Kanker wat moet je ervan weten?
Inhoud Voor wie is deze brochure? Hoe ontstaat kanker? Oorzaken en risicofactoren Gezond leven: minder kans op kanker Beperk zelf uw risico op kanker Zelfonderzoek Bevolkingsonderzoek Zou het kanker zijn? Bezoek aan de huisarts Wilt u meer informatie?
KWF Kankerbestrijding is in 1949 opgericht op initiatief van Koningin Wilhelmina. Koningin Beatrix is onze beschermvrouwe. Al ruim 55 jaar strijden we voor minder kanker, meer kans op genezing en een betere kwaliteit van leven voor alle kankerpatiënten en hun dierbaren. Overal waar we kunnen, gaan we actief de strijd tegen kanker aan. Door wetenschappelijk kankeronderzoek mogelijk te maken. Door het aanmoedigen van een gezonde leefstijl en door goede voorlichting te geven. En door ons in te zetten voor alle kankerpatiënten en hun dierbaren. KWF Geverslijn: 0900 – 202 00 41 (¤ 0,01/pm) Giro 26000 KWF Hulp- en informatielijn 0800 – 022 66 22 (gratis) www.kwfkankerbestrijding.nl Is deze brochure ouder dan 3 jaar, informeer dan of er een nieuwe uitgave bestaat. © KWF Kankerbestrijding, voorjaar 2004 Coverfoto: Reinier Gerritsen
2
3 4 6 9 17 18 20 21 24 26
Voor wie is deze brochure? Deze brochure is bedoeld voor iedereen die meer wil weten over oorzaken van kanker en hoe je zelf het risico op kanker kunt beperken. Vijftig jaar geleden was er nog maar weinig bekend over de oorzaken van kanker. De afgelopen tientallen jaren heeft wetenschappelijk onderzoek een verband aangetoond tussen het ontstaan van kanker en ons eigen gedrag. Een manier van leven die kanker gegarandeerd uitsluit is er niet. Wel kunt u er zelf veel aan doen om de kans op kanker te beperken. Zoals: niet roken, gezond en gevarieerd eten, matig zijn met alcohol, verstandig zonnen en voldoende bewegen. In deze brochure kunt u daar meer over lezen. Deze brochure is bovendien bedoeld om wat houvast te bieden als het gaat om vroege ontdekking van kanker. Niet elke klacht hoeft immers op kanker te wijzen. Maar een aantal signalen moet serieus worden genomen. Daarbij is het van belang te weten dat u bij de meeste klachten enkele weken kunt afwachten of de klacht vanzelf overgaat. Wanneer u beter direct naar uw huisarts kunt gaan, staat in deze brochure. Wilt u meer informatie over kanker in het algemeen, dan heeft KWF Kankerbestrijding over een groot aantal onderwerpen aparte brochures beschikbaar. U kunt ook contact opnemen met ons Voorlichtingscentrum. De adresgegevens staan achter in deze brochure. Of kijk op www.kwfkankerbestrijding.nl Deze brochure is een uitgave van KWF Kankerbestrijding en is tot stand gekomen met de medewerking van deskundigen uit diverse beroepsgroepen, waaronder artsen, onderzoekers, voorlichters en preventiemedewerkers.
3
Hoe ontstaat kanker? Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. Voortdurend worden nieuwe cellen gevormd om te kunnen groeien en om beschadigde en verouderde cellen te vervangen. Cellen ontstaan door middel van celdeling: uit één cel ontstaan twee nieuwe cellen, die zich op hun beurt ook weer delen, etc. De celdeling wordt goed geregeld en gecontroleerd door erfelijk materiaal (dna) dat in elke cel zit. Tijdens ons leven staan onze lichaamscellen bloot aan allerlei schadelijke invloeden. Als er schade optreedt, kan deze meestal worden hersteld. Een cel kan in de loop van de tijd echter onherstelbaar beschadigd raken. Daardoor kan het erfelijk materiaal veranderen, met als gevolg dat deling, groei en ontwikkeling van zo’n cel ontregeld raken. Dit leidt vervolgens tot overmatige celdeling, waardoor een gezwel of tumor ontstaat. Goedaardig gezwel De gevormde cellen dringen geen omliggend weefsel binnen.
Kwaadaardige tumor De cellen dringen wel omliggend weefsel binnen.
Goed- en kwaadaardig Een tumor kan goed- of kwaadaardig zijn. Alleen bij kwaadaardige (maligne) tumoren spreken we van kanker. Goedaardige (benigne) gezwellen zijn meestal goed afgegrensd: ze groeien niet door andere weefsels heen en verspreiden zich niet door het lichaam. Wél kan zo’n gezwel tegen omliggende weefsels of organen drukken. Dit kan zo hinderlijk zijn, dat het gezwel verwijderd moet worden. Bij kwaadaardige tumoren zijn bepaalde mechanismen in de cellen dermate beschadigd, dat het lichaam de celdeling niet meer onder controle krijgt. Een kwaadaardige tumor drukt niet alleen omliggende weefsels of organen opzij, maar kan er ook in binnen groeien. Cellen van zo’n tumor kunnen bovendien los raken en zich naar andere plaatsen in het lichaam verspreiden. Daar kunnen ze nieuwe tumoren vormen. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen).
