JESSE MANON LOTTE KASPER
TEXTIEL HERGEBRUIKEN
Textielafval: van Stof naar Grondstof | Hooghe Landt
Inhoudsopgave
’t Hooghe Landt College 2011
2
Inleiding De opdrachtgever vraagt om een onderzoeksrapport met een plan hoe de aparte inzameling van textiel kan worden georganiseerd : zowel de logistiek als een eventuele publiciteitscampagne. Dit was de opdracht van dit project. Maar waarom moet textiel gescheiden worden ingezameld en waarom moet het worden gerecycled? Tegenwoordig wordt er al plastic, glas en afval gescheiden van elkaar. Maar het zou beter zijn als de mens voortaan ook textiel zou scheiden. De 3 belangrijkste redenen om textiel te scheiden zijn: Kledingstukken kunnen worden hergebruikt. Ze kunnen naar de kringloopwinkel of ontwikkelingslanden, zo help je de mensen met een lager inkomen. Het scheiden van textiel is ook goed voor het milieu. Zou je het textiel niet gaan scheiden dan zou het naar afvalverbrandingsinstallaties worden gebracht. Bij de verbranding komen er afvalstoffen (CO2) vrij. Deze zorgen bijvoorbeeld voor een versterking van het broeikaseffect. Ook zorgt het voor zure regen. Wat zorgt voor vervuiling van meren en bossen, en de aantasting van gebouwen. Als het textiel dus niet moet worden verbrand dan helpt dit met het terugdringen van de CO2-uitstoot op aarde. Dan is er nog iets wat meespeelt. Namelijk het transport. Wordt de kleding verbrand, dan moet er weer nieuwe kleding worden gemaakt. En dus weer nieuwe textielsoorten uit ontwikkelingslanden worden gehaald. De transport is slecht voor het milieu, terwijl als de kleding gerecycled zou worden zou alles in Nederland kunnen plaatsvinden. Dit transport kost geld en tast het milieu aan. Als laatste is het ook nog goed voor de portemonnee. Het spaart namelijk energie en grondstoffen uit. Dit betekend dat als er geen textiel zou worden gescheiden u afvalstoffenheffing hoger uitkomen. Het blijkt zelfs dat elke kilo textiel die niet naar de afvalverbrandingsinstallaties wordt gebracht 5 cent bespaart. Genoeg redenen dus om in nederland nu ook textiel in te gaan zamelen. Want textiel inzamelen helpt mensen en het milieu en is ook nog eens goed voor uw portemonnee. Wat verstaat men onder “textiel inzamelen”: WEL bij textiel scheiden Kleding Schoenen (laarzen, sandalen, gympen, slippers) Gordijnen en vitrages Dekbedhoezen, lakens en dekens Handdoeken, washandjes en theedoeken Sjaals, riemen, hoeden, petten en wanten Knuffels
’t Hooghe Landt College 2011
NIET bij textiel scheiden Vloerbedekking en tapijt Matrassen, dekbedden en kussen Zwaar vervuild textiel Vochtig/nat textiel
3
Oriëntatie textiel Textiel kan je indelen in 3 verscheidene groepen. Deze groepen zijn gebaseerd op het soort vezel van de textiel. Zo heb je traditionele natuurvezels, kunstmatige natuurvezels en synthetische vezels. Allemaal gemaakt op een totaal andere manier. Ze hebben allemaal hun eigen voordeel. Maar ook nadelen. Zo hebben al die vezels wel iets dat slecht is voor mens of milieu. De een veel slechter dan de ander. In het komende hoofdstuk wordt dit allemaal kort beschreven. Er bestaan dus 3 soorten vezels, maar wat is een vezel nou precies? Vezels zijn de korte of langere stukjes draad waaruit textiel bestaat. De lengte van een vezel is ten minste drie keer groter dan de doorsnede. Vezels kunnen van verschillende grondstoffen worden gemaakt. Zo heb je bijvoorbeeld het pluis van de katoenplant. De eigenschappen en het onderhoud per vezel verschilt. Ze kunnen op natuurlijke of kunstmatige wijze worden gemaakt. Zo kan je een onderscheid maken tussen de verschillende soorten vezels. De traditionele natuurvezels Textiel bestaat al duizenden jaren en begon allemaal met de traditionele natuurvezels. Wol en katoen waren de eerste vezels die de mens ontdekte waarvan je textiel kon maken. Dit gebeurde in China en Egypte als eerste. De traditionele natuurvezels is een vezel gemaakt van planten of dieren. De dierlijke en plantaardige natuurvezels hebben verschillende eigenschappen. Hieronder een tabel waarin deze eigenschappen worden weergegeven: Eigenschappen dierlijke vezels Zijn zelfdovend Langzaam vocht opnemend vermogen Kreukherstellend vermogen Goede warmte-isolatie (voelen warm aan) Niet hittebestendig, worden dus door droogte en warmte zwak en bros Kan niet tegen alle was- en zeepmiddelen
