Nieuwe tijden
Profiel& Professieab? Wijs in Onderwijs
Het keuzemoment van idee naar schets tekenen& het vak
Kick-off
JA
AR
GA
NG
3-2
JOHAN
OUDERBLAD JOHAN DE WITT-GYMNASIUM
Als aanhoren aperta ook echt luisteren moet worden. JOHAN:Editorial
van
de
redactie
APERTA ‘Openheid van zaken. En dat in het Latijn. Van het werkwoord aperire het voltooide passieve deelwoord: apertus. En dan natuurlijk in het onzijdig meervoud. Geniaal.’ Citaat: M. de Hoon. Samen met P. Barendregt initiatiefnemer van Aperta (1994). Vanaf jaargang 2010 JOHAN
Passie
In deze tweede editie van JOHAN dit schooljaar staat het thema ‘Profiel en Professie’ centraal. Betekenisvolle begrippen, dat zult u met ons eens zijn, bepalend voor de toekomst van onze kinderen. Welke vakken, welk vervolgstudie, welk beroep? Mogelijkheden onderzoeken, keuzes maken, de ambities van uw zoon of dochter uitdiepen, het is aan u en uw kind om in de periode die voor u ligt daar antwoord op te geven. In het voor u liggende blad treft u diverse bijdragen aan die hierin inzicht verstrekken of u de weg wijzen naar onvermoede mogelijkheden. Maar daarnaast mogen we binnen dit proces van kiezen een ander belangrijk begrip niet vergeten… Het ‘onmisbare fundament’ waarin veel keuzes wel eens hun wortels kunnen vinden: passie.
Burg. de Raadtsingel 89 3311 JG Dordrecht Telefoon 078 613 39 66 Telefax 078 631 09 38 E-mail
[email protected] www.veldlaw.nl
Want daar lijkt alles en iedereen, die bij het JdW betrokken is, mee behept. Immers, passie kun je in elke activiteit ervaren. Kijk alleen maar eens naar de bijdragen van Musae of de gepassioneerde winnaars van de Debat- en de Vertaalwedstrijd in dit nummer. Het woord zelf heeft diverse betekenissen, als synoniem voor overgave of grote inzet, maar ook van hartstochtelijkheid of vurig verlangen. In dit verband laten we de meer christelijke toepassingen – zo vlak na Pasen – maar even buiten beschouwing. Wanneer je met passie met iets bezig bent, vergeet je vaak de tijd en kun je volledig opgaan in de wereld van je denken, voelen en handelen. Of het nu gaat om het uitvoeren, analyseren, creëren, coördineren of iemand helpen. Het is het gebied waar je vaardigheid overeenkomt met je uitdaging, want passie gaat bijna altijd samen met het benutten van talent. Mensen met passie herken je door hun enthousiasme, bevlogenheid of energie. Iedereen heeft wel een passie op een bepaald gebied. Passie geeft je leven zin, betekenis en inhoud.
JOHAN 3
En hoewel iedereen zo zijn eigen specifieke passie heeft, soms komen ze aardig samen. Zoals bijvoorbeeld op school, waar docenten en leerlingen samen de weg van ‘kennis en vaardigheden’ betreden. Passie is de brandstof voor succes en geeft motivatie, energie en kracht. En brengt je dus sneller bij je doel, wat dat dan ook moge zijn: een interessant werkstuk, het organiseren van een cultureel evenement of zoiets als een Janus of JOHAN. Volg je passie, geniet van wat je doet en haal er het beste uit… Profiel en Professie.., is mét passie een keuze hierin niet veel beter te maken? Wij wensen u veel leesplezier! de redactie, Judith Houmes-Laan, Simone van Nes, John de Gelder, Joop Roovers
INHOUD JOHAN 3-2 Aperta/editorial: Passie Van de rector: Profilering en Professionaliteit
3 5
School en… Oudervereniging: van de voorzitter: Profiel en professie? 7 Medezeggenschapsraad: 13
Informatief Wijs in onderwijs: Het centraal examen 8 Op stap met de decaan: Van profielkeuzelessen naar loopbaanoriëntatie 12 Oranjepark: voortbouwen op oude fundamenten 26 Een primeur: kick-off van de campagne ‘Johan komt thuis’ 10 Het keuzemoment: verhalen van ouders over hun kind en (profiel)keuzes 49 Ida Gerhardt: Een bestempeld bestaan 54
Reportages Musae: fantastische evenementen 30 Debatwedstrijd: Hattrick voor JdW-debaters 35 Open Dag 2013: een feestelijke dag! 28 Vertaalwedstrijd Latijn (vervolg): Prijs! 22
Mensen De Reünist: Louise Hoppel 14 Ouders in de picture: het beroep van Tineke Bijl 39 Document docent: JOHAN & mevrouw Post 44
Feuilleton Spitten naar De Witt, deel 7
18
Columns en Cartoon
Oehoe: Van krantenjongen tot miljonair! 17 Contumelia: Communicatie 25 Ouder en wijzer: Over alfa’s en bèta’s… 36 michelANGELO 27 Palimpsest: De Populieren 56
Varia
JOHAN
Colofon en oproep voor adverteerders Retinenda: agenda periode april 2013 - juni 2013
6 27
JOHAN 4
JOHAN:Voorwoord
Van de rector
Van de RECTOR Profilering en Professionaliteit Van een school voor voortgezet onderwijs mag u verwachten dat u en uw zoon of dochter weten waar de school voor staat. U wilt antwoord op de vraag op welke manier de school probeert haar taak, het verzorgen van onderwijs, zo goed mogelijk uit te voeren. Scholen kunnen zich, door het maken van keuzes voor de invulling van hun onderwijs, onderscheiden van collega-scholen. Zo zal ook het Johan de Witt-gymnasium zich nadrukkelijk blijven profileren. Vanouds door zich exclusief op het vwo-onderwijs te richten en dan in de bijzondere variant van het gymnasium-onderwijs. Eens in de vier jaar stelt een school in Nederland een Schoolplan op. Hierin wordt beschreven met welk beleid de school de kwaliteit van het onderwijs de komende tijd tracht te handhaven en verbeteren. Het Johan de Witt-gymnasium rondt begin april 2013 het opstellen van een nieuw Schoolplan voor de periode 2013-2017 af. En daarmee willen wij ons nog nadrukkelijker dan in het verleden profileren als dé onderwijsinstelling voor vwo-onderwijs in de regio. In dit nieuwe Schoolplan is onze taak (onze ‘missie’) beschreven: ‘Het Johan de Witt-gymnasium gaat al onze leerlingen een uitstekende gymnasiumopleiding bieden. Met deze taakstelling leveren wij een bijdrage aan het ‘leren’ en de ‘vorming’ van getalenteerde jongeren tot gediplomeerde en bekwame universitaire studenten in spe, waarvan er vele een maatschappelijk vooraanstaande positie zullen gaan innemen. De school wil een plaats zijn waarin leerlingen – met achter hen hun ouders – en medewerkers samen verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van deze taak.’ Ook de manier waarop wij die taak willen invullen (onze ‘visie’) is in dit plan in grote lijnen omschreven: ‘De school stelt de leerling en haar/zijn ontwikkeling centraal. Het aan haar/hem gegeven onderwijs zal waarden overdragen: kenniswaarden, culturele waarden en morele waarden (de Aristoteliaanse trits ‘het ware’, ‘het schone’ en ‘het goede’). Vanouds staat daarbij voor onze school de verwerving van vakkennis en -vaardigheden voorop. Evenzeer koesteren wij als gymnasium de rol van de cultuur in ons onderwijs. Dit geldt ook voor de overdracht van JOHAN 5
morele waarden die in ons onderwijs een steeds prominentere plaats dienen te krijgen: respect voor de medemens, inzicht in morele waarden en moreel handelen en verantwoordelijkheid leren nemen. De drie waardecategorieën worden expliciet verankerd in de inhoud van het onderwijs, in de leerprocessen en in de andere schoolactiviteiten.’ Natuurlijk moeten aan deze mooie doelstellingen concrete uitwerkingen gekoppeld worden. Deze worden in jaarlijkse ontwikkelplannen vervat die de speerpunten voor het jaarlijkse beleid zullen vormen. Dit vergt een professioneel schoolklimaat met een professioneel schoolteam. Daarom zal in de komende jaren extra aandacht, tijd en geld besteed moeten worden aan de vergroting van de professionaliteit van alle medewerkers – van clavigers tot aan de schoolleiding – van de school. Een terechte investering, omdat in ons handelen altijd voorop zal moeten staan dat wij handelen in het belang van uw zoon of dochter, die straks zelf een weg moet zien te vinden in een wereld met steeds hogere eisen ten aanzien van hun individuele profilering en professionaliteit. Met de professionaliteit van dit ouderblad zit het goed. Ik wens u er weer veel leesplezier mee! J.A. Dekker, rector
Over JOHAN JOHAN wordt vervaardigd door ouders van leerlingen van het Johan de Witt-gymnasium.
JOHAN:School en...
Oudervereniging
OUDERvereniging
Het blad is schoolgerelateerd, wordt geïnitieerd door en opereert onder auspiciën van de Oudervereniging.
Van de voorzitter
Het blad heeft primair tot doel ouders en verzorgers van JdW-leerlingen nauwer te betrekken bij de school en te informeren over het reilen en zeilen op en rond school, beschouwd vanuit een ouderperspectief en met de intentie een blad voor de gehele school te zijn.
Reageren?
[email protected]
Het blad wordt verspreid onder ouders, (oud-) personeel en overige betrokkenen, alsook in digitale vorm op de site van het Johan de Witt-gymnasium voor reünisten en andere geïnteresseerden.
Profiel en Professie De redactie van JOHAN weet ons iedere keer weer te verrassen met een boeiend thema dat als leidraad kan dienen bij de redactionele bijdragen. Profiel en professie dit keer. Nu het schooljaar al weer ruim in de tweede helft is aanbeland, krijgen een aantal zaken steeds meer profiel. Ten eerste de nieuwbouw waarvan de buitencontouren al grotendeels gereed zijn. Er moet nog veel werk worden verzet, maar dat zal zich voornamelijk aan de binnenkant afspelen.
C O L O F O N Jaargang 3, nummer 2 Verschijnt drie keer per schooljaar
Redactie
Judith Houmes-Laan (tevens coördinator) Simone van Nes (tevens advertentiewerving en eindredactie) John de Gelder (vormgeving, beeldbewerking en advertentieopmaak) Joop Roovers (tevens eindredacteur) Met bijdragen van Michiel van Aardenne, Joke van Bakel- Middelweerd, T. Coenradi, J.A. Dekker, Gea Gankema, R. van Gemeren, Peter van der Graaff, L. van der Held, Yvonne van Hoof, Maaike Hoogerwerf, M. de Hoon, Louise Hoppel, Angelo van der Luijt, Eline Rensink, E. Roetert, Mirjam Roovers-van der Wal, Michael van der Spek
adverteren in JOHAN De productie van JOHAN in de vorm en het formaat zoals u deze nu inziet, wordt mede mogelijk gemaakt door de adverteerders. En het is u waarschijnlijk al opgevallen, de redactie streeft naar een goed samenspel tussen reclame-uitingen en beeld- en tekstitems. Liever een stijlvolle paginavullende advertentie, dan een pagina vol kleine ‘postzegeladvertenties’. Als deze visie u aanspreekt en u wilt tot de groep van adverteerders gaan behoren, maar niet over passend advertentiemateriaal beschikt, dan voorziet de redactie van JOHAN daarin: de vormgeving verzorgen wij voor u. Kosteloos! De meeste advertenties in deze JOHAN zijn daar een voorbeeld van. Tarieven vanaf € 95,00. Wenst u meer informatie, of overweegt u deelname? Stuur een berichtje aan
[email protected] … en de redactie neemt contact met u op.
Reken erop dat uw advertentie gezien wordt!
Met dank aan Marloes Bax-Besemer, Tineke Bijl, Rinie Boon, K. Bos, Mersiha Ćuk, Michel de Groot, D. de Kloe, edMedia, Mitchell Molenaar, Nederlands Debat Instituut, M. van Pelt, I. Post, A. Sebregts, J. Zwartbol, Jan de Vos, K. Vos Inzenden Iedereen wordt van harte uitgenodigd tot het insturen van kopij. Ook suggesties voor artikelen en andere tips zijn welkom. Kopij wordt getoetst op plaatsbaarheid. De volgende JOHAN verschijnt in week 28, 2013. Sluitingsdatum kopij: 24 mei 2013. Druk & distributie De Koning Repro Ridderkerk SSKW Dordrecht Grootverzet Fietskoeriers Dordrecht Correspondentieadres: Redactie JOHAN p/a Stek 22, 3311 XS Dordrecht e-mail:
[email protected] JOHAN 6
Ook de rapportcijferreeksen van onze leerlingen krijgen steeds meer profiel, vaak met de gewenste belijning, maar soms moet er worden bijgestuurd om niet op een hellend vlak te blijven steken! De derdeklassers staan voor een belangrijke keuze: welk profiel moet ik kiezen: CM, EM, NG of NT? Belangrijke keuzes die al vroeg in de schoolcarrière gemaakt moeten worden. En die bepalend zijn voor het andere deel van het thema van deze JOHAN: professie. ‘Welke vervolgstudies zijn er mogelijk met mijn gekozen profiel wanneer eenmaal het gymnasiumdiploma behaald is?’ ‘En welke beroepen liggen er dan voor me open?’ Dat zijn er nogal wat, en vaak heel andere dan die van 10 of 20, 30 jaar geleden.
‘Belangrijke keuzes’ Gelukkig konden de leerlingen van klas 3 op 5 maart jl. tijdens de beroepenavond al een inkijkje krijgen in een aantal verschillende beroepen, die door ouders werden belicht. Het is goed om te zien dat dit initiatief vanuit de Oudervereniging nu al zijn derde jaar in gaat en in een behoefte voorziet. Het is altijd leuk om te ervaren dat er – vanuit de leerlingen – veel vragen zijn aan de sprekers, vooral na afloop van de presentaties. Verrassende vragen soms, die je als spreker zicht geven op het profiel en de denkwereld van de leerlingen. Opvallend is dat daarbij meer collectieve begrippen als ‘produceren met aandacht voor duurzaamheid’ en ‘iets willen bijdragen aan de maatschappij’ stevig vertegenwoordigd zijn ten opzichte van meer individuele begrippen als ‘later (veel!) geld willen verdienen’ en ’louter persoonlijk succes’. Toekomstige maatschappelijke ondernemers, ze zijn er nu al bijna klaar voor! Excelleren, daarvoor krijgen de leerlingen alle ruimte op het Johan de Witt-gymnasium. Want ook de school blijft zich ontwikkelen en krijgt een nog duidelijker profiel. Ik wens u allen veel leesplezier met deze JOHAN! Peter van der Graaff, voorzitter Oudervereniging Johan de Witt-gymnasium JOHAN 7
wijs in onderwijs
over vak & onderwijs
JOHAN:Informatief Tekst: E. Roetert
Wijs in onderwijs
Het centraal examen is een afsluiting van het vele werk dat hieraan voorafging. Om tot dit stadium te komen heeft een leerling al een heel examendossier gevuld met resultaten afkomstig van toetsen, presentaties, debatten en dergelijke. In klas 4 starten leerlingen met de opbouw van het examendossier. Voor een aantal vakken worden de behaalde resultaten meegenomen naar leerjaar 5 en vervolgens naar leerjaar 6. Leerlingen staan hier vaak onvoldoende bij stil. Om deze reden geef ik als examensecretaris, tijdens een ingeroosterd moment aan het begin van leerjaar 4, informatie betreffende het vademecum voor het desbetreffende cohort. De ouders van dit cohort worden tijdens een informatieavond, aan het begin van het schooljaar, geïnformeerd. ‘wij willen als school de kwaliteit hoog houden’
Het vak- en onderwijsaanbod op een middelbare school is constant in beweging. Natuurlijk worden de leerlingen en ouders van onze school goed geïnformeerd door de schoolleiding en docenten, maar het hele proces rondom die ontwikkelingen blijft vaak wat onderbelicht. Als ouderblad willen we juist aandacht besteden aan de achtergronden hiervan. In deze editie is het podium voor het
centraal examen.
