www.voordejeugd.nl
Stelselwijziging jeugd Ambulante jeugdhulp
Jasmyne vertelt... ‘Op een gegeven moment moest ik zelfs geld lenen om babymelk te kunnen kopen.’ Jasmyne (42) komt door drugsgebruik van haar man zwaar in de schulden. Ze raakt ernstig depressief en vindt het steeds lastiger haar drie kinderen goed op te voeden. Haar oudste dochter Samira loopt regelmatig weg en komt in aanraking met loverboys. Ze wordt uithuisgeplaatst en woont in korte tijd op drie verschillende opvangplekken. Als Jasmyne met relatief lichte opvoedkundige vragen over haar zoon belt met de afdeling preventieve hulp van een organisatie voor jeugd- en opvoedhulp in haar buurt, is dat de ingang tot intensieve ondersteuning voor het hele gezin.
De situatie Als ze negentien is, trouwt de Zeeuwse Jasmyne met Anass. Ze verhuist naar de stad waar Anass op dat moment woont en werkt. Hoewel ze eigenlijk visagiste wil worden, gaat ze op aandringen van Anass toch werken. ‘Achteraf heb ik daar spijt van’, vertelt Jasmyne. ‘Ik had de huishoudschool gedaan en
Ambulante jeugdhulp
1
Stelselwijziging Jeugd
wilde graag een vervolgopleiding doen. Maar hij vond dat niet goed en er moest toch ook geld in het laatje, dus ben ik gaan werken.’ Jasmyne gaat aan de slag als verzorgende, eerst acht jaar in de thuiszorg en daarna nog eens dertien jaar in een verpleeghuis. Dat komt haar op kritiek te staan van haar Marokkaanse schoonfamilie. ‘Een getrouwde Marokkaanse vrouw hoort niet te werken, zeiden ze. Ik was in hun ogen veel te zelfstandig. Ze vonden ook dat ik me te modern kleedde. Moet je zien hoe je vrouw erbij loopt!, zeiden ze dan tegen Anass.’
Anass krijgt hulp om af te kicken. Onder goede begeleiding lukt het hem. Achteraf bezien vindt Jasmyne het vreemd dat er alleen hulpverlening was voor Anass en niet voor haar. ‘Ze hebben Anass perfect van de coke afgeholpen. Maar het was puur op hem gericht, voor mij was er niets. Ik wist toen nog maar weinig van de hulpverlening, ik kende de wegen niet. Als ik terugkijk, denk ik dat ik best wel wat schuldhulpverlening en psychologische hulp had kunnen gebruiken, want ik zat er zowel financieel als mentaal helemaal doorheen.’
De relatie met Anass loopt de eerste tijd voorspoedig. Ze hebben allebei een leuke baan, wonen in een mooi appartement, de toekomst lijkt zonnig. Als Jasmyne’s schoonfamilie met toestemming van Anass haar salaris afneemt om in Marokko een huis te bouwen, beginnen de eerste conflicten. Wat ook niet meehelpt, is dat Jasmyne graag kinderen wil en Anass niet. ‘Daarover hadden we altijd strijd. Uiteindelijk heb ik hem voor het blok gezet: kinderen of ik kap er mee. Misschien gemeen van mij, maar het heeft wel gewerkt; hij stemde toe en we hebben samen drie kinderen gekregen.’ Jasmyne pakt haar smartphone en laat foto’s zien van dochters Samira (15) en Hajar (10), en zoon Karim (5).
Om een nieuwe start te maken, verhuizen Jasmyne en Anass naar een eengezinswoning. In de jaren die volgen worden Hajar en Karim geboren. Na verloop van tijd bezwijkt Anass weer voor de verleiding van de drugs. De hele geschiedenis van ruzies en financiële problemen herhaalt zich. Jasmyne raakt ernstig depressief, kan steeds minder werken en belandt uiteindelijk in de Ziektewet. Als ze ontdekt dat Anass een buitenechtelijke relatie heeft, is voor haar de maat vol. Vastbesloten om nu echt te gaan scheiden, schakelt ze een advocaat in. In 2011 is het zover: na 23 jaar wordt het huwelijk van Jasmyne en Anass ontbonden. ‘Dat viel nog niet mee. Ik moest twee keer scheiden: voor de Nederlandse én de Marokkaanse wet. In Marokko kost dat duizenden euro’s. En vergeet niet dat de hele Marokkaanse gemeenschap zich tegen je keert, iedereen dringt er op aan om het toch nog maar een keer te proberen. Maar ik heb doorgezet. Het is jammer dat het op deze manier gelopen is, maar het is beter zo.’
