JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
1
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
INHOUDSTAFEL
VOORWOORD
8
DEEL I. DE COHERENTE UITWERKING EN COÖRDINATIE VAN HET STRAFRECHTELIJK BELEID (art. 143bis §2,1° Ger.W.) HOOFDSTUK 1 – GROOT-BANDITISME EN TERRORISME
11
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
11 12 13 13 14 15 15 15 16
Bijzondere opsporingsmethoden Bescherming van bedreigde getuigen Partnership Terrorisme Jaarrapport Georganiseerde Criminaliteit Rondtrekkende dadergroepen Criminele motorbendes Proactieve recherche Documentatie
HOOFDSTUK 2 – RESIDUEN EN VOEDSELVEILIGHEID
16
1. 2. 3. 4. 5.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 7. Toekomstprojecten
16 17 17 17
HOOFDSTUK 3 – ECONOMISCHE, FINANCIELE EN FISCALE CRIMINALITEIT
20
1. 2. 3. 4. 5.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 7. Toekomstprojecten 8. Varia
20 20 21 22
HOOFDSTUK 4 – LEEFMILIEU
24
1. 2. 3. 4.
24 24 25
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 5. Toekomstprojecten
2
18 19 19
22 23 23 24
25 26
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 5 – VERKEERSVEILIGHEID
27
1. 2. 3. 4.
27 28 28
Vergaderingen van de expertisecel Omzendbrief Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 5. Toekomstprojecten
29 29
HOOFDSTUK 6 – MENSENHANDEL EN MENSENSMOKKEL
30
1. 2. 3. 4. 5.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrief Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen 7. Toekomstprojecten 8. Varia
30 30 31 31
HOOFDSTUK 7 – VERDOVENDE MIDDELEN
33
1. 2. 3. 4. 5.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 7. Toekomstprojecten
33 33 34 35
HOOFDSTUK 8 – MILITAIR STRAFRECHT EN RELATIES MET DE KRIJGSMACHT
37
1. 2. 3. 4. 5.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 7. Toekomstprojecten 8. Varia
37 37 38 38
HOOFDSTUK 9 – BEMIDDELING IN STRAFZAKEN EN BPR-JUSTITIEHUIZEN
40
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk 2. Behandelde onderwerpen 3. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 4. Toekomstprojecten
40 40
HOOFDSTUK 10 – JEUGDBESCHERMING
41
1. 2. 3. 4.
41 41 43 43
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen
3
31 33 33 33
35 36 36
39 39 39 39
40 41
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 7. Toekomstprojecten
43 44 44
HOOFDSTUK 11 – SLACHTOFFERONTHAAL
44
1. 2. 3. 4.
44 44 45
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrief Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 5. Toekomstprojecten
45 45
HOOFDSTUK 12 – INTRAFAMILIAAL GEWELD EN EXTRAFAMILIALE KINDERMISHANDELING 46 HOOFDSTUK 13 – INFORMATIEHUISHOUDING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE
47
1. 2. 3. 4.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 5. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 6. Toekomstprojecten
47 48 49
HOOFDSTUK 14 – CORRUPTIE
51
1. 2. 3. 4. 5.
51 51 53 53
49 50 51
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 7. Toekomstprojecten
54 54 55
HOOFDSTUK 15 – INFORMELE WERKGROEP “INTERNATIONALE SAMENWERKING SCHINSMINE” 55 DEEL II. DE GOEDE ALGEMENE EN GECOÖRDINEERDE WERKING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE (art. 143bis §2,2° Ger.W.) HOOFDSTUK 1 – STRAFRECHTSPLEGING”
EXPERTISENETWERK
“STRAFRECHTELIJK
BELEID
– 59
Luik “Strafrechtelijk beleid”
59
1. 2. 3. 4. 5.
59 59 62 62
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrieven Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
4
62
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
6. Toekomstprojecten
62
Luik “Strafrechtspleging”
63
1. 2. 3. 4.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 5. Toekomstprojecten 6. Varia
63 63 69
HOOFDSTUK 2 – EXPERTISENETWERK “SOCIAAL STRAFRECHT”
71
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk 2. Behandelde onderwerpen 3. Omzendbrieven
71 71 71
HOOFDSTUK 3 – EXPERTISENETWERK “STRAFUITVOERING EN UITVOERING VAN VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN INTERNERINGEN”
72
1. 2. 3. 4. 5.
69 70 71
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Omzendbrief Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 7. Toekomstprojecten
72 72 73 73 73 73
HOOFDSTUK 4 – EXPERTISENETWERK “INFORMATICA”
73
Sectie “Informatica”
73
1. 2. 3. 4.
Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Behandelde onderwerpen Adviezen Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 5. Toekomstprojecten
73 74 74
Sectie “Statistiek”
75
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk 2. Behandelde onderwerpen 3. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 4. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia,…) 5. Toekomstprojecten 6. Varia
75 75
HOOFDSTUK 5 – EXPERTISENETWERK “POLITIE”
76
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk 2. Overlegvergaderingen tussen het College van Procureurs-generaal en de Federale Politie 3. Wetenschappelijke Politie 4. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen
76
5
73
74 75
75 76 76 76
78 78
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen 5. Vergaderingen tussen het parket-generaal Bergen, de directeur-generaal van de Gerechtelijke Politie en de DirJud’s van het rechtsgebied van het hof van beroep Bergen 6. Vergaderingen met het Federaal Parket met het oog op de coördinatie van het optreden van het College van Procureurs-generaal en het Federaal Parket op gebied van politieaangelegenheden
79 80 80
HOOFDSTUK 6 – CREATIE VAN DE “GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNINGSDIENST VOOR HET OPENBAAR MINISTERIE” 80 1. Vergaderingen gewijd aan de creatie van een gemeenschappelijke ondersteuningsdienst voor het openbaar ministerie 2. Behandelde onderwerpen 3. Adviezen
80 81 82
HOOFDSTUK 7 – INFORMATISERING RECHTSHULP IN STRAFZAKEN - ‘HERMES’
82
HOOFDSTUK 8 – LOGO EN HUISSTIJL VOOR HET OPENBAAR MINISTERIE
82
DEEL III. OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL 86
HOOFDSTUK 1 – VERGADERINGEN 1. De maandelijkse vergaderingen van het College van Procureurs-generaal 2. De vergaderingen van het College van Procureurs-generaal onder het voorzitterschap van de minister van Justitie 3. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Procureurs des Konings 4. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Arbeidsauditeurs 5. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en de commissarisgeneraal van de Federale Politie
86 86 87 87 87
HOOFDSTUK 2 – OMZENDBRIEVEN
88
HOOFDSTUK 3 – ADVIEZEN
89
HOOFDSTUK 4 – PARLEMENTAIRE VRAGEN
90
DEEL IV. BETREKKINGEN MET HET FEDERAAL PARKET HOOFDSTUK 1 – KANDIDATEN VOOR HET AMBT VAN FEDERAAL MAGISTAAT DIE DOOR HET COLLEGE WERDEN GEHOORD 93 HOOFDSTUK 2 – EVALUATIE VAN DE FEDERALE PROCUREUR EN DE WERKING VAN HET FEDERAAL PARKET 93
6
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL V. BETREKKINGEN MET EUROJUST 94
DEEL VI. RAPPORTAGE ART. 47undecies Sv. 1. Artikel 47undecies, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering: geseponeerde dossiers – punt VII.5.1 COL 13/2006 2. Artikel 47undecies, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering: fase van de uitvoering – punt VII.5.2 COL 13/2006 en punt III.1 COL 14/2007 3. Artikel 47undecies, lid 3 van het Wetboek van Strafvordering: informanten gemachtigd om strafbare feiten te plegen – punt VII.5.3 COL 13/2006 en punt III.2 COL 14/2007
99 102 102
DEEL VII. OMKADERING VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL HOOFDSTUK 1 – SECRETARIAAT
104
1. Algemeen 2. Beheer van de archieven van de opgeheven militaire rechtscolleges 3. Kwalificatieboeken – Kwalificatiecodes
104 104 106
HOOFDSTUK 2 – DIENST STATISTISCH ANALISTEN
107
1. Verzameling en beheer van gegevens in gecentraliseerde databanken van het openbaar ministerie 2. Jaarstatistiek van het openbaar ministerie: correctionele parketten en Federaal Parket 3. Ondersteuning aan het openbaar ministerie 4. Externe verzoeken tot het ontvangen van statistieken 5. Omkadering en ondersteuning van statistische projecten van andere diensten 6. Opleiding van het team van statistisch analisten
109 109 112 113 113
HOOFDSTUK 3 – VAST BUREAU WERKLASTMETING
114
107
DEEL VIII. BIJLAGEN 1. Overzichtslijst parlementaire vragen 2. Evaluatieverslag m.b.t. de federale procureur en over de werking van het Federaal Parket
7
116 126
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
VOORWOORD
Artikel 143bis, §7 van het Gerechtelijk Wetboek legt het College van Procureurs-generaal op jaarlijks verslag over zijn activiteiten uit te brengen aan de minister van Justitie. Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 heeft het College van Procureurs-generaal verdere stappen ondernomen ter uitvoering van het beleidsplan van 25 juni 2007, enerzijds, en de krachtlijnen voor een strategisch plan voor de modernisering van het openbaar ministerie van 3 juli 2008, anderzijds. De strijd tegen de gerechtelijke achterstand werd in deze plannen naar voor geschoven als één van de topprioriteiten voor het openbaar ministerie, zodanig dat een prominente plaats ingeruimd werd voor de concretisering van deze doelstelling. Het College gaf de statistisch analisten de opdracht op nationaal niveau een studie te maken over de doorlooptijden van de gerechtelijke onderzoeken, die op 15 juni 2009 voorgelegd werd. Binnen het College boog zich tevens een werkgroep over de aanpak van het openbaar ministerie met het oog op de terugdringing van de gerechtelijke achterstand. Deze werkgroep ontwikkelende instrumenten die ingezet kunnen worden in de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, met name de ontwikkeling van overlegplatformen waar parket en politie afspraken maken over de behandeling van de zaken en de nodige capaciteit, het invoeren van een case management van het gerechtelijk en het opsporingsonderzoek, en de aanwijzing van magistraten voor de interne kwaliteitscontrole. In de loop van het afgelopen gerechtelijk jaar 2008-2009 waren de inspanningen van deze werkgroep gericht op de redactie van een richtlijn, met begeleidend draaiboek. Deze werkzaamheden leidden, kort voor de redactie van dit voorwoord, op 18 mei 2010, tot de goedkeuring van een omzendbrief van het College inzake de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, de beheersing en bewaking van het gerechtelijk onderzoek en de doorlooptijden. De praktische toepassing van de richtlijnen uit dit document vereist bijkomende personele middelen, vraag die op 14 april 2009 aan de minister van Justitie voorgelegd werd n.a.v. een presentatie van verschillende moderniseringsprojecten van het openbaar ministerie. Ondanks het uitblijven van deze middelen werden reeds proefprojecten opgestart en werden inspanningen geleverd met het oog op een (graduele) toepassing van sommige van de uitgewerkte richtlijnen. Op 14 april 2009 werden, naast de statistische analyse inzake de doorlooptijden en de instrumenten die ingezet kunnen worden in de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, ook andere verwezenlijkingen en projecten van het openbaar ministerie aan de minister van Justitie voorgesteld, die de evolutie illustreren die het openbaar ministerie doormaakte als organisatie en blijk geven van een moderniseringsbeweging waar het openbaar ministerie op eigen initiatief werk van maakt. Eén van deze projecten betreft de samenwerkingsakkoorden die afgesloten werden tussen de parketten en auditoraten en de parketten onderling. Deze akkoorden zorgen voor meer efficiëntie en specialisatie op het terrein en vangen problemen m.b.t. de schaalgrootte van de arrondissementen op. Deze werkwijze werd ontwikkeld en ondersteund binnen het openbaar ministerie zelf, zonder hiervoor een toekomstige hervorming af te wachten. Verschillende andere projecten worden nu reeds met beperkte middelen in het leven geroepen en door het openbaar ministerie beheerd. Wat de hiervoor noodzakelijke middelen betreft, vraagt het openbaar ministerie reeds lange tijd de daadwerkelijke oprichting van de steundienst, overeenkomstig de wet van 25 april 2007. Een dergelijke steundienst zou niet enkel een impuls betekenen voor de projecten en instrumenten die het openbaar ministerie
8
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
ontwikkelde, maar is tevens noodzakelijk voor de verwezenlijking van de taken van het College van Procureurs-generaal, dat in groeiende mate bevraagd wordt, zoals verderop in dit jaarverslag duidelijk zal worden. Cl. Michaux, Procureur-generaal bij het hof van beroep te Bergen, Voorzitter van het College van Procureurs-generaal van 1.09.2008 tot 31.08.2009
9
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL I. DE COHERENTE UITWERKING EN COÖRDINATIE VAN HET STRAFRECHTELIJK BELEID (art. 143bis §2,1° Ger. W.)
10
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 1 - GROOT-BANDITISME EN TERRORISME
Hierna wordt een bondig overzicht gegeven van de belangrijkste projecten van het expertisenetwerk “Groot-Banditisme en Terrorisme”, dat samengesteld is uit magistraten van het openbaar ministerie en vertegenwoordigers van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, de Geïntegreerde Politie en de Veiligheid van de Staat, en geleid wordt door de procureurgeneraal te Gent. 1. Bijzondere opsporingsmethoden Het expertisenetwerk werd door het kabinet van de minister van Justitie verder betrokken bij de redactie van een ontwerp van ‘reparatiewet-BOM bis’. Er werd vergaderd (inclusief interkabinettenvergaderingen) op 15 oktober 2008, 24 oktober 2008, 29 oktober 2008, 10 februari 2009 en 5 juni 2009. Bedoeling van dit ontwerp is niet alleen om te verhelpen aan de gevolgen van het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 105/2007 (aanwending van BOM in het kader van de strafuitvoering – toestemming aan informanten om misdrijven te plegen – cassatieberoep tegen de wettigheidscontrole door de kamer van inbeschuldigingstelling), maar ook om op basis van praktijkervaringen enkele aanpassingen aan te brengen en een specifieke opzoeking in informaticasystemen mogelijk te maken. In afwachting daarvan werd het expertisenetwerk geraadpleegd over de ‘reparatiewet light’ van 16 januari 2009 tot wijziging van de artikelen 189ter, 235ter, 335ter en 416 van het Wetboek van Strafvordering. Binnen het expertisenetwerk werd over deze wet, die enkele wijzigingen aanbrengt inzake de wettigheidscontrole door de kamer van inbeschuldigingstelling van de aangewende methoden ‘observatie’ en/of ‘infiltratie’, een toelichtende omzendbrief opgesteld, die op 27 april 2009 als COL 4/2009 werd verspreid. Parallel met de bijzondere opsporingsmethoden werd ook aandacht besteed aan de bijzondere inlichtingenmethoden. Het expertisenetwerk werd niet betrokken bij de totstandkoming van het wetsvoorstel betreffende de methoden voor het verzamelen van gegevens door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, maar de federale procureur en de procureur-generaal te Gent werden wel op 3 februari 2009 gehoord door de Commissie voor de Justitie van de Senaat, waarbij een aantal inhoudelijke en formele opmerkingen werden geformuleerd en een schriftelijke nota overhandigd werd. Op 18 maart 2009 vond op het Federaal Parket te Brussel een vergadering plaats met vertegenwoordigers van de Nederlandse politie en het openbaar ministerie met het oog op werkafspraken tussen Nederland en België inzake de samenwerking op het gebied van de informantenwerking. Bedoeling is de samenwerking te regelen voor zowel het runnen van de informant als de overdracht van de informatie en de betalingen aan de informant. Het expertisenetwerk werd betrokken bij het jaarlijks seminarie ‘BTS-dag’ (Bijzondere Technieken/Techniques Spéciales) met de BTS-officieren, de vertegenwoordigers van het lokaal informantenbeheer (LIB), de BOM-magistraten, leden van het Federaal Parket, van de parketten-generaal en van de centrale directies van de Federale Politie, die plaatsvond op 28 november 2008 en die hoofdzakelijk was gericht op nieuwe tendensen en dreigingen en op het gevangenismilieu. Het expertisenetwerk organiseerde de vergaderingen van de zogenaamde “Millenniumcommissie”, die, in uitvoering van artikel 47quinquies §4 van het Wetboek van Strafvordering, ten behoeve van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken de omkaderende en organisatorische maatregelen voorstelt die noodzakelijk zijn om de anonimiteit en de veiligheid van de met de toepassing van de bijzondere opsporingsmethoden belaste politieambtenaren te vrijwaren.
11
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Er werd vergaderd op 10 oktober 2008, 23 januari 2009 en 2 april 2009, waarbij onder meer volgende zaken aan bod kwamen: de stand van zaken van de uitvoering van bovenvermeld project, het ontwerp van reparatiewet-BOM, het uitwerken van een voorstel tot het uitzonderlijk inzetten van minderjarige informanten, richtlijnen met betrekking tot het beroepsgeheim inzake de identiteit van de informant ten aanzien van het Comité P, de inzet van welbepaalde technische middelen, en een nieuwe regeling voor de selectie van de dossiers ‘infiltraties categorie II’. Zoals vastgelegd in de omzendbrieven werden op 22 april 2009 ook de verslagen met betrekking tot het gebruik van de bijzondere fondsen en van de fictieve identiteiten aan de minister van Justitie bezorgd (provisie A: provisies aan informanten – provisie D: bescherming bedreigde getuigen – provisie C: undercoverteam – provisie E: relocation en protection team van de dienst getuigenbescherming). Daarenboven werd op een speciale vergadering van 9 maart 2009 aan de nieuwe ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken een voorstelling gegeven van alle in het verleden tot stand gekomen en nog steeds geldende bijzondere maatregelen. Via de brief van 19 maart 2009 werd aan beide ministers een overzicht gegeven van 14 akkoorden, protocollen en omzendbrieven. De werkzaamheden van de permanente begeleidingscommissie “LEXPO” werden eveneens verder gezet. Deze commissie buigt zich over concrete cases, rechtspraak en veelgestelde vragen inzake de bijzondere opsporingsmethoden, en dit met de bedoeling het professionalisme op het terrein te verhogen, ‘best practices’ te ontwikkelen en permanent een BTS-codex te kunnen updaten. Er werd vergaderd op 28 oktober 2008, 3 februari 2009 en 9 juni 2009, met onder meer aandacht voor de opslag van de beelden van observaties, de mogelijkheden tot het gebruiken van privé-bakens, de mogelijkheden en beperkingen bij een inkijkoperatie, de mogelijkheden i.v.m. de toepassing van de BOM op minderjarigen, het gericht sturen van informanten, de werkwijze ingeval van aanhouding van een informant, de afscherming van de bron en het toelichten van de principes van proportionaliteit en subsidiariteit. Het expertisenetwerk werd eveneens betrokken bij de redactie van het ‘Jaarverslag rapportageplicht’, dat wordt opgesteld in uitvoering van artikel 90decies van het Wetboek van Strafvordering. Er werd hierover vergaderd op 25 september 2008 en de BOMmagistraten werden herinnerd aan het verzamelen van gegevens in toepassing van omzendbrief COL 17/2006. Het jaarverslag 2008 dat werd opgesteld in uitvoering van artikel 90decies van het Wetboek van Strafvordering, werd op 25 mei 2009 bij memo GBT 327 verspreid. Daarnaast werd een aanvang genomen om de rapportage te verbeteren. Er werd een werkgroep in het leven geroepen om oplossingen te vinden voor de problemen die zich voordoen bij de datacollectie (onder meer op gebied van sensibilisering en informaticaondersteuning). Een eerste vergadering vond hiertoe plaats op 8 mei 2009. 2. Bescherming van bedreigde getuigen De procureur-generaal te Gent en de federale procureur maken deel uit van de Getuigenbeschermingscommissie, die bevoegd is voor het toekennen, wijzigen en intrekken van beschermingsmaatregelen en financiële hulpmaatregelen. Er werd vergaderd op 26 september 2008, 10 oktober 2008, 6 november 2008, 23 januari 2009, 19 maart 2009 en 2 april 2009. Naast de concrete dossiers die op voormelde vergaderingen werden behandeld, heeft een werkgroep zich op vraag van de Getuigenbeschermingscommissie gebogen over de meest
12
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
noodzakelijke aanpassingen van de wetgeving betreffende de bescherming van bedreigde getuigen, in het bijzonder: •
de bescherming van de politieambtenaren die met de voorbereiding en de uitvoering van de getuigenbescherming zijn belast;
•
de mogelijkheid van inschrijving op een contactadres en het gebruik van een werkidentiteit;
•
een sluitende regeling inzake naamsverandering waardoor het niet mogelijk is een verband te leggen tussen de nieuwe en de oude identiteit.
3. Partnership Het expertisenetwerk maakt deel uit van het “Federaal Overlegplatform Partnership” (samenwerkingsverband inzake de aanpak van diefstallen gewapenderhand (DGH) tussen de Lokale en Federale Politie, het Federaal Parket, het College van Procureurs-generaal, de banken, de Post en de distributieondernemingen). Er werd vergaderd op 17 oktober 2008 en 12 mei 2009. Daarbij kwamen onder meer volgende aspecten aan bod: de cijfers van het fenomeen met inbegrip van de ophelderingsgraad, de risico-analyse, de uitwisseling in reële tijd van de beelden en foto’s van de private partners naar de politie en de tiger kidnapping. Specifiek met betrekking tot de tiger kidnapping werd een omzendbrief uitgewerkt die op 7 november 2008 verspreid werd als COL 7/2008 (addendum aan COL 12/2006 betreffende de gijzeling). In deze strikt vertrouwelijke omzendbrief wordt de tiger kidnapping gedefinieerd en gerangschikt onder de georganiseerde criminele gijzeling en worden specifieke instructies gegeven inzake onder meer de territoriale aanduiding en de samenstelling van de commandopost. 4. Terrorisme Het expertisenetwerk is via de procureur-generaal Gent en de federale procureur vertegenwoordigd in het College voor Inlichting en Veiligheid (C.I.V.), dat toeziet op de gecoördineerde uitvoering van de beslissingen van het Ministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid, dat het beleid inzake inlichtingen en de bescherming van gevoelige informatie vaststelt. Het C.I.V. vergaderde op 11 september 2008, 13 november 2008, 17 maart 2009 en 14 mei 2009, waarbij onder meer volgende thema’s aan bod kwamen: de white paper ‘Voor een nationaal beleid van de informatieveiligheid’, de praktische toepassing van het BIN II-netwerk voor de beveiligde communicatie, de uitvoering van artikel 10 van het K.B. van 28 november 2006 inzake OCAD, de uitvoering van het Actieplan Radicalisme en de evolutie inzake de ‘Joint Information Box’, het ontwerpen van een K.B. inzake luchthavenidentificatiebadges, het uitwerken van een overeenkomst met het ‘USA Terrorist Screening Center’, voorstellen tot wijziging van de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen en van het uitvoerings-K.B. van 24 maart 2000 en de opstart van het uitwerken van een white paper m.b.t. de strijd tegen radicalisme, extremisme en terrorisme. Het expertisenetwerk werd betrokken bij het uitwerken van een samenwerkingsverband met het ‘USA Terrorist Screening Center’. In een werkgroep onder voorzitterschap van Buitenlandse Zaken werd vergaderd op 25 maart 2009, 29 april 2009 en 15 juli 2009. Daarbij werd nagedacht over het principe van de informatie-uitwisseling over gekende en verdachte terroristen met de Verenigde Staten en de legale en praktische mogelijkheden
13
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
inzake het op persoonsgegevens.
systematische
wijze
mededelen
van
grote
hoeveelheden
Het expertisenetwerk nam actief deel aan de werkzaamheden van de werkgroep “Internetrecherche”. Er werd vergaderd op 28 oktober 2008, 5 december 2008, 9 januari 2009, 28 april 2009 en 12 juni 2009, waarbij enerzijds een juridisch kader vastgelegd werd voor de blokkering van bepaalde websites in België en gestart werd met de praktische uitwerking ervan, en, anderzijds, een concrete invulling gegeven werd aan de nationale pro-actieve recherches waarbinnen de monitoring van het internet gebeurt. Het expertisenetwerk (de procureur-generaal te Gent en de federale procureur) werd gehoord door de Commissie voor de Justitie van de Kamer van Volksvertegenwoordigers met betrekking tot de evaluatie van de antiterrorismewetgeving. Deze hoorzittingen vonden plaats op 3 februari 2009 en 3 maart 2009, naar aanleiding waarvan ook een tekst werd ingediend met onder meer een overzicht en een evaluatie van de bestaande wetgeving en de toepassing ervan op het terrein, alsmede met een aantal voorstellen tot verbetering van de bestaande instrumenten. Het expertisenetwerk heeft meegewerkt aan het Belgische antwoord op een vragenlijst van de Europese Commissie over de terrorismebestrijding. Bij memo GBT 319 van 11 maart 2009 werd het document van de Europese Unie verspreid (7123/09 – JAI 128 van 4 maart 2009), waarin aan de hand van de ontvangen antwoorden een overzicht wordt gegeven van de specifieke regelgeving inzake de strijd tegen het terrorisme in alle E.U.lidstaten (onder andere strafbaarstellingen, bijzondere methodes, respect voor de fundamentele rechten, activiteiten van de inlichtingendiensten, …). Het expertisenetwerk ziet eveneens toe op de uitvoering van omzendbrief COL 9/2005 betreffende de gerechtelijke aanpak inzake terrorisme. Op 24 november 2008 vond een vergadering plaats met het oog op het opstellen van een afzonderlijke richtlijn over de signaleringen onder het statuut ‘Informatieterrorisme’. Er werd nadien beslist om te wachten op de aanpassing van de algemene richtlijn inzake signaleringen (werkzaamheden binnen de werkgroep “Artikel 44 WPA” – aanpassing van de fiche C21 inzake de internationale signaleringen als onderdeel van omzendbrief MFO-3). Nadat het “GTOM” (Gespecialiseerd Team Openbaar Ministerie) voor de terroristische gijzelingen was samengesteld, is in de tweede fase gestart met de redactie van een draaiboek voor de terroristische gijzelingen. Hieromtrent werd vergaderd op 8 mei 2009 en 22 juni 2009, waar onder meer de wisselwerking tussen de gerechtelijke aanpak en de burgerlijke noodplanning werd besproken en ook de concrete toepassing van de onderrichtingen op het terrein ter sprake is gekomen. In voornoemde COL wordt ook (hoofdstuk 23) voorzien in een protocolakkoord tussen de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en het Verbond van Belgische Ondernemingen inzake het ‘Early Warning System’. Dit akkoord, dat in essentie voorziet in een permanent centraal invalspunt voor de uitwisseling in een vroeg stadium van informatie over mogelijke terroristische dreiging, werd verspreid bij memo GBT 332 van 17 augustus 2009. 5. Jaarrapport georganiseerde criminaliteit Het expertisenetwerk werkt via het begeleidingscomité mee aan de redactie van de tweejaarlijkse rapporten. Er werd vergaderd op 15 december 2008 en 31 maart 2009. Het jaarrapport 2009 (over de jaren 2007-2008) kon nog niet worden afgerond en zal in essentie gefocust zijn op de dreigingsanalyse met centraal in beeld de dadergroeperingen.
14
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
6. Rondtrekkende dadergroepen Het expertisenetwerk volgt de toepassing op van omzendbrief COL 1/2008 betreffende de rondtrekkende dadergroepen. De lijst van de referentiepersonen (politie en parket) wordt regelmatig geactualiseerd en binnen het expertisenetwerk verspreid (voor het laatst bij memo GBT 307 bis van 3 juli 2009). De jaarlijkse vergaderingen met de referentiemagistraten vonden plaats op 16 december 2008 (N) en 18 december 2008 (F). Het Federaal Parket heeft verder uitvoering gegeven aan het uitwerken van een tactisch canvas met de prioritaire landen. Nadat het luik ‘Roemenië’ was afgerond (het partnershipakkoord werd ondertekend op 9 september 2008), heeft het Federaal Parket zich toegespitst op de samenwerking met Servië. Na twee werkbezoeken van federale magistraten in Belgrado (17-19 maart 2008 en 20-23 oktober 2008) heeft een Servische delegatie van 22 tot en met 25 juni 2009 België bezocht, met de bedoeling om elkaars rechtssystemen te leren kennen en de uitvoering van de wederzijdse rechtshulpverzoeken op gebied van zware en georganiseerde criminaliteit te vergemakkelijken. St. Guenter, hoofdcoördinator van het expertisenetwerk, woonde de werkzaamheden bij die in het kader van dit werkbezoek werden verricht en bracht nadien verslag uit aan het College van Procureurs-generaal. 7. Criminele motorbendes Omzendbrief COL 9/1998 van 30 juni 1998 houdende de regeling van het beleid van de opsporing en de vervolging ten aanzien van criminele motorbendes was dringend aan vervanging toe. In een beperkte werkgroep werd in de loop van 2008 en 2009, in samenwerking met het Federaal Parket en de Federale Politie, een ontwerptekst van een nieuwe omzendbrief opgemaakt. Deze tekst werd ten slotte op de vergadering van 14 mei 2009 van het College van Procureurs-generaal goedgekeurd en werd als gemeenschappelijke omzendbrief COL 6/2009 verspreid. Daarin wordt bijzondere aandacht besteed aan de beeldvorming van het fenomeen en de uitvoering van een uniform en coherent beleid op gebied van opsporing en vervolging. 8. Proactieve recherche Het expertisenetwerk nam het initiatief om omzendbrief COL 4/2000 betreffende de proactieve recherche te vervangen in het licht van het gewijzigd politielandschap en de oprichting van het Federaal Parket en op basis van de ervaringen met de toepassing ervan in de praktijk. Er werd hiertoe vergaderd op 10 oktober 2008, 29 oktober 2008 en 5 december 2008, waarna de nieuwe gemeenschappelijke omzendbrief betreffende de proactieve recherche, COL 3/2009, op 6 maart 2009 verspreid werd. In deze omzendbrief wordt onder meer aandacht besteed aan de wettelijke omschrijving van de proactieve recherche en het onderscheid met de reactieve recherche, de werkwijze in de praktijk inzake voorstudie, aanmelding, goedkeuring, leiding en controle, eindevaluatie en afmelding, de interactie tussen proactieve recherche en reactief onderzoek, de wettelijke mogelijkheden in het raam van de proactieve recherche en een tweejaarlijkse evaluatie.
15
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
9. Documentatie De referentiemagistraten ‘Groot Banditisme en Terrorisme’ werden regelmatig via memo’s op de hoogte gebracht van belangrijke rechtspraak (bijvoorbeeld inzake bijzondere opsporingsmethoden, terrorisme, provocatie…), van de verslagen van de werkgroepen, van overzichten, jaarrapporten en wetenschappelijke onderzoeken. In de periode van 1 september 2008 tot en met 31 augustus 2009 werden in totaal 32 memo’s verspreid. HOOFDSTUK 2 – RESIDUEN EN VOEDSELVEILIGHEID
Het expertisenetwerk “Residuen en Voedselveiligheid” (hierna “RVV”) is sedert zijn oprichting op 16 april 2002 actief in fenomenen die betrekking hebben op de illegale zwendel in groeistimulatoren, hormonen en dopingproducten, op farmaceutische inbreuken en op inbreuken op de voedselveiligheid in de ruimste zin van het woord. In de loop van 2008 kreeg de huidige hoofdcoördinator assistentie van substituut–procureurgeneraal Deraeve van het parket-generaal Gent. De algemene opdracht van het expertisenetwerk “RVV” (waarin naast de referentiemagistraten ‘RVV’ heel wat externe adviseurs zetelen, onder meer de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid/de Federale Gerechtelijke Politie/het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen/het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten/de douane etc.) bestaat erin beleidsondersteunend werk te leveren ten behoeve van het College van Procureurs-generaal en in te staan voor de informatie- en documentatiedoorstroming tussen de leden van het expertisenetwerk. De realisatie van de ondersteunings- en uitwisselingsopdracht heeft geleid tot de verdere coördinatie en uniformering van het strafrechtelijk beleid in de betrokken misdrijffenomenen. Zoals in het verleden reeds het geval was, bleef het “RVV” ook in 2008-2009 zijn opdrachten in concreto toespitsen op drie prioritaire doelstellingen: het ontwikkelen van materiedeskundigheid bij al haar leden. Deze materiedeskundigheid moet als hefboom dienen om de beleidsvoorbereidende en –ondersteunende taken ten behoeve van het College van Procureurs-generaal op een constructieve wijze te realiseren; het verder bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking tussen de leden van het netwerk en tussen de diensten die zij vertegenwoordigen; het streven naar uniformiteit binnen de opsporings- en vervolgingsdaden van het openbaar ministerie. De activiteiten die vanuit deze drievoudige invalshoek tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 ondernomen werden, kunnen als volgt samengevat worden: 1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk De leden van het coördinatieteam werden regelmatig geconsulteerd en er werden voorbereidingen getroffen voor een algemene vergadering van het netwerk, die plaatsvond op 20 november 2009 te Brussel in de gebouwen van de FOD Justitie.
16
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
2.
Behandelde onderwerpen Ondersteuning van de actie van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen rond voedingssupplementen Aanpassing van de hormonenwet inzake het begrip monstername Overleg met de gemeenschappen betreffende het gebruik van humane doping in de sport: betere informatiedoorstroming Aanpak van de criminaliteit via internet m.b.t. de fenomenen die door het netwerk worden behandeld. De criminaliteit via het internet neemt toe, het aanbod wordt steeds gevarieerder en onder andere door het aantal vervalsingen vormt de handel in dergelijke producten via internet steeds meer een bedreiging voor de volksgezondheid. De aanpak van de verschillende diensten (FOD Economie, Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, Directoraat-generaal Dier, Plant en Voeding, FOD Financiën, Federale Politie (Federal Computer Crime Unit en DJB/Horm)) die op één of andere manier het internet afschuimen en op zoek gaan naar inbreuken tegen de wetgeving over hormonale stoffen en geneesmiddelen, werd in kaart gebracht en er werd bekeken hoe er beter kan worden samengewerkt (cf. memo EO 194, die werd gepubliceerd op Omptranet en samen met het verslag van de vergadering ‘internetrecherche’ van 19 december 2008 onder alle leden van het netwerk werd verspreid). In het kader van het optimaliseren van de samenwerking op gebied van de zwendel in illegale groeistimulatoren tussen België en Nederland werd op 2 april 2009 een afstemmingsoverleg georganiseerd met het Functioneel Parket te ‘s Hertogenbosch. Er werd hierbij informatie uitgewisseld, eventuele acties besproken en nieuwe trends overlopen. Ontwikkelen van samenwerkingsverband Kortrijk–Ieper. Kortrijk behandelt milieudossiers voor de beide parketten, Ieper behandelt de dossiers m.b.t. residuen en voedselveiligheid. Dit samenwerkingsverband werd inmiddels door beide parketten als positief geëvalueerd.
3.
Omzendbrieven
In diverse memo’s werd aandacht gevraagd voor relevante rechtsspraak/rechtsleer en mogelijk nieuwe wetgeving (cf. memo’s EO 176 t.e.m 197, die op Omptranet werden gepubliceerd en onder de leden van het netwerk werden verspreid). 4.
Adviezen
Naar aanleiding van de diverse beleidsmatige en operationele overlegplatforms (cf. punt 5), waar de hoofdcoördinator of iemand van het coördinatieteam telkens aanwezig is, werden talrijke adviezen verstrekt inzake nieuwe wetgeving en de toepassing ervan op het terrein, en dit zowel op gebied van hormonen, doping bij dieren, humane doping als m.b.t. farmaceutische criminaliteit.
