Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Jarenlang geen handhaving Gemeente Waterland Afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu
22 maart 2012 RA120465
Samenvatting De buren van een theetuin kloppen diverse malen bij de gemeente aan, omdat de horecagelegenheid de vergunningvoorwaarden overtreedt. De gemeente bericht de horecagelegenheid dat de overtredingen ongedaan moeten worden gemaakt en dat de gemeente gaat handhaven. Hoewel de overtredingen voortduren, handhaaft de gemeente niet. Daarom stappen de buren naar de Gemeentelijke Ombudsman. Die vindt dat de gemeente uit het oogpunt van betrouwbaarheid haar eigen besluiten moet uitvoeren. Dat had in dit geval betekend dat de gemeente had moeten handhaven. Nu dat niet is gebeurd, heeft de gemeente niet gehandeld zoals van een betrouwbare overheid mag worden verwacht.
Oordeel De onderzochte gedraging is in strijd met het vereiste van betrouwbaarheid. Amsterdam, 22 maart 2012
Ulco van de Pol Gemeentelijke Ombudsman
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 2/9
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 18 maart 2011 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Waterland, afdeling Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu.
Bevindingen aanleiding Verzoekers zijn buren. Zij wonen naast een theetuin in landelijk gebied. Uitgangspunt bij de vergunningverstrekking voor de horecagelegenheid is het kleinschalige karakter geweest. Daartoe zijn aan de vergunning diverse voorwaarden verbonden. De horecagelegenheid overtreedt volgens hen de vergunningvoorwaarden sinds jaren. Verzoekers ondervinden daardoor overlast, bijvoorbeeld vanwege het parkeren door een te groot aantal bezoekers, verhardingen op het erf van de horecagelegenheid in weerwil van het bestemmingsplan, de ligging van de kano’s, overschrijding van de openingstijden, de begrenzing van de horecagelegenheid, het verlies van het kleinschalige karakter, etc. Op 3 februari 2009 stuurt de gemeente de eigenaar van de horecagelegenheid een handhavingsbesluit. De gemeente legt een last onder dwangsom op als de overtredingen die niet gelegaliseerd kunnen worden, niet binnen de daarvoor bepaalde begunstigingstermijnen ongedaan zijn gemaakt. Ook legt de gemeente vast dat aan bepaalde andere activiteiten en voornemens geen medewerking zal worden verleend, indien de eigenaar daarvoor een aanvraag zou indienen. De eigenaar van de horecagelegenheid dient hiertegen een bezwaarschrift in. In de reactie op het verslag van bevindingen wijst de gemeente erop dat er in juni/juli 2009 ook is gecontroleerd, zoals de gemeente tijdens de hoorzitting in het kader van dit onderzoek heeft gezegd. Anderhalf jaar later, in de zomer van 2010, controleert de gemeente het gebruik van de horecagelegenheid wederom en constateert diverse overtredingen. Dit leidt tot een brief d.d. 16 augustus 2010, waarin de gemeente de eigenaar de mogelijkheid biedt de strijdigheden op te heffen of een zienswijze in te dienen. Aangezien de overtredingen voortduren, blijven verzoekers geregeld contact met de gemeente opnemen en (mondeling) klagen. De handhavingsmedewerker deelt mee dat de gemeente geen handhavingsbeleid heeft, dat er een hoge werkdruk is en dat er prioriteiten moeten worden gesteld. Het bevreemdt verzoekers dat de gemeente - al jaren - niet handhaaft. Bovendien hebben zij begrepen dat de eigenaar van de horecagelegenheid wil uitbreiden. Dat baart hen grote zorgen. Daarom wenden zij zich tot de Gemeentelijke Ombudsman. Daarbij vermelden zij dat zij graag met de gemeente en de eigenaar van de horecagelegenheid onder leiding van een mediator om de tafel willen zitten. klachtomschrijving Het onderzoek van de ombudsman richt zich op: het handhaven van de vergunningvoorwaarden van een horecagelegenheid.
