Jaarwerkplan 2013 Politieteam
Heerenveen Stellingwerf
Gemeenten: Heerenveen Ooststellingwerf Weststellingwerf
Vastgesteld in het lokale driehoeksoverleg van: Heerenveen Ooststellingwerf en Weststellingwerf
05 november 2012 12 december 2012
Voorwoord Door de komst van de Nationale Politie in 2013 is ook de komst van de regionale eenheid Noord-Nederland een feit. De teams Heerenveen en Stellingwerf vormen vanaf dat moment een nieuw robuust team en zullen in gezamenlijkheid de veiligheidsproblemen aanpakken. Voorgaande jaren was er voor de teams Heerenveen en Stellingwerf ieder een afzonderlijk jaarwerkplan. In het Driehoeksoverleg van Heerenveen en Oost- en Weststellingwerf, op 12 september 2012, is besloten tot een gezamenlijk politiejaarwerkplan 2013 te komen. In nauw overleg met de IVZ ambtenaren van de drie gemeente is dit eerste gezamenlijke jaarwerkplan tot stand gekomen. In het jaarwerkplan komen de veiligheidsthema’s terug volgens het VNG model. Op al deze onderwerpen is zoveel mogelijk beschreven wat de overeenkomsten zijn in de drie gemeenten. Hoewel deze groter zijn dan de verschillen, wordt er soms een ander accent gelegd per gemeente. Dit wordt dan steeds onder het zelfde thema afzonderlijk benoemd. In dit jaarwerkplan worden met name de onderwerpen genoemd die een verbinding hebben met de speerpunten uit het integrale veiligheidsbeleid van de gemeenten die als volgt zijn verwoord: Heerenveen: • Veilige woon en leefomgeving: (huiselijk)geweld in de buurt, GHB en andere middelen • Bedrijvigheid en veiligheid: (voetbal)geweld op straat • Jeugd en veiligheid: overlast jeugd • Fysieke veiligheid; aanpak knelpunten met betrekking tot (sport)evenementen Oost- en Weststellingwerf: • Veilige woon en leefomgeving:overlastgevende personen en burenruzies • Jeugd: individuele probleemjongeren/overlastgevende jeugdgroepen/jeugd en alcohol en drugs • Objectieve veiligheid: woninginbraken • Objectieve veiligheid: mishandeling en huiselijk geweld • Verkeersveiligheid: snelheid binnen de bebouwde kom en 60km zones Daarnaast zijn er eigen thema’s die zichtbaar zijn gemaakt. Dit zijn vaak weer afgeleiden van de gekozen gemeenschappelijke prioriteiten en (landelijke) thema’s voor de politie. Gaandeweg het jaar zullen we kijken of we op koers liggen. De politie is immers een dynamische 24 uurs organisatie die onmiddellijk moet inspelen op de ontwikkelingen die zich aandienen Het vergt stuurmanskunst de geprioriteerde onderwerpen voorrang te geven. De maatschappelijke ontwikkelingen kunnen tussentijds ook om andere keuzes vragen. Dit dient dan met de Driehoek te worden afgestemd. De interne ontwikkelingen binnen de teams zijn volop gaande, één roostergroep en al het (geplande) werk wordt in een jaarplanning zo inzichtelijk mogelijk gemaakt. De portefeuilles van de processen als intake&service, handhaving/toezicht, opsporing, huiselijk geweld, bedrijfsvoering/planning, studenten, buurtagenten, jeugd en milieu zijn verdeeld onder alle groepschefs. Er wordt al volop geanticipeerd op de ontwikkeling c.q inrichting van het nieuwe team en de samenwerking verloopt op een constructieve manier en in goede sfeer. De politiebureaus Wolvega, Oosterwolde en Heerenveen blijven voor de inwoners van de gemeenten geopend. Benadrukt wordt dat de politiezorg in alle drie gemeenten zo goed mogelijk en volgens afspraak wordt uitgevoerd. De dertien buurtagenten van het team zijn belangrijke ‘spelers op het veld’, zij zorgen voor een fijnmazige verankering in de buurt en nemen als netwerker, informatiemakelaar en vooruitgeschoven post een specifieke positie in. Daarnaast zullen de medewerkers van het team zich onveranderd inzetten voor een zo veilig en leefbaar mogelijk gebied. Het team zal zich de komende jaren ontwikkelen. Dit geldt ook voor het jaarwerkplan dat voor u ligt. Ik vertrouw op een goede samenwerking waarin we het gemeenschappelijke doel steeds voor ogen houden.
Marja Doosje, teamchef Heerenveen, waarnemend teamchef Stellingwerf
2
Inleiding 1 Veiligheid komt niet vanzelf. Een veilige buurt, dorp of stad ontstaat pas als we er samen aan werken. Niet alleen politie, justitie en bestuur, maar ook ouders, ondernemers, scholen en maatschappelijke organisaties spelen een rol. Samenwerking levert meer op dan wanneer we afzonderlijk op eigen kracht onveiligheid en criminaliteit aanpakken. Overigens vragen de veiligheidsproblemen zélf om samenwerking. Problemen houden zich niet aan de grenzen van één gemeente. En waar ze dat wel doen, zijn ze meestal sterk vergelijkbaar met die van de buren. Samen optrekken en leren van elkaar is dan raadzaam. Met de vorming van de Nationale Politie en de herziening van de Gerechtelijke Kaart is ook de komst van de regionale eenheid Noord-Nederland een feit. Een belangrijke basis om de integrale samenwerking op het terrein van veiligheid handen en voeten te geven. Het regionaal beleidsplan (artikel 39 Politiewet) is daarbij de waarborg voor een goede balans in de taakuitvoering door de politie. Uitgangspunt is een bovenlokale prioritering en aanpak van problemen wanneer deze grensoverschrijdend zijn en/of breed bij gemeenten worden ervaren. De veiligheidspartners maken met dit plan afspraken op een aantal gezamenlijke prioriteiten die door de 62 gemeenten zijn aangedragen op basis van de problemen die lokaal worden ervaren. Een opbouw dus van onderop, vanuit de lokale integrale veiligheidsplannen, dichtbij de gezagsrol van de burgemeester en de kaderstellende rol van de gemeenteraad.
