het oprapen! Op Rhederoord staan ook veel exemplaren.” Een tamme kastanje kun je rauw eten, of gepoft in de oven of gekookt; de kastanjes wel eerst inkerven. Gare kastanjes pellen en pureren geeft ook een heerlijk resultaat. Dat beukennootjes eetbaar zijn, weet iedereen wel. Rob: “Het pellen is wel een klusje. Echt lekker vind ik ze niet en je moet er ook niet teveel rauwe van eten. Er zit een giftig stofje in, dat wel onwerkzaam wordt door de nootjes te roosteren.”
weten te vinden. De knol van de grote klis bijvoorbeeld, is best lastig. De plant is tweejarig. De wortels zijn het meest voedzaam vóór de bloei, dus je moet hem dán zoeken. In het eerste jaar maakt hij een rozet op de grond. Die moet je leren herkennen; in de winter verdwijnt het blad en kun je de knol niet meer vinden.” De grote klis komt veel voor in bermen. Bereiden: knol schrapen of schillen, koken en daarna de bast eraf halen. Wel direct opeten; als je te lang wacht verkleurt hij tot bruinig-paars. “De smaak doet me denken aan schorseneren, best lekker,” tipt Rob.
Rozet van de grote klis. Foto: Rob Kleinlugtenbelt
Noten van de zomereik
Foto: Marleen Houben
Onbekend Naast de bekende eetbare noten noemt Rob een redelijk onbekende: “De noten van de zomereik zijn bruikbaar. Ze vormen een belangrijke voedselbron voor Indianen, heb ik eens gehoord. Je moet ze wel bewerken, rauw zijn ze niet gezond vanwege de grote hoeveelheid tannines. Bruikbaar maak je de noten door ze eerst te pletten en te roosteren. Vervolgens moet je de massa minstens drie keer opkoken met vers water en afgieten totdat het water helder is. Als het spul droog is, kun je het malen om er meel van te maken. Dit meel bevat veel koolhydraten en is dus heel voedzaam. Je kunt er brood of pannenkoeken mee bereiden.” In natuurvoedingswinkels kun je eikeltjeskoffie vinden. Rob legt uit hoe je dat zelf kun maken. “Stevig roosteren en malen. Ik moet wel altijd aan de smaak wennen. Ik drink het liever aangemaakt met melk dan met water.” Dan de wilde knollen of wortels van grote klis, wilde pastinaak, lisdodde en teunisbloem. “Je moet sommige wel
12
IVN Oost-Veluwezoom
De wortel van wilde pastinaak, een schermbloemige met gele bloemetjes, is prima eetbaar. Je kunt deze wortel het hele jaar door vinden. De volgende die Rob opsomt is de lisdodde. “De wortel van de lisdodde kost je wel natte voeten. Je kunt veel met deze plant. De wortel kun je roosteren en schrapen, dan heb je een zetmeelrijk maaltje. Maar behalve het eetbare deel kun je de stengel gebruiken voor het maken van een vuurboog, het pluis is handig als isolatiemateriaal en van de bladvezels kun je touw maken.” Als laatste tipt Rob de teunisbloem, veel te vinden in deze omgeving. “Wortel, bloem en blad zijn eetbaar, maar ik vind ze niet erg smakelijk. Gemengd met ander voedsel is de wortel van de teunisbloem ‘bruikbaar’, vind ik.” Oppassen! Voor paddenstoelen blijft Rob huiverig. “Ook al heb je een uitstekend boek, ik zou toch altijd eerst met een kenner op pad gaan om de soorten echt goed te leren kennen. Bij twijfel niet eten!” Rob somt wat soorten op die redelijk onmiskenbaar zijn. “De gewone sponszwam is nergens anders mee te verwarren. Hij groeit op dood naaldhout. De zwam kan heel groot worden, dan breek je er gewoon een stukje vanaf. Wel even de troep tussen de plooien uitwassen. Gebakken of gekookt het lekkerst.” Deze zwam is niet overal even algemeen, dus deze paddenstoel niet ‘leegroven’. De meeste boleten, redelijk algemeen in onze omgeving, zijn eetbaar. “De
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Foto's: Rob Kleinlugtenbelt
kastanjezwam herken je aan de bleke steel en de bruine hoed. Het eekhoorntjesbrood heeft een witte steel met een adernet erop. De berkenboleet en de heksenboleet zijn ook eetbaar; de laatste niet verwarren met de uiterst giftige satansboleet!” Ook belangrijk om te weten is dat een aantal paddenstoelen in combinatie met alcohol wèl giftig worden!
meelwormen en (buitenlandse) sprinkhanen lees je wel in de kranten. Vindbaar in Nederland zijn de larven van mieren en – hier overvloedig te vinden – hele pissebedden. Ik heb het nooit geprobeerd, maar de pissebed is familie van de garnaal, wie weet best lekker. Voor noodsituaties misschien?!”
