Kijk! JAARVERSLAG 2014
woordendaad.nl/jaarverslag
Inhoud Kort en bondig....................................................................................................... 4 De wereld van Woord en Daad..................................................................... 8 Voorwoord............................................................................................................ 10 Samenvatting....................................................................................................... 12
1 Brede kijk: Strategie, visie en beleid
1.1 Inleiding..................................................................................................... 15 1.2 Missie, visie en kernwaarden ......................................................... 15 1.3 Strategie.................................................................................................... 16 1.4 Beleid.......................................................................................................... 17
4 Kijken en wegen: Leren en innoveren
4.1 Inleiding..................................................................................................... 47 4.2 Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL)................ 47 4.3 Innovatie binnen het Onderwijsprogramma........................... 48 4.4 Leren op alle niveaus........................................................................... 48
2 Kijkje in de keuken: Het werk in het Zuiden 5 Meer dan kijken: Het werk in het Noorden 2.1 Inleiding..................................................................................................... 19 2.2 Onderwijs................................................................................................. 19 2.3 Beroepsonderwijs, -training en Arbeidsbemiddeling (TVET-JBS)............................................................................................... 22 2.4 Landbouwtraining en voedselzekerheid (AVET-FNS) ........ 25 2.5 Gezondheidszorg en Water, Sanitatie en hygiëne (WASH) ...28 2.6 Agribusiness en Bedrijfsontwikkeling (AED)........................... 30 2.7 Huizenbouw ........................................................................................... 33 2.8 Beleidsbeïnvloeding............................................................................ 34 2.9 Noodhulp................................................................................................. 37
3 Samen kijken: Ontwikkelingen in de regio’s
3.1 Inleiding..................................................................................................... 41 3.2 West-Afrika (WARA) .......................................................................... 42 3.3 Midden-Afrika (KUSSRA)................................................................. 42 3.4 Hoorn van Afrika (GHARA) ............................................................. 43 3.5 Zuid-Afrika (SARA) .............................................................................. 43 3.6 Azië (ARA) ................................................................................................ 43 3.7 Caraïben en Latijns-Amerika (CLARA) ...................................... 44 3.8 India............................................................................................................. 44 3.9 Versterking PartnerNetwerk.......................................................... 44
2
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5.1 Inleiding..................................................................................................... 51 5.2 Beleidsbeïnvloeding Nederland en Europa............................. 53 5.3 Bewustwording...................................................................................... 54 5.4 Communicatie en Fondsenwerving............................................. 56 5.5 Communicatie via media................................................................... 59
6 Kijk naar binnen: Interne organisatie
6.1 Inleiding..................................................................................................... 63 6.2 Effectiviteit risicomanagement in 2013.................................... 67 6.3 Kwaliteitsmanagement...................................................................... 68 6.4 Planning, monitoring en auditing (PMA).................................... 68 6.5 Codes/certificering.............................................................................. 69
online jaarverslag: woordendaad.nl/jaarverslag alle resultaten: woordendaad.nl/resultaten
7 Kijk mee: Besturen en toezicht houden
7.1 Inleiding..................................................................................................... 71 7.2 Bestuurlijke verantwoording.......................................................... 71 7.3 Beloning en salaris raad van bestuur........................................... 72 7.4 Bestuurlijk functioneren................................................................... 73 7.5 Verantwoordingsverklaring raad van bestuur........................ 76 7.6 Verantwoordingsverklaring raad van toezicht....................... 77
8
Kijk vooruit: Toekomstvisie 8.1 Inleiding..................................................................................................... 79 8.2 Algemeen.................................................................................................. 79 8.3 Werk in het Zuiden.............................................................................. 80 8.4 Werk in het Noorden.......................................................................... 80 8.5 Samenwerking Woord en Daad en andere ontwikkelingsorganisaties................................................................ 81 8.6 Sterkte-zwakteanalyse....................................................................... 81
9 Financiële kijk: Financiële verantwoording
9.1 Jaarrekening toelichting.................................................................... 85 9.2 Jaarrekening 2014............................................................................... 87 9.3 Controleverklaring............................................................................ 118 9.4 Begroting 2015.................................................................................. 120
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Raad van bestuur en raad van toezicht................................... 124 Nevenfuncties..................................................................................... 125 Functies.................................................................................................. 126 Organogram......................................................................................... 129 Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording.....131 Onderzoeksrapport.......................................................................... 138 Stakeholders en netwerken.......................................................... 139 Vision on Transformation............................................................... 141
Lijst van gebruikte afkortingen................................................................ 144 Colofon................................................................................................................ 145
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
3
Kijk!
1 Strategie, visie en beleid
4
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
»» Wie Woord en Daad verbindt mensen over de hele wereld in hun strijd tegen armoede, vanuit Bijbels perspectief. We werken daarbij samen met partnerorganisaties in Afrika, Azië en Centraal- en Zuid-Amerika, de achterban in Nederland, maatschappelijke instellingen, overheden en bedrijven en andere sectoren. Samen met hen wil Woord en Daad een bijdrage leveren aan duurzame verandering in Nederland en wereldwijd.
»» Wat Woord en Daad werkt aan de thema’s: onderwijs, beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling, agribusiness en bedrijfsontwikkeling, basisvoorzieningen (gezondheidszorg; water, sanitatie en hygiëne en voedselzekerheid) en noodhulp. In Nederland wil Woord en Daad Mensen, bedrijven en overheid bewustmaken van hun verantwoordelijkheid ten aanzien van armoede wereldwijd.
»» Waar Woord en Daad is werkzaam in: Afrika: Benin, Burkina Faso, Ethiopië, Sierra Leone, Tsjaad, Oeganda, Zambia, Zuid-Afrika en Zuid-Sudan. Azië: Bangladesh, de Filipijnen, India, Irak, Sri Lanka en Thailand. Caraïben en Latijns Amerika: Colombia, Guatemala, Haïti en Nicaragua.
»» Werkwijze Het werk van Woord en Daad betreft vier aspecten: Armoedebestrijding In de continenten Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika samen met de partnerorganisaties armoede op stevige wijze aanpakken. Woord en Daad kent in dat kader vier programma’s: Onderwijs, Beroepsonderwijs en -training, agrarisch beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling, (Agri-)Bedrijfsontwikkeling en Basisvoorzieningen (gezondheidszorg; water, sanitatie en hygiëne en voedselzekerheid). Daarnaast is Woord en Daad actief in noodhulp. Bewustwording In Nederland samen met de achterban nadenken over vragen rond armoede en rijkdom. Maatschappijopbouw in het Zuiden Woord en Daad werkt samen met haar partners aan een stevige maatschappelijke inbedding van het werk. Dat maakt dat het werk een brede uitstraling en uitgebreid effect krijgt. Beleidsbeïnvloeding In Nederland en Europa samen met anderen opkomen voor de belangen van de allerarmsten. Zo nodig wordt aandacht gevraagd voor de positie van de allerarmsten bij politiek, pers en bedrijfsleven. Woord en Daad is een ANBI, bezit het CBF-keurmerk en is ISO-gecertificeerd.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5
6
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
»» Bestedingen 2014
€ 31.406.063 € 32.508.709
Kosten beheer en administratie € 956.663
»» Inkomsten 2014
Werving baten € 1.528.744
Kosten leveranciersrol € 86.280
Doelstelling lobby en bewustwording € 1.022.783
Doelstelling PMEL/PMA € 954.932
Doelstelling structurele programma’s (incl. noodhulp) € 27.959.307
Interest/Inkomsten leveranciersrol/ bewustwording € 214.036
Vermogensfondsen € 1.352.376
Aandeel acties derden € 3.616.217
Subsidies € 7.839.276
Bedrijven € 2.019.613
Particulieren € 16.364.545
Het werk in het Noorden
31.406.063 52.000 32.309 470
Inkomsten 2014 Donateurs Sponsorkinderen Betrokken RegioOndernemers
15.801 700 60,51
Betrokken jongeren Lokale vrijwilligers (comités) Aantal fte’s op 31-12-2014
€ 25.000.000
€ 20.000.000
€ 15.000.000
€ 10.000.000
€ 5.000.000
Het werk in het Zuiden
19 Landen
37
44.973
Partnerorganisaties
Kinderen op school
4.181
8.075
Jongeren met een baan
(Boeren)ondernemers getraind
»» Kostennormen 2014
6,37%
92,09%
95,32%
Kosten eigen fondsenwerving ten opzichte van baten eigen fondsenwerving (CBF-norm 25%)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte van de totale bestedingen)
Doelbestedingsratio (besteding aan doelstellingen ten opzichte van de totale inkomsten)
3,05%
7,91%
2,33%
Woord en Daad norm beheer en administratie (3,1% norm)
Woord en Daad overheadnorm (7,5% norm)
Woord en Daad norm kosten fondsenwerving niet eigen fondsenwerving ten opzichte van baten niet eigen fondsenwerving (2,5 % norm)
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
7
De wereld van Woord en Daad OVERZICHT VAN PROGRAMMA’S EN ALLIANTIES IN 2014
AT L A N T I S C H E O C E A A N
Het werk in Nederland
CLARA
Caraïben en Latijns Amerika
Afrika
»
Alliantie: Besteed:
CLARA € 5.232.229
WARA € 3.146.187
GHARA € 1.197.975
Kinderen op school:
21.280
6.272
3.527
Jongeren met een baan:
954
766
139
(Boeren)ondernemers getraind:
575
6.422
0
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
R
A
8
W
Comité Jongerencomité Lezer Grenzeloos (x100) Lid Business Platform RegioOndernemers Vermogensfonds
A
Programma’s
Gezondheidszorg en Water, Sanitatie en Hygiëne
Onderwijs
Agri-Bedrijfsontwikkeling en huizenbouw
Beroepsonderwijs, -Training en Arbeidsbemiddeling
Beleidsbeïnvloeding
Landbouwtraining en Voedselzekerheid
Noodhulp
DI
A
A
RA
IN
GH K
USSRA
ARA INDISCHE OCEAAN
SA
R
A
»
»
Azië
India
SARA € 535.814
KUSSRA € 556.395
ARA € 4.702.623
INDIA € 2.448.184
998
0
3.861
9.035
425
99
1.050
748
880
0
198
0 Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9
Kijk! Voorwoord
10
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
M
ijn vrouw Riek en ik hebben ooit Labrador-
Nu ik dit voorwoord schrijf moet ik ook denken aan een
puppies opgevoed om ze trainingsklaar te
evaluatiemethode die we ontwikkeld hebben samen met
maken voor de blindengeleidehondenschool.
Ton Dietz, toen nog verbonden aan de Universiteit van
Inja en Pedro heetten ze. Zulke honden kun je alleen gericht
Amsterdam. Het liet ons zien hoe armen zelf tegen hun
opvoeden als je door de ogen van hun toekomstige baas
ontwikkeling aankijken. Dat was verrassend. Want voor
naar de omgeving kijkt. Dat leert je op een heel andere
hen telt trouw, betrouwbaarheid, respect, betrokken-
manier te kijken dan wanneer je alleen vanuit je eigen per-
heid, eerlijkheid en warmte, veel meer dan de zakelijke
spectief rondkijkt. Eenzelfde ervaring zal iedereen hebben
doelstellingen. Die methode, PADEV, leert ons elke keer
die met kinderen omgaat en zich laat verrassen door hun
weer opnieuw zo kijken. Juist door PADEV zijn we weer
vragen. Vragen die ons weer eens met een frisse blik naar
opgescherpt om de echte armen te zoeken en in het vizier
onze wereld, ons gedrag en onze houding laten kijken.
te krijgen. Ook dat bracht 2014. Lees het maar.
Dit jaarverslag draagt als thema Kijk. Inja en Pedro
Natuurlijk bracht 2014 nog veel meer. Uw onvermoeide
kwamen op mijn netvlies. Met dat ik over hen dacht, trok
betrokkenheid en trouw, de stijgende inkomsten, de
het beeld zich door. Als ik dit jaarverslag lees, zie ik de
betekenis die we mochten geven in levens van mensen
betrokken pogingen om door de bril van de ander naar
wereldwijd. Toch weer terug naar Inja, Pedro en PADEV.
ons werk te kijken, hier in Nederland en over de grenzen.
Wel door de bril van de ander. Steeds weer opnieuw. In het
Dat levert verrassingen op. In het inhoudelijke stuk van
perspectief van Hem Die komende is.
ons jaarverslag, maar ook in de verhalen die vertellen wat ons werk met mensen doet. Juist die verhalen laten ons
Jan Lock
zien dat we niet zomaar met iets bezig zijn: we werken
Directeur-bestuurder
met mensen. Met hun leven, hun toekomst, hun zijn. De verhalen laten ook zien dat ons werk een getuigenis is. Dat maakt veel wijzer dan een diploma, lest veel meer dan water uit een pomp, is veel rijker dan een inkomen. Het verbindt met het Koninkrijk van God. Dat is inspirerend om te zien en te lezen.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
11
Kijk! Samenvatting
Stappen zetten voor de toekomst door terug te kijken Het jaar 2014 is voor Woord en Daad een jaar waarin we veel in de toekomst van ons werk investeerden. Door terug te kijken, via bijvoorbeeld programma- evaluaties, te leren van het verleden en zo stappen te zetten naar de toekomst. Een toekomst waarin we ons vanuit onze christelijke motivatie willen blijven inzetten voor de allerarmsten.
2014 was een jaar waarin veel gebeurde in de wereld. De opkomst van IS, de uitbraak van ebola in West-Afrika. Deze onrust raakte ons werk. Samen met partners werden noodhulpacties opgezet om mensen te ondersteunen. Maar Woord en Daad is meer. Want naast noodhulp is er ook structurele verandering nodig om mensen uit de armoede te krijgen. Zo richten we ons op onderwijs, landbouw en water en sanitatie, maar ook op beleidsbeïnvloeding en bewustwording, waardoor situaties voor mensen echt kunnen verbeteren. Om onszelf te verbeteren vonden diverse evaluaties plaats. Die dwongen ons en onze partners om naar onszelf te kijken. De opbrengsten waren ontdekkend en leerzaam. Zo leerden we bijvoorbeeld dat training van onderwijzers een poosje nuttig is voor hen, maar dat de training alleen beklijft als de hele schoolomgeving voldoende mee verandert. We leerden ook dat veel vakopleidingen in Afrika kunnen leren van succesvolle opleidingen elders met hoge plaatsingscijfers, zoals bijvoorbeeld op de Filipijnen. Agrarisch beroepsonderwijs kreeg in 2014 vaste voet aan de grond. De ontwikkeling daarvan heeft in nauw overleg met onze afdeling Bedrijfsontwikkeling plaatsgevonden. Omdat het ook productketens zoals cashews of cacao raakt. De expertiseteams die binnen Woord en Daad zijn gevormd, kregen in 2014 volop de ruimte zich te ontwikkelen. Vanuit de expertiseteams zijn diverse projecten
12
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
voor de regio’s uitgewerkt die goede handvatten bieden voor kwaliteitsverbetering van de programma’s in het Zuiden. Zo is een project uitgewerkt om betrokkenheid van ouders bij de scholen van hun kinderen te verbeteren en werd een uitgebreide methode ontwikkeld om de efficiëntie van vakopleidingen te meten. Rond onderwijs werkte ons team aan drie speerpunten: onderwijskwaliteit, kindveiligheid, en de verbinding van onderwijs met bijvoorbeeld vakonderwijs en de markt. Daarnaast besteedde het expertiseteam ‘onderwijs’ aandacht aan de oorzaken van uitval van kinderen in het onderwijs. Rond beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling gingen onze experts aan de slag met het in contact brengen van partners met elkaar, zodat zij van elkaar konden leren. Ook besteedde de afdeling meer dan in andere jaren tijd en aandacht aan het financieel onafhankelijk maken van bestaande programma’s voor beroepsonderwijs, zodat er ruimte komt om elders nieuwe programma’s te starten. Het onderwerp ‘Water, sanitatie en hygiëne’ is als programma in 2014 verder uitgewerkt. Het programma heeft intussen vaste voet aan de grond en kan niet meer uit ons werk weggedacht worden. Met twee partners, in Bangladesh en in Ethiopië, werden programma’s rond toiletten, schoon drinkwater, gebruik van regenwater, boortechnieken en irrigatie uitgevoerd.
Traditiegetrouw besteedden we in ons gezondheidsprogramma aandacht aan preventie en werkten we met de klinieken die we steunden aan een goede afronding van onze steun eind 2015. Het programma Agri-bedrijfsontwikkeling is ronduit succesvol. We zijn gewend geraakt om op flexibele wijze samen met lokale bedrijven te kijken naar kansen en (on) mogelijkheden. Het programma voor huizenbouw heeft een vast plek in ons werk gekregen. Mede naar aanleiding van de evaluatie in 2013, kreeg beleidsbeïnvloeding in het Zuiden in 2014 meer focus. Daardoor konden we in heel veel landen daadwerkelijk verschil maken voor onze doelgroep. Dat varieerde van betere aanpak van pleegzorg in Guatemala tot beter beleid op het gebied van voedselzekerheid in Benin. We ontdekten ook dat we ondanks de ambitie en de inspanningen van onze partners, sommige groepen allerarmsten met de huidige werkwijze niet kunnen bereiken. Het daagt ons en onze partners uit om ons werk ‘PoP proof’ te maken: manieren van werken die groepen ‘Poorest of the Poor’, ofwel allerarmsten, insluiten in plaats uitsluiten. Met onze partners keken we in 2014 ook naar lokale mogelijkheden. Veel van de landen waarin we werken groeien van een laag inkomensland naar een middeninkomensland en er zijn heel concreet veel mensen die hun medeburgers ook zelf kunnen steunen. Dat vraagt wel een mentaliteitsverandering van met name de middenklasse. We kijken met onze partners hoe we daar bijvoorbeeld via lokale fondsenwerving op in kunnen haken. De beschikbare fondsen waren voldoende om de uitgaven te dekken.
Rond bewustwording rondden we de campagne Wees Eerlijk af. Samen met onze partners waren we tegelijkertijd op zoek om bewustwording in ons land te verbinden met bewustwording daar. Dat geldt voor de eerdergenoemde bewustwording van de middenklasse. Het geldt ook voor verbinden van specifieke groepen hier met specifieke groepen daar. Jongeren leerden jongeren kennen, we lanceerden in 2014 de beweging De Eerlijke Vrouw. We zijn ook bezig boeren te verbinden met boeren. Bewustwording in deze verbindende zin is niet meer weg te denken uit ons werk. Rond beleidsbeïnvloeding maakten we een aantal uitdagende ontwikkelingen door. Woord en Daad nam de lead in een beïnvloeding rond coherentie op Nederlands en Europees niveau. Voor ons is dat een belangrijk thema, omdat we denken dat elkaar versterkende beleidsbeslissingen (coherent beleid) uiteindelijk al onze inspanningen op het gebied van onderwijs, vakonderwijs, WASH en bedrijfsontwikkeling veel effectiever maken. Studenten worden betrokken bij het volgen van parlementsleden met het oog op beleidscoherentie. We slaagden erin om vakonderwijs blijvend op de politieke kaart te houden. Intern vond een medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) plaats. De resultaten daarvan waren stimulerend. De organisatievernieuwing van 2011 is geëvalueerd. De indertijd gestelde doelstellingen zijn ruimschoots behaald. De organisatie staat en gaat. Met dank aan onze betrokken achterban. Die ook het afgelopen jaar weer vrijgevig gaf en achter ons stond.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
13
1 Brede kijk Strategie, visie en beleid
14
1.1
INLEIDING
Jan Lock, directeur-bestuurder van Woord en Daad: ‘In oktober 2014 kon ik na drie jaar ziekte weer reizen naar onze partners overzee. Best spannend. Ik was verrast. Dat is eigenlijk nog te zwak. Geïnspireerd is een beter woord. Geïnspireerd door de daadkracht, de motivatie, maar vooral ook de brede kijk die onze partnerorganisaties de afgelopen drie jaar ontwikkeld hadden. In verbinding met ‘hun’ mensen in hun eigen context. Ze daagden ons uit dat met hen mee te maken tijdens de vijfjaarlijkse internationale partnerconferentie die we in juni 2014 in Soesterberg organiseerden. Tijdens die conferentie deelden we met elkaar onze visie op de toekomst. In januari 2015 sprak ik Bastiaan, een ondernemer die met ons partners in Burkina bezocht. “Ongelooflijk wat ik ben tegengekomen. Gelijkwaardige, kritische gesprekken over en weer tussen mensen van Woord en Daad en partners. Met aan twee kanten een brede visie, pittige karakters en professionaliteit!” Kijk met ons mee!’
1.2
Visie In een gebroken wereld vol armoede en onrecht streeft Woord en Daad naar het zichtbaar maken van tekenen van Gods komend Koninkrijk. Daarin willen we iets laten zien van een wereld in wording zonder armoede en lijden. Vanuit dit Bijbelse toekomstperspectief mogen mensen nu al tot hun bestemming komen in de diepste zin van het woord. Dit zien wij gebeuren als mensen verantwoordelijkheid nemen en dragen voor zichzelf en voor anderen, waardoor zij een waardig leven kunnen leiden.
Kernwaarden MEDESCHEPSEL Schepsel van God, gelijkwaardig én uniek Ieder mens is geschapen om beelddrager van de Schepper te zijn. Dit betekent dat we in Gods oog allen gelijk zijn, en tegelijkertijd divers en uniek. Deze twee aspecten – gelijkwaardigheid én diversiteit – bepalen hoe wij naar onze medemens kijken. In haar werk wil Woord en Daad deze twee aspecten herkenbaar in praktijk brengen. Dit betekent onder andere dat ze ieder mens benadert met respect, ongeacht ras, religie, geslacht of politieke voorkeur. Ook is Woord en Daad ervan overtuigd dat er niet slechts één pad van ontwikkeling is: daarvoor zijn mensen te uniek en divers geschapen.
MISSIE, VISIE EN KERNWAARDEN
Historie Woord en Daad is opgericht in 1973 door Ivo ’t Lam samen met dominee H.J. Hegger en christenen uit de brede gereformeerde gezindte. Zij wilden op betrokken wijze hun verbondenheid met de allerarmsten wereldwijd concreet vormgeven. Na meer dan veertig jaar blijft de verbondenheid met en voor de achterban, met wie Woord en Daad samen de verbinding legt met armen in het Zuiden. Die verbinding wordt verstevigd door de gedeelde Bijbelse missie en visie.
Missie Woord en Daad verbindt, vanuit Bijbels perspectief, mensen over de hele wereld in hun strijd tegen armoede. We werken daarbij samen met partnerorganisaties in Afrika, Azië en Centraal- en Zuid-Amerika, de achterban in Nederland, maatschappelijke instellingen, overheden en bedrijven en andere sectoren. Samen met hen wil Woord en Daad een bijdrage leveren aan duurzame verandering in Nederland en wereldwijd.
MEDEVERANTWOORDELIJKHEID Verantwoordelijk voor jezelf, je naaste en de schepping Ieder mens is geschapen als verantwoordelijk schepsel. We zijn verantwoordelijk om te beantwoorden aan Gods roeping om beelddrager, naaste en rentmeester te zijn. Vertaald naar de praktijk van ons werk betekent dit dat we mensen willen stimuleren verantwoordelijkheid voor zichzelf te nemen, maar ook voor anderen en de schepping. Dit betekent niet dat mensen verantwoordelijkheid moeten overnemen, maar vanuit Bijbels mededogen oog hebben voor de situatie van de ander. MEDE-LIJDEN Dicht bij en naast mensen die lijden We leven in een door zonden gebroken wereld. Tegelijkertijd weten we ons vanuit de Bijbel geroepen er te zijn voor mensen die lijden aan deze gebrokenheid. In dit mede-lijden kunnen we iets laten zien van wat het betekent beelddrager van God te zijn, ook al is dit beeld beschadigd. Door mee te leven –en mee te lijden – mogen we op bescheiden wijze iets zichtbaar maken van Gods komend Koninkrijk en werken aan herstel, vanuit de wetenschap dat Christus ons daarin is voorgegaan.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
15
Kijk!
1 Strategie, visie en beleid
RENTMEESTERSCHAP Zorgvuldig omgaan met mensen, middelen en milieu Als christelijke organisatie wil Woord en Daad verantwoordelijk ‘rentmeester’ zijn. Dit willen we zijn op een integere wijze, met oog voor de context waarbinnen we opereren. Woord en Daad is aanspreekbaar op een zorgvuldig omgaan met de middelen (menselijke, financiële en materiële) die we ontvangen. In ons werk willen we rentmeesterschap concreet laten zien aan degenen met wie we werken en in zorg voor het milieu, beide zowel in Nederland als in het Zuiden. WEDERZIJDSE AFHANKELIJKHEID Onafhankelijk in keuzes, afhankelijk in samenwerking Als christelijke organisatie is Woord en Daad onafhankelijk, en tegelijkertijd bewust afhankelijk. Onafhankelijk en zelfbewust in het maken van beleidskeuzes, ongeacht keuzes die onze omgeving maakt. Tegelijkertijd zijn we ervan overtuigd dat samenwerking met andere organisaties van groot belang is voor armoedebestrijding, ook vanuit rentmeesterschap. In dat opzicht wil Woord en Daad bewust afhankelijk zijn van anderen.
1.3
STRATEGIE
Het werk van Woord en Daad betreft vier aspecten: • Armoedebestrijding: In Afrika, Azië en Midden- en ZuidAmerika samen met onze partnerorganisaties armoede aanpakken. Woord en Daad heeft vier programma’s: Onderwijs; Beroepsonderwijs en -training, agrarisch beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling; (agri-) Bedrijfsontwikkeling; en Basisvoorzieningen (gezondheidszorg; sinds 2013 in afbouw; water, sanitatie en hygiëne en voedselzekerheid). Daarnaast is Woord en Daad actief in noodhulp. • Bewustwording: In Nederland samen met onze achterban en partners overzee nadenken over vragen rond armoede en rijkdom. • Maatschappijopbouw in het Zuiden: Woord en Daad werkt samen met haar partners aan een stevige maatschappelijke inbedding van het werk. Dat maakt dat het werk een brede uitstraling en uitgebreid effect krijgt. • Beleidsbeïnvloeding: In Nederland en Europa en met onze partners overzee, samen met anderen, opkomen voor de belangen van de allerarmsten. Zo nodig vragen we aandacht voor de positie van de allerarmsten bij politiek, pers en bedrijfsleven. Woord en Daad vindt het belangrijk dat de programma’s niet op zichzelf staan, maar elkaar versterken in de context
16
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
waarin ze gestalte krijgen. Onderwijs leidt niet automatisch tot een betere positie voor mensen. Dat gebeurt alleen als ze ook daadwerkelijk werk en inkomen hebben. Daarom investeert Woord en Daad in de programma’s Vakonderwijs en –training, agrarisch beroepsonderwijs en arbeidsbemiddeling. Vanuit bedrijfsontwikkeling wordt gezocht naar mogelijkheden om lokale bedrijvigheid te stimuleren en te verbinden met regionale of (inter) nationale markten. Waar gaten vallen in basisbehoeften als water, sanitatie, hygiëne en voedselzekerheid werkt Woord en Daad met haar partners aan het vullen van die gaten. Uitwisseling van kennis neemt in alle programma’s een belangrijke plaats in. Partnerorganisaties van Woord en Daad hebben een beperkt bereik. Daarom investeert Woord en Daad met haar partnerorganisaties in netwerken die samen met anderen het werk van armoedebestrijding krachtiger maken. Onze levensstijl hier kan het leven van mensen overzee maken of breken. Daarom denken we met onze achterban en ons netwerk in het Zuiden na over de vraag hoe we door keuzes die we hier maken armoede in het Zuiden helpen aanpakken. Woord en Daad biedt hiervoor concrete mogelijkheden aan om in de Nederlandse context ‘ambassadeur van verandering’ te zijn. Soms hinderen (lokale) wet- en regelgeving de mogelijkheden en kansen voor armen. In die gevallen werkt Woord en Daad samen met haar partnerorganisaties aan het verbeteren of aanpassen van overheidsbeleid, zowel in Nederland en Europa als in het Zuiden.
Fondsenwerving strategie Zonder fondsenwerving zijn er geen middelen om programma’s uit te voeren. Woord en Daad hecht vanuit haar kernwaarde wederzijdse afhankelijkheid; onafhankelijk in keuzes, onafhankelijk in samenwerking, aan eigen fondsenwerving als teken van eigenaarschap vanuit haar achterban. In dat verband beperkt Woord en Daad haar inkomsten vanuit overheidssubsidies tot maximaal 30%. Woord en Daad hanteert het concept van lokale ambassadeurs die het gezicht zijn van de organisaties en zo veel naamsbekendheid geven. Daarnaast wil Woord en Daad vanuit rentmeesterschap scherp sturen op efficiëntie en hanteert ze scherpe normen als het gaat om kosten van eigen fondsenwerving en beheer en administratie (zie kort en bondig pagina 7).
1.4
BELEID
Het beleidsplan 2011 – 2015 is samen met zowel het Zuidelijke partnernetwerk als vertegenwoordigers vanuit de comités, bedrijven, vermogensfondsen en jongeren ontwikkeld. Een aantal keren per jaar betrekt Woord en Daad hen ook bij de uitvoering van het beleid. Voor het partnernetwerk van Woord en Daad gebeurt dat tijdens de regionale partnerbijeenkomsten. In Nederland door contact en gesprek met groepen uit de verschillende achterbangeledingen. In 2014 is een uitvoerige programma-evaluatie gehouden. Samen met input van partners en de achterban vormde de evaluatie de basis voor een brede partnerconferentie in juni in Soesterberg. Tijdens die conferentie zijn de kaderstellende keuzes gemaakt voor de periode na 2015. De evaluatie, de inbreng van de achterbangroepen en de partnerconferentie hielden Woord en Daad een spiegel voor. Die is samengevat in een grondige sterkte-zwakte analyse (de SWOT). Deze analyse is op grote hoofdlijnen te vinden in paragraaf 8.6, op pagina 81 en 82 en vormt de basis voor de nieuwe beleidskeuzes van Woord en Daad. Daarnaast vindt Woord en Daad het belangrijk om helder te hebben waar in de uitvoering van het beleid de risico’s liggen en hoe ze de risico’s in de hand kan houden. Daar wordt uitgebreid op ingegaan in paragraaf 6.2 op pagina 67.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
17
2 Kijkje in de keuken Het werk in het Zuiden
18
Onderwijs Onderwijs 2.1
Kleuteronderwijs 5.271 LEERLINGEN
Leerlingen in opleiding (×1.000)
5.100
INLEIDING
2.2 2.777
2.200 (88%)
Leerlingen die hun opleiding hebben afgerond en zijn doorgestroomd naar vervolgonderwijs of werk (×1.000)
ONDERWIJS
294
2.2.1 Resultaten programma onderwijs Het werk van Woord en Daad in het Zuiden heeft in 2014 een aantal mooie verdiepingsslagen gemaakt. De Kleuteronderwijs Basisonderwijs ontwikkeling van expertiseteams begon in 2013. Het doel Leerlingen in opleiding (×1.000) 5.100 5.271 LEERLINGEN 26.000 27.101 LEERLINGEN ervan is om richting de toekomst meerwaarde te blijven Leerlingen die hun opleiding leveren als organisatie richting stakeholders in zowel hebben afgerond en zijn doorgestroomd naar vervolgonderwijs of werk (×1.000) het Zuiden als het Noorden. Vanuit de expertiseteams zijn diverse 2.777 2.200 (88%) projecten 294 uitgewerkt die goede handvatten Leerlingen die hun opleiding hebben bieden voor kwaliteitsverbetering van de programma’s. Zo afgerond maar niet zijn doorgestroomd of de doorstroom is onbekend (×1.000) is een project uitgewerkt rondom verbeterde betrokkenBasisonderwijs heid van ouders bij de scholen van hun kinderen en werd 23.395 3.329 (90%) 500377Doelstelling 26.000methode ontwikkeld om de efficiëntie van een uitgebreide 27.101 LEERLINGEN Doelstelling geheel gehaald vakopleidingen te meten. Bij de verschillende paragrafen (90% of meer) 5.100 5.271 LEERLINGEN in dit hoofdstuk wordt hierop teruggekeken. Voortgezet onderwijs
Onderwijs
Leerlingen die hun opleiding hebben afgerond maar niet zijn doorgestroomd of de doorstroom is onbekend (×1.000) 500
Doelstelling Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
Kleuteronderwijs
10.221 LEERLINGEN
9.000
Leerlinge
Leerlinge hebben a naar verv
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
Verder is in 2014 een omslag gemaakt in de Support Teams van Woord en Daad. Dit zijn teams binnen Woord 2.777 2.200 (88%) 294 en Daad die de Regionale Allianties ondersteunen. In 23.395 3.329 (90%) 377 87 2014 is er bewust voor gekozen om de 8.759 support die1.375 (94%) geleverd wordt van strategisch karakter te laten zijn. Waar in het verleden nog veel tijd op ging aan operatioVoortgezet onderwijs 26.000 Hoger onderwijs 27.101 LEERLINGEN nele zaken die eigenlijk door de partnerorganisaties zelf 9.000 10.221 LEERLINGEN LEERLINGEN gedaan moeten worden, ligt de focus2.380 nu op het voorzien in 2.250 strategische ondersteuning – bijvoorbeeld met betrekking tot de kwaliteit en relevantie van programma’s. Aan de partners is duidelijk gemaakt dat zij zelf die operationele 8.759 1.375 (94%) 87 1.603 480 (62%) 297 zaken moeten organiseren, vanuit hun eigen organisatiecapaciteit of door het in te kopen.
Leerlinge afgerond of de doo
Basisonderwijs
Hoger onderwijs
Een ander speerpunt dat in 2013 startte en in 2014 2.250 2.380 LEERLINGEN verdere vorm kreeg was de ontwikkeling van programma’s op gebied van agrarisch beroepsonderwijs (AVET) en Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH). Het AVET-team 1.603 480 (62%) 297 samen met het AED-team, waarbij werkt hierin nauw gezamenlijk is gekozen voor een aantal waardeketens waar toekomstige interventies zich op zullen gaan richten. Op die manier zijn er in 2014 goede stappen gezet die mooie perspectieven bieden op doorontwikkeling van deze programma’s richting de toekomst.
23.395
3.329 (90%)
500
Doelstell (90% of m
Doelstell (50-89%
377
Voortgezet onderwijs 9.000
10.221 LEERLINGEN
8.759
1.375 (94%)
87
Hoger onderwijs 2.380 LEERLINGEN
1.603
480 (62%)
Doelstell
2.250
297
Toelichting • De doelstellingen van het onderwijsprogramma zijn gehaald. Het lagere doorstroompercentage voor kleuteronderwijs komt doordat partner P&A in Haiti niet heeft nagegaan of leerlingen na een verhuizing zijn doorgestroomd. Ook over de doorstroom na hoger onderwijs hebben verschillende partnerorganisaties onvoldoende informatie beschikbaar en dit vraagt om verdere verbetering van hun monitoringsysteem. • Bij 3 van de 24 partnerorganisaties is een schatting van de doorstroom-aantallen gebruikt in verband met onjuiste rapportages.
meer op woordendaad.nl/resultaten
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
19
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
2.2.2 Bestedingstabel programma onderwijs Interventie 1.1 Kleuteronderwijs
Begroting 2014
Realisatie 2014
€ 784.000
€ 824.531
1.2 Basisonderwijs
€ 6.194.930
€ 3.902.130
1.3 Voortgezet onderwijs
€ 2.053.900
€ 2.267.105
€ 705.000
€ 682.746
€ 96.700
€ 193.258
€ 222.000
€ 197.906
€ 94.000
€ 186.459
€ 1.187.821
€ 499.302
€ 24.100
€ 265.653
1.4 Hoger onderwijs 1.5 Non-formeel onderwijs 1.6 Alfabetisering 1.7 Infrastructuur/investeringen 1.8 Training 1.9 Capaciteitsopbouw en netwerken 1.10 Curriculumontwikkeling 1.11 Beleidsbeinvloeding
€ 108.261 € 402.992
€ 275.938
€ 11.765.443
€ 9.403.288
2.2.3 Analyse programma Onderwijs Veiligheid voor de kinderen en goed onderwijs – dat staat overal ter wereld hoog op het verlanglijstje van ouders. Drie thema’s kregen in 2014 speciale aandacht in het programma Onderwijs: onderwijskwaliteit, kindveiligheid, en de verbinding van onderwijs met andere programma’s.
Kijken naar onderwijskwaliteit Onderwijskwaliteit heeft verschillende aspecten. Met behulp van een ‘scorecard’ bracht Woord en Daad in 2011 en 2013 verschillende van deze factoren per school in kaart. Ook is de verbetering in kwaliteit gemeten. De resultaten zijn in 2014 geanalyseerd en er zijn plannen gemaakt om de onderwijskwaliteit verder te verbeteren. De kwaliteit is gemiddeld toegenomen. De meeste verbetering is te zien op het gebied van materialen en infrastructuur. Er zijn wel verschillen te zien tussen scholen en landen. Om van elkaar te leren namen partnerorganisaties in Benin en op de Filippijnen een kijkje bij elkaar in de keuken. Ze bezochten scholen en praatten met leerkrachten, ouders en de lokale overheid. Samen analyseerden ze de sterke kanten, zwaktes, kansen en bedreigingen voor het programma en gaven ze adviezen voor verbetering. Voor André Ouedraogo (manager van het sponsorprogramma bij AEAD, Burkina Faso) was het belangrijkste leerpunt: ‘Als school en organisatie moet je een zichtbare toegevoegde waarde hebben’. Al een aantal jaren worden er samen met Driestar Educatief vanuit het Edu4Change-programma cursussen gegeven aan leerkrachten en schoolleiders over thema’s
Linda Osmand (10) uit Haïti maakte in 2010 de aardbeving in Port-au-Prince mee. In 35 seconden veranderde de hoofdstad in een spookstad. Kort na de aardbeving vertrok ze naar het naburige Forêt des Pins, waar haar ouders al woonden. ‘Ik woonde bij mijn tante in Port-au-Prince. Mijn ouders vinden het belangrijk dat ik goed onderwijs ontvang en daarvoor moest je in de hoofdstad zijn. Natuurlijk was dat wennen voor mij, maar ik had het goed naar mijn zin. De aardbeving was verschrikkelijk, ik vergeet het nooit meer. Kinderen gilden, mensen riepen om hulp. Iedereen was bang, de chaos was compleet. Zodra het veilig was, haalden mijn ouders mij weg uit Port-au-Prince. Ik ben nooit meer teruggegaan naar de stad, maar ik ben wel benieuwd hoe de stad er nu uitziet. Ik zit nu op de Metro Jesus-school. We krijgen les in een tijdelijk gebouw, maar nu is het nieuwe gebouw zo goed als klaar. Er gebeurt veel in mijn dorp. We zijn allemaal erg trots op de nieuwe school. Later wil ik heel graag dokter worden, het liefst in een ziekenhuis in Forêt des Pins. Het lijkt me heel mooi werk om voor zieke mensen te zorgen.’
20
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
‘Er gebeurt heel veel in mijn dorp’ Linda Osmand uit Haïti
als: ouderbetrokkenheid, didactische vaardigheden en leiderschap. In 2014 werden er grote stappen gezet in de implementatie van een ‘train-de-trainer’ aanpak om de cursussen over te dragen aan lokale trainers. In Sierra Leone wordt een groot deel van de cursussen al gegeven door lokale trainers. Er is in 2014 ook een online basisomgeving ontwikkeld, waarin toekomstige trainers zich online kunnen voorbereiden op hun rol als trainer. Kijken naar kindveiligheid Als school heb je een grote verantwoordelijkheid voor de kinderen die je onder je hoede hebt. Om expliciet aandacht te geven aan deze verantwoordelijkheid zijn de partnerorganisaties in India gestart met een traject voor ‘kindveiligheid’ in de door hen gesteunde scholen en internaten. Dit traject is de directe opvolging van een eerder uitgevoerd onderzoek naar het welzijn van de kinderen in deze scholen en internaten. Er is gestart met een training en de ontwikkeling van een kindveiligheidsbeleid. Aandacht voor kindveiligheid is niet alleen belangrijk binnen de school, maar ook daarbuiten. Dit is zeker het geval in omgevingen waar veiligheid vaak niet vanzelfsprekend is, zoals in veel gebieden in Latijns-Amerika. Daarom werkten partnerorganisaties hier samen aan het vergroten van de veiligheid van kinderen en jongeren ook buiten de school. Als eerste sprak men met de overheid over maatregelen om de kindveiligheid te vergroten (zie hoofdstuk Beleidsbeïnvloeding). In Latijns-Amerika belanden triest genoeg veel jongeren in de criminaliteit. Om dit te voorkomen, werkten partnerorganisaties samen met verschillende partijen om jongeren alternatieven te bieden. AMG Guatemala zette samen met de organisatie Young Life clubs op voor jongeren om vaardigheden zoals leiderschap te ontwikkelen. Verbinding met andere programma’s Voor kinderen en jongeren is een goed functionerende familie van belang om zich te kunnen ontwikkelen. Mfesane in Zuid-Afrika startte in 2014 een pilot voor een ‘familiebenadering’. Vanuit verschillende expertises, waaronder onderwijs, worden families geholpen om hun omstandigheden te verbeteren. Ze worden bijvoorbeeld geholpen om de gezondheid van familieleden (betere voeding, hygiëne) te verbeteren en hun inkomen te vergroten (vaardigheidstrainingen, arbeidsbemiddeling). Ook wordt de overheid betrokken om de omstandigheden duurzaam te verbeteren. Onderwijs in crisissituatie Het is uitzonderlijk als scholen na de zomervakantie niet open gaan. Toch gebeurde dit in Sierra Leone vanwege de
ebola-epidemie. Om de kinderen toch onderwijs te geven, startten de partnerorganisaties een programma voor thuisonderwijs. De leerkrachten bezoeken dagelijks families om leerlingen thuis les te geven. Tegelijkertijd grijpen ze deze kans om voorlichting te geven rondom ebola en leren ze bijvoorbeeld de kinderen om op een goede manier hun handen te wassen. Leerkracht Mary zei hierover: ‘De kinderen zijn erg trots dat ze thuis onderwijs krijgen. Deze kans krijgen veel andere kinderen helaas niet.’ Expertise-ontwikkeling Waarom maken veel kinderen de school niet af? Dit is in veel landen een groot probleem. Er is in 2014 een expertise-project afgerond over de uitval van kinderen voor het eind van de basis- of middelbare school en de doorstroming naar de arbeidsmarkt. Er werd gekeken naar algemene trends en de betekenis hiervan voor de scholen die Woord en Daad steunt. Het bleek dat het vaak gaat om een combinatie van onderliggende factoren, die ook in samenhang aangepakt moeten worden. Een mooie uitdaging voor het nieuwe jaar! Ook op andere thema’s werd expertise ontwikkeld om het programma Onderwijs te versterken. Een school wordt kwalitatief beter als de ouders bij het onderwijs betrokken zijn. Daarom is er een handboek ontwikkeld dat scholen kunnen gebruiken om de ouderbetrokkenheid op hun school op verschillende niveaus te verbeteren. Er werd ook een visiedocument ontwikkeld op de duurzaamheid van basisonderwijs. Op de volgende thema’s zijn nieuwe expertise-projecten gestart: ICT in onderwijs; Taal en lezen in onderwijs en Planmatige en geïntegreerde capaciteitsopbouw op schoolniveau.
2.2.4 Uitdagingen programma Onderwijs Wereldwijd wordt de toegang tot onderwijs steeds beter. Dat is mooi nieuws. Woord en Daad kan zich daarom meer richten op de kwaliteit van onderwijs. Die is in veel landen helaas nog ver onder de maat. Dit kun je bijvoorbeeld zien in het feit dat 25% van de kinderen die de basisschool heeft doorlopen nog nauwelijks kan lezen en schrijven. Onderwijskwaliteit staat daarom hoog op de agenda voor de komende jaren. Dit wordt ondersteund door de bovengenoemde expertise-ontwikkeling. Om scholen te hebben van goede kwaliteit, is er ook een onderwijssector nodig die deze scholen effectief ondersteunt. Daarom wordt er samenwerking gezocht met de overheid en met lerarenopleidingen. Waar mogelijk wordt de capaciteit versterkt en proberen we het beleid van de overheid te beïnvloeden.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
21
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden Beroepsonderwijs, -training en arbeidsbemiddeling (TVET-JBS) 500en materialen. DoelstellingEr is beperkte aandacht infrastructuur voor verbetering van de processen van leren en lesgeDoelstelling geheel gehaald (90% of meer) ven die een directe invloed hebben op de leerresultaDoelstelling gehaald (50-89%) ten. In 2015 worden er diversegedeeltelijk (expertise-)projecten geïmplementeerd waarin we hier expliciet aandacht aan geven: Actief leren, Taal en lezen in het onderwijs en de implementatie van een traject voor vroegschools lezen 7% in Sierra Leone. 10% • Ondanks de grotere toegang tot onderwijs is er een diverse groep kinderen en jongeren die moeilijk te bereiken is met onderwijs. Er is te weinig zicht op de kenmerken van deze groep en op wat er nodig is om aan de onderwijsbehoeften van deze kinderen en 43% jongeren te voldoen. De komende jaren proberen we dit in kaart te brengen en worden partnerorganisaties ondersteund om dit praktisch te vertalen naar hun onderwijsprogramma’s.
Ondanks dat de toegang tot onderwijs wereldwijd is verbeterd, gaan veel kinderen en jongeren nog steeds niet naar school. Voor velen van hen is de kans dat ze alsnog naar school gaan klein. Omdat Woord en Daad er wil zijn voor de allerarmsten, kijken we hoe deze kinderen en jongeren wel bereikt kunnen worden. Dit gebeurt in samenwerking met organisaties die hier ervaring mee hebben. Leerpunten: • Verschillende activiteiten om de kwaliteit van scholen te verbeteren (zoals trainingen, aanschaf van materialen) staan vaak los van elkaar en zijn vaak niet gebaseerd op één doelgericht plan. Daarnaast wordt er in veel gevallen niet structureel samengewerkt met de omliggende onderwijssector om te komen tot duurzame verbetering. In 2015 brengen we de kansen en uitdagingen in kaart. Daarnaast worden partners ondersteund om meer planmatig en in samenwerking aan kwaliteit te werken. • Activiteiten voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit zijn sterk gefocust op verbetering van
6.079
5.064
GETRAINDE STUDENTEN
GEDIPLOMEERDE STUDENTEN DIE...
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van nog in (meerjarige) ... een baan vinden (2.007) de leerpunten uit 2013. opleiding ( 1.015) gediplomeerd (5.064)
... een eigen bedrijf starten (2.174)
Beroepsonderwijs, -training en 2.3 BEROEPSONDERWIJS, -TRAINING EN ARBEIDSBEMIDDELING (TVET-JBS) arbeidsbemiddeling (TVET-JBS)
... doorstromen naar vervolgonderwijs (521) ... onbekend (372)
2.3.1 Resultaten programma TVET-JBS
»» TVET-JBS 500
500
»» Eigen inkomsten
Doelstelling
Doelstelling
Eigen projectinkomen partnerorganisatie
Inkomen via Woord en Daad
Eigen inkomsten
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) (90% of meer) Doelstelling geheel gehaald Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
7%
13%
18%
10% 40%
43% VAKONDERWIJS
ARBEIDSBEMIDDELING
18%
6.079
5.064
GETRAINDE STUDENTEN
GEDIPLOMEERDE STUDENTEN DIE... 1.800
gediplomeerd (5.064)
... een eigen bedrijf starten (2.174)
1.500
Eigen inkomsten 22
Inkomen via Woord en Daad
... een baan vinden (2.007)
... onbekend (372)
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
12%
Eigen projectinkomen partnerorganisatie
nog in (meerjarige) opleiding ( 1.015)
... doorstromen naar vervolgonderwijs (521)
40%
320
meer op woordendaad.nl/resultaten
2.3.2 Bestedingstabel programma TVET-JBS Interventie
Begroting 2014
Realisatie 2014
2.1 TVET
1.987.099
€ 1.708.160
2.2 JBS
385.900
€ 301.642
2.3 Infrastructuur
131.000
€ 194.000
2.4 Training
338.871
€ 153.846
2.5 Overige capaciteitsopbouw en netwerken 2.6 Beleidsinvloeding
€ 133.934 163.783
€ 105.727
€ 3.006.653
€ 2.597.309
2.3.3 Analyse programma TVET-JBS Prachtige schoolgebouwen en goed ingerichte lokalen geven een indruk van het programma Vakonderwijs (TVET) en JBS (Job & Business Services, oftewel arbeidsbemiddeling). Maar een inkijkje in het leven van een student die een baan gevonden heeft, inspireert nog meer. Zomaar een voorbeeld: Joan Grace, een jonge vrouw van 21 jaar uit de Filipijnen: ‘Door mijn vakopleiding heb ik een baan gevonden in de ICT en kan ik nu bijdragen aan het levensonderhoud van mijn zeven broertjes en zusjes.’
Kijken in de keuken In het afgelopen jaar werden 6.815 mensen opgeleid, waarvan er 4.181 daadwerkelijk aan een baan werden geholpen. Vaak maakt een opleiding het grote verschil in het leven van kwetsbare jongeren en ouderen. Het vakonderwijsprogramma ASHTEC op de Filipijnen loopt in een aantal ontwikkelingen voorop. Deze partner organiseerde een conferentie, ‘The kitchen of ASHTEC’, waarbij partners uit vijf andere landen in de keuken van dit programma kwamen kijken. Silas Ouadreogo, hoofd JBS in Burkina Faso: ‘Deze conferentie gaf veel inspiratie om ons eigen programma te verbeteren. De financiële duurzaamheid en de kwaliteit van het JBS zijn voor ons een voorbeeld.’ ASHTEC was ook betrokken bij een training in arbeidsbemiddeling in Bangladesh. Partners aan elkaar koppelen is vruchtbaar. Dat is ook in Nederland het geval. Ongeveer 10 organisaties die zich bezighouden met vakonderwijs in ontwikkelingslanden, hebben een netwerk gevormd waarin kennis wordt uitgewisseld. Woord en Daad heeft de lead in dit netwerk. Woord en Daad medewerkers kijken ook regelmatig in de keuken bij de partnerorganisaties. In Sri Lanka werd
Vorig jaar september bezocht een groep ondernemers Burkina Faso. Ze maakten een tussenstop bij vakschool Nazareth van partnerorganisatie AEAD, waar de groep een ontmoeting had met vakschoolstudenten.
‘Ook meisjes kunnen heel goed metaal bewerker worden!’ Amana uit Burkina Faso
Verbinding staat centraal in het werk van de partner. Dat merken we telkens in gesprekken met medewerkers, vrijwilligers en leidinggevenden. Op de vakschool Nazareth wordt verbinding ineens heel concreet en ondubbelzinnig: de zwaluwstaartverbinding waar we een luidruchtige klas mee zien worstelen. De theorie is duidelijk, de houten praktijk weerbarstiger. In één van de lokalen wordt gelast. De vonken spatten er vanaf. Naast een aantal stoere kerels laat Amana zien dat emancipatie geen exclusief product is van het ‘hoog-ontwikkelde’ westen. We vragen haar naar haar leeftijd. Toch wel schuchter reageert ze. Amana is 16 en zit in het derde jaar van de opleiding. Pas als iemand vraagt waarom ze als meisje een opleiding kiest waar vooral jongens voor kiezen, komt ze los. ‘Ik wil hiermee laten zien dat het niet alleen een vak voor jongens is. Ook meisjes zoals ik kunnen heel goed metaalbewerker worden. We gaan ervoor, want het is een mooi beroep. Later wil ik m’n eigen bedrijfje hebben. Dat is mijn grote wens!’ Bonne chance, Amana! Bekijk het interview met Amana op woordendaad.nl/amana Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
23
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
een pilot in vakonderwijs op het platteland geëvalueerd. Een sterk punt was de holistische aanpak voor kwetsbare jongeren met een oorlogsverleden. Naast vaktraining hebben deze mensen behoefte aan psychologische hulp om hun trauma te verwerken. Een punt van verbetering in dit programma was dat er meer aandacht was voor helpen dan voor ontwikkelen van de doelgroep. De pilot wordt in 2015 voortgezet in een regulier programma. De uitdaging is om hier een duurzaam ontwikkelingsprogramma van te maken. Expertise-ontwikkeling Veel energie werd gestoken in de opbouw van expertise. Een voorbeeld is het thema ‘financiële duurzaamheid’. Omdat elke euro maar een keer kan worden uitgegeven, maakte Woord en Daad in 2014 een gedetailleerde kostprijsberekening per partner. Dit gaf duidelijkheid over effectiviteit en efficiëntie van programma’s. Partners werden uitgedaagd om met een andere blik naar hun programma te kijken en dat te verbeteren. Xena Scullard, hoofd JBS in Zuid-Afrika: ‘Jullie halen ons uit onze comfort zone en dat is erg gezond!’ Via literatuuronderzoek werden 18 manieren in kaart gebracht waarop een vakschool lokaal geld kan verdienen. Vier van onze partners ontvingen op dit vlak een training waarbij een plan werd ontwikkeld voor lokale fondswerving. Enkele voorbeelden: de verkoop van gemaakte producten, een bijdrage van afgestudeerde studenten, het leveren van diensten aan bedrijven en organisaties. Bij sommige vakonderwijsprogramma’s leidt dit op termijn zelfs tot volledige financiële zelfstandigheid. AMG Filipijnen, waarmee als eerste een uitfaseerplan werd ontwikkeld, heeft in 2014 zijn financiële doelen behaald en is volgens planning in 2020 zelfstandig. Mfesane in Zuid-Afrika zal zelfs in 2018 al zelfstandig zijn. Gemiddeld realiseren partnerorganisaties 18% eigen inkomen voor vakonderwijs en 13% voor arbeidsbemiddeling. Dit komt overeen met een verandering in de context: door de economische groei kunnen mensen meer besteden. Door deze uitfasering ontstaat ruimte om andere relevante TVET-programma’s te starten op plekken waar financiële support op dit moment nog wel onmisbaar is. De Job & Business Services vormen de brug tussen de vakopleiding en de arbeidsmarkt. Enerzijds worden studenten voorbereid op hun baan. Aan de andere kant worden ontwikkelingen in de markt bekeken, zodat de opleiding hierop kan aansluiten. Bij een aantal partners blijkt dit een innovatief en goed werkend concept te zijn. Bij andere partners staat het echter nog steeds in de kinderschoenen. Daarom werd in 2014 een uitgebreide handleiding geschreven waarin alle aspecten van arbeidsbemiddeling aan de orde komen. Deze handleiding
24
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
werd getest tijdens een training in Bangladesh en kan in de toekomst worden ingezet om ook bij andere partners het JBS-programma te verbeteren. We willen onze partners uitdagen om anders naar het JBS-programma te kijken en het te zien als een zelfstandige bedrijfsunit, die zichzelf financieel bedruipt.
