Schets van het huidige profiel Universiteit Leiden
december 2011
INHOUD 0 1
2
3
4
5
Preambule Inleiding 1.1 Missie 1.2 Praesidium Libertatis 1.3 Kerncijfers 1.4 Profielthema’s 1.5 Graduate Schools en instituten 1.6 Context Onderzoeksprofiel & Valorisatie 2.1 Terugblik 2.2 Stand van zaken 2012 2.2.1 Onderzoeksprofiel 2.2.2 Kwaliteit 2.2.3 Wervingskracht in geldstromen 2.2.4 Innovatie en kennisvalorisatie 2.2.5 Kennisregio 2.3 Toekomst Onderwijsprofiel 3.1 Terugblik 3.2 Stand van zaken 2012 3.2.1 PhD Programmes 3.2.2 Masters 3.2.3 Bachelors 3.2.4 Excellentieprogramma’s 3.2.5 Internationalisering 3.3 Toekomst Studiesucces 4.1 Terugblik 4.2 Stand van zaken 2012 4.2.1 Kwaliteit van de instroom 4.2.2 Verbeteren van de aansluiting binnen het onderwijs 4.2.3 Leids Studiesysteem en BSA 4.2.4 Studiegedrag en studievoortgang 4.2.5 Aandacht specifieke doelgroepen 4.2.6 Arbeidsmarktoriëntatie 4.2.7 Onderwijskwaliteit 4.3. Toekomst Organisatie, bestuur en bedrijfsvoering 5.1 Organisatie 5.2 Bestuur 5.3 Bestuursafspraken en planning & control 5.4 Bedrijfsvoering 5.5 HR-strategie 5.6 ICT 5.7 Toekomst
3 4 4 4 5 7 9 9 11 11 11 11 13 15 16 18 19 21 21 22 22 22 23 24 26 27 28 28 29 30 30 31 31 33 33 33 35 36 36 37 37 37 38 38 39
2
0
Preambule
Op 1 juli 2011 verscheen de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap. De universiteiten is gevraagd om voorjaar 2012 aan te geven op welke wijze zij invulling geven aan de hoofdthema’s van de Strategische Agenda: verbetering van studiesucces, onderwijsprofilering, onderzoeksprofilering en valorisatie. De Staatssecretaris en de VSNU hebben inmiddels een Hoofdlijnenakkoord gesloten, waarin zij de randvoorwaarden hiervoor hebben vastgelegd. De VSNU is gevraagd om de reacties van de universiteiten op de strategische Agenda, voor zover mogelijk, af te stemmen. In dit kader heeft de Universiteit Leiden de onderhavige profielschets opgesteld. Deze vormt de basis voor de reactie van de Universiteit Leiden op de Strategische Agenda die voorjaar 2012 aan de Staatssecretaris wordt gezonden. De profielschets beschrijft de huidige stand van zaken op de betreffende thema’s en plaatst deze in het perspectief van de ontwikkeling in de afgelopen 10 jaar. Tevens geeft de profielschets een eerste, nog voorlopige, indicatie van de voornemens inzake het toekomstige beleid van de Universiteit Leiden op de genoemde hoofdthema’s. Op dit moment wordt onderzocht of het mogelijk is het toekomstig beleid op een aantal daarvoor in aanmerking komende gebieden gezamenlijk met de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam te formuleren. De komende tijd zal binnen onze universiteit de discussie over deze en eventuele andere voornemens worden gevoerd. Vooralsnog passen de voornemens goed binnen het beleidskader dat is gegeven met het Instellingsplan 2010 – 2014 en geven zij geen aanleiding om dit beleidskader te herzien. Dit neemt uiteraard niet weg dat het vanzelf spreekt dat specifieke maatregelen, waar dat aan de orde is, het daarvoor geldende besluitvormingsproces zullen doorlopen.
December 2011.
3
1
Inleiding
1.1
Missie
1.2
De Universiteit Leiden positioneert zich als Europese researchuniversiteit. Haar academisch onderwijs is verweven met hoogwaardig onderzoek, in een uitdagende studieomgeving met een internationaal karakter. Het onderzoek van de Universiteit Leiden kan zich meten met de hoogste internationale standaarden. De studenten bereiden zich in Leiden voor op wetenschappelijke of andere posities op de arbeidsmarkt, waarbij zij hun academische kennis en vaardigheden zullen benutten. Het onderzoek in Leiden richt zich op kennisvermeerdering en innovatie en draagt bij aan welvaart, welzijn en cultuur in een duurzame samenleving. De Universiteit Leiden laat zich inspireren door wetenschappelijke en maatschappelijke vragen van de toekomst.
Praesidium Libertatis
De Universiteit Leiden heeft als devies Praesidium Libertatis, bolwerk van de vrijheid. Binnen en buiten de universiteit dragen wij de volgende kernwaarden uit: vrijheid van geest, denken en meningsuiting, ongebonden ontwikkeling van de wetenschap, verantwoordelijkheid jegens de samenleving, en integriteit. Eigenzinnigheid en respect gaan daarbij samen. De Universiteit Leiden is een gerenommeerde universiteit en voelt zich verplicht in het verlengde van haar devies een voorbeeldfunctie in te nemen. Studenten en medewerkers, inclusief die van het LUMC, zijn allen leden van de academische gemeenschap die onze universiteit vormt. Onze wetenschappelijke medewerkers laten zich in hun professionele optreden leiden door wetenschappelijke onderbouwing van hun handelen en uitspraken, zowel in het wetenschappelijke als publieke debat, in het volle besef van hun wetenschappelijke integriteit. Studenten van onze universiteit ontwikkelen zich tot verantwoordelijke academici. Zij hebben besef van ethische consequenties van wetenschappelijk onderzoek en innovatie en van hun handelen in de maatschappij. Wij verwachten van hen dat zij in de samenleving verantwoordelijk leiderschap tonen en dat zij daarbij onze kernwaarden in acht nemen.
4
1.3
Kerncijfers 2000
2005
-
49
46 (2012/13)
-
91
72 (2012/13)
Studenten
13.764
17.568
19.027
Afgestudeerden (master/doct)
1.845
2.370
2.747
n.b. n.b.
n.b. n.b.
4.1 3.9
Promoties
232
289
331
Publicaties
4.940
5.298
5.111
Totaal Medewerkers (fte), excl. LUMC Academische staf 4 . Hoogleraren . Promovendi in dienst
3.083 1.202 196 429
3.129 1.079 194 534
3.154 1.107 217 603
-
-
7,5
M€ 356
M€ 399
M€ 494
e
M€ 12
M€ 26
M€ 35
3 geldstroom excl. LUMC
e
M€ 17
M€ 22
M€ 47
Eigen vermogen
M€ 103
M€ 133
M€ 120
Bacheloropleidingen Masteropleidingen
1
2
Tevredenheid studenten Bachelor Master
2010
3
Tevredenheid medewerkers
5
Omzet geconsolideerd 2 geldstroom excl. LUMC
Tabel 1 Universiteit Leiden, Kerncijfers
Ingeschrevenen 2010 Ingeschrevenen 2010 uitgesplitst naar studiefase
Doctoraal 0,4%
Master (incl. LO) 22%
Post-doctoraal 5%
Bachelor 37%
Propedeuse bachelor 31%
Figuur 1 Universiteit Leiden, Ingeschrevenen 2010 1
Exclusief Geneeskunde (deze kende destijds nog geen gedeelde opleiding) Exclusief LLM Advanced opleidingen (niet bekostigd) 3 NSE, 2010: er is gebruik gemaakt van een 5-puntsschaal 4 Hoogleraren in fte excl. LUMC. Aantal hoogleraren bij het LUMC in 2000: 92, in 2005: 122, in 2010: 134 5 Tevredenheidsmonitor medewerkers: Werkbeleving Universiteit Leiden, Universiteit Tilburg, 27 mei 2010: er is gebruik gemaakt van een 10-puntsschaal 2
5
Universiteit Leiden in rankings (tussen haakjes positie t.o.v. andere NL-universiteiten) University Rankings
THE Ranking
QS Ranking
Shanghai-ranking
Leiden ranking top 500 wereldwijd
72 71 76 72 70 (2) 65 (2)
122 (4) verschijnt dec 2011
2006 90 2007 84 2008 64 2009 60 * 2010 124 (2) 82 (2) 2011 79 (3) 88 (3) Tabel 2 Universiteit Leiden, Internationale rankings
• Het commerciële tijdschrift THE publiceert sinds 2004 de THE World University Rankings. Tot en met 2009 in samenwerking met het onderwijsadviesbureau QS. In 2010 is THE een partnerschap aangegaan met Thomson Reuters. De THE 2010 is ingrijpend veranderd. QS heeft in 2010 de methode van de voormalige THE in stand gehouden.
Universiteit Leiden in NWO- en EU-awards Awards
aantal Leiden
marktaandeel
Spinoza
15
25,4 %
1
7 7
9,7 % 12,9 %
6 (ex aequo) 2
25,5
9,7 %
3
ERC-honoreringen - starting grant - advanced grant VICI-subsidies
marktpositie
1
2
Tabel 3 Universiteit Leiden, Awards
Het marktaandeel van bovenstaande awards en de marktpositie van de Universiteit Leiden daarin, moeten bezien worden tegen de achtergrond van het Leidse marktaandeel in de eerste en tweede geldstroom: het onderzoeksdeel van de rijksbijdrage en de door NWO toegekende subsidies.
Onderzoeksdeel rijksbijdrage 2010 Toegekende NWO-subsidies 2010 4
3
bedrag (in k€) 143.215 64.932
marktaandeel 8,8% 15,3%
marktpositie 5 2
Tabel 4 Marktaandeel en marktpositie awards Universiteit Leiden
1 2 3 4
rondes gestart in 2007-2010, verdeeld over de (Nederlandse) universiteiten, Kengetallen NWO 2006-2010 VICI-subsidies 2002-2010 Specificatie rijksbijdrage 2010 cfm. brief OCW/DUO d.d. 9-12-2010, kenmerk BEK/BPR-2010/96124 M Bedrag en aandeel cfm. NWO-jaarverslag 2010, tabel 6.
6
1.4
Profielthema’s De universiteit heeft 6 profielthema’s geformuleerd die kenmerkend zijn voor de Universiteit Leiden.
Fundamentals of Science
Health, Life and Biosciences
Health across the Human Life Cycle
Justice, Legitimacy and Good Governance
The Asian Challenge
Global Interactions of Civilizations and Languages
Figuur 2 Profielthema's Universiteit Leiden
Fundamentals of Science Het onderzoek in dit profielthema strekt zich uit van de grootste getallen tot de kleinste elementaire deeltjes, van de meest simpele processen op oppervlakken tot de (bio)fysica van complexe grote systemen en materialen, en van de jongste planeten rond nabije sterren tot de oudste en verste melkwegstelsels in het heelal. De centrale onderzoekslijnen komen uit de natuurkunde, de wiskunde en de sterrenkunde. Gezamenlijk worden de fundamentele natuurwetten onderzocht, om te komen tot een wiskundige beschrijving van experimenten en waarnemingen op aarde en in het heelal. Ontwikkeling van nieuwe technologieën, instrumenten en (waarnemings)faciliteiten is een integraal onderdeel van de strategie voor dit profielthema. Het onderzoek op dit gebied legt tevens fysische, mathematische en technologische fundamenten voor toepassingen in het profielthema Health, Life and Biosciences. Het onderzoek op dit thema wordt primair uitgevoerd door onderzoekers van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen.
Health, Life and Biosciences Het profielthema Health, Life and Biosciences kenmerkt zich door een brede basis van fundamenteel onderzoek, een multidisciplinaire en translationele onderzoeksaanpak. Het richt zich op fundamenteel onderzoek op het gebied van de moleculaire biologie, in het bijzonder de genetische processen, de ontwikkeling van technieken voor het volgen van levensprocessen en de ontwikkeling van nieuwe methoden en technieken in bioinformatica en numerieke simulaties. Deze kennis wordt mede ingezet in het onderzoek naar fundamentele ziektemechanismen en de vertaling daarvan naar ‘personalized medicine’. Binnen dit onderzoeksgebied onderscheidt Leiden zich met hooginnovatieve technologieën, zoals imaging en celtherapie. De dragende universitaire partijen van dit profielthema zijn de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en het LUMC. Dit profielthema vormt de kern van de inbreng van Leiden in het samenwerkingsverband Medical Delta. Kenmerkend is tevens de inbedding in en de interactie met het Leiden BioScience Park.