4
Vooral ziekte van ouderen Op dit moment krijgen in Nederland elk jaar zo’n 69.000 mensen te horen dat zij kanker hebben. Het lijkt wel of kanker steeds meer voorkomt. Dat is ook zo. Kanker is vooral een ziekte van oudere mensen. Meer dan tweederde van alle kankerpatiënten is ouder dan 60 jaar. Nederland vergrijst en daarom zal er steeds vaker kanker worden ontdekt. Bij jongeren en kinderen zien we het relatief weinig. Maar als het gebeurt, maakt het diepe indruk. Daarnaast is kanker steeds beter te behandelen. Gemiddeld overleeft de helft van de patiënten de eerste vijf jaar na de diagnose. Wanneer dit niet het geval is, geldt voor bepaalde soorten kanker dat het een chronische aandoening wordt. Steeds meer mensen kunnen met hun ziekte verder leven. Ook daardoor stijgt het totaal aantal patiënten.
5
Jeugdkanker Van de circa 69.000 nieuwe kankerpatiënten zijn er zo’n 400 onder de 15 jaar. Het gaat dan om soorten kanker die niet veroorzaakt worden door leefgewoonten van die kinderen en ook niet door die van hun ouders.
Oorzaken en risicofactoren Kanker is na hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in Nederland. Elk jaar krijgen zo’n 69.000 mensen te horen dat zij kanker hebben. Er zijn meer dan honderd soorten kanker met elk een verschillende ontstaanswijze. Sommige soorten kanker komen meer voor dan andere. Er kunnen verschillende soorten kanker in één familie voorkomen. Die hebben meestal niets met elkaar te maken.
Kanker in Nederland • De meeste kankerpatiënten zijn ouder dan 60 jaar. • Bij mannen komt longkanker het meeste voor, daarna prostaatkanker. • Bij vrouwen komt borstkanker het meeste voor, daarna darmkanker. • Per jaar zijn er zo’n 69.000 nieuwe patiënten, waaronder bijna 400 kinderen (0 tot 15 jaar). • Per jaar overlijden ruim 38.000 mensen aan kanker. • Gemiddeld overleeft circa de helft van alle kankerpatiënten de eerste vijf jaar. • Overlevingskansen zijn per soort kanker en het stadium van de ziekte sterk verschillend. De 10 meest voorkomende soorten kanker naar lokalisatie aantal:
10000 8000 6000 4000 2000 0 lokalisatie: borst
darm
long prostaat melanoom
blaas
nonmaag hodgkin
hoofd/ alvleeshals klier
mannen vrouwen
Bron: Laatst beschikbare cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (VIKC, 2004).
6
Amper vijftig jaar geleden was er nog maar weinig bekend over de oorzaken van kanker. De afgelopen jaren heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat er een verband is tussen het ontstaan van kanker en ons eigen gedrag. Bij ongeveer 50 tot 70% van de mensen die aan kanker overlijden, heeft een ongezonde leefstijl een belangrijke rol gespeeld bij het ontstaan van de ziekte. Aanleg, milieu, leefstijl en toeval Ieder mens loopt een bepaald risico om kanker te krijgen. Ruim één op de drie Nederlanders krijgt in de loop van het leven kanker. Soms heeft iemand aanleg om een bepaalde soort kanker te krijgen, doordat hij al bij zijn geboorte een verandering in zijn erfelijk materiaal (dna) heeft meegekregen. Dit geldt voor ongeveer 5% van alle mensen met kanker. Sommige mensen denken dat kanker hoofdzakelijk door het milieu wordt veroorzaakt. Toch blijkt milieuverontreiniging maar een kleine rol te spelen: niet meer dan zo’n 1% van alle gevallen van kanker wordt veroorzaakt door milieuverontreiniging. Een ongezonde leefstijl draagt in belangrijke mate bij aan het ontstaan van kanker. Met een gezonde leefstijl kunt u zelf veel doen om dit risico te beperken. Maar een manier van leven die kanker gegarandeerd voorkómt, is er helaas niet. Vaak is kanker het gevolg van een samenloop van omstandigheden. Naast aanleg of leefgewoonten kan toeval een rol spelen. Iemand die altijd gezond heeft geleefd, kan tóch kanker krijgen. En andersom kan iemand die altijd heeft gerookt, oud worden zónder kanker te krijgen.
7
Overigens: Kanker is niet besmettelijk. Een hand geven of zoenen kan geen kanker overbrengen.
Risicofactoren Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat bepaalde leefgewoonten en/of -omstandigheden het risico op een aantal soorten kanker vergroot. Dit worden risicofactoren genoemd. Voorbeelden hiervan zijn: roken, ongezond eten, veel alcohol drinken, onvoldoende lichaamsbeweging en overmatige blootstelling aan de zon. Maar ook: werken met kankerverwekkende stoffen, zoals asbest. De meeste factoren beïnvloeden het risico pas bij langdurige blootstelling. Een risicofactor voor de ene soort kanker hoeft dat niet te zijn voor een andere soort.
