JAARVERSLAG 2014-2015 Incl. Jaarplannen 2015-2016
XAVERIUSSCHOOL, VALKSTRAAT 2A, 6135 GC SITTARD
Inhoudsopgave: Inleiding
03
Hoofdstuk 1 De Xaveriusschool in cijfers 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Kengetallen leerlingenstromen Kengetallen effectmeting uitgestroomde leerlingen Opbrengsten Kengetallen VMBO en LW&TC eindexamens Kengetallen CITO eindtoets
05 14 15 29 34
Hoofdstuk 2: Organisatie Algemeen 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Schoollocaties Schoolleiding (Managementteam) Medezeggenschap Schoolcontactpersonen Schoolveiligheidsbeleid Team/personeelsinformatie Verzuim schoolpersoneel Schoolformatieplan Professionaliseringsagenda
36 37 38 38 38 41 44 45 47
Hoofdstuk 3: Evaluatie Jaarplannen 2014-2015 Evaluatie operationele jaarplannen 2014-2015
49
Hoofdstuk 4: Jaarplannen 2015-2016 4.1 4.2 4.3
Inleiding Ontwikkelingen 2015-2016 in vogelvlucht Jaarplannen 2015-2016
57 58 61
2
Inleiding Met gepaste trots presenteert de Xaveriusschool haar jaarverslag 2014-2015 met daarin ook de jaarplannen (de concretisering van de beleidsvoornemens) voor schooljaar 2015-2016 opgenomen. Het is eigenlijk het eerste jaarverslag in het tijdperk Passend Onderwijs. Maar bovenal het eerste jaarverslag waarin de “Opbrengsten van het Onderwijs van de Xaveriusschool” niet alleen een prominente plek hebben maar bovenal vanuit meerdere perspectieven datagestuurd zijn. In de voorbije jaren heeft het team van de school hard gewerkt aan het opstellen van een standaard voor haar opbrengsten. Een standaard die enerzijds gebaseerd is op historische cijfers van de laatste vijf schooljaren maar anderzijds natuurlijk ook een bepaalde ambitie dient uit te stralen. Een forse job want de Xaveriusschool kent immers zowel SO als VSO leerlingen en onderscheidt binnen die onderwijssoorten ook nog meerdere doelgroepen (SO, Station 29, de Triangel, VSO VMBO, VSO LW&TC). En daarmee ben je er nog niet. Want als je een schoolstandaard ontwikkeld hebt en je hebt de data van de opbrengsten van het voorbije schooljaar dan kun je vervolgens deze zaken ook met elkaar vergelijken en op basis van de uitkomsten analyses opstellen. Analyses die iets zeggen over de realisatie van opbrengsten in relatie tot de ambitie en soms tot aanpassingen in het beleid van de school kunnen leiden of tot een herijking van (de inhouden van) onderwijsprogramma’s. Dus is er een gevoel van trots dat de Xaveriusschool de opbrengsten van haar onderwijs thans uitvoerig in het jaarverslag kan documenteren en aantoont te kunnen leren van - en handelen naar de uitkomsten van de analyses. Verder staat het Jaarverslag 2014-2015 in het teken van de afsluiting van de afgelopen Schoolplan periode (2011-2015) en zijn de Jaarplannen voor de komende periode uitwerkingen van de nieuwe Schoolplan periode (2015-2019). Daarbij vanuit vooral integrale perspectieven naar ontwikkelingen kijkend. Namens het voltallige team van de Xaveriusschool wens ik iedereen veel leesplezier.
Sittard, 1 augustus 2015 Ben Dieteren Directeur
3
4
HOOFDSTUK 1: DE XAVERIUSSCHOOL IN CIJFERS 1.1 Kengetallen leerlingenstromen Aan de hand van kengetallen wordt een beeld geschetst van de in-, door- en uitstroomgegevens van de Xaveriusschool. Om het zo overzichtelijk mogelijk te houden, zijn afkortingen gebruikt. SO VSO BAO SBO VMBO MBO PRO LWOO LW&TC ZMOK JJI MKD Orbis SWV
SO afdeling van de Xaveriusschool (leerlingen van 4 t/m 13 jaar) VSO afdeling van de Xaveriusschool (leerlingen van 12 t/m 19 jaar) School voor regulier basisonderwijs School voor speciaal basisonderwijs School voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs School voor middelbaar beroepsonderwijs School voor praktijkonderwijs School voor leerwegondersteunend onderwijs Leer, Werk en Trainingscentrum van de Xaveriusschool (VSO afdeling) School voor Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen Justitiële Jeugd Inrichting Medisch Kinder Dagverblijf (Xonar – een instelling voor semi residentiële dagbehandeling) Instelling voor semi residentiële dagbehandeling vanuit kinderpsychiatrisch perspectief. Samenwerkingsverband Primair Onderwijs (= SWV PO) of voortgezet onderwijs (= SWV VO)
1.1.1 Leerlingenaantallen
01-10-2011
01-10-2012
01-10-2013
01-10-2014
01-10-2015 (prognose)
SO
170
165
174
174
153
VSO
114
117
142
124
95
TOTAAL
284
282
316
298
248
Het aantal leerlingen binnen de SO is per 01-10-2014 niet veranderd maar een daling is wel voorzien voor 2015-2016. Binnen de VSO is er sprake van een daling van leerlingenaantallen en wordt ook naar 2015-2016 een verdere (forse) daling verwacht. Mede doordat de VSO VMBO ASS groepen van de Xaveriusschool per 01-08-2015 naar DaCapo Eysenhegge (VMBO LWOO) gemigreerd zijn.
Leerlingen per Xaverius onderwijslocatie op 01-10-2014 RP Xonar MKD
RP Orbis GGZ
Doorstroom Geleen
Station 29 Guttecoven
SO (Valkstr.)
VSO VMBO
VSO LWTC
Totaal
13
12
34
51
64
68
56
298
De leerlingen in de 1e vijf kolommen vallen onder de categorie SO. De leerlingen in de kolommen VMBO en LW&TC vallen onder de categorie VSO.
5
Leerlingen Xaverius (BRON registratie) op basis van leeftijd per 01-10-2014 Schoolsoort / leeftijd
1-10-2014
1-10-2013
1-10-2012
SO leerlingen < 8 jaar SO leerlingen ≥ 8 jaar Residentiële leerlingen < 8 jaar Residentiële leerlingen ≥ 8 jaar VSO leerlingen
23 128 19 4 124
42 108 19 5 142
48 84 29 4 117
Totaal
298
316
282
26
31
29
Aantal CUMI leerlingen
Vooruitlopend op de start van Passend Onderwijs is er de nodige behoedzaamheid merkbaar geweest in het verwijsgedrag van scholen. Men denkt dat het zwaard van Damocles spreekwoordelijk boven de hoofden van de individuele scholen (en de schoolbesturen) hangt waarbij vanuit de samenwerkingsverbanden ook nog eens nadrukkelijk gewezen is op de gevolgen van het op termijn niet voldoen aan de vereveningsopdracht. Scholen zijn daardoor (al dan niet onder druk van het eigen schoolbestuur) voorzichtiger geworden met het verwijzen van leerlingen naar het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs.
Geplaatste SO leerlingen op 1 oktober 2014 naar herkomst SWV's
SWV
Triangel Holtum
Station 29 Guttecoven
Doorstroomgroep Geleen
SO Sittard
Totaal
1
3
2
3
9
PO31.04 Westelijke Mijnstreek
24
48
30
49
151
PO31.05 Maastricht/Heuvelland
0
0
0
0
0
PO31.06 Parkstad Heerlen
0
0
2
11
13
Overig
0
0
0
1
1
Totaal
25
51
34
64
174
PO31.02 Roermond
Van de SO leerlingen (174) die binnen de Xaveriusschool geplaatst zijn, zijn er 151 afkomstig uit de regio van SWV PO 31.04 (Westelijke Mijnstreek). Dit is bijna 87% Opvallend is verder dat de overige leerlingen grotendeels uit de regio’s Roermond (PO 31.02 - 9 leerlingen) en Parkstad Heerlen (PO 31.06 - 13 leerlingen) komen.
6
Er zijn geen SO leerlingen op de Xaveriusschool geplaatst welke woonachtig zijn in de regio van het SWV PO 31.05 - Maastricht/Heuvelland). Verder valt op dat de speciale voorzieningen van de Xaveriusschool zoals de Triangel voor de combinatie van deeltijd onderwijs met deeltijdbehandeling en de Doorstroomgroepen / Station 29 behoudens enkele leerlingen uit de regio Roermond verder geen leerlingen kennen uit de overige Zuid-Limburgse regio’s. Waarmee aangetoond wordt dat de SO Xaveriusschool vooral een subregionale doelgroep kent van leerlingen woonachtig in de regio van de Westelijke Mijnstreek en relatief weinig leerlingen aantrekt uit andere subregio's.
Geplaatste VSO leerlingen op 1 oktober 2014 naar herkomst SWV's
SWV
VSO VMBO Geleen
VSO LW&TC Sittard
Totaal
3
6
9
VO31.04 Westelijke Mijnstreek
63
44
107
VO31.05 Maastricht/Heuvelland
1
2
3
VO31.06 Parkstad Heerlen
1
4
5
Overig
0
0
0
Totaal
68
56
124
VO31.02 Roermond
Van de VSO leerlingen (124) die binnen de Xaveriusschool geplaatst zijn, zijn er 107 afkomstig uit de regio van SWV PO 31.04 (Westelijke Mijnstreek). Dit is ongeveer 86% Opvallend is verder dat de overige leerlingen verspreid uit de overige drie aanpalende samenwerkingsverbanden komen. Roermond 9 leerlingen, Maastricht/Heuvelland 3 leerlingen en Parkstad Heerlen 5 leerlingen. Waarmee aangetoond wordt dat de VSO Xaveriusschool vooral een subregionale doelgroep kent van leerlingen woonachtig in de regio van de Westelijke Mijnstreek en relatief weinig leerlingen aantrekt uit andere subregio's. Als we de deelnamepercentages van leerlingen uit andere regio’s op locatieniveau bekijken dan constateren we dat het VSO LW&TC 44 leerlingen uit de regio Westelijke Mijnstreek telt tegenover 12 leerlingen uit de overige regio’s. Een verhouding van 79% versus 21%. Voor de VSO VMBO ligt deze verhouding op 93% versus 7% oftewel 63 leerlingen uit de regio Westelijke Mijnstreek tegenover 5 leerlingen uit de overige regio’s.
7
LEERLINGEN OP PROJECTBASIS IN 2014-2015 Naast de “regulier” via de SWV’s PaO en OC&W bekostigde leerlingen kent de Xaveriusschool ook leerlingen die tijdelijk onderwijs ontvangen op projectbasis. In schooljaar 2014-2015 betrof dit een tweetal projecten: 1. STARTBAAN. 2. BOVENSCHOOLSE TUSSENVOORZIENING (BTV). Navolgend worden beide projecten inhoudelijk en getalsmatig nader toegelicht.
I
STARTBAAN
Project STARTBAAN richt zich op kwetsbare jongeren aan de onderkant van de arbeidsmarkt en valt onder de regie van het Jongerenloket van de regio Westelijke Mijnstreek. Het loket richt zich op het tegengaan van jeugdwerkloosheid, houdt jongeren langer op school, begeleidt hen naar herplaatsing binnen het onderwijs of naar betaalde arbeid, leerwerkbanen, stages en maatschappelijke participatie. Het loket streeft er naar jongeren hun startkwalificatie (havo of MBO-2 diploma) te laten halen. Dit is in praktijk lang niet altijd mogelijk, omdat een aantal jongeren cognitief beperkt is of te kampen heeft met gedragsstoornissen. Ook voor deze jongeren is het van belang dat zij 'leren naar vermogen' om zodoende een plek te krijgen op de arbeidsmarkt. Project Startbaan wordt op meerdere locaties in de regio Westelijke Mijnstreek uitgevoerd waarvan de locatie Xaveriusschool Leer, Werk en Trainingscentrum (LW&TC) er één van is. Hierbij richt zich het LW&TC specifiek op die jongeren die geen startkwalificatie bezitten en/of waarvan verwacht wordt dat een MBO niveau 1 (assistent opleiding) het maximaal haalbare is. Het zijn maatwerk trajecten en ieder individueel traject bestaat uit twee fases: De eerste fase wordt binnen een tijdsbestek van 4 maanden onderverdeeld in een aantal specifieke deelprogramma’s. Achtereenvolgens wordt er een individueel maatwerkplan opgesteld en een op de jongere gericht (praktijk)programma samengesteld waarbij getracht wordt te achterhalen welke mogelijkheden op leer en/of werkgebied de jongere in potentie bezit (instapniveau vaststellen en beroepsbeeld verhelderen). Beroepskeuzegesprekken eventueel ondersteund met een testprogramma maken er een compleet geheel van. Het programma wordt verder voortgezet als een beroeps oriënterend assessment traject. De inzet en uitvoering kan intern en/of extern plaatsvinden. De tweede fase van het traject bestaat uit het voltooien van het beroepsbeeld en het uitbreiden verdiepen van vakspecifieke vaardigheden. Dit dient naadloos aan te sluiten op het programma van fase één van het traject. Verder zal het accent liggen op algemeen werknemersgedrag zoals; ‘het op tijd op de werkplek aanwezig zijn; Het nakomen van (werk) afspraken; Het tonen van werkinzet; Omgang met autoriteit, Collega’s en eventueel opdrachtgevers/klanten; Het werken in teamverband en het werken zonder toezicht’. Voorts zal er aandacht gegeven worden in het zoeken naar een eventueel passend cursusaanbod binnen de mogelijkheden van de jongere. Een basisvaktraining binnen het LW&TC in combinatie met de inzet op een stage-werkplek kan tot de mogelijkheden behoren.
8
Het Xaveriusschool LW&TC is een door het SBB (Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven) erkent en geaccrediteerd Leerbedrijf. Het LW&TC heeft een groot en gevarieerd aanbod aan (leer) bedrijven en instellingen ter beschikking om de inhoudelijke uitvoering van het project goed vorm te geven. De samenstelling van het programma binnen het LW&TC biedt mogelijkheden in de vakrichtingen: • Metaaltechniek (constructiewerken/Lassen en plaatbewerking, verspaningstechnieken, (draaien, boren, frezen en montagetechnieken); • Installatietechniek (E&W); • Houtbewerking; (machinaal en banktimmeren) • Facilitaire dienstverlening (technisch, huishoudelijk); • Hovenierswerkzaamheden (groen & grijs); • Horeca/Catering(keuken, bediening); • Creatief handvaardig. • (vak)theorie, wiskunde/rekenen, Nederlandse taal, digitale vaardigheden. • Vrijetijdsbesteding w.o. sport, muziek, beeldende vorming Maatwerktraject STARTBAAN – Kostprijs € 8.000 (per individueel traject) In schooljaar 2014-2015 hebben 11 jongeren deelgenomen aan het project Startbaan. De jongste deelnemer was 15 jaar. De oudste bijna 26 jaar. Vijf jongeren zijn in 2014-2015 uitgestroomd en per 1 augustus 2015 zitten er nog zes jongeren in het project.
II.
BOVENSCHOOLSE TUSSENVOORZIENING (BTV)
De regio van SWV VO 31.04 kent al een historie met betrekking tot bovenschoolse ondersteuningsvoorzieningen waar leerlingen gedurende een bepaalde periode onderwijs en ondersteuning krijgen. In het verleden waren de projecten Time-Out-Voorziening, Rebound, Op de Rails en Herstart aanwezig (waarbij de eerste twee vanuit het regulier voortgezet onderwijs georganiseerd waren en de laatste twee vanuit het voortgezet speciaal onderwijs cluster IV). En ofschoon de wet Passend Onderwijs erop gericht is dat meer leerlingen zich binnen een reguliere onderwijsomgeving succesvol ontwikkelen bestaat er ook een groep leerlingen waarvoor dit soms niet geldt en die daarom gedurende een bepaalde periode extra hulp nodig heeft die niet binnen de reguliere school geboden kan worden. Algemene doelstelling(en) Het doel van de BTV is het bieden van een flexibele, integrale en tijdelijke bovenschoolse onderwijs ondersteuningsvoorziening voor leerlingen van 12 tot 18 jaar uit de regio van SWV VO 31.04. Binnen en/of vanuit de BTV krijgen leerlingen, die om diverse uiteenlopende redenen het reguliere onderwijs (incl. LWOO en PRO) voortijdig dreigen te verlaten, een maatwerktraject van onderwijs en hulpverlening aangeboden.