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 3/9
reactie van de gemeente Waterland De feiten De gemeente onderschrijft de feiten zoals zij zijn weergegeven, behoudens de mededelingen van de handhavingsmedewerker, omdat het niet mogelijk is mondelinge uitspraken te verifiëren. Het handhavingsbesluit van 3 februari 2009 Het bezwaar tegen het integrale handhavingsbesluit van 3 februari 2009 is bij besluit van 19 juni 2009, in overeenstemming met het advies van de adviescommissie van de bezwaarschriften Waterland van 27 mei 2009, ongegrond verklaard. Er is geen gevolg gegeven aan de handhavingsbeschikking. Het is ook niet mogelijk het handhavingtraject voort te zetten op basis van deze beschikking. De termijn waarbinnen (eventueel) verbeurde dwangsommen kunnen worden geïnd, is na meer dan twee jaar ruim verstreken. Hieruit volgt dat er tot op heden nog immer sprake is (of kan zijn) van overtredingen zoals deze zijn aangeschreven bij het besluit van 3 februari 2009. Naar aanleiding van vragen van de Gemeentelijke Ombudsman over het handhavingsbeleid voegt de gemeente het handhavingsbeleid bij. Voorts deelt de gemeente mee dat handhavingszaken in volgorde van prioriteit op een lijst staan. Zaken met de hoogste prioriteit worden als eerste aangepakt. De ambtelijke capaciteit voor de juridische handhaving is 18 uur per week. Deze lijst is niet toegevoegd in verband met het effect van de calculerende burger. Inschakelen van een mediator Gevraagd naar het inschakelen van een mediator antwoordt de gemeente als volgt. De gemeente vindt een goede relatie met alle betrokkenen van belang. Gezien de aankomende besluitvorming over de nieuwe aanvraag, waarbij ook een afweging zal worden gemaakt over de handhaving (zie hieronder huidige stand van zaken) ziet de gemeente vooralsnog geen reden om met alle partijen onder leiding van een mediator om tafel te gaan. De gemeente vindt het van belang alle betrokkenen in voldoende mate bij het proces te betrekken, zoals de bestuurlijke taak dat ook vereist. Zo lang de gemeente in het te voeren traject de openheid betracht die mag worden verwacht en die de gemeente voorstaat, ziet de gemeente geen noodzaak tot het inschakelen van een mediator. Huidige stand van zaken De huidige stand van zaken is als volgt. De eigenaar van de horecagelegenheid heeft een aanvraag ingediend voor een bed&breakfast, een brug naar zijn agrarisch land, het verruimen van de openingstijden, het exploiteren van een restaurant in de wintermaanden, een botenhuis, het verharden van de grond ten behoeve van een parkeerterrein buiten het bouwvlak en uitbreiding van het maximum aantal bezoekers van 30 naar 70. De gemeente onderzoekt momenteel of hieraan medewerking zal worden gegeven. In reactie op het verslag van bevindingen wijst de gemeente erop dat het geen aanvraag maar een verzoek tot vooroverleg betreft. nadere reactie verzoeker Begin juli 2011 bericht één van de verzoekers aan de ombudsman dat de eigenaar van de horecagelegenheid de vergunningvoorwaarden nog steeds op diverse punten overtreedt, zoals de overschrijding van de openingstijden, de grootte van de horecagelegenheid, de ligging van de kano’s en het aantal parkeerplaatsen.
