Kan de architect wel met pensioen? Bovenstaande vraag is natuurlijk een teaser, maar bevat evengoed een stevige grond van waarheid. Kan een architect onbekommerd met pensioen? Hoe zit het met zijn aansprakelijkheid na pensionering? Wat als hij nog erelonen krijgt uitbetaald voor prestaties die dateren van voor de pensioendatum? Mag hij nog werken om zijn schamele pensioenbedrag als zelfstandige aan te vullen? Hoe zit het dan met zijn sociale bijdragen? DIMENSION bracht vijf specialisten rond de tafel die hun licht laten schijnen over deze materie. Onze gesprekspartners garanderen een brede visie op de problematiek, zoals blijkt uit volgende voorstelling. Marc Gommers is directeur van Integraal, een sociaal-culturele vereniging die werkzaam is binnen UNIZO en het socialeverzekeringsfonds SVMB, en focust op het thema actief ouder worden, met de nadruk op zelfstandige ondernemers. Rebecca Ramboer is bestuurder en directeur van Protect, een verzekeraar die gespecialiseerd in beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor ontwerpers. Rutger Van Boven is juridisch adviseur van SBB Accountants & Adviseurs. Joost Van Hove is juridisch adviseur bij het socialeverzekeringsfonds SVMB. Luc Van Laere is coördinator van Overnamemarkt, een internet marktplaats van UNIZO waar mensen die hun bedrijf willen overlaten en kandidaat-overnemers elkaar kunnen treffen, aangevuld met relevante informatie over het overnameproces.
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering Hoe zit het met de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de architect bij pensionering? Rebecca Ramboer: “De architect is wettelijk verplicht om niet alleen zijn aansprakelijkheid maar ook de posterioriteit daarvan bij schrapping van de lijst van de Orde te verzekeren. Deze verplichting geldt zowel voor natuurlijke personen als voor rechtsperso-
nen, meer bepaald de architectenvennootschappen volgens de wet-Laruelle. De verzekeraars beroepsaansprakelijkheid hebben hun loopbaanpolissen aan die wetgeving aangepast. In ruil voor een eenmalige premie krijgt de architect een verlenging van zijn verzekering beroepsaansprakelijkheid als hij zijn activiteiten stopzet. Die premie bedraagt pakweg drie of vier keer de gemiddelde premie die hij de voorbije drie tot vijf jaar betaalde. Vandaar mijn eerste tip: voorzie in een spaarpotje waarmee je deze premie kunt betalen. Protect biedt bijvoorbeeld een fiscaal interessante formule aan om deze betaling via de polis beroepsaansprakelijkheid te prefinancieren.” “Een tweede belangrijke vraag is of je posterioriteit verzekerd is als natuurlijke persoon of als rechtspersoon. Als een architectnatuurlijke persoon na zijn pensionering een schadeclaim krijgt en de verzekeringswaarborg niet volstaat om de schade te vergoeden, is hij persoonlijk verantwoordelijk voor het niet-gedekte deel. Voor een architectenvennootschap conform de wet-Laruelle geldt die persoonlijke verantwoordelijkheid niet. Bekeken vanuit de aansprakelijkheid is de oprichting van een architectenvennootschap dan ook meer dan zinvol, op om het even welk moment.” Rutger Van Boven: “Dat wil niet zeggen dat je puur omwille van het aspect aansprakelijkheid een vennootschap moet oprichten. Je moet ook het totale fiscale plaatje daarbij betrekken. Meer bepaald zal je moeten nagaan of werken met een vennootschap fiscaal voordeliger uitvalt dan werken als natuurlijke persoon. Bij deze afweging moet je er rekening mee houden dat werken met een vennootschap niet betekent dat je van de ene dag op de andere enkel wordt belast in de vennootschapsbelasting, en dat er van personenbelasting of sociale bijdragen geen sprake meer is. Een mogelijk knipperlicht zijn je jaarlijkse inkomsten. Als die grosso modo boven 75 000 euro liggen, moet je je situatie zeker eens onder de loep laten nemen. Maar of een vennootschap interessant kan zijn, blijft altijd een feitenkwestie die geval per » geval moet worden bekeken.”
