Kadernota
2 0 1 4 Over Morgen 2017
A
gemeente Eindhoven
Kadernota 2014-2017 Over Morgen
April 2013
jsa/CD13008490
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Colofon
Uitgave Gemeente Eindhoven Datum April 2013
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 3 Vooraf 4 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Een toekomstbestendige stad 6 Het Wonder van Eindhoven 6 We maken het mogelijk 7 De opgaven zijn groot 9 Solide fundament voor de toekomst 18 Zin in (over)morgen 20
2 2.1 2.2 2.3
Sociaal Domein 22 De aanleiding 22 De financiële opgave 23 Afsluitend 27
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Actuele opgaven Over Morgen 29 Leren en werken in Eindhoven: de economische kracht van de stad 29 Samen leven in Eindhoven: een sociale, veilige en ongedeelde stad 32 Kwaliteit van Eindhoven: openbare ruimte en het voorzieningenniveau 33 Bestuur van Eindhoven: bestuur van de stad en de gemeentelijke organisatie 36
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Financiële hoofdlijn 40 Startpositie 40 Actuele ontwikkelingen 41 Recapitulatie financieel meerjarenbeeld 45 MIP (Meerjaren Investerings Planning) 46 Sturen met normen 47 Vervolgproces Kadernota 2014-2017 51
gemeente Eindhoven
3
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Vooraf
Voor u ligt de laatste Kadernota van de huidige coalitieperiode. Geen periode die we rustig uit kunnen zitten. Het college zit in een uitvoeringsrijke fase. We hebben namelijk veel in gang gezet. Verankeren en afmaken staat nu centraal. Tegelijkertijd willen en moeten we voorsorteren op een aantal grote opgaven die op de stad afkomen. We staan aan de vooravond van een aantal grote decentralisaties in het sociaal domein. Deze gaan gepaard met aanzienlijke kortingen op de beschikbare budgetten. Ook worden we geconfronteerd met nieuwe rijksbezuinigingen, die voortvloeien uit het regeerakkoord ‘Bruggen Slaan’. Bovenop de bezuiniging van deze coalitieperiode - oplopend naar structureel € 76 miljoen in 2015 - zullen er extra bezuinigingen moeten plaatsvinden. Op basis van de huidige inzichten lopen deze op tot structureel € 17 miljoen in 2017. Dit is exclusief de kortingen op de decentralisaties. Het past ons niet om de hiertoe benodigde bezuinigingsmaatregelen aan te kondigen in deze Kadernota. Dit is de opgave die er voor de volgende collegeperiode ligt en waar in het nieuwe coalitieakkoord afspraken over gemaakt moeten worden. Uiteraard zorgen wij ervoor dat de begroting voor 2014 structureel sluitend is. Daarmee voldoen we aan de eisen van de provinciale toezichthouder. En wij initiëren een proces dat het komende half jaar nieuwe bezuinigingsscenario’s in beeld brengt. Wij willen daarvoor de kennis, kunde en creativiteit binnen en buiten de stad mobiliseren om op een aantal nader te bepalen thema’s bezuinigingsmogelijkheden in beeld te laten brengen. Daarmee wordt beoogd dat bij het schrijven van de verkiezingsprogramma’s en coalitiebesprekingen de eerlijke keuzes aan de orde komen en voor iedereen inzichtelijk is voor welke (financiële) opgave de stad staat. Ook zijn er een aantal dossiers, die over de huidige collegeperiode lopen, maar die nu actie vragen. Dan gaat het met name om het doorzetten van een aantal transformaties, die wij in deze periode in gang hebben gezet. WIJEindhoven, Route 2014 en de transitie van het sociale en ruimtelijk domein, inclusief het terugdringen van nodeloos beperkende regelgeving zijn de belangrijkste. Daar zullen wij in deze Kadernota dan ook aandacht aan besteden. Doordat de regering geen meerderheid in de Eerste Kamer heeft, is er relatief veel onzekerheid van wat er vanuit het Rijk op ons afkomt. Ook blijft de economische situatie kwetsbaar en zijn de tekenen van herstel fragiel. Omgaan met alle onzekerheid van buiten vraagt een helder kompas en een scherpe koers. We gaan daarom ook bij deze Kadernota uit van de kracht van Eindhoven. De geschiedenis leert dat het ‘Wonder van Eindhoven’ de optelsom is van de inzet van mensen en organisaties, die elkaar op de juiste momenten weten te vinden en die bereid zijn om schouder aan schouder te werken aan de kracht van onze stad. Daar zijn we trots op en dat koesteren we. 4
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Meer dan ooit vinden wij dat hierbij een overheid past die uitgaat van de kracht van de mensen. Een overheid die naast mensen en organisaties staat, niet erboven. Een overheid die van buiten naar binnen denkt. Een overheid die weet wat er in de stad speelt en die mensen stimuleert eigen verantwoordelijkheid te nemen. Vanuit dat perspectief blijven wij initiëren en faciliteren. De stad die ons van meet af aan voor ogen staat is een stad van iedereen, een ongedeelde stad, waarin iedereen kansen krijgt en verplichtingen heeft. Met wat extra’s voor de mensen die het nodig hebben.
Leeswijzer Voordat we inhoudelijk ingaan op de stand van de zaken van de door ons ingezette bewegingen, schetsen wij in hoofdstuk 1 de context waarbinnen wij onze opgave plaatsen. Eindhoven staat onverminderd voor complexe en pijnlijke opgaven, maar er zijn zeker ook waardevolle ontwikkelingen en kansen die vragen om verzilvering. Een van de grootste opgaven voor de komende jaren zijn de grote decentralisaties in het sociale domein. Het gaat daarbij om decentralisaties van verantwoordelijkheden van Rijk naar gemeenten via de Participatiewet, de overheveling van delen uit de AWBZ en de overheveling van de Jeugdzorg en de daaraan gekoppelde financiële opgave. In hoofdstuk 2 geven we aan hoe we hier mee om willen gaan. Hoofdstuk 3 bevat in aansluiting op de koers en indeling van ‘Samen werkend aan morgen’ op onderdelen een actualisering en aanvulling van onze beweging. Met de programmabegroting 2013 - 2016 zijn alle maatregelen uit het collegeprogramma ‘Samenwerkend aan Morgen’ in de begroting verwerkt. We geven aan wat er voor 2014 nodig is om een structureel sluitende begroting te presenteren. In hoofdstuk 4 gaan wij in meer detail in op onze actuele financiële positie en de financiële consequenties van ons voortschrijdend inzicht en onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare zaken. Daarnaast geven wij u inzicht in onze vermogenspositie in relatie tot de risico’s die wij lopen. In deze kadernota presenteren wij geen meerjarig sluitende begroting. Bij de Programmabegroting zullen wij ervoor zorgen dat de begroting in 2014 structureel sluitend is. Hoofdstuk 4 bevat ook de technische richtlijnen op basis waarvan wij de begroting ongewijzigd beleid doorrekenen, inclusief onze keuzes op het gebied van indexering. Ook gaan we in op de investeringsruimte en de verdere uitwerking van het sturen met normen. Tenslotte treft u de planning aan van het vervolgproces en het tijdpad tot de begroting.
gemeente Eindhoven
5
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
1
Een toekomstbestendige stad
Sinds we begonnen aan onze fris paarse bestuursperiode hebben we een heldere ambitie: bouwen aan een toekomstbestendige stad waarin de basisbehoeften gezekerd zijn, de economie de motor is en innovatie het nieuwe denken. En waar de financiën helder en op orde zijn. Terugkijkend op de afgelopen jaren zijn we van mening dat we veel bereikt hebben, ondanks de grote bezuinigingsopgave.
1.1
Het Wonder van Eindhoven
Afgelopen februari vierden we in Amsterdam het Wonder van Eindhoven. Wie had begin jaren 90 tijdens het faillissement van DAF en operatie Centurion bij Philips kunnen denken dat ruim twintig jaar later Eindhoven verkozen is tot de slimste regio ter wereld, dat Eindhoven gezien wordt als een mogelijk nieuw Silicon Valley, dat Eindhoven met BrabantStad voorsorteert op de aanwijzing als Europese Culturele Hoofdstad 2018 en dat uitgerekend in Amsterdam er een tweedaags festival plaatsvindt waarin teruggeblikt wordt op de miraculeuze wederopstanding van een stad die op sterven na dood was. Er is in Eindhoven dus wat bijzonders aan de hand. Iets dat we moeten koesteren en waar we trots op moeten zijn. Eindhoven is het hart van een industriële toptechnologieregio, die zich qua innovatiekracht kan meten met Europese topregio’s als Stockholm, Helsinki, Grenoble en München. En die zich in de belangstelling mag verheugen van miljoenensteden als Taipei en Shenzen. Niet vanwege de omvang van onze stad of regio, maar vanwege het feit dat hier de mondiale top van het high tech bedrijfsleven zit. En dat we als stad een houding hebben die deze innovatiekracht ook wil inzetten voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken: op het gebied van energie en duurzaamheid, op het gebied van actief en gezond ouder worden of voor het creëren van een aangenaam en veilig leefklimaat in de stad. Wat Eindhoven hierin uniek maakt is de aanwezigheid van een groeiend creatief klimaat. Het aantal designers en creatieve starters neemt nog steeds toe. Daarnaast is er een grote onderstroom van urban- en underground initiatieven. Daar komt veel energie uit voort en dat voel je in de stad. In Eindhoven vindt op unieke wijze de ontmoeting plaats tussen de technischanalytische linkerhersenhelft en de creatieve rechterhersenhelft: geavanceerde machines en systemen bouwen, die aansluiten bij wat mensen begrijpen en nodig hebben. De mens centraal zetten in het ontwerpen van processen en producten. Niet alleen door het bedrijfsleven, maar ook door de gemeentelijke organisatie. Niet voor niets hebben we in de afgelopen jaren geïnvesteerd in design en design-thinking en de daaruit voortvloeiende mensgerichte benadering van vraagstukken.
6
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Het Wonder blijft niet vanzelf in stand. We moeten de dynamiek die nu in de stad zit de komende jaren vasthouden en uitbouwen. Verzilveren van onze groeiende nationale en internationale zichtbaarheid wordt de uitdaging voor de komende jaren. De wereld verandert en daar moeten we op inspelen. De traditie van samenwerking moeten we koesteren, maar vraagt ook om permanent onderhoud en vernieuwing. En ook blijven investeren in de aantrekkelijkheid van de stad: beschikbaarheid van banen, goed onderwijs, goede voorzieningen op het gebied van sport en cultuur, een aangenaam woon- en leefklimaat. Een stad waar voor iedereen wat te beleven is. Een ongedeelde stad, waar jong en oud, arm en rijk, geboren Eindhovenaren en Eindhoven uit de rest van de wereld oog voor elkaar hebben, waar iedereen kansen krijgt, maar ook verplichtingen heeft. Daarom moeten we nieuwe stippen op de horizon zetten. Stippen, die wervend zijn en die de energie losmaken om als stad de lat weer hoger te leggen. Een belangrijke stip is onze kandidatuur van Culturele Hoofdstad 2018. Dit past Eindhoven bij uitstek. Met wat we doen, wat we maken, hoe we denken en samenwerken lopen we voorop in Europa. Wij zijn er van overtuigd dat Eindhoven een belangrijke exponent is van het nieuwe Europa dat gaat komen. Een Europa dat gaat voor vernieuwing en dit doet in nauwe samenwerking met haar burgers en bedrijven. De betekenis van cultuur kan daarbij niet onderschat worden. Cultuur geeft betekenis, inspireert en zoekt de grenzen op. Vernieuwing van de kunsten en cultuur zelf maar tegelijkertijd vernieuwende cultuur is ook de motor, uitdager voor nieuwe ontwikkelingen op de manier van samenwerken en samen leven, op vernieuwingen in de gezondheidzorg, ons systeem van communiceren en verplaatsen, ons systeem van voedselproductie en verwerking. Cultuur als trekpaard voor de enorme transitie waar we met z’n allen midden in zitten. Daarom gaan we voor de titel van Culturele Hoofdstad. En onze inzet is breder dan alleen de traditionele culturele insteek. We willen vernieuwing en dat kan alleen door middel van verbeelding en experiment. Wij willen een culturele hoofdstad van de menselijke maat, een culturele hoofdstad die reflecteert op het nu en richting geeft naar de toekomst. Een culturele hoofdstad waarbij de investeringen die we doen op de toekomst gericht zijn: een culturele hoofdstad van de toekomst en niet van het verleden. Als instrument voor de ontwikkeling van de stad. Geen feestje voor bobo’s, maar een beleving voor iedereen. Alleen dan past de titel bij Eindhoven.
1.2
We maken het mogelijk
Het ‘Wonder van Eindhoven’ is te danken aan de inspanningen van velen. Bekende en onbekende Eindhovenaren. Gedreven om de stad beter te maken. Als bestuur van de stad hebben we de afgelopen jaren ons steentje bijgedragen vanuit een heldere filosofie: inzet op economische ontwikkeling en onderwijs, een focus op innovatie waarbij we de stad als levend laboratorium zien voor innovatieve ontwikkelingen. Maar ook veel inzet op een sociale stad, waar iedereen meedoet en niemand uit de boot valt. En natuurlijk: de financiën helder en op orde: randvoorwaardelijk om al het andere mogelijk te maken. gemeente Eindhoven
7
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
En dit alles vanuit een heldere filosofie op de rol van de lokale overheid. We geloven in de kracht van mensen en in een overheid die ruimte geeft waar het kan en een helpende hand uitsteekt waar het moet. Daarom werken we ‘van buiten naar binnen’ en streven we naar eigenaarschap van inwoners en bedrijven bij de stad. Met het marktdenken eind vorige eeuw is de burger in een ‘klantrol’ geduwd; een consument van overheidsdiensten en continu calculerend of hij voldoende waar voor zijn belastinggeld krijgt. Dit heeft een stevige knauw gegeven aan de noties van burgerschap en verbondenheid met de samenleving (en daarmee ook de overheid). We zitten nu midden in een transitietijd. Er is sprake van een reactie en tegenreactie op groot, efficiënt en (dogmatische) marktgerichtheid, mede ingegeven en versneld door de economische crisis, die tendeert naar het lokale en kleinschaligheid terwijl door nieuwe (internet)technologieën de wereld kleiner dan ooit is geworden. Iedereen is in staat om zijn stem te laten horen en nieuwe en flexibele verbanden ontstaan en verdwijnen. Informatie over alles is laagdrempelig voorhanden. Dit geeft veel kansen om zaken fundamenteel anders te organiseren (van industriële samenleving naar een netwerksamenleving), maar leidt ook tot schaduwzijden (zoals een groeiende kloof tussen informatie-have’s en –have not’s). Daarbij past ook een herwaardering en versterking van het ‘burgerschap’ bij zowel inwoners als bedrijven (maatschappelijk verantwoord ondernemen is feitelijk een vorm van bedrijfsburgerschap): de notie dat er zowel rechten als plichten voortvloeien uit het wonen of gevestigd zijn in de stad Eindhoven. Een gevoel van gedeeld eigenaarschap bij de stad legitimeert de overheid om in deze tijden van bezuinigingen een (groeiend) beroep op burgers en bedrijven te doen om hun bijdrage te leveren. Het versterken van dit eigenaarschap wordt in het coalitieakkoord weergeven door het vergroten van zeggenschap van inwoners en ze meer aan het stuur te zetten: niet als ‘klant’ (u vraagt, wij draaien), maar als medeeigenaar/stakeholder in de ontwikkeling van de stad en de stedelijke samenleving. De relatie is dus sterk wederkerig. Bij versterkt eigenaarschap past ook de notie dat vertrouwen gegeven wordt en dat er een sterkere en directere betrokkenheid bij besluitvormingsprocessen komt. En tegelijkertijd treden we hard op tegen misbruik van dat vertrouwen. Onze geloofwaardigheid als overheid en het draagvlak voor het op deze manier handelen, hangt daar in belangrijke mate van af. Een mooi voorbeeld hiervan is de manier waarop we met regels om gaan. Wij zetten de beweging om regels waar mogelijk te schrappen onverminderd door. Zowel wat betreft de regelgeving (minder en anders) als de werkwijze (andere verantwoordelijkheidsverdeling). We willen niet alle regels afschaffen, maar wel waar regels wenselijke ontwikkelingen blokkeren of vertragen. Bovendien belemmert de huidige regelgeving en werkwijze de bewegingsruimte voor creatieve oplossingen, van professionals en vrijwilligers. Dit alles vraagt wel dat we durven loslaten. Ook willen we omwonenden een duidelijke stem geven in de aanvaardbaarheid van bepaalde wijzigingen.
8
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Nu is de gemeente vaak degene die oordeelt en vervolgens de bezwaren afhandelt, terwijl een werkwijze waarin bewoners zelf meer verantwoordelijk zijn voor het zorgen voor draagvlak effectiever werkt en meer recht doet aan de kracht van de samenleving. Wij zijn van mening dat met bovenstaande veranderingen maatschappelijke en financiële winst te behalen is. Om deze beweging door te zetten heeft de gemeenteraad uitgangspunten vastgesteld. Deze vormen nu het wegingskader waar we ons lokale beleid aan toetsen. Nu is het moment om dit vol energie door te zetten. Om te komen tot nieuw, modern en adequaat functionerend lokaal ruimtelijk beleid is inspanning van veel verschillende partners nodig. Het is als de stappen van een dans, en die dans wordt uitgevoerd door de gemeente (raad, college en ambtelijke organisatie) samen met de partners in de stad (inwoners, instellingen, corporaties, bedrijven, enz.). Als we de regels van de dans veranderen moeten we dit in afstemming met de anderen doen. Niet alleen Eindhoven is bezig haar beleid te herzien, ook landelijk krijgt dit de nodige aandacht. En dat vergroot het vertrouwen om op de ingeslagen weg door te gaan. Deze manier van werken leidt tot een overheid die daadwerkelijk mensen in hun kracht zet, die werkt op basis van vertrouwen en die er is om zaken mogelijk te maken. Voor inwoners op het niveau van straten, buurten en wijken. En (inter)nationaal vraagt het waarmaken van de Brainport-ambities om een overheid die snapt hoe je bedrijven moet faciliteren in hun wereldwijde concurrentiestrijd. Bedrijven, die mede aan de basis staan van de werkgelegenheid in de ketens van toeleveranciers en (lokale) dienstaanbieders en die Eindhoven op de kaart zetten als de slimste regio ter wereld.
