Jeugdboeken in de klas Begeleidingsbrochure voor leerkrachten
SAMENSTELLING: AGGIE SNIEKERS
AUTEUR Biografie
Bibliografie 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003
Dirk Bracke werd op 4 juni geboren in Sint-GillisWaas. Hij volgde een opleiding handel. Hij was enkele jaren geleden een postbediende met een behoorlijke kennis over de Neanderthalers. Nu is hij een bekend auteur met een aantal jeugdromans op zijn naam, waaronder een over de Neanderthalers: Vuurmeisje. Hoe dat zo? Naast stevige rockmuziek (samen met zijn zonen bezoekt hij trouw elk jaar het Torhout/Werchter-festival) en sport, is geschiedenis altijd een passie geweest voor Dirk Bracke. En in het clubblad van de plaatselijke volleybalclub kon hij zijn pen scherpen. Een volgende stap was het schrijven van Vlaamse Filmpjes. Bijna voor hij het wist, verscheen Steen, zijn debuut in 1993 bij Davidsfonds/Infodok. De boeken van Dirk Bracke zijn te herkennen aan hun realistische benadering van de thematiek, de inleving in het wereldje van jongeren en zijn vlotte, kernachtige stijl.
Steen (Davidsfonds/Infodok) Blauw is bitter (Davidsfonds/Infodok) Een vlieg op de muur (Davidsfonds/Infodok) Het uur nul (Davidsfonds/Infodok) Een lege brug (Davidsfonds/Infodok) – Groene mist (Abimo) De sjoekel (Abimo) Stille lippen (Davidsfonds/Infodok) De sjoekel 2.0 (Abimo) Straks doet het geen pijn meer (Davidsfonds/Infodok) Overleven in de tros (Abimo) Als de olifanten vechten (Davidsfonds/Infodok) Het engelenhuis (Davidsfonds/Infodok) Touria (Davidsfonds/Infodok ism. Standaard Boekhandel) God wil het (Abimo) Vuurmeisje (Davidsfonds/Infodok, herwerking van Steen)
Bekroningen 1995 1996 1997
Prijs van de Amsterdamse Jeugdjury voor Blauw is bitter Prijs van de Kinder- en Jeugdjury voor het boek in Vlaanderen 14 t/m 16 jaar voor Een vlieg op de muur –
1998 1999 2000 2001 2002 2003
Prijs van de Kinder- en Jeugdjury voor het boek in Vlaanderen 14 t/m 16 jaar voor Het uur nul – – Prijs van de Kinder- en Jeugdjury voor het boek in Limburg 14 t/m 16 jaar voor Stille lippen – Prijs van de Kinder- en Jeugdjury voor het boek in Vlaanderen en in Limburg 14 t/m 16 jaar voor Straks doet het geen pijn meer
BESPREKING 1. Inhoud De ijstijd, zo’n 60.000 jaar ge leden, een woeste omgeving, gevaarlijke dieren. Dagelijks moeten levende wezens naar voedsel zoeken om te overleven. Het bestaan van de Neanderthalers is hard en meedogenloos. Steen, een jonge jager, leeft met vijfentwintig stamgenoten in een grot bij een riviertje. Hun onwrikbare wetten en gewoonten lijken voor ons wreed en gruwelijk, maar ze zijn voor hen bittere noodzaak in de strijd om te overleven. Ook Steen vecht voor zijn bestaan, maar toch is bij hem al iets van een nieuwe mens voelbaar. Steen is een jonge jager wanneer het verhaal begint. Hij hoort niet langer bij de groep vrouwen en jongeren die altijd op zoek moeten gaan naar voedsel. Hij hoort nu bij de jagersgroep. Samen met Beer en Eenarm gaat hij op jacht. Door de barre omstandigheden sterven vaak mensen van hun groep. Dat betekent dat er een zware taak op de schouders rust van Steen: er moet eten komen. Gelukkig vinden ze een groep rendieren. Met voldoende voedsel keren ze terug naar de grot. Enkele dagen later horen Steen, Beer en Eenarm, wanneer ze op jacht zijn, enkele geluiden. Geen dierengeluiden, maar stemmen! En dat in hun jachtgebied! Steen ziet plotseling