Eet dagelijks 2 stuks fruit en 2 ons groenten.
8
Gezond leven: minder kans op kanker Hoe kanker precies ontstaat is nog niet helemaal duidelijk. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er een duidelijk verband is tussen het ontstaan van kanker en ons eigen gedrag. Hieronder is beschreven wat de relatie is tussen diverse risicofactoren en het ontstaan van kanker. Roken Als in Nederland alle rokers zouden stoppen, zouden er jaarlijks circa 11.000 mensen minder aan kanker overlijden. Dit is 30% van het totaal aan overledenen ten gevolge van kanker.
Brochure In de KWF-brochure Roken en kanker. Stoppen met roken,
Naast longkanker kan roken ook leiden tot kanker van de alvleesklier, blaas, nieren, baarmoederhals, huid en tot tumoren in het hoofd/halsgebied. Longkanker is in negen van de tien gevallen veroorzaakt door roken. Als iemand rookt en ook nog veel alcohol gebruikt, is het risico op tumoren in het hoofd/halsgebied nog groter. Sinds de jaren vijftig is het aantal mannen dat rookt gedaald; het aantal vrouwen is juist gestegen. Dat is te zien in de sterfte-statistieken van longkanker: de sterfte aan longkanker neemt bij mannen af, bij vrouwen toe. Indien de sterfte aan longkanker onder vrouwen blijft toenemen, is in 2015 longkanker de belangrijkste oorzaak van sterfte aan kanker bij vrouwen. Nu is dat nog borstkanker. Sterfte aan borstkanker en longkanker onder vrouwen in de periode 1990-2000 en de verwachte sterfte tot 2015 Aantal
3000
2000
1000
longkanker borstkanker
0 ’90
’95
’00
’05
’10
9
’15
Jaartal
minder kans op kanker vindt u meer informatie.
Meeroken Als gevolg van passief roken overlijden er in Nederland jaarlijks meer dan 250 mensen.
Passief roken – Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat meeroken, ofwel passief roken, ook leidt tot een hoger risico op kanker. Dit verband is in elk geval aangetoond voor longkanker. Het risico is groter, naarmate er meer en langer is meegerookt. Ook voor kinderen is meeroken schadelijk voor hun gezondheid. Kinderen van rokers hebben bijvoorbeeld vaker een minder goede longfunctie en hebben meer last van hun luchtwegen. Ook is aangetoond dat kinderen met rokende ouders vaker een slechter melkgebit hebben. Baby’s van moeders die voor en tijdens de zwangerschap hebben gerookt, hebben meer risico op een te laag geboortegewicht en vroeggeboorte. Ook is het risico op een spontane abortus groter. Passief roken is dus schadelijk. Wie rookt, doet er goed aan om ervoor te zorgen dat anderen daarvan geen hinder hebben of schade ondervinden. Stoppen met roken – Dit levert direct voordelen op, zoals meer smaak, reuk en een betere conditie. Ook om het risico op kanker te beperken, is het op elke leeftijd de moeite waard om te stoppen. Het meeste effect wordt bereikt wanneer het lukt om dit voor de middelbare leeftijd te doen. Wie hulp wil bij stoppen met roken, kan terecht bij stivoro, een dochterorganisatie van KWF Kankerbestrijding. De adresgegevens staan achter in de brochure vermeld. Voeding Ongezonde voeding is eveneens verantwoordelijk voor ongeveer 30% van de sterfte aan kanker. Maar met het verschil, dat je roken kunt laten en eten niet. Al tientallen jaren wordt wereldwijd intensief onderzoek gedaan naar het verband tussen voeding en het ontstaan van kanker. Het is echter (nog) niet precies bekend welke stoffen daarbij een rol spelen en hoe ze invloed hebben op het ontstaan of juist voorkomen van kanker. Onderzoek levert voortdurend nieuwe inzichten op, waardoor adviezen regelmatig moeten worden bijgesteld.
10
Groente en fruit – Uit wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat het volop eten van groente en fruit het risico op een aantal soorten kanker kan verminderen. Dit is het geval bij kanker van de mond- of keelholte, slokdarm, longen en waarschijnlijk de maag. Dat zijn (met uitzondering van maagkanker) soorten kanker die sterk met roken en/of alcoholgebruik te maken hebben. Rokers die de kans op kanker écht willen verminderen doen er goed aan te stoppen met roken. Verrijkte voeding en preparaten – Er zijn steeds meer voedingsmiddelen te koop die ‘verrijkt’ zijn met speciale voedingsstoffen, zoals extra vitaminen of extra voedingsvezels, ook wel: functionele voeding of functional foods. Aanvulling met ‘verrijkte’ voeding is zelden nodig. Wie gezond is en gevarieerd eet krijgt van alle voedingsstoffen genoeg binnen. Overigens kunnen vitaminepreparaten een gezonde voeding niet vervangen. Goede voeding bevat veel meer dan alleen vitaminen.
11
Brochure In de KWF-brochure Gezond eten, minder kans op kanker worden goede voeding en alcoholgebruik uitgebreid besproken.