2.3.4 Uitdagingen programma TVET-JBS Een belangrijke uitdaging is om de partners met een zakelijke blik naar hun programma te leren kijken. In 2014 werd onderzoek gedaan naar de Young Africa-benadering van vakonderwijs. In deze aanpak worden de lessen op de vakschool gegeven door lokale ondernemers, die daarvoor een goed ingericht vaklokaal kunnen huren. De studenten worden ook ingezet om producten en diensten te leveren, zodat de docent winst kan maken. Momenteel wordt een pilot voorbereid om deze benadering bij één van de Afrikaanse partners toe te passen. Daarna zal bekeken worden of deze aanpak ook bij andere partners ingezet kan worden. Het werken aan de zogenaamde soft skills om de werkhouding van de studenten te verbeteren, is een andere uitdaging. Denk hierbij aan een sollicitatietraining of een training in bedrijfsvaardigheden. Studenten zien daar ook zelf de zin van in. Badish Ravindu (India) zegt hierover: ‘Ik heb nu niet alleen technische vaardigheden, maar weet ook hoe ik met anderen moet communiceren en hoe ik me moet gedragen op de werkvloer.’ Een curriculum voor deze vaardigheden werd in 2014 verder uitgewerkt. Een voorbeeld van de toepassing van soft skills is het nieuwe programma voor arbeidsbemiddeling in Guatemala. Veel jongeren leven daar in gangs en hebben geen toegang tot de arbeidsmarkt vanwege hun werkhouding en de context waaruit ze komen. In het programma van onze partner AMG worden jongeren gecoacht en gemotiveerd om hun talenten te gebruiken. Tegelijkertijd wordt er gewerkt aan bewustwording bij bedrijven, die gemotiveerd moeten worden om jongeren uit de sloppenwijken een kans te geven in een baan. Dit programma wordt in 2015 geëvalueerd. Het is belangrijk dat partners relevant blijven terwijl de markt constant verandert. In 2015 worden technieken voor marktonderzoek in kaart gebracht. Voor partners die hierin willen leren, wordt een training ontwikkeld. Leerpunten: • Het JBS-concept heeft niet voldoende eigenaarschap van partners. In 2015 zullen partners worden gefaciliteerd om aan de hand van de JBS-handleiding een eigen handboek te ontwikkelen om het programma effectiever te laten werken.
• De Young Africa-benadering is een veelbelovend concept waarbij vakonderwijs duurzaam wordt gemaakt door het uit te besteden aan ondernemers. Het vraagt een cultuuromslag om deze benadering toe te passen op een bestaand programma. Partners moeten business-principes op vakonderwijs en arbeidsbemiddeling toe gaan passen. Er zal een pilot worden opgezet met een partner in West-Afrika.
2.4
• Het is effectief om partners bij elkaar in de keuken te laten kijken. Dit zal gebeuren door systematische inzet van een discussie-instrument tijdens bezoeken van alliantie-partners aan elkaars organisatie. Daarbij wordt de kwaliteit van het programma op een kritische en gestructureerde manier doorgelicht. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
LANDBOUWTRAINING EN VOEDSELZEKERHEID (AVET-FNS)
Voedselzekerheid 2.4.1 Resultaten programma AVET en voedselzekerheid 500
Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
D oelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
Personen ontvangen training over voeding
2.908
2.950
Boeren ontvangen training over landbouwmethoden
4.119
1.925
135
boerengroepen hebben hun capaciteit versterkt 198
Boeren ontvangen landbouwproductiemiddelen
1.279 0
1.000
2.000
3.000
1.100
4.000
Toelichting • Meer personen hebben training over landbouwmethoden ontvangen omdat er een extra ééndaagse training is uitgevoerd in een aantal dorpen. • Er zijn minder boerengroepen die hun capaciteit hebben versterkt omdat enkele groepen zijn gecombineerd en de groepen in Sierra Leone geen steun konden ontvangen door de ebola-epidemie.
meer op woordendaad.nl/resultaten
2.4.2 Bestedingstabel programma AVET en voedselzekerheid Begroting 2014
Realisatie 2014
14.1 AVET - directe armoedebestrijding
Interventie
€ 574.729
€ 133.074
14.2 AVET - maatschappijopbouw
€ 114.133
€ 93.656
14.3 AVET - beleidsbeïnvloeding
€ 25.886
Totaal AVET
€ 714.748
€ 226.729
6.3.1 Voedselzekerheid - directe armoedebestrijding
€ 400.647
€ 373.899
6.3.2 Voedselzekerheid - maatschappijopbouw
€ 191.438
€ 116.379
6.3.3 Voedselzekerheid - beleidsbeïnvloeding
€ 140.958
€ 129.565
Totaal voedselzekerheid
€ 733.043
€ 619.844
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
25
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
2.4.3 Analyse programma AVET en voedselzekerheid Agrarisch beroepsonderwijs (AVET) is gericht op het geven en verbeteren van landbouwkundige en bedrijfseconomische training in het kader van een waardeketen. Binnen het voedselzekerheidsprogramma heeft de visie zich in de loop van de jaren versterkt dat alleen een bedrijfseconomische benadering op lange termijn duurzame resultaten zal opleveren. Waar boeren in het verleden financiële steun kregen van het project om productiemiddelen aan te schaffen, worden boeren nu gemotiveerd en ondersteund om hiervoor een lening af te sluiten. De bedoeling van AVET is om juist op dit vlak in de behoefte van training te voorzien. In 2014 zijn AVET en voedselzekerheidsprogramma’s uitgevoerd in Burkina Faso, Benin, Sierra Leone, Oeganda en Ethiopië. Veel boeren zijn getraind in verbeterde landbouwmethodes. Deze training omvatte heel diverse thema’s zoals het gebruik van verbeterd zaaizaad, de opslag van de oogst, geïrrigeerde tuinbouw, pluimveehouderij of bijenteelt. Er is speciaal aandacht geweest voor jongeren, zodat zij
Moses Lansana (54) is voorzitter van de dorpsraad. Zijn dorp, in het Bonthe-district in het zuiden van Sierra Leone, behoorde tot voor kort tot de armste van het land. Vaak leden de bewoners honger. Maar dat is veranderd sinds de Evangelical Fellowship of Sierra Leone (EFSL) in het gebied neerstreek… ‘Zonder dat we onze hoeveelheid grond uitbreidden, hebben we nu wel voldoende te eten, terwijl we twee jaar geleden eigenlijk altijd te weinig hadden. Het geheim is dat dorpsbewoners beter samenwerken, in plaats van allemaal ons eigen stukje grond bewerken. Nu hebben we een deel van het land samengevoegd en dat bewerken we als dorpsbewoners gezamenlijk. Als dorp kregen we zelf het bestuur over het project en we hebben onze eigen regels gemaakt. Bijvoorbeeld dat alle dorpsbewoners een aantal dagen per week aan het project moeten werken. Komen ze niet opdagen, dan moeten ze een boete betalen. Iedereen heeft daarmee ingestemd. Zo voorkomen we dat mensen wel profiteren, maar er zelf niet aan meewerken. We oogsten nu meer rijst, en de kwaliteit is beter. Een deel van de opbrengst wordt gebruikt als kweekmateriaal, een gedeelte gebruiken we voor onze eigen voeding en een deel kunnen we verkopen op de markt. Daar kunnen mensen het schoolgeld van hun kinderen van betalen.’
26
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
in staat zijn een inkomen te verwerven. Veel projecten richten bepaalde activiteiten vooral op vrouwen; vrouwen zijn immers degenen die ervoor zorgen dat er voldoende eten op tafel komt! Veel training is zogenaamde informal training, wat betekent dat deze in het veld en niet in een klaslokaal wordt gegeven. Uit de resultaten van een evaluatie die is uitgevoerd bleek dat twee derde van de boeren de lessen daadwerkelijk in praktijk brengt. Ook veel leiders van boerengroepen zijn getraind. De leden van goed functionerende boerengroepen richten zich vaak op een speciaal gewas en organiseren gezamenlijk de aankoop van productiemiddelen en de afzet. Sommige groepen beheren met elkaar een stuk grond, zodat alle deelnemers daar profijt van hebben. Als leider moet men in staat zijn om niet alleen alle leden constructief met elkaar te laten samenwerken of de boekhouding inzichtelijk te houden, maar ook om een opbouwende relatie te onderhouden met de overheid en de private sector. Mevrouw Boné woont in Burkina Faso en is leider van een boerengroep. Ze geeft haar kijk op de ontwikkeling van haar groep: ‘We werken samen met andere groepen die dezelfde producten verkopen en we zijn nu in staat om de juiste kopers voor onze producten te vinden, zodat we een goede winst kunnen maken.’
‘Zonder uitbreiding van grond toch voldoende eten’ Moses Lansana uit Sierra Leone
Partnerorganisaties proberen nu meer aandacht te schenken aan de economische aspecten van bedrijfsvoering. Zowel voor boeren als voor de partnerorganisaties betekent dit een omslag in denken en een andere manier van werken. De ervaring van het AED-programma met deze activiteiten komt hierbij goed van pas en voorkomt dubbel leergeld betalen. Nelson Owili, directeur van partnerorganisatie ADP in Noord-Oeganda: ‘Het bieden van een afzetmarkt voor boeren is erg stimulerend voor de productie. En daarmee ook voor de vraag naar productiemiddelen en de financiering.’ Het is maatwerk om per boerenorganisatie te bekijken hoe de financiering van de landbouwactiviteiten gestructureerd dient te worden; financiering vindt plaats bij voorkeur in samenwerking met lokale microfinancieringsorganisaties. Uit een evaluatie bleek dat er nog onvoldoende mogelijkheden zijn voor boeren om een lening af te sluiten, dus dit blijft een punt van aandacht. Een aantal partnerorganisaties ontving vanuit Woord en Daad intensieve begeleiding bij het opstellen van economisch georiënteerde projectvoorstellen. Hiertoe is onder meer een model ontwikkeld dat op een overzichtelijke wijze de inkomsten en uitgaven van het bedrijf weergeeft, zodat in één oogopslag duidelijk wordt in welke mate de betreffende teelt winst oplevert.
2.4.4 Uitdagingen programma AVET en voedselzekerheid Bij de uitvoering van een effectief en duurzaam programma komen de volgende aandachtspunten om de hoek kijken. Het is goed om deze punten te zien en er met visie mee aan de slag te gaan. • De komende periode zal de link tussen de doelgroep en de waardeketen nog duidelijker naar voren moeten komen. Waar nu een programma de boeren nog steunt in ‘algemene’ bedrijfsontwikkeling, zal in de toekomst meer gekeken worden naar die ketens waar de boeren het meest van kunnen verwachten. Woord en Daad en hun partnerorganisaties zijn zich ervan bewust dat dat betekent dat boeren zichzelf en hun productie zodanig weten te organiseren dat ze toegang krijgen tot financiering en vermarkting van hun producten. Vooruitstrevende boeren zijn van belang om een voorbeeld te zijn voor anderen. De uitdaging is om zowel deze boeren te betrekken in de ontwikkeling als ook de gemarginaliseerde boeren. Een andere uitdaging is om door middel van trainingen boeren zelf inzicht te laten verwerven in de winstgevendheid van activiteiten en hen te leren om dit te plannen en op te schalen. • In Benin is een tienjarig project gestart met als doel om
jongeren in het gebied van Sinendé ondernemingen op te laten zetten en hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. In dit project is er sprake van een geïntegreerde aanpak vanuit bedrijfsontwikkeling, landbouwtraining en onderwijs. In de beginfase van dit project ligt de uitdaging erin om zicht te krijgen op de economische potentie van de waardeketens voor deze jongeren en op de blokkades. En om de interventies die nodig zijn, in samenwerking met bestaande organisaties en de doelgroep, vorm te geven. • Afgelopen jaar hebben we de invloed van het al dan niet kunnen lezen en schrijven binnen boerengroepen op het functioneren van boerengroepen onderzocht. Geletterden kunnen redelijk snel goed functioneren binnen een effectieve boerenorganisatie, maar voor hen die niet geletterd zijn of in extreme armoede leven, bestaan er obstakels. De uitdaging is om specifiek bij boerengroepen aandacht te hebben voor dit aspect. Een mogelijke interventie is het organiseren van deze mensen in zelfhulpgroepen. Binnen een dergelijke groep kan een spaarsysteem worden opgezet en kunnen leeslessen worden georganiseerd. Leerpunten: • Het opzetten van programma’s waar een economische kijk op landbouw vorm krijgt, is een proces dat veel aandacht vergt. Hierbij gaat het om de analyse van de context, het definiëren van de interventies, de rol van de partner en het strategisch samenwerken met anderen. Er zal in 2015 meer gekeken worden welke interventies in samenwerking met anderen gedaan moeten worden om meer succes te behalen. Dit wordt geconcretiseerd in het opstellen van de ToC en een meerjarenbeleidsplan. • Er is op het gebied van entrepreneurial farming (economische bedrijfsvoering) goed trainingsmateriaal beschikbaar. De implementatie ervan is maatwerk; het versterken van de interne capaciteit van de partnerorganisaties op dit gebied blijkt een intensief proces te zijn. Woord en Daad zal dit proces in 2015 voortzetten en nauwgezet monitoren. • De studie over alfabetisering en voedselzekerheid heeft aan het licht gebracht dat het kunnen lezen en schrijven van boeren weinig of geen aandacht krijgt in voedselzekerheidsprogramma’s, terwijl geletterdheid erg belangrijk blijkt te zijn voor het goed functioneren van boerengroepen. Daarom zal het element van alfabetisering worden opgenomen in de contextanalyse en eventuele interventies. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
27
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden Gezondheidszorg
2.5
GEZONDHEIDSZORG EN WATER, SANITATIE EN HYGIËNE (WASH)
2.5.1 Resultaten programma Gezondheidszorg en WASH 500
Doelstelling
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
D oelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
CONSULTATIES VAN PATIËNTEN
PERSONEN BEREIKT MET PREVENTIEVOORLICHTING
161.000
664.000
194.000
253.000
Doelstelling niet gehaald
Toelichting • Het aantal consultaties was een te ambitieuze planning van W&D, de partners hebben hun plannen wel grotendeels behaald; • De planning voor de bereikte personen met preventievoorlichting was niet realistisch, bovendien is er sprake van schattingen bij massacampagnes; • De activiteiten voor water en sanitatie zijn nieuw gestart in 2014 en definitieve realisatie is gepland voor 2015.
× 20.000
× 20.000
WATERPOMPEN (IN VOORBEREIDING)
LATRINES (IN VOORBEREIDING)
PERSONEN BEREIKT MET HYGIËNEVOORLICHTING
52
200
73.800
× 20
× 20
× 20.000
meer op woordendaad.nl/resultaten
2.5.2 Bestedingstabel programma Gezondheidszorg en WASH Begroting 2014
Realisatie 2014
6.1.1 Gezondheidszorg - directe armoedebestrijding
€ 975.760
€ 968.663
6.1.2 Gezondheidszorg - maatschappijopbouw
€ 420.240
€ 375.406
6.1.2 Gezondheidszorg - beleidsbeinvloeding
€ 182.000
€ 220.133
Interventie
Totaal Gezondheidszorg 16.1 WASH - directe armoedebestrijding
€ 1.578.000 € 1.564.172 € 150.021
€ 114.061
16.2 WASH - maatschappijopbouw
€ 17.650
€ 48.487
16.3 WASH - beleidsbeinvloeding
€ 8.825
€ 1.648
€ 176.496
€ 164.196
Totaal WASH
2.5.3 Analyse programma Gezondheidszorg en WASH Het in 2013 ontwikkelde beleid voor het nieuwe thema Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) is dit jaar met partners bekeken, besproken en bijgesteld. Dit vond plaats tijdens de partnerconferentie in Nederland, en ook één op
28
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
één bij partners op bezoek. De discussie draaide rond de kijk op WASH: schoon drinkwater en veilige toiletten zien we als continue dienstverlening die de lokale context moet kunnen leveren en garanderen op de lange termijn. Dat zorgt voor een stuk duurzaamheid. Waterpompen en toiletten geleverd als product door een tijdelijk projectteam missen die duurzaamheid. Ze gaan stuk, en men is terug bij af. Woord en Daad wil dus investeren in capaciteiten en goede inbedding in de omgeving. Samen met partners zijn deze inzichten in nieuwe programma’s vormgegeven. Er zijn twee programma’s gestart, elk met een eigen leeragenda. Partner CSS in Bangladesh test een benadering van grootschalige hygiënevoorlichting in combinatie met het vermarkten van toiletten voor een lage prijs door lokaal getrainde producenten. Hierbij worden al aanwezige kleine ondernemers geselecteerd, die nog niet de kwaliteitstandaard halen. ‘Onze lokale metselaars kunnen veilige en sterke hygiënische latrines maken, als zij maar training kunnen krijgen in effectieve methoden,’ aldus een schoolmeester in Moukhali (projectgebied). Ook kijkt CSS naast het repareren van waterpompen naar
regenwateropvang op huishoudniveau, om te voorzien in een oplossing voor schoon drinkwater. Voor een project in Ethiopië is Woord en Daad gaan samenwerken met nieuwe Ethiopische partners om handmatige boortechnieken te introduceren. Kleine ondernemers worden getraind en gecertificeerd om goedkope alternatieven te bieden voor drinkwater en irrigatie. Naast boorteams worden ook ondernemers getraind in onderhoud en reparatie. Binnen de doelstelling om boorbedrijfjes te starten wordt er voorlichting gegeven en aan marketing gedaan voor de nieuwe technologie. In beide projecten is een grondige voorstudie uitgevoerd om de activiteiten goed te laten aansluiten bij de prioriteiten van de doelgroepen. Binnen de gezondheidsprogramma’s lag een zwaar accent op voorlichting en preventieve gezondheidszorg rond de thema’s HIV/aids, family planning, moeder-en-kindzorg en toegankelijkheid van zorg voor armen. Evaluaties in Bangladesh en Haïti laten zien dat positieve trends zichtbaar worden in gedragsverandering. Tegelijkertijd is het gezondheidsprogramma in een afbouwfase. Dit betekent dat Woord en Daad met partners actief aan het kijken is hoe hun activiteiten een vervolg kunnen krijgen zonder
steun van Woord en Daad. Deze discussie is ook gevoerd in bijeenkomsten met landencoalities, waarin een aantal gezondheidsprogramma’s per land vertegenwoordigd zijn. Woord en Daad heeft met partners samengewerkt in financieringsaanvragen als zich mogelijkheden voor andere fondsen voordeden. Voor de programma’s in Haïti is een vaste consultant ingezet die de uitfasering van dichtbij gaat begeleiden.
2.5.4 Uitdagingen programma Gezondheidszorg en WASH Samen met partners werkt Woord en Daad aan de uitdaging om continuïteit in hun gezondheidsprogramma’s te borgen. Voor dienstverlening vanuit klinieken en ziekenhuizen wordt gezocht naar meer financiële duurzaamheid. Andere manieren van werken, die dichter bij de dienstverlening zelf geld opleveren, zijn nodig. Partners voeren een verhoging van de behandelkosten door, testen ‘gezondheidskaarten’ voor gezinnen die voor een eenmalig jaarbedrag toegang tot basiszorg bieden, en kijken naar verschillende modellen om patiënten te verzekeren. Om preventie en voorlichting te borgen moet meer worden
In april 2014 bezocht Jacob Jan Vreugdenhil Bangladesh, in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe WASH-programma. Hij ervoer daar de noodzaak van een nieuw project…
‘Verschil hoeft er niet te zijn...’ Jacob Jan Vreugdenhil in Bangladesh
‘Samen met mijn collega’s van partnerorganisatie CSS in Bangladesh loop ik in de richting van Dacope. In deze gemeenschap wonen mensen uit de allerlaagste kaste, de landlozen. Om me heen water, overal water. Het kost weinig moeite om een aantal vrouwen in groepsverband te spreken. Ik word meegenomen naar een waterplas, speciaal gereserveerd om uit te drinken. In een potje schep ik wat ‘schoon’ drinkwater. Het ziet bruin en troebel. Het water waar men zich wast ziet nog bruiner. Als we verder lopen, komen we bij een ander dorpje, Deypara. Met mensen uit een iets hogere kaste, maar nog steeds arm. Hier staat een pomp. En een lange rij mensen met mooie, metalen waterpotten. Uren staan ze hier soms. Delen van de dag komt er gewoon géén water uit de pomp. De landlozen uit Dacope komen hier trouwens niet. Dat staat de kaste niet toe, verschil moet er zijn. Het nieuwe water- en sanitatieprogramma dat we willen starten is broodnodig, realiseer ik me. Want verschil hoeft er niet te zijn.’ Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
29
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
samengewerkt in nationale netwerken, en een actieve lobby gevoerd naar verantwoordelijke afdelingen van overheden. Het WASH-programma is in ontwikkeling en kan groeien. In de landen waar Woord en Daad werkt staan toegang tot veilig drinkwater en hygiënische toiletten in de kijker omdat 2015 de eindstreep wordt van de Millenniumdoelstellingen. In veel gevallen zijn de doelstellingen niet helemaal behaald, hoewel op toegang tot water veel vooruitgang is geboekt. Er is in ieder geval veel samenwerking op gang gekomen. Voor startende programma’s moet samenwerking gezocht worden met andere partijen die dezelfde kant op kijken. Naast bestaande partners betreft dit ook nieuwe partners, ondernemers, overheden en kennisinstituten. Het vinden van de juiste partners en het vormgeven aan een multi- stakeholder-samenwerking is de uitdaging. Het opzetten van lokale dienstverlening met WASHprogramma’s vormt een andere uitdaging. Werken aan duurzame oplossingen betekent gelijk in het begin al (financiële) verantwoordelijkheden neerleggen waar ze horen. Eindgebruikers zelf laten investeren en betalen voor diensten vraagt creativiteit in onze programma’s. Dit vraagt zowel voor de partners van Woord en Daad als voor de uiteindelijke doelgroep een omslag in het denken. Social marketing wordt een belangrijke component: mensen voorlichten, gedragsverandering stimuleren en ten slotte ook mobiliseren tot financiële bijdragen. Dit onderwerp is een focus voor expertise-ontwikkeling en ondersteuning van partners. Vanuit WASH kijkt Woord en Daad ook naar verbindingen met het TVET/AVET-programma: installatie en onderhoud van waterpunten, constructie van toiletblokken, toegang tot irrigatiewater. Dit jaar zijn intensieve gesprekken geweest met de partners in Burkina over een programma wat deze verbindingen maakt. Een subsidieaanvraag hiervoor is helaas niet doorgegaan. Binnen het AVETprogramma is vervolgens wel een project gestart voor geïrrigeerde groenteteelt in Burkina Faso. Leerpunten: • Voor meer financieel duurzame modellen van gezondheidsdiensten valt te leren van partners uit de netwerken van onze gezondheidsprogramma’s. Zo kan in Haïti het gezondheidsprogramma samenwerken met DASH, een organisatie die gezondheidsdiensten aanbiedt op basis van een model van sociaal ondernemerschap, met goede resultaten. Hiervoor moet wel een omslag in denken plaatsvinden bij de Woord en Daad-partners, die de programma’s aanbieden meer vanuit een traditionele
30
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
ontwikkelingsrol. In 2015 hopen we dit met een ontwikkeld phase-out-plan en een lokale adviseur te gaan monitoren. • Het doorpraten met partners over programmabenadering en financiële consequenties is belangrijk. In de doorrekening van totaalkosten van hardware (vooral van waterpompen) worden bepaalde aspecten vaak niet meegenomen, maar alleen de eenmalige aanschaf en installatie. Dit heeft een negatief effect op de duurzaamheid van gebruik. In nieuw te ontwikkelen programma’s maken we van totaalkosten rond hardware een focuspunt. • In samenwerking voor financieringsaanvragen van derden moeten partners eigenaarschap hebben voor de programma- en budgetontwikkeling. In een multi-stakeholder-samenwerking betreft dit dan alle partners. Is er te weinig eigenaarschap dan geeft het problemen tijdens de implementatie, omdat uiteindelijk leidend blijkt wat partners in hun hoofd hebben. In nieuwe trajecten voor financieringsaanvragen zal het criteria van lokaal eigenaarschap zwaar worden meegewogen. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
2.6
AGRIBUSINESS EN BEDRIJFSONTWIKKELING (AED)
2.6.1 Resultaten programma Agribusiness & bedrijfsontwikkeling De resultaten van het programma Agribusiness & bedrijfsontwikkeling (AED) zijn ronduit gunstig. De programma’s in de diverse landen bereiken steeds meer kleine boeren die door een combinatie van krediet en advies in staat zijn om aan te haken bij lokale en internationale markten. Bijna 5.000 ondernemers ontvingen een lening via nieuwe contracten in 2014 en hernieuwde inzet van geld dat al eerder was uitgezet. Zo’n 7.000 boeren kregen training om te kunnen (blijven) voldoen aan de eisen die afnemers stellen. Bijna 1.000 (kleinschalige) ondernemers ontvingen training op het vlak van businessplanning en/of managementversterking. Ongeveer 1.200 mensen kregen een baan, mede gerealiseerd dankzij inspanningen van AED-partners. Deze resultaten zijn het gevolg van de inzet van gespecialiseerde partners in combinatie met de strategie om zoveel mogelijk in te zetten op ondernemerschap en kredietverlening. Investeringen uit eerdere jaren hebben op die manier ook in 2014 weer nieuwe banen opgeleverd en toegang tot krediet voor (agrarische) ondernemers.
2.6.2 Bestedingstabel programma AED Begroting 2014
Interventie 3.1 Exploitation costs for BDO
551.053
3.2.1.1 SMED capital - grant
241.178
2.6.3 Analyse programma AED Realisatie 2014
3.2.1.2 SMED capital - loan
-12.482
3.2.2.2 SMED small capital - loan
-79.920
3.2.4 Revolving capital
Strategisch kijken naar impact, dat is een rode draad door 2014 geweest. Wat dat betekende voor het werk? Een paar hoofdpunten daaruit. Kritische blik Stevige debatten met de externe evaluatoren en onderling over de observaties en conclusies van de programma-evaluatie. Naast constructief kritische noten is het mooi om de eerste conclusie in het rapport ten aanzien van de AEDprogramma’s te lezen: In general the AED programmes are relevant and well-run programmes that make a difference in the lives of the people concerned. The AED policy serves as a clear and guiding document that merits further implementation and upscaling in practice. Aangespoord door die aftrap is een evaluatie pas behulpzaam als het ook een aantal terreinen voor verbetering laat zien. Daar is niet alleen naar gekeken, maar hier zijn ook stappen in gezet, zoals in het jaarplan 2014 al aangegeven. Dit betreft: • Contextanalyses/marktanalyses grondiger doen vanuit een heldere keus voor de productketen en daarbij niet alleen naar de diverse stakeholders kijken, maar hen mee laten kijken in de analyses. Daarin houden we het belang van duurzame impact steeds voor ogen. Hieraan gekoppeld willen we ook meer aandacht geven aan datacollectie in het veld, om daarmee de verwachte impact te toetsen en in beeld te brengen. We kijken naar de economische impact voor de diverse stakeholders in de keten om zo goed mogelijk te kunnen doorrekenen of het zinvol is om een op het eerste oog aantrekkelijk project ook daadwerkelijk te financieren en zo ja, in welk vorm (donatie, lening, participatie). Uitganspunt daarbij is dat de interventie pas duurzaam is als het
75.611
3.4.1 BDO Expenses for NFS
87.460
32.079
3.4.2 NFS via expertmissions
1.627
3.5 Chain Organisation
90.111
3.6 Training, capacity building
75.813
Totaal ED
2.276
1.045.615
19.190
4.1 Exploitation costs for BDO
131.330
203.477
4.2.1.1 SMED capital - grant
233.499
87.149
4.2.1.2 SMED capital - loan
80.750
4.2.2.1 SMED small capital - grant
46.479
4.2.2.2 SMED small capital - loan
26.000
4.2.4 Revolving capital
412.179
4.4 Total BDS costs
138.914
4.4.1 BDS expenses for NFS
97.001
186.867
4.5 Chain organisation
189.501
170.321
4.6 Training, capacity building
118.189
64.707
4.4.2 NFS via expertmissions
1.397
4.7 Advocacy Totaal AD
30.594
50.608
800.111
1.468.849
Toelichting Deze resultaten zijn gebaseerd op beschikbare rapportages per medio maart 2015. Van een aantal landen zijn de resultaten nog niet verwerkt, die zullen in de online versie op de website nog wel worden meegenomen (woordendaad. nl/resultaten). • Het aantal verstrekte leningen is iets minder dan gepland omdat het beschikbare kapitaal is ingezet op grotere leningen in plaats van veel kleine financieringen. • Het aantal boeren/ondernemers dat training heeft ontvangen ligt lager doordat een groot programma in Sierra Leone (5000 boeren) bijna heel 2014 niet uitgevoerd kon worden vanwege Ebola. • Er zijn 880 extra banen gerealiseerd via het huizenbouwprogramma (paragraaf 2.7). • Het lagere aantal ketenverbindingen komt eveneens door het niet kunnen uitvoeren van het programma in Sierra Leone in verband met ebola.
Bedrijfsontwikkeling 500
Doelstelling
Verstrekte leningen
4.704 5.850
Doelstelling geheel gehaald (90% of meer) Boeren/ondernemers ontvangen training
8.075
D oelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%) Nieuwe banen
2.034 875
12.000 × 1.000
× 1.000
Gerealiseerde ketenverbindingen
4.682 10.000
× 1.000
Doelstelling niet gehaald
× 1.000
Toelichting Deze resultaten zijn gebaseerd op beschikbare rapportages per medio maart 2015. Van een aantal landen zijn de resultaten nog niet verwerkt, die zullen in de online versie op de website nog wel worden meegenomen. • Het aantal verstrekte leningen is iets minder dan gepland omdat het beschikbare kapitaal is ingezet op grotere leningen in plaats van veel kleine financieringen. • Het aantal boeren/ondernemers dat training heeft ontvangen ligt lager doordat een groot programma in Sierra Leone (5000 boeren) bijna heel 2014 niet uitgevoerd kon worden vanwege Ebola. • Er zijn 880 extra banen gerealiseerd via het huizenbouwprogramma (paragraaf 2.7). • Het lagere aantal ketenverbindingen komt eveneens door het niet kunnen uitvoeren van het programma in Sierra Leone in verband met ebola.
meer op woordendaad.nl/resultaten
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
31
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
voor alle partijen economisch aantrekkelijk is en dat het onvoldoende is als alleen de boeren er op korte termijn een beetje beter van worden. • We gaan meer op zoek naar de combinatie van interventies in eenzelfde gebied of project waarbij toegang tot financiering, kennis/assistentie aanbieden en markten bij elkaar komen om zo de impact en duurzaamheid van de interventies te vergroten. De aanpak in WestAfrika in de cashewketen is daar een mooi voorbeeld van, waarbij kredietverstrekkers, NGO’s en private bedrijven bij elkaar komen om een geïntegreerd pakket van diensten aan te bieden waarvan alle ketenactoren voordeel hebben. Strategische blik Uitgedaagd door de evaluatie is er in 2014 een grondige contextanalyse gedaan met betrekking tot de kansen om de cashewnotenketen verder te versterken en daardoor impact te verduurzamen. Datzelfde is gedaan in Guatemala voor de groenteketen. Deze keus is ingegeven door de sterke private partners in die landen en de kansen om een grote subsidie aan te vragen. De uitvoering van zo’n analyse laat het belang zien van integratie tussen de
Woord en Daad AVET en AED-interventies, zowel in de analyse als bij de implementatie. Dergelijke analyses versterken ook de positie van Woord en Daad om bij de keten betrokken stakeholders in de landen waar we werken bij elkaar te brengen. Naast deze specifieke analyses heeft het AED-team samen met het AVET-team heel grondig gekeken naar de strategische doelstellingen, de logica van de huidige activiteiten om die doelstellingen te realiseren en wat nodig is om in de komende jaren met elkaar effectiever te werken. Een belangrijke stap was de selectie van een aantal waardeketens waar AVET- en AED-interventies zich voornamelijk op gaan richten. Uitgangspunt is dat toegang tot financiering, markten en kennisoverdracht daarin bij elkaar kan komen. Cashew, cacao, koffie, veehouderij, honing en groenten zijn de hoofdketens waar we ons op richten. Bezig zijn met de strategische zaken komt normaal gesproken snel in de verdrukking door de dagelijkse drukte. Dankzij de expliciete stap naar de expertiseteams werd in 2014 een routine gecreëerd om toch strategische issues op de agenda te krijgen. Dat bleek sterk motiverend voor het team. Het is ook beslist noodzakelijk om onze rol als strategische partner in de toekomst te blijven vervullen en
Marlon Pineda is een jonge boer uit Nicaragua, nog geen 30. Dankzij een lening van PAC en begeleiding, startte hij in 2012 zijn eigen koffieplantage van bijna een halve hectare. Op termijn wil hij een stenen huis bouwen, nu woont hij tijdelijk in een zelf getimmerd onderkomen bij de plantage. Vooralsnog heeft zijn bedrijf echter alle prioriteit. Hij heeft een duidelijke visie op ondernemen. ‘‘Willen is kunnen!’ Als boeren niet ontwikkelen komt dat omdat ze eigenlijk niet echt willen. We hebben hier immers alles. De juiste hoogte voor koffie, voldoende water. Alle condities zijn prima. Je moet gewoon hard werken, investeren, en je geld goed inzetten. En verder moet je natuurlijk een goede administratie voeren. Ontwikkeling is een keuze. Geleidelijk aan wil ik verder groeien met mijn bedrijf. En verdad… om eerlijk te zijn, het is niet altijd makkelijk! Het gaat gelukkig goed met mijn bedrijf, ook ondanks de klimaatproblemen, maar er is altijd wel iets dat ontbreekt. Ik zou meer krediet willen, ik zou nog wel wat nieuwe machines kunnen gebruiken, en heel soms…heb ik geen eten. Ik ben echter blij dat ik het niet alleen doe, maar dat ik goede begeleiding en hulp krijg!’
32
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
‘Willen is kunnen in Nicaragua’ Marlon Pineda uit Nicaragua
op deze manier de eerste stappen te zetten om in 2015 het Woord en Daad-beleid verder te ontwikkelen. Dagelijkse blik Natuurlijk was een groot deel van de tijd in 2014 gevuld met de dagelijkse zaken: samen met partners ontwikkelen en implementeren van relevante programma’s, beoordelen van de projectaanvragen en het voorbereiden van aanvragen voor financiering via Incluvest, samen met collega’s van fondsenwerving projecten presenteren voor potentiele investeerders en donoren. Zonder die bezigheden kan een organisatie prachtig strategisch denken, maar gebeurt er nog niets.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
2.7
HUIZENBOUW
2.7.1 Resultaten huizenbouw
620
Huizen gebouwd × 50
2.6.4 Uitdagingen programma AED De blik op de programma-evaluatie in de vorige alinea geeft al een vooruitblik op de uitdagingen die Woord en Daad in 2015 en daarna gaat oppakken. Samengevat komt die op het volgende neer: de in 2014 ingeslagen weg vervolgen, namelijk grondige contextanalyses te maken en vanuit die analyses doelgerichte interventies vanuit AVET en AED ontwikkelen en inzetten in samenwerking met gelijkgestemde strategische partners, zowel NGO’s als bedrijven. Hoewel dat klinkt alsof het voor de hand ligt, is de praktijk in Nederland en het Zuiden vaak weerbarstig. Vandaar: een uitdaging. Leerpunten: Twee leerpunten die nog niet in de voorgaande paragraaf aan de orde zijn geweest: • Gecoördineerde aanpak in de samenwerking met Incluvest waardoor de gecombineerde inzet van Woord en Daad en Incluvest duurzame impact genereert. Dit vergt goede afstemming van taken en verantwoordelijkheden omdat in de praktijk hetzelfde team zowel voor Woord en Daad als voor Incluvest werkt. - In 2015 zal tussen Incluvest en AED gestreefd worden naar gezamenlijke formulering van impactdoelstellingen inclusief de daarbij behorende indicatoren en monitoringsinzet. • Actief delen van kennis en ervaring van de afgelopen 10 jaar Woord en Daad-praktijk van bedrijfsontwikkeling wordt steeds belangrijker in een omgeving waar ook klassiek sociale programma’s op zoek gaan naar vormen om het werk financieel duurzaam te maken. - In 2015 zal er onder andere expertise door AED ingezet worden op het gebied van kleinschalige kredietfondsen binnen sociale programma’s en hoe dit goed opgezet kan worden.
meer op woordendaad.nl/resultaten Eind 2014 zijn er 620 huizen opgeleverd (tegen een lening van € 1.500,-) voor gezinnen van kleine ondernemers, microkredietklanten van de vijf partner-NGO’s waarmee Inclusive Home Solutions (IHS) in Bangladesh werkt. Dat zijn er minder dan de voorgenomen 1.000 huizen. Om de kwaliteit te waarborgen was het nodig om de beschikbare capaciteit daarop te richten en kwantitatieve doelstellingen bij te stellen. Naast het resultaat van huizen, wat de doelstelling van het programma is, levert het programma ook een belangrijke bijdrage aan werkgelegenheid. Per woning zijn vijf personen gemiddeld twee maanden fulltime aan het werk. Dat betekent dat er ruim 500 gezinsinkomens in stand zijn gehouden.
2.7.2 Analyse huizenbouwprogramma Het jaarplan van 2014 liet zien dat IHS in Bangladesh een startende onderneming is waar veel ambitie is en ook veel on-the-job wordt geleerd en bijgestuurd. Dat heeft tot goede resultaten geleid. Er is geïnvesteerd in capaciteit om meer toezicht te hebben op het hele proces van selectie van klanten tot en met oplevering van de huizen. Dit om de blik gericht te houden op de juiste doelgroep alsook dat kwaliteitseisen rond sanitair, goed drinkwater en betonnen fundering gehandhaafd worden door de lokale bouwers. Intern is keihard gewerkt om een informatiesysteem te
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
33
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
hebben waarmee zicht is op de status van de projecten in het veld door middel van foto’s en gegevens van de klanten die aan elkaar worden gekoppeld. Halverwege 2014 is besloten deze zaken eerst volledig af te ronden voordat er met een nieuwe bouwfase gestart wordt. Eind 2014 was het management van IHS volledig in control over het veldwerk en is gestart met de voorbereidingen om in februari 2015 met de volgende batch van 250 huizen te beginnen.
2.7.3 Uitdagingen huizenbouwprogramma Leerpunten: Een van de uitdagingen voor 2015 die uit de hiervoor beschreven alinea duidelijk is geworden betreft: • Zorgvuldige en tijdige implementatie van sanitaire voorzieningen. Actie: voorafgaand aan de bouw groepssessies organiseren waarin de minimale voorwaarden plenair worden besproken en toegelicht, en consequente monitoring hierop tijdens de bouw. Een tweede belangrijke uitdaging ligt op het terrein van bouwmaterialen:
• Momenteel worden er veel golfplaten gebruikt. Zowel vanuit het oogpunt van wooncomfort alsook vanwege de ecologische voetafdruk is dit een slechte keus, maar helaas zijn er weinig alternatieven voor onze doelgroep gezien het beperkte aanbod en de beperkte budgetten voor een huis. Actie: Een pilot uitvoeren met de zogenaamde Compacted Stabilised Earth Blocks (CSEB) technologie die in het naburige land India in sommige gebieden al decennialang wordt gebruikt. Doel is de productie met lokale grondstoffen te testen, kostprijs te bepalen in de Bengaalse context en inzicht verkrijgen in de culturele acceptatie van deze technologie. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
2.8
BELEIDSBEÏNVLOEDING
Woord en Daad en haar partnerorganisaties zetten zich waar nodig en mogelijk in voor goed overheidsbeleid,
‘Ik ben enorm trots op ons nieuwe huis’ Via partnerorganisatie Inclusive Home Solutions (IHS) in Bangladesh bouwt Woord en Daad mee aan huizen voor Bengalen via een aantrekkelijk hypotheeksysteem. Deelnemers kunnen een lening ontvangen van € 1.500,tegen een rente van 7,2%. Hiervan kan een huis gebouwd worden. Voorwaarde is wel dat ze de lening binnen 6 jaar terugbetalen. Hossain Perdosi vertelt wat dit voor hem betekent. ‘Ons gezin bestaat uit vijf personen: mijn vrouw, Perdosi, mijn drie dochters Shamima, Taharima en Rosanie, en ikzelf natuurlijk. Sinds drie maanden wonen we in dit huis. Ik kan zeggen dat ik enorm trots ben op ons nieuwe huis. Vroeger hadden we een huis van leem. Bij regen en storm werden delen van ons huis vaak weggespoeld. Nu hebben we een solide huis en hoeven we de eerste tien jaar geen onderhoud te plegen. Het huis heeft een deur en kan op slot. En wat denk je van mijn dochters? Ze hebben nu een plaats om rustig en veilig te studeren. Hun opleiding kost mij veel geld, maar ik vind het heel belangrijk dat ze kunnen werken aan hun persoonlijke ontwikkeling. Daar wil ik graag in investeren.’
34
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Hossain Sultana uit Bangladesh
Beleidsbeïnvloeding omdat goed beleid essentieel is voor duurzame sociaal-economische ontwikkeling van landen. De partnerorganisaties zijn actief in bijna vijftig verschillende beïnvloedingstrajecten. Op lokaal, regionaal en nationaal niveau, soms in een leidende rol, soms in een ondersteunende rol. In deze paragraaf worden een aantal successen beschreven die behaald zijn door middel van beleidsbeïnvloeding.
Partnerorganisaties actief beleidsbeïnvloeding »» Partnerorganisaties actiefinin beleidsbeïnvloeding
20
15
2.8.1 Resultaten beleidsbeïnvloeding Binnen CLARA hebben partnerorganisaties INDEF en CDA uit Nicaragua en Colombia gelobbyd voor meer kindveiligheid. Spannend in dit project is dat een innovatieve methodologie voor planning en resultatenmeting wordt toegepast. INDEF traint kerkleiders, omdat juist de directe omgeving van familie, kerk en gemeenschap zorgt voor onveiligheid voor kinderen. CDA beïnvloedt gemeenteraad en burgemeester van Cartagena. In Guatemala is het partnerorganisatie AMG gelukt om de overheid te bewegen training te geven aan overheidsinstanties en pleegouders, om zodoende veiliger pleegzorg te realiseren. In Nicaragua stimuleert APEN, de vereniging voor producenten en exporteurs, innovatie in de landbouwsector. APEN heeft eraan bijgedragen dat binnen de rundvee- en schapenhouderij en de groenten- en bananenteelt grote stappen zijn gezet in het voldoen aan internationale kwaliteitsstandaarden. Daardoor kunnen boeren beter concurreren op de regionale markt en de wereldmarkt. Sonia Somarriba (55), werkzaam bij APEN: ‘De kansen van Nicaraguaanse boeren op de wereldmarkt vergroten, daar gaat het om. Boeren trainen, goed overheidsbeleid, internationale standaarden vertalen naar de situatie in Nicaragua, al deze dingen kunnen wij doen dankzij de steun van Woord en Daad.’ Illustratief voor de impact die dit programma heeft, is het succes van Regina Belli. Zij participeerde in een van de trainingen van APEN. Haar bedrijf ‘Honguitos Nicas’ exporteert nu, mede dankzij verbeterde regelgeving, producten naar Honduras. Of neem het groenteverwerkingsbedrijf ‘Empacadora Vargas’. Dankzij het werk van APEN is het dit bedrijf gelukt om te produceren volgens internationale kwaliteitsstandaarden. Op dit moment exporteren zij voedselproducten naar Italië. Deze voorbeelden laten zien dat beleidsbeïnvloeding uiteindelijk heel concrete resultaten oplevert! Partnerorganisatie CRECH uit Haïti heeft zich in 2014 ingezet voor een betere coördinatie binnen de protestantse onderwijssector. Het Haïtiaanse PROSACO-netwerk richt
10
5
0
Onderwijs
TVET/JBS
Gezondheid
Voedselzekerheid
Agri- bedrijfsontwikkeling
Algemeen
meer op woordendaad.nl/resultaten
zich op het promoten van een christelijke visie op gezinsplanning. Kerkleiders zijn getraind, en in samenwerking met de overheid is de toegang tot planningsmethoden verbeterd. Jonel Jonathas (43), programmaverantwoordelijke bij partner P&A: ‘We merken dat kerkelijke leiders erg graag meer te weten willen komen over gezinsplanning vanuit een christelijke visie.’ Beleidsbeïnvloeding in Ethiopië ligt gevoelig vanwege het gesloten politieke systeem. In 2014 is aansluiting gezocht bij een aantal netwerken, waaronder het consortium voor SHG promoters (CoSAP) en het consortium van christelijke NGO’s, CCRDA. De speerpunten van GHARA zijn de positie van zelfhelpgroepen en kwaliteit van onderwijs, waarbij ‘evidence based’ beleidsbeïnvloeding wordt toegepast. Op lokaal niveau werken partnerorganisaties veelal nauw samen met overheidsinstanties.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
35
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
In Bangladesh wordt het project Veilig Moederschap van partnerorganisatie CSS in twee nieuwe gemeentes uitgevoerd. Hier zijn in 2014 nieuwe comités opgezet. Comitéleden houden in de gaten wat de beschikbaarheid is van verloskundige zorg in hun gemeente. Waar nodig benoemen ze hun zorgen bij de gemeente. Binnen KUSSRA werkt Woord en Daad nauw samen met ICCO rondom een programma van UCAN (Uganda Christian Aids Network), gericht op preventie van besmetting met HIV/aids onder kerkleden. Partnerorganisatie Mfesane uit Zuid-Afrika heeft honderden vrouwen en kinderen geïnformeerd over hun recht op gezondheidszorg, en zich ingezet om hun toegang tot deze zorg te vergroten. Mfesane heeft deze boodschap ook breed verspreid via de radio. Daarnaast onderhoudt Mfesane als lid van de Health Care Quality Group actief de dialoog met de provinciale overheid. Dit sluit aan bij de gezinsbenadering die leidend is binnen SARA. Het project voor meer voedselzekerheid in Benin werd uitgebreid. In Burkina Faso houden partnerorganisaties CREDO en AESEB zich bezig met toegang tot
vakonderwijs en acceptatie van christelijke waarden in het Burkinese onderwijs. Zo resulteerde samenwerking tussen AESEB en het Ministerie voor Onderwijs in meer ruimte voor gebruik van christelijk lesmateriaal. De instabiele politieke situatie sinds oktober 2014 betekent wel dat nieuwe lobbycontacten gelegd moeten worden.
2.8.2 Uitdagingen beleidsbeïnvloeding Regeringen kunnen abrupt vallen, wat lobbyresultaten kwetsbaar maakt. Woord en Daad onderhoudt intensief contact met lobbyisten en programmamedewerkers wereldwijd om met hen op de uitkijk te staan, en waar nodig voor hen klaar te staan voor strategisch overleg. Deze benadering is in lijn met de roep uit de programma-evaluatie van 2013 om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de context van de partners. Dit vergt een open en flexibele houding, ook in 2015. Beleidsbeïnvloeding gebeurt veelal in samenwerking met andere organisaties. Dat zorgt voor slagkracht en legitimiteit, maar kan tegelijkertijd ook zorgen voor onduidelijkheid wat
Lobby voor voedsel zekerheid slaat aan In Benin werkt Woord en Daad nauw samen met het platform voor voedselzekerheid, PBSA. PBSA pleit voor een goede afstemming tussen landbouwproducenten en overheid. Daarbij richt ze zich niet alleen op de nationale overheid, maar juist ook op gemeenten. Daar is goede coördinatie tussen boeren en overheid essentieel. In Bohicon, een gemeente in het zuiden van Benin, is Marain Assongba (51) vanaf de start betrokken bij het project. Assongba: ‘In Bohicon is een comité voor voedselzekerheid opgericht. Hierin komen mensen van de gemeente, boeren en handelaars, en andere mensen die zich met voedsel bezighouden samen. Het comité meet regelmatig hoe het ervoor staat met de voedselzekerheid. Eén comitélid heeft de taak de burgemeester en de gemeenteraad te informeren over verbeteringen die nodig zijn. De gemeente benadert nu vaak zelf ook het comité voor advies. Behalve bij de gemeente vertegenwoordigt het comité de voedselbelangen van de inwoners ook bij andere belangrijke partijen. Stichtingen uit het buitenland bijvoorbeeld.’ Assongba ziet dat het project veel verandering heeft gebracht. De mensen zijn zich meer bewust van hun eigen verantwoordelijkheid voor voedselzekerheid, en worden steeds minder afhankelijk van projecten van buitenaf. Bohicon draagt zo zelf bij aan een toekomst met voldoende voedzaam eten voor al haar inwoners. * De persoon op de foto is niet Marain Assongba
36
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Marain Assongba (51) uit Benin*
betreft rollen en verantwoordelijkheden. Al in 2013 bleek dat een duidelijke rolverdeling en zorgvuldig projectmanagement essentieel zijn voor het welslagen van trajecten. De inzet van Woord en Daad in 2014 voor een verbeterde projectmanagementstructuur, heeft zijn vruchten afgeworpen. Dit blijft echter een belangrijk punt van aandacht.
winter door te helpen. Dit programma zal doorlopen in 2015, waarbij wordt gezocht naar mogelijkheden voor de vluchtelingen om weer een eigen bestaan op te bouwen. Dit programma is eind 2014 gestart (waarbij Woord en Daad ongeveer 50% van de kosten betaalt). Veel resultaten zullen pas in 2015 bekend worden.
Leerpunten 2014: • Het meten van resultaat is in beleidsbeïnvloeding complex en momenteel heeft Woord en Daad een te beperkt instrumentarium hiervoor. Woord en Daad dient dan ook te investeren in het uitbreiden van dit instrumentarium.
Resultaten 2014 • 350 families hebben een winterpakket gekregen (met kleding, schoenen, dekens en een verwarming op kerosine). • 400 families kregen isolatiemateriaal voor de tijdelijke onderkomens waar ze verblijven. • 6.600 mensen kregen kort voor de start van de winter warme winterkleding.
Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
2.9
NOODHULP
2.9.1 Resultaten noodhulpprogramma’s Het jaar 2014 werd helaas gekenmerkt door rampen waardoor miljoenen mensen werden getroffen. Zo trokken het geweld van Islamitische Staat in het MiddenOosten en de ebola-uitbraak in West-Afrika wereldwijde aandacht. In samenwerking met lokale partners en vier Nederlandse collega-organisaties uit het Christelijk Noodhulpcluster (Dorcas, Tear, Red een Kind en ZOA) kwam Woord en Daad op de volgende manieren in actie. Irak Door de opmars van IS moesten grote groepen minderheden in Irak, waaronder Yezidi’s en christenen, halsoverkop vluchten. Velen van hen kwamen terecht in het Koerdische deel van Irak, waar de situatie op dit moment veiliger is. Woord en Daad is in samenwerking met ZOA een programma gestart om deze ontheemden de koude
Filippijnen Na de tyfoon Haiyan in november 2013, startte Woord en Daad een grote noodhulpactie voor de Filippijnen, waarbij 3 lokale partners direct betrokken waren. In 2014 volgde de tyfoon Glenda, die kleiner in omvang was, maar ook veel schade aanrichtte. Door de lokale partners is in 2014 enorm veel werk verzet. In nauwe samenwerking met de lokale bevolking en lokale autoriteiten zijn programma’s opgezet om kapotte huizen te herbouwen en boeren en kleine ondernemers te helpen de schade aan hun bedrijven te herstellen. Resultaten 2014: • 76 ondernemers werden ondersteund met het opnieuw starten van hun bedrijf. • 104 vissers kregen hulp bij aanschaf of reparatie van een vissersboot. • 1.949 families kregen hulp bij de reparatie van hun beschadigde huizen. • Er werden 325 nieuwe huizen gebouwd. • 29 mensen volgden een korte vakopleiding zodat ze zich kunnen gaan inzetten voor de wederopbouw.
»» Landen waar noodhulp is gegeven
meer op woordendaad.nl/resultaten
Landen waar noodhulp is gegeven
FILIPIJNEN
ETHIOPIË
IRAK
€ 2.955.629
€ 575.579
€ 402.917
ZUID-SUDAN
HAÏTI
€ 100.000 € 90.602
SIERRA LEONE
€ 64.550
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
37
Kijk!
2 Het werk in het Zuiden
Sierra Leone In West-Afrika greep het ebola-virus snel om zich heen en eiste veel slachtoffers. In Sierra Leone is partnerorganisatie EFSL een campagne gestart om burgers te informeren over preventieve maatregelen tegen deze ziekte. Ze deed dit door middel van voorlichtingscampagnes in kerken, scholen en via radioprogramma’s. Resultaten 2014 • Er zijn 30 interactieve radioprogramma’s gemaakt waarin met luisteraars en deskundigen werd gesproken over de preventie van ebola. Hiermee werden 375.000 mensen bereikt. • Op scholen, in kerken en in dorpen zijn voorlichtingscampagnes gevoerd over ebola, met informatie over hoe ebola zich kan verspreiden, symptomen van de ziekte en manieren om besmetting te voorkomen. Hiermee werden 29.000 mensen bereikt. • Er zijn 5.000 posters verspreid in klinieken en scholen met informatie over het voorkomen van ebola en het onderkennen van de symptomen ervan.
Ethiopië Na een droogteperiode waarin voedselhulp is gegeven, wordt er in Gelana een rehabilitatieprogramma uitgevoerd om de bevolking via training en het verstrekken van productiemiddelen te helpen om hun weerbaarheid te laten vergroten. In een ander deel van het land is een stam vanwege geweld op de vlucht geslagen met achterlating van hun bezettingen en deze wordt geholpen om weer een inkomen te verdienen in de landbouw. Resultaten 2014 • 790 gezinnen hebben vee gekregen om weer een bestaan op te bouwen. • 1.850 gezinnen hebben geprofiteerd van nieuwe waterbassins om regenwater op te vangen. • 1.610 gezinnen hebben steun ontvangen in akkerbouw, geïrrigeerde tuinbouw en in het diversifiëren van gewassen. • 770 mensen maken nu deel uit van zelfhulpgroepen om via samenwerking een kleine onderneming op te zetten en een inkomen te verwerven.
‘Verdrietig… maar God is goed voor ons’ Jhomer Miñon is één van de sponsorkinderen van AMG Filipijnen. Hij bezoekt na schooltijd het Jesus and Friends Child Care Center in Muntinlupa City, een wijk in Manilla, en maakte in juli 2014 tyfoon Glenda mee. ‘Midden in de nacht begon het erg te stormen, het maakte veel lawaai. Iedereen probeerde een veilige plaats te vinden: onder de tafel, onder bedden… Intussen zagen we het dak van ons huis losraken en wegwaaien door de sterke wind. Dat was heel eng. Toen ook de muren begonnen in te storten, moesten we op zoek naar een andere schuilplaats. Het was donker, er was geen elektriciteit en al onze spullen waren nat... Op dit moment wonen we bij onze buren. Dat is heel fijn, want er was nog geen hulp. Wel kregen we meteen twee kilo rijst van onze ‘barangay’ (leefgemeenschap). Natuurlijk zijn we verdrietig dat ons huis vernietigd is. Maar God is goed voor ons. De fiets die mijn vader nodig heeft voor zijn werk, is nog heel. Daarmee kan hij in elk geval zorgen voor eten. We geloven dat God er ook voor zal zorgen dat we ons huis weer kunnen repareren.’ * De persoon op de foto is niet Jhomer Miñon
38
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Jhomer Miñon uit de Filipijnen*
Zuid-Sudan Vanwege tribale conflicten in Zuid Sudan raakten veel ontheemd. Woord en Daad heeft bijgedragen aan een programma van ZOA (de bijdrage van Woord en Daad was 60% op het totaal), waarbij boeren en vissers werden ondersteund om hun eigen bestaan weer op te bouwen. Resultaten 2014 • 46.000 mensen werden ondersteund met zaaigoed. • Er werden 2.040 stuks gereedschap verspreid onder getroffen boeren. • 400 vissers kregen een nieuwe visuitrusting. Haïti Als antwoord op de aardbeving in 2010 in Haïti is Woord en Daad betrokken bij de bouw van nieuwe huizen voor de getroffenen. Dit is een meerjarig project omdat bij de bouw van huizen veel komt kijken. Zo is bijvoorbeeld van groot belang om helderheid te hebben over eigendomsrechten van de grond. Verder werd in 2014 een nieuwe school gebouwd in Forêt des Pins, een dorp op het platteland van Haïti. Na jarenlang in een noodgebouw te hebben gezeten, is de school nu gevestigd in een mooi gebouw dat zo goed als klaar is, inclusief elektriciteit opgewekt met zonne-energie.
