BEDRIJVENTERREINVISIE 2010-2020 GEMEENTE HEERENVEEN
Haskerveen
IBF
De Kavels
Kanaal
Gemeente Heerenveen Dienst Visie en Ontwikkeling, Afdeling Visie en Beleid Vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2
Totstandkoming van deze nota Aanleiding Proces
3 3 3
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Economische ontwikkeling in Heerenveen Economisch beleid Economische ontwikkeling breed Imago van Heerenveen Werkgelegenheidsontwikkeling Innovatiepotentieel
4 4 4 5 6 7
3. 3.1 3.2 3.3
Beleid op het gebied van bedrijventerreinen Rijksbeleid Noordelijk en provinciaal beleid Gemeentelijk en regionaal beleid
8 8 8 10
4.
Trends en ontwikkelingen op het gebied van bedrijventerreinen en sectoren
13
5. 5.1 5.2 5.3
Bedrijventerreinen Huidig aanbod en plannen Concurrentiepositie Uitgifte van bedrijventerrein
16 16 17 19
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Scenario‟s behoefteraming en confrontatie met het aanbod Behoefteraming algemeen Behoefteraming voor Heerenveen Confrontatie vraag-aanbod Conclusies
20 20 20 21 22
7.
Visie op de toekomst: Duurzaamheid en doorgroeien
24
Bijlagen in apart bijlagenrapport
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 2 van 29
1.
Totstandkoming van de visie op bedrijventerreinontwikkeling
1.1. Aanleiding Heerenveen kent geen afzonderlijke bedrijventerreinvisie. De belangrijkste kaders voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen zijn opgenomen in de “Integrale visie HeerenveenSkarsterlân: Ruimte voor de toekomst” uit 2005. Uitgangspunt in deze visie was het doortrekken van de groei uit de afgelopen jaren, met na 2015 een aftopping van de groei van 15%. In de integrale visie zijn diverse ontwikkellokaties aangewezen, waarmee in de geraamde behoefte tot 2030 zou kunnen worden voorzien. Onze ambitie om een stevige economische groei door te blijven maken staat onverkort overeind, maar de ontwikkelingen van de laatste tijd nopen tot een herijking van de visie op bedrijventerreinontwikkeling. Vanuit het Rijk en de provincie worden de kaders voor bedrijventerreinontwikkeling opnieuw gesteld. Mooi Nederland, het advies van de commissie Noordanus en de taskforce herstructurering bedrijventerrein en het convenant tussen Rijk, IPO en VNG hebben als uitgangspunt dat versnippering, verstening en verrommeling van het landschap zoveel mogelijk moeten worden voorkomen. Om te borgen dat zuiniger met ruimte wordt omgegaan worden afspraken gemaakt over het hanteren van een lagere behoefteraming en het toepassen van de SER-ladder. Daarnaast moet bij de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen nadrukkelijk regionale afstemming worden gezocht. In de provinciale verordening Ruimte (voorontwerp, 2010) geeft de provincie aan dat uitbreidingen of nieuwe bedrijventerreinen dienen te passen binnen een door GS geaccordeerd (bij voorkeur regionaal) bedrijventerreinenplan. Deze gemeentelijke visie is gebruikt als input voor het Bedrijventerreinenplan 2010-2020 regio Zuidoost Fryslân. Daarnaast zijn er diverse trends in de maatschappij zichtbaar, zoals het “nieuwe werken”, die gevolgen zullen hebben voor de aard van de werkgelegenheid en de daarbij behorende ruimtebehoefte. Heerenveen faciliteert relatief veel bovenregionale vestigers en de werkgelegenheidsontwikkeling is over een lange periode gunstig geweest. Wij vinden het van belang onze rol voor de regionale economische ontwikkeling te kunnen blijven waarborgen. Deze ambitie onderbouwen we door een visie op de ontwikkeling van bedrijventerreinen. De nieuwe visie geeft een beeld van de te verwachten marktvraag en verwoordt onze input in de noodzakelijke regionale afstemming. Daarmee stelt de visie ons in de gelegenheid strategische keuzes te maken met betrekking tot de in de integrale visie aangegeven toekomstige werkgebieden in het algemeen en met betrekking tot de voor bedrijventerreinontwikkeling aangekochte gronden voor onder meer Klaverblad Noordoost. 1.2 Proces Bij het opstellen van deze visie is gebruik gemaakt van de expertise van het bureau STEC. Zij hebben zich geconcentreerd op de analyse van de vraagontwikkeling en de concurrentieanalyse. Daarbij zijn ook diverse experts benaderd die vanuit hun eigen expertise zicht hebben op de markt voor bedrijventerreinen. Verder hebben we gebruik gemaakt van veel achtergrondmateriaal (bijlage A). Ook zijn er gesprekken gevoerd met de gemeentelijke ondernemersverenigingen (OKH voor de kern Heerenveen, HNI Jubbega/Hoornsterzwaag, Ondernemersvereniging De Knipe en ONMKB) en is er een aantal brainstormsessies geweest met een groep ondernemers (de acquisitieclub). Deze gemeentelijke visie is gebruikt als input voor het Bedrijventerreinenplan 2010-2020 regio Zuidoost Fryslân. Beide zijn op 28 maart 2011 vastgesteld in de gemeenteraad.
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 3 van 29
2.
Economische ontwikkeling in Heerenveen
2.1. Economisch beleid Het sociaal-economisch beleid van de gemeente Heerenveen (SEB 2006) is gericht op het versterken van de economie van Heerenveen. De strategie die wordt gehanteerd is inzetten op diversificatie. Dit houdt in dat wij het economisch belang van zoveel mogelijk activiteiten willen versterken. Daarmee willen we het economisch draagvlak van Heerenveen robuuster maken en minder gevoelig voor conjuncturele schommelingen. De rol van de gemeente is er vooral één van netwerken en verbinden. We kunnen de juiste voorwaarden scheppen door positieve ontwikkelingen aan te jagen en te stimuleren en door verbindingen te leggen tussen allerhande partijen. Een intensief contact met het bedrijfsleven is voor het vervullen van deze rol van groot belang. De laatste jaren hebben we vooral ingezet op samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid (de 3O‟s), acquisitie en relatiebeheer, innovatie en duurzaamheid en toerisme. Ook de komende jaren blijven dit speerpunten. In het collegeprogramma 2010-2014 ”Sociaal en ondernemend, nu en in de toekomst” geeft het college aan dat investeringen in infrastructuur van groot belang zijn voor een goede economische ontwikkeling en een optimaal vestigingsklimaat. Verder ziet het college dat het MKB de belangrijkste motor voor de werkgelegenheid is, en van groot belang voor het aantrekken van nieuwe bedrijven. Het permanent investeren in een goede relatie met bedrijven is dan ook vanzelfsprekend Bedrijvigheid in dorpen en op het platteland heeft daarnaast een functie voor de leefbaarheid. Bestaande bedrijven moeten op een verantwoord schaalniveau en met inachtneming van de landschappelijke kwaliteit in staat worden gesteld door te groeien op de bestaande locatie. Aandacht voor het cultuurhistorisch erfgoed is een aspect van duurzaamheid en kan de gemeente aantrekkelijker maken (evenals voldoende toeristische voorzieningen en bedrijvigheid). Bedrijven worden gestimuleerd om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Het college wil als makelaar optreden om bedrijfsleven en onderwijs bij elkaar te brengen. Het college wil in staat blijven voldoende en gevarieerde werkgelegenheid te behouden en aan te trekken. Daartoe moeten vraag en aanbod van bedrijventerreinen in beeld worden gebracht, evenals ontwikkelingen op het gebied van kleinschalige werkgelegenheid, thuiswerken en locaties voor wonen werken. 2.2 Economische ontwikkeling breed In het Elsevieronderzoek naar economische toplocaties (2009) staat Heerenveen op de 23 e plaats, met een rapportcijfer van ruim 7,4. Onderstaand een vergelijking. In deze cijfers is gekeken naar de feitelijke ontwikkeling op het vlak van: -Structuur van de bedrijvigheid: het aantal banen per duizend inwoners, onderscheiden naar tien economische sectoren. -Structuur 'overig': de voorraad bedrijventerreinen en kantoorruimte, het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, het deel ervan dat werkt, toegevoegde waarde en productiviteit. -Groei van de bedrijvigheid: de ontwikkeling van de werkgelegenheid voor tien sectoren. -Groei 'overig': het aantal starters in tien sectoren, nieuwbouw en leegstand van kantoren, uitgifte van bedrijventerreinen, de groei van bevolking en potentiële beroepsbevolking. Gemeente
Rangorde 2009
Rangorde 2000
Zwolle Assen
1 12
3 36
Heerenveen Groningen
23 29
69 27
Meppel
35
14
Leeuwarden
51
19
Sneek
54
109
Skarsterlân
69
88
Smallingerland
77
100
De zogenoemde Noordelijke ontwikkelingsas verbindt Sint Petersburg, Helsinki, de Baltische Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 4 van 29