Jaarwerkplannen Alle gemeenten van de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen, het Openbaar Ministerie en de Politie Noord Nederland de hebben voor 2013-2014 de volgende prioriteiten gedefinieerd: - Jeugd en veiligheid; - Geweld (inclusief straatroof, overvallen, huiselijk geweld, uitgaansgeweld, geweld tegen werknemers met publieke taak); - Woninginbraken; - Georganiseerde criminaliteit (ondermijning). De gekozen prioriteiten komen nadrukkelijk niet in de plaats van andere lokale prioriteiten. Het zijn thema’s die extra aandacht vragen en waarop we forse winst willen boeken door samen te werken. Telkens willen we daarbij het volgende voor ogen houden: - lokaal wat kan en regionaal wat moet; - aantoonbare impact: niet de inspanning telt, maar het resultaat; - voelbaar (daders), herkenbaar (slachtoffers) en merkbaar (de samenleving); - oplossingsgericht en informatiegestuurd; - smeden van een brede veiligheidscoalitie; - lokale contextgedreven veiligheidsaanpak; - meer publiek vertrouwen; - slachtoffers centraal; - niet zaaksgericht maar persoonsgerichte aanpak. Voor 2013 zijn voor de teams Heerenveen en Stellingwerf meerdere activiteiten op de eerder genoemde prioriteiten en het lokaal integrale veiligheidsbeleid van de gemeenten Heerenveen, Ooststellingwerf en Weststellingwerf gepland. In dit plan worden deze activiteiten benoemd. Gedurende het jaar kan een aanpassing van deze activiteiten plaatsvinden. Bij de eerder gestelde prioriteiten zal dan telkens de vraag moeten worden gesteld of uitvoering ervan wel (volledig) haalbaar is. Onder prioriteiten wordt hier dan verstaan de extra capaciteit, scholing of expertise die aan een onderdeel van de reguliere taakuitvoering van de politieteams wordt besteed. Het betekent wel dat nog meer dan voorheen, het lokale bevoegde gezag zal worden gedwongen om op bestuurlijk niveau verantwoordelijkheid te nemen en keuzes te maken in wat wel en wat niet gedaan wordt. Deze keuzes worden tijdens de viermaandelijkse rapportagemomenten in de integrale veiligheidsrapportages gemotiveerd.
1
Regionaal beleidsplan Noord-Nederland 2013-2014 conceptversie 2.2 (28-06-2012)
3
Kwaliteit en dienstverlening Nergens is de frequentie van contacten tussen politie en burgers zo hoog en intensief als bij de uitvoering van onze taak bereikbaar en beschikbaar te zijn. Deze contacten vinden volgens de zogenaamde multichannel aanpak plaats. Daarbij kan de burger bijvoorbeeld aangifte doen via de telefoon, internet, in persoon aan de balie, op locatie, of op afspraak. Tevens wordt in 2013 het nieuwe dienstverleningsconcept geïmplementeerd, waarbij aangevers op de hoogte worden gesteld van de afloop van de aangifte.
Tevens is de politie 7 dagen gedurende 24 uur bereikbaar, bij meldingen van incidenten via de Meldkamer Noord Nederland en het Noordelijk Politieservicecentrum en hebben de teamleden een signalering- en adviesfunctie naar burgers en ketenpartners. Politie Noord Nederland wil de tevredenheid van burgers over deze contacten waar mogelijk graag verbeteren en werkt daarom continu aan verbetering van prestaties, professionaliteit en burgeroriëntatie, waarbinnen de competenties, houding, gedrag en vaardigheden van medewerkers een kritische succesfactor zijn. Veiligheidspartners kunnen inzet vragen van de deskundigheid Vreemdelingenpolitie, bij bijv. identiteitsvaststelling.
4
Opbouw en verbinding In onderstaand overzicht wordt een korte toelichting op de inhoud en totstandkoming van het jaarwerkplan gegeven. De volledig uitgewerkte onderwerpen volgens onderstaande toelichting zijn uitgewerkt onder de betreffende hoofdstukken in dit jaarwerkplan. Integrale veiligheidsonderwerpen In dit jaarwerkplan worden alleen de onderwerpen benoemd, die een verbinding hebben met het integrale veiligheidsbeleid van de gemeenten Heerenveen, Ooststellingwerf en Weststellingwerf. Hierdoor kan het voorkomen dat de nummering van de onderwerpen in de inhoudsopgave niet doorloopt. Alleen op de genoemde onderwerpen worden door het politieteam activiteiten ontwikkeld. De onderwerpen uit het integraal veiligheidsbeleid geven voor het politieteam aanleiding tot het definiëren van concrete activiteiten, welke op dit integraal veiligheidsbeleid aansluiten. Op deze wijze wordt synergie en optimaal rendement van gezamenlijke inspanningen bereikt. Deze activiteiten worden volgens het Veiligheidsmodel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten 2010 (het VNG-model 2010) in dit jaarwerkplan gecategoriseerd. Hierdoor wordt direct verbinding gemaakt met het Integraal veiligheidsbeleid van de gemeenten Heerenveen, Ooststellingwerf en Weststellingwerf, waarbij ook categorisering plaatsvindt volgens dit zogenaamde VNG-model 2010. Onderwerpen die niet in het bijzonder in het integrale veiligheidsbeleid worden benoemd, worden in overeenstemming met het Regionaal Meerjarenbeleidsplan Politie Noord Nederland 2011-2014, behandeld en uitgevoerd. Dit zijn onderwerpen waarvoor voor de politieteams niet een concrete doelstelling is gedefinieerd en er op lokaal gebied door het openbaar bestuur geen beleid op bestaat. Deze onderwerpen worden wel maandelijks gemonitord, ze hebben tijdens de dagelijkse werkzaamheden de aandacht van de politiemedewerkers en bij bijzondere fluctuaties op het onderwerp wordt analyse uitgevoerd en worden gerichte activiteiten gepland en uitgevoerd. Kwantitatieve normen In het integraal veiligheidsbeleid van de gemeenten kunnen normen voor de diverse incidentvormen worden opgenomen. Bron hiervoor is de wijkscan die de gemeente maakt. Kwantitatieve gegevens, gecategoriseerd volgens het VNG-model kunnen hiervoor bij Politie Noord-Nederland worden opgevraagd. Integrale Veiligheidsrapportage Jaarlijks maakt het openbaar bestuur van het teamgebied, wat bestaat uit een of meerdere gemeenten, driemaal een rapportage om geïnformeerd te blijven over de voortgang van het integraal veiligheidsbeleid en de doelen die daarin zij gesteld. Zij maakt na 4, 8 en 12 maanden de Integrale Veiligheidsrapportage van de betreffende gemeente(n) op. Hierin staan de doelen en de daarop behaalde resultaten van de gemeente, het Openbaar Ministerie, de daaraan gekoppelde activiteiten van de Politie Noord Nederland en andere relevante partners. Het doel van deze Integrale veiligheidsrapportage is het monitoren van zowel het Integraal veiligheidsbeleid van de betreffende gemeente(n) als de afspraken die hierover met het Openbaar Ministerie, de Politie Noord Nederland en andere relevante partners zijn gemaakt. Het jaarwerkplan van de politie komt qua categorisering overeen met de categorisering van de Integrale veiligheidsrapportage. Hierdoor is een directe verbinding tussen planvorming, voortgang en bijstelling mogelijk. In een jaar doen zich ontwikkelingen voor die wellicht tot bijstelling van het hiervoor genoemde beleid kunnen leiden. Dit kan gedurende het kalenderjaar voorkomen, maar de resultaten uit deze rapportage kunnen ook als input dienen voor het jaarwerkplan van het volgende kalenderjaar.