17
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
5. Vertegenwoordiging van het college op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen In het kader van het bevorderen van een multidisciplinaire samenwerking worden op verschillende niveaus beleidsmatige en operationele overlegplatforms in stand gehouden of geïnitialiseerd. Zo zijn er de vergaderingen van de Interdepartementale Coördinatiecel voor de Controle op de Voedselveiligheid (10 oktober 2008 – 19 december 2008 – 20 maart 2009 en 19 juni 2009). Dit is een interdepartementaal beleidsplatform die de materie van het expertisenetwerk behandelt en waarvan de hoofdcoördinator voorzitter is. De vergaderingen van de verbindingsofficieren van de Multidisciplinaire Hormonencel (16 september 2008 – 21 oktober 2008 – 6 november 2008 – 18 november 2008 – 2 december 2008 – 6 januari 2009 – 17 februari 2009 – 10 maart 2009 – 14 april 2009 – 28 april 2009 – 12 mei 2009 – 2 juni 2009). Dit is een operationeel platform waar alle informatie verzameld wordt en waarbij aanspreekpunten (‘single points of contacts’) van de bijzondere inspectiediensten (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten), FOD Volksgezondheid, douane, politie en justitie in onderling overleg de strijd inzake zwendel in hormonen, dopingproducten en farmaceutische criminaliteit (waaronder ook namaak) aansturen. De hoofdcoördinator heeft hierbij een toezichtfunctie. De coördinatie van de cel zelf is in handen van de Federale Politie. De vergaderingen van de Multidisciplinaire Fraudebestrijdingscel voor de Veiligheid van de Voedselketen (18 september 2008 – 18 december 2008 – 19 maart 2009 – 18 juni 2009). Dit is een operationeel multidisciplinair platform waar grote zaken van zwendel en fraude inzake voedselveiligheid aan bod komen en die onder de leiding van de nationale opsporingseenheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen staat. Op initiatief van de hoofdcoördinator werd op 3 maart 2009 de werkgroep “Dopingbestrijding Vlaanderen” bijeengeroepen. Tussen justitie, de Centrale Dienst Hormonen van de Federale Politie en het Team Medisch Verantwoord Sporten werden concrete afspraken gemaakt voor een betere informatie-uitwisseling en werden nieuwe trends en wetgevende initiatieven toegelicht en besproken. Op 19 september 2008 en op 24 oktober 2008 werden respectievelijk te Gent en te Leuven vergaderingen gehouden met de referentiemagistraten ‘hormonen’, de hoofden van de provinciale controle-eenheden en het Bestuur Controle van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. De controleprocedures van het agentschap werden er besproken en waar nodig werden afspraken gemaakt om de uitwisseling van informatie en feedback tussen de parketten en het agentschap te verbeteren (cf. memo EO 186, die op Omptranet werd gepubliceerd en onder de leden van het netwerk werd verspreid). Op 22 oktober 2008 werd het jaarverslag van de Hormonencel toegelicht aan het Raadgevend Comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. In diverse belangrijke dossiers met een internationale en bovenarrondissementele impact gebeurde de coördinatie van de opsporingen op basis van de verdere vervolging zelf. Zo werden er tal van operationele dossiergebonden coördinatievergaderingen gehouden met het Federaal Parket, de parketten en politiediensten.
18
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia, …) Er werd samengewerkt met de nationale rechercheschool van de Federale Politie om een intensieve opleiding te organiseren die zal openstaan voor alle leden van de Geïntegreerde Politie, de magistratuur, de douane, het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Deze opleiding zal verstrekt worden door deskundigen van de verschillende bevoegde diensten die in de Multidisciplinaire Hormonencel vertegenwoordigd zijn. De geplande opleiding past binnen een van de belangrijkste doelstellingen van het expertisenetwerk, namelijk het ontwikkelen van materiedeskundigheid. Daartoe werden ook nog andere initiatieven genomen. De wetswijzigingen die betrekking hebben op de fenomenen inzake de aanwending van illegale groeistimulatoren, hormonen, doping, farmaceutische misdrijven en inbreuken op de voedselveiligheid, werden ter kennis gebracht en toegelicht. Een centralisatie, analyse en verspreiding van relevante rechtsspraak en rechtsleer. De juridische argumentaties van de diverse colleges met betrekking tot de materie van de residuen en de voedselveiligheid worden nauwgezet bijgehouden en gecentraliseerd. Alle voor de materie relevante vonnissen en arresten worden stelselmatig ter kennis gebracht van de leden van het expertisenetwerk, zowel met het oog op de uitbouw van verdere materiedeskundigheid als omwille van feedback. Op het parket-generaal te Gent wordt alle voor het expertisenetwerk “RVV” relevante documentatie bijgehouden teneinde te worden uitgewisseld of op eerste verzoek van de leden ter beschikking te worden gesteld. Alle relevante informatie en documentatie van het expertisenetwerk “RVV” wordt op Omptranet gepubliceerd. Er wordt geregeld informatie verstrekt en medewerking verleend aan reportages op radio en televisie over de hormonen- en dopingproblematiek. 7. Toekomstprojecten Verdere uitbouw van een beleid op gebied van internetcriminaliteit inzake de fenomenen die door het netwerk worden behandeld. Er is minstens de intentie om naast de internetrecherche ook een project rond internetbewaking op te starten. Controle en afhandeling van verdachte postzendingen: uitbreiding van de controle op bijkomende luchthavens en uitwerking van het samenwerkingsprotocol tussen de douane en het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten. Ondersteuning bij het uitwerken van één nieuwe ‘Lex Alimentaria’ waarin de regelgeving inzake voedselveiligheid, met uitzondering van de hormonenwet zelf, zal worden opgenomen. Eventuele uitbreiding van het samenwerkingsverband inzake voedselveiligheid en milieu op provinciaal of ressortelijk niveau.
19
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 3 – ECONOMISCHE, FINANCIELE EN FISCALE CRIMINALITEIT
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam vergaderde zes maal in de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009, telkens op vrijdag, nl. op 3 oktober, 14 en 21 november 2008, en op 9 januari, 6 maart en 29 mei 2009. Er werd het afgelopen jaar daarentegen geen algemene vergadering van het voltallige expertisenetwerk georganiseerd. 2. Behandelde onderwerpen Actieplan 2009-2010 van het College voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude P. De Wolf, hoofdcoördinator van het expertisenetwerk, vertegenwoordigt de procureurgeneraal te Brussel, portefeuillehouder, in dit College en werd door het College van Procureurs-generaal eveneens aangewezen als verbindingsmagistraat op de beleidscel van de staatssecretaris voor de Fraudebestrijding. Het coördinatietam heeft dus in de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 een deel van zijn werkzaamheden toegespitst op een synthese van hetgeen reeds in dit kader werd ondernomen en heeft eveneens voorstellen geformuleerd teneinde een bijdrage aan het College voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude te leveren. P. De Wolf heeft vervolgens de door het College van Procureurs-generaal genomen maatregelen aan het coördinatieteam toegelicht en heeft nadien n.a.v. de vergaderingen van het coördinatieteam op regelmatige basis een stand van zaken over de werkzaamheden van het College voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude gegeven. Omptranet-forum voor de fiscaal assistenten De vraag of het niet nuttig zou kunnen zijn om op Omptranet een forum voor de fiscaal assistenten te creëren werd aan het coördinatieteam voorgelegd, dat op zich niet gekant was tegen de idee van een dergelijk forum, maar hier wel de voorwaarde aan toevoegde dat minstens de hoofdcoördinator van het netwerk de inhoud ervan zou moeten kunnen inkijken en het forum in een afzonderlijke rubriek van Omptranet zou worden ondergebracht, die niet de mogelijkheid zou bieden alle op de site ter beschikking gestelde informatie te raadplegen. Reclameronselaars – Studie van het UNIZO-rapport T.g.v. de vergadering van het College van Procureurs-generaal onder het voorzitterschap van de minister van Justitie van 6 maart 2009 heeft het coördinatieteam het UNIZO-actieplan m.b.t. het fenomeen van de reclameronselaars bestudeerd. Het coördinatieteam overlegde hierover eveneens met dhr. Van Hende, directeur-generaal van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie, die aan het coördinatieteam het volledige rapport zal bezorgen dat zijn directie heeft opgemaakt n.a.v. een informatiecampagne over dit fenomeen, evenals een lijst met alle ter zake opgestelde processen-verbaal, zodanig dat het netwerk kan nagaan of het al dan niet opportuun is een dossier voor het College voor te bereiden.
20
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Studie van het ontwerp van eenvormig formulier voor de aangifte, door het openbaar ministerie, van aanwijzingen van fiscale fraude aan het Ministerie van Financiën Het coördinatieteam heeft kunnen vaststellen dat er blijkbaar heel wat minder aangiften gebeurden dan dat er aanwijzingen van fraude werden vastgesteld. Het eenvormige formulier voor de aangifte van dergelijke aanwijzingen door het openbaar ministerie zou hieraan kunnen verhelpen omdat hetgeen nuttig is voor de administratie zo rechtstreeks zou worden ingevuld, zonder dat de magistraat al te veel tijd zou dienen te spenderen aan administratieve taken. Niettemin bestond er binnen het coördinatieteam geen unanimiteit over het principe van een eenvormig aangifteformulier, aangezien hierdoor het risico bestaat dat het werk van de parketmagistraten al te complex zou worden. Er werden wijzigingen aan het voorgelegde ontwerp voorgesteld, en een deel van het coördinatieteam uitte sterk voorbehoud tegen de verzending van een dergelijk document via e-mail, vanuit de overweging dat het niet mogelijk zou kunnen zijn om de afzender van een aangifte a.h.v. een elektronische handtekening te identificeren. Transfers van cash geld Het expertisenetwerk heeft kennis genomen van een omzendbrief die werd verspreid binnen de Administratie der Douane en Accijnzen en ook de praktische problemen bestudeerd die het gevolg zijn van de toepassing van de besluitwet van 6 oktober 1944 en van artikel 44 van de wet op het politieambt. Het expertisenetwerk zal op de hoogte worden gehouden van de werkzaamheden van de werkgroep, waaraan zowel het Federaal Parket als het parket-generaal Bergen deelnemen. COL 1/2005 Het coördinatieteam heeft de toepassingsmoeilijkheden bestudeerd die worden gesteld door omzendbrief COL 1/2005 van het College van Procureurs-generaal, die op sommige punten in tegenspraak met het Wetboek van Strafvordering is. Het netwerk kwam tot de conclusie dat de tekst diende te worden herzien en zal een voorstel tot wijziging aan het College voorleggen. 3. Omzendbrieven Omzendbrief van het College inzake de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele-eigendomsrechten Het coördinatieteam kon de omzendbrief van het rechtsgebied Bergen als basis voor de werkzaamheden ter zake gebruiken en heeft zijn reflectie nadien verder aangevuld a.h.v. overleg met de Administratie der Douane en Accijnzen en de FOD Economie, met de bedoeling klaarheid te scheppen over de samenloop van het optreden van de douane (artikel 5) en het openbaar ministerie (artikel 8), en om de voorwaarden van een minimale samenwerking vast te leggen. Er werd eveneens beslist een lijst van referentiemagistraten op te stellen, die op Omptranet zou worden geplaatst en als bijlage aan de omzendbrief zou worden toegevoegd. Het College keurde deze omzendbrief op 19 februari 2009 goed (COL 2/2009). Het coördinatieteam heeft niettemin de aandacht gevestigd op de ‘collaterale’ problemen die blijven bestaan, meer bepaald op gebied van de opslag van nagemaakte goederen die door
21
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
het parket in beslag worden genomen en verbeurdverklaard worden, en op de hoogdringendheid om een uitvoerings-K.B. bij deze wet uit te vaardigen. Strijd tegen de valsmunterij Tijdens de vergadering van 9 januari 2009 ontving het coördinatieteam van de Federale Politie een ontwerptekst waarin rekening werd gehouden met de wijzigingen die het team n.a.v. de vergadering van 30 mei 2008 had geformuleerd. Deze tekst werd op 27 april 2009 ter goedkeuring aan het College van Procureurs-generaal voorgelegd. Het College heeft vervolgens verschillende opmerkingen geformuleerd, onder meer over de vorm van de tekst, de opportuniteit om een gemeenschappelijke omzendbrief van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en het College van Procureurs-generaal aan te nemen, en verder, wat de inhoud van de tekst betreft, over de procedure die moet worden gevolgd op gebied van automatische vernietiging zolang geen definitieve uitspraak in de zaak is gedaan, of over de procedure voor de doorstroming van de dossiers naar de C.D.B.V. Het College heeft het expertisenetwerk dan ook verzocht de nodige aanpassingen aan te brengen en de noodzakelijke contacten te leggen met de beleidscel van de minister van Justitie. Het coördinatieteam heeft de tekst nadien opnieuw bestudeerd (29 mei 2009), waarbij er door de hoofdcoördinator aan werd herinnerd dat het eerste tekstonderzoek niet in de best mogelijke omstandigheden had kunnen verlopen. Aangezien enkele leden van het coördinatieteam gevraagd hadden om over meer tijd te beschikken om de tekst te analyseren, werd de behandeling van dit dossier uitgesteld tot het volgende gerechtelijk jaar. 4. Adviezen Programmadossiers m.b.t. de ernstige economische en financiële delinquentie en m.b.t. de ernstige informaticacriminaliteit – Uitvoering van het Nationaal Veiligheidsplan (NVP) 20082011 Alle directies van de Federale Politie kregen de opdracht om programmadossiers m.b.t. het NVP 2008-2011 op te stellen. De Federale Politie legde het programmadossier inzake Ecofin aan het College van Procureurs-generaal voor met de vraag om dit vóór 1 januari 2009 goed te keuren en het expertisenetwerk “ECOFINFISC” werd vervolgens gevraagd advies uit te brengen. Het coördinatieteam nam vervolgens kennis van de programmadossiers en de inhoud ervan en de gerechtelijke directeur ECOFIN van de Federale Politie verbond er zich van zijn kant toe om op jaarlijkse basis verslag over de behandeling van deze dossiers aan het coördinatieteam uit te brengen. 5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van de leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Er werd op 24 november 2008 een vergadering georganiseerd teneinde de verbetering van de coördinatie van de fraudebestrijding en de werking van het C.O.I.V. te bespreken.
22
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
P. De Wolf heeft aan verschillende vergaderingen deelgenomen, onder meer met de FOD Economie en de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde, met de bedoeling een verruimde toegang tot de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) mogelijk te maken. Dit project werd op 15 november 2009 afgerond en alle magistraten van het openbaar ministerie, alle onderzoeksrechters en alle beroepsrechters van de rechtbanken van koophandel en de arbeidsrechtbanken beschikken sinds die datum over een verruimde toegang tot de KBO voorzover zij zich, op grond van de door de omzendbrief van de procureur-generaal te Brussel van 19 oktober 2009 omschreven procedure, bij Fedict hebben geregistreerd. Deze omzendbrief werd overigens ook aan de andere procureurs-generaal en de leden van het coördinatieteam van het expertisenetwerk “ECOFINFISC” bezorgd. Deze verruimde toegang tot de KBO is vooral van nut voor magistraten die dossiers lastens ondernemingen behandelen of waarbij bedrijven betrokken zijn. In januari diende het coördinatieteam over te gaan tot de aanwijzing van een magistraat die als deskundige zou deelnemen aan het evaluatieteam in het raam van de werkzaamheden van de Multidisciplinaire Groep Georganiseerde Criminaliteit (MDG). Na een bespreking van de kandidaten heeft het coördinatieteam bij meerderheid beslist om de kandidaatstelling van federaal magistraat J-P. Thoreau te ondersteunen. Het College heeft vervolgens n.a.v. de vergadering van 15 januari 2009 deze kandidaatstelling aanvaard. Er werd op 6 januari 2009 met OLAF vergaderd met de bedoeling de lopende dossiers te inventariseren. Het expertisenetwerk “ECOFINFISC”, dat hierbij werd vertegenwoordigd door P. De Wolf, heeft een gezamenlijke vergadering belegd met het expertisenetwerk “Strafrechtspleging” over project 37 uit het actieplan 2008-2009 van het College voor de Strijd tegen de Fiscale en de Sociale Fraude, dat ertoe strekt de verruimde minnelijke schikking in te voeren door de toepassingsvoorwaarden uit artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering uit te breiden. P. De Wolf heeft aan verschillende vergaderingen deelgenomen met het Antifraudecomité van de FOD Financiën teneinde de aangifteprocedure uit artikel 2 van de wet van 28 april 1999 te verbeteren. Het expertisenetwerk “ECOFINFISC”, dat opnieuw werd vertegenwoordigd door P. De Wolf, heeft op 10 februari 2009 vergaderd met de directeur van de DJF-Ecofin van de Federale Politie en met vertegenwoordigers van de C.D.G.E.F.I.D. 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia, …) De leden van het coördinatieteam hebben deelgenomen aan verschillende studiedagen en colloquia m.b.t. economische, financiële en fiscale zaken, die omwille van de beknoptheid niet in deze bijdrage aan het jaarverslag kunnen worden opgesomd. 7. Toekomstprojecten De omzendbrief m.b.t. de strijd tegen de valsmunterij zal moeten worden afgerond en aan het College voorgelegd. Er zal een voorstel tot wijziging van omzendbrief COL 1/2005 aan het College worden voorgelegd teneinde een oplossing te vinden voor de moeilijkheden die zich momenteel bij de toepassing ervan stellen. Er werden verschillende projecten opgestart, die echter nog niet werden afgerond en die dus opnieuw zullen moeten worden bekeken teneinde uit te maken welke oriëntering eraan dient te worden gegeven.
23
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
8. Varia In mei 2009 heeft het coördinatieteam opnieuw contact opgenomen met de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie en de heren Marc Van Hende, directeur-generaal, en Bruno Andries, adviseur-generaal, uitgenodigd op de vergadering van het coördinatieteam van 29 mei 2009. N.a.v. deze bijeenkomst ontvingen de leden van het coördinatieteam het jaarverslag van dit departement alsook enkele statistische gegevens. Het expertisenetwerk heeft het belang beklemtoond dat de parketten op regelmatige basis zouden overleggen met de vertegenwoordigers van Economische Zaken en er werd ook voorgesteld om jaarlijks op de parketten overleg te organiseren tussen de FOD Economie en de referentiemagistraten ‘Ecofin’. HOOFDSTUK 4 – LEEFMILIEU
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam bespreekt voornamelijk wijzigingen in de regelgeving die een belangrijke impact op de dagelijkse praktijk hebben, evenals problemen die aangekaart worden door magistraten, politiediensten en de bevoegde administraties. Om een goede samenwerking tussen de diverse bij de materie leefmilieu betrokken partijen te bewerkstelligen onderhoudt het coördinatieteam op regelmatige basis contacten met de bevoegde administraties en politiediensten (zie punt 4). Het coördinatieteam komt zowel in het kader van het leefmilieu als op gebied van stedenbouw regelmatig samen. Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 werd vergaderd op 30 september 2008, 25 november 2008, 16 december 2008, 27 januari 2009, 10 maart 2009 en 9 juni 2009. 2. Behandelde onderwerpen Problematiek van de radioactieve bliksemafleiders Nucleair incident te Fleurus Afvalstoffendecreet en GAS-wetgeving in het Vlaams Gewest Samenwerkingsprotocollen tussen de parketten-generaal en de milieuadministratie Regularisatiecampagne bij de dierenartsen Protocol Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle – openbaar ministerie Voorontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen Uitvoering van het Nationaal Veiligheidsplan Probleem van de onverenigbaarheid van de hoedanigheid van politieambtenaar en toezichthoudend VLAREM-ambtenaar Samenwerkingsovereenkomst tussen het Vlaams Gewest en de gemeenten Prioriteitenbepaling inzake stedenbouw Aanpassing van de EVOA– en CITES-wetgeving aan de desbetreffende Europese verordeningen Inbreuken op het ‘mestdecreet’ Kwalificaties inzake leefmilieu Aanwijzing van kandidaten voor de Hoge Raad voor de Milieuhandhaving Besprekingen van het decreet op de ruimtelijke ordening – hoorzittingen
24
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Samenwerkingsakkoord openbaar ministerie - “Direction Générale de l’Agriculture, des Ressources Naturelles et de l’Environnement (D.G.A.R.N.E.)” Nucleaire site van Tihange Het afleveren van een afschrift van het proces-verbaal door de Scheepvaartpolitie aan de sanctionerende ambtenaar Het nieuwe milieuhandhavingsdecreet – rol van de gewestelijke entiteit – prioriteiten Situatie van de Scheepvaartpolitie in de haven van Antwerpen Problematiek van de immozoekertjes – inbreuken op artikel 142 van het decreet op de ruimtelijke ordening Kunstmatige inseminaties van runderen. 3. Adviezen Advies inzake het voorontwerp tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen, ten behoeve van de minister van Klimaat en Energie. 4. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Er wordt op geregelde tijdstippen overlegd met de “D.G.A.R.N.E.”: De “Direction Générale de l’Agriculture, des Ressources Naturelles et de l’Environnement” is één van de acht algemene directies van het ministerie van het Waals Gewest en heeft als missie de duurzame ontwikkeling van het Waals Gewest. De “D.G.A.R.N.E.” werd in 2008 gecreëerd door een fusie van de “Direction Générale de l’Agriculture” en de “Direction Générale des Ressources Naturelles et de l’Environnement” en staat in voor het beleid inzake het behoud van natuur en milieu, het bodembeheer, het beheer en de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen en de landbouwontwikkeling. Vanaf begin 2001 heeft de coördinerende magistraat van het parket-generaal Brussel, in onderlinge overeenstemming en in perfecte samenspraak met zijn ambtgenoten van de parketten-generaal Luik en Bergen, het initiatief genomen om dit bilaterale overleg op een duurzame, permanente en systematische manier opnieuw op te starten en het een nieuw elan te geven in het raam van zijn coördinatieopdracht, er zich evenwel van bewust zijnde dat deze werkmethode mogelijk kon leiden tot initiatieven die zich zouden uitstrekken over het gehele Waals Gewest. De tijdens deze vergaderingen besproken aangelegenheden geven trouwens vaak aanleiding tot navolgend schriftelijk overleg, hetgeen de mogelijkheid biedt oplossingen uit te werken of adviezen of standpunten uit te wisselen. Deze vergaderingen vonden tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 plaats op 21 oktober 2008 en op 18 maart 2009. Er dient te worden opgemerkt dat t.g.v. de herstructurering van het ministerie van het Waals Gewest het afgelopen gerechtelijk jaar geen coördinatievergaderingen werden georganiseerd met de “Direction Générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine (D.G.A.T.L.P.)”. Niettemin werden de noodzakelijke contacten onderhouden met deze algemene directie, die intussen tot “DG04” werd omgedoopt. De bedoeling hiervan bestaat erin van bij aanvang van het nieuwe gerechtelijk jaar 20092010 opnieuw op regelmatige basis overlegvergaderingen te organiseren. Op federaal niveau stond het expertisenetwerk in contact met de minister van Klimaat en Energie. Het netwerk heeft bijvoorbeeld advies uitgebracht over de wet m.b.t. de productnormen en heeft eveneens de beleidscel van de minister ontmoet teneinde het door hem het ontwikkelde Federaal Plan inzake Duurzame Ontwikkeling te bespreken.
25
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De hoofdcoördinator van het netwerk en twee anderen leden van het coördinatieteam zetelen als effectief of plaatsvervangend lid in de Hoge Raad voor de Milieuhandhaving. De hoofdcoördinator van het netwerk is eveneens lid van de CITES-toezichtgroep, die samenkwam op 23 oktober 2008 en 30 juni 2009. Op 30 en 31 oktober 2008 werd een vergadering over CITES bijgewoond bij de Europese Commissie. Er werd op 30 september 2008 en 16 december 2008 vergaderd met het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. De hoofdcoördinator nam deel aan de ‘Pollution working group’ op de internationale conferentie inzake milieucriminaliteit, die werd georganiseerd door Interpol (13 tot 17 oktober 2008). In het kader van deze werkgroep werden ook verschillende ‘conference calls’ georganiseerd. Op 3 november 2008 woonde de hoofdcoördinator van het netwerk op het DG Milieu een vergadering bij inzake fraude in het kader van CO2-emissierechten. Deze problematiek werd op 27 januari 2009 ook besproken op een vergadering met de Europese Commissie. Op 27 januari 2009 werd over de prioriteiten inzake leefmilieu overlegd met de Dienst Milieupolitie van het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) en de Dienst Leefmilieu van de Federale Gerechtelijke Politie. Het coördinatieteam was op 14 en 15 januari vertegenwoordigd op de vergadering van het ‘North Sea Network’ te Londen. De hoofdcoördinator woonde op 11 februari 2009 inzake EVOA een vergadering bij op het kabinet van de Vlaamse minister bevoegd voor Leefmilieu. De hoofdcoördinator nam op 20 februari 2009 deel aan een vergadering op het kabinet van de Brusselse minister voor Leefmilieu, die werd gewijd aan de verkeersproblematiek en de overschrijding van de ozon– en CO2-normen. Op 10 maart 2009 werden de leefmilieuprioriteiten besproken met vertegenwoordigers van het “Département de la Police et des Contrôles” en de “Unité de Répression des Pollutions” van de Waalse administratie. Van 17 tot en met 20 maart 2009 werd te Östersund (Zweden) een bijeenkomst bijgewoond die werd gewijd aan ‘IMPEL TFS’. Verschillende vergaderingen werden bijgewoond m.b.t. het samenwerkingsakkoord op gebied van afvalstoffen (juni – juli – augustus). De hoofdcoördinator van het netwerk onderhoudt regelmatige contacten met de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (dierenwelzijn) en het C.O.I.V. m.b.t. de inbeslagname van dieren. Er werd op 9 juni 2009 overleg georganiseerd met de Afdeling Milieu-inspectie en de Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer van de Vlaamse administratie. Ambassade van de Verenigde Staten: De goede contacten met de Amerikaanse Ambassade werden verder gezet. Op 26 september 2008 namen leden van het coördinatieteam deel aan een vergadering op de ambassade. Op 13 en 14 mei 2009 werd een ontmoeting georganiseerd met Wayne Hettenbach van het ‘US Department of Justice’, expert op vlak van olievervuiling en CITES.
26
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
5. Toekomstprojecten Prioriteiten inzake leefmilieu Kwalificatieboek Richtlijnen m.b.t. de milieudossiers die niet aan de Afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer kunnen worden bezorgd met het oog op het opleggen van een alternatieve bestuurlijke geldboete, maar door het openbaar ministerie behandeld worden. HOOFDSTUK 5 – VERKEERSVEILIGHEID
1.
Vergaderingen van de expertisecel
De expertisecel vergaderde op 2 december 2008 en 4 juni 2009. Tijdens deze vergaderingen werden volgende aangelegenheden besproken: 2 december 2008 Aanpassing van de formulieren voor de betaling van de onmiddellijke inning – Vermelding van de IBAN- en de BIC-code Artikel 67ter van de wet betreffende de politie over het wegverkeer Examencentra Omzendbrief inzake verkeersongevallen met louter stoffelijke schade Antidrugscontroles – Vereenvoudiging van de procedure Trajectcontrole Opgefokte bromfietsen – Verzekering – Inbeslagname Gemoduleerd verval van het recht tot sturen met herstelonderzoeken en -examens Wettelijke bepalingen en reglementeringen i.v.m. het rijbewijs voor bromfietsen, motorfietsen, voertuigen met drie wielen, quads en de zogenaamde ‘voertuigen zonder rijbewijs’ Informatie-uitwisseling tussen de verzekeringsmaatschappijen en de parketten Identificatie van houders van buitenlandse nummerplaten ‘Incident management’ Duitse tijdelijke kentekenplaten Problematiek van de ANG Flitspalen – Foto van de voorkant van het voertuig Tijdelijk herstel van het recht tot sturen – Punt 3a van het verslag van de vergadering van de expertisecel van 25 april 2008 Inbeslagname van voertuigen met een geldige groene kaart 4 juni 2009 Artikel 67ter van de wet betreffende de politie over het wegverkeer D. Aerts – Eerste substituut-procureur des konings te Hasselt – Nieuw lid van de expertisecel Toepassing van de onmiddellijke inning/boetecatalogus op zwaar vervoer ingeval van overtreding op artikel 48.3 van de Wegcode Omzendbrief 8/2006 van de procureur-generaal te Antwerpen (overname van omzendbrief R.15/2006 van de procureur-generaal te Gent) – Terugbetaling van de te veel of de dubbel betaalde onmiddellijke inning – Toe te voegen bewijsstukken Radarcontroles – Inbreuken gepleegd d.m.v. van dienstvoertuigen van de wegpolitie Verval van het recht tot sturen met proeven – Vraag van J. VAN NUFFEL Weekendverval (MEMO 7/2009) Motorwaarborgfonds Alcoholintoxicatie – Bewaring van de venules
27
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Problematiek van het parkeren door beoefenaars van medische beroepen Problematiek van het parkeren buiten de parkeervakken Laattijdige betaling – Voorstel om de termijn te verlengen na afloop waarvan een onmiddellijke inning in ‘onbetaald’ wordt gezet Onmiddellijke intrekking van het rijbewijs – Geen drager van een rijbewijs Onmiddellijke intrekking van het rijbewijs – Voorafgaandelijk mandaat aan de politiediensten Situatie van de politieparketten – Stijging van het aantal dossiers Problematiek veroorzaakt door het parkeren van vrachtwagens op autosnelwegen Speekseltest – Advies van de Raad van State Tuimelwagen – ‘Tuimeling’ als alternatief voor de onmiddellijke inning 2.
Omzendbrief COL 7/2009 van 18 juni 2009 inzake verkeersongevallen met louter stoffelijke schade.
3.
Adviezen 10 oktober 2008
Advies aan de Federale Politie m.b.t. het parkeren door vrachtwagens op vluchtheuvels en op- en afritten van de autosnelwegen
15 oktober 2008
Antwoord aan P. BREYNE en L. DE WITTE, gouverneurs van respectievelijk West-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, inzake de controles op het rijden onder de invloed van drugs
27 januari 2009
Ambtshalve advies aan de minister van Justitie i.v.m. de tijdelijke Duitse kentekenplaten
4 februari 2009
Antwoord aan Th. DIERICK, Provinciale Politieacademie E. VAES, m.b.t. de toepassing van omzendbrief COL 16/2006 op de politieagenten die de opleiding ‘Integratie in het verkeer – Besturen van een snel voertuig’ volgen
15 mei 2009
Vraag van de minister van Justitie m.b.t. de speekseltest – Initiatief van de gouverneur van de provincie Antwerpen – Advies van het College van 13 oktober 2009
9 juni 2009
Advies gevraagd door de minister van Justitie op 14 mei 2009 m.b.t. de problematiek van het parkeren door beoefenaars van medische of paramedische beroepen
15 juli 2009
Advies over het dossier m.b.t. de door de geïntegreerde politie in het kader van het Verkeersveiligheidsfonds 2009 voorgestelde investeringen
14 augustus 2009
Advies gevraagd door de minister van Justitie op 3 juli 2009 m.b.t. het wetsvoorstel tot wijziging, wat de snelheidheidsbeperkingen betreft, van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg
31 augustus 2009
Advies gevraagd door de minister van Justitie op 6 augustus 2009 m.b.t. de problematiek van het parkeren door beoefenaars van medische of paramedische beroepen
28
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
4.
Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Assuralia – C.I.V. • Elektronische behandeling van de vragen van verzekeringsmaatschappijen Stuurcomité P.I.O.-project – PolOffice – Wegverkeer Federale Commissie Verkeersveiligheid (15 september 2008, 9 maart 2009, 4 juni 2009) B.I.V.V. • BOB-campagne (16 december 2008, 15 januari 2009) • Werkgroep “Strafrechtelijk beleid” Federale Politie • ‘Ongevallenmanagement’ (27 oktober 2008) Federale Overheidsdienst Mobiliteit • Identificatie van buitenlandse overtreders (18 september 2008) • Platform “Verval van het recht tot sturen” (9 september 2008, 25 februari 2009) C.I.V. – Centralisatie van de gegevens van de politieparketten (28 januari 2009) Beleidscellen • Minister van Justitie: Gerechtelijk inningskantoor • Staatssecretaris voor Mobiliteit: Voorontwerp van wet betreffende de invoering van de speekseltest • Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: - ‘Task-force flitspalen’ - ‘Incident management’ Vlaams Forum Verkeersveiligheid
5.
Toekomstprojecten
De expertisecel stelt twee projecten in het vooruitzicht: de ontwikkeling van een strafrechtelijk beleid op gebied van wegvervoer, de aanpassing van de omzendbrieven van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal (COL 14 en 15/2000 en COL 8/2006 betreffende het rijden onder invloed van drugs, die dienen te worden aangepast t.g.v. de wet m.b.t. de speekseltest). Hierbij zal prioriteit worden gegeven aan: de verbetering van het PolOffice-programma en het programma voor het beheer van de onmiddellijke inningen of, indien dit niet mogelijk blijkt te zijn, het uitwerken van efficiëntere procedures ter vervanging ervan; de praktische toepassing van de procedures voor de identificatie en de vervolging van buitenlandse overtreders; het garanderen van de controle op en de regulering van de instroom en de behandeling van de vaststellingen doorheen de strafrechtelijke keten, door de werkmethoden op gebied van vaststelling, onmiddellijke inning en vervolging op elkaar af te stemmen.
29
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 6 – MENSENHANDEL EN MENSENSMOKKEL
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam heeft tijdens de referentieperiode 2 maal vergaderd, nl. op 22 september 2008 en 19 januari 2009. Omwille van een gebrek aan budgettaire middelen werd in de loop van het voorbije gerechtelijk jaar 2008–2009 geen plenaire vergadering van het expertisenetwerk georganiseerd. Het coördinatieteam heeft niettemin n.a.v. zijn vergaderingen de voorbereiding en de organisatie van de voor 30 oktober 2009 geplande plenaire bijeenkomst besproken. Het is aangewezen hierbij te beklemtonen dat het zonder de financiële tussenkomst van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid momenteel onmogelijk zou zijn om dergelijke plenaire vergaderingen te houden. 2. Behandelde onderwerpen De agenda’s en verslagen van alle vergaderingen worden integraal op Omptranet ter beschikking gesteld. Tijdens elke vergadering van het coördinatieteam wordt een stand van zaken gegeven over de werkzaamheden van alle actieve werkgroepen (zie punt 5). Het coördinatieteam onderzoekt occasioneel specifieke aangelegenheden op vraag van de magistraten die op het terrein actief zijn en probeert vervolgens hierover een advies te formuleren. Met het oog op een voortgezette opleiding onderzoekt en stelt het coördinatieteam alle aangelegenheden voor die tijdens de plenaire vergadering van het expertisenetwerk en in het kader van de in samenwerking met het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding georganiseerde opleidingen zouden kunnen worden behandeld. Het coördinatieteam heeft op grond van een planning alle gegevens verzameld die nodig zijn voor de kwalitatieve evaluatie van omzendbrief COL 01/2007. De parketten, arbeidsauditoraten, parketten-generaal en auditoraten-generaal dienen immers alle gegevens die noodzakelijk zijn voor de redactie van dit rapport aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid te bezorgen. De D.S.B. heeft vervolgens, op basis van de bij de op het terrein actieve magistraten verzamelde gegevens, deze evaluatie voor het jaar 2007 uitgevoerd en de resultaten hiervan werden meegedeeld n.a.v. de plenaire vergadering van 30 oktober 2009, met de bedoeling de aanpak van het fenomeen nog te verfijnen. Het evaluatierapport kan op Omptranet worden ingekeken. De webruimte van het expertisenetwerk, die op Omptranet raadpleegbaar is, wordt regelmatig met nieuwe documenten aangevuld (rechtspraak, agenda’s, rechtsleer, bibliografieën,…) die de referentiemagistraten op het terrein zouden kunnen interesseren. Niettemin dienen hierbij twee moeilijkheden te worden aangestipt, nl. het feit dat de mededeling van de relevante rechterlijke beslissingen door de referentiemagistraten niet op een systematische manier gebeurt, en de vertraging in de publicatie ervan t.g.v. het feit dat deze documenten voorafgaandelijk moeten worden vertaald.