Health across the Human Life Cycle Het Leidse onderzoek op dit profielthema is erop gericht een beter begrip te krijgen van zowel somatische en geestelijke gezondheid als afwijkingen daarvan gedurende de ontwikkelingsstadia van kindertijd en jeugd naar volwassenheid en ouderdom. De focus is tweeledig: enerzijds richt het onderzoek zich op de analyse van zowel de normale als abnormale werking van het centraal zenuwstelsel in relatie tot cognitief en affectief functioneren, anderzijds op het beter begrijpen van genetische en omgevingsdeterminanten voor ziekte en het ontwikkelen van primaire en secundaire 7
interventies. Concrete aandachtsgebieden zijn o.a. (sociale) angst, agressie, kindermishandeling, onverantwoord eetgedrag en gezond ouder worden. Het belang van dit onderzoek is evident: deze problemen zijn zowel voor het individu als voor de maatschappij zeer belastend en brengen hoge kosten met zich mee. Het onderzoek op dit thema wordt primair uitgevoerd door onderzoekers vanuit de gedragswetenschappelijke disciplines van de Faculteit Sociale Wetenschappen en het LUMC. Het onderzoek maakt onder meer gebruik van de up-to-date onderzoeksinfrastructuur van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen en het LUMC op het gebied van beeldvorming op moleculair niveau en in vivo, 3T- en 7T-MRI.
Justice, Legitimacy and Good Governance Op welke wijze dragen het recht, de politiek en het openbaar bestuur bij aan het goed functioneren van een democratische rechtsstaat? Dit thema brengt wetenschappers uit de disciplines rechtsgeleerdheid, politieke wetenschappen, bestuurskunde en geschiedenis samen. Zij doen onderzoek vanuit internationaal, Europees dan wel nationaal perspectief. De focus is daarbij tweeledig: enerzijds richt het onderzoek zich op de verschillende niveaus waarop het recht, de politiek en het openbaar bestuur (‘multilevel governance’) opereren en hoe de interactie tussen die niveaus gestalte krijgt, anderzijds richt het zich op de vraag hoe de legitimiteit van het recht, de politiek en het openbaar bestuur (governance) zich heeft ontwikkeld en ontwikkelt. Op basis van die inzichten wordt bezien of en hoe die legitimiteit kan worden versterkt. Het onderzoek op dit thema wordt primair uitgevoerd door onderzoekers van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, de Faculteit Sociale Wetenschappen, de Campus Den Haag en de Faculteit Geesteswetenschappen.
The Asian Challenge De betekenis van Azië voor de mondiale politieke, economische, maatschappelijke en culturele ontwikkeling neemt snel toe. Deze ontwikkeling is op zichzelf de belangstelling van de wetenschap meer dan waard. Tevens stelt zij het Westen voor de vraag hoe het zich tot deze ontwikkeling verhoudt. Het onderzoek in dit profielthema oriënteert zich vooral op het hedendaagse Azië. Het draagt bij aan de toename van kennis van Azië en daarmee aan een beter begrip van de strategische uitdagingen waar Azië en daarmee Europa in de 21e eeuw voor staan. Het onderzoek op dit thema wordt primair uitgevoerd door onderzoekers van de Faculteit Geesteswetenschappen, de Faculteit Rechtsgeleerdheid en de Faculteit Sociale Wetenschappen.
Global Interactions of Civilizations and Languages Onderwerpen als globalisering, diversiteit, cultureel erfgoed en sociale innovatie staan maatschappelijk in het middelpunt van de belangstelling. Het profielthema Global Interactions of Civilizations and Languages brengt het Leidse onderzoek op het gebied van de geschiedenis, taalwetenschap, cultuurwetenschap, archeologie en culturele antropologie samen en richt zich in het bijzonder op veranderingen in wereldwijde politieke, economische, culturele en maatschappelijke verhoudingen en de effecten daarvan op ontwikkelingen op lokaal niveau. Dit bij uitstek multidisciplinaire onderzoeksthema voorziet de discussie over globalisering en maatschappelijke innovatie, zoals bij vraagstukken over migratie en integratie, van een degelijk kennisfundament en maakt haar minder gevoelig voor de waan van de dag. Het onderzoek op dit thema wordt primair uitgevoerd door onderzoekers van de Faculteit Geesteswetenschappen, de Faculteit Archeologie en de Faculteit Sociale Wetenschappen.
8
1.5
1.6
Graduate Schools en instituten Binnen de faculteiten zijn per september 2005 facultaire Graduate Schools ingesteld. In 2008 zijn de taken, organisatie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van Graduate Schools en instituten in de faculteitsreglementen neergelegd. De Graduate Schools zijn ingericht om de inhoudelijke coherentie in onderwijs en onderzoeksprogramma’s te vergroten en zorg te dragen voor de profilering van deze programma’s op de nationale en internationale markt. De Graduate Schools zijn: Archaeology, Humanities, Science, Social and Behavioural Sciences, Leiden Law School en Leiden University Medical Centre. Binnen de Graduate Schools zijn de in totaal 27 instituten de constituerende onderdelen. De instituten huisvesten onderzoekers en functioneren als capaciteitsgroepen t.b.v. het graduate en bachelor onderwijs. De instituten hebben een integrale verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van het onderzoek en een vergaande autonomie binnen universitaire en facultaire kaders; dit heeft geleid tot ondernemende instituten met een grote slagkracht in de competitieve omgeving van het onderwijs en onderzoek.
Context
Internationale samenwerking Sinds 2002 maakt de Universiteit Leiden deel uit van de League of European Research Universities (LERU). De Universiteit Leiden is de oprichter van deze organisatie van topuniversiteiten in Europa. De LERU is opgericht om het belang van fundamenteel onderzoek te bepleiten; de LERU heeft grote invloed op de kaders die worden geformuleerd voor de Europese programma’s zoals Horizon 2020. De LERU omvat momenteel 22 Europese universiteiten waaronder de universiteiten van Cambridge en Oxford. De LERU heeft in de afgelopen tijd steeds meer samenwerking met buitenlandse universiteiten mogelijk gemaakt. Samenwerking Universiteit Leiden, TU Delft, en Erasmus Universiteit Bij de opening van het academisch jaar 2011/2012 hebben de Universiteit Leiden, de Technische Universiteit Delft en de Erasmus Universiteit Rotterdam kenbaar gemaakt dat zij een intensieve samenwerking gaan vormgeven. Aanleiding is onder meer de toenemende wereldwijde concurrentie in de wetenschappelijke wereld, de toenemende vraag naar innovatieve oplossingen voor urgente maatschappelijke uitdagingen en het belang van regio’s in de kennis- en innovatieontwikkeling. Deze trends vragen om een multidisciplinaire thematische focus in het onderzoek en een gezamenlijk onderwijsprofiel. Op onderwijsgebied wordt beoogd het goede en zeer complementaire onderwijsaanbod over en weer toegankelijker gemaakt en onderling beter af te stemmen, maar ook nieuwe, multidisciplinaire combinaties vorm te geven. De drie universiteiten zien de onderlinge samenwerking als goede basis om getalenteerde studenten en academisch toptalent aan te trekken, maar ook om innovatieve bedrijven voor de regio te interesseren en meer externe en aanvullende financiering te werven, bijvoorbeeld in de EU. o Voorbeeld is het HOPE programma (Holland Program on Entrepreneurship) in samenwerking met de Erasmus Universiteit en de TU Delft ter bewustwording van het ondernemerschap. Leiden richt zich daarbij op onderzoeksgerelateerd ondernemerschap. Er zijn specifieke minoren (Sciene & Research-Based Business en Business and Entrepreneurship) en diverse mastercursussen ingericht.
9
Den Haag In Den Haag bestaat sinds 1999 een nevenvestiging van de universiteit en deze is sinds 1 januari 2011 als Campus Den Haag een volwaardige faculteit van de universiteit. Campus Den Haag heeft momenteel een gevarieerd onderwijsaanbod met bachelor-, eenjarige master- en post-initiële opleidingen en cursussen op het gebied van o.a. Bestuurskunde, Politicologie en Internationaal Recht. In 2010 is het Leiden University College The Hague van start gegaan. Organisaties als het Centre for Governance Studies, Centre for Terrorism and Counterterrorism, Montesquieu Instituut, en het Centre for Modern Urban Studies maken deel uit van de Campus Den Haag. De Haagse Academische Coalitie (HAC) vormt de basis voor de kennisinfrastructuur op het gebied van recht, vrede en veiligheid in Den Haag. De HAC bestaat uit Campus Den Haag en Grotius Centre van de Universiteit Leiden, Carnegie Stichting, Instituut Clingendael, Hague Institute for the Internationalisation of Law, International Institute of Social Studies van de Erasmus Universiteit, Haagse Hogeschool en het T.M.C. Asser Instituut. Topinstituut The Hague Institute for Global Justice: het instituut is de vrucht van samenwerking tussen de Haagse Academische Coalitie, The Hague Centre for Strategic Studies, Hague Conference on Private International Law en de gemeente Den Haag.
10
2
Onderzoeksprofiel & Valorisatie
2.1
Terugblik
Leiden als researchuniversiteit Midden jaren negentig van de vorige eeuw bepaalde de universiteit met haar strategie Koersen op Kwaliteit de versterking van hoogwaardige academische kwaliteit in onderwijs en onderzoek. In Wegen naar gehalte (1999/2000) komen behoud en versterking van het goede onderzoek en stimulering van innovatie door gerichte investeringen centraal in het onderzoeksbeleid te staan. In Kiezen voor Talent (2005) is aangegeven dat onze universiteit een onderzoeksuniversiteit wil zijn met onderzoek dat internationaal competitief is. Daarnaast zet onze universiteit in op kennisbenutting en het aangaan van strategische allianties in de regio. Haar aandeel in de EUsubsidievormen wil zij vergroten. Toponderzoekers zijn het kapitaal om haar positie in de wetenschappelijke wereld te behouden en te versterken. Met het Instellingsplan Inspiratie en Groei (2009) wordt hierop voortgeborduurd en komt de nadruk te liggen op fundamenteel onderzoek, innovatie en valorisatie, en academisch ondernemerschap. Om dit te bereiken zijn een aantal acties ingezet: het komen tot zwaartepunten / profileringsgebieden in het onderzoek, het versterken van de marktpositie in de 2e geldstroom (NWO) en de EU, het vorm geven van innovatiebeleid en strategische samenwerkingsverbanden in de regio en het vergroten van de aantrekkingskracht voor toponderzoekers.
2.2
Stand van zaken 2012
2.2.1 Onderzoeksprofiel De universiteit staat midden in de maatschappij. Alleen zo kan zij haar kennis optimaal benutten en verantwoording afleggen over de middelen die zij aanwendt. Tegelijkertijd bewaakt zij de ruimte voor explorerend onderzoek, waarvan niet op voorhand vaststaat of resultaten tot toepassing zullen leiden. De universiteit laat zich bij haar onderzoek leiden door de vraag welke kennis voor een welvarende en duurzame samenleving van de toekomst van belang is. Haar onderzoekers ontwikkelen daartoe samen met ondernemers kennis en nemen deel in innovatieve netwerken, strategische allianties en onderzoeksconsortia. Kennisketen In Leiden staat fundamenteel explorerend wetenschappelijk onderzoek voorop: onderzoek op vraagstellingen die voortkomen uit de fascinatie voor de wetenschap zelf. Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek staat aan het begin van de kennisketen en vormt een onmisbare basis voor ontdekkingen, nieuwe inzichten en toepassingen die kunnen leiden tot economische of maatschappelijke waardevermeerdering. Bij de keuze van fundamentele onderzoeksvraagstellingen laten onderzoekers zich inspireren door de vraag welke kennis voor de samenleving van de toekomst van belang kan zijn, niet alleen in economische zin, maar ook voor cultuur en welzijn. De globalisering en de ontwikkelingen in Europa (Horizon 2020) en in het Nederlandse overheidsbeleid (Topsectoren) hebben direct invloed op de wijze waarop de universiteit haar onderzoekstaak kan uitvoeren. De universiteit ziet deze ontwikkelingen als uitdagingen en zoekt als vanouds steeds nieuwe kansen om haar positie in het onderzoeksveld te behouden en waar mogelijk te versterken.