Examensecretaris mevrouw Roetert leidt ons door ‘haar’ domein. Ieder jaar weer een spannende periode… Over een aantal maanden is het zover… de gymzaal wordt voorzien van tafels en stoelen en omgebouwd tot examenzaal, leerlingen lopen zenuwachtig rond en docenten plannen het weekend vrij om zodoende belangrijk correctiewerk uit te kunnen voeren… het centraal
examen is begonnen. Ieder jaar weer een spannende periode. We hebben het allemaal al eens meegemaakt, maar een zoon of dochter die deelneemt aan het centraal examen is toch net iets anders. De tv mag niet te hard, geen visite tijdens deze periode, want daar kan zoon- of dochterlief niet tegen en verder vooral genoeg te eten, lees chips, in huis. JOHAN 8
Met ingang van het vijfde leerjaar worden alle behaalde resultaten opgenomen in het examendossier. Tijdens leerjaar 5 en 6 krijgen de leerlingen veel meer met mij als examensecretaris te maken. Voor de leerjaren 5 en 6 zijn in het vademecum namelijk meer regelingen opgenomen dan voor leerjaar 4. Dit levert vaak meer vragen op en daarvoor kunnen de ouders en leerlingen dan bij mij terecht. Soms worden bepaalde regelingen als streng ervaren, maar wij willen als school de kwaliteit hoog houden en moeten daarom een strikt beleid voeren. Het is belangrijk dat leerlingen weten waar zij aan toe zijn. Tijdens het centraal examen gelden ook strikte regels en deze voeren wij gedeeltelijk door in ons schoolbeleid. Een goed voorbeeld hiervan is het missen van dossiertoetsen. Als een leerling in klas 5 of 6 een dossiertoets mist, wordt deze toets in de daaropvolgende herkansingsperiode ingehaald. Dit gaat ten koste van de, voor de desbetreffende periode geldende, herkansing. Uiteraard is dit een strenge regel, maar een voortvloeisel uit de regelgeving betreffende het centraal examen. Hiervoor geldt hetzelfde: indien een leerling een examen tijdens het eerste tijdvak mist, moet deze worden ingehaald tijdens het tweede tijdvak (en gaat dit dus ook ten koste van een herkansing). ‘leerlingen moeten weten waar zij aan toe zijn’ Dit schoolbeleid met betrekking tot de regelgeving rondom het examendossier is gedeelteJOHAN 9
lijk onderhevig aan de geldende exameneisen. Deze exameneisen worden de laatste jaren regelmatig door het College voor Examens (CvE) aangepast. Voorafgestelde exameneisen kunnen zelfs gedurende het schooljaar door het CvE aangepast worden en hier moeten wij als school op anticiperen. Begin dit schooljaar hebben wij de leerlingen van leerjaar 5 geïnformeerd over de nieuwe rekentoets, die onderdeel zou gaan uitmaken van de slaag/zakregeling voor dit cohort. In januari 2013 is deze regelgeving door het ministerie aangepast. Het cijfer van deze rekentoets wordt nog wel weergegeven op de cijferlijst die wordt uitgereikt bij het diploma, maar maakt geen deel meer uit van de slaag/zakregeling van dit cohort. Het is daarom belangrijk dat alle regelgeving binnen de school up-to-date blijft. De examensecretaris is hier, samen met de overige leden van de examencommissie, verantwoordelijk voor. Als examensecretaris heb ik een gevarieerd pakket aan werkzaamheden. Naast het bijhouden van de exameneisen en regelgeving, het opstellen van het vademecum, het beantwoorden van vragen van ouders en leerlingen en het oplossen van problemen, is het centraal examen altijd weer een mooie afsluiting van het schooljaar. Het toespreken van de geslaagden in de Augustijnenkerk en de leuke gesprekken en anekdotes tijdens deze middag is een geweldig moment. Hier gaat het tenslotte allemaal om. Blije leerlingen die, met het gymnasiumdiploma in de hand, met een glimlach op hun gezicht terugkijken naar hun schoolcarrière op het Johan de Witt-gymnasium. Het ultieme resultaat… Als u dit leest is het nog circa twee maanden voor het centraal examen 2013 aanvangt. De leerlingen van klas 6 hebben de laatste toetsweek (bijna) achter de rug en nog drie weken examentraining voor de boeg. Voor mij als examensecretaris begint nu de drukte. Samen met mevrouw Van den Hout (administratie) en meneer Van der Linden (conrector bovenbouw) worden alle puntjes nog even op de ‘i’ gezet. Ook de gecommitteerden worden gecontroleerd, want onze vakdocenten kijken weliswaar het examenwerk na, maar vervolgens wordt het nogmaals nagekeken door een docent van een andere – door het CvE aangewezen – school. De examenopgaven worden binnenkort aangeleverd en alle woordenboeken liggen klaar. Het feest kan beginnen!
n a h o J
ONTDEK JE EIGEN
KICK-OFF het goede
het ware
Dit jaar is een bijzonder jaar met ons 760-jarig bestaan en de terugkeer naar de gerenoveerde locatie aan het Oranjepark. Dordrecht zal dit weten ook!
Kick-off Johan komt thuis
het schone
De aftrap van dit bijzondere lustrumproject ‘Johan komt thuis’ vindt plaats op het Oranjepark op:
woensdag 15 mei 2013 vanaf 16.00 uur.
U bent van harte uitgenodigd!
Vanaf deze dag kunt u speciale Amici-loten kopen, waarmee u prachtige prijzen kunt winnen. Maar ontdek deze dag ook wat voor mooie evenementen er nog meer staan te gebeuren dit jaar! Mogen wij op uw aanwezigheid rekenen?
760 JAAR, DE WEG NAAR DE TOEKOMST JOHAN 10
JOHAN 11
MR
Aan de hand van de decaan
JOHAN DE WITT-GYMNASIUM
medezeggenschapsraad
Van profielkeuzelessen naar loopbaanoriëntatie
Toen men mij in mijn schooltijd vroeg wat ik later wilde worden, had ik werkelijk geen idee. Eigenlijk weet ik dat nog steeds niet. Dat wil niet zeggen dat ik inmiddels niet de nodige opleidingen heb gevolgd en leuke banen heb gehad. Het is alleen lastig omdat er zoveel mogelijkheden zijn en alles heeft zijn leuke en minder leuke kanten. Met de strikte regels voor studiefinanciering en toetsing door universiteiten is het voor leerlingen wel belangrijk om een zo goed mogelijke keuze te maken. En de keuzes zijn er in de afgelopen jaren in aantal niet minder op geworden. De rol van school en ouders ligt met name in het begeleiden van het zoekproces van de leerlingen. Op school wordt dit gecoördineerd door de decaan. En er worden bijvoorbeeld oud-leerlingen uitgenodigd, die vertellen over hun beroepskeuze. Voor ouders zijn er voorlichtingen om te helpen die rol van begeleider goed op te pakken.
Het valt niet mee…
Om de leerlingen van het Johan de Witt-gymnasium goed te begeleiden in het maken van een bewuste keuze worden in klas 3 een aantal reguliere mentorlessen vervangen door specifieke profielkeuzelessen. Deze lessen zijn speciaal voor het JdW ontwikkeld en bestaan uit opdrachten die zowel informatief als reflecterend van aard zijn. Bij deze lessen worden de leerlingen gemotiveerd antwoord te geven op de vragen ‘Wie ben ik?’, ‘Wat kan ik?’ en ‘Wat wil ik?’ en daarnaast moeten ze op internet informatie gaan zoeken over studies en universiteiten. De decaan van klas 3 en 4, meneer Vos, zorgt dat deze lessen up-to-date blijven en dat leerlingen tijdig hun keuze voor het best passende profiel invoeren. Verder was er afgelopen december voor het eerst een speciale profielkeuzemiddag, en wordt jaarlijks medio februari/ maart de beroepenavond georganiseerd.
‘Wie ben ik?’ Vanaf klas 5 worden de leerlingen weer wakker geschud om eens vooruit te kijken en te gaan oriënteren op vervolgstudies. De decaan van klas 5 en 6 informeert de leerlingen over het bezoeken van Open Dagen en voert (individueel of in kleine groepjes) gesprekken over de mogelijke studiekeuze. Om alle leerlingen te bereiken wordt er via de schoolmail informatie verspreid én doorverwezen naar de site: www.jdw.dedecaan.net, maar kunnen leerlingen ook altijd langs de decanenkamer lopen met vragen. Op dit moment wordt er nog gewerkt aan een methode waarbij leerlingen een aantal opdrachten in het kader van loopbaanoriëntatie bij de decaan moe-
medezeggenschapsraad
Tekst: Gea Gankema
Een beschouwing vanuit de oudergeleding
Tekst: T. Coenradi decaan klas 5 en 6
… om een goede studiekeuze te maken. De keuze is groot. In totaal worden er ongeveer 425 universitaire bacheloropleidingen aangeboden. Daarnaast is er in de kranten genoeg te lezen over ‘toelating aan de poort’ en ‘bindend studieadvies’, met als doel het niveau van de Nederlandse universiteiten op te krikken en de snelle doorstroom van goede studenten te bevorderen. Aan de andere kant worden we geconfronteerd met het ‘sociaal leenstelsel’, wat volgens het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) ook tot beter onderwijs zal leiden. Gaan studeren is dus een heel ander verhaal geworden.
JOHAN:School en...
ten gaan inleveren. Dit draagt bij aan een digitaal portfolio wat ook op de speciale decanensite kan worden bijgehouden.
‘Wat kan ik?’
Binnenkort staat de oud-leerlingenmarkt weer op het programma. Bij deze voorlichtingsactiviteit voor klas 5 komen circa vijftien oud-leerlingen van onze school vertellen hoe het nu met ze gaat en wat ze allemaal op de universiteit of hogeschool meemaken. Zeer informatief én betrouwbaar!
‘het begeleiden van het zoekproces’ Ik vind het belangrijk dat leerlingen in de periode op de middelbare school volop de gelegenheid hebben gehad zich te ontwikkelen tot wie ze willen zijn. Ze moeten in die periode niet alleen goed onderwijs hebben gekregen, maar ook kennis hebben kunnen maken met kunst en cultuur, uitgedaagd zijn om te excelleren in vakken door mee te doen aan IJSO- trajecten, vertaal- en debatwedstrijden etc. De invulling daarvan op het JdW is een onderwerp dat zich ook heeft vertaald in het Schoolplan waar we als MR geregeld in de vergaderingen over hebben gesproken. Het is belangrijk een visie te hebben op waar je als school voor wilt staan. Van daaruit kun je leerlingen aanspreken en begeleiden naar een studie waarmee ze door kunnen groeien naar een mooie toekomst. Ons gymnasium draagt daar aanzienlijk aan bij.
‘Wat wil ik?’ In klas 6 hebben de meeste leerlingen rond deze tijd, in het voorjaar, hun keuze wel gemaakt en zich ingeschreven voor hun vervolgopleiding. Er zijn zelfs examenkandidaten die al druk doende zijn met de decentrale selectie voor de studie geneeskunde. De decentrale selectie houdt in dat de aankomende studenten zich tijdig moeten aanmelden voor een studie, waarna de onderwijsinstelling volgens specifieke criteria de kandidaten selecteert. Hierbij zal de aankomend student vaak een motivatiebrief moeten schrijven waarin hij/zij aangeeft waarom er voor een bepaalde studie is gekozen. Decentrale selectie is nu nog een gedeelte van het totaal aantal te vergeven lotingsplaatsen. Wanneer de toelating niet succesvol is gebleken, kan er altijd nog deel worden genomen aan de algemene loting.
Met veel plezier heb ik het afgelopen jaar mijn zoon begeleid bij zijn studiekeuze, maar heb daarnaast ook meegedacht over het onderwijs en de inzet van het JdW voor de komende jaren. Het leuke van deelname aan de MR is dat je veel meer van de gang van zaken op school meekrijgt dan je normaal gesproken loskrijgt van je puber. Bovendien mag je er ook iets van vinden en kun je bijsturen op bepaalde punten. Nu mijn zoon straks eindexamen doet, zit mijn tijd in de MR er op. Binnenkort krijgt u een oproep om u aan te melden voor de oudergeleding van de MR. Denk erover na, het is echt een leuke manier om betrokken te zijn bij de ontwikkeling van de school en uw kind.
Het hoger onderwijs is in ontwikkeling en dat heeft z’n weerslag op de leerlingen van het Johan de Witt-gymnasium. Hoe jong de kinderen dan ook nog zijn, ze zullen zich er tijdig én bewust mee bezig moeten houden. Wilt u meer informatie over studies, de ontwikkelingen en de loopbaanoriëntatie-activiteiten op school? Kijk op www.jdw.dedecaan.net voor meer informatie. JOHAN 12
JOHAN 13
Aan het eind van de derde klas had ik nooit zien aankomen dat ik uiteindelijk hier zou belanden. Ik kon moeilijk kiezen welke kant ik op moest gaan. Ik vond zoveel vakken interessant; biologie en scheikunde, maar ook economie en talen. Een toekomst als ballerina, fotomodel en stewardess had ik inmiddels al wel laten varen. Uiteindelijk begon ik aan het profiel Natuur en Gezondheid met daarnaast scheikunde 2, economie, wiskunde B2, Duits, Latijn en Grieks.
De
Reünist Louise Hoppel Eindexamen 2003
JOHAN:Mensen
Tekst: Louise Hoppel
De Reünist
‘Ik vond zoveel vakken interessant’
Profiel: Natuur en Gezondheid, met scheikunde2, Grieks en Latijn Studie: Bio-Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Leiden, 2003-2010 Beroep: business developer, Erasmus MC Rotterdam, sinds november 2010
Na een biologieles bleven m’n beste vriendin Louise en ik achter en raakten in gesprek met mevrouw Soeters. We praatten over studiekeuzes, waar we wilden gaan studeren en wat we wilden worden. Mevrouw Soeters had Biologie in Leiden gestudeerd en Louise wilde daar hoogstwaarschijnlijk Geneeskunde gaan studeren. Ik was er nog niet uit, maar Leiden leek me wel wat als studentenstad. Door dit ‘oponthoud’ kwamen we vijf minuten voor het einde van de les Nederlands aan op de Oranjelaan. Net op dat moment kwam meneer De Hoon, de coördinator, naar buiten gelopen: ‘Zo dames, moeten jullie niet bij Nederlands zitten?’
‘Ik kon moeilijk kiezen welke kant ik op moest gaan’
Inmiddels had ik wiskunde B2 en Duits laten vallen; het paste qua rooster niet en ik dacht niet dat ik er verder mee zou gaan na m’n eindexamen. Wat het dan wel ging worden wist ik nog steeds niet. Ik bezocht open dagen, waaronder die van het University College, Keltische talen en Cultuur in Utrecht en Geneeskunde in Leiden, en liep ook de nodige carrièrebeurzen af. De keuze ging nu tussen Geneeskunde, Keltisch of Engels en scheikunde. Geneeskunde vond ik altijd erg fascinerend, hoewel ik dan liever de onderzoekskant op zou willen. Keltische talen en culturen leken me heel interessant, maar wat kun je daar nu echt mee? Toen brak m’n studententijd aan. Op het laatste moment had ik gekozen voor de studie Bio-Farmaceutische Wetenschappen aan de Universiteit Leiden; onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe medicijnen, een kruising tussen geneeskunde en scheikunde. Veel praktisch werk op het laboratorium, veel colleges en werkgroepen; bijna elke dag wel van negen tot vijf of langer. Het was enorm interessant en op het lab staan beviel me wel, maar of ik dat nu echt elke werkdag wilde doen en dat de rest van m’n leven?
‘nadenken en open dagen bezoeken’
Vroeger wist ik precies wat ik wilde worden: ballerina, arts, fotomodel of stewardess. Dat leken toen heel verstandige keuzes. Nou ja, misschien niet allemaal even verstandig, maar wel mijn toekomst.
Ten tijde van de afronding van m’n bachelor was ik er nog niet uit en besloot ik het bestuur van m’n studentenvereniging in te gaan. Zo dacht ik tijd te hebben om hier over na te denken en open dagen van andere masteropleidingen te bezoeken. M’n vader zag het niet zo zitten; hij dacht dat ik daarna nooit meer verder zou gaan met studeren. Misschien niet zo heel gek dat hij dat dacht. Ik zat namelijk nagenoeg elke dag op de vereniging, was actief in verschillende commissies en liep alle borrels af. Toch vond ik ergens nog tijd om me te oriënteren op m’n vervolgstudie en ging ik naar de open dag van Forensic Science, een masteropleiding die net dat jaar was opgezet. Ze konden niet vertellen wat de studie
Inmiddels werk ik als business developer bij het Erasmus MC in Rotterdam. Dit houdt in dat ik nieuwe vindingen, zoals medicijnen, medische apparaten, software en behandelmethodes moet evalueren om vervolgens te beslissen wat de beste route is om deze nieuw opgedane kennis naar de patiënt te krijgen. Hiervoor moet je zowel over medische en technische kennis beschikken alsook over kennis van de desbetreffende markt. Daarnaast moet je kunnen onderhandelen met de industrie waar ze de vinding verder kunnen ontwikkelen. JOHAN 14
Tja, Nederlands vonden we dan weer iets minder interessant. Engels vonden we daarentegen wel leuk. Menti Frima, met Klazien en fonetisch. Mevrouw Van Diepenbrugge met haar bammetjes. Mevrouw Odeh die mijn Amerikaans-Engelse uitspraak altijd afkeurde: ‘Maar mevrouw, het is toch ook Engels?’
JOHAN 15
nu precies inhield, behalve dan dat het geen CSI was zoals je dat op tv zag. Juist. Een jaar later miste ik de studie (ik had het hele jaar drie vakken gevolgd) en besloot door te gaan met de master Biopharmaceutical Sciences, maar daarbij wel een cursus Science Based Business te volgen. Bij deze cursus werden je de basisprincipes van strategic marketing, corporate finance, innovation en project management bijgebracht. Dit leek me erg nuttig, omdat je ook inzicht kreeg in wat er gebeurde met mooie onderzoeksresultaten, ofwel business opportunities, nadat het onderzoeksproject was afgerond. Na het behalen van m’n master kreeg ik een project aangeboden via mijn stageafdeling Bioanalytical Sciences, waarbij ik me moest bezighouden met het verder ontwikkelen van een huidcrème en tegelijk hiervoor geïnteresseerde bedrijven moest vinden; dus labwerk én de zakelijke kant ervan. Naast het zoeken naar effectievere en goedkopere ingrediënten gingen we op zoek naar geldschieters voor meer onderzoek en bedrijven die mogelijk de crème op de markt zouden willen brengen. Het werk was echter tijdelijk en ik schreef me ondertussen in voor een traineeship bij de Rijksoverheid en bij de Europese Commissie. Bij de Rijksoverheid kwam ik tot de laatste ronde van het Ministerie van Land-
bouw. De procedure van de Europese Commissie duurde langer en ondertussen was m’n project bij de universiteit afgelopen. Via LinkedIn werd ik benaderd door een oud-collega die inmiddels bij het Erasmus MC werkte; of ik nog op zoek was naar werk. Nou, ja, graag! Zo belandde ik uiteindelijk bij het Erasmus MC, waar ik het zeer naar mijn zin heb. Hoewel ik niet meer zelf op het lab sta, sta ik wel heel dicht bij de allerlaatste ontwikkelingen en vind ik het prachtig om te zien hoe een nieuw medicijn, protocol of apparaat uiteindelijk echt bij de patiënt terecht komt.