In verwachting van Samira verhuizen Jasmyne en Anass naar een ruimer koopappartement. ‘Daar begonnen de problemen pas echt. Anass begon zich vreemd te gedragen. ‘Wat is er toch met hem?’ dacht ik. Hij was vaak moe of ziek, ging dan een paar dagen niet naar zijn werk. Soms was hij opeens weg en dan wist ik niet waar hij was. En het geld was steeds vaker op, ik snapte het niet. Maar er was niks, zei hij, het lag aan mij, ik zag het verkeerd.’ Na een paar maanden valt bij Jasmyne het kwartje: Anass is verslaafd aan de harddrug cocaïne. Om zijn verslaving te financieren, moet hij veel geld lenen. Ook begint hij te gokken. Al snel heeft het gezin grote financiële problemen. ‘We hadden na verloop van tijd helemaal niets meer. Zijn salaris ging op aan de drugs en het gokken. De hypotheek kon hij niet meer betalen, dus ik moest geld lenen bij de bank om zijn schulden af te lossen. Op een gegeven moment was het zo erg dat ik geld van mijn zus moest lenen om babymelk te kopen. Dat was voor mij de druppel, toen heb ik gezegd: je gaat hulp zoeken of ik ga bij je weg.’ Die hulp weigert Anass aanvankelijk. Jasmyne zoekt een advocaat om een scheiding aan te vragen. ‘Die scheiding heb ik uiteindelijk niet doorgezet. Ik snapte weinig van de formulieren, ik trok al die instanties niet, was totaal in de war van alles wat er gebeurd was. En omdat Anass zag dat het mij menens was, heeft hij op het laatst toch hulp gezocht. Toen heb ik het opgegeven en ben toch weer naar hem teruggegaan.’
2
Ambulante jeugdhulp
De rechter bepaalt dat Jasmyne en Anass beiden de voogdij over de kinderen krijgen en dat Anass het huis, dat op zijn naam staat, moet verkopen om zijn schulden af te betalen. Jasmyne vertrekt met de drie kinderen naar een tijdelijke opvangwoning, een tweekamerappartement in het centrum. ‘Dat vonden de kinderen eerst prachtig. ‘Hoi, een hotel!’ zeiden Hajar en Karim toen ze binnenkwamen. Maar nu zien ze ook wel dat het behelpen is. We wonen hier nu drie maanden en ik vind het verschrikkelijk. Ik betaal 900 euro per maand, het is oud, gehorig en veel te klein voor ons. Ik hoop dat we snel iets anders vinden.’
‘We hadden na verloop van tijd helemaal niets meer. Zijn salaris ging op aan de drugs en het gokken.’
www.voordejeugd.nl
Depressief De afgelopen jaren hebben in het gezin hun sporen nagelaten. Jasmyne heeft regelmatig last van depressies. Ze moet dan veel huilen, heeft nergens zin in, de gordijnen gaan dicht en ze wil niemand zien. Werken lukt niet meer. ‘Je kunt niet als verzorgende aan het bed werken als je zo depressief bent. Vandaag heb ik toevallig een goeie dag maar dat kan morgen helemaal omgeslagen zijn. Met veel moeite kan ik me er dan toe zetten om wat gezonds te koken voor de kinderen.’ Het duurt wel even voordat ze beseft waar ze nu precies last van heeft. Zwanger van Hajar, wordt ze dusdanig ziek dat ze zich meldt bij de bedrijfsarts. Deze constateert behalve zwangerschap-gerelateerde kwalen ook een zware depressie en verwijst haar door naar een psycholoog en een psychiater. ‘Dat is het moment dat de hulpverlening voor mijzelf is begonnen. Daarvoor wist ik eigenlijk niets van de mogelijkheden, ik kende de wegen toen nog niet. Die bedrijfsarts had goed gezien dat ik helemaal de weg kwijt was en heeft me heel goed op weg geholpen. Wat het wel lastig maakte is dat ik te maken had met verschillende bedrijfsartsen. Door allerlei fusies bij mijn werkgever heb ik in een paar jaar tijd heel wat artsen gezien. Die kenden dan mijn dossier niet, dus moest ik mijn verhaal steeds weer opnieuw uitleggen, dat vond ik op den duur wel zwaar, ik had soms het idee dat ze me niet geloofden.’