11
Maatschappelijke waarde De belangrijkste maatschappelijke waarde van de universiteit is het afleveren van hoog gekwalificeerde academici die zorg dragen voor een effectieve kennistransfer naar de samenleving. Daarnaast biedt onderzoeksamenwerking met private of maatschappelijke partijen een uitstekende basis voor kennistransfer en valorisatie, in aansluiting op de derde kerntaak van de universiteit naast onderwijs en onderzoek. De Universiteit Leiden heeft het Leiden University Research and Innovation Services (LURIS) opgericht als professionele eenheid voor de ondersteuning van kennistransfer en valorisatie. Een impactstudie van BIGGAR Economics1 heeft in kaart gebracht wat de investeringen in wetenschappelijk onderzoek van de Universiteit Leiden en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) lokaal, regionaal en landelijk hebben opgeleverd. Conclusie van BIGGAR Economics is dat iedere euro investering in Leids onderzoek op nationaal niveau € 3,88 aan toegevoegde waarde oplevert, dus bijna een verviervoudiging. De onderzoeksinspanningen van de twee kennisinstellingen leverden in totaal in 2010 een bruto toegevoegde waarde aan de Nederlandse economie van ruim 1,3 miljard euro en ongeveer 18.000 banen (fte’s), op basis van een investering van ruim 337 miljoen euro in onderzoek aan de Universiteit Leiden en het LUMC. Het onderzoek bij de twee kennisinstellingen geeft ook aandacht aan kwalitatieve impact. Deze kwalitatieve impact omvat sociale en maatschappelijke effecten, zoals gezondheid en welzijn door de beschikbaarheid van innovatieve producten/diensten, sociale cohesie en een levendige omgeving. De Universiteit Leiden laat nog studie verrichten naar de maatschappelijke en economische impact van haar investeringen in het onderwijs. Onderzoeksprofilering In de eerste helft van de jaren negentig van de vorige eeuw heeft de universiteit een universitaire Werkgroep Kwaliteit (Cie. Van der Waals) ingesteld die al het universitaire onderzoek heeft beoordeeld. Op basis van deze uitkomsten is binnen faculteiten gekozen voor zwaartepuntenvorming. Vanaf 2000 is een Vernieuwingsfonds ingesteld onder meer voor het geven van financiële steun aan plannen tot versterking van het prioritaire facultaire onderzoek, alsmede voor het aantrekken van coryfeeën. Vanaf 2006 heeft het College van Bestuur het proces in gang gezet om te komen tot universitaire profileringsgebieden. In 2008 zijn 11 profileringsgebieden vastgesteld, die hun basis vinden in het excellente onderzoek van de instituten: o Fundamentals of Science o Bioscience: the science base of Health o Vascular and Regenerative Medicine o Translational Drug Discovery and Development o Brain function and dysfunction over the lifespan o Health, Prevention and the Human Life Cycle o Interaction between Legal Systems o Political legitimacy: Institutions and Identities o Global interaction of people, culture and power through the ages o Asian Modernities and Traditions o Language diversity in the world 1
Economic impact of research and commercialization at Leiden University and the Leiden University Medical Centre, 16 augustus 2011
12
Focus, massa en kwaliteit: o een profileringsgebied is een helder omschreven en afgebakend onderzoeksdomein op fronten waar wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen liggen, geconcretiseerd in leidende vraagstellingen voor het onderzoek (focus); o een profileringsgebied is gekoppeld aan erkende voorhoedeposities van de betrokken onderzoeksgroepen en wordt gedragen door vooraanstaande senioronderzoekers (kwaliteit) o een profileringsgebied bouwt voort op meerdere programma’s in de 1e geldstroom en heeft een aantoonbaar track record op het gebied van verwerving van externe middelen (massa). De gebieden zijn richtinggevend voor de inzet van stimuleringsgelden, het benoemingenbeleid van hoogleraren en het aantrekken van andere onderzoekers. Uitgangspunten voor de keuze van de gebieden zijn zichtbaarheid van excellent onderzoek, samenwerking over disciplinaire grenzen, maatschappelijke relevantie en versterking van de werving in de externe geldstromen. Aan de profileringsgebieden is een subsidie van € 11 miljoen toegekend over de periode 2010 tot en met 2014. Het LUMC draagt ook bij aan de subsidies in de gebieden waarin het LUMC participeert. De subsidies zijn bestemd voor: o het creëren van promotieplaatsen, o de aanschaf van kostbare infrastructuur, o en het organiseren van conferenties, seminars, e.d. om de kennis aan de omgeving beschikbaar te stellen (valorisatie). Door de investering zijn tot op heden 35 promotieplaatsen in de profileringsgebieden beschikbaar gekomen.
Profielthema’s De universiteit heeft in 2011 de profileringsgebieden nader geordend in 6 profielthema’s die extern het onderzoeksprofiel van de Universiteit Leiden uitdragen: * Fundamentals of Science, * Health, Life and Biosciences, * Health across the Human Life Cycle, * Justice, Legitimacy and Good Governance, * The Asian Challenge, * Global Interactions of Civilizations and Languages. De profielthema’s zijn inhoudelijk beschreven in termen van kwaliteit, maatschappelijke relevantie, valorisatie en aansluiting bij ontwikkelingen in Nederland en Europa. De profielthema’s dienen tevens voor het in beeld brengen van de samenwerkingsrelaties vanuit het onderzoek met wetenschappelijke partners en maatschappelijke instellingen.
2.2.2 Kwaliteit
Kwaliteitsborging o Om de zes jaar wordt elk universitair onderzoeksinstituut conform het Standaard Evaluatie Protocol (SEP) beoordeeld door een internationaal samengestelde commissie van onafhankelijke deskundigen. Drie jaar na de externe onderzoeksbeoordeling vindt een interne zelfevaluatie plaats. o De universiteit legt de commissiesamenstelling standaard voor aan externe deskundigen ter toetsing van de onafhankelijkheid en het wetenschappelijk gezag van de commissieleden en de dekking van expertisegebieden. o Het Leids protocol voor onderzoeksbeoordelingen beschrijft de verantwoordelijkheden van College van Bestuur, faculteitsbestuur en instituut in het beoordelingsproces. o Bij de Universiteit Leiden zijn in de afgelopen 10 jaar alle onderzoeksprogramma’s op de indicatoren kwaliteit, productie, relevantie en vitaliteit goed (internationally visible) tot excellent (world leading) beoordeeld. 13
Elke externe visitatie en interne zelfevaluatie wordt gevolgd door een bestuurlijke hantering, waarbij conclusies worden getrokken en afspraken gemaakt over te nemen maatregelen. De universiteit heeft met het Centrum voor Wetenschap en Technologie Studies (CWTS) een unit in huis die internationaal leidend is in de ontwikkeling van wetenschap- en technologie- indicatoren en benchmarkstudies naar de kwaliteit en impact van publicaties van onderzoeksgroepen en instituten. De Leiden Ranking is erkend als de meest betrouwbare ranking van universiteiten op basis van citaties.
Wetenschappelijke publicaties 1
o
Leiden % LEI
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
4940 9,6%
4593 8,7%
4479 8,7%
4346 8,3%
4873 8,7%
5298 9,0%
5415 9,1%
4735 7,8%
4954 7,8%
4904 7,5%
5111 7,6%
Tabel 5 Universiteit Leiden, wetenschappelijke publicaties (Bron: aantallen LEI uit Jaarverslagen LEI; % LEI = marktaandeel in WO Nederland uit KUOZ-flex 2010)
Door het instellen van een coryfeeënfonds zijn enkele excellente onderzoekers naar Leiden gehaald of voor Leiden behouden. Criteria voor benoeming in de wetenschappelijke staf zijn geoperationaliseerd. Het aantal promoties bij de universiteit is de laatste jaren in absolute zin gestegen; het marktaandeel heeft geen gelijke tred hiermee gehouden.
Leiden Nederland % LEI
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
232 2360 9,8%
231 2545 9,1%
233 2531 9,2%
236 2654 8,9%
240 2721 8,8%
289 2977 9,7%
302 3140 9,6%
269 3187 8,4%
302 3254 9,3%
320 3537 9,0%
331 3700 8,9%
Tabel 6 Universiteit Leiden, aantal promoties en marktaandeel in WO-Nederland (Bron: KUOZ-flex 2010)
De universiteit is in de verschillende rondes van het NWO-Graduate programme succesvol geweest als penvoerder of in samenwerking met anderen: Casimir Research School (2009), N.W. Posthumus Institute (2010), en Leiden de Sitter Programme in Cosmology, Leiden University Centre of Linguistics Graduate Programme, SENSE, Kurt Lewin Institute (2011).
Infrastructuur: o FES Eén van de manieren om innovatief onderzoek te stimuleren is het aanbieden van (unieke) multidisciplinaire onderzoeksfaciliteiten. FES-toewijzingen die succesvol voor Leiden zijn geweest of waarin Leiden sterk participeert zijn: 7-Tesla MRI, Cyttron, Cato2, en het programma 'Towards a sustainable open innovation ecosystem'. o ESFRI De universiteit en het LUMC zijn intensief betrokken bij diverse projecten op het gebied van biobanking en biomolecular resources (life sciences), biology infrastructure en bioinformatics infrastructure. Via de toponderzoekschool NOVA is er betrokkenheid bij de European Extremely Large Telescope. Voorts wordt vanuit Leiden via LOFAR (Astron / Dwingeloo) meegewerkt aan het internationaal consortium van
1
Vanaf 2007 is de definitie van wetenschappelijke publicaties in HOOP-gebied Gezondheid bij LEI gewijzigd, bij overige instellingen niet. Dit verklaart de grote daling vanaf 2007 bij LEI.
14
o
o
o
o
radioastronomen Square Kilometre Array. Het NCB-Naturalis is betrokken bij het project LIFE WATCH. Nationale Roadmap In aansluiting op de Europese roadmap ESFRI is een Nederlandse roadmap voor grootschalige infrastructuren tot stand gebracht. De Universiteit Leiden heeft in eerste ronde het Nederlands Centrum voor Biodiversiteitonderzoek (NCB) ingebracht in samenwerking met de Universiteiten van Amsterdam, Utrecht Wageningen, en Leiden en museum Naturalis, met steun van het Ministerie van OCW. Bij de update in 2011 zijn additioneel ingebracht: DISC ELIXIR, NeCEN, NL-OPEN SCREEN. NeCEN Het Nederlands Centrum voor Elektronen Nanoscopie (NeCEN) is een samenwerkingsverband, geïnitieerd door 6 universitaire partners en electrononenmicroscoopontwikkelaar FEI company. Het ligt in de verwachting dat NeCEN en het Cell Observatory, dat de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen met een eigen investering heeft opgezet voor de bestudering van de levende cel, zullen bijdragen aan de groei van economische activiteit in de regio met name voor vestiging van grote multinationals op het gebied van de Life Sciences in het Leidse BioScience Park. Technologische Top Instituut Pharma De Universiteit Leiden en het LUMC nemen met 24 projecten deel aan het technologische topinstituut TI Pharma en 2 projecten in TTI Groene Genetica. Netherlands Genomic Initiative Voor NGI is het LUMC trekker van het Center for Medical Systems Biology (CMSB), Netherlands Metabolomics Centre, Forensic Genomics en samen met ErasmusMC het Netherlands Consortium for Healthy Ageing (NCHA).
2.2.3 Wervingskracht in geldstromen Positie Leiden De positie van de universiteit in de diverse geldstromen is sterk. In onderstaand overzicht wordt duidelijk dat de universiteit en het LUMC zich over de periode 2005 – 2010 zeer goed ontwikkeld hebben. Bedragen in M€
2005
2006
2007
2008
2009
2010 2005-2010
Eerste geldstroom 1 Tweede geldstroom (NWO) 2 EU-subsidies 2 Overige opbrengsten ² Subtotaal excl. LUMC
259,8 25,8 7,5 45,7 338,8
263,2 27,9 8,9 48,3 348,3
269,4 28,1 6,9 51,9 356,3
283,2 30,5 13,9 48,8 376,4
299,9 27,3 14,3 67,4 408,9
311,1 35,1 17,1 55,9 419,2
+20% +36% +128% +22% +24%
Rijksbijdrage LUMC 3 58,6 Onderzoeksbaten LUMC 4 47,8 Totaal incl. onderzoek LUMC 445,2
59,6 49,2 457,1
61,4 57,9 475,6
63,9 55,3 495,6
66,6 62,7 538,2
66,4 70,6 556,2
+13% +48% +25%
Tabel 7 Universiteit Leiden, Ontwikkeling Universitaire middelen, bron: Universitaire jaarrekeningen 2005-2010 1
Rijksbijdrage + collegegelden, excl. rijksbijdrage LUMC; bron: jaarrekeningen 2005-2010 (enkelvoudig) Tweede geldstroom, EU-subsidies en overige opbrengsten excl. LUMC; bron: jaarrekeningen 2005-2010 3 Rijksbijdrage t.b.v. ‘werkplaatsfunctie’ LUMC; bron: jaarrekeningen 2005-2010 4 e e e Externe onderzoeksgelden LUMC (2 , 3 en 4 geldstroom); bron: jaarverslagen LUMC 2005-2010 2
15
De wervingskracht in de 2e geldstroom van universiteiten kan worden vergeleken aan de hand van de rijksbijdrage. Figuur 3 laat zien dat Leiden op basis van deze vergelijking een topaandeel in de NWO-subsidies heeft (24%).