Alcohol Meer dan drie glazen alcohol per dag verhoogt sterk het risico op bepaalde soorten kanker. Het gaat om kanker van de mond- of keelholte, strottenhoofd, slokdarm of lever. Daarnaast is er voor vrouwen ook een verband gevonden tussen alcohol en borstkanker. Wie alcohol drinkt en daarbij ook rookt, loopt extra risico. Aanbevolen wordt om niet dagelijks alcohol te drinken en dan niet meer dan twee à drie glazen.
Overgewicht Er is een eenvoudige manier om te bepalen
Lichaamsbeweging Uit onderzoek weten we inmiddels dat bewegen de kans op het krijgen van bepaalde soorten kanker verkleint. Dat geldt, voor zover nu bekend, met name voor dikke darm- en borstkanker. Daarnaast kan bewegen helpen om overgewicht te voorkomen. Dagelijks bewegen is daarom een gezond advies. Minimaal een half uur per dag (of tweemaal een kwartier) is al voldoende. U kunt daarbij denken aan tuinieren, fietsen en wandelen.
of u overgewicht heeft. Meet met een centimeter uw taille tussen de onderkant van de onderste rib en de bovenkant van uw bekken. Trek de centimeter niet te strak aan. Vrouwen met een omtrek minder dan 80 cm hebben een gezond gewicht. Voor mannen is dat bij een omtrek van minder dan 94 cm het geval.
Lichaamsgewicht Een te hoog lichaamsgewicht vergroot de kans op aandoeningen als diabetes mellitus (suikerziekte), hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen. Er bestaat ook een relatie tussen overgewicht en het risico op een aantal soorten kanker, waaronder baarmoederkanker, nierkanker, slokdarmkanker en dikke darmkanker. Voor vrouwen is er een verband met borstkanker gevonden, indien zij na de overgang overgewicht hebben. Voldoende bewegen en gezond eten kunnen u helpen om een gezond gewicht te handhaven. Als u wilt afvallen is meer en intensiever bewegen noodzakelijk. Voor niet-actieve mensen is elke extra hoeveelheid lichaamsbeweging meegenomen. Dat geldt ook voor mensen met een lichamelijke beperking.
12
uv-straling Ultraviolette (uv) straling komt van nature voor in zonlicht. In zonne-apparatuur wordt diezelfde uv-straling langs technische weg verkregen. De uitwerking op de huid is hetzelfde: uv-straling is belangrijk voor de gezondheid, maar overdaad schaadt. Straling beschadigt huidcellen. Normaal gesproken kan het lichaam dit herstellen. Maar een gevolg van te veel uvstraling is op termijn een verhoogde kans op huidkanker. Laat daarom uw huid voorzichtig wennen, voorkom zonnebrand (zeker bij kinderen) en overdrijf het zonnen niet. Zoek tussen 12.00 en 15.00 uur de schaduw op en draag een petje en beschermende kleding. Voor mensen met een buitenberoep is het belangrijk zich te beschermen tegen overmatige blootstelling aan uv-straling.
13
Brochure In de KWF-brochure Verstandig zonnen, minder kans op huidkanker wordt uitvoerig aandacht besteed aan verstandig zongedrag.
Andersoortige straling Elektromagnetische straling is straling afkomstig van hoogspanningsmasten, radio- en tv-masten en mobiele telefoons. Er wordt volop onderzoek gedaan naar mogelijk nadelige gevolgen van elektromagnetische straling voor de volksgezondheid. Uit onderzoek van de Gezondheidsraad blijkt dat er vooralsnog geen oorzakelijk verband kan worden aangetoond tussen elektromagnetische straling en kanker. Radon – Radon is een radioactief gas dat van nature in de aardbodem voorkomt, met name in rotsachtige gebieden. Als deze bodemstoffen worden gebruikt voor bouwmaterialen, kan daarin dus radon zitten. In de loop van de tijd kan het radon langzaam uit die bouwmaterialen vrijkomen. Het kan zich hechten aan kleine stofdeeltjes, waardoor het in de longen kan terechtkomen. De hoeveel-heid radon die vrijkomt uit bouwmaterialen kan worden verminderd door huizen voldoende te ventileren. Dat kan het beste door twee kleine raampjes tegenover elkaar open te zetten. In Nederland is de concentratie van radon in de bodem overigens ver beneden de Europese richtlijn. Na roken is radon de tweede oorzaak van longkanker. Volgens wetenschappelijke berekeningen sterven in Nederland jaarlijks 800 mensen aan longkanker als gevolg van blootstelling aan radon. De sterfte aan longkanker door roken is echter tien keer zo groot. Er zijn aanwijzingen dat rokers meer risico lopen op het ontstaan van longkanker door radon dan niet-rokers. Dat komt omdat roken en de blootstelling aan radon elkaar lijken te versterken. Om het risico op longkanker zo goed mogelijk te beperken is het dus extra belangrijk om niet te roken. Milieu Sommige mensen denken dat kanker hoofdzakelijk door het milieu wordt veroorzaakt. Toch is milieuverontreiniging maar voor een heel klein deel de boosdoener. Niet meer dan
