JAN–MRT 2013: GO EDKEU RING EU - BEGRO T ING?
ON D E RWE G N AAR E RAS M US +
A PR – J U N 2013: INV OE R I NG E R A SMU S C H A RTE R HIG H E R E DU C ATI ON
J U L – SE P T 2013: GI DS V OOR A A NV R A GE R S WOR DT OP GE STE L D
O KT– D EC 2 0 1 3 : P U B L I CAT I E CAL L E RAS M US + ?
1 JANUARI 2014: E RAS M US + VAN S TART
40 I N F O R M AT I E O V E R E U R O P E S E P R O G R A M M A’ S V O O R H E T H O G E R O N D E R W I J S
in dit nummer:
stappenplan grading table
6
Erasmus for All wordt Erasmus+
JAARGANG 8, JULI 2013
Onderwijs wordt vergelijkbaar Opleidingsprogramma’s beter vergelijkbaar maken door ze in termen van leeruitkomsten te beschrijven. Dat was het doel waarmee in 2000 het Tuning-project startte. Nu, bijna veertien jaar later, vindt het goede voorbeeld overal ter wereld navolging.
3
4&5
Erasmus succes story
agenda
7
8
Erasmus Mundus
Supporting reform: Erasmus: steeds toenemende mobiliteitscijfers. the role of Erasmus
Aantallen deelnemers aan erasmus studie, stage, onderwijsopdrachten en staftraining 2008-2014
in higher education Education and Training
08 08 0808 08 08 09 09 0909 09 09
4.902 2.103 699 121 Realisatie
11 11 1111 11 11 12 12 12 1212 12
6.449 2.861 706 252 Realisatie
09 09 0909 09 09 10 10 1010 10 10
10 10 1010 10 10 11 11 1111 11 11
5.358 2.320 688 114 Realisatie
5.946 2.644 756 207 Realisatie
12 12 1212 12 12 * 13 13 * 13 1313 13* *
7.178 3.338 906 373 Voorlopige cijfers
13 13 1313 13 13 14* 14* 14 1414 14
7.530 3.463 971 489 Toekenning* *Zie ook pagina 2
■ Studie ■ Stage ■ Onderwijsopdrachten ■ Staftraining
2
Toekenningscijfers Erasmus Call 2013
erasmus
In het kader van het Leven Lang Leren Programma hebben de hogeronderwijsinstellingen de Erasmusaanvragen voor 2013/14 ingediend (zie Europa Expresse 39, pag. 6). Inmiddels zijn de gelden verdeeld en zijn de instellingen voorbereid op de laatste ronde in het Leven Lang Leren Programma. De groei die zichtbaar was bij de aanvraag komt ook terug in de voorlopige toekenning. Bij de onderwijsopdrachten stijgt de toekenning met 7,2% ten opzichte van het jaar ervoor, en bij de staftrainingen zien we een groei van maar liefst 31,1%.
initieel beschikbaar is voor de aanvraagronde 2013/14 bedraagt € 14.458.000. Dit bedrag is inclusief de middelen voor de organisatie van mobiliteit en de reservering voor deelnemers met een functiebeperking. De voorlopige toekenning ziet er als volgt uit:
Reguliere mobiliteit Het Nationaal Agentschap Leven Lang Leren heeft binnen het Erasmusprogramma in totaal van 55 instellingen aanvragen ontvangen voor subsidie voor studentenmobiliteit (studie en stage), onderwijsopdrachten en/of staftraining. Daarnaast werd één aanvraag via een consortium ontvangen.
Intensive Programmes Dit jaar zijn er 45 aanvragen ingediend voor de zogenoemde Intensive Programmes – intensieve onderwijsprojecten van 2 tot 6 weken. Er werden 3 project aanvragen afgewezen. Van de 42 toegekende aanvragen zijn 17 nieuw en 25 een renewal. Voor deze aanvragen is in totaal € 1,7 miljoen gereserveerd, wat neerkomt op gemiddeld ruim € 40.000 per project. Er nemen per project gemiddeld 45 studenten en 14 docenten deel.