staten (Estland, Letland en Litouwen), de Øresundregio, Polen, Hamburg / Bremen en de Randstad met elkaar. Noordoost-Europa is de laatste tien jaar de best presterende Europese regio op het gebied van groei, innovatie en onderwijs. De regio´s op de Noordelijke Ontwikkelingsas hebben veel overeenkomsten, zoals een hoog opgeleide beroepsbevolking, veel kennisintensieve bedrijvigheid, universiteiten en aantrekkelijke, historische binnensteden (Hanze). Ook economisch gezien vertonen de gebieden veel overeenkomsten, zoals de maritieme handel en de focus op logistiek. Er is veel innovatie, vooral in sectoren als life sciences, agri-business, energie, duurzaamheid en ICT. Voor het Noordelijk bedrijfsleven is de Noordelijke Ontwikkelingsas interessant omdat het dichtbij is en een toegankelijke markt heeft. Qua markt en cultuur laat het zich goed vergelijken met Noord-Nederland. Het gebied is daardoor ook interessant voor de beginnende exporterende onderneming. Heerenveen ligt centraal tussen de Randstad en Hamburg/Bremen. Deze ligging biedt volop potentie. In de visie “Noorderlicht” van de Kamer van Koophandel wordt geschetst dat er in het Noorden één stedelijk kernsysteem zou moeten worden ontwikkeld, waarbinnen de het overgrote deel van de Noordelijke diensteneconomie zich versneld verder kan ontwikkelen. Deze Noordelijke Conurbatie, de „Vlinder‟, omvat de kernsteden Leeuwarden, Sneek, Heerenveen, Drachten, Groningen en Assen en bevat bijna één miljoen inwoners. Heerenveen is in deze visie benoemd als ontwikkelingslokatie voor wonen en bedrijventerreinen. De ontwikkeling binnen de conurbatie zal deels de huidige kernzones volgen. Voor hoogwaardige activiteiten en voor de kwaliteit van leven en wonen is het kernzonebeleid echter verouderd en zal met name de overlap tussen stadsgewesten en het landschappelijk en recreatief systeem meer strategisch kunnen worden uitgebuit. Op het gebied van recreatie worden als highlights onder meer de Friese Meren en Drents Plateau en Sportstad Heerenveen genoemd. De economische potenties van deze gebieden en faciliteiten zijn groot omdat de populariteit van toerisme, recreatie, tweede woningbezit en woonwerkcombinaties in “leisure rich” areas structureel toeneemt. 2.3 Imago van Heerenveen als vestigingsplaats Het imago van Heerenveen is relatief sterk. Uit onderzoek van MKB-noord, Kamer van Koophandel en HanzeConnect uit 2008 blijkt dat Heerenveen bij ondernemers van buiten de gemeente op het gebied van imago van alle gemeenten in het Noorden het hoogste scoort. In 2006 was dit ook al het geval. In de landelijke lijst scoort alleen Eindhoven hoger dan Heerenveen als het gaat om imago als vestigingsplaats. Onderstaand de top 10 en de positie van een aantal andere gemeenten. Top 10 Imago 2008 1 2
gemeente Eindhoven Heerenveen
Score overige gemeenten 2008 12
gemeente
14
Skarsterlân
Smallingerland
3 4
Breda Utrecht
18 26
Assen Leek
5
Zwolle
43
Noordoostpolder
6
Amersfoort
45
Meppel
7
Sneek
59
Haren
8
Den Bosch
61
Steenwijkerland
9
Maastricht
65
Groningen
Apeldoorn
72
Hoogeveen
10
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 5 van 29
2.4 Werkgelegenheidsontwikkeling Heerenveen functioneert als economische motor voor een grotere regio. De werkgelegenheidsontwikkeling over de afgelopen jaren is voortdurend relatief gunstig geweest, alleen in 2010 was een zeer beperkte afname te zien (55 ft banen). In onze gemeente nam de werkgelegenheid toe van circa 17.400 (in 2001) naar 20.300 (in 2010), een groei van 17%. Ook Skarsterlân, Sneek en Bolsward zijn de afgelopen 10 jaar procentueel sterke groeiers gebleken in vergelijking met andere Friese gemeenten. In de hele provincie was sprake van een groei van 12%. Landelijke cijfers en cijfers op coropniveau geven het volgende beeld. In 2008-2009 is de werkgelegenheid in Nederland met 0,3% gegroeid. De drie coropgebieden met de hoogste groei zijn Zaanstreek (+2,8%), Groot Amsterdam (+2,1%) en Zuidoost Friesland (+2,0%). Heerenveen en Skarsterlân zitten in dit coropgebied. Wanneer we naar de opbouw van de werkgelegenheid in de sectoren kijken ontstaat het volgende beeld. In bijlage B vindt u een uitgebreider overzicht. De figuur hiernaast geeft de Overige dienstverlening 100% procentuele verdeling van de Gezondheids- en welzijnszorg werkgelegenheid in de 90% verschillende sectoren weer in de Onderwijs 80% jaren 2001 en 2010. In 2001 was Openbaar bestuur en overheid 70% de industrie nog de belangrijkste Zakelijke dienstverlening 60% werkgever in Heerenveen, 19% Financiële instellingen van de werkgelegenheid was daar 50% Horeca te vinden. Het belang van deze 40% Vervoer, opslag en communicatie sector is afgenomen, de 30% gezondheidsen welzijnssector is Handel en reparatie nu met bijna 3700 fulltime banen 20% Bouwnijverheid de grootste werkgever (18%). De 10% Nutsbedrijven industrie volgt daarna met bijna Industrie/delfstoffenwinning 0% 3200 fulltime banen (16%) en Landbouw/visserij 2001 2010 daarna komen de handel en reparatie (ruim 3100 banen) en de zakelijke dienstverlening (ruim Bron: provincie Fryslân, 2011 2500 banen). Grootste groeiers in Heerenveen zijn de zakelijke dienstverlening (+bijna 1300 ft banen), onderwijs (+ 700 banen) en vervoer (+500 banen). Heerenveen heeft ten opzichte van het provinciale beeld minder landbouw, bouwnijverheid en financiële instellingen. In Heerenveen zijn de sectoren vervoer, zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg juist sterk vertegenwoordigd. Bijna 50% van de Heerenveense werkgelegenheid is aanwezig in de sectoren die traditioneel op bedrijventerreinen zijn gevestigd. Na de kern Heerenveen is Jubbega de tweede kern op het gebied van werkgelegenheid. Daar zijn in 2010 bijna 200 bedrijven gevestigd en is de werkgelegenheid circa 370 personen. De werkgelegenheidsontwikkeling daar is met een groei van circa 13% iets lager dan in Heerenveen totaal. In bijlage B vindt u een overzicht van de werkgelegenheidsontwikkeling per kern in de gemeente Heerenveen. Ook wordt daar ingegaan op de arbeidsmarkt Onderstaand een tabel met de werkgelegenheid per bedrijventerrein en de ontwikkeling daarin. Circa 15% van de bedrijven in de gemeente Heerenveen is gevestigd op een bedrijventerrein. Het werkgelegenheidsaandeel van de bedrijventerreinen ligt echter fors hoger: van de totale gemeentelijke werkgelegenheid is ruim eenderde deel op bedrijventerreinen aanwezig. De ontwikkeling van de werkgelegenheid op bedrijventerreinen in Heerenveen is ongeveer gelijk aan de groei van de werkgelegenheid daarbuiten.
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 6 van 29
Bedrijventerrein
2000 wgl
2000 vestiging
2009 wgl
2009 vestiging
Businesspark Friesland Oost
913
51
1030
54
Nijehaske
238
30
353
47
Leeuwarderstraatweg+Uhlweg Nieuweschoot
565 909
33 44
604 948
36 52
Heerenveen Zuid
1494
35
1554
54
Het Meer De Kavels
169 466
10 9
65 1588
8 61
Kanaal oost
1121
68
1391
94
IBF Totaal bedrijventerreinen Heerenveen BPF west (Sk-lân)
4001 6275
1 281
389 7922
18 424
173
19
668
70
Haskerveen (Sk-lân) Totaal incl Sk-lân bij Heerenveen Kern Heerenveen
332 6780
12 312
488 9078
21 515
14643
1317
18318
2084
Kern Jubbega Gemeente Heerenveen
305 16414
107 1862
381 20418
192 2614
Bron: provincie Fryslân, 2010
2.5 Innovatiepotentieel Het Economisch Instituut Midden- en Kleinbedrijf (EIM) heeft in 2010 een rapport gepubliceerd over octrooi-aanvragen in Nederland (periode 2003-2007). Dit is een indicatie voor het innovatiepotentieel, maar opgemerkt moet worden dat niet alle innovaties leiden tot octrooi-aanvragen. Noord-Brabant neemt bijna de helft van het aantal octrooi-aanvragen voor zijn rekening. Het noorden scoort met ruim 900 aanvragen nog geen 3%. Het aantal bedrijven dat octrooien aanvraagt ligt in Noord Nederland op bijna 350. Onderstaand een overzichtskaart van het Noorden met daarop de octrooi-aanvragen. De octrooi-dichtheid in het Noorden (aandeel bedrijven dat octrooien aanvraagt op het totaal aantal bedrijven) ligt in Noord-Nederland met 0,33% het laagst van alle KvK regio‟s. Gemiddeld ligt dit in heel Nederland op 0,42%. In de A7-zone ligt dit percentage hoger, namelijk op 0,55% (de hoogste score in Noord-Nederland, ook bijvoorbeeld vergeleken met Groningen-Assen-Winschoten). Joure en Heerenveen scoren hierbij goed.
1
Dit betreft de vestiging van SCI
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 7 van 29
3.
Beleid op het gebied van bedrijventerreinen
3.1 Rijksbeleid Het Rijksbeleid voor bedrijventerreinen is ondermeer verwoord in “Mooi Nederland” en het advies “regionale kansen voor kwaliteit” van de taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen onder leiding van CdK Jorritsma. Bovendien is er eind 2009 een convenant gesloten tussen Rijk, IPO en VNG over de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Centraal in het convenant bedrijventerreinen staat dat er zorgvuldiger met het ruimtegebruik wordt omgegaan. Tegelijk wordt bevorderd dat er voldoende ruimte voor bedrijven beschikbaar blijft. Dit wordt onder andere bereikt door een financiële bijdrage voor het versnellen van de herstructurering, niet-vrijblijvende regionale samenwerking, een lagere behoefteraming (Transatlantic Market scenario, kortweg TM scenario), die wordt vertaald in regionale quota voor te ontwikkelen hectares bedrijventerrein, en het toepassen van de SER-ladder. De provincie heeft hierbij de regie in nauwe samenwerking met gemeenten. Voor de provincie Fryslân is in het kader van dit convenant € 5,2 miljoen beschikbaar als bijdrage in de herstructureringsopgave. Medio februari 2011 is bekend geworden dat het Rijk na 2013 geen middelen meer beschikbaar stelt voor herstructurering van bedrijventerreinen. De provincies zijn derhalve dan ook niet meer gehouden aan de in het convenant geformuleerde ambities. In de bijlage C is meer info opgenomen over de methodiek voor het ramen van de behoefte aan bedrijventerreinen (BLM) en de scenario‟s. De SER ladder bevat de volgende stappen: 1 Gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden. 2 Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen. 3 Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van „rode‟ functies en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt.