9
Het begrip flexibel heeft betrekking op de duur (3 – 6 – 12 maanden) van het verblijf van de leerling in de BTV al naar gelang de aard en intensiteit van de problematiek, de omvang van de ondersteuningsbehoefte en de contextuele (on)mogelijkheden. Voor elke leerling wordt maatwerk geleverd, dat gericht is op de drie leefwerelden (school, gezin, vrije tijd). Dit is de integrale werkwijze van de BTV. In de analyse van de hulpvraag, eventueel aanvullend onderzoek en plan van aanpak wordt dit in onderlinge samenhang steeds benadrukt. Het gaat uiteindelijk om het bieden van een nieuwe kans op terugkeer naar een voor de leerling passende onderwijsomgeving, met als doel het succesvol afronden van de schoolloopbaan binnen een thuisnabij toegankelijke schoolomgeving met gebruik van niet meer ondersteuningsmiddelen dan nodig. Dit benadrukt het tijdelijke karakter van de BTV. Specifieke doelstelling(en)
probleemgedrag van de leerling omzetten in hanteerbaar gedrag door meer (in)zicht te geven in het eigen functioneren. het bevorderen van een positief zelfbeeld. het bieden van toekomstperspectief. versterken van competenties/kennis/vaardigheden (taakwerkhouding, sociale omgang, aandachtregulatie, zelfstandigheid, organisatievermogen, planvermogen, enzovoort) en het vergroten van de (school)motivatie. terugleiden naar de oorspronkelijke school voor voortgezet onderwijs of naar een andere vorm van passend (bij voorkeur regulier) onderwijs voor de leerling. leerling, ouders, school en instellingen voor zorg- en jeugdhulpverlening (samenwerking in de keten) bij het hele proces van aanmelden, intake, uitvoer en door/uitstroom nauw betrekken, rollen/taken definiëren en verantwoordelijkheden geven. het geven van handelingsadviezen aan leerling, ouders, school en betrokken instellingen voor zorg en jeugdhulpverlening. m.b.t. eventuele achterstanden in het onderwijs ‘verantwoord bijblijven’ en waar mogelijk wegwerken.
Er wordt vanuit de BTV in principe gestreefd naar een terugkeer in het onderwijs. Het moment van uitstroom en de richting waarin is echter geheel afhankelijk van de ontwikkeling van de leerling en de mogelijkheden/kansen binnen de beoogde onderwijsvoorziening. Bij beëindiging van het BTV traject zal aan de leerling, het gezinssysteem en aan de school waarnaar de leerling uitstroomt een onderwijs- en hulpverleningsadvies gegeven worden dat gericht is op het zo succesvol mogelijk voortzetten van de schoolcarrière. De BTV van SWV VO 31.04 kent de volgende “uitvoerlocaties” 1.
De reguliere school (school van herkomst) in combinatie met een ondersteuningsaanbod vanuit een van de navolgende “uitvoerlocaties”. De leerling volgt dan zowel dagdelen onderwijs binnen de reguliere school als dagdelen ondersteuning (al dan niet in combinatie met onderwijs) binnen de BTV voorziening. 2. DaCapo Eysenhegge / separate BTV voorziening / aparte groep (Valkstraat 4 Sittard) 3. Xaveriusschool VSO VMBO (Geenstraat 43 Geleen) 4. Xaveriusschool VSO LW&TC (Overhovenerstraat 31 Sittard)
10
In schooljaar 2014-2015 hebben 16 leerlingen vanuit het reguliere onderwijs deelgenomen aan het BTV project op de locaties VSO VMBO of VSO LW&TC van de Xaveriusschool. Duur BTV trajecten in 2014-2015
12 10 8 6 4 2 0
11
3 maanden
4
6 maanden
1 12 maanden 3 maanden
6 maanden
12 maanden
Per 1 augustus 2015 nemen er nog 7 leerlingen deel aan het BTV traject waarbij de verwachte uitstroom van de leerlingen tussen oktober 2015 en maart 2016 ligt. Voor de volledige kengetallen van de BTV wordt verwezen naar het jaarverslag 2014-2015 van het SWV VO Westelijke Mijnstreek. Navolgend volgen alleen enkele (beperkte) gegevens over de deelnemers aan de BTV op locatie Xaveriusschool.
BTV deelnemers in 1952
11
1.1.2 Door- en uitstroom Uitstroom
Leerlingen die conform de gestelde doelen in het ontwikkelingsperspectief de school verlaten. Dit kan dus naar regulier onderwijs (SBO, BAO, VO, MBO), naar voortgezet speciaal onderwijs, naar arbeid of naar dagbesteding.
Doorstroom
Leerlingen die niet conform de gestelde doelen in het ontwikkelingsperspectief de school verlaten. Dit betreft dus vaak leerlingen die doorstromen naar een andere (V)SO school, leerlingen die vanwege verhuizing de school verlaten, leerlingen die worden opgenomen in een behandelomgeving of leerlingen die in een justitiële omgeving geplaatst worden.
Totaal aantal ll op school
Aantal ll door- en uitstroom
%
2009-2010
215
73
34%
2010-2011
237
86
36%
2011-2012
284
118
42%
2012-2013
282
91
32%
2013-2014
316
115
36%
2014-2015
298
138
46%
Gemiddeld verlaat bijna 38% van de leerlingen jaarlijks de Xaveriusschool. Dit betreft dan zowel doorstroom als uitstroom van leerlingen. In schooljaar 2014-2015 was de door- en uitstroom bijzonder hoog (46%). Maar het percentage zelf zegt nog niet veel want daarmee zijn de onderscheidenlijke aantallen uit- en doorstromers van SO en VSO alsmede de diverse uitstroomniveaus c.q. bestemmingen nog niet in kaart gebracht. Om daar meer zicht op te krijgen zijn de uitgestroomde en doorgestroomde leerlingen (leerlingen die de Xaveriusschool in 2014-2015 verlaten hebben) uitgesplitst m.b.t. doelgroep, uitstroombestemming (opleidingsniveau) en intelligentiecohort. Waarbij aangetekend dat er wat betreft het intelligentiecohort een gemiddelde berekend is van de gezamenlijke IQ's van de leerlingen op de subschalen. Wat overigens ook niet altijd evident is aangezien intelligenties met uiteenlopende instrumenten gemeten worden (b.v. NIO, WISC, SON, enzovoort).
12
UITSTROOM SO leerlingen (4-12 jarigen) in schooljaar 2014-2015 Bestemming
Aantal
Intelligentiecohort
BAO SBO PRO VMBO BB/KB VMBO GT/TL HAVO
12 14 5 14 8 2
100 86 81 87 100 103
Totaal
55
DOORSTROOM SO leerlingen (4-12 jarigen) in schooljaar 2014-2015 Bestemming
Aantal
Intelligentiecohort
Cluster III school Cluster IV school
2 20
78 88
Totaal
22
UITSTROOM VSO leerlingen (12-20 jarigen) in schooljaar 2014-2015 Bestemming
Aantal
Intelligentiecohort
VMBO BB/KB VMBO GT/TL MBO Arbeid
10 5 23 10
85 99 90 73
Totaal
48
DOORSTROOM VSO leerlingen (12-20 jarigen) in schooljaar 2014-2015 Bestemming
Aantal
Intelligentiecohort
Cluster III school Cluster IV school Onbekend
1 11 1
65 88 84
Totaal
13
13
1.2 Effectmeting van de uitstroom De Xaveriusschool hecht veel waarde aan haar schakelfunctie. Zodra een leerling daartoe in staat is, zal er in samenspraak met de leerling en diens ouders een uitstroomtraject (transitietraject) uitgezet worden. De leerling schakelt vervolgens naar een nieuwe, meestal reguliere school of naar het arbeidsproces. Het is echter van groot belang voor de Xaveriusschool (en de inrichting van haar onderwijs) om te weten of de leerling zich na uitstroom ook goed blijft ontwikkelen binnen zijn/haar nieuwe school c.q. op de nieuwe arbeidsplek. Om hier meer zicht op te krijgen voert de Xaveriusschool jaarlijks een effectmeting uit middels een vragenlijst die wordt toegezonden aan de ontvangende scholen of aan de werkgever. Een eerste effectmeting van de uitgestroomde leerlingen van schooljaar 2014-2015 kan rond mei 2016 gedaan worden. Dan pas kan tijdens een inventarisatie gekeken worden naar de uitstroombestendiging van de leerlingen in hun nieuwe omgeving. In mei 2015 is dit ook gedaan maar dan met betrekking tot de schoolverlaters van schooljaar 2013-2014. In schooljaar 2013-2014 verlieten 115 leerlingen de Xaveriusschool. Hierbij ging het om 83 leerlingen die uitstroomden en 32 leerlingen die doorstroomden.
Cijfers Einduitstroom (2013-2014) incl. uitstroombestendiging Bestemming
Aantal ll.
Uitstroombestendiging na 1 jaar
BAO SBO VO MBO Arbeid Dagbesteding Totaal
10 8 29 18 14 4 83
100% (1 leerling uitgestroomd naar VO) 100% (2 leerlingen uitgestroomd naar VO) 93% 89% 57% (2 leerlingen onbekend) 75% (1 leerling onbekend)
Cijfers Doorstroom (2013-2014) incl. uitstroombestendiging Bestemming
Aantal ll.
Uitstroombestendiging na 1 jaar
Cluster II / III Cluster IV Totaal
6 26 32
100% 73% (2 leerlingen teruggekeerd naar Xaverius)
Vooral wat betreft de Einduitstroom (en in iets mindere mate de Doorstroom) zijn de bestendigingscores relatief hoog wat erop kan duiden dat er vanuit de Xaveriusschool een goed advies wat betreft uitstroombestemming gegeven is, een passend uitstroomtraject (met warme overdracht) doorlopen is en de ontvangende voorziening goed weet in te spelen op de ondersteuningsbehoeften van de leerling.
14
1.3 Opbrengsten Inleiding In paragraaf 1.1 zijn de kengetallen m.b.t. de uit- en doorstroom van leerlingen van de Xaveriusschool geschetst. De uitstroombestemming van een leerling behoort voor de Xaveriusschool tot de opbrengsten van haar onderwijs. Het is immers het streven om leerlingen daar waar verantwoord mogelijk zo snel en zo duurzaam mogelijk te laten schakelen naar een (meer) reguliere onderwijsomgeving. Tegelijkertijd is het onderwijs binnen de Xaveriusschool zelf natuurlijk ook geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. vooral de vakken Taal (in VSO Nederlands en Engels), Rekenen (in VSO Wiskunde en Rekenen) én m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. We achten het van belang, dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. De Xaveriusschool vindt het volgende belangrijk:
De leerlingen realiseren aan het eind van hun schoolloopbaan de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken, het ontwikkelingsperspectief en het geformuleerde uitstroomprofiel). De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken, het ontwikkelingsperspectief en het geformuleerde uitstroomprofiel). De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken en ontwikkelingsperspectief). Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs.
Een groot deel van het opbrengstgericht werken van de Xaveriusschool voltrekt zich (binnen het INK model) in het domein “Processen” (zie Schoolplan 2015-2019, hoofdstuk 8). Daarbij komen de kwaliteitsdomeinen onderwijsleerproces, zorg en begeleiding, leerstofaanbod en leertijd aan bod. Om te meten of we als school de beoogde opbrengsten ook daadwerkelijk realiseren, maken we gebruik van een breed scala aan “meetinstrumenten”. Veel van deze zijn integraal opgenomen in het totale kwaliteitszorgsysteem van de Xaveriusschool. Navolgend worden per onderwijssoort (SO en VSO) en per doelgroep (SO, Station 29, VMBO en LW&TC) de didactische en pedagogische opbrengsten voor schooljaar 2014-2015 in kaart gebracht, zijn analyses gegeven en worden deze waar nodig/mogelijk vertaald naar (aanbevelingen voor) mogelijke aanpassingen in het onderwijsprogramma van de Xaveriusschool.
15
1.3.1. Opbrengsten 2014-2015 SO Valkstraat te Sittard In
schooljaar 2014-2015 zijn er 17 leerlingen van de SO locatie uitgestroomd naar het Praktijkonderwijs (PRO): 3 VMBO BB/KB: 11 VMBO GT/TL: 3
Figuur 1: Uitstroomgegevens leerlingen SO locatie schooljaar 2014-2015 (N=17) in aantallen
Figuur 2: Uitstroomgegevens leerlingen SO locatie schooljaar 2014-2015 (N=17) in percentages
Figuur 3: Ambitie uitstroompercentage leerlingen SO locatie
16
Analyses en aanbevelingen Ten opzichte van de schoolstandaard zien we een toename van het aantal leerlingen dat uitstroomt naar VMBO BB/KB niveau en een achterblijvende uitstroom richting het VMBO GT/TL en het HAVO/VWO. Bekijken we e.e.a. echter in relatie tot het beoogde uitstroomniveau volgens het OPP van de leerlingen dan zien we dat dit grotendeels conform is. Indien we uitstroom bekijken in samenhang met de IQ’s van de leerlingen (zie paragraaf 4.2.1) constateren we dat de uitstroom richting VMBO TL (18% van de leerlingen) achterblijft bij het verwachte profiel op basis van intelligentiecohort (24% van de leerlingen heeft een IQ > 95). Ook constateren we dat het formuleren van een uitstroomniveau puur op basis van intelligentiegegevens niet werkt voor leerlingen van de Xaveriusschool. De persoonlijke - en contextuele contra-factoren van de doelgroep leerlingen van de school spelen een te grote rol en blijken van essentiële invloed te zijn op de leerprestaties van leerlingen. Mogelijk dat specifieke aanpassingen in het onderwijsprogramma een positieve invloed hierop kunnen hebben:
Verdere differentiatie binnen de sociaal-emotionele arrangementen (zoals die op basis van de CED leerlijnen gehanteerd worden) met een meer planmatige aanpak op de vakoverstijgende gebieden. Implementatie van een nieuwe methodiek “Kinderen en hun sociale talenten”. Verhoging van de kwaliteit van de leerlingenzorg en competenties van schoolpersoneel middels doelgerichte observaties, analyses, (casuïstiek)besprekingen, enzovoort. Afstemming met VO scholen in de regio. Vooral met betrekking tot de vereiste/verwachte vakoverstijgende competenties van leerlingen binnen het voortgezet onderwijs.
17
1.3.2 Opbrengsten 2014-2015 Station 29 te Guttecoven In
schooljaar 2014-2015 zijn er 7 leerlingen van Station 29 uitgestroomd naar het Praktijkonderwijs (PRO): 1 VMBO BB/KB: 3 VMBO GT/TL: 2 HAVO: 1
Figuur 1: Uitstroomgegevens leerlingen Station 29 schooljaar 2014-2015 (N=7) in aantallen
Figuur 2: Uitstroomgegevens leerlingen Station 29 schooljaar 2014-2015 (N=7) in percentages
Figuur 3: Ambitie uitstroompercentage leerlingen Station 29
18
Analyses en aanbevelingen In lijn met de analyses van de leerlingen van de SO locatie zien we ook dat het uitstroomniveau van leerlingen van Station 29 lager ligt dan op basis van intelligentiecijfers van de leerlingen verwacht zou mogen worden. En ook hier zijn vooral specifieke kind- en/of contextuele factoren hier debet aan. Het ligt dan ook voor de hand dat de samenwerking tussen beide locaties verder geïntensiveerd wordt om programma’s gezamenlijk door te ontwikkelen en verder op elkaar af te stemmen.
19
1.3.3. Opbrengsten 2014-2015 VSO VMBO te Geleen A.
Didactische evaluatie Xaverius VSO VMBO
Tabel I schetst het arrangement dat de Xaveriusschool VSO VMBO verondersteld m.b.t. de uitstroom van de leerlingenpopulatie van de locatie. Het betreft in totaal 64 leerlingen (n=64). Soort Arrangement
Nederlands
Wiskunde
Rekenen
Engels
Excellent
11%
16%
13%
14%
Basis
81%
72%
68%
77%
Intensief
8%
12%
19%
9%
De kengetallen geven aan dat het grootste deel (77%) van de leerlingen verwacht wordt in het basisarrangement uit te stromen. De inschatting is dat 14% van de leerlingen dit via een excellent arrangement doet en 9% van de leerlingen via een intensief arrangement. Op basis van deze cijfers kan dus gesteld worden dat het basisaanbod van de Xaverius VSO VMBO voldoende is voor het overgrote deel van de huidige populatie leerlingen en dat er “naar boven en naar beneden” voor een beperkte groep leerlingen aanpassingen in de leerstof en/of de wijze van aanbieden van de leerstof nodig is. Tabel II schetst de scores van de leerlingen van de Xaverius VSO VMBO op de CITO Volg- en Advies-toetsen m.b.t. het verwachte uitstroomprofiel. Hierbij is in kaart gebracht of een leerling op dit moment de juiste lijn volgt in relatie tot zijn/haar verwachte uitstroomprofiel, hoger scoort dan verwacht dan wel lager dan verwacht. Dit is zowel voor de leerlingen binnen het profiel VMBO BB (n=15) als VMBO KB (n=24) uitgewerkt.