De totale subsidie die voor studentenmobiliteit (studie en stage), onderwijsopdrachten en staftraining
Erasmus Intensive Language Courses 11 hogeronderwijsinstellingen dienden een aanvraag in voor een Erasmus Intensive Language Course. Dit zijn korte intensieve taalcursussen voor de ‘kleine talen’, die georganiseerd worden in de landen
waar deze talen worden gesproken. Alle aanvragen zijn gehonoreerd. In totaal zullen 327 buitenlandse studenten aan deze intensive taalcursussen deelnemen. Het beschikbare budget van € 138.000 wordt hiermee geheel opgemaakt.
In totaal zullen 327 buitenlandse studenten aan deze intensieve taalcursussen deelnemen.
De budgetten
Onderwijsopdrachten – STA € 687.975
Studie – SMS € 8.157.600
Stage – SMP € 3.936.900
Staftraining – STT € 381.375
IP’s € 1.500.000
EILC’s € 138.000
3
FOTO: Mehmet Ozcan/iStockphoto
erasmus for all
Erasmus for All wordt Erasmus+ Eerste call for proposals dit najaar verwacht
Vlak voor het ter perse gaan van deze Europa Expresse wordt de nieuwe naam van de opvolger van het Leven Lang Leren Programma bekend: Erasmus+. Over het budget zijn de onderhandelingen op hoog politiek niveau nog gaande. Tegelijkertijd werken de ambtenaren in Brussel alvast ijverig door aan de uitwerking. De ideeën en concepten zijn tijdens een grote meeting van 13 tot 15 mei in Brussel – in de wandelgangen ‘de Jumbo-meeting’ genoemd – uitvoerig besproken door naar schatting driehonderd vertegenwoordigers van Nationale Agentschappen. Uitvoering na 2014 In de Jumbo-meeting is onder andere gesproken over de uitvoeringsstructuren na 2014. Ook na 2014 zal het programma op Nationaal niveau worden uitgevoerd door een netwerk van Nationale Agentschappen. De rol van de Nationale Agentschappen zal niet wezenlijk veranderen. Wel liggen er wensen en mogelijkheden voor het sterker informeren en adviseren van instellingen en het (mede) uitdragen van de Budget projectresultaten. Het totale budget is eveneens nog onzeker. De De EC hecht veel waarde aan inbedding van budgetverhoging die de EC oorspronkelijk acties in de Europese en nationale beleidspriorivoorstelde is in de onderhandelingen afgezwakt, teiten. Daar zullen de Agentschappen in samenmaar nog steeds substantieel: er wordt gesproken spraak met de ministeries extra alert op moeten over een verhoging van 47%. De precieze zijn. Een sterk netwerk van Agentschappen is ook uitkomst is uiteraard afhankelijk van het meerjarig na 2014 noodzakelijk om de impact van het financieel kader van de gehele EU-begroting. programma op Europees niveau te optimaliseren. In juni wordt de besluitvorming in de trialoog tussen de Europese Commissie, de Raad van Ministers en het Europees Parlement afgerond, is de verwachting op het moment van schrijven. De doelstellingen en structuur van het programma staan niet meer ter discussie. Maar het is bijvoorbeeld nog niet duidelijk of de nu bekende sectornamen zoals Leonardo da Vinci en Comenius ook in Erasmus+ behouden blijven.
Drie pijlers De architectuur van het programma staat vast. De drie pijlers van het programma zijn: • leermobiliteit voor individuen; • samenwerking voor innovatie en goede praktijken; • steun voor beleidshervorming. Elke pijler kent straks acties op Europees (centraal) en nationaal niveau. Voor de verschillende deelnemende sectoren worden de acties verder gespecificeerd. Naast de bekende onderwijssectoren zijn ook de Jeugd en Sportsector in het programma geïntegreerd. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Europese acties ligt bij het Uitvoerend Agentschap in Brussel.
mogelijk te verwerken in volgende versies. Wanneer 33 landen meepraten over documenten is dat best een lastige klus, want ook de manoeuvreerruimte is vaak beperkt. Hoe dat proces achter de schermen een vervolg krijgt, laten we maar aan de verbeelding over. Het beeld in de vergadering is dat die operationele uitwerking op een gestructureerde en intelligente manier ter hand wordt genomen. Uniform waar het kan, maar waar nodig met onderscheid naar de verschillende sectoren.