De Taskforce (her)ontwikkeling bedrijventerreinen schetst de volgende problematiek: -te snelle veroudering van bedrijventerreinen; -te ruim en goedkoop aanbod nieuwe uitleglocaties; -onvoldoende vraaggestuurd en gedifferentieerd aanbod; -vaak een matige kwaliteit en landschappelijke inpassing waaronder onvoldoende intensief ruimtegebruik op nieuwe terreinen. Zij stelt een aanpak voor langs 3 lijnen: 1) inhaalslag revitalisering en herprofilering, te dekken vanuit hogere grondopbrengsten, verevening en collectieve middelen; 2) geleidelijke verzakelijking van de bedrijventerreinmarkt door beëindiging van overmaat en prijsbederf in (publieke) uitleglocaties, tijdelijke financiële faciliteiten voor herontwikkeling, fiscale faciliteiten en invoering parkmanagement; 3) een regionale aanpak en toepassing van de SER-ladder. 3.2 Noordelijk en Provinciaal beleid De noordelijke provincies hanteren als uitgangspunt dat de (boven)regionale bedrijvigheid moet worden gevestigd binnen de vijf economische kernzones (waaronder de A7 zone). Buiten de economische kernzones is alleen beperkte aanleg of uitbreiding mogelijk voor bestaande Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 8 van 29
lokale bedrijven en die uit de zeer nabije omgeving. De bedrijventerreinen gelegen in de kernzones bevatten driekwart van de werkgelegenheid. Het provinciaal beleid op het gebied van bedrijventerreinen wordt vanuit het perspectief “Ruimte” opgesteld. In het Streekplan 2007 “Om de kwaliteit van de romte” geeft de provincie richting aan de gewenste ontwikkeling van bedrijventerreinen. Het provinciaal ruimtelijk beleid geeft Heerenveen een rol in het faciliteren van de economische groei. “Stedelijke centra hebben een opvangtaak voor bedrijven in alle segmenten. Leeuwarden, Drachten en Heerenveen bieden ruimte aan alle bedrijfscategorieën, passend bij hun positie en omvang”. Drachten, Heerenveen en Sneek zijn de stedelijke centra in de A7 zone. Deze steden zijn de belangrijkste groeikernen in het zuiden van Fryslân met een goede ontsluiting en op relatief korte afstand van economische centra buiten Fryslân. De provincie zet in op het verder benutten van de economische potenties van deze stedelijke centra voor wonen, bedrijvigheid en dienstverlening. In de provinciale verordening Ruimte (voorontwerp, 2010) geeft de provincie aan dat uitbreidingen of nieuwe bedrijventerreinen dienen te passen binnen een door GS geaccordeerd bedrijventerreinenplan. Onderhavige bedrijventerreinvisie dient dit doel en is gebruikt als input voor het regionale bedrijventerreinplan Zuidoost Fryslân. Eind 2010 zijn de door de provincie geformeerde afstemmingsregio‟s van start gegaan om te komen tot een regionaal bedrijvenplan. Heerenveen is ingedeeld in de regio Zuidoost, samen met Smallingerland, Opsterland en Oost- en Westestellingwerf. De laatste gemeente heeft ervoor gekozen niet deel te nemen. Provinciale behoefteraming In 2008 heeft de provincie een concept behoefteraming voor bedrijventerreinen opgesteld, waarin zij overstapt op het behoudender Transatlantic Market scenario (als bovengrens), in bijlage C de informatie over deze scenario‟s. In dit scenario‟s is er na 2020 nog amper sprake van netto toevoeging van bedrijventerrein, wat overigens niet wil zeggen dat er geen nieuwe terreinen meer worden ontwikkeld. Nieuwe terreinen vervangen dan terreinen die elders worden achter gelaten (transformatie en herstructurering). In de provinciale behoefteraming wordt als uitgangspunt gehanteerd dat het aandeel van de economische kernzones in de uitgifte van bedrijventerrein gelijk zal blijven, er wordt dus niet uitgegaan van een sterkere clustering van economische activiteiten in de kernzones. Als er wel sprake zou zijn van een toename van het aandeel van de zones zou er volgens de provincie overigens maar een relatief gering effect op de berekende vraag optreden. De provincie concludeert dat bij gelijkblijvende aandelen in de uitgifte het er op lijkt dat voor de hele periode tot eind 2020 ook in het hoge scenario bij Heerenveen nu al voldoende hard aanbod aanwezig is. Kwantitatief gezien hoeven volgens de behoefteraming van de provincie de zachte plannen (Klaverblad Noordoost, Klaverblad Noordwest en Leeuwarderstraatweg, totaal bijna 120 ha) in principe niet tot uitvoering worden gebracht. Wel kan er mogelijk voor het specifieke segment zware c.q. natte bedrijvigheid hierop een uitzondering zijn. De provincie ziet nog wel wat uitbreidingsruimte voor Joure en Gorredijk. Provinciale herstructureringsopgave Mede naar aanleiding van het gesloten convenant is de provincie aan de slag gegaan met de herstructureringsopgave. De ambitie is om al tot en met 2013 met een belangrijk deel van de herstructureringsopgave aan de slag te zijn. Vanuit het rijk is voor Fryslân een bedrag van € 5,2 miljoen beschikbaar en ligt er een doelstelling van 60 te revitaliseren hectares. Onder voorbehoud van goedkeuring PS wil de provincie daar eenzelfde bedrag bijleggen. De rest van de opgave moet worden gefinancierd door de gemeenten en de bedrijven. Revitalisering kost gemiddeld tussen de € 250.000 en € 600.000 per ha, dus er resteert een forse aanvullende financieringsopgave. Uit een inventarisatie van de Stecgroep is gebleken dat in Fryslân circa 15% van het bedrijventerreinenareaal is verouderd (655 ha). Voor een belangrijk deel (505 ha) is dit lichte veroudering. Hieronder de veroudering per regio.
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 9 van 29
Vraag naar bedrijventerrein Modern gemengd
2000-2015 laag 125
2000-2015 hoog 150
2015-2030 laag 115
2015-2030 hoog 140
Transport en distributie
45
65
35
65
Hoogwaardig Totaal
15 185
25 240
20 170
30 235
Bron: Integrale visie Heerenveen-Skarsterlân, 2005
Er werd toen vanuit gegaan dat binnen de bestaande terreinen en de reeds aangewezen zoekgebieden volop ruimte aanwezig was om een deel van de groei op te vangen. Het totale aanbod (incl plannen) aan bedrijventerreinen komt tot 2015 op 220 ha en tot 2030 op 245 ha. De verwachting was dat, gezien de voorgenomen planontwikkeling, alleen in het hoogste scenario een klein tekort zou ontstaan. In de structuurplanfase tot 2015 waren de uitbreidingsplannen voor bedrijventerrein als volgt geprogrammeerd: Klaverblad Noordoost: geen/evt. 5 ha hoogwaardig naast IBF; Klaverblad Noord/Leeuwarderstraatweg oz: geen; Ten noorden van de Wierde (1e fase): 10 ha. (zwaar, watergebonden); A7-zuid (1e fase): 5 ha. (hoogwaardig).