30
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
In het kader van de uitvoering van het Nationaal Veiligheidsplan stond de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Mensenhandel en -smokkel” in voor de redactie van een rapport m.b.t. de initiatieven die op gebied van mensenhandel werden genomen en in het vooruitzicht worden gesteld. De bedoeling van dit rapport bestond erin na te gaan of de doelstellingen van het NVP wel degelijk werden bereikt. 3. Omzendbrief Ter herinnering: de artikelen 61/2 tot 61/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, die op 1 juni 2007 in werking zijn getreden, leggen voortaan de procedure vast voor de erkenning van het statuut van slachtoffer van mensenhandel en/of bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel. Deze nieuwe wettelijke bepalingen hebben betrekking op de interventie door verschillende overheden (politie, inspectie, Dienst Vreemdelingenzaken, opvangcentra en openbaar ministerie), in verschillende stadia van de procedure. Het was dan ook aangewezen om de modaliteiten van deze interventies te regelen en de samenwerking tussen deze instanties te organiseren teneinde het beschermde statuut van het slachtoffer doorheen de verschillende door de wet bepaalde stadia in de praktijk toe te kunnen passen. Een werkgroep, waaraan vertegenwoordigers van de verschillende betrokken diensten hebben deelgenomen, met inbegrip van een aantal magistraten van het openbaar ministerie die lid zijn van het expertisenetwerk “Mensenhandel en -smokkel”, heeft voor de redactie van deze omzendbrief ingestaan. De definitieve tekst werd, na goedkeuring door het College van Procureurs-generaal en de Interdepartementale Cel ter Bestrijding van de Mensenhandel en de Mensensmokkel, ter ondertekening aan alle betrokken ministers voorgelegd. Deze omzendbrief ‘inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel’ is in werking getreden op 10 november 2008 en heeft aanleiding gegeven tot een omzendbrief van het College waarin de bepalingen werden overgenomen die meer specifiek betrekking hebben op de magistraten van het openbaar ministerie (COL 8/2008). 4. Adviezen In de loop van de voor dit jaarverslag in aanmerking genomen referentieperiode werden geen specifieke adviezen t.a.v. het College uitgebracht. 5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van de leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Vergaderingen van de Interdepartementale Coördinatiecel ter Bestrijding van de Mensenhandel en de Mensensmokkel (16 december 2008 en 3 juli 2009), waarop volgende aangelegenheden werden besproken: de opstart van een researchproject door de Universiteit Gent (‘Montrasec: Monitoring trafficking in human beings and sexual exploitation of children’), de wijziging van het koninklijk besluit van 16 mei 2004 teneinde de werkzaamheden van het Informatie- en Analysecentrum Mensensmokkel en Mensenhandel (IAMM) te vergemakkelijken en de uitvoering van punten 6 (preventie) en 15 en 16 (erkenning en financiering van de opvangcentra) van het Nationaal Actieplan ter Bestrijding van de Mensenhandel.
31
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Vergadering van het IAMM (6 februari 2009), die werd gewijd aan de mogelijkheid de werking van dit centrum opnieuw op te starten. Werkgroep met het oog op de redactie van een omzendbrief inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel (zie punt 3). Werkgroep met het oog op de redactie van een draaiboek en een omzendbrief inzake schijnhuwelijken en gedwongen huwelijken. De doelstelling van deze werkgroep bestaat erin alle betrokken partijen (en meer in het bijzonder de ambtenaren van de burgerlijke stand) een hulpmiddel te bieden en pogingen tot schijnhuwelijk op te sporen. Werkgroep “Mensensmokkel”: deze werkgroep zorgt voor de redactie van een specifieke omzendbrief op gebied van mensensmokkel. Werkgroep met het oog op een wetswijziging waarvan de doelstelling erin zou bestaan de opdrachtgevers te bestraffen die bij praktijken van mensenhandel tussenpersonen inschakelen. Het gebeurt immers dat aannemers of onderaannemers veroordeeld worden voor feiten van mensenhandel met het oog op economische uitbuiting, terwijl de opdrachtgever of de hoofdaannemer zelf eveneens op de hoogte waren van het feit dat de omstandigheden waarin de werknemers werden tewerkgesteld in strijd met de menselijke waardigheid waren of zelfs aanleiding tot dergelijke praktijken konden geven. De ad-hocwerkgroep werkte hierover meerdere voorontwerpen uit. Zoals aangegeven in het Nationaal Actieplan ter Bestrijding van de Mensenhandel heeft het College van Procureurs-generaal de oprichting van een aanspreekpunt voor de pers voorbereid teneinde op permanente basis ruchtbaarheid te geven aan de onderzoeken, vervolgingen en veroordelingen op gebied van concrete dossiers van mensenhandel. Op 16 oktober 2009 werd dit aanspreekpunt voorgesteld n.a.v. de ‘Antitrafficking day’ en de bedoeling van beide initiatieven bestaat erin de aandacht te vestigen op het multidisciplinaire karakter van het fenomeen mensenhandel. Werkgroep die de problematiek bestudeert van de inbeslagnames en verbeurdverklaringen in het raam van dossiers m.b.t. huisjesmelkers, waarin het uitvoeren van de gerechtelijke beslissingen regelmatig voor problemen zorgt. Deze werkgroep is samengesteld uit een vertegenwoordiger van het C.O.I.V., een gemeenteontvanger, vertegenwoordigers van de FOD Financiën, een vertegenwoordiger van het notariaat en magistraten die op het terrein actief zijn. In eerste instantie hebben de deelnemers een inventaris opgemaakt van alle moeilijkheden waarmee zij dagdagelijks worden geconfronteerd, om nadien gepaste oplossingen uit te werken teneinde het optreden van alle betrokken partijen te vereenvoudigen. Colloquium op de Senaat (22 april 2009), dat werd georganiseerd door de Stichting Samilia en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, met als dubbele doelstelling de leden van het parlement te sensibiliseren voor de noodzaak de strijd tegen de mensenhandel op te drijven en (opnieuw) een subcommissie mensenhandel op te richten, enerzijds, en, met het oog op het Belgische EUvoorzitterschap in 2010, de prioriteiten voor te stellen van de strijd tegen de mensenhandel, zowel wat het luik justitie als het aspect van de maatschappelijke integratie betreft, anderzijds. OESO-seminarie met als thema ‘Successful prosecution of human trafficking – Challenges and good practices’ (10 en 11 september 2008).
32
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Technische raadpleging van het Internationaal Arbeidsbureau (IAB) over de aanwending van indicatoren van mensenhandel met het oog op vervolging (23 en 24 september 2009). 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen Zoals aangegeven in punt 7 wordt momenteel bestudeerd of een opleidingsprogramma kan worden uitgewerkt op gebied van mensenhandel en –smokkel. 7. Toekomstprojecten Organisatie van de opleidingen die in samenwerking met het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding en het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding inzake mensenhandel en –smokkel zullen worden verstrekt. In het raam van de uitvoering van het Nationaal Actieplan ter Bestrijding van de Mensenhandel dient een werkgroep te worden opgericht die het statuut van de tolken zal onderzoeken die worden aangesteld in dossiers m.b.t. mensenhandel en –smokkel. Voortzetting van het verzamelen van de relevante rechtspraak en publicatie ervan op Omptranet. Het is immers van essentieel belang de aandacht van alle betrokkenen op het terrein te vestigen op het belang om de website verder aan te vullen. 8. Varia Frequente contacten met alle bij het fenomeen mensenhandel en -smokkel betrokken partners, en dit zowel op nationaal (D.S.B., onthaalcentra, C.G.K.R., D.V.Z.) als op internationaal vlak (Europese Unie). HOOFDSTUK 7 – VERDOVENDE MIDDELEN
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Coördinatieteam Het coördinatieteam vergaderde 5 maal in de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009, nl. op 11 september, 15 oktober en 24 november 2008, en op 18 maart en 12 mei 2009. Expertisenetwerk Aangezien geen budget werd toegekend voor de organisatie van een eerste plenaire bijeenkomst, werd het afgelopen gerechtelijk jaar dan ook geen vergadering van het voltallige expertisenetwerk gehouden. 2. Behandelde onderwerpen Het coördinatieteam heeft het grootste gedeelte van zijn activiteiten toegespitst op de uitwerking en praktische toepassing van het ‘Actieplan Drugs’ van het expertisenetwerk “Verdovende middelen” van het College van Procureurs-generaal. In het raam van de prioritaire thema’s uit dit plan werden hoofdzakelijk volgende activiteiten opgestart:
33
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Overleg, coördinatie en informatie-uitwisseling: • • •
Opvolging van de werkgroepen waarin het expertisenetwerk is vertegenwoordigd (‘Algemene Cel Drugsbeleid (ACDB)’, ‘Centrale Stuurgroep Drugsbeleid (CSD)’, ….); Opvolging van de pilootprojecten (‘Proefzorg’, ‘Drugsbehandelingskamer (DBK)’, ‘Strategisch drugsadviseur’); Uitnodiging van externe leden op sommige vergaderingen van het coördinatieteam.
Financiële aanpak •
Bekrachtiging van een methode voor de berekening van de opbrengsten van cannabisplantages.
Bekrachtiging van de instrumenten die op basis van research werden ontwikkeld •
Opvolging van de resultaten van de ‘BELSPO-onderzoeken’ (‘WASIMP’, ‘GEOCAN’, ‘GEOAMP’, …).
Synthetische drugs •
Voorbereiding van een omzendbrief m.b.t. de analyse van amfetaminemonsters met het oog op registratie in de Europese databank.
Cannabisplantages • • • •
Verzamelen van informatie m.b.t. het Nationaal Politieel Veiligheidsbeeld en analyse; Stimuleren van reflectie door de parketten met het oog op een slagvaardig opsporingsbeleid; Bekrachtiging van een objectieve en uniforme methode voor de berekening van de opbrengsten van cannabisplantages; Verzamelen van informatie en ‘best practices’ teneinde de ontdekte plantages te kunnen ontmantelen.
Bijzondere problematiek van de doorvoer van verdovende middelen •
Verzamelen van informatie m.b.t. de inbeslagname van goederen in transit op de luchthavens van Luik-Bierset en Brussel-Zaventem.
Drugsgebruik in de gevangenis •
Afronding en verspreiding van omzendbrief COL 1/09 m.b.t. het vervolgingsbeleid inzake inbreuken op de drugswetgeving die worden gepleegd aan de ingang van en binnen de penitentiaire inrichtingen.
Drugstoerisme •
Antwoord op een verzoek tot interpretatie, afwijking of wijziging van omzendbrief COL 7/07.
3. Omzendbrieven Op 15 januari 2009 keurde het College van Procureurs-generaal omzendbrief COL 1/09 goed m.b.t. het vervolgingsbeleid inzake inbreuken op de drugswetgeving die worden gepleegd aan de ingang van en binnen de penitentiaire inrichtingen. Parallel hiermee werd op 6
34
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
februari 2009 ook de ministeriële omzendbrief nr. 1806 goedgekeurd t.b.v. de gevangenisadministratie en ‘betreffende het overleg met het openbaar ministerie in geval van inbreuken op de wetgeving inzake verdovende middelen binnen de gevangenissen’ (bijlage bij COL 1/2009). 4. Adviezen Hoewel het College het afgelopen gerechtelijk jaar het expertisenetwerk niet formeel verzocht heeft om een advies uit te brengen, zorgde het coördinatieteam op vraag van externe instanties, procureurs des konings of in het kader van parlementaire vragen voor de voorbereiding of het uitbrengen van advies inzake volgende materies: • • • • • • • •
Aanwending van behandelingen met vervangingsmiddelen met het oog op het verzamelen van ‘zachte’ informatie: negatief advies Schrapping van het begrip ‘illegaal gebruik van verdovende middelen’ uit de politienomenclatuur Evaluatie en interpretatie van omzendbrief COL 7/2007 m.b.t. de drugstoeristen Terbeschikkingstelling van drugsmonsters voor de training van honden die specifiek voor het detecteren van verdovende middelen worden ingezet Project ‘Drugtesting’ van de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD) Gebruik van thermische camera’s voor het opsporen van cannabisplantages Aanwezigheid van ‘ice hash’ op de drugmarkt Medewerking van de parketten aan wetenschappelijk onderzoek, en meer in het bijzonder het verzamelen van drugsmonsters: bijvoorbeeld de ‘WASIMP- en GEOCANonderzoeken’.
5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van de leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Algemene Cel Drugsbeleid Op uitdrukkelijk verzoek van de procureur-generaal te Luik heeft de minister van Justitie één van de twee hem voorbehouden plaatsen binnen deze cel aan een vertegenwoordiger van het College van Procureurs-generaal toegekend. Dhr. J-B. Andries werd vervolgens door het College aangewezen. Centrale Stuurgroep Drugs van de gevangenisadministratie J-B. Andries neemt deel aan de werkzaamheden van deze stuurgroep die onder meer heeft ingestaan voor de coördinatie van de omzendbrieven m.b.t. het drugsgebruik in de gevangenissen. •
Subwerkgroep m.b.t. het aanspreekpunt voor de spanningen die het personeel en de bezoekers van de gevangenissen ondervinden t.g.v. de drugshandel in de gevangenissen
Deze werkgroep werd opgericht binnen de Centrale Stuurgroep Drugs. De heren L. Holsters en F. Clarysse nemen deel aan de Nederlandstalige werkgroep en J-B. Andries aan de Franstalige werkgroep. •
Subwerkgroep “Drugs en Veiligheid”
J-B. Andries neemt ook deel aan deze werkgroep die eveneens binnen de Centrale Stuurgroep Drugs opgericht werd, en die zich meer specifiek bezighoudt met de veiligheidsproblemen en de verhouding met de politie en justitie.
35
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Begeleidingscomité bij het pilootproject ‘Drugsbehandelingskamer’ te Gent: F. Clarysse vertegenwoordigt het netwerk in dit comité. Begeleidings- en evaluatiecomité bij het pilootproject ‘Strategisch drugscoördinator Luik’: J-B. Andries zit dit comité voor. ‘Hazeldonk-overleg’ (overleg BE-NE-LUX-FR m.b.t. drugstoerisme) Begeleidingscomité bij middelen: • • • •
wetenschappelijke onderzoeken op gebied van verdovende
‘DRUGCRIM’: Definitie en inschatting van de drugsgerelateerde criminaliteit ‘GEOCAN’: Studie van het marktaandeel van de in België geteelde cannabis in verhouding tot de volledige Belgische cannabismarkt ‘DODONBEL’: Do’s en don’ts in het kader van een integraal en geïntegreerd drugsbeleid ‘JUSTHULP’: Studie van de noodzakelijke en bijkomende voorwaarden voor de optimalisering van de interactie tussen justitie en de maatschappelijke hulpverlening.
6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen/colloquia,…) Het expertisenetwerk heeft in de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 geen opleidingen georganiseerd. J-B. Andries heeft daarentegen wel deelgenomen aan het Europese seminarie op gebied van gerechtelijke opleiding dat werd georganiseerd door de ‘Ecole nationale de la magistrature’ van Parijs, met als thema ‘Soins pénalement ordonnés’. Er werd hierover een verslag opgesteld dat aan de Hoge Raad voor de Justitie werd bezorgd. 7. Toekomstprojecten Algemeen beschouwd heeft het coördinatieteam van het expertisenetwerk “Verdovende middelen” de intentie zijn activiteiten verder op vijf volgende thema’s toe te spitsen: de opvolging van de actualiteit vanuit de invalshoek van de weerslag ervan op het optreden van het openbaar ministerie op gebied van verdovende middelen; de verspreiding van informatie aan de leden van het openbaar ministerie; de begeleiding, de ondersteuning en de opvolging van het wetenschappelijk onderzoek; het overleg met alle andere instellingen, administraties, overheden, verenigingen en diensten die op één of andere manier betrokken zijn bij de problematiek van de verdovende middelen; de structurele reflectie over initiatieven die dienen in het vooruitzicht te worden gesteld en vervolgens gerealiseerd, met name op gebied van strafrechtelijk beleid in de ruime zin en het vervolgingsbeleid in het bijzonder. De voornaamste doelstelling bestaat meer in het bijzonder in de voortzetting van de praktische toepassing van het actieplan van het expertisenetwerk, dat werd opgesteld in het kader van de uitvoering van het Nationaal Veiligheidsplan. Er kan in het raam van dit jaarverslag worden verwezen naar de tekst van dit actieplan, met de precisering dat in de komende maanden prioriteit zal worden gegeven aan de projecten m.b.t. de synthetische drugs, de ontmanteling van de cannabisplantages en de inbeslagname van goederen in transit. Er wordt momenteel ook de laatste hand gelegd aan een omzendbrief inzake de profiling van amfetaminemonsters.
36
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Bovendien dient het netwerk eveneens op de actualiteit in te spelen door aangelegenheden te behandelen die niet specifiek in het actieplan werden opgenomen maar die voor problemen zorgen bij de uitvoering van de opdrachten van het openbaar ministerie, bijvoorbeeld: de redactie van een ontwerpomzendbrief m.b.t. eetwaren die tetrahydrocannabinol bevatten; de problematiek van de territoriale bevoegdheid op gebied van verdovende middelen en de samenhang met de rechtstreekse verzending van de processen-verbaal; de aanwending van de minnelijke schikking in het vervolgingsbeleid op gebied van drugs. Het coördinatieteam behoudt natuurlijk de ambitie om in de nabije toekomst een plenaire vergadering van het expertisenetwerk te organiseren, hetgeen op grond van de voorstellen van de administratie momenteel ook realistisch lijkt te zijn. HOOFDSTUK 8 – MILITAIR STRAFRECHT EN RELATIES MET DE KRIJGSMACHT
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het expertisenetwerk hield op donderdag 2 oktober 2008 een plenaire vergadering op de luchtmachtbasis van Bevekom, die werd gewijd aan de financiële procedures bij het leger. Het coördinatieteam is immers de mening toegedaan dat een goed begrip van de tenlasteleggingen m.b.t. verduistering en diefstal ten nadele van de Staat (artikelen 54 e.v. van het Militair Strafwetboek) en de hiermee samenhangende tenlasteleggingen, een gedegen kennis van de financiële procedures (budgettaire en aankoop- en terugbetalingsprocedures,…), de bevoegdheidsdelegaties en de controlemechanismen bij Landsverdediging veronderstelt. Enkele sprekers van hoog niveau hebben de belangrijkste aspecten van deze materie uiteengezet: generaal-majoor van het vliegwezen Régis Caen, kolonel-stafbrevethouder militair administrateur Bancu, adviseur-generaal bij de DGHR/Geschillen Etienne Wampach en commissaris Alain Culot, directeur van de Gerechtelijke Directie in Militair Milieu (DJMM). 2. Behandelde onderwerpen Financiële delinquentie bij het leger Zie punt 1. Kwalificaties op gebied van militair strafrecht Wat het militair strafrecht betreft, werden de kwalificatiefiches met betrekking tot muiterij, gewelddaden tegen een schildwacht, gewelddaden tegen een meerdere, doodslag op een meerdere, gewelddaden tegen een bewoner van het huis waar de militair op vordering van de openbare overheid is geherbergd, smaad jegens een meerdere, verduistering en diefstal ten nadele van militairen of de Staat, en diefstal ten nadele of ten huize van de inwoner bij wie de militair op vordering van de openbare overheid is geherbergd, in de daartoe voorziene module van Omptranet ondergebracht. Zij vullen de fiches aan die op de militaire misdrijven desertie, insubordinatie en postverlating betrekking hebben. Voorlopig gaat het hierbij om 12 thema’s waarvoor per landstaal 2000 fiches werden aangemaakt. Voor het opmaken van deze fiches moesten dan weer 4000 codes worden vastgelegd. Aangezien momenteel alle prioriteit gaat naar de afhandeling van het gemeen strafrecht, werden de werkzaamheden rond de overige 9 thema’s onderbroken.
37
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Zoals reeds in de vorige jaarverslagen werd uiteengezet, is het doel hiervan om, voor de uiterst technische materie van het militair strafrecht, een volledig en gebruiksvriendelijk werkinstrument ter beschikking van de magistraten van het openbaar ministerie te stellen. Aanhoudingsbevel op afstand In afwezigheid van magistraten die over de bevoegdheid van onderzoeksrechter beschikken om indien nodig op de plaats van de militaire operaties een aanhoudingsbevel uit te vaardigen, heeft de tweede wet van 10 april 2003 artikel 9 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis gewijzigd en een lid §1bis aan artikel 19 van deze wet toegevoegd, zodanig dat het voor een onderzoeksrechter die zich op Belgisch grondgebied bevindt mogelijk wordt een Belgische militair die op missie in het buitenland is, onder aanhoudingsbevel te plaatsen. In de oorspronkelijke in 2003 gestemde bepaling werd voorgeschreven dat de onderzoeksrechter betrokkene voorafgaandelijk a.h.v. een videoverhoor diende te verhoren. Aangezien deze vereiste in de praktijk onrealistisch bleek te zijn, werd d.m.v. artikel 9 van de wet van 20 juli 2006 het videoverhoor geschrapt. Omwille van het feit dat de concrete toepassing van deze wetsbepaling nog steeds moeilijkheden met zich meebracht, had het coördinatieteam tijdens de vergadering van 5 december 2005 beslist deze procedure uit te testen n.a.v. een grootscheepse militaire oefening waarbij zowel de voorwaarde voor het optreden van de politieagenten en/of de magistraat van het openbaar ministerie die de troepen in het buitenland begeleidt, enerzijds, als van de onderzoeksrechter, anderzijds, zou zijn vervuld. Deze gelegenheid deed zich uiteindelijk voor n.a.v. de oefening ‘Quick Response 09’, die in de loop van de maand juni 2009 in België werd georganiseerd. De hoofdcoördinator van het netwerk stelde hiervoor in samenwerking met de Gerechtelijke Directie in Militair Milieu van de Federale Politie en de bevoegde diensten van Landsverdediging een draaiboek op, waarin op een realistische manier een misdaad werd opgenomen waarvoor logisch gezien een aanhoudingsbevel zou moeten worden uitgevaardigd. A.h.v. deze oefening zou het eveneens mogelijk worden de reactiesnelheid van het militaire opperbevel uit te testen ingeval van criminele feiten, evenals het vermogen van de Militaire Politie om de ‘crime scene’ te vrijwaren in afwachting van de aankomst van een dienst met de bevoegdheid van gerechtelijke politie. Deze oefening vond uiteindelijk geen doorgang aangezien op hetzelfde moment in Afghanistan feiten werden gepleegd waarvoor het Federaal Parket een onderzoeksrechter vorderde die overging tot een verhoor op afstand. De voorbereiding van deze oefening bleek zeer nuttig n.a.v. dit concrete geval, bijvoorbeeld bij de redactie van het type-proces-verbaal waarin alle door de leden van de Federale Gerechtelijke Politie in het kader van dit verhoor uitgevoerde procedurehandelingen werden opgetekend. 3. Omzendbrieven Er werden tijdens de referentieperiode geen omzendbrieven verspreid. 4. Adviezen In de rapporten t.a.v. het Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie heeft het College van Procureurs-generaal in navolging van de federale procureur meermaals de aandacht van de wetgever gevestigd op de praktische moeilijkheden die het gevolg zijn van de opheffing van artikel 24 van het Militair Strafwetboek, dat voor het openbaar ministerie of de
38
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
onderzoeks- of vonnisgerechten in de mogelijkheid voorzag om de militairen naar hun korps te verwijzen met het oog op een disciplinaire sanctie ingeval van weinig ernstige misdrijven. Er werd hierover op verzoek van de FOD Justitie een advies opgesteld dat uiteindelijk aan Landsverdediging werd bezorgd. 5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk werd uitgenodigd op een vergadering met het oog op het plannen van de oefening ‘Quick Response 09’, die betrekking had op buitenlandse militairen en gedeeltelijk in burgerlijk milieu werd georganiseerd, zodanig dat het noodzakelijk was de parketten de noodzakelijke informatie te verschaffen over incidenten die zich eventueel in hun arrondissement zouden kunnen voordoen. Deze oefening kaderde eveneens in de opleiding van een ‘battle-group’ die België (EU BG) in het tweede halfjaar van 2009 ter beschikking van de Europese Unie heeft gesteld. De hoofdcoördinator heeft eveneens samen met vertegenwoordigers van het Federaal Parket en Landsverdediging deelgenomen aan een voorbereidende vergadering op het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding met de bedoeling een nieuwe opleidingssessie te organiseren met het oog op het behalen van het ‘brevet inzake militaire technieken’ uit artikel 309bis van het Gerechtelijk Wetboek. 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen/colloquia,…) a. Een gedeelte van de algemene vergadering van het expertisenetwerk (2 oktober 2008) kan als een opleiding voor de leden van het netwerk worden beschouwd. b. Op 9 juni 2009 werd n.a.v. de oefening ‘Quick Response 09’ eveneens een didactisch bezoek georganiseerd. 7. Toekomstprojecten Er zijn voor november en december 2009 twee opleidingsessies gepland met het oog op het behalen van het ‘brevet inzake militaire technieken’ uit artikel 309bis van het Gerechtelijk Wetboek. 8. Varia De procureur-generaal te Bergen, die met toepassing van artikel 4.3° van het K.B. van 6 mei 1997 betreffende de specifieke taken van de leden van het College van Procureurs-generaal instaat voor het militair strafrecht en de relaties met de strijdkrachten, de directeur-generaal van de Federale Gerechtelijke Politie, de directeur van de DJMM van de Federale Gerechtelijke Politie en de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Militair strafrecht” hebben van 9 tot 16 februari 2009 een werkbezoek aan de in Kandahar en Kaboel (Afghanistan) gelegerde Belgische troepen gebracht. Dit bezoek was de gelegenheid bij uitstek om zicht te krijgen op de werkomstandigheden van de in beide bases gelegerde Belgische troepen en op de problemen die zich binnen dit contingent kunnen stellen op het vlak van het militair strafrecht en het gemeen strafrecht, enerzijds, en op gebied van het recht van de gewapende conflicten, anderzijds, en dit meer bepaald vanuit de invalshoek van het gebruik van geweld n.a.v. luchtoperaties of het bewaken van de installaties. Er kon worden vastgesteld dat met veel professionalisme te werk wordt gegaan en dat de geschikte maatregelen blijken te zijn genomen om conflicten binnen de eenheid te vermijden of om incidenten en beoordelingsfouten te voorkomen bij de uitvoering van de militaire opdrachten.
39
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Niettegenstaande al deze voorzorgsmaatregelen valt een incident echter nooit uit te sluiten. Deze missie maakt eveneens de moeilijkheid van de verplaatsingen naar Afghanistan en binnen het land zelf duidelijk, hetgeen het gevolg is van de onveiligheid van de vliegtuigverbindingen en waardoor de interventie van de gerechtelijke en politionele overheden gevoelig vertraagd en gecompliceerd wordt. In dit opzicht kan worden opgemerkt dat twee politieagenten van de DJMM van de Federale Gerechtelijke Politie op tweemaandelijkse basis twee weken ter plaatse verblijven en dat n.a.v. het bezoek duidelijk werd in welke moeilijke werkomstandigheden zij dienen te functioneren. HOOFDSTUK 9 – BEMIDDELING IN STRAFZAKEN EN BPR-JUSTITIEHUIZEN
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam van het expertisenetwerk “Bemiddeling in Strafzaken” vergaderde in de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 op 6 november 2008, 20 november 2008, 19 februari 2009 en 19 maart 2009. 2. Behandelde onderwerpen Het coördinatieteam boog zich voornamelijk over de problematiek van de onderlinge verhouding tussen de bemiddeling in strafzaken en de herstelbemiddeling. Daarnaast werden ook de werkzaamheden van de werkgroep “Informatieplicht bemiddeling” besproken. 3. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Werkgroep “BPR-Justitiehuizen” •
Vergaderingen
De werkgroep kwam samen op 4 september 2008, 16 oktober 2008 en 12 februari 2009. •
Behandelde onderwerpen
Volgende punten werden tijdens de vergaderingen van deze werkgroep besproken: -
ondersteuning van de parketten-generaal door het Directoraat-generaal Justitiehuizen K.B. inzake de overlegstructuren diverse punten inzake het slachtofferonthaal (deelname van justitieassistent aan de ressortvergaderingen, richtlijnen op gebied van slachtofferonhaal, overlegstructuren, slachtofferfiches…) enquêtes & beknopt voorlichtingsrapport – burgerrechtelijke opdrachten: informatie aan de justitieassistent/mogelijkheid tot inzage en het nemen van kopies van bepaalde stukken van het dossier het beroepsgeheim van de justitieassistenten de achterstand bij de behandeling van dossiers door de justitiehuizen.
Er werd beslist dat het niet meer nodig was de punten m.b.t. het slachtofferonthaal verder te bespreken in het kader van de werkgroep, aangezien deze problematiek aan bod komt in het expertisenetwerk “Slachtofferonthaal”. Ook vragen inzake de bemiddeling zullen verder behandeld worden in het expertisenetwerk “Bemiddeling in strafzaken”, en niet langer in het kader van de werkgroep “BPR-Justitiehuizen”.
40
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Werkgroep “Informatieplicht bemiddeling” Er werd vergaderd op 9 september 2008 en 4 november 2008. Er werd een informatiebrochure over de herstelbemiddeling uitgewerkt en goedgekeurd en eveneens een standaardformulering voor herstelbemiddeling opgesteld die, in het kader van een uniforme informatieverstrekking, kan opgenomen worden in standaarddocumenten zoals het attest van klachtneerlegging , oproepingsbrieven enz.
4. Toekomstprojecten Er dient onderzocht te worden of de gemeenschappelijke omzendbrief van 30 april 1999 inzake de bemiddeling in strafzaken niet moet herschreven worden. Deze vraag zal verder onderzocht worden in het kader van de besprekingen m.b.t. de onderlinge verhouding tussen de bemiddeling in strafzaken en de herstelbemiddeling.
HOOFDSTUK 10 – JEUGDBESCHERMING
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam vergaderde 4 maal, nl. op 26 september en 19 december 2008 en op 13 maart en 5 juni 2009. Er werd daarentegen geen plenaire vergadering van het expertisenetwerk georganiseerd. 2. Behandelde onderwerpen Officiële bekrachtiging van het expertisenetwerk “Jeugdbescherming” Ten gevolge van de goedkeuring van het oprichtingsprotocol van het expertisenetwerk op 9 mei 2008 maken voortaan twee vertegenwoordigers van de Raad van Procureurs des Konings deel van het coördinatieteam uit. De lijst met alle leden van het expertisenetwerk werd eveneens opgemaakt. Er werd contact opgenomen met de diensten extern het openbaar ministerie die deel uitmaken van het netwerk, met het verzoek om contactpersonen aan te duiden. De agenda’s en de verslagen van de vergaderingen van het coördinatieteam worden voortaan via Omptranet aan alle leden van het netwerk ter beschikking gesteld. Omptranet – rubriek ‘Jeugd’ Het Secretariaat van het College heeft de rubriek ‘Jeugd’ op Omptranet a.h.v. een boomstructuur aangevuld en heeft eveneens verklarende fiches opgemaakt voor de diverse materies op gebied van jeugdbescherming, die nadien werden gevalideerd door de leden van het coördinatieteam. Omptranet – publicatie van de rechtspraak op gebied van jeugdbescherming Het coördinatieteam nam een aanvang met het verzamelen van de relevante rechtspraak op gebied van jeugdbescherming, met het oog op de publicatie ervan op Omptranet. Schoolverzuim
41
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De procureur-generaal te Brussel heeft met het oog op de vergadering van het College onder het voorzitterschap van de minister van Justitie van 26 september 2008 een door de criminologen-coördinatrices opgestelde nota verspreid. Het protocol m.b.t. het schoolverzuim werd in de Vlaamse Gemeenschap ondertekend en er werd hierover in de rechtsgebieden Antwerpen, Gent en Brussel een omzendbrief verspreid. Het protocol voor de Franse Gemeenschap was op het einde van het gerechtelijk jaar 20082009 nog niet afgerond. Aanwerving van criminologen (kaderuitbreiding en procedures) Statutarisering van de criminologen Er werd een brief aan de minister van Justitie gericht met de vraag het coördinatieteam te betrekken bij de procedure voor de statutarisering van de criminologen van de afdelingen Gezin-Jeugd van de parketten. Uitklaring van de positie van de criminologen-coördinatrices t.a.v. de andere criminologen van de afdelingen Gezin-Jeugd van de parketten Codering van DNA-profielen van minderjarigen Territoriale bevoegdheid ingeval van verdwijning van ‘niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NBMV)’ Er werd een addendum m.b.t. de territoriale bevoegdheid toegevoegd aan de ressortelijke omzendbrieven van 11 oktober 2004 m.b.t. de NBMV. Criteria voor de oriëntering naar de ouderstage op het niveau van het parket De criminologen-coördinatrices hebben een nota m.b.t. de ouderstage opgesteld die nadien onder de parketcriminologen werd verspreid. Kindermishandeling: werking van de arrondissementele overlegstructuren van de Vlaamse Gemeenschap Het betrekken van de opvangouders bij de procedures Informatie-uitwisseling tussen de parketten, de jeugdrechtbanken en de sociale diensten, enerzijds, en de Dienst Vreemdelingenzaken, anderzijds Aanwezigheid van de advocaat bij het eerste verhoor van een onder politiearrestatie geplaatste minderjarige Autonome rechtsingang voor minderjarigen Rol van het openbaar ministerie op gebied van internationale gevallen van ongeoorloofd overbrengen van kinderen Veiligheidsonderzoeken m.b.t. personen die in een bewakingsfirma wensen tewerkgesteld te worden Gevolgen van een na een uithandengeving uitgesproken straf voor de plaatsing in een gesloten instelling Publicatie in de media van informatie of beelden die de identiteit van minderjarigen kunnen onthullen De problematiek van de draagmoeders
42
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
3. Omzendbrieven In januari 2009 werd een addendum m.b.t. de territoriale bevoegdheid toegevoegd aan de ressortelijke omzendbrieven van 11 oktober 2004 inzake de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. 4. Adviezen Codering van DNA-profielen van minderjarigen In het kader van een ontwerp tot wijziging van de wetgeving m.b.t. de DNA-afnames en de registratie van DNA-profielen van minderjarigen heeft het coördinatieteam een advies uitgebracht over de voorwaarden die met het oog op een dergelijke afname nageleefd moeten worden. Er werd een nota aan de voorzitter van het College voorgelegd inzake de bestaande of in voorbereiding zijnde samenwerkingsprotocollen of –akkoorden die werden (of nog zullen worden) afgesloten met de gemeenschappen. Er werd een advies m.b.t. de ‘minderjarige informanten’ aan het parket-generaal Gent bezorgd, dat dit project aanstuurt. Er werd een advies m.b.t. de internationale ouderontvoeringen aan de minister van Justitie bezorgd. Een advies inzake het project tot samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de Vlaamse Gemeenschap over de werking van de ontmoetingsruimten in de Vlaamse Gemeenschap werd aan de minister van Justitie voorgelegd. Er werd aan de voorzitter van het College een nota bezorgd met een overzicht van alle wetten die in de loop van het voorbije gerechtelijk jaar toepassingsproblemen hebben gesteld. Er werd een advies geformuleerd inzake het ontwerp van gemeenschappelijke omzendbrief van de ministers van Justitie en Migratie- en Asielbeleid en het College van Procureurs-generaal m.b.t. de uitwisseling van gegevens tussen het openbaar ministerie en de Dienst Vreemdelingenzaken. Project tot oprichting van een familierechtbank Er werd in het kader van het door het kabinet van staatssecretaris voor Gezinsbeleid Melchior Wathelet georganiseerde overleg een advies over dit project geformuleerd t.a.v. de voorzitster van de onderzoeks- en adviescommissie van de Hoge Raad voor de Justitie. 5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Deelname van de hoofdcoördinator aan de vergadering van de hoofdcoördinatoren van de expertisenetwerken met de medewerkers van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden (DGWL) van de FOD Justitie (14 oktober 2008) Deelname van de hoofdcoördinator aan de vergadering van de hoofdcoördinatoren van de expertisenetwerken (27 mei 2009) Deelname van enkele leden van het coördinatieteam aan de activiteiten van de werkgroep die zich wijdt aan de internationale ouderontvoeringen
43
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Deelname van enkele leden van het coördinatieteam aan de werkzaamheden van de door de minister van Migratie- en Asielbeleid opgerichte ‘Task Force’ Deelname van enkele leden van het coördinatieteam aan de activiteiten van de werkgroep die zich wijdt aan de evaluatie van de wet van 8 april 1965 Missie van de hoofdcoördinator in Marokko in het kader van een actieplan met het oog op een versterkte samenwerking tussen België en Marokko Deelname van de hoofdcoördinator aan de activiteiten van de werkgroep die werd opgericht met het oog op reflectie in het kader van de oprichting van een familierechtbank Deelname aan de werkgroep “NBMV” Overleg met de bevoegde administraties van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap Deelname aan de werkzaamheden van de Nationale Kinderrechtencommissie. 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia, …) Actieve deelname aan het congres “Jeugddelinquentie – Op zoek naar passende antwoorden”, dat op 23 en 24 maart 2009 door de minister van Justitie werd georganiseerd. 7. Toekomstprojecten Uitwerking van een omzendbrief m.b.t. het optreden van de parketten op gebied van schoolverzuim in de Franse Gemeenschap Opvolging van het project ter ontwikkeling van een statistisch tool voor de activiteiten van de afdelingen Gezin-Jeugd van de jeugdparketten en –rechtbanken, in samenwerking met het Departement Criminologie van het N.I.C.C. en de statistisch analisten van het openbaar ministerie Reflectie over de ontwikkeling van een algemeen strafrechtelijk beleid op gebied van jeugdbescherming. HOOFDSTUK 11 – SLACHTOFFERONTHAAL
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam heeft drie maal vergaderd, nl. op 25 september en 26 november 2008 en op 15 januari 2009. Er werd daarentegen geen plenaire vergadering van het expertisenetwerk georganiseerd. 2. Behandelde onderwerpen Officiële bekrachtiging van het expertisenetwerk “Slachtofferbeleid” Ten gevolge van de goedkeuring van het oprichtingsprotocol van het expertisenetwerk op 25 juni 2008 maken voortaan twee vertegenwoordigers van de Raad van Procureurs des Konings deel van het coördinatieteam uit. Er werd een lijst van verbindingsmagistraten opgesteld en een brief gericht aan het Departement Criminologie van het N.I.C.C., de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, de vertegenwoordigers van zowel de Lokale als de Federale Politie en van de diensten voor slachtofferhulp van de gemeenschappen en gewesten, met het verzoek om een aanspreekpunt ‘slachtofferonthaal’ te willen aanduiden.