Uniforme formulieren Het streven naar uniformering komt ook goed tot uitdrukking in de formulieren die nu worden ontwikkeld. De structuur van bijvoorbeeld een aanvraagformulier binnen de actielijn ‘leermobiliteit voor individuen’ is in principe voor alle sectoren gelijk. Dat lijkt een detail maar het is een ‘Gids voor aanvragers’ en fiches grote stap vooruit ten opzichte van het huidige In verschillende bijeenkomsten werden concepten programma. Het dwingt de EC om heel kritisch te van de Gids voor aanvragers en de verschillende kijken naar welke informatie voor alle aanvragen factsheets (fiches) besproken. De fiches geven op van belang is. Daarnaast legt het de behoefte om detailniveau weer welke actielijnen er zijn en wat allerlei sectorspecifieke details te vragen juist aan de actielijnen precies inhouden: wat is het doel, banden. Bovendien is het streven om in het kader welke activiteiten vallen er onder, wie mag er van de projectcyclus alleen nog maar met elektroaanvragen en waar worden voorstellen op nische formulieren te werken. Zo wordt ook de beoordeeld? De EC is al ver gevorderd met deze administratielast voor de gesubsidieerden operationele documenten. Dat moet ook wel verlicht. want als in het najaar de eerste call voor het nieuwe programma wordt gepubliceerd, moet Structurele verbetering Europese alles beschikbaar zijn. Documenten worden in de kennisinfrastructuur vergadering ter consultatie aan de werkgroepen Uiteindelijk gaat het natuurlijk allemaal om het voorgelegd. De inbreng van de deelnemers realiseren van goede initiatieven en projecten die tijdens de vergadering wordt door de EC altijd structureel bijdragen aan de kwaliteit van de Eurohartelijk ontvangen en de intentie is deze zo goed pese kennisinfrastructuur. Kwaliteit boven kwantiteit. Dat blijkt ook uit de documenten. Mobiliteit bij instellingen moet meer zijn dan een aaneenschakeling van individuele mobiliteiten of projecten. De subsidieverzoeken moeten ingebed zijn in internationaliseringsbeleid en bij voorkeur samenhang vertonen. De impact moet structureel zijn en bijdragen aan versterking en vernieuwing. Daar zal in de beoordeling van projecten veel nadruk op worden gelegd.
Samenwerking voor innovatie en goede praktijken.
4
tuning
Opleidingsprogramma’s beter vergelijkbaar maken door ze in termen van leeruitkomsten te beschrijven. Dat was het doel waarmee in 2000 het Tuning-project startte. De achterliggende doelen: zorgen dat studenten mobieler worden en dat opleidingen beter aansluiten op de arbeidsmarkt. Nu, bijna veertien jaar later, zijn er een International Tuning Academy en een Tuning Journal en vindt het goede voorbeeld over de hele wereld navolging.
door Ralph Aarnout Redacteur Nuffic
Een wereldtaal voor het hoger onderwijs Tuning maakt onderwijs internationaal vergelijkbaar
De invoering van de bachelormasterstructuur en het ECTS waren geen halve maatregelen, waarmee de Europese lidstaten de hervorming van hun hoger onderwijs inzetten. Door opleidingen in heel Europa op dezelfde manier te structureren en door studieprestaties overal met dezelfde studiepunten te belonen, zou een Europese hogeronderwijsruimte ontstaan. En zou Europa op cultureel, wetenschappelijk en technisch vlak gaan floreren.
