Blad voor onderling verkeer in de Hervormde Gemeente te Ameide/Tienhoven
Jezus zegt: “Ik ben de Weg”
nummer 48, December 2013 jaargang 15
blad voor onderling verkeer
INHOUD
V AN DE REDACTIE
COLOFON..................................................... 1
Het is alweer bijna het einde van het jaar. We mogen terugzien op een turbulent jaar. Maar we mogen ook uitkijken naar het nieuwe jaar. Hoe zal dat gaan? Zowel het oude jaar als het nieuwe jaar worden in de Hand van God gehouden. Want hij maakt af wat zijn hand begonnen is. God maakt Zijn werk af. Dat is het thema van de gehele Bijbel. Maken wij af wat wij beginnen? Gelukkig mogen we altijd met ons onafgemaakt werk weer bij Hem neerknielen Die voor ons naar de Aarde is gekomen. Met dat feit in onze gedachten kunnen we ook uitkijken naar het nieuwe jaar.
VAN DE REDACTIE ...................................... 1 KERKRENTMEESTERS ................................. 2 KENNISMAKING DS. HOLTSLAG .............. 4 SAMEN BIDDEN ........................................... 6 OPENING WINTERWERK ........................... 6 ZENDINGSCOMMISSIE .............................. 8 ROEMENIE .................................................... 9 JEMIMA ....................................................... 13 VERVOLGDE CHRISTENEN ..................... 15 KERKGESCHIEDENIS ................................ 16 DE BIJBEL EN ALCOHOL ......................... 18 OPROEP ...................................................... 19 Klimt u/jij voor ons in de pin? ................. 19 VOOR JOU – voor de allerjongsten ..... 20 VOOR JOU – 12 MIN ................................ 21 VOOR JOU – 12 PLUS .............................. 22 KERSTVERHAAL ......................................... 22
COLOFON COLOFON A-10 is een blad voor onderling verkeer in de Hervormde gemeente te Ameide – Tienhoven. A-10 verschijnt drie á vier maal per jaar. Redactie: Redactie: Coby Bos, Inge Kool (opmaak), Harvey Stoelinga (hoofdredacteur), Willemieke Streefkerk, Wim Streefkerk. Met medewerking van: Mieke Bolle, Petra de Bruijn, Maarten van den Dool, Marco van Es, Krijn van der Ham, Aart het Lam, Léon en
Louisa van der Zijden. Redactieadres: Lange Bogerd 10, 4235AD Tienhoven,
[email protected]
Voor u hebt u dus alweer de laatste A-10 van dit jaar. Fijn dat er een hardwerkend team achter staat die het mogelijk maakt ons kerkblad weer te maken en bij u af te leveren. Dank daarvoor redactieleden, additionele schrijvers en andere helpers! Maar voordat u het blad verder leest is het goed om de slagzin bovenin op de voorkant nog eens te lezen. Alle artikelen door onze schrijvers geschreven zijn om u te informeren, u iets aan te reiken of om u te vermaken. Goed dat de A-10 daarvoor is. Maar nog mooier zou het zijn als we met elkaar dat in het dagelijks leven ook doen, gemeente breed in Ameide – Tienhoven. We gaan gewoon de weg op die ook op de voorkant staat afgedrukt. Dan kunnen we met elkaar zingen “Verblijdt u in Jezus, uw Heer. Hem zij onze lofzang gewijd. Laat schallen het lied tot zijn eer, roemt zijne gena t’allen tijd.” Een gezegende Kerstviering en een gezegend nieuw jaar toegewenst! HS
1
nummer 48, december 2013
KERKRENTMEESTERS KERKRENTMEESTERS Afscheidsconcert Henk van Egmond Op vrijdagavond 22 november j.l. was er een afscheidsconcert voor Henk van Egmond in de Hervormde Kerk van Ameide. Na 50 jaar trouwe dienst is Henk van Egmond gestopt als vaste organist. Henk is een mens met veel liefde en passie voor muziek. Hij heeft met zijn orgelspel onze diensten kleur gegeven en omlijst met fijne en bekende liederen waardoor mensen geraakt en opgetild werden. Daarnaast is hij als orgelbouwer heel direct betrokken geweest bij de bouw van ons orgel en heeft hij ook steeds zorg gedragen voor het onderhoud. Verder heeft hij zich steeds ingezet voor het opleiden van de jeugd, onder andere daardoor is onze orgelbank goed bezet. Maar vooral was het voor ons een eer met mensen als Henk en Mag te mogen werken. Bescheiden, gedreven mensen, altijd aanspreekbaar en dienstbaar en gericht op een hoger doel. We wensen ze kracht en geloof toe in de zorgen die ze samen hebben en een heel gezegende toekomst. Groene boekje U bent al heel lang gewend dat u de gegevens voor het groene boekje aan Piet van Veen door moet geven. Dat gaat veranderen. Piet draagt dat stuk van al zijn inspanningen over aan Andy Breure. We zijn heel blij dat Andy bereid is dit te gaan doen. Mooi dat jonge mensen zich willen inzetten en het stokje over nemen. 2
Wilt u iets doorgeven wat in de volgende jaargids moet veranderen, dan kunt u dat doorgeven op het volgende emailadres;
[email protected]. Zorg er s.v.p. voor dat u voor de zomervakantie alles doorgegeven hebt. In de vakantie wordt het boekje in elkaar gezet en het is erg lastig om dan nog zaken te achterhalen. We bedanken Piet voor zijn vele jaren van inzet en de accurate manier waarop hij dat deed. Overigens is de inhoud van het groene boekje ook op de website van onze gemeente te vinden. Kerkradio en collectebusjes Kerkradioluisteraars zijn gewend per maand € 10,- te betalen voor het gebruik van het ontvangst-kastje. Hiervoor ontvangt men twee keer per jaar een rekening van € 60 van de diaconie . Daarnaast krijgt men een collectebusje waar vrijwillig wat in gedaan kan worden. De bijdrage van € 10,- is voor de kosten die we maken voor de aanschaf van de toestellen. Daarnaast staat in de beide kerktorens zendapparatuur die is aangeschaft en wordt onderhouden. Ook betalen we jaarlijks plm. € 500,voor frequentierechten. De collectebusjes zijn vergelijkbaar met de collectezak in de kerkdiensten. Intussen zijn de kosten minder omdat de apparatuur inmiddels is afgeschreven en betaald. Daarom hebben we besloten de collectebusjes te laten vervallen, maar de bijdrage van € 10,- per maand te handhaven. Deze bijdrage is dus bestemd om de kosten voor de kerkradio van te betalen en wat
blad voor onderling verkeer
daarna over is, wordt beschouwd als een gift voor de kerk. Wil men meer geven voor de kerk dan kan men altijd een hoger bedrag overmaken. Financiën 2013 We verwachten het jaar 2013 licht positief af te kunnen sluiten ( schrijfdatum oktober 2013). De gebeurtenissen van de afgelopen jaren hebben merkbaar invloed op de cijfers. Zo is er ongeveer 10% minder bijgedragen aan Actie Kerkbalans. De inkomsten uit collecten zijn ongeveer met een zelfde percentage achtergebleven. Het effect in cijfers is dat voor deze twee inkomstenbronnen samen over heel 2013 plm. € 25.000,- minder is binnengekomen. Daarnaast hebben we behoorlijk wat kosten moeten maken voor interim-werk (ds. van Dijk ) en hebben we in de Hoven een tegenvallend jaar gehad. Verder hebben we veel extra preekbeurten moeten invullen en is de nieuwe pastorie opgeleverd. In hoeverre de algemene economische situatie ook nog invloed heeft, is lastig in te schatten, maar ergens zal dat ook zeker een effect hebben. Toch zijn we dankbaar, dat we ondanks alle perikelen toch nog rond de nullijn uit lijken te komen. Toezeggingen Kerkbalans 2013 Nog niet iedereen heeft zijn of haar toezegging voor Actie Kerkbalans 2013 (volledig) betaald. Wilt u s.v.p. nagaan of uw toezegging betaald is en zover dat nog niet gebeurd is, daar alsnog zorg voor dragen ? Hartelijk dank daarvoor. Kerkbalans 2014
Ook in 2014 houden we de Actie Kerkbalans (van 12 -26 jan.) Deze actie vormt een heel belangrijk bestanddeel van de inkomsten van onze gemeente. Afgelopen jaar hebben we een flinke terugval gezien. Dat heeft ongetwijfeld (deels) te maken met de problemen waar we in geraakt zijn. Gemeenteleden zijn ongerust of boos en maken dat duidelijk door niet- of minder te geven. Anderen hebben het financieel moeilijk, bijvoorbeeld omdat ze zonder werk zitten of hun huis niet verkocht krijgen. Dat is de realiteit waar we mee te maken hebben. Tegelijkertijd hebben we als kerkelijke gemeente wel onze rekeningen te betalen! Daarom een appel aan iedereen om het werk van onze gemeente te dragen. Juist ook in een moeilijke periode. Doe mee aan Actie Kerkbalans! Collectegeld Onlangs heeft de Rabobank bekend gemaakt het filiaal in Ameide te sluiten. Daarmee verdwijnt ook de stortautomaat voor contant geld. Dat betekent dat we naar Giessenburg of Gorinchem moeten met het collectegeld. Voor de geldtellers is dat tijdrovend maar ook risicovol. Daarom willen we iedereen dringend vragen om in plaats van munt- of papiergeld gebruik te maken van collectebonnen. Contant geld wordt voor de verwerking een probleem en dat moeten we met elkaar voorkomen. Collectebonnen worden iedere vrijdagavond van 19:00 uur tot 20:00 uur in de consistorie van Ameide verkocht. Nalatenschap 3
nummer 48, december 2013
Onlangs hebben we een nalatenschap ontvangen van € 6.000,-. De familie heeft aangegeven liever anoniem te blijven. Er is geen speciaal doel aangewezen. Het bedrag wordt bij de algemene middelen gevoegd. We bedanken de familie voor deze mooie bijdrage.
komende tijd beraden we ons op een blijvende invulling van het beheer. Voor het sleutelbeheer en voor de agenda of het gebruik van de Hoven kunt u de komende tijd contact opnemen met Anita Harteveld, telefoon 0183- 510 770 of met Ad Breure , telefoon 0183- 601 765.