44
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De agenda’s en de verslagen van de vergaderingen van het coördinatieteam worden voortaan ter informatie aan alle leden van het netwerk bezorgd. Voortzetting van de werkzaamheden van de werkgroep “Informatie aan de slachtoffers” • afronding van de omzendbrief inzake het gebruik van de eenvormige attesten van klachtneerlegging • redactie van het bericht van zondergevolgstelling (en andere gevolgen) dat aan de benadeelde persoon dient te worden bezorgd Voortzetting van de werkzaamheden van de werkgroep “Richtlijnen voor de slachtoffers” Studie van de plaats van het slachtoffer in de strafuitvoering en meer in het bijzonder: • de definitie van het slachtoffer • de territoriale bevoegdheid van de strafuitvoeringsrechtbank • de slachtofferverklaring en de slachtofferfiche • de aanwezigheid van het slachtoffer op de zitting • de kennisgeving van de beslissingen • de overgangsmaatregelen • de toepassing van artikel 195 van het Wetboek van Strafvordering • het bericht van vaststelling van de rechtsdag voor het bodemgerecht. Opvolging van wetsvoorstel 4-731/1 van senatoren Collignon en Mahoux tot aanvulling van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, wat het informeren van de slachtoffers betreft Opvolging van wetsvoorstel 4-567 van senatoren Defraigne en Collas tot wijziging van artikel 5bis van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, betreffende de verklaring van de benadeelde persoon 3. Omzendbrief De omzendbrief COL inzake het gebruik van de eenvormige attesten van klachtneerlegging, de richtlijnen inzake de overhandiging van deze attesten door de politiediensten en de aanpassing van omzendbrief COL 8/2005 (A.P.O./V.P.V.) werd op 27 april 2009 door het College goedgekeurd. De verspreiding en de inwerkingtreding van deze omzendbrief werden uitgesteld in afwachting dat de modellen van klachtneerlegging in de FEEDIS- en ISLP-systemen van de politie werden geïntegreerd. 4. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Deelname van de hoofdcoördinator aan de vergadering (14 oktober 2008) van de hoofdcoördinatoren van de expertisenetwerken met de medewerkers van het Directoraatgeneraal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden (DGWL) van de FOD Justitie Deelname aan de werkzaamheden van het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid Deelname van de hoofdcoördinator aan het begeleidingscomité voor het N.I.C.C.onderzoek inzake het slachtofferbeleid. 5. Toekomstprojecten Voortzetting en afronding van de activiteiten op gebied van de richtlijnen ‘Slachtofferonthaal op de parketten en rechtbanken’ en ‘Waardig afscheid nemen’ en van
45
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
de werkzaamheden in het kader van de informatie aan de slachtoffers, en meer in het bijzonder m.b.t. de berichten van zondergevolgstelling Voorbereiding van een richtlijn m.b.t. het schoonmaken van de ‘crime scene’ alvorens deze ter beschikking van de naasten van het slachtoffer te stellen, enerzijds, en m.b.t. de verrekening van deze kosten als gerechtskosten, anderzijds Organisatie (in 2009) van een activiteit waarop alle leden van het expertisenetwerk zullen worden samengebracht. HOOFDSTUK 12 – INTRAFAMILIAAL GEWELD EN EXTRAFAMILIALE KINDERMISHANDELING
De gemeenschappelijke omzendbrief COL 4/2006 van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld, die op 3 april 2006 in werking is getreden, stelt in punt X dat het College van Procureurs-generaal deze omzendbrief in samenwerking met de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid zal evalueren. De werkgroep die werd opgericht om deze omzendbrief op te stellen, werd door het College met deze evaluatie belast aan de hand van minimaal één jaarlijkse vergadering. De werkgroep dient aan de minister en het College alle nuttige voorstellen te formuleren teneinde de omzendbrief te wijzigen of aan te vullen. Deze evaluatie dient meer in het bijzonder betrekking te hebben op de afstemming van de middelen die ter beschikking van de parketten, de politiediensten en de justitiehuizen worden gesteld teneinde het in de gemeenschappelijke omzendbrief uitgewerkte interventiemodel (materiële en menselijke capaciteit en mogelijkheden tot tenlasteneming van de daders en slachtoffers van partnergeweld) in de praktijk om te zetten. Een verslag m.b.t. de toepassing van de gemeenschappelijke omzendbrief diende voor het eerst op het einde van 2007 te worden opgesteld en vervolgens dient deze verslaggeving op tweejaarlijkse basis te gebeuren. De werkgroep heeft het wenselijk geacht de procureurs-generaal te Bergen en Gent bij de reflectie te betrekken, evenals het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen en het Directoraat-generaal Justitiehuizen. Hierbij werd een werkmethode voor de evaluatie afgesproken. Zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve evaluatie heeft tijdens het gerechtelijk jaar 20082009 het voorwerp van op regelmatige basis georganiseerde vergaderingen van de werkgroep uitgemaakt. Zo hebben de statistisch analisten-coördinatoren van het College van Procureurs-generaal bijgedragen tot de actualisering van de statistische gegevens teneinde: na te gaan of de richtlijnen inzake de registratie en de identificatie werden nageleefd; de doorstroming en de opvolging van de door de parketten geregistreerde zaken te evalueren. De Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid heeft ingestaan voor de studie van de arrondissementele actieplannen van de parketten en van de samenwerkingsprotocollen die met de politiezones werden afgesloten. Op basis hiervan heeft de D.S.B. een evaluatievragenlijst opgesteld die vervolgens aan elk parket en elke politiezone werd bezorgd. De D.S.B. heeft nadien de antwoorden op deze vragenlijsten geanalyseerd. Ook het Directoraat-generaal Justitiehuizen werd bij de evaluatie betrokken en de bijdrage van deze dienst bestond erin de justitiehuizen te raadplegen over de manier waarop zij de omzendbrief toepassen.
46
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen heeft de VZW Engender opgedragen een permanent instrument voor de evaluatie van de toepassing van de omzendbrief uit te werken en binnen de werkgroep werd afgesproken dat de werkzaamheden van de D.S.B. en de VZW Engender elkaar zouden dienen aan te vullen teneinde een rationele aanpak te garanderen. De werkgroep heeft op 9 juni 2008 een eerste studiedag georganiseerd met de bedoeling de evaluaties te vergelijken van de overheidsinstellingen en de privédiensten die slachtoffers of daders van partnergeweld begeleiden. Alle instellingen of diensten die deel uitmaken van de werkgroep en alle andere uitgenodigde instanties hebben naar aanleiding van deze bijeenkomst hun analyse voorgesteld. De synthese van deze studiedag door een onderzoekster van het N.I.C.C. heeft de mogelijkheid geboden een duidelijk zicht te krijgen op alle aspecten die dienden te worden uitgediept n.a.v. een tweede studiedag waarop alle bij het partnergeweld betrokken partijen zouden worden uitgenodigd. Deze tweede studiedag, die in samenwerking met het Nationaal Forum voor Slachtofferbeleid werd georganiseerd, vond plaats op 29 en 30 april 2009, voor respectievelijk het Nederlandstalige en Franstalige gedeelte van het land. Met als titel ‘COL 3/06 en COL 4/06, drie jaar later… Welke concrete voorstellen om hun werking te verbeteren ?’ bood deze studiedag aan de deelnemers van de gerechtelijke wereld, de politie en de sociale sector de mogelijkheid om in één van de ateliers één van volgende vijf thema’s te bespreken: 1. het verzamelen van bewijsmateriaal voor het partnergeweld en het gebruik van een model van proces-verbaal 2. de sensibilisering en opleiding van de professionals die op gebied van partnergeweld actief zijn 3. de indicatoren voor de zwaarwichtigheid van een situatie van partnergeweld 4. de informatie aan en de tenlasteneming van de slachtoffers 5. de interactie tussen justitie en de diensten voor hulp aan de slachtoffers. De D.S.B. heeft een synthese gemaakt van alle werkzaamheden van deze werkgroepen en ze vervolgens geanalyseerd. De werkgroep zal zijn reflectie baseren op alle raadplegingen, statistieken, analyses en de tijdens dergelijke studiedagen vergaarde informatie, met de bedoeling concrete voorstellen te formuleren die zullen worden voorgelegd aan het College van Procureurs-generaal en de minister van Justitie. HOOFDSTUK 13 – INFORMATIEHUISHOUDING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk De informatiehuishouding van het openbaar ministerie via Omptranet is een functionele prioriteit voor een moderne professionele organisatie zoals ook het openbaar ministerie er één is. Om aan deze prioriteit tegemoet te komen werd in 2007 het expertisenetwerk “Informatiehuishouding van het openbaar ministerie” opgericht. Dit expertisenetwerk kreeg, naast de algemene missie van het verbeteren van de informatiehuishouding, de opdracht de intranetsite van het openbaar ministerie – Omptranet – verder uit te bouwen. Sinds Omptranet op het einde van het gerechtelijk jaar 2005–2006 voor alle leden van het openbaar ministerie toegankelijk werd, kende het een gestage groei van de bezoekersaantallen. Waar dit in september 2007 nog 63.080 pageviews betrof, was dit in juni
47
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
2008 bijna verdubbeld tot 115.400 pageviews. In juni 2008 vonden dagelijks gemiddeld 550 gebruikers hun weg naar Omptranet en in 2009 was dit aantal opgelopen tot 650 à 750. Naast de verdere uitwerking en verbetering van Omptranet lag het expertisenetwerk tevens aan de basis van nieuwe belangrijke initiatieven ter verbetering van de informatiehuishouding van het openbaar ministerie, zoals de ontwikkeling van een eigen huisstijl en een externe internetsite voor het openbaar ministerie. Het expertisenetwerk “Informatiehuishouding van het openbaar ministerie” hield een algemene vergadering 13 november 2008. Het coördinatieteam kwam samen op 13 november 2008 en op 28 april 2009. Daarnaast werden verschillende punten verder via email uitgewerkt. 2. Behandelde onderwerpen De volgende punten werden besproken op de algemene expertisenetwerk, die plaatsvond op 13 november 2008:
vergadering
van
het
Systeem rechtshulpverzoeken in strafzaken ‘Hermes’: voorstel van pilootproject Toegang voor de Federale Politie tot Omptranet en voor het O.M. tot Portal ‘Trados’ (geïnformatiseerd vertaalprogramma): stand van zaken Wachtdiensten magistraten: nazicht stand van zaken manuele telling/geautomatiseerde telling DNA-databank Internetsite (externe site) van het openbaar ministerie Uitvoering en opvolging van het beleidsplan van het O.M. – Uitbouw van de gemeenschappelijke ondersteuningsdienst van het O.M. Kwalificatieboeken Logo en huisstijl van het O.M.: stand van zaken. Op de vergadering van het coördinatieteam van 13 november 2008 kwamen volgende punten aan bod: Toegang voor de Federale Politie tot Omptranet en voor het O.M. tot Portal: stand van zaken Ingebruikname van de module ‘Hermes’ (geautomatiseerd genereren van rechtshulpverzoeken): voorstel van pilootproject ‘Trados’ (geïnformatiseerd vertaalprogramma): stand van zaken Wachtdiensten magistraten: nazicht stand van zaken manuele telling/geautomatiseerde telling via Omptranet: hoe dit uit te voeren ? DNA-databank: brief van 28 oktober 2008 van mevrouw Schoeters (voorzitter van de Raad van Hoofdsecretarissen) aan de voorzitter van het College: voorbereiden van een advies voor het College Internetsite van het openbaar ministerie: stand van zaken en voorstel van sitemap Uitvoering en opvolging van het beleidsplan O.M. – Uitbouw van de gemeenschappelijke ondersteuningsdienst: stand van zaken en verwachtingen over de medewerking van juristen ten behoeve van Omptranet Kwalificatieboeken: algemeen strafrecht, verkeer, andere en problematiek van de validering en de vertalingen Logo en huisstijl van het O.M.: stand van zaken. Op de vergadering van het coördinatieteam van 28 april 2009 kwamen volgende punten aan bod: Applicatie ‘parlementaire vragen’ op Omptranet Judexnet/RojNet Internetsite van het openbaar ministerie
48
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Huisstijl openbaar ministerie: stand van zaken. Er werden in het kader van het expertisenetwerk ook diverse werkgroepen opgericht (zie punt 4).
3. Adviezen Er werden door het expertisenetwerk in het in dit jaarverslag besproken gerechtelijk jaar geen adviezen verstrekt. Wel werd actief meegewerkt aan de opstart van het project ‘Judexnet’, de interne website van de magistraten van de zetel, de griffiers en het griffiepersoneel. Doordat Omptranet in slechts enkele jaren, en met uiterst beperkte middelen, zijn waarde had bewezen voor de magistraten en de medewerkers van het openbaar ministerie, kon de FOD Justitie er vrij gemakkelijk van overtuigd worden dat het nuttig was ook in het project ‘Judexnet’ te investeren. Vanuit de ervaring die is opgedaan met het Omptranet-project konden de initiatiefnemers van Judexnet op korte termijn een eigen structuur uitbouwen voor zowel de indeling van de site als het beheer ervan, dat zowel gecentraliseerd als gedecentraliseerd verloopt. Op termijn zullen beide intranetsites, die volledig gescheiden van elkaar blijven, evenwel zgn. ‘neutrale informatie’ (adressenlijsten, vertalers en tolken, deskundigen, wachtdiensten, nietvertrouwelijke omzendbrieven van het College van Procureurs-generaal…) delen via een gemeenschappelijke ‘virtuele container’ (het zgn. ‘RojNet’), vanuit de filosofie dat éénmaal gepubliceerde informatie zowel de zetel als het openbaar ministerie ten goede kan komen. Zo gaf het College van Procureurs-generaal tijdens de vergadering van 17 december 2009 groen licht voor het openstellen aan Judexnet van de kwalificatieboeken ‘Strafwetboek’, ‘Militair strafrecht’ en ‘Residuen en voedselveiligheid’. Meer nog dan voor het openbaar ministerie is voor de zetel een toegang tot de intranetsite van thuis uit van cruciaal belang, aangezien het overgrote deel van de zetelmagistraten geen eigen kabinet in een gerechtsgebouw heeft. Maar ook voor de magistraten van het openbaar ministerie zou de toegang van thuis uit een belangrijke stap vooruit betekenen. Men kan in dit verband aan het thuis- of weekendwerk denken, waarbij de raadpleging van gegevens op Omptranet een aanzienlijke meerwaarde zou betekenen, of ook het raadplegen van de adreslijsten of de onderrichtingen tijdens de wachtdiensten… Al vanaf 2005, bij de opstart van Omptranet, had de projectverantwoordelijke bij het C.I.V. ernstig aangedrongen op een dergelijke toegang van thuis uit. Niettegenstaande de talloze beloftes die werden gedaan om aan deze dringende vraag tegemoet te komen, werd door de Stafdienst ICT nog steeds geen gevolg aan deze noodzakelijke behoefte gegeven. 4. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen en/of deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen De werkgroep “Huisstijl van het Openbaar Ministerie” Voor het project “Logo en Huisstijl voor het Openbaar Ministerie” werd een afzonderlijke werkgroep gecreëerd. De werkgroep “Huisstijl” kwam samen op 18 december 2008, 20 maart 2009 en 4 mei 2009. De technische details werden in drie subwerkgroepen van deze werkgroep uitgewerkt. De subwerkgroepen “Inhoud” en “Communicatiedragers” kwamen samen op 2 en 21 april 2009 en de subwerkgroep “ICT” vergaderde op 20 april. De projectfiche ‘Huisstijl’ werd op 20 mei 2009 goedgekeurd door het Directiecomité van de FOD Justitie en thans wordt gewerkt aan de praktische realisatie ervan.
49
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De werkgroep “Trados” Op 8 mei 2009 werd op initiatief van de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk een vergadering georganiseerd tussen vertegenwoordigers van het openbaar ministerie, de Cel Vertalingen en de diensten Rechtshulp en Gerechtskosten van de FOD Justitie, met de bedoeling het project ‘Trados’ te bespreken. Doel van het project is het systeem van geautomatiseerde vertalingen ‘Trados’, waarover de FOD Justitie beschikt, ook binnen het openbaar ministerie te kunnen gebruiken. Dit programma zou o.a. nuttig ingezet kunnen worden in het kader van het programma ‘Hermes’, dat tevens recent ontwikkeld werd binnen het openbaar ministerie en op een automatische manier rechtshulpverzoeken genereert. Verdere ontwikkeling van het Omptranet Er wordt verder gewerkt aan de uitbouw van het Omptranet. Bepaalde initiatieven worden daarbij uitgewerkt in het kader van een ad-hocwerkgroep. Zo werd met het oog op een efficiëntere informatiedoorstroming m.b.t. de parlementaire vragen die gericht worden aan de parketten-generaal, in samenwerking met het Secretariaat van het College van Procureurs-generaalde de applicatie ‘Parlementaire vragen’ ontwikkeld. Ook werd overleg georganiseerd tussen de verschillende partijen die tussenkomen in het kader van de parlementaire vragen (Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek, Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, Directoraat Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden, Cel Parlementaire Vragen…) om zo de informatiedoorstroming tussen alle betrokken instanties te verbeteren. Andere overlegvergaderingen -
-
-
vergadering over de ontwikkeling van externe internetsites voor het openbaar ministerie (openbaar ministerie, Federaal Parket en C.O.I.V.) bij Fedict, in aanwezigheid van de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk en vertegenwoordigers van het Secretariaat van het College van Procureurs-generaal, het C.O.I.V. en het Federaal Parket; met de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie en de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent: presentatie van Omptranet en overleg over het opstarten van een intranetsite voor de zetel (Judexnet), en de integratie van te delen content in een gemeenschappelijke ‘container’ (RojNet); met de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Justitie en de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent over de aanpak van het opstarten van Judexnet met de projectgroep ‘Judexnet’: diverse vergaderingen.
5. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia, …) Gevolgde opleidingen: -
Oracle Diegem: presentatie van ‘Enterprise Content Management (ECM)’ Gegeven opleidingen en presentaties:
-
Dendermonde: presentatie Omptranet Residentieel seminarie gerechtelijke stagiairs De Haan: 4 opleidingen Principes van een performant openbaar ministerie: presentatie te Brussel Presentatie van Omptranet aan de minister van Justitie ter gelegenheid van de ontmoeting ‘10 jaar verwezenlijkingen van het openbaar ministerie’ te Antwerpen.
50
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
6. Toekomstprojecten Nu het project ‘Huisstijl voor het Openbaar Ministerie’ en het bestek werden goedgekeurd door respectievelijk het Directiecomité van de FOD Justitie en de inspecteur van Financiën, dient het project verder te worden uitgewerkt. Een eerste stap daarbij bestaat in de selectie van een grafisch bureau dat de huisstijl verder vorm zal geven. Deze selectie is gebeurd vóór het einde van het kalenderjaar 2009. Daarnaast zal ook de externe internetsite van het openbaar ministerie verder ontwikkeld worden. Aan de FOD Justitie werd verzocht de nodige webruimte te willen reserveren op één van de webservers van de FOD Justitie. Tot dusver heeft de Stafdienst ICT evenwel nog geen gevolg gegeven aan dit herhaalde verzoek van het College van Procureurs-generaal. HOOFDSTUK 14 – CORRUPTIE
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Tijdens de vergadering van 21 februari 2008 had het College van Procureurs-generaal de oprichting van het expertisenetwerk “Corruptie” goedgekeurd. Op grond van de basisregels m.b.t. de oprichting van de netwerken werd nadien het advies van de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs gevraagd. Op 10 juni 2008 nam het College kennis van deze adviezen en werd de oprichting van het expertisenetwerk officieel bekrachtigd. Het netwerk stelde vervolgens een coördinatieteam samen dat in de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 5 maal vergaderde, nl. op 18 september, 6 november en 10 december 2008, en op 11 februari en 22 april 2009. Er werd voorlopig nog geen plenaire vergadering van het voltallige expertisenetwerk georganiseerd. 2. Behandelde onderwerpen Ontwerp van gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal m.b.t. de extraterritoriale bevoegdheid van de Belgische rechtscolleges op gebied van inbreuken van publieke en private corruptie Sommige Staten kregen van de GRECO het verwijt voorbehoud te hebben geuit t.a.v. de extraterritoriale bevoegdheid van deze rechtscolleges en de GRECO oefende druk uit om dit voorbehoud te laten varen. Het DGWL van de FOD Justitie stelde vervolgens een ontwerpomzendbrief op om dit voorbehoud weg te nemen en te herinneren aan het bestaan van artikel 12bis van het Wetboek van Strafvordering, dat blijkbaar in vergetelheid is geraakt. Het coördinatieteam heeft de voorgelegde tekst bestudeerd en voorgesteld hem tot het fenomeen van de witwaspraktijken uit te breiden. Het netwerk zal de omzendbrief verder afronden en vervolgens ter studie aan het expertisenetwerk “Strafrechtspleging” voorleggen. Mededeling van de omzendbrief van de FOD Financiën met als referentie CAF nr. 16/2008 van 7 oktober 2008 Het coördinatieteam heeft kennis genomen van de op 7 oktober 2008 ondertekende en verspreide omzendbrief van de FOD Financiën m.b.t. de strijd tegen de corruptie en heeft de tekst vervolgens geanalyseerd. In deze omzendbrief wordt onder andere een eerste
51
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
commentaar gegeven bij de wet van 11 mei 2007 en herinnerd aan de definitie van het fenomeen corruptie en de verplichtingen die de ambtenaren op grond van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering meer in het bijzonder op gebied van corruptie dienen na te leven. Het coördinatieteam heeft ermee ingestemd dat deze omzendbrief ter informatie in alle parketten zou worden verspreid en vond het eveneens een goed idee de tekst aan alle FOD’s en alle gewest- en gemeenschapsdiensten te bezorgen. De hoofdcoördinator heeft de kans gehad over dit dossier te overleggen met de directeur van de beleidscel van de staatssecretaris voor de Coördinatie van de Fraudebestrijding. Een dergelijke verspreiding zou in principe geen problemen mogen stellen, aangezien artikel 29 Sv. voorschrijft dat alle misdaden of wanbedrijven (met inbegrip van de fiscale en sociale misdaden en wanbedrijven) ter kennis van de procureurs des konings dienen te worden gebracht (en ingeval van aanwijzingen van fiscale fraude: aan de minister van Financiën, overeenkomstig artikel 2 van de wet van 28 april 1999). Activiteitenverslag 2007 van de C.D.B.C. Het coördinatieteam heeft de mogelijkheid gehad van gedachten te wisselen met de heer Jean-Pascal Thoreau, die toelichting gaf bij het rapport dat hij t.a.v. de minister van Justitie heeft opgesteld m.b.t. het door de C.D.B.C. in 2007 uitgeoefende toezicht, hoewel hijzelf in de loop van dat jaar een andere functie waarnam. Er werd hierbij onder meer aandacht besteed aan het aantal werkuren dat voor de onderzoeken noodzakelijk was, de ondersteuning van sommige arrondissementen en de tijd die aan de OLAF-dossiers werd besteed. Deze presentatie gaf aanleiding tot een bespreking van onder andere de problemen die zich op gebied van de vrij te maken politiecapaciteit zouden kunnen stellen. Dit rapport draagt samen met andere documenten (analyses – NVP – operationele dossiers) bij tot de reflectie die het coördinatieteam zal voeren over de strategie die dient te worden aangenomen in de strijd tegen de corruptie en over de rol die de C.D.B.C. ter zake zowel op strategisch als operationeel vlak dient op te nemen. Strategische analyse op gebied van corruptie: openbare aanbestedingen Het coördinatieteam werd ingelicht over het feit dat de C.D.B.C. de strategische analyse i.v.m. corruptie bij openbare aanbestedingen (kwetsbaarheidsanalyse) had afgerond. De bespreking m.b.t. de C.D.B.C. werd voortgezet in het kader van de voorstelling van deze strategische analyse en de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk en de magistraat van de C.D.B.C. hebben kennis genomen van de tekst om na te gaan of het opportuun is deze op ruimere schaal te verspreiden. De hoofdcoördinator heeft in naam van het netwerk eveneens opmerkingen over de tekst kunnen formuleren. Evaluatie van de noden van de onderzoekers en de beschikbare middelen Het coördinatieteam heeft de noden van de onderzoekers in het kader van corruptiedossiers bestudeerd evenals de middelen die ter beschikking van deze onderzoeken kunnen worden gesteld. De mogelijkheid om een beroep te doen op ‘gemengde teams’ (Belgische onderzoekers/OLAF) voor de behandeling van OLAF-dossiers werd hierbij ter sprake gebracht, maar niettemin stellen de leden van het coördinatieteam zich vragen bij deze mogelijkheid en ook bij het statuut van de leden van OLAF. OLAF doet aan de gerechtelijke overheden aangifte van alle strafbare feiten die de belangen van de Europese Unie schaden en zou eveneens aan het onderzoek m.b.t. deze feiten dienen deel te nemen. Het coördinatieteam heeft het eveneens wenselijk geacht de capaciteit van de C.D.B.C. te analyseren en met de toevertrouwde opdrachten te vergelijken en kwam hierbij tot de conclusie dat de hoeveelheid hangende dossiers en de evolutie van de lopende dossiers dienen te worden geëvalueerd. Het resultaat van deze analyse zal aan het expertisenetwerk
52
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
“Politie” worden voorgelegd met het voorstel deze capaciteit op de toevertrouwde taken af te stemmen. Het coördinatieteam heeft ten slotte beslist de evaluatie van de beschikbare middelen en de noden van de in de materie corruptie gespecialiseerde onderzoekers uit te stellen tot na de ontvangst van de bijgewerkte statistieken. 3. Omzendbrieven Vastlegging van een strafrechtelijk beleid op gebied van corruptie, dat zou dienen te worden bevestigd door het College van Procureurs-generaal en in een omzendbrief van het College zou moeten worden omgezet Vanuit de vaststelling dat er geen homogeniteit bestaat in de manier waarop de gerechtelijke arrondissementen het fenomeen corruptie aanpakken, wenst het coördinatieteam a.h.v. een algemene omzendbrief van strafrechtelijk beleid een uniform strafrechtelijk beleid op gebied van corruptie vast te leggen. In eerste instantie werd beslist alle bestaande richtlijnen die binnen de verschillende FOD’s van kracht zijn en alle relevante rechterlijke beslissingen te verzamelen en te inventariseren. Het volgende rapport van de GRECO zal eveneens elementen bevatten die tot deze reflectie zullen kunnen bijdragen. Het coördinatieteam heeft kwalificatieproblemen stellen.
verder
ook
aangestipt
dat
zich
hierbij
eveneens
Bovendien bestaan er op administratief gebied ook bepaalde toegestane afwijkingen waarmee rekening dient te worden gehouden. Op grond van al deze elementen besliste het coördinatieteam een beperkt reflectie- en redactiecomité op te richten, dat is samengesteld uit P. De Wolf, J-P. Thoreau, J-M. Lequesne, Cl. Huberts, C. Badot en M. Verhelst. Ook de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid werd gevraagd een vertegenwoordiger aan te wijzen en J-P. Thoreau zal de redactionele werkzaamheden van het comité coördineren. Deze werkgroep kwam op 25 maart 2009 voor het eerst samen. 4. Adviezen Inventaris van de samenwerkingsakkoorden die inzake corruptie werden afgesloten tussen het openbaar ministerie en de gemeenschappen en gewesten, en opportuniteit om dergelijke akkoorden af te sluiten Het coördinatieteam diende zich t.g.v. de brief van de voorzitter van het College van 19 juli 2008 uit te spreken over het feit of er al dan niet samenwerkingsakkoorden inzake corruptie werden afgesloten evenals over de opportuniteit om op basis van artikel 29 Sv. dergelijke akkoorden af te sluiten.
53
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
De hoofdcoördinator werd uitgenodigd om op 29 september 2008 de werking en de doelstellingen van het expertisenetwerk “Corruptie” aan de eerste voorzitster van het Hooggerechtshof en de voorzitter van het Anticorruptiehof van Burundi voor te stellen. Van 17 tot 21 november 2008 werd een delegatie van de GRECO ontvangen met het oog op de evaluatie van de manier waarop België de bepalingen toepast m.b.t. de strafbaarstellingen uit het Verdrag inzake de strafrechtelijke bestrijding van corruptie (ETS 173), het Aanvullend Protocol (ETS 191) en het Leidend Principe 2 (GPC 2). Verschillende leden van het coördinatieteam hebben deelgenomen aan de vergaderingen die de delegatieleidster van de GRECO, mevrouw Cl. Huberts, hiertoe heeft georganiseerd. Op 12 december 2008 hebben de ICC en het VBO in de namiddag de strijd tegen de private corruptie in België besproken en ook de hoofdcoördinator heeft aan deze rondetafelbijeenkomst deelgenomen. N.a.v. deze bijeenkomst werd een ontwerpbrochure (in het Frans en Nederlands) voorgesteld en besproken die op grote schaal in de ondernemingen zal dienen te worden verspreid teneinde hen te sensibiliseren voor de risico’s en de gevolgen van het fenomeen corruptie. De hoofdcoördinator heeft nadien opmerkingen over deze ontwerpbrochure geformuleerd. Op 6 januari 2009 werd met OLAF vergaderd met de bedoeling een inventaris op te maken van alle lopende dossiers. De opvolging van de OLAF-dossiers werd eveneens n.a.v. de vergaderingen van het coördinatieteam besproken. De hoofdcoördinator heeft op 19 januari 2009 deelgenomen aan een coördinatievergadering op de FOD Buitenlandse Zaken m.b.t. de toepassing van het anticorruptieverdrag van de Verenigde Naties. Op 13 februari 2009 heeft de hoofdcoördinator vergaderd met een delegatie van Transparency International Belgium, die was samengesteld uit Ch. Hébette (voorzitster van TI Belgium) en A. de la Vallée Poussin (deskundige). De hoofdcoördinator heeft op 28 en 29 januari 2009 deelgenomen aan een atelier op de zetel van de Verenigde Naties in Wenen, dat werd gewijd aan het fenomeen van de corruptie bij ambtenaren van internationale overheidsorganisaties, in het kader van Resolutie 2/5 UNODC – UNCAC. De hoofdcoördinator heeft op vrijdag 13 februari 2009 deelgenomen aan een vergadering met Transparency International Belgium. De hoofdcoördinator heeft ten slotte ook deel uitgemaakt van de Belgische delegatie die een antwoord diende te formuleren op de vragen van de groep van internationale deskundigen die door de GRECO werden belast met de evaluatie van het Belgische anticorruptiebeleid. De resultaten van deze evaluatie werden gepubliceerd op de website van de Raad van Europa (www.coe.int/greco), met de referentie ‘Second Evaluation Round Addendum to the Compliance Report on Belgium Adopted by GRECO at its 42nd Plenary Meeting (Strasbourg, 11-15 May 2009)’. 6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia, …) De hoofdcoördinator heeft deelgenomen aan de 10de internationale top over de transnationale criminaliteit die op 13 en 14 november 2008 te Parijs werd georganiseerd en aan het fenomeen corruptie werd gewijd.