‘benaderd via LinkedIn voor mijn huidige baan’ Waar ik over tien jaar sta? Goeie vraag. Misschien nog steeds bij het Erasmus, of bij de European Medicines Agency? Terugkijkend had ik nooit gedacht bij een functie als business developer uit te komen, dus mocht er iets heel anders op m’n pad komen, dan zou ik best weer een totaal andere richting kunnen inslaan. Ik kijk er in elk geval niet meer van op en probeer de kansen te pakken die ik krijg.
Oehoe
JOHAN:Column
Tekst: Michael van der Spek
Van krantenjongen tot miljonair! Dat was de slagzin die in de twintiger jaren stond voor The American Dream. Als je maar je best deed en durf had, werd je vanzelf rijk in het land van de onbegrensde mogelijkheden. Zo ben ik ook grootgebracht. Wilde je wat bereiken, dan moest je het helemaal zelf zien te maken. Geen begeleiding, geen studievoorlichting, alles zelf uitzoeken. Van profielkeuze had nog nooit iemand gehoord, behalve als je schoenen kocht. Zonder profiel gleed je uit. Verder werden we expres door onze ouders, die het naoorlogse Nederland in de jaren 50 hadden wederopgebouwd, kort gehouden en nooit verwend. Daar werd je dan flink van. Dus bij gebrek aan zakgeld moest er gewerkt worden. Aardappels rooien en aardbeien plukken in de Dubbeldamse tuinderijen, enquêteren en auto’s tellen voor de gemeente en natuurlijk De Krantenwijk. Daarmee is menig carrière begonnen. De kranten en tijdschriften trachtten we ook nog voor geld te verkopen aan toevallige voorbijgangers. Dan kwamen we tekort en had de laatste abonnee pech. De nieuwbouwwijk Sterrenburg werd bebouwd met hoge flatgebouwen. Daar wilde niemand kranten bezorgen vanwege de grote loopafstanden, maar daar had ik wat op gevonden. Met een geleende opgevoerde brommer (ik was nog geen 16 jaar) met draaiende motor de lift in en scheurend over de galerijen, waren de kranten in een oogwenk bezorgd. Toen het een keer te slecht weer was, kieperde ik een hele lading reclamefolders van de plaatselijke groenteboer in de sloot bij het sluisje aan de Dubbeldamseweg. Helaas werd dat papier-maché, waardoor de sluis vastliep en de waterstanden in Dordrecht nadien nog dagen ontregeld zijn geweest. Ik heb wat slapeloze nachten gehad, maar de politie heeft mij nooit weten op te sporen.
‘bij gebrek aan zakgeld moest er gewerkt worden’
Heel grappig dat mijn jongste dochter, lijdend onder dezelfde ouderwetse opvoedmethoden, bij gebrek aan financiën ook een baantje als krantenbezorgster bemachtigde voor de krant Dordt Centraal. Voor het luttele bedrag van 5 euro twee uur sjouwen door weer en wind. Haar slimme plannetje was om in november te beginnen en in januari op te zeggen en dan via de kerst- en nieuwjaarsfooi toch een mooi bedragje te verzamelen. Maar al snel viel de baan tegen. De moderne fietsjes kunnen de enorme ladingen kranten niet meer dragen, dus moest ze vele malen op en neer en waren er heel wat lekke banden te repareren. Dan waren er dagelijks klachten van lieden die de gratis krant niet hadden ontvangen. Sabine, geboren juriste, stelde daar tegenover dat het krantje, gezien de oppervlakkige inhoud, in feite een reclameblaadje was en bezorgde dus niet als er een Geen reclame svp-sticker op de brievenbus zat. Mogelijk is daar rechtsfilosofisch iets voor te zeggen, maar daar had de distributeur maling aan. Ze moest steevast een naronde rijden. Ook werden er elke keer veel te veel kranten op onze stoep gelegd. De pakken stapelden zich op, al snel een garage vol. Sabine wilde die stapels in een keer inleveren bij een papieropkoper, die ze via internet gevonden had, voor enkele euro’s per 1000 kg, maar dat bleek in Utrecht te zijn. Uiteindelijk hebben de vele stapels een roemloos einde beleefd bij de vuilstort op de Baanhoekweg. Na twee maanden van tijd en inspanning heeft ze het baantje weer opgezegd. Haar eerste verdiende geld moet ze overigens nog krijgen. Les voor pubers van dit verhaal: een baantje is prima. Het levert je geldelijk weinig tot niets op, maar je leert er wel heel veel van. Om miljonair te worden, moet je ergens beginnen. JOHAN 16
JOHAN 17
Oehoe!
Als oudste zoon is Cornelis voorbestemd zijn vader op te volgen, en wel in het ambt van burgemeester van Dordrecht. Maar hij moet wachten, Jacob is nog lang niet aan aftreden toe. Prettig is die situatie niet. Cornelis zit feitelijk op de reservebank, wachtend op speelminuten. Zijn carrière als stadsbestuurder krijgt vorm als hij wordt benoemd tot schepen; hij is dan lid van de stedelijke rechtbank. Met zijn vijfentwintig jaar, de minimumleeftijd voor deze baan, is hij als schepen het jongste lid van de Oudraad. In dit hoogste orgaan van het stadsbestuur passeren grote en kleine onderwerpen de revue. Zo steekt Cornelis de hand op voor afschaffing van de kermis in Dordrecht. En voor zijn rechtsprekende functie regelt hij met zijn collega-schepenen de openbare executieverkoop van het huis en de spullen van failliete stadsgenoten, hartstochtelijk aangekondigd door de stadsomroeper en door het luiden van de stadhuisklokken.
De Witt spitten naar
JOHAN:Feuilleton
deel 7
Spitten naar De Witt
Tekst: Simone van Nes
Ons gymnasium draagt een naam om trots op te zijn. Johan de Witt (1625-1672) was immers een markant staatsman, begenadigd wiskundige en groot politiek genie. Maar kennen wij zijn levensloop? En geeft de tijd niet steeds nieuwe inzichten in zijn daden, maar ook rondom zijn dood? JOHAN neemt een duik in de geschiedenis.
Wat ging vooraf? We verplaatsen ons naar het Dordrecht van de zeventiende eeuw. De door de florerende houthandel bemiddelde familie De Witt behoort tot de top van de elite. Vader Jacob heeft zich ontwikkeld tot een van de leidende politici in Holland. Intellectuelen als Gerard Vossius en Jacob Cats zijn regelmatig te gast bij het gezin. Zij dragen bij aan de opvoeding van normen en waarden, aan de sfeer van beheersing, redelijkheid en godsvrucht, waarbinnen de broers Cornelis en Johan de Witt met hun twee zussen opgroeien. Van de Latijnse School in Dordrecht gaan de jongens naar Leiden om rechten te studeren. Met een ‘Grand Tour’ door Europa sluiten zij hun studie af en omdat hun pad meer geëffend is voor een politieke loopbaan dan voor de handel in hout, staan we hier op het beginpunt van de carrières van onze helden. Van Johan weten we dat hij door zijn kennis en kunde, maar ook door wonderlijk toeval, een vliegende start maakt en al snel raadpensionaris wordt, maar hoe vergaat het zijn twee jaar oudere broer Cornelis? JOHAN 18
‘openbare executieverkopen hartstochtelijk aangekondigd door de stadsomroeper’ Echt boeien kan de baan hem niet, en vaak blijft zijn stoel in de schepenbank onbezet. Duizendmaal liever bezoekt Cornelis zijn broer in Den Haag. En al heeft hij ingestemd in met een kermisverbod in Dordrecht, in Den Haag slaat hij geen dag van de meikermis over. En daar, daar zijn de meisjes. Cornelis raakt tot over zijn oren verliefd op Maria van Berckel, dochter van de ontvanger-generaal (belastinginner) van Holland. Een deftig en invloedrijk man. Nadat de financiële en politieke mogelijkheden van een verbintenis door de families naar tevredenheid verkend zijn, neemt Cornelis zijn Maria mee naar de bevroren Hofvijver, en zwiert een huwelijk tegemoet.
Maria standvastig in de liefde. Het paar trouwt in september. Een maand later gebeurt er iets dat als een wonder moet lijken in de ogen van de broers: Willem II sterft aan de pokken. De regenten vormden weer de bovenliggende partij. Neef Johan Johansz jubelt over de dood van de prins: ‘geen mensenwerk, maar een bijzondere voorbeschikking van God Almachtig’. De familie wordt gerehabiliteerd, de ster van Cornelis stijgt. Al in 1652 wordt hij lid van het Rotterdamse admiraliteitscollege. Hij schuift aan bij doorknede zeerotten, en komt er al snel achter dat zijn Dordtse havenbelevingen van een heel ander gehalte zijn. De enorme ervaring van de zeecommandanten kan niet voorkomen dat de gebrekkige marineorganisatie van de straatarme Hollandse admiraliteiten wordt blootgelegd tijdens de oorlog met Engeland. Er was nagelaten te investeren in de marine. Geen zeeslag is de Nederlandse vloot gegund. De harde les luidt: ‘rijk uitgeruste koopvaardijschepen bieden geen garantie voor de toekomst’. Tromp, Witte de With en De Ruyter weigeren nog één voet te zetten op de vloot. We weten dan ook dat het niet de zeemacht is, maar de gewiekste slimheid van broer Johan de Witt die de oorlog beëindigt. ‘een
wonder in de ogen van de broers’
‘De glans van een bloedverwant die met luister wordt bekleed, straalt af op de anderen’, tekent neef Johan Johansz op. En zo is het maar net. Want met een broer die raadpensionaris is, blijft een prestigieuze benoeming niet lang uit voor Cornelis: hij wordt benoemd tot ruwaard van Putten en is Collectie Dordrechts Museum -Jan de Baen: Cornelis de Witt
Maar dan barst de bom. Prins Willem II doet een staatsgreep na een groeiend conflict over de financiering van het leger. Op 30 juli 1650 laat hij zes regenten gevangen zetten, onder wie vader Jacob de Witt. Op 2 augustus arriveren de gedetineerden op Slot Loevestein, de staatsgevangenis. De broers zien het somber in. Dreigt er een burgeroorlog? Is de gevangenneming de opmaat naar een gruwelijk lot als dat van Van Oldenbarnevelt? Wordt hun vader voor hoogverraad ter dood veroordeeld? Pas wanneer de gevangenen hun ontslag uit hun ambt indienen, en de Staten van Holland de totale nederlaag erkennen, stelt de prins het zestal in vrijheid. In Dordrecht is Jacob al zijn functies kwijt. Een bittere pil. Zijn talloze nevenfuncties worden snel ingepikt en de familiereputatie biedt niet langer automatisch een opstap voor Cornelis. Zijn toekomst is uiterst onzeker. Gelukkig voor Cornelis is JOHAN 19
daarmee de hoogste gezagsdrager op dat eiland, een soort gouverneur. De functie geeft adellijke flair en – prettige bijkomstigheid – goede verdiensten. Samen werken de broers aan het voeren van handel en het vergaren van welvaart voor de Republiek. En ook samen zetten zij de schouders onder de ‘Ware Vrijheid’: een staat vrij van de grillen van de prinsen van Oranje. In alles is Cornelis wel ‘de broer van’. Bij hem wordt aangeklopt wanneer men door wil dringen tot Johan, en andersom zet Johan Cornelis aan het netwerken. ‘Harmoniseren’ is een belangrijke doelstelling om de vrede en vrijheid te garanderen. Cornelis verheugt zich in het buitenleven in de Heerlijkheid Putten. Geregeld beoefent hij de ‘geneugden van de jacht’, in zijn eentje, genietend van de stilte. Het gaat hem er niet om een groot jager te zijn. Wel is hij een onverbiddelijk ruwaard. In zijn functie is hij tegelijkertijd officier van justitie, en met zijn degen op de heup stelt hij ‘strenge exempelen’. Hij spreekt recht in het Hof van Putten, een kasteel dat enige gelijkenis vertoont met de Haagse Ridderzaal. Cornelis en Maria zijn tevreden met hun woonomgeving en gelukkig in hun huwelijk, al moeten zij na de geboorte van hun zoontje Jacob twee dochtertjes ten grave dragen. Met benoemingen tot dijkgraaf van Mijnsheerenland en baljuw van de Beijerlanden zien we dat bijbaantjes ook in de zeventiende eeuw talrijk zijn voor overheidsdienaren. Ondertussen gaan de ontwikkelingen in Dordrecht voort, en Jacob, steeds vaker teleurgesteld in wie vroeger zijn vrienden waren, ‘refuseert de eed te doen’ na zijn herverkiezing als burgemeester. De verbitterde man, die zijn plichts-
Collectie Mauritshuis - Jan de Baen: De verheerlijking van Cornelis de Witt
betrachting jegens de stad Dordrecht niet langer gewaardeerd ziet, krijgt gelukkig een prachtige betrekking als rekenmeester in Den Haag. Cornelis neemt de plaats in van zijn vader als burgemeester van Dordrecht, maar de grote saamhorigheid van weleer heeft plaatsgemaakt voor tweespalt. Jaloezie en argwaan vieren hoogtij. Cornelis volhardt in zijn streven naar rust en harmonie, en langzaam treedt enige verbetering op. Zijn gezin vormt zijn veilige thuishaven. Zoontje Jacob is een intelligent kereltje, dat als beste van de klas de hoofdrol krijgt toebedeeld in een schoolspel, en zo op de planken staat in de Augustijnenkerk, net zoals ooit zijn vader en oom hadden gestaan. Al is Cornelis minstens zo toegewijd als zijn vader en beteugelt hij waar hij kan het gekrakeel in Dordrecht, hij pakt met beide handen de kans aan opnieuw naar Den Haag te gaan, ditmaal om in het volle licht van de landelijke politiek te treden. Broer Johan kan wel een betrouwbare medestander gebruiken in de Haagse arena, waar binnen- en buitenlandse politiek voortdurend in een sfeer van nervositeit verkeren. Hét middel tot behoud van de staat is volgens de broers de Ware Vrijheid, samen met evenwicht en harmonie. Cornelis treedt toe tot het College der Gecommitteerde Raden. Als gedeputeerde te velde moet hij als gevolmachtigde aanwezig zijn bij de door de Republiek gevoerde oorlogen. Engelse provocaties luiden in 1665 een oorlog in en een ware krachtmeting op zee volgt. De bisschop van Münster ziet zijn kans schoon. Met subsidie van de Engelsen stampen zijn troepen ons land binnen. Als gedeputeerde reist Cornelis naar het krijgsgewoel in het oosten, waar hij zwaar teleurgesteld is in de Nederlandse vechtlust. Op zee gaat het beter. De zware Vierdaagse Zeeslag lijkt de Engelsen op de knieën te dwingen, maar het beroemde tactische kunststuk door de vloot van admiraal Michiel de Ruyter, uitgedacht door Johan de Witt en met aan boord van de Zeven Provinciën de leider van de operatie, Cornelis, zorgt voor de heroïsche overwinning die het einde van de oorlog inluidt: de Tocht naar Chatham. De overwinning die Vondel de inspiratie tot ‘de keten breekt en barst’ en ‘de Batavier rukt staal, als rag, aan flarden’ geeft. Vooral op Cornelis straalt de overwinning af. Op de kade van het Groothoofd wacht het stadsbestuur de zeeheld op met bazuingeschal. Cornelis, altijd slechts de broer van… Maar wel bekroond met een Oscar voor beste mannelijke bijrol in onze vaderlandse geschiedenis.
12-04 t/m 16-04 Rapportuitreiking klas 1-4 16-04 Ouder-mentorgesprekken 29-04 t/m 10-05 Meivakantie 13-05 t/m 29-05 Centraal Examen klas 6 21-05 t/m 24-05 Vlaanderenreis klas 3 Internationale reis klas 4 (Parijs, Londen of Berlijn) 04-06 MR vergadering 06-06 FCE & CAE Examen mondeling, gedurende de hele dag 11-06 FCE Examen Cambridge Engels 12-06 CAE Examen Cambridge Engels 13-06 Uitslag Centraal Examen eerste tijdvak 18-06 en 19-06 Uitslag Centraal Examen tweede tijdvak 20-06 Inhalen 21-06 Herkansen 21-06 Rijksmuseum klas 3 25-06 40-minutenrooster 26-06 t/m 03-07 Toetsweek 28-06 Proclamatie
RETINENDA
11-07 Promotie Grote kerk
De opgesomde activiteiten zijn globaal en onder voorbehoud van wijzigingen. Voor een compleet en actueel overzicht raden wij u aan regelmatig de jaarplanner te raadplegen. www.jdw.nl
michel
Angelo
In de volgende aflevering keren we terug naar de machtsverhoudingen in de Republiek.