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 4/9
hoorzitting en reacties daarop Inleiding Op woensdag 17 augustus houdt de Gemeentelijke Ombudsman een hoorzitting als onderdeel van het onderzoek. Naast de ombudsman en één van zijn medewerksters zijn aanwezig verzoekers, de horeca-exploitanten en vijf medewerkers van de gemeente. Een samenvatting van hetgeen naar voren is gebracht, volgt hieronder. Doel Verzoekers hebben zich tot de Gemeentelijke Ombudsman gewend, omdat de gemeente de vergunningvoorwaarden van de horecagelegenheid niet handhaaft. De ombudsman benadrukt dat hij niet treedt in de door verzoekers ervaren overlast van de horecagelegenheid, maar dat hij zich alleen over het handelen van de gemeente uitspreekt. Verzoekers Verzoekers hadden in beginsel geen bezwaar tegen de horecagelegenheid gezien het kleinschalige karakter. De vergunningvoorwaarden op het gebied van geluid, het afmeren van de boten, het parkeren van de auto’s, het aantal bezoekers en de sluitingstijden worden echter niet in acht genomen en de gemeente handhaaft niet. Bovendien zijn er nu een dam, een duiker en een sloot in het bedrijf, terwijl de gemeente daarvoor nog geen vergunning heeft afgegeven. Gemeente De ombudsman vat samen dat het bezwaar van de horeca-exploitant tegen het handhavingsbesluit ongegrond is verklaard. Omdat hij niet in beroep is gegaan, heeft het besluit rechtskracht gekregen. De gemeente handhaaft echter niet. De gemeente licht toe dat er binnen de gemeente één persoon was belast met alle handhavingsactiviteiten. De daarvoor beschikbare tijd bedroeg zestien uur per week. Controles zijn alleen mogelijk van april tot oktober, als de horecagelegenheid geopend is. In hun reactie op het verslag van bevindingen merken verzoekers hierover op dat controles alleen van maandag tot en met vrijdag plaatsvinden en niet in het weekend. Verzoekers hebben de gemeente foto’s van door hen geconstateerde overtredingen gegeven. Dit beeldmateriaal is voor de gemeente echter geen bewijs, omdat de gemeente overtredingen zelf moet constateren. In hun reactie op het verslag van bevindingen merken verzoekers op dat zij de foto’s op advies van de voormalige handhavingsmedewerker van de gemeente hebben gemaakt en aan hem hebben overhandigd. Horeca-exploitanten De horeca-exploitanten lichten hun wensen voor de verdere exploitatie toe, onder meer wat betreft aantallen bezoekers en parkeerplaatsen. Zij benadrukken dat ze altijd met hun buren rekening hebben willen houden en dat het allerminst de bedoeling is om hen dwars te zitten. 2009 In juni/juli 2009 heeft de gemeente vier keer op weekdagen op verschillende tijdstippen, waaronder rond sluitingstijd gecontroleerd. De gemeente heeft toen geen overtredingen van de openingstijd of van met de boten geconstateerd. Volgens het bestemmingsplan mocht er geen verharding zijn, maar die was er wel. Het is niet bekend waarom de gemeente na de constatering in 2009 dat er een verharding was aangebracht, geen actie heeft ondernomen. De toenmalige handhavingsmedewerker werkt niet meer bij de gemeente Waterland.
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 5/9
De ombudsman zegt deze medewerker te zullen benaderen om van hem te horen waarom de gemeente in februari 2009 een handhavingstraject startte maar het traject vervolgens niet voortzette door midden van feitelijke handhaving. Deze persoon deelde de ombudsman het volgende mee. Na het handhavingsbesluit is er diverse malen gecontroleerd: in juni/juli 2009 is een aantal overtredingen geconstateerd waarna een ‘vooraankondiging dwangsom’ aan de horecaexploitant is verstuurd. In deze brief verzoekt de gemeente de overtredingen te beëindigen. Na de brief en gesprekken met de exploitant bleven overtredingen uit, waardoor een daadwerkelijke dwangsom nooit geïnd kon worden. In hun reactie op het verslag van bevindingen sommen verzoekers diverse overtredingen in die periode op. Ook in juli/augustus 2010 hebben zes controles plaatsgevonden, waarbij een aantal overtredingen is geconstateerd. Vervolgens is er niet overgegaan tot het opleggen van een dwangsom, omdat het college in 2010 heeft aangegeven geen handhavingsbesluiten te nemen: het college wenste dat er eerst handhavingsbeleid vastgesteld zou worden. In mei 2011 is het handhavingsbeleid vastgesteld. 