Onze drive "Ooit was ik één van de sterkste mannen ter wereld, maar opeens kon ik helemaal niets meer. En toch weet ik dat ik opnieuw zal lopen. Ik droom van een kind. Als ik dat zal zien lopen, loop ook ik een beetje mee." Aan het woord is Marc Herremans, voormalig schrijnwerker en paracommando, tweevoudig Belgisch kampioen triathlon Olympische afstand, met de ambitie om de Ironman Hawaii te winnen. Tot een fietsongeval in 2002, met verlamming van borst tot tenen als gevolg, een einde maakte aan die droom. Of toch niet, want Marc zette door en finishte in 2006 uiteindelijk toch als eerste in de handcycle devision. Zijn droom werd helemaal waar, toen hij het jaar daarop, in 2007, de Crocodile Trophy in Australië won, waar hij als enige handbike atleet ooit tijdens de zwaarste MTB-wedstrijd ter wereld 1.400 km aflegde in 10 dagen. Het verhaal van een man die blijft dromen en nooit opgeeft. Net zoals bij Marc, nam ook het leven van Melanie een dramatische wending. Melanie rijdt al te paard van toen ze nog maar vijf jaar oud was, volgde in Bilzen de paardenhumaniora, en wou zich professionaliseren in de paardensport. Tot een zware val tijdens een jumping – twee jaar terug – daar anders over besliste. Melanie brak haar hals op drie verschillende plaatsen. Nu is ook zij – met haar 19 lentes – verlamd. Toch blijft Melanie optimistisch en levenslustig. Je ziet zo dat ze een levensgenieter is. "Eigenlijk vond ik het vreselijk om naar school te gaan," lacht ze. "Maar de paardenhumaniora was wel iets dat mij lag. Paardrijden is altijd mijn passie geweest. Mijn leven is door dat ongeluk wel helemaal veranderd. Vroeger ging ik vaak uit met vrienden. Ik had er wel meer dan honderd. Nu heb ik er welgeteld nog drie." Maar het zijn wel drie héle goeie vrienden. Dat zie je aan het warme geluk in haar ogen, als ze over hen vertelt. "Ook mijn zelfstandigheid is helemaal weg," zegt Melanie. "Ik moet alles vragen nu, ben van iedereen afhankelijk. En papa en mama… Papa komt het wel te boven, wat mij is overkomen. We hebben geen andere keuze. Maar mama schreit nog altijd veel."
Melanie geeft echter niet op. "Ik zal weer lopen," zegt ze. "En paardrijden. Ooit staat de geneeskunde zo ver dat men met behulp van stamceltherapie de zenuwen in mijn hals terug zal kunnen laten aangroeien. Afgeknapte zenuwen kan men nu ook al overbruggen. Gevoel komt niet terug, maar bewegen is weer mogelijk dan. Dat zijn dingen die men tien jaar geleden nog niet voor mogelijk hield, maar die nu realiteit zijn. Ik geloof in de toekomst." En intussen blijft Melanie levenslustig. "Lachen is een uitstekend medicijn," zegt ze. "Wat brengt het immers op, om zielig te doen, of om medelijden op te wekken ? Je maakt er jezelf en anderen ongelukkig mee. Terwijl het leven één groot feest kan zijn." Dank zij haar wilskracht en doorzettingsvermogen kan Melanie intussen al een half uurtje aan één stuk door rechtop staan, al is dat aan een staantafel. Ze beweegt haar rolwagen een tiental meters voort. Ze grijpt naar een glas met water gevuld. Dat zijn dingen die niemand ooit voor mogelijk had gehouden. Maar Melanie wel. Want dit is haar weg, om straks weer te kunnen lopen. En paardrijden. Eenzelfde weg heeft Guido ook reeds jaren afgelegd. Hij werkte nog bij de Groendienst van Aalst, toen hij in '85 – als fervent wielertoerist – op een mooie dag met zijn koersfiets een ritje maakte. Een auto reed hem voorbij en parkeerde enkele meters verder op de parkeerstrook naast de weg. Toen Guido kwam