bedragen in M€
Rijksbijdrage 2010
NWO-toekenning 2010
NWO-toekenning als % rijksbijdrage
500
25% Leiden
400
20%
300
15%
RU UU VU TUE
200
RUG
10%
UT
TUD
UvA
UM
UvT
EUR
100
5%
0
0% EUR
RU
RUG
TUD
TUE
Leiden
UM
UT
UU
UvA
UvT
VU
Figuur 3 Universiteit Leiden, Wervingskracht Gegevens rijksbijdrage 2010: OCW-brief d.d.9-12-2010
De wervingskracht kan ook uitgedrukt worden in de omvang van de verworven middelen in k€ ten opzichte van het aantal fte wetenschappelijk personeel dat werkzaam is bij de universiteit (zie figuur 4). Gemiddelde wervingskracht 2006-2010 in k€ / fte WP 60 56
54
50
44
40 39
38
38 35
35 33
33
30
31 29
20
21
10
0 EUR
RU
RUG
TUD
TUE
LEI
UM
UT
UU
UvA
UvT
VU
WUR
Figuur 4 Universiteit Leiden, gemiddelde wervingskracht, Bronnen: Jaarverslagen NWO en VSNU/WOPI
2.2.4 Innovatie en kennisvalorisatie De universiteit ziet kennis in het hart staan van actuele en toekomstige vraagstukken op het gebied van welzijn, welvaart, cultuur, economie en ondernemerschap. Het doel is om die kennis beter te benutten. Ook de wetenschap is ermee gediend dat wetenschappers en
16
ondernemers in innovatieve netwerken, strategische allianties, onderzoeksconsortia en uiteenlopende professionele samenwerkingsvormen kennis ontwikkelen en uitwisselen. LURIS Voor de valorisatie van kennis en het bieden van contractondersteuning voor derde geldstroomprojecten heeft de universiteit in 2005 de eenheid Leiden University Research and Innovation Services (LURIS) opgericht (24 fte; K€ 3,7 budget). Binnen LURIS wordt nauw samengewerkt tussen de universiteit en het Leids Universitair Medisch Centrum. De activiteiten van LURIS omvatten: o het identificeren van kennis en technologie met commerciële potentie; o kennisbescherming en –exploitatie door het ondersteunen van octrooiaanvragen; o het delen van faciliteiten; o het coachen van startende ondernemers; o de bedrijfsmatige en juridische ondersteuning bij het tot stand komen van onderzoekscontracten voor (2e- en) 3e geldstroomonderzoek, inclusief door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten en consultancy activiteiten. Nationaal heeft LURIS een belangrijke rol gespeeld bij het realiseren van Intellectueel Eigendom-raamwerken voor een groot aantal nieuwe publiek-private initiatieven waaronder het topinstituut Center for Translational Molecular Medicine, en de programma’s van TopInstituut Pharma en de Intellectual Property Taskforce van de FES Life Sciences and Health. De Universiteit Leiden / het LUMC hebben twee keer de Valorisation Award van het Netherlands Genomics Initiative gewonnen: Best Valorisation Structure (2008) en de Best Company Formation Structure (2010); de tweede gedeeld met het Nederlands Kanker Instituut. Kennisexploitatie en kennisbescherming In de THE World University Rankings (2010) werd Leiden als eerste (ex aequo) geplaatst in de wereldwijde ranking met betrekking tot innovatieactiviteit vanuit een universiteit. Onderstaande tabel laat zien dat de Universiteit Leiden en het LUMC zich qua exploitatie efficiëncy (verhouding investering en commerciële output) kunnen meten met de 11 topuniversiteiten in de Verenigde Staten. Verwachting is dat in het huidige tempo de resultaten op de middellange termijn gelijkwaardig worden aan die van de Universiteit van Edinburgh. Benodigde investering in $Mln Output
University of Edinburgh
Top 11 US Universiteiten
Leiden (2009)
1 Melding van een uitvinding
1,9
2,6
2,9
1 Octrooi
4,2
4,0
8,3
1 Licentie
6,1
9,5
9,2
$1 mln royalty per jaar
26,4
32,8
36,4
1 Spin-out
43,9
98,2
60,0
Bron: Leiden University Research and Innovation Services
Tabel 8 Universiteit Leiden, internationale Indicatoren kennisexploitatie
Vanuit het afgeronde Subsidieprogramma KennisExploitatie (SKE) is onder meer het Leiden Leeuwenhoek PreSeed Fonds (LLPF) opgericht. LURIS heeft geholpen met en participeert in het vestigen van twee Seed fondsen: Bio Generation Ventures I, en in 2011 Bio Generation Ventures II. De eerste kende een omvang van M€ 17, de tweede beoogt een omvang van M€20 of meer.
17
Binnen Libertatis Ergo Holding is een universitair octrooifonds ingesteld voor nieuwe octrooiaanvragen. Libertatis Ergo Holding B.V. (LEH), opgericht in 1993, bevordert en ondersteunt het oprichten en inrichten van werkmaatschappijen, waarin contractsactiviteiten voor derden op zelfstandige en transparante wijze worden uitgevoerd. LEH functioneert als zelfstandig rechtspersoon, op afstand van de Universiteit Leiden. Alle aandelen van LEH zijn in het bezit van de universiteit.
2.2.5 Kennisregio
BioScience Park o De Universiteit Leiden is een van de stakeholders in, en voorzitter van, de Leiden Bio Science Park foundation, naast LUMC, gemeente Leiden, provincie Zuid-Holland en de Ondernemers Vereniging BioScience Park. Het doel van de foundation is om Leiden BioScience Park verder te ontwikkelen door het vergroten van bedrijvigheid. De universiteit heeft als grondeigenaar het BioScience Park mogelijk gemaakt. o Het Bio Science Park vierde in 2009 haar 25-ste verjaardag en won de Award beste bedrijventerreinen van Nederland. De award wordt ter beschikking gesteld door het Bedrijventerrein Magazine. Op basis van onderzoek in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken is aangetoond dat het BioScience Park Leiden een van de vier parken is die volwassen zijn en nationale betekenis hebben1. o Momenteel kent Leiden BioScience Park zo’n 70 bedrijven en werken er in de bedrijven rond de 3000 mensen. In het park als geheel werken zo’n 15000 mensen (inclusief LUMC, Naturalis, Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, etc.) o Op het BioScience Park is tevens het BioPartner Center Leiden gevestigd dat faciliteiten biedt voor startende ondernemers (BioPartner Accelerator). Het BioPartner Center is voortgekomen uit een samengaan in 2007 van het voormalige Academische Bedrijven Centrum (opgericht in 1984) en het Biopartner Centrum (opgericht in 2002). De Universiteit Leiden en het LUMC maken deel uit van de Raad van Toezicht. Momenteel biedt het Center op het BioScience Park Leiden ruim 10.000 m2 werkruimte. Hiermee is het BioPartner Center Leiden het grootste bedrijvencentrum voor startende ondernemingen in de rode biotechnologie in Nederland. o Op het BioScience Park zijn het NCB-Naturalis en het Topinstituut Pharma gehuisvest. o In 2008 is door de Universiteit Leiden met Erasmus Medisch Centrum en Technische Universiteit Delft het Business to Science Portal (B2SP) opgericht dat functioneert als één loket voor kennisgerelateerde vragen van bedrijven in Zuid-Holland die vooral gericht zijn op het midden- en kleinbedrijf in de Life Sciences en de Medische Technologie. Gemeente Leiden o De universiteit kent een vruchtbare samenwerking met de Gemeente Leiden en in de stad aanwezige instellingen, waaronder de diverse musea, en bedrijven in het BioScience Parc. De universiteit stelt ook kennis ten dienste van de Gemeente Leiden. Publiek-private samenwerking o De Universiteit Leiden en LUMC nemen deel in een groot aantal al langer lopende samenwerkingsprojecten met bedrijven die zijn gefinancierd vanuit de overheidsprogramma’s zoals FES, EFRO, Pieken in de Delta, Nationaal Genomics Initiative, TI Pharma, Centre for Translational Molecular Medicine en BioMedical Materials programma, en voorheen de Smart Mix en Parelsnoer. In de Smart Mix zijn onder meer de projecten Nano Imaging under Industrial Conditions (NIMIC) /
1
Fysieke investeringsopgaven voor campussen van nationaal belang, Buck Consultants International, november 2009
18
2.3
microscoopontwikkeling t.b.v. katalyse, borstkankeronderzoek en nanotechnologie, en A New Generation of Efficient Biomedical Research Tools / medicijnontwikkeling tegen ouderdomsziekten van botten en gewrichten met onderzoekmodellen gebaseerd op zebravissen, toegewezen. Zuid-Holland o In het kader van het programma Medical Delta hebben de TU Delft, de Erasmus Universiteit, het Erasmus Medisch Centrum, de Universiteit Leiden en het LUMC het consortium Medical Delta gevormd om samen met industriële partners nieuwe medische technologie te ontwikkelen. Medical Delta is door de EU als region of knowledge erkend. Medical Delta maakt deel uit van het Europese consortium HealthTIES met andere vooraanstaande life sciences regio’s in Europa, namelijk Zürich (Zwitserland), Oxford & Thames Valley (Verenigd Koninkrijk), BioCat (Catalonië) en Debrecen (Hongarije). o De universiteit kent op het gebied van onderzoek in de regio veel samenwerking met andere instellingen, zoals de enige in Nederland bestaande mogelijkheid om in de Kunsten te promoveren (doctoraatsprogramma docARTES) met de Hogeschool voor Beeldende Kunst, Muziek en Dans in Den Haag, promotiemogelijkheden voor docenten van HBO-instellingen, onderzoeksamenwerking met musea (Geesteswetenschappen) en gemeentelijke oudheidkundige diensten (Archeologie). o In het initiatief TriDelta is een triple helix-samenwerking tot stand gebracht van een aantal Zuid-Hollandse partijen van kennisinstellingen, gemeentelijke overheden en bedrijven. TriDelta werkt aan het versterken van de speerpunten Clean Tech Delta, Medical Delta en Architectuur & Industrial Design. o De Universiteit Leiden is aangesloten op de ontwikkeling van de Metropoolregio Den Haag – Rotterdam; hierbinnen vormen de Universiteit Leiden, Technische Universiteit Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam de kennisbasis voor innovatie, mede in relatie tot de Topsectoren en de EU-programma’s.
Toekomst
1. Profiel • De profielthema’s (en onderliggende profileringsgebieden) worden de basis voor de verdere profilering van het onderzoek (strategische samenwerkingsrelaties, meerjarig investerings- en benoemingenbeleid). • De universiteit positioneert zich scherper in de internationale rankings. 2. Kwaliteit • Bij onderzoeksbeoordelingen worden programma’s die lager dan een 4 scoren afgebouwd; hierover worden in de bestuurlijke hanteringen afspraken gemaakt. • Binnen faculteiten wordt talentbeleid van het wetenschappelijk personeel nader geïnstrumenteerd. 3. Subsidie acquisitie • Als consequentie en compensatie van de budgetkorting NWO (vrije competitie, Vernieuwingsimpuls) wordt de oriëntatie op de acquisitie van subsidies uit Horizon 2020 versterkt; vanuit de profielthema’s en faculteiten worden hiertoe actieplannen ontwikkeld. • De posities in Europese consortia en ERC worden vergroot; de consequenties voor de ondersteuningsorganisatie worden hiertoe in kaart gebracht.
19
• In het samenwerkingsverband Leiden-Delft-Erasmus universiteit wordt aansluiting geëffectueerd in de NL-topsectoren. 4. Valorisatiestrategie • Universiteitsbreed en per faculteit wordt een actieve valorisatie/impactstrategie vorm gegeven. 5. Regio • Onderzoekssamenwerking in de regio wordt in samenwerking met de TUD en EUR uitgebouwd; dit betreft o.a. de aanwezigheid in Brussel, de samenwerking van TTO’s, het onderling verbinden van scienceparken, en het investeren in onderzoeksinfrastructuur. • Dit betreft tevens de benodigde bestuurlijke samenwerkingsrelaties in Zuid-Holland.