54
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Hij heeft nadien feedback aan de leden van het coördinatieteam gegeven over zijn deelname aan deze conferentie en over de documenten die werden uitgedeeld, en meer in het bijzonder de brochure ‘Guide d’aide à la détection des opérations financières susceptibles d’être liées à la corruption’, die de SCPC en Tracfin in juni 2008 hadden opgemaakt. Op 28 en 29 januari 2009 werd zoals gezegd te Wenen een VN-atelier georganiseerd i.v.m. Resolutie 2/5 UNODC – UNCAC m.b.t. de corruptie bij ambtenaren van internationale organisaties. Het College van Procureurs-generaal werd op dit atelier uitgenodigd en werd door de hoofdcoördinator vertegenwoordigd. De leden van het coördinatieteam werden op de hoogte gehouden van alle elementen die in het kader van dit atelier werden behandeld, en meer bepaald het luik ‘deontologie’ van de ambtenaren en het personeel die deel van de VN uitmaken of die voor de VN actief zijn. Alle uitgedeelde documenten werden nadien via mail aan alle leden van het coördinatieteam bezorgd. Gemeenschappelijke opleiding magistraten-politieagenten op gebied van corruptie Teneinde in te spelen op een aanbeveling van de OESO heeft het coördinatieteam in 2009 beslist een gemeenschappelijke opleiding op gebied van corruptie te organiseren voor de magistraten en politieagenten die corruptiedossiers behandelen. Er werd aan de heer Jos Devos van het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding gevraagd om een dergelijke opleiding mogelijk te maken. 7. Toekomstprojecten De gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal m.b.t. de extraterritoriale bevoegdheid van de Belgische rechtscolleges op gebied van inbreuken van publieke en private corruptie zal, zodra de tekst zal zijn afgerond, aan het expertisenetwerk “Strafrechtspleging” worden voorgelegd. De omzendbrief van strafrechtelijk beleid op gebied van corruptie zal eveneens moeten worden afgerond en aan het College van Procureurs-generaal voorgelegd. HOOFDSTUK 15 – INFORMELE WERKGROEP “INTERNATIONALE SAMENWERKING - SCHINS-MINE”
Op 12 juni 1998 werd de start gegeven van een driehoeksoverleg (openbaar ministerie via het parket-generaal Gent en de toenmalige nationaal magistraten + Federale Politie via het toenmalige hoofd van de dienst Internationale Politie Samenwerking + justitie via het departement en het kabinet), met het oog op informatie-uitwisseling tussen alle initiatieven inzake de politiële en justitiële internationale samenwerking en de afstemming en coördinatie ervan. Na verloop van tijd werd dit informele orgaan uitgebreid tot een permanente overleggroep “Internationale samenwerking in strafzaken” die in principe om de drie maanden bijeenkomt. Volgende instanties zijn momenteel in deze overleggroep vertegenwoordigd: het College van Procureurs-generaal, via de procureur-generaal te Gent; de federale procureur; de FOD Justitie; de FOD Buitenlandse Zaken; het kabinet-Justitie; de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid;
55
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
de Federale Politie; het Belgische lid bij Eurojust. De overleggroep buigt zich over het internationale recht (de multilaterale samenwerking op het niveau van de Verenigde Naties, de Raad van Europa en de Europese Unie), het interne recht en de bilaterale samenwerking. Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 vergaderde de overleggroep op 3 oktober 2008, 9 januari 2009 en 24 april 2009. Daarbij kwamen onder meer volgende aangelegenheden aan bod: de redactie van een wetsontwerp tot aanpassing van de wet van 5 augustus 2006 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de E.U.-lidstaten. Bedoeling is in deze wet, die in een eerste fase enkel betrekking heeft op beslissingen tot inbeslagneming, ook de nieuwe E.U.-kaderbesluiten te integreren die zijn gesteund op het beginsel van de wederzijdse erkenning, namelijk de besluiten inzake de verbeurdverklaringen en de geldboetes. de redactie van een nieuwe omzendbrief ter actualisering van de ministeriële omzendbrief van 10 december 1998 over de gevolgen van de Schengenovereenkomst in het domein van de grenscontrole en de politiële en gerechtelijke samenwerking. Deze aanpassing is onder meer nodig in het licht van de aangepaste E.U.-regelgeving inzake politiële samenwerking en wederzijdse rechtshulp in strafzaken, de toetreding van nieuwe Staten tot de Schengenzone en de evolutie van de Europese rechtspraak, bijvoorbeeld wat de toepassing van het ‘ne bis in idem’-beginsel betreft. de redactie van een aangepaste versie van de algemene ministeriële omzendbrief inzake de uitlevering van 19 april 2005, op basis van de wijzigingen van de uitleveringswetten van 1 oktober 1833 en 15 maart 1874. de redactie van een circulaire m.b.t. de impact van de strafuitvoeringsrechtbank op de internationale samenwerking in strafzaken. de redactie van een wetsontwerp dat - in plaats van de achterhaalde omzendbrief COL 2/2000 - een wettelijke grondslag creëert voor de internationale politiële verstrekking van gegevens van persoonlijke aard en inlichtingen met een gerechtelijke finaliteit, en dit a.h.v. een aanvulling van de rechtshulpwet van 9 december 2004. het op punt stellen van het project ‘Hermes’, een informaticasysteem dat, als onderdeel van Omptranet, een dynamische verzameling van componenten biedt waaruit het rechtshulpverzoek moet zijn samengesteld, alsmede, parallel met dit initiatief, het opbouwen van een centrale compilatie van alle vertalingen van de Belgische wetteksten die gepaard gaan met het rechtshulpverzoek. het remediëren aan de belangrijkste problemen op gebied van het Europese aanhoudingsbevel: zo werd, om de stelselmatige weigering van de overlevering op basis van een bij verstek uitgesproken vrijheidsstraf te vermijden, een algemene en uniforme nota opgemaakt die dient te worden opgenomen in het EAM ‘Kennisgeving betreffende de rechten van de persoon die in België bij verstek veroordeeld werd’, waarin duidelijk gesteld wordt wat de termijnen zijn voor het instellen van een rechtsmiddel en op welke manier dit dient te gebeuren. de noodzakelijke initiatieven voor de inwerkingtreding van het Verdrag van Prüm van 27 mei 2005 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van het terrorisme, de grensoverschrijdende criminaliteit en de illegale migratie, bijvoorbeeld de aanpassing van de DNA-wet van 22 maart 1999 met het oog op de geautomatiseerde overdracht van gegevens en de aanpassing van de wet op
56
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
het politieambt van 5 augustus 1992 met de bedoeling om bepaalde bevoegdheden aan buitenlandse politiemensen op Belgisch grondgebied te kunnen verlenen. de redactie van de gemeenschappelijke omzendbrief COL 9/2008 inzake de verbindingsmagistraat, toegespitst op de opdrachten van de Belgische verbindingsmagistraat in Marokko. de evaluatie van het netwerk van de Belgische verbindingsofficieren van de Federale Politie in het buitenland en de redactie van een project tot aanpassing van de bestaande omzendbrief m.b.t. de verbindingsofficieren. de redactie van een wetsontwerp ter aanpassing van de wet van 21 juni 2004 met het oog op de omzetting in het Belgische recht van het E.U.-kaderbesluit 2009/426/JBZ, dat het E.U.-kaderbesluit 2002/187/JBZ betreffende Eurojust heeft gewijzigd. de redactie van een wetsontwerp om daden van zeepiraterij te voorkomen en te bestrijden. de redactie van een omzendbrief die toelichting verschaft bij de artikelen 8 (verhoor van de overgebrachte persoon) en 10 (eventuele aanpassing van de buitenlandse straf) van de wet van 23 mei 1990 inzake de overbrenging tussen Staten van veroordeelde personen, de overname en de overdracht van het toezicht op voorwaardelijk veroordeelde of voorwaardelijk in vrijheid gestelde personen, en de overname en de overdracht van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen. De voorbereiding van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie in het tweede halfjaar van 2010.
57
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL II. DE GOEDE ALGEMENE EN GECOÖRDINEERDE WERKING VAN HET OPENBAAR MINISTERIE (art. 143bis §2,2° Ger. W.)
58
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 1 – EXPERTISENETWERK STRAFRECHTSPLEGING”
“STRAFRECHTELIJK
BELEID
–
LUIK “STRAFRECHTELIJK BELEID” 1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Vergaderingen van het uitgebreide expertisenetwerk Het uitgebreide expertisenetwerk kwam samen op 13 mei 2009, met het oog op het bespreken van de voorstellen inzake de hertekening van het gerechtelijk landschap. De werkmethode van het expertisenetwerk bestaat erin werkgroepen op te richten die dienen in te staan voor de uitwerking van concrete voorstellen die nadien gevalideerd kunnen worden door het uitgebreide expertisenetwerk. Daarenboven werd op 14 april 2009 ook een informatiesessie over de modernisering en evolutie van het openbaar ministerie georganiseerd ten behoeve van de minister van Justitie, die eveneens kaderde in de activiteiten van het expertisenetwerk. Vergadering van werkgroep “B1” 9 december 2008 Vergaderingen van werkgroep “B2” 2 oktober 2008 en 28 mei 2009 Vergadering van werkgroep “B3” 3 februari 2009. 2. Behandelde onderwerpen 2.1. Het uitgebreide expertisenetwerk Het uitgebreide expertisenetwerk boog zich tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 voornamelijk over de plannen op gebied van de hertekening van het gerechtelijk landschap. Daarnaast zorgt dit expertisenetwerk voor de aansturing en validatie van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Strafrechtelijk beleid” stond tevens in voor de organisatie van de informatiesessie van 14 april 2009, waarvan de bedoeling erin bestond de minister van Justitie te informeren over de meest recente verwezenlijkingen van het openbaar ministerie in het kader van de modernisering. De volgende onderwerpen kwamen tijdens deze presentatie uitgebreid aan bod: de doorlooptijden als middel in de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, uitleg over de scharnierfuncties, de dwingende richtlijn over het instellen ervan, het draaiboek inzake de aflijning van het gerechtelijk onderzoek en de uniforme berekening van de vereiste capaciteit. het project van de samenwerkingsverbanden, in concreto tussen de parketten te Kortrijk en Ieper, eventueel aangevuld met de ervaringen opgedaan in het rechtsgebied Bergen. voorstelling van het Omptranet (intranet voor het openbaar ministerie). de ontwikkelingen rond de steundienst voor het openbaar ministerie.
59
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
2.2.
De werkgroep belast met de uitbouw van het Secretariaat tot gemeenschappelijke steundienst (“B1”)
Krachtens artikel 143bis van het Gerechtelijk Wetboek is het College van Procureurs-generaal bevoegd voor de coherente uitwerking en de coördinatie van het strafrechtelijk beleid evenals voor de goede algemene en gecoördineerde werking van het openbaar ministerie. Daarenboven heeft het College van Procureurs-generaal tot taak de minister van Justitie in te lichten en te adviseren, ambtshalve of op diens verzoek, over elke zaak die verband houdt met de opdrachten van het openbaar ministerie. Ter ondersteuning van deze taken wordt het College van Procureurs-generaal momenteel bijgestaan door een Secretariaat. Artikel 5 van de wet van 25 april 2007 voorziet in de omvorming van het huidige Secretariaat van het College van Procureurs-generaal in een gemeenschappelijke ondersteuningsdienst voor het hele openbaar ministerie, m.a.w. het College van Procureurs-generaal en de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs. Dit artikel stelt tevens dat ter zake na advies van de voorzitter van het College van Procureurs-generaal een koninklijk besluit uitgevaardigd zal worden. De werkgroep “B1”, waarin vertegenwoordigers zetelen van het openbaar ministerie en het huidige Secretariaat van het College, had tijdens het gerechtelijk jaar 2007-2008, in overleg met vertegenwoordigers van de beleidscel, reeds een aantal krijtlijnen ter voorbereiding van dit koninklijk besluit uitgewerkt. Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 streefde de werkgroep naar een grotere concretisering van deze voorstellen. Op de vergadering van 9 december 2008 werd het organigram van de toekomstige steundienst, dat ontwikkeld werd in samenwerking met de beleidscel, verder verfijnd. In het organigram wordt in vier centrale pijlers/missies voorzien, met name: juridische ondersteuning en coördinatie van de activiteiten van het College van Procureurs-generaal en de expertisenetwerken, de Raad van Procureurs des Konings en de Raad van Arbeidsauditeurs management (personeel en ontwikkeling) statistiek communicatiebeleid (intern en extern) De activiteiten van deze vier pijlers dienen uiteraard te steunen op een gemeenschappelijke administratieve dienst. Daarbij werd benadrukt dat, gezien de gestaag toenemende werklast, de uitbreiding van het aantal vertalers prioritair is. Ter voorbereiding van het koninklijk besluit dat in uitvoering van artikel 5 van de wet van 25 april 2007 dient te worden opgemaakt met het oog op de oprichting van een gemeenschappelijke steundienst, vaardigde het College twee vertegenwoordigers van de werkgroep “B1” af om in een gemengde werkgroep (beleidscel, FOD Justitie, Directoraatgeneraal Rechtelijke Orde) over te gaan tot besprekingen. Deze gemengde werkgroep kwam samen op 23 oktober en 16 december 2008 en op 20 januari 2009 en er werd vervolgens een ontwerp van koninklijk besluit opgesteld. De visie inzake de toekomstige missie, taken en structuur van de steundienst, die werd voorbereid door werkgroep “B1”, werd op 14 april 2009 voorgesteld aan de minister van Justitie, waarbij de noodzaak en meerwaarde benadrukt werd van de steundienst als beleidsorgaan en draaischijf binnen het openbaar ministerie en als contactpunt voor de minister.
60
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De minister van Justitie kondigde op 14 april 2009 aan dat de uitbouw van de gemeenschappelijke steundienst zou worden opgenomen in de visietekst over de hervorming van justitie. In het op 24 juli 2009 meegedeelde document ‘Het gerechtelijk landschap - Naar een nieuwe architectuur voor Justitie’ wordt verwezen naar de oprichting van de gemeenschappelijke steundienst, die echter beperkt wordt tot het louter juridische aspect. Onder meer de statistische analyse en de werklastmeting zouden volgens dit plan worden overgebracht naar de gemeenschappelijke beheersdienst voor zetel en openbaar ministerie van de FOD Justitie. 2.3.
De werkgroep belast met de introductie van het parketbeleidsplan in de beleidscycli en het onderzoek naar de formulering van vervolgingsprioriteiten (“B2”)
De werkgroep “B2” nam op 28 mei 2009 kennis van een proeve van parketbeleidsplan 20092011, dat op grond van de door de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid aangereikte methodologie werd opgesteld door het parket van de procureur des konings te Mechelen 1. In dit generieke document worden aan iedere korpschef van het openbaar ministerie een blauwdruk en een instrument aangereikt om beleidsthema’s vast te leggen en doelstellingen te formuleren en worden ook de kritische succesfactoren bestudeerd. De werkgroep besliste het document te laten vertalen met het oog op verdere bespreking en verspreiding binnen het openbaar ministerie. 2.4.
De werkgroep belast met de bewaking van de doorlooptijden en de strijd tegen de gerechtelijke achterstand (“B3”)
In de krachtlijnen voorafgaand aan het beleidsplan van 25 juni 2007 heeft het openbaar ministerie de visie onderschreven dat de strijd tegen de gerechtelijke achterstand de topprioriteit van het beleid uitmaakt. Het beleidsplan stelt verder dat de uitvoering van deze topprioriteit en het herstel van een goed werkende strafketen de kernvoorwaarden zijn voor het realiseren van vervolgingsprioriteiten. In uitvoering van dit beleidsplan werden meerdere statistische analyses met betrekking tot de doorlooptijden van de gerechtelijke onderzoeken uitgevoerd, waarin de ontwikkeling van een beleidsvisie werd ondersteund. Eer werd een document met krachtlijnen voor een strategisch plan voor de modernisering van het openbaar ministerie opgesteld en op 3 juli 2008 aan de minister van Justitie overhandigd, dat gedeeltelijk werd gewijd aan de organisatie van de strijd tegen de gerechtelijke achterstand en de bewaking van de doorlooptijden. Het is de werkgroep “B3”, die diende in te staan voor het ontwikkelen van instrumenten ter realisatie van de strategische doelstelling van de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, die de ontwikkeling van ‘rangeerstations’ vooropstelde, waarin parket en politie afspraken zouden maken over de behandeling van de zaken en de noodzakelijke capaciteit, het invoeren van een ‘case management’ voor het gerechtelijk en het opsporingsonderzoek en het toezicht op de interne kwaliteitscontrole door hiervoor specifiek aan te wijzen magistraten. Met het oog op de praktische toepassing van de instrumenten voor de strijd tegen de gerechtelijke achterstand werd geopteerd voor het tot stand brengen van een richtlijn met begeleidend draaiboek.
1 DEVROE E., DE KEULENAERE S.,THOMAES S., REYNDERS D., ‘Beleidsinstrumenten voor het openbaar ministerie, Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid’, Vanden Broele, Brugge, 2008, p.19 e.v.
61
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De werkzaamheden van werkgroep “B3” werden in het gerechtelijk jaar 2008-2009 gefocust op het afronden van de richtlijn en het draaiboek ‘inzake de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, de beheersing en de bewaking van het gerechtelijk onderzoek en de doorlooptijden.’ Op vraag van deze werkgroep verzocht het College van Procureurs-generaal de Raad van Procureurs des Konings om op grond van een uniforme berekeningsmethode een becijfering van de benodigde personeelsmiddelen (aantal parketjuristen) mee te delen. Dit document werd vervolgens op 9 februari 2009 voorgelegd. Op 14 april 2009 werd aan de minister van Justitie een uitgebreide toelichting gegeven over het ontwerp van richtlijn, het draaiboek, de statistische analyse van de doorlooptijden, het systeem van de scharnierfuncties en de noodzakelijke capaciteitsverhoging door het inzetten van parketjuristen. Tot op heden werden hiervoor echter geen bijkomende middelen verstrekt. Niettemin hebben tal van parketten al scharniermagistraten aangewezen en worden verschillende proefprojecten met de Lokale en Federale Politie opgestart met het oog op een rangeerstation en de opvolging van de gerechtelijke onderzoeken. 3. Omzendbrieven De werkgroep “B3” bereidde in het gerechtelijk jaar 2008-2009 de omzendbrief ‘inzake de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, de beheersing en de bewaking van het gerechtelijk onderzoek en de doorlooptijden’ voor. 4. Adviezen De Raad van Procureurs des Konings bereidde een uniforme becijfering van de vereiste peroneelsmiddelen voor, die als advies aan de minister van Justitie werd toegezonden. 5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Zie, wat de werkgroepen betreft, punten 1 en 2 hierboven. 6. Toekomstprojecten Het expertisenetwerk “Strafrechtelijk beleid” zal de hervormingsplannen inzake het gerechtelijk landschap van nabij opvolgen en begeleiden. Twee aspecten van de hertekening van het gerechtelijk landschap zullen daarbij prioritair aan bod komen, met name, enerzijds, de problematiek van het beheer, en, anderzijds, de problematiek van de fusie van kleinere entiteiten en de materie van de samenwerkingsverbanden.
62
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
LUIK “STRAFRECHTSPLEGING” 1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het coördinatieteam van het expertisenetwerk “Strafrechtspleging” vergaderde op 2 oktober 2008, 18 november 2008, 22 januari 2009, 18 mei 2009 en 19 juni 2009. 2. Behandelde onderwerpen Het expertisenetwerk behandelde tijdens het gerechtelijk jaar 2008–2009 meerdere onderwerpen. Sommige hiervan konden schriftelijk afgehandeld worden, andere werden besproken tijdens de vergaderingen van het coördinatieteam. Hierna volgt een overzicht van de behandelde agendapunten en het gevolg dat eraan werd gegeven: Het ter beschikking stellen van gerechtelijke dossiers aan personen die in hechtenis verkeren Dit punt werd verder besproken tijdens de vergaderingen van 2 oktober 2008 en 22 januari 2009. Tijdens de vergadering van 2 oktober 2008 werd gemeld dat de situatie geblokkeerd zat, aangezien het elektronische dossier nog niet operationeel was. De heer P. Quaeyhaegens gaf hierover een stand van zaken: er bestaat hiervoor geen eenvormige procedure en de procedure die momenteel gevolgd wordt, slorpt enorm veel capaciteit op. Er dient op twee luiken te worden gewerkt, enerzijds door de verschillende links te onderzoeken die op het terrein dienen te worden gelegd met het oog op een verbetering van de samenwerking (gevangenissen, verschillende directies-generaal, enz.) en anderzijds door de piste van het elektronisch dossier niet te verlaten. De voor deze beide aspecten noodzakelijke contacten tussen het C.I.V. en het openbaar ministerie zullen dan ook aangeknoopt worden. Tijdens de vergadering van 22 januari 2009 werd een stand van zaken gegeven over de inzage van dossiers door gedetineerden via de elektronische weg. De idee bestaat erin deze inzage mogelijk te maken in de gevangenis zelf, via een ‘e-book’ of via schermen die in een gemeenschappelijke zaal geconsulteerd kunnen worden. Een cruciaal element om deze manier van werken mogelijk te maken is het gebruik van ‘Just Scan’. Inmiddels werden contacten gelegd met het oog op een stand van zaken over ‘Just Scan’: het systeem bevindt zich nog in een testfase, maar blijkt gebruiksvriendelijk en technisch en financieel haalbaar, zodat het op vrij korte termijn operationeel zou kunnen worden. Er zal tevens contact opgenomen worden met de gevangenisdirecteurs om hun opmerkingen te ontvangen over de haalbaarheid van de elektronische inzage en de daartoe noodzakelijke capaciteit. Er werd meegedeeld dat het systeem in Luik reeds gebruikt wordt, maar een zekere planning vereist. Momenteel wordt voorrang gegeven aan de belangrijkste dossiers, aangezien er onvoldoende capaciteit is om alle dossiers te scannen.
63
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Verruimde minnelijke schikking De idee van een verruimde minnelijke schikking kwam er enerzijds op initiatief van de regering, die een College oprichtte voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude, en anderzijds op basis van een nood vanuit de praktijk. Een voorstel tot wijziging van artikel 216bis Sv. werd tijdens de vergaderingen van 18 november 2008 en 22 januari 2009 door het expertisenetwerk besproken. Na goedkeuring werd het ontwerpvoorstel samen met een Memorie van Toelichting aan het College voorgelegd. Het College heeft dit ontwerp goedgekeurd op de vergadering van 19 februari 2009 en op 6 maart 2009 aan de minister van Justitie bezorgd. Opmaak van een coherent strafrechtelijk beleid inzake de minnelijke schikkingen Zie hiervoor punt 4 (werkgroepen belast met de opmaak van een coherent strafrechtelijk beleid inzake de minnelijke schikkingen). Veiligheid van magistraten en onderzoekers in dossiers van terrorisme en zware georganiseerde criminaliteit Een eerste bespreking hiervan werd op 29 mei 2007 in het coördinatieteam van het expertisenetwerk gehouden. Gelet op de nauwe samenhang van deze materie met enerzijds de bijzondere opsporingsmethoden en anderzijds de anonimiteit van getuigen werd beslist dit onderwerp op te schorten tot het aantreden van een nieuwe regering. Op 4 juni 2008 werd deze problematiek hervat. De hoofdcoördinator stelde een ontwerp op en deze tekst werd vervolgens besproken. Na enkele voorstellen werd deze tekst aangepast en voorgelegd aan de Federale Politie. De bespreking ervan werd verder gezet tijdens de vergaderingen van 2 oktober en 18 november 2008. Het advies werd op 18 november 2008, na enkele verbeteringen, goedgekeurd door het expertisenetwerk en aan het College bezorgd. Het College van Procureurs-generaal heeft het advies vervolgens goedgekeurd en op 24 maart 2009 aan de minister van Justitie voorgelegd. Wetsontwerp inzake schouwartsen Het advies, dat werd opgesteld door substituut-procureur-generaal Björn Backx, werd op dinsdag 9 december 2008 neergelegd tijdens de hoorzitting van de Commissie voor de Justitie van de Senaat. Tijdens de vergadering van 22 januari 2009 werd toelichting gegeven bij het meest recente wetsvoorstel inzake het forensisch geneeskundig postmortaal onderzoek. De drie categorieën waarin is voorzien om de types van overlijden te definiëren werden besproken, met name de natuurlijke dood, de niet-natuurlijke dood en de onverklaarde dood. De introductie van deze laatste categorie is voor het openbaar ministerie weinig relevant, aangezien het openbaar ministerie zich richt op verdachte overlijdens, niet op natuurlijke onverklaarde overlijdens. De bedenkingen m.b.t. de volgende punten werden hierbij overlopen: - het gebrek aan controle t.a.v. het optreden van de eerste arts - het gevaar van het doorkruisen van de strafprocedure en het aantasten van sporen - het gebrek aan een kostenraming Er werd van gedachten gewisseld en besloten dat het grootste gedeelte van het wetsvoorstel behouden kan worden, behalve de stukken die invloed hebben op de strafrechtspleging.
64
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De tekst werd herwerkt en aan de wetgever bezorgd, evenals aan de Provinciale Orde van Geneesheren, die zal worden betrokken bij de verdere werkzaamheden. Het strafrechtelijk kortgeding De problematiek van het beslag in strafzaken werd besproken tijdens de vergadering van 22 januari 2009. Er werd hierover een nota voorgelegd en de leden hebben enkele voorstellen geformuleerd die in deze nota werden verwerkt. Tijdens de vergadering van 18 mei 2009 werden de aangebrachte wijzigingen besproken. Er werden nieuwe voorstellen gedaan en de leden gingen uiteindelijk akkoord met de nieuwe nota. De ontwerptekst en het ontwerp van Memorie van Toelichting werden aan het College bezorgd en vervolgens goedgekeurd. Het College bezorgde alle documenten op 6 maart 2009 aan de minister van Justitie. Gerechtskosten Er werd een voorstel tot wijziging van omzendbrief COL 13/2007 geformuleerd dat door de leden van het netwerk werd besproken. Er kan hierbij kort worden ingegaan op de kwestie van de gerechtskosten en de nakende opheffing van het K.B. van 27 april 2007. In het nieuwe ontwerp zouden enkele verbeteringen aangebracht worden ten opzichte van het huidige K.B. van 27 april 2007. Zo zou artikel 96 aangepast worden, waardoor de onderzoeksrechter nog alleen overeenkomstig artikel 61ter Sv. voor de rechtstreeks belanghebbenden machtiging tot inzage en afschrift zou kunnen verlenen. Voor alle andere machtigingen zou het openbaar ministerie bevoegd worden. Het College van Procureurs-generaal zou dus richtlijnen kunnen geven teneinde te bepalen of het College zelf, een procureur-generaal, de federale procureur of een procureur des konings de machtiging zou kunnen verlenen. Op maandag 2 februari 2009 verscheen in het Belgisch Staatsblad het arrest van de Raad van State nr. 188.928 van 17 december 2008, waarbij het K.B. van 27 april 2007 houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken, dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 25 mei 2007, werd vernietigd. Audiovisuele media - Samenwerking politie en media De problematiek werd tijdens de vergadering van 18 november 2008 a.h.v. een nota uiteengezet. Het Hof van Cassatie sprak zich reeds uit over dergelijke situaties en bevestigde dat de tenlasteleggingen niet opwogen tegen de schending van de privacy en de schending van het recht op een eerlijk proces. Er zijn richtlijnen nodig waarin wordt voorzien dat de politie geen medewerking mag verlenen aan dergelijke programma’s. Er werd hierover van gedachten gewisseld en de nota werd aangepast, waarna ze werd bezorgd aan de leden van het netwerk. De aangepaste nota werd goedgekeurd tijdens de vergadering van 22 januari 2009. De tekst werd nadien vertaald en moet nog verder afgewerkt worden. Machtiging tot inzage en afschrift Tijdens de vergaderingen van 2 oktober en 18 november 2008 werd een stand van zaken gegeven en werd de mening van het netwerk gevraagd over de laatste punten waarover een beslissing diende te worden genomen. Er werd ook toelichting gegeven bij de opmerkingen uit de voorgelegde nota:
65
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
-
Draagwijdte van artikel 1380 van het Gerechtelijk Wetboek 2: dient men deze draagwijdte niet best te beperken tot tuchtmateries ? Het expertisenetwerk zal advies uitbrengen inzake de wijzigingen die op 3 oktober 2008 werden aangebracht aan de fiscale wetten en zal dit advies aan de FOD Justitie bezorgen. De opmerkingen die in het voorontwerp werden geformuleerd, werden goedgekeurd. Artikel 2 dient niet te worden aangevuld. Wat artikel 99 van het Strafwetboek betreft 3, werd de politieke keuze beklemtoond die tijdens de redactie ervan werd gemaakt. Er dient dus te worden nagegaan hoe men dit zou kunnen terugdraaien. Er werd ook gewezen op de tegenstrijdigheid tussen het eerste en tweede lid van het artikel. Beroepsgeheim van de justitieassistenten
Dit punt werd reeds besproken binnen het expertisenetwerk “Slachtofferonthaal” en de werkgroep “BPR-Justitiehuizen”, maar er werd hierover geen consensus bereikt. Op de vergadering van 22 januari 2009 hebben de heer Nouwynck en de heer Vanderheyden beiden in een nota hun standpunt uiteengezet en aan het netwerk meegedeeld. Deze nota’s werden besproken tijdens de vergadering van 19 juni 2009. Er werd beslist dat het standpunt van het coördinatieteam ter voorbereiding van de volgende vergadering in een nota uiteengezet zou worden. Betekening door gerechtsdeurwaarders Dit punt werd reeds in 2006 besproken. Een nieuwe nota werd voorgelegd en toegelicht. Er werd hierbij ingegaan op de problemen die zich stellen i.v.m. de procedure van de betekening in strafzaken en de werklast die dit voor de politiediensten betekent. Dit aspect werd door het netwerk besproken, waarin ook de gerechtsdeurwaarders vertegenwoordigd werden. Het advies werd nadien afgerond en vertaald en aan het College van Procureurs-generaal voorgelegd. Het College keurde dit advies goed op 19 maart 2009 en bezorgde het op 25 maart 2009 aan de minister van Justitie. Vraag van het expertisenetwerk “Leefmilieu” – Gebruik der talen in Duitstalige Gemeenschap Tijdens de vergadering van 18 mei 2009 werd de voorgelegde nota besproken door de leden van het netwerk en een vertegenwoordiger van het expertisenetwerk “Leefmilieu”. Iedereen sloot zich aan bij de nota en deze werd officieel (in beide landstalen) aan het netwerk “Leefmilieu” bezorgd.
2
“De griffiers en de bewaarders van openbare registers verstrekken, zonder rechtelijke beschikking, daarvan uitgifte, afschrift of uittreksel aan allen die zulks verzoeken, tegen betaling van de hun toekomende rechten, op straffe van vergoeding van kosten en van schade. De Koning bepaalt aan welke voorwaarden de mededeling of het afschrift van akten van onderzoek en van rechtspleging in criminele, correctionele en politiezaken en in tuchtzaken is onderworpen.” 3 “Burgerlijke veroordelingen, uitgesproken bij arresten of vonnissen gewezen in criminele, correctionele of politiezaken, verjaren naar de regels van het burgerlijk recht, te rekenen van de dag waarop zij onherroepelijk zijn geworden. Die veroordelingen verjaren echter te rekenen van de dagtekening van het arrest, indien zij zijn uitgesproken bij weerspannigheid aan de wet.”
66
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Inbeslagname van medische dossiers De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 18 mei 2009 en een groot deel van de tekst werd goedgekeurd. De nota werd herwerkt tot een richtlijn voor de parketten. Op 29 juni 2009 werd een ontwerprichtlijn aan de Nationale Orde van Geneesheren bezorgd, met vraag om advies. Deze aangelegenheid zal verder besproken worden na ontvangst van het antwoord van de Orde. Juridische waarde van een inlichtingenbulletin De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 18 mei 2009 en de leden formuleerden een aantal opmerkingen. De aangepaste nota werd op 16 juni 2009 bezorgd aan het expertisenetwerk “Residuen en Voedselveiligheid” en aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, met kopie aan de procureurs-generaal en de procureurs des konings. Wooninspectie – Huiszoeking De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 18 mei 2009. Er werd hierbij overeengekomen dat de term ‘huiszoeking’ niet helemaal correct is. De nota werd vervolgens herwerkt om gebruikt te worden in het kader van het rapport m.b.t. de wetsevaluatie. Huiszoeking met toestemming – Mogelijkheid om de toestemming in te trekken De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 18 mei 2009. Er werd voorgesteld een typeformulier te gebruiken waarin gepreciseerd zou worden dat de toestemming zou gelden zolang de opsporingen in het kader van de huiszoeking duren. De leden van het netwerk gingen hiermee akkoord. De nota zal worden omgezet in een omzendbrief, met het aangepaste formulier als bijlage. Statuut van benadeelde persoon – Minderjarige De voorgelegde nota werd besproken en goedgekeurd tijdens de vergadering van 18 mei 2009. De nota werd vervolgens op 16 juni 2009 bezorgd aan de vraagsteller, de procureurgeneraal te Gent, met kopie aan de andere procureurs-generaal, de procureurs des konings en de voorzitter van de Raad van Procureurs des Konings. Hoger beroep in de gevangenissen De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 18 mei 2009. Er werd voorgesteld dat het parket-generaal per fax in kennis zou worden gesteld van de beroepen tegen beschikkingen van de raadkamer en van de cassatieberoepen die worden ingesteld tegen arresten van de KI. De gevangenissen moeten in dit opzicht kennis hebben van de correcte contactgegevens. De aangepaste nota werd samen met een ontwerp van typeformulier (fax) op 3 juli 2009 aan de minister van Justitie bezorgd, met kopie aan de procureurs-generaal. Aanhoudingsmandaat bij verstek – Handhaving van de hechtenis bij verwijzing De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 18 mei 2009 en lichtjes aangepast. Deze nota zal nog vertaald worden en aan de procureurs des konings worden bezorgd.
67
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Specialiteitsbeginsel – Uitlevering/overlevering Dit punt werd toegelicht tijdens de vergadering van 18 mei 2009 en er werd hierbij verwezen naar het arrest van het Europees Hof van Justitie van 1 december 2008 en het arrest van het Hof van Cassatie van 24 maart 2009. Er werd van gedachten gewisseld waaruit bleek dat geen eensgezindheid kon worden bereikt. Op 19 juni 2009 werd deze materie verder besproken. Aanwezigheid van de advocaat bij het eerste verhoor Er werd tijdens de vergadering van 18 mei 2009 toelichting gegeven bij de rechtspraak van het EHRM. Op 19 juni 2009 werden vertegenwoordigers uitgenodigd van zowel de Federale Politie, de balie als het expertisenetwerk “Politie” en werd dit punt verder besproken. Alle aanwezigen gaven een overzicht van hun standpunt en er werd beslist dat de hoofdcoördinator een synthese van de opmerkingen zou maken. Kennisgeving aan de procureur des konings van het arrondissement waar de handeling moet verricht worden Er werd hierover van gedachten gewisseld tijdens de vergadering van 19 juni 2009 en er werd beslist dat een nota zou worden opgemaakt. Deze vraag werd ook voorgelegd aan het expertisenetwerk “Politie”. Er werd nagegaan of een fiche diende te worden opgesteld met het oog op het rapport inzake de wetsevaluatie. Wet op de verzachtende omstandigheden De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 19 juni 2009. Er werd beslist enkele pagina’s uit te werken tot omzendbrief (1-2 en 19-25). Redelijke termijn – Overschrijding – Gevolg Er werd toelichting gegeven bij de voorgelegde nota tijdens de vergadering van 19 juni 2009. Deze problematiek zal worden aangekaart in het kader van de wetsevaluatie. Telefoontap op verzoek van het buitenland – Wijziging van artikel 90ter – Doorgeleiding Er werd tijdens de vergadering van 19 juni 2009 verwezen naar de documentatie en de nota’s hierover werden eveneens toegelicht. De nota’s werden lichtjes herwerkt en gebruikt voor de wetsevaluatie. Drukpersmisdrijven De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 19 juni 2009. De goedgekeurde nota werd toegezonden aan de vraagsteller (advocaat-generaal Kenis), met kopie aan de procureurs-generaal. Verwerking van informatie bij de politie – Omzendbrief MFO-3 De voorgelegde nota werd besproken tijdens de vergadering van 19 juni 2009. De nota werd aan het expertisenetwerk “Politie” bezorgd met vraag om advies, en nadien aan de vraagsteller bezorgd.
68
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
3. Adviezen Advies inzake de anonimiteit van onderzoekers, voorgelegd aan de minister van Justitie op 24 maart 2009 Advies inzake de betekening in strafzaken en burgerlijke zaken, bezorgd aan de minister van Justitie op 25 maart 2009 Advies inzake een voorontwerp van wet tot wijziging van artikel 216bis van het Wetboek van Strafvordering wat het verval van de strafvordering tegen betaling van een geldsom betreft, voorgelegd aan de minister van Justitie op 6 maart 2009 Advies met betrekking tot het wetsvoorstel houdende diverse maatregelen inzake inbeslagneming van ondernemingsgoederen, en een alternatief voorontwerp van wet houdende het strafrechtelijk kortgeding in geval van spoedeisendheid, bezorgd aan de minister van Justitie op 24 juni 2009 Advies inzake het wetsvoorstel van 19 september 2007 tot regeling van het postmortemonderzoek (met het oog op een hoorzitting over dit wetsvoorstel op 9 december 2009). 4. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
De werkgroep die instaat voor de opmaak van een coherent strafrechtelijk beleid inzake de minnelijke schikkingen De wet van 28 juni 1984 tot uitbreiding van het toepassingsveld van het verval van de strafvordering voor sommige misdrijven tegen betaling van een geldsom, die gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1984 en in werking is getreden op 1 november 1984, heeft een hoofdstuk III (met een gelijkluidende titel) in Boek II, titel I van het Wetboek van Strafvordering ingevoegd. De vijf procureurs-generaal hebben kort na de inwerkingtreding ervan uniforme richtlijnen gegeven aan de procureurs de konings en aan de arbeidsauditeurs. Omdat de omzendbrieven destijds (in 1984–1986) collegiaal werden overeengekomen alvorens ze ressortelijk te verspreiden, leek het wenselijk deze teksten ook nu nationaal te evalueren alvorens ze eventueel aan te passen. Tijdens de vergadering van 6 februari 2007 hebben de leden van het expertisenetwerk “Strafrechtelijk beleid en strafrechtspleging” beslist een subwerkgroep, samengesteld uit 5 vertegenwoordigers van de procureurs-generaal en 5 van de procureurs des konings, een juriste – adjunct-adviseur en een coördinator van de statistisch analisten bij het Secretariaat van het College, op te richten, waarin onderzocht zou worden in welke mate die procedure voor bepaalde misdrijven zou kunnen aanbevolen worden. Zeer beknopt kan enerzijds worden gesteld dat het verval van de strafvordering door betaling van een geldsom op gebied van verkeersinbreuken in deze studie niet aangepakt zal worden omdat de procedure ter zake momenteel reeds grote voldoening geeft. Anderzijds zullen de geldsommen die door de bestuurlijke overheid opgelegd of voorgesteld worden evenmin bestudeerd worden, omdat de studie toegespitst is op het openbaar ministerie. Volgende bakens werden hierbij uitgezet: In de richtlijn zou moeten bepaald worden dat van de aanbevolen afhandelwijze kan afgeweken worden (mits motivering); Het openbaar ministerie is de eerste rechter; Er moet rekening gehouden worden met de nieuwe tijdsgeest sinds de oorspronkelijke omzendbrieven van 1984–1986:
69
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
-
er zijn andere prioriteiten er zijn thans bijkomende maatregelen die alleen door de rechter kunnen opgelegd worden, alsmede mogelijkheden tot bemiddeling in strafzaken en herstelbemiddeling.