De Hoven De plotselinge verandering van het beheer van de Hoven is voor iedereen behoorlijk wennen. Als vanzelfsprekend stond het gebouw open en was alles geregeld. Nu wordt er van iedereen wat meer inzet gevraagd. Het is de bedoeling dat de leiding van elke activiteit van te voren nadenkt over het klaarzetten van de ruimte, de verwarming en of het gebouw open is. Na gebruik vragen we iedereen zelf alles op te ruimen en het gebouw netjes en schoon achter te laten. Het is fijn om te ervaren hoe bereidwillig iedereen het opneemt en zich schikt in de nieuwe situatie. We zullen onszelf ook meer moeten bedienen. Koffie of thee kan boven uit de automaat getapt worden. Frisdrank ligt boven in de koelkast. Het is niet nodig om op te schrijven wat er gebruikt is. Gebruik svp wegwerpbekertjes. Het bedienen van de vaatwasser is ingewikkeld en dan hoeft de vaat ook niet opgeruimd te worden. Er staan genoeg afvalbakken voor de bekers. We zijn overigens heel blij dat we voorlopig gebruik kunnen maken van de ervaring en de inzet van de dames die al in de bediening werkten. Zonder hen zouden we flink om het hand zitten. De
AL
4
KENNISMAKING DS. HOLTSLAG Sinds enige tijd is ds. Holtslag bij ons in onze kerkegemeente om ons als consulent te ondersteunen nu ds. Alma van alle werkzaamheden in onze gemeente is vrijgesteld. Wij van de A10 hebben hem enkele vragen gesteld om hem beter te leren kennen. Wilt u zich even voorstellen aan de mensen uit AmeideAmeide-Tienhoven die u niet kennen. Als consulent van de Hervormde gemeente Ameide-Tienhoven mag ik mij even op deze manier aan u voorstellen. Ik ben ds. J. Holtslag en woon samen met mijn vrouw en vier kinderen in Giessenburg. Waar heeft u voor uw periode in AmeideAmeide-Tienhoven als predikant gewerkt? Sinds tweeënhalf jaar ben als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente GiessenNieuwkerk en Neder-Slingeland. Hiervoor mocht ik als predikant de Hervormde gemeenten dienen van Pernis (1998) en Vollenhove-Sint
blad voor onderling verkeer
Jansklooster (2003) en daarvoor als pastoraal werker de hervormde gemeenten Groningen en Dorkwerd. Bent u opgegroeid in een christelijke omgeving? Ik mag terugkijken op een christelijke opvoeding en geloven en kerkgang was in mijn jonge jaren vanzelfsprekend. Gedurende de studententijd heeft dit alles meer diepgang gekregen. Wilt u iets vertellen over uw roeping tot predikant? Predikant worden was niet mijn roeping. Mijn hart lag bij het worden van sportleraar. De Heere leidde het echter anders en door Hem kwam ik terecht bij de studie theologie. Voor mij betekende dit niet gelijk dat ik predikant wilde worden. Ik had de gedachte om als Oud-testamenticus aan de slag te gaan. Maar opnieuw werd het anders geleid. Vanwege deze gang spreek ik zelf meer van leiding dan van roeping tot predikant. Zijn er boeken/verhalen/liederen boeken/ver halen/liederen die u sterken in het geloof? Wat mij zelf enorm aanspreekt is Les Miserables van Viktor Hugo. In dit boek, dat ook verfilmd is en waarvan een musical bestaat, treedt een bisschop op, die de hoofdpersoon helpt. Hij krijgt alleen nooit te zien wat de vrucht hiervan is. Zo ervaar ik ook het werk van predikant. De vrucht op het werk is niet altijd zichtbaar, maar het werk mag gedaan worden in het vertrouwen, dat de Heere de dingen leidt naar Zijn wil. Dit bemoedigt en sterkt mij telkens weer.
Is er een verschil in de manier van geloven tussen de “jeugd” en de “ouderen”? Geloven is vertrouwen op de Heere God. Dit vertrouwen moet gedurende het leven groeien. Ouderen kennen hopelijk de ervaring, dat de Heere betrouwbaar is en voorziet. Jongeren zullen dit tijdens hun leven hopelijk ook mogen ontdekken, wanneer zij de Heere hierbij betrekken. Dat jongeren nog moeten groeien in het geloof en verder dat ze in een andere levenssituatie zitten, maakt dat de "manier" van geloven anders is. Zichtbaar is dit onder andere in het gegeven, dat bepaalde psalmen ouderen meer aanspreken, dan jongeren. Belangrijk is, dat we elkaar de tijd geven om te groeien in geloof, waarbij de "ouderen" de taak hebben om de "jongeren" op te dragen in het gebed. Wat vindt u van van de stelling: “Bij het preken is het belangrijk om de liefde van God te benadrukken. Het is beter om woorden als hel en oordeel niet te veel te gebruiken” De liefde van God in Jezus Christus is de blijde boodschap die verkondigd mag worden. Johannes 3:16 is hier een verwijzing van. In dit alles mogen we weten, dat de Heere Zijn zon laat opgaan over slechte en goede mensen en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Zo gaat ook het Evangelie van Jezus Christus uit over heel de wereld en tot alle mensen. Tegelijk leert de Bijbel, dat het gaat om geloof en dat wie Christus verwerpt, zichzelf verwerpt. Niet allen zullen behouden 5
nummer 48, december 2013
worden. Daarom zal er opgeroepen moeten worden tot geloof in de gekruisigde en opgestane Heere Jezus Christus. Woorden als hel en oordeel hoeven dan niet vermeden te worden. Een waarschuwing is op z'n plaats, maar zal wel op de juiste plaats gebruikt moeten worden. Gods liefde en genade in Christus staan voorop. Tegelijk mag niet weggelaten worden, dat Hij eens terugkomt om te oordelen de levenden en de doden. Hoe denkt u over de toenemende veranderingen en de toekomst van deze wereld? We leven in een gedigitaliseerde wereld, waarin zaken elkaar snel opvolgen. Soms heb ik het idee, dat de Heere de tijd verkort, door alles zo snel zich te laten afspelen. Daarbij zijn de ingrediënten aanwezig van een spoedige wederkomst van de Heere Jezus. Maar dit wil niet zeggen, dat het binnenkort is. Het is aan de Heere en wanneer Hij de genadetijd wil verlengen, dan is dit aan Hem. Maar zo zeker als Christus mens is geworden, zo zeker is het, dat Zijn Koninkrijk komende is in de Wereld. Hierbij mogen we met een gerust hart weten, dat de Heere de wereld in Zijn hand houdt. Wat er ook verandert, de Heere verandert niet en laat het niet uit de hand lopen. WS
6
SAMEN BIDDEN In de preek van ds. Holtslag in de avonddienst van 1 december kwam naar voren dat Jezus de Banier is. Daarnaast werd de nadruk gelegd op het samen strijden en samen bidden, bidden dit naar aanleiding van de geschiedenis uit Exodus 17, waarin verteld wordt van de strijd tussen Israël en de Amalekieten. Ook binnen onze gemeente mogen we samen strijden en samen bidden. We moeten strijden en bidden - we mogen dat samen doen. Op elke derde dinsdag van de maand is er een gebedssamenkomst in de Hoven om 8 uur. Van harte welkom! MvdD
OPENING OPENING WINTERWERK Startweekend: Veelkleurig, verbonden, gesmaakt, gezongen, gebeden, geluisterd en vermaakt. Opening winterwerk startte op vrijdagavond met de polderspelen in Ottoland. Er werd in 4 teams fanatiek gestreden om de eer met balanceren,
blad voor onderling verkeer
punteren, autopetten, pijlen boogschieten en de uiteindelijke krachtmeting met het touwtrekken. Plons! Plons! De ene na de andere tiener belandde in het water. De meesten gingen druipend van het poldervocht onder de heerlijke douches van de Notenhoeve staan. Daarna gingen de warme snacks er bij sommige jongeren wel heel erg gretig in. Na de bezinning rond het spetterende kampvuur onder leiding van de jeugdambtsdragers ging de groep voldaan en moegestreden weer naar Termei. Op zaterdagmiddag stond het buffet ‘Eten met Lef’ op het programma. Er was een grote opkomst van circa 145 gemeenteleden van jong tot oud bij het buffet aanwezig. Ontmoeten stond ook deze middag centraal. Onder het genot van een drankje werd gezellig bijgepraat. Na de opening met gebed, zang en de uitleg van het HGJB-thema waagden sommige gemeenteleden zich ‘met lef’ aan de paella met vis en kregen hier zeker géén spijt van. Johan en Marry hadden het buffet weer zeer goed verzorgd. Na het ‘Eten met lef’ was iedereen uitgenodigd om naar de Sing-in te gaan. Daar werden er onder leiding van de band liederen gezongen en gespeeld die goed aansloten bij het thema ‘Leven met Lef’. Tijdens de overdenking werd je bewust gemaakt van vooral praktische voorbeelden, die ook in je eigen leven kunnen voorkomen en kan toepassen als je durft te leven met lef.
Aansluitend werd in ’t Jot onder het genot van een kop koffie of thee een presentatie gegeven door World Servants. Tijdens de drukbezochte zondagochtenddienst werden we door Ds. Snaterse meegenomen naar het meer van Galilea. Daar vroeg Jezus aan een aantal mannen om hem te volgen. Wij weten hoe de geschiedenis verder gaat, maar op dat moment moet het wat geweest zijn voor de mannen om voor deze keus gesteld te worden! Toch worden wij ook dagelijks voor deze keus gesteld. Welke keuze maakt u/jij? Een dienst waarin we gezongen hebben met medewerking van de band dat een gevoel van verbondenheid gaf. Een dienst waarin we met elkaar gebeden hebben voor een ‘vruchtbaar’ seizoen, wat een gevoel van diepgang bracht. Een dienst waarin we samen één Naam beleden hebben. Een goed begin van het nieuwe seizoen! Aansluitend op de ochtenddienst werd iedereen in De Hoven verwelkomd met een kop koffie/thee of een glas fris met een lekkere plak cake bij. Bij de ingang kreeg men een vis van papier in allerlei kleuren en formaten. De vissen symboliseerden een afspiegeling van onze gemeente: heel verschillend, maar het hoort toch allemaal bij elkaar. Er werd in gemêleerde gezelschappen gepraat over de vragen die werden uitgedeeld. De tijd was soms 7
nummer 48, december 2013
weer veel te kort. Een aantal mensen hebben een persoonlijke boodschap op de vissen geschreven, die met visnetten werden opgehaald. De kinderen maakten ondertussen boven in de zaal ondertussen met veel plezier een aantal leuke werkjes. Soms was het een behoorlijke inspanning geweest om het allemaal mooi te maken. De kinderen waren dan ook supertrots. Bedankt helpers!
elkaar en met het thema ‘Leven met Lef’ konden maken. Als team kijken we terug op een geslaagd weekend Winterwerken en kijken we uit naar Winterwerken 2014! Als je het team wilt komen versterken, ben je van harte welkom!