een meisje verderop zitten. Ze maakt vuur… Beer besluit dat ze de indringers moeten verjagen. Steen vreest voor het leven van het meisje en vertelt dat hij haar wil houden. Ze kan vuur maken en Steen wil het leren. Wanneer het meisje vlucht, zet hij dan ook de achtervolging in. Even later komen ze terug op de plek waar het vroegere kamp stond. Velen zijn gedood door de groep van Steen. Wanneer Steen besluit het meisje mee te nemen naar de grot, beseft hij dat het de gewoonte van de groep is dat hij voor haar moet zorgen. Diezelfde nacht slaapt het meisje naast hem. Steen en het meisje verstaan elkaar niet, maar langzamerhand groeien ze dichter tot elkaar en begrijpen ze elkaar zonder woorden. Het meisje vertrouwt niet alleen Steen, ook bij de Oude, Steens goede, maar oude vriend, voelt ze zich op haar gemak. Het is de Oude die het meisje op een dag Vuurmeisje noemt. Het jagen gaat door en Steen wordt steeds meer een echte jager. Ook wordt hij meer gewaardeerd door de oudere groepsleden. Boomklimmer echter is niet akkoord dat Steen telkens als eerste een stuk vlees mag uitkiezen. Hij is jaloers en zal op slinkse wijze zeker proberen te voorkomen dat Steen ooit de leider wordt. Vuurmeisje is ondertussen zwanger geraakt en de bevalling komt steeds dichterbij. Het is Eenarm die haar helpt met de geboorte van het kindje. Steen is op dat moment niet in de grot. Het ventje wordt Duim genoemd, omdat hij smakelijk zijn vingertje in zijn mond steekt. In de tweede koude periode, enige tijd later, is Duim ouder geworden. Kei wordt gedood wanneer hij besluit een bizon te doden, om zo Bizon te worden genoemd. Beer, zijn vader is ervan ondersteboven. Even later gaat het met Duim ook bijna fout. Hij valt in de rivier en raakt onderkoeld. Gelukkig weet Vuurmeisje wat te doen en zo komt Duim er weer bovenop. Met Beer gaat het niet meer zo goed. Hij neemt de leiding niet meer op zich en daar neemt Boomklimmer dankbaar gebruik van. Opeens vindt Beer Bizonmest en gaat op zoek. Dit wordt zijn dood. Steen besluit na enige tijd samen met Eenarm de groep te verlaten. Steen kan het niet meer aan. Vuurmeisje en Duim zijn zoek door toedoen van Boomklimmer. Steen wil hen zoeken.
Uiteindelijk vinden ze elkaar weer terug in de grot bij de vroegere groep van Vuurmeisje. Steen leert van hen jagen op een totaal nieuwe manier. Vuurmeisje raakt weer zwanger, maar krijgt een miskraam tijdens een zware tocht. Uiteindelijk besluiten ze terug te gaan naar hun groep, waar Boomklimmer nu de leider is. Daar hoorden ze immers toch thuis. Bij een volgende jacht wordt Eenarm gedood. Hij stelt zich opzettelijk op als prooi voor de wolven, zodat Steen de kans krijgt te ontsnappen. Het worden weer barre tijden met weinig voedsel. Telkens loopt hun jacht op niets uit, er is niets te vinden. Maar dan opeens staat Steen oog in oog met een mammoet. De mammoet is in een moeras gezakt. Het lukt Steen de mammoet te doden. Nu hebben ze voor de komende tijd voldoende voedsel om van te leven. Alle monden kunnen nu gevoed worden. Steen wordt leider van de groep en naar gewoonte zou hij nu Mammoet worden genoemd door de groepsleden. Maar Steen vindt het maar niets. Hij wil gewoon Steen blijven heten. Na alle veranderingen in de loop der jaren komt er voor Steen een periode van gemoedsrust. Tevreden kijkt hij naar de jonge spelende jagers, die hem later op zullen volgen.