VMBO BB leerlingen (n=15)
Nederlands
Wiskunde
Rekenen
Engels
Hoger dan verwacht
40%
60%
60%
33%
Conform verwachting
33%
20%
20%
20%
Lager dan verwacht
27%
20%
20%
47%
Hoger dan verwacht
50%
33%
33%
62%
Conform verwachting
21%
21%
25%
17%
Lager dan verwacht
29%
46%
42%
21%
VMBO KB leerlingen (n=24)
Opvallend is dat maar een beperkt percentage leerlingen (20% VMBO BB en 17% VMBO KB) op dit moment de CITO gemaakt heeft zoals conform hun uitstroomprofiel verondersteld werd. Tegelijkertijd zien we dat er een substantieel aantal leerlingen (33% VMBO BB en 62% VMBO KB) hoger dan verwacht gescoord heeft maar ook een aantal leerlingen (47% VMBO BB en 21% VMBO KB) lager dan verwacht. Hieruit kan geconcludeerd worden dat veel Xaverius VSO VMBO leerlingen meer aankunnen dan ze momenteel aangeboden krijgen maar dat ook een aantal leerlingen extra begeleiding nodig heeft om de juiste lijn binnen hun uitstroomprofiel te kunnen volgen. Vanuit die optiek dien je als school na te gaan voor welke specifieke leerlingen dit geldt en/of op welke vakgebieden dit vooral betrekking heeft.
20
Bij de volg- en adviestoetsen van CITO wordt bij het vak Nederlands onderscheid gemaakt tussen taalverzorging, leesvaardigheid en woordenschat. Bij de scores van de leerlingen valt op dat er een aanzienlijke onderlinge discrepantie is tussen de resultaten op deze onderdelen. Vandaar dat gekozen is om het vak Nederlands thans nader uit te werken en te bekijken of de leerprestaties bij dit vak (of een onderdeel hiervan) te verhogen zijn.
NADERE ANALYSE NEDERLANDS VSO VMBO Bij het onderdeel “Leesvaardigheid” en “Woordenschat” scoren de leerlingen van de Xaverius VSO VMBO aanzienlijk beter dan bij het onderdeel “Taalverzorging”. Bij de onderdelen “Leesvaardigheid” en “Taalverzorging” is het mogelijk om de behaalde referentieniveaus te vergelijken met de landelijke referentieniveaus. Helaas is dit voor het onderdeel “Woordenschat” niet mogelijk. Omdat de leerlingen hier echter goed voor scoorden is deze verder buiten beschouwing gelaten. De onderdelen “Taalverzorging” en “Leesvaardigheid” zijn navolgend in vergelijking met de landelijke referentieniveaus uitgewerkt. Taalverzorging (bestaande uit Werkwoordspelling, Niet-werkwoordspelling en Grammatica) Tabel III schetst het behaalde referentieniveau bij “Taalverzorging” van de leerlingen van Xaverius VSO VMBO ten opzichte van de landelijke referentieniveaus.
Ondanks de geringe n-factor (maximaal 10) kan toch geconstateerd worden dat Xaverius VSO VMBO leerlingen in de marge genomen lager dan landelijk scoren op de toets “Taalverzorging” en maar weinig leerlingen het 2F niveau behalen. Van de huidige VSO VMBO leerjaar 3 leerlingen behaald zelfs geen enkele leerling het 2F niveau. En ofschoon deze toets alleen gemaakt wordt door
21
leerlingen van de leerjaren VMBO 1, 2 en 3 valt ook bij de leerlingen van leerjaar 4 tijdens de (school- en centrale) examens op dat ze beduidend lager dan landelijk scoren bij de schrijfopdrachten. De lage scores bij taalverzorging zullen hier zeker hun invloed op hebben.
Leesvaardigheid Tabel IV schetst het behaalde referentieniveau bij “Leesvaardigheid” van de leerlingen van de Xaverius VSO VMBO ten opzichte van de landelijke referentieniveaus.
Ondanks de geringe n-factor (maximaal 10) kan toch geconstateerd worden dat Xaverius VSO VMBO leerlingen in de marge genomen hoger dan landelijk scoren op de toets “Leesvaardigheid”.
Conclusie Xaverius VSO VMBO leerlingen scoren hoger in vergelijking met de landelijke referentieniveaus op de onderdelen “Woordenschat” en “Leesvaardigheid”, maar beduidend lager op het onderdeel “Taalverzorging”. Ook de resultaten tijdens het schooljaar bij methode gebonden toetsen wijzen uit dat leerlingen op het onderdeel “Taalverzorging” lager scoren dan op de andere onderdelen. Tot nu toe hebben leerkrachten dit proberen te ondervangen door het aanbieden van additionele opdrachten en huiswerk. Dit heeft ogenschijnlijk niet tot het gewenste resultaat geleid. De Xaverius VSO VMBO zal in schooljaar 2015-2016 door middel van een jaarplan “Taalverzorging” naast de reguliere methode Nederlands een extra leerlijn uitzetten, aansluitend op de standaard lesmethode voor de onderdelen van “Taalverzorging” voor VMBO leerjaar 1 t/m 4. Aan het einde van schooljaar 2015-2016 zal vervolgens opnieuw gemeten worden of deze aanpassingen in het leerstofaanbod en de wijze van aanbieden van de leerstof tot de beoogde positieve effecten geleid hebben.
22
B.
Pedagogische evaluatie Xaverius VSO VMBO
In de pedagogische standaard heeft de Xaverius VSO VMBO beschreven waar ze met haar leerlingen naartoe wil als het gaat om het sociaal- emotioneel functioneren. Er wordt daarbij gewerkt met de leerlijnen van het CED (Centrum Educatieve Diensten) en de SCOL (Sociale Competentie Observatie Lijst) voor het vaststellen van de pedagogische standaard.
Tabel I schetst de verwachting van het VSO VMBO ten aanzien van het arrangement waarbinnen de leerlingen (zittend in schooljaar 2014-2015) zullen uitstromen (n=64). Leren functioneren in Leren leren Leren taken uitvoeren sociale situaties Excellent 5% 3% 5% Basis
67%
69%
47%
Intensief
28%
28%
48%
Op de leergebiedoverstijgende onderdelen “Leren leren” (67%) en “Leren taken uitvoeren” (69%) wordt het grootste deel van de leerlingen verwacht uit te stromen in het basisarrangement. Bij het leergebiedoverstijgende gebied “Leren functioneren in sociale situaties” is dit 47% terwijl bij ongeveer evenveel leerlingen (48%) veracht wordt dat ze uitstromen binnen het intensieve arrangement.
Tabel II schetst de scores van de SCOL van mei 2015 (n=58) Leren leren
Leren taken uitvoeren
Leren functioneren in sociale situaties
Excellent
7%
5%
2%
Basis
71%
69%
62%
Intensief
22%
26%
36%
Voor het bepalen van de score op de drie leergebiedoverstijgende gebieden zijn de gemiddelde scores berekend op de bij het leergebiedoverstijgende gebied behorende categorieën van de SCOL. Indien de gemiddelde score lager is dan 3, dan betreft dit een score binnen het intensieve arrangement. Indien de gemiddelde score loopt van 3 t/m 4, dan is dit een score binnen het basisarrangement. Bij een score hoger dan 4 dan betreft dit een score binnen het excellente arrangement.
Tabel III (n=58) schetst of de leerling op dit moment de juiste lijn volgt. Dus of een leerling die op een bepaald leergebiedoverstijgend onderdeel in het bepaald arrangement is ingeschaald ook op deze lijn zit of dat de leerling scoort in een ander arrangement. Leren functioneren in Leren leren Leren taken uitvoeren sociale situaties hoger dan verwachting 21% 23% 30% gelijk aan verwachting
67%
60%
53%
lager dan verwachting
12%
17%
17%
Op basis van deze resultaten kan geconcludeerd worden dat een overgroot deel van de Xaverius VSO VMBO leerlingen naar verwachting scoort.
23
Conclusies De Xaveriusschool VSO VMBO verwacht dat zij binnen een aantal jaren toe kan werken naar een “normaalverdeling” binnen de leergebiedoverstijgende gebieden, waarbij wordt uitgaan van de grootste groep leerlingen (50%) die op het basisniveau scoren, een groep (25%) die boven het basisniveau (= excellent) scoort en een groep (25%) die onder het basisniveau (= intensief) scoort. Wanneer gekeken wordt naar de huidige (voor schooljaar 2014-2015) verwachte uitstroom op de leergebiedoverstijgende onderdelen dan kan opgemerkt worden dat de inschatting op het onderdeel “Leren functioneren in sociale situaties” te laag is geweest. Gekeken naar de resultaten van de SCOL soort een hoger percentage dan verwacht immers al binnen het basisniveau. Streven is om gedurende het schooljaar 2015-2016 het niveau op alle onderdelen verder omhoog te werken, zodat er aan het einde van schooljaar 2015-2016 een verdere stap in de richting van de “normaalverdeling” gemaakt is. Doelen voor schooljaar 2015-2016
Op het onderdeel “Leren leren” scoort 15% van de leerlingen in het excellente arrangement, 60% in het basisarrangement en 25% in het intensieve arrangement. Op het onderdeel “Leren taken uitvoeren” scoort 15% van de leerlingen in het excellente arrangement, 60% in het basisarrangement en 25% in het intensieve arrangement. Op het onderdeel “Leren functioneren in sociale situaties” scoort 10% van de leerlingen in het excellente arrangement, 60% in het basisarrangement en 30% in het intensieve arrangement. Daar waar mogelijk (afhankelijk van het stroomschema in de schoolstandaard) zal bij leerlingen tevens het ontwikkelingsperspectief worden bijgesteld. De VSO VMBO wil voorgaande bereiken door inzet van de opgestelde leergebiedoverstijgende arrangementen en door een keuze te maken m.b.t. een leergebiedoverstijgende methode passend bij de arrangementen (zie ook schooljaarplan Wet Kwaliteit VSO).
24
1.3.4. Opbrengsten 2014-2015 VSO LW&TC te Sittard Uitstroomgegevens In schooljaar 2014-2014 zijn er 16 VSO LW&TC leerlingen uitgestroomd, waarvan 11 (68,75%) leerlingen naar een arbeidsmatige plek, 5 (31,25%) leerlingen naar het vervolgonderwijs en 0 leerlingen naar begeleide arbeid.
Figuur 1: Uitstroomgegevens VSO LW&TC 2014-2015 t.o.v. gestelde schoolstandaard in uitstroompercentage (N=16).
De ambitie van het VSO LW&TC ligt op een einduitstroom van 70% van de leerlingen richting arbeid, waarvan 10% richting begeleide arbeid. Dit schooljaar zijn er 68.75% van de leerlingen uitgestroomd richting arbeid. Dit ligt dus in lijn met de gestelde ambitie, waarbij er dit schooljaar geen leerlingen zijn uitgestroomd naar begeleide arbeid. Daarnaast is de ambitie om 30% van de leerlingen richting vervolgonderwijs uit te laten stromen. Dit schooljaar is dat 31,25%. Ook dit staat in lijn met de gestelde ambitie. Gedurende schooljaar 2014-2015 hebben 5 leerlingen het LW&TC tussentijds verlaten. Hierbij gaat het om leerlingen die doorgestroomd zijn naar een andere school.
Didactische standaard In de didactische schoolstandaard (figuur 2) is beschreven waar het Xaverius LW&TC met de leerlingen naartoe wil werken en welk aanbod de leerlingen hiervoor krijgen. Middels de methode onafhankelijke toetsen van AMN is gekeken waar de leerlingen voor de vakken Nederlands, Rekenen en Engels op dit moment scoren. Per uitstroomprofiel gelden didactische streefniveaus, welke in moeilijkheidsgraad worden opgebouwd. De score is afgezet tegen de leeftijd/ huidige groep van de leerling. Op basis van deze score wordt voor elke leerling aangegeven of zij functioneren binnen het intensieve, basis of excellente niveau.
25
Figuur 2. Opbouw didactische vakken in leerjaren naar uitstroombestemming binnen de Xaveriusschool LW&TC.
De verwachting binnen de school is een normaalverdeling, waarbij we uitgaan van de grootste groep leerlingen die op het basis niveau scoren (50%) en een groep boven het basisniveau (25%) en onder het basisniveau (25%). De scores van de leerlingen op de didactische hoofdvakken zijn weergegeven in Tabel 1. Voor het vak Nederlands scoort 90,9% van de leerlingen binnen de school op basisniveau of hoger. Dit geeft aan dat de leerlingen op het gebied van Nederlands hoger scoren dan het aangeboden basisaanbod. Hierbij dient aangetekend te worden dat de onderdelen ‘schrijfvaardigheid’ en ‘spreken’ nog niet bij de leerlingen getoetst zijn in schooljaar 2014-2015.
TABEL 1:
Percentage leerlingen dat afgezet tegen de leeftijd scoort in het intensieve, basis of excellente arrangement voor de vakken Nederlands, Rekenen en Engels op de AMN-toetsen.
Uitstroombestemming Excellent: Vervolgonderwijs Basis: arbeid Intensief: begeleide arbeid
Nederlands (N= 55) 36,4% 54,5% 9,1%
Rekenen (N= 61) 27.9% 54,1% 18,0%
Engels (N= 30) 0,0% 43,3% 56,7%
26
Voor het vak rekenen scoren de meeste leerlingen in het basisarrangement (54.1%). Rondom dit basisarrangement scoren de leerlingen vrij evenredig verdeeld in het excellente (27.9%) en het intensieve niveau (18.0%). Bij het vak Engels ligt het niveau van de leerlingen op de AMN-toets een stuk lager dan bij de vakken Nederlands en Rekenen. Het grootste deel van de leerlingen scoort op het intensieve niveau (56.7%), een deel scoort op het basisniveau (43.3%), op het excellente niveau wordt door geen enkele leerling gescoord.
Pedagogische standaard In de pedagogische standaard heeft het Xaverius VSO LW&TC beschreven waar het met de leerlingen naartoe wil als het gaat om het sociaal- emotioneel functioneren. Er wordt hierbij gewerkt met de leerlijnen van het CED en het vaststellen van de pedagogische standaard gebeurt middels de afname van de SCOL. In Tabel 2 zijn de scores van de leerlingen, ingevuld door de betreffende leerkracht, op de SCOL weergegeven. Voor het bepalen van de score op de drie leergebiedoverstijgende gebieden zijn de gemiddelde scores berekend op de bij het leergebiedoverstijgende gebied behorende categorieën van de SCOL. Indien de gemiddelde score lager is dan 3, dan betreft dit een score binnen het intensieve arrangement. Indien de gemiddelde score loopt van 3 t/m 4, dan is dit een score binnen het basisarrangement. Bij een score hoger dan 4 dan betreft dit een score binnen het excellente arrangement. Over het algemeen functioneert het grootste deel van de leerlingen op het basisniveau binnen de diverse domeinen, waarbij het percentage rond de 50% ligt. Bij het domein ‘leren leren’ is sprake van een normale verdeling. Bij de domeinen ‘leren taken uitvoeren’ en ‘leren functioneren in sociale situaties’ scoren de meeste leerlingen op het basisniveau en hoger. Slechts een klein deel van de leerlingen, respectievelijk 6.9% en 3.5%, scoort op deze domeinen op het intensieve niveau. Tabel 2
Percentage leerlingen dat afgezet tegen de leeftijd scoort in het intensieve, basis of excellente arrangement op basis van de SCOL-score.
Uitstroombestemming
Leren leren (N=58)
Leren taken uitvoeren (N= 58 )
Excellent: Vervolgonderwijs Basis: arbeid Intensief: begeleide arbeid
27,6% 51,7% 20,7%
39.7% 53,5% 6,9%
Leren functioneren in sociale situaties (N= 58 ) 44,8% 51,7% 3,5%
Werknemersvaardigheden Binnen het LW&TC speelt de ontwikkeling van werknemersvaardigheden een belangrijke rol. Deze werknemersvaardigheden zijn opgenomen in het Ontwikkelingsperspectief van elke leerling en geven mede richting aan het vaststellen van de uitstroomrichting van de leerling. Op dit moment wordt er nog geen gebruik gemaakt van een valide en betrouwbaar meetinstrument om deze werknemersvaardigheden te meten c.q. is men nog op zoek naar instrumenten die aan deze criteria voldoen.