aanfietsen, gooide de chauffeur zijn portier open. Guido kwam ten val op de openbare weg. Waarop een andere auto Guido op de bumper nam, zijn vierde ruggenwervel verbrijzelde, en hem vervolgens enkele tientallen meters verder wegcatapulteerde. Meer dan tien maanden deed Guido er over om te revalideren, maar hij zou voor altijd verlamd blijven aan de onderste ledematen. "Eerst dachten de mensen dat ik het niet zou halen, dat ik nooit meer naar huis zou komen," vertelt Guido. "Daarna dachten ze dat ik nooit meer zou lopen." Dat was dan wel buiten Guido gerekend. Alhoewel Guido door een diep dal is gegaan. Niet voor niets kwam Karl Symons in '96 bij hem thuis aankloppen, of hij een reportage voor de VRT mocht maken over "zijn nulpunt". "Want het is om gek van te worden, als je bedenkt wat je niet meer kan," zegt Guido. "En dank bedenken dat je niet mag opgeven ? Niet
opgeven moet je wèl kunnen ! Gelukkig heb ik een lieve goeie vrouw, kinderen en kleinkinderen die er altijd geweest zijn en nog zijn voor mij." Ondanks de rolstoel, bleef Guido – net als Marc Herremans – verder sporten. "Bij het sporten was ik nooit bij de besten," zegt Guido, "Dus heb ik nooit kunnen bereiken wat Marc wel heeft kunnen bereiken. Maar ik was er wèl altijd bij: bij het gewichtheffen, om te leren rolstoelbasketten, om terug te leren zwemmen, te 'wandelen' op krukken – puur op armkracht – over afstanden van 5 tot 10 km… Ik heb zelfs leren skiën, in een stoel op één ski…" Het is een plezier om Guido te horen vertellen. Zijn "Aolsters" is best sappig en zijn ogen stralen levensenergie en geluk uit. "Ik wil," klinkt het krachtig. Dat is helemaal Guido. Eén onuitputtelijke brok wilskracht. Iedereen vindt hem een wonder… Ook zijn er veel mensen in onze samenleving die er willen zijn voor Melanie en Guido en nog zovele anderen met een handicap. Zoals de vrienden van de wielerclub er voor Guido wilden zijn, bijvoorbeeld. Toen Guido in het ziekenhuis lag, brachten de vrienden zijn echtgenote elke dag naar het ziekenhuis. Volgens een beurtrolsysteem. Want de vrouw van Guido kan niet per auto rijden. "Dat vergeet ik nooit," zegt Guido, na 26 jaar nog steeds ontroerd als hij daaraan terugdenkt. En ook Melanie heeft nog enkele vrienden overgehouden die haar nooit zullen opgeven. Net zoals ook haar ouders dat nooit zullen doen. Want Melanie en Guido – en met hen alle andere mensen met een handicap – hebben ook recht op een kwaliteitsvol leven. Over de handicap, over de beperking heen. We mogen nog durven dromen van de sociaal warme samenleving. Ook onze Vlaamse Regering, onder leiding van Kris Peeters, wil hier resoluut voor gaan. Daarom werd het toekomstproject 'Vlaanderen in Actie' in het leven geroepen, met de bedoeling dat Vlaanderen tegen 2020 uitmunt als een economisch innovatieve, duurzame en sociaal warme samenleving. Vlaamse ambtenaren willen hieraan bijdragen en het gezicht zijn van een ondernemende, wendbare, innovatieve en slagkrachtige overheid, die de burgers op de eerste plaats stelt. En in deze tijden stond er een persoon op, die cliënt genoemd werd, en die zei: "Ik wil helemaal geen client zijn, ik wil gewoon iemand zijn. Ik wil geen etiket, ik wil een naam. Ik wil geen dienstverlening, ik wil hulp en steun. Ik wil niet geplaatst worden in een instelling, ik wil een thuis. Ik wil geen dagbesteding, ik wil zinvolle, productieve dingen doen. Ik wil niet mijn hele leven gestuurd worden en alles ondergaan, ik wil dingen leren die ik fijn vind en gaan naar plaatsen waar ik het fijn vind. Ik wil plezier hebben, van het leven genieten en vrienden hebben. Ik wil dezelfde kansen als jullie allemaal: Ik wil gelukkig zijn." Kwaliteit van leven staat centraal. Kwaliteit van leven van zieke mensen, mensen met een handicap, ouderen, kinderen, gezinnen, werkzoekenden,