Er werd beslist: voor elk arrondissement vrij nauwkeurige statistieken te laten opmaken met betrekking tot vervolging, bemiddeling in strafzaken en minnelijke schikking (voorgestelde en effectief betaalde geldsommen en doorlooptijden); aan elke procureur-generaal voor te stellen aan de procureurs des konings van zijn rechtsgebied te suggereren om na te denken over het vervolgingsbeleid; een eenvormig formulier voor het voorstellen van het verval van de strafvordering tegen betaling van een geldsom te ontwerpen in samenwerking met het Secretariaat van het College; contact op te nemen met de procureurs des konings van de arrondissementen waarin het meest minnelijke schikkingen voorgesteld worden (Leuven en Dendermonde). Tijdens de vergadering van het expertisenetwerk van 11 maart 2008 werd de toenmalige vooruitgang van de werkzaamheden uiteengezet en besproken. De studie werd algemeen gezien gunstig onthaald. Tijdens de voorbereiding van de analyse bleek dat het expertisenetwerk “Leefmilieu” zelf de minnelijke schikkingen in deze materie zal onderzoeken, zodat ook deze minnelijke schikkingen niet langer door de werkgroep zouden worden bestudeerd. Er werd besloten een vragenlijst te verzenden waarop de procureurs des konings vóór 15 juni 2008 verzocht werden te antwoorden. In deze vragenlijst werden zij, mede aan de hand van statistische analyses, bevraagd teneinde hun huidige werkwijzen, richtlijnen en aanbevelingen te kennen, waaruit werd gepoogd de grote lijnen van hun strafrechtelijk beleid, voornamelijk inzake het verval van de strafvordering tegen betaling van een geldsom, te achterhalen en conclusies en aanbevelingen te formuleren. Tijdens de vergadering van het expertisenetwerk van 18 november 2008 werd een stand van zaken gegeven over de studie van de subwerkgroep. Er werd hierbij een gebrek aan uniformiteit vastgesteld in het beleid op gebied van minnelijke schikkingen. Tijdens de vergadering van het expertisenetwerk van 18 mei 2009 werden de bevindingen meegedeeld die de subwerkgroep noteerde tijdens de ‘landelijke tocht’ langs de 5 ressorten. De Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid zal bij de verdere studie van de subwerkgroep betrokken worden. 5. Toekomstprojecten Problematiek van de aanwezigheid van de advocaat bij het eerste verhoor (verdere bespreking) Inbeslagname van medische dossiers (verdere bespreking) Kennisgeving aan de procureur des konings van het arrondissement waar de handeling moet verricht worden Veroordeling van de Belgische Staat wegens schending van artikel 10 EVRM – Tillack t./België – Journalisten – Bronnengeheim Federaal Parket – Terrorisme – Vraag om inzage en kopiename van strafdossiers door het Comité I met het oog op de evaluatie van de wijze waarop de Veiligheid van de Staat en de ADIV in de onderzoeken tussengekomen zijn Huiszoeking met toestemming – Mogelijkheid om de toestemming in te trekken (verdere bespreking) Vrijheidsbeneming en de mogelijkheden tot het betreden van de private woning ter aanhouding van de verdachte of veroordeelde persoon Verwittiging van de burgerlijke partij, de geregistreerde benadeelden en andere slachtoffers – Zitting van de raadkamer – Justitieassistenten/slachtofferonthaal Beroepsgeheim van de justitieassistenten (verdere bespreking)
70
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Problemen in verband met telefonie Internetbewaking Specialiteitsbeginsel: uitlevering-overlevering Wet op de verzachtende omstandigheden (verdere bespreking) Verwerking van informatie bij de politie – MFO-3. 6. Varia De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk heeft het rapport voor het Parlementair Comité belast met de wetsevaluatie voorbereid en uiteindelijk op 22 oktober 2008 aan het Comité bezorgd. HOOFDSTUK 2 – EXPERTISENETWERK “SOCIAAL STRAFRECHT”
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het expertisenetwerk “Sociaal strafrecht” werd op 18 december 2008 op vraag van het College van Procureurs-generaal opgericht. Het coördinatieteam vergaderde op 2 maart en 25 mei 2009 en zal ook op 3 november en 15 december 2009 vergaderen. 2. Behandelde onderwerpen Zonder al te zeer in detail te willen treden heeft het coördinatieteam heel wat onderwerpen behandeld en het volstaat in dit kader om enkel de aangelegenheden te vermelden waarin concrete beslissingen werden genomen: op Omptranet is voortaan een rubriek ‘sociaal strafrecht’ voorhanden die een hoofdstuk bevat – of zou moeten bevatten – m.b.t. de recente en relevante rechtspraak, een vademecum met praktische informatie en een inventaris van alle akkoorden die tussen de Belgische en buitenlandse inspectiediensten werden afgesloten; het netwerk heeft zich de delicate taak gesteld om, op basis van de cijfers die jaarlijks uit de plechtige openingsredes van de procureurs-generaal kunnen worden gehaald, statistieken van de arbeidsrechtscolleges op te maken, en hoewel deze cijfers niet perfect zijn, zouden zij toch een licht kunnen werpen op alle activiteiten die de arbeidsrechtbanken en –hoven en de auditoraten en auditoraten-generaal ondernemen; zelfs al behoort deze materie veeleer tot het burgerlijk recht, toch heeft het netwerk beslist om eveneens een verzameling ‘best practices’ op te maken op basis waarvan relevante adviezen in burgerrechtelijke zaken kunnen worden opgemaakt. 3. Omzendbrieven Het coördinatieteam is eveneens begonnen met de redactie van twee omzendbrieven. De eerste omzendbrief zal worden gebaseerd op artikel 139 van het Gerechtelijk Wetboek en zal de mededeling van vonnissen en arresten aan de RSZ behandelen op grond waarvan een partij veroordeeld wordt om inhoudingen te betalen op de geldsommen die zij ontvangt.
71
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De tweede omzendbrief is ambitieuzer van opzet en strekt ertoe om op basis van de gangbare werkmethoden van de auditoraten en auditoraten-generaal een daadwerkelijk strafrechtelijk beleid voor het ganse land te ontwikkelen. Het is de bedoeling beide omzendbrieven in 2010 te verspreiden. Het coördinatieteam heeft eveneens de nodige maatregelen getroffen om n.a.v. de inwerkingtreding van het Wetboek van Sociaal Strafrecht aangepaste opleidingen te organiseren, die zouden moeten worden verstrekt door de Dienst Gerechtelijke Opleiding. Het coördinatieteam heeft eveneens de nieuwe administrateur-generaal van de RVA, Georges Carlens, ontmoet. N.a.v. deze bijeenkomst werden volgende thema’s aangekaart: het standpunt van de RVA inzake de delicate kwestie van de samenloop van strafrechtelijke en administratieve sancties en de toepassing van het beginsel ‘non bis in idem’, de aanwezigheid van de RVA-inspecteurs in de arrondissementscellen en de maatregelen die de RVA heeft genomen om te vermijden dat gedurende de periode van werkloosheid tegelijkertijd tijdelijke werkloosheidsuitkeringen en andere uitkeringen worden uitbetaald. HOOFDSTUK 3 – EXPERTISENETWERK “STRAFUITVOERING EN UITVOERING VAN VEILIGHEIDSMAATREGELEN EN INTERNERINGEN”
1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Het College van Procureurs-generaal keurde het oprichtingsprotocol van het expertisenetwerk goed op 18 juli 2008. Het coördinatieteam vergaderde drie maal het afgelopen gerechtelijk jaar, nl. op 31 oktober en 24 november 2008 en op 16 februari 2009. 2. Behandelde onderwerpen Definitie van de werkmethodologie van het expertisenetwerk en het coördinatieteam Oprichting en opvolging van de werkgroep m.b.t. de opvolging van personen die in vrijheid worden gesteld mits naleving van voorwaarden Richtlijn inzake de tenuitvoerlegging van de verbeurdverklaringen (C.O.I.V.) Inbeslagname en verbeurdverklaring in strafzaken Oprichting van een werkgroep met het oog op de creatie van een ‘gerechtelijk inningskantoor’ met de bedoeling een betere inning van de geldboeten te bewerkstellingen Oprichting van een werkgroep m.b.t. de administratieve eenvormigheid op gebied van de strafuitvoering Vermelding van de werkstraffen in het strafregister Opvolging van de ontwikkeling van de SURTAP II-databank Rechten van het slachtoffer in het raam van de strafuitvoeringsrechtbank
72
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
3. Omzendbrief Het College van Procureurs-generaal heeft op 7 november 2008 een wijziging van omzendbrief COL 6/2007 inzake de strafuitvoeringsrechtbanken goedgekeurd. 4. Adviezen Er werden door het expertisenetwerk geen adviezen uitgebracht.
5. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Enkele leden van het coördinatieteam nemen deel aan de werkzaamheden van de werkgroep m.b.t. de opvolging van personen die in vrijheid worden gesteld mits naleving van voorwaarden. Enkele leden van het coördinatieteam nemen deel aan de werkzaamheden van de werkgroep m.b.t. het ‘gerechtelijk inningskantoor’.
6. Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia, …) Het expertisenetwerk organiseerde geen opleidingen. 7. Toekomstprojecten Het coördinatieteam zal zijn activiteiten verder zetten, en meer in het bijzonder wat de reeds opgerichte werkgroepen betreft, die werden verzocht adviezen uit te brengen die door het coördinatieteam zullen worden besproken teneinde zo tot concrete resultaten te komen. Er zullen ook nieuwe projecten worden opgestart, o.a. in verband met problemen die zich stellen m.b.t. de werkstraf, de inbeslagnames en de tenuitvoerlegging van verbeurdverklaringen. HOOFDSTUK 4 – EXPERTISENETWERK “INFORMATICA”
SECTIE INFORMATICA 1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Op 2 december 2008 vond een ontmoeting op de beleidscel plaats tussen leden van de beleidscel, vertegenwoordigers van het C.I.V. van de FOD Justitie en een afvaardiging van de expertisenetwerken “Informatica” en “Informatiehuishouding van het openbaar ministerie”. Op deze vergadering werd de prioriteitenlijst met de noden van het openbaar ministerie op gebied van informatisering besproken en werden afspraken gemaakt over de verschillende projecten die een optimalisering van de bestaande applicaties beoogden. De beleidscel gaf ook toelichting over de vorderingen in het CHEOPS-project. Na die datum hebben de hoofdcoördinatoren van de netwerken “Informatica” en “IHOM” slechts éénmaal op een algemene en gestructureerde manier met het C.I.V. overlegd, namelijk op 27 mei 2009, naar aanleiding waarvan nogmaals het aanbod van de expertisenetwerken werd herhaald om als uniek aanspreekpunt te fungeren.
73
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Voor het overige werd het expertisenetwerk gedwongen een afwachtende houding aan te nemen, gelet op de door de nieuw aangetreden minister van Justitie aangekondigde visienota over de verdere informatisering van Justitie, die bij de redactie van het jaarverslag nog niet gekend was. De hoofdcoördinatoren van de expertisenetwerken die zich inhoudelijk over informatica en informatiehuishouding buigen, gaven wel a.h.v. het advies van het openbaar ministerie over de hervormingsplannen van de minister aan dat het wenselijk zou zijn om samen met de hertekening van het gerechtelijk landschap ook een visie te ontwikkelen over de verdere informatisering van justitie in het algemeen en van het openbaar ministerie in het bijzonder. Tot slot diende het netwerk vast te stellen dat de door de FOD Justitie aangekondigde herstructurering met het oog op een meer klantgerichte dienst en regelmatig overleg, tot dusver dode letter is gebleven. Deze situatie werd op 30 september 2009 ter kennis van de beleidscel gebracht, naar aanleiding waarvan de prioriteitennota van 27 juni 2008 nogmaals werd overhandigd. 2. Behandelde onderwerpen 2.1. De subwerkgroep “Nationale antecedentendatabank (ADBA)” zette haar werkzaamheden verder in samenwerking met de projectverantwoordelijken voor REA/TPI. Dit project heeft ertoe geleid dat voortaan een nationale databank automatisch door alle parketten van het Rijk kan worden geraadpleegd, zodat bij nieuwe feiten onmiddellijk alle voorgaanden van de verdachte gekend zijn. Op 1 januari 2010 zal de ADBA proefdraaien in alle parketten die op REA/TPI zijn aangesloten. Op 9 oktober 2008, 24 februari en 13 mei 2009 brachten de projectverantwoordelijken verslag uit aan de subwerkgroep en werden de werkzaamheden geëvalueerd. 2.2. In het kader van de samenwerkingsverbanden die binnen het openbaar ministerie werden ontwikkeld, werd een project opgestart om de auditoraten die niet op een eenvormige wijze werden geïnformatiseerd, op het REA/TPI-systeem aan te sluiten. In een aantal pilootsites werd deze aansluiting uitgetest en momenteel werken meerdere auditoraten reeds met REA/TPI. Dankzij dit project zullen de auditoraten onder meer kunnen beschikken over de nodige beleids- en beheersinstrumenten, vb. statistiek, en ook de ADBA kunnen raadplegen. 3. Adviezen Het schriftelijk advies van 27 juni 2008 inzake de noden van het openbaar ministerie werd op 30 september 2009 nogmaals aan de beleidscel overhandigd. 4. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen Zie punten 1 en 2.
74
en/of
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
5. Toekomstprojecten Teneinde aan de vastgestelde inertie te verhelpen zal het expertisenetwerk een nota uitwerken met betrekking tot een langetermijnvisie en een voorstel formuleren om ook op korte en middellange termijn actie te ondernemen, waarbij zal worden vertrokken van de bestaande applicaties en systemen. SECTIE STATISTIEK 1. Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk Er werd vergaderd 1 oktober 2008, 27 oktober 2008 en 1 april 2009. 2. Behandelde onderwerpen Gebruik van de contextvelden in het REA/TPI-systeem Seponering omwille van beleidsopportuniteitsmotieven (‘andere prioriteiten’ en ‘te weinig recherchecapaciteit’) Statistieken van de arbeidsauditoraten Gebruik van de ‘algemene’ tenlasteleggingscodes in het REA/TPI-systeem – kwalificatiecodes gemeen strafrecht Afbakening van de opdrachten van de statistisch analisten volgens prioriteiten en haalbaarheid Plaats/benaming van de statistisch analisten in de Gemeenschappelijke Ondersteuningsdienst van het College van Procureurs-generaal Overzicht van de lopende nationale projecten/opdrachten Jaarstatistiek 2008: goedkeuring en contextualisering Perscommuniqué naar aanleiding van de publicatie “Jaarstatistiek 2008” Statistieken arbeidsauditoraten - politieparketten - jeugdparketten: stand van zaken + planning Bespreking van de werkwijze voor de parlementaire vragen Parentale ontvoeringen. 3. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
-
en/of
Deelname aan verschillende projecten van andere diensten met het oog op de verbetering van de statistische kennis over de strafrechtelijke activiteiten van de gerechtelijke overheden Begeleidingscomité van het onderzoek ‘de exploitatie van de bestaande databanken binnen de justitiehuizen (SIPAR)’ van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Begeleidingscomité van het onderzoek ‘INSTAP’ in het kader van het AGORA-programma van de Federale Wetenschappelijke Politie Werkgroep “Statistieken van de jeugdgriffies” van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie Begeleidingscomité in het kader van het onderzoek betreffende ‘de productie en wetenschappelijke exploitatie van statistische gegevens inzake jeugddelinquentie en jeugdbescherming’.
Deelname aan de werkgroepen ter uitvoering van het beleidsplan van het openbaar ministerie: - Werkgroep “B1”: Oprichting van de gemeenschappelijke ondersteuningsdienst voor het openbaar ministerie.
75
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
-
Werkgroep “B2”: Parketbeleidsplan. Werkgroep “B3”: Bewaking van de doorlooptijden – Strijd tegen de gerechtelijke achterstand.
Deelname aan het begeleidingscomité van het project ‘werklastmeting’ van het openbaar ministerie. 4.
Georganiseerde en/of gevolgde opleidingen (studiedagen, colloquia, …) ‘Jeugddelinquentie. Op zoek naar passende antwoorden’, Minister van Justitie en Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, 23-24 maart 2009, Brussel. ‘De productie en het verspreiden van strafrechtelijke statistieken in beweging’, N.I.C.C. i.s.m. het CHDJ (UCL) en het ‘FUNDP’, 6 mei 2009, Brussel.
5. Toekomstprojecten Statistieken voor de jeugdparketten (de eerste publicatie van jaarstatistieken is voor 2010 gepland) Statistieken voor de arbeidsauditoraten, zodra een eenvormige registratie mogelijk zal zijn, hetgeen via REA/TPI zal gebeuren Statistiek voor de parketten-generaal onder dezelfde voorwaarden als het systeem ‘PAGE’ dat in ontwikkeling is op het C.I.V. (FOD Justitie) Gegevens voor de politieparketten, zodra het nieuwe informaticasysteem ‘MACH’ operationeel zal zijn. 6. Varia Ondersteuning aan het College van Procureurs-generaal d.m.v. statistieken m.b.t. de doorlooptijden. HOOFDSTUK 5 – EXPERTISENETWERK “POLITIE”
1. Vergaderingen van het coördinatieteam van het expertisenetwerk Voorbereidende vergaderingen van de hoofdcoördinator met de directeur-generaal van de Gerechtelijke Politie, de vertegenwoordiger van de Vaste Commissie van de Lokale Politie en/of andere directieorganen van de Federale Politie In de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 werden zeven dergelijke vergaderingen georganiseerd, nl. op: -
18 september 2008 25 september 2008 30 september 2008 20 februari 2009 27 maart 2009 8 april 2009 23 april 2009 Vergaderingen van het coördinatieteam en het expertisenetwerk
Tijdens het afgelopen gerechtelijk jaar heeft het coördinatieteam van het expertisenetwerk “Politie” twee maal vergaderd, nl. op 17 oktober 2008 en 30 april 2009.
76
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Behandelde onderwerpen Volgende onderwerpen werden achtereenvolgens tijdens deze voorbereidende vergaderingen en de vergaderingen van het coördinatieteam besproken: -
-
Kwaliteit van de processen-verbaal; Drieledige gerechtelijke identificatie; Afstapping op plaatsen waar significante misdrijven werden gepleegd – Informatie m.b.t. de activiteiten van de werkgroep “Handboek moord”; Ontwerp van DNA-wet; Koninklijk besluit (artikel 44/1 wet op het politieambt); Anonimiteit van de onderzoekers; Harmonisering APO/VPV; Depersonalisering van de gerechtelijke gegevens in de dagverslagen van de politie; Toezicht op de Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie van de Federale Politie; Motorbendes – Actualisering van omzendbrief COL 9/1998 – Initiatief van het Federaal Parket; Toegang voor de magistraten tot het portaal van de Federale Politie en toegang voor de politieambtenaren tot Omptranet – Oprichting van een werkgroep; Hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie: “UAB”/Leefmilieupolitie (Waals Gewest); Activiteiten van A. Leriche; Evaluatie van de ‘Octopus-hervorming’ van de politie; ANG – Voortzetting en afronding van de activiteiten van de werkgroep “Artikel 44”; Vragenlijst t.a.v. de magistraten van het openbaar ministerie en de onderzoeksrechters m.b.t. de kwaliteit van de PV’s; Drieledige gerechtelijke identificatie – Wijziging van het voorblad van de processenverbaal van de politiediensten – Stand van zaken; Verslaggeving van A. Leriche m.b.t. de vooruitgang van de werkgroep die instaat voor de opmaak van een handboek voor de afstapping op plaatsen waar significante misdrijven werden gepleegd; Rationalisering van de instroom van de PV’s naar het openbaar ministerie – Codering in de ANG en geïnformatiseerde verzending aan de parketten; Initiatieven op gebied van wetenschappelijke politie: K.B. m.b.t. de Technische en Wetenschappelijke Politie, DNA, biometrie, gebruik van de ‘Blue check’, verwerking van de dactyloscopische fiches van verdachte en niet-verdachte personen in de APFISdatabank; ‘VICLAS’ (expertendatabank voor het opsporen van verbanden tussen gewelds- en seksuele delicten); Anonimiteit van de verbalisanten (herinnering aan de laatste initiatieven van het parketgeneraal Antwerpen); ISLP – Eenvormig platform – Stand van zaken; Heropstart van de werkgroep die moet nagaan of het opportuun is dat de magistraten van het openbaar ministerie en de onderzoeksrechters het portaal van de Federale Politie kunnen raadplegen; Opvolging van verdwenen minderjarigen – In aanmerking nemen van het adres van ofwel de instelling voor bijzondere jeugdzorg ofwel van de woonplaats van de ouders; Artikel 5 van het Wetboek van Strafvordering – Verklaring van benadeelde persoon – Geïnformatiseerde verwerking van de formulieren zonder verhoor op het commissariaat; Laterale ondersteuning tussen de politiezones en rol van de Dirco; Moeilijkheden die door de burgers worden ondervonden om een klacht door de politie te laten optekenen; ‘BVS-project’, dat tot ‘CHECDOC’ werd omgedoopt – Stand van zaken; Samenstelling van het coördinatieteam van het expertisenetwerk.
77
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
2. Overlegvergaderingen tussen het College van Procureurs-generaal en de Federale Politie De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Politie” heeft de overlegvergaderingen tussen het College van Procureurs-generaal en de vertegenwoordigers van de Federale Politie, gestructureerd op twee niveaus, voorbereid en bijgewoond, die op 22 oktober 2008 en 14 mei 2009 werden georganiseerd. Behandelde onderwerpen In het kader van deze overlegvergaderingen werden volgende aangelegenheden behandeld, waarvan sommige ook reeds door het expertisenetwerk “Politie werden besproken: -
Anonimiteit van de verbalisanten; Kwaliteit van de processen-verbaal; Portaal – Omptranet; Drieledige gerechtelijke identificatie; Afstapping ter plaatse; Bezorgen van informatie aan het NMBS-personeel; Ontwerp van uitvoerings-KB bij artikel 44/4 van de wet op het politieambt – Laatste stand van zaken; Gerechtskosten – Takelkosten; Alternatieve maatregelen; Evaluatie van 10 jaar ‘Octopus-hervorming’ van de politie; NVP 2008-2011 – Opvolging; Ontwerp van DNA-wet; Artikel 44/1 WPA; ‘Livescan’; Toepassing van de wapenwet; Voorstelling van een testfilm i.v.m. het Detachement Luchtondersteuning; Budget 2009 van de politie; Omzendbrief i.v.m. de afstapping op plaatsten waar significante misdrijven werden gepleegd; Rationalisering van de instroom van de PV’s naar het openbaar ministerie; Technische en Wetenschappelijke Politie: K.B. m.b.t. de TWP, DNA, biometrie, gebruik van de ‘Blue check’; Omzendbrief ‘VICLAS’ (expertendatabank voor het opsporen van verbanden tussen gewelds- en seksuele delicten); ISLP; Toegang voor de magistraten tot het portaal van de Federale Politie en toegang voor de politieambtenaren tot Omptranet; Verdwijningen – Seining en opvolging van het dossier; Artikel 5 van het Wetboek van Strafvordering – Verklaring van benadeelde persoon; Verzoek dat door een ontvangstkantoor der domeinen en/of penale geldboeten aan de Lokale Politie werd gericht met het oog op een solvabiliteitsonderzoek; Reflectiedocument over de toepassing van het functioneringsmodel DGJ op de samenwerking tussen het Federaal Parket en de centrale directies van de Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie van de Federale Politie.
3. Wetenschappelijke Politie De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Politie” werd door het College belast met de supervisie van de activiteiten van de wetenschappelijke adviseur van het College. In dit kader werd op 30 december 2008 vergaderd en werden heel wat e-mails uitgewisseld.
78
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De hoofdcoördinator heeft ook deelgenomen aan andere vergaderingen die aan de Wetenschappelijke en Technische Politie werden gewijd (5 en 15 januari en 18 en 27 maart 2009). 4. Vertegenwoordiging van het College op externe vergaderingen deelname van leden van het netwerk aan werkgroepen
en/of
Werkgroep “Artikel 44 van de wet op het politieambt” Er werd vergaderd op 27 februari en 23 april 2009. Interactie van werkgroep “B3”, die zich wijdt aan de strijd tegen de gerechtelijke achterstand, en het expertisenetwerk “Politie” Tijdens de vergadering van 8 oktober 2007 had het expertisenetwerk “Strafrechtelijk Beleid en Strafrechtspleging” de wens geuit dat de hoofdcoördinator van het netwerk “Politie” zou deelnemen aan werkgroep “B3”, aangezien één van de krachtlijnen uit het draaiboek voor de strijd tegen de gerechtelijke achterstand bestond in het invoeren van een nieuwe doorgedreven vorm van samenwerking tussen het openbaar ministerie en de politie. In 2009 heeft werkgroep “B3” vergaderd op 30 maart 2009 en de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Politie” heeft eveneens aan deze vergadering deelgenomen. Federale Politieraad De hoofdcoördinator van het netwerk heeft eveneens op volgende data deelgenomen aan de vergaderingen van de Federale Politieraad: -
2 september 2008 7 oktober 2008 21 oktober 2008 18 november 2008 27 november 2008 23 december 2008 6 januari 2009 17 februari 2009 10 maart 2009 31 maart 2009 21 april 2009 27 april 2009 29 juni 2009
Al deze vergaderingen werden gewijd aan de evaluatie van 10 jaar politiehervorming. Tijdens de vergadering van 29 juni 2009 werden eveneens volgende aangelegenheden besproken: -
Reacties op het evaluatierapport; Vereenvoudiging van de administratieve politietaken (op basis van het voorrapport van de FOD Binnenlandse Zaken); Opdrachtbrief van de voorzitter van de Federale Politieraad/akkoordnota; Eerste bespreking van de toekomstvisie op de politie. Vergaderingen m.b.t. het wetsontwerp en het ontwerp-KB inzake DNA
De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Politie” nam op volgende data eveneens aan tien vergaderingen deel:
79
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
-
8 oktober 2008 16 oktober 2008 20 november 2008 10 december 2008 8 januari 2009 28 januari 2009 23 februari 2009 13 maart 2009 26 mei 2009 22 juni 2009 Vergaderingen m.b.t. het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011
De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk nam op 23 september 2008 en 29 juni 2009 deel aan twee vergaderingen die aan deze aangelegenheid werden gewijd. Vergaderingen van de hoofdcoördinatoren van de expertisenetwerken De hoofdcoördinator woonde de vergaderingen van 14 oktober 2008 en 27 mei 2009 bij. 5. Vergaderingen tussen het parket-generaal Bergen, de directeur-generaal van de Gerechtelijke Politie en de DirJuds van het rechtsgebied van het hof van beroep Bergen Voorbereidende vergadering De hoofdcoördinator van het expertisenetwerk nam op 16 december 2008 aan een voorbereidende vergadering deel. Halfjaarlijkse vergaderingen In de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 werden op 16 december 2008 en 10 juni 2009 twee dergelijke vergaderingen georganiseerd. 6. Vergaderingen met het Federaal Parket met het oog op de coördinatie van het optreden van het College van Procureurs-generaal en het Federaal Parket op gebied van politieaangelegenheden De hoofdcoördinator nam deel aan drie vergaderingen, die respectievelijk op 17 september 2008, 6 november 2008 en 13 maart 2009 werden georganiseerd. HOOFDSTUK 6 – CREATIE VAN DE “GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNINGSDIENST VOOR HET OPENBAAR MINISTERIE”
1. Vergaderingen gewijd aan de creatie van een ondersteuningsdienst voor het openbaar ministerie
gemeenschappelijke
20 januari 2008: vergadering beleidscel en Directoraat-generaal Rechterlijke Orde 1 juli 2008: vergadering beleidscel 29 juli 2008: vergadering beleidscel 3 september 2008: vergadering beleidscel 23 oktober 2008: vergadering beleidscel en Directoraat-generaal Rechterlijke Orde 9 december 2008: vergadering werkgroep “B1”
80
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
16 december 2008: vergadering beleidscel en Directoraat-generaal Rechterlijke Orde 14 april 2009: voorstelling van de werking van de steundienst aan de minister van Justitie 10 juli 2009: vergadering beleidscel. 2. Behandelde onderwerpen De historiek van de omvorming van het huidige Secretariaat van het College van Procureursgeneraal, zoals bepaald in artikel 5 van de wet van 25 april 2007, tot een gemeenschappelijke ondersteuningsdienst voor het openbaar ministerie werd reeds behandeld in het jaarverslag 2007-2008 van het College. Door deze wet werd het Secretariaat van het College in feite afgeschaft en werd voorzien in de inrichting van een nieuwe dienst. In de loop van de zomer 2008 werden binnen een werkgroep van de beleidscel van toenmalig minister J. Vandeurzen de voorstellen van de werkgroep “B1” besproken en nader ingevuld. De beleidscel stelde op basis van de tekst een organigram voor dat het vertrekpunt zou worden voor de voorbereiding van het koninklijk besluit. Vanaf september 2008 werden verschillende voorbereidende vergaderingen gehouden op het niveau van de beleidscel, in aanwezigheid van het Directoraat-generaal Rechterlijke Orde en twee afgevaardigden van het College, de advocaten-generaal Luc Van Ausloos namens de voorzitter en Patrick Vandenbruwaene namens de procureur-generaal te Antwerpen, portefeuillehouder. De gesprekken vorderden op een dusdanige manier dat het O.M. durfde te verhopen dat eindelijk een organieke verankering tot stand zou worden gebracht van de initiatieven en instrumenten die het in eigen beheer had ontwikkeld. De nodige budgetten werden vrijgemaakt en er werd een voorontwerp van koninklijk besluit door de werkgroep opgesteld waarbij, t.g.v. de budgettaire beperkingen, voorzien werd in een gefaseerde oprichting. Nadat de vereiste adviezen werden ontvangen, werd als streefdatum voor de inwerkingtreding medio 2009 vooropgesteld. De beleidscel van de nieuwe minister van Justitie Stefaan De Clerck heeft de draad in dit project echter nooit weer opgenomen en heeft het overleg gestaakt. De minister van Justitie wenst immers de ontwikkeling van de steundienst voor het openbaar ministerie te koppelen aan en op te nemen in de globale hertekening van het gerechtelijk landschap. Zijn visietekst maakt duidelijk dat het belang van de opdrachten van het College van Procureurs-generaal voor de goede werking van het openbaar ministerie en de uitwerking van het strafrechtelijk beleid enerzijds erkend wordt, maar dat anderzijds alle inmiddels binnen het openbaar ministerie ontwikkelde instrumenten zoals statistiek, werklastmeting, kwaliteit en beleidscyclus overgeheveld zullen worden naar de centrale beheersdienst van de FOD Justitie. Het College en de Raden zouden enkel nog over ‘juridische ondersteuning’ kunnen beschikken. Het openbaar ministerie heeft de minister in verschillende adviezen meermaals gewezen op de noodzaak tot oprichting van de steundienst, die zoals gezegd in overleg met de beleidscel van minister J. Vandeurzen gestalte begon te krijgen. De niet-uitvoering van artikel 5 van de wet van 25 april 2007 of het langer uitblijven ervan zal immers in zeer sterke mate het functioneren van de beleidsorganen van het openbaar ministerie hypothekeren en het strafrechtelijk beleid ernstig in gevaar brengen, hoewel een goed functionerende ondersteuningsdienst van het openbaar ministerie een krachtig wapen is
81
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
voor het uitzetten van een strafrechtelijk beleid en een efficiënt werkende organisatie waardoor inkomsten voor de Staat kunnen gegenereerd worden. Tot slot kan verwezen worden naar een arrest van het EHRM van 10 juli 2008, waarin werd beslist dat de Franse ‘Procureur de la République’ geen gerechtelijke autoriteit is omdat hij onafhankelijkheid mist, inzonderheid ten aanzien van de uitvoerende macht. Het lijkt er dus op dat in België, t.g.v. de beleids- en beheersplanning van de huidige beleidscel, het College van Procureurs-generaal exact dezelfde weg zal opgaan. 3. Adviezen Presentatie van 14 april 2009 te Antwerpen t.b.v. de minister van Justitie. Advies van 17 september 2009 en advies van 17 november 2009 inzake de samenwerkingsverbanden.
HOOFDSTUK 7 – INFORMATISERING RECHTSHULP IN STRAFZAKEN – ‘HERMES’
De doelstelling van het Hermes-systeem bestaat erin de rechtshulpverzoeken in strafzaken te uniformeren en te vereenvoudigen. De ontwikkeling van dit systeem werd aan het Secretariaat van het College toevertrouwd, dat hiervoor ondersteuning kreeg van een juriste van het Federaal Parket en een informaticus van het parket-generaal Gent. De creatie en de codering van de applicatie op Omptranet werden in september 2008 afgerond. Het systeem werd op 13 november 2008 aan de leden van het expertisenetwerk “Informatiehuishouding van het openbaar ministerie” voorgesteld en vervolgens n.a.v. de interne vergadering van 28 november 2008 aan het College van Procureurs-generaal. Er werd tijdens deze vergadering overeengekomen dat het Federaal Parket de applicatie gedurende een testperiode zou uitproberen alvorens ze voor alle magistraten open te stellen. Hermes werd op 7 januari 2009 ook op het Federaal Parket voorgesteld. Op 6 maart 2009 werd eveneens een presentatie van het systeem gegeven aan de verbindingsofficieren die op die dag op het Federaal Parket in vergadering waren. HOOFDSTUK 8 – LOGO EN HUISSTIJL VOOR HET OPENBAAR MINISTERIE
1. Het openbaar ministerie telt ruim 3.000 leden (magistraten en parketpersoneel) en is als dusdanig - of zou dat dienen te zijn - een herkenbaar onderdeel van het gerechtelijke landschap. Tot op heden is er echter nooit sprake geweest van een eigen huisstijl voor het openbaar ministerie, wel integendeel. De in te voeren uniforme huisstijl dient daarom de nieuwe dynamiek te benadrukken, zowel intern binnen de organisatie als extern t.a.v. de burger. Deze huisstijl dient het openbaar ministerie ook de uitstraling te geven van een open en eigentijdse organisatie. Deze idee vindt onder meer haar grondslag in het beleidsplan van het openbaar ministerie van 21 juni 2007 (zie hoofdstuk 3: het communicatieplan en de ondersteuning van het openbaar ministerie).