5
Inhoudsopgave Voorwoord.............................................................................................................................................2 Inleiding .................................................................................................................................................3 Jaarwerkplannen ..................................................................................................................................3 Kwaliteit en dienstverlening .................................................................................................................4 Opbouw en verbinding.......................................................................................................................5 Integrale veiligheidsonderwerpen ........................................................................................................5 Kwantitatieve normen...........................................................................................................................5 Integrale Veiligheidsrapportage...........................................................................................................5 1. Veilige Woon- en Leefomgeving .................................................................................................8 1.1 Thema sociale kwaliteit ............................................................................................................8 * Woonoverlast/Burengerucht en relatieproblemen ........................................................................8 * Overlast overspannen/gestoord persoon .......................................................................................8 * Drugsoverlast................................................................................................................................8 1.2 Thema Fysieke kwaliteit ...........................................................................................................9 * Vernieling .....................................................................................................................................9 1.3 * * * * * *
Thema Objectieve veiligheid/veel voorkomende criminaliteit ..................................................9 Diefstal/inbraak woning ...............................................................................................................9 Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen...............................................................................................9 Diefstal van fiets, bromfiets, snorfiets ........................................................................................10 Mishandeling/ * Bedreiging/ * Ruzie/vechtpartij .....................................................................10 Zeden ..........................................................................................................................................10 Huiselijk geweld.........................................................................................................................10
2. Bedrijvigheid en veiligheid .........................................................................................................11 2.1 Thema veilig winkelgebied .....................................................................................................11 * Winkeldiefstal / * Inbraak winkel..............................................................................................11 2.2 Thema Veilige bedrijventerreinen ..........................................................................................11 * Inbraak/diefstal uit bedrijven en kantoren ..................................................................................11 2.3 Thema Veilig uitgaan..............................................................................................................11 * Overlast horeca...........................................................................................................................11 2.4 Thema Veilige evenementen ...................................................................................................12 * Overlast evenementen.................................................................................................................12 2.5 Thema Veilig toerisme ............................................................................................................13 * Watergerelateerde criminaliteit ..................................................................................................13 3. Jeugd en veiligheid.......................................................................................................................13 3.1 Thema Overlastgevende jeugd......................................................................................................13 * Overlast jeugd.............................................................................................................................13 3.2 Thema Criminele jeugd/individuele probleemjongeren................................................................14 * Jeugdige verdachten ...................................................................................................................14 * Criminele jeugdgroepen .............................................................................................................14 3.3 Thema Jeugd, alcohol en drugs....................................................................................................15 3.4 Thema Veilig in en om de school..................................................................................................15 4. Fysieke veiligheid .........................................................................................................................15 4.1
Thema verkeersveiligheid .......................................................................................................15
6
* * * * * *
Verkeersongevallen letsel schade en dodelijke afloop ...............................................................15 Verkeersongevallen materiële schade.........................................................................................15 Parkeerproblemen en verkeersstremmingen ...............................................................................15 Snelheidsovertredingen ..............................................................................................................15 Rijden onder invloed ..................................................................................................................16 Overige verkeersaangelegenheden .............................................................................................16
4.2
Thema Brandveiligheid.......................................................................................................17
4.3 * * * *
Thema Milieu/externe veiligheid ............................................................................................17 Incidenten externe veiligheid......................................................................................................17 Incidenten m.b.t. flora en fauna ..................................................................................................17 Bedrijfsafval en -opslag..............................................................................................................17 Milieu en veiligheid....................................................................................................................17
5. Interne Veiligheid ..........................................................................................................................18 5.1 Thema Polarisatie en Radicalisering .....................................................................................18 * Terreurdaden/-dreiging................................................................................................................18 5.2 Thema Georganiseerde criminaliteit ......................................................................................18 * Drugshandel................................................................................................................................18 * Overige incidenten georganiseerde criminaliteit ........................................................................18
7
1. Veilige Woon- en Leefomgeving 1.1
Thema sociale kwaliteit
De sociale kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft betrekking op de ‘intermenselijke relaties’ in een buurt, dat wil zeggen: tussen bewoners en eventueel andere aanwezige personen. Belangrijke aspecten van de sociale kwaliteit zijn betrokkenheid van bewoners bij de buurt, de kwaliteit van sociale netwerken, de mate van informele sociale controle, e.d. De sociale kwaliteit kan onder druk komen te staan door verschijnselen als woonoverlast, burengerucht, drank- en drugsoverlast, overlast van prostitutie en overlast van zwervers. * Woonoverlast/Burengerucht en relatieproblemen • •
De overlastproblematiek is in kaart gebracht en wordt indien nodig bijgesteld. Er wordt gericht gesurveilleerd op overlastplaatsen, na samenspraak met buurtagent en wijksecretariaat. • Er wordt gereageerd op signalen vanuit de bevolking, gemeente, bedrijfsleven of andere partners, met betrekking tot overlast (Informatie Gestuurde Politie). Dit wordt in samenhang met partners opgepakt. • Er wordt geïnvesteerd op meldingen van geluidsoverlast die regelmatig binnenkomen, en bij ernstige overtredingen wordt apparatuur in beslag genomen. • Participatie in het “sociaal team”, zowel op het niveau van de stuurgroep als op meer uitvoerend niveau. • Handhaven bij het overtreden van een tijdelijk Huisverboden. Het opleggen van het Huisverbod is door de burgemeesters (deels)gemandateerd aan de politie. Heerenveen: • Buurtagenten dragen situaties aan die voor buurtbemiddeling (door bewoners zelf) in aanmerking komen. • Er is binnen het team een vast aanspreekpunt voor het moskee bestuur van de moskee in Heerenveen. • Politie participeert in integrale werkgroep ‘plankplan aanpak (woon)overlast’ Ooststellingwerf en Weststellingwerf: • De politie levert een bijdrage in de ontwikkeling van buurtbemiddeling in Ooststellingwerf. • De politie heeft in Weststellingwerf een signalerende functie en conform de werkafspraken wordt eventueel mediation ingezet.
* Overlast overspannen/gestoord persoon Het toezicht op de openbare orde is bij uitstek een gemeentelijke aangelegenheid, waarbij overlast een vaak voorkomende problematiek is en die plaatsvindt op basis van lokale behoeften, vertaald in integrale veiligheidsplannen. Het politieteam heeft de volgende activiteiten gedefinieerd: • Assistentie verlenen bij interne problemen die zich voordoen bij de GGZ in Heerenveen en aanverwante instellingen. Deze problemen doen zich in steeds grotere mate voor bij het verplaatsen/verzorgen van cliënten. Heerenveen: • Structureel overleg voeren samen met de gemeente en de GGZ in Heerenveen. Casuïstiek bespreekbaar maken. Ooststellingwerf en Weststellingwerf: • Ondersteuning en advies bij de inzet dorpencoördinator en samenwerking buurtagent.
* Drugsoverlast Het onderwerp verdovende middelen krijgt evenals voorgaand jaar verhoogde aandacht binnen het team. Samen met de gemeente wordt gezocht naar een antwoord op de vraag wat nodig is om het probleem niet alleen op een repressieve manier aan te pakken, maar ook ouders en scholen te betrekken bij dit onderwerp. Informatie Gestuurde Politie (IGP) vormt een belangrijke basis voor de aanpak van gebruik van alcohol en drugs.