JOHAN 20
JOHAN 21
JOHAN:Cartoon
op zoek naar een origineel cadeautje?
! s ij
Pr
Vertaal
JOHAN:Reportages
Tekst: M. de Hoon
wedstrijd
Het meedoen aan vertaalwedstrijden was tot vorig jaar een kwestie van de Olympische gedachte: meedoen is belangrijker dan winnen. Toen Amy Rieborn vorig jaar de derde prijs won in de vertaalwedstrijd, die toen nog georganiseerd werd door de Vereniging Vrienden van het Gymnasium, en gewoon vertaalwedstrijd genoemd werd, kon dat uitgelegd worden als een kentering. Dat deden we dus ook maar. Toen in november 2012 een twaalftal leerlingen deelnam aan de nieuw ingezette traditie van een Olympiade Latijn, wees niets er op dat er weer een prijs zou worden behaald. Akkoord, zeer getalenteerde leerlingen die graag de finesses van de talen Latijn en Nederlands verkennen, die heb je natuurlijk wel nodig, en die gingen ook mee. Toch zat er dit keer opnieuw een prijswinnaar van onze school bij: Calvin Joenoes bleek zaterdag 9 maart bij de indrukwekkende prijsuitreiking in het Allard Pierson Museum te Amsterdam beslag te hebben gelegd op de tweede plaats! Een groot compliment van voormalig universitair hoofddocent Griekse en Latijnse cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, de heer dr. J.J.L. Smolenaars, voor Calvin, die aldus het juryrapport in zijn vertaling weliswaar niet geheel foutloos was gebleven, maar toch mooie, soepel lopende Nederlandse zinnen had geschreven. Een classicus waardig, Calvin! Jouw uitzonderlijke talent, ook lange tijd gekoesterd en aangewakkerd door classici als de dames Van den Dries en Tonino. ‘de finesses van Latijn en Nederlands verkennen’
Latijn 2012
De trotse ouders van Calvin konden, net als de rest van het publiek, eerst genieten van een voordracht over het Griekse theater door mevrouw Geralda Jurriaans, waarna theatergroep Aluin met twee spelers (!) een Medea ‘unplugged’ ten beste gaf, een zeer indrukwekkend programma en voorwaar een waardige inleiding op het hoogtepunt van die middag. De prijsuitreiking van de Olympiades (meervoud dus) werd begonnen met de uitslag van de vertaalwedstrijden Grieks en Latijn voor volwassenen. Vervolgens sprak de heer Smolenaars de drie prijswinnaars van Latijn toe. Licht ironisch wees hij hen op een paar foutjes, maar ook bij hem was de trots over een zo hoge vertaalkwaliteit van het gezicht te lezen. De heer prof. G.J. Boter, hoogleraar Griekse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit, sprak ten slotte de drie prijswinnaars van de vertaalwedstrijd Grieks toe.
‘Trots’
JOHAN 22
it’s a present!
extraordinary Gifts
k o o ne! i l on
www.itsapresent.NL Dordrecht Voorstraat-west 403 078-7504800 Utrecht Lijnmarkt 16 030-2328790
JOHAN:Column
Contumelia
Communicatie Wat mij opvalt, is dat het niemand meer opvalt dat we niet meer communiceren. We informeren heel veel, dat wel. Wie de moeite neemt op het internet naar uitleg over de term communiceren te zoeken, vindt een dwarsdoorsnee van vormen van communicatie.
De Antieke Schuit Antiquiteiten - Curiositeiten
Non-verbale communicatie vind ik altijd wel een aardige. Ik zie dat echt voor me. De een communiceert, met gevouwen armen (ai ai, gesloten houding, weinig ruimte voor kritiek) en een beetje naar links kijkend (liegt hij nou, of liegt hij nou juist niet?), maar niet te veel naar links kijkend (anders ziet hij zijn gesprekspartner niet meer), met opgetrokken neusvleugels (ruikt hij iets, is hij ‘high on speed’ of supernerveus, en zo ja, wat heeft hij dan uitgevroten?), onderuitgezakt (ach gossie, heeft hij last van de rug, of wil hij een ontspannen indruk wekken, en zo ja, waarom dan? Nu oppassen dat ik niet paranoïde word) met de ander. Die ander zit kaarsrecht (o jee, hij is een alfamannetje, of hij zit gewoon op een krukje en heeft geen rugleuning), met grote ogen (geen idee wat dat te betekenen heeft, misschien heeft hij slaap, onder andere door wat die ene tegen hem zit te vertellen, en kan hij zijn ogen anders niet openhouden), met zijn linkerarm wijd en druk gesticulerend, met de andere arm tegen de borst, en met de wijsvinger in het linker neusgat (lastig, volgens mij: met je rechtervinger in je linker neusgat wijst, dacht ik, op een disfunctionele, polymembrane, licht antropomorfische hersenactiviteit, die ontstaat doordat je wel jeuk in je linkerneusgat hebt, of daar iets wilt verwijderen of zo, maar je rechterhand dan eigenlijk tegen je zegt: ja hallo, als jij jeuk in je linker neusgat hebt, ga je daar ook maar met je linkervinger in graaien. Zoiets.), diepe zuchten slakend (zo van: mannetje, van alles wat jij zegt, word ik zo verschrikkelijk triest, en ik snap eigenlijk niet waarom jij op deze wereld rondsjouwt en al helemaal niet waarom jij nou net mij met je minkukelverhalen lastig valt), en maakt geregeld gebruik van lange stiltes, puur om zijn gesprekspartner een ongemakkelijk gevoel te geven, en het gevoel dat hij eigenlijk ondergeschikt is aan de ander. Dat gesprek lijkt me nou eens leuk om te zien. Misschien dat zoiets eens een keer verfilmd kan worden bij kubv (kunst en beeldende vorming), in plaats van alweer een interview met een hotemetoot over wat die vindt van het zwerfafval rond de school, in de school, op de trappen, naast de trappen, in de kantine op de grond, in de kantine op de tafels, op de stoelen, in de lokalen, kortom overal, behalve in de afvalbakken. Een andere vorm van communicatie is miscommunicatie. Echt geweldig! Je denkt dat je de ander iets duidelijk gemaakt hebt, en die ander heeft een totaal andere interpretatie van jullie gesprek. Kan zo in een klucht. Heb jij die collega zijn congé nog gegeven? Ja hoor, hij heeft de kantine keurig schoon gemaakt. Kostte even, maar nu hebben we ook wat. Heerlijk!
VOORSTRAAT 126 3311 ER Dordrecht Tel: 078-6318483
Communicatie, altijd leuk. En summum van communicatie? Communicerende vaten... Contumelia
openingstijden: dinsdag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur JOHAN 25
‘Eens wordt de stek een boom.’ Lijfspreuk Prins Maurits
tandem fit surculus arbor
ORANJEPARK voortbouwen op oude fundamenten JOHAN:Informatief Fotografie: Simone van Nes
Oranjepark: voortbouwen op oude fundamenten
Impressie JOHAN 26
JOHAN 27
Open Dag een feestelijke dag!
JOHAN:Reportages Tekst & fotografie:
Judith Houmes-Laan
Johan de Witt-gymnasium 2013
Zaterdag 26 januari, zoals gebruikelijk de laatste zaterdag van januari, was het weer zover: de jaarlijkse Open Dag van het Johan de Witt-gymnasium. Ik kan er niets aan doen, maar ik vind het altijd een feestelijke dag, de Open Dag. Alle medewerkers van de school – docenten, ondersteunend personeel, leerlingen – kijken je met blijde verwachting aan als je binnenkomt, ruim op tijd, om je spulletjes klaar te zetten. Iedereen is daar dan druk en met gezonde spanning mee bezig, om op tijd klaar te staan voor de eerste bezoekers. Wij, de redactie van JOHAN, mogen in de kantine staan, samen met bestuursleden van de Oudervereniging. Dit jaar stonden wij naast de stand van Musae, vlakbij het podium waar muziek werd gemaakt en gezongen. Wij staken daar misschien wat bleek bij af, maar dat moet ook: het gaat tenslotte om de leerlingen. Laat die maar laten zien wat er allemaal voor kleurrijks te doen is op school. Dat het Johan de Wittgymnasium geen stoffig grijze, stille boel is, maar bruist van het leven, vast van plan de schooltijd een hele mooie tijd te laten zijn. Waar je vrienden maakt, samenwerkt met je docenten, om leuke (buitenschoolse) dingen neer te zetten, zoals deze Open Dag.
‘het JdW bruist van het leven’
De bijgaande foto’s geven een impressie van het drukke geloop, de vragende bezoekers, de activiteiten in de klaslokalen, bij de verschillende vakken en de gezelligheid in de kantine. De locatie geeft een wat dubbel gevoel. Op de Open Dag was de planning nog dat de school na de zomervakantie in de vernieuwde locatie zou zitten, maar dat blijkt nu niet haalbaar. Jammer, maar ook weer geen ramp. De nieuwe locatie komt heus af en de verhuizing is wel wat uitgesteld, maar zal niet worden afgesteld. En aan Stek is het ook gezellig, zo verneem ik van mijn zoon op school en van anderen die er werken. Daaruit blijkt maar weer: de mensen maken de sfeer en dat zit wel goed op het Johan de Witt. Aan het einde van de ochtend werd, onder het genot van een broodje, nog even nagepraat en heeft de rector plenair de balans opgemaakt: ook dit jaar was de ouderavond op woensdag heel goed bezocht en deze zaterdagochtend heeft veel aankomende leerlingen naar Stek gevoerd, ondanks de sneeuw. De mooie gele schoolbus heeft zijn diensten weer bewezen, pendelend van parkeerterrein Energiehuis naar Stek en weer terug. Er zijn ongeveer evenveel bezoekers geweest als vorig jaar. We kijken uit naar de inschrijvingen!
JOHAN 28
JOHAN 29
Kleine Avond r o o v n e New Orleans Night Klassieke Muziekavond
door
MUSAE
JOHAN:Reportages Tekst Musae: Eline Rensink Fotografie: Michel de Groot
fantastische evenementen
Musae, de culturele leerlingenvereniging Musae brengt kunstvormen tot uiting door activiteiten te organiseren waarin leerlingen hun talenten en passie tonen aan het publiek. De naam komt van het Griekse woord Μοῦσαι, de muzen, de negen dochters van Zeus en Mnemosyne. Goddelijke wezens die de grote daden der goden bezingen en vreugde in het hart brengen. Ze wekken geestdrift op en inspireren.
JOHAN 30
JOHAN 31
Ars gratia artis
‘het muzikale niveau van de leerlingen is ontzettend hoog’
Ik herinner me het nog precies. Ik, brugklassertje van twaalf, zag op school een poster hangen van de Kleine Avond en was benieuwd. Ik besloot me aan te melden en zonder ook maar enige vorm van auditie te doen stond ik daar opeens, op 26 april 2007, met mijn dwarsfluit in de Grote Zaal van Kunstmin. Ik wist niet wat me overkwam. De optredens, de sfeer die er hing, ik vond het allemaal even fantastisch. Enkele jaren later zag ik, als vierdeklasser, weer een poster hangen, ditmaal van Musae; ze zochten nieuwe leden! Dat klonk mij als muziek in de oren. Sindsdien maak ik deel uit van een ontzettend leuke groep enthousiaste, creatieve mensen die onder de toepasselijke naam ‘Musae’ vallen. Musae organiseert muziekavonden, waaronder de Kleine Avond die net heeft plaatsgevonden. Ook de New Orleans Night behoort tot ons vaste programma. Dit jaar vond de New Orleans Night plaats op 10 januari 2013. Dit is iets later dan voorgaande jaren, waardoor het kerstachtige sfeertje, dat er normaal gesproken hangt, plaatsmaakte voor een fris nieuwjaarsgevoel. Wat er ‘anders’ is aan de New Orleans Night, is dat het kleinschalig is, waardoor de optredens heel intiem en ontroerend zijn. Bovendien is de muziekstijl die we proberen aan te houden jazzy. Elk jaar weer blijkt dat het muzikale niveau van de leerlingen van onze school gewoon ontzettend hoog ligt. Dit hoge muzikale niveau is meerdere malen per jaar te bewonderen, bijvoorbeeld tijdens de Kleine Avond. De laatste jaren is er steeds meer animo om mee te doen aan deze originele, afwisselende avond, waar niet alleen muziek wordt gemaakt, met instrumenten en/of zang, maar waar ook met passie wordt gedanst én geacteerd. JOHAN 32
Elk jaar weer blijkt dit project een hoop ‘bloed, zweet en tranen’ te kosten. Zeker dit jaar, met de verbouwing van de huidige schouwburg en de onzekerheden omtrent de afleveringsdatum van het Energiehuis, bezorgde De Kleine Avond ons, de leden van Musae, een hoop stress. Uiteindelijk hebben we, onder leiding van onze mentoren mevrouw Conradie en mevrouw Malschaert, besloten de Kleine Avond dit keer te houden in het BeneVia Muziekcentrum in Sterrenburg. Heel anders natuurlijk dan de Grote Zaal van Schouwburg Kunstmin, waar zo’n 700 toeschouwers in kunnen. Gelukkig zorgden het thema, film uit de jaren 20 en 30, het prachtige decor, gemaakt door Musaeleden onder leiding van creatief brein Angelo van der Luijt, en de gevarieerde groep artiesten voor een geslaagde avond. Cultuur lééft binnen onze school, dat is overduidelijk. De afgelopen twee jaar hebben we zo’n veertig aanmeldingen voor de audities van de Kleine Avond ontvangen, waardoor we helaas niet voor alle goede acts een plaatsje hadden in ons programma. Sommige acts hebben het nog net niet helemaal (maar zijn al wel een heel eind op weg), of passen niet in het concept van de avond. Voor dit laatste probleem hebben wij destijds dus dé oplossing gevonden: naast onze jazz-getinte New Orleans Night organiseren wij nu ook de Klassieke Muziekavond. Van prachtige pianostukken tot een hoornkwartet, op deze avond komen allerlei verschillende facetten van de klassieke muziek op een frisse, lichte manier naar voren. Dit geeft maar weer eens aan dat cultuur helemaal niet ‘saai’ of ‘ouderwets’ hoeft te zijn. Naast al deze jaarlijks terugkerende projecten, zijn wij verheugd te mogen melden dat wij ook een bijdrage zullen leveren aan de festiviteiten rondom het lustrum van onze school. Deze festiviteiten, waarmee wij uitgebreid zullen vieren dat de school 760 jaar bestaat, zullen plaatsvinden in november 2013. Helaas ben ik dan, als alles volgens plan verloopt, al van school af, maar toch zal ik, met mijn mede-zesdeklassers uit Musae, zeer zeker aanwezig zijn. De enthousiaste ‘brugger’ in mij is namelijk nog altijd niet verdwenen!
JOHAN 33
fotografie: Rinie Boon Roderick Westerink, mevrouw Sebregts, Angelo van der Luijt, Iris Gündel, Romy Bezemer, Juul Klein Wolterink
HATTRICK VOOR JDW-DEBATERS tekst:
Simone van Nes
‘Het NK Debatteren voor Scholieren bestaat al vijftien jaar en is uitgegroeid tot een van de grootste scholierencompetities van Nederland. Meer dan honderd scholen gaan op dit toernooi de verbale strijd met elkaar aan, om te bepalen wie zich kampioen van Nederland mag noemen.’ Met deze tekst introduceert het Nederlands Debat Instituut het initiatief van eind jaren 90. En in het relatief korte bestaan van deze competitie heeft het Johan de Witt-gymnasium al driemaal het kampioenschap gewonnen. Lieten in 2006 en 2010 de toenmalige debatteams meer dan honderd concurrenten achter zich, op zaterdag 19 januari van dit jaar waren het Iris Gündel, Juul Klein Wolterink, Romy Bezemer, Roderick Westerink en Angelo van der Luijt die met hun redekunsten de opponenten op achterstand zetten. Na drie spannende voorrondes in de maanden ervoor, waaraan honderdvijftien scholen deelnamen, streden op de dag van de ‘grande finale’ 33 teams om de felbegeerde wisselbeker. Voelde de beker magnetische krachten om naar Dordrecht terug te keren, of waren de debaters werkelijk zo goed?
‘al driemaal het kampioenschap gewonnen’
Het prachtige Kamerlingh Onnes Gebouw in Leiden leek toepasselijk gekozen. Meer dan tweehonderd jaar geleden, ook in januari, vloog een vlakbij afgemeerd, met achttien ton buskruit geladen schip de lucht in en verwoestte de toenmalige Steenschuur grotendeels. En nu, twee eeuwen later, knalde het dak eraf door de debatploeg. Actuele stellingen als het Nederlandse pensioenstelsel, het gebruik van gewapende drones (u weet wel, die onbemande vliegtuigjes) en het immigratiebeleid; in een erudiete woordenstrijd sabelden ‘onze’ Juul, Roderick en Iris de tegenstanders neer. De finale was in een zo mogelijk nog mooiere omgeving. De bijzondere allure van de Stadsgehoorzaal Leiden leek het drietal vleugels te geven; het sterrenplafond deed hen schitteren. Is de AOW-problematiek een bittere pil in de politiek, de JdW-finalisten tackelden het probleem schijnbaar moeiteloos in de zinderende eindstrijd. Met punten voor rolvervulling, scherpe analyses, argumentatie en presentatie kwam alleen het team van het Johan de Witt met een score boven de duizend.