Effect op de kinderen Jasmyne kan merken dat ook haar kinderen het zwaar hebben gehad de afgelopen jaren. Of er een oorzakelijk verband is kan ze niet zeggen, maar het valt Jasmyne op dat haar twee dochters allebei lage cijfers halen op school, concentratie problemen hebben en slecht slapen. Als Samira en Hajar op aanraden van het schoolmaatschappelijk werk onderzocht worden en de diagnose respectievelijk ADHD en ADD luidt, krijgen ze Ritalin voorgeschreven. Jasmyne is zo depressief en in de war, dat ze regelmatig afspraken in het ziekenhuis vergeet en de medicijnen voor de kinderen niet afhaalt. ‘En als ik de pillen wel had, dan weigerden Samira en Hajar ze vaak in te nemen. Ze waren bang verslaafd te raken, net als hun vader. Ik ga toch zeker geen drugs innemen? zeiden ze dan. Omdat het allemaal te veel voor me was, heb ik het laten lopen.’ Sinds een jaar of drie is Samira aan het puberen. ‘Het is een schatje hoor, maar we lijken te veel op elkaar. Altijd haar mening klaar, heel emotioneel, ze maakt snel ruzie – ik ben net zo. We waren steeds aan het bekvechten, dat was niet goed voor de sfeer, de andere kinderen vonden het ook niet leuk. Hier in deze noodwoning is het nog erger geworden omdat het huis zo klein is en we op elkaars lip zitten. Op het laatst werd het echt heftig, toen begon ze me ook te schoppen en te slaan. Het was geen normale moeder-dochter relatie meer, we waren gelijkwaardig geworden.’
‘Door mijn depressief is de hulpverlening voor mijzelf begonnen. Daarvoor wist ik eigenlijk niets van de mogelijkheden.’ Contact met Bureau Jeugdzorg en preventieve hulp Zoon Karim slaapt slecht. Daar wil Jasmyne graag wat aan doen. Het schoolmaatschappelijk werk meldt haar aan bij een organisatie voor jeugd- en opvoedhulp in de buurt. Ambulant hulpverlener Gerdien van de afdeling preventieve hulp neemt contact met haar op om een afspraak te maken voor een huisbezoek, wat de standaard procedure is na een hulpvraag. In het telefoongesprek vertelt Jasmyne haar hele verhaal, waardoor Gerdien vermoedt dat er naast Karim’s slaapproblemen wel eens veel meer aan de hand zou kunnen zijn. Na het huisbezoek spreken ze af dat Gerdien door middel van een aantal gesprekken in kaart zal brengen wat er in het gezin precies speelt, welke hulp er nodig is en voor wie. Ze schat de situatie zo ernstig in dat ze de kinderen aanmeldt bij Bureau Jeugdzorg, zodat deze de regie kan houden. ‘Daar was ik het helemaal mee eens. Gerdien had snel door dat het eigenlijk nog het meest ging om Samira, die begon een gevaar voor zichzelf te worden, maar ook voor mij - ik was soms bang dat ze me wat aan zou doen.’ Twee weken na de aanmelding staat een screening bij Bureau Jeugdzorg gepland. Daar vertelt Jasmyne opnieuw haar verhaal. ‘Ze stelden ongeveer dezelfde vragen als bij de opvoedhulp. Gelukkig was Gerdien zelf mee, dus kon ze me af en toe aanvullen als ik iets vergat.’ Een maand later is de indicatiestelling gereed, bestaande uit drie dossiers, één voor Samira, één voor Hajar en één voor Karim. Per kind staat precies geformuleerd welke hulp geboden moet worden. Die hulp is in eerste instantie gericht op het ontlasten van Jasmyne, met het idee ‘als het beter gaat met de moeder, dan is dat goed voor de kinderen’. De hoofdzaak is dat Jasmyne snel intensief ambulante thuisbegeleiding krijgt. Daarnaast wordt het voorstel gedaan om de kinderen in de weekenden in een pleeggezin te plaatsen.