Touw is in elk seizoen handig. In de herfst gebruikt Rob de brandnetel. “Neem een lange stengel, ris al het blad eraf. Van onder naar boven prikken ze niet, als je het goed doet; een handschoen is veiliger. Even in heet water dopen werkt ook, maar dan moet de stengel wel weer goed droog worden. Kraak de tussenschotjes van ‘knopen’ in de vierkante stengel door er even met je hak op te trappen. Maak de stengel open met je duim en vouw hem open. Knak dan de stengel in de lengte, peuter de houtige binnenkant eruit en je houdt de lange nerven van de bast over. Twijnen en klaar is een heel stevig touw. Voor een langer touw draai je steeds nieuwe vezels mee, net zoals bij het spinnen van schapenwol.”
WANDELTIPS Brandnetel touw maken Rozetten van de grote klis zoeken Larven van mieren zoeken; voor de dapperen: proeven?!
Verrassend Nog even griezelen. Rob: “Van het eten van geroosterde
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
RECEPTEN Kastanjesoep http://www.beorc.nl/kastanjesoep-met-port/ Gebakken kliswortel: http://www.beorc.nl/kliswortel/ Eikeltjeskoffie: http://www.beorc.nl/eikeltjeskoffie/ Omelet met sponszwam: http://www.beorc.nl/omelet-metsponszwam/ BOEK ‘Paddenstoelen’ door Till R. Lohmeyer en Ute Künkele Tekst: Barbara de Jong
IVN Oost-Veluwezoom
13
HERFST PADDENSTOELEN EN SPINNEN Paddenstoelen horen bij de herfst Veel mensen denken bij paddenstoelen direct aan de herfst. Misschien wel logisch, want een grote groep paddenstoelen leeft van de afbraak van levend en dood materiaal. De zogenaamde saprofieten. In de herfst met de bladeren op de grond, de door herfststormen afgewaaide takken is er veel afbreekbaar materiaal beschikbaar. Daardoor zie je veel paddenstoelen. Echter, paddenstoelen leven ook in graslanden. Ze kunnen op (meestal zwakke, zieke) bomen parasiteren. Ze staan langs wegbermen, in duinen. Paddenstoelen hebben de herfst dus niet nodig om te groeien. Ook in de lente en de zomer vind je ze. In de winter, als het echt koud is, zie je zelden paddenstoelen. Doordat ons klimaat warmer en vochtiger is geworden, zie je momenteel in Nederland meer en grotere paddenstoelen. Toch gaat het niet zo goed met de paddenstoelen. Veel soorten kunnen niet tegen de vermesting en verzuring van de bodem. Positief punt is daartegenover dat er in bossen meer dood hout blijft liggen, dat schept weer kansen.
Een prooi vangen via een web is de bekendste vorm, maar dit doet maar de helft van alle spinnen. Andere soorten rennen hun prooi achterna, bespringen ze vanuit een hinderlaag. Elke soort spin kiest zijn eigen webvorm. (foto's vorige pagina) De kruisspin(Araneus diadematus) maakt een wielweb. Dit web is gemaakt van kleefdraden en zie je vaak in de tuin hangen tussen takken. Een jonge spin kan zichzelf door de wind een heel stuk mee laten voeren naar een andere struik of boom. Daarna kan hij het web 'in de ruimte' spinnen, waardoor hij eerder een insect vangt. Wil je zelf zien hoe de spin zo'n kunststukje maakt ga dan naar: http://www. espace-sciences.org/science/images/images-maj/Perso/ spiderweb/index_spider.html en druk op het rechter balkje in het beeld. Misschien ben je ook wel eens tegen een draad aangelopen. Spinnenrag is enorm sterk en veerkrachtig. Inmiddels kunnen we deze draad een beetje namaken. Hij is lang niet zo sterk, maar wel biologisch afbreekbaar. Daardoor kan deze biologisch gemaakte draad toegepast worden in de gezondheidszorg. Denk hierbij aan kunstweefsel. Ook de exotische tijgerspin of wespenspin (Argiope bruennick) maakt een wielweb. Deze spin komt nu het klimaat warmer wordt, ook in Nederland voor. In het web van deze spin zie je een witte zigzagband lopen. Wat de functie is weet men nog niet precies. Trekt de band insecten aan omdat de band UV-licht weerkaatst? Schrikt de band rovers af doordat het web als de spin gestoord wordt hevig gaat trillen en dus een wazige witte vlek vormt. Zorgt de band dat andere dieren er niet doorheen lopen? Of helpen alle drie deze theorieën de spin om te overleven?