14
ongeveer één procent van alle gevallen van kanker wordt hierdoor veroorzaakt. Roken daartegen veroorzaakt 30% van alle kanker. Maar dat neemt niet weg, dat gestreefd moet worden naar het uitbannen van stoffen in het milieu die kankerverwekkend zijn, zoals dioxine en benzeen. Beroep Sommige mensen kunnen in hun beroep te maken krijgen met straling of stoffen, zoals asbest, die de gezondheid kunnen schaden. Om de risico’s zo veel mogelijk te beperken moeten werkgevers de nodige veiligheidsmaatregelen treffen en hun werknemers hierover goed voorlichten. Informatie over het veilig werken met kankerverwekkende stoffen moet in het bedrijf zijn vastgelegd in het ‘Arbeidsomstandighedenbesluit’. Werknemers kunnen deze gegevens inzien bij de Arbo-dienst of Arbeidsinspectie. Infecties Bacteriën kunnen een rol spelen bij het ontstaan van ziekten, waaronder bepaalde soorten kanker. Zo is bekend dat de bacterie helicobacter pylori, de belangrijkste oorzaak is van een ontsteking van het maagslijmvlies. Uit onderzoek blijkt een duidelijk verband tussen langdurig bestaande infecties met deze bacterie en het ontstaan van maagkanker. Dat wil nog niet zeggen dat aanwezigheid van deze bacterie altijd maagkanker tot gevolg heeft. Naast bacteriën kan ook een aantal virussen leiden tot een verhoogd risico op kanker. Dit is onder andere het geval bij het humaan papilloma virus (hpv). Dit virus speelt onder andere een rol bij baarmoederhalskanker. Besmetting met het hepatitus B virus geeft een grotere kans op leverkanker. Het humaan immuno-deficiëntie virus (hiv) wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op kanker. De hierboven genoemde virussen kunnen onder meer via seksueel contact op elkaar worden overgedragen. Wie wisselende seksuele contacten heeft, wordt aangeraden om veilig te vrijen.
15
Brochure De KWF-brochure Veilig werken met kankerverwekkende stoffen gaat uitvoerig in op beroepsmatige blootstelling aan kankerverwekkende stoffen.
Brochures De KWF-brochure Kanker in de familie, hoe zit het met erfelijkheid? is bedoeld voor iedereen die zich afvraagt hoe het precies zit met erfelijkheid en kanker.
Erfelijkheid In sommige families lijkt kanker meer voor te komen dan in andere. Dan wordt al gauw gedacht: ‘Zou kanker in onze familie erfelijk zijn?’. Als één soort kanker, of bepaalde combinaties van soorten kanker, bij meer leden uit één familie voorkomt, kan erfelijkheid mogelijk de belangrijkste oorzaak zijn. Dit is het geval bij ongeveer 5% van alle mensen met kanker. Erfelijke kanker wordt meestal op jongere leeftijd ontdekt dan niet-erfelijke kanker: vaak voor het vijftigste levensjaar. Van een aantal soorten kanker is inmiddels vastgesteld dat de erfelijke aanleg daarvoor van ouder op kind kan worden doorgegeven (overerving). Dit is het geval bij borstkanker, eierstokkanker, dikke darmkanker of melanoom (een type huidkanker). Daarnaast is er een aantal zeldzame erfelijke ziektes die bepaalde soorten kanker tot gevolg kunnen hebben. Er wordt nog veel onderzoek gedaan naar veranderingen in het erfelijk materiaal in cellen die tot kanker kunnen leiden.
16
Beperk zelf uw risico op kanker Een garantie om kanker helemaal te voorkomen, bestaat helaas niet. Maar met een gezonde leefwijze kunt u er zelf wat aan doen om uw risico op kanker te verminderen.
Een gezonde leefwijze is: 1. Niet roken Niet roken of stoppen met roken is de belangrijkste maatregel die u kunt nemen om het risico op kanker te beperken. Kunt u niet stoppen, probeer dan in elk geval te minderen. Als u rookt, houd dan rekening met niet-rokers. 2. Verstandig zonnen Overmatige blootstelling aan uv-straling door de zon of zonne-apparatuur kan huidkanker veroorzaken. Laat uw huid daarom voorzichtig wennen, voorkom zonnebrand (zeker bij kinderen) en overdrijf het zonnen niet. Zoek tussen 12.00 en 15.00 uur de schaduw op en draag een petje en beschermende kleding. 3. Gezond en gevarieerd eten Gezonde en gevarieerde voeding verkleint het risico op bepaalde soorten kanker en is goed voor uw algehele gezondheid. Gevarieerd eten en dagelijks minstens 2 ons groente en 2 keer fruit is belangrijk. Probeer ook een gezond gewicht te handhaven. 4. Matig zijn met alcohol Als u alcohol drinkt, drink dan niet dagelijks en niet meer dan 2 tot 3 glazen per dag. 5. Voldoende bewegen Dagelijks minimaal een half uur bewegen is voor iedereen gezond. U kunt het half uur ook opsplitsen in bijvoorbeeld twee keer een kwartier. Voor bewegen hoeft u niet naar een sportvereniging. Wandelen, fietsen, tuinieren of huishoudelijk werk is ook goed.