2. Uiterlijke geleding Het boek telt 128 bladzijden en heeft 20 hoofdstukken. Voorafgaand aan deze hoofdstukken volgt een vooraf, oftewel een ‘proloog’. Hier wordt verteld over de tijd waarin het boek zich afspeelt. Het is in feite een korte kennismaking met die tijd, alvorens je aan het eerste hoofdstuk begint. Het verhaal loopt in chronologische volgorde. Er zijn geen tijdssprongen te vinden.
3. Perspectief Voor de lezer is het van belang te weten hoe hij/zij zijn/haar inlichtingen krijgt, alvorens te weten welke inlichtingen hij/zij krijgt. De vertelsituatie die in Vuurmeisje gehanteerd wordt, heet de personale vertelsituatie (persona = masker, rol), waarin de verteller die in de hij-vorm vertelt, zover achter de verhaalpersonages terugtreedt, dat de lezer zich niet meer bewust is van een “verteller”. Hij/zij wordt in de illusie gebracht zelf bij het schouwtoneel van het gebeuren aanwezig te zijn en zelfs het gebeuren te beleven vanuit de romanfiguur zelf. Steen is de hoofdfiguur van de roman. De meeste dingen worden verteld vanuit zijn perspectief. Bijvoorbeeld op pagina 9. ‘Steen had het koud. Hij had zich het jagen heel anders voorgesteld. In plaats van meteen een of ander dier met zijn stok te doorboren, liepen ze nu al de hele dag speurend rond. Misschien had hij toch beter met de vrouwen en kinderen kunnen meegaan. Die zouden in elk geval wél met volle handen naar de grot terugkeren, wist hij.’ Het gebeuren wordt als het ware gespiegeld in het bewustzijn van het personage en van daaruit door de verteller gepresenteerd. Regelmatig komt de ik of jij vertelling voor. Dit gebeurt dan wanneer een personage iets in de directe rede zegt tegen een ander personage.
4. Stof en thema 4.1 Stof In zijn debuutroman Steen (opnieuw uitgegeven onder de naam Vuurmeisje) heeft Dirk Bracke zich op zijn passie gestort. Hij houdt van geschiedenis al vanaf de eerste les. Hoe meer hij zich ging verdiepen, hoe verder hij ging zoeken. Aangezien hij niet in het onderwijs zijn opgebouwde kennis kon doorgeven, deed hij dit middels een boek. Zo heeft hij zijn kennis over de Neanderthalers, over de ijstijd in dit boek weten te stoppen. In de proloog laat hij zijn kennis aan de lezers blijken, zodat dezen worden ingeleid in de ietwat minder bekende periode. Zijn debuutroman wijkt af van de boeken die erna zijn verschenen. Dirk Bracke schrijft nu voornamelijk vrij hedendaagse boeken. Hij is niet speciaal verbonden met geschiedenisonderwerpen, ook al is dat zijn passie. Het gaat Dirk Bracke er meer om, dat hij op het moment van schrijven iets kwijt wil over een bepaald onderwerp. Iets wat voor hem dan van belang is, dat stopt hij in zijn volgende boek. 4.2 Thema Het verhaal vertelt in enkele stadia de evolutie van de mens. Het aspect van vuur maken komt erin voor. Vuurmeisje is diegene die weet hoe ze vuur moet maken. Vuur is een belangrijk middel om te overleven. Het geeft warmte en veiligheid, het houdt vijanden op afstand. Ook het oude ritueel van de overledenen wordt verwoord. Zo dekten ze vroeger stenen op de doden, om dezen te beschermen tegen aaseters. Door de jaren heen, legden de mensen geen stenen meer op de overledenen, maar versierden zij het ‘graf’ met bloemen. Dit om de geesten gunstig te stemmen. De auteur verwerkt dus op subtiele wijze de rituelen voor de doden door de jaren heen. Ook beschrijft de auteur de bewerking van steen en de nieuwe manieren en technieken van jagen. Op het einde van het boek wordt er met speerpunten en stenen geworpen; iets wat voorheen niet werd gedaan. Andere thema’s die in het boek voorkomen zijn: vriendschap, liefde, trouw, Neanderthalers en machtsscheiding.