Gekraagde aardster
Spinnen horen bij de herfst Hoe vaak hoor je niet beweren: "Spinnen horen bij de herfst." volgens spinnendeskundigen (arachnologen) is dit niet waar. Spinnen zie je het hele jaar. Waardoor ontstaat dan deze mythe. Spinnenwebben zijn goed zichtbaar. Vooral 's morgens vroeg met een dun laagje dauw. In de herfst worden de dagen korter, koelt het 's avonds eerder af. tegen de tijd dat de meeste mensen opstaan is het dan net licht en nog vochtig. Wie het web ziet zal ook eerder de spin zien. Echter, spinnen leven in elk seizoen. Elk seizoen zijn andere soorten actief. De meeste spinnen worden in de lente, mei - juni, volwassen. Dan is er dus een piek in de spinnenpopulatie. Maar een aantal bekende soorten zijn juist in de herfst, september - oktober, volwassen. De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes en vallen dus eerder op. In de winter zoeken ze graag een warm plekje, want ze kunnen niet tegen vorst. Daardoor zien wij ze minder. Ook is voedsel vinden in de winter moeilijker voor een spin. Spinnen leven van insecten en die zijn er minder in de winter. Doordat ze insecten eten zijn ze heel nuttig voor de mens en voor de akkerbouw. Wanneer er meer insecten zijn legt een spin meer eitjes en wordt groter. Spinnen vangen insecten bijvoorbeeld met hun web.
14
IVN Oost-Veluwezoom
De huisspin (tegenaria atrica) maakt een matweb. Hij spint een aantal lagen spinrag die bijna horizontaal, als een matje, boven elkaar hangen. Deze draden kleven niet. Insecten die over het matje lopen blijven er in steken. De huisspin valt vooral in de herfst op, als het mannetje een vrouwtje zoekt. De huisspin maakt ook wel een trechterweb. Dit web dient dan als schuilplaats. Van daaruit wordt het matweb in de gaten gehouden. Het trechterweb heeft aan de onderkant een smalle opening, zodat de spin bij gevaar kan ontsnappen. Kaardespinnen maken een kaardeweb. Een slordig web, bestaande uit kriskras gesponnen kleverige draden. De spin heeft een soort kammetje aan de achterpoten, waarmee hij het spinsel kan 'kaarden', zodat insecten er gemakkelijker in blijven steken. De grote kaardespin (Amaurobius ferox) maakt blauwige webben die je laag bij de grond tegen komt. Hun web is zo groot dat zelfs grote insecten als kevers gevangen kunnen worden. Het mannetje vind je vaak in april en mei, het vrouwtje het hele jaar door. Sommige spinnen maken helemaal geen web om een prooi te vangen. Bijv. de lijmspuiters, zij schieten een zig-zaggende straal lijm af op hun prooi, die hierdoor aan de ondergrond geplakt wordt en niet meer weg kan.