17
Zelfonderzoek Sommige veranderingen aan uw lichaam, die mogelijk met kanker te maken hebben, kunt u zelf in de gaten houden. Zelfonderzoek – met regelmaat zelf uw lichaam onderzoeken op eventuele veranderingen – is helaas geen wetenschappelijk bewezen effectieve methode voor de vroege opsporing van kanker. Door zelfonderzoek raakt u echter wel vertrouwd met uw eigen lichaam: bijvoorbeeld hoe uw borsten of zaadballen aanvoelen en hoe uw huid eruit ziet. U weet dan wat bij u normaal is. Door maandelijks op een vast tijdstip zelfonderzoek te doen, wordt het routine. Treedt er een verandering op, dan merkt u deze gemakkelijker op. Bovendien kunt u de verandering duidelijker aan uw huisarts omschrijven. Dit helpt uw arts bij het beoordelen van wat er aan de hand zou kunnen zijn. Borstzelfonderzoek – Jaarlijks krijgen circa 11.000 vrouwen in Nederland borstkanker. Borstkanker openbaart zich in veel gevallen door een knobbeltje in de borst. Veel vrouwen ontdekken zo’n knobbeltje bij toeval. Anderen doordat zij regelmatig zelf hun borsten onderzoeken. Vrouwen die rond hun achttiende jaar beginnen met borstzelfonderzoek, leren zo hun eigen borsten ‘kennen’. Zij merken daardoor gemakkelijker wanneer er een verandering is. Het kan dan gaan om: • een knobbeltje; • een ‘ingetrokken’ tepel; • vreemde vochtafscheiding uit de tepel.
18
Zaadbalzelfonderzoek – In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 500 mannen zaadbalkanker vastgesteld. Zaadbalkanker ontstaat meestal bij mannen tussen de 15 en de 40 jaar, maar kan zich ook op oudere leeftijd voordoen, of bij kinderen. De meeste mannen bij wie zaadbalkanker wordt vastgesteld hebben zelf een verandering aan een zaadbal geconstateerd. Mannen die regelmatig hun zaadballen onderzoeken kunnen daarbij letten op: • een zwelling; • een verharding; • een andere verandering, zoals een dof, zwaar gevoel in de onderbuik, achter of in de balzak. Huid Jaarlijks wordt in ons land bij ongeveer 25.000 mensen huidkanker vastgesteld. Er zijn verschillende veranderingen die kunnen duiden op huidkanker. • Een glad, glazig knobbeltje dat langzaam groeit. • Een ‘eczeem-achtig’ plekje, meestal op de romp. • Een rose/rood knobbeltje op de huid, soms met een schilferkorstje. Als dit korstje wordt afgestoten, blijft een oppervlakkig zweertje achter dat niet geneest. • Veranderingen in een moedervlek zoals: - dikker en/of groter worden; - kleurverandering; - vormverandering; - aanhoudende jeuk; - bloeden; - het ontstaan van een zweertje of korstje. • Het ontstaan van een nieuwe pigment- of moedervlek. Indien een of meer van de hierboven genoemde veranderingen niet binnen vier weken geheel is verdwenen, is het nodig dat uw huisarts dit bekijkt.
19
Brochure Meer informatie over zelfonderzoeken vindt u in de KWF-brochure Kanker: vroege ontdekking, wat kunt u zelf doen? die naar verwachting najaar 2004 verschijnt.
Bevolkingsonderzoek Het zou mooi zijn als we kanker met één simpel testje zouden kunnen ontdekken voordat er klachten zijn. Maar er bestaat helaas geen test of onderzoek waarmee alle soorten kanker kunnen worden opgespoord. Daarvoor is kanker te ingewikkeld. Voor sommige soorten kanker bestaat er echter wel een specifieke testmethode. Als goed is uitgezocht of met deze test die soort kanker (vroeg) kan worden opgespoord en de kans op een genezende behandeling wordt vergroot, komt er een bevolkingsonderzoek. In Nederland kennen we er momenteel twee: onderzoek naar baarmoederhalskanker en naar borstkanker. Deze onderzoeken worden door de overheid gefinancierd.
Brochure Meer informatie over vroege opsporing van baarmoederhalskanker is te lezen in de KWF-brochure Het uitstrijkje, meer kans op genezing bij vroege ontdekking.
Brochure In de KWF-brochure Borstafwijkingen, waar moet je op letten? kunt u meer lezen over veranderingen in de borst en welke onderzoeken nodig kunnen zijn.