2010 Half augustus 2010 heeft de gemeente een brief met de geconstateerde overtredingen naar de exploitanten gestuurd. Die betroffen onder meer het parkeren van de auto’s op het onverharde terrein en de openingstijden. Bezoekers gingen vanwege de parkeerdruk op de openbare weg parkeren. Dat leverde verkeersgevaarlijke situaties op. Daarom heeft de gemeente uit een oogpunt van verkeersveiligheid toegestaan dat bezoekers op de strook aan de westkant parkeerden. De exploitanten moesten binnen een maand na de brief van augustus een plan voor het parkeren van de auto’s indienen. De gemeente heeft in december 2010 nog wel intern over de situatie overlegd, maar er is geen vervolg aan gegeven. De toenmalige handhaver moest een handhavingsbeleidsplan schrijven. Daardoor zijn zijn handhavingsactiviteiten stil komen te liggen. 2011 Half april 2011 is deze handhavingsmedewerker vertrokken. In juni 2011 heeft de gemeente de Milieudienst Waterland ingeschakeld. De gemeente erkent dat deze zaak niet adequaat is behandeld. Daarom heeft de Milieudienst opdracht gekregen om aan deze zaak prioriteit te geven boven alle andere zaken. Het college heeft besloten om door te gaan op de weg van het handhavingsbesluit van februari 2009. De Milieudienst gaat nu eerst alles in kaart brengen wat van belang is voor de exploitatie, daarna moet worden vastgesteld of er overtredingen zijn en zo ja welke, en ten slotte volgt, zo nodig, handhaving. De exploitanten hebben een aanvraag voor een aantal uitbreidingen ingediend. Overtredingen en handhaving daarvan moeten in samenhang met deze aanvraag worden bekeken in de zin van wat wel en niet te legaliseren is. Controles De gemeente acht voor het vaststellen van de nulsituatie de volgende aspecten van belang en zal controles hierop vanaf de week na de hoorzitting gaan uitvoeren: 1) de illegale bewoning van de schuur (in strijd met bestemmingsplan); 2) de illegale bewoning van de horecagelegenheid; 3) de aanwezige toiletvoorzieningen; 4) de aangebrachte verhardingen op het perceel, met name aan westzijde bij aangrenzend perceel op nr. 7;
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 6/9
5) een hekwerk ter afperking van het terrein van de horecagelegenheid op 8 m. vanuit de westelijke gevel (moet gerealiseerd zijn op grond van situatie tekening bij vrijstelling); 6) de botenverhuur; a) hoeveel boten dit zijn (max 10); b) van welk type motoren deze zijn voorzien (moet zijn fluister); c) hoeveel opvarenden deze boten kunnen vervoeren (rekening houdend met het maximale aantal bezoekers van 30); d) waar de aanlegsteiger is gelokaliseerd (moet zijn aan oostzijde van de horecagelegenheid). 7) de uitbreiding van de tuin behorende tot het woonhuis over het agrarisch deel (zie bestemmingsplan); 8) incidentele overtredingen: a) aantal aanwezige bezoekers van de horecagelegenheid (waarbij ook rekening moet worden gehouden met de afwezige boten) (max. 30); b) overschrijding openingstijden (10:00 - 17:00); c) overschrijding parkeervoorschriften (op terrein); d) gebruik tuin van het woonhuis ten behoeve van de horecagelegenheid (inperking activiteiten op grond van vrijstelling); e) verstrekken van alcoholische lafenissen; f) overige overtredingen. Bovenstaand overzicht is na de hoorzitting schriftelijk aan de ombudsman ter hand gesteld. In de reactie op de bevindingen heeft de gemeente enkele opmerkingen op dit overzicht, die hier evenwel niet zijn opgenomen. Verder deelt de gemeente in deze reactie mee dat er in de periode eind augustus tot eind oktober 