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
BIJSPIJKEREN Tijdens de zomer genoten van de natuur? Na de zomer zin om je te verdiepen in de natuur. Dat kan. Donderdag 17 september: lezing “zwammen over zwammen” over gewone en bijzondere paddenstoelen door Ruud Knol uit Apeldoorn. Aanvang 19.30 uur in ’t Sprengenhus, Harderwijkerweg 25 Laag Soeren. Zaterdag 19 september: excursie paddenstoelen o.l.v. Ruud Knol, aanvang 10.00 uur bij Het Leusveld, Rhienderensestraat, Hall. Maandag 2 november: lezing "Bodem en landschap" door Giel Bongers. Aanvang: 19.30 uur, De Klaproos, Korenbloemstraat 21, Rheden. Over de activiteiten in september heb je al kunnen lezen in Karwij nr. 2 die in juni op de duurmat lag. In dit blad meer informatie over de lezing in november. BODEM EN LANDSCHAP Giel Bongers is werkzaam bij Hogeschool van Hall Larenstein, Velp. Hij zal ons deze avond meer vertellen over bodem en landschap vanuit de ecologische landschapsbenadering. De ecologische landschapsbenadering bekijkt het landschap als een mozaïek waarin klimaat, reliëf, water, bodem, planten, dieren en mensen de bouwstenen vormen. In de ecologische landschapsbenadering staan daarbij de bioti-
Gagel (in het midden) neemt landschappelijk een positie in tussen veldpodzolgronden met Dopheide(achtergrond) en beekeerdgronden met Spaanse ruiter (op de voorgrond).
sche en abiotische factoren van een gebied centraal. De abiotiek, die tot uiting komt in de bodemopbouw, bepaalt in belangrijke mate het milieu en wat daar dan kan groeien. Planten daar tegenover kunnen weer iets vertellen over de milieu omstandigheden. Deze worden in jargon 'indicatiesoorten' genoemd. De lezing gaat in op deze relatie tussen landschap, bodem en vegetatie/plantensoorten. Als voorbeeld wordt dit toegelicht vanuit de opbouw en het functioneren van een dekzandlandschap, dat in een groot deel van Oost-Gelderland aanwezig is. Achtergrond voor wie zich wil inlezen of oriënteren: - Boek ´Geleid door het Landschap´ blz 30-37 (M Koedoot, DJ Stobbelaar, 2014) web:http://bit.ly/GeleidLandschap - SynBioSys-Nederland: online Syntaxonomisch Biologisch Systeem, Wageningen UR web:http://bit.ly/synbiosys-2
Beenbreek komt voor op standplaatsen met een zijwaartse waterbeweging in de bodem.
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
IVN Oost-Veluwezoom
15
[email protected] De titel geeft al een beetje aan wat er allemaal is veranderd in de scholengroep. We zijn ontzettend benieuwd of het gaat lukken, wat we allemaal willen. Meer accent op beleving dan op lesmateriaal, activiteiten organiseren op basis van de vraag in plaats van onze kennis, iedere school een eigen contactpersoon. Ja, maar….. ….…..er hebben heel veel scholen nog niet gereageerd; …...…we hebben vast veel te weinig schoolgidsen die ons mee willen helpen; ..…… wat doe je met al dat mooie lesmateriaal dat nu het klaslokaal vult?; ..…… er komt geen structureel geld meer binnen voor het scholenwerk …….. hoe weet je nu wie er wanneer beschikbaar is?. Nou ja, dat maakt het dus allemaal spannend. Riek van de Veen heeft het scholenwerk 39 jaar lang gecoördineerd. Met vaste hand, mag je wel zeggen. En met liefde en betrokkenheid. Dat verdient bewondering en hulde. Ze heeft ervoor gezorgd (met hulp van anderen) dat heel veel kinderen en leerkrachten geboeid raakten door de natuur in een tijd toen dat nog niet zo “in” was als nu. Maar ook toen alles wat in een boek stond nog waar was, toen er geen concurrentie was, en de gemeente er geld voor over had. De tijden zijn veranderd. We communiceren digitaal, we verdelen alle taken, we sluiten aan bij wat scholen willen en we factureren per activiteit. Wat blijft zijn het plezier om met kinderen naar buiten te gaan, of om leerkrachten dankbaar te zien voor wat je te bieden hebt; èn het overbrengen van enthousiasme en respect.