8
•
Op specifieke dagen en tijdstippen van de week, waaronder de koopavond, worden het centrum en overlastlocaties meegenomen in de surveillance, om overlast hangjongeren (als ook drugsoverlast) aan te kunnen pakken. Er volgt registratie volgens een vaste methodiek in de politiesystemen. • De ontwikkelingen volgen die de gemeenten initiëren op dit onderwerp. Indien gewenst participeert de politie in een door de gemeente aangedragen aanpak. Heerenveen: • Participatie in de ketenaanpak GHB (‘plankplan ketenaanpak GHB-gebruik en handel’). • Drugspanden en overlastpanden worden in kaart gebracht en middels ‘het plankplan aanpak (woon)overlast’ aangepakt.
1.2 Thema Fysieke kwaliteit De fysieke kwaliteit van een buurt, wijk, kern heeft logischerwijze betrekking op fysieke kenmerken van de woonomgeving, in het bijzonder de inrichting, het onderhoud en beheer van de openbare ruimte. Meest algemeen gaat het bij dit thema om de vraag: hoe staat de openbare ruimte erbij? Hoe prettig is het wonen in de buurt gegeven die fysieke kwaliteit? Aspecten zijn dan onderhoud van groen, aanpak zwerfvuil, verlichting van achterpaden e.d.. Inbreuk op de fysieke kwaliteit maken onder meer vernielingen, graffiti, zwerfvuil en andere tekenen van verloedering. * Vernieling Het voorkomen en bestrijden van geweld, met als onderdeel vernieling, kent in de komende jaren een onverminderde prioriteit. Dit zijn geweldzaken die het dagelijks leven en welzijn van burgers in hoge mate verstoren en maatschappelijke onrust veroorzaken. • Analyseren van pieken en vervolgens planmatig optreden met nadrukkelijk inzet van de buurtagent als regisseur van deze problematiek. • Tijdens de horecadienst wordt op de aan- en afvoerroutes van het uitgaanspubliek extra gesurveilleerd.
1.3 Thema Objectieve veiligheid/veel voorkomende criminaliteit Bij dit thema gaat om de diverse, veelvoorkomende vormen van criminaliteit in de buurt, wijk, gemeente. Soorten criminaliteit die in elk geval bepalend zijn en uitgewerkt dienen te worden in de analyse, zijn woninginbraak, voertuigcriminaliteit en geweldscriminaliteit (waaronder huiselijk geweld). * Diefstal/inbraak woning • • • • • •
Aangiften van deze incidenten worden op locatie opgenomen en er wordt ten behoeve van de opsporing en de nazorg een herbezoek uitgevoerd (AWIOL). In 2011 is een Regionaal Woninginbrakenteam geformeerd. De evaluatie vindt in het najaar van 2012 plaats, dan wordt besloten of dit team gehandhaafd blijft. Vanuit het politieteam worden continue twee medewerkers geleverd aan het woninginbrakenteam. Er wordt opsporingsonderzoek uitgevoerd in het kader van forensische sporen. Er wordt analyse uitgevoerd bij trendontwikkeling. Uitvoeren planmatige aanpak, participatie in lokale ketenaanpak. Vanuit het project ‘Heterdaadkracht’ worden acties, zoals de ‘voetjesactie’ uitgevoerd i.s.m. de partners.
* Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen • • •
Er wordt opsporingsonderzoek uitgevoerd in het kader van forensische sporen. Er wordt analyse uitgevoerd bij trendontwikkeling. Aangiften van deze incidenten worden zoveel mogelijk op locatie opgenomen.
9
* Diefstal van fiets, bromfiets, snorfiets • Repressie; enerzijds controles en toezicht bij (fiets)handelaren en anderzijds inzet op diefstal en heling. De lokfiets kan hierbij worden ingezet (tijdens reguliere diensten zoals koopavond en horeca). • Een analyse uitvoeren bij pieken.
* Mishandeling/ * Bedreiging/ * Ruzie/vechtpartij Het voorkomen en bestrijden van geweld in al haar verschijningsvormen kent in de komende jaren een onverminderd hoge prioriteit. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan “klein” geweld; de eenvoudige mishandeling, dreiging door “geniepige” intimidatie. Dit zijn geweldzaken die het dagelijks leven en welzijn van burgers in hoge mate verstoren en maatschappelijke onrust veroorzaken. • Participeren in Burgernet. • Participeren in het “sociaal team”, zowel op uitvoerend als beleidsmatig niveau. • Toezicht houden in openbare ruimte bij koopcentra, horeca/uitgaanscentra, evenementen en in het kader van recreatie. • Uitvoeren en evalueren horecaconvenant • Geweldzaken kennen een hoge prioriteit en worden in samenwerking met de recherche opgepakt. • Aandacht blijven houden voor ontwikkelingen van (preventieve) maatregelen in het gebied. • Werken volgens het “geweldsprotocol” zoals afgesproken binnen de politie. • Bij stijging van het aantal incidenten geweld wordt het BCI gevraagd analyse uit te voeren, zodat het onderwerp gericht wordt aangepakt.
* Zeden Zedenmisdrijven worden behandeld door de zedenrechercheurs in de rechercheclusters met ondersteuning van bureau Jeugd-, Zeden- en Slachtofferzaken. • Zedenzaken worden geen plankzaken. • Zedenzaken worden volledig conform de landelijke richtlijnen afgehandeld. • Werken volgens “scenario maatschappelijke onrust bij geweldsdelicten in Fryslân”. • Ondersteuning en advies bij de uitvoering prostitutiebeleid. • Uitvoering convenant Regionaal Informatie en Expertisecentrum (RIEC)
* Huiselijk geweld Onder huiselijk geweld wordt in dit verband verstaan “bedreiging, belaging, lichamelijk, overig, psychisch en seksueel”. Gedefinieerde activiteiten zijn: • Afhandelen van huiselijk geweld in samenwerking met ketenpartners, waarbij de politie opspoort, signaleert en doorverwijst. • Binnen het team zijn een coördinator en een taakaccenthouder huiselijk geweld werkzaam. • Alle medewerkers basispolitiezorg behandelen aangiften van huiselijk geweld conform de protocollen “huiselijk geweld” en “eergerelateerd geweld”. • Uitvoeren van de Wet Tijdelijk Huisverbod. Er is sprake van (deels) gemandateerde bevoegdheid van de Burgemeesters aan de Hulpofficier van Justitie. Expertise is binnen het team volop aanwezig. • Registreren van de aantallen gevallen van huiselijk geweld, strafrechtelijke afdoeningen, en doorverwijzingen naar de hulpverlening. Ooststellingwerf en Weststellingwerf: • Alle huiselijk geweldzaken, waarbij minderjarigen betrokken zijn, worden in het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) ingebracht, zodat de hulpverlening kan worden afgestemd.