Leerpunten: • De planning van noodhulpacties is vaak te optimistisch. Door de weerbarstige context duurt de uitvoer van projecten vaak langer dan oorspronkelijk gedacht. Daarom is het belangrijk de nodige flexibiliteit in te bouwen bij de planning van projecten. • Coördinatie en samenwerking met andere organisaties voorkomt dubbelingen of onderlinge tegenstrijdigheden. Bij grote noodhulpacties is het aanstellen van een centrale coördinator voor het noodhulpcluster waarin Woord en Daad participeert heel instrumenteel. Ook voor partnerorganisaties in het veld zorgt actieve samenwerking onderling voor een betere kwaliteit van de geleverde noodhulp. Nauwe samenwerking met lokale organisaties is de kracht van de noodhulpacties van Woord en Daad. Lokale organisaties zijn goed op de hoogte van de situatie en hebben een breed netwerk aan contacten. Dit bevestigt Woord en Daad in haar beleid om niet zelf te implementeren, maar altijd via lokale partnerorganisaties. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
Resultaten 2014 • 247 huizen zijn gebouwd • 1 school is gebouwd
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
39
3 Samen kijken Ontwikkelingen in de regio’s
40
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
3.1
INLEIDING
Steeds meer strategische visie binnen allianties In 2016 start de nieuwe beleidsperiode van Woord en Daad en de partnerorganisaties, en daarmee ook van de regionale allianties in Azië, Afrika en Latijns-Amerika. Een belangrijk issue in het achterliggende jaar was daarom het traject om te komen tot nieuw beleid voor de periode 2016-2020. Ellen van den Hil, Cees Oosterhuis en Sander Verduijn zijn regiocoördinator van deze allianties, ieder voor hun eigen regio. Edwin Visser is manager Partners en Programma’s. Met hen kijken we terug op de ontwikkelingen binnen de allianties in 2014.
Beleidstraject In een workshop stelden leiders van de alliantie een gezamenlijke lijst van concept-uitgangspunten voor de komende jaren vast. Cees Oosterhuis: ‘We hebben daarin verschillende richtingen benoemd en deze uitgewerkt, samen met programmamedewerkers, tijdens de beleidsconferentie in Nederland.’ Ellen van den Hil: ‘We hebben in onze alliantie heel sterk gekeken naar de context van de verschillende gebieden. Dus niet: wat doen we allemaal (al), maar wat is nodig in een bepaalde context.’ Cees Oosterhuis: ‘Vaak kwamen daar centrale thema’s uit. Klimaatverandering bijvoorbeeld. Of het terugdringen van risico’s op rampen.’ Cees Oosterhuis: ‘De vraag is echter wel in hoeverre de alliantie dit verder uit zal werken. Niet altijd zijn deze thema’s ook voor Woord en Daad kernthema’s, terwijl het beleidsplan toch wel een sterke focus heeft op de programma’s die Woord en Daad wil financieren. Ik zie het echter als een uitdaging voor de partners om dat zelfstandig verder uit te werken.’ Ellen van den Hil: ‘Die uitdaging is ook dit niet alleen binnen de alliantie, maar ook als alliantie met andere partners op te pakken.’ Sander Verduijn: ‘In dat laatste zie ik echt de clou. Als we geen andere partners bij de alliantie betrekken, zul je altijd min of meer comfortabel dicht bij je belangrijkste donor blijven zitten. Op het moment dat meer partners zich aansluiten, krijg je andere discussies.’ Cees Oosterhuis: ‘Het hele beleidstraject heeft de partners geleerd strategischer te denken. Dat alles kwam samen tijdens de grote beleidsconferentie in Nederland.’
leidden in 2014 tot de ontwikkeling van strategische meerjarenplannen voor capaciteitsopbouw van de partnerorganisaties.’ Ellen: ‘Partners maakten voorheen meestal plannen voor maximaal één jaar. Nu hebben ze de switch naar de langere termijn gemaakt. De uitdaging is wel om dat langere termijn-denken erin te houden.’ Sander, aansluitend: ‘Wat we nog heel erg missen is nadenken over de vraag: wat investeer ik vandaag om er over vijf jaar profijt van te hebben? De mentaliteit van de gehele (partner) organisatie moet hierin meegenomen worden.’ Cees: ‘Wat ik graag wil benadrukken is dat ook wijzelf als Woord en Daad dit nog maar net ‘tussen onze oren’ hebben. Wij doen ook nog maar twee jaar aan strategische ontwikkeling op het gebied van capaciteitsopbouw. Als alliantie – en daar is Woord en Daad onderdeel van – nemen wij elkaar daarin mee.’
Regionale fondsenwervers (RFO) Vanaf begin 2014 zijn de regionale fondswervers in WARA aan de slag gegaan. Cees: ‘Het was een spannend, gezamenlijk traject met enerzijds financiering door Woord en Daad, anderzijds door de alliantie vanuit fondsen voor capaciteitsopbouw. De verwachtingen waren hoog. Nú krijgen we fondsen, dachten de partners.’ Cees: ‘In totaal zijn vanuit WARA 18 calls geschreven en ingediend, waarmee meer dan 3,4 miljoen euro aan
»» Partnerorganisaties die werken aan organisatieontwikkeling
Capaciteitsopbouw In 2013 vonden 5C-workshops plaats, waarin partners nadachten over hun capabilities. Cees: ‘Deze workshops
meer op woordendaad.nl/resultaten
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
41
Kijk!
3 Ontwikkelingen in de regio’s
fondsen binnenkwam. Dat is een mooi resultaat en het maakte ons allemaal warm om hiermee door te gaan. Gemotiveerd door dit succes, maakten partners eigen financiering vrij om zelf fondsenwervers aan te stellen.’ Het succes van WARA werd in CLARA niet gerealiseerd. Sander: ‘Bij ons is niets binnengekomen. In CLARA is veel gebeurd op het gebied van capaciteitsopbouw. Daarin heeft de regionale fondswerver partners goed geholpen om eigen personeel vrij te maken voor fondsenwerving. Maar het grote geld is zeker nog niet binnen. Veel grote donoren kijken naar Afrika en niet naar Latijns-Amerika. Waarschijnlijk gaan we in CLARA mede daardoor veel meer focussen op het bedrijfsleven.’ In KUSSRA, GHARA en SARA zijn nog geen regionale fondsenwervers. Ellen: ‘In Ethiopië zijn we in een vergevorderd stadium om iemand aan te nemen. SARA bleef hierin wat achter, maar met het oog op de uitfasering is onze partner in Zuid-Afrika zelf actief aan de slag gegaan. Zij heeft nu contracten met overheden en overheidsinstellingen binnen.’ Cees: ‘In het afgelopen jaar kwam meer aandacht voor particuliere fondsenwerving door de partner zelf, naast institutionele fondsenwerving. Net zoals Woord en Daad fondsen werft via comités, zo willen wij dat in de alliantie ook gaan doen. Lokale mensen die ondanks hun armoede toch een steentje willen bijdragen. Mooi voorbeeld: in Benin kreeg onze partner het voor elkaar dat eenmaal per jaar een DEDRAS-zondag gehouden wordt in de kerken. Alle collectes worden dan bestemd voor het werk van DEDRAS.’
Stakeholderprocessen Ellen: ‘In het zuiden zijn de kansen voor subsidieaanvragen toegenomen, samenwerken en indienen met meerdere partijen is meer dan ooit een vereiste. Dat was nieuw voor de partners, maar in de praktijk blijkt de meerwaarde. Het geeft een andere kijk op je programma’s. We hebben bijvoorbeeld het traject Learn4Work in Ethiopië gehad – drie partijen zijn daarbij betrokken – en toen bleek dat we daarvoor een coördinator moesten aanstellen, die nu in Ethiopië woont. Dat was nieuw, want toen kwam ineens een ander ‘poppetje’ in het spel. Dat vraagt aanpassing van de partners. Het heeft ook een mooi effect op de alliantie. Voorheen kwam de donorbrief van Woord en Daad en men wist dat het geld kwam. Nu zijn er voor de alliantie ook andere spelers. Men weet dat men soms niet alleen de eigen alliantieleden nodig heeft, maar ook anderen. Dat geeft een andere dynamiek.’ Cees: ‘Om bijvoorbeeld beleidsbeïnvloeding te realiseren moet je meestal ervaren partners hebben. Als alliantie
42
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
ga je daar dan naar op zoek om jezelf meer op de kaart te zetten in West-Afrika. De ene partner is daar sterker in dan de ander, maar je merkt dat die gedachtegang leidt tot veel meer strategisch denken. Het resulteert in het specifiek zoeken naar netwerkorganisaties om je eigen positie te versterken.’ Ellen: ‘Soms heb je in een subsidieaanvraag partners nodig die de lead nemen en realiseerden partners zich dat zijzelf die rol niet aankunnen.’
3.2
WEST-AFRIKA (WARA)
Cees benoemt drie ontwikkelingen die het vermelden waard zijn. Allereerst: in WARA hebben de regionale fondsenwervers een heel significante bijdrage gehad in capaciteitsversterking onder de WARA-leden. Cees: ‘Dat heeft geleid tot drie goedgekeurde calls van de 18 die ingediend waren. Een aantal staan nog in de wacht, terwijl anderen zijn afgekeurd.’ In de tweede plaats: partner DEDRAS heeft besloten om stukjes van haar werk af te splitsen. ‘Ze heeft bijvoorbeeld een microfinancieringsorganisatie ontwikkeld. Agrifinance wordt helemaal verzelfstandigd. Dat zien we ook gebeuren in hun activiteiten rondom beleidsbeïnvloeding binnen voedselzekerheid (PBSA). Ze willen als zelfstandige organisaties toetreden tot de alliantie. Dat is een ontwikkeling waarmee het bereik van WARA in Benin sterker wordt. In de derde plaats: We hebben in Sierra Leone heel erg te maken gekregen met ebola, programma’s kwamen stil te liggen. Maar met het resultaat dat de partner alternatieve manieren bedacht om toch onderwijs te geven via thuisonderwijs. Een heel andere manier, maar het heeft bijgedragen aan innovatie van de partner. In een context van noodhulp toch werken aan de voortgang van je programma’s. Dat is heel mooi.’ Tegenvaller is de registratie als alliantie bij ECOWAS (Economic Community of West African States): Cees: ‘Dit lukte nog niet. Het probleem is dat je de alliantie in elk afzonderlijk land moet registreren. Omdat het een internationale alliantie is, moet je ergens een adres hebben. Je bent verspreid over vijf verschillende landen, inclusief Nederland. Maar die registratie is nodig om WARA beter te kunnen profileren.’
3.3
MIDDEN-AFRIKA (KUSSRA)
De alliantie in Midden-Afrika is relatief nieuw. Ellen: ‘Inmiddels is een MoU getekend en zijn twee leden toegetreden. De alliantie kiest een meer zakelijke insteek en wil ook veel zaken formeel vastleggen. Zo is een brochure en nieuwsbrief uitgegeven, ook overweegt
men serieus een alliantieregistratie.’ Leden betalen sinds 2014 contributie waarvan onder andere het secretariaat wordt betaald. Het proces om een fondsenwerver aan te nemen is gestart. ‘Als het gaat, gaat het ineens heel hard. Daar zitten ook risico’s aan. Als het allemaal zo snel gaat, kun je bepaalde consequenties niet goed overzien. Ook hebben we benoemd dat KUSSRA als regioalliantie wel een meerwaarde moet houden ten opzichte van bijvoorbeeld nationale netwerken. We moeten helemaal vanuit Oeganda naar Zuid-Soedan of Kenia reizen of andersom. Lange reizen soms, dat moet wat opleveren. Door een uitwisseling met Rwanda leerde de alliantie meer over de rol van spaargroepen en hoe je dorpsgemeenschappen kunt versterken. ‘
Ze bevragen elkaar heel sterk hierop, dat is mooi. Ook zien we dat onze aanwezigheid in SARA danig is gereduceerd nu we de relatie met EFZ in Zambia beëindigd hebben. Dat is soms ook lastig.’ In SARA is vanaf 2013 hard gewerkt aan de familiebenadering, met name door Mfesane. Ellen: ‘Dat blijft nog steeds een centraal issue. In 2014 deden we een nulmeting. We zien dat partner Mfesane een voortrekkersrol heeft binnen de alliantie. We hebben ze veel capaciteitsopbouw gegeven. Het leuke is dat de ICCO-alliantie Mfesane gevraagd heeft een presentatie te geven over de familiebenadering. Je ziet dus dat het een uitroleffect krijgt. Ook de overheid heeft interesse getoond. Dat is een mooie ontwikkeling voor Mfesane.’
3.6 3.4
HOORN VAN AFRIKA (GHARA)
Ellen: ‘Onze alliantie omvat slechts één land. Dat geeft een andere dynamiek. GHARA was daarnaast redelijk naar binnen gericht. Maar door de beleidsconferentie is men wel in gaan zien: we moeten onze blik verruimen. Als GHARA hebben we minder gefocust op ‘nieuwe leden erbij’ en meer op aansluiting bij en samenwerking met andere allianties. De ICCO-alliantie heeft zich bijvoorbeeld heel sterk ontwikkeld, ze hebben nu in Ethiopië een kantoor geopend. Omdat ze zo’n sterke alliantie is, heeft ze veel ambassadegeld ontvangen en dat ziet GHARA ook. We gaan dus breder samenwerken. Anders dan bijvoorbeeld WARA groeide de alliantie in Ethiopië minder hard, want er is al zoveel. Waarom zou je het zelf doen? GHARA blijft in ontwikkeling, maar heeft al veel sterker dan vorig jaar haar focus helder voor ogen.’ Verder kende GHARA in 2014 enkele leiderschapsissues, die invloed hadden op de alliantie. ‘Daarom hebben we tegen elkaar gezegd: we moeten meer investeren op leiderschap. Krachtig leiderschap is belangrijk.’ Daarnaast kwam het thema landbouw sterk uit de beleidssessies naar voren. ‘Onze partners zijn nu veel meer AVET-gericht. Ze gaan bestaande programma’s ombuigen zodat ze steeds sterker op de huidige context aansluiten.’
3.5
ZUID-AFRIKA (SARA)
SARA vormt als alliantie nu echt een eenheid, geeft Ellen aan. ‘Er is veel chemie. Lastig is wel dat we uitfaseren bij Mfesane in Zuid-Afrika. Dat heeft effect op de hele alliantie.
AZIË (ARA)
In ARA werd een nieuwe partner verwelkomd, YGRO uit Sri Lanka. Cees: ‘De integratie van YGRO in de alliantie verloopt heel soepel. In 2014 zijn ze toegelaten als aspirant-lid. In 2015 worden ze waarschijnlijk volwaardig lid. Ook de aanstaande financiële uitfasering van enkele partners verloopt voorspoedig. De partner in Thailand zoekt bijvoorbeeld nieuwe mogelijkheden om haar projecten te financieren en vindt die ook. In het land zelf en internationaal. De slagkracht, de veerkracht van de partners is veel sterker dan gedacht.’ Dat laatste geldt ook voor de bereidheid tot samenwerking: ‘Een van de mooie ontwikkelingen in de Filipijnen was de samenwerking die ontstond na de tyfoons. Zowel aan de Nederlandse kant als aan de Filipijnse.’ Sommige ontwikkelingen kennen een positieve en een negatieve zijde. Dat geldt voor een inspanning in Bangladesh. Cees: ‘We gingen op zoek naar een nieuwe interventie in plaats van een nieuwe partner in Bangladesh. In het verleden zochten we eerst een partner, daarna gingen we uitzoeken wat me met deze partner konden doen in een bepaalde context. Nu hebben we het anders gedaan. Waar is de armoede, waar zijn de allerarmsten, waar is landbouw? Dan moeten we in dát gebied iets gaan doen.’ Het leidde tot een plan om in Bangladesh, met Woord en Daad als alliantiepartner, verder aan agrarische ontwikkeling te doen. ‘De alliantie is hierover geïnformeerd, maar heeft verder niks bijgedragen. Hoewel we een ander gebied dan het werkgebied van CSS op het oog hebben, verwacht je eigenlijk wel dat ze zeggen: kunnen we jullie helpen, informatie geven, ondersteunen? Dat gebeurde niet en dat is toch een domper.’
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
43
Kijk!
3 Ontwikkelingen in de regio’s
3.7
CARAÏBEN EN LATIJNS-AMERIKA (CLARA)
De ‘Amerikaanse’ alliantie hakte een stevige knoop door; men splitste zich op in een Franstalig en een Spaanstalig deel. Sander: ‘De afgelopen jaren hikten we daar een beetje tegenaan. We wilden het aanvankelijk niet om te voorkomen dat Haïti helemaal afgesloten zou worden. Maar nu werd het vanuit Haïti zelf ook aangegeven. Ze zeiden: ‘Wij proberen de Spaanstalige landen bij te houden, maar die kunnen toch sneller vooruit, gezien hun context en hun organisatorische vooruitgang.’ Voor de alliantie was het goed dit besluit te nemen, begin 2014. Het gaf beide allianties rust.’ ‘Tijdens de alliantievergadering in november zag je dat al. Eén taal, één context, dat vergemakkelijkte dingen. Desondanks willen we één beleid voor de alliantie, voor beide suballianties. Gezamenlijk zijn twee speerpunten gekozen: kindbescherming en inclusieve economische ontwikkeling. In de suballianties zijn eigen nuances beter mogelijk. Dat helpt de partners te kijken hoe ze deze thema’s gestalte gaan geven in de eigen context en in hun eigen tempo. De Haïtianen hebben gezegd: wij willen graag leren van de Latino’s, dus snijd ons niet helemaal af. Dat is positief. Elkaar vasthouden, maar ook de ruimte geven om sneller te gaan dan de ander.’ De splitsing van de alliantie is ook een strategische keuze. ‘Men wil veel meer dan bijvoorbeeld WARA ‘light’ blijven. Ze willen niks optuigen, hun focus ligt op de landelijke context en de nationale samenwerkingen en allianties die de partners al hebben. Dat wordt vooral gevoed vanuit de sterkere partners, zoals AMG en CDA, die in hun eigen land een stevige basis hebben en zich daarop willen blijven richten.’ Tegenvaller voor de Latijns-Amerikanen en de regionale fondswerver is dat internationale donoren de andere kant opkijken. ‘Dat betekent dat je met elkaar creatief moet zijn en zelf een nieuwe kant op moet kijken. Misschien moeten we veel meer kijken naar de private sector, want die groeit in Latijns-Amerika.’
3.8
INDIA
In India stonden twee ontwikkelingen centraal. Allereerst de voortvarende werkzaamheden van regiocoördinator Samuël Nirmal. Edwin Visser: ‘We zijn heel blij met zijn werk. Zelf komen we moeilijk India binnen. Daarom is het
44
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
heel handig dat we iemand ter plekke hebben die voor ons het werk doet. Hij kent de context en begrijpt de situatie van de partners goed. Daarnaast is hij een goede verbinder met een breed netwerk. Hij bracht bijvoorbeeld de vier partners bij elkaar voor een workshop over kindbescherming. Al die vier partners zijn nu heel actief bezig om dit toe te passen in hun organisaties. In de tweede plaats zagen we in 2014 dat de partners zich ‘herpakt’ hadden, nadat ze in 2010 te horen kregen dat we gaan uitfaseren. We zijn inmiddels vier jaar verder en ze zijn allemaal heel goed op weg om daarin stappen te zetten. Door eigen inkomsten te genereren, door lokaal bedrijfsleven aan zich te koppelen – en ook door de overheid erbij te betrekken. Voor ons een heel sterke bevestiging dat we op de juiste weg zitten. We hebben nog zes jaar te gaan, maar met deze ervaringen heb ik er vertrouwen in dat richting 2020 deze organisaties zullen blijven voortbestaan. Op eigen benen.’
3.9
VERSTERKING PARTNERNETWERK
Woord en Daad heeft een apart fonds beschikbaar voor capaciteitsopbouw van partnerorganisaties, onder de naam Strengthening Partner Network (SPN). In 2014 heeft het merendeel van de partners meerjarige SPNplannen ontwikkeld met daarin veel nadruk op eigen organisatieversterking (o.a. HRM, communicatie, financieel management, PMEL). Verder heeft veel afstemming plaatsgevonden tussen partners, binnen de regioallianties, met als doel gezamenlijk zoeken naar fondsen, kennisuitwisseling, enzovoort. Met name het uitfaseerbeleid van Woord en Daad (waardoor programma’s en/of landen op termijn geen financiering meer krijgen van Woord en Daad) heeft geleid tot kennisuitwisseling, bewustwording van donorspreiding, duurzaamheidstrategieën, informatie over fondsenwerving met lokale ondernemers, kerken, en dergelijke. Alliantieleden van KUSSRA leerden van de spaargroepen in Rwanda. Een kijkje in de keuken bij een andere organisatie heeft zo geleid tot een meer duurzame blik op de toekomst. Zo heeft partner CREDO, na een bezoek aan het Woord en Daad-kantoor in Nederland, besloten om haar eigen kantoor effectiever in te richten. Hierdoor werd ruimte bespaard en kunnen meer kantoren verhuurd worden. Partner DEDRAS in Benin heeft met de lokale UEEB-kerk afgesproken om elk jaar een DEDRAS-zondag te organiseren. Op deze zondag kan DEDRAS informatie
delen over haar activiteiten in de kerken en wordt de collecte in de kerk bestemd voor DEDRAS. Mfesane verbeterde de website waardoor particulieren beter betrokken zijn; ook heeft het besluit om meer ‘trainingsgericht’ te zijn extra overheidscontracten opgeleverd. Partner INDEF in Nicaragua is met oog op de toekomst druk bezig geweest met het opzetten van een afdeling voor fondsenwerving door capaciteitsversterking van verschillende teamleden en nauwe samenwerking met de RFO. In 2014 is ook veel aandacht geweest voor een betere onderverdeling tussen operationele / strategische
support van de supportteams voor Woord en Daad. Supportteamleden en partners hebben meer helderheid gekregen over de toegevoegde waarde van het takenpakket en hoe dit richting de toekomst verder verbeterd kan worden. Hierbij is veel gekeken naar wat de zaken zijn die partners nu echt zelf moeten kunnen, zodat supportteamleden daar geen onnodige energie in steken. De energie kan dan de komende jaren liggen bij de strategische thema’s die juist ook zo gelinkt zijn aan de institutionele capaciteit. Dit proces heeft erg geholpen om beter zicht te krijgen op sterke en zwakke partners en wie welk type support (nog) nodig heeft.
In 2014 kwamen alle partnerorganisaties van Woord en Daad in Nederland om met elkaar de visie op de toekomst te delen.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
45
4
Kijken en wegen Leren en innoveren
46
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
4.1
INLEIDING
Om kwetsbare mensen ook daadwerkelijk te kunnen helpen is het belangrijk dat Woord en Daad en haar partners voortdurend nagaan of projecten goed worden uitgevoerd en of de gewenste resultaten ook echt worden bereikt. Het komt dus aan op goed kijken naar de uitvoeringspraktijk en het wegen van de uitkomsten: worden mensen echt verder geholpen? Dat kijken naar en wegen van lopende projecten stelt ons in staat om voortdurend te leren en te innoveren. Om deze belangrijke cyclus van kijken en wegen, leren en innoveren te ondersteunen hanteert Woord en Daad een beleid voor Planning, Monitoring, Evaluatie en Leren (PMEL). De afdeling Resultaatmanagement & Leren is verantwoordelijk voor het formuleren van PMEL-beleid, het coördineren van en ondersteunen bij de uitvoering van dit beleid en het versterken van de capaciteit van partners voor PMEL. De afdeling werkt ten behoeve van zowel de partnerrol als de donorrol. In de partnerrol is de ondersteuning gericht op partners om hun capaciteit op het gebied van PMEL te versterken. Het werk ten behoeve van de donorrol wordt aangeduid als Planning, Monitoring en Auditing (PMA) en daarvan wordt verslag gedaan in paragraaf 6.4. Hierna eerst een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op PMEL-gebied in 2014, waarna verder wordt ingezoomd op twee belangrijke onderwerpen: innovatie en leren.
projectevaluaties is op de website te vinden (www. woordendaad.nl/resultaten). Een ander type evaluatie was een studie waarbij het functioneren van de regionale allianties onder de loep werd genomen. Deze evaluatie leverde een overwegend positief beeld op, maar daarnaast ook belangrijke aanbevelingen voor het verder versterken van de samenwerking binnen de allianties. De brede programma-evaluatie die samen met Red een Kind werd uitgevoerd in 2013 werd in 2014 breed besproken met partners en binnen Woord en Daad en leverde belangrijke bouwstenen op voor nieuw meerjarenbeleid.
PMEL voor de nieuwe beleidsperiode 2016-2020 Bouwstenen voor een nieuw PMEL-beleid voor 20162020 werden met partners besproken op de beleidsconferentie die in juni in Nederland werd gehouden. Het bleek dat er grote overeenstemming was over de nieuwe richting. Belangrijk daarin is dat we (nog) sterker gaan inzetten op PMEL-systemen van partners die primair gebaseerd zijn op hun eigen informatiebehoefte en daarnaast aan de eisen van relevante donoren voldoen. Een belangrijk middel om tot dergelijke systemen te komen is het werken met een goed doordachte theorie van verandering (‘theory of change’) per programma. Dit laatste is inmiddels verwerkt in het nieuwe format voor meerjarenbeleidsplannen die Woord en Daad vraagt van haar partners en die in 2015 ontwikkeld zullen worden.
Onderzoek 4.2
PLANNING, MONITORING, EVALUATIE EN LEREN (PMEL)
Outcome studies In 2013 zijn gegevens verzameld over de effecten van de projecten over de periode 2011-2013 in de zogenoemde outcome studies. In 2014 is naar verschillende belanghebbenden gerapporteerd over deze gegevens en is er tijdens de bijeenkomsten van de regionale allianties met partners gereflecteerd op de uitkomsten. Partners zijn uitgedaagd om bij te sturen waar nodig. In het algemeen verwachten we de meerjarendoelstellingen van 2011-2015 te behalen.
Evaluaties Evaluatiestudies geven inzicht in de (langetermijn)effecten van projecten en programma’s. In 2014 zijn zes projectevaluaties uitgevoerd, waarvan inmiddels drie definitieve rapporten beschikbaar zijn. Een overzicht van uitgevoerde
Woord en Daad heeft in 2014 opnieuw geparticipeerd in de kenniskring van het lectoraat Christelijk Leraarschap van Driestar Educatief. Er is een regionale studie gepubliceerd over christelijk onderwijs in Zambia. Dit rapport geeft aangrijpingspunten om in Zambia te werken aan versterking van christelijk leraarschap en is ook de basis voor het verder ontwikkelen van een model voor christelijk onderwijs wereldwijd.
Nieuwe manier om kwalitatieve informatie te verzamelen Veel informatie die we verzamelen over de voortgang van de projecten is cijfermatig. Naast dit type informatie willen we echter ook graag weten wat onze doelgroepen inhoudelijk vinden van de programma’s. Daarom hebben we met een aantal partnerorganisaties onderzoek gedaan naar de Most Significant Change (MSC)-methode. Deze is gericht op het systematisch verzamelen en selecteren van verhalen die gaan over de belangrijkste veranderingen
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
47
Kijk!
4 Leren en innoveren
die mensen in hun leven hebben ervaren in een bepaalde periode. Door een training en een testtraject hebben we geleerd hoe we deze nieuwe methode goed kunnen inzetten voor onze programma’s.
4.3
INNOVATIE BINNEN HET ONDERWIJSPROGRAMMA
We zijn in 2014 samen met educatieve uitgeverij Royal Jongbloed een traject gestart om innovatieve oplossingen te vinden waarmee voor kinderen op het Afrikaanse platteland de toegang tot kwalitatief goed rekenonderwijs kan worden vergroot. In dit innovatietraject zetten we in op het gebruik van zelfsturende, educatieve software. Deze software biedt kinderen de kans spelenderwijs en zelfstandig te leren rekenen, daarbij ondersteund door ‘slimme’ technologie. We hebben op kleine schaal een deel van een innovatief Nederlands product vertaald naar de context van kinderen op het platteland in Burkina Faso en met dit product de aanpak getest met kinderen in Burkina Faso. Door de uitgevoerde test hebben we een goed beeld gekregen van hoe we de methode op de meest effectieve manier kunnen inzetten om leeropbrengsten en leermotivatie te vergroten. Door een goede samenwerking met onze partnerorganisaties in Burkina Faso hebben we geleerd wat randvoorwaarden zijn voor duurzame implementatie. De leerpunten van het afgelopen traject worden meegenomen in de volgende fase van het project waarbij we de methode verder willen gaan ontwikkelen. Daarbij richten we ons sterk op de samenwerking met de belangrijkste actoren in het onderwijssysteem, waaronder de overheid, om implementatie op grote schaal te faciliteren.
Van beide typen ervaringen geven we een voorbeeld. Een voorbeeld van een succeservaring is het gebruik van een instrument om de capaciteit van partnerorganisaties om projecten te implementeren in kaart te brengen. Het instrument biedt een leidraad voor een gestructureerde discussie over de verschillende aspecten van projectimplementatie, zoals aanwezige personele en technische capaciteit, de gevolgde strategie, de mate waarin bekend is hoe effectief de gevolgde strategie is, de mate waarin lessen worden gebruikt om het project te verbeteren. Door het instrument in te zetten tijdens bezoeken met meerdere alliantiepartners krijgt de bezochte partner een kritische spiegel voorgehouden en ontvangt hij concrete adviezen voor verdere verbetering. De deelnemende partners gaan naar huis met ideeën voor hun eigen organisatie. Dit is een effectieve manier van leren in alliantieverband. Een onderwijsproject van een van onze partners in Ethiopië gaf een ander beeld te zien. Allerlei zaken liepen niet goed en reflectie hierop bracht aan het licht dat dit kwam door een aantal leiderschapsissues. Er werd een besluit genomen, ook na overleg met andere donoren, om de financiering tijdelijk stop te zetten. Acht maanden lang ontving deze partner geen financiële middelen, wat uiteraard serieuze consequenties had op projectniveau. De scholen moesten nu rond zien te komen zonder financiële support. In een van de projectgebieden nam de school het initiatief om bij de lokale gemeenschap geld in te zamelen. Zo leidde deze tegenslag tot een groter eigenaarschap van projectstaf en gemeenschap. Voor Woord en Daad bracht deze ervaring het inzicht dat we meer aandacht dienen te geven aan (kwaliteit van) leiderschap in de instrumenten waarmee we organisatiecapaciteit van onze partners meten en in onze activiteiten gericht op het versterken van de capaciteit van partners.
Dilemma’s bij het meten van effecten 4.4
LEREN OP ALLE NIVEAUS
De mensen die we willen helpen leven vaak onder uiterst moeilijke omstandigheden en hun problemen zijn complex en taai. Het is meestal niet eenvoudig om hen effectief te helpen; dat is regelmatig een zoektocht. Voor die zoektocht is het belangrijk om kritisch te reflecteren op voortgang en resultaten van de projecten, met gebruik van monitoring- en evaluatiegegevens en informatie uit gesprekken met partners. Op deze manier komen we succesvolle aanpakken op het spoor die we kunnen delen met andere partners. Er zijn ook projecten die hun doel niet (volledig) bereiken. In het laatste geval is het zaak oorzaken op te sporen, de juiste lessen te trekken en deze te gebruiken om het project alsnog succesvol te maken.
48
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Leren doen we voortdurend van de monitoringgegevens die we samen met partners verzamelen. Jaarlijks verzamelen en rapporteren we gegevens over de outputs van de programma’s. Dat betreft de zaken die de programma’s opleveren zoals het aantal kinderen die onderwijs ontvingen, aantal mensen die vakonderwijs ontvingen, aantal verstrekte leningen aan boeren en ondernemers, etc. Deze gegevens zijn voor de verschillende programma’s gegeven in hoofdstuk 2. Nog belangrijker voor leren zijn gegevens over de outcomes, de effecten van de programma’s, zoals het aantal mensen dat een baan vindt na het afronden van een vakonderwijstraining, de toename van bedrijfsinkomens en dergelijke. Het verzamelen van deze gegevens kost meer tijd en
inspanning en daarom verzamelen we die niet ieder jaar. Na de nulmeting in 2011 hebben we deze gegevens in 2013 opnieuw verzameld, middels de hiervoor genoemde outcome studies, waarna deze gegevens in 2014 zijn geanalyseerd en vertaald in lessen voor de programma’s. Een overzicht van deze gegevens voor de belangrijkste outcomes (meerjarige effecten) is te vinden op de website (woordendaad.nl/outcomes). Bij het meten van deze outcomes stuiten we regelmatig op een aantal dilemma’s, waarvan we er een aantal benoemen om inzicht te geven in de soms complexe wereld van meten en weten, leren en verbeteren: In een aantal programma’s werken we met scorecards waarmee we de kwaliteit van (een deel van) het programma meten. Wat we nu regelmatig zien is dat scores in de loop van de tijd lager worden, niet omdat de kwaliteit daadwerkelijk omlaag gaat maar omdat programmamedewerkers kritischer gaan reflecteren op hun werk. Dit is een positieve ontwikkeling want het is teken van een lerende houding. Het betekent wel dat we ook het verhaal over de totstandkoming van deze scores moeten meenemen. We gaan regelmatig de discussie aan met partners over hun organisatiecapaciteit. Om ontwikkelingen in de tijd te kunnen meten drukken we deze capaciteit graag uit in een score. Maar in dit soort strategische discussies kan het toekennen van scores verstorend werken want het kan organisaties stimuleren om te laten zien hoe goed ze al zijn in plaats van zich open te stellen voor mogelijkheden om nog sterker te worden. Om het gebruik van monitoringgegevens door partners te stimuleren is het goed om hen een stevige (leidende) rol te geven in het verzamelen van deze gegevens. Bij partners die hierin minder ervaren zijn, betekent dit dat we wat moeten toegeven op de kwaliteit van de gegevens.
• Samenwerking met specialistische (kennis)partners speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van innovatie en leren in projecten. Dit zal dan ook een aandachtspunt zijn bij het starten van nieuwe innovatietrajecten en expertiseopdrachten. • Beoordelingsinstrumenten en activiteiten gericht op de versterking van de capaciteit van partnerorganisaties dienen expliciet aandacht te geven aan leiderschap. • Het verzamelen van kwalitatieve gegevens verstevigt participatie van de doelgroep en biedt inzicht in de verwachte en onverwachte effecten van onze projecten. Om die reden willen we de Most Significant Change-methode vaker gaan inzetten en zullen we zoeken naar nog meer methoden om dit type informatie te verzamelen.
Leerpunten 2014: • Het ontwikkelen van een theorie van verandering (‘Theory of Change’) per project is een belangrijk middel om de juiste strategische keuzes te maken, het denken vanuit gewenste effecten te bevorderen en het ontwikkelen van een partner-specifiek PMEL-systeem te stimuleren. Om deze reden zal in de nieuwe meerjarenprogrammavoorstellen die partners in 2015 gaan ontwikkelen, een theorie van verandering het uitgangspunt vormen. • Werken met een set aan standaard evaluatievragen kan snel leiden tot brede, relatief oppervlakkige projectevaluaties. Beter is het om te concentreren op een beperkt aantal evaluatievragen die dan goed uitgediept kunnen worden. Dit zullen we dan ook als uitgangspunt nemen in een nieuw evaluatiebeleid.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
49
5
Meer dan kijken Het werk in het Noorden
50
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5.1
INLEIDING
Het jaar 2014 was een jaar van vooruit kijken en vernieuwing. De leerpunten uit 2013 werden bij het programma beleidsbeïnvloeding meegenomen en we bekeken hoe verbeterpunten opgepakt konden worden. Door TNS NIPO werd een belevingsonderzoek uitgevoerd onder de achterban van Woord en Daad. Woord en Daad wilde kijken hoe tevreden haar donateurs zijn over het werk van de organisatie en waar er nog uitdagingen liggen. De hoofdconclusie van dit onderzoek was dat Woord en Daad intensief contact heeft met haar achterban, waardoor weinig donateurs de samenwerking opzeggen. Uitdaging is jongeren blijvend en actiever aan de stichting te binden. Daarbij kan de digitalisering beter benut worden en mag de achterban meer worden voorbereid op deze wijze van communiceren. De aanbevelingen van TNS NIPO vindt u op de online versie van het jaarverslag (woordendaad.nl/jaarverslag). Woord en Daad heeft in 2014 op dit gebied stappen gezet met de start van ‘Mijn Woordendaad’, waar donateurs op maat worden geïnformeerd over het geld dat ze besteden. Naast informatie over de politieke en economische ontwikkelingen van het land krijgt de donateur ook informatie over het programma dat men steunt.
Op fondsenwervend gebied was de uitdaging voor 2014 om meer geld te realiseren via Vermogensfondsen en Institutionele Fondsen. De strategie was om meer te investeren in netwerken en partnerships. Daarnaast kregen de accountmanagers ruimte om te focussen op relatiebeheer en acquisitie, waarbij een communicatiepool de juiste informatie aanleverde. De investering in partnerschappen is geslaagd en zal naar verwachting voor een deel in 2015 zichtbaar worden. De focusstrategie werkt in de praktijk prettig. Toch bleven de inkomsten op deze fondsen vooralsnog achter. Het was verrassend om te zien hoe bij het bedrijvennetwerk een nieuwe dynamiek ontstond, die zichtbaar is in de cijfers. Ook de structuele inkomsten vanuit particulieren stegen. In die zin bevestigen de inkomstencijfers de uitkomst van het TNS NIPO-onderzoek. In 2014 werden uit onverwachte hoek mooie resultaten behaald. Door een conferentie in Brussel over ‘Visie op Afrika’ kwam Woord en Daad in contact met Burkinese en Beninse mensen uit de diaspora in Nederland. Zij gaven aan vanuit Nederland te willen samenwerken met Woord en Daad om zo iets te betekenen voor hun land. De eerste stappen tot het vormen van een vrijwilligersgroep zijn gezet.
»» Inkomsten per doelgroep
Interest/Inkomsten leveranciersrol/ bewustwording € 214.036
Aandeel acties derden € 3.616.217
Vermogensfondsen € 1.352.376
Subsidies € 7.839.276 Particulieren € 16.364.545 Bedrijven € 2.019.613
Doelstelling 2014 (€)
Realisatie 2014 (€)
Realisatie 2013 (€)
Verschil 2014-2013 (€)
Sponsoring totaal (particulieren incl.groei)
9.097.500
9.010.556
9.160.936
-150.380
Overige projecten
5.950.000
6.469.014
4.810.310
1.658.704
Particulieren
Noodhulp
500.000
884.975
1.525.487
-640.512
15.547.500
16.364.545
15.496.733
867.812
Bedrijven
2.300.000
2.019.613
1.907.908
111.705
Subsidies
8.269.929
7.839.276
8.119.072
-279.796
Acties derden
2.876.589
3.616.217
2.957.349
658.868
Vermogensfondsen
3.900.000
1.352.376
2.351.896
-999.520 -13.996
Particulieren totaal
Rentebaten en baten uit beleggingen
50.000
44.180
58.176
Inkomsten leveranciersrol
100.000
122.871
92.149
30.722
Bewustwording
115.250
46.985
0
46.985
33.159.268
31.406.063
30.983.283
422.780
Totaal
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
51
Kijk!
5 Het werk in het Noorden
»» Doelstellingen en resultaten Doelstellingen
Resultaten
BEWUSTWORDING Om jongeren bewust te maken van de armoede in de wereld worden diverse reizen i.s.m. de school georganiseerd. Doelstelling aantal jongeren: 28 jongeren reizen vanuit Nederland naar het Zuiden, 17 jongeren vanuit het Zuiden bezoeken Nederland; en een aantal docenten.
Totaal aantal jongeren die door omstandigheden niet op reis konden: 17 jongeren vanuit Bangladesh en Zuid-Afrika. Totaal aantal jongeren vanuit Nederland die wel op reis gingen: 28 jongeren. Omstandigheden: -Jongeren vanuit het buitenland ontvingen geen visum voor Nederland. Enkele docenten hebben Nederland wel bezocht. -Door de ebola-epidemie kon de reis naar Sierra Leone niet plaatsvinden, in plaats daarvan reisden de jongeren naar de Filippijnen. De landen die bezocht zijn: Filipijnen, Guatemala, Sierra Leone en Ethiopië.
Blijvend aandacht vragen voor duurzaamheid, ook verbonden aan politieke lobby.
In Werelddelen verscheen viermaal de rubriek Goed bezig!, waarin lobby- en duurzaamheidsinitiatieven in Nederland en het Zuiden werden belicht.
Effectiviteit van het werk van Woord en Daad bespreekbaar maken.
Tijdens het afscheidssymposium van Dicky Nieuwenhuis als lid van de raad van bestuur vond een levendig debat plaats over het bereiken van de allerarmsten.
Onderzoek naar Serious Gaming als bewustwordingsmiddel.
Door het langer dan gepland uitvoeren van de campagne Wees Eerlijk, heeft dit onderzoek nog niet plaatsgevonden. Dit zal in 2015 gebeuren.
Samen met ZOA worden tenminste 10 Wees Eerlijk Events gehouden op scholen, waarmee 1200 leerlingen worden bereikt.
Er hebben 28 events plaatsgevonden waarmee 3192 leerlingen zijn bereikt.
De lespakketten van Just Care worden breed gebruikt op scholen.
Twee lespakketten (Eerlijk Handelen en Voedsel) zijn in het Engels vertaald, om aansluiting te krijgen bij het tweetalig onderwijs. Lespakketten zijn door 100 scholen gedownload.
In het kader van de Eerlijke Vrouw vindt een vrouwenreis plaats, vinden minimaal zes vrouwen-events plaats en verschijnt een tijdschrift.
De vrouwenreis vond plaats in februari 2015, er hebben 7 vrouwen-events plaatsgevonden en het tijdschrift verschijnt in 2015.
Om studenten te bereiken, vinden i.s.m 15 studentenverenigingen activiteiten plaats.
Er hebben 5 studentenbijeenkomsten plaatsgevonden waarmee in totaal 210 studenten direct zijn bereikt. En in samenwerking met 15 studenten verscheen de glossy Ubuntu, over ontwikkelingssamenwerking, duurzaamheid en gerechtigheid, die onder 2000 studenten is verspreid.
-
COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING In 90% van de communicatie-uitingen van Woord en Daad is te zien dat ze een professionele bezielende organisatie is die vanuit de Theory of Change werkt en laat zien dat ze dit vanuit Bijbels perspectief doet.
Een interne audit en het TNS Nipo geven aan dat dit wordt gedaan. Meer dan de helft van de achterban kiest voor Woord en Daad omdat ze vertrouwd bekend staat en ziet dit ook bevestigd.
Er wordt 100% rekening gehouden met diverse doelgroepen bij het binnenhalen van fondsen. In 90% van de gevallen vinden sponsors hun programma’s waardevol en zien ze de toegevoegde waarde hiervan in.
Door de diversificatie in fondsenwerving wordt er optimaal rekening gehouden met de wensen van de doelgroep. Bij VF is 90% tevreden tot zeer tevreden met de op-maat-benadering. Bij bedrijven is 80% tevreden met de op-maat-benadering. Met de overige 20% hebben er gesprekken plaatsgevonden om leerpunten hierin mee te nemen.
80% van de rapportages voldoet aan gestelde criteria. Sponsors zijn tevreden.
90% van de sponsors is tevreden met de rapportages.
Bij elke doelgroep wordt er over de resultaten van het werk gerapporteerd: minimaal een succesproject en een leerproject krijgen een plaats in het magazine.
In alle uitingen hebben zowel het succesproject als het leerproject aandacht gekregen.
Verder uitrollen nieuwe IF-strategie met focus op allianties en regionale fondsenwerving.
Drie regionale fondswervers bouwen actief aan netwerk van donoren en dienen voorstellen in. In 2015 zal een fondswerver in Ethiopië worden aangesteld.
Relaties met bestaande donoren zijn onderhouden door bezoeken, rapportages en nieuwe projectvoorstellen, Bij bestaande institutionele donoren in Nederland en daarbuiten worden relaties (verbindingen) gecontinueerd, of nieuwe verbindingen waarbij is ingezet op relatievorming met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. tussen donor en projecten/programma’s in het Zuiden gecreëerd. 17 aanvragen bij institutionele donoren (EU, USAID, etc.) worden ingediend (mogelijk via partner). 6 worden er goedgekeurd.
Er zijn 18 voorstellen ingediend, waarvan er 4 zijn goedgekeurd. 5 voorstellen zijn nog in behandeling bij donoren.
Minimaal 5 relaties gaan zich vanaf tweede helft 2014 inzetten als ‘ambassadeur’.
Dit vraagt meer tijd (ook bij donoren) dan voorzien. Deze actie loopt door tot eerste helft 2015.
Totale inkomsten realiseren van: € 33.159.268 Inkomsten particulieren: € 15.547.500 Inkomsten bedrijven: € 2.300.000 Inkomsten IF: € 11.146.518 Inkomsten VF: € 3.900.000 Inkomsten overige € 265.250
Totale inkomsten gerealiseerd van: € 31.406.063 Inkomsten particulieren: € 16.364.545 Inkomsten bedrijven: € 2.019.613 Inkomsten IF: € 11.455.493 Inkomsten VF: € 1.352.376 Inkomsten overige: € 214.036
Met 10 relaties van Vermogensfondsen heeft Woord en Daad langetermijncontracten van 3-5 jaar. Doelstelling geheel gehaald (90% of meer)
52
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Met 12 relaties bestaan er meerjarige samenwerkingscontracten.
Doelstelling gedeeltelijk gehaald (50-89%)
Doelstelling niet gehaald
-
5.2
BELEIDSBEÏNVLOEDING NEDERLAND EN EUROPA
We hopen dat de Europese Commissie uitvoering geeft aan het politieke advies van Geier en andere parlementariërs. Dat zal de hulp aan Haïti in de toekomst zeker ten goede komen. Voor het programma beleidsbeïnvloeding was 2014 een jaar van vooruitkijken en vernieuwing. In 2013 keken we vooral terug: was al het lobbywerk van Woord en Daad in Den Haag en Brussel effectief geweest? Een onafhankelijke onderzoeker keek secuur naar het lobbywerk en concludeerde: ja, voor een belangrijk deel wel, maar jullie kunnen het nog beter. Woord en Daad is met zijn aanbevelingen aan de slag gegaan. Een belangrijke aanbeveling die de consultant meegaf was: breng meer focus aan in het politieke werk van Woord en Daad. Jullie werk is te versnipperd. Woord en Daad heeft daar in 2014 gehoor aan gegeven. Vanaf nu richt de beleidsbeïnvloeding zich vooral op het bevorderen van boerenondernemerschap. Hoe kunnen boeren de juiste ondernemersvaardigheden krijgen? Hoe kunnen
ze beter toegang krijgen tot banken, om over het geld te beschikken dat ze nodig hebben voor investeringen? Hoe kunnen ze beter hun producten verhandelen op de markt? En vooral: welke rol kan de politiek spelen om dat te bevorderen, zowel in ontwikkelingslanden, als in Nederland en de Europese Unie? Woord en Daad zet zich onder andere via het netwerk Agri-ProFocus in voor deze thema’s. Meer focus betekent ook stoppen met zaken die minder opportuun zijn geworden. Zo lobbyde Woord en Daad tot en met 2013 actief voor steun van Nederland aan primair onderwijs in ontwikkelingslanden. Het politieke tij zat daarin helemaal tegen. Woord en Daad besloot daarom als lid van de Global Campaign for Education niet meer actief te blijven lobbyen. Als er in de toekomst nieuwe politieke kansen voor primair onderwijs komen, kan altijd nog gekeken worden of Woord en Daad daarop terug zou moeten komen. Kijk goed naar je politieke analyses, die kunnen grondiger, zo luidde een andere aanbeveling uit de genoemde evaluatie. Ook daarmee is Woord en Daad aan het werk gegaan. Toen in 2014 het lobbyprogramma voor boerenondernemerschap uitgewerkt werd, heeft Woord en Daad
Vijf jaar geleden, op 12 januari 2010, werd Haïti getroffen door een enorme aardbeving. De ramp kostte aan zo’n 230.000 mensen het leven. Vanuit de hele wereld werd hulp toegezegd. De Europese Unie stelde het grootste bedrag ter beschikking. In de chaotische situatie na een natuurramp is het extra van belang om te kijken of hulp goed verleend wordt, en of het geld op een transparante manier besteed wordt. Woord en Daad, als voorzitter van de Coördination Europe-Haïti (COEH), een lobbynetwerk in Brussel, heeft zich in de afgelopen jaren ingespannen voor een onafhankelijke evaluatie van het enorme EU-hulpprogramma. Na veel lobbywerk bij het Europees Parlement gingen parlementariërs zich inzetten voor zo’n evaluatie. Die is er in de zomer van 2014 gekomen. De COEH zocht onmiddellijk weer contact met Parlementsleden, om hen te adviseren in het geven van een goede politieke reactie. De Duitse sociaaldemocraat Jens Geier nam daarbij binnen het Parlement de leiding. Met hem had de COEH veel contact. Ons platform gaf een eigen analyse van de bereikte resultaten en formuleerde een aantal aanbevelingen. Terugkijken en vooruitkijken dus.
Terugkijken en vooruit kijken in Haïti Jens Geier, EU-parlementariër
Jens Geier over het advies van de Coördination Europe-Haïti: ‘Als lid van de budgetcontrolecommissie in het Europees Parlement was ik verantwoordelijk voor een rapport over de besteding van Europese fondsen. In dat kader heb ik bij enkele gelegenheden gewerkt met de Coördination Europe-Haïti. Het platform voorzag me van een goed overzicht van het maatschappelijk middenveld in Haïti. Ze zorgden voor contacten met Haïtiaanse NGO’s en deelden hun visie op het EU-beleid inzake humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking. Ik heb de vruchtbare en op kennis gebaseerde samenwerking met de Coördination Europe-Haïti zeer gewaardeerd en zal hen in de toekomst opnieuw raadplegen als Haïti weer ter sprake komt in het Parlement.’ Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
53
Kijk!
5 Het werk in het Noorden
»» Beleidsbeïnvloeding in Nederland
5
Campagnes en trajecten
daar veel aandacht aan gegeven. De politieke spelers die invloed hebben op de kansen voor boerenondernemers zijn zo compleet mogelijk in kaart gebracht. Ook in 2014 werden concrete politieke resultaten behaald door de politiek adviseurs van Woord en Daad. Zo slaagde Woord en Daad er opnieuw in een meerderheid in de Tweede Kamer enthousiast te maken voor blijvende steun aan agrarisch beroepsonderwijs. In het najaar werd een motie aangenomen die de minister opdraagt om landen in Afrika te steunen bij het verbeteren van hun beleid voor landbouwonderwijs. In 2015 hopen we daarvan het resultaat te zien in het beleid van onze regering. Op het gebied van landbouwontwikkeling pleitte Woord en Daad, samen met andere leden van Agri-ProFocus, ervoor dat versterking van voedselwaardeketens vooral ten goede komt aan lokale boeren in ontwikkelingslanden. Dat kon bij verschillende partijen op steun rekenen, maar bij de Minister nog niet. Zij benadrukt sterk dat zowel Nederlandse bedrijven als bedrijven uit ontwikkelingslanden moeten profiteren. In Partos verband nam Woord en Daad het initiatief om meer aandacht te vragen voor het belang van een meer coherent ontwikkelingsbeleid van Nederland: wat Nederland doet op het gebied van internationale handel, migratie, belastingen en landbouw moet goed aansluiten op de ontwikkelingshulp die we geven. We kregen brede steun voor het initiatief. Voorjaar 2015 zal Woord en Daad met tien andere Partos-leden een rapport aan de Minister aanbieden, met krachtige aanbevelingen voor een meer samenhangend beleid. Op Europees niveau vroegen we via CONCORD ook actief aandacht voor beleidscoherentie. Het lijkt erop dat de nieuwe Europese Commissie en het nieuwe Europees Parlement zich daar ook echt voor willen inzetten. Dit aspect zal volop aandacht krijgen in 2015. Woord en Daad communiceerde ook in 2014 actief met de achterban en de sector over haar politieke werk. Met regelmaat schreven de politiek adviseurs in Werelddelen, Daadkracht, Reformatorisch Dagblad en Vice Versa over zaken als het Nederlandse ontwikkelingsbeleid, armoedeproblematiek in het algemeen en het werk van Woord en Daad wereldwijd.
54
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Leerpunten • In 2014 hebben we het programma ‘From Field to Market’ ontwikkeld. Dit programma richt zich op het beïnvloeden van het overheidsbeleid in ontwikkelingslanden ten aanzien van boerenondernemerschap. Het programma is een mooi voorbeeld van geïntegreerd werken tussen onze themaspecialisten voor beleidsbeïnvloeding, agribusiness ontwikkeling en agrarisch vakonderwijs. Niet eerder was die samenwerking zo nauw. In 2015 en daarna willen we graag op deze manier concrete projecten van Woord en Daad en Incluvest verbinden aan beleidsbeïnvloeding, zowel in Nederland en de EU, als in de landen waar onze partnerorganisaties werken. • In 2014 hebben we, nadat onze staf voor beleidsbeïnvloeding is uitgebreid, besloten om de taken te verdelen: één politiek adviseur richt zich op de Nederlandse overheid, de andere op de EU. Dit is een goede keus geweest. Het helpt ons om ook in 2015 onze capaciteit zo efficiënt en effectief mogelijk in te zetten. • In 2014 hebben we veel energie gestoken in het geven van een impuls aan de inzet van Partos en CONCORD voor beleisdcoherentie. Daardoor hebben we een kader geschapen waarbinnen we meer aandacht kunnen vragen voor beleidscoherentie rond handelsverdragen en de gevolgen voor de landbouw. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
5.3
BEWUSTWORDING
De minister op bezoek In 2014 werd de Wees Eerlijk-campagne, die Woord en Daad en ZOA samen voerden sinds begin 2011, feestelijk afgerond. Samen met 300 leerlingen van actieve Wees Eerlijk-scholen (onder meer het Calvijn College in Goes en het Wartburg College locatie Revius in Rotterdam) vond in Bunschoten-Spakenburg een Wees Eerlijk Event plaats. Ook minister mevrouw Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) kwam even kijken bij het evenement. Ze stak de aanwezige jongeren een hard onder de riem, en riep hen op meer eerlijke kleding te kopen. Zelf maakt de minister zich sterk voor een eerlijker behandeling van kledingarbeiders in Bangladesh. Per 1 juli liep de subsidie van het ministerie van Buitenlandse Zaken voor Wees Eerlijk ten einde. Op eigen initiatief zijn ZOA en Woord en Daad tot en met december 2014 doorgegaan met het aanbieden van Wees Eerlijk aan scholen.
Bewustwording »» Bewustwording
meer op woordendaad.nl/resultaten
28
28
Events, waarmee 3.192 leerlingen bereikt
Jongeren op reis
100
5
7
Lespakketten gedownload
Studentenbijeenkomsten, waarmee 210 studenten bereikt
Vrouwen-events
× 10
Duurzaamheid vaag? Onduidelijk wat duurzaam leven voor zin heeft? Niet voor Mariska van den Berg (16) uit ’s-Gravenzande. ‘Fair trade producten kopen maakt wel degelijk uit,’ ontdekte zij in Zuid-Afrika.