In de structuurvisiefase tot 2030 waren de uitbreidingsplannen voor bedrijventerrein als volgt geprogrammeerd: Klaverblad Noordoost: 80 ha. (verschillende categorieën) Klaverblad Noord/Leeuwarderstraatweg oz: 25 ha. (modern gemengd), 20 ha. (functies gerelateerd aan ZZL) Ten noorden van de Wierde: 5 ha. (zwaar, watergebonden) A7-zuid: 10 ha. (hoogwaardig)
Sociaal-economisch beleid (2005) In het sociaal-economisch beleid is met betrekking tot bedrijventerreinen de volgende ambitie opgenomen: intensiveren van het ruimtegebruik, gezamenlijk grondbeleid in A7 verband gaan voeren en ruimere mogelijkheden bieden voor woon-werkcombinaties. Daarnaast is het stimuleren van duurzaamheid als ambitie opgenomen. Kantorennota Het beleid op het gebied van kantoren is verwoord in de Beleidsnotitie Kantoorontwikkeling 2015+ (2007) en de Actualisatie kantoorbeleid ivm Sportstad (2008). Daarin is de keuze voor concentratie van (zelfstandige) kantoren vastgelegd. De kantoorontwikkelingslocaties in Heerenveen zijn Sportstad, Stationsgebied, KR Poststraat en beperkt het centrum (de zogenaamde kantorendriehoek). De keuze voor een relatief compact “ontwikkelgebied” en in de relatieve nabijheid van het centrum is gemaakt omdat de kantorenmarkt in Heerenveen (net als in Fryslân en Noord-Nederland) relatief dun is en daarbij in de toekomst gerekend wordt op minder groei in kantoorontwikkeling. Voor de bedrijventerreinen betekent dit dat daar geen zelfstandige kantoren mogen worden gevestigd. Dit hebben we geregeld in de bestemmingsplannen. Daarmee kunnen we voorkomen dat kantoren uitwijken naar bedrijventerreinen (lagere grondkosten), hetgeen ten koste gaat van de kracht van het commerciële centrum van Heerenveen. Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 11 van 29
PDV beleid Perifere detailhandel is detailhandel gevestigd op bedrijventerreinen. De belangrijkste PDVbranches (woninginrichting, bouwmarkt/DHZ en auto‟s) zijn goed vertegenwoordigd in Heerenveen. Gemeentelijke prioriteit is het versterken van het centrum. De kwaliteit van het centrum mag niet wordt aangetast door een overmaat aan PDV. Zeker branches die in principe in het centrum passen en een grote trekkracht hebben willen we in het centrum houden. De ambitie op het gebied van versterken van de perifere detailhandel ligt dus niet zozeer in het uitbreiden van het aanbod in m2, maar is vooral kwalitatief: versterken van het bestaande aanbod en geen verdere versnippering. Voor de verdere ontwikkeling van de bedrijventerreinen is vooral de ambitie om een hoogwaardig automotivecluster op het IBF te ontwikkelen van belang. Grondposities gemeente Heerenveen De gemeente heeft (zelfstandig en samen met Skarsterlân) in het verleden grondposities ingenomen in de gebieden waar in de integrale visie bedrijventerreinontwikkeling werd voorzien. In het gebied Klaverblad Noordoost heeft de gemeente circa 100 ha in eigendom. Deze zijn aangekocht in de tijd dat de provincie nog geen medewerking wilde geven aan het herprofileren van het -toen nog- grootschalige IBF. Het gebied KNO is ook zoekgebied voor een windmolencluster, de spoorlijn Heerenveen-Drachten en de 380 kV-verbinding van Tennet. Op basis van de prognoses van de provincie en onze eigen behoefteraming (deze visie) kan worden gesteld dat KNO niet als regulier grootschalig bedrijventerrein tot ontwikkeling zal komen. Momenteel worden samen met de provincie mogelijkheden op het gebied van duurzame energie, e.d. onderzocht. In het gebied Klaverblad Noord/Leeuwarderstraatweg oostzijde heeft de gemeente circa 17 hectare grond in eigendom. De conclusies uit deze bedrijventerreinvisie zullen leidend zijn voor een besluit over de grondpositie in dit gebied. Op de locatie A7-zuid (Skarsterlâns grondgebied) heeft het gemeentelijk samenwerkingsverband Ontwikkelingsmaatschappij A7 eveneens circa 17 hectare grond in eigendom. Het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingsmaatschappij heeft besloten af te zien van een bedrijventerreinontwikkeling maar deze gronden voorlopig nog wel in eigendom te houden ten behoeve van mogelijke toekomstige bijzondere ontwikkelingen (voor een deel van de grond loopt eind 2010 een initiatief). In bijlage D is meer informatie opgenomen. Ontwikkelmogelijkheden voor bedrijven buiten de kern Heerenveen In de bestemmingsplannen is ruimte voor de ontwikkeling van bestaande bedrijven in de kernen en buitengebied opgenomen. Globaal komt het erop neer dat reeds gevestigde bedrijven in de kernen en in de linten een uitbreidingsruimte krijgen van max 25% van het bebouwde oppervlak. In het open buitengebied is dit gesteld op 10%, tenzij het bedrijven zijn die voor hun functioneren direct gekoppeld zijn aan het buitengebied. Dan geldt ook weer die 25% uitbreidingsruimte.
Bedrijventerrein Jubbega
Lasaulec
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 12 van 29
4. Trends en ontwikkelingen op het gebied van bedrijventerreinen en sectoren In deze paragraaf wordt een aantal algemene trends op het gebied van de vraag naar bedrijventerreinen benoemd. Demografische ontwikkelingen zijn ook van invloed op de ruimtevraag voor bedrijven. Bij het bepalen van de ruimtebehoefte voor bedrijven vormt de beroepsbevolking de basis. De ontwikkeling van de beroepsbevolking kan echter niet één op één vertaald worden in een ruimtevraag. Andere tendensen spelen ook een rol, zoals een veranderende ruimtebehoefte per werknemer, de ontwikkeling van diverse sectoren, de toename van bedrijven die door een lage milieucategorie “mengbaar” zijn met de functie wonen, enzovoort. Bron: Provincie Fryslân, 2010 Desalniettemin kan worden gesteld dat als de beroepsbevolking als gevolg van de krimp afneemt dat de behoefte aan nieuwe ruimte voor werklocaties in de nabije toekomst minder zal groeien en op termijn zal afnemen. De economie kan ook bij een dalende beroepsbevolking blijven arbeidsproduktiviteit blijft groeien en de innovatiekracht verbeterd wordt.
groeien
als
de
De daling van de bevolking zal zich de komende decennia voornamelijk manifesteren in de gemeenten in het noorden en westen van de provincie. Tot 2020 is al in de helft van de gemeenten een bevolkingsafname te zien. De snelheid waarmee de bevolking afneemt verschilt wel. Tegelijkertijd zijn er ook gemeenten die naar verwachting nog wel even doorgroeien. Dit zijn voornamelijk de stedelijker gemeenten. Wel zal de groei daar lager zijn dan voorheen. Voor Heerenveen en Smallingerland wordt voor de periode 2010-2030 een bevolkingsgroei tussen de 6 en 12% voorspeld. Het nieuwe werken Kenniswerkers en creatievelingen zijn het kapitaal van de huidige bedrijven en het snelst groeiende deel van de beroepsbevolking. Op middellange termijn ontstaat er schaarste aan dit type medewerkers. Deze werknemers kunnen meer eisen op tafel leggen en gaan in de toekomst zelf bepalen waar en wanneer ze werken. Er zullen steeds meer mensen vanuit huis, bij een opdrachtgever of van een willekeurige andere locatie samenwerken met collega‟s. Het personeel dat in bedrijfsgebouwen op bedrijventerreinen werkt zal afnemen. Ook zal sprake zijn van een toenemend aantal zelfstandige, kleine ondernemers. Zelfstandig kunnen werken, meer tevredenheid in je werk, afwisseling en uitdaging en een betere balans tussen werk en privé worden voor veel mensen steeds belangrijker dan een vast inkomen. Daarnaast zien we nu in verband met de recessie een toenemend aantal ZZP-ers. Ook vanuit de werkgeverskant wordt gezocht naar meer flexibiliteit: kostenbesparing op huisvesting en het flexibel inzetten van personeel. Door deze trends zal er een andere verhouding tussen economie en ruimte tot stand komen. Bedrijfsverplaatsers of uitbreiders • De meest essentiële eis van Nederlandse bedrijven is bereikbaarheid. • Imago en binding met de regio zijn belangrijke factoren. • Aanwezigheid van kennis- en innovatienetwerken neemt in belang toe. • Toegenomen mobiliteit van werknemers, toename afstand wonen-werken. • ICT infrastructuur en opkomst nieuwe bedrijvigheid. Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 13 van 29
Starters: • Sterke toename van het aantal ZZP‟ers en freelancers. De meeste ZZP‟ers starten in eigen woon-of werkplaats. • Gemiddelde leeftijd van starters is 39 jaar, 35% is vrouw. Groei 50+ starters. Met betrekking tot bedrijventerreinen zien we de volgende trends: In de totale vraag naar bedrijventerrein zal de vervangingsvraag steeds belangrijker worden (ten koste van uitbreidingsvraag). We zien een verschuiving van bedrijfsvestigingen op zogenaamde “informele locaties” (solitair, binnenstedelijk) naar bedrijventerreinen. Dit hangt onder meer samen met een betere bereikbaarheid, mogelijkheden voor uitbreiding, vermindering van geluids- en/of milieuhinder en een voorkeur voor clustering. In Heerenveen is deze trend al geruime tijd geleden ingezet. De vraag zal qua samenstelling veranderen: het aandeel van de meer traditionele bedrijventerreinsectoren (zoals industrie) neemt af, terwijl sectoren als zakelijke dienstverlening, zorg en leisure groeien en ook de komende jaren nog een toenemende vraag laten zien. Op bedrijventerreinen komt steeds meer lichte produktie en handel. Deze sector is voor Heerenveen kansrijk. Logistiek is een belangrijke groeimarkt. Heerenveen heeft als gevolg van de centrale ligging in het Noorden, de goede bereikbaarheid (kruispunt A7/A32), en de reeds aanwezige bedrijvigheid en opleidingen een goede positie. In het kader van de o.a. SER-ladder is het optimaal benutten van bestaande terreinen een steeds belangrijker aandachtspunt. In Heerenveen zijn we hier al voortdurend mee bezig. Nieuwvestigers begeleiden we net zo graag richting een bestaand pand, dan dat we ze een stuk bedrijfsgrond verkopen. De uitstraling van bedrijfslocaties wordt steeds belangrijker, enerzijds voor de consument, anderzijds voor de werknemer. De behoefte aan kwalitatief hoogwaardige werklandschappen neemt toe. De vraag naar hoogwaardige en multifunctionele locaties groeit. Gebruikers hebben een groeiende behoefte aan kantoorachtige ruimtes, werknemers hebben een afkeer van saaie werkomgevingen, en omwonenden uiten een groeiende weerstand tegen verrommeling. Duurzaamheid wordt hiermee een steeds belangrijker item. Daarnaast blijft er een basisbehoefte aan “gewone, nette locaties zonder al te veel poespas”. Dit noemen we reguliere/modern-gemengde terreinen. Veruit het grootste deel van het aanbod in Heerenveen valt in deze categorie. IBF kan ook de hoogwaardige markt bedienen. Het aandeel huurdergebruikers in de bedrijfsruimtemarkt neemt snel toe. Vooral in de sector transport en logistiek is dit duidelijk, omdat deze panden geschikt zijn voor verschillende typen gebruikers. In onze regio is deze tendens nog niet heel duidelijk waarneembaar, maar het zit er aan te komen.. Er zal sprake zijn van een beperkte doorgroei van kantoorwerkgelegenheid. Enerzijds is dat het gevolg van de verdienstelijking van de economie. Maar ook in de meer traditionele sectoren als industrie, logistiek en handel is het belang van activiteiten als research en ontwikkeling, marketing en planning en administratie steeds belangrijker om een hogere toegevoegde waarde te kunnen realiseren. In Heerenveen hanteren we het uitgangspunt dat bebouwing op bedrijventerreinen maximaal 49% kantoorhoudend mag zijn. Verder streven we een concentratie van zelfstandige kantoorwerkgelegenheid in het gebied “Station, Stadion, KR-Poststraat” na. Op het gebied van PDV ontstaan nieuwe integrale concepten met een combinatie van retail en leisure, vaak thematisch van opzet. In Heerenveen willen we bij Sportstad een ontwikkeling gericht op sport en lifestyle mogelijk maken. Op IBF is er ruimte gereserveerd voor een cluster automotive, waaronder een cluster autodealers met bovenregionale uitstraling. En tot slot trends binnen een aantal sectoren die voor Heerenveen van belang zijn (voor meer vestigingsaspecten zie bijlage E):
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 14 van 29
5.