10
2. Bedrijvigheid en veiligheid 2.1 Thema veilig winkelgebied In het winkelgebied kunnen zich verschillende vormen van onveiligheid voordoen. Het gaat bijvoorbeeld om winkeldiefstal en zakkenrollerij maar ook om jongerenoverlast, vernielingen, fietsen en bromfietsen in voetgangersgebied en de mate van brandveiligheid van de gebouwen. Daarnaast kunnen zwerfvuil en andere tekenen van verloedering tot subjectieve onveiligheid leiden. * Winkeldiefstal / * Inbraak winkel •
Winkeliers adviseren hoe te handelen na een gepleegde winkeldiefstal (o.a. preventie en aangifte doen). • Behalve regulier toezicht wordt specifiek toezicht gepland voor de koopavond, koopzaterdag en collectieve koopzondag. Heerenveen: • Telefoonboom winkeliers wordt gestimuleerd (elkaar informeren bij onraad). • De buurtagent heeft ad hoc overleg met enkele winkeliers over de veiligheid in het centrum. Ooststellingwerf en Weststellingwerf: • Participatie en nakomen afspraken m.b.t. Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO)-convenant winkelcentrum Oosterwolde.
2.2 Thema Veilige bedrijventerreinen Onveiligheid op bedrijventerreinen kent zowel sociale als fysieke aspecten: bedrijfsinbraak, diefstal en vernieling aan de ene kant en aan de andere kant inrichting en onderhoud van de terreinen, verkeersveiligheid en tevens brandveiligheid (NB: ‘externe veiligheid’ ofwel veiligheid rond inrichtingen waarin gevaarlijke stoffen worden opgeslagen en/of bewerkt, is onderdeel van veiligheidsveld 4: Fysieke veiligheid). * Inbraak/diefstal uit bedrijven en kantoren • Een analyse uitvoeren bij pieken in inbraken in bedrijven en instellingen. Gerichte activiteiten plannen en uitvoeren. • Meldingen worden conform de richtlijnen aangepakt (melding, ter plaatse, aangifte opnemen, buurtonderzoek, inzet forensische dienst). Heerenveen: • Middels een convenant participeert het team in het Beheerteam, in het kader van het KVO op bedrijventerreinen “de Kavels/IBF”, “Bedrijventerrein Heerenveen-Noord” en “Bedrijventerrein Heerenveen-Zuid”). • Actief contact en relevatie informatie-uitwisseling Trigion
2.3 Thema Veilig uitgaan Uitgaansvoorzieningen hebben enerzijds een positief effect op de veiligheid: de sfeer in de gemeente verbetert er immers door. Maar er kunnen zich ook specifieke veiligheidsproblemen juist rond uitgaansvoorzieningen voordoen, zoals geweldpleging, overlast en vernielingen (eventueel vernielingen rond de zogenaamde (s)looproutes). * Overlast horeca • Er wordt toezicht gehouden in de openbare ruimte bij horeca/uitgaanscentra. • Tijdens het horecatoezicht wordt speciaal gelet op de aan- en afvoerroutes van stappers om vernielingen te voorkomen en/of verdachten aan te houden, hierbij wordt o.a. gesurveilleerd door bikers. • Periodieke evaluatie en bijstelling van het convenant “Veilig Uitgaan”. • Naar aanleiding van klachten of op verzoek van de gemeente, wordt de droge horeca gecontroleerd op de verkoop alcoholhoudende drank en overtreding van de sluitingstijd.
11
•
Indien nodig wordt de gemeente ondersteund bij het houden van controles op geluidsoverlast. • In samenwerking met de gemeente wordt toezicht gehouden op de uitvoering van het terrassenbeleid. • Er vindt gerichte horecatoezicht plaats in de nacht van zaterdag op zondag van 23.0007.00 uur. Heerenveen: • Ondernemers kunnen een beroep doen op de horecatelefoon die de politie bij zich draagt. Er is structurele samenwerking met portiers. • Participatie in het horecaoverleg, zowel op beleidsmatig als uitvoerend niveau. • Participatie in het specifieke voetbal horecaoverleg.
2.4 Thema Veilige evenementen Evenementen, zeker de grootschalige, kunnen behoorlijke veiligheidsrisico’s opleveren. Het is aan de organisator voorwaarden voor de veiligheid te realiseren en aan de gemeenten om de juiste voorwaarden te stellen en die te handhaven. De risico’s betreffen met name geweldpleging, overlast, vernieling en brandgevaar. * Overlast evenementen Evenementen Door de politie worden de gegevens van alle evenementen vastgelegd, zodat een regionaal overzicht kan worden gegenereerd. De omgeving van het evenement wordt in voorkomende gevallen als werkgebied gebruikt door het Verkeershandhavingsteam voor gericht verkeerstoezicht (snelheid, alcohol). • Buurtagenten hebben voorafgaande aan de jaarwisseling, een signalerende functie m.b.t. het in kaart brengen van gevaarlijke en overlastgevende situaties. • Voorafgaand aan de oud- en nieuw viering is er een integraal overleg met de brandweer, GGD/GHOR en gemeente, evenals een integrale evaluatie achteraf. Dit past binnen het concept ‘veilige jaarwisseling’ van de regio. • Op overlast van vuurwerk en carbid wordt actie ondernomen. • Er wordt toezicht gehouden in de openbare ruimte bij evenementen • Indien nodig wordt de gemeente ondersteund bij het houden van controles op geluidsoverlast en eindtijden van evenementen. • Er wordt ingezet op de jaarlijks terugkerende evenementen waarvoor een inzetplan is gemaakt. Heerenveen: • Er wordt conform het “protocol grootschalige evenementen” een risico-inventarisatie, een integraal vooroverleg en integrale evaluatie uitgevoerd bij grote evenementen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een risico-analysemodel dat ook is opgenomen in het protocol. Bij voetbalwedstrijden gebeurt dit samen met gemeente, organisator Betaalde Voetbal Organisatie (BVO) en hulpverleningsdiensten. • Participatie in het Convenant betaald voetbal sc Heerenveen in combinatie met het Veiligheidsoverleg sc Heerenveen. (lokale driehoek + sc Heerenveen en Veiligheidsregio). • Structureel contact onderhouden met relevante partners aangaande (sport)evenementen (in- en extern zoals het Centraal Informatiepunt Voetbalvandalisme, de KNVB en de KNSB). • Participeren in het project “hooligans in beeld” onder regie van het Veiligheidshuis Fryslân. Binnen het integraal veiligheidsbeleid krijgt de repressieve aanpak van de harde kern prioriteit • Het team zet in op handhaving van Stadion(omgeving)verboden (gebiedsverboden). • Naast de reguliere eredivisie wedstrijden is het programma van sc Heerenveen (zoals oefen- bekerwedstrijden, toernooi) niet altijd voorspelbaar. Dit heeft direct invloed op de capaciteit van het team. Hierdoor dienen keuzes te worden gemaakt.