‘Fair trade kopen maakt wel degelijk uit’ Mariska van den Berg (16) uit ’s-Gravenzande
Wat heeft een eerlijke levensstijl in Nederland voor zin voor mensen die leven in armoede? Mariska van den Berg (16) uit ’s-Gravenzande reisde met Woord en Daad en haar school, Wartburg College locatie Revius, naar Zuid-Afrika om dat te onderzoeken. Haar reis maakte deel uit van de campagne Wees Eerlijk, die aandacht wil vragen voor een eerlijke, duurzame levensstijl. Ze vertelt over een wijnboerderij die zij bezocht, waar ‘eerlijke’ wijn wordt gemaakt. De wijn is niet alleen lekker, de arbeiders krijgen er ook een eerlijk salaris, en worden fatsoenlijk behandeld. ‘Bijna alles was er voor de werknemers’, vertelt Mariska. ‘Een school, huizen, een winkel en een dokter. Je kon het eigenlijk een ‘mini-dorp’ noemen. De ouders werkten op de boerderij, en waren dus de hele dag weg. Maar daar was een oplossing voor; de kinderen konden overdag naar school en leerden er tellen, de kleuren, vormen en dergelijke.’ Al deze ‘extra’ mogelijkheden voor de kinderen worden betaald van de opbrengst van Fair Trade-wijn. ‘Veel mensen in Nederland denken dat een flesje wijn van Fair Trade meer of minder niks uitmaakt, maar dat maakt wel degelijk uit.’ Mariska’s oproep is: ‘Geef deze kinderen ook de kans om naar school te gaan!’
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
55
Kijk!
5 Het werk in het Noorden
Tweemaal visa-problemen Het wordt steeds lastiger om buitenlandse jongeren, verbonden aan de partnerorganisaties van Woord en Daad, uit te nodigen in Nederland. Kijken hoe jongeren in Nederland leven wordt voor hen haast onmogelijk. De visumregels worden namelijk steeds strenger, en worden bovendien steeds strikter toegepast. In 2014 leidde dit voor de unit Bewustwording tot tweemaal toe tot problemen. In april moest een bezoek van 15 vakjongeren uit Bangladesh aan het Calvijn College in Krabbendijke en aan de Tweede Kamer worden afgelast omdat de jongeren geen visum konden krijgen. De aanvraag werd door de ambassades in Bangladesh afgewezen, onder meer omdat de jongeren geen werk hadden en uit arme gezinnen kwamen. Ook twee Zuid-Afrikaanse jongeren die het Wees Eerlijk Event in juni zouden bezoeken, ontvingen geen visum en konden dus het evenement niet bezoeken. Bewustwording in Ethiopië 13 vwo-5-jongeren van het Ichthus College kozen ervoor om in het najaar van 2013 met Woord en Daad een bewustwordingsreis te maken naar Gambella, waar partnerorganisatie Hope Enterprises een onderwijsprogramma heeft. De jongeren zamelden zelf geld in voor de reiskosten, maar voerden zoveel actie dat zij bovendien € 10.000 konden doneren aan projecten van Hope. De 13 jongeren toonden zich enthousiaste ambassadeurs: zij bereikten ruim 4.300 mensen met hun verhalen, en gaven mensen daarmee een andere kijk op Ethiopië en op het werk van Woord en Daad en haar partners.
5.4
COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING
Particulieren ‘Kijk, ik ben Ashna, en ik woon in Bangladesh.’ Ze wijst naar een foto van Bangladesh. ‘Mijn land is een heel arm land! Gaan jullie mee?’ Vol enthousiasme houdt Ineke de pop – Ashna, een Bengaals schoolmeisje – in haar hand. Ze bedacht Ashna om op een aansprekende manier voorlichting te geven en maakte passende foto’s in Bangladesh. Nederlandse leerlingen hangen aan haar lippen! Voorlichting Het voorbeeld van Ineke laat iets zien van de werkwijze van unit Particulieren: altijd op zoek naar de beste manier om de doelgroep te bereiken. Ook in 2014 kwam Woord en Daad weer langs op scholen om te vertellen over de projecten,
56
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
over het sponsorprogramma en over armoede en rijkdom. Scholen In 2013 besloten we meer te investeren in contacten met scholen omdat we daar potentie zagen. Dit resulteerde in 2014 in vijf middelbare scholen die grootschalige acties voerden. Het resultaat: € 175.000. Evenementen Traditiegetrouw stonden we in oktober op de Wegwijsbeurs, voor het eerst in Rotterdam. We hadden veel bekijks in de stand. In totaal bracht de beurs maar liefst € 10.000 op, en 48 kinderen in ontwikkelingslanden kregen een nieuwe sponsor. Ook verkenden we enkele nieuwe beurzen, met wisselend succes. Vrijwilligers Comités zetten ons ‘te kijk’ in het land. In positieve zin! In 2014 zetten zij zich weer met verve in om fondsen te werven. Er waren 78 comités met 700 comitéleden actief die vervolgens 7.000 vrijwilligers inschakelden bij hun activiteiten. We verwelkomden 43 nieuwe comitéleden. In totaal haalden zij € 1.254.477 binnen. Ook melden zich nieuwe donateurs bij de organisatie aan door bekendheid via het comité. De foto op pagina 50 geeft een beeld van de comité activiteiten. Comité Pijnacker organiseerde in 2014 een high tea gecombineerd met een roofvogelshow. Dit was een succes en leverde een mooie opbrengst op voor Woord en Daad. Sponsorprogramma Het sponsorprogramma geeft 28.229 mensen een kijkje in het leven van kinderen in een ontwikkelingsland. Dankzij hen werden in 2014 30.247 kinderen gesponsord. Het aantal nieuwe aanmeldingen bedroeg 923, het aantal afmeldingen 1.331. We zagen ten opzichte van vorige jaren een lichte positieve trend. Een groep sponsors reisde naar Bangladesh om daar met eigen ogen te zien hoe sponsorkinderen leven. Lees hier meer over op onze website woordendaad.nl/blogs. Giften Voor de overige giften is er in 2014 een nieuwe strategie ingezet en geacteerd op de trend van minder structurele giften. Door het sturen van mailings naar specifieke doelgroepen zagen we de inkomsten op die programma’s stijgen. De specifieke mailings leverden totaal € 26.500 op. Bedragen om stil van te worden, waarbij we in het bijzonder denken aan de giften die we uit nalatenschappen ontvingen.
Actie ‘Draagt elkanders lasten’ Het Reformatorisch Dagblad startte via de stichting ‘Draagt elkanders lasten’ een actie voor Bangladesh. In de krant werd met grote regelmaat geschreven over het land, de mensen en de programma’s. Lezers werden door de verhalen geraakt, wat in de cijfers zichtbaar werd. De teller stond op 31 december al op € 243.412.
accountmanager blijkt succesvol. De inkomsten laten een licht positieve trend zien bij bedrijven. Het voordeel van de regiobenadering is dat er veel sneller verbindingen te leggen zijn tussen de verschillende bedrijvennetwerken en dat het onderhouden van een relatie minder inspanning kost omdat er meer contactmomenten zijn. Het bedrijvennetwerk groeide met ruim 350 bedrijven.
Noodhulp In 2014 startte Woord en Daad vier noodhulpacties, voor Zuid-Soedan, de Filipijnen, Sierra Leone en Noord-Irak. In Zuid-Soedan en Noord-Irak betrof het steun aan vluchtelingen, in de Filipijnen hulpverlening na een nieuwe tyfoon, Glenda, en in Sierra Leone steunden we ebola-preventie. Met name bij kerkelijke donoren was de betrokkenheid groot. Ook via particuliere giften en EO Metterdaad werd er ruimhartig gegeven in noodsituaties. De opbrengst van deze acties bedroeg per 31 december 2014 respectievelijk € 109.803, € 1.491.215, € 198.540 en € 868.832.
Focus op regio- en sectorgroepen De groeiende betrokkenheid vanuit bedrijven zette zich in 2014 voort. Kijk bijvoorbeeld naar de succesvolle opstart van de RegioOndernemers Groot Rotterdam en West-Veluwe en de 40 bijeenkomsten die alle 14 regionale ondernemersnetwerken organiseerden. Een andere mooie ontwikkeling zijn de ondernemersgroepen per sector, zoals een groep Nederlandse bouwbedrijven en een groep agrariërs. Het project dat zo’n groep steunt, sluit aan bij de core business van de groep. De leden van het Business Platform vullen hun bijdrage op nieuwe en verschillende manieren in. Zij sluiten zich bijvoorbeeld ook aan bij (regio-) groepen. Het aantal business partners is met 6 gelijk gebleven aan vorig jaar. Een aantal partners draagt bij aan projecten die nog volop in ontwikkeling zijn. Dit vraagt voortdurend afstemming. Een mooie en leerzame uitdaging die we graag aangaan.
Institutionele Fondsen De unit Institutionele Fondsen heeft zich in 2014 gericht op een tweetal zaken. Ten eerste het verder uitrollen van een nieuwe IF-strategie, met focus op allianties en regionale fondsenwerving. Samen met een drietal regionale fondswervers in de regio’s CLARA en WARA zijn fondsen aangevraagd met partners of partners zijn ondersteund in eigen aanvragen. Vooral in WARA waren veel kansen en zijn een aantal goede voorstellen ontwikkeld en goedgekeurd. Ten tweede een sterke inzet om samen te werken met andere organisaties, zoals Red een Kind en leden van de ICCO-coöperatie. Grotere fondsen moesten vaak in een consortium worden aangevraagd. In samenwerking met partners en/of andere organisaties zijn voorstellen ontwikkeld en ingediend. De belangrijkste kansen lagen op het snijvlak van bedrijfsontwikkeling en ontwikkelingssamenwerking. Een voorstel van 5,8 miljoen euro voor de doorontwikkeling van de cashew-sector in Burkina Faso en Benin was hierbij het hoogtepunt. In 2014 is succesvol geëxperimenteerd met een nieuw model van werken. Het werk wordt georganiseerd rondom vier IF-rollen: coördinatie van subsidietrajecten, begeleiding van projectvoorstellen, schrijven van voorstellen en administratie rondom de trajecten. In 2015 zullen wij het model verder ontwikkelen.
Bedrijven De nieuwe strategie met een regio-indeling per
Evenement en reizen Op 18 juni, de jaarlijkse ondernemersmeeting, keken we samen met ondernemers en partners uit Benin en Burkina Faso hoe Woord en Daad goed kan inspelen op (wereldwijde) veranderingen. Diverse ondernemers namen een kijkje achter de schermen tijdens ondernemersreizen naar Sierra Leone, Bangladesh en Burkina Faso. Het werk in de lokale context en de ontmoetingen met de mensen uit de programma’s maken een onuitwisbare indruk. Lees voor meer informatie de blogs op woordendaad.nl. CompanyKids Alle CompanyKids-sponsoren kregen een CompanyKidspakket, met daarin tools voor correspondentie met de kinderen en voor het betrekken van personeel bij de sponsoring. Meer dan 200 bedrijven steunden in 2014 1.575 CompanyKids, een groei van 25 kinderen. We verkochten ook 1.790 Woord en Daad-kerstpakketten. Dit zijn 870 meer pakketten dan in 2013. Uit het klanttevredenheidsonderzoek onder bedrijven bleek dat de meerderheid niet openstaat voor het betrekken van hun personeel bij de activiteiten die zij doen met Woord en Daad. Een ander gegeven uit het onderzoek is dat ondernemers bereid zijn daadwerkelijk kennis in te zetten.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
57
Kijk!
5 Het werk in het Noorden
Accountablity Via relatiebezoeken, bijeenkomsten, projectrapportages en -voorstellen en nieuwsmail weten ondernemers de stand van zaken rond projecten. Bij 3.300 ondernemers en belangstellenden viel in april, september en december het ondernemersmagazine Daadkracht op de mat. Thema’s waren: Noodhulp, Voedselzekerheid en Groeispurt in Azië. Uit het klanttevredenheidsonderzoek blijkt dat Daadkracht gewaardeerd wordt. De Adviesgroep Ondernemers (bestaande uit vijf betrokken ondernemers werkzaam in diverse sectoren) vergaderde vier keer. Hun adviezen voor communicatie en fondsenwerving richting bedrijven waren waardevol voor het jaarplan 2015. Qua inkomsten kijken we positief terug. Met het totaalbedrag van € 2.019.613 is er een inkomstenstijging van 6% gerealiseerd ten opzichte van 2013.
BPleden € 179.200 BPartners € 360.487 RegioOndernemers € 382.068 Overig € 1.097.858
58
met Woord en Daad een workshop op de tweedaagse internationale conferentie Africa Works. Fondsenwerving In 2014 lag het accent op de uitbouw en verdieping van het bestaande relatienetwerk. Er zijn weer mooie contracten afgesloten, waarbij zelfs een contract met een Family Foundation voor in totaal 3 miljoen euro over een periode van 10 jaar. Vermeldenswaardig is ook het contract van ruim € 320.000 met een internationale foundation. Helaas zien we die positieve trend nog niet terug in de inkomstencijfers van 2014. Belangrijke reden is dat er bij twee projecten tegenslag is opgetreden in de uitvoering van het project, met als gevolg dat de donaties ook navenant zijn teruggelopen. Op de langere termijn verwachten we veel van de ontwikkelde contacten met internationale foundations. In dat kader is in april een belangrijke conferentie in San Francisco bezocht. Grotere partijen waarmee duurzame relaties zijn ontwikkeld zijn onder andere: Rabobank Foundation, Wereldfoundation, Turing Foundation, Stichting De Pagter Fonds, Dr. Hofsteestichting, Sint Antonius Stichting, MarèJan Foundation. Vergelijken we de inkomsten Vermogensfondsen van 2014 met 2013, dan is er sprake van een afname van € 999.520, ofwel een afname met 42 %. Omdat het bij Vermogensfondsen voornamelijk gaat om meerjarige overeenkomsten, is het van belang om te kijken naar de trend over meerdere jaren. Dat perspectief ziet er gezond uit!
Vermogensfondsen
Leerpunten Beleidsbeïnvloeding, bewustwording
Communicatie Familie- en Vermogensfondsen worden persoonlijk en op maat benaderd. Klantspecieke voorstellen en rapportages vormen het hart van de communicatie richting deze doelgroep. Het bredere relatienetwerk met circa 300 contacten heeft in 2014 drie keer de nieuwsbrief van Woord en Daad Vermogensfondsen ontvangen met het thema ‘verbinden’. Ook op de site werd hieraan aandacht besteed. In dat kader heeft Woord en Daad in 2014 ook twee keer geparticipeerd in belangrijke thema-bijeenkomsten van andere belangrijke spelers in de vermogensmarkt, zoals een meeting rond impact-investeren bij ABN AMRO MeesPierson. In het kader van USA-fundraising heeft Woord en Daad (in samenwerking met haar impact investment bedrijf Incluvest BV) een eerste versie van de Engelstalige nieuwsbrief gelanceerd onder de naam InDeed. De directeur van Incluvest verzorgde in samenwerking
• In 2014 hebben we het programma ‘From Field to Market’ ontwikkeld. Dit programma richt zich op het beïnvloeden van het overheidsbeleid in ontwikkelingslanden ten aanzien van boerenondernemerschap. Het programma is een mooi voorbeeld van geïntegreerd werken tussen onze themaspecialisten voor beleidsbeïnvloeding, agribusiness ontwikkeling en agrarisch vakonderwijs. Niet eerder was die samenwerking zo nauw. In 2015 en daarna willen we graag op deze manier concrete projecten van Woord en Daad en Incluvest verbinden aan beleidsbeïnvloeding, zowel in Nederland en de EU, als in de landen waar onze partnerorganisaties werken. • In het verleden vonden vaak uitwisselingsprogramma’s plaats waarbij niet alleen jongeren uit Nederland naar het Zuiden reisden, maar waarbij er ook jongeren uit de partnerlanden van Woord en Daad Nederland bezochten. Door de steeds strengere toelatingseisen die Europa voert, zal dit in de toekomst alleen nog mogelijk zijn als er een zeer grondige voorbereiding aan vooraf
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
gaat, en als ambassades de nodige welwillendheid aan de dag leggen bij het toekennen van de visa. • Uit TNS NIPO-onderzoek blijkt dat concrete verhalen over armoede en het leven van de jongeren in ontwikkelingslanden jongeren aanspreken. Daarom zullen deze verhalen in het blad Grenzeloos een duidelijker plek krijgen. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
Leerpunten Fondsenwerving • Capaciteitsopbouw bij partners gericht op goede rapportage van de bereikte resultaten is essentieel om grote (internationale) donoren duurzaam aan ons te binden. Om deze zaken beter te borgen zullen we de samenwerking met de afdeling Resultaatmanagement en Leren in 2015 intensiveren. • De aanpak waarbij donateurs ook worden ingezet als ambassadeur blijkt succesvol. Dit model zullen we daarom vaker gaan inzetten. • Persoonlijk contact bij fondsenwerving in de VS bij grote donoren is belangrijk. Door minder te mailen en meer te skypen of persoonlijke bezoeken af te leggen willen we betere resultaten behalen. TNS NIPO-onderzoek geeft de volgende leerpunten aan: • Jongeren hoeven niet alleen ingezet te worden op bewustwording, maar zijn ook bereid om te geven. Woord en Daad deelt voor een deel deze aanbeveling en gaat in 2015 gerichter kijken naar online fondswervingsmogelijkheden voor jongeren. • De leesdichtheid van offline communicatie is groter dan van online communicatie. Woord en Daad zet de offline communicatiestrategie door. In 2015 zal ze zich bezinnen op een aanpak om de achterban meer te laten kennismaken met online communicatie. • Ondernemers zijn bereid hun kennis te delen. Op dit punt werkt Woord en Daad al jarenlang aan een kennisnetwerk en zoekt mogelijkheden om ondernemers in te zetten. Dit zal ook in 2015 hernieuwde aandacht krijgen tijdens relatiebezoeken. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
5.5
COMMUNICATIE VIA MEDIA
Het was in het afgelopen jaar erg onrustig in de wereld. Een onrust die ook het werk van Woord en Daad raakte.
We denken onder meer aan de ebola-epidemie die WestAfrika teisterde en de vele christenen die op de vlucht sloegen in Noord-Irak. Dergelijke grote gebeurtenissen zorgen bijna als vanzelf voor veel aandacht van de media. Moeilijker is het om die aandacht vast te houden. Dat bleek ook afgelopen jaar weer. Het bleek goed te werken media regelmatig een update te sturen, waardoor de rampplekken niet werden vergeten. Tijdens de beleidsconferentie in juni grepen diverse media de kans om buitenlandse partners te interviewen. Er volgde onder meer een mooi verhaal over ‘Bijbel en ontwikkelingssamenwerking’ (Vice Versa). We denken met zo’n inhoudelijke bijdrage de drijfveren van Woord en Daad goed te kunnen laten zien. Daarom vinden we het ook fijn dat er in 2014 24 opinieartikelen (7 meer dan verwacht) zijn geplaatst. Blij zijn we ook met de artikelenserie in het Reformatorisch Dagblad, in het najaar, over Bangladesh. De verhalen raken harten en maken mensen vrijgevig.
Leerpunten Media • Er is vanuit media grote vraag naar goed beeldmateriaal vanuit het Zuiden. Dat was nu niet altijd beschikbaar. We zullen daarom reizende collega’s gaan trainen, zodat deze voor de media geschikte foto’s mee naar huis nemen. • Het is niet altijd makkelijk om jongeren te bereiken via de gangbare media. We zullen daarom komend jaar naast de papieren kranten en tijdschriften ook steeds meer online media benaderen met onze berichten. • Het is soms lastig in te schatten wat de vraag van mediabedrijven is. De ervaring is dat persberichten door redacteuren relatief vaak niet worden gebruikt. We gaan daarom meer inzetten op persoonlijk contact met journalisten om hen zo meer op het medium toegesneden informatie te kunnen geven. Kijk op woordendaad.nl/resultaten voor de opvolging van de leerpunten uit 2013.
»» Website Views totaal 2013
Website
Unieke bezoekers 2013
Algemeen: www.woordendaad.nl
459.830
115.548
Samen voor de Filipijnen www.noodhulpfilipijnen.nl*
273
201
* www.noodhulpfilipijnen.nl is online vanaf 15/11/2013 net na de tyfoon die over de Filipijnen trok. De website samenvoorhaiti.nl is offline gehaald.
»» Social Media Social Media
Volgers
Berichten
Gereageerd op berichten
Facebook
1.479
135
37
Twitter
1.396
123
16
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
59
Kijk!
5 Het werk in het Noorden
»» Communicatie Magazine
Doelgroep
× per jaar
Bereik 2014
Bereik 2013
Verschil -1.961
Werelddelen
Particulieren
4
73.527
75.488
Grenzeloos
Jongeren
4
15.801
15.458
343
Verrekijker
Schoolkinderen
1
77.557
80.847
3.290
Bouwplaat
Kleuters
1
17.566
16.225
Intercom
Comitéleden
1
1.000
1.341 1.000
E-letter jongeren
Jongeren
9
1.086
1.053
Daadkracht
Ondernemers
3
3.495
3.487
33 8
Daadkracht E-letter
Ondernemers
5
290
305
-15
Vermogensfondsen E-letter
Vermogensfondsen
3
275
204
71
Vermogensfondsen E-Letter Indeed (Engelstalig)
Vermogensfondsen
1
50
50
»» Ontwikkeling fondsenwerving per product Product
Doelstelling 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
PARTICULIEREN Indeed
50
18
Nieuwe kind sponsoring
600
-407
-715
ShareKids
150
14
16
Aanmeldingen Partnerplan
200
134
56
54
7
6
6
1.280
1.235
1.250
14
14
12
Activiteiten 2014
Activiteiten 2013
BEDRIJVEN Leden Business Platform Business Partners Aantal CompanyKids RegioOndernemers
70
»» Activiteiten
60
Activiteit
Doelgroep
Presentaties
Basisschoolleerlingen
92
97
-5
Presentaties
Jongeren
99
38
61
Presentaties
Volwassenen
29
36
-7
Uitleen leskisten
Basisschoolleerlingen
20
22
-2
Zangavonden
Particulieren
64
62
2
Fiets-boot-wandeltochten etc.
Particulieren
26
27
-1
Verkopingen
Particulieren
23
22
1
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Verschil
»» Evenementen en Reizen Evenementen en Reizen
Doelgroep
Thema
Bereikte doelgroep
Wees-Eerlijk reis februari - Sierra Leone
Leerlingen en docent van Ichtus College Veenendaal
Duurzame leefstijl vanuit christelijk perspectief
6
Regioavonden
Comitéleden
Woord en Daad op weg naar de toekomst
380
Ondernemersreis maart – Sierra Leone
Ondernemers
Samen werken aan onderwijs
5
Sponsoravond maart - Bangladesh
Sponsors van sponsorkinderen Bangladesh
Onderwijs in Bangladesh
20
Jongerenreis mei - Ethiopië
Leerlingen en docenten van Ichtus College Veenendaal
Armoedeproblematiek in de wereld
15
Sponsoravond juni - Guatemala
Sponsors van sponsorkinderen Guatemala
Onderwijs in Guatemala
110
Bouwreis - Guatemala
Jongeren
Bouw en ontmoeting
20
Comitédag september
Comitéleden
Noord en Zuid, we blijven leren
130
Young Ambassadors-reis oktober - Guatemala
Leerlingen en docent van Wartburg College-Guido de Bres Rotterdam
Armoedeproblematiek in de wereld
6
Vakreis oktober - Filipijnen
Leerlingen en docent van Jacobus Fruytier Scholengemeenschap Apeldoorn
Vakuitwisseling en bewustwording van armoede
6
Sponsorreis oktober - Bangladesh
Sponsors en comitéleden
Ontmoetingen
12
Wegwijsbeurs oktober
Vrijwilligers, donateurs, ondernemers, jonge- Bangladesh, huizenbouw ren en andere betrokkenen
8.500
Ondernemersreis november - Burkina Faso
Ondernemers
Vakonderwijs in de context van Burkina Faso
3
Ondernemersreis november - Bangladesh
Ondernemers
Het werk van Woord en Daad in Bangladesh
11
»» Klachten Aantal klachten
»» Signalen* 2014
2013
2012
Ontvangen
3
3
3
Naar tevredenheid afgehandeld
3
3
1
Niet naar tevredenheid afgehandeld
0
0
2
2014
2013
2012
Communicatie
2
0
Identiteit en geloofsbeleving
0
1
Klachten ingedeeld per type
Signalen ingedeeld per type
2013
2012
27
35
45
2014
2013
2012
Communicatie
1
1
1
1
0
0
2
Werkwijze Woord en Daad en/of partners
1
0
0
1
Salarissen
24
34
44
Totaal
27
35
45
Werkwijze Woord en Daad en/of partners
1
2
0
3
3
3
2014
2013
2012
4
8
1
»» Complimenten*
Ontvangen
Ontvangen
2014
Identiteit en geloofsbeleving
Totaal
Aantal complimenten
Aantal signalen
* Woord en Daad registreert klachten in geval Woord en Daad afwijkt van haar beleid of diensten niet levert conform wat Woord en Daad belooft. Een signaal gaat over zaken die Woord en Daad conform haar beleid uitvoert, maar waar mensen uit de achterban anders over denken. Klachten leiden tot aanscherping van de procedures. Bij signalen gaat Woord en Daad in gesprek met mensen om haar beleid toe te lichten.
* Complimenten worden geregistreerd als zij afdelingsoverstijgend zijn en door stakeholders worden gegeven die van strategisch belang zijn voor Woord en Daad (o.a. coördinatiegroep, comités, ministerie). Woord en Daad ziet het registreren van deze complimenten als een extra middel tot het meten van klanttevredenheid.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
61
62
6 Kijk naar binnen Interne organisatie
6.1
INLEIDING
6.1.1 Ontwikkelingen in de organisatie De invoering van de organisatievernieuwing uit 2011 is in 2014 afgerond en eind 2014 conform de afspraken geëvalueerd. De conclusie van de evaluatie is dat de vernieuwing de nodige efficiëntie en effectiviteit heeft opgeleverd. Er is in 2014 speciaal geïnvesteerd in het trainen van regiocoördinatoren in het vinden van hun nieuwe rol. Naar aanleiding van de conferentie in Soesterberg is besloten om vanaf 2015 de operationele steun die vanuit de teams vaak nog aan partners gegeven wordt, af te bouwen. De teams krijgen een veel strategischer rol, zodat ze voor onze partners overzee ook van meerwaarde zijn. Teams zijn daar waar nodig in 2014 op getraind. In 2014 heeft de verdere verkenning van de (on)mogelijkheden van de samenwerking tussen Woord en Daad en Red een Kind de nodige tijd en aandacht gevraagd. Op 5 maart gaven de Raden van Toezicht in kaderstellende zin groen licht aan de bestuurders om een en ander verder te onderzoeken c.q. uit te werken. Helaas is het niet gelukt deze samenwerking te realiseren vanwege organisatorische, bestuurlijke en fiscale obstakels. Dit heeft ertoe geleid dat begin 2015 dit samenwerkingstraject is stopgezet. Omdat er gedurende het jaar veel energie is gestoken in dit traject, wordt in dit hoofdstuk wel benoemd wat er in het kader van deze samenwerking aan inspanningen is geleverd. De uitrol van het Pluriformsysteem naar de regioallianties in pilotvorm is niet zover als wij wilden door gebrek aan tijd en capaciteit. Het traject wordt verder in 2015 opgepakt.
6.1.2 Personeel Personeelsbeleid De omgeving waarin Woord en Daad opereert verandert snel. Flexibiliteit wordt steeds belangrijker en een baan voor het leven kan geen enkele werkgever meer garanderen. Woord en Daad verandert mee, zonder daarbij een vastomlijnde kijk op het HR-beleid te verliezen. In de visie van Woord en Daad is het belangrijk dat mensen en processen op elkaar betrokken zijn. Binnen dit kader is het een grote uitdaging om mensen optimaal in hun kracht te zetten. Samenwerken, zelfstandigheid en ondernemerschap zijn daarin belangrijke competenties.
Vanuit haar missie vraagt Woord en Daad van haar medewerkers betrokkenheid, professionaliteit en een gezonde dosis inzet. Tegelijkertijd voelt Woord en Daad zich vanuit goed werkgeverschap verplicht een goed en verantwoordelijk personeelsbeleid te voeren. Dat uit zich in goede en evenwichtige primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, goede arbeidsomstandigheden en arbeidsverhoudingen. Persoonlijke benadering, maar ook persoonlijke ontwikkeling spelen daarbij een grote rol. Woord en Daad volgt voor de primaire arbeidsvoorwaarden het beloningssysteem dat bij de rijksoverheid gehanteerd wordt (BBRA). De functies worden net als bij de rijksoverheid via het functiewaarderingssysteem FUWASYS gewaardeerd en vallen binnen BBRA tussen schaal 2 en schaal 16. Woord en Daad heeft een werkweek van 36 uur. Naast de reguliere vakantietoeslag kent Woord en Daad ook een eindejaarsuitkering van 8,33%, conform het percentage van eindejaarsuitkering in de BBRA. Woord en Daad hanteert, op grond van in het verleden gemaakte afspraken, de pensioenvoorziening voor Zorg en Welzijn. Een derde van de premie wordt op het salaris van de werknemer ingehouden. Dit is in overeenstemming met de premieverhouding zoals het pensioenfonds voor de overheid (ABP) hanteert. Speerpunten personeelsbeleid 2014 Het personeelsbeleid concentreerde zich in 2014 op: • Tweede evaluatie organisatievernieuwing • PMO/arbobeleid • Medewerkertevredenheidsonderzoek • Samenwerking Red een Kind Tweede evaluatie organisatievernieuwing Eind 2014 is een tweede evaluatie gehouden van de organisatievernieuwing. Eén van de aanbevelingen van de eerste evaluatie was de verdere doorontwikkeling van de alliantieteams. De units binnen de afdeling P&P zijn omgevormd tot ontwikkelteams naast de alliantieteams om daarmee de slagkracht en teamre-integratie te bevorderen. De praktijkervaringen zijn positief. Het voorlopige tweede evaluatierapport bevestigt dit beeld. Arbo beleid In het kader van een gezonde kijk op het functioneren van medewerkers, boden we in 2014 aan alle medewerkers een preventief medisch onderzoek aan. Daarnaast zijn alle medewerkers die frequent reizen, uitgebreid medisch gekeurd door de Travel Clinic in Rotterdam.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
63
Kijk!
6 Interne organisatie
Samenwerking Red een Kind Verschillende HR-(beleids)documenten zijn met elkaar vergeleken en er zijn nieuwe gezamenlijke documenten opgesteld.
leeftijdscategorieën en wordt de conclusie getrokken dat de organisatie daardoor de komende jaren over veel slagkracht beschikt. Bij Woord en Daad werken 39 mannen en 37 vrouwen.
Medewerkertevredenheidsonderzoek Opnieuw is er een medewerkertevredenheidsonderzoek gehouden. Hierbij is een vergelijking gemaakt met de resultaten uit 2011. De uitkomsten waren positief. Medewerkers zijn tevreden en stralen dit ook uit. Zaken die in 2011 nog als aandachtspunten werden benoemd, zoals de werkdruk, zijn blijkens de onderzoeksresultaten effectief opgepakt.
Woord en Daad verzet veel werk met relatief weinig mensen en vraagt dan ook betrokkenheid, professionaliteit en een gezonde dosis inzet van haar medewerkers. Hoewel we ons bewust zijn van het feit dat cijfers niet alles vertellen, is de verhouding tussen de totale inkomsten en het aantal fte’s een indicator in hoeverre een organisatie efficiënt werkt en de mate waarin medewerkers verantwoordelijkheid dragen. Voor Woord en Daad levert dit in 2014 het volgende beeld op:
Doorkijkje in het personeelsbestand Er werken 76 medewerkers bij Woord en Daad die 60,51 fulltime equivalenten vervullen. Ten opzichte van 2013 betekent dit een kleine daling van 0,41 fte. Eén van de doelen van de reorganisatievernieuwing die in 2011 is ingezet, is dat de procentuele groei in het personeelsbestand / personeelskosten maximaal de helft van de groei in omzet bedraagt. Deze doelstelling is ruim behaald. De afgelopen jaren zijn de inkomsten gestegen. In de verhouding 50% is er zelfs een daling van het aantal fte gerealiseerd in plaats van een stijging. Deze daling is vooral toe te schrijven aan efficiëntiewinst als gevolg van de organisatievernieuwing. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 36,89 jaar. In de rapportage van het medewerkertevredenheidsonderzoek wordt gesproken over een optimale mix van
Naam: Paul Schot In dienst: sinds 6 november 2014 Functie: senior medewerker PMA Kijk eens mee naar de organisatie Woord en Daad. Wat zijn voor jou de zaken die opvallen? Positieve zaken/zaken ter verbetering? Als ik kijk naar de mensen die bij Woord en Daad werken zie ik commitment, kwaliteit en taakvolwassenheid. Duidelijk, gedegen, nuchter en dienend komen bij mij op als kernwoorden voor de organisatiecultuur en dat kan ik erg waarderen. Je bent nu ruim 2 maanden in dienst. Kun je al hoogtepunten noemen in je werk als je terugkijkt op die twee maanden? De eerste maanden ben je vooral bezig met inlezen
64
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
»» Aantal fte’s per 31/12/2014 Aantal fte’s per 31/12/2014 Totale inkomsten in 2014 Verhouding inkomsten/fte
60,51 € 31.406.063 € 519.023
»» Totale personeelskosten Woord en Daad Bruto jaarsalarissen, sociale lasten
€ 3.467.008
Pensioenlasten
€ 369.936
Overige personeelskosten
€ 210.318
Reiskosten Totale werkgeverslasten
€ 104.666 € 4.151.928
en inwerken. Het uitgebreide inwerkprogramma was daarbij een prettig hulpmiddel. Toch was het ook nodig om direct mee te draaien in de donorteams en dat helpt om een beeld te krijgen van de partnerorganisaties. Wat mij betreft is het een hoogtepunt als ik van toegevoegde waarde ben en dat blijft ook mijn focus in de toekomst. Als je kijkt naar het personeelsbeleid, de arbeidsvoorwaarden, werving & selectiebeleid, HR-ondersteuning, hoe beoordeel je dat? Zoals ik dat heb meegemaakt in de sollicitatieprocedure komt het aannamebeleid professioneel over. Woord en Daad gaat niet over één nacht ijs, en dat is logisch want de investering in personeel is één van de grootste investeringen. De arbeidsvoorwaarden zijn prima en stralen uit dat een arbeider zijn loon waard is.
Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage kwam in 2014 uit op 5,15%. Dat is een relatief hoog percentage. Een aantal medewerkers zijn langdurig ziek (geweest) als gevolg van persoonlijke omstandigheden. Omstandigheden die als werkgever niet te beïnvloeden zijn. Indien deze ziektegevallen niet worden meegerekend, kwam het ziekteverzuimpercentage uit op 2,2%. Dat is beduidend lager dan het landelijk gemiddelde verzuimpercentage. Woord en Daad voert een doelgericht preventiebeleid, onder andere vastgelegd in ons arbo-beleidsplan. Beloning raad van bestuur Separaat legt Woord en Daad verantwoording af over de beloning van de raad van bestuur, bestaande uit een voorzitter en lid van de raad van bestuur. Zie paragraaf 7.3 voor de nadere details. Vrijwilligersbeleid Vrijwilligers zijn een onmisbare schakel in het werk van Woord en Daad en vormen de ruggengraat van de organisatie. Niet alleen in de comités, maar ook op kantoor zetten zij zich geheel belangeloos in voor Woord en Daad. Woord en Daad kijkt met een professionele blik naar vrijwilligers. Vrijwilligerswerk is vrijwillig maar niet vrijblijvend. Dat geldt zowel voor de organisatie als voor de vrijwilliger.
Naam: Willemien van Wijnen-Vos In dienst: sinds 1 juli 2005 Functie: assistent fondsen werving unit Bedrijven Kijk eens mee naar de organisatie Woord en Daad. Wat zijn voor jou de zaken die opvallen? Positieve zaken/zaken ter verbetering? In de jaren dat ik bij Woord en Daad werk is er heel veel veranderd, qua omvang, structuur en dergelijke. Toch is de kern van het werk altijd hetzelfde gebleven: de strijd tegen de armoede vanuit onze Bijbelse opdracht. En dat is het samenbindende doel waar we ons allemaal voor inzetten, waar je ook werkt in de organisatie. Daarnaast is Woord en Daad een prettige organisatie om te werken; er is veel flexibiliteit en medewerkers krijgen veel vrijheid in het uitvoeren van hun werk. Voor mij als moeder is het heerlijk dat er flexibele werktijden zijn en ook thuiswerken mogelijk is. Zaken ter verbetering heb ik niet echt. Wel lijkt het me een must voor iedere werknemer om een keer op reis te gaan. Dat geeft een enorme verdieping aan je werk.
Door middel van vrijwilligerswerk raken mensen geïnteresseerd en betrokken bij het werk van Woord en Daad. Dat is belangrijk voor een goed begrip van armoede en armoebestrijding. Het is ook belangrijk voor de continuïteit van de organisatie en het behalen van de doelstelling, door middel van geld, betrokkenheid, tijd, capaciteit en beroepskennis. Vrijwilligers krijgen niet een alleen een kijkje in de keuken van Woord en Daad, maar worden actief betrokken bij de behalen van de doelstellingen. Daarom betrekt Woord en Daad vrijwilligers op kantoor zo dicht mogelijk bij de organisatie. Vrijwilligersbeleid draagt ook bij aan de bekendheid en efficiëntie van de organisatie. Actief betrokken vrijwilligers zetten Woord en Daad in de kijker van de achterban. Er worden duidelijke afspraken gemaakt met vrijwilligers en deze worden schriftelijk vastgelegd. Er wordt actief geïnvesteerd in training van vrijwilligers. Naast een actief wervingsbeleid wordt elk aanbod voor vrijwilligerswerk serieus bekeken, en zoveel mogelijk naar de wensen van de potentiële vrijwilliger ingepast. De persoonlijke benadering via lokale comités, groepen RegioOndernemers en de jongerencomités is een belangrijk communicatiemiddel richting de achterban. In 2014
Wat zijn voor jou hoogtepunten in je werk? Ik werk al bijna tien jaar bij Woord en Daad. Er zijn heel wat hoogtepunten te noemen! Bedrijvensymposium Zaken doen, zaken delen in Utrecht (2008), Woord en Daad-dag in Houten vorig jaar, diverse ontmoetingen met partners in Nederland, maar bovenal de bezoeken aan Burkina Faso en Bangladesh waren heel waardevol. Dan zie je dat het werk van Woord en Daad echt impact heeft. Zoals recent in Bangladesh de ontmoeting met een verpleegster die vertelde dat door het werk van partnerorganisatie CSS haar leven echt is veranderd en ze ook tot geloof in Jezus is gekomen. Als je kijkt naar het personeelsbeleid, de arbeidsvoorwaarden, werving&selectiebeleid, HR-ondersteuning, hoe beoordeel je dat? Ik ervaar Woord en Daad als een warme organisatie waar kerkmuren geen rol spelen. Binnen Woord en Daad is oog voor de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
65
Kijk!
6 Interne organisatie
is op verschillende manieren (bijvoorbeeld het oliebollenuurtje rond de kerstdagen) extra aandacht besteed aan de inzet van onze vrijwilligers. In de comités zijn ongeveer 700 vrijwilligers actief. Op het kantoor zijn gemiddeld zeventien professionele vrijwilligers actief.
6.1.3 Interne communicatie Door interne communicatie wil Woord en Daad de medewerkers proactief, tijdig en betrouwbaar informeren. Door een gezamenlijke visie te delen en uit te dragen (mondeling en schriftelijk) worden medewerkers meegenomen in het proces van organisatorische en projectmatige zaken en veranderingen die elk personeelslid aangaan. In 2014 is de meeste aandacht bij de interne communicatie uitgegaan naar de het samenwerkingsproces met Red een Kind. Er zijn meerdere personeelsbijeenkomsten geweest. Naast de twee reguliere personeelsbijeenkomsten organiseerden we drie extra bijeenkomsten voor medewerkers in verband met de samenwerking met Red een Kind en het vertrek van raad van bestuurslid Dicky Nieuwenhuis. Daarnaast organiseerden we ten behoeve van haar afscheid een symposium waarvoor relaties en medewerkers uitgenodigd zijn. Samen met Red een Kind is een speciale bezinningsdag georganiseerd voor medewerkers van beide organisaties. Dit was tevens een gelegenheid om met elkaar kennis te maken. Voor de medewerkers die een jaar of korter in dienst waren, was er een introductiebijeenkomst, waarbij de corporate identity en het ontstaan en de ontwikkeling van Woord en Daad toegelicht werden. Ook HRM-zaken en de OR kwamen aan de orde. Drie lunchlezingen vonden plaats, waaronder een lezing van hoofdredacteur Marc Broere en columniste Ellen Mangnus van Vice Versa over hun boek Minder hypes, meer Hippocrates. Medewerkers ervaren lunchlezingen waarvoor ook externe sprekers uitgenodigd worden als inspirerend. Het afgelopen jaar zijn de medewerkers diverse malen geïnformeerd en uitgenodigd voor Woord en Daad-activiteiten als een informatieavond over noodhulp Filipijnen en een sponsoravond over Guatemala. Hiermee wordt de betrokkenheid van medewerkers bij het werk van Woord en Daad gestimuleerd. Dit wordt positief ervaren door de medewerkers.
6.1.4 Ondernemingsraad In 2014 hield de ondernemingsraad vier OR-vergaderingen en vier bijeenkomsten met de raad van bestuur. De belangrijkste thema’s die in de adviezen van de OR en de vergaderingen met de raad van bestuur
66
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
aan de orde kwamen zijn het voorstel voor oprichting van een vereniging tussen Woord en Daad en Red een Kind, met een bijbehorende werkorganisatie; de locatiekeuze voor de nieuwe werkorganisatie; het personeelshandboek voor de werkorganisatie; de procedures voor sollicitatiegesprekken en functioneringsgesprekken van de werkorganisatie; en tot slot de invulling van het medewerkerstevredenheidsonderzoek door de RMU. In de zomer hield de OR een extra bijeenkomst voor het personeel met betrekking tot de locatiekeuze van de werkorganisatie. Op basis van de uitkomsten van deze bijeenkomst heeft Woord en Daad een extra enquête onder het personeel gehouden. Op advies van de OR vonden ook gesprekken plaats met alle afdelingen, de raad van bestuur en de OR over de locatiekeuze. De uitkomsten van de enquête en de afdelingsgesprekken zijn meebepalend geweest voor de uiteindelijke locatiekeuze. In oktober vond de jaarlijkse ontmoeting plaats tussen de raad van toezicht, de raad van bestuur en de Ondernemingsraad, waarbij de raad van toezicht een goed beeld kreeg van het functioneren van de OR en de relatie tussen OR en raad van bestuur. Tijdens personeelsbijeenkomsten en via e-mail zijn medewerkers geïnformeerd over de adviezen van de OR en kregen zij de notulen van de vergaderingen. Suggesties en vragen konden medewerkers kwijt via het spreekuur, de OR-mail en in gesprekken met OR-leden. Ook gaf de OR presentaties aan nieuwe medewerkers, om hen bekend te maken met het functioneren van de OR binnen Woord en Daad. Begin 2014 is de samenstelling van de ondernemingsraad gewijzigd, doordat Jan-Frans de Bruijn de OR verliet. Na gehouden verkiezingen is de ontstane vacature vervuld door Wilma van der Meij.
6.1.5 Milieu Vanaf 2013 compenseert Woord en Daad de vluchten die gemaakt worden volledig op CO2. Dat gebeurt via een bijdrage aan het CO2-compensatiefonds, dat luchtvaartmaatschappijen bij aankoop van tickets bieden. Daarnaast wordt bewust gezocht naar en gebruikgemaakt van werkmethoden die minder reizen mogelijk maken (combinatie van reizen, gebruik van Skype, inrichten van een helpdesk voor het sponsorprogramma, zodat partners op afstand begeleid kunnen worden). Dit beleid heeft geleid tot een kostenreductie in reizen van meer dan 20%. Het beleid is dus niet alleen duurzamer, maar ook goedkoper. Woord en Daad hanteert een strikt beleid woon-werkverkeer: medewerkers krijgen slechts tot 30 km woon-werkverkeer vergoed. Op die wijze wil Woord en Daad dicht bij het werk wonen stimuleren.
Woord en Daad gebruikt energiezuinige apparatuur, gerecycled papier en er is strikte papier- en afvalscheiding. Daarnaast is in 2014 een eerste aanzet gedaan tot het beleid rond duurzaamheid. Gekeken wordt hoe dit integraal in de organisatie een plaats kan krijgen. Dat beleid wordt in 2015 afgerond. Eind 2014 is het kantoor tijdelijk verhuisd i.v.m. verbouwing van het huidige kantoor door de verhuurder. Met de verhuurder zijn afspraken gemaakt om het kantoor vergaand energieneutraal te maken. Dat vraagt een investering, maar past wel bij ons beleid en de kernwaarde van rentmeesterschap. Door verdergaande automatisering wordt steeds minder papier gebruikt. Onderstaande tabel toont dit aan:
Jaar
Verbruik zwart-wit
Verbruik kleuren
2014
168.023
2013
356.200
72.292
2012
363.185
2011
422.300
2010
517.875
117.746
Verschil met voorgaand jaar zwart-wit
109.989 -188.177 -52.83% -6.985
Verschil met voorgaand jaar kleur 37.697 52,15%
-1,9%
-15.895 -18,0%
88.187
-59.115 -12,8%
-10.214 -10,4%
98.401
-95.575 -18,4%
-19.345 -16,4%
Medewerkers worden op verschillende manieren uitgedaagd kostenbewust te zijn op het gebruik van elektriciteit, licht, papier, e.d. De werkvergaderingen van Woord en Daad zijn papierloos. In haar programma’s toetst Woord en Daad projecten en programma’s op duurzaamheid (financieel en milieutechnisch). In 2015 wil Woord en Daad de verslaggeving over duurzaamheid optimaliseren en door een externe accountant laten toetsen.
6.2
EFFECTIVITEIT RISICOMANAGEMENT IN 2014
In bijlage 5 beschrijft Woord en Daad haar risicomanagementbeleid. In deze paragraaf leest u of en zo ja hoe effectief dit beleid in 2014 is uitgevoerd. Risico’s in de werkomgeving In 2014 deden zich geen bijzondere risico’s voor. Er was wel sprake van een aantal noodhulpsituaties. In de Filippijnen was sprake van een tyfoon. In West-Afrika kregen we te maken met de ebola-epidemie. Risico’s op organisatieniveau In 2014 is besloten om de relatie met onze kleine
partnerorganisatie Word and Deed Lanka af te bouwen. Deze partnerorganisatie blijkt onvoldoende in staat om zich aan de veranderde context in Sri Lanka aan te passen. Risico’s in de groeistrategie De groei in 2014 is structureel. Er is vooralsnog geen sprake van krimp. Koersrisico’s Het management van het koersrisico is ook in 2014 conform het beleid uitgevoerd. Er was sprake van een koersverlies, dat binnen het fonds kon worden opgevangen. Evenwicht en verbinding tussen uitgaven en inkomsten: reserves en liquiditeit In 2014 is de beheersing van de relatie tussen uitgaven en inkomsten effectief toegepast. In het begin van het jaar wordt in de contracten 80% van de partnercontracten toegezegd. De laatste 20% wordt pas in het tweede halfjaar definitief toegekend. Vrijwel alle programma’s konden de laatste 20% toegekend krijgen. 15 programma’s kregen die 20% niet. Dat had te maken met én de iets tegenvallende inkomsten én met onderprestatie van deze programma’s. Uiteindelijk is € 476.873 niet toegekend. Door het jaar heen is er voldoende liquiditeit. De liquiditeitsplanning voldoet tot nu toe goed. Beleggingsbeleid en vermogensbeheer Door de match tussen inkomsten en uitgaven en de voorwaarden die aan betaling gesteld worden, is er altijd sprake van enige liquiditeit. Deze middelen belegt Woord en Daad risicoloos bij de Rabobank. Een beperkt bedrag (€ 10.000) betreft een participatie in Oikocredit. Woord en Daad heeft daarnaast geen beleggingen in aandelen of effecten.
»» Rendement beleggingen Jaar
Gemiddeld saldo
Opbrengst
In procenten
Benchmark (Euribor-dagrente)
2014
€ 2.653.674
€ 19.656
0,74%
0,13%
2013
€ 3.010.613
€ 28.361
0,94%
0,13%
2012
€ 5.110.885
€ 71.627
1,40%
0,65%
2011
€ 6.222.324
€ 101.220
1,63%
0,90%
2010
€ 4.804.950
€ 104.897
2,02%
0,80%
Woord en Daad volgt VFI Richtlijn Financieel Beheer. De niet-financiële criteria die genoemd worden in de handreiking worden ingevuld via het beleid dat de Rabobank ontwikkeld heeft.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
67
Kijk!
6 Interne organisatie
Crisismanagement Er waren in 2014 geen crisissen die Woord en Daad noodzaakten het crisismanagement toe te passen. Uiteraard waren er wel verschillende noodhulpacties, waaronder Filipijnen en West-Afrika (ebola). Daar is het noodhulpteam op ingezet.
6.3
KWALITEITSMANAGEMENT
Woord en Daad heeft haar kwaliteitsmanagementsysteem ingericht volgens de principes van ISO 9001:2008. In 2014 is ons systeem voor de eerste keer getoetst door Certiked. De conclusies waren positief en we mochten ons hercertificeren (voor drie jaar). Ook zijn we voor de eerste keer getoetst op de Partos norm 9001 (sectorspecifieke norm op basis van de ISO-norm 9001). Het resultaat is dat we het certificaat voor deze norm behaald hebben. Tevens zijn vier interne audits uitgevoerd om de werking van het kwaliteitsmanagementsysteem te controleren. Afwijkingen en verbeterpunten zijn geregistreerd en opgevolgd. Het Handboek Organisatie is samen met de afdelingsmanagers up-to-date gehouden. Door verschillende afdelingen zijn klanttevredenheidonderzoeken uitgevoerd. Een belangrijk onderzoek was het klanttevredenheidsonderzoek wat in het najaar door TNS NIPO onder de achterban is uitgevoerd. Klachten, signalen en complimenten zijn geregistreerd en beantwoord: zie hoofdstuk 5. In juni 2014 zijn de leveranciersbeoordelingen en de jaarlijkse Management Review uitgevoerd.
6.4
PLANNING, MONITORING EN AUDITING (PMA)
PMA omvat het formuleren van donoreisen ten aanzien van het PMEL-systeem van partners, het uitvoeren van audits waarin de PMEL-capaciteit van partners wordt beoordeeld en het coördineren van de andere typen audits op het gebied van financiën en organisatiecapaciteit die Woord en Daad systematisch inzet om relevante aspecten van de capaciteit van partners te beoordelen. Door het uitvoeren van haar PMA-beleid wil Woord en Daad op een concrete en objectieve manier verantwoording afleggen aan haar donoren en aan allianties en partnerorganisaties in ontwikkelingslanden. Ook worden risico’s in kaart gebracht en beheersbaar gemaakt. In 2014 zijn in totaal 17 audits uitgevoerd op het gebied van PMEL, financiën en organisatiestandaarden. De
68
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
audits hebben bruikbare bevindingen opgeleverd en indien nodig zijn actiepunten voor de partnerorganisatie gedefinieerd waarbij een verplichte opvolging als conditie is opgenomen en gemonitord. Vanaf 2014 is de Organisational Standards Assesment (OSA) ingevoerd als nieuw instrument in de PMELtoolbox. Deze assessment wordt door de Woord en Daad donor uitgevoerd en geeft in twee dagen tijd inzicht in de capaciteit van de partnerorganisatie op het gebied van beleid, bestuur, administratie en financiën, personeelsmanagement en organisatiemanagement. Alle partners waar een OSA is uitgevoerd (7), scoren voldoende tot goed. Door het assesment samen te doen met bestuur en managementteam ontstaat er een gezamenlijk inzicht in sterke en zwakke punten binnen een organisatie. Waar nodig wordt opvolging op specifieke punten na verloop van tijd getoetst via een gerichte audit die door een lokale consultant wordt uitgevoerd. De invoering van de OSA en een evaluatie van alle tools heeft ertoe geleid dat er niet langer financiële werkbezoeken gedaan worden omdat de zaken die hierin getoetst werden reeds aan de orde komen via de overige tools en audits. Het accountability manual is hierop aangepast en ingevoegd in het donor manual, zodat nog maar één document gebruikt wordt waarin het beleid, procedures en regels van WD donor zijn vastgelegd. Met de herziening van het donor manual zijn ook de eisen voor de jaarrekening en accountantscontrole bij de partnerorganisatie aangepast. De jaarrekeningeisen zijn verlaagd, er wordt echter wel gevraagd om ieder half jaar een accountantsverklaring aan te leveren op de financiële verantwoording van de Woord en Daad-projectgelden. Jaarrekeningen van partners worden jaarlijks beoordeeld op een aantal criteria, zodat een beeld ontstaat van de financiële gezondheid van de organisatie en de geconstateerde punten in de managementletter. Financial audits, uitgevoerd door externe consultants, richten zich op risicoanalyse en kunnen worden geïnitieerd vanuit een OSA, de jaarstukken, een PMEL-audit of specifieke donoreisen. Leerpunten 2014 • De eerste ervaringen wijzen er op dat de PMEL-audit en de OSA kunnen worden geoptimaliseerd door een betere uitwerking van een aantal eisen (PMEL) en het onderzoeken van het gebruik, de scoring en het doelbereik (OSA). • De kwaliteit van financial audits blijft sterk afhankelijk van de kwaliteit van consultants. Naast het verbeteren
van de selectie van consultants wordt onderzocht of de terms of reference kan worden verbeterd. Deze wordt voortaan vooraf doorgesproken met de consultant. • Door het beter bijhouden van actiepunten en donorcondities in het ERP-systeem kan de opvolging beter worden geborgd. • De halfjaarlijkse projectaudits kunnen in een aantal gevallen nog aan kwaliteit winnen.
6.5
CODES/CERTIFICERING
Woord en Daad: • onderschrijft de Code of Conduct van het Internationale Rode Kruis, een internationale gedragscode voor hulporganisaties; • volgt in noodhulp en wederopbouw de Sphere Standards; • volgt de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen; • werkt in fondsenwerving met de Gedragscode van de VFI; • bezit het CBF-keurmerk; • is ISO-gecertificeerd; • werkt volgens COSO; • Woord en Daad is Partos 9001 gecertificeerd (de sectorspecifieke ISO-norm).
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
69
70
7
Kijk mee Besturen en toezicht houden
7.1
INLEIDING
Raad van toezicht
De raad van toezicht (RvT) van Woord en Daad heeft een belangrijke toezichthoudende rol wat betreft de invulling van de missie en visie van de organisatie. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij de raad van bestuur (RvB). Vanuit bestuurlijk oogpunt is de scheiding tussen toezicht en bestuur conform de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen doorgevoerd.
Statutaire naam Stichting Woord en Daad (verkorte statutaire naam, volledige statutaire naam is Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en Daad), is gevestigd te Gorinchem.
7.2
BESTUURLIJKE VERANTWOORDING
De RvT keurt het door de RvB vastgestelde beleid goed. Tevens is het zijn verantwoordelijkheid om het functioneren van de RvB te beoordelen. De RvT bestaat uit acht leden (zie voor samenstelling en rooster van aftreden bijlage 1). Ds. C. (Coen) Westerink is voorzitter. De RvT wordt samengesteld op basis van een goede mix van inhoudelijke en bestuurlijke competenties. De leden van de RvT hebben zitting gedurende een periode van vier jaar en kunnen tweemaal worden herbenoemd. Per 31 december 2014 was de samenstelling als volgt (zie tabel onderaan de pagina). Bij elk aandachtsgebied is vanuit de professie van het lid van de RvT duidelijk dat hij of zij waarde toevoegt voor het aandachtsgebied en Woord en Daad. Nevenfuncties van RvT-leden zijn te vinden in bijlage 2.