20
3
Onderwijsprofiel
3.1
Terugblik
In navolging op het instellingsplan ‘Koersen op kwaliteit’ waarin sterk de nadruk kwam te liggen op kwaliteit en talentontwikkeling, verscheen in 2000 het instellingsplan ‘Wegen naar Gehalte’ Hierin maakt de Universiteit Leiden een duidelijke keuze voor een eigen onderwijsprofiel. Zij kiest voor hoogwaardige academische kwaliteit in onderwijs en onderzoek en formuleert deze vervolgens specifiek voor bachelor- en masteronderwijs. In navolging daarop zijn operationele criteria geformuleerd waaraan het onderwijs in alle opleidingen moet voldoen. Tevens wordt gestart met de invoering van niveauvereisten voor curriculumonderdelen. Honours Programmes zijn al eerder (eind jaren ’90) van start gegaan. De invoering van de bachelor-master structuur versterkt de mogelijkheden op het gebied van internationalisering. In ‘Kiezen voor Talent’ (instellingsplan 2005-2010) zijn verdere ambities geformuleerd ten aanzien van het onderwijsprofiel. Elke Leidse opleiding kenmerkt zich zowel in de bachelor- als in de masterfase door disciplinaire diepgang met een sterke verwevenheid van onderwijs en onderzoek. Naast disciplinaire verdieping wordt de student ook de gelegenheid geboden zich te verbreden door een minor-aanbod. Het Pre-University College (getalenteerde vwo-leerlingen die onderwijs aan de universiteit volgen) en het Leiden Advanced Pre-university Programme for Top Students (programma voor leerlingen die op zoek zijn naar iets extra’s) voorzien in een aanbod voor getalenteerde en gemotiveerde scholieren. Het Honours Programme wordt uitgebreid tot een universiteitsbreed aanbod. De Universiteit richt de graduate fase in met profielbepalende masteropleidingen en PhD programmes. Vervolgens worden de opleidingen behorend tot de graduate fase in Graduate Schools ondergebracht. Het streven daarbij is meer buitenlandse studenten aan te trekken voor de master- en PhD-opleidingen en de vorming en opleiding van jong talent tot onderzoekers in PhD trajecten/programmes. De Universiteit Leiden ziet haar researchmasteropleidingen als profielbepalende masteropleidingen, die passen bij haar karakter als onderzoeksuniversiteit. Resumerend heeft de Universiteit Leiden de afgelopen tien jaren, mede op basis van haar instellingsplannen ‘Wegen naar gehalte’, ‘Kiezen voor Talent’ en ‘Inspiratie en groei’, uitgangspunten gehanteerd ten aanzien van de ontwikkeling van het opleidingenportfolio en de onderwijskundige ontwikkeling van haar opleidingen. Zij heeft daarbij ingezet op: Het in stand houden van haar brede profiel met disciplinaire opleidingen; Versterking van de koppeling met onderzoek binnen iedere opleiding; Versterking van de internationale oriëntatie; Verbreding van haar opleidingen waar dat zinvol is; Ontwikkeling van Joint Degrees samen met regionale en internationale partners; Verdere profilering van de locatie Den Haag; Een toename van excellentieprogramma’s; Heroverweging van het aanbod van opleidingen met (zeer) kleine studentaantallen.
21
3.2
Stand van zaken 2012
3.2.1 PhD Programmes
De faculteiten hebben de promotietrajecten als PhD programmes beschreven. Helderheid is gegeven over de verschillende promotiearrangementen die van toepassing zijn. De Graduate Schools zijn verantwoordelijk voor de PhD programmes. Een opleidings- en begeleidingsplan voor promovendi is binnen de universiteit verplicht. Samenwerking met de landelijke onderzoeksscholen is in de PhD programmes verdisconteerd. Het promotierendement van promovendi met een aanstelling ligt boven de 70% maar het duurt meer dan 8 jaar voordat dit resultaat bereikt wordt1. De universiteit kent een Joint PhD Programme als samenwerkingsproject van de gezamenlijke Graduate Schools met een generiek aanbod van activiteiten en cursussen voor alle promovendi.
3.2.2 Masters
De Universiteit Leiden biedt per september 2012 42 masteropleidingen (aansluitend), 9 masteropleidingen (postinitieel), 13 researchmasters en 8 educatieve masters aan. Er heeft een herordening van de masteropleidingen plaatsgevonden, onder meer ingegeven door een tweetal landelijke herordeningsoperaties (Geesteswetenschappen en sectorplan Natuurwetenschappen). Met name binnen de Faculteit Geesteswetenschappen heeft dit geleid tot een substantiële herordening van het aanbod waarbij het aantal masters is teruggebracht van 36 naar 18. De sector heeft de reductie van het aantal masteropleidingen zelf geïnitieerd en succesvol afgerond. Tevens heeft, op initiatief van de sector zelf, een herordening plaatsgevonden binnen de lerarenopleidingen bij de Geesteswetenschappen, waarbij het aantal is teruggebracht van 20 lerarenopleidingen naar 8 Educatieve Masters. Aantal opleidingen: doctoraal, bachelors en masters 70 60 50 40
2002/2003 2004/2005 2012/2013
30 20 10 0 Doctoraal
Bachelor
Master aansluitend
Master niet aansluitend, o.a. post-initieel
Research Master
Educatieve Master
Figuur 5 Universiteit Leiden, aantal doctoraal-, bachelor- en masteropleidingen 2002, 2004 en 2012
1
Het genoemde promotierendement wordt enigszins gedrukt omdat geen rekening is gehouden met onderbreking,
deeltijd of onderwijsverplichtingen (bijv. PhD fellows met een aanstelling van 6 jaar).
22
Het aantal studenten dat instroomt in een master is na de aanloopfase in 2004 en 2005 toegenomen van 2072 studenten in 2006 naar 3289 studenten in 2011 (figuur 6). O ntwikk e ling e e rs t eja ars ins tro o m m a st er 3,500 3,000 2,500 2,000 1,500 1,000 500 0
instroo m 1-jarige master
instro o m 2-jarige master
Figuur 6 Universiteit Leiden, Ontwikkeling eerstejaarsinstroom master
In de masteropleidingen ligt door de verwevenheid van onderzoek en onderwijs het accent sterk op het ontwikkelen van een onderzoeksattitude. Voor de Universiteit Leiden zijn researchmasteropleidingen, passend bij haar karakter als onderzoeksuniversiteit, mede profielbepalend. De researchmasters zijn expliciet gepositioneerd als voorbereiding op een wetenschappelijke loopbaan binnen de betreffende onderzoeksgebieden. De volgende masteropleidingen zijn de afgelopen jaren geaccrediteerd: Islamitische Theologie, European Union Studies, International Relations and Diplomacy, Industrial Ecology, Vitality and Aging, Forensische criminologie en Management van de publieke sector, en de LLM’s. De researchmasters Political Science en Public Administration zijn samengevoegd. De master Crises and Security Management is een nieuwe opleiding en wordt in samenwerking met de TU Delft per februari 2012 in Den Haag aangeboden. Er zijn drie Joint Degrees met de Universiteit Delft tot stand gekomen, te weten: Life Science and Technology, Molecular Science and Technology en Industrial Ecology. Deze laatste wordt in samenwerking met de UCL, Chalmers en Graz verzorgd. De master Wiskunde wordt in landelijke samenwerking aangeboden. Naast bekostigde masters verzorgt de Universiteit Leiden ook postinitiële masters, met name binnen de faculteit der Rechtsgeleerdheid; Het ICLON (Interfacultair Centrum voor Lerarenopleiding, Onderwijsontwikkeling en Nascholing) verzorgt in de bachelorfase een minor ter voorbereiding op de beroepspraktijk in het voortgezet onderwijs met een daaraan gekoppelde bevoegdheid, en verzorgt in de masterfase de educatieve masteropleiding in verschillende disciplines t.b.v. de eerstegraads onderwijsbevoegdheid in de betreffende schoolvakken. Het ICLON is een van de grootste aanbieders van universitaire lerarenopleidingen in Nederland.
3.2.3 Bachelors
Bachelors o De Universiteit Leiden verzorgt momenteel 46 bacheloropleidingen. o De afgelopen jaren zijn er verschillende wijzigingen binnen het bacheloraanbod aangebracht door met name het inrichten van multidisciplinaire opleidingen en afstudeerrichtingen: Liberal Arts and Science, Informatica en Economie, en Economie
23
o
o
o o
o
en Bestuur. Tevens zijn er internationale afstudeerrichtingen opgezet: International Studies; Internationale Betrekkingen en Organisaties; en Internationaal Bedrijfsrecht. Binnen de talige opleidingen op het gebied van het niet-westen zijn de bachelors verbreed en zijn niet-talige varianten ontwikkeld en ondergebracht in brede portaalopleidingen. Hierbij worden de oorspronkelijke opleidingen als afstudeervariant aangeboden (bijvoorbeeld Midden Oosten studies en Talen en Culturen van Zuid- en Zuidoost Azië). Samen met de Erasmus Universiteit Rotterdam wordt binnen de bachelor Informatica de afstudeerrichting Informatica en Economie verzorgd. Daarnaast wordt binnen de bachelors Informatica en Wiskunde samengewerkt met de TU Delft. Op de campus Den Haag is het Leiden University College gestart met de bachelor Liberal Arts and Sciences: Global Challenges. Samen met de Hogeschool Leiden en Hogeschool Inholland is de Universiteit Leiden gestart met de Academische Pabo waarbij studenten in vier jaar tijd een hbo- en wobachelor behalen (pabo en pedagogiek). Tevens participeert de lerarenopleiding in de opleidingsschool Haaglanden. De instroom in de bacheloropleidingen is absoluut gezien de laatste jaren redelijk stabiel. Desondanks daalt het marktaandeel langzaam omdat bij de andere universiteiten sprake is van een sterkere toename (zie figuur 7). O nt wikk e ling e e rs t e ja a rs inst ro o m ba che lo r
4,500 4,000
10%
3,500 3,000
9% 8%
2,500 2,000
7%
1,500 1,000
6%
500 0
5%
instro om bachelo r
marktaandeel
Figuur 7 Universiteit Leiden, Instroom in bacheloropleidingen (eoi-p)
Minoren aanbod o Het minorstelsel is de afgelopen jaren doorontwikkeld en steeds succesvoller. In Leiden geeft de minorruimte de studenten de gelegenheid om, naast keuzevakken en de academische stage of een buitenlandverblijf, de keuzeruimte van 15-30 EC in te vullen. Het minoren aanbod omvat in het studiejaar 2011-2012 negenenveertig minoren, waaronder de educatieve minor. o De educatieve minor is door de sector op eigen initiatief vorm gegeven om een bijdrage te leveren aan de oplossing van het maatschappelijke tekort aan leraren.
3.2.4 Excellentieprogramma’s Excellentie staat volgens de Universiteit Leiden voor het vermogen om interdisciplinair probleemoplossend te kunnen denken en handelen op hoog niveau in een internationale context. Het excellentieonderwijs is erop gericht studenten dit vermogen te laten ontwikkelen en hen voor te bereiden op toekomstig leiderschap in wetenschap of maatschappij. De Universiteit Leiden is eind vorige eeuw als eerste Nederlandse universiteit begonnen met het aanbieden van Honours classes. 24
Het Leids excellentieprogramma bestaat uit drie onderdelen: het Pre-University College, het Honours College en het University College The Hague (bachelorniveau). Het Pre-University College (gestart in 2003) biedt een tweejarig programma waarin getalenteerde en gemotiveerde vwo-scholieren kennismaken met wetenschap en universiteit. Scholieren kunnen zich via een selectieprocedure voor het programma kwalificeren. Het programma omvat 15 EC en heeft het doel scholieren uit 5- en 6 VWO op stimulerende verrijkende wijze kennis te laten maken met de wetenschap. Het Honours College is een universiteitsbreed programma voor studenten van alle Leidse bacheloropleidingen. In het Honours College volgen bachelorstudenten (minimaal) 30 EC aan extracurriculaire studieactiviteiten naast een reguliere opleiding. Binnen de uitgewerkte trajecten kan de student, in nauw overleg met de talentcoach, individuele keuzes maken. Studenten kiezen in het Honours College al in hun eerste bachelorjaar voor extra activiteiten en die activiteiten lopen door tot en met het derde bachelorjaar. Alle faculteiten hebben Honourstrajecten ontwikkeld die ruimte bieden voor zowel verbreding als verdieping, zowel op het terrein van onderwijs als onderzoek. De volgende Honours Colleges zijn ingericht: Archeologie, Area Studies, Bèta en Life Sciences, Geschiedenis, Kunst en literatuur, Law, Sociale wetenschappen, Taalwetenschap en Wijsbegeerte. Voor gemotiveerde en talentvolle studenten die een voorkeur hebben voor een brede internationale bacheloropleiding, biedt de Leidse Universiteit sinds 1 september 2010 het Leiden University College in Den Haag aan. De opzet van het College is residentieel, d.w.z, dat studeren en wonen op de campus zijn gecombineerd. Excellente studenten kunnen bij het LUC The Hague een driejarige Engelstalige bacheloropleiding volgen die is opgezet volgens het concept van Liberal Arts & Sciences. Het centrale thema in LUC The Hague is Global Challenges. Het onderwijs wordt gegeven in kleine groepen om persoonlijke aandacht, ontwikkeling en begeleiding te waarborgen. Het programma biedt volop mogelijkheden om eigen interesses te volgen. Een tutor helpt de studenten bij het maken van keuzes. Alle studenten sluiten hun opleiding af met een bachelors thesis. Met ingang van 1 september 2011 is het excellentieprogramma uitgebreid met het Leiden Leadership Programme. Dit programma biedt excellente masterstudenten de mogelijkheid naast hun reguliere masteropleiding leiderschapskwaliteiten te ontwikkelen. Het programma is opgezet met medewerking van 15 bedrijven en maatschappelijke organisaties, waaronder Akzo Nobel, TNT, Rabobank, VNG, OXFAM Novib. Een aantal faculteiten biedt in aanvulling op deze programma’s facultaire maatgerichte trajecten aan. In de tabellen 9, 10 en 11 is de ontwikkeling te zien in het aantal deelnemers in de diverse programma’s over de afgelopen jaren.