Ook de tieners bespraken in een grote groep een aantal vragen en vonden de ochtend in De Hoven op deze manier ook erg geslaagd. Het was gezellig en goed om zo met elkaar de zondagochtend door te brengen. Tijdens de overdenking in zondagavonddienst door ds. J.T. de Koning werd iedereen duidelijk gemaakt dat je in je leven steeds keuzes moet maken als je voor God wilt kiezen. Je moet het lef hebben om anders te willen zijn, om bepaalde dingen niet meer te doen. Ook al vind je dat moeilijk, God helpt je daarbij, want voor Hem is niets onmogelijk. Aansluitend werden de jongeren van 16 jaar en ouder uitgenodigd voor de JV avond in De Hoven. Daar werd een inleiding gehouden over de Bergrede van Jezus. Vervolgens werd er in kleine groepjes gediscussieerd over vragen die bij het thema aansluiten. Daarna werd er actief het spel ‘Pelgrimscode’ gespeeld. Het was een leerzame en gezellige avond, waar jongeren kennis met 8
PdB
ZENDINGSCOMMISSIE Sinds 2006 mag ik deel uit maken van de zendingscommissie, voluit Zendingscommissie GZB/IZB Ameide/Tienhoven. Deze commissie heeft als doel het onder de aandacht brengen van de zending in Nederland en in het buitenland. Zending is het met mensen delen van het goede nieuws van Gods Koninkrijk. Het delen van Gods gaven zowel spiritueel als materieel. Aan collectedoelen wordt aandacht gegeven via berichtgeving in "De Zaaier" en door het uitdelen van foldermateriaal bij de ingang van enkele kerkdiensten. Voor de GZB/IZB wordt er actief geld ingezameld.
blad voor onderling verkeer
Verder worden er zendingsochtenden of -avonden georganiseerd voor de gemeente. Hiervoor worden zendingsarbeiders uitgenodigd. Soms is dit een dominee die werkzaam is geweest op een zendingsveld in het buitenland. Een andere keer iemand die verlof heeft of iemand die in Nederland werkt. Ook onze eigen Peter en Wilma hebben meerdere malen over hun werk verteld tijdens een zendingsochtend of - avond. Tijdens deze ochtenden of avonden wordt er gedeeld wat er in het zendingsveld gebeurt. Zo blijven we als gemeente betrokken en krijgen we een beeld van het werk dat wordt gedaan. Via de zendingscommissie wordt het dagboek "Een handvol koren" van de GZB verspreid. Het dagboek bevat per dag een stukje dat individueel gelezen kan worden en een stukje dat ook heel goed in de gezinnen te gebruiken is. Wanneer u het dagboek wilt ontvangen kunt u dit doorgeven aan één van de commissieleden. Van harte aanbevolen! Een maal per twee jaar is er een landelijke actie die wordt georganiseerd door de HGJB. Ook aan deze actie wordt actief meegedaan door de zendingscommissie. Voor de zending binnen onze plaatselijke gemeente is er de evangelisatiecommissie. Met deze commissie wordt samengewerkt. Wanneer u meer wilt weten over de zendingscommissie of ons wilt
helpen kun u mij of een van de andere commissieleden benaderen. Graag zie ik u terug bij één van de activiteiten van de zendingscommissie. MvE
ROEMENIE Verslag Verslag van onze reis naar Roemenië. Als afgevaardigden van de Roemenië-werkgroep mochten we een bezoek aan Copaceni brengen. Nadat we zondagavond door Jan en Astrid vaarwel gezegd waren d.m.v een stukje uit de Bijbel en gebed, vertrokken maandagmorgen om 3 uur uit Ameide. Na een tussenstop bij Hongaarse vrienden, waar we gastvrij werden onthaald, gingen we woensdagmorgen verder. De reis verliep voorspoedig, al was het wel zwaar voor de auto en de passagiers vanwege alle gaten en kuilen, schapen geiten en zwerfhonden, paard en wagens, en zwaar beladen fietsers op en langs de weg. Het weer was mooi, zo mooi dat we onderweg bij 19 ° C op een bankje onze boterhammen hebben opgegeten. Op 15 km voor Copaceni hield de wereld voor mijn TomTom op, maar wij moesten toch nog verder. We bleken aan de verkeerde kant van de berg te zitten. Gelukkig hadden we die morgen een goede Roemeense kaart gekocht, en zagen we dat er een weggetje binnendoor bestaat. Nou daar kregen we behoorlijk spijt van, want daar moesten we tussen de gaten in de weg het asfalt zoeken. 9
nummer 48, december 2013
Uiteindelijk kwamen we na een rit van ruim 2000 km donderdag om 5 uur aan in Copaceni. Copaceni is een dorp van 9 km lang, met 1 doorgaande weg de Strada Principala en een paar onverharde zijwegen, Dus nu alleen nog zoeken naar Strada Principala no 8, wat we al snel vonden.
Huis van Florin en Rut
We werden hartelijk ontvangen door Florin en Rut, en volgens Roemeense traditie moest er eerst gegeten worden, want gastvrijheid staat hoog in het Roemeense vaandel, je gasten moeten het goed hebben, ook al kost dat je eigen eten. Twee derde van de onder verdieping van hun woning is in gebruik als kerk, beneden is alleen een keukentje, een gang en de trap. De bovenverdieping is één grote ruimte waar heel de familie slaapt .(vader, moeder en 3 kleine kinderen) Ook wij kregen een hoekje toegewezen om te slapen, met als enige privacy een inderhaast opgehangen laken, maar dat was voor ons en hen geen probleem. De hele bovenverdieping word verwarmd door een houtkachel, dus lekker warm. Vrijdag was Florin druk met bouwactiviteiten, en dus gingen wij gewapend met fototoestel en videocamera het dorp verkennen. Zeker de helft van de huizen is klein 10
en slecht onderhouden, en vaak wonen ze er ook met veel mensen. De meeste woningen worden verwarmd met een houtkachel, dus veel mensen waren druk in de weer met zagen en kloven van hout. Bij een bekende van Florin mochten we foto’s maken rondom het huis, om u een goede indruk te geven hoe het er rondom een Roemeense woning uit kan zien. Er liep een kalkoen rond(voor het kerstdiner) in een hok stond een varken(voor het paasmaal) en een koe voor de melk, en een geit met onbekende bestemming. De koe wordt vaak door een oudere of een kind aan een touw uitgelaten in de wegberm of op een stukje braakliggend land, zodat hij wat gras kan eten. Nadat we in het plaatselijke café op een zeer gammel terras een kopje koffie hadden gedronken, gingen we terug naar ons logeeradres. Florin had inmiddels zijn bouwactiviteiten gestaakt om de fiets van een gemeentelid te repareren, die de fiets nodig heeft om op zijn werk te komen. Geholpen door Léon werd de klus geklaard. Een buurman stelde geheel belangeloos nieuwe kogels voor het kogellager ter beschikking, zodat na 2 uur de man weer verder kon. Florin fungeert vaak ook als klusjesman. Florin en Rut wonen nog maar 7 maanden in Copaceni, en ook dit is een manier om in contact te komen met de bevolking. Beiden zijn ze erg gedreven om dit werk te doen, en hebben er alles voor op gegeven om in Copaceni met niets te beginnen aan het werk daar. Om 1 uur kwam Ds Dorin aan om met ons overleggen over hun visie, wensen en
blad voor onderling verkeer
mogelijkheden. Ds Dorin is eindverantwoordelijk voor de gemeente van Florin en Rut, en nog een ander zendingsechtpaar. Na deze besprekingen begon de tieneren kinderclub. Er waren 18 kinderen en tieners aanwezig, die vol overgave oefenden op de liederen voor de kerstuitvoering in de kerk. Florin had de leiding, maar ook Dorin speelde ook een partijtje mee, beiden zijn erg muziekaal. Het klonk allemaal al erg mooi, maar Roemenen kunnen over het algemeen mooi zingen. Hierna hield Florin nog een Bijbelstudie met de jeugd. Wij mochten ook nog uitleggen, waarvoor wij er waren, en hebben nog een lied voor hen gezongen. Als beloning hebben we alle kinderen nog een sinaasappel meegegeven. Zaterdag zijn we met Florin en Rut en de kinderen op pad geweest in onze bus. Eerst bezochten we de kerk in Cernisoara die veel waterschade heeft omdat het dak lek is. Het is hun wens om ook daar een gemeente te stichten, de kerk te restaureren en hem te gaan gebruiken voor kerkdiensten. Nu bezoekt Florin een aantal mensen in dit dorp, en dat doet hij op de fiets. Dat betekent 15 km heen en ook weer terug door bergachtig gebied. Nadat we de conditie van de kerk in beeld hadden gebracht zijn we naar de supermarkt in het dorp geweest om inkopen te doen voor mensen die dat hard nodig hebben. Onderweg zijn we even gestopt, en gaf Florin even snel een plastic tas met voedsel af. Hierna zijn we naar George gegaan, een oude man van 74 jaar oud. Hij is christen en erg arm, hij moet leven van 45 euro per maand,
en heeft hulp nodig. Hij leeft in een bouwvallig, tochtig huisje, en heeft astma. Hij heeft 1 kamer waarin zijn bed staat en een fornuis, met daartussen net voldoende ruimte om te staan. Naast hem woont zijn zoon Viktor in een al even bouwvallig huisje.