Raad van bestuur De raad van bestuur (RvB) bestaat uit dr.h.c. ir. Jan Lock (directeur-bestuurder). Statutair heeft de RvB beleidsmatig de verantwoordelijkheid voor de organisatie. De directeur-bestuurder heeft verschillende nevenfuncties. Een overzicht hiervan vindt u in bijlage 2. Op 17 april werd drs. Dicky Nieuwenhuis, tot dan lid van de RvB, wethouder van de gemeente Culemborg. Met het oog op de beoogde samenwerking met Red een Kind is besloten de vacature vooralsnog niet op te vullen.
De RvT vergaderde in 2014 negen keer in aanwezigheid van de RvB. Delen van twee vergaderingen waren zonder de RvB (met name als het ging om de beoordeling van de RvB en een interne beraadslaging rond de samenwerking met Red een Kind). Tweemaal vergaderde de RvT in het kader van de mogelijke operationele samenwerking samen met de RvT van Red een Kind. Tijdens de vergadering in maart 2014 keurde de RvT de jaarrekening goed. Goedkeuring van het jaarplan en begroting vond plaats in oktober 2014. In diezelfde vergadering vond de evaluatie
»» Raad van toezicht Lid raad van toezicht
Beroep
Aandachtsgebied binnen Woord en Daad
Ds. Coen Westerink
Predikant
Voorzitter. Aandachtsgebied: identiteit van de organisatie
Jenny Achterstraat-Floor AA MBA
Ondernemer
Secretaris
Piet Nobel RA
Registeraccountant
Begroting, budget inclusief financiële en fiscale zaken, personeel en organisatie
Drs. Marja C. van de Lagemaat-Maaskant
Docente Frans/decaan vwo onderwijskundige
Onderwijs
Mr. Margreeth Overbeeke-Boer
Jurist en verslaggever bij de NOS
Lobby en advocacy, beleidsbeïnvloeding, communicatie en bewustwording
Dr. Pieter Honkoop
MDL-arts; ervaring in tropische geneeskunde
WASH, Basisvoorzieningen en humanitaire hulpverlening
Ing. Bart Jaspers Faijer
Wethouder; landbouwkundige
Landbouw, voedselzekerheid, resultaatmanagement en leren
Ing. Kees van Burg
Directeur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
Arbeid en inkomen (microkrediet, vaktraining, Job & Business Centres) i.c.m. het Business Platform; Investeringsmogelijkheden, businessplannen
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
71
Kijk!
7 Besturen en toezicht houden
van de RvB plaats. De accountant was aanwezig in de maartvergadering, waarin jaarverslag en jaarrekening passeerden. In april participeerde de RvT in een beleidssessie met de hele organisatie. Drs. Marja C. van de Lagemaat trad in 2014 af. Zij wordt opgevolgd door drs. Richard Toes.
Jaarlijkse evaluatie raad van toezicht In het kader van de reguliere evaluatie vond de evaluatie van de heer Van Burg in het voorjaar plaats. Mevrouw J. Achterstraat-Floor is in december geëvalueerd. Beiden werden opnieuw benoemd. De evaluatie van de heer Nobel is uitgesteld tot het voorjaar van 2015.
functioneren van de RvB. De organisatie wordt een keer per twee jaar geëvalueerd door verschillende belanghebbenden (klankbordgroep comités, adviesgroep bedrijven, partnernetwerk en ondernemingsraad). Deze evaluaties zijn meegenomen in de beoordeling van de raad van bestuur. De beoordeling van de RvB is positief. De RvB haalt de doelen die de organisatie zich gesteld heeft, uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek blijkt dat er een hoge mate van tevredenheid is onder het personeel (op eigenlijk alle gebieden) en dat de implementatie van de organisatievernieuwing in 2011 de nodige vruchten heeft afgeworpen. Ondanks de halvering van de RvB ervaart de organisatie goede continuïteit en de Ondernemingsraad een positieve interactie met de RvB.
Financiële auditcommissie De financiële auditcommissie (voor samenstelling zie bijlage 1) adviseert de RvT inzake financiële voorstellen van de RvB en geeft haar opinie over de financiële handelwijze van de RvB en de verslaglegging hierover. De auditcommissie vergaderde in 2014 twee keer; eenmaal over jaarrekening 2014 en een keer over de begroting 2015.
Accountant en benoeming accountant Om haar toezichthoudende taak goed uit te kunnen oefenen laat de RvT de RvB en de onder de RvB functionerende organisatie extern en onafhankelijk controleren op zowel het financiële doen en laten als de procesmatige gang van zaken. Daartoe benoemt zij een accountant. In 2014 was Roza B.V. uit Veenendaal de accountant van Woord en Daad (herbenoeming in 2014). De accountant neemt zowel deel aan de vergaderingen van de auditcommissie als aan de vergadering van de RvT waarin de jaarrekening passeert.
Beoordeling van de raad van bestuur In de maart- en oktobervergadering beoordeelde de RvT op basis van resultatenrapportage en evaluaties het
Samengevat kwam de RvT tot het volgende oordeel (zie tabel onderaan de pagina).
7.3
BELONING EN SALARIS RAAD VAN BESTUUR
De RvT heeft het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning blijft Woord en Daad ruim binnen de Adviesregeling Beloning Goede Doelen van de VFI en de Code Wijffels. De actuele salariëring van de RvB van Woord en Daad is net als die van andere personeelsleden gebaseerd op BBRA. Ook de functies binnen de RvB worden via FUWASYS beoordeeld. Beloning raad van bestuur
Voorzitter RvB
Lid RvB*
Schaal
16, trede 10
14, trede 8
Percentage dienstverband
100**
89
Salarissen Raad van Bestuur
€ 95.274
€ 20.996
* Het lid van de rvb is op 17 april 2014 afgetreden. ** vanaf 17-04-2014, daarvoor 93 %
»» Beoordeling van de raad van bestuur
72
Criterium
Omschrijving
Beoordeling
Doelstelling
De activiteiten van de instelling moeten zijn gericht op realisering van haar doelstelling.
Goed
Besteding van middelen
De beschikbare middelen moeten efficiënt en effectief worden besteed, conform de kaders die beleidsmatig afgesproken zijn.
Goed
Fondsenwerving
De methoden ter verkrijging van middelen voor de doelstelling moeten efficiënt, effectief en behoorlijk zijn en conform de afgesproken kaders.
Goed
Omgaan met vrijwilligers
Er moet zorgvuldig worden omgegaan met vrijwilligers die hun diensten aanbieden.
Goed
Functioneren van de organisatie
De organisatie moet professioneel functioneren en adequaat worden beheerst.
Goed
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
VFI-norm salarissen directiefuncties Voorzitter RvB
Lid RvB
Weging volgens VFI-systematiek (de zogenaamde BSD, Basis Score voor Directiefuncties)*
422 (t/m 16-04) 485 (v.a. 17-04)
388 (t/m 16-04)
Maximumsalaris volgens VFInorm bij deze functiezwaarte en –omvang.
€ 117.222 (VFI-norm bij 93% en 100%)
€ 25.717 (VFI-norm bij 89%)
* De totale puntentelling voor Woord en Daad komt uit op 485 punten. Bij een meerhoofdige raad van bestuur dient dit puntenaantal vermenigvuldigd te worden met een percentage. Het betreft 87% voor de voorzitter van de raad van bestuur en 80% voor een lid van de raad van bestuur. Dit betekent voor de functie van Jan Lock een puntenaantal van 422 en voor Dicky Nieuwenhuis een puntenaantal van 388. Tot 17 april 2014 had Woord en Daad een meerhoofdige directie. Door het vertrek van Dicky Nieuwenhuis heeft Woord en Daad per 17 april 2014 een één-hoofdige directie.
De puntentelling volgens de VFI-norm met betrekking tot maximumsalarissen passend bij de complexiteit en grootte van de organisatie is in 2013 opnieuw door de raad van toezicht beoordeeld en vastgesteld.
7.4
BESTUURLIJK FUNCTIONEREN
Organisatie en Code Wijffels De organisatie staat onder leiding van de RvB. De verhouding tussen de RvT en de RvB is geregeld conform de Code Wijffels en vastgelegd in de statuten. De werkorganisatie is opgesplitst in vijf afdelingen. De opbouw per 31/12/2014 was als volgt:
en bevoegdheden gedelegeerd aan de afdelingsmanagers. De procedures hiervoor zijn vastgelegd in het Organisatiehandboek. Via interne controle wordt naleving van de procedures door de afdeling Finance, Projectadministratie en Control gerapporteerd aan de RvB. Woord en Daad kent een zevental staffuncties. Zie het organogram in bijlage 4.
Onkostenvergoedingen De RvB vervult een bezoldigde functie. De leden van de RvT krijgen alleen een onkostenvergoeding. In de praktijk betreft dat een vergoeding voor de verreden kilometers en vergoeding voor porti en telefoonkosten. De vergoeding bedraagt per gereden kilometer € 0,28.
Nevenfuncties De nevenfuncties van de RvB en de leden van de RvT worden genoemd in bijlage 2. Vóór het geven van goedkeuring voor het aangaan van nieuwe nevenfuncties door RvT-leden worden deze getoetst aan de statuten van Woord en Daad. Er zal geen goedkeuring plaatsvinden als er risico bestaat op belangenverstrengeling of afhankelijkheid.
Evalueren en leren Evalueren en leren is structureel verankerd binnen de beleidscyclus van Woord en Daad. Meer informatie hierover in hoofdstuk 4.
Jaarverslag Afdeling
Onder leiding van
Finance, Projectadministratie en Control
Jan van der Bas QC Assistent-manager: drs. Arnold van Willigen
Communicatie en Fondsen
Rina Molenaar MSc
Partners en Programma’s
Edwin Visser
Agribusiness en Enterprise Development
Ing. Maarten van Middelkoop
Resultaatmanagement en Leren
Dr. ir. Wim Blok
De managers van de afdelingen vormen onder voorzitterschap van de RvB met elkaar het managementteam. Het managementteam adviseert de RvB over besluitvorming. Afwijking van het advies wordt via de notulen van het managementteam vastgelegd. De RvT neemt kennis van deze notulen. In de uitvoering heeft de RvB verantwoordelijkheden
Het jaarverslag geeft een goed beeld van het werk van Woord en Daad. Het gaat in op zowel het werk in Afrika, Azië en Midden- en Zuid-Amerika als op het werk in Nederland en Europa. Woord en Daad beschikte in 2014 over voldoende middelen om haar werk voor het grootste deel volgens de voorgenomen plannen en langs de strategische lijnen uit te voeren. Aan de inkomstenkant was er sprake van een groei bij particulieren en bedrijven voor wat betreft de structurele inkomsten. De stijgende inkomstenlijn bij bedrijven zette zich voort. De inkomsten uit noodhulp waren relatief hoog als gevolg van de massale reactie van onze achterban op de noodhulpsituatie in de Filipijnen, rond ebola en Syrië/Irak. De inkomsten uit Institutionele Fondsen en Vermogensfondsen bleven achter voor wat betreft subsidies, aandeel acties derden lag fors hoger.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
73
Kijk!
7 Besturen en toezicht houden
Jaarrekening Voor gedetailleerde financiële gegevens wordt u verwezen naar de jaarrekening met toelichting. In het operationeel jaarplan voor 2014 is een begroting onderbouwd van € 33.159.268. Een deel daarvan (€ 3.917.500) zat in de categorie ‘niet goed te voorspellen inkomsten’. Door de koppeling van uitgaven aan inkomsten was er sprake van een goed evenwicht tussen baten en lasten. De vaste programmakosten, de kosten beheer en administratie en de kosten eigen fondsenwerving bleven binnen de vastgestelde normen.
»» Inkomsten 1975 t/m 2014 Gerealiseerd en begroot
40
35 Totale inkomsten
31,406
mln. Vermeerderd met subsidies overheden
30
fte
60,51
25
23,567
mln. Vermeerderd met extra inkomsten derden
20
Reguliere inkomsten
19,951 mln.
subsidie
noodhulp
15
11,01% 10,1%
10
9,4%
20 fte
9,4% 9,18%
8,4%
7,9%
7,8%
5
Kosten
7,91%
7,7%
10 fte
× miljoen
8 fte
74
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2014
2010
2005
2000
1995
1990
1985
1980
1975
0
Begroting 2014, meerjarenbegroting en beleidsvoornemens Na de jaarrekening is de begroting over het jaar 2015 en de meerjarenbegroting opgenomen. De beleidsvoornemens zijn vastgelegd in hoofdstuk 8 van dit jaarverslag.
Overige beleidsuitgangspunten, van belang voor bestuurlijke verantwoordelijkheid en functioneren Vermogen Het vermogen van de stichting is opgesplitst conform de regels van het CBF in reserves.
plaats volgens de kaders, procedures en processen zoals vastgesteld door de stichting. Zie voor een beknopte beschrijving van deze kaders, procedures en processen bijlage 5. Door de RvT wordt vanuit die gegevens toezicht gehouden. In dezelfde bijlage is de werkwijze rond risicobeheersing opgenomen. In een afzonderlijke verklaring geeft de accountant een oordeel over de beheersing van deze processen. Het doel van deze beschrijving is het afleggen van verantwoording over de wijze waarop Woord en Daad de haar toevertrouwde middelen beheert en besteedt. Daarnaast borgt Woord en Daad haar processen via het ISO 9001–2008. Dit certificaat verkreeg Woord en Daad in 2002. Het certificaat is in 2014 verlengd en geldt tot 2016.
De normpercentages voor overhead Reserves Woord en Daad streeft naar een evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. De opbouw van het operationeel jaarplan is daarop afgestemd: tegenover bestedingen dienen via fondsenwerving inkomsten te staan. De koppeling tussen specifieke inkomsten en specifieke uitgaven is zo beter geborgd.
Fondsen De bestemmingsfondsen zet Woord en Daad overeenkomstig de bestemming in bij de uitvoering van de projecten. Indien er bij projecten in aanvang nog te weinig fondsen binnen zijn, wordt per balansdatum het tekort aangevuld vanuit het algemeen fonds. Indien alsnog via fondsenwerving dekking voor het project gevonden wordt, wordt dit bedrag teruggeboekt naar het algemeen fonds. Tot de bestemmingsfondsen behoren ook de sponsorfondsen.
Beleggingsbeleid Doordat aanvaarde projecten meestal in termijnen betaald worden en het opstarten van nieuwe projecten tijd vergt, zijn er tijdelijke liquiditeiten aanwezig. Deze worden risicoloos belegd (zie verder paragraaf 6.2 risicomanagement).
Procesbeheersing en risicobeheersing Stichting Woord en Daad streeft transparantie na bij de uitvoering van de werkzaamheden. De toekenning van de fondsen, besteding van fondsen, bewaking van project- en programma-uitvoering en -rapportage vonden in 2014
Sinds 2011 werkt Woord en Daad met kostennormen voor beheer en administratie en een eigen norm voor kosten eigen fondsenwerving. De norm beheer en administratie is 3,1%, die voor kosten eigen fondsenwerving 6%. De organisatiekosten liggen nagenoeg in lijn met de begroting. In 2014 zijn kosten gemaakt in verband met de beoogde samenwerking met Red een Kind, die binnen de begroting gecompenseerd konden worden door onder andere lagere afschrijving hardware (door latere investering in nieuw serverpark) en besparing op fondsenwervingskosten. Het overheadpercentage komt op 7,91% uit (wat iets lager is dan in 2013, toen 7,98%). Overheadkosten liggen dus redelijk in lijn met de begroting, de inkomsten zijn echter lager uitgekomen, vandaar dat het normpercentage van 7,5% niet gerealiseerd is. Kosten Beheer & Administratie komen uit op 3,05% van de inkomsten (was 3,27% in 2013), CBF-percentage (kosten eigen fondsenwerving gedeeld door inkomsten eigen fondsenwerving) op 6,37% (was 6,02% in 2013). De nieuwe norm IF-kosten versus inkomsten IF bedraagt in 2014 qua realisatie op 2,33% (in 2013 op 2,4%).
De normpercentages voor vaste programmaonderdelen binnen de doelstelling Daarnaast stuurt Woord en Daad op verdeling tussen programma’s en vaste programma-uitgaven zoals uitgaven voor inhoudelijke ondersteuning (partnerrol), uitgaven voor monitoring en evaluatie (PMEL) en uitgaven voor het programma bewustwording. Voor 2014 waren voor deze programma-uitgaven/uitgaven aan de doelstelling, de normen verbonden zoals verwoord in bijlage 5. In 2014 werd een doelbestedingsratio behaald van 92,09 procent.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
75
Kijk!
7 Besturen en toezicht houden
7.5
VERANTWOORDINGSVERKLARING RAAD VAN BESTUUR
Woord en Daad heeft een systeem van interne controle en beheersing waarvan de hoofdlijnen hiervóór zijn aangegeven. Hierbij is waar mogelijk aansluiting gezocht bij de kwaliteitsnormen uit het rapport ‘Internal Control Integrated Framework’ van het Committee of Sponsoring Organizations (COSO). Binnen de beperkingen van dit systeem garandeert het een beheersing van de processen Fondsenwerving en –besteding en een betrouwbare verslaggeving in de jaarrekening. Door de aanwezige controlepunten worden de risico’s tot een minimum beperkt. Ondergetekende verklaart dat genoemde systemen per 31 december 2014 functioneerden en er gedurende het boekjaar 2014 volgens de processen is gewerkt die in bijlage 5 van dit jaarverslag staan vermeld. Als houder van het CBF-Keur worden de volgende principes door Woord en Daad onderschreven: Scheiding toezicht houden, besturen en uitvoeren Binnen Woord en Daad is de functie ‘toezicht houden’ (vaststellen en goedkeuren van plannen, en het kritisch volgen van de organisatie en haar resultaten) duidelijk gescheiden van het ‘besturen’ dan wel de ‘uitvoering’. Vanaf 1 januari 2008 is er een nieuwe bestuursstructuur doorgevoerd waarbij de organisatie bestuurd wordt door de raad van bestuur en er toezicht wordt gehouden door de raad van toezicht. Als voorzitter van de raad van bestuur is sinds 1 januari 2008 de heer dr. h.c. ir. J. Lock aangesteld. Vanaf 1 januari 2010 is tevens toegetreden tot de raad van bestuur mevrouw drs. D.J. Nieuwenhuis. Vanwege het aanvaarden van een werkkring buiten Woord en Daad door mevrouw Nieuwenhuis is er vanaf 17 april 2014 weer een eenhoofdige raad van bestuur. Direct onder de raad van bestuur fungeert een managementteam bestaande uit de vijf managers van de afdelingen. De raad van bestuur neemt besluiten, voor de uitvoering van de plannen en de verantwoording hierover is het managementteam verantwoordelijk. De raad van toezicht houdt toezicht door het door de raad van bestuur vastgestelde beleidsplan, jaarplan en jaarverslag te beoordelen en goed te keuren. De auditcommissie adviseert de raad van toezicht over het financiële beheer en beleid van Woord en Daad en bewaakt de door het bestuur ingevoerde controlemaatregelen en procedures op het gebied van financiële verslaggeving. In hoofdstuk 7 van dit jaarverslag staat de wijze van besturen en de wijze van toezicht houden beschreven. Effectief en efficiënt besteden van middelen Woord en Daad werkt continu aan een optimale besteding
76
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
van middelen, zodat effectief en doelmatig gewerkt wordt aan het realiseren van de doelstelling. In het jaarverslag wordt uitvoerig verslag gedaan van de werkwijze en de behaalde resultaten. Door middel van een maandelijks koersrapport wordt gecontroleerd of de gestelde doelen gehaald worden en zo nodig maatregelen genomen moeten worden. Een belangrijke graadmeter over de efficiënte inzet van middelen is de hoogte van de overhead. Hieronder wordt verstaan de kosten van beheer en administratie en de kosten van fondsenwerving. Woord en Daad heeft zichzelf een norm opgelegd voor overhead van gemiddeld maximaal 7,5%. Voor 2014 is het percentage 8,02%. Voor de kosten van de eigen fondsenwerving ten opzichte van de baten eigen fondsenwerving is er de zogenaamde CBF-norm van maximaal 25%. Bij Woord en Daad is dit percentage in 2014 5,85%. Voor de overige normen en ratio’s wordt verwezen naar het overzicht in de jaarrekening. Optimale relatie met belanghebbenden Woord en Daad streeft naar optimale relaties met belanghebbenden, met gerichte aandacht voor de informatieverschaffing en de inname en verwerking van wensen, vragen en klachten. De belanghebbenden van Woord en Daad zijn zowel de vrijwilligers, de donateurs (zie hoofdstuk 5) als de partners (zie met name hoofdstuk 2) in het Zuiden. We streven een open en eerlijke communicatie na met zo veel mogelijk transparantie. We vragen regelmatig de mening van deze groepen door het houden van enquêtes, klanttevredenheidsonderzoeken en partnerconferenties. Ook geven we inspraak op het te voeren beleid. Daarnaast hebben we een procedure voor complimenten, signalen en klachten, waarbij een klacht zo zorgvuldig mogelijk en tijdig wordt behandeld. In deze verklaring wordt door ondergetekende verantwoording afgelegd van de wijze waarop bovenstaande principes worden toegepast. Gorinchem, 15 maart 2015
Dr.h.c. ir. Jan Lock Directeur-bestuurder Stichting Woord en Daad
7.6
VERANTWOORDINGSVERKLARING RAAD VAN TOEZICHT
Conform de Code Goed Bestuur voor goede Doelen maakt Woord en Daad een helder onderscheid tussen besturen en toezicht houden. • Besturen: richting geven, zorgen voor het verwerven van de nodige middelen, het besteden en beheren daarvan en voor het adequaat functioneren van de organisatie. • Toezicht houden daarop, zowel vooraf als achteraf. Toezicht houden is alleen mogelijk als de organisatie ‘in control’ is. De raad van toezicht heeft vastgesteld dat de organisatie beschikt over een Handboek Organisatie, waarin alle processen en risico’s zijn vastgelegd. De voortgang van het operationeel jaarplan, afgeleid van het voor een periode van drie jaar vastgestelde beleidsplan, wordt gevolgd door een periodiek intern opgesteld zogenaamd koersrapport. De raad van bestuur voegt aan dit rapport zijn visie toe en deze zaken worden met de raad van toezicht besproken. Daarnaast worden binnen Woord en Daad interne audits uitgevoerd. Met dit alles is de raad van toezicht in staat om haar toezichthoudende rol te vervullen. De leden van de raad van toezicht bezoeken jaarlijks diverse programma’s in het Zuiden en kunnen daar zelf, aangevuld met informatie uit de gesprekken met de partnerorganisaties, vaststellen hoe de programma’s worden gevolgd en de gemaakte afspraken worden nagekomen. Elke vergadering evalueren de raad van bestuur en de raad van toezicht de loop van de vergadering. Op deze wijze ontstaat wederzijds vertrouwen en raken er geen zaken ‘onder tafel’ of blijven onbesproken. Periodiek worden door middel van een peer review ook de individuele leden van raad van toezicht door elkaar beoordeeld. De raad van toezicht werkt in de praktijk overeenkomstig de aanbevelingen in de Publieke Management Letter voor de goededoelensector. In 2014 heeft het lid van de raad van bestuur ontslag genomen. De raad van toezicht heeft in goed overleg besloten de vacature voorlopig niet te vervullen maar eerst de ontwikkelingen rond de samenwerking met Red een Kind af te wachten. Die keus is in 2014 een goede gebleken.
Ds. C. Westerink Voorzitter raad van toezicht
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
77
8
Kijk vooruit Toekomstvisie
78
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
8.1
INLEIDING
In 2014 bepaalde geweld, op kleinere en grotere schaal, voor een belangrijk deel het nieuws. Geweld dat gepaard ging met verlies en verdriet. Wie naar het nieuws keek, ervoer soms diepe gevoelens van machteloosheid. En de start van 2015 lijkt eerder verergering dan vermindering te laten zien. Tegenstellingen in de maatschappij en in de wereld nemen toe. Niet alleen door geweld, maar ook door toenemende ongelijkheid tussen rijken en armen. Ondanks groeiende economieën en nieuwe kansen, zijn er nog steeds honderden miljoenen mensen die vastzitten in armoede of erin terug vallen. Situaties waarin mensen moed en hoop lijken op te geven. Juist in zo’n tijd zijn er inspirerende voorbeelden van mensen, soms nog kinderen of tieners, die zich niet neerleggen bij geweld, ongelijkheid en vormen van negatief denken. Die staan voor de bescherming van zwakken en kwetsbaren. Die zich inzetten om perspectief te bieden voor de toekomst. Aan zulke veranderingen wil Woord en Daad zich blijvend verbinden. In 2014 zette Woord en Daad, samen met vertegenwoordigers uit de achterban in Nederland en van partners uit het Zuiden, nieuwe lijnen uit voor de toekomst. In een steeds sneller veranderende omgeving willen we samen trouw blijven aan onze roeping en missie. We kijken daarbij niet weg van moeilijkheden en uitdagingen, maar zoeken steeds opnieuw naar nieuwe mogelijkheden en kansen. In elke context kijken we naar wat duurzame verandering voor gemarginaliseerden tegenhoudt en wat deze verandering voor hen juist bevordert. Dat willen we steunen en versterken.
8.2
ALGEMEEN
In het brede en wereldwijde veld van ontwikkelingssamenwerking is 2015 een kanteljaar. De Millennium Development Goals (MDG’s) lopen tot eind 2015. Woord en Daad is kritisch over de MDG’s omdat ze heel gemakkelijk tot een versmalde blik op armoede kunnen leiden. In kwantitatieve zin is desondanks veel bereikt. In Afrika is het aantal kinderen dat naar school gaat, in veel landen gestegen naar 90%. De uitdaging is om na 2015 een verdiepingsslag te maken en de doelstellingen integraal te verbinden met het probleem van armoede. De afgelopen twee jaar zijn er vanuit allerlei verbanden in de
wereldwijde samenleving aanbevelingen gegeven voor de zogenaamde Post-2015 agenda, met nieuwe internationale duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (tot 2030). Woord en Daad wil dit proces kritisch volgen en waar nodig en mogelijk input op het beleid geven. De overkoepelende slogan klinkt hoopvol: Leave no one behind. Het gaat erom dat armen meegenomen worden in de economische ontwikkeling. Welzijn en de waardigheid van mensen, alsook het duurzaam beheer van de aarde en het klimaat, dienen centraal te staan. Jongens én meisjes, die tot nu toe hun onderwijs niet afrondden, moeten kwaliteitsonderwijs kunnen volgen en doorstromen naar beroepsonderwijs en werk. Bevordering van gelijkwaardigheid en vrede is de opdracht voor instituties in de samenleving. Om dat te bereiken is nationale en wereldwijde samenwerking nodig. Het is te merken dat er goed geluisterd is naar diverse stemmen uit de samenleving, inclusief die van de armen, bij de opstelling van deze agenda. De meeste onderwerpen uit deze agenda sluiten ook goed aan bij prioriteiten van Woord en Daad en partners voor de komende jaren. Daarin willen we eigen onderzoek rond het insluiten van de armsten van de armen betrekken. Dat is ook een van de conclusies van de conferentie in 2014. De Wereldbank zet in 2015 een nieuwe toon voor de komende jaren. Ze geeft aan dat armoedebestrijding de inzichten die verkregen zijn uit breed psychosociaal onderzoek kan gebruiken. Inzichten in de wijze van denken en handelen van mensen kan veel meer gebruikt worden in het ‘hoe’ van ontwikkelingssamenwerking. En er worden aanzetten gegeven om dit te concretiseren. Dit is ook een invalshoek waaraan Woord en Daad, in samenwerking met anderen, meer aandacht gaat geven. Er is op dit vlak nog veel te leren én te winnen. Ook dit sluit aan bij de conclusies van de conferentie van 2014. Met elkaar willen we concreet werken aan mentaliteitsverandering vanuit Bijbels perspectief. Dat element krijgt concreet een plek in ons toekomstig beleid. Binnen de Nederlandse context loopt in 2015 de zogenaamde MFS II (vijfjarige) subsidieperiode ten einde. Deze breed inzetbare subsidiestroom, waar ook Woord en Daad in deelt, zal niet worden vernieuwd. De Nederlandse overheid heeft een nieuw beleid ontwikkeld, dat vooral vormen van beleidsbeïnvloeding wil steunen die belangrijke (sociaal economische) maatschappelijke veranderingen beogen. De overheid gaat hiervoor met een aantal geselecteerde organisaties meerjarige strategische partnerschappen aan. Woord en Daad, in samenwerking met Red een Kind, heeft
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
79
Kijk!
8 Toekomstvisie
hiervoor ook een aanvraag ingediend. Deze nieuwe(re) wijze van kijken naar de werkelijkheid en daaruit werken, past goed bij de verschuivingen in het werk van Woord en Daad en partners.
8.3
WERK IN HET ZUIDEN
De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat de allerarmsten vaak niet of onvoldoende profiteren van activiteiten van overheden en ontwikkelingsorganisaties. Woord en Daad en partners gaan zich extra inspannen om deze groepen te bereiken. Daarvoor is meer inzicht nodig waarom deze mensen worden buitengesloten en tegelijk ook zichzelf buitensluiten. Wie in een negatieve spiraal van denken zit, zakt vaak steeds verder in de modder weg. Zo iemand heeft niet meer de moed en kracht om nieuwe kansen aan te grijpen. Zeker niet als anderen om hen heen hen ook die kansen niet (meer) gunnen. Het is duidelijk dat dit niet een kwestie is van een extra project hier en daar, maar dat dit vraagt om expertise én meer samenwerking met plaatselijke overheden, andere maatschappelijke organisaties en kerken.
juist hier van meerwaarde te kunnen zijn. Terwijl we tegelijk zeker willen maken dat deze ketens winstgevend zijn, en zo voor duurzame verbetering van armen zorgen. De afgelopen jaren hebben we de ontwikkeling gezien van regionale allianties met beleid en slagkracht in de eigen regio. Partners van Woord en Daad zoeken steeds meer samenwerking met anderen in eigen land en regio. Die beweging zal Woord en Daad krachtig ondersteunen. Het (kunnen) delen van kennis en ervaring om van toegevoegde waarde te zijn staat daarbij voorop. Actief wordt ingezet om gebruik te kunnen maken van fondsen, die in toenemende mate in de landen zelf beschikbaar komen. De verschuivingen en veranderingen in de omgeving van partners van Woord en Daad, vraagt om een innovatieve en ondernemende houding van hen. Onze ondersteuning zal erop gericht zijn om dat te versterken. Het gaat er uiteindelijk om dat we met ons werk bijdragen aan werkelijk verandering van gemarginaliseerden en armen. Een verandering die beklijft. Een verandering die laat zien dat mensen tot hun Bijbelse bestemming komen.
8.4 In verschillende contexten zullen verschillende accenten gelegd worden. Zo komt er meer aandacht voor kinderbescherming, versterking van gezinnen en families, psychosociale hulpverlening, (leren) samenwerken in groepen en onderling vertrouwen opbouwen, en het vinden van waardig werk, om (opnieuw) op eigen benen te staan. Juist in deze benadering is een lange(re)termijnvisie nodig. Het komt hierin ook aan op trouw en volharding. We willen zeker maken dat kinderen en jongeren hun onderwijs goed afmaken en de weg richting werk succesvol afleggen. Daar willen we een duw aan geven, en tegelijk zorgen dat lokale organisaties en instituties dit zelfstandig voortzetten. In steeds meer landen ontstaat een nieuwe middenklasse. Zij profiteren van economische groei en nieuwe kansen. Tegelijk neemt de ongelijkheid in veel landen toe. Er blijven groepen die vrijwel niet profiteren. Ze wonen te ver weg van de steden, of ze zitten vast in sloppenwijken waar toegang tot goede training en eerlijk werk moeizaam is. Woord en Daad zet zich met programma’s van training, landbouwen bedrijfsontwikkeling in om te zorgen dat meer armen kunnen profiteren van economische ontwikkeling. Dat vraag wel om samenwerking op verschillende niveaus – zowel met overheid als bedrijfsleven. Meer inclusie van arme boeren (mannen, vrouwen, jongeren) in waardenketens is een belangrijk speerpunt voor Woord en Daad in de komende jaren. We bouwen aan kennis en ervaring om
80
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
WERK IN HET NOORDEN
Armoedebestrijding is niet iets dat begint in het Zuiden. Het heeft alles te maken met hoe onze wereld eruitziet, zich heeft ontwikkeld en nog ontwikkelt. Daarom is het voor Woord en Daad wezenlijk om mensen wereldwijd te verbinden in hun gevecht tegen armoede. De komende jaren doen we dat op verschillende manieren. Allereerst doen we dit met onze eigen achterban. Tienduizenden particulieren en duizenden bedrijven die bereid zijn, en dat blijven, om tijd, middelen en expertise ter beschikking te stellen om armoede terug te dringen. Op creatieve en passende wijze zullen we hen bij dit gevecht betrekken. Hierin vervullen digitale media een steeds belangrijker rol. Dat zullen we niet langer als Woord en Daad alleen doen. Onze partners zullen daarin een steeds belangrijker rol spelen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Steeds meer mensen worden zich bewust van hoe zaken op deze wereld op elkaar inspelen. Dit gaat over klimaatsverandering, eerlijke handel en duurzame producten en effecten van armoede op instabiliteit en dreigingen van geweld. Woord en Daad zal zich samen met jongeren en ouderen uit de achterban verder inzetten, om deze bewustwording te stimuleren en vorm te laten krijgen in een juiste (veranderde) levensstijl.
Zowel in het Zuiden als in het Noorden maken overheden beleid dat soms blijk geeft van weinig coherentie. Het ene ministerie maakt beleid, dat het beleid van de ander onderuit haalt of ineffectief maakt. Dat gebeurt op alle niveaus, van lokaal tot mondiaal. Daarom gaat Woord en Daad zich inzetten, samen met vele anderen, om meer coherentie te bepleiten en concrete suggesties te doen hoe dit beter kan. Een coherent overheidsbeleid kan juist zorgen dat de armsten niet buitengesloten maar ingesloten worden. Juiste regelgeving kan ervoor zorgen dat financiën en services beschikbaar komen voor boeren en ondernemers. Relaties van overheden met overheden spelen hier een belangrijke rol in. Woord en Daad zal zich inzetten om zinvolle relaties te versterken.
8.5
SAMENWERKING WOORD EN DAAD EN ANDERE ONTWIKKELINGSORGANISATIES
Samenwerking is voor Woord en Daad wezenlijk om ambities en doelstellingen te verwerkelijken. Daarom zijn we deel van meerdere samenwerkingsverbanden, die daaraan een toegevoegde waarde leveren. In Prisma-verband heeft dat geleid tot actieve deelname binnen de ICCO-coöperatie. Dat zal de komende jaren binnen verschillende regio’s (op maat) vorm krijgen. De samenwerking met Red een Kind heeft een verdieping gekregen door het intensief samenwerken als alliantie binnen het MFS II subsidie-kader. Er is een gezamenlijke aanvraag ingediend bij de Nederlandse overheid, met name op het terrein van beleidsbeïnvloeding in verschillende landen. We zetten daarbij in op een strategisch partnerschap met de Nederlandse overheid, en intensievere samenwerking met Nederlandse ambassades in een aantal focuslanden.
8.6
STERKTE-ZWAKTEANALYSE
»» Sterkte-zwakteanalyse van het werk van Woord en Daad in het Zuiden Sterk
Zwak
Allianties
Regionale Allianties ontwikkelden eigen beleid en pakten fondsenwerving op
Regionale Allianties vragen schaarse tijd en aandacht van partners
Doelgroepen
Participatie en oog voor context staan centraal bij de partneraanpak
Onvoldoende inzicht wie allerarmsten zijn en wat geschikte interventies zijn
Duidelijke visie op verhouding tussen sociale en economische interventies
Integratie en synergie tussen beide typen interventies
Interventies
Kansen Nieuwe business
Bedreigingen
Veel belangstelling voor agri-business en nieuwe financieringsvormen
Aandacht voor economische ontwikkeling gaat ten koste van sociale ontwikkeling
Regionale fondsen
Regionale beschikbaarheid van institutionele fondsen voor partners
Hoge eisen door kritischer zuidelijke overheid verkleint de toegang tot regionale fondsen
Programma-aanpak
Systematisch werken met goed uitgewerkte Theories of Change kan de kwaliteit van programma’s in verschillende opzichten versterken
Partners zetten de Theory of Change niet in als instrument om het vermogen tot strategische planning te vergroten, maar ervaren het als een donoreis.
Vertaling naar de praktijk
Allianties Regionale Allianties zoeken meer naar niches. Partners zijn actiever in nationale samenwerkingsverbanden.
Doelgroep Er komen scherpere analyses van dieperliggende oorzaken van armoede. Interventies In het nieuwe beleid wordt vanuit een integrale benadering gewerkt. Nieuwe business De focus blijft liggen op het verbinden van armen met de markt. Regionale fondsen Fondswervingscapaciteit wordt uitgebreid en versterkt. Programma-aanpak Alle partners ontvangen een ToC-workshop en de ToC vormt de kern van de nieuwe meerjarenplannen van partners
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
81
Kijk!
8 Toekomstvisie
»» Sterkte-zwakteanalyse van het werk van Woord en Daad in Nederland Sterk Achterban
Afhankelijkheid
Ondersteuning & expertise
Fondsen
Draagvlak
Zwak
Identiteit geeft verankering in de achterban en beperkte afhankelijkheid van subsidies
Veranderingen in de achterban beïnvloeden het financiële committeren voor lange termijn
Zuidelijke partners waarderen transparantie en communicatie rond beoordeling van aanvragen
Sterke afhankelijkheid van partners van Woord en Daad-financiering
Support- en expertiseteams m.b.t. kwaliteitsversterking, advies en innovatie Inzet van inhoudelijke expertise bij het aanbieden van ontwikkelprojecten aan grote donoren
Aanzienlijk deel van de partnersupport is operationeel van aard Onzekerheid over financiering van projecten vanwege afhankelijkheid van individuele donoren
Kansen
Bedreigingen
(Institutionele) Fondsen verplaatsen zich naar het Zuiden
Afnemende subsidiemogelijkheden in Nederland en Europa
Hoog draagvlak voor inter-nationale samenwerking in de achterban
Op termijn afnemend vertrouwen in relevantie en meerwaarde ontwikkelingssamenwerking
Vertaling naar de praktijk
Achterban Sterkere opmaatbenadering voor optimale betrokkenheid van de achterban.
Afhankelijkheid Eigen fondswerving van partners wordt meer divers, om financiële zelfstandigheid (verder) te versterken.
Ondersteuning & expertise Ondersteuning verschuift steeds meer van operationeel naar strategisch, en wordt vraaggestuurd uitgevoerd.
Fondsen Fondsenwerving wordt steeds meer een gezamenlijke verantwoordelijkheid van Woord en Daad en partners, die hierin nieuwe wegen gaan en zoeken naar nieuwe vormen in fondsenwerving (bijv Crowdfunding) .
Draagvlak Mensen willen bijdragen en betrokken zijn bij echte verandering van mensen – het gaat erom dat verhaal te kunnen vertellen.
82
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
In Sierra Leone kwamen in 2014 de toekomstplannen in een heel ander daglicht te staan. De uitbraak van ebola leidde ertoe dat het hele maatschappelijke leven stil kwam te liggen. Alle scholen werden gesloten, waaronder de Go Flames basisschool in Freetown, die door Woord en Daad wordt gesteund. Deze lerares, die – naar Afrikaans gebruik – haar dochtertje voor het uitbreken van de epidemie regelmatig meenam naar haar werk, kwam noodgedwongen thuis te zitten.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
83
9
Financiële kijk Financiële verantwoording
84
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
9.1
JAARREKENING TOELICHTING
In paragraaf 9.2 is de jaarrekening inclusief gedetailleerde toelichting te vinden. In deze paragraaf geven we u een samenvatting van de meest opvallende zaken.
INKOMSTEN De totale inkomsten van Woord en Daad zijn ten opzichte van 2013 met 1,36% licht gestegen. De inkomsten uit eigen fondsenwerving worden met name bepaald door sponsorinkomsten en inkomsten uit overige giften. De inkomsten uit het sponsorprogramma zijn dit jaar opnieuw gedaald. Het aantal aanmeldingen (stabiel ten opzichte van 2013) is helaas onvoldoende om het aantal afmeldingen te compenseren. De overige giften zijn afkomstig van particulieren, bedrijven en vermogensinstellingen. De particuliere inkomsten zijn ten opzichte van 2013 gestegen. In 2013 is door particulieren veel gedoneerd voor de ramp in de Filipijnen; de kleinere noodhulpacties in 2014 (onder andere voor ebola, noodhulp in Irak en aanvullende actie voor de Filipijnen) hadden een lagere opbrengst. Wel zijn in 2014 forse bedragen ontvangen van deputaatschappen van kerken voor noodhulp Filippijnen. Ook het aandeel van bedrijven in de overige giften is in 2014 toegenomen. Een vernieuwde aanpak maar ook de betere economische omstandigheden droegen hieraan bij. De vooruitzichten voor de komende jaren zijn gunstig, mede omdat via Incluvest een solide partner beschikbaar is voor bedrijfsontwikkelingsprojecten. Het aandeel van vermogensfondsen aan de overige giften is in 2014 fors lager. Dit heeft vooral te maken met het feit dat een deel van de inkomsten voor 2014 al in 2013 waren meegenomen omdat er directe bestedingen aan waren verbonden. Daarnaast was een grote donor terughoudend in het verstrekken van fondsen vanwege problemen in de programma-uitvoering. Naast hogere inkomsten eigen fondsenwerving lagen de inkomsten uit acties van derden ook 21% hoger. De hoofdreden is een fors hogere eigen bijdrage van Red een Kind voor de MFS-programma’s waarvan Woord en Daad penvoerder is. Subsidies daalden met 3% ten opzichte van vorig jaar. Door de toenemende concurrentie voor het verkrijgen van subsidiemiddelen is het steeds moeilijker - ondanks kwalitatief goede aanvragen – om subsidies te werven. De komende jaren zet Woord en Daad daarom steviger in op fondsenwerving in het Zuiden via regionale
fondsenwervers. De eerste successen zijn al zichtbaar. Bijzonder om nog te vermelden is het feit dat voor het eerst inkomsten uit natura zijn meegenomen. Het gaat dan om expertise-inzet van vrijwilligers vanuit hun bedrijf of instelling. Naast de enorme inzet van overige vrijwilligers vertegenwoordigt de expertise-inzet een waarde van € 89.500 (tegen een maximaal tarief van € 750 per dag) en onderstreept de grote betrokkenheid bij Woord en Daad.
BESTEDINGEN De bestedingen van Woord en Daad lagen in 2014 lager dan gepland, als gevolg van tegenvallende inkomsten. Doordat Woord en Daad een goed sturingssysteem heeft om inkomsten en uitgaven te monitoren en maximaal op elkaar aan te laten sluiten, kon dit grotendeels tijdig bijgestuurd worden. Dit is concreet te zien in de uitgaven voor onderwijs, die als gevolg van teruglopende sponsorinkomsten, maar ook door uitfasering van ons onderwijsprogramma in India, met ruim 8% naar beneden zijn bijgesteld. Het onderwijsprogramma maakt nog altijd 40% van de totale bestedingen uit. Hoewel Woord en Daad een groei had gepland, is het mogelijk gebleken om de uitgaven van het programma voor vakonderwijs en -training (inclusief de nieuwe component landbouwtraining) ten opzichte van 2013 op peil te houden. Het programma agri-bedrijfsontwikkeling is gegroeid doordat een aantal grote donoren actief meedachten en mee-investeerden in de ontwikkeling van economische programma’s. Wel bleef het programma achter bij de begroting in verband met achterblijvende inkomsten. In verband met een hogere eigen bijdrage van Stichting Red een Kind op het MFS2-programma, dat door hen uitgevoerd wordt, maar waarvan Woord en Daad penvoerder is, zijn de bestedingen via Red een Kind eveneens hoger. In 2013 waren een aantal bestedingen voor het Huizenbouwprogramma gedaan, die qua uitvoering doorliepen in 2014. Daarom waren er in 2014 nauwelijks extra bestedingen, maar is wel een groot deel van de activiteiten uitgevoerd. Het programma voor versterking van partnernetwerken in het Zuiden lag fors onder de begroting door het ontbreken van eigenaarschap bij partnerorganisaties. Woord en Daad investeert in het opzetten van een goede ICT-infrastructuur, waardoor de Regionale Allianties waarmee samengewerkt wordt in het Zuiden, de kans krijgen een goed rapportage- en monitoringssysteem op te
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
85
Kijk!
9 Financiële verantwoording
zetten. Dit versterkt ook weer hun kansen richting andere donoren. Vandaar dat deze uitgaven als doelbesteding opgenomen zijn onder het programma Overig. Het overgrote deel van de doelbestedingen betreft structurele programma’s rond armoedebestrijding en noodhulp in het Zuiden (93,13%). Woord en Daad heeft in 2014 meer noodhulp verstrekt via organisaties ter plaatse. Daarnaast vindt Woord en Daad het van belang dat de allerarmsten ook een stem en gezicht krijgen richting de politiek, en dat ze een plaats krijgen in het leven van mensen in Nederland. Vandaar dat beleidsbeïnvloeding in Nederland en Europa en bewustwording 3,4% van de doelbestedingen uitmaakt. Verder hecht Woord en Daad aan een hoge kwaliteit van haar programma’s, waarin voortdurend lessen uit de praktijk door vertaald worden, maar ook uitgaven scherp worden gecontroleerd. Vandaar dat Woord en Daad 3,2% van de doelbestedingen investeert in evaluaties en audits. In 2014 waren de bestedingen lager ten opzichte van voorgaande jaren omdat in 2013 veel audits zijn uitgevoerd en het totale programma van Woord en Daad is geëvalueerd.
RESERVES EN FONDSEN Omdat de inkomsten in de laatste maand van 2014 onverwacht tegenvielen kon de negatieve algemene reserve die ontstaan was in 2013 niet worden ingelopen. In 2014 liep het tekort in de algemene reserve verder op met € 111.797. In totaal sloot Woord en Daad het jaar af met een negatieve algemene reserve van - € 594.367 euro. Deze algemene reserve is bedoeld om onverwachte uitgaven voor partnerorganisaties op te vangen. Dit tekort zal in 2015 ingelopen worden, met als doel om de algemene reserve eind 2015 weer op nul te krijgen. Onder andere het korten op programma-bestedingen in 2015 en een verder verfijnde sturing op inkomsten en uitgaven moet dit mogelijk maken. De continuïteitsreserve bedroeg € 2.172.478, wat aansluit bij het beleid dat deze maximaal 7,5% van de begrote inkomsten (excl. inkomsten Red een Kind) mag bedragen. De bestemmingsfondsen voor noodhulp in Haïti en Oost-Afrika zijn in het afgelopen jaar grotendeels afgebouwd. Het overgebleven fonds is grotendeels bestemd voor noodhulp in de Filippijnen en Irak.
86
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Het tekort op sponsorreserves is, zoals gepland, geheel ingelopen in 2014. Wel zijn er grote verschillen tussen partneroganisaties. Er is sprake van onderlinge solidariteit wereldwijd voor wat betreft overschotten en tekorten.
KOSTENPERCENTAGES Woord en Daad stuurt strak op kostenpercentages. Die sturing is gebaseerd op vier normpercentages. De eerste is de norm voor ‘beheer en administratie’ (B&A). Woord en Daad volgt hierin het advies van de Vereniging Fondsenwervende Instellingen en het model zoals opgenomen in de richtlijn verslaglegging 650. Het maximale percentage beheer en administratie (gerelateerd aan de totale inkomsten van de organisatie) mag volgens de eigen norm van Woord en Daad maximaal 3,1% zijn. In 2014 zat Woord en Daad hier iets onder: 3,05%. Ondanks tegenvallende inkomsten was het mogelijk om op kosten voor Beheer en Administratie te besparen. Het tweede percentage betreft de norm van het Centraal Bureau Fondsenwerving. Dit betreft het percentage dat uitgegeven wordt aan kosten voor eigen fondsenwerving (dus exclusief subsidies). Dit percentage mag maximaal 25% zijn om het CBF-keurmerk te behouden, voor Woord en Daad was dit in 2014 onverminderd laag: 6,37%. De derde norm voor fondsenwervingskosten versus inkomsten uit subsidies is 2,5%, in 2014 bedroeg de realisatie 2,33%. Het vierde percentage betreft onze eigen norm voor overhead: het percentage dat Woord en Daad besteedt aan kosten beheer en administratie, en totale kosten fondsenwerving (inclusief subsidiewerving), gerelateerd aan de totale inkomsten van de organisatie. De norm hiervoor is 7,5%, maar kwam uiteindelijk uit op 7,91%. De overheadkosten bleven weliswaar binnen budget, maar de norm werd niet gehaald als gevolg van lagere inkomsten. De extra kosten met betrekking tot de voorbereiding van de samenwerking via een gezamenlijke werkorganisatie met Stichting Red een Kind konden door efficiëntiebesparingen gecompenseerd worden binnen de begroting, zodat dit geen invloed had op de normpercentages.
9.2
JAARREKENING 2014
»» Balans per 31 december (na resultaatsbestemming) ACTIVA
2014 (€)
2013 (€)
VASTE ACTIVA
2.366.726
2.235.246
Immateriële vaste activa (1) Activering website/softwareontwikkeling in het kader van bedrijfsvoering
1.873.482
1.768.757
Materiële vaste activa (2) In het kader van bedrijfsvoering
158.273
105.643
Financiële vaste activa (3) Leningen/deelnemingen in het kader van de doelstelling
334.971
360.846
6.235.928
9.545.082
766.417
657.513
Vorderingen (5)
3.246.593
3.559.070
Liquide middelen (6)
2.222.917
5.328.499
Totaal activa
8.602.654
11.780.329
2014 (€)
2013 (€)
RESERVES EN FONDSEN
3.327.402
4.430.046
Reserves (7)
1.472.054
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden (4) Goederenvoorraad in kader van bedrijfsvoering
PASSIVA
Stichtingskapitaal
1.028.373
272
272
2.172.478
2.187.820
- Reserve bestedingen regio-allianties
0
0
- Reserve bestedingen PMEL/PMA
0
0
104.685
-685.008
Continuïteitsreserve Bestemmingsreserves:
- Sponsorreserves - Koersreserve sponsorprogramma
163.249
11.869
- Koersreserve overige projecten
-163.497
-4.010
- Reserve DEL Bangladesh
-210.765
0
Algemene reserve
-594.367
-482.570
Fondsen (8) Sponsorfondsen Garantiefonds bedrijfsontwikkeling Bestemmingsfondsen noodhulp Overige bestemmingsfondsen
1.855.348 0
3.401.674 169.043
58.413
50.000
1.005.753
2.434.322
791.182
748.309
Voorzieningen
0
0
Schulden op lange termijn (10)
17.369
200.750
Schulden op korte termijn (11)
5.257.883
7.149.532
Projecten en programma's
2.678.172
3.900.633
Vooruit ontvangen adoptiegelden
755.054
780.227
Vooruit ontvangen MFS-2 subsidie
35.626
71.384
1.789.031
2.397.288
Overige schulden en nog te betalen kosten Totaal passiva
8.602.654
11.780.329
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
87
Kijk!
9 Financiële verantwoording
»» Staat van baten en lasten over 2014 Lopend boekjaar (€) BATEN -collecten -sponsorprogramma -overige giften -nalatenschappen -brutowinst verkopen artikelen Totaal baten uit eigen fondsenwerving (12) Baten uit aandeel in acties van derden (13) Subsidies van overheden en anderen (14) Rentebaten en baten uit beleggingen (15) Opbrengst leveranciersrol en Awarenessraising (16) Som van de baten* LASTEN Besteed aan de doelstelling: Structurele programma’s (17) ** Educatie (EDU) Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) Basisvoorzieningen (BN) Economische ontwikkeling (ED) Agrarische ontwekkeling (AD) Huizenbouwprogramma (LCH) Capaciteitsopbouw (SPN) Innovatieprogramma Overig Regio-allianties Red een Kind Bestedingen partnerrol in Nederland Noodhulp (18) - verstrekte steun via organisaties/instanties ter plaatse Lobby en bewustwording (19) PMEL/PMA (20) Kosten leveranciersrol (21) Totaal besteed aan de doelstelling Werving baten: (appendix 3 en (23)) Kosten eigen fondsenwerving Kosten acties derden Kosten subsidies overheden en anderen Kosten verkoop goederen Kosten van beleggingen Beheer & Administratie (24) Som van de lasten Saldo van baten en lasten *** Toevoeging/onttrekking aan: -Continuïteitsreserve -Overige reserves -Reserve evaluaties -Reserve bestedingen regio-allianties -Negatieve sponsorreserves -Reserve koersverschillen sponsorprogramma -Reserve koersverschillen overige projecten -Reserve DEL Bangladesh -Positieve sponsorfondsen -Bestemmingsfondsen noodhulp**** - Garantiefonds bedrijfsontwikkeling -Overige bestemmingsfondsen
Begroot boekjaar (€)
Voorafgaand boekjaar (€)
241.819 9.449.961 8.707.469 1.317.346 19.939 19.736.534 3.616.217 7.839.276 44.180 169.856 31.406.063
21.747.500 2.800.589 8.345.929 50.000 215.250 33.159.268
217.736 9.597.609 8.708.494 1.206.244 26.453 19.756.536 2.981.802 8.094.619 58.176 92.149 30.983.283
23.767.862 9.403.288 226.729 2.597.309 164.196 2.184.016 19.189 1.468.849 21.356 503.988 174.755 534.187 218.423 4.789.920 1.461.657
27.411.972 11.765.443 714.748 3.006.653 176.496 2.311.043 1.045.615 800.111 450.000 764.812 142.000 600.000 219.357 3.988.341 1.427.353
24.421.160 10.270.252
4.191.445 1.022.783 954.932 86.280 30.023.301 1.528.744 1.252.067 57.188 215.276 4.213 0 956.663 32.508.709
1.000.000 1.076.748 1.190.073 101.012 30.779.806 1.534.644 1.246.489 61.524 222.354 4.277 0 952.288 33.266.738
2.512.976 1.170.748 1.358.527 163.602 29.627.013 1.459.986 1.185.283 51.915 217.965 4.823 0 1.013.368 32.100.367
-1.102.646
-107.470
-1.117.084
-15.342 -111.797 0 0 789.693 151.380 -159.487 -210.765 -169.043 -1.428.571 8.413 42.873 -1.102.646
* waarvan baten noodhulp in 2014 € 2.747.956 (2013: € 2.450.676). ** waarvan € 4.789.920 via REK, dit bedrag is tevens in de inkomsten verwerkt *** zie appendix 7 voor een analyse van het saldo van baten en lasten ten opzichte van de begroting **** zie ook bestemmingsfondsen noodhulp (8)
88
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
37.984 -236.948 310.434 190.850 90.211
-500.000
-107.469
2.542.975 2.443.811 268.791 1.321.325 1.466.262 400.756 0 194.260 188.252 3.988.341 1.336.135
32.925 -611.958 -157.997 -78.951 109.270 77.968 256.273 143.492 -448.608 0 -439.506 -1.117.092
»» Kasstroomoverzicht 2014
2013
-1.102.646
-1.117.084
Afschrijvingen immateriële vaste activa (1)
204.771
174.452
Afschrijvingen materiële vaste activa (2)
67.518
76.603
-108.904
-577.094
312.477
697.345
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN Resultaat: Aanpassingen betreffende:
Mutaties in voorraden (4) Mutaties in vorderingen (5) Mutaties in verplichtingen langlopend (10) Mutaties in projectverplichtingen kortlopend (11) Mutaties in vooruit ontvangen sponsorgelden (11)
-183.381
-86.446
-1.222.461
1.101.254
-25.174
11.787
-644.015
1.261.942
-2.701.813
1.542.759
Investeringen in immateriële vaste activa (1)
-309.496
-300.774
Investeringen materiële vaste activa (2)
-120.148
-24.786
-429.644
-325.560
Mutaties in overige schulden en nog te betalen kosten (11) Kastroom uit operationele activiteiten (A) KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
Kastroom uit investeringsactiviteiten (B) KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN Verstrekking leningen (3)
-50.000
-76.989
Ontvangen aflossing op leningen (3)
86.586
96.398
Mutatie voorziening leningen (3 / 9)
43.197
49.945
Mutatie ongerealiseerd koersresultaat leningen (3)
-4.616
-9.769
-49.292
-99.841
25.875
-40.256
Mutaties in deelnemingen (3) Kasstroom uit financieringsactiviteiten (C) Mutatie liquide middelen (A + B + C)
-3.105.582
1.176.945
Liquide middelen per 1 januari
5.328.499
4.151.564
Liquide middelen per 31 december
2.222.917
5.328.499
-3.105.582
1.176.935
Mutatie liquide middelen
Toelichting - Vanaf 2013 is voor het eerst afgeschreven op de geactiveerde kosten voor softwareontwikkeling per eind 2012. Tevens is de verdere ontwikkeling van Pluriform doorgezet en is dit deel van de kosten geactiveerd. - In het boekjaar is opnieuw geïnvesteerd in een voorraad postzegels, die verkocht worden via de comités. Begin 2015 is de officiële verkoopprijs van de postzegels verder gestegen. - De vorderingen zijn onder meer lager als gevolg van ontvangsten van gelden vanuit nalatenschappen die in eerdere boekjaren waren opgeboekt als vordering. - De verplichtingen naar partnerorganisaties zijn flink afgenomen als gevolg van een aantal toekenningen voor huizenbouw en economische ontwikkeling in 2013 die in 2014 zijn uitbetaald. Ook de nog uit te betalen verplichting inzake noodhulp Haïti ultimo 2013 werd in 2014 uitbetaald. - De overige schulden zijn met name afgenomen doordat de rekening-courant-schulden aan Incluvest en PSI zoveel mogelijk zijn afgelost binnen het verslagjaar. - De liquide middelen zijn fors afgenomen ten opzichte van 2014, wat, naast bovengenoemde redenen, aanvullend verklaard wordt door afbouw van noodhulpfondsen.