Cohort 2005-07 2006-08 2007-09 2008-10 Instroom 48 91 90 95 Tabel 9 Universiteit Leiden, Instroom Pre-University College
Totaal aantal toelatingen 2010-11 LUC Niet-Nederlandse (al dan niet dubbele) nationaliteit Dubbele nationaliteit waaronder Nederlandse Alleen Nederlandse nationaliteit
2009-11 90
2010-12 93
110 24 14 72
Tabel 10 Universiteit Leiden, Instroom Leiden University College
25
Instroom 2009/10 19 39 + 1* 15 5 38 32 22 + 1* 170 + 2
Archeologie Geesteswetenschappen LUMC – Geneeskunde LUMC - Biomedische wetenschappen Rechtsgeleerdheid Sociale wetenschappen Wiskunde en Natuurwetenschappen Totaal Universiteit Leiden
Tabel 11 Universiteit Leiden, Instroom Honours College 2009-2010 * Eén honours-student uit de Faculteit der Geesteswetenschappen en één uit de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen volgen twee honourstrajecten.
3.2.5 Internationalisering
Studenten o In tabel 12 is opgenomen hoeveel procent van de bachelor- en masterstudenten niet de Nederlandse nationaliteit heeft. 2001/02 2002/03 2003/04 2004/05 2005/06 2006/07 2007/08 2008/09 2009/10 2010/11
Bachelor Master Doctoraal
3.16%
3.09%
3.64%
3.13%
3.83%
3.05%
2.60%
2.94%
3.32%
3.25%
3.03%
2.88%
3.12%
16.81%
16.10%
14.78%
14.62%
15.60%
2.24%
Tabel 12 Universiteit Leiden, percentage buitenlandse studenten
o
o
De Universiteit Leiden verwelkomt jaarlijks in het kader van diverse beurzenprogramma’s ruim 150 buitenlandse bursalen. Leiden heeft een eigen beurzenprogramma LexS (Leiden University Excellence Scholarship Programme). In de International Student Barometer ligt de Leidse tevredenheidscore op de academische onderwerpen continu boven het Nederlandse en het wereldwijde1 gemiddelde. Leiden neemt hier sinds 2010 de vierde positie in wereldwijd en de eerste positie in Nederland (tabel 13). Year
Leiden (% tevreden)
ISB total (% tevreden)
Nederland
Rank ISB
Rank Nederland
2007 2009 2010 2011
79.8 87.6 87.8 86.8
78.2 85.9 85.1 84.8
86.9 84.5 81.2
19 13 4 4
2 1 1
2
Tabel 13 Universiteit Leiden, Score ISB op het onderdeel 'Learning'
o
1 2
Het aantal Leidse voltijdstudenten dat als (al dan niet verplicht) onderdeel van hun studie een periode in het buitenland heeft doorgebracht is in 2010 gestegen van 667 naar 764.
Wereldwijd refereert dan naar een vergelijking met alle ISB deelnemers: meer dan 1200 instellingen in 24 landen. De International Student Barometer ondervraagt buitenlandse studenten op drie themas: Learning, Living en
Support. Learning omvat zaken als kwaliteit van colleges en docenten, inhoud van de vakken, taalondersteuning, etc.
26
(Internationale) Samenwerkingsprogramma’s o De Universiteit Leiden participeert in twee Erasmus Mundus programma’s, ALGANT en MIND, waarbinnen hoogstaande twee jarige masters en PhD programma’s worden aangeboden. o In de afgelopen periode heeft de Universiteit Leiden de organisatie van de internationalisering onder de loep genomen en zijn werving, dienstverlening en uitwisseling in een nieuwe organisatiestructuur ondergebracht. o De Universiteit Leiden heeft universiteitsbreed 150 samenwerkingsovereenkomsten met universiteiten wereldwijd. In totaal zijn er 640 overeenkomsten (op instellings- en faculteitsniveau). Geografisch gezien richt de Leidse onderwijssamenwerking zich vooral op Europa. Kijken we alleen naar de universiteitsbrede overeenkomsten, dan heeft Leiden de meeste overeenkomsten met Japan, de Verenigde Staten en Indonesië (zie tabel 14). Active University
150
Archeology
5
Top 1
Top 2
Top 3
Overig
Japan (26)
USA (15)
Indonesia (8)
Taiwan, China, S. Korea, Australia
UK (3)
Belgium (1)
Cyprus (1)
-
FGW
169
Germany (35)
Italy (25)
UK (17)
France, Belgium, Spain, Turkey, Poland, Hungary
FdR
64
USA (7)
UK (6)
France (7)
Germany, Spain, Italy, Belgium, Ireland
FSW
74
Germany (11)
Italy (10)
UK (6)
Spain, USA, France
FWN
135
Germany (23)
France (19)
Italy (17)
Spain, Portugal, UK, Sweden, Switzerland
LUMC
54
Germany (9)
Spain (9)
Italy (7)
France, UK, Switzerland, Sweden, Belgium
Total
640
Tabel 14 Universiteit Leiden, Overzicht Agreements: top 1, 2, 3 zijn landen waar de meeste overeenkomsten mee zijn gesloten; tussen haakjes het aantal overeenkomsten.
3.3
Toekomst
1. Verwevenheid onderwijs-onderzoek • de universiteit versterkt de betrokkenheid van het onderzoek bij het onderwijs in de bachelorfase bij alle opleidingen en maakt dit zichtbaar. 2. Excellentieprogramma’s • de universiteit stimuleert de deelname door studenten aan excellentieonderwijs tot minimaal 10% van het aantal ingeschreven bachelorstudenten. 3. Graduate Schools • de faculteiten dragen zorg voor de verdere inrichting van de Graduate Schools en de uitwerking van PhD programmes; • de Graduate Schools werken het gezamenlijke programma van activiteiten uit in het Joint PhD Programme. 4. Internationalisering • de universiteit vergroot het aantal internationale studenten, o.m. door intensievere werving, verbetering internationale infrastructuur en verbreding aanbod (Engelstalige bachelors). 5. Onderwijsprofilering • de faculteiten expliciteren hun onderwijsprofiel.
27
4 Studiesucces 4.1
Terugblik
Het bevorderen van studiesucces is al sinds jaren een speerpunt van het universitaire onderwijsbeleid. Al in 1997 voerde de Universiteit Leiden als eerste Universiteit in Nederland het bindend studieadvies (BSA) in, gekoppeld aan het Leids Studiesysteem voor studiebegeleiding. De kwaliteitseisen waaraan het Leidse onderwijs moest voldoen werden in 2002 vastgelegd in het Leids Register Opleidingen waarin het universitaire onderwijsaanbod is opgenomen. In Kiezen voor Talent (2004) werd in aansluiting op het advies van de universitaire Task Force Kwaliteit en Capaciteit ingezet op het verder versterken van de selectiviteit van het bindend studieadvies. In 2005 werd het BSA verhoogd van 30 EC naar 40 EC en werd het behalen van de propedeuse binnen twee jaar verplicht gesteld. Ook startte de universiteit in deze periode met subsidie van OCW (Ruim Baan voor Talent) experimenten met selectie. De experimenten leidden in 2007 tot de conclusie dat selectie voor de poort (nog) niet wenselijk was vanwege het ontbreken van valide instrumenten. Tegelijkertijd werden initiatieven genomen om de aansluiting met het voortgezet onderwijs te verbeteren, talentvolle scholieren uit het middelbaar onderwijs te rekruteren via speciale programma’s, en het Honours Onderwijs voor talentvolle studenten (aangeboden sinds 1997) uit te breiden. Ook werden met subsidie van OCW projecten gestart om het studiesucces van studenten met een allochtone achtergrond te bevorderen en studenten met een functiebeperking zo goed mogelijk te ondersteunen. De lijn uit Kiezen voor Talent werd voortgezet in het instellingsplan Inspiratie en Groei (2010), waarin de ambitie is opgenomen het studiesucces van de studenten in zowel de bachelor- en masterfase als in de PhD fase vergroten. Studenten kunnen op goed onderwijs en goede begeleiding rekenen mits zij bereid zijn ook het uiterste uit zichzelf te halen. Als norm stelt de Universiteit Leiden dat studenten hun bachelor diploma in de nominale duur van drie jaar halen, met een eventuele uitloop naar maximaal vier jaar voor extra activiteiten. In aansluiting op het advies van de Task Force Studiesucces werden in 2010 in de bestuursafspraken met faculteiten afspraken vastgelegd over de streefcijfers m.b.t. studierendement en de maatregelen die daartoe worden genomen. De doelstellingen zijn:
De verwijzende en selectieve functie van het eerste bachelorjaar wordt versterkt. Dit houdt in dat zo mogelijk voor, maar in ieder geval zo vroeg mogelijk in de studie (veelal het eerste semester) wordt geconcludeerd of de student de voor hem of haar best passende opleiding volgt. De studie-uitval in bachelor-2 en bachelor-3 wordt tot een minimum teruggebracht. Alle studenten die na het eerste jaar herinschrijven ronden de bachelorstudie in vier jaar af. Studenten die een masteropleiding starten ronden de opleiding binnen de nominale tijd af. Tenminste 10 procent van de studenten neemt deel aan extra-curriculaire (excellentie)programma’s en behaalt meer studiepunten dan de studiepunten die voor het reguliere curriculum staan.
De huidige situatie met betrekking tot rendement is weergeven in tabel 15. Onze landelijke positie met betrekking tot het bachelorrendement op basis van de meerjarenafspraken met OCW (= andere rendementsdefinitie dan in tabel 15) is weergegeven in figuur 8.
28
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Propedeuse-rendement cohort
na 1 jaar Totaal universiteit
2000/01 2001/022002/03 2003/04 2004/052005/06 2006/07 2007/082008/09 2009/10 43%
42%
38%
38%
33%
36%
35%
35%
40%
40%
Propedeuse-rendement cohort
na 2 jaar Totaal universiteit
1999/00 2000/012001/02 2002/03 2003/042004/05 2005/06 2006/072007/08 2008/09 62%
61%
62%
59%
60%
57%
65%
64%
66%
67%
Postpropedeuse-rendement cohort
binnen 3 jaar
2002/032003/04 2004/05 2005/062006/07 2007/08
Totaal universiteit
32%
31%
30%
31%
29%
35%
Postpropedeuse-rendement cohort
binnen 4 jaar
2002/03 2003/04 2004/052005/06 2006/07
Totaal universiteit
59%
62%
60%
64%
64%
Update met gegevens tot en met instroom 2000. NB de BaMa-introductie en BSA-wijzigingen verstoren het propedeuserendement na 1 jaar Postpropedeuserendement van de ongedeelde/doctoraalopleidingen zijn onvergelijkbaar met die van de bachelor
Tabel 15 Universiteit Leiden, Propedeuse- en postpropedeuserendement 2001-2010
1
Rendement herinschrijvers in het wo, 4 jaar na aanvang studie instroomcohort 2006 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% LEI
UU
RUG
EUR
UM
Realisatie per instelling
UvA
VU
RU
UvT
TUD
TUE
UT
WUR
landelijke gemiddelde studiejaar 2006 en streefwaarde 2014
Figuur 8 Bachelorrendement WO, inschrijvingsjaar 2006
2
4.2 Stand van zaken 2012 Om de doelstellingen te realiseren zet de universiteit het beleid m.b.t. studiesucces met kracht voort. Ingezet wordt op: o bevorderen van de kwaliteit van de instroom; o verbeteren van de aansluiting met de vooropleiding van studenten; o versterken van het Leids Studiesysteem in combinatie met het BSA; o bevorderen van een ambitieuze studiecultuur en verbeteren rendement; o treffen van voorzieningen voor specifieke doelgroepen; o versterken van de arbeidsmarktoriëntatie; o bevorderen van docentprofessionalisering 1
Standaardselectie LEI: voltijdse instromers in de propedeuse met één enkele inschrijving in het Nederlandse HO in betreffende studiejaar 2 Directe vwo instromers cf. meerjarenafspraak Studiesucces VSNU - OCW
29
4.2.1 Kwaliteit van de instroom
Via het Pre-University College en het LAPP-Topprogramma worden extra getalenteerde en gemotiveerde studenten gerekruteerd uit het voortgezet onderwijs. o Het Pre-University College biedt een tweejarig programma waarin getalenteerde en gemotiveerde vwo-scholieren kennismaken met wetenschap en universiteit. Jaarlijks worden circa 100 studenten toegelaten. o Het LAPP-Top-programma biedt modules op de verschillende vakgebieden waarvoor talentvolle vwo’ers worden geselecteerd. In 2011 zijn in totaal 296 scholieren tot het LAPP-top-programma toegelaten bij 16 opleidingen. Leerlingen die het Pre-university College succesvol afronden komen in aanmerking voor decentrale selectie bij opleidingen waarvoor een capaciteitsbeperking geldt. Dat gold de afgelopen jaren voor Biomedische Wetenschappen, Geneeskunde, Criminologie, Rechtsgeleerdheid en Psychologie. In de masterfase vindt selectie plaats bij de toelating tot researchmasters en bij toelating tot doorstroommasters in geval van deficiënties.