Musae: inspiratiebron voor kunst
Tijdens het juryberaad werd het publiek getrakteerd op een kostelijk ballondebat. U kent het? Luchtballon, beroemdheden aan boord, ballon dreigt neer te storten, publiek beslist wie moet springen… Als Jules Deelder praatte Angelo van der Luijt zonder omhaal Obama, Berlusconi, Mao Ze Dong en The Nanny uit de ballon! Als kroon op het werk was daar ook nog eens de nummer 1 van het sprekersklassement: Roderick Westerinck, die volgens docente Nederlands en debatteam-inspirator Asja Sebregts een kippenvelspeech hield. Nooit eerder won een school alle prijzen van één NK…
JOHAN 34
JOHAN 35
Ouder en wijzer JOHAN:Column
Tekst: Maaike Hoogerwerf
Over alfa’s en bèta’s… …en een leven zonder wiskundige basis Lang geleden, in 1978, zat ik in 3 gymnasium en moest ik kiezen tussen alfa en bèta. Dat was niet zo moeilijk, want ik was goed in talen en buitengemeen slecht in wiskunde. Waar bij anderen een wiskundeknobbel zat, was er bij mij een flinke deuk, een krater eigenlijk. De natuurkundelessen zijn vanaf de eerste les volledig aan mij voorbij gegaan. Mijn natuurkundeleraar werd zo wanhopig van mij dat ik toestemming kreeg om bij proefwerken te overleggen met een vriendin die er ook niets van begreep. Zelfs samen kwamen we helaas nooit boven de 5 uit. Ik keek er dus al een tijd naar uit om alfa te gaan doen, ik wilde rechten gaan studeren. In de vierde klas werden de alfa´s en de bèta´s gescheiden. Wij alfa’s kregen aardrijkskunde en geschiedenis en alle talen en heel veel Latijn en Grieks en eenvoudige wiskunde, die voor ons nog behoorlijk moeilijk was. De bèta’s hadden ingewikkelde wiskunde en natuurkunde, scheikunde en biologie en aanzienlijk minder Latijn en Grieks maar geen aardrijkskunde. Profielen bestonden niet, aan het eind van de vierde kozen alle leerlingen een vakkenpakket. Ik koos een pakket dat uniek was op de scholengemeenschap met 1100 leerlingen: zes talen en economie I. Alle andere alfa’s kozen zes talen en geschiedenis of in een enkel geval zes talen en aardrijkskunde. Maar ik wilde rechten gaan studeren, dus leek economie mij een verstandige keuze. Ik was de enige leerling met economie I die geen wiskunde A had. Ik haalde mijn examen waarbij ik op miraculeuze wijze een 7 voor economie wist te scoren en ben rechten gaan studeren. Ik ben advocaat geworden en ik heb het in mijn leven nooit als een gemis gevoeld dat ik de laatste jaren van mijn schoolcarrière geen wiskunde, scheikunde, natuurkunde en biologie heb gehad. Ik ben een talenmens. Ik houd van schrijven, analyseren, formuleren, communiceren, argumenteren, debatteren, improviseren en musiceren en dat gaat allemaal uitstekend zonder de wiskundige bagage van klas 5 en 6. Toen mijn kinderen een profiel kozen, waren de tijden veranderd. Iedere vwo’er moet eindexamen wiskunde doen. Een volledig alfapakket is uit den boze. ‘Voor het vervolgonderwijs moeten leerlingen beschikken over voldoende wiskundige bagage’, zo luidt het argument. Maar er zijn veel opleidingen waar geen wiskunde in voor komt, zoals bijvoorbeeld talen, orthopedagogiek en rechten. Voor die opleidingen gaat dat argument van de minister dus niet op.
Méér tassen vind je niet!
Ik begrijp ook niet zo goed waarom het Johan de Witt-gymnasium probeert zoveel mogelijk leerlingen naar een NG of NT profiel te loodsen, tenminste dat gevoel kreeg ik toen mijn dochter een profiel moest kiezen. In haar geval is het trouwens niet gelukt, want zij heeft haar moeders genen en haalde dus bij lange na geen zeven gemiddeld voor de bètavakken. De geschiedenis van 1978 herhaalt zich, want ze genoot van het schrijven van haar profielwerkstuk, maar worstelt met economie en ze wil rechten studeren. Nu maar hopen op een mirakel bij wiskunde C. JOHAN 36
www.duifhuizen.nl
nieuw
onze woonwinkel
in ‘De Nieuwkerk ’
KeuKens AppArAtuur KooKArtiKelen BesteKcAssettes serviezen espressomAchines cAdeAu ArtiKelen meuBelen verlichting vloeren WAndBeKleding
JOHAN:Mensen
Tekst: Joop Roovers
Ouder(s) in de picture
OUDERSPICTURE in de
het beroep van...
Om een link te leggen met de profiel-, studie- en beroepskeuze van het schoolgaande kind wordt een aantal interviews afgenomen met ouders van JdW-leerlingen. Met de verschillende profielen als uitgangspunt zoeken we het verhaal van de ouders: hoe zijn ze tot hun keuzes gekomen, de ups en de downs in de studie en het betreden van de arbeidsmarkt. En wat er van hen is geworden…
Dit keer Tineke Bijl (50).
Middelbare school De Lage Waard te Papendrecht Profiel bètawetenschappen (Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie)
Tineke is de moeder van Philip uit 6C en werkt bij ING, onderdeel Nationale Nederlanden als hoofd Sourcing and Finance (CPO)
Studie * fysiotherapie aan de Academie voor Fysiotherapie te Rotterdam * bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam * diverse IT-opleidingen (intern) bij Volmac (opgegaan in Capgemini) Beroep * fysiotherapeut bij Verpleeghuis Waerthove Sliedrecht en als zelfstandige in maatschap te Rotterdam * programmeur/projectleider in IT-sector bij diverse bedrijven (op uitleenbasis) * manager bij ING/Nationale Nederlanden (IT, projectleiding, procesmanagement, organisatieadvies, arbeidsontwikkeling, management) Bijzonderheden * na het derde jaar van de middelbare school geswitcht van havo naar vwo (atheneum)
Nieuwkerksplein 100 • 3311 TJ Dordrecht Tel.Fax 078 - 6139177 •
[email protected] • www.hpieters.com
* volgde de academische studie tijdens haar werkzame periode
JOHAN 39
CV
Geen moeite gehad met je profielkeuze? ‘Nee, dat was eigenlijk een vanzelfsprekendheid voor me, ik had niet zoveel met talen. Ik had meer affiniteit met en was gewoon ook beter in de abstracte vakken. Al snel was ik me bewust van het selecte clubje (bèta) vrouwen in een mannenwereld.’ Was het ook een goede keus? ‘Natuurlijk, met het bètaprofiel kon ik alle kanten op; naarmate de loopbaan vorderde is me dat steeds duidelijker geworden. Ik heb er alleen maar profijt van gehad.’ Was het kiezen van een studie lastig voor je? ‘Niet lastig, maar achteraf had ik wellicht beter een universitaire studie kunnen kiezen. Op de middelbare school heb ik helaas weinig begeleiding gehad en zelf had ik altijd al wel interesse voor fysiotherapie. Vanuit die beperkte voorlichting en met de wetenschap van toen is dat ook mijn eerste beroep geworden gedurende circa zes jaar.’ Dit was het toch niet? ‘De studie was leuk, maar het werk vond ik uiteindelijk toch te eenzijdig en ik liep op tegen fysieke beperkingen. Omdat ik bewust voor een deeltijdstudie koos, was er een beperkte maar weloverwogen keuze voor een algemene studie. En bij het zoeken naar ander werk hebt ik ook gericht gekozen voor een bedrijf met veel doorgroei- en opleidingsmogelijkheden.’ Daar kwamen de sterke ellebogen goed van pas? ‘Nou nee, ik ben eigenlijk helemaal niet carrièregericht. Wel ambitieus en niet snel tevreden, maar ook zeer loyaal.’ Kortom… ‘Ik ben van nature actief, wil regelmatig iets nieuws proberen en zit graag aan het stuur. Ik voel me meer generalist dan specialist, alhoewel je – als je je ergens in verdiept – al snel als specialist wordt gezien.’
‘ik heb die druk en uitdaging nodig om te functioneren’
Dat klinkt wat tegenstrijdig! ‘Het zegt misschien iets over mijn karakter.’ Vertel ‘Ik vind mezelf ‘functioneel open-minded’, zolang het nut heeft. Ik ben toegankelijk en pragmatisch, een optimist en een aanpakker.’
‘actief en graag zelf aan het stuur’
Goede kanten van je werk? ‘Het werken in een groot bedrijf geeft veel nieuwe uitdagingen. Het is ook prettig om voor een herkenbaar bedrijf te werken dat iedereen kent. Vanuit mijn functie vind ik het kunnen uitoefenen van directe invloed, mede aan het roer zitten, aangenaam.’
Zo kwam je bij Volmac uit? ‘In die vijf jaar in de IT-sector rol je van het ene in het andere, vooral omdat ik op uitleenbasis bij de nodige bedrijven actief ben geweest en diverse interne cursussen heb mogen volgen.’
Minder goede kanten? ‘Het werkt stopt nooit. Juist omdat ik de verantwoordelijkheid heel serieus neem, vraagt deze combinatie constante aandacht voor een balans tussen werk en privé.’
En toch ging je verder? ‘ING was een klant van Volmac en ik werd benaderd om hier te komen werken. Die uitdaging kon ik niet weerstaan. Aan de bankkant heb ik in diverse functies gewerkt op het gebied van IT, kwaliteit, beleid en organisatie.’
Je beroep in relatie tot je persoonlijkheid? ‘Dat is matchend, omdat je kunt beïnvloeden en het constant in beweging is. Ik zie mezelf als een stevige persoonlijkheid die zich niet laat overrompelen en probeert de mens tot ontwikkeling te laten komen. Zelf heb ik deze druk en uitdaging nodig om te functioneren, het genereert energie waar ik bovendien ook privé profijt van heb.’
Een schot in de roos? ‘Inmiddels werk ik hier ruim achttien jaar en heb met de diverse onderdelen kennisgemaakt. En tussentijds ben ik geswitcht van bank- naar verzekeringszijde. Vanuit de werkgever ben ik altijd enorm gestimuleerd om verder te gaan, hoewel het promotieproces eigenlijk vrij organisch is verlopen en ik hier niet echt mee bezig was. Van lieverlee is het wel een stevige managementfunctie geworden.’ Wat houdt je huidige baan in? ‘Vanuit ‘Sourcing’ ben ik verantwoordelijk voor alles wat bij de verzekeringstak binnen Europa en Azië wordt ingekocht (inhuur van mensen, software, marketing, communicatie, uitbestedingen, huren van gebouwen enz.) en vanuit ‘Finance’ betreft het de financiële controle op alle IT-activiteiten en van de facilitaire organisatie binnen Nationale Nederlanden.’ Wat zijn je uitdagingen? ‘Dat zijn er meerdere. De meest permanente is om vanuit inkoop een bijdrage te leveren aan de kostenbewustwording en -beheersing. Verder ben ik betrokken bij de splitsing van ING in een bank- en verzekeringsbedrijf, wat moet gebeuren in opdracht van de Europese Commissie.’ Never a dull moment! ‘Ongeveer tachtig procent van mijn werk bestaat uit de waan van de dag en de andere twintig procent uit meer strategisch management en langetermijnontwikkeling. Het dilemma bij zo een groot bedrijf is om zicht te houden op de menselijke maat en de medewerkers te blijven motiveren, zeker met de huidige spannende ontwikkelingen.’
JOHAN 40
Uit zich dat ook in activiteiten buiten je werk om? ‘Ik vind het belangrijk om van tijd tot tijd eens lekker met collega’s en medewerkers aan de bar te hangen en te praten over bij voorkeur niet-werkgerelateerde zaken. Wat mij betreft ligt de nadruk op het spontane, er wordt al genoeg georganiseerd!’ Welk imago dicht je jezelf toe? ‘Dat van een harde werker, ik ben altijd bezig en hou niet van stilzitten. Het is eigenlijk een combinatie van hard werken (veel doen) en organiseren (structuur aanbrengen).’ Hoe kijk je terug op je keuzes? ‘Ik heb nergens spijt van, maar terugkijkend had ik wellicht beter gelijk een universitaire studie kunnen doen. Tegelijkertijd heb ik veel leuke kansen gehad en gepakt en heb ik ook als fysiotherapeut mooie ervaringen opgedaan.’ Wat zou je nog willen of kunnen met je pakket? ‘Wat ik graag zou willen, of had gewild eigenlijk, is geneeskunde studeren. En in de categorie ‘kunnen’ zou ik een managementfunctie in de gezondheidszorg best zien zitten. Dat zou ik ook wel willen, trouwens. De hang naar het werken in de gezondheidszorg is altijd gebleven, ik draag het een warm hart toe.’
‘veel kansen gehad en gepakt’ Staat je beroep ver af van je studiekeuze? ‘Ik ben er naartoe gegroeid – had er na de middelbare school zelfs niet aan moeten denken – en had nooit kunnen bevroeden dat ik de gehele dag op een kantoor aan een vergadertafel zou zitten. Zo’n vijftien JOHAN 41
jaar geleden had ik enige twijfel over het voortzetten dan wel aangaan van een managementpositie, maar door het doen van een assessment ben ik bevestigd geworden in mijn mogelijkheden. De studie bedrijfseconomie sluit wel goed aan bij mijn huidige werk en de opgedane kennis uit de IT-sector helpt me om dit werk beter te begrijpen en goed uit te voeren.’ Wil je verder nog iets met ons delen? ‘Ik ben blij met alle steun thuis. Zonder deze support zou een dergelijke baan lastiger zijn om te doen of om vol te houden.’ Doe je zelf ook nog iets anders voor de balans, afwisseling of ontspanning? ‘Voorheen was ik behoorlijk actief in ouderraden en dergelijke, maar vanaf het moment dat mijn kinderen naar het JdW gingen eigenlijk niet meer. Ik sport gemiddeld vier keer per week voor het broodnodige evenwicht. Verder zie ik lezen en tuinieren als een leuke bezigheid.’ Een advies voor de toekomstige student… ‘Oriënteer je, het liefst vooraf, goed op wat je wel of niet zou willen. Doe dit door met mensen te praten, ga kijken en het ervaren. Maar bovenal: benut je mogelijkheden en ga er voor. Pak ze en wel nu! Maak het jezelf niet te gemakkelijk...’
Deze gedachten vonden weerklank. En niet bij de minsten. Napoleon zelf ondernam een grootscheepse onderwijshervorming, maar ironisch genoeg helemaal tegen de geest van Rousseau in. Napoleon wilde een sneller systeem dat uniformiteit en gehoorzaamheid bewerkstelligde. Iedereen diende tot mak kuddedier omgevormd te worden, geheel in overeenstemming met de gedachte aan gelijkheid en broederschap, zij het wel onder de zalvende leiding van de keizer zelf als superherder.