Het uitstrijkje Wanneer bij een vrouw een vroeg stadium van baarmoederhalskanker wordt vastgesteld en behandeld, is de kans op overleving bijna 100%. Daarom krijgen vrouwen tussen de 30 en 60 jaar om de vijf jaar een uitnodiging om een uitstrijkje te laten maken bij hun huisarts. Het uitstrijkje wordt gemaakt door de huisarts of doktersassistente. Bij het uitstrijkje wordt met behulp van een borsteltje of spateltje wat slijm met cellen ‘gestreken’ van het slijmvlies op de grens van baarmoederhals en baarmoedermond. Vandaar de term ‘uitstrijkje’. In het laboratorium onderzoekt men of de cellen afwijken van normale cellen. Borstfoto’s Met borstfoto’s (mammografie) kunnen afwijkingen die op borstkanker kunnen duiden, worden opgespoord nog voor zij voelbaar zijn. In Nederland wordt deze techniek gebruikt in het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Vrouwen tussen 50 en 75 jaar krijgen elke twee jaar een schriftelijke uitnodiging om borstfoto’s te laten maken. Wanneer er op de foto’s een afwijking te zien is, volgt verder onderzoek. De chirurg of radioloog neemt dan een klein beetje weefsel van de borst weg. Dit weefsel wordt microscopisch onderzocht op aanwezigheid van kankercellen.
20
Zou het kanker zijn? Misschien overkomt het u wel eens: u denkt er misschien niet dagelijks aan, maar op een gegeven moment valt het op. Iets dat er eerst niet was: een kuchje, een knobbeltje of een plekje op uw huid. Sommige klachten komen veel voor. Vaker bij andere aandoeningen dan bij kanker. Meestal gaan ze vanzelf weer over. En vaak is er een voor de hand liggende verklaring, zoals opgezette klieren (knobbeltjes) in de hals bij een keelontsteking. Niet elke klacht hoeft dus op kanker te wijzen, maar soms kan het wél het eerste ‘waarschuwingssignaal’ van kanker zijn. Dat is alleen te constateren na onderzoek door een arts. Een aantal signalen moet dus serieus genomen worden. En in alle gevallen geldt dat áls de klachten na vier weken nog aanwezig zijn, het verstandig is om naar de huisarts te gaan. Soms is het raadzaam al eerder te gaan. Dat kunt u op de volgende pagina’s lezen.
21
Goede redenen om naar uw huisarts te gaan Verschijnselen die iets met kanker te maken kunnen hebben, zijn: 1. Blijvende heesheid of hoest
Als er (een beetje) bloed in opgehoest slijm zit, is het verstandig direct naar uw huisarts te gaan. Vooral rokers moeten hierop letten.
2. Slikklachten
Als het eten niet goed zakt of blijft steken in de slokdarm. Ook als slikken pijn doet.
3. Nieuwe of veranderende moedervlekken
Als er een nieuwe moedervlek ontstaat of er veranderingen optreden aan een bestaande moedervlek, is het raadzaam direct naar uw huisarts te gaan. Het gaat dan om elke verandering in kleur, vorm, uiterlijk en grootte van een moedervlek. Ook een moedervlek die jeukt of makkelijk bloedt, moet worden gecontroleerd.
4. Een schilferend plekje of een knobbeltje op uw huid
Soms ontstaat op zo’n knobbeltje een wondje of zweertje dat niet binnen enkele weken geneest. Het hoeft geen kanker te zijn, maar voor wondjes die niet genezen, is het goed uw huisarts te raadplegen.
5. Een verdikking of knobbel(tje) ergens in uw lichaam
Het kan gaan om een verdikking of knobbeltje in uw borst(en), zaadbal(len), hals, oksel(s), lies of elders in het lichaam. Met een verdikking/knobbeltje is het het beste direct naar uw huisarts te gaan, ook als het geen pijn doet.
22
6. Ongewoon vaginaal bloedverlies of abnormale afscheiding
Bij vrouwen is vaginaal bloedverlies bij/ na het vrijen verdacht. Ook als u zomaar tussen twee menstruatie-perioden in of na de overgang bloed verliest. Of als er sprake is van ongewone afscheiding. Soms geeft een beetje bloedverlies een bruinige afscheiding.
7. Blijvende verandering in de stoelgang zonder duidelijke aanleiding
Het kan gaan om langdurige diarree of verstopping, maar ook om blijvende afwisseling daarvan. Bloed bij/in de ontlasting is eigenlijk altijd een reden om naar uw huisarts te gaan. Let wel, het hoeft geen kanker te zijn. Ook bij andere aandoeningen kan er bloed bij/in de ontlasting voorkomen. Het hoeft geen kanker te zijn, maar nader onderzoek is noodzakelijk bij elke verandering die meer dan twee weken duurt.
8. Urinewegproblemen of veranderingen bij het plassen
Het kan gaan om moeilijker kunnen plassen, vaker moeten plassen, pijn bij het plassen of bloed in de urine. Voor elke verandering geldt dat u het beste uw huisarts kunt raadplegen.
9. Gewichtsverlies zonder aanleiding
Als u afvalt zonder dat daar een duidelijke aanleiding voor is, moet u daar niet mee blijven lopen. Raadpleeg hiervoor uw huisarts.
Deze verschijnselen zijn de meest in het oog springende klachten die op kanker kunnen wijzen. Maar soms moeten patiënt en arts achteraf vaststellen dat andere ‘vage’ klachten in verband stonden met kanker. Eén van die klachten kan onverklaarbare vermoeidheid zijn, al dan niet in combinatie met afvallen.