Eigenschappen plantaardige vezels Brandbaar Goed vocht opnemend vermogen Kreukherstellend vermogen Warm geleidend (voelen koud aan) Niet hittebestendig. Worden dus door droogte en warmte zwak en bros Kunnen tegen alle was- en zeepmiddelen
Een aantal soorten traditionele natuurvezels Katoen Zo`n 70% van al het textiel in Nederland bestaat uit katoen. Het is gemaakt van plantaardige vezels. Katoen is het zaadpluis van de katoenplant. De zaad wordt eerst verwijderd en daarna kan het katoen wordt het textiel gesponnen in de weverij. De vezels worden dan gedraaid tot draad, en hierna wordt hier stof van geweven. Voordelen van katoen is dat het goed vocht opnemend is, luchtdoorlatend en bestand tegen hoge was en strijktemperaturen. Nadeel is dat katoen het meest vervuilende teelt op aarde is. Dit komt door het vele water dat katoen verbruikte. Namelijk zo`n 18 000 L per 1 kilogram katoen. Vlas Wordt al sinds het stenen tijdperk verbouwd. Vlas is gemaakt van bastvezels. Dit houdt in dat de vezels in een bast zitten om een houten kern. Om deze textielvezels vrij te krijgen zijn er vele bewerkingen nodig. Voordeel van de vlasplant is dat alle delen kunnen worden gebruikt voor productie. Als vlas is gesponnen noem je het linnen. Voordelen van linnen is dat het vocht opneemt is en goed tegen hitte kan. Nadeel van vlas is dat het snel kreukelt.
’t Hooghe Landt College 2011
4
Wol Wol is afkomstig van dierlijke vezels. Het zijn de draden die groeien in de vachten van dieren zoals het schaap, de lama of het konijn. Eerst wordt de vacht van deze dieren geschoren. Daarna wordt dit schoongemaakt en uiteindelijk gesponnen in de weverij tot draden.Wol kan voor sommige mensen kriebelig zijn. Des te dikker de vezel des te kriebeliger de trui. Voordelen van wol is dat het veel vocht op kan nemen zonder vochtig aan te voelen, het is een goede warmte-isolatie en voelt zacht aan. Nadeel is dat het snel pluist en snel kreukelt. Ook moet het lang drogen. Zijde Zijde bestaat al zo`n 5000 jaar. Zijde heeft een dunne maar toch hele sterke vezel. Het is gemaakt van dierlijke vezels en afkomstig van de zijderups. De zijderups eet blaadjes van de moerbeiboom, die ook invloed heeft op het uiteindelijke resultaat van de zijde. De rupsen gaan zich na een tijdje verpoppen waarbij zelfgemaakte lijmstof en draden uit de rups z`n lichaam komen. De mens komt dan in actie, dood de rups, smelt de lijm en wikkelt de draden af. Hiervan wordt zijde in de fabriek gemaakt. Voordeel van zijde is dat het heel sterk is en niet snel kreukelt. Nadeel is dat het niet te heet kan worden gewassen. De milieudruk van de traditionele natuurvezel: Watergebruik. Katoen verbruikte ongelooflijk veel water. Voor 1 kilo katoen is 18 000 Liter water nodig. Dit water wordt gehaald uit zoetwatermeren, die hierdoor ernstig verkleinen. Neem een voorbeeld aan het Aralmeer, waar nu nog maar 20% van de huidige omvang over is. Bestrijdingsmiddelen. Plantaardige vezels zijn afkomstig van een plant die wordt gebouwd op een plantage. Om geen ziekteverwekkers te veroorzaken wordt er gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen. Een voorbeeld is kunstmest en insecticide. Kunstmest vervuild meren en oceanen, en insecticide is schadelijk voor de mens. Verven en bleken. Het textielverf bevat zware metalen (soort gifstoffen). Als deze stoffen in de grond komen kunnen ze niet uit zichzelf oplossen. Behalve slecht voor het milieu kunnen deze stoffen ook schadelijk zijn voor de huis van de mens. Transport. De meeste gewassen moeten uit verre landen komen. Dit kost veel transport per vliegtuig, wat heel schadelijk ook is voor het milieu. Ook maken de vezels kans op plagen. Om dit te voorkomen worden er chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt, die zoals al eerder verteld slecht zijn voor het milieu. De Kunstmatige natuurvezel Kunstmatige natuurvezels zijn natuurlijke plantaardige vezels, maar dan kunstmatig nagemaakt (=gesynthetiseerd). Vanaf begin 20e eeuw hebben fabrikanten gezocht naar imitaties van natuurlijke vezels. Deze kunstmatige plantaardige vezels lijken op de natuurlijke