1.3
De opgaven zijn groot
Veel is op dit moment in verandering. De aanhoudende economische crisis leidt ertoe dat het bestaande niet meer houdbaar is. De vraag kan gesteld worden of crisis nog wel de goede term is aangezien we inmiddels vijf jaar verder zijn. Het was wel de aanleiding voor grote veranderingen in de (Europese) samenlevingen. Transities vinden op dit moment op alle niveaus plaats en onze wereld is ten opzichte van 2008 onherkenbaar aan het veranderen. Alles wordt vloeibaar met alle kansen en bedreigingen van dien. Deze paragraaf bevat de belangrijkste opgaven waar we de komende periode voor staan en waar we optimaal voor moeten voorsorteren. Opgaven, die nu actueel zijn en waar we het ons niet kunnen veroorloven om stil te blijven zitten. Enerzijds om onze financiën helder en op orde te houden, anderzijds om te kunnen blijven investeren in de kracht van onze Brainportregio. Het perspectief van een ongedeelde stad en werk voor iedereen blijft voor ons leidend.
gemeente Eindhoven
9
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Nieuwe bezuinigingen We worden geconfronteerd met nieuwe bezuinigingen. Een aantal is ons bekend, zoals de doorwerking van het financieel onderhandelaarsakkoord over de wet HOF, het schatkistbankieren en het BTW-compensatiefonds. Met dit akkoord zijn op inhoud een aantal bedreigingen afgewend. Door meer tekortruimte te bieden kan de gemeente – binnen de eigen liquiditeitsgrenzen – blijven investeren. Ook blijft het BTW-compensatiefonds bestaan, maar de korting op het gemeentefonds, die hieruit voortvloeit wordt wel doorgevoerd. Tot slot spant het kabinet zich in om deze kabinetsperiode geen extra generieke bezuinigingen op het gemeentefonds door te voeren, afgezien van kortingen vanwege de ‘trap op trap af’-systematiek. Doordat Nederland ook in 2014 naar verwachting niet de tekortnorm van 3% haalt, zullen we voor 2014 ongetwijfeld geconfronteerd worden met nieuwe rijksbezuinigingen. Het is nog niet helder hoe deze er precies uitzien. Dit is afhankelijk van de manier waarop het sociaal akkoord financieel doorwerkt in de rijksbegroting en wat dit betekent voor de benodigde tekortreductie. We moeten hier wel rekening mee houden. Decentralisaties sociaal domein In het regeerakkoord van het kabinet Rutte-II zijn een aantal grote decentralisaties aangekondigd in het sociale domein. Het gaat daarbij om decentralisaties van verantwoordelijkheden van Rijk naar gemeenten via de Participatiewet, de overheveling van delen uit de AWBZ en de overheveling van de Jeugdzorg. Hoewel, mede door de ontbrekende meerderheid in de Eerste Kamer, nog niet helemaal duidelijk is hoe het er precies uit gaat zien, is de gemeente blij met de inhoudelijke bewegingen. Tegelijkertijd zijn er zorgen over het tempo en het financieel kader. Deze decentralisaties brengen extra middelen met zich mee, maar gaan gepaard gaan met forse efficiëncykortingen. Vanuit het regeerakkoord is de verwachte bezuinigingsopgave -op basis van de huidige bekende gegevens- cumulatief over de jaren 2014 t/m 2017 zo’n €176 miljoen. In hoofdstuk 2 lichten we deze opgave nader toe. Dat wil zeggen dat we taken overkrijgen en waarbij we het ten opzichte van de huidige budgetten het met dit bedrag minder moeten doen. Het idee hierachter is dat de gemeenten, doordat zij dichter bij de burger staan én zij met de decentralisaties over een nog breder palet aan maatregelen/middelen beschikken, integraler en efficiënter kunnen handelen en daarmee minder kosten maken. De gemeente moet kwaliteit voor haar inwoners borgen met minder middelen. De decentralisaties stellen hoge eisen aan de gemeente. Het goed landen van de decentralisaties is van enorm belang voor de inwoners in onze gemeente. Niet alleen het financieel kader brengt een enorme opgave met zich mee, die ervoor zorgt dat deze taken niet op dezelfde manier lokaal uitgevoerd kunnen worden. Dit vraagt om fundamentele veranderingen in de manier van werken in het sociaal domein. Uiteraard kan dat alleen maar als de gemeente ook voldoende beleidsvrijheid krijgt om tot vernieuwende arrangementen te komen en lokaal maatwerk te bieden. Naast tempo en financiën is het borgen van voldoende lokale beleidsvrijheid een groot punt van zorg. 10
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Het is een noodzakelijke randvoorwaarde om de ambities waar te kunnen maken. In het volgende hoofdstuk zullen we nader ingaan op hoe we met deze grote transitie om willen gaan. Landelijk bestaan zorgen over de draagkracht van gemeenten. Het kabinet grijpt deze decentralisaties ook aan om een slag te maken op het gebied van bestuurlijke opschaling. Hoewel Eindhoven uiteraard qua volume aan de minimumeis van 100.000 inwoners voldoet, kunnen ook wij gebaat zijn bij en zijn we op onderdelen verplicht tot regionale samenwerking. Gezien dit gegeven, de feitelijke situatie dat Eindhoven een rol heeft als centrumgemeente, én de realiteit dat wij al participeren in gemeentelijke samenwerkingsverbanden, is ook hierom een goede strategie rondom regionale samenwerking van groot belang. Daarover meer in de volgende paragraaf. Samenwerking in de regio Het vormgeven van de toekomstige samenwerking in de regio is een andere grote en complexe opgave. Er is op dit moment namelijk veel tegelijkertijd gaande. De voorgenomen afschaffing van de Wgr+ (inclusief de verschuiving van de verkeer- en vervoerstaak naar de provincie, alsmede het verlies van de positie aan de MIRT-tafel bij ongewijzigd beleid) en de vorig jaar vastgestelde regionale agenda vragen om een nieuwe oriëntatie op de wijze waarop de 21 gemeenten in het SRE-gebied met elkaar samenwerken. De beweging waarop de Brainport 2020-ambities centraal staan en waarbij een verschuiving van samenwerkingsthema’s naar het subregionale niveau plaatsvindt hebben – naast de transformatie van de MDRE naar de Omgevingsdienst gevolgen voor de samenwerking op het niveau van de 21 gemeenten en de ondersteuning daarvan vanuit de SRE-organisatie. Het proces van nadere uitwerking / transformatie is daarbij in een stroomversnelling geraakt door een motie in de regioraad van december 2012, waarin aangegeven is dat de SRE per 2015 zal zijn doorontwikkeld tot een bestuurlijk platform met een smalle servicegerichte organisatie. Daarmee sorteert de regio optimaal voor om een krachtige en slagvaardige partner te zijn voor Rijk, provincie en de andere regio’s die er in Nederland toe doen. Ook zal daarbij een bezuiniging op de inwonerbijdrage gerealiseerd moeten worden. Een eerste uitwerking is recent beschikbaar gekomen, waarbij ongetwijfeld de discussie gaat ontstaan of taken/opgaven naar het subregionale niveau moeten verschuiven of dat taken ook afgebouwd moeten worden. Vanuit Eindhoven is het laatste de meest logische insteek. Één en ander zal naar verwachting wel frictiekosten met zich mee gaan brengen, die door de 21 gemeenten in de Wgr+ opgevangen zullen moeten worden. Uitgangspunt is dat bezuinigingen op de inwonerbijdrage niet ten goede komen aan de algemene middelen, maar ingezet worden in de subregionale samenwerkingsverbanden. In het convenant met de campusgemeenten is dit ook expliciet vastgelegd. De gemeente Eindhoven is op dit moment actief in twee subregionale samenwerkingsverbanden. De al langer lopende samenwerking met de 8 gemeenten in het stedelijk gebied op basis van het BOR-convenant.
gemeente Eindhoven
11
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
In dit convenant zijn niet-vrijblijvende afspraken gemaakt zijn op het gebied van wonen en werken en gefaciliteerd door het Financieringfonds. Op dit moment loopt een traject (‘GasGeven’) om te komen tot een hernieuwd convenant op de domeinen wonen en werken. Dit is een proces van kleine stappen waarbij geïnvesteerd moet worden in een proces van wederzijds vertrouwen. We participeren actief in de campussamenwerking met Eindhoven, Helmond, Veldhoven en Best (de C4), gericht op het realiseren van een economische topagenda op het gebied van internationale acquisitie, onderwijs en arbeidsmarkt, topevenementen en regiomarketing. Deze samenwerking heeft als doel de nationale en internationale ambities en uitstraling van Eindhoven te versterken. Het meerjarenactiviteitenprogramma is recent door de raad vastgesteld. Voor het realiseren van een investeringsagenda wordt vooralsnog aangesloten bij de ontwikkeling van ‘GasGeven’ tenzij dit niet tot de gewenste resultaten leidt. De provincie heeft het initiatief genomen om een scan te maken van de bestuurskracht van Brabantse gemeenten. Hiertoe heeft zij de adviescommissie Krachtig Bestuur ingesteld, die voor de vier Brabantse regio’s een analyse hiervan maakt. Inmiddels zijn de voorlopige adviezen verschenen voor Midden-, Noordoosten West-Brabant. In de adviezen van de commissie zien we steeds meer een sterkere rol van de stad als motor van de (economische) ontwikkeling. Dit is een ontwikkeling in het denken die Eindhoven goed past. De recente tussentijdse bijeenkomst in ZuidOost-Brabant ging ook primair over de nationale en internationale rol van Eindhoven. Verwacht mag worden dat deze lijn ook voor onze regio doorgezet zal worden en dus positief voor Eindhoven als centrumstad zal uitpakken. In het regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet streeft naar gemeenten van minimaal 100.000 inwoners (hoewel dit inmiddels minder absoluut gesteld wordt). Relevant voor de discussie over de bestuurlijke herinrichting is de Decentralisatiebrief die minister Plasterk op 19 februari jl. aan de Tweede Kamer gestuurd heeft over de aanpak om tot meer samenhang te komen tussen de voorgenomen decentralisaties op het terrein van ondersteuning, participatie en jeugd. Daarin schijnen ook een aantal contouren over de voorgestane bestuurlijke herinrichting. Feitelijk lijkt het erop dat de decentralisaties gebruikt worden om ook beweging in het dossier van de bestuurlijke organisatie te krijgen. Belangrijke elementen in de brief is de voorkeur van het kabinet dat de uitvoering van dit omvangrijke terrein wordt belegd binnen de democratisch gelegitimeerde, bestuurlijke hoofdstructuur, zodat burgers invloed op het beleid kunnen uitoefenen via raadsverkiezingen. Voor de korte termijn (voor 1 januari 2014) wordt ingezet op ‘congruente samenwerkingsverbanden’ waarbinnen gemeente decentralisaties willen uitvoeren. Voor de lange termijn wordt ingezet op bevordering van opschaling van gemeenten. Het huidige uitgangspunt dat herindelingen zoveel mogelijk van onderop plaatsvinden, zal door het kabinet worden genuanceerd. Provincies krijgen een steviger rol om zelf herindelingen te initiëren, ook wanneer niet elke gemeente het daarmee eens is. 12
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Het kabinet verkiest bij de te decentraliseren taken samenwerking boven het aanwijzen van centrumgemeenten. In de brief van 15 maart wordt expliciet aangegeven dat dit op grond van de Wgr wordt vormgegeven. Dit is niet behulpzaam bij de door de gemeente Eindhoven voorgestane manier van werken als centrumstad c.q. gemeentelijke taakdifferentiatie. Tegelijkertijd stelt het kabinet dat voorkomen moet worden dat kleinere gemeenten zich eenzijdig aaneensluiten om deze centrumgemeenten heen, waardoor deze laatste in een geïsoleerde positie terecht kunnen komen. De inzet van de minister is op het punt van de bestuurlijke herinrichting weliswaar richtinggevend, maar zeker nog niet helder en scherp. Er zitten nog de nodige losse eindjes is. De verplichtende Wgr-vorm is traditioneel en past slecht bij het werken in netwerken en het tegengaan van bestuurlijke drukte. Tegelijkertijd biedt de inzet van het Rijk met betrekking tot de decentralisaties kansen omdat nog veel zaken niet scherp zijn. In combinatie met een sterkere rol van de provincie en een minder vrijblijvende toonzetting op het gebied van samenwerkingsverbanden, ligt hier zeker een kans om de positie van Eindhoven te versterken. Van belang is dat de provincie onderschrijft dat Brabant gebaat is bij een sterke Brainport, die drijft op een sterke en robuuste centrumstad Eindhoven, die een rol speelt in de nationale arena. Het dossier van de regionale samenwerking is historisch gezien een complexe opgave met de nodige gevoeligheden. Niet in de laatste plaats door de grote verschillen in de regio. Met uitzondering van de gemeente Helmond zijn de omliggende gemeenten in het algemeen veel kleiner dan Eindhoven. Zowel in inwoneraantal als in ambities. Daarmee zie je verschil in focus en ambitie. Waar Eindhoven prima in staat is om zijn eigen huishouding te voeren en bezig is om in triple-helix samenwerking de stad en regio nationaal en internationaal verder te brengen, staat bij omliggende gemeenten steeds vaker de zorg over het kunnen uitvoeren van de huidige en nieuwe taken op de agenda. Waar nodig bieden wij een helpende hand, maar niet tegen elke prijs. Versterking van de centrumstadgedachte staat centraal in onze strategie. Aantrekken van talent / Techniekpact Veel bedrijfstakken in onze regio hebben last van de huidige economische situatie. Branches als de bouw, detailhandel en horeca merken de gevolgen van teruglopende bestedingen en moeten mensen ontslaan. Dit doet pijn en heeft, zeker in de bouw, ook gevolgen voor de aantrekkelijkheid van het vak. In de zorg vallen op dit moment klappen door teruglopende overheidsbestedingen. Tegelijkertijd weet je dat er in de toekomst door vergrijzing en ontgroening meer mensen in de zorg nodig zijn. In de voor deze regio kenmerkende industriële sectoren constateren we dat er sprake is van een blijvend en groeiend tekort aan technisch geschoold personeel. Alle zeilen moeten worden bijgezet om alleen al aan de vervangingsvraag te voldoen. Veel bedrijven – zeker degenen die op mondiale schaal werken, inclusief hun toeleveranciers – hebben ondanks de onzekere economische situatie gevulde orderportefeuilles en zoeken gekwalificeerd personeel om aan de vraag te kunnen voldoen. gemeente Eindhoven
13
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Door het tekort aan technisch personeel groeien deze bedrijven minder dan ze zouden kunnen en blijft ook de aan deze bedrijven gekoppelde banengroei achter (met name dienstverlening: van schoonmaak tot advocatuur). Ook zij-instroom van oudere werknemers komt moeizaam van de grond in combinatie met noodzakelijke scholing en naast een hogere instroom, die deels uit het buitenland moet komen omdat de Nederlandse opleidingen (van MBO tot en met WO) onvoldoende technische mensen opleiden. We zijn dan ook erg ingenomen met de door het kabinet aangegeven ambitie om een Techniekpact te sluiten dat precies deze vraagstukken agendeert. Uiteraard past het deze regio niet om te wachten waar het kabinet mee gaat komen, dus op 21 januari 2012 heeft de regio aan minister Kamp het Technologiepact Brainport aangeboden. Door proactief in te spelen hebben we laten zien hoe zo’n pact eruit zou kunnen zien en hebben we onze regio wederom op de kaart gezet als een proeftuinregio waar dingen daadwerkelijk gebeuren: niet praten, maar doen. In het pact doen onderwijs, bedrijfsleven en de overheid uit de Brainport regio Eindhoven gezamenlijk voorstellen om het tekort aan personeel aan te pakken. Zo wordt in zowel het basisonderwijs als voortgezet onderwijs de aandacht voor techniek vergroot. Ook zorgen bedrijven uit de regio voor meer stage- en opleidingsplaatsen en komt er een proef om te kijken of mensen die een technische opleiding doen een werkgarantie kunnen krijgen. Het pact geeft regionale acties aan, maar doet een beroep op het Rijk voor het uitvoeren van nationale acties, zoals incentives voor scholen om technische vakken te kiezen, het verbeteren van de toegankelijkheid voor kortverblijvende kenniswerkers of het gezamenlijk ontwikkelen van regelingen om werkzekerheid in de technische sector te koppelen aan het vergroten van de flexibiliteit van bedrijven om mee te ademen met de conjunctuur. Vanuit de gemeente ligt er de uitdaging om al onze instrumenten uit de kast te halen om onze inzet op arbeidsmarkt, het stimuleren van techniekonderwijs en het beïnvloeden van rijksbeleid vol uit de kast te halen om te zorgen dat we maximaal baat halen uit de huidige kabinetsaandacht voor de specifieke vraagstukken in de technische sectoren. En om te zorgen dat we onze rol goed spelen om binnen de regionale triple-helix samenwerking de verbinding te leggen tussen het Technologiepact, ons programma Educatie en ons arbeidsmarktbeleid. Daarnaast een blijvende focus op het aantrekken, gastvrij ontvangen en het zich thuis laten voelen van internationale kenniswerkers. Het versterken van het internationale profiel van Eindhoven – om deze reden speerpunt in de citymarketingstrategie – is cruciaal om aan de vraag naar talent in de toekomst te kunnen blijven voldoen. Engelstalige dienstverlening, internationaal onderwijs en een aantrekkelijk en divers horecaaanbod zijn daar onderdeel van. Krachtenbundeling en samen optrekken zijn de sleutelwoorden om ervoor te zorgen dat we in onze regio tot vernieuwende arrangementen komen, waar zowel techniekbedrijven als werknemers in de sector optimaal van kunnen profiteren.