27
Algemene conclusies en ontwikkelpunten Naar aanleiding van de geanalyseerde data kunnen een aantal conclusies worden getrokken. Aan deze conclusies worden doelstellingen inclusief actieplannen gekoppeld voor het schooljaar 2015-2016. Op basis van de data van de einduitstroom kan geconcludeerd worden dat de huidige uitstroom in lijn ligt met de ambitie die het Xaverius LW&TC zich heeft gesteld. 1.
De leerlingen functioneren op het gebied van Engels op basis van de AMN-scores voornamelijk op het basis en intensieve niveau. Ook leerlingen die verwacht werden hoger te scoren op de AMNtoets laten een beneden gemiddelde score zien. In het eerste deel van schooljaar 2015-2016 (tot aan de herfstvakantie) zal daarom het aanbod van Engels en de wijze waarop dit aansluit bij het niveau dat de leerlingen volgens de schoolstandaard dienen te behalen nader onderzocht worden. Daarnaast zal er ook gekeken worden naar de wijze, vorm en inhoud van de methode onafhankelijke toetsen waarbij de nadruk ligt op betrouwbare en valide toetsing die aansluit bij de doelgroep.
2. Voor het vak Nederlands scoren de meeste leerlingen op dit moment op het basisniveau of hoger. Dat is vergeleken met de ambitie een hogere realisatie. In schooljaar 2014-2015 echter zijn de schrijftoetsen en de spreekvaardigheid nog niet afgenomen. In schooljaar 2015-2016 zal (onder auspiciën van de zorgcoördinator) gestart worden met de afnames van de methode onafhankelijke toetsen waarbij eveneens de schrijfvaardigheid en spreekvaardigheid getoetst wordt. 3. Op pedagogisch gebied scoren de leerlingen op ‘ leren taken uitvoeren’ en ‘ leren functioneren in sociale situaties’ voornamelijk binnen het basis en excellente niveau. Xaveriusschool leerlingen ervaren echter primair problemen in het sociaal-emotionele functioneren. Een excellente score zou kunnen wijzen op het niet of nauwelijks aanwezig zijn van een sociaal-emotionele problematiek en dat lijkt onlogisch. Ontwikkelpunt voor komend schooljaar ligt dan ook primair op het vlak van het invullen van de SCOL. De Commissie van Begeleiding zal leerkrachten komend schooljaar begeleiden met in het invullen van de SCOL voor de leerlingen waarbij het stukje ‘leeftijdsadequaat’ een centrale rol zal spelen. 4. De werknemersvaardigheden van de leerlingen worden op dit moment nog niet getoetst met een valide en betrouwbaar meetinstrument. In schooljaar 2015-2016 zal de CvB in overleg met de externe ondersteuners van de Veerkrachtgroep op zoek gaan naar een instrument om de werknemersvaardigheden te meten, zodat deze eind van dat schooljaar voor elke leerling vastgesteld kunnen worden en meegenomen worden in de eindevaluatie van de schoolstandaard. Aan het eind van schooljaar 2015-2016 zal de schoolstandaard geëvalueerd worden op basis van de nieuwe gegevens en zullen eveneens de bovenstaande acties in dit kader worden geëvalueerd.
28
1.4 Scores eindexamenkandidaten VSO VMBO en VSO LW&TC De Xaveriusschool kent een tweetal diplomagerichte leerstromen. De VSO VMBO locatie welke in samenwerking met de St. Jozefschool in Cadier & Keer en het Porta Mosana College Maastricht (extraneus regeling) opleidt voor een VMBO diploma (Basis- en Kaderberoepsgerichte Leerweg) en het VSO LW&TC welke in samenwerking met het DaCapo College, MBO Leeuwenborgh Opleidingen, MBO Arcus, MBO Citaverde en/of MBO Gilde Opleidingen opleidt voor een AKA diploma (arbeidsmarkt kwalificerende assistentenopleiding), IVIO certificaten en/of een MBO niveau 1 diploma.
VSO VMBO In schooljaar 2013-2014 hebben in totaal 18 leerlingen aan het VMBO eindexamen meegedaan en alle leerlingen zijn geslaagd (6 op BB niveau en 12 op KB niveau). Daarnaast hebben enkele leerlingen (4) voor een aantal vakken (Nederlands, Wiskunde en Engels) succesvol een VMBO TL examen afgelegd. Belangrijk voor de Xaveriusschool daarbij is om te weten (meten) of de cijfers van de leerlingen bij de schoolexamens (SE) niet significant afwijken van de cijfers van de centrale landelijke examens (CE). Het kwaliteitscriterium voor de school is dat er minder dan 0,2 punt verschil dient te zitten tussen het SE en het CE. Waarbij aangetekend dat een hogere discrepantie ten voordele van het centraal examen natuurlijk minder problematisch is dan een hogere discrepantie ten voordele van het schoolexamen. De berekeningen zijn op basis van de gemiddelden van alle leerlingen die eindexamen gedaan hebben in navolgende overzichten geschetst.
EINDRESULTATEN EXAMENS VMBO BB (BASISBEROEPSGERICHTE LEERWEG / N = 6) Eindexamen onderdeel Nederlands Engels Wiskunde Economie Handel en Verkoop
SE 6.7 6.9 8 6.6 6.9
Cijfers CE 6.9 6.8 7.3 6.2 6.7
EP 7 7 8 7 7
SE= school examens CE= centraal examen (digitaal voor de basis leerlingen). EP= eind punt (afgerond)
29
Wiskunde: Voor het schoolexamen (SE) scoren de leerlingen gemiddeld een 8. Tijdens het centraal examen (CE) scoren de leerlingen gemiddeld een 7.3. Een verschil van 0.7. Dit is mogelijk te verklaren door het feit dat het SE op papier afgenomen wordt en het CE digitaal. Nadeel bij het afnemen van het digitaal examen is dat leerlingen hulpmaterialen als passer, liniaal, e.d. digitaal moeten gebruiken terwijl ze daarin vaak nog onvoldoende handigheid ontwikkeld hebben. Daarnaast wordt het SE per onderdeel afgenomen en bij het CSE worden alle onderdelen gezamenlijk getoetst.
Voorstellen voor de toekomst Eind maart voor de start van het CE een extra clustertoets hoofdstuk 5 t/m 8 afnemen zodat leerlingen eraan wennen dat alle onderdelen door elkaar getoetst worden. Op de server de bestanden voor het oefenen van de digitale examens installeren door ICT’er. Economie: Voor het SE scoren de leerlingen gemiddeld een 6.6. Tijdens het CE scoren de leerlingen gemiddeld een 6.2, wat een verschil van 0.4 oplevert. Het SE wordt per onderdeel getoetst en tijdens het CE worden alle onderdelen gezamenlijk en door elkaar getoetst. Ook wordt er tijdens het CE een stukje algemene kennis en burgerschap gevraagd. Iets dat vaak buiten de belevingswereld van onze leerlingen valt.
Voorstellen voor de toekomst: Jaarlijks vanaf februari een stuk herhaling van ‘om te leren’ van elk hoofdstuk uit het maatschappij-leerboek van leerjaar 3 tijdens de economielessen. Wekelijks actuele nieuwsthema’s in de klas bespreken. EINDRESULTATEN EXAMENS VMBO KB (KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG / N = 12) Eindexamen onderdeel Nederlands Engels Wiskunde Economie Handel en Verkoop
Cijfers SE 6.5 7.6 6.0 6.4 6.8
CE 5.4 7.4 6.4 6.0 6.9
EP 6 8 6 6 7
SE= school examens CE= centraal examen EP= eind punt (afgerond)
30
Nederlands: Voor het SE scoren de leerlingen gemiddeld een 6.5. Tijdens het CE scoren de leerlingen gemiddeld een 5.4, wat een verschil van 1.1 oplevert. Tijdens het SE worden kijk-, spreeken luistervaardigheden getoetst, waarbij leerlingen baat hebben bij auditieve en visuele ondersteuning. Dit blijkt uit de goede resultaten voor het SE. De lange leesteksten tijden het CE vraagt om een lange concentratieboog van leerlingen. Dit vormt voor de prikkelgevoelige leerlingen van de Xaveriusschool vaak een struikelblok. Tevens zorgt het samenvatten van een tekst en het schrijven van een brief voor een hoop frustratie voor de leerlingen. Leerlingen kunnen moeilijk bepalen wat de hoofdzaken van een tekst zijn en vinden het moeilijk om hun eigen gedachte op een goede manier op papier te zetten. Dit wordt bij de methode niet tijdens elk blok aangeboden waardoor leerlingen hier minder vaardigheden in ontwikkelen.
Voorstellen voor de toekomst: Vanaf de onderbouw regelmatig oefenen van het samenvatten, artikel en brief schrijven. Dit zal buiten de methode gebonden lessen aangeboden worden (zie Jaarplan taalverzorging). In leerjaar 3 en 4 leerlingen tijdens de leesvaardigheidslessen langere tijd laten werken aan deze teksten met opdrachten. Opbouwend van 45 min naar 60 min. in leerjaar 3. En in leerjaar 4 van 60 min. naar 90 min. Wiskunde: Voor het SE scoren de leerlingen gemiddeld een 6.0. Tijdens het CE scoren de leerlingen gemiddeld een 6.4, wat een verschil van 0.4 oplevert. De meerderheid van de huidige leerlingen is met lage scores van 3 naar 4 over gegaan. Door de vele herhaling in het vierde leerjaar beheersen ze de stof steeds beter. Mogelijk dat ze hierdoor hogere scores voor hun CSE hebben behaald.
Voorstellen voor de toekomst: Het beperken van de lage scores in leerjaar 3 doormiddel van extra huiswerk wiskunde voor de gebieden waarop de leerlingen uitvallen tijdens de methodegebonden toetsen. Resultaten worden gemeten en besproken tijdens de evaluatiemomenten. Economie: Voor het SE scoren de leerlingen gemiddeld een 6.4. Tijdens het CE scoren de leerlingen gemiddeld een 6.0, wat een verschil van 0.4 oplevert. Bij het SE wordt per onderdeel getoetst en tijdens het CE worden alle onderdelen getoetst. Ook komt er tijdens het CE een stukje algemene kennis en burgerschap kijken, wat vaak buiten de belevingswereld van onze leerlingen valt.
31
Voorstellen voor de toekomst: Vanaf februari een stuk herhaling van ‘om te leren’ van elk hoofdstuk uit het maatschappijleerboek van leerjaar 3 tijdens de economielessen. Wekelijks actuele nieuwsthema’s in de klas bespreken.
EINDRESULTATEN EXAMENS VMBO TL (THEORETISCHE LEERWEG / N = 4) Eindexamen onderdeel Nederlands Engels Wiskunde
Cijfers SE 6.5 6.5 7.1
CE 6.2 6.0 7.5
EP 7 6 7
SE= school examens / CE= centraal examen / EP= eind punt (afgerond)
Aangezien het aanbieden van de mogelijkheid voor een (deel)diploma VMBO Theoretische Leerweg vooralsnog niet van structurele aard is zijn verdere analyses van de cijfers achterwege gelaten.
EINDRESULTATEN REKENEXAMENS 2F
Rekentoets 2F
BBL ( 6 lln) 6.8
KBL ( 12 lln) 7.9
32
83% van de leerlingen is geslaagd voor het rekenexamen niveau 2F. De leerlingen krijgen vanaf het eerste leerjaar van de Xaverius VMBO 3 uur per week rekenblokken. In de bovenbouw wordt dit teruggebracht tot 2 uur per week. Leerlingen oefenen dit digitaal om goed voorbereid te zijn op hun examen dat ook digitaal afgenomen wordt. Daarnaast werken ze één uur per week in niveaugroepen op basis van hun digitale resultaten.
Voorstellen voor de toekomst Leerlingen die in het intensieve arrangement zitten tijdens de computeruren rekenblokken, individuele instructie bieden met bijbehorende opdrachten. Let op!!! vanaf schooljaar 2015-2016 is de rekentoets een onderdeel van de slaag- zak regeling bij de examens!!
VSO LW&TC Het VSO LW&TC is de praktijkgerichte onderwijslocatie van de Xaveriusschool. Binnen deze locatie wordt de leerlingen diverse opleiding-, certificering- en diplomamogelijkheden geboden welke nauw verbonden zijn aan het verwerven en behalen van beroepsgerichte competenties. Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) is een brede opleiding waarmee je een mbo-diploma op niveau 1 kunt halen. De AKA-opleiding helpt je een beroepskeuze te maken en geeft je de kans om ervaringen op te doen binnen verschillende beroepsrichtingen. Je sluit de opleiding af met een diploma waarmee je kunt gaan werken of verder kunt studeren. Tijdens de opleiding maak je een keuze uit beroepsrichtingen als techniek, zorg en welzijn, horeca, groen, enzovoort. Het is een opleiding ‘Leren Werken’ voor mensen die liever met hun handen werken en het beste leren in de praktijk. De opleiding richt zich voornamelijk op het leren functioneren in een bedrijf en ervaring opdoen binnen meerdere branches en sectoren. AKA is een eenjarige dan wel tweejarige opleiding. AKA-leerlingen hebben veelal Praktijkonderwijs gevolgd of hebben een VMBO-achtergrond en een praktische instelling. Je werkt bij voorkeur onder begeleiding van een leermeester of praktijkbegeleider, je weet nog niet zeker welke opleiding je uiteindelijk zou willen volgen bij het MBO. Voor sommige leerlingen is deze opleiding het hoogst haalbare. In schooljaar 2014-2015 hebben 6 leerlingen van het LW&TC deelgenomen aan examen AKA en 4 leerlingen aan het examen MBO niveau 1. Alle 10 leerlingen zijn geslaagd. Op een enkeling na zijn alle leerlingen aan het einde van schooljaar 2014-2015 uitgestroomd naar een MBO opleiding niveau 2.
33
1.5
Cito eindtoets resultaten
In schooljaar 2014-2015 hebben 17 leerlingen van de Xaveriusschool deelgenomen aan de landelijke CITO eindtoets. De gemiddelde score van alle kandidaten was 525 (2013-2014: 521, 2012-2013: 522, 2011-2012: 529, 2010-2011: 532). De hoogste score was 539 en de laagste 508. De leerlingen waren afkomstig van de SO locatie (12 leerlingen) en Station 29 (5 leerlingen). Gemiddelde CITO eindscore leerlingen SO locatie (Valkstraat/n=12) Gemiddelde CITO eindscore leerlingen Station 29 (Guttecoven/n=5)
Leerling
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Totaal
LOCATIE SO (VALKSTRAAT) Verwachte Behaalde score score volgens OPP 529 526 530 517 529 514 525 520 529 511 532 533 529 529 511 525 510 508 537 531 529 528 520 521 526 522
: 522 : 532
LOCATIE STATION 29 Verwachte Behaalde score score volgens OPP 536 539 530 537 535 530 524 524 525 531
530
532
Evaluatie SO locatie Binnen de SO zijn ter voorbereiding op - en bij de afname van de CITO eindtoets de volgende zaken aan bod gekomen: Twee oefendagen waarbij één dag in het teken stond van de wijze van vraagstelling, het invullen van het antwoordenblad en alle overige relevante randzaken/voorwaarden. De tweede dag is gebruikt om daadwerkelijk een oefentoets te maken. Leerlingen gaven aan dat deze wijze van voorbereiding voor hen spanningsverminderend werkte. Er is besloten geen WO vakken te toetsen i.v.m. de beperkte concentratieboog van leerlingen en de pauzemomenten tussen toetsen te verlengen. Tijdens de afname van de toetsen vielen de volgende zaken op: Leerlingen konden zich (mede dankzij de genomen maatregelen) goed concentreren en lieten een goede werkhouding zien. Leerlingen namen de tijd om de toets goed te maken en hielden na afloop rekening met elkaar. Verdere analyse van resultaten en proces
De leerlingen die een significante afwijkende (lagere) eindscore behaalden (in verhouding tot de verwachte score volgens het OPP) waren leerlingen die op de gebieden “leren leren”, “sociaal
34
gedrag” en “zelfbeeld” in schooljaar 2015-2016 minder progressie in vergelijking met de overige leerlingen hebben doorgemaakt. Dit kan op tweeërlei wijze leiden tot aanpassingen in het onderwijsprogramma. Allereerst zijn dit belangrijke (contra)factoren bij het opstellen van het ontwikkelingsperspectief (OPP). Mogelijk is dit thans nog in onvoldoende mate meegenomen bij de formulering van de te verwachte opbrengsten. Maar het betekent ook dat juist deze leerlingen bij toetsmomenten extra aandacht nodig hebben m.b.t. de voorbereidingen en wijze van afname. Tot slot viel ook op dat veel leerlingen met name bij de “Reken CITO” moeite hebben met de manier van vragenstellen. Er is een duidelijk verschil zichtbaar in relatie tot de “Taal CITO”. Het verdient aanbeveling dit schoolbreed binnen de locaties 4-12 jarigen tot aandachtspunt te maken waarbij al in lagere leerjaren aandacht dient uit te gaan naar de wijze waarop leerlingen de benodigde gegevens uit een verhaal kunnen halen en dit vervolgens tot een som transformeren.