2011 acht controles hebben plaatsgevonden. Het college heeft het verzoek om vooroverleg gehonoreerd. De gemeente heeft in november 2011 en januari 2012 een gesprek met de horeca-exploitanten respectievelijk verzoekers gehad. Beiden hebben ook schriftelijk gereageerd; deze reacties zijn in de raadsvergadering van 19 januari 2012 behandeld. De raad wordt over het collegestandpunt geïnformeerd en het verzoek om vooroverleg zal schriftelijk worden beantwoord. Verzoekers merken in hun reactie op dat zij op advies van de voormalige handhavingsmedewerker de politie hebben geïnformeerd. De horeca-exploitanten verbazen zich in hun reactie op het verslag van bevindingen onder meer over het maximale aantal bezoekers: het zou betekenen dat – wanneer er vijf tot zes boten worden gebruikt – er geen bezoekers meer mogen worden ontvangen. Voorts bestrijden de horeca-exploitanten de overtredingen die hen ten laste worden gelegd, zoals het verstrekken van alcoholische dranken. Zij voegen hieraan onder meer toe dat verzoekers vanuit hun tuinen het terras van de horecagelegenheid niet kunnen zien. De foto’s maken zij dan ook vanuit het weiland of vanaf de weg, altijd om 17.10 uur. Na 17.00 uur wordt er niet meer bediend. De mensen op de foto’s zijn dan ook de horeca-exploitanten zelf en hun medewerkers, na afloop van de werkdag. Soms gaat het ook om gasten die nog op het terras zitten of iets later met de bootjes terugkomen. Zij wijzen erop dat de politie nooit daadwerkelijke overlast heeft geconstateerd en dat zij nooit een proces-verbaal hebben ontvangen. Afsluiting De ombudsman vindt het jammer dat de gemeente tijdens deze hoorzitting geen duidelijkheid over de toekomst heeft kunnen geven, positief is de toezegging van de gemeente om te gaan handhaven. In reactie op het verslag van bevindingen wijst de gemeente op het besluit van het
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 7/9
college dat het handhavingsbesluit van 3 februari 2009 leidend is. De horeca-exploitanten hebben een verzoek tot vooroverleg, deels verzoek om legalisatie, gedaan waarvoor de gemeente een belangenafweging moet maken. Toegezegd is dat alle belanghebbenden door middel van gesprekken nauw bij de besluitvorming zullen worden betrokken. Hij benadrukt het belang om vóór aanvang van het seizoen 2012 duidelijk te hebben waaraan de gemeente wel of niet meewerkt. De gemeente zal daartoe een afweging moeten maken tussen de belangen van de exploitanten en van de omwonenden. Dat besluit zou er aan het eind van dit jaar moeten zijn, zodat alle aanwezigen vóór de opening van het volgende seizoen weten waaraan ze toe zijn. De ombudsman wijst de gemeente ten slotte op het belang om helder en open te zijn over eventuele wijzigingen en veranderingen, omwonenden daarover te informeren en het vertrouwen te bieden dat de gemeente handhaaft indien dat nodig is. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoekers, naar de gemeente en naar de horeca-exploitanten gestuurd om na te gaan of de feiten juist zijn weergegeven. Allen hebben hiervan gebruik gemaakt. Hun opmerkingen zijn, voor zover van belang voor het rapport, in het verslag verwerkt of volgen hieronder. De gemeente merkt op dat verzoekers stellen overlast te ondervinden vanaf een agrarisch perceel dat zij als tuingrond gebruiken. Wanneer zij alleen de aan hun huis grenzende tuingrond als zodanig gebruiken, kunnen verzoekers niet langer als belanghebbenden worden aangemerkt. Dan is er namelijk een voldoende natuurlijke buffer tussen de horecagelegenheid en het woonhuis van verzoekers.
Beoordeling De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid behoorlijk heeft gedragen1.
Behoorlijkheidsvereisten Indien naar het oordeel van de ombudsman de gedraging niet behoorlijk is, vermeldt hij in het rapport welk vereiste van behoorlijkheid is geschonden2. In dit onderzoek toetst hij de gedragingen aan het vereiste van betrouwbaarheid.