Grootschalig politieoptreden (demonstraties, ordeverstoringen en rampen) Grootschalig politieoptreden is noodzakelijk in geval van grote evenementen, omvangrijke demonstraties, calamiteiten en rampsituaties. Ook een strafrechtelijk onderzoek kan leiden tot
12
een grootschalig politieoptreden2. Bij rampenbestrijding wordt multidisciplinair opgetreden in het kader van GRIP. Dat wil zeggen dat voorgeschreven processen worden uitgevoerd door gemeente, politie, brandweer en GGD/GHOR. Er zijn als regel veel uren mee gemoeid en maatschappelijk hebben zij de nodige impact (zowel positief als negatief). • In samenwerking met partners ontwikkelen van beleidsvernieuwingen (in- extern, regionaal/landelijk). • Deelname aan multidisciplinaire rampenoefeningen, zoals in het Abe Lenstra stadion en BRZO bedrijf Motip te Wolvega. Ooststellingwerf: • Politie voert de taken uit die voortvloeien uit de notitie Natuurbrand Drents Friese Wold, gebied Appelscha (evacuatieplan).
2.5 Thema Veilig toerisme Dit thema heeft betrekking op de onveiligheid die zich kan voordoen in en rond recreatiegebieden zoals strand- en duingebied, natuurgebieden, recreatieplassen en rond kampeerterreinen. De risico’s betreffen onder meer beroving, diefstal uit of van vaartuigen, geweldpleging, overlast en vernielingen. • Het team plant toezicht- en controleactiviteiten (o.a. door studenten) op diverse (probleem) locaties/onderwerpen, zoals toezicht Spokeplas te Noordwolde, Appelscha, Drents-Friese Wold en De Heide te Heerenveen.
* Watergerelateerde criminaliteit Toezicht en handhaving openbare orde blijft ’s zomers een taak van het team. • Overlast jeugd op/vanaf het water, wordt aangepakt volgens de procedure “waterfeiten minderjarigen”.
3. Jeugd en veiligheid 3.1 Thema Overlastgevende jeugd Dit thema heeft betrekking op de overlast van groepen jongeren. De groepen jongeren veroorzaken geluidsoverlast, kunnen intimiderend aanwezig zijn, laten zwerfvuil achter en plegen eventueel vernielingen en andere vormen van kleine criminaliteit plegen. Soms plegen ze ook zwaardere vormen van criminaliteit – het betreft dan zogenaamde ‘criminele jeugdgroepen’. * Overlast jeugd Verschillende organisaties houden zich met jeugdoverlast en jeugdcriminaliteit bezig, ieder beheert een deel van het proces, er is wederzijdse afhankelijkheid. (Het onderwerp maakt de komende jaren prioriteit uit binnen integrale veiligheid). De rol van de politie is essentieel; zij staat aan het begin van de keten, het proces start bij haar, anderen zijn dus afhankelijk van de kwaliteit van het politiewerk. Binnen het team zijn er twee jeugdcoördinatoren, die zich bezig houden met de jeugdgerelateerde problematiek. Daarnaast zijn er medewerkers in het team aangewezen die de jeugdcoördinator ondersteunen. Het politieteam heeft de volgende activiteiten gedefinieerd: • Toezicht houden op hangplekken, binnen de kaders van het integrale veiligheidsbeleid en het plan van aanpak dat is ontwikkeld op het gebied van jeugdoverlast. • Signalen uit de bevolking m.b.t. jeugdproblematiek worden ingebracht in de reguliere overlegstructuren met de relevante partners. 2
De noordelijke ME-organisatie, de gezamenlijke SGBO-staven en de uniforme implementatie van de Alertheidsregeling zijn in 2008 tot stand gekomen
13
•
De politie - in het bijzonder de buurtagenten en jeugdcoördinatoren - treedt op als schakel en adviseur voor hulpverleners in die gevallen dat ingrijpen aan de orde is, zowel in het kader van openbare orde als bij individuele ontsporingen. • Aan de hand van signalen en gedegen onderzoek kunnen zgn. plankplannen met diverse maatregelen voortkomen zoals intensief toezicht samenscholing, preventief fouilleren en gebiedsverboden. • Op aanvraag participeren in het zorgoverleg scholen (ZAT). • Elke school voor het voortgezet onderwijs heeft een contactpersoon vanuit de politie. • Jongeren benaderen volgens het door het team ontwikkelde “bejegeningprofiel en tolerantiegrenzen”; vriendelijk als het kan, daadkrachtig als het moet. • Samenwerking met het Landelijk Expertise Centrum Diversiteit in het kader van het bejegeningprofiel (allochtone) jongeren. • In kaart brengen van de diverse jeugdgroepen: hinderlijke, overlastgevende en criminele groepen, volgens de Beke methode. In Heerenveen wordt dit besproken in het Centre Court overleg en in de andere gemeenten zijn hier ook afstemmingsoverleggen voor. Heerenveen: • Participatie in het Centre Court overleg door de jeugdcoördinator en in het Beleidsoverleg Jeugd door de operationeel leidinggevende. • Deelname in het casusoverleg GHB-gebruikers. Ooststellingwerf en Weststellingwerf: • De jeugdcoördinator participeert in het kernteam CJG • De buurtagent heeft maandelijks spreekuur in het Stellingwerf college te Oosterwolde.
3.2 Thema Criminele jeugd/individuele probleemjongeren Hier staan de individuele probleemjongeren centraal. Het gaat daarbij vooral om de jongeren met meerdere antecedenten – eventueel zgn. ‘veelplegers’ – die in diverse opzichten de maatschappelijke aansluiting hebben verloren. Ze vormen de harde kern van jeugdgroepen en plegen verschillende vormen van criminaliteit. Het systematisch voorkomen en terugdringen van jeugdcriminaliteit blijft voor 2012 één van de speerpunten. Als zodanig is dit een voortzetting van het beleid dat in 2003 is ingezet. De pakkans moet verder groeien, de doorlooptijd van afhandeling korter en de consequenties van crimineel gedrag voor jongeren moeten nog duidelijker zijn dan thans het geval is. Uitgangspunt is het afbreken van de criminele carrière als dit nog kan. * Jeugdige verdachten • In tenminste 80% van de betreffende zaken wordt het proces-verbaal tegen een jeugdige verdachte binnen 30 dagen na het eerste politieverhoor aan de officier van justitie gezonden. • In tenminste 80% van de in aanmerking komende zaken vindt binnen 7 dagen na het politiecontact (door)melding aan HALT plaats. • Afhandeling van verdachten jonger dan 12 jaar via een zorgmelding. • Bureau Coördinatie&Informatie zorgt voor het opnemen van belangrijke informatie met betrekking tot (jeugdige) veelplegers in de dagelijkse briefing. Heerenveen: • Intensieve trajectbegeleiding van harde kern jongeren. Ooststellingwerf en Weststellingwerf: • Ondersteuning en advies bij de ontwikkeling / uitvoering Persoonsgericht aanpak (aanpak Haulerwijk doortrekken naar andere dorpen). • Een signalerende rol met betrekking tot het gebruik hiervan in keten en containers. • Minderjarige verdachten worden als signaal ingebracht in het kernteam CJG.
* Criminele jeugdgroepen Algemeen: • Alle minderjarige veelplegers hebben een adoptieagent.