Evaluatie locatie Station 29 Station 29 heeft er bewust voor gekozen geen eindcito te “oefenen” omdat dit met name voor de doelgroep leerlingen met een autisme spectrum (gerelateerde) problematiek te veel spanning en druk zou kunnen veroorzaken. En ook op Station 29 is ervoor gekozen om geen WO toets te maken gezien de beperkte spanningsboog van de leerlingen. En verder is aan een aantal randvoorwaardelijke zaken via visualisering (via plan- en digitaal bord, inzet van time-timer, enz.) aandacht gegeven. En net als bij de leerlingen van de SO locatie hadden ook de leerlingen van Station 29 meer moeite met de “Reken CITO”. Hetgeen de aanbeveling om binnen de gehele school in alle leerjaren meer aandacht hieraan te besteden onderbouwt.
Voor de Xaveriusschool zijn overigens deze scores slechts deels van belang. Omdat voor het merendeel van de leerlingen de verblijfsduur slechts beperkt is (gemiddeld 1 jaar en 7 maanden) en omdat de behaalde scores op de CITO eindtoets daardoor jaarlijks fors kunnen fluctueren. Meer waarde wordt gehecht aan de scores van de leerlingen op de reguliere CITO toetsen en de methodegebonden toetsen. En vooral natuurlijk op het realiseren van het beoogde uitstroomprofiel zoals verwoord in het ontwikkelingsperspectief van iedere individuele leerling.
35
HOOFDSTUK 2: ORGANISATIE ALGEMEEN
2.1 Schoollocaties SO afdeling
Valkstraat 2a 6135 GC Sittard Mw. S. Lambij
Telefoon Fax E-mail
046 – 474 82 54 046 – 435 01 09
[email protected]
Munnikstraat 10 6123 AR Holtum Mw. K. Geisen
Telefoon Fax E-mail
046 – 485 50 88
[email protected]
Doorstroomgroepen Eloystraat 1a 6160 AJ Geleen Locatieleider Dhr. drs. L. Reinders
Telefoon Fax Email
046 – 410 57 36 046 – 474 25 79
[email protected]
Autiklassen
Kerkstraat 29 6143 BB Guttecoven Mw. K. Geisen
Telefoon Fax E-mail
046 – 481 23 69
[email protected]
Geenstraat 43 6162 XW Geleen Dhr. E. Wilbrink
Telefoon Fax Email
046 – 410 40 67
[email protected]
Overhovenerstraat 31 6131 BX Sittard Dhr. J. Heil
Telefoon Fax E-mail
046 – 458 19 22
[email protected]
Telefoon Fax E-mail
046 – 451 80 60 f.moerskofski@sbohetmozaïeksittard.nl
Locatieleider
De Triangel Locatieleider
Locatieleider
VSO VMBO Locatieleider
VSO LW&TC Locatieleider
Ambulante Begeleid. Valkstraat 2 6135 GC Sittard Afd. coördinator Mw. F. Moerskofski
De centrale administratie van de Xaveriusschool bevindt zich op Valkstraat 2a te Sittard. Contactpersoon is mw. F. Wensink (
[email protected]). Bij afwezigheid van de directeur (dhr. B. Dieteren) treedt dhr. J. Heil (046-4581922) op als waarnemend directeur.
36
2.2 De schoolleiding (het managementteam) Algemeen directeur Managementassistente
Dhr. drs. B. Dieteren Mw. F. Wensink
Locatieleider 4-12 jarigen (Sittard) Locatieleider 4-12 jarigen (Holtum-Guttecoven.) Locatieleider 12-20 jarigen (LW&TC) Locatieleider 12-20 jarigen (VMBO) Afdelingscoördinator AB afdeling
Mw. S. Lambij Mw. K. Geisen Dhr. J. Heil (waarnemend directeur) Dhr. E. Wilbrink Dhr. drs. B. Dieteren
Commissie van Begeleiding (CvB) 4-12 jarigen
Mw. drs. C. Frissen - gedragswetenschapper Mw. K. Geisen - interne begeleider Mw. S. Lambij - interne begeleider Mw. J. Ewals - maatschappelijk deskundige Schoolarts op afroep
Commissie van Begeleiding (CvB) 12-20 jarigen
Mw. drs. D. Jans– orthopedagoog Mw. J. Ewals - maatschappelijk deskundige Mw. S. Massen – zorgcoördinator VMBO Mw. M. Pfennings – zorgcoördinator LW&TC Schoolarts op afroep
Naast eigen personeelsleden van de Xaveriusschool maken ook externe partners deel uit van de Coördinatie Leerlingenzorg. Bijvoorbeeld vertegenwoordigers van Orbis GGZ, Centrum Jeugd en Gezin (CJG) en de afdeling Leerplicht. Het managementteam van de Xaveriusschool wordt gevormd door de directeur, de locatieleiders en een afgevaardigde vanuit de Commissie van Begeleiding.
37
2.3 Medezeggenschap De medezeggenschapsraad (MR) van de Xaveriusschool bestond in schooljaar 2014-2015 uit: 3 vertegenwoordigers van de ouders 4 vertegenwoordigers vanuit het onderwijspersoneel Oudergeleding MR: Mw. Conny Vleugels-Rademacher (vicevoorzitter), Dhr. Jeroen Oonincx en Mw. Amanda op den Camp (tijdsplanner). Schoolgeleiding MR: Mw. Marian Visser (voorzitter), Mw. Marion Stoffels (secretaris), Mw. Silvia Massen en Mw. Natascha Heeroma. Er is t.b.v. het thans voorliggende Xaverius Jaarverslag 2014-2015 geen jaarverslag door de MR aangeleverd m.b.t. de MR activiteiten en bespreekpunten in schooljaar 2014-2015.
2.4 Schoolcontactpersonen Er is geen feedback geweest vanuit de schoolcontactpersonen richting de directie m.b.t. eventuele meldingen en klachten in schooljaar 2014-2015. Ook via Kindante zijn er geen meldingen c.q. klachten bij de externe vertrouwenspersonen van de school binnengekomen.
2.5 Schoolveiligheidsbeleid en REACT trainingen De Xaveriusschool hecht conform haar visie grote waarde aan fysieke en emotionele veiligheid voor alle betrokkenen bij het onderwijs van de school. Leerlingen, schoolpersoneel, ouders, stagiaires en overige betrokkenen. Personeelsleden zijn vanuit hun functie mede verantwoordelijk voor een veilig leefklimaat voor henzelf en voor anderen. Medewerkers op alle locaties van de Xaveriusschool krijgen steeds vaker te maken met grensoverschrijdend en/of agressief gedrag van anderen (leerlingen maar ook soms ouders of derden). Het is van belang meer inzicht te krijgen in de fysieke, mentale en sociale processen die een rol spelen bij agressie en geweld. Dit inzicht geeft de medewerkers de mogelijkheid om hierin sturend op te treden. Gevoelens van bijvoorbeeld onmacht, boosheid of angst kunnen op de werkvloer een adequate aanpak van een (conflict)situatie ernstig verstoren of doen stagneren.
38
Daarom werkt personeel1 van de Xaveriusschool volgens de REACT methodiek. De REACT methode geeft concrete invulling aan goedwerkgeverschap zoals bedoeld in de huidige Nederlandse wetgeving. Schoolpersoneel wordt jaarlijks tijdens meerdere bijeenkomst hierin getraind. De werkwijze tijdens de training is, naast cognitieve overdracht, vooral gebaseerd op het inzicht krijgen in - en het verbeteren van de eigen houding en gedrag. De procedures en persoonlijke veiligheidstechnieken zijn gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke onderzoeken uit diverse landen. De theorie wordt ondersteund door oefeningen en simulaties uit de dagelijkse praktijk. De Xaveriusschool investeert al jaren in een goede training van haar personeel en heeft in dat kader ook de beschikking over een drietal gecertificeerde verbale - en fysieke agressietrainers (VFAT) volgens de REACT methodiek.
Doelstellingen van de REACT trainingen voor 2014-2015 e.v. waren:
Medewerkers van de Xaveriusschool zijn in staat situaties te voorkomen of de-escaleren door middel van het herkennen van signalen en toepassen van verbale interventies.
Medewerkers van de Xaveriusschool kunnen op eenduidig, humane wijze en juridisch onderbouwd een geselecteerd aantal persoonlijke veiligheidstechnieken toepassen in (onverwachte) situaties.
Medewerkers van de Xaveriusschool kunnen door een eenduidige aanpak, elkaar ondersteunen in het toepassen van Humane Begeleidingstechnieken.
Medewerkers van de Xaveriusschool zijn zich bewust van de emotionele reacties die in spanningsvolle situaties kunnen ontstaan en wennen door training aan het omgaan met de stress en spanning die zij dan kunnen ervaren.
Medewerkers van de Xaveriusschool voelen zich door de aangeboden theorie en praktijk tijdens de trainingen competent in de omgang met acute situaties in hun werk. De trainingen dragen bij aan het vergroten van het zelfvertrouwen.
Ten behoeve van een teambrede aanpak en het gezamenlijk dragen van de verantwoordelijkheid voor de veiligheid binnen de school is het belangrijk dat alle medewerkers, ongeacht hun functie of taakstelling, deelnemen aan de trainingen. Zo kan het veiligheidsgevoel van de betrokken medewerker zelf worden vergroot en kunnen alle betrokkenen in geval van een incident ook op dezelfde wijze ingrijpen en ondersteunen. Volgens de visie van REACT en de Xaveriusschool is niet alleen scholing van alle personeelsleden met betrekking tot verbale – en fysieke agressie interventie technieken van essentieel belang maar ook periodieke herhaling (inoefenen en automatiseren). Om de positieve effecten daarbij nog verder te vergroten, zouden deze momenten tevens gebruikt kunnen worden voor de transfer van de trainingssituatie naar de werkvloer en visa versa. Met andere woorden: het wordt betekenisvol indien je datgene dat je wilt oefenen ontleent aan de praktijk en datgene dat je leert in diezelfde praktijk kunt toepassen.
1
Medewerkers van locatie De Triangel werken in afstemming met de partners Xonar en Orbis GGZ via de LOCUS methodiek.
39
In het verlengde van dit gedachtegoed wordt er voor gekozen dat REACT trainingen minimaal één keer per schooljaar voorafgegaan worden door een observatie van de VFAT trainers op de werkvloer, in de klassen/groepen en/of door middel van gesprekken met medewerkers. Ondersteuningsvragen kunnen op die wijze goed in kaart gebracht worden zodat de aansluitende trainingssessies betekenisvol zijn en dicht bij de dagelijkse onderwijspraktijk aansluiten. Daar waar nodig c.q. gewenst kan de aanwezigheid van de trainers op de werkvloer ook steunend zijn voor bepaalde medewerkers die moeite hebben met het inzetten van de trainingsvaardigheden in de praktijk. Individuele coaching behoort tot een van de aansluitende vervolgmogelijkheden van REACT. Gezien de regelmatige personeelswisselingen (gedurende het hele schooljaar) is het niet zinvol om de nieuwe medewerkers apart te scholen. Zij participeren vanaf de start in de geplande REACT bijeenkomsten van hun locatie.
Het REACT programma voor schooljaar 2014-2015 bestond uit 4 onderdelen
Een observatieochtend (4 uur) per locatie. Een follow-up training “Omgaan met verbale agressie” (4 uur) per locatie. Een follow-up training “Omgaan met fysieke agressie” (4 uur) per locatie. Twee extra oefensessies (anderhalf uur) per teamlid waarbij het gaat om herhaling van: o Persoonlijke veiligheidstechnieken (1 sessie) o Humane begeleidingstechnieken (1 sessie)
Evaluatie van de trainingen in 2014-2015 Ofschoon personeel van de Xaveriusschool al meerdere jaren in REACT getraind wordt was 20142015 het eerste schooljaar dat dit door eigen trainers gebeurde. Teamleden ervoeren dit als prettig omdat de eigen trainers meer voeding met de school, het personeel en de doelgroep leerlingen hebben en zodoende ook beter op specifieke problemen en/of situaties konden inspelen. De REACT trainingsbijeenkomsten waren druk bezocht (dekkingsgraad > 95%) en werden door teamleden als nuttig en vooral praktijk georiënteerd ervaren. Daarbij kenden de trainingen al naar gelang de doelgroep van een bepaalde onderwijslocatie verschillende invalshoeken en inhouden. Besloten is dan ook om e.e.a. in schooljaar 2015-2016 te continueren onder auspiciën van de werkgroep “Veiligheid” en conform het beleid zoals dit in het Schoolplan 2015-2019 verder toegelicht is.
40
2.6 Samenstelling personeel (stand per 1 augustus 2015)
LOCATIEOVERSTIJGENDE PERSONEELSLEDEN Dhr. B. Dieteren Mw. F. Wensink Mw. C. Frissen Mw. D. Jans Mw. C. Hoens Mw. J. Ewals Dhr. M. Theeuwen Mw. M. de Visser Dhr. N. Alberts Dhr. J. van Munster Mw. I. Bongers Mw. K. Schillings Mw. S. van den Dungen Mw. B. Krol Mw. E. Schoenmakers Mw. S. Bergmans Dhr. R. Peters Mw. A. Konings Dhr. J. Rennenberg Mw. F. Vasterling Dhr. B. de Vaan Mw. W. Gielen
Algemeen directeur Management assistente / administratie Gedragswetenschapper / lid CvB 4-12 jr. Gedragswetenschapper / lid CvB 13-20 jr. Gedragswetenschapper Maatschappelijk deskundige / lid CvB 4-12 en 13-20 jr. Vakleerkracht gymnastiek Logopediste ICT'er Ondersteunend medewerker Onderwijsassistent SO vervangingspool Leerkracht SO vervangingspool Leerkracht SO vervangingspool Vervangend leerkracht Leerkracht FD2 Leerkracht - detachering DaCapo College Eysenhegge Leerkracht - detachering DaCapo College Eysenhegge Leerkracht - detachering DaCapo College Eysenhegge Leerkracht - detachering Trevianum Leerkracht - detachering SWV PO 31.04 en KindanteKwadrant Leerkracht - detachering SWV PO 31.04 Leerkracht - detachering MBO Leeuwenborgh
SO LOCATIE (Valkstraat 2a Sittard) Mw. S. Lambij Mw. M. Delil Mw. K. van de Werff Dhr. R. van ’t Hoofd Dhr. Y. Wessels Mw. G. Nagy Dhr. D. Arts
Locatieleider / IB / lid CvB 4-12 jarigen Leerkracht SO 3-4 Leerkracht SO 4-5 Leerkracht SO 5-6 Leerkracht SO 7-8 Leerkracht Meteorengroep Klassenassistent
DE TRIANGEL (Holtum) Mw. Mw. Mw. Mw. Mw. Mw. Mw. Mw.
K. Geisen H. Theunissen Y. Ronckers J. Schellings M. Ubachs A. Titulaer W. van der Klok L. Camp
Locatieleider Triangel/Station 29 / IB / CLZ 4-12 jr. Leerkracht MKD OZK Leerkracht MKD OZK Leerkracht MKD OZK Leerkracht MKD OZK Vervangend leerkracht Vervangend onderwijsassistent Onderwijsassistent MKD OZK
41
Mw. Mw. Mw. Mw.