Crisisopvang In diezelfde periode loopt Samira tot twee keer toe weg van huis. Beide keren schakelt Jasmyne de politie in en komt Samira na een Amber Alert weer terecht. Jasmyne heeft het Ambulante jeugdhulp
3
gevoel dat er iets goed mis is. ‘Ik dacht meteen aan loverboys. Samira wilde er niks over zeggen en ik had geen harde bewijzen, maar als moeder voel je zoiets gewoon. Ik heb het er met Gerdien over gehad, ik zei: ik heb nu hulp nodig, mijn dochter gaat straks gevaar lopen en ik kan haar de hulp niet bieden die ze nodig heeft.’ Gerdien regelt dat er ambulante spoedhulp komt en trekt zich als preventieve hulpverlener uit het gezin terug. Gerdiens collega van de ambulante spoedhulp is nog niet aan de slag of er zijn nieuwe verwikkelingen. De conflicten tussen Jasmyne en Samira lopen zo uit de hand dat er met Blackberry’s en laptops gegooid wordt. Er wordt crisis opvang aangevraagd en Samira gaat - met Jasmyne’s toestemming - een maand naar een opvanghuis. Daar gaat het helemaal mis. Samira houdt zich niet aan de afspraken, komt ’s avonds regelmatig te laat thuis en blijft contact houden met een jongen die ze beloofd had niet meer te zullen zien. Uiteindelijk loopt ze weg en als ze terugkomt wordt ze wegens wangedrag geschorst. Op een ochtend staat ze onverwachts weer bij Jasmyne voor de deur.
Van preventieve hulp naar zwaardere hulpverlening Gerdien heeft haar werk in het gezin inmiddels afgesloten. Dat heeft te maken met afspraken binnen de organisatie. Bij de afdeling preventieve hulp, waar Gerdien werkt, moet een medewerker een enkelvoudige pedagogische hulpvraag in maximaal twaalf gesprekken oplossen of gericht doorver wijzen. Jasmyne is bij de opvoedhulp binnengekomen met een relatief eenvoudige opvoedkundige vraag over de slaapproblemen van Karim. Na het eerste huisbezoek was het Gerdien al duidelijk dat er sprake is van veel zwaardere, meervoudige problematiek. Ze is in het gezin gebleven tot er zwaardere hulpverlening kon worden ingezet. Terugkijkend is Jasmyne tevreden over Gerdiens aanpak. ‘Ze heeft vooral de boel goed in kaart gebracht. Ze had ook wel praktische tips voor me waar ik echt wat aan had, bijvoorbeeld als ik niet streng genoeg was tegen Samira. Ik gaf mijn dochter bijvoorbeeld wel eens een knuffel terwijl ik eigenlijk heel boos op haar was. Dan zei Gerdien daar gelijk wat van, zo van ‘je geeft nu de verkeerde boodschap’, dat vond ik heel goed van haar.’