Louïsa samen met Florin, Rut en de kinderen, Greorge en Viktor
In en om het huis is het één grote uitdragerij omdat hij alles bewaart wat los en vast zit. Viktor is alcoholist, en heeft het syndroom van Korsakov, en is bovendien door zijn ex-vrouw op zijn hoofd geslagen met een ijzeren staaf waardoor hij nog meer hersenschade heeft opgelopen. Hij heeft het verstand van een kind van ± 7 jaar, en is dus een grote zorg voor zijn vader. Ook hier lieten we levensmiddelen achter en wat geld in kleine porties zodat het op diverse plaatsen verstopt kon worden. Als de vader niet alles verstopt steelt Victor het om drank voor te kopen. Het volgende bezoek was al even aangrijpend. We bezochten Marianne, een vrouw van 71 jaar, die een vergevorderd stadium van borstkanker heeft. Ze leeft samen met haar dochter en 7 kinderen in een huis met 2 kamers. Omdat 11
nummer 48, december 2013
Marianne erg zwak is heeft ze veel last van de geluiden die de kinderen maken. Er zijn ook nog 2 zonen, maar die wonen niet meer thuis. Er is wel een man, maar die komt maar af toe eens even langs, en als ze geluk hebben heeft hij wat te eten bij zich. De kinderbescherming heeft al eens op het punt gestaan om een aantal kinderen uit huis te halen, omdat de dochter nauwelijks in staat is om de kinderen te voeden en op te voeden. Marianne weet dat ze niet lang meer te leven heeft, maar is vol geloofsvertrouwen voor haar toekomst Ze maakt zich wel veel zorgen over haar kleinkinderen, en heeft daarom aan Rut gevraagd of zij een oogje in het zeil wil houden als zij er niet meer is. Samen met Marianne mochten we bidden, en haar zorgen en noden bij God brengen. Ook hier lieten we voedsel, vooral veel vers fruit, en kleding Marianne met kleinkind achter. Nadat we weer heerlijk hadden gegeten (Rut kan erg goed koken) hebben wij de vaat gewassen. Hierna hebben wij met de kinderen gespeeld, en heeft Louisa uit de Roemeense kinderbijbel voorgelezen in het Termeis-Roemeens. Blijkbaar begrepen ze het, want ze gaven antwoord op de vragen. Rut gaf 12
intussen beneden bijles wiskunde aan 2 meisjes, en Florin was de preek voor de volgende dag aan het voorbereiden. Op zondag hebben we 2 kerkdiensten meegemaakt, die beiden ruim 2 uur duurden. De morgendienst begon met zingen, gebed en een collecte. Na de collecte mochten wij ons voorstellen, en hebben we de groeten van onze gemeente overgebracht met de woorden van de laatste 4 verzen van Psalm 33. Daarna hield Florin zijn preek over Mattheus 10:38 en 39 waarbij het ging over het maken van keuzes. Het is een jonge gemeente, en ze moeten nog veel leren, maar toch waren er enkele mensen die doorgaven wat ze in de afgelopen week hadden gelezen, en wat hun bemoedigd had, of waardoor ze waren aangesproken. Na afloop van de dienst kregen we van veel mensen een hand, of een omhelzing als teken van broederschap, het zijn vriendelijke mensen. ‘s Middags na het eten namen we allemaal even een rustpauze, maar die werd wreed verstoord, door een geheel onverwachts bezoek van een dame uit Amerika. Zij is de baas van een Amerikaanse organisatie die in Sibiu een aantal kinderkampen heeft. Florin heeft voorheen voor deze organisatie gewerkt. Tijdens een studiebijeenkomst had Florin haar weer ontmoet, en nu ze toch in Roemenie was kwam ze even op bezoek, ook om te kijken of haar organisatie aanstaande zomer nog iets voor Florin kon doen wat betreft bouwactiviteiten. Om 5 uur was het tijd voor de 2e dienst, en door het bezoek was Florin te laat, maar dat is
blad voor onderling verkeer
in Roemenie niet zo erg, ze kennen daar het Roemeense kwartiertje. Nu waren er meer jongeren, de kerk zat aardig vol, 23 mensen. Opnieuw mochten wij de groeten overbrengen. De preek ging over hetzelfde gedeelte als die morgen, alleen werden er nu veel meer teksten uit diverse plaatsen van de Bijbel aangehaald. Hierbij lag opnieuw de nadruk op het maken van de goede keuzes. Dat had tot resultaat dat 3 jonge meisjes en 1 jongeman naar voren kwamen, en aangaven dat ze voortaan God wilden volgen en breken met de verkeerde dingen in hun leven. Het was voor Florin de eerste keer dat hij dit meemaakte en hij ,en de rest van de gemeente waren erg verheugd over hun keuze. Nadat Florin voor hen had gebeden, dat God ze de kracht wilde geven om hun belofte na te komen, werden ze door veel gemeenteleden Gods zegen toegewenst. Na het eten hebben we hebben we nog een erg fijn en diepgaand gesprek gehad met Florin en Rut, en hebben we echt de verbondenheid met hen gevoeld. We hebben met elkaar een stukje uit de Bijbel gelezen, gebeden en afscheid genomen, omdat we de volgende morgen vroeg weg wilden. Dit was het einde van en zeer bewogen zondag. Maandagmorgen om 7.30u werden we uitgezwaaid door de familie. Het weer was goed en we reden nu via Sibiu weer terug, omdat de weg hier beter is. Na een langdurige rit arriveerden we ‘s avonds om 9 uur in Budapest, waar we een prima hotel hadden voor weinig geld(we blijven tenslotte
Hollanders) We hadden ons al voorgenomen om een dag in een kuurbad door te brengen, en dat hebben we ook gedaan. Het was zulk mooi weer dat we besloten om nog een dag langer te blijven. Na nog een overnachting in Duitsland kwamen vrijdagavond om ongeveer 7 uur weer behouden in Termei aan. Léon en Louisa.
JEMIMA Avontuur in Bethlehem Afgelopen najaar ben ik voor 6 weken naar Palestina geweest, om daar te werken. Ik deed daar vrijwilligerswe rk in Jemima, een tehuis voor Palestijnse gehandicapte kinderen. Jemima bestaat al 30 jaar en is opgezet door een Nederlands echtpaar. In de loop van die jaren waren er altijd Nederlandse vrijwilligers die er werkten, soms voor langere tijd achter elkaar. Maar de laatste 10 jaar zijn er steeds meer Palestijnse medewerkers aangetrokken. En omdat er in Palestina nauwelijks mogelijkheden zijn om opgeleid te worden als bijv. SPH-er hebben de plaatselijke werkers vaak geen of onvoldoende scholing.
13
nummer 48, december 2013
Het was mijn taak om de beide coördinatoren (van de dagbesteding en van de zorg) te helpen om de zorg te verbeteren. En daarnaast heb ik adviezen gegeven als er problemen waren bij de behandeling of in de omgang met bewoners. We hebben zelfs een nieuwe tak van zorg opgestart, namelijk een soort van ambulant begeleid wonen. En verder is er een begin gemaakt met de werkers, om hen te helpen om met de kinderen aan doelen te werken. Dat is nog een heel karwei. Want in de cultuur daar zijn ze niet zo taak- en resultaatgericht als in Nederland. Bovendien heerst daar nog een beetje de gedachte dat het toch niet zo' n zin heeft om bij kinderen die gehandicapt zijn aan ontwikkeling te werken. Waar is dat voor nodig?
Overigens betekent dat niet dat er niet van de kinderen gehouden werd. Ik heb heel veel toewijding en liefde gezien bij de werkers. Soms betaalden ze van hun eigen karige salaris wat lekkers of gezonds voor de bewoners. En als er iemand naar het ziekenhuis moest om geopereerd te worden, dan verdeelden de werkers de 24 uur verpleegzorg in 14
shifts en gingen ze in hun eigen tijd, bij zo' n bewoner in het ziekenhuis zitten of slapen. In Palestina moeten families namelijk voor hun zieken zorgen als ze opgenomen worden in het ziekenhuis. En veel kinderen in Jemima hebben geen familie om voor hen te zorgen, dus is Jemima hun familie. De komende twee jaar hoop ik telkens nog een keer of vier terug te gaan, om de zorg die we ingezet hebben, verder te monitoren en de werkers te coachen en te trainen. Ook mag ik hier in Nederland op zoek naar vrijwilligers, stagiaires en afstudeerstudenten, die voor langere of kortere tijd of voor een werk of stage of een afstudeeropdracht naar Jemima willen gaan, om daar hun kennis en kunde te delen. Dus als jij SPH, Verpleegkunde, MWD of SPW/MZ gedaan hebt of nog een stageplaats zoekt, dan ben je meer dan welkom om alleen of samen met een vriend of vriendin stage te komen lopen. Ook als je na je studie eens een (half)jaartje door wil brengen in het land van de Bijbel en ondertussen goed werk te doen, dan nodig ik je van harte uit om contact op te nemen. Voor meer informatie over mijn ervaringen verwijs ik naar mijn blog: www.miekebolle.wordpress.nl Als je vragen hebt mail me dan gerust:
[email protected]. Ieder die de afgelopen tijd heeft mee geleefd in gebeden en door giften. Hartelijk dank daarvoor. Sukraan (bedankt) en Sjalom. MB
blad voor onderling verkeer
V ERVOLGDE C HRISTENEN Schrijfactie Naam: Christenen in Syrië Plek op de Ranglijst Christenvervolging: 11 In welke taal kunt u schrijven: Engels Wat is er gebeurd? Syrië is veranderd in een rokende puinhoop. Twee lange jaren van oorlog putten het land en haar inwoners uit. Uit angst voor geweld zijn al honderdduizenden Syriërs op de vlucht geslagen om ergens anders een veiliger heenkomen te zoeken. Sinds december 2012 zijn ruim 160.000 christenen op de vlucht in hun eigen land. Een klein deel van de Syrische kerk blijft om de stroom vluchtelingen te helpen. Open Doors biedt deze kerken de helpende hand. Want met elkaar helpen wij de vluchtelingen in en rondom Syrië. Hanna is één van de christenen die besloot te blijven. Zij woont met haar man en kinderen in Damascus. Ze is dagelijks getuige van de oorlog, maar ze weet dat zij geroepen is om te blijven. Blijven om de kerk te versterken. Maar Hanna heeft het zwaar. “Ieder moment kan er een bom afgaan. Overal zijn er sluipschutters”, vertelt ze. “Ik ben zo bang om mijn dochters op school achter te laten. Het gevaar is overal. Ik leer mijn dochters één ding. Hun aanvallers vertellen: ‘Jezus houdt van jou.’” Christelijke vluchtelingen leven ontheemd, ver weg van hun eigen
huis, in een andere regio van Syrië of zelfs in het buitenland. Vol onzekerheid over wat de toekomst hen brengt. U kunt hen laten weten dat u aan hen denkt en voor hen bidt. Bemoedigt u deze christenen met een kaartje? Stuur uw post naar: Open Doors t.a.v. schrijfactie Syrië Postbus 47 3850 AA Ermelo Extra richtlijnen voor schrijfactie Syrië Om de veiligheid van de kerk en Syrische vluchtelingen te waarborgen, vragen wij u de volgende woorden niet te noemen: • Israël • Al-Assad • Islam • Moslims U kunt één van de onderstaande Engelse zinnen gebruiken om te schrijven, maar u kunt ook zelf een tekst zoeken via www.biblija.net. 1. Trust in the Lord forever, for the Lord, the Lord, is the Rock eternal. Isaiah 26:4 2. It is better to take refuge in the Lord than to trust in man. Psalm 118:8 3. But you, O God, do see trouble and grief; you consider it to take it in hand. The victim commits himself to you; you are the helper of the fatherless. Psalm 10:14 15
nummer 48, december 2013
4. Be strong and take heart, all you who hope in the LORD. Psalm 31:24 5. To him be the power for ever and ever. Amen. 1 Peter 5:11 6. For the LORD your God is a merciful God; he will not abandon or destroy you. Deuteronomy 4:31a 7. In everything we have won more than a victory because of Christ who loves us. Romans 8:37 1. Vertrouw altijd op de Heer, alleen op Hem, want de Heer is een rots sinds mensenheugenis. Jesaja 26:4 2. Beter te schuilen bij de Heer dan te vertrouwen op mensen. Psalm 118:8 3. Toch ziet U de pijn en het verdriet, U merkt het op en weegt het in Uw hand. Op U vertrouwen weerloze mensen, de wezen, U komt hun te hulp. Psalm 10:14 4. Allen die uw hoop vestigt op de Heer: wees sterk en houd goede moed. Psalm 31:25 5. Hem zij de kracht in alle eeuwigheid! Amen. 1 Petrus 5:11 6. Want de Heer, uw God, is een God van liefde. Hij zal u niet verlaten. Deuteronomium 4:31a 7. Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij Hem die ons heeft liefgehad. Romeinen 8:37 CB
16
KERKGESCHIEDENIS 450 jaar Heidelbergse catechismus In het jaar 2013 is op verschillende plaatsen en tijden in ons land aandacht besteed aan 450 jaar Heidelbergse catechismus. Na de reformatie en de invoering daarvan waren verschillende Duitse steden en vorstendommen over gegaan op het protestantisme. Dit ging vaak gepaard, met veel tegenstand van de katholieke Duitse keizer. Er heerste veel verdeeldheid zeker na het overlijden van Maarten Luther in 1546. In de provincie de Paltz (wat nu een deelstaat wordt genoemd) regeerde keurvorst Frederick de derde van 1559 tot 1576. Hij was aanhanger van Calvijn, er was veel discussie rond om de leer van het avondmaal. Calvijn wilde elke zondag avondmaal vieren, aanhangers van Maarten Luther niet. Daarom gaf keurvorst Frederick de derde, opdracht aan, Zacherius Ursinus, die professor voor opleidingen van predikanten aan de Heidelbergse universiteit was, richtlijnen te schrijven, gebaseerd op de bijbel. Ursinus schreef eerst een grote catechismus en daarna na een kleine, voortvloeiend uit de grote catechismus. Ook heeft Caspar Olevianus hoogleraar aan de Heidelbergse Universiteit en hofpredikant bij Frederick den derde meegewerkt aan de samenstelling van de Heidelbergse catechismus.