DIMENSION 13
Valt het, gezien de posterioriteitsregeling, af te raden om tijdens de laatste loopbaanjaren van verzekeringsmaatschappij te veranderen? Rebecca Ramboer: “In feite gaat veranderen van verzekeraar altijd gepaard met het risico dat je tussen twee stoelen valt. De polis beroepsaansprakelijkheid dekt enkel de schade die zich voorgedaan heeft en geclaimd is tijdens de verzekerde termijn. Als het gaat om schade die zich voorgedaan heeft tijdens de termijn van verzekeraar A, maar de claim pas gebeurt tijdens de termijn van verzekeraar B, kun je een probleem hebben. Er bestaat weliswaar een bepaalde na-risicotermijn, maar die is beperkt.”
Overdracht architectenpraktijk Hoe pakt een architect de problematiek van de eindeloopbaan verder het best aan?
Je moet de stap tijdig bespreken met je partner en kinderen. Je moet je behartigen om de overdracht van je zaak. Vooral dat laatste blijft nog te veel een taboe. Het is niet uitzonderlijk dat mensen uit Hasselt liever onze infosessies in Gent bijwonen omdat ze daar niet herkend worden. Ze doen dat uit vrees dat er anders een geruchtenmolen over de stopzetting van hun zaak op gang zou komen.” Luc Van Laere: “Begin er op tijd aan en laat je in het overnameproces professioneel begeleiden. Rond je 55e moet je je vragen stellen over je toekomst en toekomstplanning. Wie dat niet doet, riskeert geconfronteerd te worden met de harde waarheid dat het appeltje voor de dorst, zoals hij zijn jarenlange harde werken altijd heeft beschouwd, een lege doos blijkt te zijn. Want precies omdat ze geen uitweg zien voor de overname, blijven heel wat vrije beroepers maar doorwerken.” Bestaan er manieren om de overname te vergemakkelijken?
Marc Gommers: “Zelfstandige ondernemers en vrije beroepers zijn over het algemeen 120% bezig met hun zaak, maar verliezen daarbij dikwijls hun eigen toekomstplanning uit het oog. Nochtans moet je tijdig met die planning beginnen, want de problematiek is veel ruimer dan bij werknemers. Naast het eigenlijke pensioen komt er een maalstroom van emotionele, fiscale, sociale, juridische, relationele en familiale aspecten bij kijken. Je moet de fameuze inkomensbreuk, het verschil tussen je laatste inkomen en je maandelijks pensioenbedrag, zien weg te vlakken. Je moet oog hebben voor je successieplanning. Je moet het gedeeltelijk wegvallen van je contactennetwerk opvangen. Je moet zoeken naar een nieuwe tijdsbesteding en een nieuwe structuur in je dagelijks leven om het gekende zwarte gat te vermijden.
Rutger Van Boven, juridisch adviseur van SBB Accountants & Adviseurs.
14 DIMENSION
Luc Van Laere: “Architecten spelen soms hun naam en faam uit als verkoopargument, maar leggen daarmee meteen hun grootste zwakte bloot. Hoe kun je je naam en faam doorgeven aan een derde? Door een mogelijke overnemer tijdig bij je activiteiten te betrekken, zodat de opvolging bijna automatisch verloopt. Associatievorming of werken in een vennootschap kunnen dat vergemakkelijken, want de zaak van een architect die als natuurlijke persoon werkt, zal veel sterker met zijn naam verbonden zijn.” Marc Gommers: “Een geleidelijke overdracht is de beste manier om de continuïteit te verzekeren. Het is dan ook een goede zaak dat de overheid de associatievorming stimuleert, zoals met de
Joost Van Hove, juridisch adviseur bij het socialeverzekeringsfonds SVMB.