4
Ambulante jeugdhulp
‘Froukje is echt top. Gelukkig heeft Samira een hele goeie klik met haar, ze kunnen goed met elkaar opschieten.’ Froukje ontlast Jasmyne Na Gerdiens vertrek heeft Jasmyne nu zeven maanden intensief ambulante thuisbegeleiding van ambulant hulpverlener Froukje. Gemiddeld één keer in de week komt zij een uur bij Jasmyne thuis. Over haar ondersteuning is Jasmyne meer dan tevreden. ‘Froukje is echt top. Gelukkig heeft Samira een hele goeie klik met haar, ze kunnen goed met elkaar opschieten.’ Froukje probeert Jasmyne op allerlei manieren te ontlasten, zodat zij zich beter kan concentreren op de zorg voor haar kinderen. Zo helpt ze met het regelen van oppas voor de kinderen via Jasmyne’s werkgever en ondersteunt ze haar bij administratieve zaken waar Jasmyne het overzicht niet meer over heeft: belastingen, verzekeringen, papierwerk rond de scheiding. Als haar werkgever aanstuurt op een arbeidsconflict en Jasmyne overweegt ontslag te nemen, helpt Froukje met het aanvragen van rechtsbijstand. Soms schakelt ze een andere organisatie in. Zo wordt de noodwoning op Froukje’s initiatief geregeld door een zorgorganisatie voor mensen met een lichamelijke of psychische beperking. En ze belt met Jasmyne’s psycholoog om er voor te zorgen dat ze binnenkort EMDR therapie krijgt. Als een soort spin in het web heeft ze het overzicht over alle hulpverlening die bij het gezin betrokken is. Regelmatig neemt ze met Jasmyne door hoe het thuis loopt. ‘Froukje is voor mij een soort coach. Ze checkt dan: wat heb je vandaag gedaan, hoe ging dat? En ik vertel haar mijn plannen voor de rest van de dag, bijvoorbeeld: ik ga vanmiddag het huishouden doen en ik ga iets lekkers koken voor de kinderen. Die stok achter de deur heb ik wel nodig.’ Het meest tevreden is Jasmyne over Froukje’s initiatief om Anass weer bij het gezin te betrekken. ‘Dat vond ik een heel goed idee. Hij is tenslotte de vader en heeft de voogdij, dus hij kan best voor de kinderen zorgen, zodat ik het niet allemaal alleen hoef te doen. Froukje is met hem in gesprek gegaan en heeft hem weten te overtuigen dat hij er moet zijn voor de kinderen, ook nu we gescheiden zijn. Sinds kort zijn Hajar en Karim elke woensdag en donderdag bij hem. Dat geeft me wat lucht, al mis ik mijn kinderen dan wel heel erg.’ Ook regelt Froukje een gesprek met Jasmyne, Anass, Bureau Jeugdzorg en iemand van een organisatie voor pleegzorg. Anass kan zich tot dusver slecht vinden in
het idee dat de kinderen in de weekenden bij vreemden zullen zijn. ‘Toch gaat dat wel gebeuren, het staat in de indicatie van Bureau Jeugdzorg. Ik zie er erg naar uit, dan kan ik misschien een keer in het weekend naar familie in Zeeland, eindelijk even ademhalen.’
Nieuwe problemen Als Samira opnieuw een paar keer wegloopt, gaat Jasmyne naar de recherche. Haar vermoeden wordt bevestigd: de jongens met wie Samira omgaat, zijn bij de politie in beeld als loverboys. ‘Ik ben gelijk naar Bureau Jeugdzorg gegaan. Ik zei: mijn dochter loopt gevaar, doe iets, ze moet nú de stad uit! Vijf uur later, nog voordat Samira terug was, kon ze voor zes weken terecht in de crisisopvang in een andere stad. We hebben gelijk wat spullen gepakt en zijn er samen met mensen van Bureau Jeugdzorg naar toe gegaan. Daar kreeg ze hele goede opvang. Samira zelf was woest, ze vond dat ik haar het huis had uitgezet, ik was een slechte moeder.’
De toekomst Jasmyne hoopt dat zij en de kinderen de gebeurtenissen van de afgelopen jaren goed kunnen verwerken. ‘We zijn nu vooral aan het overleven, er is in korte tijd zoveel gebeurd. Samira en ik krijgen binnenkort EMDR-therapie, ze zeggen dat dat kan helpen om nare ervaringen te verwerken. En voor de ADHD en ADD van mijn dochters zit er ook hulp aan te komen. Ik hoop dat de regeling met mijn ex en het pleeggezin in de weekenden er voor gaat zorgen dat ik af en toe wat lucht krijg. Op langere termijn hoop ik voor mezelf dat ik weer aan het werk kan, liefst iets nieuws, buiten de zorg. En we moeten hard op zoek naar een nieuwe woning, want in deze noodwoning houden we het niet lang meer uit. Froukje? Ik hoop dat zij nog een jaartje blijft, we hebben haar echt nodig!’