blad voor onderling verkeer
Catechismus betekent: een bepaalde stelling in nemen. Het wordt ook wel belijdenisgeschrift genoemd. Belijden is naspreken wat God in de bijbel zegt, Een commissie bestaande uit leden van de theologische faculteit moest het manuscript van de catechismus toetsen en nazien op waarheden uit de bijbel. Daarna werd het door een synode officieel verklaard. Dit gebeurde in januari 1563, het drukken kon beginnen, met een voorwoord van keurvorst Frederick, was de eerste editie binnen een paar weken uitverkocht. Bij de tweede editie waren enkele aanpassingen. In november 1563 bij de vierde druk werd de Heidelbergse catechismus (ook wel leerregels genoemd) opgenomen in de nieuwe kerkorde. Dit was om kerkorde en richtlijnen in de prediking en de kerkdiensten te handhaven en er zo, één gedachtegang kwam. De Heidelbergse catechismus werd 15 jaar later in 1578, mee gebracht naar Nederland. Door Petrus Dathenus, die gevlucht was voor de vervolging van de protestanten in Nederland, hij kwam terecht in Frankfurt. Hij werd hofpredikant bij Frederick de derde. Hij kwam daar in aanraking met de leerregels en vertaalde ze in het Nederlands vanuit het Latijn (de Europese taal voor
geletterde en geleerde in die tijd). Langzaam kreeg het catechismus in Nederland meer bekendheid. De Amsterdamse predikant Petrus Gabriel is waarschijnlijk de eerste predikant geweest die preekte met de leerregels als leidraad. Al snel werden door de Noord-Hollandse synode de leerregels voorgeschreven. In 1574 werd ook in de kerkvergadering van Dordrecht de leerregels voorgeschreven en zo ook in Middelburg in 1581 en in Den Haag in 1586.
Bij de grote landelijke synode van Dordrecht in 1618/1619, werden deze regels aanvaard als belijdenisgeschrift, waarna het een gewoonte werd, dat ’s middags een catechismuspreek werd gehouden. In die tijd waren er ’s avonds geen diensten. Na de komst van elektrische tijd zijn de kerkdiensten verschoven naar de avond. De onderwijzing in de Christelijke leer ging in de provincie Gelderland, zover dat door de synode werd uitgesproken wie in de middag niet naar de catechismus prediking kwam. Door de politie moesten deze personen worden opgehaald en naar de kerk gebracht. In Ameide was het de gewoonte dat tijdens de morgendiensten een algemene preek gegeven werd en in de avonddienst een catechismus preek met vraag en antwoordt. Deze 17
nummer 48, december 2013
leerdiensten werden ook wel als saai betiteld. In vroegere dagen gingen predikanten minder elders preken en moesten ze 100 preken op jaarbasis maken waardoor de catechismus preek verlichting gaf in hun werk voor het maken van een preek. De Heidelbergse catechismus is opgesteld met 129 vragen en antwoorden en zijn gegroepeerd in 52 zondagen. Zondag 1 Vraag 1: Wat is uw enige troost, zowel in leven als in sterven. Antwoord: Dat ik met lichaam en ziel zowel in leven als in sterven niet mijzelf toebehoor, maar mijn getrouwe zaligmaker Jezus Christus. In 1985 is de volledige catechismus herschreven en in de huidige taal opgezet. Toch zijn de leerpreken in onbruik geraakt en wordt er bijna niet meer uit de catechismus gepreekt. Tot slot heeft de catechismus nog een belangrijke functie en is noodzakelijk om de leer te bewaren. Met een troost, bemoediging en een aansporing om te volharden in het geloof. Niet alleen met je verstand, maar met hart en ziel. KvdH
18
DE BIJBEL EN ALCOHOL In veel gezinnen is het gebruikelijk om tijdens speciale gelegenheden waar ook een maaltijd wordt genuttigd tijdens deze maaltijd alcohol te drinken (Prediker 9:7). Er zijn ook gezinnen waar het gebruik van alcohol wordt afgekeurd. Als we de bijbel erbij nemen veroordeelt de bijbel dronkenschap en zwaar drinken maar niet het gebruik van alcohol (1 Korintïers 6:10. In de bijbel staan vele voorbeelden waar in de oudheid wijn gedronken wordt. Het was het zelfs het eerste wonder dat Jezus Christus hier op aarde verrichte. Hij veranderde water in ” voortreffelijke” wijn tijdens een bruiloft (Johannes 2:1-11). De bijbel keurt het drinken van alcohol niet af maar waarschuwt tegelijkertijd ook om er voorzichtig mee om te gaan. Mensen gaan vaak “het gevaar tegemoet”doordat ze op het verkeerde moment drinken. Voor alles is een vastgestelde tijd dus ook om alcohol te laten staan en niet te drinken (Prediker 3:1). Het leven en gezondheid is een kostbaar geschenk van God (Psalm 36:9). Heel wat gezinnen hebben te lijden onder het alcoholmisbruik van een ouder of van een thuiswonend kind. Dronkenschap kan leiden tot ongelukken zoals valpartijen of verkeersongelukken. Op de lange termijn kan alcoholmisbruik de hersenen, het hart, de lever en maag aantasten.
blad voor onderling verkeer
Bezint eer gij begint want een verstandig mens ziet het gevaar en brengt zich in veiligheid; een onnadenkend mens gaat het tegemoet en zal daarvoor boeten (Spreuken 22:3). WS
OPROEP
Klimt u/jij voor ons in de pin? pin?
(Bron: internet en de bijbel)
Als redactie zijn wij opzoek naar een enthousiaste schrijver voor het stukje 12+ en eventueel andere items voor de A-10. Is dit iets voor u/jou, stuur dan een mailtje naar:
[email protected]
19
nummer 48, december 2013
VOOR JOU – voor de allerjongsten
Wij zijn de herders Wij sliepen in 't veld Daar heeft een engel het ons verteld Hij is geboren in Bethlehem En wij aanbidden en wij aanbidden Hij is geboren in Bethlehem En wij aanbidden Hem Wij zijn drie koningen Wij komen van ver Wij hadden een droom En zagen een ster
20
Hij is geboren in Bethlehem En wij aanbidden en wij aanbidden Hij is geboren in Bethlehem En wij aanbidden Hem Wij zijn de kinderen Die 't hebben gehoord Hij is gekomen Het levende Woord Hij is geboren in Bethlehem En wij aanbidden en wij aanbidden Hij is geboren in Bethlehem En wij aanbidden Hem
blad voor onderling verkeer
VOOR JOU – 12 MIN Je hebt vast wel eens iets kapot gemaakt. Vaak gebeurt dat per ongeluk. Je rent bijvoorbeeld iets te snel door het huis, je struikelt en botst tegen een tafeltje. Je ziet de vaas op de tafel nog even heen en weer gaan en … pats, daar ligt hij op de grond in stukken. Het vervelendste is nog wel als je iets heel moois kapot maakt. Iets dat je van iemand hebt gekregen van wie je veel houdt. Wat kun je er dan spijt van hebben dat je zo onvoorzichtig bent geweest. Soms kun je die dingen repareren, maar meestal blijf je altijd zien of merken dat het kapot geweest is. Het wordt nooit meer helemaal nieuw. Je zou kunnen zeggen dat het leven ook niet meer helemaal heel is. Je kijkt misschien wel eens naar het jeugdjournaal of je ziet foto’s in de krant. Armoede, oorlog, rampen, maar ook in je eigen leven zijn er dingen als ruzie, ziekte of eenzaamheid. Iedereen heeft te maken met minder leuke dingen. Dat is al zo sinds het misging tussen God en de mensen in het paradijs. Je kunt daarover lezen in Genesis 3. God en de mensen hadden iets moois samen, maar op die dag ging het kapot en konden wij mensen het niet meer repareren.
maken tussen God en de mensen. Ik moet denken aan een paar regels uit het derde couplet van het lied ‘Stille Nacht’: Vreed' en heil wordt gebracht, aan een wereld verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Vrede en heil (heelheid) wordt gebracht aan een wereld verloren in schuld. Met kerst mogen we daar aan denken en voor danken. Jezus heeft heel gemaakt wat kapot was gegaan tussen God en de mensen. Maar dat is nog niet alles. We mogen ook uitzien naar het moment waarop Jezus weer terug komt en naar wat Hij dan zal doen. Alles wat gebroken is in jouw leven of in dat van anderen zal dan heel gemaakt worden. Vrede en heelheid wordt gebracht! Daarover kun je lezen in Openbaringen 21: En Hij Die op de troon zit zei: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zei tegen mij: Schrijf, want deze woorden zijn waarachtig en betrouwbaar. Zing het deze kerst maar eens zachtjes voor jezelf: Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer! CB
Gelukkig liet God het daar niet bij. Hij beloofde dat Hij het weer zou goedmaken. En Hij heeft die belofte waargemaakt. Het is bijna kerstfeest en dan denken we eraan dat Jezus werd geboren om het weer goed te 21
nummer 48, december 2013
VOOR JOU – 12 PLUS
KERSTVERHAAL
Bekende Nederlander zijn…..