PALIMPSEST JOHAN:Column Tekst: L. van der Held
De Populieren Even ten noorden van Parijs bevindt zich het 'Parc Jean-Jacques Rousseau', duidelijk aangegeven vanaf de snelweg. Het park bestaat uit aangelegde tuinen, naar een ontwerp van de filosoof zelf, met hier en daar een weggedoken tempeltje of watermolentje. Midden in het park ligt een grote vijver, met daarin een klein eiland. Op deze plek had Rousseau de eeuwigheid willen doorbrengen. Volgens zijn instructies is op het eiland een graftombe gebouwd, omgeven door een cirkel van populieren. Het eiland dankt er zijn naam aan: Île des Peupliers. Rousseau is er in 1778 ook daadwerkelijk begraven. Maar vandaag de dag is de tombe leeg. In 1794 zijn zijn overblijfselen op bevel van de Conventie overgeheveld naar het Panthéon in Parijs. Zijn roem was te groot voor een eenzaam eiland in een verlaten tuin. Enkele jaren later vereerde Napoleon het park met een bezoek. In dagboeken van leden uit zijn gevolg wordt verteld dat Napoleon nadenkend gestemd raakte bij het zien van het lege graf. Na een langdurige stilte had hij opgemerkt: ‘Het zou beter geweest zijn als deze man niet had geleefd. Hij heeft de Revolutie veroorzaakt.’ Zijn compagnon kon zijn verbazing niet onderdrukken: ‘Het lijkt me, citoyen consul, dat u zich niet echt hoeft te beklagen over de Revolutie.’ Napoleon: ‘De toekomst zal leren of het niet beter was geweest, voor de rust op aarde, als noch Rousseau noch ik hadden geleefd!’ Napoleon drukt zich nog mild uit. De invloed van Rousseau is niet te overschatten, op legio terrein. Onder andere is hij de (co-)auteur van het huidige Europese onderwijssysteem. Op een bas-reliëf van het eilandgraf is een moeder afgebeeld die haar kind zoogt en de Émile leest, volgens Rousseau zelf zijn belangrijkste werk, over onderwijs en opvoeding. Eén van zijn gedachten daarin is dat het kind als kind moet worden gezien en behandeld, en niet als een kleine volwassene. Een nieuw idee. Ouders en leraren dienden zich voortaan af te stemmen op de eigen belevingswereld van het kind. Niet langer mocht het kind beschouwd worden als een voorstadium van een 'echt' volwassen mens. Niet langer mocht het kind gestraft worden totdat hij eindelijk 'echt' menselijk gedrag ging vertonen. Van Rousseau stamt de gedachte: onderwijs op maat. Een tweede gedachte uit de Émile is dat ideaal onderwijs de leerling geen nieuwe kennis aanleert, en evenmin vaardigheden, hoe nuttig ook. Dat alles richt hem af en brengt hem in het gareel van de samenleving. Rousseau wil af van dergelijke cultivatie. Vorming is voor hem al gauw misvorming. Leerlingen moesten zich niet richten op de maatschappij, maar in de eerste plaats hun eigen natuur ontplooien. Mensen moesten door onderwijs vooral natuurlijk worden. In de natuur ligt de ware vrijheid. Terug naar de natuur! JOHAN 42
‘Onderwijs is voortaan voor iedereen gelijk en verloopt in drie fasen’ Rousseau voorzag een mens, die zo vrij mogelijk was van de door hem zo gehate maatschappij. Zet een natuurmens binnen een samenleving en hij degenereert. Napoleon wilde burgers. De samensmelting van Rousseau's gedachte en Napoleons staatsdwang is de kiem van de huidige Europese onderwijsinrichting. Dat gaat in hoog tempo. In 1819 voerde Pruisen als eerste land op succesvolle wijze de schoolplicht in. Doel: uniformiteit en gehoorzaamheid. De staatsscholen leverden soldaten voor het leger, arbeiders voor mijnen, boerderijen en industrie, en ambtenaren voor de bureaucratie. Om dit doel te bereiken dreef Pruisen, onder leiding van Wilhelm von Humboldt, een grootschalig hervormingsprogramma door. Onderwijs is voortaan voor iedereen gelijk en verloopt in drie fasen: primair onderwijs (of lagere school), secundair onderwijs (of middelbare school) en hoger onderwijs. In het uitstansen van deze inmiddels zo vanzelfsprekende drietrapsraket werd Humboldt in hoge mate beïnvloed door Rousseau. Het ideaal bleef dat ieder kind zijn eigen natuur moest kunnen volgen. Niet langer hoefde je het vak van je vader te leren. Geen maatschappelijke dwang, maar natuurlijke ontplooiing. Andere landen volgden al snel. Zo werd Rousseau wereldwijd verwezenlijkt. Prettige bijkomstigheid was dat de staat op deze manier plotseling een grotere visvijver vond met daarin een keur aan tevreden werknemers, die de indruk hadden dat ze hun eigen leven bepaalden. Win-win. Hoe had Rousseau gereageerd, als hij had rondgelopen op dergelijke scholen? Iedereen is er gelijk, onderwijs wordt op maat geleverd. Alle leerlingen worden opgezweept en aangespoord hun eigen talenten te ontwikkelen en zelf hun profielen te kiezen. De beroepsmarkt is een goed geöliede machinerie, terend op vrije ongebonden talenten, die onafgebroken hun eigen geluk najagen. Is daar iets mis mee? Nee. Maar Rousseau zou merken dat zijn o zo invloedrijke gedachten op een vreemde manier in hun tegendeel zijn omgeslagen. Dat is ook geen wonder. Midden in zijn denken zit een paradox. Wie natuurlijkheid, zoals talenten, aanleg, karakter en wat dies meer zij, wil bevorderen via instituties, is inwendig tegenstrijdig. Geïnstitutionaliseerde natuur is opgesloten vrijheid. En Rousseau wist het. Zijn idealen zijn van het soort dat vernietigd wordt als iemand ze probeert te verwerkelijken. Terug naar de natuur? Dat kan, in de vakantie, naar een park. Maar dat is aangelegde natuur, die ik bezoek in een maatschappelijk ingesteld tijdvak. Het heeft Rousseau tot in zijn laatste levensjaren achtervolgt: ik kan tuinen aanleggen tot ik groen zie, de echte natuur komt nergens in beeld. Of toch ergens, onverwacht? Het lege graf van Rousseau is er nog altijd. Er komen niet veel mensen meer. In de stilte klotst het water om het eiland. Rousseau had hier willen liggen, in eenzaamheid, bezijden de machinerie. Het werd hem onmogelijk gemaakt. Een menigte Parijse revolutionairen zeulde zijn lijk als een heilige boven hun hoofd naar het Panthéon, waar zijn natuurhouten kist inmiddels al eeuwen door massa’s langsschuifelende toeristen wordt aangestaard. Ondertussen schommelen de populieren onaangedaan in de wind.
JOHAN 43
JOHAN in gesprek met docent tekenen, mevrouw Post Uw leeftijd? Ik ben 30 jaar Heeft u partner/kinderen? Ik heb een partner maar geen kinderen Hoe lang bent u al verbonden aan het JdW? Dit is alweer mijn derde jaar
Een JOHAN in het teken van Profiel & Professie. Dat leidt ons naar iemand met een bijzonder specialisme: wetenschappelijk illustrator. Welkom, mevrouw Post. U was als kind al goed in tekenen? Werd het gestimuleerd? ‘Ik ben de dochter van een beeldend kunstenaar en daardoor opgegroeid in een huis en omgeving met veel visuele prikkelingen. Mijn ouderlijk huis was altijd vol met schilderijen. Ik herinner me zelfs een slapen en opstaan in het atelier van mijn vader, Uko Post. Deze constante aanschouwelijke aansporingen hebben mij zeker beïnvloed. Aangezien mijn vader vond dat ik als kind veel kleurgevoel had, heeft hij bij mij het tekenen altijd erg gestimuleerd. Hierbij lag de nadruk op het in beeld brengen van mijn gevoelens. Daardoor ben ik het heerlijk gaan vinden om in een scheppende wereld te verkeren. Toen ook mijn onderwijzer op de basisschool zei dat ik talent had op tekengebied werd het mij al snel duidelijk welke kant ik in mijn leven op wilde.’
‘Heerlijk om in een scheppende wereld te verkeren’ JOHAN:Mensen
DOCUMENT DOCENT
Document docent
Interview: Simone van Nes Fotografie: redactie JOHAN, John de Gelder
Laten we – toepasselijk – een profielschets maken. Uw kwaliteiten en eigenschappen? Met grote glimlach: ‘Ach, kwaliteiten… Ik zie een bepaalde bekwaamheid niet als verdienste, maar heb dat gelukkig meegekregen. Wel ga ik zeer nauwgezet te werk in alles wat ik doe. Vroeger op school al rustte ik niet voor een opdracht tot in de finesses was afgerond. Dat heeft niets met eerzucht te maken, maar alles met passie.’
JOHAN 45
Uw opleiding sloot aan op uw wens in een scheppende wereld te verkeren? ‘Zeker. Mijn tienerjaren heb ik doorgebracht in Franstalig België. Aldaar heb ik op het ‘Athénée Royal’ gezeten, waar het mogelijk was om naast de algemene vakken je te specialiseren in de creatieve vakken. Wat een geluk! Deze richting heb ik toen gekozen als voorbereiding op de toelating tot een Academie voor Beeldende Kunsten. Na het behalen van mijn einddiploma van het ‘Athénée Royal’ ben ik toegelaten op de Hogeschool Zuyd (Academie Beeldende Kunsten) te Maastricht. Hier heb ik mijn eerstegraads tekenbevoegdheid gehaald. Hierna heb ik mijn Master Scientific Illustration gehaald aan de Universiteit Maastricht die hiervoor een speciaal programma had ontwikkeld met de Hogeschool Zuyd.’
‘je creatief ontwikkelen is een essentiële noodzaak’
seer de onderwerpen. Omdat je in een illustratie details kunt versterken, richt je de aandacht op een specifiek aspect.’
U bent niet alleen tekendocent, u bent ook wetenschappelijk illustrator. Een zeldzaam ‘specimen’! ‘Nu u het zo zegt. Er zijn inderdaad sowieso niet veel medisch tekenaars. Ik zal het uitleggen: in eerste instantie deed ik de docentenopleiding, omdat ik grote empathie voel voor kinderen. Ik kan mij goed verplaatsen in hun ervaringswereld. Zoals ik leerde mijn gevoelens in beeld te brengen, zo wilde ik dat ook overbrengen. Maar tegelijk was er het verlangen om conceptueel aan
Terug naar school. We hebben al verschillende docenten geïnterviewd. Bevinden we ons met tekenen in de periferie van vakken? ‘Dat is een gedachte die ik wel vaker tegenkom maar die - mijns inziens - gestoeld is op een tekort aan inzicht. Zoals ik het zie, is het je creatief ontwikkelen een essentiële noodzaak. Creativiteit heb je nodig op alle terreinen van de samenleving of je nu wetenschapper wordt of politicus.’
resultaat komen. Zo daag ik ze uit hun gevoelens op blad uit te drukken. ‘Stop er een stukje van jezelf in.’ Je ziet dan de gemoedstoestand terug in hun tekening of schilderij, zorgeloos, aarzelend of juist onstuimig. Ook het onderling overleg is heel belangrijk. Ze brengen elkaar op goede ideeën over de aanpak.’ Wat kunnen ze ermee bereiken? ‘Allereerst kunnen ze ermee bereiken dat ze inzicht krijgen in ons cultureel leven en daar ook aan deelnemen. Verder is het zo dat ze belangrijke vaardigheden leren voor de toekomst zoals daar zijn: waarnemen/observeren, een beeldend voorstellingsvermogen ontwikkelen, innoveren en divergent denken. Van dat laatste is sprake wanneer een probleem verschillende oplossingen en antwoordmogelijkheden toelaat. Kinderen nemen snel iets voor lief. Ik houd ze voor: ‘Kijk beter, en je ontdekt steeds meer.’ Leerlingen leren bij de kunstvakken om nieuwe patronen te zien. Ze leren hoe je van je eigen fouten kunt leren, je er niet voor hoeft te schamen en hoe je problemen kunt oplossen door je creatieve voorstellingsvermogen te gebruiken.’
de slag te gaan met mijn vaardigheden. Talenten combineren met ‘helpen’, dat was mijn wens. En zodoende geef ik les op het JdW in combinatie met mijn werk als zzp’er.’ Uw opdrachtgevers zijn universiteiten en ziekenhuizen? ‘En wetenschappelijke uitgeverijen en musea. Als freelance wetenschappelijk illustrator maak ik illustraties van bijvoorbeeld operaties voor een chirurgenhandleiding of patiëntenvoorlichting. Ik heb me altijd al geïnteresseerd in mens en dier en in het functioneren van de natuur. Een mooi en boeiend gegeven vind ik het, dat een mens (of dier) met een medisch mankement na een operatie weer kan functioneren. Dit roept een bijzonder gevoel bij mij op. Ik ben dan ook zeer content dat ik hieraan een steentje kan bijdragen. De medische wereld is er één vol met efficiënte instrumenten en handelingen. Ik visuali-
Kunnen we stellen: u doceert de taal van beelden? ‘Nee, ik doceer niet zozeer de taal van de beelden als wel een brede creatieve visie bij het oplossen van allerlei problemen die je tegenkomt als je je wilt uitdrukken op beeldend vlak. Wat dan zijn weerslag heeft als je later in de maatschappij met (on)bekende situaties in aanraking komt. Je leert dan dat je een probleem op verschillende manieren kunt analyseren en oplossen.’ Wat motiveert de kinderen beter hun best te doen wanneer het om tekenen gaat? ‘Ik probeer de kinderen vooral het plezier te laten beleven van het creatief bezig zijn. Naarmate dit beter lukt zijn de leerlingen ook beter gemotiveerd. Vanzelfsprekend is het dat, als het plezier groot is en daardoor de motivatie hoog, we met veel aandacht en concentratie tot een tevreden JOHAN 46
JOHAN 47
Hoe stimuleert ú de kinderen? ‘Het is vooral de uitdaging die de kinderen stimuleert. Bij iedere opdracht een nieuwe prikkelende uitdaging die ‘het plezier hebben in het creatief zijn’ stimuleert. Een nog onbekend terrein vol mogelijkheden dient zich aan voor de leerlingen. Ik probeer ze zo aan te sporen dat hun nieuwsgierigheid het wint het van de passiviteit. Een mooi en toepasselijk citaat is dan ook het volgende: ‘Waar we nog steeds versteld van staan is het meesterschap. Hoe kunnen mensenhanden het maken, denk je als je ziet hoe met enkele vegen een hand of een oog op het doek gezet is.’ (D. Kraaijpoel, oud-docent Academie Minerva te Groningen in zijn boek ‘Was Pollock kleurenblind?’)’ ‘onbekend
terrein vol mogelijkheden dient zich aan’ Wat zijn uitgelezen didactische instrumenten wanneer het om tekenen gaat? ‘Als docent tekenen werk ik vanuit een beeldende houding. Het is voor mij noodzakelijk om mijn kunstdiscipline actief en receptief te beoefenen om daaraan de inspiratie en de kennis en vaardigheden te ontlenen. Ik denk dat iedere tekendocent de ambitie heeft om zijn affiniteit met kunst en zijn inspiratie middels het beoefenen van kunst over te brengen aan anderen.
Het Keuzemoment
per jaar naar een kunstmuseum, omdat ook dit een geweldige aanvulling is op de lesstof. Het tweede leerjaar gaat naar het Dordrechts Museum, en het streven is om dit jaar voor het eerst met de derdeklasleerlingen naar het Rijksmuseum in Amsterdam te gaan.’ En letterlijk, als de school weer zijn intrek neemt op het Oranjepark? ‘Zeker, aangezien we dan een prachtig lokaal met veel faciliteiten tot onze beschikking zullen hebben. In het oude deel van de school is voor ons een hele grote ruimte gereserveerd met veel licht. En het ‘Eia’ biedt straks mogelijkheden voor presentaties en projecties.’ De artistieke visie en inhoud gaan aan de didactiek vooraf. Activerende didactiek is erg belangrijk. Het activeren van de hersenen van leerlingen. Bij het tekenvak kun je letterlijk ‘zicht’ hebben op dat leren. Zicht krijgen op het leren, dat krijg je door leerlingen te horen praten en te zien handelen.’ Een voorbeeld uit de praktijk? ‘Een project wat op groot enthousiasme van de derdeklasleerlingen mag rekenen, is iets waar we nu mee bezig zijn: de Gulden Snede. De gelijkvormige vlakverdeling zorgt voor mooie verhoudingen. Door te werken op extra groot blad en met aquarel is de uitdaging groot er een kunstwerk van te maken. De opdracht was een huishoudelijk apparaat mee te nemen, om vervolgens in te zoomen op de details en deze in willekeurige hokjes weer te geven. Zodanig, dat de compositie in balans blijft. In één hokje komt het hele apparaat, ter herkenning van de kijker. Echt geweldig om te zien hoe de leerlingen hier de mooiste kunst vervaardigen.’
Begeestering, dat woord komt in JOHAN op wanneer hij na het interview door de gangen loopt. Nieuwsgierig zoekend op internet vindt hij www.ukopost.eu, en ziet de kernspreuk van mevrouw Posts vader: ‘Vanitas vanitatum et omnia vanitas’. Het past bij zijn schilderijen, die de vergankelijkheid van het aardse symboliseren. In gedachten ziet JOHAN het jonge meisje, in slaap gevallen in het atelier van haar vader, temidden van penselen, verf en doek, meegevoerd in een droom vol kleur en magie.
verhalen van ouders over hun kind en (profiel- en studie)keuzes
Het is inmiddels voor het derde achtereenvolgende schooljaar dat er voor de derdeklassers een Beroepenmarkt werd gehouden, met als doel de leerlingen nader kennis te laten maken met een aantal uiteenlopende beroepen alvorens zij definitief hun profielkeuze – toch mede bepalend voor hun latere studiekeuze - maken. Veelal ouders van leerlingen vertellen dan, als professional, met passie over hun vakgebied. Dit is zeer waardevol gebleken. JOHAN heeft de twee eerdere edities van deze avond met genoegen verslagen. Ditmaal hebben wij gekozen voor een andere benadering van dit onderdeel. In het verlengde van de Beroepenmarkt hebben wij een viertal ouders gevraagd om te schrijven over hun eigen overwegingen destijds dan wel die van en met hun kinderen nu.
Tip: kijk ook eens op www.irispost.nl
Bewuste profielkeuze?
advocaat
Tekst: Michiel van Aardenne
Toen ikzelf in het midden van de jaren 70 op het Johan de Witt-gymnasium zat en mijn vakkenpakket moest kiezen, vond ik dat niet eenvoudig. Ik heb toen wel eens verzucht dat mijn grootvader, die in de negentiende eeuw het gymnasium bezocht, het toch een stuk makkelijker had. Die deed gewoon alle vakken en dat was het dan. Ik ben uiteindelijk met een β-diploma ‘light’ geslaagd.