ondernemers… En hiervoor willen de Vlaamse ambtenaren al hun talenten, al hun capaciteiten, inzetten. Van betekenis zijn. Het verschil maken. Dany, samen met Nancy, Jeroen, Matthieu en Marijke initiatiefnemer om met heel wat ambtenaren van de Vlaamse overheid voor het goede doel te lopen: "Iedereen maakt in zijn of haar leven dieptepunten mee. Kijk maar naar Marc Herremans. Ik denk ook aan Lander, die in 2008 een hersenbloeding kreeg, in coma geraakte, maar nu ook de 10 miles of Antwerp zal lopen. Of Marrit, een sportieve jonge vrouw voor wie de toekomst openlag, door een vreselijke ziekte haar pasgeboren kind verloor en nu nog vecht met haar ziekte, met een soort moed en kracht die aan het ongelooflijke grenzen. Als deze mensen een beroep doen op ons, ambtenaren, dan komen zij op de eerste plaats. Het gaat dan niet over een dossier, maar over mensen waarvan wij willen weten wat zij echt willen en hoe wij hen daarbij kunnen ondersteunen. Hoe wij voor hen van betekenis kunnen zijn. Dit is wat ons verbindt, en waarom wij straks ook de 10 miles zullen lopen, met een boodschap. Wat er ook gebeurt, blijf dromen. Beeldhouw met die droom jouw eigen realiteit. Toen ik aan Melanie, Marrit en Guido zei dat ik van augustus vorig jaar aan het trainen ben om mijn droom waar te maken – de 10 miles uitlopen voor hen – blonken hun ogen. Daar doe ik het voor." Ook Nancy brengt haar eigen verhaal in. "Zelf neem ik deel aan de 10 miles of Antwerp – voor het goede doel, een project van Handicap International – omdat ikzelf tijdens mijn tweede zwangerschap plat moest liggen en in een rolstoel belandde. Mensen praten op dat moment niet meer met je, maar ècht over je hoofd. Soms lijkt het dan dat je niet meer meetelt. Vreemde ervaring. Dit is dus niet wat je iemand toewenst, wanneer hij of zij een beroep doet op de overheid. Die persoon komt op de eerste plaats. Mijn tweede drijfveer is dat ik in die periode geen 100 meter meer kon stappen, en op dat moment beslist heb dat ik ooit terug wou lopen. Altijd iets geweest waar ik mij in kon uitleven, maar nooit zoveel kilometer. Ik wil met de 10 miles bewijzen dat terugkomen kàn: met doorzettingsvermogen, daar waar niemand ooit denkt dat het kan. Niemand dacht ooit dat ik dat kon. Op 22 april wil ik tonen aan al wie het wil zien, dat je nooit het hoofd mag laten hangen en dat je toch nog heel veel kunt bereiken, wat je ook overkomt." In wezen gaat het over een mensbeeld, dat alle ambtenaren die aan de 10 miles of Antwerp meedoen, voor ogen hebben. Een mensbeeld, dat we als volgt willen verwoorden: Whatever you believe creates your reality. Attitude is the magic word. Together everyone achieves more. Enthusiasm is the wellspring of life. Respect yourself, as well as others. Make commitments, not excuses. Everyday can be a fun day. Love is the answer. One day at a time. Never give up or become a victim.
Dit is onze identiteit. Het is maar om één iemand te doen, en dat ben jij. Daarom lopen wij, elke dag opnieuw de benen van onder ons lijf, voor jou. En in het bijzonder voor zij die het niet meer kunnen. Daar staat onze run in Antwerpen op 22 april – de 10 miles of Antwerp – symbool voor. Dany, Nancy, Jeroen, Matthieu, Marijke