Ashra de asielzoeker asielzoeker
Als je een bekende Nederlander bent is er maar weinig van je zelf. Alles wat je doet staat uitgebreid op internet of in de roddelbladen.
“Mam, mam, daar komen ze weer.” Met een klap gooit Ashra de deur van het huis open. “Mam, mam, daar komen ze weer!” Verschrikt kijkt moeder Ashra aan. “Alweer? Waar zijn ze al? Snel, jongen, snel ga naar de buurvrouw en neem Falih mee!” Ashra grijpt zijn kleine broertje Falih van twee snel uit zijn stoel en rent door de achterdeur, via de achterplaats, naar het huis van buurvrouw Moeshi. “Kom maar, Ashra, ik heb ze ook al gezien.” Buurvrouw Moeshi trekt Ashra en Falih op haar schoot. “Stil maar, Ashra, het zal ook deze keer goed komen. Of.. of is je vader thuis?” Bang kijkt ze Ashra aan. Vader? Nee, vader is gelukkig niet thuis. Hij is vanmorgen al vroeg weg gegaan. De laatste tijd is hij steeds vaker weg. Ashra vindt dat helemaal niet fijn, maar moeder heeft gezegd dat hij daar niet over mag klagen. Als God voor vader veel werk te doen heeft, dan moet vader dat doen of het nu veel tijd kost of niet. De Heere rekent niet naar onze tijd. Stil had Ashra toen zijn hoofd gebogen. Het was waar als de Heere vader nodig heeft dan moet hij gaan. Moeder had er nog bij gezegd dat de discipel Petrus uit de Bijbel ook altijd met zijn meester, de Heere Jezus, mee moest. Zelfs toen zijn schoonmoeder op sterven lag … Natuurlijk vond Ashra het fijn dat vader een knecht van de Heere mocht zijn. Maar het was zo gevaarlijk in hun land. In het dit land geloven de mensen niet in de Heere God. Nee, zij geloven in Allah. De mensen zijn geen christenen, zij zijn moslim. Erger nog, zij haten de christenen. Zij zitten de christenen dwars, waar het ook maar kan. Zij treiteren en dagen de christenen uit. Het meest hopen zij nog dat een christen iets slechts over Allah of de profeet Mohammed zegt, want wie dat doet…mag gevangen genomen of zelfs gedood worden. En daar is Ashra nu het bangst voor. Zullen zij zijn vader ook een keer te pakken nemen. Vader, die de mensen zo graag over
Op de vraag: Geloof je in God zeggen velen: Ik geloof wel dat er iets is. Maar enkele zeggen openlijk, ja, ik geloof in God. Door de week zijn ze druk met hun werk maar de zondag houden ze vrij om naar de kerk te gaan. Bang om anderen te vertellen over Gods werk in hun leven, vrijmoedig om voor anderen te bidden en de ban te breken in oppervlakkige relaties zijn deze bekende Nederlanders niet. Het werk wat ze als bekende Nederlander doen is slechts de buitenkant maar deze mensen hebben ook een binnenkant waarin het christelijke leven voor hun: de samenkomst, ontmoeting met medegelovigen, bijbel lezen, bidden en tijd om je familie en anderen te helpen is. Op deze manier kunnen ze het volhouden om bekende Nederlander te zijn en worden ze niet opgeslokt door de media. Zo kun je ook als bekende Nederlander prachtig van je christenleven getuigen, in woord en daad. HOE IS DAT BIJ JOU? WS
22
blad voor onderling verkeer de Heere vertelt. Vader, die een waar christen wil zijn en niet over zijn God wil zwijgen. Zullen zij hem ook nog een keer gevangen nemen om zijn woorden of... of misschien zelfs doden? Daarom is hij nu in paniek, want ze komen weer! Het is nu al de derde keer deze maand, dat zij komen. Zij zijn van de politie, ze willen vader vangen om zijn woorden. Zij willen hem mee nemen naar het politiebureau. Zij zullen net zo lang met God spotten tot vader niet meer zal kunnen zwijgen. Ze hopen dat vader zal zeggen dat hij zijn Meester de Heere God niet mag verloochenen. O, dan zullen ze hem hebben. God? Is die dan meer als Allah? “Ja,” zal vader dan moeten zeggen, “God in de hemel is de enige, de ware God.” O, dan zullen ze hem hebben. Dan mogen zij hem slaan, schoppen, gevangen nemen. Want dan heeft hij slecht over Allah gesproken. Dan zullen ze alles mogen doen met hem wat zij willen. Wat zullen de anderen christenen dan bang worden. Niemand zal dan meer durven spreken over God in de hemel. Dan zullen alle christenen zwijgen. Dan zal alleen de naam van Allah nog maar gehoord worden. Dat is wat de leiders van dit land willen. Weg met al die christenen, weg ermee! Allah akbar! Allah is God. Troostend slaat de buurvrouw haar armen om Ashra heen. “Stil maar Ashra, stil maar, ik ben bij je.” En de Heere ook, denkt Ashra er achteraan en dat geeft hem troost. De Heere is er ook. De Heere zal deze keer ook moeder helpen, net als alle andere keren. Maar dat durft hij niet hardop tegen de buurvrouw te zeggen. Buurvrouw Moeshi is ook moslim, maar niet zo fanatiek als de leiders van dit land. Buurvrouw Moeshi staat altijd voor hen klaar of ze nu christen zij of niet. Na een paar minuten horen ze de deur van Ashra’s huis met een klap dicht gaan. De politie gaat weer weg. Ze komen voor vader en die is nu wéér niet thuis. Woedend zijn ze. ’t Is nu al de derde keer dat ze voor niets komen. En die vrouw… die is zo dom. Die weet nooit waar haar man is. Woedend zijn ze. O, ze zullen hem al ze hem te pakken
krijgen. O, ze zullen… “Wacht hier maar even,” zegt buurvrouw Moeshi, “dan ga ik eerst even bij je moeder kijken. Blijf jij maar hier met Falih.” “Ashra, Ashra, wakker worden, Ashra… “. Verschrikt schiet Ashra overeind in bed. “Hè, eh, ja mama, wat is er?” “Kom Ashra, je moet je aan kleden, je moet uit bed. We gaan weg.” Weg? Maar het is nacht. Waar naar toe dan? Waarom dan? “Niets vragen Ashra, doe wat ik zeg.” Ashra hoort de tranen in moeders bange en gespannen stem. Als hij zich aankleedt, hoort hij vaders stem in de kamer van Falih. Vader is dus weer thuis. O, ze hadden vanavond in spanning gewacht op vader. Het was vanmiddag gelukkig weer goed afgelopen. De politie had moeder niets gedaan. Vader, die moesten ze hebben. Gelukkig maar dat hij nooit aan moeder vertelt waar hij heen gaat. Dan hoeft moeder niet te liegen als ze moet zeggen waar vader is. Ze weet het echt niet. Ze kan het dan ook niet verraden als ze politie haar zou dwingen de waarheid te zeggen. Maar vader was nog niet thuis toen Ashra al naar bed moest. Had vader een verre reis vandaag? Had hij veel werk vandaag? Of had iemand hem gewaarschuwd voor de politie en durfde hij nu niet naar huis te komen? Of…of hadden ze vader zien lopen en hem alsnog mee genomen naar het politiebureau? Vragen, vragen en nog eens vragen. Maar het antwoord wisten zij niet. Eén ding wisten zij wel en dat gaf hen kracht: Waar vader ook was, de Heere zou dicht bij hem zijn. “Papa, bent u er weer?” “Ja Ashra, de Heere heeft bijzonder voor ons gezorgd vandaag. Maar het wordt te gevaarlijk, jongen, we moeten vluchten.” Vluchten? “Nee, vader, ik wil hier niet weg. Ik wil hier blijven. Nee!” Stampvoetend staat Ashra voor vader. Tranen van schrik en verdriet rollen over zijn wangen. “Nee, vader, niet weg!” De hand van vader ligt nu op zijn schouder. “Jongen, wij hebben geen keuze meer. Ze zullen ons slaan, gevangen nemen en
23
nummer 48, december 2013 misschien wel doden. We moeten weg, we zijn niet veilig meer. Ze zullen terug komen. Elke keer weer tot dat zij mij hebben. Mama en ik hebben er de laatste dagen veel over gesproken. Wij willen hier ook graag blijven. We hebben hier ons huis, onze vrienden, buurvrouw Moeshi, … Jij hebt hier ook veel, ik weet het. Je houdt van dit dorp, de mensen, de bergen, de rivier… Maar lieve Ashra, dat zijn maar dingen van deze tijd. De Heere zal met ons mee gaan, dat is het belangrijkst. Hij zal ons een nieuw huis geven, een nieuw dorp, nieuwe vrienden. Maar het zal niet in dit land zijn. We gaan asiel aanvragen in een ander land. Het zal nooit meer worden zo als hier, maar misschien zullen we daar vrijer over de Heere mogen praten en zullen er meer christenen om ons heen wonen. En zelfs, Ashra, als dat tegen valt zal je dan nooit vergeten dat ons leven op de aarde maar heel kort is als je het vergelijkt met de eeuwigheid. Misschien worden we op de aarde nooit meer echt gelukkig, maar straks in de hemel zal alles heerlijk zijn bij God en dat houdt nooit meer op!” Stil buigt Ashra het hoofd. Hij weet het, maar het is zo moeilijk. Hij houdt zo veel van de dingen op deze aarde. Zijn dorp, zijn vrienden, de rivier, zijn speelgoed. Dat mag toch? In de donkere nacht gaat Ashra met zijn vader en moeder op weg. Ze hebben voor alle vier een koffer ingepakt met kleding, schoenen, foto’s en andere dingen waar van ze houden. Niet alles kon mee. Ashra moest zijn stenen verzameling in de la laten liggen van vader. Dat kon niet mee, hij zou heus nog wel andere stenen vinden. Veel om mee te nemen hadden vader en moeder niet. Dure dingen had vader de laatste weken al verkocht. Waarom wist Ashra niet. Alleen de gouden kettingen van moeder en de gouden ringen waren over gebleven. Daar waren ze zuinig op, want die waren nog van moeders opa en oma geweest. Het waren erfstukken, die van kind op kind door gegeven werden, familiebezit. Falih is achterin de auto in slaap gevallen. De oude auto schokt over de donkere
24