14
3.3 Thema Jeugd, alcohol en drugs Verschijnselen die binnen dit thema vallen zijn onder meer de als zodanig genoemde zuipketen (soms ook caravans), hinderlijk gebruik van alcohol in de openbare ruimte en dito gebruik van drugs (dit laatste leidt soms tot een zgn. blowverbod, te regelen via de APV). • Maatwerk aanpak zuipketen (bijvoorbeeld handhaving, convenant, gedogen). • Participatie in de uitvoering van de nieuwe Drank en Horecawet. Heerenveen: • In Heerenveen geldt een blow- en alcoholverbod op de openbare weg en openbare plaatsen, op aanwezen locaties. • Bijdrage aan de uitvoering van gemeentelijk beleid jeugd en genotmiddelen.
3.4 Thema Veilig in en om de school Jeugd kan dader zijn en slachtoffer van onveiligheid – thuis, in de buurt, bij het stappen maar ook op school. Mogelijke veiligheidsproblemen op en rond scholen zijn pesten, geweldpleging, diefstal, overlast (voor omwonenden), vernielingen en verkeersonveiligheid. • Contact onderhouden met de leerplichtambtenaar met betrekking tot schoolverzuim van jeugdigen. Heerenveen en Ooststelingwerf: • Participatie in het schoolconvenant (voortgezet onderwijs) over o.a. grensoverschrijdend gedrag (Project Veiligheid in en om de school).
4. Fysieke veiligheid 4.1 Thema verkeersveiligheid Verkeersveiligheid heeft betrekking op de veiligheid van verkeer voor verkeersdeelnemers in het algemeen, voor specifieke doelgroepen en in bepaalde gebieden (woongebied, scholen, winkelgebied e.d.) Deze veiligheid wordt beïnvloed door specifieke factoren(infrastructuur) en het rijgedrag van verkeersdeelnemers. Onderscheiden kunnen worden objectieve verkeersveiligheid, subjectieve verkeersveiligheid en verkeer- en parkeeroverlast. * Verkeersongevallen letsel schade en dodelijke afloop • •
Botsen is blazen; bij elk ongeval waar de politie ter plaatse komt, wordt bij de betrokkenen een blaastest op alcoholgebruik afgenomen. Bij alle aanrijdingen met zwaar letsel en/of dodelijke afloop wordt onderzoek uitgevoerd door team Verkeersongevallenanalyse (VOA).
* Verkeersongevallen materiële schade • Botsen is blazen; bij elk ongeval waar de politie ter plaatse komt, wordt bij de bestuurders een blaastest op alcoholgebruik afgenomen. * Parkeerproblemen en verkeersstremmingen Bij evenementen, waarbij afwijkend verkeer en/of verkeersstromen worden verwacht, wordt ingezet en gehandhaafd. * Snelheidsovertredingen • •
Op klacht-, overlast-/risicolocaties worden controles op snelheid uitgevoerd na overleg met de wegbeheerder. Bij extreme snelheidsovertredingen wordt een mededeling naar het CBR uitgebracht leidend tot een EMG (educatieve maatregel gedrag).
15
Heerenveen: • De racerij van motoren op het klaverblad A32/A7 continueren, in samenwerking met het Bureau Verkeershandhaving en overige partners. Weststellingwerf: • Plan van aanpak snelheidsovertredingen samen met partners (burgerparticipatie). • Op klacht-, overlast- en risicolokaties, ook op 30 km en 60 km zones, worden snelheidscontroles uitgevoerd. • De werkwijze “Subjectieve onveiligheid” wordt gehanteerd, waarbij beter ingespeeld wordt op het onveiligheidsgevoel van de burgers (met name snelheidsovertredingen).
* Rijden onder invloed • Bij elk misdrijf van rijden onder invloed (art. 8 wegenverkeerswet) en verkeersgevaarlijk gedrag (art. 5) wordt bekeken of een procedure invordering rijbewijs kan plaatsvinden. • Bij ieder verkeersongeval, waarbij inzet van politie is, wordt een ademtest afgenomen. • Bij rijden onder invloed wordt naast de toetsing aan invorderingscriteria ook getoetst aan de criteria van de EMA (educatieve maatregel alcohol) • Het team participeert in de regionale alcoholcontroles. • Het team houdt gerichte alcoholcontroles, waarbij enkele controles aansluiten op een voetbalwedstrijd van SC Heerenveen of een ander evenement.
* Overige verkeersaangelegenheden •
Medewerking wordt verleend aan de actie “wij gaan weer naar school”, d.m.v. toezicht op (brom)fietsende jeugd bij het naar school gaan. • Het praktisch verkeersexamen wordt afgenomen op diverse basisscholen (in samenwerking met VVN). • De aandacht voor verkeersonveilig gedrag van jongeren heeft de komende jaren prioriteit. • Onaangepast verkeersgedrag wordt getoetst aan de criteria voor een EMG en Richtlijnen maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid, (artikel 130 Wegenverkeerswet). • Er worden bromfietscontroles uitgevoerd. • Er wordt controle uitgevoerd op het recreatieverkeer (o.a. campers, caravans) • Naast deze controles worden motordagen georganiseerd (politiemotoren), waarop gecontroleerd wordt op alle voorkomende zaken t.a.v. algemeen verkeerstoezicht. Ook kan op specifieke aandachtsgebieden gecontroleerd worden. • Op overlast-/risicolocaties worden controles op Helm, Gordel, Roodlicht, Alcohol en Snelheid uitgevoerd, evenals de landelijke speerpunten zoals afleiding door bellen en navigeren. De buurtagent vervult hierin de regierol in samenwerking met de coördinator verkeer van het team. • Gedurende de wintermaanden worden tijdens surveillances frequent gerichte verlichtingscontroles gehouden. • Opleiden van verkeersregelaars en verkeersbrigadiers (afhankelijk van de aanvraag). • Begeleiding politiemotoren dag voor mensen met een verstandelijke beperking. • Structureel overleg (deels verplicht) met gemeentelijke-, provinciale- en rijkswegbeheerders en andere externen (bij verkeersmaatregelen, wijziging in bv. infrastructuur, evenementen). • Met Bureau Verkeershandhaving is afgesproken dat zij ondersteuning leveren in het teamgebied. • Er wordt aangesloten bij de landelijke verkeerscampagnes (o.a. landbouwvoertuigen). Heerenveen: • Binnen integrale veiligheid heeft het verbeteren van het evenementenverkeer en – parkeren de komende jaren prioriteit. (waaronder het gericht handhaven door politie en BOA’s van parkeerverboden bij evenementen) Ooststellingwerf en Weststellingwerf: • Participatie preventiemaatregelen alcohol en verkeer Weststellingwerf. • Participatie bij de verkeersdag op het Liudger- en Stellingwerfcollege.
16
4.2 Thema Brandveiligheid Binnen integrale veiligheid krijgt brandveiligheid de komende jaren extra aandacht in die zin dat steeds meer wordt ingezet aan de voorkant waarbij gebruik gemaakt wordt van het concept ‘brandveilig leven’. Hoewel geen directe taak van het team, zou dit mogelijk een effect kunnen hebben op het aantal brandstichtingen.