Krijgt u alle ruimte op het JdW? In figuurlijke zin? ‘Ja, ieder initiatief wordt verwelkomd. Men staat open voor elk idee mits het binnen de grenzen van het onderwijsplan valt. De diversiteit van de opdrachten is groot, qua materiaal en onderwerp. Dit maakt het wel zo afwisselend en leerzaam. We zijn dit jaar begonnen met een nieuwe methode in klas 1 waarbij we de opdrachten zelf kunnen vormgeven. We willen het liefst met alle klassen een keer
Dat het allemaal nog veel ingewikkelder kan, bleek toen onze beide dochters, inmiddels ook gymnasiasten, hun profielkeuze moesten maken. Het was JOHAN 48
JOHAN 49
niet meer een redelijk simpele α of β keuze, maar – als ik het mij goed herinner – waren er vier profielen, die dan weer, afhankelijk van de vakken die in die profielen gekozen werden, toegang gaven tot verschillende studies – of juist niet! Helaas behoor-
den onze dochters niet tot die soms jaloers makende kleine groep van kinderen die op hun vijftiende al precies weten wat zij later willen gaan doen, hetgeen de keuze niet bepaald eenvoudiger maakte. Een kind dat zeker weet dat hij/zij medicijnen gaat studeren, heeft het natuurlijk makkelijker. Het begeleiden van beide dochters, en overigens ook van onze zoon die in het begin van het gymnasium naar een andere opleiding gegaan is, bestond dan ook voornamelijk uit het aanhoren en soms in lichte mate sturen van de wensen en verwachtingen van onze kinderen. Dat gold natuurlijk voor zowel de profielkeuze als de latere studiekeuze. Afgezien van het analyseren van de mogelijkheden die de profielen en de vakkenpakketten geven, valt er verder niet veel meer te doen dan het peilen van de belangstelling van je kinderen en te trachten hen zo objectief mogelijk voor te lichten over de ‘voors en tegens’ van een bepaalde studie, waarbij natuurlijk ook nog de toch wat verontrustende gedachte op de achtergrond meespeelt dat velen – wijzelf incluis – zich in een later levensstadium zullen afvragen of hun eigen studie- of beroepskeuze nu eigenlijk wel de optimale is geweest. Enige twijfel hebben de meeste mensen daarover wel en die twijfel wordt versterkt wanneer je heel bewust met je neus op de feiten wordt gedrukt en ook je kinderen met diezelfde keuze ziet worstelen, zij het met dien verstande dat het voor hen nog makkelijk is om eventueel te switchen. Wel heb ik daarbij nog wel eens de beeldspraak van het rangeerterrein Kijfhoek gebruikt waarbij je – als je één wissel hebt gepasseerd – er als het ware nog vele voor je hebt liggen, maar dat je er ook al een heleboel hebt achtergelaten.
gende studie eveneens. Het blijft natuurlijk moeilijk om uw eigen verwachtingspatroon niet al te scherp op uw kinderen te projecteren, zeker niet wanneer dat toekomstbeeld niet past bij het karakter of de capaciteiten van uw kind. Dat is soms een pijnlijke constatering, maar nog pijnlijker is het om een kind een richting in te dwingen die hem of haar absoluut niet ligt. Een beetje duwen kan natuurlijk best, maar maak het niet te gek. Ook al zijn de ouders ervan overtuigd dat zij het mooiste beroep van de wereld hebben, of bestaat de overtuiging dat er geen mooier beroep bestaat dan dat wat de ouders nu juist niet bereikt hebben, houd er rekening mee dat uw kind er heel anders over kan denken en probeer dat ook te respecteren. Denk dus in de profielkeuze mee met maar niet vóór uw kind. Uiteindelijk komt de begeleiding toch gewoon neer op belangstelling en veel tijdsinvestering! Succes!
Deze gedachte is in ieder geval bij mij met enige regelmaat opgekomen toen mijn dochter, ten tijde van januari, in klas 3 geacht werd een profiel te kiezen. Het feest begon al aan het begin van het schooljaar. De voorlichtingsavond. Wij ouders kregen een A4 (met leesbril) aangereikt waarop een – voor een in talen geschoolde moeder – volstrekt onduidelijke codering van de te kiezen toekomst voor je kind stond. NT, NG etc. (niet uit BINAS afkomstige afkortingen?). Kruisverbanden, verplichtingen, minimale scores op wiskunde, gewenste koppelingen en een schijnbaar oneindige mogelijkheid in (verplichte?) keuze- en extra vakken. Met daarbij de aansporingen er vooral niet te laat over na te gaan denken, je vooral geen zorgen te maken, rustig af te wachten tot je kind de voorlichting ook had gekregen, profieltestjes te laten maken, de leraren die bij de vakken horen niet leidend te laten zijn, et cetera.
Heel veel invloed hebben de meeste ouders niet meer op de leeftijd dat de profielkeuzes gemaakt moeten worden en misschien is dat maar goed ook, omdat het toch uiteindelijk het kind zelf is dat het gymnasium moet afmaken en de daaropvol-
‘voor de zekerheid een extra vak om het ‘light’ te maken’
Wat een stress zeg. Ik weet niet hoe het u vergaat c.q. vergaan is, maar mijn dochter bleek op haar vijftiende niet in staat om te bedenken, laat staan vertellen, wat ze later wilde gaan doen om haar brood te verdienen. Nu herken ik dat wel van mijn eigen onmacht op die leeftijd en raar is het ook niet. Waar ze nog net wel toe in staat was, bleek het aangeven van vakken waar ze ‘niks snapte’, die ze ‘stom vond’, waar ze ‘nooit meer iets mee te maken wilde hebben’ en/of die ze ‘gewoon niet begreep’ dan wel dat ‘de leraar/lerares haar niet mocht’ en vice versa. Resteerde een zorgelijk klein aantal vakken, die ze dan ‘wel zou willen houden’. En de vage notie van dat wat tv-sterren – in series als ‘House’, ‘Bones’, ‘Silent Witness’ en de onophoudelijke
Het Keuzemoment
‘rangeerterrein Kijfhoek: één wissel gepasseerd, nog vele voor je’ Hoe dan ook, het was een verwarrende tijd, waarbij gezegd moet worden dat de school haar uiterste best deed om zoveel mogelijk duidelijkheid te scheppen. Er waren voorlichtingsavonden en degenen die iets konden vertellen over de profielkeuze waren zeer toegankelijk. Toch kwam het er in ons geval op neer dat het begeleiden voornamelijk bestond uit het luisteren naar toekomstwensen en dromen die nogal eens veranderden en het soms proberen weg te masseren van onrealistische wensen.
in het bankwezen terecht gekomen…) hielp ook niet. Te verwachten dat een vijftienjarige afgewogen loopbaankeuzes maakt waarbij ‘zelfontplooiing’, ‘arbeidsvreugde’, ‘vervulling’, ’perspectief’ en ‘economische randvoorwaarden’ worden meegenomen is echt te veel gevraagd. En aldus werd het formulier ingevuld en ingeleverd. Dochter wenste eigenlijk geen tweede keuze in te leveren voor het geval zij de minimale ‘7’ eisen niet bleek te halen.
De reis: keuze van het profiel
bankier
Tekst: Yvonne van Hoof
Och, had ik maar een kind wat gewoon wist wat het wilde worden als het later groot was… brandweerman, trauma-arts of desnoods profvoetballer… Herkenbare verzuchting? JOHAN 50
stroom van Discovery Channel – ons bieden in dit leven wel ‘aardig’ en ‘stoer’ was. Een laboratorium leek haar een leuke omgeving. Ook Geneeskunde was wel interessant, maar dan zonder het hebben van patiënten! Nauwelijks een beroepskeuzetest voorhanden, en die enkele officiële varianten boden sowieso niet veel soelaas. En zo groef mijn dochter zich in ofwel vond een focus in het NG-pakket. Oké. Wat heb je uiteindelijk als ouder voor argumenten? Mijn eigen loopbaan (via gymnasium, alfa zonder wiskunde, later alsnog met een certificaat wiskunde naar de Hogere Hotelschool; bij gebrek aan enige motivatie voor welke academische opleiding dan ook, uiteindelijk JOHAN 51
Na schermutselingen, interessante gesprekken, huilbuien (van het kind in kwestie), nog meer gesprekken en overwegingen tot en met heroverweging van schoolkeuze aan toe, is uiteindelijk gekozen voor een ‘NG-light’ pakket. Wat eigenlijk geen ‘light’ is want natuurkunde zit er in, maar voor de zekerheid toch een extra vak om het ‘light’ te maken (snapt u het nog?). Dit besluit viel op de dag voordat mijn dochter haar boeken inleverde voor de zomervakantie. En waar staan we dan nu en wat heb ik ervan geleerd? Mijn dochter gaat ofwel net wel ofwel net niet over naar klas 5. En dat hadden wij eerlijk gezegd ook verwacht en het ligt niet aan haar inzet.
Zij heeft een zwaar jaar gehad. Veel (heel veel) uren, tot laat op school. Het gekozen profiel blijkt haar, ondanks dat zij het er zwaar mee heeft, wel echt te boeien. Of zij haar examen hiermee gaat halen durf ik niet te voorspellen; of dat zonder studievertraging gaat gebeuren al helemaal niet. Welke studie zij dan zal gaan volgen? Ik zou het werkelijk niet durven zeggen. Wat heb ik geleerd: motivatie bij het kind, om iets wat moeilijk is toch aan te gaan, is veel waard. Of het een goede prognose is voor later succes moeten we afwachten. Ook ben ik gesterkt in mijn mening dat de leeftijd van vijftien jaar veel te jong is om enige keuze te maken. En tenslotte: ondanks alarmerende berichten over crisis, studieschuld, maximale studieduur en werkloosheid denk ik dat uiteindelijk iedereen terecht komt op de plek waar hij/zij hoort en waar je talent tot uitdrukking komt. Want: ‘Het komt wel goed, schatje.’
arts
Tekst: Joke van Bakel
De redactie heeft mij benaderd om iets te vertellen over de profiel- en studiekeuze van onze kinderen. Als oud-leerling, en met vier kinderen die op het JdW een geweldige tijd beleefden, heb ik zelf wel wat ervaring opgedaan. De profielkeuze is van vitaal belang voor de studiemogelijkheden die het kind na het examen heeft. Mijn man Paul (apotheker) en ik (arts) hebben ervaren dat het heel belangrijk is om de profielkeuze actief te begeleiden, omdat het kind vaak nog niet weet wat de impact van die keuze is voor de latere studiemogelijkheden. Wij vonden een profiel Natuur en Gezondheid (NG) of profiel Natuur en Techniek (NT) belangrijk, omdat de interesses van onze kinderen daar liggen. Paul junior (eindexamen 2005) lootte driemaal uit voor Geneeskunde en is inmiddels apotheker, en blij met zijn keuze. Diederik (eindexamen 2007) heeft via de decentrale selectie een plaats verdiend voor de opleiding Geneeskunde. Die verdienste zat mede in het gegeven dat Diederik zich op school actief heeft ingezet voor diverse buitenschoolse activiteiten, zoals een bestuursfunctie in het Vossius en deelname aan een musical. Hij begint binnenkort met zijn coschappen Geneeskunde in Rotterdam en gaat vlot.
‘soms niet zo structurele maar o zo warme leeromgeving’
Het vitale belang van de profielkeuze
Sophia (eindexamen 2010) had moeite om de 7-norm te halen voor alle exacte vakken op het eindrapport van klas 3, een opeens ingestelde voorwaarde om een N-profiel te mogen kiezen. Ik kan mij herinneren dat we, toen ik voorzitter van de Oudervereniging was, tegen deze regel gestreden hebben omdat die verder nergens in het land gehanteerd werd. De argumentatie was dat het slagen van het N-profiel bepaald werd door de hoogte van de cijfers en dat het switchen naar een ander profiel niet eenvoudig te realiseren was. Zij heeft een tandje bijgezet en studeert nu aan de TU Delft Technische Bestuurskunde, iets wat zonder N-profiel niet had gekund. We schrikken tegenwoordig van haar kennis van vreselijke sommen, die er in de derde klas van het gymnasium niet direct uitkwamen. Pieter (eindexamen 2010), tenslotte, heeft na een jaartje uitloten ook decentraal een plaats Geneeskunde bemachtigd (ook hij was ook erg actief op school: bestuur Vossius, trompet in musical etc.) en is nu tweedejaars student in Rotterdam.
Het Keuzemoment
JOHAN 52
Vanzelfsprekend realiseer ik me dat in mijn gezin de interesse en aanleg bij de bètawetenschappen ligt. De kinderen zijn al vroeg begonnen om mee te lopen en te snuffelen of een studie hun leuk leek, die mogelijkheden zijn er te over tegenwoordig. Ervaring met alfagerichte studies, waar bepaalde pakketten voor nodig zijn, moet ik u schuldig blijven. Als uitsmijter kan ik u zeggen dat wij allemaal heel blij zijn met de opleiding van het JdW, de soms niet zo structurele maar o zo warme leeromgeving op dit gymnasium heeft de kinderen vaak de opmerking ontlokt: Als je van het JdW komt, kun je de wereld aan!
Profiel EM, met de M van muziek...
loopbaanadviseur
Tekst: Mirjam Roovers-van der Wal
Mij is gevraagd, als ouder van Joris uit klas 6, onze ervaringen met u te delen aangaande respectievelijk profiel- en studiekeuze van onze zoon. Problemen bij het maken van een profielkeuze hebben wij voor onze zoon niet echt gehad. Hij had en heeft nog steeds geen interesse in en/of affiniteit met techniek of zoiets als medicijnen. Dus moest het EM of CM worden. Het werd EM met aardrijkskunde en Duits. Nieuw in zijn jaar/cohort 2010 was de mogelijkheid om in muziek eindexamen te doen. Gezien zijn liefde voor muziek heeft Joris voor dit vak gekozen in plaats van kunst. Gedurende zijn hele schoolcarrière komt ieder schooljaar wel de vraag voorbij ‘Wat wil je later worden?’ of ‘Wat wil je gaan studeren?’ Joris heeft hier dan geen antwoord op, simpelweg omdat hij het nog niet weet. Wij denken soms dat het feit dat hij een jonge leerling is misschien een rol zou kunnen spelen. In het vijfde jaar hebben we al voorgesteld eens naar open dagen van verschillende universiteiten te gaan, maar hiervoor had hij geen belangstelling. Het maken van een studiekeuze leek toen nog ver
JOHAN 53
weg, en bovendien was dit schooljaar er niet één om in te lijsten.
‘de trechter wordt steeds smaller’ Uiteraard praten we er thuis zo nu en dan over en wordt gaandeweg, mede door de voorlichting op school door onder andere oud-JdW-leerlingen, wel duidelijk wat hij níet wil. Ook niet onbelangrijk! Maar dan blijft de vraag nog open, wat dan wel? Joris heeft in het zesde leerjaar met vrienden de Universiteit Utrecht bezocht en met ondergetekende de Universiteit Leiden. Het bezoeken van deze open dagen geeft meer inzicht in wat hij wil en zo wordt het einddoel, ‘het behalen van je einddiploma’, concreter en aantrekkelijker. Het eind is in zicht! Een definitieve keuze is dan nog niet gemaakt, maar studeren in een gezellige, niet te grote studentenstad blijkt toch wel aanlokkelijk. Een extra stimulans! De datum om je aan te melden bij een universiteit komt dichterbij en tussendoor gaat de waan van de dag door – je voorbereiden op het eindexamen, én de puberteit! Hoe kom je nou tot een keuze? Joris heeft onder meer gesprekken gehad met de decaan, medeleerlingen, familie en heeft een aantal open dagen bezocht. Binnenkort gaat hij nog enkele meeloopdagen volgen. Overwegingen zoals numerus fixus en centrale loting lijken vooralsnog voor hem niet van toepassing, gezien de voorzichtige uitspraken rondom zijn studiekeuze. Huidige conclusie: de trechter wordt steeds smaller, maar hij is er nog steeds niet uit. Onze ervaringen kunnen we mogelijkerwijs weer gebruiken wanneer onze dochter Maud, nu in klas 2, straks voor de keuze komt te staan. Het worden in ieder geval voor ons allemaal spannende maanden!
Gymnasium in Rotterdam bleef ze zitten (met een 4 voor wiskunde, een 4,5 voor Latijn en aardrijkskunde en als hoogste een 6 voor Nederlands). Haar docent Latijn wilde een hoog tempo aanhouden en legde weinig uit, waardoor Ida hem niet meer volgde. In de herkansing ging het aanmerkelijk beter, met een 8 voor Latijn en Nederlands.
Een bestempeld bestaan
Ida Gerhardt
Net als ik vond Ida de lessen geregeld slecht en saai. Dan zat ze stiekem Plato onder Duits te lezen, of Tolstoj onder algebra, en ook een tijd lang Goethe. Soms viel ze letterlijk in slaap. Voor de docent meetkunde had ze geen enkele lof: ze vond hem brutaal, dom en onvoorbereid. Ze moet geen al te leergierige indruk hebben gemaakt. Op haar rapport stond zelfs eens bij aardrijkskunde: ‘gebrek aan belangstelling’.