voorbeelden, maar verschillen er toch van in kwaliteit en eigenschappen. Een aantal soorten kunstmatige natuurvezels: Viscose De belangrijkste kunstmatige plantaardige vezel is viscose. De grondstof voor viscose is naaldhout of linters. Uit dit hout of houtachtige product wordt de cellulose(= een celstof) vrij gemaakt en opgelost tot een stroperige vloeistof, die viscose heet. Hiervan worden met een speciale techniek draden gemaakt als basis voor de stof. Viscose wordt veel gebruikt in mengsels (met bijvoorbeeld katoen, wol en andere synthetische vezels).Voordelen van viscose is dat het van nature sterk glanzend (hard en metaalachtig)is. Viscose neemt gemakkelijk en snel veel vocht op. Viscose kan ongeveer 25% van zijn droge gewicht aan vocht opnemen zonder vochtig aan te voelen. Natte viscose is 30 - 50% zwakker dan droge viscose. Ook droog is viscose minder sterk dan katoen en de meeste andere kunstvezels.
’t Hooghe Landt College 2011
5
Nadelen is dat viscose slecht kreukherstellend is, maar dit kan door behandeling worden verbeterd. Ook is het materiaal slecht warmte-isolerend en niet zo veerkrachtig. Modal Dit is viscose waarvan de gebruikseigenschappen wat verbeterd zijn. Door een speciale behandeling is dit materiaal slijtbestendiger en beter kreukherstellend gemaakt. Bovendien heeft het een mooiere glans, en is het sterkteverlies in natte toestand minder dan bij viscose. Dus als het materiaal vochtig wordt verzwakt het minder dan voorheen. Verder zijn de eigenschappen van modal vrijwel gelijk aan die van viscose. De milieudruk van de kunstmatige natuurvezel: Viscose en modal gebruiken allebei als grondstof het cellulose van naaldhout. Om viscose te maken moeten er dus bomen worden gekapt. Dit heeft natuurlijke een slechte invloed op het milieu, omdat er hierdoor minder CO2 uit de lucht wordt opgenomen. Voor naaldbomen is dit niet een enorm probleem, omdat dit soort bomen snel groeien. Maar als er in te grote mate naaldbomen worden gekapt kan het wel degelijk schadelijke zijn. Een ander grondstof die in viscose en modal zit zijn linters. Dit zijn de restanten van het katoenpluis. De katoenplant bestaat namelijk uit de katoenvezel (wordt gebruikt om katoen van de maken), het zaad en linters. Linters zijn ook vezels, maar ze zijn te kort om de verspinnen. Toch kunnen ze nog wel als grondstof dienen voor viscose en modal. Katoen is zoals reeds verteld het meest vervuilende teelt op aarde door veel gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en enorm veel water. De synthetische vezel Synthetische vezels zijn vezels die uit een kunstmatige grondstof worden gemaakt. Kunstmatige vezels zijn gemaakt van een stof die niet uit de natuur komt. Ze worden gemaakt uit aardgas en aardolie. In tegenstelling tot de kunstmatige natuurvezel wordt deze de synthetische vezel dus niet alleen chemisch geproduceerd, maar ook van chemische grondstoffen gemaakt. De eerste stof die werd ontwikkelt met synthetische vezels is ook gelijk de bekendste stof, namelijk nylon. Op dat merk werd in 1938 patent aangevraagd door het bedrijf DuPont, en sinds dat jaar wordt die grondstof ook verkocht. De synthetische vezel heeft een aantal voordelen tegenover textiel gemaakt van vezels uit de natuur. Zo slijten synthetische stoffen minder snel, ze zijn beter te reinigen, ze zijn rekbaar en ook relatief sterk. Dit is ook de reden dat er de afgelopen eeuw synthetische stoffen zijn ontwikkeld. Een aantal soorten synthetische vezels: Nylon Nylon is een verzamelnaam voor allemaal verschillende soorten vezels. Nylon is gemaakt voor een synthetisch alternatief van zijde. Dit komt omdat zijde schaars begon te worden. Er worden zoveel producten van nylon gemaakt. Bijvoorbeeld parachutes, panty`s, tandenborstels, klittenband, visnetten en nog veel meer. Dit komt doordat een groot voordeel van synthetische vezels is dat het veel beter bestand is tegen slijtage, en dat je het beter kan reinigen, dan natuurlijke vezels, zoals katoen. Andere soorten synthetische vezels zijn acriel, elastromeren, fleece, lurex, nylon en polyester. Doordat samenstelling van de materialen van deze synthetische vezels heel ingewikkeld zijn wordt hier verder niets meer over verteld.