4.3 Thema Milieu/externe veiligheid Binnen de teams team zijn er twee taakaccenthouders milieu groen en twee taakaccenthouders milieu grijs aanwezig. Op de hieronder genoemde onderwerpen worden activiteiten uitgevoerd: * Incidenten externe veiligheid •
•
Naar iedere melding van import van of illegale handel in vuurwerk wordt onderzoek ingesteld (milieu grijs). In de maanden voorafgaand aan de jaarwisseling wordt er capaciteit beschikbaar gesteld t.b.v. de bestrijding van overlast en illegale handel in vuurwerk.. In samenwerking met de gemeenten vinden controles plaats bij vuurwerkopslag en vuurwerkverkooppunten.
* Incidenten m.b.t. flora en fauna Milieu groen • Het team voert gezamenlijk met ketenpartners controles uit ten behoeve van de toezichtkringen natuurhandhaving. In het kader hiervan vinden er veld-, visserij en gebiedscontroles plaats. Bij overtreding volgt een proces-verbaal misdrijf of overtreding. • Binnen het team is een medewerker specifiek deskundig betreffende de aanpak van dierenleed en –mishandeling. Milieu grijs • Het team voert verschillende controles uit op het gebied van milieu, zoals mest, huishoudelijk afval, illegale storting etc. • Toezicht op het afsteken van consumentenvuurwerk buiten de toegestane periode. • Naar iedere melding van overlast van vuurwerk wordt zoveel mogelijk onderzoek ingesteld en repressief opgetreden.
* Bedrijfsafval en -opslag •
Participatie bij regionale afvaltransportcontroles.
* Milieu en veiligheid Controle en opsporing bij milieudelicten hebben een strafrechtelijke (OM) en een bestuurlijke invalshoek (gemeente, provincie, rijk). Gedefinieerde activiteiten zijn: •
• • •
Volgens werkafspraken (Handhaving- en Toezichtmodel) wordt samengewerkt met de gemeente. De gemeente maakt een nieuw Handhavingsbeleid met daarin o.a. de afspraken over de verdeling van toezichttaken tussen gemeente en politie; afstemming met de politie over ‘wie doet wat op welke momenten’. Participatie regionale milieuvluchten (team levert opstapper). Deelname lokaal milieuoverleg. Voor 2013 wordt het toezicht op het uitrijden van mest geïntensiveerd.
17
5. Interne Veiligheid 5.1
Thema Polarisatie en Radicalisering
* Terreurdaden/-dreiging •
Tijdens de Pinksterlanddagen in Appelscha kan er sprake zijn van radicale dierenactivisten. Hierop wordt actie ondernomen.
5.2 Thema Georganiseerde criminaliteit Bij dit thema gaat het om vormen van georganiseerde criminaliteit die zich manifesteren in binnensteden/op gemeentelijk grondgebied en die in bepaalde mate gebruik (misbruik) maken van gemeentelijke voorzieningen en beschikkingen (waaronder vergunningen en aanbestedingen). Sprake is van verweving van onder- en bovenwereld en vaak ook van ‘witwassen’. Misdaadbranches die het betreft zijn vooral drugshandel, vastgoedfraude en mensenhandel. Friesland moet onaantrekkelijk zijn om criminele activiteiten te ontplooien door georganiseerde misdaad en illegale handelaren. Een hoge pakkans en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel dragen daaraan bij. * Drugshandel Er is een toename van het gebruik van softdrugs en GHB en in mindere mate van harddrugs (met name XTC). Bij dat laatste is er een relatie met geweld op straat en in horecagelegenheden. Bij drugscriminaliteit wordt maximaal gebruik gemaakt van het middel “ontneming financieel voordeel”. De politie - in het bijzonder buurtagenten en jeugdcoördinatoren - treedt op als schakel en adviseur voor hulpverleners in die gevallen, dat ingrijpen aan de orde is, zowel in het kader van openbare orde als bij individuele ontsporingen. • Bestrijden van handel in drugs (als regel softdrugs en GHB) op en rond scholen en jeugdcentra. • Bestrijden van drugs(overlast)panden, n.a.v. klachten vanuit de wijken die binnenkomen bij de buurtagent. Na een melding wordt altijd een onderzoek ingesteld. • Drugsproblematiek heeft een prioriteit in combinatie met overlastsituaties. • Bestrijden en oprollen van hennepkwekerijen. Dit is zowel een regionale als landelijke prioriteit. Er is expertise binnen het team op dit gebied. • Bij het ontmantelen van hennepkwekerijen wordt ook gekeken naar wederrechterlijk verkregen voordeel. Daar waar dit van toepassing is, zal tevens een proces verbaal ontneming opgesteld worden. • Stelselmatig controleren van de vier coffeeshops op naleving van AJOHG-voorwaarden (tenminste vier maal per jaar). Bij verdenking wordt een onderzoek opgestart.
* Overige incidenten georganiseerde criminaliteit - Mensenhandel / mensensmokkel en prostitutie / Kinderporno en kinderprostitutie Het aantal controles op legale seksinrichtingen zijn er zes per jaar. De behandeling van mensenhandel - in samenhang met mensensmokkel – is een taak van het Mensenhandelinterventieteam. Het Mensenhandelinterventieteam (MIT) houdt zich onder meer bezig met de bestrijding van jeugdprostitutie. Het team richt zich zowel op de controle op seksinrichtingen als op de bestrijding van illegale prostitutie, mensenhandel en jeugdprostitutie. Doel van de controle in de seksinrichtingen is bestrijding van minderjarigheid, mensenhandel en illegaliteit in de prostitutie. Het team levert capaciteit aan het MIT. Bij lokale controles wordt ook de buurtagent betrokken. Kinderpornografiezaken worden volgens de landelijke richtlijnen van het College van Procureurs Generaal afgehandeld.
18
- Bij alle aangehouden verdachten wordt een identiteitonderzoek uitgevoerd middels een idscan aan de zogenaamde Progriszuil in het politiebureau. - Van de in PSH-V geregistreerde identiteitsonderzoeken voldoet 87% in 2014 aan de afgesproken kwaliteitseisen. - Bij alle naar het OM verzonden pv’s met een niet Nederlander als verdachte wordt de nietNederlander voorzien van een vreemdelingennummer.
- Fraude en witwaspraktijken Politie Noord Nederland geeft inhoud aan deze component door haar tactisch rechercheurs te scholen in herkenning van fraude en het maken van ontnemingsvoorstellen in alle daarvoor in aanmerking komende misdrijfzaken. • In alle daarvoor in aanmerking komende misdrijfzaken wordt een ontnemingvoorstel gemaakt.
- Vuurwapens •
•
Elke melding op het gebied van vuurwapens wordt onderzocht. Minimaal 1 keer per jaar vindt in het kader van de Wet Wapens en Munitie een controle en eventueel een hercontrole plaats van alle (dus 100%) bezitters van legale wapens (bijzondere wetten). Aantal Wapencontroles: Heerenveen 129; Ooststellingwerf en Weststellingwerf 263. Aanvraag voor een wapenvergunning vindt volgens de vastgestelde procedure plaats.
19