ALGEMENE TOELICHTING Stichting Woord en Daad, opgericht op 5 juli 1973, is gevestigd in Gorinchem en verleent ontwikkelingshulp, doet hiervoor fondswerving, verkoopt artikelen en stelt arbeidskrachten ter beschikking. Vrijwilligers vormen door het gehele land comités ten behoeve van fondsenwerving, eind 2014 waren er 77 comités. De jaarrekening is opgemaakt volgens de Richtlijn Verslaggeving 650 voor Fondsenwervende Instellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en wordt gepresenteerd in euro’s.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
89
Kijk!
9 Financiële verantwoording
WAARDERINGSGRONDSLAGEN Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Omrekening van vreemde valuta Transacties in vreemde valuta worden in de betreffende valuta omgerekend tegen de geldende koers op transactiedatum. De activa en verplichtingen in vreemde valuta worden per balansdatum omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. (On)gerealiseerde koersverschillen worden onttrokken/toegevoegd aan de koersreserve sponsorprogramma voor de sponsorprogramma’s en aan de koersreserve overige projecten voor de overige projecten. Gedurende het jaar wordt voor de koersreserve sponsorprogramma € 0,50 per kind per maand gedoteerd aan de koersreserve sponsorprogramma en 0,5% van de overige bestedingen aan de koersreserve overige projecten. Koersverschillen van liquide middelen worden toegerekend aan het beleggingsresultaat. Balans Vaste Activa Immateriële vaste activa: Materiële vaste activa:
Financiële vaste activa:
Vlottende Activa Voorraden: Overige vorderingen: Liquide middelen: Passiva Reserves:
Immateriële vaste activa worden gewaardeerd op het bedrag van de bestede kosten, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Materiële vaste activa worden gewaardeerd op de aanschafwaarde verminderd met de cumulatieve afschrijvingen op basis van verwachte economische levensduur. De afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa vinden lineair plaats op basis van een vast percentage van de aanschafwaarde, rekening houdend met de eventuele restwaarde. Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatie- methode op basis van de nettovermogenswaarde. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. De verstrekte leningen worden gewaardeerd op de kostprijs, rekening houdend met een voorziening voor oninbaarheid. De voorraden worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. De overige vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, zo nodig verminderd met voorziening voor oninbaarheid. De liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Tenzij anders vermeld, staan deze ter vrije beschikking.
Reserves ontstaan op initiatief van de Raad van Bestuur, zij worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Fondsen: Fondsen ontstaan door ontvangen gelden van donateurs met een specifieke bestemming, waarvan nog geen besteding heeft plaatsgevonden. Zij worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Langlopende schulden: De langlopende schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde. De aflossings- verplichting voor het komend jaar wordt gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Verplichtingen en overige schulden: Verplichtingen en overige schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
90
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Baten en lasten Algemeen:
Baten Baten uit eigen fondswerving:
Baten uit nalatenschappen:
Baten in natura: Baten uit acties van derden: Baten uit subsidies overheden:
Lasten Bestedingen aan doelstelling:
Gemengde kosten:
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. Voor de giften die niet bestemd zijn voor sponsoring en waarvoor geen overeenkomst is afgesloten, is dat het moment waarop de giften ontvangen worden. Alle baten en lasten worden verantwoord voor het door Woord en Daad ontvangen bedrag, zonder dat de door de eigen organisatie gemaakte kosten in mindering worden gebracht. Alle baten en lasten worden verantwoord in de staat van baten en lasten. Dit betreft baten van donateurs waarvoor geen evenredige tegenprestatie tegenover staat. Onder deze baten worden tevens de brutowinst uit de verkoop van artikelen opgenomen. De baten uit nalatenschappen worden meegenomen voor zover die bekend worden tot het moment van het vaststellen van de jaarrekening, mits de omvang van de nalatenschappen voldoende betrouwbaar zijn vast te stellen en ook betrekking hebben op het boekjaar. Deze worden gewaardeerd tegen de reële waarde in Nederland, met een maximum van € 7.500 per gift. Baten uit acties van derden worden verwerkt in het jaar waren in het bedrag is ontvangen, dan wel door die derde is toegezegd. Deze worden als bate opgenomen indien redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en Woord en Daad zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden voorwaarden. De projectverplichtingen worden geheel ten laste gebracht van het jaar waarin het besluit tot toekenning schriftelijk aan de partners is meegedeeld. Bij de doorlopende projecten en sponsorprojecten wordt het matchingsprincipe toegepast. De kosten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Bij grote bestemde projectfinancieringen, die contractueel zijn vastgelegd worden inkomsten toegerekend voor zover de bestedingen op dat project zijn gerealiseerd. In geval van noodhulp, infrastructurele programma’s en programma’s gefinancierd door Prisma worden de projectverplichtingen geheel ten laste gebracht van het jaar waarin het besluit tot toekenning schriftelijk aan de partners is meegedeeld, ook al loopt de projectperiode over meerdere jaren heen. Besluiten ten aanzien van projecten die na het boekjaar worden genomen leiden niet tot projectverplichtingen in desbetreffend boekjaar. Organisatiekosten die zowel betrekking hebben op fondsenwerving als op voorlichting en bewustwording worden naar verhouding verdeeld. Salariskosten worden toegerekend op basis van tijdsbesteding.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
91
Kijk!
9 Financiële verantwoording
KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
BELEGGINGSBELEID De tijdelijk overtollige liquide middelen worden belegd bij betrouwbare banken. Dat betekent in de praktijk spaartegoeden met een goede rente, deposito’s of bij een langere horizon in obligaties die aangehouden worden tot het einde van de looptijd. In 2014 zijn de overtollige liquide middelen belegd bij de Rabobank. Woord en Daad geeft invulling aan de VFI Richtlijn financieel beheer. Het beleid van de Rabobank sluit aan op de punten genoemd in deze Richtlijn.Zie verder het jaarverslag.
VERBONDEN PARTIJEN In het boekjaar heeft Stichting Woord en Daad voor de uitvoering van het grootste deel van haar AEDprogramma samengewerkt met stichting Poverty Share Investment (PSI). Stichting PSI is een onafhankelijke stichting met een eigen bestuur (geen groepsmaatschappij), waarvan stichting Woord en Daad 2 van de 5 leden kan benoemen. Stichting PSI is de enige aandeelhouder van Incluvest BV. Binnen deze entiteit vinden de activiteiten plaats met betrekking tot het financieren van bedrijfsontwikkeling in het Zuiden. Daarnaast wordt capaciteitsopbouw verstrekt. In 2012 heeft Stichting Woord en Daad de door haar in het verleden opgebouwde leningenportefeuille overgedragen aan Stichting PSI, die deze heeft doorgezet via een storting op aandelen en een achtergestelde lening aan Incluvest BV. De leningenportefeuille die is overgedragen is door Stichting PSI gefinancierd met
92
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
een achtergestelde lening van Stichting Woord en Daad, met een looptijd van 10 jaar tegen een rente van 1% over de hoofdsom. De lening is contractueel vastgelegd. Deze lening zal aan het einde van de looptijd worden afgelost. Indien er in geval van overmacht niet geïncasseerd kan worden op de bestaande leningenportefeuille of eventuele nieuwe leningen dan kan Stichting PSI in overleg met Stichting Woord en Daad ervoor kiezen dit bedrag af te boeken op de achtergestelde lening. Stichting Woord en Daad heeft de achtergestelde lening volledig voorzien. Hiermee wordt een consistente gedragslijn gevolgd (in het verleden waren de overgedragen leningen binnen Woord en Daad ook volledig voorzien, daarnaast is de looptijd van de lening nog erg lang en is eventuele oninbaarheid daarom nog moeilijk betrouwbaar in te schatten (zie ook de toelichting (3)). In 2013 zijn de revolving funds (fondsen die bij de lokale partnerorganisaties aanwezig zijn ten behoeve van bedrijfsontwikkeling, maar die eigendom bleven van Stichting Woord en Daad) overgedragen aan PSI om niet. Het betreft een bedrag van € 1.543.490 wat in eerdere jaren door Stichting Woord en Daad in de bestedingen is verantwoord. Stichting PSI heeft deze revolving funds doorgezet naar Incluvest BV middels een storting op aandelen en een achtergestelde lening. Evenals in 2013 en 2012 is in het boekjaar personeel van Stichting Woord en Daad gedetacheerd geweest bij Incluvest BV. Het betreft medewerkers van de afdeling AED en fondswerving, die hun expertise op het gebied van bedrijfsontwikkeling inzetten bij Incluvest BV. Deze opbrengsten zijn verantwoord onder opbrengsten leveranciersrol en bedroegen in totaal € 95.398 (zie ook toelichting (16)).
TOELICHTING OP DE BALANS (bedragen × € 1,--) (1) IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Per 31 december lopend jaar
1.873.482
Per 31 december vorig jaar
1.768.757
Website
Software
54.109
1.714.648
2014 Boekwaarde 1-1 Investering
0
309.496
Afschrijving
-17.543
-187.228
Boekwaarde 31-12
36.566
1.836.916
Aanschafwaarde per 31-12
87.715
2.181.779
Cumulatieve afschrijvingen
-51.149
-344.863
36.566
1.836.916
Boekwaarde 31-12
Vanaf 2011 is de website ingrijpend vernieuwd, deze kosten worden in een periode van 5 jaar afgeschreven. Ook in 2014 is verder gegaan met het ontwikkelen van nieuwe software voor Woord en Daad en de regionale allianties. De totale kosten zijn geactiveerd en bestaan voor € 1.727.739 uit externe kosten (waarvan € 1.103.282 voor licenties/ softwareontwikkeling en € 624.457 voor projectmanagement) en voor € 379.935 uit interne personeelskosten van personeel dat is ingezet op dit traject. De geactiveerde kosten zullen over een periode van 10 jaar (ingaande vanaf 2013) worden afgeschreven voor de helft ten laste van de organisatiekosten en voor de andere helft ten laste van bestedingen aan allianties. Vanaf 2015 wordt niet meer geactiveerd, aangezien het vanaf dat moment reguliere onderhoudsaanpassingen betreft. In 2015 zal samen met deskundigen onderzocht worden in hoeverre de economische levensduur in verhouding staat met de geactiveerde waarde en afschrijvingstermijn. (2) MATERIËLE VASTE ACTIVA Per 31 december lopend jaar
158.273
Per 31 december vorig jaar
105.643
Gebouwen
Inventaris
Auto
20.901
2014 Boekwaarde 1-1
7.136
77.607
Investering
0
120.148
0
Afschrijving
0
-56.575
-10.944
Boekwaarde 31-12
7.136
141.181
9.957
Aanschafwaarde per 31-12
7.136
615.263
54.718
0
-474.082
-44.762
7.136
141.181
9.957
Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde 31-12
In 2012 is een pand in Oud-Beijerland aangekocht dat al jarenlang gehuurd werd door het plaatselijke comité. De exploitatiekosten liggen beduidend lager dan de huurkosten. De aankoopwaarde ligt ver onder de WOZ-waarde van de grond, daarom wordt niet afgeschreven.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
93
Kijk!
9 Financiële verantwoording
De investeringen in inventaris betreffen met name vervangingen van hard- en software. De afschrijving van hard- en software is 33,3%, investeringen in het kantoorgebouw 10% en van de overige inventaris 20% van de aanschafwaarde. Voor fondsenwervers die veel onderweg zijn, zijn uit kostenoogpunt vier auto’s aangeschaft. Het gaat om twee maal een Peugeot 107 en twee maal een VW Polo Bluemotion. De auto’s worden per jaar afgeschreven met 20% van de aanschafwaarde. (3) FINANCIËLE VASTE ACTIVA Per 31 december lopend jaar
334.971
Per 31 december vorig jaar
360.846
Lening kantoorpanden
Saldo per 1-1 Uitgeleend in boekjaar Koersverschil einde boekjaar Afgelost in boekjaar
Lening gezondheidsprogramma
Leningen auto’s
Overige leningen
2014
2014
67.114
50.000
2014
2014
172.322
40.649
0
0
0
3.967
649
2
0
-59.375
-27.211
-18.164
0
6.803
-48.952
-50.000
Reclassificatie voorziening
0
Voorzien in boekjaar
0
0
Saldo per 31-12
116.914
20.890
0
0
Hoofdsom
642.042
136.054
67.116
100.000
Aflossingen
-525.128
-54.422
-18.164
0
0
-6.097
-48.952
-100.000
116.914
75.535
0
0
Voorzieningen Boekwaarde 31-12
Leningen partners kantoorpanden Er zijn in het verleden drie leningen voor de financiering van kantoorpanden van partners gegeven. Deze leningen zijn volledig als vordering opgenomen (en dus niet voorzien), omdat Woord een Daad een hypothecair recht op de betreffende kantoorpanden heeft. De aflossingstermijn bedraagt bij deze leningen 10 jaar. Tevens is in het verleden een lening gegeven aan een partnerorganisatie voor de bouw van een conferentiecentrum. Deze lening was gefinancierd via een aantal ondernemers, die aan Woord en Daad hiervoor leningen verstrekt hadden. In 2012 is de lening van de partnerorganisatie overgedragen aan de ondernemers. Woord en Daad verzorgt nog wel voor de ondernemers de inhouding van aflossing en rente bij de partnerorganisatie via een overeenkomst van opdracht. Zie ook (10) Schulden op lange termijn. Lening partner gezondheidszorgprogramma In het boekjaar 2010 is een lening aan één partner verstrekt met betrekking tot de financiering van gezondheidszorg in Colombia, die volledig als vordering is opgenomen. Vanuit het garantiefonds is hiervoor 25% voorzien, aangezien het een bedrijfsmatig opgezet gezondheidsprogramma betreft. Vanaf 2013 wordt deze voorziening als waarderingscorrectie gepresenteerd op de desbetreffende lening. De aflossingstermijn van deze lening is 5 jaar in jaarlijks gelijke delen. In 2013 is de aflossing 1 jaar gefaseerd, door de betaalde aflossingstermijn over 2012 begin 2013 terug te storten en eind 2013 weer in te houden. Dit had te maken bij herstructurering die in het gezondheidsprogramma van de partner heeft plaatsgevonden. In 2014 is volgens het afgesproken betaalschema weer een termijn afgelost. Leningen partners in verband met aanschaf auto’s In 2014 zijn aan twee partnerorganisaties leningen verstrekt ten behoeve de financiering van auto’s voor de programma’s.
94
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Deze leningen zijn bij verstrekking geheel voorzien. Op het moment van terugbetaling vloeit de vrijval van de voorziening ten gunste van het resultaat. Overige leningen Het betreft een lening aan New World Campus, een initiatief om samenwerking binnen de sector te bevorderen. Woord en Daad had de mogelijkheid om in 2014 deze lening op termijn om te zetten in een deelneming in een op te richten bedrijf of coöperatie, maar hiervan is ultimo 2014 besloten geen gebruik te maken. De lening is volledig voorzien ten laste van het R&L-budget en was tot en met eind 2014 renteloos. In 2014 is een aanvullende termijn van 50.000 verstrekt, zodat het totaal van de lening nu € 100.000 bedraagt. Daarnaast is eind 2014 een rentevergoeding overeengekomen van 4% per jaar vanaf 2015. Achtergestelde lening aan Stichting PSI In het kader van de overdracht van de leningportefeuille met betrekking tot bedrijfsontwikkeling is in 2012 een achtergestelde lening afgesloten met Stichting PSI. Deze lening heeft een looptijd van 10 jaar (die daarna eventueel verlengd kan worden). Het volledige leningbedrag zal aan het einde van de looptijd worden afgelost. Over de uitstaande hoofdsom is een rente verschuldigd van 1%. Deze lening wordt door Woord en Daad volledig voorzien. In geval het na voldoende incasso-inspanningen niet mogelijk blijkt te zijn de opbrengsten uit de leningportefeuille te ontvangen kan Stichting PSI samen met Woord en Daad overeenkomen om dit bedrag in mindering te brengen op de door Woord en Daad verstrekte achtergestelde lening. Dit geldt ook voor toekomstige gevallen waar overmacht een rol speelt. In 2014 is een bedrag van € 79.920 afgelost als gevolg van een door Incluvest ontvangen aflossing van een lening. Deze was oorspronkelijk gefinancierd door een donor van Woord en Daad, later is deze lening overgedragen naar Stichting PSI/Incluvest BV. De aflossing van de lening moest conform afspraken terugvloeien in het bestemmingsfonds van deze donor bij Woord en Daad. 2014
2013
cumulatief
2.349.806
2.387.382
2.493.666
-79.920
-37.576
-223.780
Saldo lening aan PSI per 31-12
2.269.886
2.349.806
2.269.886
Voorziening per 31-12
2.269.886
2.349.806
2.269.886
0
0
0
Saldo per 1-1 respectievelijk verstrekkingsdatum Afgelost in boekjaar
Saldo per 31-12
Deelneming via Co-Prisma In 2012 is door ICCO, Kerk in Actie en Prisma besloten tot oprichting van een coöperatie. Voor 1 juli 2014 wordt door de Prisma-leden in totaal € 1.000.000 ingelegd (Woord en Daad legt hiervan € 192.136 in, later verhoogd naar € 197.167). De stortingen zijn geoormerkt als vermogen van de coöperatie en blijven eigendom van de inbrengers. De deelnemende Prisma-leden in de coöperatie werken onder andere samen op het gebied van fondswerving in de USA. De kosten hiervan worden gefinancierd door middel van een lening vanuit de deelneming aan ICCO waarop 2% rente wordt vergoed aan ICCO. De opbrengsten vanuit de algemene kostenvergoeding van toekomstige fondsenwervingscontracten zullen worden ingezet om de lening af te lossen. Op deze deelneming wordt geen invloed van betekenis uitgeoefend, zodat deze is gewaardeerd op kostprijs.
Saldo per 1-1 Gestort in boekjaar Saldo per 31-12
2014
2013
147.875
48.034
49.292
99.841
197.167
147.875
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
95
Kijk!
9 Financiële verantwoording
(4) VOORRADEN Per 31 december lopend jaar
766.417
Per 31 december vorig jaar
657.513
Goederenvoorraad per 31 december:
2014
2013
In magazijn in Gorinchem tegen inkoopprijs: Voorraad postzegels
684.400
570.600
1.104
580
Voorraad kerstkaarten, leesboekjes Voorziening voor incourant op voorraad kerstkaarten
-134
-71 685.370
571.109
Voorraden bij comités tegen gefactureerde inkoopprijs
39.801
43.539
Voorraad postzegels comité Gorinchem
41.246
42.865
766.417
657.513
Totaal voorraad
In 2013 heeft Woord en Daad een eigen Woord en Daad postzegel laten drukken, die verkocht wordt via de comités. Wegens het succes hiervan is ook eind 2014 een aanvullende bestelling geplaatst. In verband met toekomstige prijs stijgingen van postzegels die reeds zijn aangekondigd is een voorraad voor circa 1,5 jaar aanwezig in het magazijn. (5) VORDERINGEN Per 31 december lopend jaar
3.246.593
Per 31 december vorig jaar
3.559.070
Per 31 december nog te ontvangen:
2014
2013
1.237.749
1.495.317
Nog te ontvangen subsidies en acties derden
923.102
489.860
Nog te ontvangen van bedrijven/vermogensfondsen
673.670
916.881
Nog te vorderen projectsaldi bij partners
47.342
150.450
Voorschotten projectsaldi bij partners
19.499
23.033
156.185
244.930
Debiteuren
85.669
115.161
Interest
17.466
15.976
0-
11.527
Nog te ontvangen legaten en erfenissen
Sponsorgelden (waarvan € 4.780 ouder dan 1 jaar in 2014)
Belastingen en premies Waarborgsommen Overige vorderingen Totaal
119
119
85.792
95.817
3.246.593
3.559.070
In het saldo van de vorderingen op debiteuren is geen rekening gehouden met een voorziening voor oninbaarheid. In vorderingen ultimo 2014 is een bedrag begrepen van € 3.071 aan vooruitbetaalde kosten met een resterende looptijd van meer dan 1 jaar. (6) LIQUIDE MIDDELEN Per 31 december lopend jaar
2.222.917
Per 31 december vorig jaar
5.328.499
Liquide middelen per 31 december:
2014
2013
Kasgelden (incl. vreemde valuta)
1.251
1.938
1.899.640
5.046.419
Banktegoeden (incl. spaarrekeningen) Comités (kas, bank-, girotegoeden) Totaal
312.052
270.167
2.212.943
5.318.524
De vreemde valuta wordt omgerekend tegen de koers per 31-12 van het jaar.
96
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Sinds 2013 wordt gewerkt met een maandelijkse liquiditeitsplanning. Gemiddeld is een bedrag aan liquiditeiten aanwezig ter hoogte van ruim 1 maand uitgaven. De aanwezige liquide middelen bij comités staan ter beschikking van de comités. In geval van calamiteiten kan vanuit het hoofdkantoor hier eveneens over worden beschikt. Participaties In 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling voor € 10.000 aan participaties aangeschaft in het Oikocredit Nederland Fonds. De waarde van deze participaties per ultimo 2014 bedraagt € 9.974. In 2014 heeft Woord en Daad € 152 dividend ontvangen.
Participaties Oikocredit
2014
2013
9.974
9.974
Reserves en fondsen (7) RESERVES Per 31 december lopend jaar
1.472.054
Per 31 december vorig jaar
1.028.373
Reserves Stichtingskapitaal Continuïteitsreserve
stand 1-1 2014
dotaties
koersresultaat
overige mutaties
stand 31-12 2014
-15.342
2.172.478
272
272
2.187.820
Bestemmingsreserves: - Reserves PMEL/PMA - Negatieve sponsorreserves (zie ook appendix 2) - Reserve bestedingen regio-allianties
0
831.320
-685.008 0
131.612
- Reserve koersverschillen sponsorprogramma
11.869
173.810
-22.385
- Reserve overige koersverschillen
-4.010
61.747
-289.417
- Reserve Bangladesh Draagt Elkanders Lasten Algemene reserve Totaal reserves
-831.320
0
789.693
104.685
-131.612
0
-46
163.249
68.183
-163.497
0
-210.765
-210.765
-482.570
-111.797
-594.367
-443.006
1.472.054
1.028.373
1.198.490
-311.801
Stichtingskapitaal: Betreft het ingelegde kapitaal van € 272 bij oprichting in 1973. Continuïteitsreserve: De continuïteitsreserve heeft als doel om bij een eventuele terugloop van de inkomsten een opvang te hebben voor de doorloop van organisatiekosten. Woord en Daad kent een norm van 7,5% van de geraamde inkomsten van het volgende jaar (2015: € 32.954.724). In deze inkomsten is echter ook een bedrag verantwoord van € 3.988.341 wat betrekking heeft op de organisatie Red een Kind. Derhalve wordt dit bedrag, voor de berekening van de continuïteitsreserve van de totale inkomsten afgehaald waardoor deze uitkomen op € 28.966.383. Op basis van de 7,5%-norm wordt de reservering derhalve berekend op € 2.172.478. Op basis van de CBF richtlijn mag de reserve voor maximaal 1,5 maal de kosten van de werkorganisatie zijn (voor Woord en Daad maximaal € 8.004.614). Het saldo van de continuïteitsreserve ligt dus ruimschoots binnen de door CBF maximaal toegestane norm.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
97
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Op basis van de hoogte van de organisatiekosten is de norm van 7,5% voldoende om een doorloop van organisatiekosten van bijna een half jaar op te kunnen vangen. Daarnaast is de hoogte van de continuïteitsreserve ruim voldoende voor de projectbetalingen in een maand. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat ook in bestemmingsfondsen liquiditeiten vastliggen en dat vaak van grote subsidieverstrekkers voorschotten worden ontvangen voorafgaand aan de betaling aan de partner. In de praktijk blijkt dat de hoogte van de continuïteitsreserve afdoende is voor de omvang en risicoprofiel van de organisatie. Deze reserve is niet beschikbaar als liquide middelen, maar gebruikt ter financiering van de investeringen in hard- en software in de afgelopen jaren. Bij de beoordeling van de hoogte van deze reserve is tevens de hoogte van de algemene reserve van belang. Ondanks dat deze ultimo 2014 € -594.367 bedroeg, wordt de omvang van de continutiteitsreverve voldoende geacht, zie ook de toelichting zoals opgenomen bij de overige reserves. Bestemmingsreserves: Reserves PMEL/PMA: In 2013 is er 4% van de projectbestedingen gedoteerd aan de PMEL/PMA reserve. De reserve is ingezet voor bestedingen PMEL/PMA, zie hiervoor ook het model lastenverdeling (appendix 3). Negatieve sponsorreserves diverse organisaties: Per 31 december van het verslagjaar waren 10 sponsorfondsen negatief als gevolg van tegenvallende sponsorinkomsten in relatie tot de bestedingen sponsorprogramma. Het verschil bestaat uit kindertallen die niet gedekt konden worden vanuit fondsenwerving (zie ook appendix 2). In de toekenningen voor bestedingen sponsorprogramma in de komende jaren wordt rekening gehouden met deze negatieve saldi. In 2015 wordt het saldo per begin 2014 in mindering gebracht op de toekenningen voor bestedingen sponsorprogramma. Voor 2016 wordt rekening gehouden met het ontstane saldo over 2014. Reserve bestedingen regio-allianties: Van de projectbestedingen is in 2014 1% gedoteerd aan de reserve bestedingen regio-allianties. Dit betreft vergader- en reiskosten van de allianties en kennisuitwisseling tussen partnerorganisaties binnen de allianties. Reserve koersverschillen sponsorprogramma: In het boekjaar is via heffing op de sponsorinkomsten € 173.810 aan de reserve koersverschillen sponsorprogramma toegevoegd. Het gerealiseerde koersverlies met betrekking tot het sponsorprogramma bedroeg in het boekjaar € 22.385, waarna een saldo resteert van € 163.249. Reserve koersverschillen overige programma’s: In het boekjaar is via een opslag op de overige programmabestedingen (dus exclusief sponsorprogramma) een bedrag van € 61.747 toegevoegd aan de reserve koersverschillen overige programma’s. Het koersverlies met betrekking tot deze programma’s bedroeg in het boekjaar € 289.417 (waarvan € 269.157 ongerealiseerd). Tenslotte is er een correctie geboekt van € 68.183 (positief) m.b.t. voorgaande jaren in verband met het besluit van een donor om het koersresultaat binnen zijn specifieke fonds voor zijn rekening te nemen, zodat er een negatief saldo overblijft van € 163.497. De komende jaren zal naar verwachting een positieve koersreserve overige programma’s gevormd kunnen worden ter afdekking van eventuele koersrisico’s. Bestemmingsreserve Draagt Elkanders Lasten - Gezondheid Bangladesh: Voor projecten waarvan de besteding in het boekjaar is genomen (maar waarvoor in het boekjaar onvoldoende inkomsten waren), maar waarvoor wel een toezegging is van een specifieke donor (maar niet voldoende hard in een contract vast gelegd om als inkomst mee te nemen) worden deze projecten niet met algemeen geld voorgefinancierd maar onder negatieve bestemmingsreserves verantwoord. In 2014 was dit het geval bij een actie door het Reformatorisch Dagblad tussen 1 november 2014 en met mei 2015 ten behoeve van meerdere gezondheidsprogramma’s in Bangladesh. Tijdens het opmaken van de jaarrekening bleek het in 2014 vanuit algemene middelen voorgefinancierde bedrag in 2015 al nagenoeg ontvangen door de donor, derhalve is een negatieve bestemmingsreserve gevormd voor dit bedrag.
98
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Overige reserves: Het saldo van de algemee reserve is € 594.367 negatief. Hiermee voldoet de algemene reserve niet aan de norm van het bestuur van tussen 0% en 7,5% van de inkomsten. De algemene reserve dient ter dekking van projectuitgaven van projecten waarvoor niet voldoende specifieke giften ontvangen zijn. In tegenstelling tot de continuïteitsreserve (die bedoeld is voor opvang van de organisatiekosten bij teruglopende inkomsten) is de algemene reserve bedoeld voor bestedingen aan de doelstelling. In 2015 zal gestuurd worden op een algemene reserve die weer aan de norm voldoet. Hierbij zullen de voorwaardelijke toekenningen aan partnerorganisaties met betrekking tot programma’s 2015 gedeeltelijk niet definitief gemaakt worden. In dit proces zal maatwerk worden toegepast, zodat de impact van de uitvoerende programma’s zo min mogelijk geraakt worden. Er is voor gekozen om geen reserve financiering activa ten behoeve van de bedrijfsvoering te vormen. (8) FONDSEN Per 31 december lopend jaar
1.855.348
Per 31 december vorig jaar
3.401.674
Bestemmingsfondsen Positieve sponsorfondsen Garantiefonds Bestemmingsfondsen noodhulp
stand 1-1 2014
mutaties
169.043
-169.043
stand 31-12 2014 0
50.000
8.413
58.413 1.005.753
2.434.322
-1.428.569
Overige bestemmingsfondsen
748.309
42.873
791.182
Totaal bestemmingsfondsen
3.401.674
-1.546.326
1.855.348
Sponsorfondsen: Per partner wordt een fonds aangehouden waarin de ontvangen sponsorgelden gestort worden en waaruit de projectbetalingen gedaan worden. Voor een overzicht van de sponsorfondsen zie appendix 2. Garantiefonds bedrijfsontwikkeling: Per 2 januari 2012 is het garantiefonds op € 50.000 na overgedragen aan Stichting PSI. Het garantiefonds kan ingezet worden voor het afdekken van leningen bij partnerorganisaties. Bestemmingsfondsen noodhulp/overige bestemmingsfondsen: Giften met een specifieke bestemming worden gebruikt voor de betaling van de projectkosten. Voor zover de gelden nog niet besteed zijn worden zij in een bestemmingsfonds gestort. Ook giften waarvan het kapitaal in stand moet blijven en alleen de opbrengsten besteed mogen worden voor de hulpverlening worden in een fonds opgenomen. In de bestemmingsfondsen liggen ook liquiditeiten vast om de projectbetalingen steeds tijdig te kunnen verrichten. Per 31 december van het boekjaar zijn de volgende bestemmingsfondsen aanwezig: Naam fonds Noodhulp West-Afrika Noodhulp aardbeving Haïti Noodhulp orkaan Guatemala Noodhulp droogte Oost-Afrika Schoemantelfonds noodhulp kleine projecten Noodhulp tyfoon Filippijnen
Bedrag 1-1
Mutatie
Bedrag 31-12
2.105
-2.105
0
Afwikkeling Afgewikkeld
159.711
-8.425
151.286
Besteding in 2015 Besteding in 2015
2.668
0
2.668
528.299
-528.299
0
Afgewikkeld
4.675
-3.353
1.322
Besteding in 2015
1.716.628
-1.405.005
311.623
Besteding in 2015
Noodhulp Irak
0
404.676
404.676
Besteding in 2015
Noodhulp West-Afrika ebola
0
118.634
118.634
Besteding in 2015
20.236
-4.691
15.545
Besteding in 2015
2.434.322
-1.428.569
1.005.753
Thema Noodhulp Totaal bestemmingsfondsen noodhulp
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
99
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Naam fonds
Bedrag 1-1
Mutaties
Bedrag 31-12
Afwikkeling
0
66.150
66.150
Besteding in 2015-2017
Extra gifts sponsorprogramma
5.296
2.124
7.420
Besteding in 2015
Kinderfonds G.C. Woudenberg
22.233
9.547
31.780
alleen rente te besteden
Kinderfonds Nelleke Regina
45.378
0
45.378
alleen rente te besteden
3.090
-3.090
0
Afgewikkeld
62.626
-62.626
0
Afgewikkeld
0
12.234
12.234
Besteding in 2015
34.000
-34.000
0
Afgewikkeld
3.259
0
3.259
Besteding in 2015
Gezondheidsprogramma Burkina Faso
81.330
-81.330
0
Afgewikkeld
Economische ontwikkeling Ethiopië
43.026
7.574
50.600
Besteding in 2015
Economische ontwikkeling Bangladesh
34.557
-34.557
0
Afgewikkeld
7.624
-7.624
0
Afgewikkeld
77.160
-77.160
0
Afgewikkeld
8.138
4.116
12.254
Besteding in 2015
Economische ontwikkeling Uganda
0
4.675
4.675
Besteding in 2015
Economische ontwikkeling Sierra Leone
0
7.012
7.012
Besteding in 2015
Onderwijs Zambia
9.307
-9.307
0
Besteding in 2015
Onderwijs Sri Lanka
2.693
-2.693
0
Besteding in 2015
Onderwijs Benin
3.497
-3.497
0
Besteding in 2015
Onderwijs Colombia
0
73.329
73.329
Besteding in 2015
Onderwijs India
0
4.346
4.346
Besteding in 2015
Onderwijs Sierra Leone
0
7.367
7.367
Besteding in 2015
4.864
-4.864
0
Besteding in 2015
0
17.974
17.974
Besteding in 2015
Vakonderwijs Bangladesh
29.387
9.420
38.807
Besteding in 2015
Vakonderwijs Benin
33.955
-33.955
0
Besteding in 2015
Vakonderwijs Sierra Leone
16.436
23.724
40.160
Besteding in 2015
Vakonderwijs Colombia
11.458
23.702
35.160
Besteding in 2015
Vakonderwijs Burkina Faso
33.939
-28.277
5.662
Besteding in 2015
5.478
-5.478
0
Besteding in 2015
Vakonderwijs Sri Lanka
0
6.017
6.017
Besteding in 2015
Vakonderwijs Nicaragua
0
5.423
5.423
Besteding in 2015
Vakonderwijs India
0
43.144
43.144
Besteding in 2015
Vakonderwijs Ethiopië
0
41.489
41.489
Besteding in 2015
Vakonderwijs Filippijnen
0
11.431
11.431
Besteding in 2015
Schoemantelfonds reguliere projecten **
50.000
33.894
83.894
Besteding in 2015
Just Care
14.756
-1.161
13.595
Besteding in 2015
Fonds Best Hope Enterprises (V/d Sluis)
16.551
-12.210
4.341
Besteding in 2015
DEL - CSS sponsoring boys CBESP *
Landbouwontwikkeling Zambia Landbouwontwikkeling Benin Learn for Work Ethiopië 2012-2016 Voedselzekerheid Burkina Faso Voedselzekerheid Tsjaad
Economische ontwikkeling Zambia Revolving fund Burkina Faso Economische ontwikkeling Haïti
Capaciteitsopbouw Zambia Water Sanitatie & Hygiëne Bangladesh
Vakonderwijs Haïti
Home Foundation Bangladesh
0
72.372
72.372
Besteding in 2015
Merwe-Oord/Voxcie
10.234
-10.234
0
Fonds op naam blijft beschikbaar
Ruiterfonds
73.622
-41.640
31.982
Besteding in 2015
MareJan
0
126
126
Besteding in 2015
Filippijnen algemeen
0
3.522
3.522
Besteding in 2015
4.414
5.865
10.279
Besteding in 2015
748.308
42.874
791.182
Overige bestemmingsfondsen < € 2.500 Totaal overige bestemmingsfondsen
* dit in het verslagjaar gevormde fonds staat geheel los van de negatieve bestemmingsreserve ** voorheen genoemd Wijsfonds
100
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
(10) SCHULDEN OP LANGE TERMIJN Per 31 december lopend jaar
17.369
Per 31 december vorig jaar
200.750
In 2007, 2008 en 2009 hebben vijf donoren leningen verstrekt aan Woord en Daad. Deze leningen zijn doorgeleend aan een partnerorganisatie ter financiering van een conferentiecentrum. Eind 2012 is de vordering van de partnerorganisatie overgedragen aan betreffende donoren, waarmee de leningen van de donoren niet meer op de balans van Woord en Daad voorkomen. Woord en Daad blijft deze financiering echter wel faciliteren. Aangezien de jaarlijkse terugbetaling door de partnerorganisatie hoger is dan de jaarlijkse terugbetaling aan de donoren, leidt dit tot een schuldpositie op lange termijn (de laatste terugbetalingstermijn aan de donoren in 2021 is hoger). Het verschil per 31 december 2014 bedraagt 16.369 en heeft dus een looptijd van langer dan 5 jaar. In 2009 is door een donor een lening verstrekt van € 10.000 voor de financiering van zijn toekomstige sponsorverplichtingen. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en is in 2014 geheel afgelost. In 2010 is door een donor een renteloze lening verstrekt van € 136.155 voor de financiering van het gezondheidsprogramma in Colombia. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en wordt aan het einde van de looptijd (in 2014) volledig afgelost. Het saldo is derhalve gepresenteerd onder de kortlopende schulden. In 2010 is door een donor een renteloze lening verstrekt van € 150.000 voor de financiering van de toekomstige verplichtingen vanuit de business partner overeenkomst. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar en is in 2014 afgelost. In 2012 is door een donor een lening verstrekt van € 50.000 voor de financiering van een kredietprogramma in Nicaragua. Deze lening o/g had een looptijd van 10 jaar, maar is in 2014 afgelost wegens het niet doorgaan van de beoogde besteding. Er is een rente verschuldigd van 1% per jaar. In 2013 is door een donor een lening verstrekt van € 2.500. Deze lening o/g heeft een looptijd van 5 jaar. De jaarlijkse aflossing wordt omgezet in een gift. (11) SCHULDEN OP KORTE TERMIJN Per 31 december lopend jaar
5.257.883
Per 31 december vorig jaar
7.149.532
Verplichtingen per 31 december
2014
2013
2.552.266
3.900.633
Ongerealiseerd koersresultaat projectverplichtingen
125.906
143.251-
Vooruitontvangen sponsorgelden
755.054
780.227
Vooruitontvangen MFS-2 subsidie
35.626
71.384
Vooruitontvangen overige subsidies
30.196
10.536
Vooruitontvangen van bedrijven
10.881
56.000
925.874
544.307
Projectverplichtingen kortlopend
Crediteuren Belastingen, salarissen en sociale lasten
1.137
-
Vakantiegeld en vakantiedagen *
254.009
243.710
Rekening-courant PSI
249.193
1.634.207
2.945
129.879-
28.017
28.614
Rekening-courant Incluvest B.V. Rekening-courant COEH Geleende gelden o/g (zie ook (9))
136.655
32.500
Overige schulden
150.124
120.544
5.257.883
7.149.532
Totaal schulden op korte termijn
* vanaf 2013 is de waarde in geld van de uitstaande vakantiedagen per 31-12-2013 in deze post opgenomen, het betreft ultimo 2014 een bedrag van € 119.106. In 2013 bedroeg dit € 111.556.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
101
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Projectverplichtingen kortlopend: De projecten waarvoor een verplichting openstaat per 31 december zijn: 2014 Noodhulp tyfoon Filipijnen
1.046.293
Noodhulp Noord-Irak
150.000
Huizenbouwprogramma Bangladesh
135.173
Gezondheidsprogramma Bangladesh
103.675
Agrarisch vakonderwijs Benin
103.117
Overige projecten < € 100.000
1.014.008
Totaal
2.552.266
In de projectverplichtingen kortlopend zit een bedrag van € 121.000 met een looptijd langer dan een jaar. Gezien het relatief kleine bedrag ten opzichte van de totale projectverplichtingen, is dit bedrag niet gerubriceerd onder langlopende schulden.
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN (bedragen × € 1,--)
Baten (12) BATEN UIT EIGEN FONDSENWERVING Werkelijk lopend jaar
19.736.534
Begroot lopend jaar
21.747.500
Baten vorig jaar
19.756.536
Ontvangen in het verslagjaar
Totaal 2014
Totaal 2013
PARTICULIEREN Collecten
241.819
217.736
Sponsorgelden
9.010.556
9.160.936
Nalatenschappen
1.317.346
1.206.244
Overige giften *
5.774.885
4.885.363
Brutowinst omzet goederenverkoop
19.939
26.453 16.364.545
15.496.732
BEDRIJVEN Ledenbijdrage Business Platform
268.000
Sponsorgelden
439.405
436.673
1.312.208
1.143.235
Overige giften *
328.000
2.019.613
1.907.908
VERMOGENSFONDSEN Diverse giften** Totaal baten eigen fondsenwerving
1.352.376
2.351.896
19.736.534
19.756.536
In totaal werden 322.931 giften ontvangen (2013: 331.671 giften) *
I n de overige giften zijn in het verslagjaar ook inkomsten in natura opgenomen voor een totaalbedrag van € 89.500. Dit betrof bedrijven (€ 61.750) en onderwijsinstellingen (€ 27.750) die hun expertise om niet hebben ingezet ten behoeve van de programma’s van Woord en Daad. ** Waaronder in 2014 € 110.000 van Turing Foundation (2013 € 110.000)
102
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Resultaat verkopen artikelen Omzet goederenverkoop
2014
2013
39.154
51.831
Inkoopwaarde verkoop
19.215
25.378
Brutowinst
19.939
26.453
Kosten eigen organisatie Nettowinst
4.213
4.823
15.726
21.630
Deze omzet goederenverkoop is exclusief de omzet van verkoop van postzegels. De nettowinst van de postzegels van € 55.296 (omzet € 393.267) wordt grotendeels gerealiseerd door de comités en is verantwoord onder overige inkomsten particulieren. (13) AANDEEL IN ACTIES DERDEN Werkelijk lopend jaar
3.616.217
Begroot lopend jaar
2.800.589
Baten vorig jaar
2.981.802
In het boekjaar werd ontvangen van: Eigen bijdrage Red een Kind voor MFS-2 subsidie
2014
2013
2.602.168
1.800.589
ZOA eigen bijdrage Wees Eerlijke campagne
25.077
58.615
EO Metterdaad (waarvan noodhulp € 248.557 resp. € 51.316)
37.695
232.504
ZOA PAZA
25.551
0
Tearfund Belgium/Switzerland
60.000
20.000
106.891
24.453
Leprazending **
Edukans
88.631
92.493
Tearfund Nederland
20.000
Partners for Water
38.300
Subtotaal reguliere programma's
3.004.313
All We Can - Huizenbouw n.a.v. Noodhulp Filippijnen
2.228.654
97.975
Dep. Bijzondere Noden Ger. Gemeenten (noodhulp)*
86.082
Dep. Bijzondere Noden Ger. Gemeenten in Ned. (noodhulp)*
141.074
Dep. Bijzondere Noden Ger. Gemeenten en Ger. Gemeenten in Ned. gezamenlijk (noodhulp) Zending Hersteld Hervormde Kerk (noodhulp)*
225.000
Lakarmissionen (noodhulp)
91.848
EO Metterdaad Noodhulp
248.557
Red een Kind (noodhulp)
265.372
25.828
0
132.000
Stichting Gereformeerde Scholen voor scholen (noodhulp) Subtotaal noodhulp Totaal
51.316
611.904
753.148
3.616.217
2.981.802
* I nkomsten in deze categorie, vanuit instellingen die zich niet presenteren als fondswervende instellingen, zijn met ingang van het verslagjaar gepresenteerd onder de baten eigen fondswerving ** Leprazending droeg vanuit eigen middelen bij aan een gezamenlijk project van Woord en Daad en Leprazending via TLMI, waarvan de besteding via Woord en Daad liep.
(14) SUBSIDIES OVERHEDEN EN ANDEREN Werkelijk lopend jaar
7.839.276
Begroot lopend jaar
8.345.929
Baten vorig jaar
8.094.619
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
103
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Totaal 2014
Totaal 2013
Prisma/ICCO
In het boekjaar werd ontvangen van:
2.017.707
2.179.543
Bijdrage Woord en Daad publieksgelden
1.041.374
1.150.219
976.333
1.029.324
Netto ontvangen projectbijdragen
59.419
62.644
Totaal ontvangen Prisma/ICCO
Kostenvergoeding
1.035.752
1.091.968
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Woord en Daad deel
4.546.424
4.546.424
MFS-2 subsidie Ministerie Buitenlandse Zaken Red een Kind deel
2.187.752
2.187.752
69.348
176.458
7.839.276
8.094.619
Europese Unie
92.017
Stichting SBOS i.v.m. Wees Eerlijk campagne Totaal ontvangen
(15) RENTEBATEN EN BATEN UIT BELEGGINGEN Werkelijk lopend jaar
44.180
Begroot lopend jaar
50.000
Baten vorig jaar
58.176
Ontvangen rente en dividend in het boekjaar over liquiditeiten Ontvangen rente over leningen partnerorganisaties Betaalde rente leningen o/g (doorgeleend) Koersverschil Totaal resultaat beleggingen
2014
2013
19.656
28.361
41.338
44.063
-16.889
-13.892
75
-356
44.180
58.176
Op basis van een gemiddeld saldo van € 2.653.674 (per eerste en twintigste van de maand) is de rente op liquiditeiten 0,74% (2013: 0,94 %). Gezien de rentestructuur in 2014 en de liquiditeitspositie ten opzichte van de totale bestedingen is belegd in direct opneembare spaarrekeningen. Als benchmark is de Euribor-dagrente gehanteerd. De Euribormaandrente was in 2014 gemiddeld 0,13 % (2013 eveneens 0,13%). Het resultaat beleggingen is hoger dan de benchmark, als gevolg van een langjarige relatie met de bankier (Rabobank). De ontvangen rente over leningen partnerorganisaties is hoger dan de betaalde rente leningen o/g (doorgeleend) in verband met de ontvangen rente op de achtergestelde lening aan Stichting PSI met betrekking tot de overdracht van leningen in het kader van bedrijfsontwikkelingen aan Stichting PSI. (16) OPBRENGST LEVERANCIERSROL EN AWARENESS RAISING Werkelijk lopend jaar
169.856
Begroot lopend jaar
215.250
Baten vorig jaar
92.149
2014
2013
Detachering AED-team aan Incluvest BV
95.398
69.184
Administratieve dienstverlening aan COEH/EU-CORD
10.000
10.000
Detachering (IF-)medewerkers aan Driestar Educatief
3.921
7.696
Detachering IF-medewerker aan Prisma
8.802
5.269
Detachering overig
4.750
Subtotaal inkomsten leveranciersrol Inkomsten awareness: Doorberekende kosten van reizen in het kader van bewustwording Subtotaal inkomsten Awareness raising Totaal
104
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
122.871
92.149
46.985 46.985 169.856
92.149
De opbrengsten leveranciersrol liggen hoger dan de begroting (€ 100.000). Gedurende het boekjaar is besloten om de fondsenwerver bedrijven/vermogensfondsen door te belasten aan Incluvest BV, hoewel dit niet begroot was. De tegenoverliggende kosten van de leveranciersrol bedragen € 86.380 (zie ook appendix 3). De inkomsten awareness-raising liggen fors lager dan begroot (€ 115.250) wegens het niet of later doorgaan van een aantal reizen.
Lasten (17) STRUCTURELE PROGRAMMA’S Werkelijk lopend jaar
23.767.862
Begroot lopend jaar
27.411.972
Baten vorig jaar
24.421.160
Rekening 2014
Begroting 2014
Rekening 2013
DIRECTE BESTEDINGEN (ZIE APPENDIX 1 EN 2. APPENDIX 1 IS INCLUSIEF NOODHULP) Educatie (EDU) Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) Basisvoorzieningen (BN)
9.403.288
11.765.443
226.729
714.748
2.597.309
3.006.653
164.196
176.496
2.184.016
2.311.043
19.189
1.045.615
268.791
1.468.849
800.111
1.321.325
Economische ontwikkeling (ED) Agrarische ontwikkeling (AD) Huizenbouwprogramma (LCH)
10.270.252 2.542.975 2.443.811
21.356
450.000
1.466.262
Capaciteitsopbouw (SPN)
503.988
764.812
400.756
Innovatieprogramma
174.755
142.000
0
Overig (o.a. ICT t.b.v. Allianties)
534.187
600.000
194.260
Regio-allianties Red een Kind Bestedingen partnerrol in Nederland Totaal
218.423
219.357
188.252
4.789.920
3.988.341
3.988.341
1.461.657
1.427.353
1.336.135
23.767.862
27.411.972
24.421.160
Als lasten in het betreffende boekjaar worden de aangegane verplichtingen met betrekking tot het boekjaar verantwoord. (18) NOODHULP Werkelijk lopend jaar
4.191.445
Begroot lopend jaar
1.000.000
Baten vorig jaar
2.512.976
2014
2013
Diverse noodhulpprojecten
Uitgegeven voor noodhulp:
4.191.445
2.512.976
Totaal
4.191.445
2.512.976
Zie ook appendix 1 en 3. appendix 1 is inclusief noodhulp. (19) LOBBY/BEWUSTWORDING Werkelijk lopend jaar
1.022.783
Begroot lopend jaar
1.076.748
Baten vorig jaar
1.170.748
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
105
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Totale bestedingen: Directe bestedingen lobby en bewustwording (zie toelichting bij 23)
2014
2013
156.141
221.213
25.633
21.286
LOBBY Bijdrage EU-CORD / COEH Bijdrage Global Campain for Education
5.000
0
Bijdrage publicatie 'religie en ontwikkelingssamenwerking'
7.500
0
0
3.583
3.112
0
Lobby consultancy Lobby overige projecten BEWUSTWORDING Vakuitwisseling/Young Ambassadors Campagne Wees Eerlijk (duurzaamheidscampagne onder jongeren) Woord en Daad DVD project
71.330
24.320
117.345
306.807
0
4.396
Sponsorreis Bangladesh
17.348
0
Overige projecten bewustwording
12.778
7.388
Overige bestedingen via eigen organisatie (appendix 3) Totaal
606.597
581.755
1.022.783
1.170.748
Zie de toelichting bij de kosten fondsenwerving. (20) PMEL/PMA Werkelijk lopend jaar
954.932
Begroot lopend jaar
1.190.073
Baten vorig jaar
1.358.535
Bestedingen PMEL/PMA Overige bestedingen PMEL/PMA via eigen organisatie (appendix 3)
2014
2013
258.444
697.782
696.488
660.753
954.932
1.358.535
(21) KOSTEN LEVERANCIERSROL Werkelijk lopend jaar
86.280
Begroot lopend jaar
101.012
Baten vorig jaar
163.602
Het betreft de organisatiekosten die zijn toegerekend aan de leveranciersrol, gebaseerd op de tijdsbesteding van de diverse medewerkers (zie ook appendix 3). De opbrengst van de leveranciersrol bedroeg in 2014 € 122.871, aangezien meer kosten doorgefactureerd konden worden dan begroot (zie ook toelichting bij (16)). (23) WERVING BATEN De directe kosten fondsenwerving en voorlichting en bewustwording bestaan deels uit gemengde kosten: Hiervoor zijn verdeelsleutels opgesteld om een juiste toerekening te kunnen maken.