contactpersoon gevraagd bij een concrete activiteit. En voor de daarbij gekozen manier van werken. Je kan zowel scholengids zijn als contactpersoon, maar het hoeft niet samen te gaan. Je kan ook als contactpersoon optreden zonder gids te zijn. Of zelfs lid van de werkgroep zonder een van beide andere rollen op je te nemen. De inspiratie en ambitie delen we. Dus als je nog zin hebt om mee te doen?.... een mailtje naar: zie boven. Want dat doen we ook anders. Iedereen mailt van en naar hetzelfde adres. Eerlijk gezegd levert dit alles terwijl ik dit schrijf best nog wat chaos op. Er moet nog wat structuur groeien. Schoolgidsen zijn er gelukkig veel meer dan bovengenoemde leden van de nieuwe scholengroep. Méér IVN'ers zijn welkom, in welke rol dan ook, want we verwachten nog wel meer scholen vanaf september. Gidsen hebben in de toekomst hun eigen basismaterialen. Vooral doe-dingen. Want de rest moet van het web komen of liefst bij de scholen zijn. Veel papieren en boeken zullen worden verkocht of weggegeven. Sommige kisten krijgen een plek op een plaats waar ze veel worden gebruikt. Kortom: het materiaal wordt herzien. Begin september is al het materiaal ondergebracht: bij IVN'ers, bij schoolgidsen, bij andere werkgroepen, maar ook veel bij het oud papier. Wij verwachten een spannend jaar. Krijgen we de veranderingen goed voor elkaar? Zal er nieuw enthousiasme groeien bij de scholen? Komen er genoeg meewerkende gidsen? Wij verwachten dat dat met een wat langere aanloop best goed zal komen. Tekst en beeld: Hanneke van der Kroft
De nieuwe scholengroep bestaat nu nog uit 6 mensen die zowel de scholen als de coördinatietaken hebben verdeeld. Agnes Legierse, Niki Bouman, Pia Holtjer, Danny Worm, Hans van Riek en Hanneke van der Kroft. Niki gaat over het werven en inwerken van nieuwe schoolgidsen en nieuwe contactpersonen. Een scholengids wordt door een
16
IVN Oost-Veluwezoom
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
JANNIE DE JONG AAN HET WOORD Leden vertellen aan leden. Dit keer laten we Jannie de Jong (64 jaar) aan het woord. Jannie doet en deed heel veel voor de vereniging. Meestal blijft ze op de achtergrond, maar doet onmisbaar werk. Een veelzijdige vrouw die haar betrokkenheid bij de afdeling serieus neemt. De afdeling kan blij zijn met zo’n betrouwbaar lid. Haar verhaal kan de betrokkenheid onder de leden bevorderen, want Jannie is ook blij met de vereniging!
Foto: Paul Jongejan
Als kind was Jannie al te vinden tussen de planten. “Mijn vader had een grote groentetuin. Ik had er een eigen stukje met plantjes, maar ik was niet erg serieus.” Het duurde een poos voordat haar liefde voor de natuur weer ruimte kreeg. Een kind en een scala van banen kregen haar aandacht. “Voordat Eelco werd geboren heb ik gewerkt als technisch tekenaar bij een elektriciteitsmaatschappij, was verkooptelefoniste bij een farmaceutische groothandel, was administratief medewerker bij de Enka en volgde een cursus Spaans omdat tolken me ook wel wat leek. Ik nam de dingen zoals ze zich voordeden. Ik vond alles wat ik deed boeiend en interessant, maar ik heb de veranderingen niet bewust gepland.” Toen Eelco kwam, wilde ze niets van zijn ontwikkeling missen, dus werd er gestopt met werken. “Toen onze zoon naar de middelbare school ging, werkte ik tijdelijk als receptioniste bij de HAN, daarna op de afdeling tekstverwerking bij de gemeente Rheden. Daar ontdekte ik dat ik veel van taal houd.” Jannie is klaarblijkelijk een veelzijdig mens en dat typeert ook haar inzet voor IVN het beste. Inmiddels is Jannie zo’n twintig jaar lid. “Ik deed samen met een vriendin eens een korte IVN plantencursus. Kort daarop ontving ik een folder dat IVN weer een nieuwe gidsencursus zou houden en ze wilden blijkbaar leden werven. Ik ben toen de gidsencursus gaan doen, in 1994/ 95 was dat. Daarna stapte ik in de tuin-werkgroep. Anne Dokter en Joop van Driel waren er toen nog, zij waren een begrip, zij wáren de tuin. Ik deed er behalve het tuinwerk op maandagochtend, ook administratieve ondersteuning.” Later werd Jannie notuliste in het afdelingsbestuur en nam de redactie van Karwij over van Tineke Heidenis. Ze deed dit dertien jaar met veel plezier.