23
Bezoek aan de huisarts Er zijn mensen die niet naar de dokter gaan uit angst dat hun klachten écht met kanker te maken hebben. Anderen zijn bang dat de dokter denkt dat zij zich aanstellen, omdat er misschien niets aan de hand is. En er zijn mensen die opzien tegen eventuele vervolgonderzoeken. Dit soort gedachten en emoties zijn heel begrijpelijk. Maar uitstel van een bezoek aan de huisarts kan betekenen dat iemand al die tijd in spanning zit. Een bezoek aan de huisarts kan juist veel onrust wegnemen. Uw huisarts zal doorgaans eerst vragen stellen en daarna (eventueel) lichamelijk onderzoek doen. Geef daarom uw klachten duidelijk aan. Schrijf deze eventueel van tevoren op een lijstje. Aarzel niet om vragen te stellen.
Onderzoek Als er reden voor is, zal uw huisarts verder onderzoek laten doen. Het is misschien nodig bloed, urine of ontlasting na te kijken of röntgenfoto’s te laten maken. De uitslag van die onderzoeken kan verwijzing naar een specialist nodig maken. De klacht is misschien zo duidelijk dat uw huisarts niet wacht en meteen verwijst naar een specialist.
24
De enige manier om kanker vast te stellen, is door cel- en weefselonderzoek. Dat is alleen in het ziekenhuis mogelijk. Uw huisarts kan ook voorstellen de ontwikkeling van de klachten nog even aan te zien. Wilt u zelf liever toch een verwijzing naar een specialist, probeer dan duidelijk uit te leggen waarom. Doorgaans zal uw huisarts de gang van zaken met u bespreken. Als dat niet gebeurt, vraag er dan gerust naar.
25
Brochure Meer informatie over onderzoek en behandeling van kanker staat te lezen in het boekje Als het kanker is... van KWF Kankerbestrijding.
Wilt u meer informatie? Heeft u vragen naar aanleiding van deze brochure, blijf daar dan niet mee lopen. Voorlichtingscentrum KWF Kankerbestrijding Ons Voorlichtingscentrum is gevestigd op: Sophialaan 8, 1075 br Amsterdam Vanaf voorjaar 2005: Delflandlaan 17, 1062 ea Amsterdam Het centrum is open op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur. Voor informatie kunt u zo binnenlopen. Voor een uitgebreid persoonlijk gesprek kunt u het beste van tevoren een afspraak maken. Voor een afspraak, maar ook voor een telefonisch gesprek, kunt u bellen met onze gratis KWF Hulp- en informatielijn: 0800 – 022 66 22 (ma – vrij: 10.00 – 12.30 en 13.30 – 16.00 uur). Tevens kunt u via deze lijn 7 dagen per week, 24 uur per dag brochures bestellen. Organisaties en instellingen kunnen uitsluitend schriftelijk of via internet bestellen: www.kwfkankerbestrijding.nl/bestellen Op onze site: www.kwfkankerbestrijding.nl vindt u recente informatie over allerlei aspecten van kanker. U kunt er al onze brochures downloaden. Suggesties voor deze brochure kunt u schriftelijk doorgeven aan het Voorlichtingscentrum. Brochures KWF Kankerbestrijding heeft over verschillende onderwerpen gratis aparte uitgaven beschikbaar, waaronder: • Roken en kanker. Stoppen met roken, minder kans op kanker • Gezond eten, minder kans op kanker • Verstandig zonnen, minder kans op huidkanker • Meer bewegen, minder kans op kanker • Veilig werken met kankerverwekkende stoffen • Kanker in de familie, hoe zit het met erfelijkheid? 26
Over een groot aantal soorten kanker en de behandeling ervan heeft KWF Kankerbestrijding ook brochures uitgebracht, zoals over longkanker, nierkanker en baarmoederhalskanker. Brochures van KWF Kankerbestrijding zijn vaak ook te vinden in onder andere ziekenhuizen, apotheken, bibliotheken en bij huisartsen. Andere nuttige adressen stivoro voor een rookvrije toekomst Voor vragen over (stoppen met) roken. t 0900 - 9390 (ma - vrij: 9.00 – 17.00 uur, ¤ 0,10/pm) www.stivoro.nl Voedingscentrum Voor algemene vragen over voeding. t (070) 306 88 88 (ma – vrij: 9.00 - 17.00 uur) www.voedingscentrum.nl Centrum Gezondheidsbevordering op de werkplek (GBW) Voor vragen over gezondheidsbevordering op de werkplek. t (0348) 43 76 80 (ma – vrij: 9.00 - 17.00 uur) www.gbw.nl
27
Voorlichtingscentrum KWF Kankerbestrijding In dit centrum kunt u terecht voor: • documentatie o.a. brochures, tijdschriften en video’s • een persoonlijk gesprek Bezoekadres (bij voorkeur op afspraak) Sophialaan 8, 1075 br Amsterdam Vanaf voorjaar 2005: Delflandlaan 17, 1062 ea Amsterdam U kunt ook bellen Gratis KWF Hulp- en informatielijn 0800 – 022 66 22 Of kijk op internet www.kwfkankerbestrijding.nl
Bestellingen door organisaties Fax verzendhuis: (013) 595 35 66 Internet: www.kwfkankerbestrijding.nl/bestellen bestelcode g85