C. Pierik-Hochstenbach E. van Keulen K. Veldhuijsen V. Voskamp
Klassenassistent MKD OZK Leerkracht Orbis GGZ onderbouw Leerkracht Orbis GGZ bovenbouw Onderwijsassistent
STATION 29 (Guttecoven) Mw. S. Franssen Mw. M. van Sloun Mw. D. Schols Dhr. K. Goossens Mw. N. Defesche Mw. M. Heutmekers Mw. A. Hermans
Leerkracht autiklas 3-4 Leerkracht autiklas 4-5 Leerkracht autiklas 4-5 Leerkracht autiklas 6 Leerkracht autiklas 7 Leerkracht autiklas 7-8 Onderwijsassistent
DOORSTROOMGROEPEN (Eloystraat Geleen) Mw. I. vd Nieuwenhof Mw. L. Wintjens Dhr. S. van Roij Mw. L. Wetzels Mw. S. Pecriaux Mw. S. Nellessen
Leerkracht Doorstroomgroep 1-2 Leerkracht Doorstroomgroep 3-5 Leerkracht Doorstroomgroep 6-7 Leerkracht Doorstroomgroep 7-8 Onderwijsassistent Klassenassistent
VSO LW&TC (Overhovenerstraat Sittard) Dhr. J. Heil Mw. M. Pfennings Mw. A. Hubers Dhr. R. Dirkx Mw. N. Heeroma Mw. R. Gordebeke Dhr. R. Leurs Mw. D. Sluijter Mw. K. Hermens Mw. Y. Scholtes Dhr. R. Golsteijn Mw. G. Ophelders Dhr. P. van Hest Dhr. L. Schmitz Mw. A. de Vos Dhr. M. Collin Mw. C. Baggen
Locatieleider / waarnemend directeur / lid CvB 13-20 jr. Leerkracht VSO LW&TC / zorgcoördinator / lid CvB 13-20 jr. Leerkracht VSO LW&TC 1-2 Leerkracht VSO LW&TC 1-2 Leerkracht VSO LW&TC 3 Ondersteuner VSO LW&TC 3-4 Leerkracht VSO LW&TC 4 Leerkracht VSO LW&TC 5 Leerkracht VSO LW&TC 5-6 / arbeidsdeskundige Leerkracht VSO LW&TC 6 Werkmeester Groen Werkmeester Horeca Werkmeester Metaaltechniek Werkmeester Hout & Bouw Sportleider VSO LW&TC / VSO VMBO Stagecoach Administratief ondersteunend medewerker
42
VSO VMBO (Geenstraat Geleen) Dhr. E. Wilbrink Mw. C. van Wijk Mw. S. Kubben Mw. J. Sijstermans Mw. S. Cloots Mw. C. Janssen Mw. J. Römers Mw. S. Massen Mw. M. Leuven
Locatieleider / lid CvB 13-20 jr. Leerkracht VSO VMBO 1 Leerkracht VSO VMBO 2a Leerkracht VSO VMBO 2b Leerkracht VSO VMBO 3a Leerkracht VSO VMBO 3b Leerkracht VSO VMBO 4 Leerkracht / zorgcoördinator / lid CvB 13-20 jr. Vervangend leerkracht
KINDANTEKWADRANT (Valkstraat 2 Sittard) Mw. Mw. Mw. Mw. Mw. Mw.
J. Lemmens S. Op ’t Veld S. Raumanns M. Schelberg M. Stoffels R. Westenberg
Ambulant begeleider Ambulant begeleider Ambulant begeleider Ambulant begeleider Ambulant begeleider Ambulant begeleider
43
2.7 Verzuim schoolpersoneel Daar waar het verzuim in de periode 2010-2011 tot en met schooljaar 2013-2014 dalend was (van 9,8% naar 4,13%), zien we in 2014-2015 weer een stijging van het verzuim (6,16%). De omvang wordt grotendeels veroorzaakt door het verzuim van 4 personeelsleden (t.g.v. medische dan wel psychische klachten) welke vanaf september 2014 (en sommige al langer) tot op heden verzuimen. Bijna een heel schooljaar dus. Bij één personeelslid gaat het daarbij om werkgerelateerde klachten. Bij de overige drie personeelsleden is er sprake van niet-werkgerelateerde verzuimredenen.
Bovenstaande tabel laat zien dat het kort durende verzuim (gemiddeld tussen de 1 en 7 dagen) tot maximaal 2% aan het totale verzuim bijdraagt. Het merendeel van het verzuim bestaat uit lang (43 t/m 365 dagen) verzuim en verzuim > 1 jaar.
M.b.t. het terugdringen van verzuim blijft het managementteam van de Xaveriusschool inzetten op:
Structurele aandacht voor verzuim tijdens teambijeenkomsten en tijdens individuele gesprekken met schoolpersoneel tijdens de gesprekkencyclus. Scholing van de leden van het managementteam. Structurele verzuimbesprekingen met de afdeling Personeelszaken van Kindante en met de bedrijfsarts tijdens SMT besprekingen Nauwgezet blijven hanteren van Kindante verzuimprotocol door leidinggevenden en telkens weer bespreekbaar maken van het verzuim met het individuele personeelslid.
44
2.8 Schoolformatieplan Aangezien het schoolformatieplan een duidelijke afgeleide en vertaling is van enerzijds de geformuleerde doelen, het schoolprofiel en de wettelijke kaders en anderzijds ook rekening houdt met hoe (visie) de school deze tracht te realiseren, is het niet meer dan logisch dat het schoolformatieplan voortborduurt op het formatiebeleid.
Schoolplan (beschrijft de doelen en ambities op langere termijn)
SWV PaO
Visie
(geeft kaders voor bekostiging)
(beschrijft hoe we de doelen en ambities willen realiseren)
Functieprofiel (Functieboek Kindante en Beroepsstandaard Xaverius)
School Formatie Plan
School Ondersteuning Profiel (SOP) (beschrijft de ondersteuning die geboden wordt)
Passend Onderwijs
Wetgeving (kaders vanuit de WPO en WEC)
Bestuur Formatie Plan
(beschrijft de externe opdrachten voor de school)
(beschrijft de kaders voor het school formatie plan)
Met betrekking tot de uitgangspunten van het schoolformatieplan is het goed algemene en meer locatie/doelgroep specifieke uitgangspunten en beleid te onderscheiden. Daarnaast zijn er ook nog bijzondere uitgangspunten die jaarlijks kunnen veranderen al naar gelang specifieke situaties en/of bijzondere (onderwijskundige) vraagstukken/projecten. Dit en nog veel meer is terug te vinden in het Xaverius Schoolformatieplan 2015-2016 welke zich op elke onderwijslocatie van de school bevindt en voor eenieder vrij in te zien is. Tevens zijn daarin ook de verbindingen naar o.a. Schoolplan, Visie, Schoolprofielen, Functieboek, Passend Onderwijs, enzovoort nader uitgewerkt.
45
Op schoolniveau zien de prognosecijfers2 voor 1 oktober 2015 er als volgt uit Leerlingenaantallen
Budget3 in Euro’s
44 109 95
546.371,85 1.076.804,80 1.243.058,57 60.000,00 35.000,00 72.437,80 38.028,65 61.836,33 28.330,96 36.185,72 26.267,00 120.000,00 90.000,00 550.450,00 50.000,00 30.386,31 15.451,12 15.000,00 325.203,91 80.404,80 56.420,00 4.331,00
8,1543 16,0708 18,5520 0,8955 0,5224 1,0811 0,5676 0,9229 0,4228 0,5401 0,3920 1,7909 1,3432 8,2152 0,7462 0,4535 0,2306 0,2239 4,8535 1,2000 0,8420 0,0646
4.561.968,82
68,0851
SO < 8 incl. RP SO > 8 incl. RP VSO Vaste voet LL afh. AB deel uit P&A Basisbekostiging OA Bekost. Bestrijding OA Directietoeslag PAB SO via SWV’s PAB VSO via SWV’s TAB BTV (pers.deel) ESF 2015-2016 LGF trekkingsrechten Startbaan Inzet personeel in loket Vaste inzet in V&V Variabele inzet V&V Detacheringen DC+ LB Detachering TB’ers Functiemix inkomsten Toegekende ruimte Totaal budget
Budget in FTE’s
Vaste Verrekenprijs (VVP) vastgesteld op: € 67.004,00 Beschikbare formatie per 01-08-2015
68,0851 FTE
De komende jaren zullen voor de Xaveriusschool formatief gezien nadrukkelijker in het teken van bezuinigingen staan. O.a. ten gevolge van Passend Onderwijs zullen de leerlingenaantallen verder dalen en daarmee samenhangend de beschikbare formatie. De school anticipeert daar thans al geruime tijd op door onder andere het werken met detacheringen, payroll contracten, enzovoort.
2
Op basis van deze door de Xaveriusschool in februari 2015 aangereikte prognoses m.b.t. de eerstvolgende officiële reguliere teldatum (01-10-2014) kent Kindante met inachtneming van de buffer een formatiebudget toe. Waarbij aangetekend dat de prognosecijfers voor de VSO in mei/juni 2015 naar beneden toe zijn bijgesteld t.g.v. van de migratie van de VSO VMBO ASS groepen naar DaCapo Eysenhegge. 3
Kindante rekent met euro’s. Vervolgens wordt dit teruggerekend (a.d.h.v. de Vaste Verrekenprijs - zie bladzijde 5 van het Schoolformatieplan) naar een FTE budget.
46
2.9 Professionaliseringsagenda Constante expertiseverhoging van schoolpersoneel vormt een van de belangrijkste pijlers van het beleid van de Xaveriusschool en haar schoolbestuur Kindante. Waarbij eigenaarschap voor de eigen ontwikkeling nadrukkelijk zo laag mogelijk in de organisatie (dus bij het personeelslid zelf) ligt. Wat betreft de uitgangspunten van het nascholingsbeleid wordt verwezen naar het Kindante Integraal Personeelsbeleid (IPB) en naar de Xaveriusschool Beroepsstandaard. 4
Voor ondersteuning en begeleiding van personeel wordt verder gezorgd door:
Observaties en feedbackgesprekken door leden van de Commissie van Begeleiding. Besprekingen tijdens zorgmomenten. Een “inwerkprotocol” voor nieuwe personeelsleden. Gebruik te maken van de mogelijkheden vanuit de CAO m.b.t. professionalisering en de duurzame inzetbaarheidsregeling (DIR).
4
De Xaverius beroepsstandaard (versie januari 2015) is een combinatie van de vereiste competenties vanuit het functiebouw-werk van Kindante aangevuld met het Kindante DNA en met schoolspecifieke veronderstelde competenties. Het document is opgesteld door het personeel en vastgesteld door de MR. De Xaverius Beroepsstandaard bevindt zich op elke onderwijslocatie.
47
Scholing van alle Xaverius personeelsleden is en blijft een belangrijk aandachtspunt. Niet voor niets dat de school in haar beleid stelt dat elke leerkracht binnen vijf jaar met een Master SEN opleiding gestart dient te zijn. En daarbij gaat het naast de inhoudelijke (kennis) meerwaarde vooral om het verhogen van de analytische vaardigheden van medewerkers. Vaardigheden die in het tijdperk Passend Onderwijs en het daaraan verbonden subsidiariteitsprincipe een absolute vereiste vormen voor medewerkers van de Xaveriusschool. In schooljaar 2014-2015 zijn o.a. de volgende scholingen gevolgd:
Diverse master SEN opleidingen van individuele personeelsleden. Duurzaam Betekenisvol Onderwijs van de 21e eeuw (Autopoësis). Opleiding Verbale en Fysieke Agressietrainer (VFAT) Kwaliteitswet (V)SO (voor SO het implementatietraject en voor VSO het starttraject in combinatie met de CED leerlijnen VSO). Handelingsgericht werken en werken met de SCOL. Veiligheid en agressieregulatie (teamscholing) Bedrijfshulpverlener (teamscholing) …………………………
Professionaliseringsagenda schooljaar 2015-2016
Master SEN opleiding (zowel 1e als 2e jaar) Bedrijfshulpverlening (BHV) voor alle personeelsleden VFAT trainingen gedurende hele schooljaar op 5 leslocaties voor alle personeelsleden LOCUS Agressie en holdingtraining personeel De Triangel Holtum VoorDeel sessies inscholing teamleden VSO LW&TC en VSO VMBO Implementatietraject VSO locaties Kwaliteitswet VSO met ondersteuning van VeerKracht Congres RINO voor schoolpsychologen Jaarprogramma de Binnencirkel voor schooldecanen Herhalingscursus gewasbescherming groensector t.b.v. werkmeester LW&TC Magistrum herhalingsdagen Inspiratiedag Neuronen in actie Netwerk Boeiend Onderwijs Gevorderden Netwerk Interne Begeleiders Netwerk Autopoiësis ICT Coördinator Sensorische integratie voor logopedisten
Workshop Jeugdrecht Netwerk leiding geven aan een dynamisch complex systeem Follow up en jaarlijkse certificering VFAT trainers
De totale kosten voor (na)scholingen en cursi in 2015-2016 worden geraamd op € 25.000,00
48
HOOFDSTUK 3: EVALUATIE OPERATIONELE JAARPLANNEN 2014-2015 EVALUATIE JAARPLAN SO / STATION 29 HANDELINGSGERICHT WERKEN (HGW) 1.
Onderwerp van verandering (WAT) Leerkrachten van de locaties SO en Station 29 kunnen de principes van Handelingsgericht Werken (HGW) toepassen in de concrete werksituatie en deze verbinden met de concepten van Boeiend onderwijs, Meervoudige Intelligentie (MI) en Coöperatief Leren. Naast het werken op basis van arrangementen voor taal, lezen en rekenen, worden ook de arrangementen vakoverstijgend ontwikkeld. Implementatie van de methodiek “Kinderen en hun sociale talenten.”
2. Aanleiding van de verandering (WAAROM) Afgelopen schooljaar hebben we samen verkend wat HGW inhoud op de vakken taal, lezen en rekenen Komend schooljaar gaan we aan de slag met de implementatie van het geleerde, om zo te komen tot opbrengstgericht werken. 3. Beoogd resultaat (WAARTOE) Het verbinden van HGW met de ontwikkelingen die op school in de afgelopen jaren vorm gekregen hebben op het gebied van Boeiend, passend onderwijs en concepten als Meervoudige Intelligentie en Coöperatief leren. Centraal staan de uitgangspunten van handelingsgericht werken en de werkcyclus “waarnemen, begrijpen, realiseren, plannen”. Daarnaast leggen we de relatie met opbrengstgericht werken en maken we deze kaders concreet toepasbaar in de klas en de school. 4. De manier waarop wij te werk willen gaan ( HOE) en het tijdstip ( WANNEER).
Activiteit c.q. processtap
Tijd/periode
a.
Implementatie Handelingsgericht werken (HGW) Vakgebieden rekenen, taal, lezen Vakoverstijgende gebieden
10 bijeenkomsten 2014-2015.
b.
HGW/ arrangementen/OPP als vast agendapunt op de inhoudelijke afdelingsvergaderingen.
Maandelijks.
c.
Observaties van - en gesprekken met leerkrachten over het verloop van de implementatie
Periodiek tijdens schooljaar.
in
schooljaar
5. De betrokkenen (WIE) De leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel en kinderen. 6. De middelen die nodig zijn (WAARMEE) Tijd (bijeenkomsten en voorbereidingen op bijeenkomsten door IB’er en/of gedragswetenschapper), literatuur m.b.t. HGW, tijd voor observaties in de groepen, enzovoort.
49
7. Evaluatie van de activiteiten (EFFECT)
Alle leerkrachten werken met arrangementen op de vakgebieden “rekenen, spelling, taal, begrijpend lezen en technisch lezen”. Kinderen worden toegewezen aan een arrangement (gevorderd, basis of intensief) aan de hand van hun onderwijsbehoeften en de scores op de toetsen. Daarnaast zijn er arrangementen op de vakoverstijgende gebieden “Leren Leren, Zelfbeeld en Sociaal gedrag”. Bij de vakoverstijgende arrangementen wordt gebruik gemaakt van de methodiek ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’. Deze methodiek is op beide locaties ingevoerd. Op de SO locatie leeft de methode meer op klassenniveau dan op het niveau van de totale locatie. De methode hanteert veel gespreksvormen. De leerkrachten moeten veel eigen invulling geven aan de methode. Dit omdat het aanbod lager is dan de belevingswereld van de leerlingen. Bijv. leerlingen uit groep 6 krijgen de lesstof van groep 4 aangeboden. De methodiek ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’ zal in schooljaar 2015-2016 nog verder geïmplementeerd moeten worden. Streven is dit meer op locatieniveau te laten leven. Dit door de methode tijdens bouwvergaderingen op de agenda te zetten. De lessen van ‘Kinderen en hun sociale talenten’ worden gekoppeld aan de thema’s die in de klassen opgezet zijn. Er wordt gewerkt aan de hand van een jaarplanning. Per thema worden kinderen aan een arrangement toegewezen op basis van individueel ingevulde leerlijnen (CED). Het niveau van het arrangement wordt bepaald door het groepsgemiddelde ook vanuit de ingevulde leerlijnen (CED). De Commissie van Begeleiding (CvB) berekent nu nog dit niveau voor de leerkrachten maar het streven is dat leerkrachten dit vanaf 2015-2016 zelf kunnen berekenen. In 2015-2016 zal de CvB de arrangementen van de vakoverstijgende vakken aanpassen. Deze zijn thans opgesteld aan de hand van de doelen vanuit de methode ‘Kinderen en hun Sociale Talenten’. Streven is om de CED-leerlijnen als leidraad te nemen voor de vulling van de arrangementen. In de klassen wordt gewerkt met het directe instructiemodel gebaseerd op de toewijzing binnen de arrangementen. Leerkrachten hebben op deze manier goed zicht op de onderwijsbehoeften van elke leerling en kunnen hier goed op aansluiten. Aandachtspunt hierbij is de organisatie van het werken met het directe instructie model binnen een combinatiegroep. Soms zal er op 6 verschillende niveaus instructie moeten worden gegeven. De bovenbouw van de SO locatie heeft het afgelopen schooljaar bij de vakken “rekenen en spelling” groepsdoorbrekend kunnen werken. Dit is niet op afdelingsniveau gelukt omdat enkele niveaugroepen meer dan 20 leerlingen zouden tellen. Wij streven ernaar om volgend schooljaar afdelingsbreed in niveaugroepen te werken indien het leerlingenaantal per niveaugroep dit toelaat. Op Station 29 is het afgelopen schooljaar groepsdoorbrekend gewerkt op de vakgebieden “rekenen en spelling”. De leerkrachten hebben samen de opbrengsten van de leerlingen moeten doorspreken en verwerken in de evaluaties van de arrangementen. Dit betekent een betere afstemming op afdelingsniveau. De evaluaties van de arrangementen worden verwerkt in het OPP. Het verwerken van de arrangementen in het OPP is het afgelopen schooljaar voor zowel Station 29 als de SO-afdeling een aandachtspunt geweest. Zowel voor de leerkrachten als voor de CvB. Ouders gaven aan dat het OPP moeilijk te lezen is. Ze vonden het OPP een ingewikkeld document. Teambreed zijn de SO locaties 4-12 jarigen nog zoekende hoe het format effectiever en compacter kan en er toch de belangrijkste informatie in staat. Er zijn een aantal aanpassingen gedaan om het te vereenvoudigen en er ook voor te zorgen dat alle aspecten die in een OPP horen te staan er ook in te vinden zijn.