14
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
En waarmee de concurrentiekracht van ons technisch bedrijfsleven – een grote regionale banenmotor en goed voor een flink deel van het verdienvermogen van Nederland – versterkt wordt. Opgave Eindhoven Noord-West / MIRT-verkenning De integrale gebiedsopgave Eindhoven Noord-West is wezenlijk voor de versterking van het vestigingsklimaat van Brainport. Als onderdeel van de Brainport Avenue is de opgave van nationale betekenis. De gebiedsopgave omvat onder meer de groei van Eindhoven Airport , de landzijdige bereikbaarheid ervan en de realisatie van de Brainport Innovatiecampus (BIC), alle in samenhang met de versterking van de in het gebied aanwezige groenstructuren. De opgaven dragen substantieel bij aan de ambities, zoals geformuleerd in de visie en het uitvoeringsprogramma Brainport 2020. Over de gecontroleerde groei van Eindhoven Airport en de voorwaarden waaronder deze plaats vindt zijn aan de Alderstafel afspraken gemaakt. De besluitvorming over de (gefaseerde) ontwikkeling van BIC komt later dit jaar in een belangrijke fase. Voor zover het de bereikbaarheid betreft, worden beide ondersteund door eenzelfde maatregelenpakket dat eveneens gefaseerd wordt gerealiseerd. Dit pakket bestaat uit drie onderdelen. De aansluiting Best (A58) en verbindende infrastructuur naar Eindhoven Airport en BIC maken onderdeel uit van de onlangs door het ministerie van I&M gestarte MIRT (Meerjarenprogramma Ruimte Infrastructuur en Transport) verkenning A58. Deze verkenning kent een doorlooptijd tot 2015 en wordt gevolgd door een planuitwerkingsfase. Onduidelijk is nog of –door de recente fasering van de ministerde door de provincie en het Brabantse bedrijfsleven beoogde versnelling door voorfinanciering haalbaar is. Rijksfinanciering komt pas op z’n vroegst in 2022-2025 beschikbaar. Het dit voorjaar gestarte MIRT-onderzoek betreft een integrale analyse en de daarop aansluitende formulering van een ruimtelijk-economische gebiedsvisie met als horizon 2020-2040. In het onderzoek participeren behalve de ministeries van I&M en EZ en de gemeente ook de provincie, SRE, Eindhoven Airport en Brainport Industries. Het MIRT-onderzoek biedt de kans om het nationale Topsectorenbeleid stevig te verbinden met de ruimtelijke en infrastructurele voorwaarden voor een sterk vestigingsklimaat. Ten aanzien van de bereikbaarheidsopgaven van Eindhoven NoordWest geeft dit MIRT-onderzoek uitsluitsel over de wijze van de ontsluiting op het intercitynetwerk (via het bestaande dan wel nieuw te realiseren Intercitystation ter hoogte van Acht). Het MIRT-onderzoek is eind 2014 afgerond, waarna besluitvorming volgt over nadere vervolgstudies voor specifieke onderdelen, waaronder de voorkeursontsluiting op het intercitynetwerk. Realisatie is pas na 2020 te verwachten. De derde en meest urgente maatregel in de verbetering van de bereikbaarheid wordt gevormd door de aansluiting N2 (Eindhoven Airport-Noord) en de verbindende infrastructuur naar Eindhoven Airport, GDC en BIC. Door SRE (€ 2,5 miljoen) en het Rijk (€ 15 miljoen ten behoeve van Brainport Avenue 1e fase) zijn al subsidies verleend. Het Rijk heeft daarbij als voorwaarde gesteld dat de fysieke realisatie in 2018 moet zijn gestart. gemeente Eindhoven
15
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Een en ander vraagt dat uiterlijk in 2014 moet zijn gestart met de voorbereidende werkzaamheden. Voor de daarvoor noodzakelijke bekostiging worden met het Rijk en de regio (inclusief het bedrijfsleven) gesprekken gevoerd. Dat zal dit najaar leiden tot de opneming van een investeringsopgave in het MIP (Meerjaren Investerings Planning). De exacte omvang en het kasritme hangen af van de uitkomst van voornoemde gesprekken. Woningmarkt Ondanks dat de bouwsector in het algemeen en de huizenmarkt in het bijzonder in het slop is gekomen in de afgelopen maanden, is de bouwproductie in Eindhoven met ruim 1.600 woningen in 2012 behoorlijk op niveau gebleven. Dat gaat natuurlijk niet vanzelf. De tijd dat huizen zichzelf verkochten is waarschijnlijk definitief voorbij. Dat vraagt nieuwe strategieën, waar we de afgelopen jaren succesvol mee geëxperimenteerd hebben. We hebben gemerkt dat we meer dan in het verleden (en hoe vanzelfsprekend het eigenlijk is en zou moeten zijn) rekening moeten houden met de individuele woonwensen. Concurrentie gaat primair om kwaliteit. Daarnaast hebben we meer mogelijkheden geschapen voor zelfbouw en collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO). We gaan door met het versimpelen van de regelgeving op dit gebied. En we passen de procedures hierop aan. Procedures die om historische redenen vaak toegesneden zijn op projectontwikkelaars en grootschalige ontwikkelingen. Waterrijk is daarbij een belangrijk experimenteergebied. Juist deze kleinschalige ontwikkelingen, naast transformatie van bestaand vastgoed, houdt de Eindhovense markt nog redelijk gaande. Deze werkwijze moeten we koesteren en we gaan door op de ingeslagen weg. Niet alleen om de woningmarkt gaande te houden, maar ook omdat deze manier van werken goed past bij onze filosofie. Van buiten naar binnen werken, terugdringen van overbodige regels en de bewoners aan het stuur zetten, is op de woningmarkt een succes gebleken. Overigens blijft de woningmarkt ook de komende jaren een punt van zorg. Hoewel we het niet slecht doen, blijven er risico’s in het grondbedrijf bij deze zwakke markt. Hier blijven we dus bovenop zitten en we blijven zoeken naar meer manieren om te zorgen dat de gang erin blijft. We hebben geleerd van de achtervangconstructies als onderdeel van onze toenmalige kredietcrisismaatregelen. Inmiddels hebben we in Meerhoven 70 woningen in bezit, wat we niet wenselijk vinden. Het op deze wijze stimuleren van de woningmarkt vinden wij met de kennis van nu niet meer effectief. Europa In de afgelopen jaren hebben wij flink ingezet op de versterking van de aandacht voor de Europese agenda. Daarmee voortbouwend op het succes van de afgelopen jaren, maar wel met meer focus en meer oog voor het daadwerkelijk bijdragen aan de speerpunten van de stad. Wij hebben binnen de bestaande middelen ruimte gecreëerd om hieraan te werken. Zowel vanuit Eindhoven als op ons kantoor in Brussel. 16
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
We staan op dit moment aan de vooravond van de start van een nieuwe zevenjarige structuurfondsenperiode. In de afgelopen periode zijn we hierin succesvol geweest. Uiteraard hebben we goed gebruik gemaakt van de mogelijkheden binnen het landsdelige programma OP-Zuid. Onder andere hebben wij de afgelopen jaren Europese mede-financiering gehad van de transformatie van de Meerenakkerweg (ruim €3 miljoen), de redesign van het Muziekgebouw (€3 miljoen), de opwaardering van het Beatrixkanaal naar vaarklasse III (€2,5 miljoen) en de herinrichting van de Kruisstraat en de Woenselse markt (€1,5 miljoen). Daarnaast hebben wij – en dat is uniek in Nederland – uitzonderlijk goede resultaten behaald met het Interreg-programma. Dit is een Europees initiatief waarbij partijen uit meerdere EU-landen (overheden, bedrijven en kennisinstellingen) samenwerken op het gebied van duurzame ruimtelijke en economische ontwikkeling. Zowel wat betreft het aantal projecten als het subsidiebedrag, is de gemeente Eindhoven de meest actieve Nederlandse organisatie. De focus lag daarbij op transnationale samenwerking in het Interreg IVB-programma. De regio Zuidoost Noord-Brabant is met 39 projectdeelnemers en een totaal subsidiebudget van bijna €13 miljoen de meest succesvolle regio. De gemeente Eindhoven participeert in 17 projecten en verwierf daarmee een totaal subsidiebedrag van bijna €6,5 miljoen. In de door het ministerie van I&M uitgevoerde evaluatie wordt geconstateerd dat het succes vooral te danken is aan (concentraties van) enkele zeer actieve en succesvolle indieners. Het gaat om de gemeente Eindhoven, Brainport, TU Eindhoven en het SRE. Met de Brainport 2020 strategie als basis kennen deze partijen een sterke gezamenlijke Europese focus, die zich uit in een grote deelname aan projecten. Als sterk punt wordt genoemd dat de gemeente Eindhoven, Brainport en het SRE de interne ambities afstemmen op de strategische Europese doelen. Met de versterking op de Europese agenda leggen we de lat hoger en brengen we meer focus aan in onze activiteiten. Naast lobby- en belangenbehartiging in Brussel zetten we de komende jaren in op het werven van subsidies voor onze strategische prioriteiten op het gebied van mobiliteit, energie, gezond en actief ouder worden en veiligheid. We ontwikkelen en participeren in projecten, die niet (alleen) gericht zijn op internationale uitwisseling van kennis en ervaring, maar die bij uitstek kunnen bijdragen aan onze voorgenomen investeringen. Juist bij krapper wordende gemeentelijke middelen, zijn Europese subsidies een welkome aanvulling. De prioriteiten van de Europese Commissie sluiten naadloos aan op onze strategische agenda, waardoor de slagingskans vergroot wordt. Samen met partners werken we bovendien aan het binnenhalen van de nieuwe vestiging van de derde KIC (Knowlegde and Innovation Communities) op het gebied van Health (naast de bestaande KIC Energy en KIC ICTLabs). KIC’s zijn belangrijke aanjagers om kennis en kunde om te zetten in commercieel aantrekkelijke producten en diensten. Het zijn daarmee belangrijke ankerpunten in ons high tech-ecosysteem om de keten ‘kennis-kunde-kassa’ een impuls te geven met alle positieve gevolgen voor werkgelegenheid van dien.
gemeente Eindhoven
17
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Als regio hebben we met de Brainport 2020-agenda onze door de EU gevraagde zogenaamde ‘smart specialisation strategy” al operationeel en staan we optimaal voorgesorteerd voor de nieuwe periode structuurfondsen. De exacte start en omvang van de fondsen zijn overigens nog afhankelijk van de onderhandelingen over de Europese meerjarenbegroting tussen Europese Commissie, de Europese raad van regeringsleiders en het Europees Parlement. Organisatie van de toekomst Een andere tijd vraagt een ander type overheid. In het voorafgaande hebben we gesproken wat er van een gemeentelijke overheid verwacht mag worden om succesvol te zijn. We willen een overheid die werkt op basis van vertrouwen en die er is om zaken mogelijk te maken. Faciliteren, ondersteunen van bewoners en organisaties in hun initiatieven, samenwerken met bedrijfsleven en maatschappelijke partners aan maatschappelijke vraagstukken in combinatie met de bezuinigingen vraagt om een slanke, slagvaardige, flexibele en wendbare organisatie. We bouwen dus aan de gemeentelijke organisatie van de toekomst. Onder de naam Route 2014 is deze transformatie van de gemeentelijke organisatie in volle gang. Het is een stevige verbouwing waarbij de winkel open moet blijven. Het is onvermijdelijk dat een deel van onze inzet niet direct aan de stad besteed wordt, maar aan dit meer naar binnen gerichte proces. Het is niet wat we willen en het moet tot het hoogstnodige beperkt blijven. Het is tegelijkertijd wel een noodzakelijke investering in het toekomstbestendig maken van de gemeentelijke organisatie. Verandering zal na en ondanks Route 2014 de enige constante blijken. We hebben dan wel een organisatie die zo flexibel is dat ze soepel met deze dynamiek om zal kunnen gaan. Dat vraagt nu in de toekomst het nodige van onze medewerkers, onze interne regels en procedures, de inspraak en de medezeggenschap en van de wijze waarop college, raad en ambtelijke organisatie zich met elkaar verhouden. Voor het volgende college is dit geen eenvoudige opgave om tot een goed eind te brengen, maar wel een die de moeite waard is. En die ook noodzakelijk is om de grote veranderingen die op ons af komen te absorberen. Om ogenschijnlijke bedreigingen om te zetten in kansen en om vanuit de lokale overheid een relevante bijdrage te leveren aan de ambities van de stad en regio. We blijven daarom – ondanks de bezuinigingen – onverkort investeren in de verdere professionalisering van de gemeentelijke organisatie en in de kwaliteit van de mensen die er werken: leaner en meaner met sterke focus op de behoeften van de stad en haar inwoners
1.4
Solide fundament voor de toekomst
Alles in ogenschouw nemend kunnen we niet anders dan concluderen dat het nog steeds spannende tijden zijn en zullen blijven. De economisch veranderende situatie houdt aan en ondanks dat er in onze regio de nodige lichtpuntjes zijn, heeft een flink aantal van onze burgers het zwaar. Wij zien de werkloosheid in de sectoren bouw, detailhandel en horeca oplopen. 18
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Ondanks dat we geld overhouden op het armoedebeleid (we hadden hiervoor minder nodig dan tevoren was gereserveerd), zien we een groei in de vraag naar ondersteuning. Niet alleen bij ons, maar ook bij maatschappelijke organisaties, zoals bijvoorbeeld de stichting Leergeld. Toch zijn wij van mening dat er een solide fundament ligt om de op stad en gemeente afkomende opgaven aan te pakken. Eindhoven is een stad waar een sterke gemeenschapszin heerst. De mensen zijn in hoge mate bij elkaar betrokken. Het aantal vrijwilligers is bovengemiddeld hoog. Dat is een belangrijke randvoorwaarde en een goede uitgangspositie voor bijvoorbeeld een ontwikkeling als WIJEindhoven, waarbij een beroep gedaan wordt op de eigen kracht van mensen en hun informele netwerken. Dat zijn geen vreemde begrippen voor de Eindhovenaar, maar een vanzelfsprekendheid. Daarnaast borrelt en bruist de stad van particuliere initiatieven. In Eindhoven is altijd wel wat te doen. Onze uitdaging zit erin om als overheid belemmeringen weg te nemen en niet teveel in de weg te lopen. We hebben de afgelopen jaren laten zien dat we als stad en als organisatie met minder toe kunnen zonder dat het ten koste gaat van de dynamiek in de stad. Natuurlijk zijn er dingen veranderd en natuurlijk blijven zaken niet bij het oude. Maar dat past ook niet bij Eindhoven. Ook op dit gebied brengen we de proeftuingedachte in de praktijk. Natuurlijk doet dat pijn bij mensen en organisaties: de bezuinigingen op de bibliotheek met een nieuwe manier van werken voelen ongemakkelijk. De bezuinigingen op het leerlingenvervoer zijn pijnlijk voor de mensen die het betreft. Het inkrimpen van de gemeentelijke organisatie leidt ertoe dat je als overheid niet meer overal van kan en moet willen zijn. Tegelijkertijd merken we ook dat de bezuinigingen en de daaraan gekoppelde andere manieren van werken heilzaam werken. In het sociaal domein besparen we veel geld, maar de maatschappelijke gevolgen zijn beperkt. De forse bezuinigingen op het CKE zijn goed verlopen. Het scherper sturen op de in- en uitstroom van de bijstand levert niet alleen maatschappelijke meerwaarde (meer mensen aan het werk), maar ook geld op. We gaan beter met ons geld om omdat we scherper sturen op wat wel en niet bijdraagt aan de doelen die we willen bereiken. We constateren dat onze strategie van fors bezuinigingen in combinatie met blijven investeren in die zaken die er voor de stad toe doen gewerkt heeft. We blijven daarmee baas over eigen financiën en kunnen tegelijkertijd de accenten zetten die belangrijk zijn voor de stad. Juist en vooral in combinatie met oog voor de kwetsbaren in de samenleving. Wmo en armoedebeleid hebben we consequent ontzien omdat een stad alleen dan (economisch) sterk is als het ook een menselijke stad is. En een menselijke stad is een ongedeelde stad. Wij geloven niet in doelgroepenbeleid, maar we doen wat extra’s voor de mensen die het nodig hebben. Daarom willen we de inkomensgrens voor ons armoedebeleid verhogen van 110% naar 120%. Wij kijken naar stapelingseffecten en waar nodig nemen we maatregelen. Of het nu om extra inzet om jongeren en 45plussers aan het werk te krijgen, om het gemakkelijk maken voor mensen om voorzieningen waar ze recht op hebben te gebruiken of om te kijken hoe we mensen optimaal laten participeren: jong en oud. gemeente Eindhoven
19
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
We vinden het belangrijk dat het rijksbeleid er niet voor zorgt dat de verschillen groter worden in de stad. Wij zijn ervan overtuigd dat het raadzaam is om deze lijn vast te blijven houden. Deze lijn past bij Eindhoven en de Eindhovenaren. We hebben daarnaast veel geïnvesteerd in het beter in de grip krijgen van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Toen we begonnen hadden we – zeker met de kennis van nu – maar een beperkt beeld van onze financiële uitgangspositie en sturingsmogelijkheden. Niet omdat het niet goed geregeld was, maar omdat onze bedrijfsvoering nog ingericht was op de tijden van (financiële) overvloed. Sturen op liquiditeit was nooit nodig door onze (liquide) reserves en voor ieder probleem was wel een potje. Door alle bezuinigingen in combinatie met onze teruglopende inkomsten uit het grondbedrijf en het gebrek aan nieuw tafelzilver was dit niet langer houdbaar. We hebben daarom in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in nieuwe instrumenten. Instrumenten die ons in staat stellen om integrale afwegingen te maken en prioriteiten te stellen, zoals het MIP, de MKBA-methodiek en het Integrale Huisvestingsprogramma. Uiteraard allemaal nog volop in ontwikkeling, maar nodig om de bedrijfsvoering toe te snijden op de nieuwe realiteit. Ook hebben we veel energie gestoken in het verbeteren van het sturingsinstrumentarium, onder andere door de ontwikkeling van financiële normen, de omgang met externe inhuur, het prognotiseren van stortingen en onttrekkingen van reserves en het personeelsbeheer. Het grondbedrijf is gestabiliseerd, maar zeker niet zonder risico’s. We hebben de sturing op de bedrijfsvoering verbeterd door dit expliciet te beleggen bij een lid van de Directieraad. Hetzelfde geldt voor de sturing op ICT, de zuurstof van iedere informatie-intensieve organisatie. De CIO-functie is daarom ondergebracht bij de directeur Bedrijfsvoering. Naar onze mening ligt er een solide fundament voor de komende jaren dat overigens nog niet op alle aspecten af is. De lijn die we hebben ingezet vraagt meerjarig doorzetten. Werkwijzen die in de loop der jaren gegroeid zijn, laten zich niet van de ene op de andere dag veranderen. Ook niet binnen een relatief beperkte coalitieperiode. De financiële opgaven zullen ook in de komende jaren nog groot zijn. De maatschappelijke en organisatorische transities waar we voor staan zijn een zaak van lange adem. Een reis van duizend kilometer begint bij de eerste stappen. Wij zijn van mening dat we de goede stappen in de juiste richting gezet hebben.