5. Titel Vuurmeisje is de nieuwe titel van de bewerking van Steen. Het is dus niet een nieuw boek van Dirk Bracke. Steen is het hoofdpersonage van het boek. Daarom had het boek waarschijnlijk ook die naam als titel. Vuurmeisje, het tweede hoofdpersonage in dit boek nu, is de vrouw van Steen en de moeder van Duim. Haar naam dankt ze aan haar vaardigheid met vuur: ze kan vuur maken, en dat is erg belangrijk. Vuurmeisje heeft een grote invloed op het leven van Steen gehad. Zij heeft hem vreugde en liefde gegeven. Maar ook onrust en verdriet. Doordat ze een grote rol speelt in het leven van Steen, is haar naam de titel van het herwerkte boek.
6. Personages 6.1 ROUND CHARACTERS Steen Steen is het hoofdpersonage van het boek. We kijken over zijn schouder mee wat hij allemaal meemaakt. Steen dankt zijn naam aan zijn bedrevenheid in het maken van vuistbijlen en krabbers. Hij is erg eerlijk en trouw aan zijn groepsleden, vooral aan de oude, verstandige groepsleden. Zijn verantwoordelijkheidsgevoel is ook groot. Zo wil hij bijvoorbeeld in eerste instantie niet dat Eenarm zich opoffert voor hem. Hij krijgt veel waardering terug van zijn groepsleden, doordat hij zo begaan is met het lot van hen. Het lijkt dan ook onvermijdelijk dat op het einde Steen degene is die het leiderschap op zich neemt. Hij is er voor in de wieg gelegd. Vuurmeisje Vuurmeisje ontwikkelt zich als een verstandige en slimme vrouw. Ze staat zelf symbool voor de geëvolueerde mens in vele opzichten. Ze is praktisch ingesteld en erg sociaalvoelend, scheert niet alle groepen over een kam. Ze leert de taal van haar nieuwe groep, helpt de vrouwen in het verzamelen van voedsel. Vuurmeisje weet precies wat Steen nodig heeft. Ze begrijpen elkaar volkomen. Ook naar anderen toe is Vuurmeisje zeer welwillend. Staat vaak klaar voor anderen. Vuurmeisje staat symbool voor aanpassing, kracht, verandering, verdraagzaamheid; ze wil praten met haar vijanden en niet meteen doden Met haar komst verandert er veel voor Steen, maar ook voor de groep. Vroeger was het niet zo gebruikelijk om open te staan voor nieuwe dingen. Alles was toen nogal strikt, volgens de regels. De openheid is tegenwoordig juist vanzelfsprekend. Vuurmeisje vertegenwoordigt deze openheid die nu zo gewoon is. Eenarm Eenarm is een oude, zachtaardige man. Hij is de jachtpartner van Steen en samen kunnen ze goed met elkaar praten. Eenarm beseft dat zijn leven van Steen afhangt. Steen neemt de zorg over hem en voelt zich verantwoordelijk voor hem. Zijn middel om te functioneren is Steen. Zonder Steen zou hij allang zijn opgegeven door de groep. Maar Steen haalt veel energie uit de vriendschap met Eenarm. Zijn naam heeft hij te ‘danken’ aan het feit dat hij maar een arm heeft. Deze heeft hij waarschijnlijk verloren in een gevecht, maar dat wordt niet verteld in het boek. De Oude Hij heeft een grote invloed op Steen. Steens karakter is gevormd door de Oude. Hij heeft Steen opgevoed en een bepaalde levenswijze bijgebracht. De wijsheid van de Oude leeft voor in Steens gedachten, uitspraken en beslissingen. 6.2 FLAT CHARACTERS Beer, Leeuw en Duim zijn flat characters. Deze personages komen niet duidelijk uit de verf. Ze zijn bijfiguren die het verhaal ondersteunen, maar zonder hen zou de verhaallijn niet instorten. Omdat dit niet de belangrijkste personages zijn, doet een uitgebreide uitleg niet ter zake. Interessant detail: hun namen werden niet lukraak gekozen, elk personage dankt zijn naam aan een eigen bijzondere kwaliteit of kenmerk. (De leerkracht kan in het kort wellicht nog iets zeggen over deze personages.)