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Toen er een nieuw computersysteem voor de opmaak van het blad kwam, vond Jannie het een goed moment om de redactie over te dragen aan Corlène van den Camp. “Een frisse wind, dat is na zoveel jaren ook wel goed,” motiveert Jannie. Ondertussen was ze begonnen met fotograferen. Dat kwam goed uit, want Corlène wilde graag een archief met illustratieve foto’s opzetten om uit te kunnen putten voor allerlei onderwerpen in Karwij. Naar aanleiding van de gidsencursus 2013/2014 ging vorig jaar de fotowerkgroep van start. Jannie licht toe: “Met moderne digitale camera’s is een kiekje maken gemakkelijk, maar naast kennis van de natuur is technische kennis over fotografie, zoals compositie en sluitertijd, eigenlijk wel nodig om méér dan een kiekje, echt mooie foto’s te maken. We zijn geen professionals, maar we geven elkaar tips. Zo hopen we ons verder te ontwikkelen.” Jannie is degene die fotoverzoeken van Corlène regelt en aanlevert. “De fotowerkgroep bestaat nu uit acht personen – het mogen er zeker méér worden! – uit de afdelingen Rheden en Eerbeek. Die samenwerking spreekt me aan: sámen iets tot stand brengen.” De werkgroep trekt er met publiek een paar keer per jaar op uit naar mooie gebieden zoals het Leusveld en het Ganzenei in Cortenoever (Brummen). “Het is wel jammer dat we in de praktijk geen foto’s kunnen maken tijdens doorstapexcursies, want zulke afbeeldingen doen het goed bij persberichten. Maar je moet altijd toestemming vragen en krijgen van de afgebeelde personen en dat is lastig onderweg. ” Het opslaan van alle foto’s die de werkgroepleden gemaakt hebben, is nog wat gepuzzel. “Nu maak ik nog mapjes per jaar en per excursie. Niet perfect voor de vele foto’s die de werkgroep inmiddels heeft. Misschien moeten we per plantensoort archiveren? Of op de excursie-thema’s?” Op de website van IVN Oost Veluwezoom plaatst Jannie altijd foto’s van de laatste excursie die geweest is met daarbij een artikeltje. En ze regelt de aanmeldingen voor wandelingen die via de website binnenkomen. Verder schrijft Jannie elk kwartaal een verhaal voor Karwij over de wederwaardigheden van de tuin. Al deze activiteiten verzorgt deze duizendpoot voor de vereniging! Jannie neemt haar taken serieus. “Ik probeer me zo goed mogelijk aan afspraken te houden. Het is fijn dat de meeste IVN-ers actief en serieus betrokken zijn bij de vereniging: je bent wel vrijwilliger, maar je taak is niet vrijblijvend. Mijn ervaring is dat de leden behulpzaam zijn en met elkaar meeleven als er eens iets is. Kortom, ik weet werkelijk niets ongunstigs van de vereniging te zeggen!” Barbara de Jong
MUTATIES Nieuwe leden: Mevr. R. Verzantvoort, Mevr. M. Kalsbeek, De heer B. van Baalen Nieuwe donateur: Mevr. H. Pomstra
IVN Oost-Veluwezoom
17
NATUURCURSUS ÓÓK EDUCATIEF MIDDEL
HERFST EN HET WEER
Dit voorjaar heeft de afdeling voor het eerst sinds 2012 weer een publiekscursus verzorgd. Voorzitter Gerrit Lammers vindt dit een goede zaak. “Zolang als ik lid van IVN ben – sinds 2009 – waren hier de publieksactiviteiten de excursies en natuurlijk de tuin. Prima educatie, de hoofdtaak van IVN, maar er kan méér gedaan worden. Er waren nauwelijks minicursussen voor publiek. Bij excursies heb je slechts twee uur om je publiek iets te laten zien. Met een cursus heb je de gelegenheid om onderwerpen meer uit te diepen. Bovendien zijn cursussen ook een heel mooie manier om nieuwe leden te werven, hoor ik van andere afdelingen. Het lijkt erop dat de belangstelling voor de excursies afneemt, dus moeten we het publiek op andere manieren proberen te bereiken. We moeten ons aanbod verbreden en dat duidelijk ‘in de markt’ zetten met publiciteit via meerdere media.”
Is er typisch herfstweer? Valt er dan meer regen? Komen stormen vaker voor, en zijn die gevaarlijker dan stormen in de zomer? Hoe zit het met mist in de herfst. Aan de andere kant van de aarde is het nu warmer, het water daar verdampt. Waterdamp is lichter dan lucht, gaat zweven, drijft onze kant op. Er ontstaan wolken, die zo koud zijn dat het ijskristallen worden. En omdat de zon niet meer zo vaak schijnt kan dit water niet verdampen, worden het regendruppels. Die zijn zwaarder dan lucht, dus regent het in de herfst vaker, een feit.