Vanuit de crisisopvang ziet Samira kans om toch nog af en toe contact te hebben met één van de jongens. Op een dag wordt ze door hem verkracht. De jongen begint haar te bedreigen en te chanteren. ‘Ze moest van hem ook seks hebben met zijn vrienden en als ze het niet zou doen, dan zou hij naaktfoto’s van haar op internet zetten. Ze is gruwelijk verkracht, als ik erover nadenk dan kook ik van woede. Samira wilde er zelf niet over praten, ik heb het van haar vriendinnen moeten horen.’ Omdat de crisisopvang voor maximaal zes weken plaatst biedt, regelt Froukje een plek waar ze langer terecht kan en van waaruit ze gemakkelijk naar school kan. Samira gaat naar een logeerhuis waar acht jongeren wonen in de leeftijd van 8-18 jaar, die allemaal uithuisgeplaatst zijn. Daar woont ze nu nog. Over het logeerhuis is Jasmyne zeer te spreken. ‘Samira is blij dat ze daar zit. De leidsters zijn streng maar ook heel aardig. Er werken ook twee Marokkaanse mannen, dat scheelt, ik denk dat ze haar vanuit hun Marokkaanse cultuur gewoon beter begrijpen. Soms kom ik op bezoek en ik kan altijd bellen als er iets is of ik wil weten hoe het gaat. En het belangrijkste: ze houden zich aan de afspraken. Mijn dochter mag bijvoorbeeld niet in een bepaalde buurt komen, en dus komt ze er ook niet. Ze moet van school direct naar het logeerhuis en als ze tien minuten te laat is heeft ze een groot probleem. Froukje heeft er vroeger zelf gewerkt, zei ze, daardoor had ik er gelijk vertrouwen in.’
Ambulante jeugdhulp
5
Gerdien, ambulant hulpverlener ‘Als preventieve hulp komen wij gemakkelijk binnen bij gezinnen waarvoor geen indicatie is. Met een aantal gesprekken, en een goede doorverwijzing naar de juiste hulpverlening, kunnen we soms veel doen voordat de bom barst. En áls de bom barst, dan hebben we hele korte lijnen naar Bureau Jeugdzorg, want die zitten hier in het CJG op dezelfde afdeling. In het geval van Jasmyne en haar gezin was dat heel handig.’
Divers Gerdien werkt al tien jaar voor de organisatie voor jeugd- en opvoedhulp die Jasmyne en haar gezin ondersteunt, eerst op een logeerhuis en nu als ambulant hulpverlener op de afdeling preventieve hulp. De preventieve hulp is vooral bedoeld voor ouders die ‘tussen lichte en zware hulpverlening in zitten’ en opvoedkundig advies willen zonder dat daar een indicatie van Bureau Jeugdzorg aan te pas komt. Gerdien: ‘Mijn werk is heel divers. Er komen bij ons gezinnen binnen via allerlei kanalen: het consultatiebureau, scholen, het maatschappelijk werk, de GGD, Bureau Jeugdzorg. In sommige gevallen gaat het om een simpele enkelvoudige hulpvraag, bijvoorbeeld een kind dat slecht slaapt of eet. Normaal gesproken kun je dat met vier à vijf gesprekken oplossen. Maar soms is een verwijzer niet volledig op de hoogte van wat er allemaal speelt en ben ik degene die de eerste intake doet. We gaan altijd op huisbezoek. Dat is een goede manier om achter de voordeur te kijken zonder dat ouders gelijk in de stress schieten omdat ze bang zijn dat ze eventueel hun kinderen kwijtraken. Bij Jasmyne was het vanaf het eerste telefoongesprek al duidelijk dat ze ten einde raad was.’
Oplossen óf doorverwijzen - in maximaal twaalf gesprekken Als medewerker van de afdeling preventieve hulp is Gerdien gebonden aan de afspraak dat een probleem óf binnen twaalf gesprekken opgelost moet zijn, óf dat er – bij zwaardere problematiek - in diezelfde tijd doorverwezen moet zijn naar de juiste hulpverleners. Dat vindt ze soms best lastig. ‘Sommige problemen kun je gewoon niet in een halfjaar tijd oplossen. Ik ben dan gedwongen om Bureau Jeugdzorg erbij te halen want alleen met hun indicatie kan er meer hulpverlening komen. Maar sommige ouders denken bij Bureau Jeugdzorg gelijk dat hun kind uithuis geplaatst gaat worden en die gaan dan in de weerstand.