106
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Directe Publiciteitskosten
Rekening 2014
Begroting 2014
Rekening 2013
% fondsenwerving
Werelddelen (oplage 77.000)
% voorlichting en bewustwording
147.124
165.500
152.954
75%
25%
Grenzeloos (oplage 14.000)
35.188
48.000
33.854
0%
100%
Verrekijker (oplage 84.000)
25.583
26.000
22.034
0%
100%
Daadkracht (oplage 3.500)
13.060
17.500
13.240
50%
50%
Jaarverslagen/corporate brochure
43.011
47.300
59.475
50%
50%
514
2.500
910
50%
50%
Kosten Comités
48.577
45.000
45.261
95%
5%
Jongerenbeleid
8.964
31.000
6.350
63%
37%
Advertenties
62.760
62.000
44.504
100%
0%
Mailingen
33.809
25.500
28.829
89%
11%
Kosten website
34.939
31.117
40.519
75%
25%
Werven sponsoring
72.024
60.750
60.122
100%
0%
116.649
153.750
111.762
91%
9%
Kosten Woord en Daad 40 jaar
2.793
0
103.646
92%
8%
Kosten communicatie
2.455
5.000
541
75%
25%
100%
0%
Kosten business platform
Diverse kosten fondsenwerving
Kosten vermogensfondsen Totale kosten
10.019
22.000
10.458
657.469
742.917
734.459
De kosten zijn per saldo € 657.469 (2012: € 734.459) en worden als volgt verdeeld: Rekening 2014
Begroting 2014
Rekening 2013
Directe kosten fondsenwerving
501.329
545.279
513.246
Directe kosten voorlichting en bewustwording
156.141
197.638
221.213
Voor de overige organisatiekosten zie staat lastenverdeling (appendix 3). (24) KOSTEN BEHEER EN ADMINISTRATIE Rekening 2014
Begroting 2014
Rekening 2013
Totaal personeelskosten (zie appendix 3)
793.962
779.277
847.465
Totaal overige organisatiekosten (zie appendix 3)
162.702
173.011
165.903
956.663
952.288
1.013.368
opgesteld en vastgesteld door: namens de Raad van Bestuur Dr. h.c. ir. J. Lock - voorzitter
goedgekeurd door:
was getekend te Gorinchem in de vergadering van 4 maart 2015
was getekend te Gorinchem in de vergadering van 13 maart 2015
namens de Raad van Toezicht Drs. C. Westerink - voorzitter J. Achterstraat-Floor AA MBA - secretaris Ing. C. van Burg Dr. P. Honkoop Drs. R. Toes P.W. Nobel RA Mr. M. Overbeeke-Boer Ing. J.B. Faijer
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
107
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Appendix 1: Mutaties reserves en fondsen
Naar landen
Reserve/ Fonds per 1-1 2014
Ontvangsten 2014
Bestedingen/ Overige mutaties 2014
Overboeking 2014
Reserve/ Fonds per 31-12 2014
AZIË Bangladesh
11.173
1.198.911
1.470.445
183.027
-77.334
de Filipijnen
1.680.953
2.041.699
3.751.077
322.563
294.138
-285.151
2.447.461
2.802.520
499.893
-140.317
-
813.637
408.961
-
404.676
Sri Lanka
26.276
91.972
103.961
10.661
24.948
Thailand
555
89.530
119.951
33.754
3.888
1.433.806
6.683.210
8.656.914
1.049.896
509.998
India Irak
Totaal Azië AFRIKA Benin
100.078
319.682
973.373
551.424
-2.189
6.321
1.672.427
2.722.675
1.008.818
-35.111
554.798
1.438.085
2.065.710
314.030
241.202
-
339.981
655.151
321.813
6.642
6.487
646.383
796.921
305.517
161.467
Tsjaad
3.259
32.725
32.813
88
3.259
Zambia
24.885
77.556
109.186
6.744
-
Zuid-Afrika
-
237.706
630.779
393.073
-
Zuid-Soedan
-
103.215
101.500
-1.715
-
695.828
4.867.760
8.088.108
2.899.791
375.271
Colombia
-50.219
1.199.673
1.345.622
185.606
-10.562
Guatemala/Honduras
-49.719
1.524.215
1.774.322
298.000
-1.826
Haïti
296.593
2.380.246
2.380.934
280.158
576.063
Burkina Faso Ethiopië Oeganda Sierra Leone
Totaal Afrika MIDDEN- EN ZUID-AMERIKA
Nicaragua Totaal Midden- en Zuid-Amerika
-
41.951
384.071
348.646
6.526
196.656
5.146.084
5.884.948
1.112.411
570.202
DIVERSEN Garantiefonds
50.000
-
-
8.413
58.413
Inkomsten MFS
-
6.402.287
-
-6.402.287
-
Inkomsten MFS Red een Kind
-
2.602.168
4.789.920
2.187.752
-
Regio-allianties
-
-
363.627
363.627
-
11.869
-
22.385
173.764
163.249
Reserve koersverschillen sponsorprogramma Reserve overige koersverschillen Algemene reserve Overige reserves en fondsen Continuïteitsreserve Stichtingskapitaal
-4.010
-
289.417
129.929
-163.497
-482.570
2.521.494
-
-2.633.291
-594.367
340.374
1.371.419
2.601.750
1.125.336
235.382
2.187.820
-
-
-15.342
2.172.478
272
-
-
-
272
Totaal Diversen
2.103.756
12.897.368
8.067.098
-5.062.099
1.839.430
Totaal reserves en fondsen
4.430.046
29.594.422
30.697.068
-
3.294.902
Rentebaten en baten uit beleggingen Opbrengst leveranciersrol Kostendekking voor organisatiekosten
44.180 122.871 1.644.590
Organisatiekosten gedekt uit rentebaten/leveranciersrol/ kostendekking Totaal baten en lasten conform staat van baten en lasten
1.811.641 31.406.063
32.508.709
In deze appendix zijn de ontvangsten de gelden die beschikbaar zijn voor de projecten (dus na aftrek kosten overhead).
108
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Appendix 2: Vergelijking sponsorbudgetten (cumulatief)
AMG Guatemala
Saldo fonds per 31-12
€
€
€
€
€
€
€
€
€
87.283
5.455
1.632
80.196
74.592
1.002-
6.366
-
4.546-
Besteding
Ontvangen* Vanuit overige bestemmingen
Verrekening voorgaande jaren
Inkomsten (netto)
Inhouding koersrisico
€ 4.786-
Ontvangen
Kwaliteit en ontwikkeling
ORGANISATIE AEAD
Inhouding organisatiekosten
Saldo fonds per 1-1
Jaar: 2014
70.545-
1.516.508
88.781
27.722
1.400.004
1.254.125
-
108.482
-
33.148-
AMG Haiti
13.081
128.158
7.946
2.196
118.016
94.499
-
8.174
-
28.424
AMG Honduras
16.552
30.316
733
632
28.952
18.748
-
1.622
-
25.134
119.649-
1.330.632
83.383
24.264
1.222.985
1.088.995
5.589-
103.433
-
83.50432.438-
AMG-India AMG-Philippines
38.248-
501.043
31.436
8.915
460.693
415.801
-
39.081
-
AMG-Thailand
555
90.013
5.508
1.634
82.871
73.206
-
6.332
-
3.888
CDA Colombia
61.677-
868.158
51.582
16.192
800.384
781.664
-
98.093
22.000
119.05111.706-
Cotton Tree Foundation Count India Credo Burkina Faso CSS Bangladesh
9.949-
44.888
7.481
831
36.575
35.280
-
3.052
-
5.086
164.683
10.271
3.005
151.408
131.135
-
11.552
-
13.807
140.268-
1.072.237
74.206
19.611
978.419
825.428
1.292-
79.265
29.024
36.226-
52.771-
364.953
31.039
6.611
327.304
316.263
6.641-
26.782
-
61.871-
DEDRAS
-
21.412
1.322
375
19.715
20.160
-
1.744
-
2.189-
HBI India
6.594-
1.775
103
36
1.636
1.890
-
164
7.012
0
16.528-
752.506
50.051
13.406
689.050
521.691
34.437-
49.807
-
135.461 18.930
Hope Enterprises WD Lanka
23.583
88.150
2.126
1.831
84.192
80.640
-
8.544
339
IREF India
13.456-
214.412
13.222
3.883
197.307
152.177
-
14.409
-
17.265
Parole et Action
110.186
1.638.487
82.814
30.961
1.524.713
1.152.619
8.132-
106.312
-
384.100
Word & Deed-India
150.538-
537.103
33.388
10.075
493.640
461.553
-
41.195
22.000
137.647-
Totaal
-515.966
9.452.717
580.847
173.810
8.698.059
7.500.468
-57.093
714.409
80.375
104.685
* Vanuit giften op Doorleerfonds en Students for Students zijn waar mogelijk de partnerrekeningen aangevuld. Een partnerrekening kan zowel een positief als een negatief saldo hebben. Omdat er sprake is van onderlinge solidariteit wereldwijd voor wat betreft overschotten en tekorten is het saldo van de partnerrekeningen onder Reserves verantwoord in de balans.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
109
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Appendix 3: Model lastenverdeling Kostensoort
Kostendragers LEVERANCIERSROL
DOELSTELLING
Educatie (EDU) Agrarisch Vakonderwijs en Training (AVET) Vakonderwijs en Arbeidsbemiddeling (TVET / JBS) Water, Sanitatie en Hygiëne (WASH) Basisvoorzieningen (BN) Economische ontwikkeling (ED) Agrarische ontwikkeling (AD) Huizenbouwprogramma (LCH)
BEHEER & ADMINISTRATIE
WERVING BATEN
Partnerrol
PMEL/ PMA
L&A/AR
Eigen fondsenwerving
Acties derden
Subsidies
Verkoop goederen
€
€
€
€
€
€
€
Totaal boekjaar €
Begroot Boekjaar
Rekening 2012
€
€
€
9.403.288
9.403.288
11.765.443
10.270.252
226.729
226.729
714.748
2.597.309
2.597.309
3.006.653
164.196
164.196
176.496
2.184.016
2.184.016
2.311.043
19.189
19.189
1.045.615
268.791
1.468.849
1.468.849
800.111
1.321.325 1.466.262
2.542.975
2.443.811
21.356
21.356
450.000
503.988
503.988
764.812
400.756
4.191.445
4.191.445
1.000.000
2.512.976
Innovatieprogramma
174.755
174.755
142.000
0
Overig (o.a. ICT t.b.v. Allianties)
534.187
534.187
600.000
194.260
Capaciteitsopbouw (SPN) Noodhulp (R&R)
Regio-allianties Red een Kind
218.423
218.423
219.357
188.252
4.789.920
4.789.920
3.988.341
3.988.341
PMEL/PMA
258.444
L&A/AR
416.187
Subtotaal projectbestedingen Salarissen en sociale lasten Pensioenlasten Overige personeelskosten Reis- en verblijfkosten Subtotaal personeelskosten Bijdrage door derden Personeelskosten in projectbestedingen
258.444
488.793
697.782
416.187
483.000
588.993
26.497.650
258.444
416.187
0
0
0
0
0
0
27.172.280
27.956.412
26.884.776
1.061.445
499.755
433.135
61.018
535.593
41.360
158.088
3.061
673.552
3.467.008
3.380.891
3.346.835
102.099
56.087
49.922
6.500
58.409
4.204
16.323
287
76.105
369.936
352.964
357.311
70.188
29.398
24.824
3.708
29.995
2.414
8.612
168
41.013
210.318
113.500
304.245
30.976
12.866
14.987
2.203
17.038
1.089
4.019
106
21.381
104.666
74.057
103.237
1.264.708
598.107
522.867
73.429
641.036
49.067
187.041
3.621
812.051
4.151.928
3.921.412
4.111.628
-425
264
575
70
698
-69
-1.247
4
128
0
0
-36.331
-27.088
-15.447
-15.087
-1.555
-21.107
-1.134
-4.187
-91
-18.218
-103.913
0
-144.474
501.329
545.279
513.246
Publiciteit & communicatie
501.329
Huisvestingskosten
67.222
34.298
29.686
4.148
36.036
2.794
10.192
206
46.436
231.019
231.770
225.168
Kantoorkosten (excl. afschrijvingen)
61.731
31.539
27.227
3.923
32.935
2.561
9.279
190
42.903
212.288
217.000
221.805
Kosten RvT en vergaderingen organisatie
19.687
8.819
7.742
1.401
9.354
801
2.818
50
14.153
64.826
6.500
12.892
0
0
0
0
0
0
0
0
6.504
6.504
7.500
2.783
Overige algemene kosten
Kosten werkbezoeken RvB
20.759
10.905
9.178
1.475
11.188
873
3.050
63
14.772
72.264
84.500
116.025
Afschrijving, rente en bankkosten
55.062
28.003
24.407
3.388
40.598
2.293
8.329
170
37.934
200.185
296.364
192.858
1.461.657
696.488
606.597
86.280
1.252.067
57.188
215.276
4.213
956.663
5.336.429
5.310.325
5.215.599
32.508.709
33.266.737
32.100.375
Subtotaal organisatiekosten Totaal 2014
27.959.307
954.932
1.022.783
86.280
1.252.067
57.188
215.276
4.213
956.663
Begroot 2014
28.411.972
1.190.073
1.076.748
101.012
1.246.489
61.524
222.354
4.277
952.288
Realisatie voorgaand boekjaar
26.934.136
1.358.535
1.170.748
163.602
1.185.283
51.915
217.965
4.823
1.013.368
Verdeelsleutels: De verdeling van de personeelskosten over de kostendragers vindt plaats op basis van de gemiddelde tijdsbesteding. Bij het toerekenen van de personeelskosten is het advies van VFI gevolgd. Dit houdt in dat de Raad van Bestuur volledig onder Beheer & Administratie valt, en de managers van de afdeling voor 20%. De algemene staffuncties vallen volledig onder Beheer & Administratie, HRM en ICT wordt toegerekend naar rato van het aantal FTE per kostendrager. Afdeling Finance en Control valt deels ook onder PMA. De indirecte kosten worden verdeeld op basis van de verdeling van de personeelskosten behalve monitoring en evaluatie. De werkbezoeken van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht worden volledig toegerekend aan beheer en administratie. Het gemiddeld aantal FTE’s in 2014 bedroeg 63,65. In 2013 was dit 64,96 FTE. Hiervan waren zowel in 2014 als in 2013 2 personen (2 FTE) werkzaam in het buitenland. Het totaal van de kolommen doelstelling (€ 29.937.022) sluit aan met de verantwoorde bestedingen aan de doelstelling in de Staat van baten en lasten.
110
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Appendix 3 (vervolg) Toelichting uitvoeringskosten Totaal boekjaar (€)
Begroot boekjaar (€)
Vorig boekjaar (€)
163.658
HUISVESTINGSKOSTEN Huur
166.216
165.530
Servicekosten (incl. energie)
36.300
36.000
35.700
Onderhoud/schoonmaakkosten
23.362
25.240
22.642
Overige huisvestingskosten
5.146
5.000
3.168
Totaal huisvestingskosten
231.024
231.770
225.168
KANTOORKOSTEN Kantoorbenodigdheden en drukwerk ICT licenties en servicecontracten
16.251
19.000
23.960
152.798
146.500
150.611
Porti algemeen
30.181
25.000
27.810
Communicatie
20.056
19.500
19.737
18.264
17.000
21.907
Bijdragen derden in kantoorkosten
Overige kantoorkosten
-25.260
-10.000
-22.206
Totaal kantoorkosten
212.289
217.000
221.818
2.427
KOSTEN RVT EN VERGADERINGEN ORGANISATIE 8.589
3.500
Werkbezoeken
Reiskosten
328
0
0
Vergaderingen
11.813
0
5.792
Kosten onderzoek samenwerking WD-REK
39.765
0
3.594
4.329
3.000
1.078
64.825
6.500
12.892
Overige kosten Totaal kosten bestuur / afd. e.d. KOSTEN WERKBEZOEKEN RVB Werkbezoeken RvB
6.504
7.500
2.783
Totaal overige algemene kosten
6.504
7.500
2.783
Externe controle*
12.573
17.500
25.473
Advies-/notariskosten
11.538
3.000
19.591
OVERIGE ALGEMENE KOSTEN
Administratieve dienstverlening Samenwerkingsverbanden (Prisma/EU-Cord/Partos) Overige algemene kosten (o.m. ISO-certificering en algemene abonnementen Totaal overige algemene kosten
787
16.500
21.536
38.373
40.500
41.631
8.976
7.000
7.802
€ 72.247
84.500
116.032
*waarin vrijval van 2013 begrepen (€ 3.822)
Accountantshonorarium De volgende honoraria van Roza Audit & Assurance (in het verslagjaar overgenomen door AccoN Adviseurs en Accountants) zijn in de lasten verantwoord:
Onderzoek jaarrekening Andere controle-opdrachten Adviesdiensten op fiscaal terrein** Andere niet-controlediensten
Totaal boekjaar (€)
Begroot boekjaar (€)
Vorig boekjaar (€)
15.125
15.000
15.125
2.750
0
1.106
14.044
0
5.983
6.145
0
40.065
** in het verslagjaar is onder meer geadviseerd rond de BTW-positie van Stichting Woord en Daad, zowel met het oog op fondsenwerving als de samenwerking met andere partijen.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
111
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Appendix 4: Berekening diverse normpercentages en ratio’s bedragen × € 1.000 Begroting 2015
Rekening 2014
Begroting 2014
Rekening 2013
Baten eigen fondsenwerving (incl. goederen):
21.593
19.737
24.663
19.757
Overige baten:
11.362
11.670
8.496
11.227
Totaal inkomsten Woord en Daad
32.955
31.407
33.159
30.984
Voor diverse kosten, zie model toelichting lastenverdeling. CBF-NORM MAX. 25% (EIGEN NORM KOSTEN EIGEN FONDSENWERVING (MAX. 6% TEN OPZICHTE VAN BATEN EIGEN FONDSENWERVING) Kosten eigen fondsenwerving (incl. verkoop goederen) Baten eigen fondsenwerving Percentage kosten eigen fondsenwerving (volgens CBF-criteria)
1.301
1.256
1.312
1.190
21.593
19.737
24.663
19.757
6,03%
6,37%
5,32%
6,02%
EIGEN NORM KOSTEN FONDSWERVING NIET EIGEN FONDSWERVING (MAX. 2,5% TEN OPZICHTE VAN DE BATEN NIET EIGEN FONDSWERVING) Kosten werving subsidies en acties derden Totale inkomsten Percentage kosten Fondswerving niet eigen fondswerving
308
272
222
270
11.362
11.670
8.496
11.227
2,71%
2,33%
2,62%
2,40%
EIGEN NORM KOSTEN BEHEER & ADMINISTRATIE (MAX. 3,1% VAN TOTALE INKOMSTEN) Kosten Beheer & Administratie Totale inkomsten Percentage kosten Beheer & Administratie
856
957
952
1.013
32.955
31.407
33.159
30.984
2,60%
3,05%
2,87%
3,27%
EIGEN NORM OVERHEAD (KOSTEN FONDSENWERVING EN BEHEER EN ADMINISTRATIE MAX. 7,5% VAN TOTALE INKOMSTEN Organisatiekosten (zie model lastenverdeling) Totale inkomsten Percentage overhead
2.465
2.485
2.487
2.473
32.955
31.407
33.159
30.984
7,48%
7,91%
7,50%
7,98%
Het percentage overheadkosten voldoet niet aan de norm van maximaal 7,5% van de totale inkomsten. Dit wordt met name veroorzaakt door de fors lagere inkomsten, de overheadkosten waren overeenkomstig de begroting. In de begroting 2014 waren de inkomsten acties derden nog aan de inkomsten eigen fondswerving toegerekend. In de realisatie 2013, 2014 en de begroting 2015 zijn deze aan de overige inkomsten toegerekend. Uit het vergelijken van de begrote inkomsten met de gerealiseerde inkomsten 2014 blijken de inkomsten eigen fondswerving 3,6 mln. lager dan begroot en overige inkomsten 1,7 mln. hoger dan begroot. Worden de inkomsten derden niet aan inkomsten eigen fondsenwerving toegerekend in de begroting dan is het percentage kosten eigen fondswerving 6,00% zijn geweest en fondswerving niet eigen fondswerving 1,97%. Zie verder appendix 5. DIVERSE BESTEDINGSRATIO’S Bestedingen PMEL/PMA t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK)
5,00%
4,12%
5,22%
5,92%
Bestedingen partnerrol t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK)
5,67%
6,31%
6,27%
5,82%
Bestedingen directe alliantiekosten t.o.v. totale projectbestedingen (excl. REK)
0,95%
0,94%
0,96%
0,82%
Bestedingen Lobby en Advocacy ten opzichte van de totale inkomsten
0,45%
0,26%
0,41%
0,38%
Bestedingen Awareness raising ten opzichte van totale inkomsten
2,53%
2,99%
2,50%
3,78%
DOELBESTEDINGSRATIO (TOTAAL VAN DE BESTEDINGEN TEN OPZICHTE VAN TOTAAL VAN DE INKOMSTEN EN TEN OPZICHTE VAN TOTAAL BESTEDINGEN) Totaal bestedingen aan doelstellingen
29.992
29.937
30.780
29.463
Totaal inkomsten
32.955
31.407
33.159
30.984
Totaal lasten
32.457
32.509
33.267
32.100
Doelbestedingsratio ten opzichte van de inkomsten
91,01%
95,32%
92,82%
95,09%
Doelbestedingsratio ten opzichte van de totale bestedingen
92,40%
92,09%
92,52%
91,79%
niet gedefinieerd
17,11%
niet gedefinieerd
8,73%
Solvabiliteit (reserves / totaal vermogen)
112
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Appendix 5: Verschillen analyse begroting en jaarrekening De gepresenteerde begroting 2014 betreft de in november 2013 officieel goedgekeurde begroting door de raad van toezicht. Gedurende het verslagjaar zijn inkomsten en uitgaven bewaakt via de categoriënsystematiek. Zie voor een uitgebreidere analyse van verschillen ook het jaarverslag.
Baten Baten uit eigen fondsenwerving (particulieren) Totaal rekening
16.364.545
Totaal begroting
15.547.500
Verschil Totaal rekening vorig boekjaar
817.045 15.496.732
Totaal waren de inkomsten particulieren inclusief noodhulp in 2014 € 817.045 hoger dan begroot. De overige inkomsten particulieren kwamen € 422.263 lager uit dan begroot. Verder waren de sponsorinkomsten € 86.944 lager dan begroot. De overige projecten waren eveneens lager dan begroot, maar wel hoger dan 2013, met name de inkomsten vanuit comités (deels door de positief verlopen verkoop van postzegels) en nalatenschappen waren hoger dan in 2013. In 2014 zijn verder de acties derden van niet-fondswervende instellingen opgenomen in deze baten en kwamen € 19.329 hoger uit dan begroot (€ 350.000). Daarbij speelt mee dat het eerder genoemde begrote bedrag van € 350.000 met € 100.000 is verminderd omdat dit eigenlijk als begrote inkomsten acties derden had moeten worden aangemerkt. De totale inkomsten voor noodhulp van particulieren waren in 2014 € 1.906.923 (2013 € 1.525.486) en lagen daarmee € 1.406.923 hoger dan de begroting. Het begrotingsbedrag van € 15.547.500 bestaat voor € 14.830.000 uit groen budget (inclusief € 500.000 noodhulpinkomsten), wat een zekerheidsniveau in de begroting heeft van 100% en wat gekoppeld is aan een groen budget aan de uitgavenkant, dat zonder meer uitgegeven kan worden. Totaal is er dus € 47.268 minder dan de groene begroting binnengekomen, afgezien van noodhulp. Ten opzichte van 2013 is er voor het sponsorprogramma minder binnengekomen, het aantal aanmeldingen bleef redelijk op peil, het aantal definitieve afmeldingen nam ten opzichte van een jaar geleden af.
De fondsenwerving bij bedrijven bleef flink achter op de begroting, maar ligt 6% boven het gerealiseerde niveau van 2013. Enerzijds speelt de onzekere economische situatie bij fondsenwerving bedrijven een rol, anderzijds groeit het netwerk van betrokken bedrijven nog steeds, wat een goede uitgangspositie voor de toekomst geeft. In 2014 is dit laatste zichtbaar geworden in de groei van de inkomsten van de regio-ondernemers die 27% (€ 82.068) hoger uitkwamen dan begroot. De trend lijkt te ontstaan dat de inkomsten vanuit bedrijven meer via regio-ondernemers gaan binnenkomen in plaats van via het Business-Platform. De sponsorinkomsten bleven met € 5.595 iets achter op de begroting, de overige inkomsten met € 357.022. Hier staat tegenover dat bedrijven een bedrag van € 200.162 doneerden voor noodhulp, waarvoor niets was begroot. De overige oranje begrote inkomsten van € 200.000 werden niet gerealiseerd. Het begrotingsbedrag van € 2.300.000 bestaat voor € 2.100.000 uit groen budget (waarvan geen noodhulp begroot). Ten opzichte van de groene begroting is dus € 280.549. minder binnengekomen. Baten uit eigen fondsenwerving (vermogensfondsen) Totaal rekening Totaal begroting Verschil Totaal rekening vorig boekjaar
1.352.376 3.900.000 -2.547.624 2.351.896
De fondsenwerving bij vermogensfondsen was fors lager dan begroot en eveneens fors lager ten opzichte van een jaar geleden. Daarbij wordt vermeld dat de inkomsten in 2013 incidenteel € 511.000 hoger waren, doordat dit bedrag op verzoek van de donor werd verantwoord in 2013 in plaats van 2014. Dit vond plaats na vaststelling van de begroting 2014 door Woord en Daad. In de uitvoering van enkele andere meerjarige programma’s traden problemen op, die zorgden voor een vertraging in de toekenning van gelden door de betreffende donor. Naar verwachting worden deze in 2015 wel gerealiseerd. Met twee nieuwe donoren werd een langdurige relatie aangegaan. Het begrotingsbedrag van € 3.900.000 bestaat voor € 2.400.000 uit groen budget. Ten opzichte van de groene begroting is dus € 1.048.624 minder binnengekomen. De oranje inkomsten, begroot op € 1.500.000 werden in 2014 (nog) niet gerealiseerd.
Baten uit eigen fondsenwerving (bedrijven) Totaal rekening
2.019.613
Totaal begroting
2.300.000
Verschil Totaal rekening vorig boekjaar
-280.387 1.907.908
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
113
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Lasten
Aandeel in acties derden Totaal rekening
3.616.217
Totaal begroting
2.800.589
Verschil Totaal rekening vorig boekjaar
815.628 2.981.802
Werving baten Totaal rekening
1.528.744
Totaal begroting
1.534.644
Verschil
-5.900 1.459.986
Het aandeel in acties derden is € 815.628 hoger dan begroot, waarbij wordt vermeld dat de begroting € 176.000 hoger had moeten zijn, als gevolg van rubricering van deze begrote inkomsten onder particulieren en subsidies. Ten opzichte van vorig jaar kwamen noodhulpinkomsten in 2014 lager uit: € 611.904 ten opzichte van € 753.148 in 2013. Daarbij wordt vermeld dat een deel van de inkomsten noodhulp in 2014 wordt gepresenteerd onder de baten eigen fondswerving. De totale begroting van € 2.800.589 bestaat voor € 1.800.589 uit groen budget, er is dus € 1.203.724 meer binnengekomen dan gepland, afgezien van noodhulp. Het grootste verschil zit in de hoger verantwoorde eigen bijdrage MFS Red een Kind (ruim € 800.000), waartegenover ook bestedingen staan. De uiteindelijke lagere oranje inkomsten waren € 388.096. Zie voor de verschillen met 2013 (13) Aandeel in acties derden.
Het percentage kosten werving totale baten kwam uit op 4,86% (7,91% totaal minus 3,05% beheer en administratie), hetgeen hoger was dan begroot 4,4% (7,5% totaal minus 3,1% beheer en administratie), hetgeen verklaard wordt door achterblijvende inkomsten. De totale kosten waren namelijk € 5.900 lager dan begroot. De personeelsen organisatiekosten voor werving baten lagen hoger dan begroot (€ 43.950), met name door vervangingen in verband met ziekte. De directe kosten waren 49.850 lager dan begroot. De kosten jongerenbeleid, (opnieuw) magazines en diverse kosten waren lager dan begroot. Daarentegen waren de kosten voor werving sponsoring en mailingen iets hoger. Zie voor een verdere uitsplitsing ook (23).
Subsidies overheden en anderen
Kosten Beheer & Administratie
Totaal rekening
7.839.276
Totaal rekening
956.663
Totaal begroting
8.345.929
Totaal begroting
952.288
Verschil Totaal rekening vorig boekjaar
-506.653 8.094.619
De subsidies overheden en anderen lagen onder de begroting. Dit wordt vooral verklaard door het feit dat er geen nieuwe fondsen binnengehaald zijn, die tot inkomsten in 2014 leidden. Concurrentie op het gebied van institutionele fondsen, bezuinigingen van institutionele donoren als gevolg van de economische crisis en de inzetbare capaciteit speelden Woord en Daad parten, ondanks het feit dat ingediende aanvragen kwalitatief goed scoorden. In 2014 is samen met regionale allianties verder ingezet op institutionele donoren, via de regionale fondsenwervers in het Zuiden, die partnerorganisaties ondersteunen bij het schrijven van subsidieaanvragen, wat in 2014 voor het eerst succesvol was. De totale begroting van € 8.345.929 bestaat voor € 7.769.929 uit groen budget. Er is € 69.348 meer binnengekomen dan gepland op het groene budget, wat wordt verklaard uit het doorschuiven van een deel van de SBOS-subsidie, waarvan de activiteiten in 2014 werd afgerond.
114
Totaal rekening vorig boekjaar
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Verschil Totaal rekening vorig boekjaar
4.375 1.013.368
De kosten Beheer & Administratie zijn iets hoger uitgevallen dan begroot, maar gedaald ten opzichte van 2013. Voor kosten Beheer & Administratie geldt een maximumpercentage van 3,1% (zie ook appendix 4). In 2013 lag dit percentage op 3,27% en in 2014 kwam dit uit op 3,05% en voldeed hiermee weer aan de gestelde norm, ondanks de lagere inkomsten. Overige toelichting op kosten overhead De belangrijkste verschillen tussen begroting en realisatie in 2014 bestaan in de niet-begrote kosten voor de samenwerking WD-REK (inclusief vergaderkosten € 49.080), hogere overige personeelskosten (medische keuringen en gezondheidsonderzoeken € 20.000). Lager dan begroot waren de afschrijvingskosten hardware, in verband met later uitgevoerde investeringen (€ 96.000) Zie voor een verdere uitsplitsing appendix 3 Toelichting uitvoeringskosten.
Baten Rentebaten en baten uit beleggingen Totaal rekening
44.180
Totaal begroting
50.000
Verschil
-5.820
Totaal rekening vorig boekjaar
58.176
Door de lage rentestand en de afnemende liquiditeiten als gevolg van noodhulpbestedingen zijn de rentebaten iets lager dan vorig jaar en dan de begroting.
De begroting bestaat voor € 23.991.256 uit groen budget. Aangezien gedurende het jaar bleek dat de oranje inkomsten nauwelijks zouden binnenkomen, is dit oranje budget niet vrijgegeven, behalve een paar projecten in de oranje categorie waar specifiek gelabelde inkomsten voor binnenkwamen. Per programma is maatwerk toegepast in de toekenningen, waarbij deze gekoppeld zijn aan de inkomsten. Noodhulp Totaal rekening
Opbrengst leveranciersrol Totaal rekening
122.871
Totaal begroting
100.000
Verschil
22.871
Totaal rekening vorig boekjaar
92.149
4.191.445
Totaal begroting
1.000.000
Verschil
3.191.445
Totaal rekening vorig boekjaar
2.512.976
Er zijn onder andere meer personeelskosten doorbelast aan derden dan begroot. Zie ook de toelichting bij (16).
Aan noodhulp is fors meer uitgegeven dan begroot, als gevolg van de noodhulpacties voor Filipijnen, ebola WestAfrika en droogte in Oost-Afrika. De begroting bestaat geheel uit groen budget. Zie voor een gedetailleerder overzicht (8) Fondsen.
Opbrengst Awareness Raising
Lobby en bewustwording
Totaal rekening
46.985
Totaal rekening
1.022.783
Totaal begroting
115.250
Totaal begroting
1.076.748
Verschil
-68.265
Verschil
Totaal rekening vorig boekjaar
0
De inkomsten awareness-raising liggen fors lager dan begroot wegens het niet of later doorgaan van een aantal reizen.
Totaal rekening vorig boekjaar
-53.965 1.170.748
De totale besteding aan Lobby en Bewustwording is iets lager dan begroot, vooral door lagere directe bestedingen. De Wees Eerlijk-campagne, waarvan Woord en Daad penvoerder is, is afgerond in 2015.
Bestedingen PMEL/PMA Structurele programma’s Totaal rekening Totaal rekening
23.767.862
Totaal begroting
Totaal begroting
27.411.972
Verschil
Verschil
-3.644.109
Totaal rekening vorig boekjaar
Totaal rekening vorig boekjaar
24.421.160
Aangezien gedurende het jaar middels trendanalyse bleek dat de inkomsten lager zouden uitkomen dan begroot zijn er ook minder projecten goedgekeurd. Meer informatie is te vinden onder de toelichting bij de verschillende programma’s in het jaarverslag.
954.932 1.190.073 -235.141 1.358.527
De totale besteding aan PMEL/PMA ligt lager dan de begroting, doordat er wat minder audits zijn uitgevoerd dan in 2013. Daarnaast heeft stichting Red een Kind bijgedragen in diverse bestedingen.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
115
Kijk!
9 Financiële verantwoording
Appendix 6: Toelichting kosten directie Naam
Dr. h.c. ir. J. Lock
Drs. D. Nieuwenhuis
Functie
Voorzitter raad van bestuur
Lid raad van bestuur
Aard
Onbepaald
Onbepaald
Uren
36 (tot 17 april 33 uur)
36
Percentage dienstverband
100% (tot 17 april 92%)
89%
Periode
1-1-2014 t/m 31-12-2014
1-1-2014 t/m 16-4-2014 (uit dienst als lid van de Raad van Bestuur)
DIENSTVERBAND
BEZOLDIGING Bruto jaarsalaris
85.640
18.049
Vakantiegeld
6.510
1.444
Eindejaarsuitkering
1.161
1.503
Variabel inkomen*
1.963
Salaris volgens VFI-systematiek Maximaal salaris volgens VFI-systematiek** (conform Adviesregeling Directeuren Goede Doelen VFI)
0 95.274
20.996
117.222
25.717
SV lasten (wg deel)
8.900
2.621
14.978
2.919
Totaal 2014
119.152
26.536
Totaal 2013***
116.131
86.902
Pensioenlast (wg deel)
Toelichting Percentage eindejaarsuitkering is 8,33% conform de BBRA, verminderd met uitruil belastbaar loon * Variabel inkomen van de heer Lock betreft de verkoop van vakantiedagen, conform de arbeidsvoorwaarden van Woord en Daad. Aan de directieleden zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt. ** Het maximaal salaris volgens VFI-systematiek betreft het totale bruto salaris; SV-lasten en pensioenlasten worden hierin niet meegenomen. *** Het maximaal salaris volgens VFI-systematiek betrof voor J. Lock € 100.420 en voor D. Nieuwenhuis € 87.340. Het brutosalaris van J. Lock in 2013 was € 93.672 en van D. Nieuwenhuis € 68.811). Aan de directieleden zijn geen leningen, voorschotten of garanties verstrekt.
Appendix 7: Analyse gerealiseerd saldo versus begroot saldo baten en lasten In 2013 is als gevolg van de noodhulpactie voor hulp na de tyfoon in de Filippijnen meer ontvangen dan begroot. Deze inkomsten zijn in een bestemmingsfonds verantwoord en in 2014 deels ingezet. Woord en Daad werkt met een koppeling tussen inkomsten en uitgaven. Gezien de lagere inkomsten ten opzichte van de begroting is er ook minder aan projecten besteed dan begroot. Zie ook de toelichting in de staat van baten en lasten voor de toevoeging en onttrekking aan reserves en fondsen van het resultaat. Zie voor verdere reflectie op de afwijkingen van de begroting het jaarverslag.
Begroot saldo baten en lasten
-107.470
EFFECTEN ROND INKOMSTEN Lagere inkomsten voor sponsorprogramma
-92.539
Lagere inkomsten overige giften particulieren
318.852
Hogere noodhulpinkomsten particulieren, bedrijven en vermogensfondsen
589.137
Lagere inkomsten giften bedrijven (excl. sponsorprogramma en noodhulp)
-274.792
Lagere inkomsten giften vermogensfondsen (excl. noodhulp) Hogere inkomsten uit aandeel in acties derden Lagere inkomsten subsidies overheden
-2.551.624 815.628 -506.653
Lagere inkomsten rentebaten en baten uit beleggingen
-5.820
Hogere opbrengst leveranciersrol
22.871
Lagere opbrengst awareness raising
-68.265
Totaal lagere inkomsten
-1.753.205
EFFECTEN ROND BESTEDINGEN Hogere noodhulpbestedingen Koersresultaat (winst) op programma’s Lagere programmabestedingen als gevolg van lagere inkomsten Lagere bestedingen lobby en bewustwording Lagere bestedingen R&L Lagere kosten leveranciersrol Totaal lagere bestedingen
-3.191.445 30.076 3.614.033 53.965 235.141 14.732 756.504
EFFECTEN ROND OVERHEAD Lagere kosten werving baten Hogere kosten beheer en administratie Gerealiseerd saldo baten en lasten
116
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
5.900 -4.375 1.102.646
Appendix 8: Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Overige gegevens: Gebeurtenissen na balansdatum
Huurcontract: Het huurcontract voor het kantoorpand aan de Spijksedijk liep tot 31 december 2014. Vanaf januari 2015 wordt dit pand gerenoveerd, waarbij Woord en Daad tijdelijk gehuisvest is aan de Dokter Van Stratenweg in Gorinchem. Het betreft een flexibel huurcontract, wat per maand opzegbaar is en wat vooralsnog loopt tot en met 30 juni 2015. De maandhuur (inclusief servicekosten) bedraagt € 8.733, voor 6 maanden is dat totaal € 52.397. De onderhandelingen over een nieuwe huurperiode aan de Spijksedijk lopen momenteel, er zijn nog geen defintieve afspraken gemaakt over de locatiekeuze, huurprijs en metrage.
In 2014 is conform het besluit dat op 5 maart 2014 is genomen veel tijd en energie besteed aan het verder uitwerken van de opzet van een gezamenlijke uitvoeringsorganisatie met Stichting Red een Kind. Begin 2015 is het besluit gevallen dat een gezamenlijke werkorganisatie niet de meest optimale manier is om samen te werken. Governance, maar ook fiscale aspecten speelden hierbij een rol. Beide Raden van Toezicht hebben daarom besloten de samenwerking via een gezamenlijke werkorganisatie niet door te zetten, maar wel, wanneer dit voordelen biedt, op projectbasis met elkaar te blijven samen werken. Dat geldt overigens ook voor andere partijen. Dit besluit heeft geen directe impact op vermogen en resultaat van de stichting per 31 december 2014, maar wel op de wijze waarop Woord en Daad haar processen in de toekomst zal organiseren. In de eerste maanden van 2015 is hier binnen de organisatie verder over nagedacht, de uitwerking zal gedurende het jaar plaatsvinden.
BTW: In 2014 heeft Woord en Daad op eigen initiatief contact gezocht met de Belastingdienst om meer duidelijkheid te krijgen over haar BTW-positie. Woord en Daad wordt hierin bijgestaan door een fiscaal adviseur. Bij het opstellen van de jaarrekening is nog geen uitspraak van de Belastingdienst ontvangen, zodat de eventuele fiscale gevolgen niet zijn meegenomen in de jaarrekening over 2014. Projecten: Eind 2014 was er voor projecten in totaal voor € 10.014.365 toegezegd aan partners voor het jaar 2015 en verder. ICT In december 2014 heeft Woord en Daad afspraken gemaakt met een nieuwe hard- en softwareleverancier. Het nieuwe servicecontract heeft een looptijd tot en met december 2015. De bijbehorende verplichting voor 2015 bedraagt in totaal € 50.987.
Samen met Red een Kind was overeenstemming bereikt met een verhuurder van een locatie in Utrecht, waar de gezamenlijke werkorganisatie gehuisvest zou worden. Ondanks dat de overeenkomst nog niet ondertekend was, waren de besprekingen in een finale fase en is er daarom een verplichting ontstaan. Als gevolg van het stopzetten van de voorgenomen samenwerking met Red een Kind is in goed overleg met de verhuurder besloten om hem te compenseren, via een afkoopsom. Aangezien er in 2015 anderzijds ook kosten bespaard worden, als gevolg van het niet doorgaan van de verhuizing, zal het totaal naar verwachting resultaatneutraal uitkomen.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
117
Kijk!
9 Financiële verantwoording
9.3
118
CONTROLEVERKLARING
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
119
Kijk!
9 Financiële verantwoording
9.4
BEGROTING 2015
EIGEN FONDSENWERVING Sponsorprogramma
9.530.000
Overige giften particulieren
6.150.000
Noodhulp Giften bedrijven (exclusief sponsoring) Vermogensfondsen Subtotaal eigen fondsenwerving
500.000 1.850.000 3.500.000 21.530.000
OVERIGE INKOMSTEN Aandeel in acties derden (overig)
2.809.039
Subsidies overheden
8.367.985
Inkomsten Bewustwording Baten uit beleggingen Inkomsten leveranciersrol Som van de baten
62.700 50.000 135.000 32.954.724
LASTEN Programma’s EDU AVET TVET-JBS WASH
11.085.279 590.300 2.726.495 777.092
ED
777.137
AD
1.072.810
Credit program housing SPN BN-Health BN-FNS Innovatieprogramma Noodhulp Overig (ICT tbv partners, beleidsconferenties etc) REK
550.000 767.392 1.310.000 840.992 150.000 1.000.000 600.000 3.988.341
Directe alliantiekosten
210.301
L&A
149.449
AR
893.445
PMA/PMEL
1.112.415
partnerrol kstn
1.262.040
Leveranciersrol Totaal doelstelling Kosten fondsenwerving Kosten Beheer en Administratie Totaal overhead Som van de lasten Resultaat
128.559 29.992.047 1.608.716 856.534 2.465.250 32.457.297 497.427
Toevoeging/onttrekking aan: Koersreserve sponsoring Koersreserve overige projecten Partnerrekeningen sponsoring (inhalen) Opbouw partnerrekeningen Bestemmingsfondsen noodhulp Overige reserves en overige bestemmingsfondsen
190.600 73.160 397.574 50.000 -500.000 286.093 497.427
120
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
2015 is het laatste jaar van het huidige meerjarenbeleidsplan. Het inkomstenniveau 2015 ligt nagenoeg op dat van de begroting 2014, waarbij wel inkomsten vanuit vermogensfondsen lager liggen (als gevolg van lagere realisatie in de laatste jaren) en vanuit subsidies hoger (in verband met aanvraag strategisch partnerschap en inzet van regionale fondsenwervers). De bestedingen zijn in lijn met de meerjarenbegroting, waarbij het BN-Health programma in 2015 uitgefaseerd gaat worden. Het Educatie-programma neemt af, onder andere door uitfasering in India. Daarentegen nemen WASH/AVET/TVET-JBS toe, waarmee wordt voorgesorteerd op de nieuwe beleidsperiode.
Meerjarenbegroting
2015
2016
2017
2018
2019
Sponsorprogramma
9.530.000
9.577.650
9.625.538
9.673.666
9.722.034
Overige giften particulieren
6.150.000
6.273.000
6.398.460
6.526.429
6.656.958
EIGEN FONDSENWERVING
Noodhulp Giften bedrijven (exclusief sponsoring) Vermogensfondsen Subtotaal eigen fondsenwerving
500.000
500.000
500.000
500.000
500.000
1.850.000
1.887.000
1.924.740
1.963.235
2.002.499
3.500.000
3.675.000
3.858.750
4.051.688
4.254.272
21.530.000
21.912.650
22.307.488
22.715.017
23.135.763
OVERIGE INKOMSTEN Aandeel in acties derden (overig)
2.809.039
1.091.969
1.124.728
1.158.470
1.193.224
Subsidies overheden
8.367.985
11.784.000
12.019.680
12.260.074
12.505.275 65.246
Inkomsten Bewustwording
62.700
63.327
63.960
64.600
Baten uit beleggingen
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
135.000
137.700
140.454
143.263
146.128
32.954.724
35.039.646
35.706.311
36.391.424
37.095.637
11.085.279
13.639.543
13.821.520
13.762.596
13.700.726
590.300
2.103.861
2.145.938
3.004.314
3.695.306
2.726.495
2.644.700
2.565.359
2.514.052
2.514.052
777.092
2.631.893
2.684.531
2.952.984
3.130.163
Inkomsten leveranciersrol Som van de baten LASTEN Programma's EDU AVET TVET-JBS WASH ED
777.137
1.115.994
1.171.794
930.383
576.902
AD
1.072.810
1.830.091
2.013.100
1.914.410
2.005.851
Credit program housing
550.000
566.500
583.495
601.000
619.030
SPN
767.392
750.000
750.000
750.000
750.000
1.310.000
0
0
0
0
840.992
866.222
892.208
918.975
946.544
BN-Health BN-FNS Innovatieprogramma Noodhulp Overig (ICT t.b.v. partners, beleidsconferenties etc.)
150.000
400.000
500.000
500.000
500.000
1.000.000
500.000
500.000
500.000
500.000 600.000
600.000
600.000
600.000
600.000
3.988.341
0
0
0
0
Directe alliantiekosten
210.301
252.826
257.357
264.297
269.920
L&A
149.449
175.198
178.532
181.957
185.478
AR
893.445
875.991
892.658
909.786
927.391
REK
PMA/PMEL
1.112.415
1.352.440
1.381.397
1.417.436
1.446.929
partnerrol kstn
1.262.040
1.352.440
1.381.397
1.417.436
1.446.929
Leveranciersrol
128.559
137.700
140.454
143.263
146.128
29.992.047
31.795.400
32.459.741
33.282.888
33.961.349
1.608.716
1.751.982
1.785.316
1.819.571
1.854.782
856.534
875.991
892.658
909.786
927.391
2.465.250
2.627.973
2.677.973
2.729.357
2.782.173
32.457.297
34.423.373
35.137.714
36.012.245
36.743.522
497.427
616.273
568.597
379.179
352.115
190.600
190.600
190.600
190.600
190.600
73.160
76.818
80.659
84.692
88.926
397.574
-
-
-
-
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
Totaal doelstelling Kosten fondsenwerving Kosten Beheer en Administratie Totaal overhead Som van de lasten RESULTAAT Toevoeging/onttrekking aan: Koersreserve sponsoring Koersreserve overige projecten Partnerrekeningen sponsoring (inhalen) Opbouw partnerrekeningen Bestemmingsfondsen noodhulp Overige reserves en overige bestemmingsfondsen
-500.000
-
-
-
-
286.093
298.855
247.338
53.887
22.589
497.427
616.273
568.597
379.179
352.115
Zie ook de toelichting bij de jaarbegroting 2015. De totale inkomsten groeien jaarlijks, waarbij zowel sponsoring als overige inkomsten particulieren/bedrijven toenemen. Vanaf 2016 neemt het aandeel acties derden fors af door het wegvallen van de eigen bijdrage van Red een Kind in het kader van MFS-2. De subsidies groeien, ondanks het wegvallen van de Prisma-inkomsten na 2015. Dit wordt veroorzaakt door nieuwe begrote subsidies, waaronder Strategisch Partnerschap en gerealiseerde aanvragen via regionale fondsenwervers. Het programma Educatie groeit licht conform groei in sponsorinkomsten. Het programma TVET-JBS wordt voor de bestaande programma’s afgebouwd, maar in fragiele regio’s vervangen door nieuwe programma’s, waarbij het totaalbedrag ongeveer gelijk blijft. AVET en WASH nemen daarentegen flink toe als gevolg van toegenomen subsidiemogelijkheden voor deze programma’s. Het AD-programma groeit ten koste van het ED-programma, samen met AVET en WASH gaat dit type programma’s een belangrijke pijler onder het werk van Woord en Daad vormen. Begrote overheadkosten, maar ook bestedingen partnerrol en PMA zijn gekoppeld aan de bijbehorende normpercentages.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
121
Kijk!
9 Financiële verantwoording
122
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!
Bijlage
Bijlagen 1
Raad van bestuur en raad van toezicht
2 Nevenfuncties 3 Functies 4 Organogram 5
Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording
6
Onderzoeksrapport externe accountant
7
Stakeholders en netwerken
8
Vision on Transformation
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
123
Kijk!
1 Bijlage Raad van bestuur en raad van toezicht »» Raad van bestuur Dr.h.c. ir. J. Lock Functie: Directeur-bestuurder Ingangsdatum: per 01-01-2008
Drs. D.J. Nieuwenhuis Functie: Lid raad van bestuur Ingangsdatum: per 01-01-2010 tot 17 april 2014
»» Raad van toezicht Naam
Jaar 1e verkiezing
Aftredend / hernoembaar op
Ds. C. Westerink - voorzitter Predikant
2009
31-12-2016 hernoembaar
J. Achterstraat-Floor AA MBA – secretaris Zelfstandig ondernemer
2011
31-12-2014 hernoembaar
Ing. C. van Burg Directeur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
2010
31-12-2017 hernoembaar
Dhr. B. Jaspers Faijer Wethouder
2014
31-12-2017 hernoembaar
Dr. P. Honkoop MDL-arts
2007
31-12-2014 hernoembaar
Drs. M.C. van de Lagemaat-Maaskant MA Docente Frans
2003
31-12-2014 niet hernoembaar
P.W. Nobel RA Registeraccountant
2011
01-03-2014 hernoembaar
Mr. M.A. Overbeeke – Boer Politiek verslaggever NOS
2014
31-12-2017 hernoembaar
»» Auditcommissie
124
Naam
Aftredend / hernoembaar op
P.W. Nobel RA Registeraccountant
31-12-2014 hernoembaar
Dr. P. Honkoop MDL-arts
31-12-2017 hernoembaar
J. Gouw RA Registeraccountant
31-12-2016 hernoembaar
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!
2 Bijlage
Nevenfuncties »» Raad van bestuur Voorzitter raad van bestuur: dr.h.c. ir. Jan Lock, vanaf 18 april directeur-bestuurder NEVENFUNCTIES
RISICOANALYSE
Adviseur Stichting Poverty Investments (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Bestuurslid (penningmeester) Stichting Gezamenlijke Evaluaties Partos (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Bestuurslid Vereniging Co-Prisma (vanaf november 2011). Mandaat ligt in verlengde van Prisma (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Directeur Adicisim B.V. (deeltijd 20%: bezoldigd)
Adicisim B.V. levert (interim-)management en (bestuurlijk) advies. Voor zover er bij klanten van Adicisim sprake kan zijn van belangenverstrengeling wordt dit gemeld aan de raad van toezicht van Woord en Daad
Gemeenteraadslid van Gemeente Giessenlanden (bezoldigd)
Geen risico’s, geen verband met functie Woord en Daad
Lid raad van toezicht voor masteropleiding Besturen van Maatschappelijke organisaties aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Lid wetenschappelijke adviesraad voor kennisontwikkeling en lectoraten Driestar Educatief (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad en samenwerking Driestar Educatief en Woord en Daad
Bestuurder New World Campus (voorzitter, onbezoldigd)
Geen risico, steunt de activiteiten van Woord en Daad
Lid raad van bestuur: drs. Dicky Nieuwenhuis (tot 17 april 2014) NEVENFUNCTIES
RISICOANALYSE
Lid bestuur Partos, Nederlandse branchevereniging voor internationale samenwerking Amsterdam (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Member Administrative Council EU-Cord, Europese vereniging voor christelijke organisaties op terrein van internationale samenwerking (onbezoldigd)
Geen risico’s, nevenfunctie past bij functie Woord en Daad
Lid bestuur lokale kiesvereniging en steunfractielid ChristenUnie Culemborg (onbezoldigd)
Geen risico’s, geen verband met functie Woord en Daad
»» Raad van toezicht Naam
Nevenfuncties
Ds. C. Westerink - voorzitter Predikant J. Achterstraat-Floor AA MBA – secretaris Zelfstandig ondernemer
Lid Raad van Commissarissen Rabobank Vallei en Rijn
Ing. C. van Burg Directeur kapitaalinvesteringen Dow Chemical
Lid Provinciaal Bestuur SGP Zeeland Lid raad van toezicht Stichting Poverty Share Investments (PSI) te Gorinchem Bestuurslid Stichting Reformatorische Publicatie, prioriteitsaandeelhouder van Erdee Media Groep
Dhr. B. Jaspers Faijer Wethouder
Bestuurslid Stichting Ribo (Restauratie en Innovatie in de Bouw) Lid algemeen bestuur Reestmond (werkvoorzieningschap)
Dr. P. Honkoop MDL-arts
Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Maag-, Darm- en Leverartsen
Drs. M.C. van de Lagemaat-Maaskant MA Docente Frans P.W. Nobel RA Registeraccountant Zelfstandig ondernemer
- Tot 1 juli 2014 Directievoorzitter accountantskantoor - Lid raad van toezicht Stichting Poverty Share Investments te (PSI) te Gorinchem
Mr. M.A. Overbeeke – Boer Politiek verslaggever NOS
Lid raad van advies Nederlands Dagblad
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
125
Kijk!
3 Bijlage Functies »» Woord en Daad - december 2014 Functienaam
Naam Medewerker
Aantal
DIRECTIE Voorzitter raad van bestuur
Dr.h.c. ir. Jan Lock
Directiesecretaresse
Tosca van Beek-van Breda
Stafmedewerker Kwaliteitsmanagement
Harmke van Ooijen-Oomen
Stafmedewerker Communicatie
Drs. Wilma van der Meij-van Doorn
Stafmedewerker HRM
Herman Hendriks
Stafmedewerker ICT
Gert-Jan van den Berg
Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding
Drs. Evert-Jan Brouwer
Stafmedewerker Beleidsbeïnvloeding
Eddie Krooneman MSc
Stafmedewerker Beleidsontwikkeling
Ir. Leen Stok
Perscoördinator
Mariska Dijkstra-Wolters
Totaal
6,71
AFDELING FINANCE, PROJECTADMINISTRATIE EN CONTROL Manager Finance, Projectadministratie en Control
Jan van der Bas QC
Assistent Manager Finance, Projectadministratie en Control
Drs. Arnold van Willigen
Totaal
1,67
UNIT FINANCE EN CONTROL Hoofd unit Finance en Control
Albert Don AA
Medewerker unit Finance & Control
Peter Zegers
Medewerker unit Finance & Control
Bram van Nordennen
Medewerker unit Finance & Control
Gerrit-Jan Klein Beekman
Analist Finance & Control
Ernst Prosman
Totaal
4,22
UNIT PROJECTADMINISTRATIE Medewerker unit Projectadministratie
Hilda de Vries
Medewerker unit Projectadministratie
Klaasje Kooiker
Totaal
2,00
UNITHOOFD SPONSORPROGRAMMA Hoofd unit Sponsorprogramma
Annelien Bom
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma
Petra Timmermans-Bos
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma
Marieke den Hartog
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma
Cindy van Luttikhuizen-Metselaar*
Adm. Medewerker unit Sponsorprogramma
Erica van den Bergh-de Groot**
Totaal
2,11
AFDELING COMMUNICATIE EN FONDSEN Manager afdeling Communicatie en Fondsen
Rina Molenaar MSc
Secretaresse afdeling Communicatie en Fondsen
Carlien Walhout-Maljaars
Stafmedewerker donorrol
Ina Hogendoorn
Medewerker Communicatie en Fondsen/eindredacteur Grenzeloos en Verrekijker
Annemarie van der Plas MSc
Webmaster
Barend Visser
Totaal
4,12
UNIT BEWUSTWORDING Hoofd unit Bewustwording (en jongerenactiviteiten)
Aldwin Geluk
Medewerker unit Bewustwording (en jongerenactiviteiten)
Herman Hendriks
Medewerker unit Bewustwording (en jongerenactiviteiten)
Els Hogendoorn
Totaal
2,30
UNIT INSTITUTIONELE FONDSEN Hoofd unit Institutionele Fondsen
Drs. Pascal Ooms
Medewerker unit Institutionele Fondsen
Jan-Frans de Bruijn
Junior medewerker Institutionele Fondsen
Fieneke van den Bosch-de Jong MSc
Trainee Institutionele Fondsen
Siripha van Driel
Totaal
126
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
1,89
UNIT COMMUNICATIE EN FONDSENWERVING PARTICULIEREN Hoofd unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren
Corjan Rink
Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren
Kees Vreeken MA
Redactiesecretaris/(Eind)redacteur unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren
Joke Martens-Bevelander ****
Scholenvoorlichter/Communicatiemedewerker unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren
Janneke Witzier-Wemmers
Communicatiemedewerker Adoptie unit Communicatie en Fondsenwerving Particulieren
Willemijn Bax-Schouten
Coordinator comités en evenementen
Jan-Frans de Bruijn
Communicatiemedewerker/eindredacteur Werelddelen en Intercom
Marlies Moret-Verwoerd
Fondsenwerver Sponsorprogramma
Roy Wouters
Totaal
5,95
UNIT FONDSENWERVING BEDRIJVEN Accountmanager unit Bedrijven
Gideon Davidse
Communicatiemedewerker unit Bedrijven/eindredacteur Daadkracht
Willemijn ten Brinke-Molendijk
Assistent Fondsenwerving unit Bedrijven
Willemien van Wijnen-Vos
Accountmanager unit Bedrijven
Wilhelm Doeleman
Totaal
3,23
UNIT VERMOGENSFONDSEN Hoofd unit Vermogensfondsen
Wim Hasselman
Medewerker unit Vermogensfondsen
Barend Visser
Trainee Vermogensfondsen
Kees Knulst
Totaal
1,44
UNIT OFFICEMANAGEMENT Officemanager unit Office Management
Jan Versteeg
Office-assistent unit Office Management
Wilma Schoonderwoerd-van Dalen
Medewerker PR/Sponsoring unit Office Management
Ruchama Bom
Interieurverzorgster unit Office Management
Rita Uittenbogaard-Linstee
Telefoniste/Receptioniste unit Office Management
Ellen Snoek-de Vreugd
Telefoniste/receptioniste unit Office Management
Lisette den Besten-Kros
Totaal
3,60
AFDELING PARTNERS EN PROGRAMMA’S Manager afdeling Partners en Programma’s
Edwin Visser
Regiocoördinator GHARA/SARA/KUSSRA
Ellen van den Hil MPHC
Regiocoördinator ARA/WARA
Cees Oosterhuis MSc
Regiocoördinator CLARA
Drs. Sander Verduijn
Coördinator Beleidsbeïnvloeding Zuiden
Drs. Judith van den Bogaard-Krol
Coördinator Expertiseteam AVET/TVET/JBS
Ir. Wim Simonse
Programmamedewerker WASH
Ir. Jacob Jan Vreugdenhil
Programmamedewerker Onderwijs
Drs. Michelle Hoftijzer-van Berchum
Programmamedewerker Onderwijs
Drs. Greetje Urban
Programmamedewerker Onderwijs
Drs. Jolanda Tal-Bout***
Coördinator Expertiseteam Onderwijs
Drs. Henrike Bisschop
Programmamedewerker Voedselzekerheid
Ir. Maarten van den Dool
Programmamedewerker AVET/TVET/JBS
Cees van Breugel
Programmamedewerker AVET/TVET/JBS
Drs. Henrike Bisschop
Programmamedewerker Beleidsbeïnvloeding Zuiden
Eddie Krooneman MSc
Totaal
11,38
AFDELING AGRIBUSINESS ENTERPRISE DEVELOPMENT Manager Agribusiness Enterprise Development
Ing. Maarten van Middelkoop
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development
Drs. John Lindhout
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development
Ir. Corstiaan van Aalsburg
Accountmanager Agribusiness Enterprise Development
Marc de Leeuw MBA
Totaal * vervanging ziekteverlof ** na zwangerschapsverlof uit dienst
4,00 *** per 31 december 2014 uit dienst **** met ziekteverlof
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
127
Kijk!