Bedrijventerreinen
5.1 Huidig aanbod en plannen In de gemeente Heerenveen zijn in totaal 13 bedrijventerreinen aanwezig. Sommige terreinen liggen direct tegen elkaar aan en lopen in elkaar over. Op 4 van deze 13 terreinen is nog uitgeefbare grond, 9 terreinen zijn totaal uitgegeven. Uitgegeven bedrijventerreinen Hieronder behandelen we kort de volledig uitgegeven terrein waar bijzonderheden te melden zijn. In de bijlage F vindt u meer achtergrond over alle uitgegeven terreinen. Leeuwarderstraatweg is een bedrijventerrein van 25 ha netto. Dit bedrijventerrein is in de inventarisatie van de provincie (2009) aangemerkt als licht (ruimtelijk en technisch) verouderd. De leegstand/onbebouwde kavels in particuliere handen is 0,5 tot 1 ha. Deze grond ligt ingeklemd en is niet ontsloten. De gemeente heeft vooralsnog geen ambitie om dit terrein te herstructureren. Een eventuele ontwikkeling van de spoorlijn zal ook gevolgen hebben voor dit gebied. Uhlweg is een locatie die op dit moment volledig is verlaten als gevolg van een bedrijfsbrand en een daarop volgende verplaatsing van wasserij de Blinde naar het IBF. De Uhlweg ligt direct aan de A7, het bedrijfspand is functioneel en staat leeg. De locatie kan als gevolg van de ligging direct naast de snelweg alleen voor bedrijvigheid worden gebruikt. De accountmanagers hebben deze locatie “in de aanbieding”. Het Meer is een kleinschalig gemengd bedrijventerrein dat in de onmiddellijke nabijheid van het Sportstadgebied ligt. Het terrein is de afgelopen jaren al wat leeggelopen, er zijn nu nog 8 bedrijven gevestigd met in totaal 65 werkzame personen (fulltime). De plannen om hier mogelijk een nieuw Thialf te ontwikkelen, dan wel een andere ontwikkeling in relatie tot het Sportstadgebied te realiseren, zullen van invloed zijn op de toekomst van dit gebied. Op de huidige Thialf locatie is ook wat kleinschalige bedrijvigheid aanwezig. Voor een deel gekoppeld aan de functie van Thialf, maar deels ook niet. Een eventuele renovatie danwel verplaatsing van Thialf zal gevolgen hebben voor de aanwezige bedrijvigheid. Bedrijventerrein Jubbega is circa 3 ha groot en volledig uitgegeven. Het bedrijventerrein ligt aan de rand van het dorp, er is hier sprake van een behoorlijke functiemenging. Uitgeefbaar bedrijventerrein Op de volgende vier terreinen is nog grond uitgeefbaar. In bijlage G beschrijven we de deze terreinen uitgebreid. Bedrijventerrein
Hectare netto
Haskerveen A7-Noordzijde *
46
Uitgeefbaar hectare netto 18
De Kavels
57
5,5
IBF
150
116
Kanaal
57
1
Totaal (incl. Skarsterlân*)
310
130,5
Totaal (excl. Skarsterlân)
264
112,5
Typering
Snelweg, grootschalig. Modern gemengd segment. Snelweg, grootschalig. Modern gemengd segment. Snelweg, grootschalig. Deels hoogwaardig (10-15 hectare), deels modern gemengd segment (100-105 hectare). Snelweg, grootschalig. Modern gemengd segment.
Bron: IBIS 1-1-2010
Op IBF wordt door ondernemers in samenwerking met het onderwijs gewerkt aan de ontwikkeling van een duurzaamheidspark. De voormalige SCI-lokatie (in particuliere handen) zal worden ingevuld met bedrijvigheid die gebruik maakt van duurzame produktiemiddelen en technieken, of anderszins een duurzaam karakter hebben. Het plan, evenals de rol van de gemeente, zal nog concreter moeten worden uitgewerkt. Leegstand De leegstand op de bedrijventerreinen in Heerenveen ligt op frictieniveau, zo tussen de 2 en Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 16 van 29
5%. De leegstaande panden zijn over het algemeen courant. Op enkele terreinen liggen wat kavels in particuliere handen braak. Op Heerenveen Zuid 3 ha bij Smilde en 0,8 ha van Bouwgroep Heerenveen, op Kanaal 2 ha reststroken bij Borkent en Berkhof en op de Kavels 0,8 ha bij de (vm) Ladderfabriek. De gemeente Heerenveen steekt veel tijd en energie in het matchen van vrije bedrijfspanden en kavels aan bedrijven met een ruimtevraag. Bovendien is constant actueel zicht op de marktsituatie; waar staat een bedrijfspand leeg? Wat is de status van een braakliggende kavel? Wat zijn de plannen van de gebruiker hiermee? Bij welke ondernemer is – op korte termijn – dynamiek te verwachten? Voorbeelden van bedrijven die zich in bestaande bedrijfsruimte hebben gevestigd zijn onder meer Lasaulec (BPF), Zebra (de Kavels), Jongbloed (Heerenveen Zuid), Carglass (BPF), Ausma heftrucks (de Kavels). Uitplaatsing In Heerenveen is (behalve die hierboven genoemde bedrijventerreinen waar mogelijk een transformatie gaat plaatsvinden) nauwelijks sprake van niet passende bedrijven op informele locaties. Enkele garagebedrijven zitten nog op een locatie in de woonbebouwing (Vakgarage, Siton Suzenaar, Sutherland). In het verleden is al een groot aantal bedrijven van een solitaire locatie verplaatst naar een bedrijventerrein. Voorbeelden hiervan zijn Lasaulec van de centrumrand naar BPF, De Wolff constructeurs vanaf de centrumrand naar Kanaal en de Friese bandenservice vanuit het centrum naar Kanaal. In de dorpen is op “solitaire lokaties” iets meer sprake van functiemenging maar er zijn geen acute knelpunten. De ondernemers in Jubbega zouden graag een uitbreiding van het lokale bedrijventerrein zien. Plannen De plannen voor nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein in (en nabij de kern) Heerenveen verkeren allemaal in een zeer prille fase. Ze zijn benoemd in de Integrale Visie HeerenveenSkarsterlân uit 2005. Op sommige locaties heeft de gemeente een grondpositie. Uitgangspunt voor nieuw te ontwikkelen terreinen is dat deze nabij de kern Heerenveen liggen, om zo optimaal gebruik te kunnen maken van de bereikbaarheid en de economische clustervoordelen. Bedrijventerrein A7 Zuid *
Hectare Netto uitgeefbaar 20 tot 40
Haskerveen/ Ten noorden van De Wierde*
15 tot 35
Klaverblad Noordoost
85 tot 100
Klaverblad Noordwest / 25 plus 20 oostzijde Leeuwarderstraatweg Totaal (incl. 155 tot 210 Skarsterlân*) Totaal (excl. 130 tot 145 Skarsterlân) Bron: Integrale visie Heerenveen-Skarsterlân, 2005
Typering
Snelweglocatie Hoogwaardig segment/bedrijvenpark
Goed bereikbaar Zware, watergebonden bedrijvigheid Ook in te richten voor modern gemengd segment
Snelweglocatie, grootschalig. Unieke snelweg-bereikbaarheid. Ontwikkelcapaciteit groot. Mogelijkheden voor hoogwaardige zichtlocaties langs de A7 Verder de segmenten modern gemengd, T&D
Modern gemengd, waaronder wonen werken Functies gerelateerd aan ZZL
5.2 Concurrentiepositie Huidig concurrerend aanbod In de omgeving van Heerenveen is natuurlijk ook sprake van uitgeefbaar bedrijventerrein. In bijlage H is een overzicht opgenomen van het aanbod in de regio (Corop-regio Zuidoost Fryslân, wat in grote lijnen overeenkomt met de nieuwe afstemmingsregio in provinciaal verband) en de plaatsen waarin we in de praktijk de meeste concurrentie van ervaren. In de gemeenten Skarsterlân, Opsterland, Smallingerland, Ooststellingwerf en Weststellingwerf is in totaal nog bijna 200 hectare netto bedrijventerrein uitgeefbaar (op al harde, planologisch goedgekeurde bedrijvenlocaties). Van het beschikbaar aanbod in omliggende gemeenten is vooral Bedrijvenpark A7-Noord in Drachten een concurrent voor de gemeente Heerenveen. De Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 17 van 29
bedrijventerreinen in Skarsterlân (De Ekers en Woudfennen) en Opsterland (A7 zuid) zijn matig concurrerend. De ligging is gunstig, maar hier zijn geen zichtlocaties meer beschikbaar. Onderstaand een samenvatting van de uitgeefbare terreinen die redelijk of sterk concurrerend zijn met locaties in Heerenveen. Plan, gemeente
Concurrentiekracht
•••• redelijk want: nog zo‟n 45 hectare grond uitgeefbaar; voldoende uitgiftecapaciteit dus voor de middellange termijn. Bedrijvenpark A7 ligt gunstig langs de A7 en is bestemd voor het modern gemengde en hoogwaardige noord, fase I,II en segment. III, Smallingerland Omdat ook Drachten een bovenregionale aantrekkingskracht heeft op bedrijven, zal de gemeente Smallingerland met Bedrijvenpark A7-Noord deels uit dezelfde vijver vissen als waar de bedrijventerreinen Haskerveen A7-Noordzijde en IBF op mikken. Hessenpoort, Zwolle
De Munt Emmeloord
•••• redelijk want: Sterke bovenregionale aantrekkingskracht, met name op Noord- en Oost-Nederlandse bedrijven. Redelijk vergelijkbaar profiel. Goede bereikbaarheid via de A28/A50. Lange uitgifteperiode voor de boeg. Totaalplan zo‟n 130 ha uitgeefbaar. Wel op afstand van Heerenveen.