het Bolognaproces, een initiatief van de Raad van Onderwijsministers in Europa, wisten de initiatiefnemers de Europese Commissie voor hun project te winnen. En sindsdien ondersteunt Europa Tuning krachtig. Wagenaar: “We begonnen met een pilot, waarin we onderzochten of het mogelijk was om onderwijsprogramma’s in leeruitkomsten te beschrijven. Uit een enquête onder een groot aantal universiteiten bleek dat daar grote behoefte aan was. Iedereen zag dat er nieuwe onderRobert Wagenaar, historicus en wijshervormingen aan zaten te onderwijsdirecteur aan de Rijksunikomen, maar niemand had zeggenversiteit Groningen, was vanaf het schap. In Tuning kon men zelf mee begin vol enthousiasme betrokken bij richting geven aan de toekomst van het Bolognaproces. Maar er misten het onderwijs.” volgens hem twee dingen. “We zagen dat docenten ook na invoering Waarom leren we onze studenten wat van het ECTS cursussen inhoudelijk we ze leren? Wat is het nut van ons met elkaar bleven vergelijken, als onderwijs? En hebben we wel de studenten na studie in het buitenland kennis en de middelen om de terugkwamen. Dat belemmerde de gewenste opleidingen aan te mobiliteit aanzienlijk. Zo kwam er bieden? Uiteindelijk zijn het deze geen echte gemeenschappelijke uiterst basale vragen die Tuning bij onderwijsruimte tot stand. Bovendien onderwijsprogramma’s stelt, legt zagen we dat de hervormingen over Wagenaar uit. Met het Bolognade hoofden van de mensen in het proces kwam een onderwijsrevolutie hoger onderwijs heen gingen. Zij die op gang. In plaats van de input van de veranderingen daadwerkelijk het onderwijs, kwam de output moesten doorvoeren, werden er veel centraal te staan. Wagenaar: “De te weinig bij betrokken. Daar wilden vraag was niet langer, bijvoorbeeld, we iets aan doen.” of studenten in hun opleiding verpleegkunde voldoende prikonderBehoefte bij universiteiten wijs hadden gehad. Nee, nu was de Samen met Julia González van de vraag: kunnen de studenten goed universiteit van Deusto in het prikken zodra ze afgestudeerd zijn? Spaanse Bilbao zette Wagenaar We moesten allemaal helemaal daarom in 2000 ‘Tuning’ op, uiteinanders leren nadenken over ons delijk met zo’n 150 deelnemende onderwijs. En we moesten alle universiteiten uit heel Europa. opleidingen anders leren organiHoewel het project voortbouwde op seren.”
En daar was instrumentarium voor nodig. In hun pilotproject begonnen de Tuning-initiatiefnemers in kaart te brengen wat studenten in een aantal traditionele wetenschappelijke opleidingen zoals wiskunde, geschiedenis, bedrijfskunde en onderwijskunde zouden moeten leren. Wat vonden docenten en studenten belangrijk? Wat hadden alumni, achteraf gezien, allemaal willen leren? Waar hadden werkgevers behoefte aan? Op basis van tienduizenden enquêtes onder docenten, studenten, alumni en (potentiële) werkgevers werden lijsten competenties samengesteld waarover afgestudeerden zouden moeten beschikken. Competenties en leeruitkomsten speelden op dat moment nog nauwelijks een rol in het hoger onderwijs. En waar ze al wel gehanteerd werden, gebeurde dat nog niet heel doordacht, zo bleek. Een klassieke misser: veel academische disciplines stelden zich weliswaar ten doel studenten bij te brengen hoe ze theoretische kennis in de praktijk konden toepassen, maar slaagden daar nauwelijks in. Van andere veelgevraagde competenties, zoals het vermogen in een team te werken, realiseerden veel opleiders zich niet dat ze die competenties konden onderwijzen – laat staan toetsen. Wagenaar: “Daarin schuilt het belang van Tuning. Als je weet wat je je studenten wilt bijbrengen, en je leert hoe je dat nauwkeurig kunt omschrijven, dan kun je het ook toetsen. Oók met algemene compe-
“Als je weet wat je je studenten wilt bijbrengen, en je leert hoe je dat nauwkeurig kunt omschrijven, dan kun je het ook toetsen.”
tenties als teamwork en creativiteit is dat prima mogelijk.”
Schrijven, herschrijven, hervormen Zo ontstond een methodologie voor het schrijven, herschrijven en hervormen van onderwijsprogramma’s op basis van leeruitkomsten en competenties. Waarbij een competentie, kort samengevat, datgene is wat de student na afronding van de opleiding beheerst, en de leeruitkomst het niveau is waarop de student competent is. Opleidingen stellen zelf vast over welke algemene en vakspecifieke competenties hun studenten moeten beschikken en op welk niveau. Tuning schrijft daarbij niets voor, maar reikt de terminologie en de systematiek aan waarmee de competenties en leeruitkomsten beschreven kunnen worden. Doordat opleidingsprogramma’s zo op uniforme manier worden beschreven, worden ze internationaal vergelijkbaar. Maar hoe helder en doelgericht de methodologie ook mag zijn, niet alle Europese docenten laten zich er even snel voor winnen. Vooral in landen waar de staat van oudsher een dikke vinger in de pap van het onderwijs heeft, zoals in Spanje en Frankrijk, staan instellingen niet te trappelen om hun onderwijsprogramma’s in competenties en leeruitkomsten te omschrijven, merkt Robert Wagenaar. “In deze landen bepaalde de overheid lange tijd wat er in een opleiding aan bod moest komen. Docenten zijn daardoor niet gewend om zelf over de doelen van hun onderwijs na te denken, laat
5
“De nieuwe generatie ziet het belang van competenties veel beter. Zij zal de hervorming verder moeten doorvoeren.”