50
EVALUATIE JAARPLAN VFAT SCHOOLJAAR 2014-2015 1.
Onderwerp van verandering (WAT)
Werknemers zijn vanuit hun functie mede verantwoordelijk voor een veilig leefklimaat voor henzelf en voor anderen. Medewerkers op alle locaties van de Xaveriusschool krijgen steeds vaker te maken met grensoverschrijdend en/of agressief gedrag van anderen. Het is van belang meer inzicht te krijgen in de fysieke, mentale en sociale processen die een rol spelen bij agressie en geweld. Dit inzicht geeft de medewerkers de mogelijkheid om hierin sturend op te treden. Gevoelens van bijvoorbeeld onmacht, boosheid of angst kunnen op de werkvloer een adequate aanpak van een (conflict)situatie ernstig verstoren of doen stagneren. De REACT training geeft concrete invulling aan goedwerkgeverschap zoals bedoeld in de huidige Nederlandse wetgeving. 2. Aanleiding van de verandering (WAAROM)
Zie jaarverslag 2013-2014 hoofdstuk 2.5 3. Beoogd resultaat (WAARTOE) -
-
-
100% van het personeel heeft minimaal 1 verbale training en 3 fysieke trainingen gevolgd in het schooljaar 2014-2015. Gezien de frequente personeelswisselingen binnen de Xaveriusschool, desbetreffende heb de scholing nog niet gevolgd, maar nemen dit schooljaar wel deel aan de trainingen, zijn we tevreden wanneer 80% van het personeel hetzelfde uitgangspunt gehanteerd ten aanzien van omgang met verbale- en fysieke agressie. De Verbale en Fysieke Agressie Trainers (VFAT) trainers houden een aanwezigheidslijst bij en einde schooljaar wordt deze samen met B. Dieteren en C. Janssen (voorzitter werkgroep Veiligheid) onder de loep genomen en de deelnamen van het personeel gecontroleerd. De leden van de werkgroep Veiligheid observeren ieder op hun eigen afdeling gedurende het schooljaar of de personeelsleden de omgang met verbale- en fysieke agressie hanteren.
4. De manier waarop wij te werk willen gaan ( HOE) en het tijdstip ( WANNEER).
a. b. c. d.
e. f. g.
Activiteit c.q. processtap
Tijd/periode
Observatie-ochtend per afdeling Terugkoppeling per afdeling Verbale training Evaluatie VFAT, B. Dieteren en C.Janssen over bevindingen observatie-ochtenden en verbale trainingen. Herhalingsmiddagen PVT en HBT.
September 2014 September 2014 September-Oktober 2014 Oktober 2014
Fysieke training Eindevaluatie VFAT, B. Dieteren en C. Janssen over ervaringen en bevindingen Training VFAT schooljaar 2014-2015. Afspraken en aanpassingen worden officieel vastgelegd en meegenomen naar 2015-2016.
November 2014 PVT Januari 2015 HBT April 2015 Mei 2015
51
5.
De betrokkenen (WIE) -
6.
De drie trainers; Sandra op ’t Veld, Dennie Arts en Jennifer Schellings. In overleg met directie Xaveriusschool en de locatieleiders wordt de training vormgegeven voor alle teamleden. Terugkoppeling(tussen- en eindevaluatie) met B.Dieteren. De middelen die nodig zijn (WAARMEE)
7.
Zie implementatieplan en jaarverslag Evaluatie van de activiteiten (EFFECT)
-
De registratielijsten in een Excel bestand verwerkt. Dit bestand laat zien dat er geen 100% aanwezigheid is bij zowel de verbale als fysieke trainingen. In de meeste gevallen komt dit door ziekte of het werkzaam zijn van medewerkers binnen meerdere locaties of organisaties. Van enkele afwezigen is de reden niet bij de trainers bekend.
Vraag is of 100% aanwezigheid een haalbaar doel is, er kan altijd een personeelslid ziek zijn tijdens de training. Aandachtspunten voor het jaarplan 2015-2016 zijn:
moeten medewerkers gemiste trainingen inhalen op een andere locatie (dit is praktisch niet altijd haalbaar)? hoe gaan we om met medewerkers die zowel op de Triangel, waar Locus wordt gevolgd, als op andere afdelingen werkzaam zijn, waar VFAT wordt gevolgd. Bovendien heeft Locus dit schooljaar alleen de holding getraind, PVT en de andere begeleidingstechnieken voor de jeugd zijn daarmee niet behandeld. hoe gaan we om met medewerkers die niet fulltime voor Xaverius werkzaam zijn, moeten zij hiervoor terugkomen, hierover gelden dit schooljaar per locatie verschillende afspraken. Ten behoeve van bovenstaande, hebben directie en locatieleiders de registratielijst ontvangen, zodat hierover overlegd kan worden.
Evaluatie op basis van invullen vragenlijst door leden werkgroep “Veiligheid”
Vragen
Norm ≥ 80%
Score
Op onze locatie lukt het om incidenten verbaal op te lossen, waardoor fysiek ingrijpen niet nodig is.
2xVSO 1xSO
71%
Op onze locatie lukt het om incidenten te voorkomen, door signaleren en preventief handelen vanuit de theorie over agressie en crisisontwikkeling.
2xVSO 1xSO
71%
Op onze locatie kunnen collega’s elkaar ondersteunen, door een eenduidige aanpak in het toepassen van Humane Begeleidingstechnieken.
1xVSO 3xSO
72%
Op onze locatie voelen collega’s zich veilig, door de steun die zij van collega’s kunnen verwachten bij fysieke agressie.
allen
88%
Op onze locatie bieden we de medewerkers gelegenheid om na een
allen
94%
52
spannende situatie op de werkvloer, samen na te praten. Op onze locatie evalueren we de kwaliteit van ons handelen, na een acute situatie waarbij de veiligheid van leerlingen of medewerkers in het geding is gekomen.
1xVSO 2xSO
60%
T.a.v. het gestelde doel hebben we een aantal aspecten van VFAT bekeken.
Als totaalpercentage komen we uit op 76%, waarmee we het streven van 80% bijna bereiken. Het feit dat het evalueren van het handelen bij een incident op een aantal afdelingen wel in 80100% van de gevallen gebeurt, maar op twee afdelingen juist niet of nauwelijks, drukt het totaalpercentage. Dit onderdeel krijgt in het nieuwe schooljaar extra aandacht en wordt opgenomen in het nieuwe jaarplan van de werkgroep veiligheid. Vooral op de VSO-afdelingen is fysiek ingrijpen minder vaak nodig. Dit heeft uiteraard te maken met de leeftijd van de doelgroep. Preventief handelen, tijdig signaleren en gebruik van verbale interventies bieden wel resultaat op alle afdelingen.
53
EVALUATIE JAARPLAN SCHOOLVEILIGHEIDSPLAN 1.
Onderwerp van verandering (WAT)
Het is belangrijk dat de teamleden, gericht op de problematiek en populatie leerlingen binnen hun eigen afdeling, handelen zoals vastgelegd in de plannen en protocollen. Waarbij dit schooljaar de hoofdstukken 1, 2 en 5 centraal staan. In de hoofdstukken 1 en 2 worden vooral de algemene gegevens van de Xaveriusschool weergegeven en Hoofdstuk 5 gaat in op de gedragscodes en protocollen. Deze hoofdstukken moeten dit schooljaar op iedere afdeling actueel 2. Aanleiding van de verandering (WAAROM)
We hebben als werkgroep ontdekt dat niet iedereen op de hoogte is van het schoolveiligheidsplan en de inhoud hiervan. Het is belangrijk dat we op de werkvloer handelen zoals vastgelegd in de gedragscodes en protocollen. 3. Beoogd resultaat (WAARTOE) -
Het personeel is op de hoogte van de algemene gegevens zoals deze in hoofdstuk 1 en 2 staan omschreven. Het personeel handelt, gericht op de problematiek en populatie leerlingen binnen hun eigen afdeling, zoals vastgelegd in de gedragscodes en protocollen.
4. De manier waarop wij te werk willen gaan (HOE) en het tijdstip (WANNEER).
a.
Activiteit c.q. processtap
Tijd/periode
Het lid van de werkgroep Veiligheid agendeert iedere afdelingsvergadering een onderdeel van het schoolveiligheidsplan. Doel: Schooljaar 2014 – 2015, H1, H2 en H5
Schooljaar 2014 – 2015
b.
Het lid van de werkgroep Veiligheid noteert de punten waarbij het team vragen en/of onduidelijkheden heeft. Deze worden vervolgens teruggekoppeld naar de werkgroep Veiligheid tijdens de vergaderingen. De punten worden door de werkgroep Veiligheid besproken. Waar nodig vergeleken met andere afdelingen. Naar aanleiding van onderlinge afstemming(afdelingen – werkgroep Veiligheid) neemt de werkgroep Veiligheid het besluit. Wanneer blijkt dat er zaken aangepast moeten worden, ligt deze verantwoordelijkheid bij de voorzitter van de werkgroep veiligheid. Voor de tussen- en eindevaluatie zal Dhr Dieteren uitgenodigd worden om deel te nemen aan de vergadering van de werkgroep Veiligheid. De ontwikkelingen, afstemmingen en besluiten zullen worden besproken.
Afhankelijk van de actualiteit en problematiek op de afdeling kiest het lid van de werkgroep Veiligheid een volgorde van prioriteit.
Schooljaar 2014 – 2015
54
c.
Tijdens bijeenkomst werkgroep Veiligheid vindt de tussentijdse evaluatie plaats. Dhr Dieteren zal hiervoor uitgenodigd worden. De ontwikkelingen, afstemmingen en besluiten worden besproken.
Januari 2015
d.
Tijdens bijeenkomst werkgroep Veiligheid vindt de eindevaluatie plaats. De ontwikkelingen, afstemmingen en besluiten worden besproken. Gevolgd door een officiële vastlegging, namelijk: De aanpassingen worden doorgegeven aan de MR. De MR zal het doornemen en wel/niet akkoord gaan met de besluiten.
19 mei 2015
5. De betrokkenen (WIE) -
Afdeling De Triangel: Hilde Evers Afdeling Station 29: Maud van Sloun Afdeling SO; Dennie Arts Afdeling LW&TC: Ralf Leurs Afdeling Vmbo: Chantal Janssen Afdeling Ambulante begeleiders: Sandra op ’t Veld
Na overleg met de locatieleider worden de personeelsleden tijdens vergaderingen hierbij betrokken. 6. De middelen die nodig zijn (WAARMEE) -
-
Vergadering werkgroep Veiligheid tussenevaluatie, 20 januari 2015 Vergadering werkgroep Veiligheid eindevaluatie, 19 mei 2015. Alle teamleden(100%) zijn op de hoogte van de algemene gegevens zoals deze in Hoofdstuk 1 en 2 staan omschreven. Vanwege eventuele wisselingen van personeel binnen de afdelingen gedurende het schooljaar is de tevredenheidsnorm gehaald wanneer 80% van het personeel op de werkvloer handelt conform de vastgelegde gedragscodes en protocollen. Om na te gaan of alle teamleden op de hoogte zijn van de algemene gegevens en 80% handelt op de werkvloer zoals deze is vastgelegd in gedragscodes en protocollen, zullen de leden van de werkgroep Veiligheid hun verantwoordelijkheid hierin nemen. Op de werkvloer wordt er door hun geobserveerd of het personeel handelt zoals deze is vastgelegd in hoofdstuk 5. Tijdens de afdelingsvergaderingen komen Hoofdstuk 1 en 2 regelmatig aanbod, zodat deze bij de teamleden up to date blijven.
7. Evaluatie van de activiteiten (EFFECT) -
-
Op alle locaties van de Xaveriusschool is H1 en H2 doorgenomen, besproken en onduidelijke zaken zijn teruggekoppeld naar de werkgroep Veiligheid en waar nodig/gewenst aangepast. Alle teamleden (100%) zijn op de hoogte van de algemene gegevens zoals deze in H1 en H2 van het Schoolveiligheidsplan staan omschreven. De leden van de werkgroep Veiligheid hebben dit tijdens afdelingsvergaderingen en/of extra ingelaste bijeenkomst met hun afdeling besproken. Deze hoofdstukken zijn gedurende het hele schooljaar aan bod gekomen tijdens vergaderingen, waardoor de algemene gegeven up to date zijn bij de teamleden. Op verschillende afdelingen hebben er wisselingen van personeel plaatsgevonden, vanwege uitval en/of het verlaten van de Xaveriusschool. Dit heeft op desbetreffende afdelingen onrust met zich meegebracht, waardoor H5 onvoldoende aan bod is gekomen. Daarnaast was het voor de leden van de werkgroep Veiligheid onmogelijk om te observeren of het personeel
55
-
-
handelt zoals deze is vastgelegd in gedragscodes en protocollen. Aangezien je als lid van de werkgroep Veiligheid niet altijd bij alle incidenten/situaties bent betrokken. Deze worden wel met het team besproken, maar in praktijk vaak onmogelijk om te zien of er daadwerkelijk ook zo wordt gehandeld. Dit betekent dat het doel niet is behaald. H5 is wel doorgenomen en besproken tijdens afdelingsvergaderingen. Hierdoor is het bewijs niet volledig aanwezig dat 80% van het team handelt zoals deze in gedragscodes en protocollen staan omschreven. Vervolgstap voor komend schooljaar: Dit doel wordt verwerkt in het jaarplan schooljaar 2015-2016, waarbij wij als werkgroep gaan werken met een soort meetinstrument. Op alle afdelingen zal hetzelfde meetinstrument worden gehanteerd, waardoor wij als werkgroep Veiligheid een reëel en concreet beeld zullen krijgen of er daadwerkelijk gehandeld wordt zoals deze staat omschreven in gedragscodes/protocollen. Er hebben kleine aanpassingen plaatsgevonden in het schoolveiligheidsplan. Deze zijn door C. Janssen (voorzitter werkgroep Veiligheid) uitgevoerd.