82
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Het College van Procureurs-generaal heeft daarom zelf ten aanzien van de minister van Justitie het voorstel gelanceerd een eigen huisstijl te ontwikkelen, vanuit de idee dat het openbaar ministerie zich ook visueel naar de buitenwereld toe als één geheel 4 dient te kunnen manifesteren. Deze gedachte (de creatie van een visuele identiteit en dus een gemeenschappelijke huisstijl van het openbaar ministerie) werd sinds 2008 ondersteund door de opeenvolgende ministers van Justitie. Hiertoe volstaat het te verwijzen naar: - de vergaderingen van het College van Procureurs-generaal onder het voorzitterschap van de minister van Justitie van 18 juli 2008, 26 september 2008 en 12 december 2008; - de actieve deelname van een lid van de beleidscel van de minister van Justitie aan het begeleidingscomité van het ‘Project huisstijl’ van 18 december 2008, 20 maart 2009 en 4 mei 2009. Verder, en dit is zeker niet onbelangrijk, moet worden opgemerkt dat het openbaar ministerie volledig in eigen beheer, en zonder dat dit enige budgettaire impact heeft gehad (met andere woorden: geheel gratis) een eigen logo heeft laten ontwikkelen, dat binnen het openbaar ministerie en ook vanwege de minister de goedkeuring heeft verkregen. Het logo, dat slechts recent werd ontwikkeld, werd bewust nog niet aan de openbaarheid prijsgegeven. Vooreerst dient immers vermeden te worden dat sommige entiteiten binnen het openbaar ministerie reeds in briefwisseling of op naamkaartjes van dit logo gebruik zouden beginnen te maken, zonder dat daarbij de gemeenschappelijke huisstijl wordt gerespecteerd. Dit zou leiden tot nodeloze kosten en zou de uniformering niet ten goede komen. Bovendien gebeurt het lanceren van één logo en één huisstijl best in één en dezelfde beweging, omdat zo de vernieuwde dynamiek het best gestalte kan worden gegeven. 2. Het begeleidingscomité ‘Huisstijl van het openbaar ministerie’ Voor het project ‘Logo en huisstijl voor het openbaar ministerie’ werd een ad-hocstuurgroep gecreëerd waarin naast de vertegenwoordiger van de minister en vertegenwoordigers van de FOD Justitie, ook vertegenwoordigers van het College, van de Raden van Procureurs des Konings, Arbeidsauditeurs en Hoofdsecretarissen, van het C.O.I.V. en het Federaal Parket aan de werkzaamheden deelnamen. Dit begeleidingscomité kwam samen op 18 december 2008, 20 maart 2009 en 4 mei 2009. De technische details werden uitgewerkt in drie subwerkgroepen van deze werkgroep: De subwerkgroepen “Inhoud” en “Communicatiedragers” kwamen telkens samen op 2 en 21 april 2009. De subwerkgroep “ICT” (i.s.m. de Stafdienst ICT) vergaderde op 20 april. Te noteren valt dat ook in deze verschillende werkgroepen steeds vertegenwoordigers aanwezig waren van zowel de auditoraten, de parketten, de auditoraten-generaal en de parketten bij de hoven van beroep, het C.O.I.V. en het Federaal Parket, zodat een zo breed mogelijk draagvlak werd gecreëerd waardoor de bereikte resultaten zouden voldoen voor alle geledingen van het openbaar ministerie. De werkzaamheden van de verschillende subwerkgroepen, de projectfiche en het ontwerp van bijzonder bestek werden op 4 mei 2009 door het begeleidingscomité gevalideerd. Nadien werd het verdere verloop van het project op 14 mei 2009 door het College van Procureursgeneraal goedgekeurd.
4
Dus als afzonderlijk gedeelte van de zetel, van de FOD Justitie en de afdelingen ervan, als medeparticipant in het gerechtelijk landschap.
83
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De projectfiche ‘Huisstijl openbaar ministerie’ werd uiteindelijk op 20 mei 2009 goedgekeurd door het Directiecomité van de FOD Justitie. Vanaf dan werd gewerkt aan de praktische realisatie ervan: het opstellen van het dossier voor de Inspectie Financiën en de administratieve verwerking van een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Nog vóór 7 december 2009 zouden uiteindelijk de kredieten voor dit project definitief kunnen worden vastgelegd. Het past hier te vermelden dat aan de projectverantwoordelijke ‘huisstijl openbaar ministerie’ een onmisbare bijstand werd geleverd door de diensten van de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Justitie (Cel PMO en Cel Communicatie), evenals door de Dienst Budget en Beheerscontrole. 3. ‘Opportunities’ bij het project ‘huisstijl van het openbaar ministerie’ Aan het project ‘huisstijl van het openbaar ministerie’ is een aspect verbonden dat aanvankelijk niet als dusdanig in de ‘scoop’ was voorzien, maar thans een wezenlijke meerwaarde voor het project betekent. Naar aanleiding van het project ‘huisstijl’ werd immers binnen de subwerkgroepen de idee naar voren geschoven de diverse ‘formulieren’ (automatisch gegenereerde briefwisseling) die binnen de diverse informaticasystemen 5 worden gebruikt, te uniformeren: indien wordt gestreefd naar een grafische uniformering van de gegenereerde formulieren, dan ligt het voor de hand dat ook op het inhoudelijke vlak deze formulieren kunnen worden geüniformeerd, kunnen worden gecheckt op modern en begrijpelijk taalgebruik enz. Deze ontwikkeling zal bovendien op termijn voor de Stafdienst ICT van de FOD Justitie leiden tot een betere beheersbaarheid van de aangevraagde lay-outwijzigingen in de hiervoor vermelde informaticasystemen, en meteen ook tot een beperking van de kosten voor het onderhoud. Tijdens de vergadering van 12 november 2009 keurde het College van Procureurs-generaal dan ook het voorstel goed te starten met de uniformering van de diverse formulieren binnen de applicaties. Nu het project ‘huisstijl voor het openbaar ministerie’ en het bijzonder bestek werden goedgekeurd door respectievelijk het Directiecomité van de FOD Justitie en de inspecteur van Financiën, diende het project verder te worden uitgewerkt. Een eerste stap daarbij bestond in de selectie van een grafisch bureau dat de huisstijl verder vorm zou geven. Deze selectie gebeurde vóór het einde van het kalenderjaar 2009. Daarnaast zal ook de nog niet op internet geplaatste internetsite van het openbaar ministerie aan de nieuwe huisstijl worden aangepast. De FOD Justitie werd verzocht de nodige webruimte te willen reserveren op één van de webservers van de FOD Justitie om zo ook dit project, dat volledig binnen het openbaar ministerie zelf wordt ontwikkeld, te laten slagen.
5
Mammoet/Mach, REA/TPI, PAGE, PJP.
84
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL III. OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL
85
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 1 – VERGADERINGEN
1. De maandelijkse vergaderingen van het College van Procureurs-generaal Het College van Procureurs-generaal kwam tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 met toepassing van artikel 143bis, §5 Ger.w. tien maal samen. Deze vergaderingen vonden onder het voorzitterschap van de procureur-generaal te Bergen plaats op 26 september, 7 november en 28 november 2008, en op 15 januari, 19 februari, 19 maart, 27 april, 14 mei, 18 juni en 10 juli 2009. De federale procureur nam telkens deel aan de vergaderingen van het College, behalve wanneer de evaluatie van het Federaal Parket werd besproken of wanneer het hoorzittingen en beraadslagingen over de kandidaten voor het ambt van federaal magistraat betrof. Op 27 mei 2009 vond overleg plaats tussen de hoofdcoördinatoren van de expertisenetwerken en de leden van het College met het oog op de coherente werking van de netwerken en het College. Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 heeft het College ook enkele ontmoetingen georganiseerd met vertegenwoordigers van partners van het openbaar ministerie: •
Op 2 februari en 11 juni 2009 vonden overlegvergaderingen plaats tussen het College van Procureurs-generaal en het College van Eerste Voorzitters bij de Hoven van Beroep.
•
Op 2 februari 2009 ontmoette het College de vertegenwoordigers van de Hoge Raad voor de Justitie.
2. De vergaderingen van het College van Procureurs-generaal onder het voorzitterschap van de minister van Justitie Het College kwam zeven keer samen onder het voorzitterschap van de minister van Justitie. Deze vergaderingen vonden plaats op 26 september, 7 november en 12 december 2008, en op 6 maart, 30 april, 4 juni en 10 juli 2009. Deze vergaderingen werden, naast de minister, het College en de federale procureur, ook bijgewoond door de kabinetschef en adviseurs van de minister. Sommige vergaderingen werden tevens bijgewoond door de voorzitters van de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs, de voorzitter van het Directiecomité van de FOD Justitie, de directeurgeneraal van het Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden, de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Rechterlijke Orde en de adviseur-generaal voor het strafrechtelijk beleid. Daarnaast organiseerde het College op 14 april 2009 ten behoeve van de minister van Justitie een informatiesessie over de modernisering en evolutie van het openbaar ministerie.
86
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
3. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Procureurs des Konings De verhouding tussen het College van Procureurs-generaal en de Raad van Procureurs des Konings wordt in hoofdzaak geregeld door artikel 150bis van het Ger.w 6. Het College en het Bureau van deze Raad komen op geregelde tijdstippen bijeen teneinde overleg te plegen “over de harmonisatie en uniforme toepassing van de regels en over elke zaak die verband houdt met de opdrachten van het openbaar ministerie” 7. In de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 vonden deze overlegvergaderingen plaats op 19 februari en 18 juni 2009. 4. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en het Bureau van de Raad van Arbeidsauditeurs De verhouding tussen het College van Procureurs-generaal en de Raad van Arbeidsauditeurs wordt in hoofdzaak geregeld door artikel 152bis van het Ger.w 8. Het College en het Bureau van deze Raad komen op geregelde tijdstippen bijeen teneinde overleg te plegen “over de harmonisatie en uniforme toepassing van de regels en over elke zaak die verband houdt met de opdrachten van de arbeidsauditoraten” 9. In de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 vond op 19 maart 2009 een dergelijke overlegvergadering plaats. 5. Het overleg tussen het College van Procureurs-generaal en de commissarisgeneraal van de Federale Politie
Op regelmatige basis vindt overleg plaats tussen het College van Procureurs-generaal, de federale procureur en de commissaris-generaal (en de directeurs-generaal) van de Federale Politie. Dit overleg heeft voornamelijk tot doel om op basis van informatie-uitwisseling de beleidsmatige initiatieven van politie en magistratuur op elkaar af te stemmen. Dit jaar vond dit overleg plaats op 22 oktober 2008 en op 14 mei 2009.
6 7 8 9
Ingevoegd bij artikel 12 van de wet van 22 december 1998 (B.S. 10 februari 1999). Artikel 150bis, tweede lid Ger.w. Ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 12 april 2004 (B.S. 5 mei 2004). Artikel 152bis, tweede lid Ger.w.
87
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 2 – OMZENDBRIEVEN
Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 heeft het College van Procureurs-generaal, op grond van artikel 143bis §2,1° Ger. w., volgende omzendbrieven (“COL”) verspreid: Nr
Datum
Onderwerp
COL 7/2008
07/11/2008
Addendum aan COL 12/2006 betreffende de gijzeling – tiger kidnapping
COL 8/2008
07/11/2008
Omzendbrief inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel
COL 9/2008
07/11/2008
Gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal inzake de verbindingsmagistraat
COL 1/2009
15/01/2009
Het vervolgingsbeleid inzake inbreuken op de drugswetgeving die worden gepleegd aan de ingang van en binnen de penitentiaire inrichtingen
COL 2/2009
19/02/2009
Omzendbrief inzake de toepassing van de wet van 15 mei 2007 betreffende de bestraffing van namaak en piraterij van intellectuele-eigendomsrechten (B.S. 18.07.2007)
COL 3/2009
06/03/2009
Gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal betreffende de proactieve recherche
COL 4/2009
27/04/2009
Tweede addendum aan COL 13/2006 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden – Wijziging wettigheidscontrole Kamer van inbeschuldigingstelling – Wet van 16 januari 2009 – Arrest Grondwettelijk Hof
COL 5/2009
27/04/2009
Gebruik van eenvormige attesten van klachtneerlegging, richtlijnen inzake de overhandiging van deze attesten door de politiediensten en wijziging van de COL 8/2005 (A.P.O/V.P.V.)
COL 6/2009
14/05/2009
Criminele motorbendes
COL 7/2009
18/06/2009
Verkeersrecht – Verkeersongevallen met louter stoffelijke schade
COL 8/2009
18/06/2009
Wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens
COL 9/2009
18/06/2009
Addendum aan de gemeenschappelijke omzendbrief van de minister van Justitie en het College van Procureurs-generaal 5/2002 betreffende het Federaal Parket – Modaliteiten van samenwerking tussen het Federaal Parket en de centrale directies van de Algemene Directie van de Gerechtelijke Politie van de Federale Politie
88
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 3 – ADVIEZEN
Gedurende het gerechtelijk jaar 2008-2009 werd in volgende materies advies uitgebracht aan de minister van Justitie: Betekening in strafzaken – Advies i.v.m. de wetsvoorstellen DOC 52/163/1 en DOC 52/1211/1 Toepassing van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt bij een medische expertise in het kader van een strafprocedure Advies m.b.t. een persartikel getiteld ‘Les juges du travail prêts à la grève’ Grondig maatschappelijk onderzoek op basis van artikel 348-11 van het Burgerlijk Wetboek (adoptie) Vermelding in de strafregisters van de veroordelingen tot een werkstraf Speekseltest – Sturen onder invloed van drugs Strijd tegen de fiscale en sociale fraude Gebruik van ‘cell boxen’ door de Spoorwegpolitie Storting van 115 miljoen euro door het C.O.I.V. aan de Deposito- en Consignatiekas Wetsvoorstel tot wijziging van artikel 31 van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken Schouwartsen Voorontwerp van wet tot wijziging van de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid Investeringen voorgesteld door de geïntegreerde politie in het kader van het Verkeersveiligheidsfonds 2009 Wetsvoorstel tot wijziging van het K.B. van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg wat de maximumsnelheid betreft (S. 4-1262) Problemen met Mobistar i.v.m. de telefoontap (Federal Computer Crime Unit) Toegang tot de tabellen van REA/TPI en ‘Dumbo’.
89
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 4 – PARLEMENTAIRE VRAGEN
1. Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 stond het College van Procureurs-generaal samen met de federale procureur in voor het verzamelen – ten behoeve van de minister van Justitie – van de elementen van antwoord op 365 parlementaire vragen (187 mondelinge – 178 schriftelijke). Dit is meer dan het dubbele van het vorige gerechtelijk jaar (176). Jaarlijks wordt een verdubbeling van het aantal door het College behandelde parlementaire vragen vastgesteld (82 in 2006-2007; 176 in 2007-2008; 365 in 2008-2009). Het Secretariaat stuurde met toepassing van het K.B. van 6 mei 1997 betreffende de specifieke taken van de leden van het College aan de procureurs-generaal te Antwerpen, Brussel, Gent, Bergen en Luik respectievelijk 78, 104, 50, 68 en 65 vragen ter beantwoording door. De vragen van de parlementsleden werden systematisch ter beoordeling voorgelegd aan de coördinatoren van de statistisch analisten bij het College. Voor 139 van deze vragen hebben zij dan ook een advies opgesteld voor de bevoegde procureur-generaal waarin zij telkens toelichtten of zij al dan niet statistische gegevens konden aanleveren of extracties uitvoeren. Voor 35 van deze parlementaire vragen hebben de statistisch analisten de nodige cijfergegevens ter beantwoording van de vraag aangereikt. 2. Meer dan een derde van de beantwoorde vragen had betrekking op materies als economische, financiële, fiscale en handelsmisdrijven (25), de rechtspleging (23 – waarvan 12 i.v.m. de motivering van het arrest in assisenzaken), verdovende middelen (22), wegverkeer en verkeersveiligheid (21), jeugdbescherming en familiezaken (o.m. bezoekrecht grootouders voor kleinkinderen (19)) en terrorisme (15). Vragen in verband met leefmilieu en stedenbouw (8), sociale fraude (5), mensenhandel (4), racisme (3) en dierenmishandeling (4) kwamen ook meermaals aan bod, naast vragen over specifieke fenomenen als stadsbendes en steekpartijen (8), gedwongen en schijnhuwelijken (5) en genitale verminking (5). 3. Het spreekt voor zich dat het College van Procureurs-generaal alles in het werk stelt om de elementen van antwoord binnen de kortst mogelijke tijd aan de minister mee te delen. Het Secretariaat van het College tracht hierin een coördinerende rol te spelen. Daarom werd tijdens dit gerechtelijk jaar op initiatief van het Secretariaat een werkgroep opgericht, die is samengesteld uit vertegenwoordigers van de beleidscel van de minister van Justitie Vandeurzen, het College van Procureurs-generaal en het Secretariaat, de Cel Parlementaire vragen van de FOD Justitie, de D.S.B., het DGWL, het DGRO en de statistisch analisten-coördinatoren bij het College, met het oog op het opstellen van een vademecum voor de behandeling van de parlementaire vragen. A.h.v. dit vademecum is het de bedoeling te beschrijven welke dienst voor het beantwoorden van welk soort vragen bevoegd is, evenals de interne organisatie van deze verschillende diensten en de procedures die zij hierbij volgen.
90
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
4. Het Secretariaat heeft ook het initiatief genomen om een gedeelte van zijn bestaande databank (die op 31.10.2009 meer dan 1200 parlementaire vragen bevatte die sedert 1.1.1998 werden behandeld) voor het beheer van parlementaire vragen naar Omptranet over te hevelen. Zo werden alle parlementaire vragen die sedert 1 januari 2009 aan de minister van Justitie werden gesteld en waarvan het aanleveren van de elementen van antwoord aan het College van Procureurs-generaal werd toevertrouwd, ingevoerd in de applicatie die speciaal voor het beheer, de behandeling en de opvolging ervan op Omptranet werd gecreëerd. Vanaf volgend gerechtelijk jaar zal deze databank door alle procureurs-generaal, de documentatiediensten van de parketten-generaal en de beleidscel van de minister van Justitie kunnen worden geraadpleegd. Alle nieuwe parlementaire vragen worden systematisch in dit nieuwe programma ingevoerd. Deze gegevensbank bevat het nummer, de datum van de vraag, de naam van de parlementair, de materie waarover de vraag handelt, de beschrijving van de vraag en ook of al dan niet het advies van de statistisch analisten bij het College werd gevraagd i.v.m. het verstrekken van statistische gegevens ter beantwoording. Bovendien kunnen alle bijhorende documenten (de parlementaire vraag, het advies van de statistisch analisten-coördinatoren, de eventuele analyses en/of extracties van de statistisch analisten, het antwoord van de bevoegde procureur-generaal en het antwoord van de minister van Justitie aan het parlement) via deze gegevensbank worden geraadpleegd. De overzichtslijst van alle parlementaire vragen die gedurende dit gerechtelijk jaar werden behandeld, werd als bijlage bij dit jaarverslag gevoegd. (cf. bijlage 1)
91
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL IV. BETREKKINGEN MET HET FEDERAAL PARKET
92
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 1 – KANDIDATEN VOOR HET AMBT VAN FEDERAAL MAGISTRAAT DIE DOOR HET COLLEGE WERDEN GEHOORD
In het Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2008 werd een vacature bekendgemaakt voor het ambt van federaal magistraat. De kandidaat werd op 12 december 2008 door het College van Procureurs-generaal gehoord. Op 15 december 2008 zond het College, overeenkomstig artikel 259sexies Ger.w., het gemotiveerde advies over de kandidaat toe aan de minister van Justitie.
HOOFDSTUK 2 – EVALUATIE VAN DE FEDERALE PROCUREUR EN DE WERKING VAN HET FEDERAAL PARKET
Artikel 143bis, §3, lid 3 van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt dat het College van Procureursgeneraal – op basis van onder meer de rapporten van de federale procureur en nadat deze werd gehoord – de wijze waarop de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid door de federale procureur worden uitgevoerd, de wijze waarop deze zijn bevoegdheden uitoefent en de werking van het Federaal Parket evalueert. Het College nam kennis van het recentste activiteitenverslag van het Federaal Parket over de periode van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2009 en hoorde de federale procureur hieromtrent op zijn vergaderingen van 11 juni 2009 en 22 juni 2010. Bij brief van de voorzitter van het College van 25 juni 2010 werd het evaluatieverslag over de federale procureur en de werking van het Federaal Parket aan de minister van Justitie toegezonden. Dit verslag wordt, overeenkomstig artikel 143bis §3, lid 3 Ger.w., als bijlage bij dit jaarrapport gevoegd. (cf. bijlage 2)
93
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL V. BETREKKINGEN MET EUROJUST
94
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
1. Artikel 9 van de wet van 21 juni 2004 tot omzetting van het besluit van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken, bepaalt dat het College van Procureurs-generaal het Belgische lid bij Eurojust evalueert. Deze evaluatie gebeurt onder andere op grond van de verslagen van het Belgische lid en na betrokkene te hebben gehoord, en wordt opgenomen in het jaarverslag van het College van Procureurs-generaal. Het Belgische lid, mevrouw Michèle Coninsx, werd gehoord op de vergadering van het College van Procureurs-generaal van 8 januari 2010 waarbij zij een degelijk en bevattelijk overzicht gegeven heeft van haar veelvuldige activiteiten. 2. Overeenkomstig voornoemde wet en de richtlijnen uit omzendbrief COL 15/2004 betreffende Eurojust moet het Belgische lid van Eurojust tweemaandelijks een activiteitenverslag over de werkzaamheden binnen Eurojust voorleggen en dient de federale procureur in kennis te worden gesteld van alle gegevens die belangrijk zijn voor de opsporingen of vervolgingen die het openbaar ministerie in België instelt. Zoals de vorige jaren reeds het geval was, kan opnieuw slechts vastgesteld worden dat mevrouw Coninsx correct, volledig en tijdig voldoet aan deze rapportage- en kennisgevingsplicht. Daarenboven ontvangt de procureur-generaal te Gent, die bevoegd is voor de internationale samenwerking, automatisch kopie van de correspondentie in het kader van operationele dossiers tussen het Belgisch lid bij Eurojust en, via het Federaal Parket, de Belgische gerechtelijke overheden. Ook in dit verband dient vastgesteld dat mevrouw Coninsx frequent en op een hoogstaande manier tussenkomt in Belgische dossiers met een internationale context. Ten slotte zijn er ook de persoonlijke contacten met mevrouw Coninsx in de nationale overleggroep “Internationale samenwerking in strafzaken”, waar de acties en de werking van Eurojust stelselmatig op de agenda staan en waar zij steeds een duidelijke samenvatting geeft van haar activiteiten, en zijn er de rechtstreekse contacten met het Federaal Parket in concrete dossiers, zowel via briefwisseling als via vergaderingen in Den Haag. 3. Op basis van deze diverse beoordelingselementen evalueert het College van Procureursgeneraal de wijze waarop mevrouw Coninsx de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid uitvoert en zij haar bevoegdheden uitoefent, met inachtneming van de taken en doelstellingen van Eurojust, in de lijn van de vorige evaluaties als positief. In het bijzonder wordt erop gewezen dat: zij een grote inzet en werkbereidheid vertoont, wat echt noodzakelijk is bij Eurojust waar soms 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 dient te worden gewerkt; zij getuigt van soepelheid en collegialiteit, zodat zij goed kan samenwerken in het College van Eurojust;
95
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
zij een goede kennis heeft van de nationale en internationale regelgeving met betrekking tot de grensoverschrijdende samenwerking in strafzaken, in het bijzonder binnen de Europese Unie, alsook uiteraard deze met betrekking tot Eurojust; zij over een zeer goede meertalenkennis beschikt en zeer gedreven en efficiënt is, hetgeen blijkt uit, enerzijds, de strategische & coördinatievergaderingen die zij goed voorbereidt en leidt, en, anderzijds, uit haar directe tussenkomsten in operationele dossiers (zoals het faciliteren van de uitvoering van rechtshulpverzoeken en Europese aanhoudingsbevelen, gecoördineerde acties op criminele organisaties, grensoverschrijdende toepassing van bijzondere opsporingsmethoden, …); de federale procureur zeer tevreden is over haar bijdrage aan de materie van het terrorisme waarin zij binnen Eurojust als voorzitter van het “Counter – Terrorism Team” een aantal resultaten heeft bereikt; zij steeds bereid is een bijdrage te leveren aan opleidingen – zo heeft zij op 17 december 2008 tijdens de basisopleiding inzake de internationale samenwerking in strafzaken en politiezaken een duidelijke uiteenzetting gegeven over de opdrachten, organisatie en werking van Eurojust. 4. Ten slotte stelt het College vast dat de werklast van de Belgische vertegenwoordiger bij Eurojust blijft toenemen: M. Coninsx combineert haar taken als Belgisch lid met deze van vice-voorzitter van Eurojust en van voorzitter van het “Counter – Terrorism Team”; het aantal dossiers blijft stijgen, zowel in het algemeen (het aantal zaken dat in 2008 naar het College van Eurojust werd verwezen, lag 10% hoger dan in 2007) als wat de dossiers betreft waarbij België betrokken is (in 2008 37 dossiers met België als verzoekende staat ten overstaan van 30 in 2007 – in 2008 110 dossiers met België als aangezochte staat ten overstaan 108 in 2007); het E.U.-Kaderbesluit 2002/187/JBZ betreffende Eurojust werd gewijzigd bij E.U.Kaderbesluit 2009/426/JBZ, met als belangrijkste doelstellingen een versterking van de nationale delegaties, de uitbreiding van de bevoegdheden van Eurojust en van de nationale vertegenwoordigers (op een gemeenschappelijke basis), het opzetten van een coördinatiemechanisme voor dringende gevallen en van een nationaal coördinatiesysteem, het verbeteren van de informatie-uitwisseling via Eurojust en het versterken van de samenwerking met het Europees Justitieel Netwerk en met andere Europese organen alsmede met niet-lidstaten. Het College van Procureurs-generaal pleit dan ook voor een snelle aanpassing van de interne wet van 21 juni 2004 en voor de versterking van de Belgische delegatie. Deze versterking dringt zich des te meer op nu sinds het ontslag van José Luis Lopes da Mota als voorzitter van Eurojust op 17 december 2009, M. Coninsx tevens de functie van waarnemend voorzitter op zich heeft genomen, wat waarschijnlijk geen tijdelijke situatie zal zijn. Het voorzitterschap van Eurojust en het aanstaande Belgische Europese Voorzitterschap creëren bijkomende uitdagingen voor de Belgische vertegenwoordiging bij Eurojust, waarvoor M. Coninsx niet verder alleen kan instaan.
96
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
In deze omstandigheden dringt het College aan op de volgende maatregelen: de snelle aanwijzing van de ‘Seconded National Expert’; het opstarten van een procedure tot de aanwijzing van een assistent van het Belgische lid bij Eurojust. Het voorontwerp van wet betreffende Eurojust voorziet in de verplichte aanwijzing van het Belgische lid én van een adjunct. Er moet evenwel niet gewacht worden op deze toekomstige wet aangezien de huidige Eurojust-wet van 21 juni 2004 reeds in artikel 2 §2 bepaalt dat de minister van Justitie een assistent van het Belgische lid bij Eurojust kan aanwijzen. Gelet op de huidige situatie van Eurojust is het aangewezen toepassing te maken van deze wettelijke vastgelegde mogelijkheid.
97
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL VI. RAPPORTAGE ART. 47undecies Sv.
98
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Kalenderjaar 2009 1. Artikel 47undecies, lid 1 van het Wetboek van Strafvordering: geseponeerde dossiers – punt VII.5.1 COL 13/2006 Luik: -
Namen: 1 dossier met observatie voor poging tot diefstal gewapenderhand. Luik: 4 dossiers met observatie voor feiten van vermoeden van diefstal gewapenderhand, vereniging van misdadigers, vereniging van misdadigers en hulp bij ontvluchting, en wapensmokkel. - Hoei: geen enkel geseponeerd dossier. - Marche-en-Famenne: geen enkel geseponeerd dossier. - Eupen: geen enkel geseponeerd dossier. - Neufchâteau: geen enkel geseponeerd dossier. - Dinant: geen enkel geseponeerd dossier. - Aarlen: geen enkel geseponeerd dossier. - Verviers: geen enkel geseponeerd dossier. De dossiers werden geseponeerd omdat geen misdrijf kon worden vastgesteld, wegens onvoldoende bewijslast of ontoereikende identificatie van de dader. Er werd bij het nazicht van de dossiers geen enkele onregelmatigheid vastgesteld. Bergen: Doornik: 1 dossier met observatie in het kader van een ernstig verkeersongeval met vluchtmisdrijf. - Bergen: geen enkel geseponeerd dossier. - Charleroi: 3 dossiers met observatie in het kader van een criminele organisatie en namaak van fabrieks- of handelsmerken, verdachte handelingen (poging tot diefstal met geweld van het type ‘hold-up’) en smokkel in vuurwapens, en één dossier met observatie en infiltratie in het kader van een zaak van mensenhandel en mensensmokkel. De dossiers werden geseponeerd omwille van het gebrek aan bewijslast/concrete elementen, het gebrek aan bijzondere handelingen en de bescherming van de infiltrant. -
Brussel: Leuven: 1 dossier met observatie in het kader van inbreuken op de drugwetgeving. Nijvel: 1 dossier met observatie in het kader van inbreuken op de wapenwetgeving. Brussel: 12 dossiers met observatie in het kader van: inbreuken op de drugwetgeving (drie dossiers) vereniging van misdadigers en vrijwillige brandstichting vereniging van misdadigers en heling uitbating van prostitutie, houden van een huis van ontucht diefstal met braak en heling loondiefstal en vereniging van misdadigers uitbating van prostitutie vereniging van misdadigers om een aanslag te plegen op eigendommen (in dit dossier werd eveneens machtiging voor een infiltratie gegeven, die echter niet werd uitgevoerd) diefstal met geweld en criminele organisatie vereniging van misdadigers, diefstal door middel van braak en heling Alle dossiers werden geseponeerd omdat er geen of onvoldoende resultaat werd geboekt (de techniek en de andere onderzoeksdaden leverden geen of onvoldoende bezwaren op tegen de target – de target kon niet worden geïdentificeerd) of omwille van het feit dat weliswaar misdrijven werden vastgesteld, maar dat deze vaststellingen buiten het kader van de -
99
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
uitvoering van de bijzondere opsporingsmethoden gebeurden en er voor deze feiten dan ook afzonderlijke dossiers werden opgesteld. Het nazicht toont aan dat de diverse toepasselijke wettelijke bepalingen meestal werden nageleefd en dat met name het open en het vertrouwelijk dossier correct werden ingevuld. Slechts in één dossier diende vastgesteld te worden dat de eigenlijke observatieresultaten niet integraal in de opgestelde processen-verbaal weergegeven werden. Ook ontbrak in één dossier de bevestiging van het bestaan van de machtiging, maar het bestaan hiervan bleek voldoende uit het ter zake opgestelde proces-verbaal. Ten slotte ontbrak in één dossier het ingevolge artikel 47septies Sv. noodzakelijke proces-verbaal. Antwerpen: -
Antwerpen: 31 dossiers met observatie in het kader van: - mededaderschap inbreuk wapenwetgeving - zware diefstal, diefstal en bendevorming - mededaderschap: handel en bezit verdovende middelen, in vereniging, en handel en bezit psychotrope stoffen, in vereniging - informaticabedrog, poging informaticabedrog en bendevorming - invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en criminele organisatie - invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en criminele organisatie - invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - zware diefstal, diefstal en criminele organisatie - diefstal met braak en bendevorming - zware diefstallen in bende - zware diefstal, heling en bendevorming - diefstal met braak, inklimming en valse sleutels - mededaderschap diefstal met braak, inklimming en valse sleutels - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen en deelname criminele organisatie - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - mededaderschap: invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - mededaderschap invoer, handel en bezit verdovende middelen - mededaderschap invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging - zware diefstal - mededaderschap: handel en bezit verdovende middelen, in vereniging, diefstal met geweld, in bende, met wapen, en bendevorming - deelname criminele organisatie - invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en deelname criminele organisatie - invoer, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging - aanmaak, handel en bezit psychotrope stoffen, in vereniging en handel en bezit verdovende middelen, in vereniging - bendevorming en informaticabedrog - zware diefstal en bendevorming
100
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Er werd tevens een pro-actief observatiedossier bezorgd met het oog op wettigheidscontrole in het kader van mededaderschap witwassen. Daarnaast waren er tevens twee onderzoeken van observatie van de Administratie der Douane en Accijnzen, met het oog op wettigheidscontrole in het kader van sluikinvoer van sigaretten en onwettig bezit van producten onder de schorsingsregeling inzake accijnzen. - Mechelen: 2 dossiers met observatie in het kader van bezit en handel in verdovende middelen en/of psychotrope stoffen, in vereniging en 1 dossier met observatie en infiltratie in het kader van bezit en handel, in- en uitvoer van verdovende middelen en/of psychotrope stoffen, in vereniging. - Turnhout: 4 dossiers met observatie in het kader van valse mondelinge berichten over gevaar voor aanslagen op personen of eigendommen waarop criminele straffen zijn gesteld, grafschennis, vervaardiging, handel en bezit verdovende middelen, in vereniging en handel en bezit verdovende middelen. - Hasselt: 1 dossier met observatie in het kader van diefstallen met braak (ramkraken). - Tongeren: 1 dossier met observatie in het kader van zware diefstal. Over alle arrondissementen heen houden de meeste onderzoeken verband met feiten van verdovende middelen en (zware) diefstal. Voor alle arrondissementen geldt dat de meeste sepots gemotiveerd werden op grond van technische aard zoals ‘dader onbekend’ of wegens onvoldoende bewijs. In het algemeen kan worden gesteld dat het nazicht aantoont dat de diverse toepasselijke wettelijke bepalingen werden nageleefd. Occasioneel werden wel enkele zaken vastgesteld die uiteraard aan de betrokken parketten werden gesignaleerd: - in 1 open dossier ontbrak de bevestiging van het bestaan van de machtiging; - in 1 reactief dossier ontbrak het afsluitend proces-verbaal conform art. 47septies Sv. m.b.t. de BOM-techniek observatie. Gent: Brugge: 1 dossier met observatie in het kader van diefstal door middel van braak. Veurne: geen enkel geseponeerd dossier. Gent: 7 dossiers met observatie in het kader van verdovende middelen (5 dossiers), diefstal door middel van braak en bedreigingen en belaging. - Dendermonde: 4 dossiers met observatie in het kader van criminele organisatie, poging afpersing, sluikinvoer alcoholische dranken en verdovende middelen. - Oudenaarde: geen enkel geseponeerd dossier. - Kortrijk: 7 dossiers met observatie in het kader van verdovende middelen en criminele organisatie, verdovende middelen, diefstal door middel van geweld en vereniging van misdadigers, heling, witwassen, diefstal door middel van braak en uitbaten prostitutie. - Ieper: geen enkel geseponeerd dossier. De redenen voor de zondergevolgstellingen waren dat de bijzondere opsporingsmethode observatie (en de eventuele andere onderzoeksmethoden, met uitzondering van infiltratie, die niet werd toegepast) geen of onvoldoende resultaat opleverden of om tactische redenen werden stopgezet, bijvoorbeeld ter bescherming van de informant. Eén dossier leidde wel tot een minnelijke schikking die ook werd betaald; in een dergelijk geval wordt geoordeeld dat dit dossier op dezelfde manier gecontroleerd dient te worden als de dossiers die zonder gevolg worden gerangschikt. In het algemeen kan worden vastgesteld dat het nazicht aantoont dat de regelgeving werd nagekomen, zoals de subsidiariteit en proportionaliteit (geen overdreven toepassing, geen stelselmatig gebruik van technische hulpmiddelen, …), het respecteren van de termijnen (ingeval van verlenging werd dit steeds correct gemachtigd) of het apart machtigen waar nodig voor het plegen van strafbare feiten door de politie. Het nazicht bracht wel een aantal onvolkomenheden aan het licht die aan de betrokken parketten ter kennis werden gebracht: - het ontbreken in het open strafdossier van het proces-verbaal van uitvoering van de gemachtigde observatie; -
101
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
-
het voegen van de bevestiging van het bestaan van de machtiging in het vertrouwelijk dossier in plaats van in het open strafdossier; het niet meezenden met het open strafdossier van het vertrouwelijk dossier, wat nochtans vereist is voor een volledige controle van de wettigheid van de gebruikte methoden.
2. Artikel 47undecies, lid 2 van het Wetboek van Strafvordering: fase van de uitvoering – punt VII.5.2 COL 13/2006 en punt III.1 COL 14/2007 Sinds 13 augustus 2007, datum waarop arrest 105/2007 van 19 juli 2007 van het Grondwettelijk Hof werd gepubliceerd, kunnen de bijzondere opsporingsmethoden niet langer worden gebruikt in het kader van de strafuitvoering (zie omzendbrief COL 13/2006, punt II 3.2). 3. Artikel 47undecies, lid 3 van het Wetboek van Strafvordering: informanten gemachtigd om strafbare feiten te plegen – punt VII.5.3 COL 13/2006 en punt III.2 COL 14/2007 Sinds 13 augustus 2007, datum waarop arrest 105/2007 van 19 juli 2007 van het Grondwettelijk Hof werd gepubliceerd, kan niet langer een expliciete machtiging worden verleend aan een informant om strafbare feiten te plegen (zie omzendbrief COL 13/2006, punt V 7).