Luc Van Laere, coördinator van Overnamemarkt
wetgeving op de architectenvennootschap. Zoek een jongere associé, bereid die voor op de dag dat je afstand doet van je activiteiten en zorg er zo voor dat wat je hebt opgebouwd effectief nog iets oplevert. Dat vergt inspanningen en deskundig advies, want door de vergrijzing overstijgt het aanbod aan over te nemen activiteiten momenteel veruit de vraag, en met de huidige economische crisis zal dat echt niet verbeteren. Anderzijds kun je het argument uitspelen dat de slaagkans van een ondernemer bij een overname heel wat groter is dan bij een start vanaf nul.” Luc Van Laere: “Europese studies, waarvan de resultaten worden bevestigd in België, wijzen uit dat 96% van de mensen die een zaak hebben overgenomen na vijf jaar nog altijd actief zijn. Voor de mensen die van nul beginnen, bedroeg dat percentage vorig jaar nog 76%, maar is het intussen gezakt naar 68%, mede door de crisis en de afnemende aandacht voor een goede basis- en vakkennis. Precies daarom promoten wij op ons overnameplatform de functie Gezocht, waarmee je onder meer een vennoot kunt zoeken die op middellange termijn de zaak wil overnemen. Daarnaast kun je bij ons je zaak anoniem ter overname aanbieden op basis van een goed voorbereid dossier. Voor een goed aanbod neemt de zoektocht naar een kandidaat-overnemer over het algemeen zeven tot negen maanden in beslag, waarna de eigenlijke onderhandelingen nog moeten beginnen.” Hoeveel belastingen betaal je op de overnameprijs? Rutger Van Boven: “Op de verkoop van aandelen van een vennootschap betaal je normaal geen belastingen omdat het niet om een speculatieve meerwaarde gaat. Bij de verkoop van een architectenpraktijk buiten vennootschap word je belast op de stopzettingsmeerwaarde, het overnamebedrag dat boven de fiscale boekwaarde van alle activa ligt. Dat kan hoog oplopen als er onroerend goed in de praktijk zit. Een architect die in zijn privéwoning een praktijkruimte heeft en het geheel bij overname verkoopt omdat het nu te groot is, zal geconfronteerd worden met een dergelijke belasting voor wat het beroepsmatige gedeelte betreft. Je kunt dat eventueel opvangen door de praktijkruimte nog enkele jaren te verhuren, zodat de band tussen het professionele en het privégedeelte wordt verbroken. In vakjargon spreken we dan van desaffectatie.”
Successieplanning Waarmee moet je rekening houden als je de praktijk wilt overlaten aan een van je kinderen? Luc Van Laere: “Je moet opletten met de waarde-evolutie van wat je doorgeeft. Stel dat iemand zijn dochter de aandelen van zijn architectenvennootschap schenkt en aan zijn zoon ter compensatie een appartement aan zee geeft. In de successie wordt de waarde van die schenkingen berekend op de dag dat de
Marc Gommers, directeur van Integraal
schenker overlijdt. Op dat ogenblik kan de praktijk veel meer waard zijn dan het appartement aan zee, wat aanleiding kan geven tot discussies tussen de kinderen. Je kunt dat oplossen door elk kind evenveel aandelen van de vennootschap te schenken, waarna de dochter dan de aandelen van de zoon koopt. Rutger Van Boven: “In feite zit je hier al in de ruimere problematiek van de successieplanning: hoe kun je het vermogen dat je hebt opgebouwd optimaliseren met betrekking tot de later te betalen successierechten? De technieken om dat te realiseren zijn legio: je kunt een familiale onderneming schenken tegen een verlaagd percentage. Je kunt vastgoed verkopen en de opbrengst van de verkoop schenken. Wie een tweede verblijf wil kopen, kan een gesplitste aankoop overwegen waarbij de kinderen de blote eigendom kopen en de ouders het vruchtgebruik. Wel moeten de kinderen in dat geval kunnen bewijzen dat ze de aankoop met eigen geld hebben betaald. Dat kan afkomstig zijn van een schenking door de ouders, maar dan moet de schenking wel