1 2
artikel 9:27 lid 1 Algemene wet bestuursrecht artikel 9:36 lid 2 Algemene wet bestuursrecht
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 8/9
Overwegingen Centraal in ieder onderzoek van de Gemeentelijke Ombudsman staat het handelen van een bestuursorgaan. In dit geval betrof dat de handhaving van vergunningvoorwaarden door de gemeente Waterland. De Gemeentelijke Ombudsman hecht eraan te benadrukken dat het niet aan hem is om zich uit te spreken over het al dan niet overtreden van de vergunningvoorwaarden. Het onderzoek heeft zich daarop ook in het geheel niet gericht. Het vereiste van betrouwbaarheid houdt in dat de overheid gevolg geeft aan rechterlijke uitspraken, aan beslissingen op bezwaarschriften en aan besluiten (en zeker wanneer dat besluit van de desbetreffende overheidsinstantie zelf zijn). De onderhavige situatie betreft de uitvoering van een besluit op een bezwaarschrift tegen de handhavingsbeschikking van 3 februari 2009. Het vereiste had in dit geval met zich meegebracht dat de gemeente na de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift de handhaving voortvarend ter hand had genomen. Vast staat dat dit niet is gebeurd. Dit klemt te meer nu de gemeente op verschillende momenten, zowel in 2009 als in 2010, heeft geconstateerd dat er sprake was van overtredingen en verzoekers meerdere malen contact met de gemeente hebben opgenomen. In dit licht is van belang te vermelden dat de overheid in beginsel een plicht tot handhaving heeft. De Raad van State heeft dit in een uitspraak van 5 oktober 20113 nogmaals expliciet vastgelegd: ‘Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. In gevallen waarin het bestuursorgaan in dat kader redelijk te achten beleid voert, bijvoorbeeld inhoudend dat het bestuursorgaan de overtreder in bepaalde gevallen eerst waarschuwt en gelegenheid biedt tot herstel voordat het een handhavingsbesluit voorbereidt, dient het zich echter in beginsel aan dit beleid te houden. Dit laat onverlet dat het bestuursorgaan slechts onder bijzondere omstandigheden van het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom mag afzien. Dergelijke omstandigheden kunnen zich voordoen als concreet zicht op legalisatie bestaat, of als het opleggen van een dergelijke last zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat in die concrete situatie van het opleggen van die last behoort te worden afgezien.’ Op dergelijke bijzondere omstandigheden heeft de gemeente tot de hoorzitting van de Gemeentelijke Ombudsman niet gewezen. Pas tijdens de hoorzitting heeft de gemeente erop gewezen dat overtredingen en handhaving daarvan in samenhang met de aanvraag voor een aantal uitbreidingen moeten worden bekeken met het oog op het al dan niet legaliseren daarvan. Van de gemeente had dan ook mogen worden verwacht dat er uitvoering was gegeven aan de handhavingsbeschikking van februari 2009. Dit geldt zeker nu de gemeente bekend was met verzoekers wensen daaromtrent. Dat de handhaver niet beschikbaar was voor feitelijke handhaving omdat hij in opdracht van het college doende was het handhavingsbeleid op te stellen, mag dan een verklaring zijn om niet te handhaven, het is niet aanvaardbaar dat een gemeente een essentiële taak als handhaving (tijdelijk) stopzet. De gemeente had er óók voor kunnen kiezen om externe hulp in te roepen, zoals zij in juni 2011 de Milieudienst Waterland heeft ingeschakeld. Door dit gedurende langere tijd niet te doen heeft de gemeente het vertrouwen van burgers geschaad.
3
LJN: BT6683, Raad van State , 201010199/1/M2, d.d. 5 oktober 2011
Datum : 22 maart 2012 Rapportnummer: RA120465 Pagina : 9/9
Naar aanleiding van de mededeling van de gemeente dat verzoekers geen belanghebbenden zijn, merkt de ombudsman op dat handhaving zich niet beperkt tot het persoonlijke belang van verzoekers, maar juist ook van algemeen maatschappelijk belang is. Dat had voor de gemeente een reden te meer moeten zijn om adequaat te handelen. De gemeente erkent dat hiervan geen sprake is geweest. Pas na inschakeling van de ombudsman heeft de gemeente de zaak weer serieus ter hand genomen door de Milieudienst in de arm te nemen. Overigens is het belanghebbendenbegrip juridisch bepaald. De gemeente had dus tevoren moeten en kunnen weten of verzoekers belanghebbenden zijn. Het past dan ook niet om dat nu tegen te werpen. Ten tijde van het verschijnen van dit rapport zijn meer dan drie jaren verstreken en staat de opening van het seizoen 2012 op 1 april weer voor de deur. Het zou de gemeente sieren wanneer er vóór die datum duidelijkheid aan alle betrokken partijen wordt gegeven. Het geheel overziend kan worden vastgesteld dat de gemeente niet heeft gehandeld zoals van een betrouwbare overheid mag worden verwacht.
Oordeel De onderzochte gedraging is in strijd met het vereiste van betrouwbaarheid.