7. Ruimte en tijd 7.1 Ruimte De auteur had bij het schrijven van deze jeugdroman een bepaalde plaats of geografische ligging in gedachten. De plaats waar het verhaal zich afspeelt is de Ardennen of het Eiffelgebied. Men moet zich dit gebied natuurlijk voorstellen ten tijde van de IJstijd. 7.2 Tijd De verteltijd en de vertelde tijd zijn twee verschillende begrippen. De verteltijd beslaat 128 bladzijden. Het betekent simpelweg niets meer dan het aantal bladzijden dat de auteur nodig had om zijn verhaal te vertellen, van begin tot eind. De vertelde tijd is de duur van het verhaal. De tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Steen is 11/12 jaar wanneer de lezer voor het eerst met hem kennismaakt. Het verhaal begint dus wanneer Steen deze leeftijd heeft. De jeugdroman eindigt wanneer Steen ongeveer 20 jaar is. De vertelde tijd bedraagt zo’n 8/9 jaar.
WERKVORMEN 1. VOOR DE LECTUUR
•
De leerkracht leest de titel van het boek voor en de leerlingen raden waarover het boek zou kunnen gaan.
•
De leerlingen houden een klassengesprek over de man – vrouwverhoudingen toen en nu.
•
De leerlingen zoeken naar typische eigenschappen van de leefomstandigheden van 60.000 jaar geleden (het klimaat, de gebruiken).
2. TIJDENS DE LECTUUR
•
De leerlingen lezen het boek en gaan na of hun verwachtingen ingelost worden.
•
De leerlingen zoeken tijdens het lezen verwijzingen naar de titel van het boek.
3. NA DE LECTUUR 3.1 SPREKEN
•
Er wordt een kort klassengesprek gehouden over het verhaal en het thema. De leerlingen praten over hun tekstbeleving met behulp van vragen zoals: - Hoe voelde je je toen je de gebeurtenissen las? - Hoe zou je zelf gereageerd hebben als je in dezelfde situatie terechtkwam als Steen en Vuurmeisje? - Hoe dacht je dat het verhaal zou verlopen en eindigen?
•
Rollenspel: Speel de rol van Steen en Vuurmeisje zoals in het begin van de roman. Speel de rol van Steen en Vuurmeisje zoals aan het einde van de roman. Speel de rol van Steen en Boomklimmer.
3.2 SCHRIJVEN 3.2.1
ZAKELIJK SCHRIJVEN
•
De leerlingen schrijven een krantenartikel over de gebeurtenissen van de groep van Steen.
•
De leerlingen schrijven een krantenartikel over de aanval op de groep van Vuurmeisje
•
De leerlingen schrijven een artikel over de holbewoners van toen.
•
De leerlingen schrijven een recensie over het boek.
3.2.2
CREATIEF SCHRIJVEN
•
De leerlingen schrijven een vervolgverhaal. (Hoe zal het bijvoorbeeld verdergaan met Duim, of met de groep?)
•
De leerlingen schrijven een scenario over machtsverhoudingen.
•
De leerlingen beschrijven op papier de ruimte / enscenering van het boek.
3.3 MEDIA
•
De leerlingen bekijken een film over Neanderthalers
•
De leerlingen gaan op zoek in een bibliotheek naar enkele Vlaamse Filmpjes van Dirk Bracke.
•
De leerlingen zoeken op internet betrouwbare informatie over Neanderthalers
•
De leerlingen zoeken in kranten en op tv informatie over machtsverhoudingen.
•
De leerlingen verzamelen artikelen uit kranten en zoeken op tv informatie over Neanderthalers.
•
De leerlingen bezoeken het Gallo-Romeins museum te Tongeren, waar, van 25 okt.2003 – 19 sept. 2004, een tentoonstelling over de Neanderthalers te zien is. Ze schrijven nadien een verslag over deze expositie.