voor de aankoop zijn gebeurd en moet je de bewijzen daarvan goed bijhouden.” “Wie geld of andere roerende goederen wil schenken aan zijn kinderen, kan dat fiscaalvrij doen door middel van onder andere een handgift of een bankgift. Voorwaarde is wel dat de schenker tot drie jaar na de schenking in leven blijft, anders moeten de kinderen toch successierechten betalen op de waarde van de schenking. Eventueel kun je wel een verzekering afsluiten die bij een vroeger overlijden deze successierechten betaalt. De premie voor een dergelijke polis valt best mee. Als je dat doet, moet je er wel op letten dat het kind verzekeringnemer en begunstigde is van de polis, en de schenker de verzekerde, anders zijn er successierechten verschuldigd op het bedrag dat de verzekering uitkeert. Wie zwaar ziek is en wellicht niet lang meer te leven heeft, kan ook kiezen voor een notariële schenking. Voor schenkingen aan kinderen betaal je dan 3% op de geschonken »
DIMENSION 15
Rebecca Ramboer: “Het advies vanwege de verzekeraars over het VAPZ luidt kort en bondig: begin op zo jong mogelijke leeftijd mee en stort als het even kan het maximumbedrag. Dankzij het effect van de kapitalisatie bouw je zo een mooi bedrag op.” “Naast het VAPZ zijn er nog andere mogelijkheden. In een vennootschap kun je bijvoorbeeld gebruik maken van een groepsverzekering die ook fiscaal voordelig is. Je kunt voorzien in een aanvullend pensioen via een individuele pensioentoezegging. Persoonlijk kun je fiscaalvriendelijk aan pensioensparen en aan langetermijnsparen doen.”
Werken na pensionering Het lage pensioen kun je ook aanvullen door te blijven werken. Wat zijn dan de aandachtspunten?
Een ander probleem is het lage pensioen dat een architect krijgt. Hoe spelen architecten daar het best op in?
Marc Gommers: “Uit de daarnet al vermelde enquête kwam naar voren dat 30% van de vrije beroepers na pensionering verder wilde werken. Ter vergelijking: amper 9% was van plan om vroeger te stoppen dan 60 jaar. In dat lage percentage speelt de pensioenmalus ongetwijfeld een rol. Als je vroeger stopt met werken, verlies je als zelfstandige blijvend een bepaald percentage van je normale pensioen. UNIZO ijvert ervoor om de verschillen en discriminaties tussen werknemers en zelfstandigen ui te vlakken, onder andere voor het minimumpensioen en de vervroegde pensionering. Bovendien zouden de mogelijkheden om zelfstandige activiteiten uit te oefenen na de pensionering verder versoepeld moeten worden. Na de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar zou men onbeperkt moeten kunnen bijverdienen.”
Marc Gommers: “Enkele jaren geleden hebben we zelfstandigen gevraagd hoe zij naar de toekomst kijken. Zowat 45% van de geënquêteerde ondernemers en vrije beroepers maakte zich toen zorgen om hun financiële toestand na pensionering. Negen op tien ondervraagden proberen al tijdens de actieve loopbaan te sparen om het pensioenbudget op te vijzelen als anticipatie op het lage pensioen. De helft doet dat via individueel pensioensparen, een derde via het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen, het zogenaamde VAPZ. Vijf procent van de ondernemers heeft de middelen niet om iets opzij te leggen voor de oude dag. Het VAPZ is fiscaal erg interessant, maar de stortingen worden beperkt tot een bepaald plafond. Vanuit UNIZO ijveren wij voor een front-service, met andere woorden een mogelijkheid om in goede jaren hogere stortingen te kunnen uitvoeren. Omdat de opbouw van een vrij aanvullend pensioen slechts mogelijk werd vanaf 1982, slaat deze aanvulling vandaag slechts op een zeer beperkt gedeelte van de carrière van de zelfstandige. Om dit euvel te beperken, zouden we graag zien dat zelfstandigen en vrije beroepen met terugwerkende kracht stortingen kunnen doen voor hun aanvullend pensioen, de zogenaamde back-service.”