•••• redelijk want: II, Ligging niet optimaal, maar wel bestemd en geschikt voor verschillende segmenten. Alle gemengd modern en hoogwaardig. Sterke uitstraling en beeldkwaliteit. Langs de weg naar Marknesse - Meppel is een zichtstrook met representatieve uitstraling. Nu uitgeefbaar fase I en II: circa 25 ha. Uitgiftecapaciteit De Munt III netto bijna 60 ha. Bovendien wordt op Ecopark een bijzonder concept nagestreefd.
Concurrerende plannen In de gemeenten Skarsterlân, Opsterland, Smallingerland, Ooststellingwerf en Weststellingwerf staat voor in totaal ruim 200 hectare netto bedrijventerrein in planning. Daarnaast zijn in de gemeente Sneek plannen voor uitbreiding van De Hemmen-A7 met circa 30 hectare netto. In onderstaande tabel een samenvatting van de concurrentiekracht van terreinen met meer dan 15 hectare uitgeefbaar. In bijlage I worden de meest concurrerende zachte plannen uitgebreider beschreven. Plan, gemeente
Concurrentiekracht
De Ekers III (en •••• redelijk want: IV), Skarsterlân; Er zijn zichtlocaties langs de A7, aan de entree en centrale toegangsweg, maar beperkt. III wordt al vanaf 2011 uitgegeven, is de planning (netto 8 ha, dus beperkt oppervlak. Onduidelijk is of De Ekers IV daadwerkelijk ontwikkeld wordt, omdat ook Joure-Zuid en Woudfennen IV nog in de planning staan.
Joure-Zuid, Skarsterlân
•••• redelijk want: Waarschijnlijk zichtlocatie (rondom nieuw verkeersknooppunt) en goed bereikbaar. De plannen zijn nog niet heel concreet, maar de omvang van het terrein en de uitgifteperiode zorgen voor redelijke concurrentie. Netto uitgeefbaar 20ha woon-werk, wv 10 ha voor en 10 ha na 2020.
••••• hoog want: Ligging langs de A7, met zichtlocaties. A7-Noord, Fasen Flinke omvang, ruim 40 ha. IIIb en IV, Bekendheid Drachten in Noord-Nederland en positie op kruispunt van A7 met N31. Smallingerland; Over circa 5 jaar al een zichtbare (bewezen) kwaliteit. Smallingerland stelt ontwikkeling fase IV uit tot na 2020. •••• redelijk want: (Boven)regionale aantrekkingskracht kern Sneek. De Hemmen-A7 Goede bereikbaarheid langs de A7. III, Sneek. Uitgifte periode na 2015. Wel op afstand van Heerenveen en sterk op het noordwesten gericht.
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 18 van 29
De totale ruimtevraag voor de gemeente Heerenveen is een optelsom van de uitbreidingsvraag, de vervangingsvraag en de bovenregionale vraag. In de tabel hieronder staat dit voor twee scenario‟s weergegeven. Totale vraag 2009-2020, in 2 scenario’s Scenario Scenario groei
Min-max Aantal ha per jaar (hectare netto) basis
Scenario versterken economische positie
110 tot 135
135 tot 165
9 tot 11
11 tot 14
Uitgangspunten • • •
Uitbreidingsvraag (BLM): 80 tot 90 ha Vervangingsvraag: 5 tot 10 hectare Extra bovenregionale vraag: 25 tot 35 ha
• • •
Uitbreidingsvraag (BLM): 90 tot 100 ha Vervangingsvraag: 10 tot 20 hectare Extra bovenregionale vraag: 35 tot 45 ha
De behoefte voor de periode tot 2020 is dus door ons indicatief geraamd, met behulp van de BLM en eigen aannames. Voor de periode daarna ligt dat nog moeilijker. Het CPB gaat in haar BLM voor de periode 2020-2030 voor het coropgebied Zuidoost Fryslân uit van een uitbreidingsvraag die op 2 hectare ligt (hele periode, hele coropgebied!). Er zal dan nog wel sprake zijn van vervangingsvraag en ook nog van een bovenregionale vraag. Indicatief gaan we derhalve uit van een vraag van 3 tot 4 ha per jaar. Belangrijke oorzaken zijn de demografische ontwikkelingen (krimp) en de nieuwe werkgelegenheidsstructuur (minder industrieel, meer diensten, dus minder op bedrijventerrein). 6.3 Confrontatie vraag-aanbod Zoals in de paragraaf hierboven berekend, is de toekomstige vraag geraamd in twee scenario‟s. Nu confronteren we die vraag met het beschikbaar aanbod en de zachte plannen. Op de bestaande, reeds uitgegeven bedrijventerreinen (zie bijlage F) is slechts zeer beperkt inbreidingsruimte mogelijk. De onbebouwde leegstand is ongeveer 3 ha, de strategische leegstand (in bezit bij bedrijven) ligt op ongeveer 15 ha. Wel zet de gemeente Heerenveen zich maximaal in om ruimtezoekende bedrijven bínnen de bestaande (tweedehands) bedrijfsruimtevoorraad op te vangen. In het scenario basisgroei gaat het om een gemiddelde vraag van 9 tot 11 hectare per jaar. Daarmee is de voorraad bedrijventerrein in Heerenveen ongeveer medio 2020-2030 uitgegeven. In het scenario versterken economische positie is de voorraad nog tot iets na 2020 voldoende. Onderstaand wordt een uitsplitsing naar segment gegeven, waarbij we indicatief uitgaan van een aandeel hoogwaardige vraag van 12,5%, aandeel modern gemengde en reguliere vraag 87,5%. Totaal
Hoogwaardig
Modern gemengd
Aanbod (ha netto)
130 ha
IBF: 10 tot 15 ha
Plannen (indicatief)
155 tot 210 ha
KNO: 20 ha A7 zuid: 10 tot 20 ha
Basisscenario (netto vraag) Basisscenario Conclusies
110 tot 135 ha
13 tot 17 ha
Kanaal: 0,9 ha IBF: 100-105 ha De Kavels: 5,5 ha A7-Noordzijde*: 18 ha KNO: 65 tot 80 ha A7 zuid*: 10 tot 20 ha tnv De Wierde*: 15 tot 35 ha Leeuwarderstraatweg oz/KNW: 45 ha 98 tot 118 ha
Voldoende aanbod Totaal aan plannen na 2020 forse overcapaciteit 135 tot 165 ha
Hard aanbod voldoende tot 2020 Totaal aan plannen na 2020 overcapaciteit 17 tot 20 ha
Voldoende tot 2020 Totaal aan plannen na 2020 forse overcapaciteit 118 tot 145 ha
Klein tekort in 2020 Totaal aan plannen na 2020 forse overcapaciteit
Klein tekort in 2020
Tekort in 2020 Plannen na 2020 forse overcapaciteit
Scenario economische versterking (netto vraag) Conclusies economische versterking
* Skarsterlân. Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 21 van 29
Zuid (tweedehands bedrijfsruimtemarkt). Daar zie je ook de nodige dynamiek. De uitstraling van Heerenveen zuid wordt positief beïnvloed door bedrijven als Batavus en Portena. Het modern gemengde segment is op vele terreinen beschikbaar, zowel in bestaande panden als op nog uit te geven kavels, en ook het hoogwaardige segment (meestal zo‟n 10% van de vraag) is op De Kavels en IBF beschikbaar. We stellen hoge eisen aan de invulling van dit segment met behulp van een beeldkwaliteitsplan. Op dit moment is er geen aanbod voor woonwerkcombinaties. In omliggende gemeenten constateren we wel een vraag naar dit type terrein. We gaan onderzoeken of de locatie Leeuwarderstraatweg als woonwerkcombi kan worden ontwikkeld SER-ladder en ruimtelijke kwaliteit We hanteren de SER-ladder als uitgangspunt Heerenveen is millennium gemeente en wil SER-ladder geeft handreikingen hoe om onderschrijven dit en passen dit ook nu al Fryslân hebben we als regio de stappen in de
bijdragen aan een duurzame leefomgeving. De te gaan met zorgvuldig ruimtegebruik. Wij toe. Ook in het bedrijventerreinenplan Zuidoost SER-ladder doorlopen.