4.2.2 Verbeteren van de aansluiting binnen het onderwijs Bachelorfase Gemiddeld over alle opleidingen is de uitval voor 1 februari van het eerste studiejaar circa 20% en over het hele eerste jaar circa 30%. Een betere aansluiting probeert de universiteit als volgt te bereiken: De universiteit beschikt over een groot regionaal scholennetwerk. Via dit netwerk wisselt de universiteit informatie uit over het opleidingenaanbod, ontwikkelingen op het terrein van onderwijs en de wijze waarop scholieren zich zo goed mogelijk op een studie in Leiden kunnen voorbereiden. De studiekeuze van scholieren wordt ondersteund door een jaarlijks programma van aansluitactiviteiten (voorlichtingsactiviteiten,meeloopdagen, proefstuderen, online aansluitmodules, module algemene studievaardigheden). Een nieuw initiatief is de ontwikkeling van een studiekeuzeportaal die aankomend studenten digitaal ondersteunt bij het maken van een studiekeuze. De universiteit voert een actief beleid om de aansluiting van het bètaonderwijs met het vwo te bevorderen (WO-Sprintprogramma). Daarnaast heeft de universiteit het Junior Science Lab opgezet om basisschoolkinderen en middelbare scholieren kennis te laten maken met natuurwetenschappen aan de Leidse Universiteit. Masterfase Ook de aansluiting van de bachelorfase op de masterfase is een belangrijk punt van aandacht. De Universiteit voert op dit punt het volgende beleid: Sinds de introductie van het bachelor-mastersysteem wordt de harde knip gehanteerd. Er zijn 2 instroommomenten in de masteropleidingen. Bij het merendeel van de opleidingen van de faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen kan een student op elk moment van een jaar instromen. Aan studenten met een niet geheel passende vooropleiding worden schakeltrajecten aangeboden (vooral van toepassing voor hbo-studenten). Met de Haagse Hogeschool en de Hogeschool Leiden zijn op opleidingen afgestemde doorstroomroutes gecreëerd waarbij gebruik wordt gemaakt van de vrije minorruimte binnen de hbo-opleiding, zo nodig aangevuld met een schakeltraject van bij voorkeur 30 EC. Sinds 2010 zijn enkele projecten gestart die zijn gericht op buitenlandse studenten om hen via online modules de mogelijkheid te bieden zich voor te bereiden op een masterstudie in Leiden. 30
4.2.3 Leids Studiesysteem en BSA Het Leids Studiesysteem omvat in het eerste jaar (1) kennismakingsgesprekken bij de start van de studie; (2) het mentoraat in kleine groepen; (3) studievoortganggesprekken met de studieadviseur of de docent-tutor en (4) het Bindend Studie Advies (BSA). Het LSS dat nu vooral op het eerste jaar is gericht wordt uitgebreid naar hogere studiejaren. De stand van zaken is als volgt: De BSA-norm is 40 EC in het eerste jaar voor alle opleidingen van de Leidse universiteit gekoppeld aan de propedeuse-eis binnen twee jaar. Zie onderstaande tabel voor de resultaten van het BSA. Resultaten bindend studieadvies BSA-adviezen voltijders na eerste studiejaar omvang cohort positief pers. omstandigheden hardheidsclausule totaal niet negatief aanvullend eis negatief totaal bindend negatief % 60 EC of meer behaald
2005/06 3116 68% 5% 2% 76% 1% 24% 24% 33%
2006/07 2007/08 3041 71% 4% 3% 77% 1% 22% 23% 35%
3205 72% 4% 2% 78% 0% 21% 22% 36%
2008/09
2009/10
3254 74% 4% 2% 79% 0% 20% 21% 40%
3261 74% 5% 2% 81% 0% 19% 19% -
Tabel 16: Resultaten bindend studieadvies (bron: BSA-rapportage Universiteit Leiden)
Het LSS dat nu vooral betrekking heeft op het eerste jaar, wordt uitgebreid naar hogere studiejaren. De kern daarvan vormt de introductie van het studieplan dat de student vanaf het tweede jaar elk semester moet indienen. Op basis van de ervaringen in enkele pilots wordt het studieplan per 1 september 2012 bij alle opleidingen ingevoerd. In 2010 – 2011 is een inventarisatie uitgevoerd naar de wijze waarop de studiebegeleiding bij de faculteiten is georganiseerd en ingericht met het oog op verdere professionalisering.
4.2.4 Studiegedrag en studievoortgang De Universiteit Leiden staat voor een studiecultuur die studenten aanmoedigt zoveel mogelijk uit hun studie te halen en waarin afstuderen binnen de nominale tijd de regel is en geen uitzondering. Informatie over de gemiddelde studieduur van studenten in de bachelor- en masteropleiding (inclusief het landelijk gemiddelde wo-instellingen) is opgenomen in Tabel 17.
Bachelor Archeologie Geesteswetenschappen LUMC/Biomed. Wetensch. Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Wiskunde en Natuurwetenschappen Universiteit Alle WO-instellingen
2007 4,1 4,0 3,6 3,9 3,5 4,1 3,8 4,1
2008 4,2 4,0 3,7 4,2 3,6 4,3 3,9 4,1
2009 4,0 4,0 3,5 4,2 3,7 4,0 3,9 4,0 31
1-jarige master Archeologie Geesteswetenschappen Rechtsgeleerdheid Sociale Wetenschappen Universiteit Alle WO-instellingen
2007 1,6 1,3 1,6 1,4 1,5 1,4
2008 1,7 1,5 1,7 1,6 1,6 1,5
2009 1,7 1,5 1,8 1,7 1,7 1,6
2-jarige master Archeologie Geesteswetenschappen LUMC/Biomed. Wetensch. Sociale Wetenschappen Wiskunde en Natuurwetensch. Universiteit Alle WO-instellingen
2007 2,3 2,0 2,7 2,0 2,0 2,1 2,0
2008 2,5 2,0 2,7 2,1 2,1 2,2 2,1
2009 2,0 2,0 2,6 2,3 2,3 2,2 2,3
Tabel 17 : Gemiddelde studieduur bachelor- en masterstudenten, Universiteit Leiden en alle WO-instellingen; exclusief Geneeskunde
Om deze studiecultuur te realiseren zijn in de afgelopen periode verschillende maatregelen getroffen: Voorlichting: In de studievoorlichting worden potentiële studenten geïnformeerd over de eisen die een studie aan de Universiteit Leiden stelt en wat een student van een studie mag verwachten. Inrichting curricula: Faculteiten geven aandacht aan een optimale inrichting en organisatie van het onderwijs die de studievoortgang bevordert en informeren studenten daarover via de e-gids. Het betreft het aangeven van duidelijke leerlijnen in het curriculum, het bevorderen van activerend onderwijs, de aanpak van struikelvakken etc. Toetsplan: Sinds cursusjaar 2011-2012 beschikken alle opleidingen over een toetsplan, dat als document bij het OER wordt gevoegd. Het toetsplan bevat een beschrijving van de toetsing in relatie tot de leerdoelen en geeft uitvoering aan de universiteitsbrede afspraken die over toetsen gemaakt zijn ter beïnvloeding van het studiegedrag. Deze afspraken zijn: o een eerste deeltoets wordt vroeg in het eerste jaar afgenomen o de studievoortgang wordt frequent en gevarieerd getoetst via deeltoetsen o de toetsmomenten sluiten zo dicht mogelijk aan bij het onderwijs o herkansingen worden beperkt tot 1 per jaar o zo mogelijk wordt gebruik gemaakt van compensatorisch toetsen o aangeven wordt hoe de kwaliteit van de toetsing wordt bewaakt Scriptieondersteuning: Omdat de scriptie vaak tot studievertraging leidt wordt in de bacheloropleiding systematisch aandacht besteed (leerlijn) aan het leren en ontwikkelen van de vaardigheden die de student nodig heeft bij het schrijven van de scriptie in de vorm van cursussen of op individuele basis. Binnen een aantal faculteiten zijn daartoe zogenoemde scriptieateliers ingericht. Extra studiemogelijkheden: Om studenten uit te dagen meer uit hun studie te halen biedt de Universiteit sinds 2010 het Leidse excellentieprogramma aan. Daarnaast is sinds 2009 het minorstelsel ingevoerd dat studenten de mogelijkheid biedt zich te oriënteren en te verdiepen in andere vakgebieden en desgewenst extra onderwijs te volgen. De faculteiten worden aangemoedigd studenten extra onderwijs aan te bieden door in de interne
32
allocatie het onderwijs te vergoeden op basis van behaalde studiepunten (en aantallen diploma’s).
4.2.5 Aandacht specifieke doelgroepen Het diversiteitbeleid dat Leiden voert staat in het teken van het bevorderen van studiesucces. Doel van het diversiteitbeleid is talentvolle jongeren ongeacht maatschappelijke herkomst te stimuleren en diegenen te ondersteunen voor wie de toegang tot en de doorstroom in het wetenschappelijk onderwijs vanwege hun achtergrond lastiger blijkt te zijn. Van studenten met een (niet- westerse) allochtone achtergrond is de uitval na twee jaar gemiddeld 39% tegen 31% autochtone studenten. De volgende activiteiten worden ondernomen: In 2011 werd met subsidie van OCW een vervolgproject gestart gericht op studiekeuze, goede start/binding, en taalvaardigheid en communicatie. Doel van het project is de in- en doorstroom van studenten met een allochtone achtergrond te bevorderen en het tegengaan van uitval. Voor het programma Student-assistent Onderzoek (PSO) heeft Leiden samen met de Universiteit Utrecht (penvoerder), de Vrije Universiteit en de Erasmusuniversiteit een subsidie van SoFoKles ontvangen. In 2009 werd het Fenestra (disability centre) opgericht. Dit centrum adviseert studenten met een functiebeperking.
4.2.6 Arbeidsmarktoriëntatie De afgelopen jaren heeft de Universiteit Leiden een aantal maatregelen genomen om de aansluiting op de arbeidsmarkt te verbeteren: Er zijn Raden van Advies ingesteld bij de faculteiten of instituten waarin externen zitting hebben. Het oprichten van een Loopbaan Advies Centrum (midden jaren ’90). Het inrichten van nieuwe afstudeervarianten, vooral binnen de masters, waarbij aangesloten wordt bij de vraag uit de arbeidsmarkt. De oordelen van studenten uit de WO-monitor 2010 over de arbeidsmarktoriëntatie van de universiteit kunnen als volgt worden samengevat: o De tevredenheid van studenten over de mate waarin hun opleiding een goede basis biedt om te starten op de arbeidsmarkt is vergelijkbaar met de landelijke gemiddelden. o Uit de meest recente WO-monitor blijkt dat afgestudeerden van masteropleidingen redelijk tevreden zijn over de voorbereiding op de beroepspraktijk, dit echter in tegenstelling tot de afgestudeerden van de bacheloropleidingen. Beide groepen vinden dat de opleiding een goede basis biedt voor het verder ontwikkelen van kennis en vaardigheden. o Afgestudeerden hebben gemiddeld na twee maanden een betaalde baan.
4.2.7 Onderwijskwaliteit Kwaliteitszorg De onderwijskwaliteit heeft Leiden geborgd in een universitair stelsel van kwaliteitszorg dat in 2012 wordt onderworpen aan de instellingsaudit. Belangrijke elementen van het systeem zijn: Het opleidingsjaarverslag dat wordt ondersteund door de opleidingskaart met feitelijke informatie per opleiding; De midterm review die door de opleiding/faculteit tussen twee visitaties in wordt opgezet, waarbij een panel van externe beoordelaars wordt ingeschakeld; De externe opleidingsvisitaties en accreditaties.
33
Volgens een plan-do-check-act-cyclus wordt op basis van bovengenoemde rapportages de kwaliteit van de opleidingen bewaakt en worden waar nodig verbeteringen aangebracht.
In de afgelopen periode kunnen de resultaten op de parameter kwaliteit als volgt worden samengevat: o Alle opleidingen van de Leidse universiteit inclusief de postinitiële masteropleidingen zijn met succes geaccrediteerd. o Studenten zijn positief over de kwaliteit van het onderwijs, gegeven de resultaten van de NSE 2011. o De docenten als dragers van onderwijskwaliteit worden volgens de oordelen van de NSE 2011 door de studenten positief gewaardeerd.
Aantal studenten
Universiteit
WO
Leiden
Nederland
6.493
84.748
Aantal studenten
Universiteit
WO
Leiden
Nederland
6.493
84.748
Inhoud
3,8
3,7
Docent
3,8
3,7
Niveau
3,9
3,9
Deskundigheid
4,3
4,2
Inhoud & beeld
3,8
3,8
Didactische kwaliteit
3,8
3,7
Aansluiting vooropl.