56
HOOFDSTUK 4
4.1
JAARPLANNEN 2015-2016
INLEIDING
Schooljaar 2015-2016 is het eerste schooljaar in de nieuwe (School)plan cyclus 2015-2019 van de Xaveriusschool. Individuele jaarplannen hangen dan ook nauw samen met de in het Schoolplan 20152019 opgenomen (onderwijsinhoudelijke, personele, financiële, strategische, tactische, facilitaire, enzovoort) beleidskeuzes voor de komende vier schooljaren; de zogenaamde middellange termijn. Dit is geen van andere zaken losstaand gebeuren maar is ingebed in het systeem van kwaliteitszorg van de Xaveriusschool. De doelen van onze school inclusief de weg waarlangs we deze doelen willen bereiken (visie) vormen het grote kader en geven de benodigde richting/sturing. Middelen die we daarbij inzetten zijn verwoord in het systeem van kwaliteitszorg. Ook de sterke en minder sterke kanten van het onderwijs van de Xaveriusschool zijn op basis van diverse analyses in de voorbije periode daarin nadrukkelijk meegenomen. Wat betreft de analyses wordt verwezen naar o.a. de evaluatie van de ZEK (juni 2013), de uitkomsten van de zelfevaluatie (Voortgezet) Speciaal Onderwijs (2014), de RI&E (2012) en de regelmatige gesprekken met de onderwijsinspectie (PKO en JO). Maar ook naar de evaluaties van de operationele jaarplannen zoals de Xaveriusschool die elk jaar opneemt en publiceert in haar jaarverslag. En de evaluaties van de systematisch verzamelde kengetallen. Dit alles heeft voor de school belangrijke informatie opgeleverd over de kwaliteit van haar onderwijs en tegelijkertijd ook enkele verbeterpunten aan het licht gebracht die meegenomen zijn in de beleidsvoornemens voor de periode 2015-2019 en die ten grondslag liggen aan de huidige jaarplannen. De beleidsvoornemens voor de periode 2015-2019 zijn op de navolgende pagina’s verwoord in een aantal (onderwijskundige) ambities. Zaken die we als school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs willen realiseren dan wel verder op willen voortbouwen. Ze zijn het resultaat van een zorgvuldige analyse van evaluaties van de diverse onderdelen die binnen het krachtenveld van de schoolorganisatie een rol spelen. Er is daarbij nadrukkelijk gekozen voor een formulering van beleidsvoornemens op hoofdlijnen waarbij de verdere concretisering (voor zover daar thans al sprake van is) uitgewerkt is in het Schoolplan 2015-2019. Hiernaar wordt dan ook genoegzaam verwezen. Tot slot komen in paragraaf 4.3 nog hele concrete jaarplannen aan bod. Gezien het feit dat veel plannen al heel uitgewerkt opgenomen zijn in het Schoolplan zijn de jaarplannen in paragraaf 4.3 minimalistisch van opzet.
57
4.2
ONTWIKKELINGEN 2015-2019 IN VOGELVLUCHT
1. VEILIGHEID EN AGRESSIE PREVENTIE/INTERVENTIE Volgens de visie van REACT en de Xaveriusschool is niet alleen scholing van alle personeelsleden met betrekking tot verbale – en fysieke agressie interventie technieken van essentieel belang maar ook jaarlijkse periodieke herhaling (inoefenen en automatiseren). Om de positieve effecten daarbij nog verder te vergroten, zouden deze dagen tevens gebruikt kunnen worden voor de transfer van de trainingssituatie naar de werkvloer en visa versa. Met andere woorden: het wordt betekenisvol indien je datgene dat je wilt oefenen ontleent aan de praktijk en datgene dat je leert in diezelfde praktijk kunt toepassen. De dagelijkse onderwijssituatie vormt dus niet alleen het kader en de context maar is tevens bron van “inspiratie”. In het verlengde van bovenstaande wordt er voor gekozen dat REACT trainingen minimaal één keer per schooljaar plaatsvinden en voorafgegaan worden door een observatie van de VFAT trainers op de werkvloer, in de klassen/groepen en door middel van gesprekken met medewerkers. Ondersteuningsvragen kunnen op die wijze goed in kaart gebracht worden zodat de aansluitende trainingssessies betekenisvol zijn en dicht bij de dagelijkse onderwijspraktijk aansluiten. Een jaarlijks REACT trainingsprogramma dient uit 4 onderdelen te bestaan:
Een observatieochtend (4 uur) per locatie. De VFAT trainers zijn die ochtend aanwezig op de betreffende onderwijslocatie, voeren op diverse plekken en tijdens diverse momenten (in lokalen, op het schoolplein, tijdens leswisselingen, op de gangen, enzovoort) observaties uit, houden gesprekken met medewerkers, etc. Een follow-up training “Omgaan met verbale agressie” (vier uur) per locatie. De trainingen vinden plaats op de eigen onderwijslocatie of een daartoe nog nader aan te duiden locatie. Een follow-up training “Omgaan met fysieke agressie” (4 uur) per locatie. De trainingen vinden plaats op de eigen onderwijslocatie of een daartoe nog nader aan te duiden locatie. Twee extra oefensessies5 (anderhalf uur) per teamlid waarbij het gaat om herhaling van: o Persoonlijke veiligheidstechnieken (1 sessie) o Humane begeleidingstechnieken (1 sessie)
Voorwaarde is dat elk teamlid minimaal één sessie Persoonlijke veiligheidstechnieken en één sessie Humane begeleidingstechnieken volgt. Tegelijkertijd is het van belang dat de huidige VFAT trainers hun competenties op peil houden d.m.v. het volgen van een aantal centrale (door REACT Nederland georganiseerde) expertisebijeenkomsten.
2. INHOUDELIJKE DIDACTISCHE EN PEDAGOGISCHE EXPERTISEVERHOGING PERSONEEL Het stelselmatig verder vergroten van de expertise van schoolpersoneel is natuurlijk een standaard speerpunt voor de komende planperiode. In de Xaverius Beroepsstandaard worden enkele concrete competenties voor leerkrachten geschetst waar de aandacht specifiek de komende tijd naar uit zal gaan:
5
Er zijn per schooljaar in totaal 8 bijeenkomsten (4 per onderwerp) waarvoor teamleden zich zelfstandig dienen in te schrijven (2 bijeenkomsten per teamlid). De REACT trainer zorgt voor registratie van de deelnemers.
58
De Xaverius leerkracht geeft passende instructie en sluit daarmee aan op de ontwikkeling van leerlingen; De Xaverius leerkracht sluit in het aanbod aan bij de doorlopende leerlijnen binnen de school en de kerndoelen van het type onderwijs; De Xaverius leerkracht is in staat om binnen een “specifieke didactische niveaugroep” op meerdere instructieniveaus de leerstof aan te bieden; De Xaverius leerkracht maakt foutenanalyses van vorderingstoetsen en diagnostische toetsen bij de methodes en past de didactische aanpak hier op aan; De Xaverius leerkracht heeft een Master SEN of een gelijkwaardige opleiding afgerond;
De eerste vier competenties hebben alles te maken met het werken met een ontwikkelingsperspectief, het HGW, het formuleren van doelen, het plannen van acties, het werken met arrangementen en het meten van resultaten a.d.h.v. de Xaverius Schoolstandaard (onderscheidenlijk voor SO en VSO). In de voorbije jaren is hierop fors geïnvesteerd via een scholings- en implementatietraject vanuit CED en de Veerkrachtgroep. Dit heeft tot een basis beheersingsniveau geleid bij de betrokken leerkrachten maar verdere oefening, inslijten en verdieping is nog zeker enige tijd noodzakelijk. De vijfde competentie gaat om een algemene standaard voor leerkrachten waarbij de Xaveriusschool stelt dat leerkrachten minimaal een post HBO opleiding afgerond dienen te hebben 6 (Master SEN of gelijkwaardig). Vooral met als doel de onderzoekkundige en analytische vaardigheden van iedere leerkracht te verhogen.
3. EEN HERORIËNTATIE OP METHODES EN METHODIEKEN De Xaveriusschool is voornemens zich de komende twee schooljaren te heroriënteren op de aanschaf van een nieuwe SoVa methode en wil dit doen door op schoolniveau een werkgroep te formeren die hierbij (sonderend met het voltallige team) een kartrekkersrol vervult. De werkgroep dient minimaal te bestaan uit vier leerkrachten (SO en VSO), een gedragswetenschapper en een lid van het managementteam van de school.
4. DOELGROEPENBELEID BINNEN HET TIJDPERK PASSEND ONDERWIJS Het vierde beleidsvoornemen van de Xaveriusschool is een zeer complexe en omvangrijke. Het is als het ware een verzameling van speerpunten die voortkomen uit het beleid van voorbije jaren en omvat diverse initiatieven die ondernomen zijn (en nog dienen te gaan worden) ten aanzien van enerzijds de integratie van de doelgroep leerlingen van de school binnen een minder “zware” onderwijsondersteuningsomgeving en anderzijds het creëren van passende mogelijkheden en kansen voor die leerlingen die aangewezen blijven op een onderwijs(ondersteunings)aanbod van de Xaveriusschool. Aan de ene kant omvat het de initiatieven die de school (in samenwerking met haar partners) onderneemt om voor die leerlingen waarvoor dat kwalitatief verantwoord en haalbaar is een onderwijsaanbod binnen een omgeving te creëren die een minder “zware bekostiging” kent. Aan de andere kant verandert daardoor het schoolprofiel en dient de Xaveriusschool zich wat betreft haar 6
Elke leerkracht van de Xaveriusschool (m.u.v. hen die reeds voor januari 2000 in dienst waren bij de school of waaraan bij benoeming vrijstelling is verleend) dient de Opleiding Speciaal Onderwijs (Master SEN of een gelijkwaardige post HBO opleiding) met succes afgerond te hebben binnen 5 jaar na het 1e jaar van hun eerste indiensttreding.
59
ondersteuningsmogelijkheden nog beter te positioneren voor die leerlingen die wel aangewezen zijn of blijven op het ondersteuningsaanbod van de school. De scoop omvat o.a.
Transitie van (groepen) leerlingen van de Xaveriusschool naar “lichtere” onderwijsvoorzieningen. Het samenvoegen van onderwijslocaties van de school. De clustering van SO en SBO scholen (respectievelijk VSO en LWOO/PRO scholen tot expertisecentra voor de regio. Beleid gericht op behoud en uitbreiding van de aanwezige expertise. Vraaggestuurd aanbod formuleren voor huidige doelgroepen van de school en mogelijke nieuwe doelgroepen. Afstemmingsbeleid met partners buiten het onderwijs in en buiten de regio.
Voor een groot aantal van bovenstaande zaken is al beleid geformuleerd en gedocumenteerd. Beleid dat is uitgezet met de achtergrond van Passend Onderwijs (PaO) en dat initiatieven van de Xaveriusschool verbindt met kansen en mogelijkheden van en binnen partnerorganisaties binnen en buiten het onderwijsveld.
Transitie Doorstroom en Station 29 naar SBO - zie notitie “Glad ijs is een paradijs”, versie januari 2015 (2 e versie). Transitie VSO VMBO ASS groepen naar LWOO - zie notitie “Van ja-maar, naar ja-en”, versie maart 2014 (2e versie). Samenwerking VSO LW&TC met PRO via ESF - zie notities “ESF Zuid-Limburg VSO/PRO 2015-2016”, versie oktober 2014 (1e versie). Ontwikkeling leerwerkplaats Watersley voor LW&TC - zie notities “Watersley Sports en Talent Park”, versie november 2014 (1e versie) en “Stroomschema Transitie 15+ LW&TC”, versie oktober 2014 (1e versie). Clustering SO/SBO gericht op behoud en uitbreiding expertise - zie notitie “Mijn richtingsgevoel zegt dat het nog alle kanten uit kan”, versie april 2014 (2e versie). Nieuwe doelgroepen VSO (ZMOLKERS, Startbaan en VMBO TL) - zie notitie “Startbaan Projectplan”, versie maart 2014. Van het VSO VMBO TL is nog geen notitie voorhanden. Integratie Triangel in Expertisecentrum WM - hiervan is nog geen notitie voorhanden.
5. BEST OF THE REST Deze vijfde en laatste paragraaf handelt over alle andere initiatieven, gericht op verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, die de Xaveriusschool in de komende planperiode wil ondernemen. Daarbij is er ook sprake van reeds bestaand beleid dat echter nog niet volledig geïmplementeerd is c.q. waarbij er nog impulsen naar de toekomst toe nodig zijn.
A. B. C. D. E.
Afstemming op de leerling Bovenschoolse Tussenvoorziening (BTV) = Rebound+ 7 Digitaal Kwaliteitshandboek8 Van “Handel & Verkoop” naar “Economie en Ondernemen” Zijn we UNIK in “Onderwijs Verbindt en Versterkt” en “Het VOORdeel”?
7
Zie Projectplan Rebound+, februari 2014, versie 3 Zie a) Plan van Aanpak Kwaliteitszorg Xaveriusschool, april 2014, versie 4, b) Zelfevaluatie Kwaliteitszorg juli 2014 en c) Opbrengstenmatrix 2e versie februari 2015. 8
60
4.3
JAARPLANNEN 2015-2016
Jaarplan Xaveriusschool VMBO taalverzorging 2015-2016 1. Onderwerp van verandering (WAT) Verbeteren van de grammaticale –en spellingsvaardigheden van leerlingen. 2. Aanleiding van de verandering (WAAROM) Uit de Volg– en adviestoetsen van CITO blijkt dat de leerlingen van de VSO VMBO locatie landelijk lager scoren dan gemiddeld. Ook bij de methode gebonden toetsen scoren leerlingen hier vaak niet zo hoog mee en bij de eindexamens van afgelopen jaar bleek dat de leerlingen van de VSO VMBO lager dan gemiddeld scoorden op het onderdeel schrijfvaardigheid waarvan taalverzorging een onderdeel is. Overigens scoren de leerlingen van de VSO VMBO wat betreft woordenschat en leesvaardigheid hoger dan landelijk gemiddeld. 3. Beoogd resultaat (WAARTOE) Het doel is om de leeropbrengsten m.b.t. schrijfvaardigheid (taalverzorging) te verhogen zodat de leerlingen bij de Volg- en adviestoetsen van CITO minimaal een landelijk gemiddelde score behalen en de resultaten van het eindexamenonderdeel “schrijfvaardigheid” omhoog gaat. 4. De manier waarop wij te werk willen gaan (HOE) en het tijdstip (WANNEER) Activiteit c.q. processtap Leerkrachten maken per leerjaar aanvullende lessen op de didactische methode. Bij de lessen worden duidelijke instructies gegeven aansluitend aan de leerstof van methode. Per leerblok minimaal 1 les spelling, 1 les grammatica en 1 les schrijfvaardigheid.
Tijd/periode September 2015 t/m Mei 2016
b.
Taalverzorging als vast agendapunt bij het bouwoverleg
Gedurende elk bouwoverleg in schooljaar 2015-2016 (+/- 8 keer)
c.
Afname van de vaardigheidstoetsen grammatica (Kopieën inleveren bij zorgcoördinator ter analyse)
d.
Bespreken van resultaten en voortgang bij groepsbespreking
2x per jaar
e.
Afnemen Volg- en adviestoetsen
Mei 2016
f.
Analyseren scores van de Volg- en adviestoetsen
Juni 2016
g.
Evalueren jaarplan taalverzorging en bespreken opbrengsten
Juni 2016
a.
en
spelling.
1x per blok Nederlands
61
5. De betrokkenen (WIE) A: actie leerkrachten B: actie leider van bouwoverleg onderbouw (S. Massen) en bovenbouw (E. Wilbrink) C: actie leerkrachten en zorgcoördinator, S. Massen D: actie zorgcoördinator, S. Massen en leerkrachten E: actie leerkrachten F: actie zorgcoördinator, S. Massen G: actie zorgcoördinator, S. Massen I: actie locatieleider E. Wilbrink en zorgcoördinator S. Massen 6. De middelen die nodig zijn (WAARMEE)
Tijd: In het begin van het schooljaar 1x20 minuten tijd voor het hele team voor het geven van informatie en het bekijken van materialen die op school aanwezig zijn en gebruikt kunnen worden, daarnaast aangeven welke websites interessant zijn. Bij elk bouwoverleg 20 minuten tijd voor het bekijken van lessen en intervisie over het uitwisselen van les ideeën. Voor de zorgcoördinator per klas en per blok 45 minuten voor analyse van de gemaakte toetsen. Bij elke groepsbespreking 15 minuten voor het bespreken van resultaten en vooruitgang van ll. Het afnemen van de Volg- en adviestoetsen, 2x 50 minuten. Voor de zorgcoördinator 1 dag voor het analyseren van de Volg- en adviestoetsen en deze vergelijken met de landelijke scores. Aan het einde van het jaar 60 minuten voor het bespreken van de opbrengsten en bespreken van eventuele vervolgstappen.
7. Evaluatie van de activiteiten (EFFECT) Productevaluatie: Analyse van de vaardigheidstoetsen Analyse van de Volg- en adviestoetsen van Cito 8x per jaar bespreken bij het bouwoverleg 2x per jaar bespreken bij de groepsbespreking 1x per jaar evaluatie jaarplan Procesevaluatie: 2x per jaar bespreken bij de groepsbespreking 1x per jaar evaluatie jaarplan Conclusies en borging: Tijdens verschillende besprekingen wordt de voortgang en leerervaringen van docenten vastgelegd door de zorgcoördinator. Aan het einde van het jaar zullen voor het jaar erna mogelijk verdere ontwikkelpunten voor de locatie of individuele docenten worden vastgelegd.
62