kapotte wegen. De koffers achterin de auto klappen bij iedere kuil tegen de klep van de kofferbak. Het stof waait door de open ramen naar binnen. Moeder heeft haar hoofddoek zo ver mogelijk voor haar gezicht getrokken. Zij wil niet dat haar man en kinderen haar tranen zien, maar Ashra ziet ondanks het donker steeds haar schouders schokken. Hij sluit zijn ogen. Hij wil niet naar moeders schokkende schouders kijken, hij wil niet naar vaders gespannen handen om het stuur kijken, hij wil het dorp, het land, waar hij zo van houdt niet achter zich zien verdwijnen. Hij voelt verdriet, hij voelt boosheid, hij voelt eenzaamheid. Eigenlijk wordt hij zelfs jaloers op Falih, die daar lekker ligt te slapen. Kleine Falih begrijpt er tenminste niets van, hij weet niet dat ze misschien nooit meer terug zullen komen, hij heeft nog niet zoveel waar hij aan gehecht is, hij… Weg, ze gaan weg. Ja, ze gaan zelfs weg uit hun eigen land. Ze gaan naar Europa heeft vader gezegd. Daar zijn al meer mensen uit hun land naar toe gevlucht. Allemaal gevlucht, weg uit hun vertrouwde omgeving. De meesten omdat zij vervolgd werden, anderen omdat zij dachten in Europa rijker te kunnen worden en weer anderen … ach wat doet het er toe. Wat heeft Ashra er aan, waarom anderen vluchten. Hij wil hier niet weg, hij wil blijven. Ook al weet hij dat het niet meer kan. “Heere, waarom wij,” gonst het in zijn boze, verwarde hoofd. “Heere, gaat U met mij en mijn gezin mee?” bidt vader stil. “Heere, help ons,” moeder kijkt naar de donkere sterrenhemel. En Falih slaapt maar. Hij weet niet wat er gebeurt. De anderen durven niet met elkaar te praten. Ze weten niet wat ze zeggen moeten. Ze zijn overweldigd door het verdriet. In de verte doemen de lichten van het vliegveld al op. Moeder pakt de paspoorten en de vliegtickets. Vader ziet de vliegtickets in de hand van moeder. Die tickets zijn belangrijk. Dat zijn de kaartjes voor het vliegtuig. Veel, heel veel geld heeft hij er voor moeten
blad voor onderling verkeer betalen. Zo veel geld had hij niet. Daarom hebben zij veel moeten verkopen. De klok en het dure servies, dat nog van zijn ouders geweest was. De mooie glazen lamp, die zij met het trouwen gekregen hadden van een rijke oom. De zilveren geboortebekers van de kinderen, waar zij uit mochten drinken als het feest was. Allemaal dingen waar zij veel van hielden. “Maar, denkt vader, allemaal dingen van de aarde, die we niet mee kunnen nemen naar de hemel.” En toch, toch deed het veel verdriet om het te verkopen. Maar het moest! Er moest geld komen om vliegtickets te kopen. Zonder tickets mag je het vliegtuig niet in. Zonder tickets kom je het land niet uit. En het land niet uit kunnen betekent: opgepakt worden. “Uw tickets,” chagrijnig kijkt de man op het vliegveld hen aan. Hij baalt er van om in de nacht te werken. Het liefst lag hij thuis in zijn bed. Waarom gaat er nu juist in de nacht een vliegtuig naar Europa. Verveelt pakt hij de tickets van vader aan. Hij kijkt er niet eens naar en zet er een stempel op en geeft de tickets terug. Vader kan met zijn gezin het vliegtuig in. Hoe moeten zij zich voelen? Opgelucht, omdat zij nu naar een veilig land gaan? Blij, omdat zij nu niet meer gevangen genomen kunnen worden? Nee, helemaal niet zelfs! Hun hart doet pijn van verdriet. Ze gaan hun land verlaten. Misschien komen ze hier nooit meer terug. Ashra raakt nog even met zijn hand het stof van de grond aan, voordat hij de trap van het vliegtuig op klimt. “Dag,” zegt hij zacht. Vader en moeder pakken elkaar bij de hand beet, vader fluistert zacht: “De Heere gaat mee.” Moeder knikt en neemt Falih op haar arm. Met haar andere hand pakt ze de hand van Ashra. Haar hart bidt: “Heere, gaat u met ons mee?!” En dan klimmen ze het vliegtuig in. In het vliegtuig vergeet Ashra even zijn verdriet. Hij heeft nog nooit in zo’n groot vliegtuig gezeten. Hij heeft nog nooit gevlogen. Als het vliegtuig opstijgt, krijgt hij een heel apart gevoel in zijn buik. Beneden
zich ziet hij de lichtjes van het vliegveld steeds kleiner worden. De maan schijnt over het donkere land. “Dag land,” zegt Ashra heel zachtjes. Maar vader heeft het toch gehoord. Hij neemt Ashra’s hand en zegt: “Ashra, de Heere Jezus moest ook als kleine jongen vluchten naar Egypte, omdat Herodes Hem doden wilde. Maar Hij mocht later weer terug gaan naar zijn eigen land. Misschien komen wij ook wel een keer terug. De Heere kan wonderen doen, jongen.” Met zijn hand stevig in vaders hand valt Ashra even later in slaap. Alle spanning van vandaag, al het verdriet om vader, het vluchten in de nacht… Ashra is moe, erg moe. Na een lange vliedreis schrikt Ashra wakker als vader de gordels van zijn vliegtuigstoel vast maakt. Een vrouwenstem roept door de microfoon: “Wij naderen de luchthaven Schiphol in Nederland. Wilt u uw veiligheidsgordels omdoen, alstublieft?” Ashra ziet door het raam de lichtjes van Schiphol steeds dichterbij komen. Het land is vol met huizen en gebouwen. Onder hem ziet hij een wirwar van wegen, waar veel auto’s op rijden. Ashra is best nieuwsgierig. Hoe zal het land er precies uit zien? Wat voor mensen wonen er? Zal het er erg koud of erg warm zijn? Wat eten de mensen? Vragen, vragen, vragen… Maar de grootste vraag brandt op het puntje van zijn tong: “In wat voor huis zullen zij gaan wonen?” Zal hij het aan vader vragen? Als hij opzij kijkt ziet hij het gespannen gezicht van vader. Nee, laat hij het nu maar niet vragen. Hij ziet dat vader het heel moeilijk heeft. Vader ziet er ongerust en erg zenuwachtig uit. Vader moet voor het gezin zorgen. Maar vader weet ook niets van dit land. Hij weet ook niet waar ze terecht zullen komen. De meneer, die voor de paspoorten en de tickets heeft gezorgd, wilde niets over Nederland vertellen. Hij had alleen gezegd: “Als ze moeilijk doen moet je maar ‘asiel’ zeggen. Dan wordt je altijd geholpen.” Onzeker lopen vader en moeder met hun kinderen de trap van het vliegtuig af.
25
nummer 48, december 2013 Onderaan de trap staan agenten, marechaussees. Zij vragen aan iedereen om het paspoort. Als zij het paspoort bekeken hebben, mogen de mensen doorlopen. Vader geeft ook de paspoorten aan één van de marechaussees. De man zegt iets in het engels tegen vader. Vader begrijpt het niet helemaal. De man gebaart dat zij even naast de marechaussees moeten wachten. De paspoorten houdt de marechaussee in zijn hand. Hij geeft ze niet terug. Waarom niet? Alle mensen krijgen toch hun paspoort terug? Alle mensen mogen toch doorlopen? Niemand hoeft hier te wachten. Waarom zij wel? Vader kijkt onzeker naar moeder. Moeder kijkt bezorgd terug. Is er iets niet goed? Of is het in Nederland ook niet veilig? Of heeft de politie van hun eigen land het al gemerkt dat zij gevlucht zijn? Hebben ze al contact opgenomen met Nederland? Zullen zij hier alsnog gevangen genomen worden? Vader en moeder zijn bang. Ashra merkt het, hij voelt het. Angstig kijkt hij om zich heen. Wat zal er met hen gebeuren? Als de laatste mensen uit het vliegtuig zijn, gebaart de marechaussee dat vader en moeder mee moeten komen. Moeder heeft de kleine Falih op haar arm. Ashra pakt snel haar andere hand. Bang kijkt hij naar het gezicht van moeder. Hij ziet dat moeders ogen glinsteren van de tranen. Ze worden naar een kantoor gebracht. Zij mogen daar op een stoel gaan zitten. De marechaussees praten met vader in het engels. Zij vragen waar vader vandaan komt. Wat hij met zijn gezin in dit land komt doen. Hij moet ook vertellen hoe hij aan de paspoorten en tickets komt. Hoeveel hij er voor betaalt heeft en aan wie hij het geld betaalt heeft. Vader probeert in het engels op alles een antwoord te geven. Vader voelt dat het moeilijk gaat worden. Geloven de mannen zijn verhaal niet? Geloven zij niet dat hij in zijn land gedood zal worden? De mannen blijven steeds maar zo strak kijken. Er is geen medeleven, geen medelijden op hun gezicht te zien. Denken zij dat vader en moeder naar Nederland gekomen zijn om rijk te worden? Denken zij dat vader een
26
verhaaltje verzint? Er wordt nog een andere marechaussee bij gehaald. Ook hij gaat vragen stellen aan vader. Ook hij wil alles weten. Weer vertelt vader het hele verhaal. Van de politie, die steeds kwam, van de paspoorten en tickets, van het vluchten in de nacht. Alles wordt opgeschreven. De paspoorten worden gekopieerd. Eén van de marechaussees zit te bellen. Ashra hoort de naam van zijn land. Hij hoort ook de namen van vader en moeder. Wat willen ze toch van hen? Waarom moeten zij hier maar zitten? Waarom worden al die vragen gesteld? Ashra zucht er van. Falih zit bij moeder op schoot te huilen. Hij snapt er natuurlijk ook niets van. Hij zal vast wel honger hebben. Maar moeder heeft niets meer in haar tas zitten. In het vliegtuig hebben zij het laatste brood op gegeten. Vader had beloofd dat zij op het vliegveld nieuw brood zouden kopen. Maar als het zo doorgaat komen ze nooit aan eten toe. Wat duurt het toch lang. Hoe lang zitten zij hier nu al? Opeens draait vader zich naar moeder om. “De paspoorten zijn vals,” zegt hij, “Wij zijn bedrogen. Nu mogen wij dit land niet in.” Valse paspoorten? Hoe kan dat? Ze hebben er enorm veel geld voor moeten betalen. Zoveel zelfs dat vader de klok, het dure servies, de mooie glazen lamp en de zilveren geboortebekers had moeten verkopen. En dat… en dat voor paspoorten, die vals zijn? Nep paspoorten, paspoorten die niet geldig zijn? Moeder schrikt. Hoe moet dat nu? Mogen zij nu met hun kinderen het land niet in? Moeten zij nu weer terug naar hun eigen land? Maar dat kan niet! Vader zal gelijk op gepakt worden. Ze zullen vader gevangen nemen. Ze zullen vader zelfs extra straffen, omdat hij geprobeerd heeft te vluchten. O, ze zullen…Ashra snikt het uit. Hoe moet het nu? Heere, hoe moet het nu? Weet U een oplossing?