1.5
Zin in (over)morgen
Terugkijkend op de afgelopen jaren constateren we dat de economische crisis hard toegeslagen heeft. Met alle gevolgen voor mensen die hun werk hebben verloren of die op een andere manier geconfronteerd zijn geworden met de bezuinigingen van de overheid.
20
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
De financiële positie van de gemeente heeft daarbij ook een flinke deuk opgelopen, maar het heeft ons ook gedwongen en gestimuleerd om veel scherper onze prioriteiten te stellen, focus aan te brengen en na te denken over waar we als overheid wel en niet van moeten zijn. Tegelijkertijd is Eindhoven, ondanks diezelfde crisis, niet langer het lelijke eendje uit het verleden, maar is uitgegroeid tot een mooie zwaan. Of beter nog: misschien zijn we beter gaan vertellen wat we doen en wat Eindhoven zo’n bijzondere plek maakt met bijzondere mensen. Kortom: we liggen op koers. Er komt nog veel aan, maar de vaart zit erin en we houden de vaart erin. De afgelopen jaren hebben we hard gewerkt aan morgen. Morgen is inmiddels vandaag. We hebben zin in overmorgen.
gemeente Eindhoven
21
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
2
Sociaal Domein
2.1
De aanleiding
De komende jaren voltrekt zich een stevige transformatie in ons gemeentelijk sociaal domein. Daarmee neemt de omvang van onze gemeentelijke verantwoordelijkheden enorm toe. De inhoudelijke en financiële opgave van de drie decentralisaties jeugdzorg, AWBZ en participatie- is dermate groot dat een aantal ingrijpende besluiten nodig zijn om die transformatie daadwerkelijk mogelijk te maken. Wij zijn er van overtuigd dat deze opgave ons kansen biedt; deze stelt ons in staat integraler en efficiënter te opereren. Tegelijkertijd zijn we scherp op de hoogte van de kortingen, over de voor ons noodzakelijke beleidsvrijheid en op een niet reële verwachting dat een systeeminnovatie in korte tijd gerealiseerd kan zijn. In dit hoofdstuk brengen we de financiële kaders, voor zover deze ons bekend zijn, in beeld. Graag hadden we hierin de brief van staatsecretaris Van Rijn verwerkt, waarin ons meer duidelijkheid is beloofd over de diverse voorstellen van het kabinet. Helaas is die brief uitgesteld naar mei. Wanneer wij over deze inhoud beschikken, zullen wij de raad zo snel mogelijk informeren. Dit betekent dus dat er nog onzekerheden zijn bij het verschijnen van deze kadernota. Maar we weten wel al veel, en bieden met deze kadernota een inkijk in de wijze waarop wij de gemeentelijke opgave oppakken. WIJEindhoven is de inhoudelijke landingsbaan van deze decentralisaties en van het totale sociaal domein. Het aanbod vanuit zorg en welzijn is voor ons niet langer leidend; de vraag van inwoners staat centraal. Onze focus ligt niet op standaardantwoorden, maar op maatwerk. Maatwerk dat niet eenzijdig kijkt naar de beperkingen van mensen, maar juist naar wat mensen -al dan niet met hulp van hun omgeving of professionele ondersteuning- zelf kunnen. Dit is de essentie van de door ons ingezette systeeminnovatie WIJEindhoven. We zetten in op het versterken van de sociale basisvoorzieningen en de ontkokering van de professionele ondersteuning via de inzet van generalistisch en wijkgerichte WIJEindhoven-teams. Daarbij wordt uitgegaan van één huishouden, één plan, één (generalistisch en onafhankelijk werkende) contactpersoon, van het stimuleren van eigen kracht en samenkracht, én van vraaggericht werken in plaats van aanbodgericht. Deze uitgangspunten heeft de raad vastgesteld op 10 april 2012. De financiële opgave is enorm en zal niet gemakkelijk zijn. Tegelijkertijd zien wij kansen om de grote reikwijdte van onze bestaande en nieuwe verantwoordelijkheden in te zetten ten behoeve van onze inwoners. In vergelijking met het Rijk staan wij dichter bij de burger. Dat stelt ons in staat zaken, dichter bij onze inwoners en aansluitend op de vraag van onze inwoners, te organiseren. Dat is goed voor onze inwoners en tegelijk kostendempend. Wij borgen, voor inwoners die dit nodig hebben, kwaliteit met minder middelen.
22
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
2.2
De financiële opgave
De gemeente zal per 1 januari 20151 verantwoordelijk zijn voor de implementatie van de drie decentralisaties in het sociaal domein via de Participatiewet, de overheveling van delen uit de AWBZ en de overheveling van de Jeugdzorg. Deze decentralisaties gaan gepaard met een overdracht van geld, maar zijn tegelijkertijd voorzien van efficiencykortingen. Op een aantal al bestaande budgetten worden eveneens bezuinigingen doorgevoerd. Dit betreft de bestaande Wmo-budgetten voor Hulp bij het Huishouden en voor scootmobiels en rolstoelen. Hieronder presenteren we allereerst de budgetten met de kortingen van het Rijk. Tegenover deze kortingen staan bescheiden nieuwe middelen die wij van het Rijk ontvangen. Doorslaggevend om de financiële opgave af te dekken, zijn vervolgens de inspanningen die wij als college plegen en de maatregelen die wij treffen voor de komende jaren. Wij streven er naar om in het gemeentelijk sociaal domein niet alleen voor 2014, maar ook voor de coalitie na de komende gemeenteraadsverkiezingen, een solide basis te leggen. Aangezien de meeste maatregelen, voordat deze baten genereren, tijd en investeringen nodig hebben voor implementatie en uitrol, wordt er een reserve Sociaal domein opgebouwd, waarmee in 2014 en 2015 transitiekosten en voorinvesteringen bekostigd kunnen worden. We gaan voor het sociaal domein een reserve aanleggen voor een periode van 2 jaar (2014 en 2015) van €25 miljoen2. Reserve Sociaal domein De reserve Sociaal domein wordt uit verschillende componenten opgebouwd om te komen tot de benodigde dekking van 25 miljoen. De eerste component is de huidige reserve Wmo. Deze wordt geheel ter dekking ingezet en kent een omvang van € 4,9 miljoen. De tweede component is de stelpost Wmo die voor 2013 niet geheel gebruikt zal worden. Deze bedraagt € 1,7 miljoen. Bij de begrotingsbehandeling 2011 is er een bedrag toegevoegd van € 8,75 miljoen voor de sociale beleidsterreinen waaronder Wmo en armoederegelingen. Dit om de te verwachte groei in kosten op te vangen. Deze groei heeft zich niet in de volle omvang voorgedaan waardoor het mogelijk is een deel van deze budgetten in te zetten als dekking voor de reserve. Voor de jaren 2013 tot en met 2015 stellen we voor de budgetten voor de Wmo en armoederegelingen elk met € 2,5 miljoen per jaar af te ramen ten faveure van de reserve sociaal domein. Als laatste component zal een onderbesteding in het sociaal domein van €0,4 miljoen in 2013 en €1,5 miljoen per jaar in 2014 en 2015 worden ingezet om de reserve te voeden. Dit brengt het totaal van de voeding van deze reserve Sociaal domein op een bedrag van €25 miljoen.
1
Participatiewet volgens bestaande planning zelfs eerder; 1 januari 2014
2
Deze €25 miljoen is niet in de onderstaande tabellen opgenomen
gemeente Eindhoven
23
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
In deze tabel staat dit nog eens overzichtelijk uitgewerkt: X €1 miljoen
2012
2013
2014
2015
Totaal
Bestaande reserve Wmo
4,9
4,9
Stelpost Wmo
1,7
1,7
Onderbesteding armoederegelingen
2,5
2,5
2,5
7,5
Onderbesteding Wmo
2,5
2,5
2,5
7,5
Onderbesteding Sociaal domein
0,4
1,5
1,5
3,4
Totaal reserve Sociaal domein
25,0
Voorlopige bedragen voor 2017 In onderstaande tabel zijn voor 2017 niet alleen de kortingen weergegeven, maar ook het oorspronkelijk (bruto)budget van het Rijk, en het (netto)budget dat onze gemeente overhoudt. X €1 miljoen
Huidig
Korting
Budget
Decentralisatie AWBZ
90,3
-22,6
67,7
Decentralisatie Jeugdzorg
40,3
-4,3
36,0
Decentralisatie Participatie
49,3
-8,7
40,6
Maatwerk chronisch zieken en gehandicapten Totaal Voorlopige bedragen voor 2017
19,8
-8,9
10,9
199,7
-44,5
155,2
Buiten deze voorgenomen kortingen op nieuwe gemeentelijke verantwoordelijkheden, heeft het Rijk ook een bezuiniging aangekondigd op het bestaand Wmo-budget van -€ 17 miljoen in 2017. Hiermee komt de totale financiële opgave voor 2017 op € 61,5 miljoen (€44,5 + €17 miljoen). Deze opgave bouwt als volgt op over de jaren: X €1 miljoen Korting 'decentralisaties'
2014
2015
2016
2017
-8,4
-48,1
-57,8
-61,5
Nieuw geld van het Rijk (via gemeentefonds) Wij ontvangen nieuw geld voor de intensivering wijkverpleegkundigen en armoedebeleid. Voor 2017 leveren deze middelen, à € 4,7 miljoen, een zeer bescheiden bijdrage aan de financiële opgave van € 61,5 miljoen. X €1 miljoen Totaal Nieuw geld Rijk (via gemeentefonds)
24
2014
2015
2016
2017
1,1
1,9
2,6
4,7
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Maatregelen Sociaal domein Voorgaande gegevens maken duidelijk dat de eigen maatregelen die wij gaan nemen substantieel van aard moeten zijn. We moeten als gemeente veel 'uit de kast halen'. Herijking van beleid en het maken van inhoudelijke keuzes is noodzakelijk om de decentralisaties goed te laten landen en de inhoudelijke én financiële opgave duurzaam vorm te geven. De onderstaande tabel geeft een totaaloverzicht, dat per voorgenomen maatregel wordt uitgewerkt. 2014
2015
2016
2017
MKBA WIJEindhoven excl. de decentralisaties
2,5
5,0
7,5
10,0
MKBA WIJ Eindhoven decentralisaties jeugdzorg en AWBZ
pm
pm
pm
pm
X €1 miljoen
Wmo huishoudelijke hulp doorvoering 120% sociaal minimum
1,3
8,0
8,3
8,5
Chronisch zieken en gehandicapten doorvoering korting
1,2
8,3
8,8
8,9
Breder inzetten inkomensgrenzen en vermogenstoets
pm
pm
pm
pm
Overige maatregelen
pm
pm
pm
pm
21,3
24,6
27,4
Ophoging BUIG-taakstelling
1,8
Inzet onderbesteding sociaal domein
0,5
Totaal Maatregelen sociaal domein
7,3
MKBA WIJEindhoven excl. de decentralisaties Inmiddels krijgen we door eerste ervaringen met de WIJEindhoven-teams en door de analyse via een Maatschappelijke Kosten- en Baten Analyse (MKBA) steeds beter zicht op wat de opbrengsten zijn van deze interventie. De uitkomsten van de MKBA tonen dat deze interventie -in een opbouw over de jaren- per 2017 een structurele besparing van € 10 miljoen kan opleveren. Op basis van deze uitkomst gaan we versneld de uitrol van de WIJEindhoven-teams voor 1 januari 2015 realiseren over heel Eindhoven. MKBA WIJEindhoven decentralisaties jeugdzorg en AWBZ De uitgangspunten van WIJEindhoven zullen een enorme impact hebben op de huidige werkwijzen binnen de jeugdzorg en het AWBZ domein. Met ingang van 2015 zal gewerkt worden met inzetten van eigen kracht van burgers, ondersteuning van eigen netwerk en collectieve voorzieningen in de buurt, de ontkokering van leefgebieden (maar ook hulpverlening aan het gehele gezin in plaats van de afzonderlijke gezinsleden en dergelijke) zal een enorm efficiencyvoordeel moeten opleveren conform de eerdere uitkomsten van de MKBA WIJEindhoven. In september kunnen wij de concrete uitkomsten van die MKBA presenteren. Wmo huishoudelijke hulp doorvoering 120% sociaal minimum Binnen de bestaande Wmo legt het Rijk kortingen op bij het budget van Hulp bij het Huishouden, van scootmobielen en rolstoelen (via hergebruik). Wij stellen voor deze kortingen ook in Eindhoven door te voeren, echter met een restrictie bij de Hulp bij de Huishouding (HbH). Het Rijk kiest er voor inkomensgrenzen te stellen bij de huishoudelijke hulp. Concreet heeft het Rijk becijferd dat daarmee een korting van 75% kan worden doorgevoerd op de Wmo-middelen HbH.
gemeente Eindhoven
25
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Op basis van de huidige CAK cijfers constateren wij echter dat 45% van onze huidige gebruikers HbH een inkomen heeft op of onder 120% van het sociaal minimum. De zorgconsumptie, de daadwerkelijke kosten, van deze groep ligt zelfs nog iets hoger. Daarom gaan wij er van uit dat een korting van 50% op HbH uitgaven voor Eindhoven realistischer is, en kiezen we er voor compensatie te zoeken voor alle HbH-gebruikers onder 120% sociaal minimum. Daarnaast dienen we rekening te houden met het feit dat de eigen bijdragen voor HbH fors zullen afnemen door invoering van de inkomensgrenzen. Dit tezamen betekent dat we per 2017 een structurele besparing op HbH hebben van €8,5 miljoen. We willen zoveel mogelijk voorkomen dat er een tweedeling gaat ontstaan in de zorg: de armenzorg bij de gemeente en de overige zorg privaat georganiseerd. Wij zijn in gesprek met zorgaanbieders over mogelijke modellen van zorgaanbod voor de toekomst. Chronisch zieken en gehandicapten doorvoering korting De Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), Compensatie eigen risico (CER) en de Regeling specifieke zorgkosten (SZK) worden door dit kabinet samengevoegd tot de maatwerkvoorziening Inkomensondersteuning. De combinatie van de introductie van inkomensafhankelijke zorgfinanciering en het organiseren van zorg dicht bij mensen maakt beperking, vereenvoudiging en decentralisatie mogelijk van deze regelingen aldus het kabinet. De gemeenten wordt een zeer ruime beleidsvrijheid gegeven met betrekking tot de concrete invulling van deze gedecentraliseerde voorzieningen. Breder inzetten inkomensgrenzen en vermogenstoets Er komt een nieuwe definitie van het compensatiebeginsel in de wet. Dat betekent dat inkomensgrenzen en wellicht ook de vermogenstoets waarschijnlijk breder getrokken kunnen worden naar alle voorzieningen van de Wmo. Daarmee zou een verder gaande besparing gerealiseerd kunnen worden, bijvoorbeeld op de woningaanpassingen. Overige maatregelen Tot nu toe kende Eindhoven een ruimhartig Wmo-beleid. Helaas ontkomen we niet aan een verantwoorde versobering. Zo gaan we kritisch kijken naar de tot nu toe bijna automatische toekenning van huishoudelijke hulp aan mensen ouder dan 75jaar. Zij die het echt nodig hebben, krijgen uiteraard de hulp. Maar de vitale 75-plusser die het ook nog zelf kan, of in zijn of haar omgeving hulp kan krijgen gaan we vooruitlopend op de korting van 2014/2015 nu al kritischer bekijken. Ook nemen we in overweging of we de huidige praktijk van indicaties voor onbepaalde tijd, niet vooruitlopend op de bezuinigingen op korte termijn moeten aanpassen en met tijdelijke indicaties moeten gaan werken. We gaan onze bedrijfsvoering doorlichten op optimalisatie. Dit heeft betrekking op zaken als uniformering op terreinen van informatie, IT en inkoop, op dereguleringen (terugbrengen/vereenvoudigen van verordeningen) en op het kritisch bekijken van interne procedures en processen. Op het terrein van zorg en welzijn zijn interessante ontwikkelingen gaande in ICT en technologie. Zo heeft Neos het plan om dak- en thuisloze jongeren via sms-contact (gedeeltelijk) te begeleiden. 26
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Zuidzorg heeft vergaande ideeën voor inzet van domotica, Lumens heeft diverse apps in ontwikkeling als onderdeel van hulpverlening. Samen met de coöperatie Slimmer Leven onderzoeken we de mogelijkheden van een versnellingsagenda op technologie en ICT. Daarmee beogen we de investeringen in technologie terug te verdienen met een besparing van arbeidsinzet. Vanuit de zorgaanbieders is het voornemen geuit om bestaande voorzieningen van de diverse instellingen en doelgroepen in de stad beter te benutten door ze te bundelen wat weer kostenbesparend zal uitwerken. Ophoging BUIG-taakstelling Voor het Participatiebudget wordt voor de komende jaren een korting verwacht. Voor 2014 betreft de verwachte korting € 1,8 miljoen. Deze korting wordt eenmalig opgevangen door de taakstelling van de BUIG met € 1,8 miljoen op te hogen. Gezien de onzekerheden ten aanzien van de nieuwe financieringssystematiek en de ontwikkeling van het cliëntenbestand betreft dit geen structurele oplossing. Samenvattend wordt het volgende overzicht gepresenteerd op het sociaal domein: X €1 miljoen Korting 'decentralisaties'
2014
2015
2016
2017 Cumulatief
-8,4
-48,1
-57,8
-61,5
-175,8
Nieuw geld Rijk
1,1
1,9
2,6
4,7
10,3
Maatregelen Sociaal domein
7,3
21,3
24,6
27,4
80,6
Saldo Kadernota 2014-2017 Sociaal domein
0,0
-24,9
-30,6
-29,4
-84,9
Genoemde tekorten zullen worden opgevangen binnen het sociale domein. De maatregelen die bovenstaand zijn genoemd zullen dit tekort opvangen, met name via de nu nog pm-posten. Deze pm-posten worden, zodra er meer duidelijkheid is, ingevuld. Daarnaast gaan we een reserve opbouwen van € 25 miljoen om daarmee structurele oplossingen te bieden middels investeringen.