3,7
3,7
Bereikbaarheid
3,7
3,7
Stimulerend
3,8
3,8
Betrokkenheid
3,7
3,7
Inhoud & actualiteit
3,9
3,9
Begeleiding
3,7
3,7
Samenhang
3,8
3,7
Feed back
3,6
3,5
Werkvorm
3,7
3,7
Inspirerend
3,8
3,6
Kennis beroepspraktijk
3,9
3,9
Bepalen inhoud
3,3
3,3
Studiemateriaal
3,9
3,8
Tabel 18 Resultaten NSE 2011 m.b.t. inhoud opleiding en docenten Universiteit Leiden en alle WOinstellingen
Docentprofessionalisering Als onderdeel van kwaliteitszorg is in de afgelopen periode uitvoering gegeven aan maatregelen om docentkwaliteit te bewaken en te garanderen. De maatregelen zijn de volgende: o Sinds januari 2008 is het BKO-systeem ingericht waarbinnen nieuwe docenten getoetst worden op hun onderwijskwalificaties en in staat worden gesteld zich indien nodig middels een individueel vastgesteld cursus- en trainingsaanbod te kwalificeren. o Vanaf januari 2011 is de BKO ook verplicht gesteld voor zittende docenten die bevorderd worden. o Van de totale doelgroep van 200 docenten (peildatum 1 oktober 2011) heeft 36% van de doelgroep een certificaat behaald en neemt ruim 50% deel aan een traject. o Sinds januari 2011 geldt de verplichting dat in het Resultaat en Ontwikkelingsgesprek met docenten de kwaliteit van het onderwijs aan de orde komt mede op basis van studentevaluaties. o Alle docenten die Engelstalig onderwijs verzorgen, moeten voldoen aan de eisen van de Basiskwalificatie Engels (ingangstoets, zo nodig opleiding, eindtoets) o Als vervolg op de BKO wordt docenten in een leidinggevende positie de mogelijkheid geboden een leergang onderwijskundig leiderschap te volgen.
34
4.3.
Toekomst
1. De universiteit reduceert de uitval in het eerste studiejaar. De volgende maatregelen worden hiertoe overwogen: • Studiekeuzegesprekken • Decentrale selectie bij numerus fixus 2. De universiteit bevordert nominaal studeren. De volgende maatregelen worden hiertoe overwogen: • • • •
Verhoging van de BSA norm voor het eerste studiejaar Invoering van BSA in het tweede studiejaar Versterking en professionalisering studieadvisering Verhoging van de intensiteit van het onderwijs
3. De universiteit verhoogt de deelname aan trajecten voor excellente studenten 4. De universiteit zet in op het verbeteren van docentkwalificaties
35
5 Organisatie, bestuur en bedrijfsvoering 5.1 Organisatie De organisatie en bedrijfsvoering van de Universiteit hebben sinds 2007 een aanzienlijke transitie ondergaan. De organisatie is vereenvoudigd in een operatie met als kernbegrippen: transparante structuur, korte lijnen, duidelijke verantwoordelijkheden (“decentraal waar het kan, centraal waar het moet”). De facultaire indeling is per september 2008 gewijzigd waarbij het aantal faculteiten is teruggebracht van 9 naar 7 (zie organigram). De voormalige faculteiten Letteren, Godsdienstwetenschappen en Wijsbegeerte zijn in die operatie samengevoegd in een faculteit Geesteswetenschappen. De faculteiten, alsmede de daarbinnen functionerende Graduate Schools, zijn opgebouwd uit instituten. De 27 instituten zijn in de nieuwe organisatiestructuur de basiseenheden voor het onderzoek en de capaciteitsinzet voor het onderwijs. Organigram
36
5.2 Bestuur De Universiteit Leiden heeft als enige universiteit in Nederland er voor gekozen dat de Rector Magnificus ook voorzitter is van het College van Bestuur. Elke faculteit wordt bestuurd door een bestuur met decaan, vice-decaan (beiden hoogleraar), portefeuillehouder bedrijfsvoering en student(assessor). De instituten worden ook door een hoogleraar geleid. Met deze bestuurlijke inrichting van de Universiteit Leiden zijn het hoogleraren die als professionals leiding geven aan het wetenschappelijk onderwijs en -onderzoek en de organisatie van de universiteit.
5.3 Bestuursafspraken en planning & control
Bestuursafspraken Het instellingsplan “Inspiratie en groei” is vertaald in bestuursafspraken tussen het College van Bestuur en de faculteiten. Hierbij zijn op 10 thema’s gekwantificeerde doelstellingen afgesproken: o Instroom in de propedeuse o Instroom masteropleidingen o Master-instroom uit het buitenland o Propedeuserendement na 4 jaar o Masterrendement o Promotierendement o Aantal promoties o Omvang 2e geldstroom en EU-subsidies o R&O-gesprekken met personeel o Verhouding vast/tijdelijk personeel Planning en control De afspraken worden gemonitord en waar nodig aangepast in de jaarlijkse planning en control-cyclus. In het voorjaar van ieder jaar wordt teruggekeken aan de hand van de bestuursmonitor (maar ook aan de hand van de financiële jaarcijfers), en in het najaar vindt de vooruitblik plaats (begroting, etc.). Resultaten De realisatie van de doelstellingen uit de strategienota “Inspiratie en Groei”ligt grotendeels op koers. Het aantal ingeschreven studenten neemt toe, zij het niet in de mate die was beoogd. De inkomsten uit NWO- en EU-projecten zijn hoger dan de afgesproken targets uit de bestuursafspraken met de faculteiten.
5.4 Bedrijfsvoering De Universiteit Leiden heeft de financiën op orde. De gewone bedrijfsvoering is de komende jaren in evenwicht. Door incidentele factoren wordt voor het jaar 2011 een fors positief resultaat voorzien van M€ 20 en voor 2012 van M€ 18. In 2013 daalt dit resultaat naar M€ 2, daarna is weer enige stijging voorzien in de omvang van het geraamde positieve exploitatieresultaat. Ombuigingen en reorganisaties De goede financiële positie is mede het gevolg van een aanzienlijk pakket ombuigingen in de afgelopen jaren. Achtereenvolgens gaat het daarbij om de operatie Verlaging Kosten Infrastructuur (M€ 5, VKI I), de maatregelen in het kader van “Naar een nieuw financieel perspectief (M€ 30, inclusief, VKI II) en bezuinigingen in het kader van het regeerakkoord (M€ 15), tezamen structureel M€ 50. De uitvoering van deze ombuigingen is gepaard gegaan met meer dan 10 reorganisaties, die inmiddels vrijwel allemaal zijn afgerond. 37
De VKI-operaties hebben er toe geleid dat de kosten van de ondersteunende diensten aanzienlijk zijn gedaald. De recent door Berenschot uitgevoerde benchmark laat zien dat de kosten van de generieke overhead in Leiden onder het gemiddelde van de Nederlandse universiteiten ligt. Het in 2010 ingevoerde bekostigingsmodel voor ondersteunende eenheden, met onder andere een mechanisme dat nieuwe uitgaven gecompenseerd moeten worden door besparingen elders, moet er voor zorgen dat het kostenniveau ook structureel in control blijft. De ondersteuning is anders georganiseerd: o De universitaire bibliotheken zijn gebundeld in één organisatie: Universitaire Bibliotheken Leiden (UBL). Financiële dienstverlening is geconcentreerd in het Financieel Shared Service Center (FSSC), ict -ondersteuning is gebundeld in de het ICT Shared Service Center (ISSC). Het Universitair Facilitair Bedrijf (UFB) heeft minder taken in eigen beheer, is meer inkoop-regisseur en contractbeheerder geworden. o Interne tarieven worden jaarlijks door het CvB vastgesteld. Service-eenheden werken op basis van dienstencatalogi of dienstverleningsovereenkomsten.
5.5 HR-strategie
Een goed universitair en facultair personeelsbeleid moet bijdragen aan de universitaire ambities. Het doel van de HR-strategie is in HR-beleidsplan 2010-2014 daarbij geformuleerd als volgt: “het aantrekken, behouden, en belonen van een kwalitatief hoogwaardige (en op de universitaire speerpunten “world-class”) staf in alle categorieën van personeel, evenals het in standhouden en verder stimuleren van de motivatie van onze medewerkers, hun actieve betrokkenheid bij de universiteit en hun professionele ontwikkeling” De voornaamste ontwikkelingen in het personeelsbeleid sinds 2007 zijn: o Het aantal medewerkers waarmee jaarlijks een resultaat- en ontwikkelgesprek, inclusief een beoordeling, wordt gehouden is gestegen naar meer dan 70%. Een positieve beoordeling is een voorwaarde voor een periodieke verhoging of een bevordering. o Er zijn benoemingscriteria voor wetenschappelijk personeel vastgesteld. Bij de faculteit W&N is een systematiek van tenure track ingevoerd. o Alle nieuwe docenten dienen te beschikken over een basiskwalificatie onderwijs (BKO). Onderwijsevaluaties worden ingebracht in R&O-gesprekken. Voor opleidingsdirecteuren is in 2011 gestart met een leergang “onderwijskundig leiderschap” o In 2010 heeft voor het eerst een personeelsmonitor plaatsgevonden. Ondanks de ongunstige uitgangssituatie (veel reorganisaties) was de tevredenheid van medewerkers op vergelijkbaar niveau als bij andere universiteiten. o De Regeling Wetenschappelijke Integriteit is geactualiseerd. o Nevenwerkzaamheden van Leidse hoogleraren worden gepubliceerd op de website.
5.6 ICT
Veel van de ambities uit het ICT-meerjarenplan 2007-2010 zijn gerealiseerd: o Blackboard is 24x7 beschikbaar voor studenten en docenten en wordt inmiddels door vrijwel alle studenten en docenten gebruikt. De elektronische leeromgeving vormt een essentiële voorziening voor het beschikbaar stellen van onderwijsmateriaal en de communicatie tussen student en docent. o Op het terrein van bedrijfsvoering zijn in de afgelopen periode geleidelijk nieuwe digitale diensten ingevoerd: de verlofregistratie via selfservice online afhandeling van facturen en declaraties, het digitaal personeelsdossier en andere digitale personeelsdiensten (E-HRM). Studenten kunnen zich via het studievoortgangsysteem 38
o o
o
o
o
o
aanmelden voor tentamens en hun resultaten raadplegen. Via UsIS en U-prefs kunnen zij gegevens aanpassen. De toegang via single log-on tot vrijwel alle concernsystemen wordt gerealiseerd door middel van ULCN, het universitaire identity management systeem. In de afgelopen 4 jaar zijn op het terrein van de student- en onderwijsondersteuning verschillende nieuwe concernsystemen ingevoerd, zoals uSis voor inschrijving en volgen van studieresultaten, de elektronische studiegids (E-gids) en OIEM voor de aanmelding van buitenlandse studenten. Er zijn ruim voldoende algemeen toegankelijk werkplekvoorzieningen voor studenten op centrale locaties zoals de UB en het studentencentrum Plexus, en bij de grote faculteiten. Voor studenten met eigen laptops wordt toegang tot internet en relevante applicaties verschaft. Er zijn drie centraal ondersteunde werkplekomgevingen. Studenten en medewerkers kunnen in alle gebouwen toegang krijgen tot voor hen relevante wetenschappelijke bronnen, documenten, applicaties en ICT-diensten. Er ligt inmiddels een goed programma van eisen dat het basisdocument vormt om in de komende planperiode tot één werkplekomgeving voor alle universitaire eenheden te komen. Met het project E-reports is een begin gemaakt met het bouwen van management rapportages voor bestuur met behulp van datawarehouse en business intelligence tools zoals Business Objects. Het universitaire netwerk is in de afgelopen periode aangepast aan de wensen van de gebruikers (hogere snelheden, toegang tot wetenschappelijke bronnen en applicaties, continuïteit, veilig). Leiden sluit aan bij de landelijke ontwikkelingen die door SURF worden geïnitieerd.
5.7 Toekomst 1. Financiën • Baten en lasten van de universiteit zijn in evenwicht. De universiteit vermindert de afhankelijkheid van de 1e geldstroom ten gunste van 2e en 3e geldstroom alsmede instellingscollegegelden. • Het model van interne financiering ondersteunt de ambities van de universiteit. 2. Ondersteunende bedrijfsprocessen • De universiteit vervolgt de weg van verdere verbetering in de kwaliteit van de ondersteunende bedrijfsprocessen (personele en financiële administratie, onderwijsondersteuning, inkoop, support voor expats). • De generieke overhead behoort op basis van benchmark (Berenschot) tot de meest kostenefficiënte van de universiteiten. De universiteit bewaakt deze positie. 3. Huisvesting en infrastructuur • De universiteit vervolgt de weg van verdere verbetering van de onderwijs- en onderzoekinfrastructuur, onder meer door de nieuwbouw van de faculteit W&N. • ICT- en bibliotheekvoorzieningen zijn momenteel "best in class". De universiteit bewaakt deze positie. 4. Personeel • De universiteit vergroot met gerichte maatregelen de aantrekkingskracht van de universiteit voor toptalent. -.-.-.39