blad voor onderling verkeer Ashra hoort vader een paar keer het woord asiel zeggen. Thuis had vader dat woord ook een keer gebruikt. Hij had er bij verteld dat het woord betekent: Mag ik in uw land wonen, mag ik hier blijven? Ja, hier in Nederland wil Ashra blijven. Thuis zijn wel zijn vrienden, thuis is wel alles waar hij van houdt, maar thuis is ook de politie, die vader gevangen wil nemen. Hij voelt dat zij niet meer terug kunnen. De marechaussees brengen vader, moeder en de kinderen naar een wachtruimte. Daar moeten ze wachten op… Ja, waar eigenlijk op? Ashra weet het niet. Het is wel leuk en fijn in deze kamer. Er zijn tafels, stoelen, een bank, speelgoed en… zelfs eten. Heerlijk, want Ashra heeft net als Falih erg veel honger gekregen. Vader neemt maar een klein beetje eten en moeder zelfs helemaal niets. “Wij hebben niet zo veel trek, Ashra,” zegt vader. Dat komt omdat het allemaal zo spannend is, want misschien… misschien moeten we wel terug.” “Terug? Nee hè, vader, dat kan.” “Het zal heel erg zijn, Ashra, maar als het Gods plan met ons is dan zullen wij ons daar bij neer moeten leggen.” Terwijl vader het zegt, kijkt moeder Ashra aan. Haar ogen staan moe en verdrietig. “Zullen wij bidden met elkaar? De Heere alleen kan helpen.” Dan bidt vader met zijn gezin. Zomaar hardop in de wachtruimte op Schiphol. Hij bidt om Gods kracht, hij bidt om hulp, hij zelfs om… Vader bidt zelfs om berusting als ze toch terug moeten. Ashra luistert stil. Wat is vader toch dapper. Wat is vaders geloof toch groot. Hij vraagt aan de Heere of zij rustig mogen blijven als ze terug moeten. Terug? En dan rustig blijven? Hoe kan dat nu? Uren zitten ze nu al in de wachtruimte. Er zijn inmiddels meer mensen binnen gekomen. Naast vader zit een lange jonge man. Hij vertelt dat hij ook asiel heeft aangevraagd. Hij had een heel mooi verhaal verzonnen over zijn vader, die opgepakt is en nooit meer terug is gekomen. En dat hij bang was geworden en daarom gevlucht was. Hij had
het met veel tranen aan de marechaussees verteld. Maar de marechaussees hadden hem door gehad. Elk woord dat deze man vertelde was verzonnen, gelogen. Nee, ze hadden hem Nederland niet binnen gelaten. Hij was hier niet naar toe gekomen, omdat hij moest vluchten. Nee, hij was hier naar toe gekomen om rijk te worden. Vannacht gaat er een vliegtuig terug naar zijn land. Vannacht zullen de marechaussees hem op dat vliegtuig zetten. Jammer, maar goed het was leuk geprobeerd. Misschien probeer ik het volgend jaar weer, zegt de man, want Nederland is een prima land. Het is een rijk land met goede ziekenhuizen, dure auto’s, mooie huizen. Het is alleen jammer dat het hier vaak regent en koud is. Maar vooruit, er zijn ergere dingen tenslotte. Ashra had het verhaal angstig aangehoord. Deze man krijgt geen asiel. Deze man wordt terug gestuurd naar zijn eigen land. Stel je voor, dat zij ook terug gestuurd zullen worden. Dat zal erg zijn. Nee, dat mag niet, dat kan niet. Het is inmiddels avond geworden. Ashra, Falih, vader en moeder zitten nog steeds in de wachtruimte. Nog steeds weten zij niet of zij asiel zullen krijgen. Nog steeds weten zij niet of zij Nederland in mogen. Moeder en Falih zijn op een bank in slaap gevallen. Een mevrouw heeft aan moeder een deken gegeven. Ashra heeft ook een deken gekregen, maar bij hem lukt het niet om in slaap te vallen. Hij heeft ook zoveel om over na te denken. Het lijkt wel of het al een week gelden is, dat de politie weer kwam en dat zij gevlucht zijn. Maar het is nog maar één dag geleden. De vorige nacht zijn ze thuis weg gegaan. Wat is er inmiddels veel gebeurd. Maar aan de andere kant, wat is er nog weinig gebeurd. Want ze zitten nu nog steeds in de wachtruimte op Schiphol. Ze weten na een hele dag wachten nog steeds niet of ze Nederland in mogen of niet. Ashra zucht er van. Hoe moet het nu? Hoe lang gaat dit nog duren? Ashra verlangt naar een gewoon bed om in te slapen. Op deze stoel in slaap vallen lukt niet. Moet hij morgen weer op deze stoel slapen? Maar dat wil hij
27
nummer 48, december 2013 niet! Nee, wie slaapt er nu op een stoel? Even komt er een boos gevoel in hem, maar dan denkt hij ineens: Of… of zal ik morgen weer in mijn eigen bed slapen? Zullen we terug gestuurd worden? Net als die man naast vader, die nu in het vliegtuig zit terug naar eigen land? Vader merkt het wel dat Ashra niet in slaap kan komen. Het lukt vader ook niet om in slaap te komen. Vader heeft ook zo veel om over na te denken. En vooral…vader is bang. Vader is bezorgd. Zullen ze terug moeten? Het duurt allemaal zo lang. Ze wachten nu al zo lang op antwoord: Asiel, blijven of… terug. “Ashra, zal ik een verhaal vertellen? Misschien kun je daarna wel slapen.” Blij verrast kijkt Ashra vader aan. Ja, een verhaal. Vader kan altijd zo mooi vertellen. Zeker als het een verhaal uit de Bijbel is. “Kies jij zelf maar, welk verhaal je wilt horen,” zegt vader. “Ja, ik weet wel een verhaal. Het verhaal van Jozef en Maria, die met hun kindje Jezus ook moesten vluchten.” Dan vertelt vader het verhaal over Jozef, die op reis gaat met zijn zwangere vrouw. Het kindje, dat in een stal geboren wordt, omdat er geen plaats voor hen is in de herberg. Maar ook over de vlucht naar Egypte. De koning Herodes wil het kindje Jezus doden. Voor Hem was geen plaats in Herodes’ koninkrijk. Als vader klaar is met het vertellen zit Ashra nog stil te denken. “Wij zijn nu ook arm, hè, vader. Wij hebben nu ook bijna niets meer. Ons huis en bijna al onze spullen hebben wij thuis moeten laten, hè? Mijn stenenverzameling, het speelgoed, uw boeken. Voor ons is er in ons eigen land ook geen plaats meer en misschien mogen wij hier ook niet blijven, hè? Zullen wij nu ook altijd arm blijven?” “Zou je dat erg vinden, Ashra, als we arm zouden blijven?” “Ja natuurlijk, wie wil er nu arm zijn?” “De Heere Jezus. Hij wilde arm worden om Zijn kinderen rijk te kunnen maken.”
28
Ashra, ook al heb je op aarde niets, maar als je de Heere in je hart hebt dan ben je toch rijk. Ja, alleen dan ben je rijk, jongen. En om jou rijk te maken, om jou een nieuw hart te kunnen geven, is de Heere Jezus, de Zoon van God, arm geworden.” Stil zit Ashra tegen vader aan. Wat moet het voor de Heere Jezus erg geweest zijn om zo arm te worden. Nog veel armer dan Ashra nu is. Of…was het juist niet erg voor de Heere Jezus? Als Ashra ’s morgens wakker wordt, gaat juist de deur open. Een mevrouw staat in de deuropening. Zij zegt tegen vader dat zij mee moeten komen om pasfoto’s te laten maken. Ze mogen Nederland binnen. Ze zullen naar een Opvangcentrum gebracht worden. Daar mogen ze voorlopig blijven tot de rechter zal zeggen of zij voor altijd mogen blijven. Terwijl Ashra aan vaders hand mee loopt, zegt hij zacht : “Dank u wel, Heere, dat wij nu niet terug hoeven. Wilt U er voor zorgen dat wij hier in Nederland mogen wonen? Maar vooral, Heere, wilt U ook in mijn hart komen wonen?” En dan stapt Ashra na vader het busje in. Het busje dat hen naar het Opvangcentrum zal brengen. Een onbekende toekomst tegemoet. Maar één ding is zeker: De Heere zal voor hen zorgen. Bron: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten, www.jbgg.nl
blad voor onderling verkeer
29