2.3
Afsluitend
In dit hoofdstuk presenteren wij een palet aan maatregelen waarmee wij de financiële kortingen waarmee de decentralisaties gepaard gaan, zouden kunnen opvangen. Veel bedragen zijn nog niet ingevuld, omdat de voorstellen ook nog door gerekend moeten worden. Ook zijn er nog onduidelijkheden over de kabinetsvoorstellen. Wij realiseren ons dat sommige keuzes niet gemakkelijk zijn. Met WIJEindhoven doen wij een groter beroep op het zelfoplossend vermogen van onze Eindhovenaren. Dat kan alleen maar slagen als de basisvoorzieningen op orde zijn, en de professionele hulp ondersteunend is aan inzet van onze burgers. Daarom geven wij bewoners nadrukkelijk een positie bij de vormgeving van het sociale domein. Bewoners praten mee en beslissen over de besteding van de subsidies in het sociale domein. Wij zijn hiermee begonnen in Woensel met het zogenaamde maatschappelijk aanbesteden van het collectieve welzijnsbeleid. gemeente Eindhoven
27
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
De komende jaren gaan wij de rol van bewoners uitbreiden naar het gehele domein over de hele stad. De precieze vormgeving daarvan gaan we samen met onze professionele partners en de bewoners ontwikkelen. Wij informeren op dit moment ook de diverse cliëntorganisaties over de effecten van het kabinetsbeleid en hebben hen ook uitgenodigd proactief mee te denken en kritisch mee te kijken naar onze voorstellen. De decentralisaties zullen gepaard gaan met een afname van werkgelegenheid in onze stad op het gebied van zorg en welzijn. Het is onze intentie om met de instellingen te komen tot een gezamenlijke aanpak. We willen met hen aan tafel gaan om afspraken te maken over bijvoorbeeld scholing en het afspiegelingsbeginsel zodat we juiste mensen voor de sector kunnen behouden. Tenslotte, de samenloop van de maatregelen baart ons zorgen. Hoe voorkomen we bijvoorbeeld dat stapelingseffecten bij zorgafhankelijke Eindhovenaren tot te grote negatieve inkomenseffecten gaan leiden? Ondanks –en dankzij- de vele onzekerheden rond de decentralisaties zetten we de transitie van het sociaal domein nu al in gang. Alleen dan zijn we in staat om de hoge eisen, die de decentralisaties stellen aan de lokale overheid, op te vangen.
28
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
3
Actuele opgaven Over Morgen
Hiervoor hebben we uitgebreid stilgestaan bij de ontwikkelingen in het sociaal domein en de beweging die we in gang gaan zetten om de rijksdecentralisaties op te vangende de komende jaren. Hiermee doen we een stap richting “overmorgen”, omdat deze enorme opgave veel van de gemeente vraagt in de voorbereiding. In dit hoofdstuk geven we een actueel beeld en nadere invulling van de overige ontwikkelingen waarmee we invulling geven aan de koers die ingezet is met het coalitieakkoord ‘Werken aan Morgen’ en verder uitgewerkt in het collegeprogramma ’Samen werkend aan morgen’. We schetsen binnen de vier paragrafen die we sindsdien gebruiken - op actuele onderdelen - de stand van zaken, gevorderde inzichten en aanvullende opgaven.
3.1
Leren en werken in Eindhoven: de economische kracht van de stad
Citymarketing en herijking evenementenbeleid Vanaf 2010 is gewerkt aan een nieuwe citymarketingstrategie en herijking van het evenementenbeleid. De nieuwe strategie is geformuleerd met partners in de stad. Daarnaast is besloten tot een nieuwe citymarketingorganisatie als transitie van de Stichting Citydynamiek Eindhoven en het Eindhovense deel van de regio-VVV. Endhoven365 bestaat inmiddels ruim een jaar. Het jaar 2012 stond in het teken van het inregelen van de nieuwe (financiële) verhoudingen tussen gemeente en de stichting. Tegelijkertijd hebben we intern de werkzaamheden rond evenementen opnieuw georganiseerd. Daarmee is de transitie citymarketing en evenementen afgerond en kunnen we ons concentreren op de uitvoering, en de ontwikkeling en activering van het merk Eindhoven. Bij deze transformatie zijn de bestaande budgetten samengevoegd en is rekening gehouden met synergievoordelen en met de bezuinigingstaakstelling binnen de gemeente. Dit heeft ertoe geleid dat er ruim €1,2 miljoen structureel is bezuinigd, waarvan € 450.000, - structureel als bijdrage aan taakstelling uit ons werkprogramma. Om deze taakstelling verder in te vullen gaan we nu aanvullend onderzoeken of we de exploitatiemogelijkheden van de buitenreclame kunnen verhogen en op termijn kunnen krimpen in de formatie van het cluster evenementen/vergunningen. Arbeidsmarktbeleid Door de sterk krimpende beroepsbevolking hebben we al het beschikbare arbeidspotentieel op de arbeidsmarkt nodig om te komen tot een goed functionerende arbeidsmarkt, nú en in de toekomst. We zullen de komende periode al het mogelijke moeten doen om uitkeringsafhankelijkheid te voorkomen en meer mensen aan het arbeidsproces deel te laten nemen. We sturen op de zelfredzaamheid van de Eindhovense burgers en daarmee op het verminderen van de uitkeringsafhankelijkheid.
gemeente Eindhoven
29
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
In ons collegeprogramma hebben we aangegeven dat ons streven is in vier jaar de bijstandsafhankelijkheid met 10% te verminderen. Eindhoven heeft - tegen de landelijke trend in - de afgelopen jaren een daling gekend van het aantal bijstandsuitkeringen. De oorspronkelijk ambitie om de bijstandsafhankelijkheid met 10% te verminderen is in het huidig economisch klimaat niet vol te houden. Wel is het streven om de trend om onder het landelijk gemiddelde te scoren, vast te houden. Daarom hebben we in de kadernota 2013-2016 al een extra ambitie op BUIG-gelden opgenomen. Om het risico van de ingezette bezuinigingen BUIG enigszins te beperken is in 2012 een BUIG-reserve gevormd, waarin €12 miljoen is gestort door een deel van de rijksmiddelen vrij te laten vallen. Vanuit deze reserve zetten we een deel in voor het sluitend maken van de begrotingsjaren 2014-2015 en wordt een deel (€3 miljoen) ingezet als “achtervang” voor de extra ambitie op BUIG. Met ingang van 2015 is een wijziging van de landelijke verdeelsystematiek van het macro BUIG-budget aangekondigd, waarmee de onzekerheid ten aanzien van de rijksontvangsten vanaf 2015 toeneemt. Onze aandacht gaat vooral uit naar onze kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt. We proberen op verschillende manieren arbeidsinschakeling te bevorderen. Zo investeren op dit moment in een betere structurering van de werkgeversbenadering. Ook investeren we in de ondernemersbenadering en stimulering van werkgeverschap. Hiermee geven we weer een impuls aan ‘meer uitstroom naar werk’, waardoor de bijstandafhankelijkheid kleiner wordt. Met de voorgenomen Participatiewet worden naar verwachting delen van de Wsw, WWB en Wajong geïntegreerd in combinatie met rijksbezuinigingen. Het participatiebudget en onder meer de Wsw-middelen worden naar verwachting gebundeld. Dit betekent dat we in de komende periode moeten anticiperen op deze landelijke ontwikkelingen. Bij Ergon bouwen we verder aan een toekomstbestendige uitvoeringsorganisatie waarin mobiliteit, flexibiliteit en weerbaarheid essentiële begrippen zijn. We benutten de huidige periode om Ergon efficiënter te laten werken door het herstructureringsplan (gebaseerd op het bezuinigingsplan Ergon 20122015) op hoofdlijnen voort te zetten. Door het voortzetten van de ingezette koers dalen enerzijds de uitvoeringskosten en anderzijds kan een toekomstbestendige en flexibele organisatie gebouwd worden die adequaat kan anticiperen op komende ontwikkelingen. We werken met de regiogemeenten en Ergon gezamenlijk aan de voorbereidingen op de Participatiewet. Er is door de portefeuillehouders van de deelnemende (Ergon-)gemeenten begin april 2012 besloten om te komen tot een nieuwe inrichting van de voorkant van de sociale zekerheid. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds werken in een beschutte omgeving en anderzijds werken in een (meer) reguliere setting. Voor het beschutte werk is het belangrijk dat de dienstverlening op een menswaardige wijze, effectief en efficiënt wordt vormgegeven. Een koppeling met de arbeidsmatige dagbesteding uit de AWBZ is daarbij op termijn logisch. Bij het werken in een reguliere setting kunnen verschillende regelingen c.q. doelgroepen gebundeld worden waaronder Wsw ‘buiten’, het Werkleerbedrijf en het eventueel toekomstige instrumentarium op grond van loondispensatie of loonkostensubsidies. Er ontstaat daardoor één organisatie voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. 30
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Hierbij wordt gestreefd naar een transparante, eenduidige werkgeversbenadering vanuit één loket om vraag en aanbod adequaat bij elkaar te brengen. Om in deze conjunctuur te stimuleren dat werkgevers met name jongeren tot 27 jaar en mensen van 45 jaar en ouder in dienst nemen, zijn onlangs subsidierelingen vastgesteld. In de SRE-regio is de Werkcheque (vanuit de Klijnsma-middelen) voortgezet zodat aan meer jongeren tot 27 jaar een (leerwerk)baan wordt aangeboden. Ook is er met inzet van de provincie een subsidieregeling vastgesteld om WW-gerechtigden van 45 jaar en ouder weer aan de slag te krijgen. Deze regeling heeft een sterk preventief karakter. Allereerst wordt gestimuleerd dat werknemers van 45+ van Eindhovense bedrijven, waarvoor ontslag dreigt en geen sociaal plan bestaat, van werk naar werk geleid worden. Ook bevorderen wij via deze regeling dat WW- en WWBuitkeringsgerechtigden van 45+ (weer) aan het werk komen. Tevens wordt de arbeidsparticipatie bevorderd van herintreders van 45+ (niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden). Tenslotte zal ook de rijksoverheid extra middelen beschikbaar stellen om de jeugdwerkloosheid te bestrijden. We zullen namens de regio een integraal plan van aanpak jeugdwerkloosheid opstellen. Met de komst van de Participatiewet, 1 januari 2014, is het Rijk ook van plan om de arbeids- en re-integratieverplichtingen aan te scherpen. Met ingang van 1 juli 2014 gelden dan de arbeids- en re-integratieverplichtingen voor iedereen. Hiermee verdwijnen de categoriale ontheffingen. De aanscherpingen hebben o.a. betrekking op de sollicitatieplicht, Nederlandse taaleis en een (kleding)stijl die werkaanvaarding belemmert. Deze wettelijke wijzigingen kunnen bijvoorbeeld gevolgen hebben voor mensen die eerder vrijgesteld zijn van de inburgeringsplicht. Bij het niet naleven van de arbeids- en re-integratieverplichtingen wordt de uitkering beëindigd. Dit geldt tevens voor ernstige misdragingen ten aanzien van ambtenaren. Zoals nu bekend is er geen beleidsruimte voor de gemeente om invulling te geven aan de aanscherpingen. Ook is het kabinet recent met de werkgevers- en werknemersorganisaties tot een sociaal akkoord gekomen over de toekomst van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid. Dit onderhandelaarsakkoord moet nog worden goedgekeurd door de achterbannen van de vakbonden en werkgevers. Ook zal het kabinet het parlement nog om steun vragen voor de afspraken. In het akkoord wordt de WW-duur met een jaar verkort, maar pas geleidelijk na 2016. Ook de aanpassing van het ontslagrecht wordt uitgesteld. Het quotum voor arbeidsgehandicapten komt er niet, maar werkgevers hebben zich wel verplicht om geleidelijk meer arbeidsgehandicapten in dienst te nemen. Ook komen er werkpleinen en transitiebudgetten voor werkzoekenden en wordt de positie van flexwerkers verbeterd. Een aantal van deze punten kan mogelijk gevolgen hebben voor de uitvoering van de Participatiewet. De implicaties van bovenstaande ontwikkelingen werken we verder uit.
gemeente Eindhoven
31
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Economische ontwikkeling In C4 verband gaan we aan de slag op het onderwerp 'internationalisering'. Dit houdt in dat we gezamenlijk een strategie/visie formuleren en onze capaciteit en inzet op dit onderwerp gaan bundelen. Hierdoor kunnen we een efficiëncyslag maken en tevens met elkaar meer bereiken.
3.2
Samen leven in Eindhoven: een sociale, veilige en ongedeelde stad
Inzet buurt(sport)coaches Voorjaar 2012 is de intentie uitgesproken tot het realiseren van 36 fte buurt(sport)coaches per einde 2016 in het kader van de rijksregeling ‘Brede impuls combinatiefuncties’. Op basis van bestaand beleid zetten we de komende jaren hiervan al 15 fte in voor bewegingsonderwijs op basisscholen, ondersteuning sportverenigingen en cultuur. Door de doelstellingen van de rijksregeling een rol te geven in de brede opdracht binnen het sociale domein in het kader van het vernieuwend welzijnsbeleid (WIJEindhoven), zien we al vanaf 2014 met de inzet van 21 fte buurtsportcoaches mogelijkheden te groeien naar het maximaal aantal van 36. De doelstellingen van de regeling passen prima in de doelstellingen die we in het sociale domein nastreven te weten: bevorderen participatie, gezonde leefstijl, deelname school/werk, positieve omgangsvormen en versterken van basisvoorzieningen. Binnen WIJ Eindhoven krijgt de professional (in casu de buurt(sport)coach) de ruimte om vraaggericht en naar eigen inzicht invulling te geven aan datgene wat daarvoor nodig is, waarbij sport een middel kan zijn om een bepaalde doelstelling of effect te bereiken. Veiligheid en Handhaving Verbeteren van veiligheid blijft onze grote aandacht houden. We nemen deel aan de Taskforce Veiligheid in B5-verband. In de Taskforce B5 werken het ministerie van Veiligheid en Justitie, de vijf grootste steden in Brabant, het openbaar ministerie, de nationale recherche, de Belastingdienst, de Koninklijke Marechaussee en de drie Brabantse politiekorpsen nauw samen om de georganiseerde criminaliteit in Brabant terug te dringen. We hebben in B5-verband op de thema’s Bibob, vermogenscriminaliteit en vastgoedfraude gezamenlijk beleid geformuleerd. In de huidige fase staat implementatie centraal waardoor we onze slagkracht vergroten. Een mooi resultaat is de aanstelling van informatiecoördinatoren en de aanschaf van één ICT-tool voor alle gemeenten, zodat we optimaal informatie kunnen uitwisselen en elkaar versterken. We hebben op B5-niveau besloten dat de taskforce blijft bestaan. We hebben echter na 2013 onze bijdrage voor deze taskforce niet mee begroot. Continuering van onze deelname hieraan vinden wij belangrijk, daarom gaan wij er nu structureel geld voor vrijmaken. Versterken jeugdbeleid Binnen het primair onderwijs zetten we extra in op taalontwikkeling en mediawijsheid, zowel voor kinderen als hun ouders. Al enige tijd zijn wij in gesprek over een innovatief toekomstbestendig programma voor de bibliotheek met een haalbaar, deugdelijk en transparant financieel kader. 32
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
We kiezen hierbij voor de richting van een sterk innovatief Educatief Programma met dienstverlening en expertise maar zonder extra boeken. Het doel is enerzijds een sobere en geconcentreerde centrale bibliotheek, waarbij we de huidige tarieven voor uitleen kunnen handhaven. Daarnaast vragen we de bibliotheek om in co-creatie met de stedelijke SPIL-partners en de gemeente te komen tot een gezamenlijk plan van aanpak voor een Educatief Programma inclusief financiering. Dit programma moet een permanent karakter krijgen op de scholen zelf. Wij maken daarom - financieel en inhoudelijk - een koppeling met het onderwijsdomein. Voor de begrotingsbehandeling 2014 maken we inzichtelijk of deze doelstelling zal worden bereikt. Armoedebeleid Vorig jaar hebben we besloten om voor 2012 en 2013 de koopkracht voor de lage inkomens te verbeteren. Dit betrof een verhoging van de Meedoenbijdrage, de vergoeding zwemles, een verhoging premiebijdrage collectieve ziektekostenverzekering en een vergoeding voor reiskosten woon-werk in het eerste jaar. Daarnaast moesten we, wettelijk, vanaf 2012 de doelgroep voor het armoedebeleid wijzigingen van 120% naar 110% van het sociaal minimum. Door het Kabinet Rutte II wordt deze laatste maatregel weer teruggedraaid. Op grond hiervan willen we de doelgroep voor het armoedebeleid in Eindhoven weer terugbrengen naar 120%. Ook bekijken we of het gratis busvervoer voor (een deel van) deze doelgroep voortgezet kan worden. Hiervoor reserveren wij maximaal € 350.000 binnen de beschikbare middelen armoedebeleid. Verder gaan we de koopkrachtmaatregelen, uitgezonderd de verhoging premiebijdrage, continueren. Deze maatregelen financieren we uit de bestaande budgetten voor het armoedebeleid.