3 Bijlage
AFDELINGEN RESULTAATMANAGEMENT EN LEREN Manager Resultaatmanagement en Leren
Dr. ir. Wim Blok
Coördinator PMEL
Drs. Marike Spruyt-de Kloe
Senior medewerker PMA
Drs. Paul Schot
Medewerker PMEL WARA/CLARA
Ir. Hanneke Post
Medewerker PMEL en Projectleider Onderwijsinnovatieproject
Cornelis de Schipper MSc
Promotieonderzoeker
Drs. Corné Rademaker
Totaal Caroline Noorland-van der Slik
Afdelingssecretariaat AED, R&L, P&P
Florence Goossens-de Groot
Totaal TOTAAL
128
5,00
Afdelingssecretariaat AED, R&L, P&P
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
0,89 60,51
Kijk!
4 Bijlage
Organogram »» Woord en Daad - december 2014
Algemeen Staffuncties alg.
Raad van toezicht
Verbindende rol Donorrol Partnerrol Leveranciersrol
Raad van bestuur
Directiesecretariaat
Interne en Perscommunicatie
Kwaliteitsmanagement
HRM
ICT
Beleidsontwikkeling
Beleidsbeïnvloeding
Communicatie & Fondsen
Staf C&F
Agribusiness Enterprise Development
Bewustwording
Partners en Programma’s
Resultaatmanagement en Leren
Finance, Projectadministratie & Control
Logistiek secretariaat voor P&P, AED, R&L
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
129
Kijk!
4 Bijlage
»» S upport Teams en Expertise Teams
Hiërarchisch leidinggevende vanuit afdelingen Manager P&P
Manager P&P
Manager AED
Manager R&L
Functioneel leidinggevende
Deskundigen in Support Teams
Coördinator Expertise Team
Deskundigen in Expertise Teams
Regio Coördinator Support Team1
Onderwijskundige
Deskundige Basisvoorzieningen (gezondheidszorg, voedselzekerheid en WASH)
Deskundige AED
Deskundige PMEL
Deskundige AVET/TVET/JBS
Deskundige Beleidsbeïnvloeding
»» Donorteams Managers WD Donor (Manager C&F en Ass. manager F&C)
Donorcoördinator (DC)
Manager FP&C
Manager R&L
Vertegenwoordiger projectadministratie
Deskundige PMA
Manager C&F
Hoofd van een fondsenwer vende afdeling binnen C&F
Financieel deskundige (op afroep)
Deskundige op gebied van IF
donorteam
Hiërarchisch leidinggevende vanuit afdelingen Functioneel leidinggevende vanuit donorrol Deskundigen in donorteams
Afdeling Agribusiness & Enterprise Development
130
Afdeling Partners & Programma’s Thema’s: AVET/TVET/JBS, Beleidsbeïnvloeding, Onderwijs, Gezondheidszorg, Voedselzekerheid, WASH
Thema’s
Regio’s
Expertise Teams
Support Teams
functionele aansturing door expertiseteam coördinatoren
functionele aansturing door regiocoördinatoren
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Afdeling Resultaatmanagement & Leren
Kijk!
5 Bijlage
Procesbeheersing, risicobeheersing en verantwoording 1 Algemeen
2
Woord en Daad kent twee hoofdprocessen als het gaat om de werving en toekenning van fondsen (donorrol) en de inhoudelijke flankering van partners bij de uitvoering van programma’s (partnerrol). In het stroomschema bij paragraaf 3 is de samenhang tussen de twee hoofdprocessen weergegeven.
Beleidsplan Woord en Daad werkt met een rollend beleidsplan. Het nu vigerende beleidsplan geldt voor 2011–2015 en is in 2010 vastgesteld. In oktober 2012 is een addendum geschreven. In 2013 en 2014 bleek dat niet nodig. In 2014 zijn de voorbereidingen getroffen voor het beleidsplan 2016-2020.
De interne procesbeheersing en controle zijn beschreven in het Handboek Organisatie waarin zijn opgenomen: • een overzicht van processtappen per proces en de onderliggende administratieve procedures; • handleidingen voor project, donor (inclusief accountability), PMEL, sponsoring, advocacy, auditing en evaluatie. Woord en Daad toetst haar processen aan de hand van drie kwaliteitssystemen. Elk systeem heeft zijn eigen invalshoek en juist de combinatie van systemen resulteert in een dekkende toetsing van de beide hoofdprocessen op verschillende niveaus. CBF-keurmerk, geïntegreerd met de Code Goed Bestuur voor Goede Doelen (de Code Wijffels). Het keurmerk stelt eisen aan bestuur, beleid, fondsenwerving, voorlichting en communicatie, besteding van middelen en verslaggeving. Woord en Daad werkt volgens de Code Wijffels. De audit in 2014 resulteerde in hercertificering. Voor deze audit werd tevens gebruik gemaakt van de Partosversie van ISO 9001:2008, die toegesneden is op de ontwikkelingssector. ISO: dit kwaliteitskeurmerk gebruikt Woord en Daad voor een kritische beheersing, aanpassing en optimalisering van de processen. Sinds mei 2002 is Woord en Daad ISO 9001:2008 gecertificeerd (categorie 35; het werven en besteden van fondsen ten bate van armoedebestrijding in ontwikkelingslanden). De audit in 2014 verliep goed. In de certificering is Woord en Daad ook beoordeeld op de Partos-norm 9001 (sectorspecifieke norm op basis van de ISO-norm 9001). Het resultaat is dat we het certificaat voor deze norm hebben mogen behalen. • COSO: dit systeem is vooral gericht op een kritische beheersing van de fondsenwervings- en fondsenbestedingsprocessen en een betrouwbare verslaglegging in de jaarrekening. Dit wordt bereikt door een adequate administratieve organisatie en de daarin beschreven interne beheersmaatregelen.
Procesbeheersing Nederland
Operationeel jaarplan Op basis van de doelstellingen van het beleidsplan wordt een operationeel jaarplan geschreven. Aan het operationele jaarplan is de begroting gekoppeld. Het operationele jaarplan en het budget fungeren als uitvoeringskader voor de organisatie. De RvB toetst in hoeverre de uitvoerende organisatie zich aan het operationele jaarplan als kader houdt. Daartoe wordt gebruikgemaakt van het koersrapport. KPI’s evaluaties en lerend vermogen Elke eerste week van de maand komt het koersrapport op financiële indicatoren beschikbaar. Elke twee maanden maakt elke afdeling een koersrapport op kwalitatief en op activiteitenniveau. Het financiële koersrapport is integraal onderdeel van de vergaderingen van het managementteam. Van het meer gedetailleerde tweemaandelijkse koersrapport wordt tijdens de managementteamvergadering een samenvatting besproken. Daarin geven afdelingen aan of de realisatie van doelstellingen op koers ligt, en zo niet, in hoeverre corrigerende maatregelen nodig zijn. De RvB beoordeelt in hoeverre de corrigerende maatregelen realistisch zijn c.q. passen in het beleid. De RvT ziet er op toe dat de RvB haar rol goed pakt. RvB en RvT maken gebruik van Key Performance Indicators. De koppeling tussen ‘beleidsplan - operationeel jaarplan - koersrapport’ geeft op een eenvoudige en heldere wijze zicht op datgene wat er speelt. In de lijn plan–do–check– act dwingt dat om van de praktijk te leren. Daarnaast leert Woord en Daad veel uit de gesprekken met partnerorganisaties, de doelgroep, de achterban en organisaties met wie ze samenwerkt. Deze leerelementen worden serieus genomen en doorvertaald in beleid en organisatie. Woord en Daad voert systematisch evaluaties uit. In de evaluaties wordt behalve naar cijfers ook gekeken naar de daadwerkelijke impact van het werk op het leven van mensen in het Zuiden. Door middel van leerinventarisaties wordt systematisch gevolgd of en hoe geleerde lessen uit
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
131
Kijk!
5 Bijlage
evaluaties en onderzoeken opgevolgd en/of geïmplementeerd worden. In 2013 zijn grote programma-evaluaties uitgevoerd, die in 2014 in het beleidsontwikkelingsproces werden meegenomen. Interne audits In het verslagjaar zijn door de medewerker Kwaliteitsmanagement op een aantal afdelingen interne audits uitgevoerd. De resultaten van de audits zijn onderwerp van bespreking in de vergaderingen van het managementteam. Corrigerende maatregelen worden daar afgesproken en getoetst. De afdeling Finance, Projectadministratie en Control (FP&C) voert per kwartaal of per zes maanden een check uit op het functioneren van de interne beheersingsmaatregelen om risico’s in processen te redresseren tot een aanvaardbaar niveau. De afdeling rapporteert hierover naar de RvB. De externe accountant maakt ook gebruik van deze verslagen en de hieraan gekoppelde eventuele acties bij de beoordeling van het functioneren van de interne controlesystematiek. Er zijn in 2014 twee controles uitgevoerd. Algemene opmerkingen bij deelprocessen in Nederland Communicatie en Fondsen Uitgangspunt bij de samenstelling van het promotiemateriaal is dat de informatie overeenkomt met de werkelijkheid. De fondsenwerving vindt plaats door middel van magazines, websites, advertenties, rapportages, voorlichting, mailings, activiteiten van comités, jongerengroepen, regio-ondernemers en persoonlijke contacten. Gedurende het jaar wordt door de afdeling FP&C een trendanalyse gedaan van alle inkomsten per specifieke doelgroep. Door responsmeting gaat Woord en Daad steeds na welke wijze van fondsenwerving binnen de gegeven kaders het meest effectief en efficiënt is. Deze gegevens vormen input voor de analyses en het marketingplan van de afdeling Communicatie en Fondsen. Bij de verwerking van de inkomende geldstroom volgt Woord en Daad de procedures uit haar Handboek voor de Organisatie. De inkomsten rekent Woord en Daad toe aan het doel waarvoor ze gegeven zijn. Is geen doel aangegeven, dan vindt boeking plaats op het algemeen fonds. Bij het opbouwen van de database van gevers houdt Woord en Daad rekening met de regelgeving in het kader van de privacywetgeving. Verslaglegging De jaarrekening stelt Woord en Daad op volgens
132
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
de ‘Richtlijn 650 Verslaglegging Fondsenwervende Instellingen’. Conform deze Richtlijn bestaat het jaarverslag naast de balans en rekening van baten en lasten, uit een verantwoordingsverklaring en de begroting voor het volgende jaar. Belastingwetgeving Met betrekking tot de verkoop van goederen, waarvan Woord en Daad de winst gebruikt voor de doelstelling, heeft de stichting te maken met omzetbelasting. Per kwartaal worden de verschuldigde bedragen aangegeven en betaald. Er zijn afspraken gemaakt met de belastingdienst over de praktische invulling met betrekking tot de verkoop door comités. Onze naam De naam van Woord en Daad is gedeponeerd bij het Benelux-merkenbureau. Sinds begin 2002 is dit binnen het geheel van de Europese Unie een beschermde naam. Bij het deelnemen aan samenwerkingsverbanden met andere organisaties gaat Woord en Daad altijd nauwkeurig na of en zo ja hoe de samenwerking past binnen haar doelstelling en bij haar doelgroep. Bovendien is absolute voorwaarde dat binnen zo’n samenwerkingsverband in alle vrijheid het eigen karakter van Woord en Daad en de reformatorische identiteit van de stichting gehandhaafd kan worden. Raad van toezicht Bij de benoeming van de leden van de RvT wordt gekeken naar hun verbondenheid met de achterban. Alleen degenen die zich verbonden weten met en staan in de gereformeerde gezindte en van daaruit de grondslag en het doel van de stichting van harte onderschrijven, komen voor benoeming in aanmerking. Daarnaast spelen specifieke profielen mee in de open werving. Raad van bestuur Een van de belangrijkste bevoegdheden van de RvT is het benoemen en eventueel ontslaan van de RvB. Naast hoge eisen aan professionaliteit stelt Woord en Daad ook hoge eisen aan de identiteit van de leden van de RvB. Deze eisen liggen in lijn met de eisen die gesteld worden aan de leden van de raad van toezicht. Personeelsbeleid Selectie en benoeming van personeel vinden plaats door een selectiecommissie. In die commissie zit behalve de RvB ook de manager van de betreffende afdeling. Bij de definitieve benoeming speelt, behalve kennis en kunde, ook de identiteit (zie ook raad van toezicht) van
de kandidaat een rol. De bevoegdheid tot benoeming en ontslag berust bij de RvB. Woord en Daad volgt ten aanzien van de salarisstructuur de BBRA-systematiek. Daarnaast is blijvend gekozen voor eigen arbeidsvoorwaarden. Inschaling vindt plaats via het Fuwasys. Informatiesysteem Woord en Daad gebruikt het informatiesysteem Pluriform. Het is de bedoeling dat ook regionale allianties gebruikmaken van het systeem. Met dit systeem is Woord en Daad in staat snelle service aan haar relaties te realiseren en relevante managementinformatie aan te leveren. Signalen, complimenten en klachten als onderdeel van het kwaliteitssysteem Woord en Daad realiseert zich: waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Daarom is de mogelijkheid voor het deponeren van een klacht over de werkwijze van Woord en Daad van groot belang. Uiteraard mogen mensen ook laten weten welke manier van werken ze op prijs stellen. Daarom kent Woord en Daad een procedure voor signalen, klachten en complimenten. Woord en Daad vindt dat de mogelijkheid er moet zijn uiteindelijk bij de raad van toezicht aan te kloppen. Die mogelijkheid is vastgelegd in de klachtenprocedure. Deze is er voor vrijwilligers zoals comitéleden, donateurs, en andere samenwerkingsorganisaties – inclusief onze partners in het Zuiden. De procedure is op aanvraag beschikbaar. In hoofdstuk 5 wordt over 2014 een overzicht gegeven van de aard en afhandeling van signalen, complimenten en klachten. Comités en regio-ondernemers en jongerengroepen De naam Woord en Daad wordt niet alleen uitgedragen door de RvB en medewerkers in de organisatie. Woord en Daad zou Woord en Daad niet zijn zonder het grote aantal comitéleden en vrijwilligers die zich jaar in jaar uit, belangeloos voor het werk van de stichting inzetten. Voor de comités is het Handboek Comités het uitgangspunt voor hun werkwijze en de verantwoording over hun werkwijze. Aan een aantal comités zijn jongerencomités gekoppeld die zelfstandig activiteiten uitvoeren maar in de verantwoording onder de comités vallen.
richtlijn is aangegeven als passend bij het karakter van Woord en Daad. Wijkt een comitélid in leef- en handelwijze van de richtlijn af, dan heeft het lokale bestuur van een comité en de RvB van de stichting de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen. Met de RegioOndernemers wordt per groep een overeenkomst gesloten die ondertekend wordt door de voorzitter. Hiermee verbindt de groep zich aan de stichting zoals hierboven is beschreven. Werkwijze en financieel beheer in comités Binnen de comités gaat heel wat geld om. Het is dus ook logisch dat Woord en Daad hoge eisen stelt aan de werkwijze, verslaggeving en controle binnen een comité. Ook als geld aan een comité wordt gegeven, moet de gever er in alle gevallen zeker van zijn dat het geld ook terechtkomt bij het doel waarvoor hij of zij het geeft. In het Handboek Comités staan richtlijnen voor de activiteiten van de comités. Ook geeft het handboek richtlijnen over de verslaglegging. Tevens is er een online softwarepakket beschikbaar, zodat comités het jaarverslag eenvoudiger kunnen samenstellen. Na de afsluiting van het boekjaar stelt de penningmeester van het comité zijn jaarverslag op. Ook vindt binnen het comité een kascontrole plaats. Vervolgens wordt het jaarverslag, na voltooiing, mede ondertekend door de voorzitter en gaan de verslagen naar het kantoor van de stichting. Deze verslagen worden door de afdeling FP&C gecontroleerd. Tevens dient deze afdeling als vraagbaak voor penningmeesters. De accountant betrekt vervolgens de verslagen bij de controle. Bovendien worden enkele comités ter plaatse gecontroleerd. Met comités die voor een programma werven zijn afspraken vastgelegd over committering. Die werkwijze vereenvoudigt de administratieve verwerking. Samenwerkingsverbanden in Nederland en Europa Aan het lidmaatschap van of participatie in samenwerkingsverbanden ligt altijd een besluit van de RvB ten grondslag. Woord en Daad participeert alleen in die netwerken en samenwerkingsverbanden die voor haar of haar partnernetwerk een toegevoegde waarde hebben.
Overeenkomst voor leden van de comités en RegioOndernemers Met het sluiten van een overeenkomst met comitéleden neemt de stichting de aansprakelijkheid voor schade en dergelijke op zich. Anderzijds verbindt het comitélid zich met zijn handtekening aan de werkwijze, zoals die in de
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
133
Kijk!
5 Bijlage
3
Procesbeheersing van programma’s (inclusief processchema); partner- en donorrol
Hoofdprocessen Woord en Daad in haar hele context infostroom/contacten geldstroom
VERSTREKKEN FONDSEN VOOR PROJECTEN
Achterban & andere fondsenverstrekkers
ACTIVITEITEN COMITÉS
Comités
CONTRACTEN EN RAPPORTAGEFORMATS
LOBBY EN BEWUSTWORDING
FONDSENWERVINGSACTIVITEITEN EN BEGELEIDING COMITÉS
FONDSTOEKENNING DOOR MANAGERS WD DONOR WD Donor
WD DONORTEAM BEOORDELING PLANNEN OP DONORCRITERIA
Woord en Daad (Nederland)
PARTNERADVIES WD Partner
AANVRAGEN
Regio-allianties/ partnerorganisaties
ALLIANTIETEAM BEOORDELING PLANNEN OP PARTNERCRITERIA
RAPPORTAGES
GEZAMENLIJKE PROJECTREALISATIE EN PMEL
PARTNER 1
PARTNER 2
WD PARTNER
PARTNER 3
PARTNER 4
Projectrealisatie en PMEL
Projectrealisatie en PMEL
Expertise-inbreng en kwaliteitsborging
Projectrealisatie en PMEL
Projectrealisatie en PMEL
SATELLIETPARTNER
134
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Allianties Sinds de samenwerking in allianties een feit is valideert Woord en Daad haar beleid met Zuidelijke partners. Ook beoordelen allianties jaarlijks het functioneren van Woord en Daad door middel van tevredenheidsonderzoeken of rondetafelsessies waar over en weer gekeken wordt waar verbeterpunten voor Woord en Daad liggen. Binnen de allianties vindt kennisuitwisseling plaats op het gebied van vakexpertise, lokale of regionale fondsenwerving en ontwikkeling van beleid in de regio. Binnen het beleid zijn de drie onderdelen directe armoedebestrijding, maatschappijopbouw en beleidsbeïnvloeding, speerpunten. Elke alliantie sluit een raamwerkovereenkomst met Woord en Daad waarin belangrijke speerpunten vanuit het beleid en samenwerking in de komende jaren worden beschreven. Deze raamwerkovereenkomst wordt door de voorzitter van de alliantie en de raad van bestuur van Woord en Daad getekend. Jaarlijks vinden er alliantievergaderingen plaats in de regio, waarbij Woord en Daad als alliantielid vanuit W&D Partner lid is. Onderdelen van deze vergaderingen worden door W&D Donor en de raad van bestuur bijgewoond. Partnerrol De rol van Woord en Daad Partner is georganiseerd via de supportteams. De supportteams begeleiden en ondersteunen de regionale alliantie in het opstellen van (meerjarenbeleids)plannen en het doen van aanvragen bij donoren, waaronder W&D Donor. Het supportteam toetst in overleg met de partnerorganisatie of de plannen voor W&D Donor voldoen aan de kwaliteitseisen. Het Woord en Daad beleidsplan – dat gezamenlijk met partners is opgesteld – vormt hiervoor het uitgangspunt. In het (meerjarenbeleids) plan is ook de visie op het werk in het Zuiden beschreven vanuit de Visie op Transformatie (zie bijlage 8). Zowel bij programma-aanvragen als bij rapportages is de partnerrol vooral begeleidend. Medewerkers van Woord en Daad hebben expertise op het programma en de context, en kijken samen met de partner hoe programma’s verbeterd kunnen worden. Dit alles met optimale samenwerking met diverse actoren in de lokale context waar de partnerorganisatie werkt. Daarbij wordt op alliantieniveau gekeken welke zaken in de regio spelen en gezamenlijk opgepakt kunnen worden. Om partners te stimuleren een lerende organisatie te zijn, vinden er PMEL-bezoeken plaats. Voor verdere info zie paragraaf 4.2. Donorrol, toekenning van fondsen, monitoring, resultaat- en contractmanagement en auditing De aanvragen die vanuit de regionale allianties bij W&D Donor binnenkomen worden op basis van de donorcriteria beoordeeld. Hierin worden de volgende punten
meegenomen: het op orde hebben van planning, monitoring en auditsystemen, de capaciteit van (financieel) management, duurzaamheid van programma en de effectiviteit en efficiëntie daarvan. Ook de mogelijkheid tot fondsen werven voor het programma speelt een rol, waarbij W&D Donor de partner stimuleert ook via andere (lokale) donoren co-financiering te verwerven. Op deze manier wordt de afhankelijkheid van één donor ontmoedigd. In de toekenningen wordt ook het trackrecord van de partner meegenomen voor wat betreft tijdigheid en volledigheid van rapportages. Het ingevulde beoordelingsformulier van W&D Donor wordt met de partner gedeeld, wat de transparantie van de beoordeling bevordert. Op deze manier weet de partner ook op welke punten het programma nog verbeterd kan worden in de ogen van W&D Donor. Naast het toekennen van fondsen is het ook belangrijk de programma’s te monitoren. Woord en Daad Donor heeft hiervoor een accountability manual opgesteld en deze met partners tijdens alliantiemeetings in 2011 gedeeld. In het accountability manual staat het beleid beschreven rond verantwoording van gelden en de maatregelen die Woord en Daad hierbij treft. Partners worden periodiek bezocht; in de meeste gevallen een keer in de drie jaar, waarbij na een financieel werkbezoek tussentijds ook nog een financiële audit volgt om zaken goed te monitoren. Als afronding van de goedkeuring ondertekent W&D Donor met de partner een contract. Dat contract is onderdeel van een meerjarenovereenkomst. Er zijn afspraken gemaakt t.a.v. toekenning, te behalen resultaten (inclusief sturing daarop), rapportage en verantwoording en afspraken over betalingen c.q. verplichtingen van beide zijden rond betalingen. Strategische meerjarenplannen; overeenkomsten Met vrijwel alle partners zijn strategische meerjarenovereenkomsten gesloten. Deze overeenkomsten plaatsen de programma’s in een langetermijnperspectief. Woord en Daad spreekt na goedkeuring onder voorwaarden ook een committering aan de financiering uit. Jaarlijks wordt definitieve financiering toegekend. In die toekenning wordt het strategisch meerjarenplan als kader meegenomen, maar spelen ook afwegingen vanuit de jaarlijkse resultatenrapportage een rol. Op basis van de goedkeuring worden contracten gesloten, waarin onder andere doelstellingen, verwachte resultaten, het goedgekeurde bedrag en voorwaarden ten aanzien van uitvoering en rapportage zijn opgenomen. Aangaan en stoppen van een partnerrelatie Woord en Daad wil met name in Afrika groeien. Hiervoor worden nieuwe partnerrelaties aangegaan, die soms
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
135
Kijk!
5 Bijlage
vanuit Woord en Daad en soms vanuit de allianties worden voorgedragen. De alliantie bekijkt of de potentiële partnerorganisatie meerwaarde heeft voor de alliantie en kan besluiten deze als lid op te nemen. W&D Partner, als lid van de alliantie, heeft hier ook een stem in; de meerderheid van de alliantie beslist echter. W&D Donor kijkt aan de hand van een organisatiebeoordeling of de potentiële partner in aanmerking komt voor fondsen vanuit Woord en Daad. Als dat het geval is wordt er een financiële audit gedaan om ook een onafhankelijke rapportage over de organisatie te hebben. De raad van bestuur beslist uiteindelijk over het al dan niet aangaan van de partnerrelatie en neemt hierbij de adviezen van W&D Partner en W&D Donor mee. Nadat de relatie is aangegaan wordt met een beperkt budget gestart in het eerste jaar. Daarna wordt gekeken of er voldoende vertrouwen is om het budget uit te breiden. Als Woord en Daad besluit geen fondsen toe te kennen aan de betreffende partner, kan de alliantie alsnog besluiten deze partner toch als lid op te nemen. In dat geval zal vanuit Woord en Daad, die lid is van de alliantie, vanuit de partnerrol wel met deze organisatie samengewerkt worden. Als een samenwerking in de praktijk tegenvalt of toegevoegde waarde in de lokale context nihil blijkt, bouwt Woord en Daad in goed overleg met de partnerorganisatie fondsen af. De partnerorganisatie kan echter desgewenst wel alliantielid blijven en kennis en expertise delen. In het geval van corruptie of besteding van geld voor een ander doel dan waar het voor gegeven is zal er sprake zijn van een snelle afbouw. Invloed van andere belanghebbenden op het beleid van Woord en Daad Naast Zuidelijke partners hebben ook Nederlandse belanghebbenden via evaluaties inbreng op het beleid van Woord en Daad. Dat gebeurt via jaarlijkse evaluaties vanuit het personeel (ondernemingsraad), de comités (via de klankbordgroep voor comités), de bedrijven (via de coördinatiegroep van het Business Platform) en de vermogensfondsen (via de adviesgroep Vermogensfondsen). Normpercentages overhead Voor overhead werkt Woord en Daad met het percentage kostenbeheer en administratie (bestuurlijk gemaximeerd op gemiddeld 3,1 % over drie jaar) en het percentage kosten eigen fondsenwerving (gemaximeerd op 6 procent). Beide percentages worden gemaximeerd in een overheadpercentage over de totale omzet. Dit percentage is gemaximeerd op gemiddeld 7,5 % over drie jaar (lees meer hierover op pagina 75).
136
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Programma’s/activiteiten binnen de doelstelling die gebonden zijn aan een maximumpercentage van de omzet Woord en Daad voert binnen haar doelstelling het bewustwordingsprogramma en diverse activiteiten uit die gemaximeerd zijn op percentages van de omzet of de bestedingen. Deze programma’s betreffen: • Bewustwording. Dit programma mag maximaal 2,5 % nemen van de omzet (gemiddeld percentage over drie jaar). • Beleidsbeïnvloeding. Dit programma mag maximaal 0,5 % nemen van de omzet (gemiddeld percentage over drie jaar). • Planning, monitoring, evaluatie en leren: 5 % van de bestedingen. • Inzet Nederlandse staf voor partnerrolactiviteiten bij partners en allianties: 5 % van de bestedingen. • Directe alliantiekosten ten behoeve van de allianties, zoals vergaderkosten/uitwisseling etc.: maximaal 1 % van de bestedingen.
4
Risicomanagement
Algemeen Door de beheersing van processen borgt Woord en Daad de koppeling tussen missie, doelstelling, beleid en operationeel jaarplan. Binnen de processen is daarmee al sprake van risicobeheersing en bescherming van haar naam. De in deze paragraaf genoemde risico’s betreffen vooral onderdelen die niet of lastig in de beschreven processen te vangen zijn. Ook in 2014 is gebleken dat de getroffen maatregelen adequaat zijn met betrekking tot onderstaande risico’s. Risico’s in de werkomgeving De werkomgeving in het Zuiden is niet altijd stabiel. Omdat dit tot de externe factoren behoort, is het beleid van Woord en Daad erop gericht dit risico te spreiden. In dat kader streeft Woord en Daad naar verdeling van partners en programma’s over landen en regio’s. Per regio en land is een plafond in bestedingen vastgesteld. Op project- en programmaniveau wordt per partner bovendien een inschatting gemaakt van risico’s die spelen. Per contract worden die risico’s in kaart gebracht en worden er eventueel te nemen maatregelen benoemd. In dat kader spelen evaluaties een belangrijke rol (zie hoofdstuk 4.2). Risico’s op organisatieniveau Een tweede risico dat Woord en Daad op organisatieniveau loopt, is het risico dat inkomsten achterblijven bij uitgaven. Basaal wordt dit risico afgedekt door bij de liquiditeits- en vermogensplanning voldoende reserves aan te houden. Bovendien worden verplichtingen direct geboekt, zodat bij een positieve vermogenspositie Woord en Daad altijd in
staat is haar aangegane verplichtingen na te komen. Vanaf 2008 werkt Woord en Daad met drie inkomstencategorieën. De inkomstencategorie met vaste of contractueel vastgelegde inkomsten vormt de kern van de begroting. De programmaonderdelen die aan de uitgavenkant aan deze kern gekoppeld zijn, worden aan het begin van het begrotingsjaar volledig goedgekeurd. De uitgaven die aan categorieën gekoppeld zijn met een hoger risicoprofiel worden pas goedgekeurd als de inkomsten gerealiseerd zijn. In contracten met partners wordt benoemd onder welke voorwaarden fondsen beschikbaar komen, indien financiering gekoppeld is aan inkomsten met een hoog risicoprofiel. Het geheel van maatregelen lijkt adequaat te zijn. Risico’s in de groeistrategie Een derde risico ligt in de uitvoering van de groeistrategie. Omdat Woord en Daad hecht aan een hoog kwaliteitsniveau wordt voortdurend gewerkt aan de versterking van het kwaliteitsniveau van het partnernetwerk (binnen het SPN-programma, zie pagina 44), en de uitbreiding van het netwerk. Koersrisico’s Bij de uitvoering van de programma’s is altijd een koersrisico. Vele van de lokale valuta volgen de trend van de dollar, zodat de verhouding euro/dollar belangrijk is bij de koersrisico’s. De koersrisico’s neemt Woord en Daad gedurende het jaar voor haar rekening. De reden hiervoor is dat Woord en Daad over het algemeen financieel sterker is dan haar partnerorganisaties. Bovendien heeft Woord en Daad (in tegenstelling tot partnerorganisaties) met meerdere lokale valuta te maken waarover risico wordt gelopen. Hierdoor ontstaat een meer afgewogen risico, aangezien diverse valuta tegen elkaar in kunnen werken. Verder wordt optimale transparantie geborgd doordat projecten in lokale valuta aanvaard, betaald en door de partnerorganisatie besteed worden. Het risico op eventuele fraude met omwisselen wordt hierdoor sterk beperkt. Vanaf 2011 wordt een buffer voor koersverliezen opgebouwd, om in de toekomst deze risico’s nog beter op te vangen. Deze strategie werkt naar behoren. Evenwicht en verbinding tussen uitgaven en inkomsten; reserves De opbouw van het operationeel jaarplan is afgestemd op een evenwicht tussen uitgaven en inkomsten: bestedingen dienen gekoppeld te zijn aan specifieke inkomsten vanuit fondsenwerving. Bij het definitief aanvaarden van projecten en programma’s wordt rekening gehouden met het besteedbare vermogen en het vastgelegde vermogen in bestemmingsfondsen. In het koersrapport geeft de RvB
inzicht in de verhouding tussen beschikbare middelen en uitgaven. In incidentele gevallen kan tot een hoger bedrag dan beschikbaar goedgekeurd worden. In die gevallen moet Woord en Daad echter met een redelijke mate van zekerheid kunnen aannemen dat de fondsen in het lopende boekjaar binnen zullen komen. Onderdeel van de reserves is de continuïteitsreserve. Het doel van deze reserve is tweeledig: • het garanderen van liquiditeiten om tijdig aan de projectverplichtingen te voldoen; • opvang voor de organisatiekosten bij terugloop van de inkomsten. De continuïteitsreserve heeft het niveau van 7,5 % van de geraamde inkomsten van het volgende jaar. Dit past ruimschoots binnen de kaders van de ‘Richtlijn Reserves Goede Doelen’ van VFI (Vereniging Fondsenwervende Instellingen). Zie hiervoor ook de toelichting in de jaarrekening. Gezien het risicoprofiel van Woord en Daad acht het bestuur een continuïteitsreserve van 7,5 % voldoende. Beleggingsbeleid en vermogensbeheer Doordat aanvaarde projecten meestal in termijnen betaald worden en het opstarten van nieuwe projecten tijd vergt, zijn er tijdelijke liquiditeiten aanwezig. Deze worden risicoloos belegd op spaarrekeningen met een goede rente zonder opnamebeperkingen. Woord en Daad volgt VFI Richtlijn financieel beheer fondsenwervende instellingen. De overtollige liquiditeiten worden belegd bij de huisbankier (Rabobank). De Rabobank heeft beleid ontwikkeld op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaam beleggen/investeren. De niet-financiële criteria die genoemd worden in de handreiking worden ingevuld via het beleid dat de Rabobank ontwikkeld heeft. Sinds 2009 heeft Woord en Daad in het kader van de doelstelling participaties aangekocht in het Oikocredit Nederland Fonds (zie hiervoor verder ook de jaarrekening). Veiligheidsbeleid Woord en Daad hanteert voor mensen die onder verantwoordelijkheid van Woord en Daad reizen een veiligheidsbeleid. Dit beleid ligt vast in het veiligheidshandboek en medewerkers ondertekenen een veiligheidsbeleidsverklaring (waarin ze zich conformeren aan het naleven van de regels). Binnen het veiligheidsbeleid geldt een apart crisismanagement voor veiligheidsincidenten. Reizigers krijgen zo nodig een veiligheidstraining. Crisismanagement Tot slot hanteert Woord en Daad een crisiscommunicatieplan dat elk jaar wordt geactualiseerd.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
137
Kijk!
6 Bijlage Onderzoeksrapport
138
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!
7 Bijlage
Stakeholders en netwerken
Naam organisatie of netwerk
Aard samenwerking
BRANCHEORGANISATIES EN BREDE NETWERKEN EU-Cord, Europees netwerk voor christelijke organisaties actief in noodhulp en ontwikkelingssamenwerking
Actieve participatie in trajecten van EU-Cord rond beleidsbeïnvloeding in Brussel (met name ten aanzien van vakonderwijs en -training) en institutionele fondsen. Daarnaast is er regelmatig uitwisseling op het terrein van EU-regelgeving m.b.t. financiën en auditing. Lid raad van bestuur is lid van Administrative Council.
ICCO Alliantie/CoPrisma
Samenwerkingsverband in het kader van MFS2 met strategische doelstelling om per 2015 via ICCO-coöperatie op programmatisch niveau in het Zuiden samen te werken en financiering te realiseren. Woord en Daad participeert in het programma basisgezondheidszorg en voedselzekerheid. Directeur-bestuurder Woord en Daad is bestuurslid van CoPrisma.
Partos, branchevereniging voor particuliere internationale samenwerking in Nederland
Participatie in verschillende werkgroepen van het Kennisplatform; Participatie in werkgroep Gedragscode en Commissie Kwaliteit; Participatie in lobbynetwerk Partos dat o.a. reactie verzorgde op begroting ontwikkelingssamenwerking; Kennisuitwisseling tijdens bijeenkomsten op het vlak van financiën en regelgeving rond bijvoorbeeld MFS2 en BTW.
Prisma, vereniging van christelijke organisaties op terrein van ontwikkelingssamenwerking en diaconaat
Platform voor christelijke ontwikkelingsorganisaties voor bezinning, discussie en opinievorming. Samenwerking op inhoudelijk programmatisch gebied, gezamenlijke fondsenwerving, belangenbehartiging vanuit oogpunt christelijke organisaties; Participatie in bezinning, lobby, communicatie en bewustwording. Inhoudelijke en strategische bijdrage aan koers vereniging Prisma, ICCO-Alliantie en Co-Prisma.
Woord en Daad-Red een Kind Alliantie
Alliantie in het kader van MFS2 met strategische doelstelling om per 2015 kwalitatief goede geïntegreerde programma’s t.a.v. onderwijs, TVET en JBS, AD te hebben.
Stichting Gemeenschappelijke Evaluaties
Stichting die opgezet is om in kader van MFS2 voor alle deelnemende allianties MFS2-brede evaluaties uit te voeren. Directeur-bestuurder is lid van het stichtingsbestuur (penningmeester), medewerker maakt deel uit van de interne referentiegroep.
New World Campus
Woord en Daad is een van de founding fathers van New World Campus, dat een fysieke plek wil bieden waar bedrijven, organisaties en investeerders die willen werken aan innovaties ten behoeve van een duurzame, inclusieve ontwikkeling, elkaar kunnen ontmoeten.
SAMENWERKING ROND PROGRAMMA’S IN HET ZUIDEN Aflatoun
Aflatoun is een organisatie die gratis curricula en training voor social/financial education beschikbaar stelt (voor formal/non-formal education – 6-18 jr.). Partners moeten zelf betalen voor materiaal- en kopieerkosten. Woord en Daad wil het gebruik van dit materiaal door partners stimuleren in het kader van ‘life skills’.
AgriProFocus (APF), netwerk dat zich richt op het bevorderen van boerenondernemerschap
Woord en Daad is lid van APF, samenwerking richt zich op uitwisseling, leren en beleidsbeïnvloeding.
Brand Out Loud
Brand Out Loud ondersteunt zuidelijke partners in het opzetten van een goede strategie voor communicatie en ‘branding’. Zo is Brand Out Loud o.m. betrokken bij een traject van partnerorganisatie CRECH in Haiti.
Christelijk Noodhulp Cluster (Dorcas, Red een Kind, Tear, Woord en Daad en ZOA)
Coördinatie en samenwerking van noodhulpacties. In 2014 betrof het noodhulpprogramma’s in Irak, Sudan en de Filipijnen.
ETC Leusden
Capaciteitsopbouw in Benin, georganiseerd en voor 50% gefinancierd door ETC.
Incluvest bv
Investeringsmaatschappij gericht op inclusief investeren in ontwikkelingslanden. Strategisch partnerschap in het kader van implementatie van het programma Agri-business en het aantrekken van externe projectfinanciering in de vorm van leningen en investeringen.
Leprazending
Woord en Daad steunt in MFS2 een project van Leprazending in India (TLMI) met 2 vakscholen en 4 community based TVET-units. Het gaat om flexibele skills training in rurale context.
MDF Training en Consultancy
Capaciteitsversterking en positionering van Zuidelijke allianties en training van alliantieteams.
PUM (Programma Uitzending Managers), uitzending van senior experts naar het Zuiden
Samenwerking vanuit programma Agri-business development Woord en Daad en PUM (expertise resource op afroep).
Royal Jongbloed
Samenwerking in het kader van de gezamenlijke ontwikkeling van zelfsturende onderwijssoftware op basis van serious gaming principes, waarmee toegang tot hoogwaardig onderwijs in (m.n. plattelandsgebieden) in Afrika wordt verhoogd.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
139
Kijk!
7 Bijlage
NETWERKEN VOOR BELEIDSBEÏNVLOEDING Coordination Europe-Haiti
Platform uit 8 Europese landen, dat opkomt voor duurzame economische ontwikkeling en versterking van de landbouwsector in Haïti. De lobbyist van Woord en Daad is sinds 2011 voorzitter.
Global Campaign for Education
Lobby- en kennisnetwerk op het gebied van onderwijs. Als lid van het netwerk actieve deelname aan beleidsbeïnvloeding van GCE.
Plataform C
Christelijk netwerk in Zuid-Amerika dat overheidsbeleid wil verbeteren op het terrein van kindveiligheid.
Overige netwerken
Geregelde samenwerking in kader van beleidsbeïnvloeding met: Better Care Network, CABA werkgroep (Children Affected By Aids), Sharenet, Dutch Coalition for Disability and Development, Child en Youth Rights Initiative, lobbygroep van Partos
KENNISINSTELLINGEN Universiteit van Amsterdam (UvA) i.s.m. Afrika Studiecentrum
Samenwerking in het kader van onderzoek naar het bereiken van de allerarmsten onder leiding van prof. Ton Dietz, in vervolg op het PADEV-onderzoek (onderzoek naar nieuwe methoden voor impactmeting).
Christelijke Hogescholen (CAH en CHE)
Christelijke Agrarische Hogeschool Dronten en Christelijke Hogeschool Ede zijn betrokken bij curriculumontwikkeling voor Hope University College (Ethiopië).
Driestar Educatief
Strategische samenwerking voor de periode 2010-2015 die zich richt op kwaliteitsversterking van onderwijs in ontwikkelingslanden en bewustwording d.m.v. uitwisseling tussen docenten en studenten in Nederland en het Zuiden. Verder steunt Woord en Daad actief het lectoraat rond leraarschap en is er samenwerking rond de rol van ICT in onderwijs. Directeur-bestuurder Woord en Daad is lid van de Wetenschappelijke Adviesraad Kennisontwikkeling en lectoraten van Driestar Educatief.
Groenhorst College
Gezamenlijke capaciteitsontwikkeling en fondsenwerving voor Agrarisch Beroepsonderwijs. Gezamenlijke betrokkenheid bij uitvoering van een AVET-project in Ethiopië.
NETWERKEN ROND FONDSENWERVING Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF)
Lidmaatschap CBF.
Charitas
VFI-inkoop realiseert inkoopbesparingen voor aangesloten goede doelen.
NCDO
Financiering van fondsenwervingsacties en bewustwordingsactiviteiten van lokale comités en andere vrijwilligersgroepen.
Vereniging Fondsenwervende Instellingen (VFI)
Lidmaatschap VFI.
Mare Jan Foundation
Vermogensfonds dat een ontwikkelproject in Benin met Woord en Daad opstart en daarin kennis en expertise deelt.
Wereldfoundation
Foundation die een huizenbouwproject in Bangladesh met Woord en Daad gezamenlijk uitvoert en vanuit hun netwerk kennis en expertise inbrengen.
NETWERKEN ROND BEWUSTWORDING
140
Calvijn College en Hoornbeeck College
Uitwisseling tussen Nederlandse vakscholen en vakscholen in het Zuiden (zowel studenten als docenten).
Just Care, samenwerking van Woord en Daad, ZOA en middelbare scholen
Ontwikkeling van lesmateriaal voor middelbare scholen rond armoedebestrijding.
ZOA
Woord en Daad voert samen met ZOA de campagne Wees Eerlijk, gericht op duurzaamheid. 2014 was het laatste jaar van deze campagne.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
Kijk!
8 Bijlage
Vision on Transformation Achtergrond visie op verandering Armoedebestrijding. Dat is de ‘core business’ van Woord en Daad en haar partners in de 19 landen waar we werkzaam zijn. Maar wat bedoelen we eigenlijk met armoedebestrijding? Met welke ogen kijken we naar mensen die leven in armoede? Hoe gaan we om met de vele complexe factoren die vaak ten grondslag liggen aan armoede en achterstand? Belangrijke vragen waar geen simpel antwoord op gegeven kan worden. Woord en Daad en haar partners zijn in gesprek gegaan over deze vragen en hebben een gezamenlijke ‘visie op verandering’ ontwikkeld. Verandering van mensen en samenlevingen, daar gaat het tenslotte ten diepste om bij armoedebestrijding. Woord en Daad en partners maken in hun werk voortdurend keuzes. Die keuzes hebben vaak direct weerslag op de mensen met wie we werken, binnen de organisatie of in de projecten. Vandaar dat we eraan hechten dat de visie achter die keuzes helder is, en dat die keuzes verankerd zijn in een aantal centrale kernwaarden. De centrale visie van Woord en Daad en partners is dat we gezamenlijk willen bijdragen aan armoedebestrijding en daarmee mensen willen versterken om duurzame verandering in hun leven tot stand te brengen. Die kernwaarden zijn allemaal direct te herleiden tot Bijbelse principes, die Woord en Daad en partners wereldwijd met elkaar delen: medeschepsel, medeverantwoordelijkheid, mede-lijden, rentmeesterschap en wederzijdse afhankelijkheid. Doordat iedereen zich heeft verbonden aan deze kernwaarden, kunnen we elkaar over en weer kritisch bevragen op de vertaling van deze waarden in ons concrete werk. Daarnaast hebben we met elkaar een aantal ‘ontwikkelingsprincipes’ vastgesteld. Het gaat om principes die te maken hebben met de kwaliteit en relevantie van het werk, waaraan Woord en Daad en partners zich committeren. ‘Eigenaarschap’ is zo’n principe, dat benadrukt dat uiteindelijk altijd de mensen om wie het draait – de armen – eigenaar moeten zijn. Een hulporganisatie kan nooit de eigenaar zijn van de ontwikkeling van de mensen met wie ze werkt, omdat we geloven dat ieder mens eigen verantwoordelijkheid van God heeft ontvangen. Duurzaamheid, geïntegreerde benadering, partnerschap en innovatie zijn de andere ontwikkelingsprincipes. Duurzame verandering bij mensen (maar ook bij organisaties of samenlevingen) is geen rechte lijn van a naar b. Daarvoor spelen teveel factoren een rol. Het is van groot belang om dat mee te nemen in de vormgeving van programma’s en projecten.
Zo spelen persoonlijke factoren een rol. Ieder mens – ook de allerarmste – heeft capaciteiten en beschikt over bepaalde mogelijkheden. Woord en Daad vindt het belangrijk niet uitsluitend op ‘problemen’ en ‘beperkingen’ gericht te zijn, maar ook op de kansen en gaven die ieder mens heeft ontvangen. Verder is het belangrijk om mensen in hun context te zien. Ieder mens maakt deel uit van een familie, een lokale gemeenschap, een samenleving. In ieders omgeving zijn obstakels (bijvoorbeeld droogte, ziektes, geweld) en mogelijkheden (bijvoorbeeld een vruchtbare grond of een goede exportmarkt). Ook diverse actoren zoals bedrijven en overheden in de omgeving kunnen van grote invloed zijn. Uitgangspunt voor Woord en Daad is dat de eigen interventie een duidelijk toegevoegde waarde moet hebben. Als de doelgroep grote behoefte heeft aan microkrediet, en in de directe omgeving is een goede microkredietinstelling actief, dan zal ze proberen een link te leggen naar deze instelling, maar geen eigen kredietprogramma opzetten. Tot slot speelt de houding van mensen een belangrijke rol. Hulp die niet verbonden is aan eigen verantwoordelijkheid kan mensen en organisaties afhankelijk en onzelfstandig maken. Op het moment dat de context dan weer verandert, en ‘het project’ opeens niet meer relevant blijkt, belanden mensen weer even hard in armoede. Daarom besteedt Woord en Daad veel aandacht aan vaardigheden waarmee mensen weerbaar worden gemaakt. Het uiteindelijke ideaal is dat mensen daarmee ‘ambassadeurs voor verandering’ worden in hun eigen omgeving. Dit kan op verschillende niveaus: ook een partnerorganisatie van Woord en Daad kan zo’n ambassadeur worden, bijvoorbeeld door geleerde lessen te delen met collega-organisaties of de lokale overheid, en hen uit te dagen die lessen ook toe te passen. Op programmaniveau speelt ook de zogenaamde ketenbenadering een rol. Die zegt vooral iets over de link tussen programma’s: een onderwijsprogramma kan nooit geïsoleerd uitgevoerd worden, evenals een vaktrainings-, gezondheids- of bedrijfsontwikkelingsprogramma. Waar en hoe die link gelegd wordt, hangt af van de bril waardoor we kijken. De lens van die bril wordt weer gevormd door alle hiervoor genoemde factoren – de visie op verandering.
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
141
Kijk!
8 Bijlage
HOE WERKEN WIJ?
KERNWAARDEN
ONTWIKKELINGSPRINCIPES
medeschepsel medeverantwoordelijkheid mede-lijden rentmeesterschap wederzijdse afhankelijkheid
eigenaarschap geïntegreerde benadering duurzaamheid partnerschap innovatie
BASISVOORZIENINGEN
WAT EN VOOR WIE?
ONDERWIJS
DWARSDOORSNIJDENDE THEMA’S familie en gezin hiv/aids leiderschap rechten van kinderen
BEROEPSONDERWIJS (training en arbeidsbemiddeling)
BEDRIJFSONTWIKKELING
INDIVIDU
familie gemeenschap
DIMENSIES natuurlijke hulpbronnen opleiding en gezondheid infrastructuur en technologie financiën sociale en politieke verbanden religieuze verbanden
regio
CONTEXT
142
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
OMGEVING
ngo’s overheid kerken en religieuze instellingen private sector gemeenschap
Lijst van gebruikte afkortingen NCDO
Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling
NGO
Niet-gouvernementele organisatie
OCA
Organizational Capacity Assessment
OD
Organizational Development
OR
Ondernemingsraad
OSA
Organizational Standards Assessment
OV
Overlegvergadering
OVC’s
Orphans and other Vulnerable Children
P&A
Parole et Action
PADEV
Participatory Assessment of Development
PBSA
Plateforme Béninoise de Sécurité Alimentaire
P&P
Projecten en Programma’s
PMA
Planning, Monitoring en Auditing
PMEL
Planning Monitoring Evaluation Learning
PML
Publieke Managementletter voor de Goededoelensector
POP
Poorest of the poor (de allerarmsten)
PSI
Poverty Share Investment
PSO
Personele Samenwerking Ontwikkelingsorganisaties
PSV’s
PMEL-Strengthening Visits
RA
Registeraccountant
REK
Red een Kind
RFO
Regionale fondswerver
RO
RegioOndernemers
RvB
Raad van bestuur
RvT
Raad van toezicht
SARA
Southern Africa Regional Alliance
SEO
Sociaal Economisch Onderzoek
SMAPS
Strategic Multi Annual Plans
Economic Community of West African States
SMED
Small and Medium Enterprise Development
ED
Enterprise Development
SPN
Strengthening Partner Network
EFSL
Evangelical Fellowship of Sierra Leone
SPONG
Secretariat Permanent des Organisations Non Gouvernementales
EFZ
Evangelical Fellowship of Zambia
ToC
Theory of Change
EKHC
Ethiopian Kale Heywet Church
TVET
Technical and Vocational Education and Training
EU-CORD
European Union Christian Organizations in Relief and Development
UCAN
Uganda Christian Action Network
F
FNS
Food and Nutrition Security
UEEB
l’Union des Églises Évangéliques du Bénin
G
GHARA
Greater Horn of Africa Regional Alliance (inclusief Oeganda)
UNESCO
United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization
H
HUC
Hope University College
UNOPS
United Nations Office for Project Services
I
ICCO
Interkerkelijke Coördinatiecommissie Ontwikkelingssamenwerking
USAID
United States Agency for International Development
IF
Institutionele Fondsen
VET
Vocational Education and Training
IHS
Inclusive Home Solutions
VFI
Vereniging Fondsenwervende Instellingen
INDEF
Institutio Nacaragüense de Evangelismo a Fondo
WARA
West Africa Regional Alliance
INRA
India Regional Alliance
WASH
Water, Sanitatie en Hygiëne
IOB
Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidevaluatie
WDCAP
Woord en Daad Child Adoption Programme
IREF
India Rural Evangelical Fellowship
W&D
Woord en Daad
ISS
Institute of Social Studies
YA
Young Ambassador
J
JBS
Job & Business Services
K
KIDEP
Karamoja Integrated Development Programme
KUSSRA
Kenya Uganda South Sudan Regional Alliance
L
LoH
Ladders of Hope
M
MDF
Management for Development Foundation
MDG
Millennium Development Goals
MFS
Medefinancieringsstelsel
MKC-RDA
Meserete Kirstos Church-Relief and Development Association
MOU
Memorandum of Understanding
MSC
Most Significant Change-methode
MT
Management Team
MTO
Medewerkerstevredenheidsonderzoek
A
B
C
D
E
AEAD
Association Evangélique d’Appui au Développement
AED
Agribusiness & Enterprise Development
AMG
Advancing the Ministries of the Gospel
APEN
Asociación de Productores y Exportadores de Nicaragua
APF
AgriProFocus
ARA
Asia Regional Alliance
ASHTEC
AMG Skilled Hands Technological College
AVET
Agricultural Vocational Education and Training
BBRA
Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren
BEST
Business and Entrepreneurial Skills Training
BO
Bedrijfsontwikkeling
BP
Business Platform
CBF
Centraal Bureau Fondsenwerving
CCRDA
Consortium van christelijke NGO’s
CCT
Center for Community Transformation
CDA
Corporación Dios es Amor
CLARA
Caribbean and Latin America Regional Alliance
COEH
Coordination Europe-Haïti
CONCORD
European NGO Confederation for Relief and Development
COSPE
Co-operation for the Development of Emerging Countries
COUNT
Christian Organization Uplifting New Tribes
CRECH
Consortium pour le Renforcement de l’Éducation Chrétienne en Haiti
CREDO
Christian Relief and Development Organization
CSEB
Compacted Stabilised Earth Blocks
CSS
Christian Service Society
CTF
Cotton Tree Foundation
DE
Driestar Educatief
DEDRAS
Organisation pour le Developpement Durable le Renforcement et l‘Autopromotion des Structures communautaires
ECOWAS
N
O
P
R
S
T U
V W
Y
Woord en Daad JAARVERSLAG 2014
143
www.woordendaad.nl/jaarverslag
Woord en Daad
Vormgeving en productie
Postbus 560
tel 0183-611800
4200 AN Gorinchem
fax 0183-611808
Reprovinci
Spijksedijk 16e
[email protected]
Fotografie
tijdelijk adres tot medio 2015:
www.woordendaad.nl/jaarverslag
Woord en Daad,
Dr. van Stratenweg 15
Rabobank NL64 RABO 0385 4870 88
Thom Deelstra, Mario van
4207 GN Gorinchem
t.n.v. Woord en Daad, Gorinchem
Voorst, Leonard Walpot
Woord en Daad is een Algemeen Nut Beogende Instelling. Voor testamentaire beschikkingen luidt ons adres: Stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en Daad, gevestigd te Gorinchem. Onze stichting is ingeschreven onder nummer 41118168, bij de Kamer van Koophandel te Utrecht en staat onder controle van een registeraccountant.