Ook de kwalificatieraamwerken voor het Europese hoger onderwijs en Leven Lang Leren geven richtlijnen voor de omschrijving van opleidingsprogramma’s in termen van leeruitkomsten. Maar wél in de taal die Tuning daarvoor heeft ontwikkeld. De Decker: “Tuning heeft het allemaal hoog op de agenda gezet. En inmiddels zie je de Tuning-geest overal rondwaren: tot in wetteksten over het hoger onderwijs toe.”
staan om er in termen van competenties en leeruitkomsten over te spreken.”
als de zwakste schakel. Van toelating tot kwaliteitszorg en examinering, uiteindelijk moet álles de leeruitkomsten en competenties die je hebt Maar ook de angst voor verlies van geformuleerd ondersteunen. Als je zeggenschap verklaart een deel van goed met leeruitkomsten wilt de koudwatervrees, vermoedt werken, dan brengt dat inderdaad Wagenaar. Bijvoorbeeld in Duitsland, heel wat teweeg. Maar dat kun je waar de rol van de hoogleraar niet op het conto van de Tuningtraditiegetrouw heel belangrijk is. De methode schrijven.” professor bepaalt daar zelf wat hij zijn studenten bijbrengt. Bestuurders Gemeenschappelijke taal en kwaliteitszorginstanties hebben Aerden ziet in Europa een duidelijke daar minder inspraak. Wagenaar: omslag plaatsvinden: steeds meer “Duitse hoogleraren zijn vaak bang kwaliteitszorginstanties eisen van dat Tuning ze voorschrijft wat en hoe instellingen dat ze hun programma’s ze moeten onderwijzen. Maar de in termen van leeruitkomsten methode beoogt juist het tegenomschrijven. Zo ontstaat de eenheid overgestelde. Als je het doel van je en transparantie in het Europese opleiding maar duidelijk omschrijft, hoger onderwijs die de initiatiefnedan maakt de weg waarlangs je dat mers voor het Bolognaproces ooit doel bereikt in feite niet uit. Tuning voor ogen hadden. Tuning speelt biedt zo bezien meer flexibiliteit dan daarbij volgens Aerden een cruciale traditionele manieren om opleidings- rol. Het heeft een gemeenschappeprogramma’s te ontwerpen en lijke taal geïntroduceerd, waarmee beschrijven.” onderwijsprogramma’s nauwkeurig met elkaar vergeleken kunnen En dan klinken er uit het hoger worden. Aerden: “We verplichten onderwijs ook geluiden dat het instellingen niet de Tuning-methodobepaald niet eenvoudig is om een logie te gebruiken. Maar iedereen opleidingsprogramma volgens de weet hoe belangrijk die is. Op alle Tuning-leer te beschrijven. Geen Europese conferenties en congressen wonder, vindt Axel Aerden van de voor hoger onderwijs komt Tuning NVAO, de accreditatieorganisatie voortdurend aan de orde.” die onderwijsinstellingen in Nederland en Vlaanderen verplicht om hun Frederik De Decker werkt als opleidingen in termen van compeonderwijsexpert aan de Associatie tenties en leeruitkomsten te Universiteit Gent. Hij was in de omschrijven. “Maar eenvoudig zal begindagen betrokken bij de het ook nooit worden,” aldus ontwikkeling van de methodologie Aerden. “Als je met leeruitkomsten en constateert dat Tuning niet langer werkt, blijkt dat de ketting zo sterk is een eenzame koploperspositie heeft.