3.3
Kwaliteit van Eindhoven: openbare ruimte en het voorzieningenniveau
Openbare ruimte Bij de vaststelling van de programmabegroting 2013-2016 is een amendement aangenomen in de raad dat opdraagt de aanvullende bezuiniging van €402.000 op de programma’s groen en openbare ruimte vanaf 2013 niet te continueren. Voor 2013 zou de dekking hiervan gevonden moeten worden in opbrengsten door verkoop van snippergroen en verkoop van gronden die ‘huidig gedoogd medegebruik’ kennen. Daarnaast is het college opgedragen bij de Kadernota 2014-2017 met voorstellen te komen voor een structurele (alternatieve) dekking voor de oorspronkelijke bezuiniging op groen en openbare ruimte in de opvolgende jaren. Om met het laatste te beginnen, we gaan de oorspronkelijke bezuiniging op groen en openbare ruimte vanaf 2014 structureel opvangen. Daarnaast zullen wij het nieuwe MIP 2014 onze prioritering verruimen; we gaan continuering van groeninvesteringen in onze afwegingen meenemen. Zie onderdeel gebiedsontwikkeling. In 2012 hebben wij de gemeentelijke gronden die door derden in gebruik zijn genomen, geïnventariseerd. Met deze inventarisatie zijn circa 500 percelen opgespoord. Mogelijk is voor een aantal gevallen sprake van verjaring. In een aantal gevallen zal door de eigenaar bij aanbieding door verkoop niet worden gekocht. gemeente Eindhoven
33
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
En een aantal percelen zal door de gemeente worden teruggeëist in eigendom vanwege de aard van het terrein (bijvoorbeeld omdat het deel is van een belangrijke groene hoofdstructuur of onderdeel van een park dat publiek toegankelijk is). Wij denken toch dat het mogelijk is een groot deel van terreinen te verkopen. Aangezien we ook kosten zullen moeten maken (kosten voor administratie, juridische procedures, notaris, handhaving e.d.), gaan we er voorlopig vanuit dat deze actie geen grote incidentele inkomsten zullen opleveren ten behoeve van de programma’s groen en openbare ruimte. Het is tevens een traject van een aantal jaren. Daarnaast loopt – parallel aan de actie op gedoogd medegebruik- het spoor om actief gemeentelijk snippergroen te verkopen aan eigenaren. We gaan in twee buurten een pilot starten (De Karpen en Acht). Met deze pilot maken we praktische en financiële gevolgen inzichtelijk voor de verkoop van snippergroen. Op basis hiervan kan dan een plan worden gemaakt voor gefaseerde uitrol over de hele stad. Daarnaast voorzien we dat er in de komende jaren een tekort op het onderdeel elektra gaat ontstaan. Dit is onder andere het gevolg van uitbreiding areaal, stadsilluminatie (verfraaiing, aanlichten objecten, kunstwerken e.d. , uitbreiding van het aantal festiviteiten, stijging van energieprijzen en toename van het aantal objecten aan lichtmasten (reclame, meetapparatuur e.d.). We verwachten dat we deze stijging van kosten kunnen opvangen door continu te vernieuwen (bijvoorbeeld door toepassing van led) en de ‘inverdienmogelijkheden’ in het kader van de activiteiten van de Roadmap Stedelijke Verlichting. Sport Aan de hand van een brede discussie met de raad wordt beoogd scherp te krijgen wat we de komende jaren willen bereiken op gebied van sport (in relatie tot de tarievenstructuur). Op basis van de resultaten van deze discussie zal in 2014 uitdrukkelijk worden gestuurd op het bereiken van concrete doelstellingen. Dit betekent dat de huidige (sociale) tarievenstructuur zal worden aangepast op de uitkomsten van deze discussie. De nieuwe inzichten worden voor het eerst toegepast op de sporttarieven in het seizoen 2014/2015. Door diverse (uitgestelde) onderhoudsprojecten aan elkaar te koppelen wordt in 2014 een opwaardering van Zwemcentrum de Tongelreep beoogd. Hiermee wordt het recreatiebad weer bij de tijd gebracht om de concurrentie met andere recreatieve voorzieningen aan te kunnen. Duurzaamheid en Milieu In 2014 zal de focus liggen op het realiseren van duurzaamheidsdoelstellingen en deze ook zichtbaar maken in de stad. De extra middelen in het kader van de intensivering duurzaamheid zullen dan ook worden gebruikt om concrete (investerings-)projecten van de grond te krijgen. Zo wordt bijvoorbeeld in samenwerking met Smart Energy Regions (provincie, TU/E en bedrijfsleven) in het kader van de Brabantse Green Deal in de Airey-wijk (met een groep huurwoningen van Woonbedrijf) een vernieuwend energie serviceconcept uitgevoerd. Deze wijk wordt voorzien van allerlei energiebesparende en duurzame energieopwekkende concepten, met daarbij een belangrijke rol voor de toepassing van zonnepanelen op de woningen. 34
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Binnen de Omgevingsdienst Zuid-Oost Brabant worden voor 21 gemeenten en de provincie Noord-Brabant taken uitgevoerd op gebied van Wet milieubeheer en Wet bodembescherming. Deze omgevingsdienst is in 2013 van start gegaan. Nadat in 2013 wordt gekomen tot een efficiënt ingerichte organisatie, zullen in 2014 concrete slagen moeten worden gemaakt op het gebied van innovatie en efficiëntie. In 2013 is ook een nieuwe gemeenschappelijke regeling Cure aangegaan. Per 1 januari 2014 zal de afvalinzameling door de nieuwe Cure wordt overgenomen, waarbij ook de gebundelde expertise van de deelnemende gemeenten op het gebied van afvalinzameling en -verwerking in de nieuwe organisatie worden ingebracht. Gebiedsontwikkeling Eerder hebben wij de prioritering voor nieuwe investeringsinitiatieven bepaald in het verlengde van onze collegeprioriteiten in de vorm van de thema’s onderwijs, HOV en integrale wijkvernieuwing. Voor de volgende jaren, te beginnen bij het nieuwe MIP 2014 willen wij deze prioritering verruimen met de thema’s (regionale) bereikbaarheid, groen en de gebiedsontwikkeling Strijp S met als specifieke criteria dat investeringen moeten passen bij het profiel van Eindhoven en de kandidatuur voor Culturele Hoofdstad 2018 ondersteunen. In het MIP 2014 (aangeboden bij de Programmabegroting 2014-2017) zal deze prioritering gehanteerd worden. Meer concreet komen daarbij afwegingen rondom Eindhoven Noordwest (gebied rondom Eindhoven Airport), Eindhoven Noordoost (de ruit om Eindhoven), continuering van groeninvesteringen en VOLT aan de orde. Bereikbaarheid De daadwerkelijke inkomsten uit betaald parkeren bleven de afgelopen jaren ver achter bij de geraamde inkomsten. Dit wordt in 2013 aangevuld vanuit het mobiliteitsfonds. Dit heeft geleid tot een brede discussie met de raad over de functie van het mobiliteitsfonds en het koppelen van parkeerinkomsten aan investeringen. Bij de behandeling van het dossier MIP 2013 is de raad geïnformeerd over de uitwerking en oplossingsrichting en de voorgenomen bijsturingmaatregelen. Inmiddels hebben wij een breed palet aan bijsturingsmaatregelen in beeld om het begrote tekort op de parkeerinkomsten volledig te dekken. Aangezien de voeding van het MIP vanuit de algemene middelen ongeveer net zo groot is als de begrote parkeerinkomsten (in de algemene middelen), gaan we de parkeerinkomsten gebruiken voor voeding van het MIP. En aangezien het MIP draait om een integrale afweging van projecten en de feitelijke investeringen in mobiliteit jaarlijks vele malen hoger zijn dan de structurele voeding van het mobiliteitsfonds, laten we dit fonds volledig opgaan in de reserve Financieringsfonds MIP. Feitelijk is dit alles slechts een technische, administratieve aanpassing van de begroting. Echter hierdoor zullen fluctuaties in de parkeerinkomsten voortaan niet meer doorwerken in de structurele begroting, maar in de investeringsmiddelen (MIP). De hierboven geschetste koppeling kan vanaf 2016 e.v. volledig gerealiseerd worden. Voor de jaren 2013, 2014 en 2015 kan deze stapsgewijs worden geïmplementeerd. Voor de begroting 2014 zullen wij dit concreet uit werken.
gemeente Eindhoven
35
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
3.4
Bestuur van Eindhoven: bestuur van de stad en de gemeentelijke organisatie
Participatie en zeggenschap Er zullen in de komende periode nieuwe ombuigingen op ons afkomen. We voelen ons verantwoordelijk voor een goed inzicht voor welke (financiële) opgave de stad staat de komende periode en voor het goed voorbereiden van scenario’s om keuzes te maken in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen. We vinden het belangrijk dat de kiezer en de nieuwe coalitie eerlijke keuzes kan maken. Daarom gaan we in de komende maanden in samenwerking met de stad, bezuinigingspakketten met mogelijke opties schetsen. Aanvullend zal de ambtelijke organisatie eveneens ter voorbereiding op de gemeenteraadsverkiezingen een Strategische Verkenning maken. Deze verkenning geeft een niet-politieke schets van de staat van de stad, de voor Eindhoven en haar regio richtinggevende trends en van de onderwerpen die in de nieuwe bestuursperiode ertoe zullen gaan doen. Met de bezuinigingsdialoog en de strategische verkenning reiken we bouwstenen aan voor de verkiezingsprogramma’s. Samenwerking mede-overheden De samenwerking in het SRE-gebied is in transitie. Enerzijds door ontwikkelingen van buiten - oprichting Omgevingsdienst / ontvlechting Milieudienst en de voorgenomen afschaffing van de WGR+ - anderzijds nadrukkelijk door eigen wens voor een meer gefocuste samenwerkingsagenda. Een motie in de regioraad in december 2012 heeft deze transitie in een stroomversnelling gebracht. Recent heeft het dagelijks bestuur van het SRE een notitie gepresenteerd over de doorontwikkeling van de samenwerking naar een bestuurlijk platform met een smalle servicegerichte organisatie. Op het niveau van de 21 gemeenten gezamenlijk zal de focus komen te liggen op de thema’s economie en ruimtelijke ontwikkeling. Andere taken verdwijnen of worden op subregionaal niveau opgepakt. Deze transitie is tekstueel verwerkt in de concept-begroting 2014 die nu ter instemming bij de 21 gemeenten voorligt, maar nog niet financieel vertaald in afwachting van een concreet transformatieplan. Wij verwachten dat in de regio nog discussie zal ontstaan over de reikwijdte van de agenda van de 21, en het takenpakket en de inkrimping van de het ambtelijk apparaat SRE. We gaan binnenkort met de raad in gesprek over de doorontwikkeling van de samenwerking in SRE-verband. We zien een financieel risico met betrekking tot personele frictiekosten. De reguliere inwonerbijdrage aan het het SRE zal met deze transitie aanzienlijk kleiner worden. Deze vrijgespeelde middelen gaan we niet bezuinigingen, maar inzetten voor subregionale samenwerking volgens afspraak in het C4-convenant en het stedelijk gebied. We passen onze begroting op dit onderdeel op twee kleine punten aan vooruitlopend op de transitie. Allereerst omdat we de indexering en de afdracht voor hogere inwonersaantallen niet eerder hebben verwerkt n de begroting ongewijzigd beleid 2014-2017. Daarnaast vangen we de voorgenomen bezuiniging op het regionale aandeel van het MEC op. Het gaat hierbij om een lokale voorziening met een regionaal karakter, waarvan wij het in de rede vonden liggen dat er regionaal bijgedragen werd. 36
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Vervolgens is in het licht van de doorontwikkeling van het MEC besloten deze taakstelling in te vullen door een verlaging van de inwonerbijdrage SRE Milieu. Dit uitgangspunt is inmiddels achterhaald. Onder andere in het C4-convenant is afgesproken dat verlaging van de SRE-inwonerbijdrage ten goede komt aan subregionale samenwerking. Deze lijn wordt ook aangehouden bij de transformatie van het SRE, die de komende jaren moet gaan plaatsvinden. Deze bezuiniging is dus op de voorgenomen manier niet te realiseren.. Stroomlijnen gemeentelijke organisatie Onder de vlag van Route2014 vullen we onze nieuwe rol als gemeente concreet in. Onze omgeving verandert en de gemeente Eindhoven dus ook. Van een organisatie die bepaalt en regelt wat de stad nodig heeft, naar een partner die samen met inwoners, bedrijven en andere partijen werkt aan het Eindhoven van nu en van morgen. In de huidige complexe netwerksamenleving moet je het juist hebben van het zelfsturend vermogen en de betrokkenheid van burgers. Wij moeten meer vanuit de vraag van de burger werken en de regie uit handen durven geven, slechts een faciliterende rol spelen. De netwerkorganisatie stelt ook andere eisen aan de mensen van de gemeente. Medewerkers moeten over de grenzen van de eigen afdeling, sector en organisatie kijken. We ontwikkelen naar een organisatie met professionals die de juiste mensen bij elkaar brengt en oplossingen organiseert om publieke waarden te creëren en mensen verder te helpen. Een ambtenaar die ondernemender is en meer van buiten naar binnen redeneert. In 2014 zullen conclusies die met de raad getrokken zijn naar aanleiding van de casus Orgelplein en de resultaten van de aanstaande raadsverkenning, vertaald worden naar de organisatie. We werken - naast deze kwaliteitsslag - aan een flexibele organisatie, met minder mensen. De organisatie heeft een belangrijk deel van de 'plan- en besluitvormingsfase' doorlopen, waarbij over een groot aantal Organisatie- en Formatieplannen de voorgenomen besluiten zijn genomen. Voor deze plannen volgt nu het OR-adviestraject en de definitieve besluitvorming, waarna de implementatiefase start. Eind 2013 weten medewerkers of ze in een plaatsingsplan op een functie zijn geplaatst of gedwongen mobiliteitskandidaat zijn. Eind 2014 moet de bezuiniging op de organisatie begrotingtechnisch gerealiseerd zijn. Op 1 januari 2017 loopt de werkgarantie van het sociaal statuut af en is de structurele bezuiniging van 12 miljoen op personeel definitief gerealiseerd. Inzet is dat alle gedwongen mobiliteitskandidaten vóór deze tijd ‘van-werk-naar-werk’ begeleid zijn. We verwachten dat de tijdelijke bovenformationele bezetting in relatie tot de werkgarantie tot 1 januari 2017, in combinatie met de WW-verplichtingen (gemeenten zijn eigen risico-drager), gaan leiden tot frictiekosten. In de financiële hoofdlijn gaan we hier verder op in. Financiën helder en op orde De stresstest, die is uitgevoerd op de begroting, laat zien dat de gemeente kwetsbaar is. Onze organisatie moet wendbaarder worden om sneller te kunnen reageren. Onze inspanningen moeten gericht zijn op het zo min mogelijk vastzetten van onze organisatie. gemeente Eindhoven
37
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Enerzijds organisatorisch wendbaar om goed in te kunnen spelen op uitbreiding of juist inkrimping in ons takenpakket. Anderzijds financieel wendbaar door onze begroting op orde te hebben, ons vermogen minder langjarig vast te leggen en een grotere financiële buffer aan te houden. Eind 2012 is in commissieverband gesproken over sturen met normen. De normen waarmee we sturing kunnen geven op deze domeinen zijn begin 2013 in gesprekken met andere gemeenten verder uitgewerkt. Uit deze gesprekken werd duidelijk dat het sturen met normen een logische stap is in een drietrapsraket: b Stap 1: Welke uitgangspunten hanteer je om de begroting duurzaam gezond te maken? Met ons uitgangspunt ‘financiën helder en op orde’ geven we hier invulling aan. Zo hebben we bijvoorbeeld de incidentele dekking voor structurele lasten aangepakt. Op weg naar de begroting 2014 blijven we kritisch kijken naar mogelijkheden om te uitgangspunten aan te scherpen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan aanvullende spelregels op het gebied van de cashflow voor het grondbedrijf en de investeringen in maatschappelijk nut en/of de maximale inzet van reserves per periode. b Stap 2: Welke normen/indicatoren hanteer je om te volgen of de begroting duurzaam gezond blijft? Deze stap werken we in deze kadernota uit. b Stap 3: Welke meta-indicatoren moet je strategisch volgen om te zien aankomen dat je bij moet sturen? Bijvoorbeeld de indicatoren die deel uitmaken van de stresstest, zoals de ontwikkeling van de marktrente, economische groei, werkgelegenheid en huizenprijzen. Voor de stap ‘sturen met normen’ zijn 4 domeinen gedefinieerd: flexibiliteit, weerbaarheid, stabiliteit en wettelijke kaders:
38
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Aan de hand van de normen willen we (financiële) ontwikkelingen vroegtijdig signaleren en bijsturen. In de normen brengen we hiervoor een driedeling aan: b Harde normen: Dit zijn de normen waaraan we ons (wettelijk) moeten houden. Een (dreigende) overschrijding moet leiden tot bijsturing ; b Normen waar we beargumenteerd van af kunnen wijken: Deze normen zijn geen doel op zich zijn. Ze fungeren als streefwaarden en als leidraad bij integrale afwegingen: b Indicatoren: Hier hangen we geen norm aan. Ze dragen bij aan transparantie en vergelijkbaarheid met andere gemeenten. Samengevat komen we tot het volgende palet: 1) Voor de flexibiliteit van de begroting sturen we op de kapitaallastennorm (maximaal 10% van het begrotingstotaal). Daarnaast actualiseren we jaarlijks het inzicht in de beïnvloedbaarheid van de begroting. 2) Voor de stabiliteit sturen we op een structureel sluitende begroting, zowel in het eerste als het laatste jaar van het vierjarenbeeld. 3) Voor de weerbaarheid sturen we op een minimum weerstandsvermogen van 10% van de vrij besteedbare inkomsten (algemene uitkering + OZB) vermeerderd met het benodigd weerstandsvermogen voor het Grondbedrijf. Daarnaast volgen we de verhouding vaste activa/leningen en (via de VNG) de schuldpositie van alle gemeenten in het algemeen en van Eindhoven in het bijzonder. 4) Voor de wettelijke kaders sturen we op de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (respectievelijk 8,5% en 20% van het begrotingtotaal). De ontwikkelingen in deze normen (separaat maar vooral ook in samenhang met elkaar) volgen we in de begroting en de jaarrekening. Waar mogelijk, en van belang voor de afwegingen, wordt ook vooruit gekeken in de kadernota, de tussentijdse rapportage en raadsvoorstellen.