JOHAN:Informatief Tekst: R. van Gemeren
‘En zwijg van de wc’s – een nameloze geur / blijft veertig weken aan de klamme muren hangen.’ Ook de school waarop dichteres en classica Ida Gerhardt (1905-1997) werkte, het Gemeentelijk Lyceum in Kampen, was waarschijnlijk geen toonbeeld van hygiëne. In de bundel Sonnetten van een leraar (1951) geeft ze een veelzijdig, vaak geestig beeld van het leraarschap – nooit verheerlijkend, nooit smalend. Ida Gerhardt is voor mij een inspirerende vrouw, en niet alleen omdat ik, zeker in lokaal 129a, een en ander herken van wat ze schrijft: ‘Lokalen, vaal geworden platen: vochtvlek, scheur.’ Misschien is het vooral haar krachtige, geenszins larmoyante houding die me aanspreekt: ‘Wat op de banken staat, moet ge vooral niet lezen. / – Trek recht uw rug en arbeid voor uw dagelijks brood. / Gij kunt, aan déze tucht, tot eerlijkheid genezen.’ Toen ik me zes jaar geleden toch enigszins bedremmeld overgaf aan de tucht van het onderwijs, hoopte ik in de eerste plaats met rechte rug mijn ‘dagelijks brood’ bijeen te kunnen scharrelen. Hoewel ik vanzelfsprekend sindsdien veel geleerd heb, besefte ik toen al wel dat ik mijn romantische natuur wat in toom moest houden: de ondefinieerbare lucht die ik in – of op minder goede dagen: in de buurt van – wc’s niet wist te ontwijken, herinnerde ik me van mijn eigen middelbare school, en dat gold ook voor de povere belangstelling voor literatuur van velen, die nogal flets afstak bij de gretigheid waarmee ik ro-
mans en gedichten opslurpte. Mijn rug kón voor de klas niet krom trekken, meende ik – dat zou ik niet laten gebeuren. Ik geloofde echter ook dat er leerlingen waren als ik, die ik, in tegenstelling tot mijn eigen – tamelijk ingezakte – docent Nederlands, zou kunnen inwijden in die mooie wereld van taal.
‘de povere belangstelling voor literatuur van velen’ Was ik dan zo’n voorbeeldige leerling? Niet bepaald. Voor sommige vakken was mijn interesse beperkt, en van de meeste docenten had ik geen al te hoge pet op – eigenlijk heeft alleen mijn leraar tekenen me echt enthousiast gekregen. In klas 5 en 6 las ik veel meer dan ik leerde, en dat had een dempend effect op mijn cijfers. In de twee weken voor en twee weken tijdens mijn eindexamen was ik minder verdiept in de examenstof dan in mijn zojuist met zelfverdiend geld aangeschafte romancyclus De tandeloze tijd van mijn verse held A.F.Th. van der Heijden. In dat voor mij bijzondere jaar 1997, waarin Gerhardt overleed, haalde ik een 10 voor mijn mondeling Nederlands – mijn enige prestatie van formaat in de hele bovenbouw, en misschien wel langer. Ida Gerhardt vond evenmin altijd inspiratie op school. In de eerste klas van het Erasmiaans JOHAN 54
Het laat zich raden dat de afwijkende Ida ontvankelijk was, maar dat er veel voor nodig bleek om haar warm te krijgen voor iets. Er was gelukkig iemand die dat in huis had: de grote dichter J.H. Leopold (1865-1925), van wie Ida Grieks had in klas 3, 4 en 5. Deze gedistingeerde, ietwat vreemde man gaf rustig, duidelijk, geduldig les, ook al hoorde hij slecht (soms hoorde hij zichzelf niet, waardoor zijn stem erg wisselde in kracht en klank). Hij had bovendien een fijnzinnig gevoel voor humor, waarmee hij nu en dan een opmerking maakte met een dodelijke ironie die de betreffende leerling meestal ontging. Hij was uitzonderlijk erudiet en intelligent, deze taalvirtuoos die Ida op dichterlijke wijze een andere wereld toonde.
‘er bleek veel voor nodig om haar warm te krijgen voor iets’ Zo vertelde hij over de cycloop, het mensen etende, eenogige monster dat Odysseus in zijn hol gevangen houdt. Als de cycloop, een schapenhouder, door Odysseus ‘uitgeblind’ – zoals Leopold het eigenhandig vertaald had –, zijn schapen naar buiten laat gaan, herkent hij op de tast de ram waaraan Odysseus zich, onder de buik, vasthoudt om te ontsnappen en zegt dan: ‘Ramlief’. Ineens is het monster teder, eenzaam, radeloos, gek, kortom: menselijk. Ida dichtte later over deze indrukwekkende les. Ze was dol op de uren met Leopold. Hij vertelde prachtig en droeg veel voor uit zijn eigen vertaling van de Odyssee. Soms maakten leerlingen grapjes in JOHAN 55
zijn les, waarna een betraande Ida hen terechtwees. In klas 4 ontstond bij haar het idee om klassieke talen te studeren. Leopold had hier een belangrijk aandeel in. Zo’n twee jaar lang maakte ze met haar geliefde, alleenstaande, veertig jaar oudere leraar op zondagmiddagen wandelingen rond de Kralingse Plas, waarbij ze veel over poëzie spraken, en ze kwam ook bij hem thuis, waar hij voor haar pianospeelde – haast ondenkbaar in deze tijd, waarin persoonlijk contact tussen docent en leerling veel gevoeliger ligt. Ida en Leopold herkenden in elkaar de liefde voor poëzie, hun eenzelvigheid en hun vereenzamende onbegrepenheid (toen Ida’s vader, die niet veel hoogte kreeg van zijn dochter, eens op school kwam, zei Leopold ironisch tegen hem: ‘Ida is hoogbegaafd. Daar zal, vrees ik, niet veel aan te doen zijn’). Ida, die zwaar gebukt ging onder de problematische relatie met haar depressieve moeder, vond weinig plezier in de zichtbare wereld – in 1925 zou ze bijna zelfmoord plegen –, maar Leopold introduceerde haar in een andere wereld, die van verhalen, van het woord, een wereld die veilig was en waarin helden woonden aan wie Ida zich kon meten en aan wie ze meer inzicht in het bestaan, de mens en vooral zichzelf
ontleende dan aan wie of wat dan ook. Ida had Leopold niet in klas 6; doordat zijn boeiende lessen niet goed aansloten op de exameneisen, werd hij uit het laatste jaar geweerd. Enige tijd daarvoor had hij plotseling het contact met haar verbroken, zoals hij dat vaker deed: vervreemd, geïsoleerd, miskend, achterdochtig, wispelturig – mede door zijn slechthorendheid – kon hij zomaar het vertrouwen in mensen opzeggen. Ida heeft de breuk nooit goed begrepen en haar leven lang betreurd. Ze slaagde in 1924 voor haar examen (alpha), met een 6 voor geschiedenis en wiskunde, een 8 voor Latijn en Grieks (met een 10 voor het onderdeel mondelinge poëzie) en een 7,5 voor ‘nieuwe talen’, waarvan het deelcijfer voor Nederlands een 10 was. Ze ging klassieke talen studeren en maakte later fraaie vertalingen uit het Latijn, onder meer van Lucretius, waarop ze cum laude promoveerde (samen met haar levensgezellin, de neerlandica Marie van der Zeyde, studeerde ze later nog Hebreeuws en vertaalde ze de Psalmen).
‘jongeren de wereld van verhalen binnenleiden’ Ik had het vooraf niet gedacht – hoe kon ik ook? –, maar ik heb het voorrecht te beleven hoeveel jongeren juist voor mij kunnen betekenen. Ida Gerhardt schrijft in haar laatste sonnet dat als ze met pensioen gaat, haar hart zal zijn ‘overstempeld als een pas’. Alle kinderen en klassen hebben een stempel gezet in haar paspoort, haar bestaan, van initialen tot onuitwisbare merken tot Griekse woorden ‘die geen sterveling zal vertalen’. Dit is de ware gage van de docent, de innerlijke gage. Ida wist dat ook: ‘[…] ik raak in alle staten, / als pedagogen zo hartroerend praten / van wat één leraar aan de kinderen geeft. / Zo God het wil, zet hij in alle klassen / zijn stempel – mooi of lelijk – in de passen: / maar het is hij, die duizend stempels heeft.’
‘een leven in het teken van dichten’ Haar leven stond boven alles in het teken van dichten, dat voor haar de enige manier was om zich staande te houden in het leven, dat beschadigd was door haar moeder (na de dood van haar moeder in 1934 sloeg ze, bevrijd, pas echt aan het dichten). Dat dagelijks brood moest er echter ook komen en ze vond een aangename manier om dit te verdienen: voor de klas. In 1939 werd ze, na wat korte betrekkingen her en der, aangesteld in Kampen, waar ze werkte tot 1951. Ze was een strenge, doch vriendelijke docente, die wel eens een klas bij haar thuis uitnodigde om deze bekend te maken met de ideeën van Plato, waarvoor in de lessen, die louter om het verwerven van de taal draaiden, geen ruimte was. In haar sonnetten van ‘een leraar’ dichtte ze over allerlei facetten van het onderwijs, zoals het vertalen met leerlingen, de ergernis aan strebers en de worstelingen met haar baan. Mij is vooral sympathiek haar moed, haar oog voor de zin van haar lessen, ondanks de twijfels en teleurstellingen. Haar compassie met jongeren is hiervoor essentieel: ‘Bezie de kinderen niet te klein: / zij moeten veel verdragen – / eenzaamheid, angsten, groeiens pijn / en, onverhoeds, de slagen’. De docent die inziet hoe gevoelig en beïnvloedbaar jongeren zijn, begrijpt wat ze in wezen van hem verlangen: ‘Hun eerlijkheid blíjft vragen / of gij niet haast uzelf durft zijn. / Dàn kunt ge ’t met
hen wagen.’ Mezelf zijn, dat wordt van mij, docent, gevraagd. Een vaag begrip, dat mensen te pas en te onpas gebruiken. Wees jezelf, roept menigeen. Wat is dat in vredesnaam? Ik poog een antwoord te formuleren in relatie tot mijn professie: lesgeven in overeenstemming met je persoonlijkheid, en daarbij authentiek zijn in je emoties en opvattingen – als je blij, boos, verrast, teleurgesteld bent, laat het, op een beschaafde manier, blijken; als je het anders ziet, het anders wilt, verhul het niet. Oftewel: wees net zo eerlijk als je leerlingen, dan zul je ‘tot eerlijkheid genezen’ en met een zuiver geweten in de spiegel kunnen kijken. Dat betekent niet dat wat je dan ziet ook altijd zo zuiver is. Ik vind ‘mezelf’ soms een behoorlijk wazig iemand, een vent die ik niet goed kan volgen, maar ik tracht voor de klas oprecht te zijn in wat ik denk en voel, al houd ik uiteraard in acht wat ik waarschijnlijk beter niet zeggen kan. Als er iets is wat ik voor jongeren wil doen, is het wat Leopold voor Ida Gerhardt deed: hen de wereld van verhalen, van het woord, binnenleiden, in de hoop dat ze wat scherper in en rondom de spiegel gaan kijken. Liefde voor die wereld – noem het enthousiasme – lijkt me daarvoor onmisbaar. Niets is aanstekelijker dan dat – ik ervoer dat bij mijn tekenleraar, hoe rommelig hij geregeld ook was. JOHAN 56
Duizend stempels, dat is wat de docent verzameld heeft als hij voor het laatst het klaslokaal uitstapt. Zoveel stempels heb ik nog niet, maar als ik mijn pas opendoe, zie ik toch al redelijk wat heldere en mindere heldere afbeeldingen, waarvan ik maar wens dat de inkt niet snel zal
vergaan. Als mijn pas ooit bont en blauw bestempeld is, hoop ik dat die me zal blijven beschermen tegen de ergernissen die er onvermijdelijk ook zijn geweest en die ook Ida Gerhardt moet hebben gekend. Sommige dingen zijn van alle tijden, zoals gebrekkige ondergrond, inzet en belangstelling van leerlingen, maar waar het onderwijs in Nederland naar mijn idee al decennia onder lijdt, is een gebrekkige status. Leraar worden, lijken sommigen te denken, is iets voor losers, of tenminste niet iets voor jezelf of je eigen kind (reactie van een oom, toen ik zei dat ik docent werd: ‘O, dat zijn die lui die wel eens werken tussen de vakanties door’ – bij wijze van grap, maar met het symptoom van een kleine geest: een onmiskenbare ondertoon van jaloezie en minachting). Ik erken onmiddellijk dat er talloze onbekwame docenten rondlopen, maar daar komt pas verandering in als lesgeven meer aanzien heeft, zoals in Finland, waar het boven aan de maatschappelijke ladder staat, waardoor je via een strenge selectie de beste studenten voor de klas krijgt. Dan bereik je tevens dat leerlingen meer respect voor docenten krijgen, hetgeen ik meer dan eens met eigen ogen in Duitsland heb gezien (vergeef me mijn geregelde neiging Nederland te vergelijken met Duitsland, dat als een tweede vaderland voor me is – mocht reïncarnatie toch bestaan, dan zal ik in een vorig leven een Duitser zijn geweest, een die zijn vrouw veel Knödel liet maken).
‘een onmisbare ondertoon van jaloezie en minachting’ In de tijd van Ida Gerhardt waren er eveneens minder sterke docenten, ook op een gymnasium, maar een docent op een gymnasium stelde wat voor en het was bijvoorbeeld vanzelfsprekend – en meestal vereist – dat hij promoveerde. Ouders, schoolleiders, besturen en politici hadden minder te zeggen over wat er binnen de muren van het lokaal gebeurde. Toen de rector eens ter beoordeling bij Leopold de les in kwam en achterin plaatsnam, keek de in zijn concentratie verstoorde dichter hem zwijgend en vernietigend aan, waarop de rector onhandig hoestte, weer opstond en sidderend, in stilte, het lokaal verliet. Nu is de autonomie van de docent me absoluut niet heilig, maar wat ik wellicht het meest betreur, is dat de aandacht dikwijls niet uitgaat naar dat wat mijns inziens veruit het belangrijkJOHAN 57
ste is in het onderwijs: de les. Eindeloos kan er geouwehoerd worden over allerlei zaken ‘eromheen’. Maar die dikke, heldere stempels komen alleen in de passen als er voor de klas intelligent, bevlogen en overtuigend wordt lesgegeven. Ik streef ernaar optimistisch te blijven in een tijd die vaak niet optimistisch stemt. Ik weet niet of in Nederland de kwaliteit van het onderwijs zal stijgen, het gevolg van een toegenomen prestige van het leraarschap. Als het gebeurt, zullen er vele jaren overheen gaan – mogelijk maak ik dat niet mee. Ik blijf er hoe dan ook vurig naar verlangen. Ik heb inmiddels voor mijn eigen neus gezien wat het is: een leerling, en lang niet altijd iemand als Ida Gerhardt, die gefascineerd raakt door een verhaal of een gedicht en die werkelijk gaat geloven dat het iets aan zijn leven kan bijdragen. En ik heb ervaren hoe het voelt om, als een ober in pak-met-strik die een uitnemend gerecht serveert, dat te bewerkstelligen.
‘veruit het belangrijkste in het onderwijs: de les’
Het lijkt me zinvol als bovenal wij docenten zelf aan onze status gaan timmeren. Een eerste spijker zouden we bijvoorbeeld kunnen slaan door ons elegant te kleden. Ik heb niets tegen gympen, een T-shirt of een schipperstrui, en ik weet dat er prima docenten bestaan die met hun ‘losse’ wijze van kleden ‘zichzelf’ zijn, maar wat stijlvollere kledij, waaraan leerlingen beslist hechten, heeft als functie dat ze het respect en de waardering die we voor ons eigen werk hebben zichtbaar en voelbaar maakt. Op de tentoonstelling die we met het personeel begin dit schooljaar in Rotterdam bezochten, zag ik een foto van een geschiedenisklas in Sint-Petersburg, waarvan de jongens in pak-met-das waren en de meisjes in een mantelpakje. Ik kon het niet helpen, maar ik vond het een aantrekkelijk beeld. Nu hoeft voor mij het schooluniform niet uit zijn graf te herrijzen. Het gaat me er alleen maar om dat wij docenten – duidelijker! – uitstralen waarvoor we staan en dàt we daarvoor staan, zodat we Ida Gerhardt kunnen nazeggen: ‘Dit is mijn land.’ Wie dat niet zo voelt, en er dus weinig of geen plezier in heeft jongeren iets te overhandigen wat voor hemzelf van grote betekenis is, kan beter zijn betrekkelijk lege pas pakken en het land verlaten. Ouders, schoolleiders, besturen en politici moeten uitsluitend de taak hebben de docenten die de grens niet liever over zouden willen te laten doen waar ze goed in zijn. Het valt soms niet mee, leraar zijn: het is, tussen de heerlijke vakanties door, een vaak druk, veeleisend en zelden vlekvrij karwei, met duizend-en-een dingen aan je hoofd, maar het is niet minder belangrijk of uitdagend dan het werk van een advocaat, chirurg of ondernemer. Ofschoon het tijdens mijn studie al klip en klaar was dat ik het voortgezet – liefst gymnasiaal – onderwijs in zou gaan, twijfelde ik er bijwijlen aan of ik er de noodzakelijke aanleg voor had, of ik er voldoende voldoening uit zou halen, of ik het zou aankunnen te werken met af en toe weerbarstige tieners. In mijn eerste, niet uiterst eenvoudige jaar op school heb ik me dat nog wel eens afgevraagd. ‘[…] Maar ik ben gezwicht: / te sterk zag mij mijn werk in het gezicht. / Het is mijn prachtige, mijn hondse baan.’
gelegenheidstaarten
feest & kerstpakketten verhuur van opblaasfiguren & ballondecoraties
Fairy Tales Merwedestraat 80a 3313 CS Dordrecht tel: 06-47746078 06-16631455
JOHAN 58
[email protected] www.fairytalesdordrecht.nl
banketbakkerij & konditorei sinds 1891 www.banketbakkerijvandersterre.nl
Vriesestraat 97 3311 NP Dordrecht 078-6133286
Do you wanna... cup cakes!