ontplooid. In juli 2013 verschijnt het eerste nummer van de Tuning Journal for Higher Education, een tweemaal per jaar verschijnend peer reviewed tijdschrift, en bovendien werden onlangs aan de initiatiefnemende universiteiten in Groningen en Bilbao vestigingen van de Tuning Academy geopend. Het tijdschrift is bedoeld om het wetenschappelijk debat over Tuning verder te brengen en zwakke punten van de methodologie nader in kaart te brengen. De Wat De Decker betreft, is Tuning Tuning Academy is bedoeld om voor het Europese onderwijs wat de meer medewerkers uit het Europese euro is voor de economie. “Dat hoger onderwijs vertrouwd te maken student centered learning nu zo met de methodologie. Overal in centraal staat en dat Europese Europa gaat de academie straks diploma’s steeds beter vergelijkbaar seminars en workshops aanbieden. worden, daaraan heeft Tuning een Wagenaar: “Het wachten is nu even belangrijke bijdrage geleverd.” op meer duidelijkheid over de financieringsmogelijkheden binnen En dat goede voorbeeld doet goed Erasmus for All. Zodra die er is, volgen. Op vrijwel elk werelddeel zijn kunnen we nieuwe voorstellen inmiddels Tuning-projecten opgezet. schrijven.” In Latijns-Amerika werken sinds 2003 achttien landen aan de invoering van Ondertussen probeert Wagenaar het instrument, in de Verenigde zich ermee te verzoenen dat de Staten boekt een projectgroep werkelijke hervorming van het vanuit San Francisco goede vordeEuropese onderwijs nog decennia ringen, in Rusland, in Afrika – overal zal vergen. “Er is echt een cultuurziet men het belang. Zelfs vanuit verandering nodig. Toen ik zelf net China, waar het onderwijs van afgestudeerd was als historicus, kon oudsher sterk gericht is op kennisik amper verwoorden wat mij nu overdracht, komt inmiddels belangprecies tot een historicus maakte. Ja, stelling. De Decker: “Het doel moet mijn mondelinge en schriftelijke niet zijn dat men overal ter wereld vaardigheden waren goed ontwikdezelfde systematiek invoert. Maar je keld. Die termen las je weleens in ziet wel dat overal in dezelfde vacatureteksten. Maar verder? Ik wist terminologie over hogeronderwijshet amper.” De studenten van nu programma’s wordt gepraat. Dat is weten dat wel veel beter – ook fantastisch. Uiteindelijk moet Tuning omdat hun competenties klip en een soort wereldtaal worden.” klaar in hun diplomasupplementen vermeld staan. Wagenaar: “DaarJournal, Academy door vinden ze hun weg in de De Decker en Aerden mogen vol lof maatschappij aanzienlijk gemakkezijn over Tuning, en de methodolijker. De nieuwe generatie ziet het logie mag overal ter wereld hoge belang van competenties en leeruitogen gooien, maar ondertussen is komsten beter dan de generaties die Robert Wagenaar wel ongeduldig. er niet mee opgegroeid zijn, Het Bolognaproces strompelt voort, verwacht ik. Zíj zal deze hervorming vindt hij. “Eerlijk gezegd: heel verrast verder moeten doorvoeren.” ben ik niet, want de invoering van ECTS heeft ook tientallen jaren Voor meer informatie over Tuning, zie gekost. Maar zonde is het wel dat http://www.unideusto.org/tuningeu/ het zo lang duurt. De beleidsmakers en de kwaliteitszorginstanties zijn voldoende van het nut overtuigd, maar het onderwijzend personeel bereiken we nog onvoldoende.” Om daarin verandering te brengen, hebben Wagenaar en consorten inmiddels nieuwe initiatieven
6
ects grading table
De Bologna-experts bieden een praktisch stappenplan voor instellingen die een instrument voor cijferconversie zoals de ECTS grading table in de praktijk willen brengen. Het plan behandelt verschillende onderwerpen: van het organiseren van de nodige ICTondersteuning tot het opzetten van een beheergroep voor de continuïteit ná invoering van de grading table. Hiernaast vindt u een schematische voorstelling van het stappenplan.
Hoe voer je de ECTS grading table in? Een stappenplan
1. Verzeker je van de steun van de hogere bestuurslagen. Bespreek nut en noodzaak van de invoering met de juiste personen (beleidsmedewerkers, examencommissie, studieadviseur, studenten servicecentrum, etc.). Houdt hen gedurende het proces goed op de hoogte.
2. Bespreek de technische randvoorwaarden met de afdeling ICT. Bespreek ook hun eventuele ondersteuning bij dataverzameling.
3. O nderzoek je opleidingsaanbod. Bepaal op welke niveaus je een tabel voor cijferconversie wilt aanbieden. Wat is nuttig voor de student en de instelling en wat is werkbaar in de fase van dataverzameling?
4. N eem een steekproef om vooraf een indruk te krijgen. Vergelijk de cijferverdeling van twee of drie opleidingen. Levert dit nuttige informatie op voor de studenten? En voor interne onderwijs evaluaties?