Bestaande gebouwen en restruimte op kavels hebben we in beeld De kennis over de lokale bedrijfsruimtemarkt wordt van groter belang. De accountmanagers onderhouden intensieve contacten met actieve partijen als makelaars, ontwikkelaars, bouwers, andere bedrijfsadviseurs, en natuurlijk de eindgebruikers zelf, om de ontwikkelingen binnen de markt te volgen. Bij een bedrijf dat een nieuwe ruimte zoekt kijken de accountmanagers altijd naar de bestaande gebouwen. Zij hebben goed zicht op welke (delen van) panden leegstaan, waar onbebouwde kavels zijn. Door een actieve bemiddeling vanuit de gemeente heeft bijvoorbeeld Hanos zich in het voormalige distributiecentrum van Schuitema gevestigd, huisvest het pand van Tektronix tegenwoordig het hoofdkantoor van Zebra op het Europese vasteland, en hebben we de fuserende bedrijven Tebel en Tetrapak kunnen huisvesten in het pand van een voormalige computerassembleur (SCI). Leegstand wordt hiermee zoveel mogelijk tegengaan. Bijkomend voordeel is dat bestaande panden in het algemeen direct beschikbaar zijn, waardoor een bedrijf zich ook op een korte termijn kan vestigen. Maar ook binnen de bestaande bebouwing wordt een zo optimaal mogelijk ruimtegebruik gestimuleerd. Weten wat er binnen bedrijven speelt is daarbij een voorwaarde. Als gevolg van de verschuivingen in de financiële wereld en daarmee samenhangend de terughoudendheid van banken bij financieringen van onroerend goed, zien we ook een verschuiving in de bedrijfsruimtemarkt. Particuliere investeerders worden van groter belang. Wij spelen in op deze ontwikkeling door onze contacten met particuliere investeerders en investeringsfondsen te intensiveren, om ook voor dit aspect partijen bij elkaar te kunnen blijven brengen. Ook op het gebied van reeds uitgegeven maar nog braakliggende grond hebben de accountmanagers een rol. De onbebouwde leegstand is in het kader van de SER-ladder geïnventariseerd, en is in Heerenveen relatief beperkt. De ambitie is om de onbebouwde leegstand (zowel in handen van derden, als van de gemeente) op de bestaande bedrijventerreinen zoveel mogelijk te benutten. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst. Uit de praktijk: een bestaand bedrijf kampte met ruimtegebrek binnen hun showroom en wilde uitbreiden. Hiervoor was op eigen terrein geen ruimte, eigenlijk had men een stuk grond van de buren nodig. In zulke gevallen proberen we partijen bij elkaar te brengen en spelen we waar nodig een bemiddelende rol. In het bovenstaande voorbeeld zijn beide ondernemers tot een oplossing gekomen waarbij de logistieke dienstverlener een deel van de magazijnactiviteiten van de andere ondernemer overneemt, zodat deze de daarmee vrijgekomen ruimte voor zijn showroomactiviteiten kan benutten. De beschikbare ruimte wordt hiermee optimaler benut en beide bedrijven kunnen zich meer richten op hun kernactiviteiten.
De huidige kwaliteit van de bedrijventerreinen geeft geen aanleiding tot herstructurering De kwaliteit van bedrijventerreinen in Heerenveen is redelijk op peil. Alleen Leeuwarderstraatweg is volgens recent provinciaal onderzoek licht economisch en technisch Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 25 van 29
verouderd. Er is echter geen urgente herstructureringsopgave, de bedrijven hebben geen klachten en er bestaat ook in Heerenveen een behoefte aan relatief eenvoudige en goedkope bedrijfslocaties. Daarbij hebben we als gemeente geen budget beschikbaar, ook een mogelijke provinciale en rijksbijdrage bieden onvoldoende soulaas. We hebben geen opvallende uitstroom en de leegstand op bedrijventerreinen ligt op het nivo van frictieleegstand. De toekomst van bedrijventerreinen Het Meer en Thialf is onzeker als gevolg van de mogelijke Thialfplannen. Wellicht worden deze beide getransformeerd en moeten de aanwezige bedrijven elders een locatie zoeken. Deze vraag moet als vervangingsvraag worden meegenomen in de behoefteraming. Kwaliteit van de openbare ruimte Voor een aantal bedrijventerreinen ligt er een beheervisie (IBF/De Kavels, Stadiongebied en wat ouder BPF Nijehaske). Een ruimtelijke visie voor Leeuwarderstraatweg ligt in concept gereed. In de beheervisies wordt het door de gemeente gevoerde beleid, het beheer en de beeldkwaliteit van de openbare ruimte weergegeven. Ook zijn de wensen vanuit de ondernemers opgenomen. De beheervisies zijn een middel, en bedoeld om in gesprek te komen met de ondernemers, enerzijds een toelichting op het gemeentelijk beleid, anderzijds om te horen wat er bij de ondernemers speelt ten aanzien van de openbare ruimte en daar afspraken over te maken. Het is gewenst om ook op de terreinen in Zuid opnieuw in gesprek met de ondernemers te gaan over de kwaliteit van de openbare ruimte. Parkmanagement is primair van de ondernemers Parkmanagement dient ervoor om samenwerking te bevorderen tussen bedrijven en gemeente en bedrijven onderling met als doel: het realiseren van gezamenlijke voorzieningen (vergaderruimte, catering, kinderopvang, beveiliging, etcetera); het collectief afsluiten van contracten (ict, energie, afvalverwerking, etcetera); Door regelmatige bezoeken, ambtelijk en bestuurlijk, op de verschillende bedrijventerreinen horen en zien we wat er leeft en of er knelpunten zijn. Knelpunten pakken we zo goed mogelijk op. Collectieve voorzieningen zoals parkmanagement en glasvezel zijn een aandachtspunt, maar vinden we een verantwoordelijkheid van de ondernemers. De Collectieve Werkmaatschappij Heerenveen is de uitvoerende partij. We denken mee en proberen waar mogelijk te faciliteren. Relatiebeheer en acquisitie Actief relatiebeheer is essentieel om te weten wat er speelt Vanuit de gemeente wordt een actief relatiebeheer ingezet om de contacten met de bedrijven zo goed mogelijk te onderhouden. Doel hierbij is om bedrijven duurzaam te verankeren binnen de Heerenveense economische structuur. Op dit gebied ontplooien we een aantal activiteiten die in de toekomst gecontinueerd zullen worden. Zo organiseren we per bedrijventerrein jaarlijks een bijeenkomst. Enerzijds om ontwikkelingen te bespreken, maar ook om de contacten tussen de bedrijven onderling te stimuleren, zodat zij elkaar beter weten te vinden. Lidmaatschap van de Ondernemerskring wordt actief gestimuleerd omdat dit voor bedrijven een goed platform is om elkaar te treffen. Netwerken worden gestimuleerd en waar mogelijk verder uitgebouwd. Ook op individuele basis wordt contact met bedrijven onderhouden. De accountmanagers gaan regelmatig op bedrijfsbezoek, al dan niet vergezeld van een wethouder. Ook het voltallige college van B&W bezoekt per jaar een aantal bedrijven. Beursdeelname is een ander middel dat wordt ingezet op het gebied van relatiebeheer. In het noorden zijn er jaarlijks 2 beurzen waar wij als gemeente aan deelnemen: de Bedrijven Contact Dagen in Leeuwarden en de Promotiedagen Noord Nederland die jaarlijks in Groningen worden gehouden. Deze beurzen vormen een prima gelegenheid om veel bestaande contacten aan te halen. Bovendien kunnen hier makkelijk nieuwe contacten worden gelegd. Daarnaast nemen we deel aan de Professionele Vastgoed Dagen (Provada) in Amsterdam. Hoewel deelname aan deze beurs met name vanuit acquisitieoverwegingen is ingegeven, is afgelopen jaren gebleken dat deze beurs ook zeer nuttig is voor het onderhouden van de contacten met makelaars, intermediairs, ontwikkelaars en andere bedrijfsadviseurs. In het kader van het nieuw op te stellen acquisitieplan en aanpak relatiebeheer geven we de prioriteiten voor de Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 26 van 29
komende periode aan. Regionale samenwerking De ontwikkeling van watergebonden bedrijventerrein kan in Drachten De terreinen Kanaal, Leeuwarderstraatweg en Haskerveen grenzen aan het water. Kanaal is het enige terrein dat over openbare kadefaciliteiten beschikt. In Heerenveen hebben we geen watergebonden bedrijventerrein meer beschikbaar voor uitgifte. De laatste tijd zien we een opleving van de watergebonden activiteiten. Daar waar jarenlang vrijwel geen aandacht is geweest voor aan- en afvoermogelijkheden via het water, zien we de laatste maanden dat meerdere bedrijven zich aan het oriënteren zijn op de mogelijkheden. Sinds kort is er ook een containerservice actief die vanuit de Rotterdamse haven naar Bedrijventerrein Het Kanaal vaart. De door de provincie geconstateerde behoefte aan nat bedrijventerrein (watergebonden/zwaar) in de regio Drachten-Heerenveen vullen wij niet in Heerenveen in. Drachten ontwikkelt vanaf 2018 met De Haven Noord een bedrijventerrein voor dit segment. In regionaal verband hebben we hierover overleg. We hanteren een duurzame prijsstelling die zorgt voor het voorkomen van onnodige verhuisbewegingen De praktijk leert dat met de ontwikkeling van een nieuw bedrijventerrein een stroom van verhuisbewegingen van bedrijven op gang komt. Vanuit meerdere oogpunten is dit een ongewenste ontwikkeling. In de eerste plaats leidt een versnelde uitstroom van bedrijven ertoe dat het bestaande terrein minder bijdraagt aan de economische structuur van de hele gemeente. Dit punt wordt nog versterkt doordat vaak de meest dynamische bedrijven het eerste vertrekken naar een nieuwe locatie. Doordat er aanbod aan (relatief) goedkoop nieuw bedrijventerreinen beschikbaar is, wordt het draagvlak voor herstructurering lager: immers, bedrijven zullen niet snel geld in de huidige locatie investeren wanneer het goedkoper is een nieuw pand te betrekken. Door de uitstroom van bedrijven op bestaande terreinen, worden deze relatief minder intensief gebruikt: er treedt verdunning op. Met als gevolg dat het totaal benodigde areaal in de gemeente relatief wordt vergroot. Vanuit het oogpunt