’t Hooghe Landt College 2011
6
De milieudruk van synthetische vezels: Er is veel aardolie nodig bij de productie van synthetische vezel. Bij het productieproces komen allemaal chemische stoffen vrij die schade aanbrengen aan mens en milieu. Niet alle synthetische vezels zijn schadelijk, maar heel vaak worden er nog wel schadelijke stoffen aan toegevoegd. Zijn er teveel van deze stoffen toegepast dan krijgt het textielsoort geen keurmerk. Worden er geen van deze stoffen toegevoegd dan wel. Nog een groot nadeel is dat synthetische vezels moeilijk te recyclen zijn waardoor ze vaak worden verbrand. Wel kunnen ze lang worden hergebruikt, door de sterke materialen die ook goed te reinigen zijn.
’t Hooghe Landt College 2011
7
Soorten textiel De drie meest gebruikte textielsoorten zijn katoen, polyester en wol. In dit hoofdstuk staan kort iets uitgelegd over de drie textielsoorten. Katoen Katoen is het zaadpluis van de katoenplant. Het is een zachte vezel die uit de opperhuid van de zaden van de katoenplant groeit. Eerst wordt het zaad uit de vezel gehaald en daarna worden de vezels in de fabrieken gesponnen. De vezels spinnen houd in dat de vezels worden gedraaid tot draad. Hierna wordt het draad gebracht naar de weverijen waar er stukken stof van worden gemaakt. Dan worden de stukken stof geverfd in de ververijen, en na dit hele proces heb je een zachte luchtdoorlatende textielsoort. Katoen wordt over de hele wereld gemaakt, maar vooral in derde wereldlanden. Hier werken de boeren hard voor een enorm lage prijs. Het werk is ook nog slecht voor hun gezondheid en het heeft een hoge milieudruk, katoen is namelijk het meest vervuilende teelt ter wereld. Dit komt omdat er op de katoenplantages veel gebruikt wordt gemaakt van kunstmest en insecticide (insectdodend middel). Kunstmest vervuilt oceanen en meren. En insecticide kan een gevaarlijke stof zijn voor de mens. Het kan je gezondheid aantasten. In Nederland wordt per jaar ongeveer 200.000 ton, 60% katoen is. Katoen is dus overduidelijk de meest gebruikte textielsoort in Nederland. En omdat katoen de meest vervuilende teelt is die er bestaat, zouden we het milieu veel beter doen door katoen te recyclen. Polyester In het recyclebedrijf komt per jaar 40 000 ton aan polyester binnen. Een polymeer verkregen door polycondensatie van dicarbonzuren en diolen. Naast verzadigde polyesters, zoals bijvoorbeeld de alkydharsen, kent men onverzadigde, waarbij de polymeren in netvormige moleculen kunnen worden omgezet; deze worden vaak met glas- of andere vezels tot gewapende kunststoffen verwerkt (valhelmen, carrosserieën, jachten en dergelijke. Wol Wol is gemaakt van natuurlijke vezels. Die natuurlijke vezels zijn geschoren vacht van dieren van bijvoorbeeld schapen, lama’s, konijnen en geiten. Nadat het dier is geschoren wordt de afgeschoren vacht gereinigd. Als dat is gedaan wordt het gesponnen en getwijnd. Getwijnd betekent dat de vezels in elkaar worden gedraaid. Dit wordt overal ter wereld gemaakt. De wol die in Nederland wordt verkocht komt vooral uit Australië, India en China. Wol werd in sommige landen al heel lang gebruikt als kledingstuk, in sommige landen werd het zelfs al 11.000 jaar geleden gebruikt. Later werd het mondiaal bekend en tegenwoordig gebruikt bijna elk land wol. Er worden tijdens het maken van de wol enkele chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt, die tijdens het reinigen eruit worden gespoeld. Dat is zeker niet goed voor het milieu. Ook tijdens de vlucht van de wol naar andere landen wordt gebruik gemaakt van bestrijdingsmiddelen, dat is om de motten weg te houden. De milieudruk is dus aardig hoog door al die bestrijdingsmiddelen, en het transport waarmee het wol vervoerd wordt.