5. S chrijf een realistisch voorstel. Zorg er ook voor dat het voorstel de invoering voor iedereen inzichtelijk maakt. Beschrijf het doel en de systematiek van de samenstelling van de referentiegroep. Geef intern bekendheid aan het voorstel.
6. L aat de afdeling ICT de cijferconversie in de studentenadministratie bouwen. Het is belangrijk dat deze getoond wordt in het diplomasupplement en het Transcript of Records.
7. S preek met de instelling af wanneer de grading table in productie kan. Vorm een beheergroep voor accordering, onderhoud en continuïteit.
Meer informatie Het stappenplan is een verkorte weergave van de tekst die is gepresenteerd door Fred Jonker en Kris Brussen tijdens de workshop ECTS grading table in Utrecht op 4 april 2013. Het integrale stappenplan en de presentaties van de workshop zijn te vinden op www.nuffic.nl/bologna, onder ‘Workshop ECTS grading table’.
7
erasmus
Erasmus Success Story Hanzehogeschool Groningen
De Hanzehogeschool Groningen is dit jaar geselecteerd voor de jaarlijkse Erasmus Succes Stories-brochure van de Europese Commissie. Het succesverhaal gaat in op de positieve effecten van stafmobiliteit binnen de hogeronderwijsinstelling en de bijdrage die de mobiliteit levert aan de internationaliseringsstrategie van de hogeschool.
Hanzehogeschool Groningen en internationalisering De Hanzehogeschool Groningen werd opgericht in 1798, heeft ruim 26.000 studenten en onderhoudt uitgebreide contacten met internationale partners. Dat de hogeschool internationalisering serieus neemt, blijkt onder andere uit het feit dat de hogeschool een internationaliseringsstrategie heeft opgesteld. "Alle opleidingen zijn afgestemd op het werken in een internationale omgeving", zegt dr. Els van der Werf, senior beleidsmedewerker internationale betrekkingen van de hogeschool. "Dat is onderdeel van de internationale strategie van de hogeschool, waarin het personeel een belangrijke rol speelt."
studentenbegeleiding en kennisbeheer onder de loep genomen.
schappen van de hogeschool de internationale strategie van de hebben we een effectieve structuur hogeschool." voor dit type mobiliteit weten aan te "Erasmus heeft ons geholpen elke brengen”, stelt de hogeschool. “Elk afdeling aan boord te krijgen" jaar is een andere administratieve Voordat het mobiliteitsprogramma afdeling aan de beurt om samen met werd opgesteld, was het volgens de het International Office van de Meer informatie hogeschool vaak moeilijk eenmalige hogeschool de onderwerpen te verzoeken te behandelen om een kiezen en de evenementen te De Success Stories-brochure heeft als van de teams van niet-onderwijzend organiseren. Dit helpt een cultuur te titel Supporting reform, the role of personeel te bezoeken of met zo'n ontwikkelen waarbij alle medewerErasmus in higher education. U vindt team mee te lopen. “Met onze kers internationalisering waarderen de brochure op cursussen van één week voor en begrijpen wat de voordelen zijn. http://ec.europa.eu/education/ collega's van de ErasmuspartnerTevens levert het een bijdrage aan erasmus/doc/success12_en.pdf.
Internationale competentiematrix Een ander onderdeel van die strategie bestaat uit het aansporen van de docenten om hun eigen professionele ontwikkeling te volgen via een internationale competentiematrix. "Aan de hand van deze matrix bespreken de leidinggevenden elk jaar met het onderwijspersoneel de ontwikkeling van de vaardigheden en competenties die nodig zijn om met internationale studenten en in een internationale context te werken. Dit helpt in de hele instelling een gemeenschappelijke taal en aanpak tot stand te brengen", vertelt Van der Werf. Mobiliteit voor niet-onderwijzend personeel Ook de mobiliteit van administratieve en technische medewerkers vormt een belangrijk onderdeel van de internationaliseringsstrategie. Sinds 2009 voert de hogeschool daarom ook voor deze groep medewerkers een mobiliteitsprogramma uit. Tijdens cursussen, die een week duren, worden onderwerpen als personeelsbeheer, internationale samenwerking,
Supporting reform:
the role of Erasmus
in higher education Education and Training
8
agenda 2013
juli
slotconferentie van het Erasmus Mundus-project EM Idea, Bordeaux, www.em-concilium.eu
november
Nationale lancering van het nieuwe programma (exacte datum nog te bepalen)
12 ntb Nieuws over Erasmus en andere Europese hogeronderwijsprogramma's wordt ook verspreid via Nuffic News. Ga naar www.nuffic.nl/nufficnews voor meer informatie.