6
Ambulante jeugdhulp
Ze zijn eigenlijk gebaat bij zo’n indicatie, maar dat beseffen ze niet altijd. Bij Jasmyne was het anders, zij zag heel goed dat zwaardere hulpverlening nodig was en wilde graag aan het indicatiebesluit meewerken. De afspraak is dat ik er als preventieve hulp uitga op het moment dat die zwaardere hulpverlening er is. Bij Jasmyne was dat Froukje van de intensieve ambulante thuisbegeleiding. Voor het gezin is het meestal heel fijn als ze weten dat er iemand komt die langdurig in beeld blijft. Al vinden sommigen het ook lastig dat je weer een vertrouwensband op moet bouwen met een nieuwe hulpverlener. Gelukkig klikt het tussen Froukje en Jasmyne heel goed, maar het komt ook wel voor dat een gezin ‘hulpverlenersmoe’ wordt, ik kan me dat best voorstellen als je zoveel verschillende gezichten ziet.’
Wens van het gezin staat centraal Gerdien zoekt samen met het gezin van Jasmyne naar oplossingen voor de problemen die er spelen. Aan alle gezinsleden vraagt ze wat ze aan de situatie zouden willen veranderen, en wat ze daar zelf aan zouden kunnen bijdragen. In een groepsgesprek worden de belangrijkste bevindingen teruggekoppeld. ‘Veel ouders en kinderen hebben best ideeën over hoe ze willen dat het anders gaat in hun gezin, alleen kunnen ze het niet altijd goed overbrengen. Ik probeer de communicatie tussen ouders en kinderen op gang te brengen en, waar nodig, te verbeteren.’ Door goed door te vragen komen de oplossingen vaak vanzelf in beeld. Gerdien probeert die zo veel mogelijk te
‘Sommige problemen kun je gewoon niet in een halfjaar tijd oplossen.’
zoeken binnen het eigen netwerk van het gezin. Pas als dat echt niet gaat, reikt ze zelf oplossingen aan. ‘Het lukte Jasmyne maar niet om te ontspannen, ze had te veel aan haar hoofd. Dan probeer ik te kijken wat er binnen haar eigen omgeving mogelijk is. Heeft ze familieleden of vriendinnen die kunnen oppassen? Mensen in het eigen netwerk zijn vrijwel altijd veiliger voor de kinderen, die zijn vertrouwd. Pas als ik zie dat ze eigenlijk niemand heeft, opper ik om misschien eens aan een weekendpleeggezin te denken.’
‘Het lukte Jasmyne maar niet om te ontspannen, ze had te veel aan haar hoofd. Dan probeer ik te kijken wat er binnen haar eigen omgeving mogelijk is.’
Eén gebouw: minder anonimiteit Als Gerdien een gezin eenmaal heeft doorverwezen, kan ze - om redenen van privacy - als hulpverlener niet meer in het dossier. Toch blijft ze in het geval van Jasmyne incidenteel op de hoogte van hoe het gaat. Dat kan door het frequente contact dat ze heeft met de mensen van Bureau Jeugdzorg en de hulpverleners van verschillende organisaties, die bij haar op dezelfde afdeling werken. ‘Hier op het CJG werken we met flexplekken, die zijn verdeeld over de preventieve hulp, de GGD, het algemeen maatschappelijk werk, de JGZ en Bureau Jeugdzorg. Het helpt echt dat we in één gebouw zitten. Als er in een gezin opeens iets moet gebeuren, dan scheelt het toch of je een anonieme medewerker van de bureaudienst krijgt of een contactpersoon die bij jou op de afdeling zit. Er is dan gewoon meer vertrouwen. En je hoort af en toe eens hoe het gaat in een gezin dat je hebt doorverwezen, zo blijf je toch een beetje betrokken.’
De serie kindportretten is geïnspireerd op en deels ontleend aan het boekje ‘9 portretten bij de transitie jeugdzorg’ dat de gemeente Haarlem begin dit jaar heeft gepubliceerd. Ambulante jeugdhulp
7