van zorgvuldig ruimtegebruik is dit onwenselijk. Op bestaande terreinen kan de uitstroom van dynamische bedrijven leiden tot een relatieve prijsdaling van het onroerend goed. De tweedehands bedrijfsruimtemarkt trekt bovendien een ander type bedrijven aan, met laagwaardigere activiteiten die leeggekomen kavels en bedrijfspanden opvullen. Op de tweedehandsmarkt leveren verouderde bedrijfspanden niet veel op. De aanleg van nieuwe terreinen is echter van cruciaal belang voor de economische structuur van de gemeente Heerenveen: uitbreidingsruimte blijft nodig en er moeten locaties beschikbaar zijn die aansluiten bij de wensen en eisen van bedrijven. Het hanteren van een duurzame prijsstelling voorkomt onnodige verhuisbewegingen. Hoewel de laatste jaren de grondprijzen in de regio zijn gestegen, lijkt een verdere verhoging, wellicht gedifferentieerd naar type terrein, mogelijk te zijn. Een onderzoek van STEC in de A7 zone (2010) gaf aan dat in Heerenveen en Smallingerland de prijzen voor een modern bedrijventerrein redelijk marktconform zijn, maar dat er op de hoogwaardige locaties nog wel ruimte is voor een (beperkte) verhoging. Op de overige onderzochte terreinen in de A7 zone zou de grondprijs volgens STEC nog wel verder omhoog kunnen. Wij vinden dat een grondprijzenbeleid alleen op provinciaal niveau tot stand kan komen, en bij voorkeur op het niveau van de 3 noordelijke provincies. De provincie heeft daarin wat ons betreft een leidende rol. Regionale samenwerking biedt kansen Bij het voorkomen van overaanbod moet ook in regionaal verband worden gekeken. Heerenveen werkt met andere gemeenten in de regio Zuidoost Fryslân samen op het gebied van afstemming, ontwikkeling en uitgifte van bedrijventerreinen. Van groot belang vinden wij dat binnen die afstemmingsregio helderheid en waardering bestaat voor de verschillende rollen die de verschillende gemeenten hebben. Het bedrijventerreinplan 2010-2020 regio Zuidoost Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 27 van 29
Fryslân is in samenwerking tot stand gekomen en zal conform de verordening Romte worden aangeboden aan de Provincie. Daarnaast willen we het overleg met de vier stedelijke gemeenten in Fryslân intensiveren. Samen kunnen we zaken als promotie en lobby oppakken. Deze samenwerking moet nog verder worden ontwikkeld. De mogelijk ophanden zijnde herindeling zorgen voor een eigen dynamiek en gewijzigde verhoudingen tussen (nieuwe) buurgemeenten. We ontwikkelen een bedrijventerreinmonitor Bij duurzaamheid hoort ook het voorkomen van overaanbod (kwantitatief én kwalitatief). Daarom ontwikkelen we een bedrijventerreinmonitor en houden de vinger aan de pols. Jaarlijks brengen we de ontwikkelingen in beeld en kijken of we op koers zijn. Dit zal ook in regionaal verband gebeuren. Duurzaamheid op bedrijventerreinen We stimuleren duurzaam bouwen Bij nieuwbouwprojecten stimuleren we het gebruik van duurzame materialen en technieken. In het milieubeleidsplan is als ambitie opgenomen dat 10% van de bedrijfsnieuwbouw energiezuiniger wordt gerealiseerd dan wettelijk verplicht. Voor ondernemers die zich op het IBF willen vestigen bestaat de mogelijkheden om een energie- en efficiencyscan uit te laten voeren om inzicht te krijgen in mogelijkheden voor energiebesparing en gebruik van duurzame technieken. In de praktijk wordt hier echter vrij weinig gebruik van gemaakt. Wij merken dat – mede als gevolg van de gestegen energieprijzen – ondernemers gevoeliger zijn geworden voor toepassing van dergelijke technieken omdat dit op de langere termijn veelal een besparing oplevert. Vanuit de markt wordt dit - ook zonder gebruik van stimuleringsmaatregelen - vrij actief opgepakt door bijvoorbeeld installatiebedrijven die bij hun advisering de „nieuwe‟ technieken eigenlijk altijd al meenemen. Wij blijven als gemeente via onze netwerken de mogelijkheden om gebruik te maken van duurzame technieken en materialen stimuleren. We stimuleren het tot stand komen van een Duurzaamheidspark Duurzaamheid proberen we ook te stimuleren via het Duurzaamheidspark Heerenveen; een samenwerkingsverband tussen ondernemers, onderwijs en overheid. Het duurzaamheidspark is gevestigd op een deel van het IBF en kan een ontmoetingsplek worden waar ondernemers en onderwijs, maar ook ondernemers onderling elkaar vinden op het gebied van duurzaamheidsvraagstukken. Achterliggende gedachte is dat de betrokken partijen elkaar middels kruisbestuiving en kennisuitwisseling kunnen versterken. Innoverend vermogen zit met name bij het bedrijfsleven, het onderwijs kan die ontwikkelingen faciliteren door ondersteuning op allerlei terreinen te bieden. Innovaties worden weer gedeeld met het onderwijs, zodat ook in de onderwijsbehoefte van deze nieuwe technieken kan worden voorzien. Ondernemers wisselen kennis met elkaar uit waardoor het innoverend vermogen vergroot wordt. Momenteel wordt door de drie samenwerkende O‟s het concept verder uitgewerkt. Dit project kan een impuls krijgen als zich daadwerkelijk een duurzaam bedrijf aandient voor vestiging in het duurzaamheidspark, waardoor het project “van onderaf” concreet wordt ingevuld. Overige projecten gericht op duurzaamheid Onlangs is gestart met het Koploperstraject. Dit is een pilotproject in A7-verband waarbij bij enkele bedrijven in Heerenveen een MVO-scan (maatschappelijk verantwoord ondernemen) wordt uitgevoerd en deze bedrijven begeleid worden bij het nemen van maatregelen (met name energie en duurzaamheid). Daarnaast wordt bij enkele bedrijven een lichtconcept opgesteld, bedoeld om zuiniger en efficiënter met verlichting om te gaan. Het Koploperstraject loopt in 2011-2012. Verder is in het milieubeleidsplan de wens opgenomen onderzoek te doen naar de mogelijkheid en wenselijkheid van een aantal aaneengesloten bouwlocaties op een Heerenveens bedrijventerrein, van waaruit uitsluitend volgend het Cradle to Cradle principe wordt geproduceerd (bijvoorbeeld rondom Omrin).
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 28 van 29
Overige aandachtspunten Ontwikkeling bedrijventerrein alleen bij de kern Heerenveen Voor Heerenveen als stedelijke kern in de economische kernzone zien we een rol in het opvangen van de (boven)regionale bedrijvigheid, zodat in het buitengebied de landschappelijke kwaliteiten behouden blijven. Daarom kiezen we er ook nog steeds voor geen nieuwe bedrijventerrein te ontwikkelen in Jubbega. Bedrijven die daar “uit hun jas groeien” hebben de keuze om te verplaatsen naar nabije gelegen grotere kernen als Gorredijk, Drachten of Heerenveen. Solitaire locaties in Heerenveen en buitendorpen zijn nu geen urgent probleem Solitaire locaties, waar bedrijven zijn gevestigd die daar eigenlijk niet (meer) thuishoren zijn er eigenlijk niet meer. De meeste locaties in de kern Heerenveen zijn al aangepakt. Enkele voorbeelden zijn Lasaulec van centrumrand naar bedrijventerrein, Oenema Transport. De wens of noodzaak tot verplaatsing hangt onder meer samen met een betere bereikbaarheid, mogelijkheden voor uitbreiding, vermindering van geluids- en/of milieuhinder en een voorkeur voor clustering. Deze verplaatsingen hebben een bijdrage geleverd aan de leefbaarheid van de nabije omgeving die werd “achtergelaten”, maar ook aan de groeipotentie van de bedrijven. In het buitengebied zijn verschillende bedrijven aan te wijzen waar zich mogelijk in de toekomst een wens of noodzaak tot verplaatsing zal voordoen. De accountmanagers zullen door het onderhouden van intensieve contacten met zowel bedrijfsleven en ondernemersverenigingen als met de afdeling handhaving en wijkmanagement de vinger aan de pols houden en tijdig het bedrijf ondersteunen bij het zoeken naar mogelijke oplossingen. De ruimte die in het bestemmingsplan wordt geboden voor uitbreiding van bestaande bedrijven in het buitengebied (dorpen, linten en open gebied) houden we in stand. Gecoördineerde aanpak citymarketing We willen aan de slag met een sterker gecoördineerde aanpak voor citymarketing. Een helder profiel is van belang voor de acquisitie. Doel van Marketing Heerenveen is het profileren en versterken van het imago van Heerenveen in de regio en de rest van Nederland (soms zelfs daarbuiten). De activiteiten moeten resulteren in het versterken van de economische positie van Heerenveen (investeringen en werkgelegenheid). Dit gebeurt door het aantrekken van bezoekers, bewoners en ondernemers. De aandachtsvelden zijn: wonen, werken en vrije tijd. Stimuleren van innovatie Om innovaties te bevorderen kan een regio werken aan clusters, creativiteit en netwerken. Het samenbrengen van kenniswerkers is een belangrijke bron van innovatie. De rol van de gemeente bij het stimuleren van innovaties is enthousiasmeren en partijen bij elkaar brengen. Middels een financiële bijdrage vanuit de gemeente aan de incubator is er een belangrijke stap gezet. Daarnaast werken we een integrale aanpak van de 3O‟s verder uit. Breedband Toegang tot de digitale snelweg is voor bedrijven van groot belang. Niet alleen voor grotere bedrijven op bedrijventerreinen, maar ook voor de vele bedrijven in het buitengebied en bedrijfjes die vanuit huis opereren. Op BPF en IBF/De Kavels zijn al vele bedrijven aangesloten. Het is onze ambitie (breedbandvisie 2008) om op alle bedrijventerreinen, maar ook uiteindelijk (voor bedrijvigheid) in het buitengebied een aansluiting op breedband mogelijk te maken. In afwachting van de nieuwe provinciale visie hebben wij belangstelling om als pilotgemeente voor een totale uitrol te gaan. Afhankelijk van de financiële scenario‟s werken we een plan van aanpak uit.
Bedrijventerreinvisie gemeente Heerenveen 2010-2020, vastgesteld door gemeenteraad d.d. 2011-03-28 blz 29 van 29