’t Hooghe Landt College 2011
8
Oriëntatie op inzamelsystemen Er zijn verschillende soorten inzamelsystemen, hier een paar voorbeelden als orïentatie.
Verzamelcontainers Voor glas, oud papier, plastic verpakkingen en textiel zijn er verzamelcontainers waar een beperkt aantal aangewezen inwoners hun huisvuil in kunnen deponeren. Er zijn bovengrondse, maar ook ondergrondse containers: Ondergrondse afval inzamelsysteem: KTZ systeem Deze nemen weinig ruimte in (boven de grond), ongedierte krijgt de kans niet om bij het afval te komen en je hebt geen last van stank, door de koele ondergrondse opslag.
Knapzak voor de inzameling van kunststofverpakkingen
De knapzak werkt eenvoudig: een transparante Knapzak van gerecyclede kunststof wordt gehangen in een Knaphouder(een robuust stalen buisframe). Op plaatsen (werkplekken, keukens etc.)waar veel folie of andere kunststofverpakkingen vrijkomen, plaats je de Knaphouder met Knapzak. Knapzakken kunnen samen met papier/karton worden opgehaald. Statiegeldsysteem Als je kratten bier/flessen drinken/houten pallets(met iets) enz. koopt kan het zijn dat je statiegeld betaald, als de plastic flessen/bierkratten/bierflesjes etc. weer ingeleverd worden, krijg je het statiegeld terug. Dit gebeurt bij kratten bier en lege flessen bijvoorbeeld in de supermarkt. Hierna worden de flessen gereinigd, en weer hergebruikt. Batterijbussen Lege batterijen kunnen in een batterijbus worden gegooid, waardoor ze veilig gerecycled worden. Hierdoor zal het milieu niet worden vervuild. Nadat de batterijen in de bussen terecht zijn gekomen, gaan ze naar een sorteercentrum. Daar worden alle soorten chemische samenstellingen gesorteerd. Milieustraat/park: De milieustraat is een terrein(straat) waar particulieren afval kunnen brengen. Voor veel soorten afval zijn er afzonderlijke containers, bijvoorbeeld voor batterijen, kleding, hout, plastic, oliën en metalen. Deze afzonderlijke containers zorgen er voor dat het afval gescheiden word. Vaak is het gratis, om gebruik te maken van dit inzamelsysteem. In de milieustraat kan ingeleverd worden: Autobanden Batterijen, lampen Bouwafval, aardewerk
’t Hooghe Landt College 2011
9
Blik Electro, soms afzonderlijk voor witgoed (koelkasten, droogtrommels, enz.), bruingoed (tv's, audioapparatuur, enz.) en ICT (computers, mobiele telefoons, enz.) Glas, soms afzonderlijk voor wit of gekleurd, of voor vlak of hol glas GFT of composteerbaar afval (snoeihout, e.d.) Hout Kleding Klein chemisch afval of klein gevaarlijk afval (in milieubox of chemobox bewaard) Metalen Oliën/vetten, chemicaliën, enz. Papier Plastic Tetrapakken Kringloopcentrum Een kringloopbedrijf zamelt spullen die nog bruikbaar zijn(en betalen hier niet voor). Het sorteert en repareert de spullen vervolgens, en verkoopt het de goederen dan in de kringloopwinkel. De kringloopcentra hebben verschillende doelen. Zo helpen ze financieel kansarmen om aan goedkope spullen te komen. En stellen ze (laag-)geschoolden te werk bij het ophalen, sorteren, herstellen en verkopen van de goederen. En het laatste doel is het milieu helpen, want doordat de kringloopwinkel werkt met goederen die hergebruikt worden, wordt het milieu veel minder belast. Minicontainer/Kliko Een minicontainer is een kunststof vuilnisbak op twee wielen waarin huishoudelijk afval wordt verzameld. Veel huishoudens in Nederland hebben twee minicontainers, 1 voor groente- , fruit- en tuinafval, en een voor restafval. In sommige gemeentes zijn er ook containers voor beiden, die dan vaker geleegd worden. De containers worden aan huis geleegd door vuilniswagens.
’t Hooghe Landt College 2011
10
De oplossing
’t Hooghe Landt College 2011
11
SWOP-Analyse
’t Hooghe Landt College 2011
12
Bronvermelding http://www.afvalcombinatie.nl/wageningen/index.php?page=content&pid=81 http://www.terbergmatec.com/nl/producten/ondergrondse-afval-inzamel-systemen/48/ktz http://www.knapzak.nl/images/upload/pdf/folder%20kunststofinzameling.pdf http://www.rova.nl/
’t Hooghe Landt College 2011
13