Vragen aan de redactie kunt u sturen naar: europaexpresse[at]nuffic.nl Europa Expresse is een publicatie van de Nuffic. Deze publicatie werd gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie ligt uitsluitend bij de Nuffic; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
erasmus mundus – interuv
het gebruik van de informatie die erin is vervat.
Hoofdredactie Jef Stapel, Nuffic, afdeling Media Redactie en drukwerkcoördinatie Nuffic, afdeling NA LLL en afdeling Media Eindredactie Marijn Willemse, Nuffic, afdeling Media Vormgeving Sabrina Luthjens BNO (makingwaves.nl) Druk Prints & Proms, Rotterdam Redactieadres Nuffic, Postbus 29777, 2502 LT Den Haag
Joint study programmes b evorderen internationale samenwerking
T 070 426 0261, F 070 426 0259, E europaexpresse[at]nuffic.nl Hoewel de informatie in deze uitgave met de grootste zorg is samengesteld, kan de Nuffic niet instaan voor het feit dat de
Joint study programmes inzetten als internationaliseringsinstrument, dat probeert het project INTERUV Joint Programmes – facilitator for university internationalisation te bewerkstelligen.
gegevens juist en/of volledig zijn. De informatie kan tussentijds gewijzigd zijn of aangepast. De Nuffic aanvaardt ter zake geen aansprakelijkheid. U wordt daarom geadviseerd om in voorkomende gevallen de juistheid van de informatie zelf te
INTERUV is een initiatief van een consortium van Erasmus Mundus National Structures, dat met dit project de samenwerking tussen hogeronderwijsinstellingen in de Europese Unie en instellingen in buurlanden van de EU promoot. Hiertoe is INTERUV gericht op de ontwikkeling van joint study programmes. Het organiseren van regionale conferenties is onderdeel van het project. Op 9 en 10 mei vond de eerste bijeenkomst plaats in Warschau, Polen.
Eerste bijeenkomst Het doel van de conferentie was het samenbrengen van afgevaardigden van Europese hogeronderwijsinstellingen en instellingen in de oostelijke buurlanden van de EU die geïnteresseerd zijn in de mogelijkheden van joint study programmes. De conferentie in Warschau werd bijgewoond door ongeveer 150 belangstellenden, waarvan er zo’n 100 uit de EU
kwamen en 50 uit Oost-Europa, Centraal-Azië en de Kaukasus.
Platform De aanwezigen werden voorzien van voorbeelden van succesvolle samenwerking op het terrein van internationale institutionele samenwerking. In Warschau werd met name gesproken over de Erasmus Mundus Masters Courses. De eerste INTERUVconferentie bood ook een platform voor de uitwisseling van ideeën, opinies en ervaringen met betrekking tot internationale studentenmobiliteit. Zo werd er kennis over (het opzetten van) joint programmes gedeeld en werd structurele samenwerking op het gebied van internationalisering bevorderd. Netwerken Deelnemers konden contact leggen tijdens een netwerksessie. Daarvoor was een compendium opgesteld met een
beschrijving van gewenste activiteiten en partnerlanden. Om deze contacten te faciliteren werden er country factsheets aangeboden met daarin informatie over de diverse onderwijs systemen en de nationale wetgeving rond joint study programmes.
verifiëren. Het auteursrecht op deze uitgave berust bij de Stichting Nuffic, Den Haag. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Nuffic.
Follow-up De tweede INTERUV-conferentie staat (onder voorbehoud) gepland op 6 en 7 november in Rome. Tijdens deze bijeenkomst zal de focus liggen op samenwerking tussen de EU en het zuidelijke Middellandse Zeegebied. In het voorjaar van 2014 volgt een derde conferentie in Den Haag gericht op de westelijke Balkan. Het volledige compendium en de country factsheets zijn te downloaden op de INTERUV-website: http://www.interuv.eu/ regional-conferences/interuv-firstregional-conference.
gratis abonnement voor medewerkers ho-instellingen: www.nuffic.nl/europaexpresse