gemeente Eindhoven
39
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
4
Financiële hoofdlijn
4.1
Startpositie
Gemeentelijke overheden bevinden zich in een tijd van transitie, waarin de grenzen van bestaande werkwijzen bereikt zijn en het tijd is om nieuwe wegen te bewandelen voor het behalen van maatschappelijk resultaat. De grondslagen hiervoor hebben we vastgelegd in ons werkprogramma ‘Samen werkend aan morgen’. Aan de basis van dit werkprogramma ligt een ombuigingenpalet dat oploopt tot €76 miljoen. In 2014 stijgt de omvang van de bezuinigingen van €62,5 miljoen naar €70 miljoen. Vanaf 2015 moet de totale bezuiniging van €76 miljoen gerealiseerd worden. Nieuwe ontwikkelingen leggen, net als de voorgaande jaren, opnieuw een grote druk op onze begroting. Uitgangspunt blijft dan ook dat we rijkskortingen één op één doorgeven naar de beleidsvelden. Ook de bezuinigingen uit ons werkprogramma moeten we dus doorzetten. Maar er blijft ook ruimte voor intensiveringen: Recapitulatie werkprogramma X €1 miljoen ten opzichte van 2013
2014
2015
2016
2017
1,0
1,0
1,0
1,0
Innovatie
0,5
0,5
0,5
0,5
Mobiliteit
0,5
0,5
0,5
0,5
Veiligheid
0,5
0,5
0,5
0,5
Totaal
2,5
2,5
2,5
2,5
Intensiveringen Investeringen
Ombuigingen Arbeidsmarktbeleid (incl. reserve BUIG)
5,3
4,3
2,7
2,7
-1,4
-1,4
-1,4
-1,4
0,2
0,2
0,2
0,2
Citymarketing en evenementen
0,2
0,4
0,4
0,4
Cultuur
1,6
2,4
2,4
2,4
Duurzaamheid en milieu
-0,4
-0,3
-0,3
-0,3
Gebiedsontwikkeling/leefbare wijken
-1,1
-1,1
-1,1
-1,1
0,6
1,2
1,2
1,2
Sport
1,0
1,2
1,6
1,6
Stroomlijnen gemeentelijke organisatie
1,0
7,6
8,4
8,4
Veiligheid en handhaving
0,1
0,1
0,1
0,1
Armoede en schuldhulpverlening3 Bereikbaarheid
Ruimtelijk domein
Vernieuwing maatschappelijk vastgoed
3
-0,1
-3,0
-3,0
-3,0
Versterken jeugdbeleid
0,1
0,1
0,1
0,1
Wmo en welzijn
0,5
1,7
1,7
1,7
Totaal
7,6
13,4
13,0
13,0
Een negatief bedrag houdt in dat er op dit beleidsveld in 2013 een incidentele dekking was. Ten opzichte van 2013 laten we op deze gebieden dus een bezuiniging los.
40
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Het financiële startpunt van deze kadernota is het eindsaldo van de Programmabegroting 2013-2016. Hierin zijn bovenstaande intensiveringen en bezuinigingen en opgenomen. Het beeld was voor 2014 nog net positief, voor de jaren daarna nam het saldo licht af: X €1 miljoen Saldo Programmabegroting 2013-2016
2014
2015
2016
2017
0,5
0,1
-0,7
-0,7
In deze financiële hoofdlijn nemen we u mee langs de meest actuele inzichten op het gebied van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, het grondbedrijf, indexering en knelpunten. Het tekort zal hierdoor toenemen. Voor 2015 gaan we hiervoor een proces starten met de stad over nieuwe bezuinigingen. In deze kadernota presenteren wij u dus nog geen sluitend meerjarenbeeld. Wel zijn er voldoende mogelijkheden om in september van dit jaar een structureel sluitende begroting voor 2014 aan te bieden. Dit is wat de toezichthouder (de provincie) voorschrijft. Met een structureel sluitende begroting wordt bedoeld dat er in 2014 per saldo geen structurele lasten met incidentele middelen worden gedekt.
4.2
Actuele ontwikkelingen
Algemene uitkering Uit de Startnota van het kabinet Rutte II bleek eind vorig jaar al dat we opnieuw te maken krijgen met forse kortingen op het gemeentefonds. Daarnaast blijkt het Rijk in 2012 veel minder te hebben uitgegeven dan gepland. Dit heeft via het principe ‘trap op trap af’ ook een negatieve doorwerking naar het gemeentefonds. Voor 2013 worden door het Rijk vooralsnog geen maatregelen getroffen om het begrotingstekort terug te dringen. Wat de eindafrekening 2013 zal brengen is dus nog niet duidelijk. Inmiddels is een sociaal akkoord gesloten dat ook effecten zal hebben op de financiële positie van het Rijk. In de aanloop naar Prinsjesdag zal pas helder worden wat dit voor 2014 gaat betekenen, ook in relatie tot het voldoen aan de tekortnorm van 3%. Voor 2014 houden we rekening met nieuwe rijksbezuinigingen. Via het principe ‘trap op trap af’ is hierin nog een negatief effect te verwachten. Het is afhankelijk van de soort maatregelen die het Rijk neemt of en in welke mate dit effect optreedt. We nemen dit daarom ‘pm’ mee. X €1 miljoen Gemeentefonds
2014
2015
2016
2017
2,5
-4,2
-8,6
-13, 0
pm
pm
pm
pm
Vooruitzicht GF 2013 en 2014 (Nieuwe rijksbezuinigingen)
Grondbedrijf Er is nieuwe regelgeving toegevoegd aan net Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) met betrekking tot niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG). De NIEGG moet worden uitgesplitst. Een deel hiervan moet worden overgeheveld naar voorraad grond en hulpstoffen. gemeente Eindhoven
41
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Hierop mogen geen kosten worden toegerekend. Eerder deden we dit wel en werden de kosten op de balans geactiveerd en terugverdiend bij uitgifte. De terugverdienmogelijkheden zijn door de economische situatie beperkt. Het is daarom ook niet verstandig om deze kosten te activeren. De wijziging van de regelgeving leidt tot een nadeel in onze begroting van €1,6 miljoen structureel. X €1 miljoen Grondbedrijf (niet activeren kosten)
2014
2015
2016
2017
-1,6
-1,6
-1,6
-1,6
Indexering en overige aanpassingen van de begroting ‘ongewijzigd beleid’ In het werkprogramma ‘Samen werkend aan morgen’ hebben we een jaarlijkse uitgavenpost van (netto) €7 miljoen opgenomen om de gevolgen op te vangen van CAO-afspraken, overige stijgingen van loonkosten (zoals ABP-premies) en indexering van de budgetten voor goederen/diensten en subsidies met 2%. Met name over de hoogte van de pensioenpremies bestaat nog onduidelijkheid. Bij het opstellen van de begroting 2014 zullen we dus moeten bepalen hoe we deze uitgavenpost invullen. De index van 2% toetsen we elk jaar naar aan de cijfers van het Centraal Planbureau (CPB)4. Gemiddeld genomen geven deze cijfers nu geen aanleiding tot bijstelling van de index. Uit eerdere besluitvorming rondom het reserveringsdossier 2012 en de begroting 2013 komen kleine correcties voort die we niet binnen dit volume opvangen. Ook zijn er binnen de algemene uitkering twee beleidswijzigingen die één op één worden doorvertaald op het beleidsveld. Middelen voor scholen worden deels (met taak) overgeheveld naar schoolbesturen, voor een bedrag van €3,7 miljoen vanaf 2015. Ook de inkomsten (en daarmee de budgetten) voor politieke ambtsdragers worden verminderd met €0,3 miljoen vanaf 2015. Deze twee aanpassingen hebben per saldo geen effect op het financieel meerjarenbeeld: X €1 miljoen
2014
2015
2016
2017
7,0
7,0
7,0
7,0
Toepassen indexering
-7,0
-7,0
-7,0
-7,0
Correcties obv besluitvorming
-0,3
-0,3
-0,4
-0,4
Middelen onderwijshuisvesting
pm
pm
pm
pm
Middelen politieke ambtsdragers
pm
pm
pm
pm
Totaal indexering/ongewijzigd beleid
-0,3
-0,3
-0,4
-0,4
Uitgavenpost voor indexering en actualisering
De interne rente blijft ongewijzigd. Voor reserves en voorzieningen hanteren we 4%. Voor kapitaallasten gebruiken we de standaard omslagrente van 4,5%. Voor verliesgevende planexploitaties wordt met 1,5% gerekend.
4
Uitgangspunt is de ‘prijsmutatie van de overheidsconsumptie’, onderdeel ’netto materieel’.
42
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Nieuwe knelpunten Vanuit de jaarrekening over 2012 en de eerste tussentijdse informatie over 2013 zijn nieuwe knelpunten naar voren gekomen, die niet binnen het beleidsveld kunnen worden opgevangen. - Taskforce B5: De taskforce zet in op geïntegreerde aanpak van georganiseerde criminaliteit in de B5 gemeenten. Binnen de B5 gemeenten is besloten dat dit project ook na 2013 nog doorloopt. In onze begroting zijn daarvoor nog geen middelen geraamd zijn. De bijdrage van de gemeente Eindhoven bedraagt € 100.000,-. - SRE: In de bezuinigingen is rekening gehouden met € 100.000 als regionaal aandeel in onze Natuur- en Milieueducatie (NME)-voorziening. Het gaat hierbij om een lokale voorziening met een regionaal karakter, waarvan het College het in de rede vond liggen dat er regionaal bijgedragen werd. Vervolgens is in het licht van de doorontwikkeling van het MEC besloten deze taakstelling in te vullen door een verlaging van de inwonerbijdrage SRE Milieu. Dit uitgangspunt is inmiddels achterhaald. In het C4-convenant is afgesproken dat verlaging van de SRE-inwonerbijdrage ten goede komt aan subregionale samenwerking. Deze lijn wordt ook aangehouden bij de transformatie van het SRE, die de komende jaren moet gaan plaatsvinden. Deze bezuiniging is daarom op de voorgenomen manier niet te realiseren. - Onderhoud groen en openbare ruimte: Bij de behandeling van de Programmabegroting 2013-2016 is een amendement aangenomen dat opdraagt de aanvullende bezuiniging van € 402.000 op de programma’s groen (8.3) en openbare ruimte (8.2) vanaf 2013 niet te continueren. - Reserve kapitaallasten / huisvesting: in 2012 heeft de raad ingestemd met het voorstel ‘Ambtelijke huisvesting en Het Nieuwe Werken’. Hierin is besloten de reserve kapitaallasten als voorfinanciering in te zetten. Met de structurele voordelen compenseren we in de begroting de jaarlijkse onttrekking uit de reserve kapitaallasten voor met name de kapitaallasten van de Effenaar en het Parktheater. Deze gebouwen worden tot respectievelijk 2046 en 2051 afgeschreven. De reserve zou hiervoor niet toereikend zijn geweest. Na koppeling aan huisvesting is de reserve met ingang van 2017 leeg en vangen we de verschillen op in de exploitatie. X €1 miljoen
2014
2015
2016
2017
Veiligheid: Taskforce B5
-0,1
-0,1
-0,1
-0,1
SRE (via NME)
-0,1
-0,1
-0,1
-0,1
Onderhoud groen en openbare ruimte
-0,4
-0,4
-0,4
-0,4
0,0
0,0
0,0
-0,5
-0.6
-0.6
-0.6
-1,1
Reserve kapitaallasten / huisvesting Totaal knelpunten
Incidentele knelpunten Incidentele knelpunten zijn er op het gebied van frictiekosten bij bezuinigingen op eigen personeel, het grondbedrijf en de doorbelastingssystematiek bij projecten. Deze knelpunten relateren we aan de ruimte binnen het weerstandsvermogen die met name is ontstaan door het positieve rekeningresultaat over 2012. gemeente Eindhoven
43
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Frictiekosten eigen personeel Om invulling te geven aan de personele taakstelling, zoals deze gefaseerd in de meerjarenbegroting is opgenomen, heeft een concretisering plaatsgevonden in de vorm van organisatie- en formatieplannen (OFP’s). Bij de OFP’s is inzichtelijk gemaakt op welke wijze de afbouw van de personele formatie plaats gaat vinden. Ook wordt duidelijk wanneer er sprake is van bovenformationele bezetting en waar dit tot gedwongen mobiliteit zal gaan leiden. Dit laatste zal vanwege de werkgarantie tot 1 januari 2017, in combinatie met de WW verplichtingen (gemeenten zijn eigen risicodrager), gaan leiden tot frictiekosten. De omvang van de frictiekosten wordt o.a. bepaald door de feitelijke persoonsgegevens (incl. arbeidsverleden) van de gedwongen mobiliteitskandidaten. En door het moment waarop personeelsleden definitief naar ander werk kunnen worden begeleid. Met actieve sturing proberen we de frictiekosten te beperken. De bepaling van de omvang van de frictiekosten eigen personeel is met vele onzekerheden omgeven. Duidelijk is echter wel dat er momenteel geen financiële middelen in de reguliere begroting aanwezig zijn om frictiekosten te kunnen bekostigen. De eerste berekeningen gaan, op basis van de eerste OFP’s, uit van een benodigd bedrag van circa € 30 miljoen in de jaren 2013 tot en met 2017. Dit is zonder bijsturing. Gecorrigeerd met de waarschijnlijkheidsfactor van herplaatsing houden voor nu rekening met een maximum van €15 miljoen. Grondbedrijf In de jaarrekening 2012 presenteert het grondbedrijf een klein positief saldo van €0,8 miljoen. Dit is het resultaat van afgesloten planexploitaties (+€14,7 miljoen), mutatie voorziening en afwaardering voorraad ( -€8,8 miljoen) en het overig beheerresultaat (-€5,1 miljoen). Dit overig beheerresultaat bestaat uit rente op strategische verwervingen, niet-projectgebonden apparaatskosten en overige resultaten. Uit het MPG blijkt dat in de jaren 2013 t/m 2016 met de huidige inzichten een tekort op de reserve bouwgrondexploitaties verwacht kan worden als gevolg van het overig beheerresultaat. De benodigde aanvulling vanuit de algemene middelen tot en met 2014 wordt volgens de laatste gegevens ingeschat op €9,7 miljoen. Ook staan de toekomstige resultaten van het grondbedrijf als gevolg van de marktrisico’s onverminderd onder druk. Teneinde goede initiatieven in de stad te stimuleren kan het ook nodig zijn om extra af te boeken op ons bezit. Hiervoor houden we voorlopig €4,3 miljoen aan. Dekkingstekort ten gevolge van doorbelastingssystematiek projecten In de begroting wordt een deel van onze kosten doorbelast naar projecten. Met andere woorden: deze kosten (directe uren, inhuur en gemeentebrede overhead) moeten betaald worden uit de projectbudgetten. Het aantal doorbelaste productieve directe uren is echter te laag om alle kosten te dekken. Gecombineerd met een lager begroot uurtarief dan feitelijk betaald wordt (en het uitputten van de egalisatiereserve) is in 2012 een tekort ontstaan. Bij een volledige doorbelasting van de werkelijke kosten gaat een aantal projecten verlies maken, dat niet op een andere manier kan worden opgevangen. Bijsturing vraagt dus maatwerk. Dit is vergelijkbaar met het gedifferentieerd doorbelasten van rente, verliesgevende projecten krijgen 1,5% doorbelast, andere 4,5%. In 2013 en 2014 voeren we de bijsturing op. 44
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Richting de begroting reserveren we €5 miljoen voor deze jaren. De resultaten moeten uitwijzen of we daarna nog verdergaande maatregelen moeten treffen. Weerstandsvermogen Na toevoeging van het rekeningresultaat 2012 bedraagt ons eigen vermogen op 1 januari 2013 €112 miljoen. Dit eigen vermogen, ofwel het weerstandsvermogen van de gemeente Eindhoven, dient als buffer voor risico’s. De norm voor het benodigd weerstandsvermogen maakt deel uit van het palet ‘sturen met normen’. Voor 2013 komt de norm uit op €78 miljoen, waarvan €27 miljoen voor algemene risico’s en €51 miljoen risico’s uit het grondbedrijf. X €1 miljoen
1-1-12
1-1-13
Weerstandsvermogen
87
112
Benodigd weerstandsvermogen
85
78
2
34
Ruimte
Op basis van de norm is er ruimte binnen het eigen vermogen van €34 miljoen. We kunnen deze ruimte echter niet inzetten op nieuwe wensen. We reserveren deze ruimte voor de nieuwe knelpunten. We houden daarbij dus vooralsnog de volgende verdeling aan: frictiekosten eigen personeel €15 miljoen, grondbedrijf €14 miljoen en doorbelastingssystematiek projecten €5 miljoen.