In het verleden stopte men met cursussen bij gebrek aan belangstelling. Nu was er weer volop interesse: de cursus werd flink overtekend. Het initiatief voor een cursus kwam dit keer van de afdeling Eerbeek. “Het was een soort tryout,” meent Gerrit. Er werden vier grote thema’s behandeld: Vogels, Beken en sprengen, Bomen en Flora. Deze brede opzet werd geëvalueerd. Uit de opmerkingen van cursisten bleek, naast waardering, ook een aantal suggesties voor verbetering. Gerrit: “De omvang werd bijvoorbeeld goed beoordeeld. Vier lesavonden en vier excursies op zaterdagochtend was prima, niet te kort, niet te lang. Ook vond men de gegeven informatie interessant, al was er wel verschil in de didactische kwaliteiten van de inleiders. Maar dat is logisch, omdat het allemaal vrijwilligers zijn. Veel cursisten gaven aan dat ze graag wat meer samenhang tussen de verschillende thema’s hadden gezien. Nu stonden alle avonden op zichzelf. De vier docenten zouden beter van elkaar moeten weten waar ze het over willen hebben en dan naar elkaars thema’s verwijzen.” Wat ook opviel was dat een onderscheid per doelgroep zinnig lijkt. Gerrit licht toe: “De ene groep wil graag een inleiding in kennis van de natuur; zij vinden een breed scala aan onderwerpen prettig. De andere groep zoekt juist verdieping van de basiskennis die men al heeft; dan is beperking van het aantal onderwerpen geschikter. In de communicatie bij de werving moeten we heel goed duidelijk maken voor wie de cursus bedoeld is.” Al met al is het verzorgen van cursussen een goede zaak, vindt onze voorzitter. Er staat alweer een nieuwe op stapel die start op 14 oktober. De cursus is gericht op ‘beginners’. Ook in 2016 ziet Gerrit graag nog twee cursussen. “Per cursus zijn er maar vier mensen nodig voor het organiseren. Dat moet toch lukken!” Dit najaar komt er een brainstormsessie voor de plannen voor 2016. Voor 2017 durft de voorzitter geen plannen te maken. “We verzorgen dan weer een gidsencursus. Dat vergt zoveel van de afdeling dat we daarnaast niet te veel andere activiteiten kunnen doen.”
Herfststormen. In het najaar zijn er grote tegenstellingen in temperatuur in de atmosfeer over korte afstanden binnen het Noordelijk Halfrond. In het noorden wordt het snel kouder, maar het zuiden kent nog zomerse temperaturen. Die verschillen zorgen voor een krachtige straalstroom, een storm op zo'n 10 km hoogte. Dat zorgt voor onstuimig weer, stormdepressies. Als de atmosfeer onrustig is komen stormen vaak snel achter elkaar. In de zomer zijn stormen minder heftig, duren korter. Wel zijn er vaak meer problemen omdat bomen vol in blad staan, de wind dus meer vat heeft op de bomen. De meeste schade wordt niet veroorzaakt door de zwaarte van de storm, maar door de windstoten. De windsnelheid licht in het algemeen bij zo'n windstoot enkele tientallen kilometers per uur hoger.
Mist hoort bij de herfst. Mist, een hinderlijke wolk op de grond. Hoe ontstaat mist? Weinig of geen bewolking, zwakke wind en lucht die in de avond en nacht afkoelt zorgen dat de luchtvochtigheid boven 100% komt. De atmosfeer zoekt een uitweg. Heel kleine 'stof'deeltjes' (aerosolen) vormen dan de kern waarom heen zich heel kleine druppeltjes vocht afzetten. De waterdamp condenseert, er ontstaat mist. Welke rol speelt de herfst hierin? Afkoeling van de grond is heftiger in de herfst en winter. De zon is minder krachtig, de daglengte korter. Daardoor kan de lucht meer afkoelen. Is de nacht helder, dan is de temperatuur lager. Is er nauwelijks wind, dan slaat het vocht neer op de grond als dauw, rijp. Is er geen wind dan ontstaat er mist laag bij de grond. Is er meer wind dan kan het vocht uit de hogere luchtlagen richting de grond dalen, wordt de mist dikker. Mist komt het hele jaar voor, is in het najaar en de winter hardnekkiger omdat de mist dan een dikkere laag vormt. In de zomer spreek je wel over mist op klomp- of koehoogte. Bij kouder weer kan die mist 150 tot 200 meter dik zijn. Wind kan de mist verplaatsen en oplossen. Regen en zon kunnen helpen bij het oplossen van de mist. Dan moet die zon wel door de mist heen kunnen komen om de bodem op te warmen. In de stad, waar het meestal warmer is, zal de mist eerder oplossen dan op het platteland. Soms levert mist prachtige beelden op. Objecten zijn minder goed of deels zichtbaar. Een bos waar de zon door heel dunne mist schijnt levert prachtige mistharpen op.