Joost Van Hove: “Politiek is men bezig met een graduele afbouw van de pensioenmalus. De wettelijke pensioenleeftijd bedraagt op dit moment 65 jaar voor mannen en vrouwen. Vroeger werd een zelfstandige beboet met een blijvende aftrek van 5% per jaar dat hij vroeger met pensioen ging, met een maximum van 25%. Dat is al herleid tot glijdende percentages die beginnen met 3% voor wie een jaar te vroeg met pensioen gaat en die oplopen via 7%, 12% en 18% tot maximum 25% voor wie vijf jaar te vroeg met pensioen gaat. Bovendien valt de pensioenmalus weg als je 42 loopbaanjaren kunt bewijzen. Dat aantal werd de voorbije jaren ook geleidelijk afgebouwd.” “Een tip voor zelfstandigen en vrije beroepers is dat ze, in ruil voor een premie, hun studiejaren kunnen laten gelijkstellen. Meestal hebben ze immers langer gestudeerd, waardoor hun loopbaan korter en hun pensioen lager zal zijn. Of de afkoop effectief de moeite loont, hangt af van diverse factoren zoals inkomen en loopbaan, en moet je dus geval per geval bekijken. Voor studieperiodes vanaf 1984 is de afkoop relatief duur, maar voor wie in de eerste helft van de jaren 1970 studeerde, valt de premie best mee. Bovendien is deze bijdrage fiscaal aftrekbaar. Een ander voordeel is dat je de afkoop ook nog op het einde
Rebecca Ramboer, bestuurder en directeur van Protect
waarde, en hoef je je verder niet meer te bekommeren om de termijn van drie jaar.” “De boodschap is ook hier: begin er tijdig aan en vraag het advies van professionelen om verrassingen achteraf te vermijden. Vooral onroerend goed vergt een tijdige aanpak als je fikse successierechten wilt vermijden.”
Opbouw aanvullend pensioen
16 DIMENSION
van je loopbaan of zelfs na je pensionering kunt doen, op een ogenblik dus dat je een volledig zicht hebt op je situatie. Deze jaren tellen overigens niet als dusdanig mee als loopbaanjaren, bijvoorbeeld om aan de 42 jaar te komen, maar zorgen wel voor een verhoging van het pensioenbedrag.” Wat mag je nog bijverdienen na pensionering? Joost Van Hove: “Een gepensioneerde 65-plusser mag als zelfstandige per jaar iets meer dan 17 000 euro nettobelastbaar bijverdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor zijn pensioenuitkering. Voor wie jonger is dan 65, bedraagt het maximum iets minder dan 6 000 euro. Als je deze maxima overschrijdt met minder dan 15%, wordt het pensioen dat jaar verminderd met het percentage van overschrijding. Als je de maxima met 15% of meer overschrijdt, moet je je volledige pensioen voor dat jaar terugbetalen.” “Als je nog actief bent als zelfstandige, moet je je tevens aansluiten bij een socialeverzekeringsfonds en moet je sociale bijdragen betalen. Normaal worden die berekend op de inkomsten van drie jaar voordien, maar voor gepensioneerden geldt een aparte regeling. De bijdragen worden berekend op de maximumbedragen die je mag bijverdienen. Maar … als je de genoemde 15% overschrijdt, moet je bijdragen betalen als zelfstandige in hoofdberoep en valt die beperking voor de berekening weg. Omdat je tijdens het afgelopen jaar te weinig bijdragen hebt betaald, krijg je bovendien een verhoging wegens laattijdige betaling. Als een architect zijn toegelaten activiteiten als gepensioneerde uitoefent in een vennootschap, kan hij daar nog een mouw aan passen door zichzelf geen vergoeding meer toe te kennen. Maar in een eenmanszaak is dat niet mogelijk en kan de afrekening bij een te grote overschrijding van het maximumbedrag aan toegelaten bijverdiensten fiks oplopen.” “Met de bijdragen die je betaalt als gepensioneerde, bouw je geen bijkomende pensioenrechten of zo