4.3
Recapitulatie financieel meerjarenbeeld
Samengevat leiden bovenstaande ontwikkelingen tot het volgende totaalbeeld: X €1 miljoen
2014
2015
2016
2017
Saldo Programmabegroting 2013-2016
0,5
0,1
-0,7
-0,7
Gemeentefonds (GF)
2,5
-4,2
-8,6
-13,0
rijksbezuinigingen)
pm
pm
pm
pm
Grondbedrijf (niet activeren kosten)
-1,6
-1,6
-1,6
-1,6
Totaal indexering en ongewijzigd beleid
-0,3
-0,3
-0,4
-0,4
Totaal knelpunten
-0,6
-0,6
-0,6
-1,1
0,5
-6,6
-11,9
-16,8
Vooruitzicht GF 2013 en 2014 (Nieuwe
Saldo Kadernota 2014-2017
Voor 2014 hebben we nog een kleine behoedzaamheidsmarge van €0,5 miljoen voor de effecten van de nieuwe rijksbezuinigingen en andere onzekerheden, zoals de hoogte van de pensioenpremies. Dit is mogelijk niet genoeg. De meicirculaire gemeentefonds zal hiervoor een eerste indicator zijn. Voor de jaren daarna is het financieel beeld nog niet sluitend. We zetten nu ook de eerste stappen om de opgave binnen het sociale domein op te vangen. Een taakstelling van € 85 miljoen in de jaren 2015-2017 moeten we nog verder concretiseren. Ook deze opgave is dus nog groot. Daarom bouwen we hiervoor als achtervang een reserve op van € 25 miljoen.
gemeente Eindhoven
45
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Bijsturing is ook nodig om de extra eenmalige middelen voor frictiekosten eigen personeel, het grondbedrijf en de doorbelastingssystematiek projecten te beperken. De ruimte binnen ons weerstandsvermogen relateren we aan deze knelpunten voor respectievelijk €15, €14 en €5 miljoen. Dit financieel meerjarenbeeld maakt dus duidelijk voor welke (financiële) opgave de stad staat. Zoals gezegd gaan we als voorbereiding op de verkiezingen de discussie aan met de stad over mogelijke scenario’s voor nieuwe bezuinigingen. De uitkomsten zijn input bij het maken van de verkiezingsprogramma's. Alleen zo komen in de verkiezingscampagne de juiste keuzes aan bod. We willen dit proces voor de zomer van 2013 starten en in september bij de begroting opleveren. Wetend dat we ook in 2014 financieel scherp aan de wind moeten varen en dat we binnen bestaande subsidies inhoudelijke vernieuwing en flexibiliteit willen vraagt dit om tijdig (voor)aankondigen aan gesubsidieerde instellingen. Dit om frictiekosten die samenhangen met afbouw van subsidies te beperken. Voor de behandeling van de kadernota informeren we de raad over de verdere invulling hiervan.
4.4
MIP (Meerjaren Investerings Planning)
In tegenstelling tot enkele jaren geleden (waarin kasmiddelen voldoende voorhanden waren), moeten we voor investeringen nu bijlenen. Ophoging van de bijbehorende rentebudgetten was daarbij nog geen automatisme. In de vorige kadernota hebben we het rentebudget daarom opgehoogd met €3 miljoen in 2013 en €4 miljoen vanaf 2014. Richting de begroting werken we aan aanvullende spelregels om de schuldpositie en het financieringsresultaat te kunnen blijven beheersen. Ook willen we kijken naar spelregels hoe reguliere investeringen (zoals riolen) eenvoudiger in het afwegingsproces worden meegenomen. In 2012 zijn veel investeringen vertraagd. Een deel hiervan schuift door naar 2013 en verder. Dit houdt in dat ook investeringen in 2013 en 2014 doorschuiven naar latere jaren. Hierdoor zal in het begin een tijdelijk voordeel ontstaan op de rente. Ook vrijval van een oude belegging uit 2004 zal in 2014 een incidenteel voordeel geven. Dit moet in latere jaren worden ingezet om alle voorgenomen investeringen in het MIP 2013 te kunnen realiseren. Wanneer deze zijn uitgevoerd, kan het rentebudget uiteindelijk niet toereikend zijn. Voor nu gaan we daar niet van uit. Het MIP vormt onderdeel van de reguliere cyclus van begroting en verantwoording. Het jaar 2013 is vanwege de quick scan MKBA die op de gehele projectenportefeuille heeft plaatsgevonden een bijzonder jaar omdat het MIP 2013 in drie tranches is aangeboden. Het MIP 2014 zal gelijktijdig met de begroting 2014 worden aangeboden en vormt een onderdeel van de begroting 2014. Procesmatig is er voor gekozen om investeringen die in 2013 gepland staan om in uitvoering te komen maar om redenen vertraagd zijn, te heroverwegen qua prioritering. Bij het MIP 2014-2017 worden vertraagde investeringen daarom opnieuw beoordeeld en een andere afweging is door voortschrijdend inzicht mogelijk. 46
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Vertragingen zijn pas in beeld als het jaar 2013 verder is gevorderd. Het is dan ook pas later mogelijk om de heroverwegingen in het proces MIP mee te nemen. Het proces van het MIP 2014 start nu door de bestedingsruimte vanuit de reserve Financieringsfonds MIP aan te geven. Deze bestedingsruimte geeft de ruimte aan voor dekking van nieuwe investeringen. De reserve Financieringsfonds MIP laat eind 2014 een begrote stand zien van € 6 miljoen. Dit is inclusief het resultaat op projecten over 2012 maar nog exclusief de (stapsgewijze) koppeling aan de parkeerinkomsten. De reserve groeit in 2015 en 2016 met € 5,5 miljoen tot € 17 miljoen. Op de stortingen is reeds €1 miljoen aanbestedingsvoordeel in mindering gebracht. Na 2014 zijn de claims op de reserve nog lager dan de stortingen. De claims na 2014 bestaan uit de HOV2 (€ 3 miljoen), bijdrage in MPG(€ 0,8 miljoen) en budget voorbereidingskosten (€ 0,5 miljoen). Inzet van de ruimte betekent wel dat reserves worden aangesproken; vanuit financieringsoptiek zal er daarom bijgeleend moeten worden. De reserves zijn immers niet liquide. Er moet dan rekening worden gehouden met hogere rentelasten (€ 6 miljoen bijlenen leidt tot ongeveer €0,25 miljoen hogere rentelasten per jaar). Er is dus wel dekkingsruimte, maar er is ook financieringsruimte nodig. Met de inzet van de ruimte moeten we prudent omgaan omdat we naast de bestaande prioriteiten (onderwijs, HOV en integrale wijkvernieuwing) ook nieuwe prioriteiten zien: groen, regionale bereikbaarheid (Eindhoven Noord-West en Eindhoven Noord-Oost) en de gebiedsontwikkeling Strijp S (VOLT). Reserve Financieringsfonds MIP
2014
2015
2016
Stand begin jaar
7,4
6,0
11,5
Stortingen
6,7
9,8
9,8
Onttrekkingen
-8,1
-4,3
-4,3
Stand einde jaar
6,0
11,5
17,0
4.5
Sturen met normen
In hoofdstuk 3 gaven wij al de bestuurlijke context en de essentie aan van het sturen met normen. In dit hoofdstuk lichten we onze keuzes nader toe. Domein flexibiliteit Door de flexibiliteit van de begroting te vergroten kunnen we sneller inspelen op de actualiteit. Uit analyses blijkt dat een gemeentelijke begroting maar voor een beperkt deel beïnvloedbaar is. De gemeente voert een breed scala aan wettelijke taken uit, zoals bijstandsuitkeringen, onderwijshuisvesting, maatschappelijke ondersteuning en veiligheid. Daarnaast zijn er de nodige voorzieningen om de stad leefbaar en aantrekkelijk te houden. Dit varieert van sport- en cultuurvoorzieningen tot openbare verlichting en onderhoud van het groen. Ook moet er personeel zijn om deze taken uit te voeren en te ondersteunen. Het eigen belastinggebied is beperkt. We willen de beïnvloedbare ruimte niet onnodig beperken. Met inzicht in de beïnvloedbaarheid van de begroting wordt duidelijk welke keuzes we, in geval van onverwachte ontwikkelingen, nog kunnen maken. Dit inzicht bestaat op hoofdlijnen. gemeente Eindhoven
47
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Verdere vertaling naar een norm voor wat te beïnvloeden is binnen 1 jaar, 3 jaar en 10 jaar blijkt onvoldoende objectief en niet eenduidig. Wel gaan we jaarlijks de belangrijkste inzichten in de beïnvloedbaarheid van de begroting actualiseren. Daarnaast zullen we het inzicht voor aanvang van elke nieuwe bestuursperiode in zijn totaliteit herijken om steeds opnieuw integrale afwegingen mogelijk te kunnen maken. De rentedruk (de te betalen rente als percentage van de totale uitgaven) is één van de factoren die de beïnvloedbaarheid van de begroting op een concreet onderdeel weergeeft. Rentekosten vloeien voort uit leningen voor investeringen. Investeringen leiden eerst tot uitgaven, terwijl de (economische) voordelen voor de stad zich vaak pas later voordoen. Deze periode moet voorgefinancierd worden met eigen of vreemd vermogen. De rentedruk weerspiegelt alleen het aandeel van het vreemd vermogen. De kapitaallastennorm slaat terug op alle geactiveerde investeringen en heeft een tweeledige signaalfunctie. Voor het beoordelen van de gezondheid van een gemeente is het enerzijds belangrijk om te laten zien dat de ruimte voor kapitaallasten in tact wordt gelaten en dat de vrijval van kapitaallasten niet wordt benut voor lopende (andere) uitgaven. Daar staat tegenover dat te veel investeren leidt tot verdere afname van het al beperkte deel van de begroting dat beïnvloedbaar is. In de begroting 2013 is voor een bedrag van €76,8 miljoen geraamd aan kapitaallasten (exclusief grondbedrijf). Op de totale begroting van €764 miljoen is dat 10%. Dit aandeel, dat gaat dalen als gevolg van de decentralisaties, is voor nu onze leidraad. De norm kan te zijner tijd worden doorgetrokken naar o.a. personeel (verhouding vast/inhuur) en/of subsidies (verhouding vast/variabel). We zien af van het verhogen van de post onvoorzien omdat dit een stap terug is in het proces ‘financiën helder en op orde’ ten aanzien van het realistischer ramen. Dit geldt ook voor het formeel instellen van meer gesloten financiële systemen (zoals nu bij de sportgebieden). In de praktijk vangen we tegenvallers al zo veel mogelijk op binnen het beleidsveld. Meevallers, zoals bijvoorbeeld op de BUIG-middelen, zijn nodig om de algemene kortingen op het gemeentefonds (die niet direct gerelateerd zijn aan een beleidsveld) op te kunnen vangen. Deze afweging moeten we jaarlijks integraal kunnen maken voordat de meevallers alternatief zijn ingezet op minder urgente onderwerpen. Domein stabiliteit Ten aanzien van de jaarlijkse baten en lasten, financiële projecties, cashmanagement/financiering en de beheersing van risico’s willen we grote schommelingen voorkomen. Een conservatieve manier van ramen (negatieve zaken aanpakken en positieve zaken afwachten) en een stabiele rekenrente dragen daar aan bij. Voor alle gemeenten is bepaald dat de begroting structureel in evenwicht moet zijn. Dat wil zeggen dat alle structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De provincie hanteert als toezichthouder het uitgangspunt dat bij voorkeur het eerste jaar structureel sluitend moet zijn. Als het eerste jaar structureel sluitend is, dan hoeven de overige jaren niet structureel sluitend te zijn, maar bij voorkeur wel.
48
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Als het eerste jaar niet structureel sluitend is, dan moet uiterlijk in het laatste jaar (maar bij voorkeur zo snel mogelijk) een structureel sluitende begroting bereikt zijn. Dit is dus de minimale eis waaraan we moeten voldoen. In Eindhoven is het al lang goed gebruik om ook het laatste jaar van de meerjarenbegroting structureel sluitend te maken. Van deze eigen aanvullende norm kan beargumenteerd worden afgeweken. Dit doen we voor 2014, met het oog op de komende verkiezingen en de tekorten die in de jaren daarna ontstaan. Uitgangspunt voor deze kadernota is dan ook dat het jaar 2014 structureel sluitend is volgens de definitie van de provincie. De provincie controleert dit door het saldo van de meerjarenbegroting te corrigeren met de incidentele baten en lasten. Ter illustratie hieronder de uitkomst van Programmabegroting 2013-2016. De begroting is in 2013 sluitend, maar wel met de inzet van per saldo €4,1 miljoen aan incidentele middelen. In 2016 is de begroting volgens de definitie van de provincie structureel sluitend: X €1 miljoen Saldo Programmabegroting 2013-2016 Waarvan saldo incidentele baten en lasten
2013
2014
2015
2016
0,0
0,5
0,1
-0,7
-4,1
-0,6
-0,2
1,4
-4,1
-0,1
-0,1
0,7
(bijlage 2 bij begroting) Saldo structurele baten en lasten
Inzicht in de begrotingsuitputting is een belangrijke factor als het gaat om zicht op wat er gebeurt. De begrotingsuitputting geeft aan in hoeverre de verwachte uitgaven en inkomsten ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Hoe beter het inzicht is, hoe sneller je kunt bijsturen. De signalerende functie, gericht op bijsturing van afwijkingen, leent zich echter niet voor een harde norm. Begrotingsuitputting is geen doel op zich. Wel blijven we deze informatie gewoon volgen in de tussentijdse rapportage en de jaarrekening door middel van het (verwacht) rekeningresultaat. Domein weerbaarheid Onze financiële weerbaarheid wordt in grote mate bepaald door onze buffer waarmee we onverwachte tegenvallers kunnen opvangen. In 2012 hebben we gekozen voor een stabiele maar met de ontwikkelingen meebewegende norm voor het weerstandsvermogen. De norm is bepaald op 10% van de vrij besteedbare inkomsten (algemene uitkering + OZB) vermeerderd met het benodigd weerstandsvermogen voor het Grondbedrijf vanuit het MPG. Deze norm, waaraan we voldoen, zetten we voort. Jaarlijks leggen we daarbij uiteraard nog steeds de link naar de onderliggende risico’s. Wanneer het weerstandsvermogen daalt tot onder de norm, dan moet een plan worden voorgelegd waaruit blijkt in welk tijdsbestek we het weerstandsvermogen aanvullen. Een mogelijkheid daartoe zijn de bestemmingsreserves. Deze lichten we jaarlijks door, waarbij we nadrukkelijker gaan kijken naar de aard van de reserve. Reserves voor bijvoorbeeld investeringen, onderhoud of kostenegalisatie hebben daarbij de voorkeur boven overige reserves. Ook kan uit de doorlichting volgen dat we belangrijke bestemmingsreserves moeten aanvullen (bijvoorbeeld vanwege prijsontwikkelingen).
gemeente Eindhoven
49
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
Naast het weerstandsvermogen willen we meer onderdelen van de balans volgen. Een gangbaar bedrijfseconomisch uitgangspunt is bijvoorbeeld dat voor een gezonde financiële huishouding de vaste activa gefinancierd moeten zijn met eigen vermogen en lang vreemd vermogen. Omdat dit idee ook zit achter de kasgeldlimiet (zie domein wettelijke kader hierna), maken we hier geen aanvullende norm van. Wel stelt het ons in staat om de ontwikkelingen in de activa en de leningen bij te houden. Het is voor gemeenten belangrijk om te blijven investeren in de (lokale) economie. De kost gaat hierbij vaak voor de baat uit. Een stijging van de leningenportefeuille is daarbij op zich geen negatief signaal. Ook twijfelen meerdere gemeenten aan de bruikbaarheid van de solvabiliteit (de verhouding tussen eigen vermogen en het balanstotaal) als norm. De solvabiliteit houdt bijvoorbeeld geen rekening met stille reserves, ofwel het verschil tussen de boekwaarde en de marktwaarde van ons bezit. Ook leidt een laag eigen vermogen in combinatie met een lage schuldenpositie tot een goede solvabiliteit, terwijl er in feite weinig buffer is. Als alternatief verzamelt de VNG de gegevens over de schuldpositie (verhouding schuld lang en kort tot de totale inkomsten) van alle gemeenten via het CBS en publiceert deze jaarlijks. Uit het overzicht blijken grote verschillen tussen gemeenten onderling, waardoor de schuldpositie als norm minder geschikt is. De schuldpositie kan wel goed worden gebruikt als indicator voor de rentegevoeligheid van de begroting bij renteschommelingen. Daarom blijven we deze gegevens, zoals deze gepresenteerd worden door de VNG, volgen. De meest recente publicatie van de VNG betreft 2010. Over 2010 bedraagt het gemiddelde van alle gemeenten 73%. Eindhoven zit onder het gemiddelde en dit blijft ons streven. Ook na uitvoering van alle voorgenomen investeringen in het MIP zullen we naar verwachting niet boven het landelijk gemiddelde uitkomen. Domein wettelijke kaders Het Rijk heeft in de wet Financiering decentrale overheden (Fido) voor alle gemeenten normen bepaald voor een effectieve sturing op het renterisico. De kasgeldlimiet begrenst de omvang van de kortlopende leningen op 8,5% van het begrotingstotaal. Zo wordt voorkomen dat gemeenten veel kort lenen. De kasgeldlimiet mag daarbij drie achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. De renterisiconorm stelt dat van de totale leningenportefeuille jaarlijks een bedrag gelijk aan 20% van het begrotingstotaal geherfinancierd mag worden. Zo wordt het risico van rentestijgingen gespreid over de jaren. In 2012 voldoen we aan deze normen. Momenteel geeft het Rijk ook gestalte aan de wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF). Deze wet bepaalt dat het Rijk en decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning moeten leveren om het EMU-saldo (kort gezegd het begrotingstekort) van Nederland te beheersen. Er worden varianten ontwikkeld om de norm voor het maximale EMU-tekort van de decentrale overheden vast te stellen. Onder meer door in 2012 de investeringen te onderwerpen aan een MKBA blijven we in 2012 binnen de door het Rijk afgegeven indicatie van €35 miljoen.
50
gemeente Eindhoven
April 2013
Kadernota 2014-2017 - Over Morgen
4.6
Vervolgproces Kadernota 2014-2017
Wij sluiten deze kadernota af met het proces dat voor de behandeling is vastgesteld: 18/4
Presentatie aan raad Technische vragenronde
30/5
Inspraakavond stad
4/6
Commissie Algemene Zaken
11/6
Themacommissies
21/6
Reactie college
25/6
Raadsvergadering
gemeente Eindhoven
51
Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Bezoekadres Stadskantoor Stadhuisplein 10 5611 EM Eindhoven Telefoon: 14 040 E-mail:
[email protected] Internet: www.eindhoven.nl
gemeente Eindhoven Stadhuisplein 10 Postbus 90150 5600 RB Eindhoven Telefoon: 14040 www.eindhoven.nl
[email protected]