Barbara de Jong
18
IVN Oost-Veluwezoom
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
Computers op maat Onderhoud Netwerken Reparatie Supplies Emmastraat 29 • 6881 SN Velp • (026) 3640641 Internet: www.ictvisie.eu
Herfst 2015 40e jaargang nr. 3
IVN Oost-Veluwezoom
19
www.editoo.nl
Maandag 7 december, 09.30 uur Kamerdalseberg van onder tot boven Start: P landwinkel de Munnikenhof, Brinkweg 30 A, Rheden Eerste gids: Anne Sleeboom
Indien onbestelbaar: Indien onbestelbaar: Lindewal 1, 6981 AB Doesburg
Lindewal 1, 6981 AB Doesburg
Oost-Veluwezoom WANDELPROGRAMMA PROGRAMMA
WERKGROEP BIJSPIJKEREN / SCHOLING Donderdag 17 september: lezing “zwammen over zwammen” over gewone en bijzondere paddenstoelen door Ruud Knol uit Apeldoorn. Aanvang 19.30 uur in ’t Sprengenhus, Harderwijkerweg 25 Laag Soeren. Zaterdag 19 september: excursie paddenstoelen o.l.v. Ruud Knol, aanvang 10.00 uur bij Het Leusveld, Rhienderensestraat, Hall. Maandag 2 november: lezing "Bodem en landschap" door Giel Bongers. Aanvang: 19.30 uur, De Klaproos, Korenbloemstraat 21, Rheden. Dinsdag 17 november, 19.30 LEDENVERGADERING Locatie volgt nog.
Voorwandelen Hierbij zijn ook niet-gidsende IVN-leden welkom. Maandagmorgen: altijd vrijdagmorgen ervoor, om 9.00 uur. Zondag: doorgaans zaterdag voorafgaande om 9.00 uur. Andere wandelingen: voorwandelen varieert. Wil je zeker zijn van de tijd, bel of mail de eerste gids. Zondag 20 september, 07.30 uur Bronstwandeling Start: P Herikhuizerveld/Bloemers, Beekhuizenseweg, paddenstoel 22800, tussen de Zijpenberg en de Posbank. Eerste gids: Gerrit Lammers Maandag 5 oktober, 09.30 uur Paddenstoelen spiegelen Start: P kasteel Middachten, De Steeg Eerste gids: Sandra Omlo Zondag 18 oktober, 14.00 uur Paddenstoelen en nog meer gezwam Start: P De Plaghak, Schaapsallee/Plaggenweg, Laag Soeren Eerste gids: Erik van Dijk Zondag 25 oktober, 09.30 uur Oost-Veluwezoom ‘Kiek’ de herfst. Een fotowandeling. Beperkt aantal deelnemers, opgave via de website. Maandag 2 november, 09.30 uur Bomen over bomen Start: P Het Sterrenbosch, Zutphensestraatweg, Ellecom Eerste gids: Bertus Schoenmakers Zondag 15 november, 13.00 uur Langs de Beekhuizense beek Start: P voormalig Zwembad Beekhuizen, Beekhuizenseweg, Velp Eerste gids: Willem Cramer
Wandelingen aanvragen Erik van Dijk 026-3793556 06-81254430
[email protected] Scholenwerk aanvragen
[email protected] Rondleiding IVN-tuin Gerrit de Jong 06 36593816,
[email protected] WANDELPROGRAMMA IVN EERBEEK Meer info: www.inv.nl/eerbeek, mw S. Omlo (0313) 41 67 47 PROGRAMMA KNNV ARNHEM Zie agenda op www.knnv.nl/arnhem