op. Het gaat louter om solidariteitsbijdragen die niets opleveren. Wie nog flink wat inkomsten verwacht, moet daarom zeker overwegen of hij misschien niet beter nog even wacht met zijn pensionering. Enerzijds verliest hij daardoor maandelijkse pensioenuitkeringen; anderzijds zijn de bijkomende loopbaanjaren misschien welkom.” Rutger Van Boven: “Als je na je pensionering een kosteloos mandaat opneemt in een vennootschap, moet je geen sociale bijdragen betalen. Een aandachtspunt zijn dan de voordelen in natura, want die worden beschouwd als een loon. Als je bijvoorbeeld een gsm van het bedrijf en een firmawagen gebruikt en in de woning van de vennootschap woont, betaal je hierop sociale bijdragen en bestaat de kans dat het maximumbedrag voor bijverdiensten na pensionering wordt overschreden. Eventueel kan je jezelf als bestuurder of zaakvoerder een onkostenvergoeding uitkeren, en kan je als aandeelhouder of vennoot geld uit de
vennootschap halen via andere fiscaalvriendelijke wegen zoals dividenduitkeringen, de inkoop van eigen aandelen of kapitaalverminderingen.” Joost Van Hove: “Belangrijk is ook dat een onbezoldigd mandataris alleen als mandataris mag optreden. Wie meer dan een bestuurstaak op zich neemt en dus optreedt als werkend vennoot, moet aangesloten zijn bij een socialeverzekeringsfonds, zelfs als hij geen enkele bezoldiging ontvangt. Hoe dat wordt beoordeeld? Op basis van de feiten. Als de sociale inspectie bijvoorbeeld een controle uitvoert op een bouwplaats en daar een gepensioneerde mandataris aantreft, rijst er zeker een probleem, want als mandataris heeft die daar niets te zoeken.” Hoe worden de maximumbedragen voor de bijverdiensten berekend als het gewerkte jaar niet volledig is, of als er nog achterstallige erelonen worden uitbetaald tijdens de pensionering? Joost Van Hove: “Als je slechts een deel van het jaar een toegelaten activiteit als gepensioneerde hebt, wordt het maximumbedrag pro rata herberekend. Als je bijvoorbeeld met pensioen gaat op 1 juli en nog bijverdient, zal het maximum worden gedeeld door de helft. Hetzelfde geldt als je al met pensioen bent, na twee jaar besluit om toch weer wat te gaan werken, maar pas in pakweg oktober van start gaat met je activiteiten.” “Erelonen die je pas na pensionering ontvangt maar die betrekking hebben op activiteiten daarvoor, worden niet meegeteld voor het maximumbedrag aan toegelaten activiteiten als gepensioneerde. Voorwaarde is wel dat je kunt bewijzen dat de prestaties vroeger zijn geleverd. Dat kun je doen aan de hand van allerlei documenten: de boekhouding, contracten, facturen, …” “Als je partner een gezinspensioen geniet en je dus zelf geen eigen pensioen hebt, mag je als zelfstandige bijverdienen tot de vermelde grens. Als je dat maximum overschrijdt, wordt het gezinspensioen van je partner omgezet in een alleenstaandenpensioen. De 15% regeling speelt hier dus niet.” Hoeveel belastingen betaal je op bijverdiensten naast je pensioen? Joost Van Hove: “Die inkomsten worden bij je belastbaar inkomen gevoegd. Afhankelijk van het bedrag vallen de aanslagtarieven nog mee, maar je wordt in zekere zin wel dubbel belast. Als je inkomen uitsluitend bestaat uit een sociale uitkering zoals een pensioen, krijg je namelijk een belastingvermindering. Die vermindering valt gedeeltelijk weg vanaf het moment dat je een beroepsinkomen hebt.” Meer informatie over de overdracht van uw zaak vindt u in het handboek ‘Overdracht van het familiebedrijf’ dat u kunt bestellen via www.overnamemarkt.be of www.integraalvzw.be. Foto’s: Marc Scheepers - Tekst: Staf Bellens DIMENSION 17