102
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL VII. OMKADERING VAN HET COLLEGE VAN PROCUREURS-GENERAAL
103
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
HOOFDSTUK 1 – SECRETARIAAT
1. Algemeen De Werkgroep “B1”, die door de voorzitter van het College van Procureurs-generaal werd opgericht met het oog op de omvorming van het Secretariaat van het College, heeft een schema voor de structuur van de toekomstige gemeenschappelijke ondersteuningsdienst van het openbaar ministerie uitgewerkt, die zou moeten worden gecreëerd overeenkomstig de wet van 25 april 2007 tot wijziging van artikel 143ter van het Gerechtelijk Wetboek, waarin de bakens van een dergelijke steundienst voor het College van Procureurs-generaal en de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs worden uitgezet. De minister van Justitie heeft hieraan vooralsnog echter geen gevolg gegeven, waardoor de personeelsformatie dan ook ongewijzigd is gebleven. Deze oncomfortabele situatie laat zich vooral gevoelen bij de vertaaldienst waar beide vertalers jaar na jaar geconfronteerd worden met een gevoelige verhoging van de werklast, hetgeen hoofdzakelijk toe te schrijven is aan de toename van de activiteiten van de expertisenetwerken. Deze stijgende werkdruk laat zich ook op de andere niveaus van het Secretariaat gevoelen, en enkel dankzij het professionalisme en de bereidwillige inzet van alle medewerkers kan dit tekort aan personeel worden opgevangen. Ook het team van de statistisch analisten-coördinatoren werd het afgelopen jaar met een stijgende werklast geconfronteerd ten gevolge van het feit dat de helft van het personeel uit dienst trad en tot op heden nog niet werd vervangen. Wat ten slotte de personeelsverschuivingen betreft, kan verder worden aangestipt dat de heer adjunct-adviseur Philippe Pereira Meco het afgelopen jaar het Secretariaat verliet en na een aanwervingsprocedure werd vervangen door mevrouw Marie Melis. 2. Beheer van de archieven van de opgeheven militaire rechtscolleges In de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 hebben de in het Brusselse Justitiepaleis gehuisveste diensten van het Secretariaat van het College het beheer van de archieven van de opgeheven militaire rechtscolleges waargenomen onder de verantwoordelijkheid van de door het College aangewezen magistraten van het openbaar ministerie, aan wie de bevoegdheid werd toevertrouwd om op grond van artikel 12 van het koninklijk besluit van 17 december 2003 toelating te verlenen voor de aflevering van “uitgiften en kopieën van de onderzoeks- en procedurestukken van de opgeheven militaire gerechten en parketten”. Administratieve opvolging van de opheffing van de militaire rechtscolleges •
De administratieve archieven
Het Secretariaat antwoordt op vragen over louter materiële problemen die verband houden met de activiteiten van de militaire rechtscolleges en dient ook vragen te behandelen m.b.t. het personeel dat bij deze rechtscolleges in dienst was. •
De gerechtelijke archieven
Het Secretariaat bezorgt documenten van allerlei aard aan de rechtscolleges en parketten die de bevoegdheden van de opgeheven militaire rechtscolleges hebben overgenomen, aangezien deze stukken af en toe nog verkeerdelijk aan de verschillende korpschefs van deze instanties worden gericht.
104
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Het Secretariaat beantwoordt eveneens de aanvragen tot inlichtingen die betrekking hebben op de dossiers die op 1 januari 2004 nog steeds in vooronderzoek of in onderzoek waren. Beheer van de archieven •
Gewone archieven
Het Secretariaat voldoet aan alle aanvragen die erop gericht zijn afschriften van procedurestukken te ontvangen (uitgaande van parketten, partijen in het geding of hun advocaten,…). Het Secretariaat beantwoordt ook de frequente vragen tot inlichting afkomstig van de parketten (met name met betrekking tot de gerechtelijke voorgaanden of de historiek van de dossiers), enerzijds, en de regelmatige aanvragen van het departement Landsverdediging (Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid, Algemene Directie Juridische Steun en Bemiddeling), van de FOD Financiën (Rijksdienst voor Pensioenen) of de FOD Sociale Zekerheid (Dienst voor de Oorlogsslachtoffers), anderzijds. Bepaalde dossiers die zonder gevolg werden geklasseerd en die opnieuw in vooronderzoek of in gerechtelijk onderzoek dienen te worden gesteld, worden op vraag van de parketten tot beschikking doorverzonden. Andere dossiers worden ter mededeling aan de parketten of de ministeriële departementen voorgelegd. Hier is het van belang erop toe te zien dat deze dossiers teruggestuurd worden. Aangezien de uitvoeringsdossiers betreffende de ten uitvoer gelegde beslissingen van de opgeheven militaire rechtscolleges worden beschouwd als gearchiveerde dossiers, zorgt het Secretariaat ervoor dat de parketten alle nuttige inlichtingen ontvangen over de tenuitvoerlegging van de gerechtelijke beslissingen en dat op het einde van de procedure tot eerherstel een naar het College gedelegeerd griffier overgaat tot de vermelding in de marge van de vonnissen of arresten. •
De archieven inzake incivisme
Deze archieven hebben niet enkel betrekking op de bestraffing door de militaire rechtbanken van militaire, economische en politieke collaboratie met de Duitse bezetter op het einde van W.O. II, maar eveneens op de beteugeling van dit type collaboratie op het einde van W.O.I. Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 hebben ongeveer 350 researchers (historici, studenten, rechthebbenden,…) de toestemming gekregen om deze dossiers te raadplegen. De diensten van het Joods Museum van Deportatie en Verzet, dat toegang heeft gekregen tot de archieven van het College, gaan verder met de digitalisering van de dossiers en bezorgen een afschrift van hun werkzaamheden aan de diensten van het College die op die manier beschikken over digitale kopieën van deze dossiers. •
Dagelijks beheer
Tijdens het gerechtelijk jaar 2008-2009 heeft de dienst “Behandeling van de archieven” de werkzaamheden tot rationalisering van de in het Brusselse Justitiepaleis gebruikte ruimte en de bewaring van de dossiers verder gezet. Deze dienst heeft eveneens de dossiers gerangschikt die aan de voorwaarden voor vernietiging voldoen of definitief aan de Algemene Rijksarchieven kunnen worden overgedragen.
105
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
•
Verhuizing van de archieven die zich te Leuven bevinden
De verhuizing van het gedeelte van de archieven dat zich in de voormalige Michottekaserne te Leuven bevindt, die hiertoe dient te worden ontruimd, heeft nog steeds niet kunnen plaatsvinden. De FOD Justitie onderzoekt nog steeds de eventuele verhuizing van deze archieven teneinde ze in de best mogelijke omstandigheden te kunnen bewaren. Het is de bedoeling de archieven onder te brengen in de opslagplaats ‘Hazeldonk’ te Brussel, waar de Algemene Rijksarchieven een ruimte ter beschikking zouden stellen. Alle betrokken partijen (FOD Justitie, Regie der Gebouwen, Algemene Rijksarchieven, College van Procureurs-generaal) hebben met deze oplossing ingestemd, maar niettemin dient eerst een nieuwe fase in de renovatie van dit gebouw te worden afgerond. Het is alleszins de bedoeling om begin 2010 de archieven van de voormalige militaire rechtscolleges in dit gebouw onder te brengen. 3. Kwalificatieboeken – Kwalificatiecodes Bij de wisseling van het voorzitterschap van het College van Procureurs-generaal eind augustus 2009 waren alle kwalificatiefiches die betrekking hebben op de misdrijven van Titel I hoofdstuk 1 (aanslag op en samenspanning tegen de Koning, de koninklijke familie en de regeringsvorm), Titel II (misdaden en wanbedrijven die door de Grondwet gewaarborgde rechten schenden), Titel III (misdaden en wanbedrijven tegen de openbare trouw), Titel IV (misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde, gepleegd door personen die een openbaar ambt uitoefenen of door bedienaren der erediensten in de uitoefening van hun bediening), Titel V (misdaden en wanbedrijven tegen de openbare orde door bijzondere personen gepleegd), Titel VI (misdaden en wanbedrijven tegen de openbare veiligheid), Titel VI bis (misdaden met betrekking tot het nemen van gijzelaars), Titel VII (misdaden en wanbedrijven tegen de orde der familie en tegen de openbare zedelijkheid), Titel VIII (misdaden en wanbedrijven tegen personen), Titel IX (misdaden en wanbedrijven tegen eigendommen), Titel IX bis (misdrijven tegen de vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van informaticasystemen en van de gegevens die door middel daarvan worden opgeslagen, verwerkt of overgedragen) en Titel X (overtredingen) van het Strafwetboek, in de daartoe bestemde module van Omptranet ondergebracht. Het gaat hierbij om een totaal van 182 thema’s waarvoor per landstaal 4750 fiches werden aangemaakt. Voor het aanmaken van deze fiches moesten 9500 codes worden vastgelegd. De ingebrachte fiches worden op hun bruikbaarheid getoetst en bijgehouden of aangevuld telkens er zich wetswijzigingen voordoen. Naar aanleiding van de algemene vergadering van het expertisenetwerk “Informatiehuishouding van het openbaar ministerie” op 13 november 2008 werd een stand van zaken en toelichting gegeven bij de ontwikkeling van de kwalificatiecodes volgens een boomstructuur, de redactie en de vertaling van de kwalificatiefiches, de publicatie en de actualisering van deze fiches op Omptranet. Negen thema’s moeten nog op Omptranet worden ingebracht, nl. de misdaden en de wanbedrijven tegen de uitwendige veiligheid van de Staat (hoofdstuk 2 van Titel I Sw.), misdaden tegen de inwendige veiligheid van de Staat (hoofdstuk 3 van Titel I Sw.), ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht (misdaden van genocide, misdaden tegen de mensheid, en oorlogsmisdaden – Titel I bis Sw.), en terrorisme (terroristische misdrijven, misdrijven betreffende een terroristische groep, en misdrijven in verband met terroristische activiteiten – Titel I ter Sw.). Bij benadering werden er 3250 fiches per landstaal aangemaakt.
106
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
De kwalificatiefiches die verband houden met de misdrijven van Titel I bis van het Strafwetboek (ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht) werden op 22 oktober 2008 ter goedkeuring aan de federale procureur bezorgd. De federale procureur heeft ook zijn medewerking bij de nalezing van de kwalificatiefiches betreffende het terrorisme toegezegd. Na goedkeuring zullen deze fiches op Omptranet gepubliceerd kunnen worden. Voor 28 thema’s konden er geen codes worden vastgelegd. Het merendeel van de betrokken kwalificaties was niet gekend en vergde een diepgaande juridische studie alvorens tot de redactie ervan te kunnen overgaan. Ingevolge het ontbreken van codes moest de publicatie van de fiches worden uitgesteld. Om de problematiek van de lacunes in de nomenclatuur te kunnen oplossen en in de toekomst een sluitende codificatie voor de ganse strafrechtsketen mogelijk te maken, werd voorgesteld de kwalificatiecodes van de basismisdrijven die binnen een welbepaald thema worden gerangschikt, vanuit eenzelfde preventiecode te laten ontwikkelen. Naarmate het strafrechtelijk proces vordert, zou er van een operationele nomenclatuur naar een juridische nomenclatuur kunnen worden overgestapt, vanuit het algemene naar het meer precieze, waarbij de code telkens volgens een bijkomende graad van precisie zou worden aangepast. De voorstellen werden op hun bruikbaarheid getoetst bij de uitwerking van de kwalificatiefiches waarvoor geen codes voorhanden waren. Deze voorstellen werden uiteengezet in een nota die begin juni 2008 aan de hoofdcoördinator van het expertisenetwerk “Statistiek” werd voorgelegd. Inzake de haalbaarheid van het voorstel met betrekking tot het informaticatechnisch gedeelte werd bij mail van 20 juni 2008 door de heer Van Bossuyt, voorzitter van BIRO, bevestigd dat er zich, wat de informaticatool betreft, geen enkel probleem zou stellen en het derhalve mogelijk zou zijn een codesysteem op basis van zeven karakters in te voeren. De voorstellen zelf werden toegelicht tijdens een vergadering van het expertisenetwerk “Statistiek”, die plaatsvond op 27 oktober 2008. Er werden op 29 mei 2009 in de lokalen van het Secretariaat van het College van Procureurs-generaal verkennende gesprekken met de informaticacel van de Federale Politie gehouden en een nieuwe vergadering met concrete bevindingen is voor 16 oktober 2009 gepland. HOOFDSTUK 2 - DIENST STATISTISCH ANALISTEN
Hierna volgt een samenvatting van de activiteiten van de statistisch analisten van september 2008 tot juni 2009. 1.
Verzameling en beheer van gegevens in gecentraliseerde databanken van het openbaar ministerie
Naast het actuele beheer van de centrale databank van de correctionele parketten en het Federaal Parket streven de statistisch analisten ernaar om nieuwe centrale databanken aan te maken voor alle geledingen van het openbaar ministerie die over een nationale gemeenschappelijke informaticatoepassing beschikken. Met het oog op het verbeteren en waarborgen van de kwaliteit van de geregistreerde gegevens evalueren de statistisch analisten de betrouwbaarheid en uniformiteit van deze gegevens. Indien nodig zuiveren ze de data, laten ze aanpassingen doorvoeren aan het registratiesysteem en/of vaardigen ze registratierichtlijnen uit.
107
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Correctionele parketten en Federaal Parket: • • • • • • •
Deelname aan de ontwikkeling van een project van ‘nationale correctionele antecedentendatabank’ (uniformering van de ‘verdachtendatabanken’ van de verschillende parketten) Invoering en uniformering van de door de correctionele parketten op gebied van sociaal strafrecht gebruikte tenlasteleggingscodes Extractie van correctionele gegevens (10 januari 2009 en 10 juli 2009) Studie, advies en methodologische ondersteuning in het kader van het samenwerkingsproject tussen de procureurs des konings te Ieper en Kortrijk Advies inzake de registratie van jeugdzaken die het voorwerp van een uithandengeving hebben uitgemaakt. Samenwerking met het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek Controle van de registraties aan de hand van de richtlijnen in de vademecums en het formuleren van ‘Change Requests’ teneinde de kwaliteit van de registraties te verbeteren Uitbreiding van de statistische databank met gegevens over de vooruitgangsstaat van de moederzaken van gevoegde zaken. Arbeidsauditoraten:
•
•
Jaarstatistiek 2008 van de door de arbeidsauditoraten en de auditoraten-generaal in de Laurence-databank geregistreerde gegevens (verplichte eenvormige registratie van de gegevens met betrekking tot de 5 prioriteiten die de regering op 30 maart 2004 heeft vastgelegd) Advies en methodologische ondersteuning in het kader van de ingebruikname van het REA/TPI-systeem door de arbeidsauditoraten (met het oog op nationale implementatie).
Jeugdparketten: • • •
Uitbreiding van de statistische databank van het College van Procureurs-generaal met de gegevens van de jeugdparketten, op basis van de gegevens die door de jeugdparketten in de lokale databanken van het PJP-systeem worden geregistreerd Analyse van de kwaliteit van de geregistreerde gegevens Extractie van de gegevens op 10 januari 2009 en 10 juli 2009.
Politieparketten (afhankelijk van de implementatie van het MACH-registratiesysteem): •
Overleg met de Stafdienst ICT en de firma Axylis teneinde een gegevensextractie van de pilootparketten Antwerpen en Luik te realiseren.
Parketten-generaal (afhankelijk van de nationale implementatie van het PaGeregistratiesysteem): •
Deelname aan de werkgroep die werd opgericht in het kader van de ontwikkeling van de
PaGe-toepassing.
108
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
D A T A W A R E H O U S E O M
2002-2004
2005-2009
AS IS
2010 >
2011
2012…
TO BE
Parket 1ste aanleg Correctioneel Federaal Parket Parket 1ste aanleg – Politie
Implementatie MaCH
Parket 1ste aanleg – Jeugd Arbeidsauditoraten auditoraten-generaal
en
Nood aan uniform registratiesysteem Implementatie PaGe
Parketten-generaal
2. Jaarstatistiek van het openbaar ministerie: correctionele parketten en Federaal Parket De jaarstatistiek 2008 werd opgemaakt, goedgekeurd en gepubliceerd op de website van de FOD Justitie. In dit rapport werd ook een jaarstatistiek van het Federaal Parket opgenomen. De statistisch analisten hebben op 24 juni 2009 onder het toezicht van het College van Procureurs-generaal een perscommuniqué over de jaarstatistiek 2008 verspreid. De statistisch analisten hebben, wat de correctionele parketten betreft, de bijdrage van het openbaar ministerie aan de informatiebrochure “Justitie in Cijfers” opgesteld. 3. Ondersteuning aan het openbaar ministerie a) Ondersteuning op nationaal vlak:
Uitvoering en opvolging van het beleidsplan van het openbaar ministerie
Het openbaar ministerie (het College van Procureurs-generaal, de federale procureur en de Raden van Procureurs des Konings en Arbeidsauditeurs) heeft in 2007 een gezamenlijk beleidsplan uitgewerkt voor de gehele organisatie, waarin de strijd tegen de gerechtelijke achterstand en het bewaken van de doorlooptijden als dé topprioriteit naar voor geschoven werd. Het openbaar ministerie verbond er zich toe om dit beleidsplan uit te werken en uit te voeren “in een meetbare setting op basis van indicatoren ondersteund door cijfergegevens”. Door het in kaart brengen van de doorlooptijden van de correctionele zaken waarin een gerechtelijk onderzoek werd gevorderd, leverden de statistisch analisten alvast een wezenlijke bijdrage tot de realisatie van de prioritaire doelstelling, nl. de strijd tegen de gerechtelijke achterstand. In deze analyse wordt het traject van zaken met een gerechtelijk onderzoek uitgetekend vanaf de binnenkomst van de zaak op het parket tot aan het eerste vonnis ten gronde dat door de correctionele rechtbank uitgesproken wordt. De verschillende partijen die optreden tijdens dit traject (parket, onderzoeksgerecht, rechtbank) worden in de analyse duidelijk afgebakend, zodat per gerechtelijk arrondissement cijfers voor elke schakel in de keten van het gerechtelijk onderzoek beschikbaar zijn. Daarnaast wordt ook de impact van verschillende dossiergebonden kenmerken nagegaan, zoals het type tenlastelegging, de oorsprong van het gerechtelijk onderzoek (vordering parket vs. burgerlijkepartijstelling), en het al dan niet voorkomen van een voorlopige hechtenis tijdens het onderzoek.
109
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Deze analyse biedt aan de korpschefs van het openbaar ministerie de mogelijkheid om de eigen werking te gaan vergelijken ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de nationale gemiddelden. Deze ‘benchmarking’ maakt het mogelijk om als lerende organisatie de ‘best practices’ binnen de verschillende schakels van de keten van het gerechtelijk onderzoek op te sporen en met elkaar te delen, wat uiteindelijk zal leiden tot een optimalisering van de werking van het openbaar ministerie en zijn partners (onderzoeksgerecht, rechtbank en politionele recherche). De statistisch analisten-coördinatoren hebben deelgenomen aan de vergaderingen van de werkgroepen die het College van Procureurs-generaal heeft opgericht met het oog op de toepassing van het beleidsplan van het openbaar ministerie: - Werkgroep “B1”: Oprichting van de gemeenschappelijke ondersteuningsdienst voor -
het openbaar ministerie
Werkgroep “B2”: Parketbeleidsplan Werkgroep “B3”: Bewaking van de doorlooptijden – Strijd tegen de gerechtelijke achterstand. In het kader van deze werkgroep hebben de statistisch analisten een studie gemaakt van de doorlooptijden van de in onderzoek gestelde zaken (zie punt 3a).
Statistische ondersteuning aan de expertisenetwerken
De statistisch analisten hebben wetenschappelijke ondersteuning geboden aan de expertisenetwerken en de werkgroepen van het College van Procureurs-generaal: Werkgroep “Intrafamiliaal geweld en extrafamiliale kindermishandeling”, toepassing van omzendbrieven COL 3/2008 en 4/2008 van het College. Statistisch rapport en presentatie aan het publiek n.a.v. de studiedag van 9 juni 2008 Werkgroep m.b.t. de bevordering en de harmonisering van het beleid op gebied van minnelijke schikkingen in strafzaken die worden voorgesteld door de parketten van eerste aanleg: statistische analyse.
Omzendbrieven van strafrechtelijk beleid
De statistisch analisten leveren een specifieke bijdrage aan de verspreiding van richtlijnen van strafrechtelijk beleid door eenvormige geïnformatiseerde registratiemethodes te bevorderen die het mogelijk maken over te gaan tot een betrouwbare statistische evaluatie van het gevoerde beleid. Vanuit dit oogpunt hebben zij meegewerkt aan de redactie van richtlijnen inzake: het vervolgingsbeleid m.b.t. schijnhuwelijken.
Werklastmeting
De statistisch analisten hebben de noodzakelijke gegevens aan het Vast Bureau Werklastmeting van het openbaar ministerie bezorgd.
b) Lokale ondersteuning 10: Rechtsgebied van het hof van beroep Antwerpen: MOI Mechelen: Statistisch beleidsinstrument op basis van een koppeling van een ISLPgegevensextractie van de lokale politiezones van het arrondissement Mechelen met de databank van het correctioneel parket Mechelen - MOS Turnhout: Statistisch beleidsinstrument op basis van een koppeling van een ANGgegevensextractie van de lokale politiezones van het arrondissement Turnhout met de databank van het correctioneel parket Turnhout -
10
Het betreft hierbij een lijst van de meest representatieve verwezenlijkingen, en dus geen volledig overzicht van alle realisaties van of activiteiten waaraan de statistisch analisten op lokaal vlak hebben deelgenomen.
110
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
-
Statistische analyse van het aantal vastgestelde zaken voor de rechtbank van eerste aanleg van Tongeren Opmaak van een gegevenstabel over de rechtsbedeling in het rechtsgebied AntwerpenLimburg voor de mercuriale van de procureur-generaal te Antwerpen Ontwerp van registratierichtlijnen voor de uithandengeving van een minderjarige Statistische analyse van het aantal zaken van intrafamiliaal geweld voor het rechtsgebied Antwerpen.
Rechtsgebied van het hof van beroep Luik: Analyses op gebied van leefmilieu en stedenbouw Analyse van gegevens m.b.t. de politieparketten Analyse inzake informaticacriminaliteit (analyses die doorgaans worden gepresenteerd in het kader van vergaderingen die worden georganiseerd voor de verbindingsmagistraten van de parketten van eerste aanleg van het rechtsgebied Luik) - Ontwerp van samenwerkingsakkoord tussen verschillende parketten van het rechtsgebied: de bedoeling van dit project bestaat erin om bijvoorbeeld gedeelde wachtdiensten te organiseren of om gespecialiseerde magistraten voor meerdere arrondissementen bevoegd te verklaren, enz. Er werden studies uitgevoerd om de impact van een dergelijke samenwerking in te schatten (vb. Hoeveel zaken zal de in de materie leefmilieu gespecialiseerde magistraat voor de drie gerechtelijke arrondissementen samen dienen te behandelen ?) - Strategisch Drugsplan van het arrondissement Luik (op het parket Luik werd een criminoloog aangeworven met het oog op pretoriaanse probatie in drugsdossiers). De statistisch analisten dienden in te staan voor het evaluatierapport van het pilootproject m.b.t. het Strategisch Drugsplan - Expertisenetwerk “Mensenhandel en mensensmokkel”: regelmatige aanlevering van kwantitatieve gegevens op verzoek van het netwerk - Door de procureur-generaal met het oog op een perscommuniqué gevraagde statistische gegevens (enkel m.b.t. het rechtsgebied Luik). -
Rechtsgebied van het hof van beroep Bergen: Doorlooptijden van de assisenzaken voor de jaren 2006, 2007, 2008 en 2009 Vraag van de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde m.b.t. het statistisch in kaart brengen van de activiteiten van de strafrechtscolleges van de zetel in het rechtsgebied Bergen - Analyse m.b.t. het snelrecht en het recidivisme - Integratie van het MOI-project in alle arrondissementen van het rechtsgebied Bergen - Presentatie van het MOI-project in het kader van een door het arrondissement Charleroi georganiseerde persconferentie - Opmaak van boordtabellen voor de procureur des konings te Charleroi - Analyse van de vragenlijst voor de Adviesraad van de Magistratuur - Diverse lokale analyses in het kader van de werkgroep “Doorlooptijden”. -
Rechtsgebied van het hof van beroep Brussel: Bijdrage aan het jaarverslag van het parket Leuven Statistische analyse m.b.t. woningdiefstallen Deelname aan de vergaderingen van het Brusselse “Platform Strategische Analyse” (dat bestaat uit de strategische analisten van de Federale en Lokale Politie te Brussel) - Analyse van de registratiepraktijken op gebied van ‘parentale ontvoeringen’ en deelname aan interdepartementale werkgroep “Parentale ontvoeringen” - Ontwikkeling en ingebruikname van een statistisch ‘tool’ op het niveau van de lokale databank van het parket-generaal (correctionele beroepen, jeugdzaken, burgerlijke zaken, kamer van inbeschuldigingstelling) - Statistische analyses op het niveau van de lokale databank van het parket-generaal. -
-
Rechtsgebied van het hof van beroep Gent: Rapport omtrent illegale tewerkstelling in het kader van het jaarverslag van het auditoraat-generaal Gent
111
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
-
Opvolging van het samenwerkingsverband Kortrijk-Ieper Analyse en simulatie inzake nieuwe samenwerkingsverbanden binnen Oost- en WestVlaanderen Analyse op niveau van het parket-generaal: aantal KI-vorderingen, hangende en toegewezen zaken per kamer Jaarstatistiek van de politieparketten van het rechtsgebied Gent Ondersteuning aan de ingebruikname van het meet- en opvolgingsinstrument voor de strafrechtelijke keten binnen het arrondissement Gent (lokaal strafrechtelijk beleid) Gedetailleerde presentaties (zowel voor het OM als de zetel) in het rechtsgebied Gent van de doorlooptijden van de gerechtelijke onderzoeken en opsporingsonderzoeken.
4. Externe verzoeken tot het ontvangen van statistieken In de loop van het gerechtelijk jaar 2008-2009 heeft het Secretariaat van het College van Procureurs-generaal 365 parlementaire vragen ontvangen. De lokale analisten en de analisten-coördinatoren hebben 139 adviezen opgesteld waarin de mogelijkheden werden uiteengezet om deze vragen te beantwoorden. De analisten hebben uiteindelijk statistische elementen aangeleverd voor de beantwoording van 35 parlementaire vragen die allemaal betrekking hadden op de behandeling van correctionele zaken door de parketten van eerste aanleg. Bovendien hebben de statistisch analisten verschillende vragen om statistische informatie beantwoord die afkomstig waren van instellingen of diensten extern het openbaar ministerie, bijvoorbeeld: Federale Politie: vraag m.b.t. bedrieglijke falingen, statistieken op gebied van de misdrijven racisme, xenofobie, homofobie en discriminatie en gegevens over het witwassen van geld, BTW-fraude en fiscale fraude FOD Binnenlandse Zaken: statistieken m.b.t. woninginbraken FOD Justitie, beleidscel: vraag m.b.t. collocaties Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid: statistieken i.v.m. het facultatief protocol bij het Internationale Kinderrechtenverdrag, rubrieken kindermishandeling, kinderprostitutie en kinderpornografie GTL (Nationale Groepering van Ondernemingen met Taxi- en Locatievoertuigen): statistieken m.b.t. agressie tegen en de veiligheid van taxichauffeurs D. de Burg, journaliste RTBF: vraag m.b.t. tot ouders die hun kinderen hebben vermoord C. Nyssens, federaal volksvertegenwoordiger CDH: statistieken m.b.t. de rechtsingang van kwetsbare bevolkingsgroepen op basis van een discriminatoir element (leeftijd, geslacht, afkomst, enz.) Kolonel R. Gerits, gedetacheerd naar de Raad van State door de minister van Landsverdediging: vervolging van wanbedrijven uit het Militair Strafwetboek O. Jeunejean, studente bij de UCL: statistieken m.b.t. stalking M. Zucker: vraag in het kader van een onderzoeksproject van de Europese Unie i.v.m. de gerechtelijke, politionele en medisch-psychologische aanpak van verkrachtingsdossiers Instroom op de parketten Brussel en Charleroi tussen 01/01/2004 en 30/06/2008 BERTE, politiezone Bergen - Quévy (5324), ‘Observatoire des Incivilités et de la Criminalité/Informatique’: vraag om correctionele statistieken voor de zone Bergen – Quévy T. Ysebaert, journalist van De Standaard: vraag m.b.t. cijfers inzake milieumisdrijven Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid: gegevens voor 2008 m.b.t. mensenhandel voor het rapport ‘State Departement’ van de Amerikaanse ambassade Europese Commissie: aantal verkrachtingsdossiers, aantal zaken waarin vervolging werd ingesteld en een veroordeling werd uitgesproken
112
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
M-H. Descamps, FOD Justitie: statistische informatie m.b.t. de Europese aanhoudingsbevelen voor de 'Standard questionnaire on quantitative information relating to the practical operation of the European arrest warrant' Europese Commissie voor Efficiëntie in Justitie (CEPEJ): gegevens voor 2008 met het oog op het ontwerprooster voor de evaluatie van de gerechtelijke systemen J-P. Janssens, voorzitter van de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde: vraag om de strafrechtscolleges van de zetel in het gerechtelijk arrondissement Bergen in kaart te brengen K. Bereloot, D.S.B.: statistieken over sacjackings in België D. Reynders, D.S.B.: statistieken m.b.t. uithandengevingen op gebied van jeugdbescherming Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding: aantal door de parketten behandelde zaken van racisme en xenofobie en gegevens m.b.t. mensenhandel FOD Justitie, Dienst Duurzame Ontwikkeling: statistieken m.b.t. de vervolging van milieumisdrijven.
5. Omkadering en ondersteuning van statistische projecten van andere diensten Net zoals dat tijdens de voorgaande jaren het geval was, hebben de statistisch analisten– coördinatoren hun expertise en methodologische ondersteuning ter beschikking gesteld van verschillende door andere diensten gevoerde projecten met het oog op de verbetering van de statistische kennis van de activiteiten van de gerechtelijke overheden. Zo werd bijvoorbeeld deelgenomen aan de werkgroep “Statistieken van de jeugdgriffies” van het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (N.I.C.C.). De coördinatoren hebben eveneens meegewerkt aan de begeleidingscomités van volgende onderzoeken: ‘de productie en wetenschappelijke exploitatie van statistische gegevens inzake jeugddelinquentie en jeugdbescherming’ (N.I.C.C.) ‘de exploitatie van de bestaande databanken binnen de justitiehuizen (SIPAR)’ (N.I.C.C.) ‘INSTAP’, in het kader van het AGORA-programma. Dit project, dat wordt aangestuurd door de FOD Wetenschapsbeleid, de FOD Justitie en het N.I.C.C., wordt uitgevoerd binnen een pluridisciplinair interuniversitair samenwerkingsverband: het ‘Centre d’histoire du droit et de la justice (CHDJ)’ van de UCL, het ‘Laboratoire d’ingénierie des bases de données (LIBD)’ en de ‘Cellule interfacultaire de Technology Assessment (CITA)’ van het ‘FUNDP’. Het project, met een geplande tijdsduur van twee jaar, stelt zich in eerste instantie tot doel alle sinds 1830 gepubliceerde Belgische gerechtelijke statistieken te integreren in Quetelet.net, een toepassing die binnen een voorafgaand federaal project werd ontwikkeld. De statistisch analisten hebben net zoals de voorgaande jaren bovendien deelgenomen aan de werkzaamheden van het begeleidingscomité “Werklastmeting van het openbaar
ministerie”.
6. Opleiding van het team van statistisch analisten Om het nieuwe uitgebreide takenpakket naar behoren aan te kunnen pakken, om de effectiviteit van het team te verhogen en om zich strategisch te kunnen positioneren binnen het justitiële landschap, voelden de statistisch analisten de nood aan een concrete visieontwikkeling. Daartoe werd Opleidingsinstituut van de Federale Overheid gecontacteerd met de vraag of een externe consultant/lesgever de statistisch analisten kon begeleiden bij het opmaken van een ‘strategisch plan’. Na een grondige voorbereiding met de coördinatoren werden door de externe consultant 2 dagen georganiseerd (28 april en 12 mei 2009) voor het volledige team van de statistisch analisten. Deze 2 dagen vormden weliswaar een aanzet, maar resulteerden (nog) niet in een gemeenschappelijk gedragen en uitgeschreven visie. Toch leverde deze teambegeleiding verhelderende inzichten op over de oriëntaties en de
113
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
kernopdrachten van de statistisch analisten en werden de interne werking en de externe omgeving kritisch geanalyseerd. De statistisch analisten hebben ook deelgenomen aan verschillende colloquia en studiedagen, bijvoorbeeld: − ‘Jeugddelinquentie. Op zoek naar passende antwoorden’, minister van Justitie en Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid, 23-24 maart 2009, Brussel. − ‘De productie en het verspreiden van strafrechtelijke statistieken in beweging’, N.I.C.C. i.s.m. het ‘CHDJ’ (UCL) en het ‘FUNDP’, 6 mei 2009, Brussel. HOOFDSTUK 3 – VAST BUREAU WERKLASTMETING
In het gerechtelijk jaar 2008-2009 vonden op 15 oktober 2008, 16 februari 2009 en 22 juni 2009 3 vergaderingen van het begeleidingscomité werklastmeting plaats. Belangrijk is te vermelden dat tijdens dit gerechtelijk jaar het Vast Bureau Werklastmeting werd uitgebreid met één statistisch analist. Sinds januari 2009 bestaat het Vast Bureau in totaal uit 4,2 VTE: er zijn nu 3 voltijdse medewerkers en 3 personen die 2 dagen in de week gedetacheerd worden vanuit hun gerechtelijke entiteit. Nadat in de loop van het vorige gerechtelijk jaar een eerste werklastmetingsrapport m.b.t. de politieparketten gerealiseerd werd, werd in het gerechtelijk jaar 2008-2009 een eerste werklastmetingsrapport m.b.t. de parketten-generaal 2005-2007 afgerond. Ook werden opvolgingsrapporten m.b.t. de politieparketten 2007 en verkorte opvolgingsrapporten i.v.m. de politieparketten 2008 en de parketten-generaal 2009 neergelegd. Al deze rapporten werden besproken, gevalideerd en uiteindelijk na een vergadering van het College van Procureurs-generaal op 1 oktober 2009 via Omptranet toegankelijk gemaakt voor de korpschefs en hoofdsecretarissen van de parketten van eerste aanleg en de parketten-generaal én voor alle leden van het begeleidingscomité. Onder de leden van het begeleidingscomité bevinden zich ook vertegenwoordigers van de volgende diensten van justitie: de beleidscel van de minister van Justitie, het Directoraat-generaal Rechterlijke Orde van de FOD Justitie, de Stafdienst ICT van de FOD Justitie, de Commissie voor de Modernisering van de Rechterlijke Orde, de Adviesraad voor de Magistratuur, de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid en de Hoge Raad voor de Justitie. In de nabije toekomst, m.a.w. in het gerechtelijk jaar 2009-2010, wenst het Vast Bureau zich te focussen op een eerste nulmeting voor de correctionele parketten. Het Vast Bureau Werklastmeting wil zijn werking en instrument ook permanent verbeteren en in die zin wordt in november 2009 een strategisch seminarie georganiseerd met de bedoeling een grote methodologische stap voorwaarts te zetten.
114
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
DEEL VIII. BIJLAGEN
1. 2.
Overzichtslijst parlementaire vragen Evaluatieverslag m.b.t. de federale procureur en de werking van het Federaal Parket
115
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Bijlage 1 Lijst parlementaire vragen Nr. QPV
Datum QPV
Naam parlementair
100 10034 101 1010 10130 10148
15/01/2009 13/01/2009 15/01/2009 23/04/2009 15/01/2009 15/01/2009
G. D'Haeseleer J.-L. Crucke G. D'Haeseleer C. Van Cauter M. Doomst R. Terwingen
10332 10400 10404 10421 10448 10450 10452 10482
20/01/2009 22/01/2009 22/01/2009 22/01/2009 23/01/2009 23/01/2009 23/01/2009 26/01/2009
J.-L. Crucke J.-L. Crucke R. Landuyt R. Van de Velde E. De Rammelaere B. Pas E. De Rammelaere B. Schoofs
10497 10509 10513 10517 10565 10572 10580 10581 10730 10749 10780 10832
26/01/2009 26/01/2009 26/01/2009 26/01/2009 27/01/2009 28/01/2009 28/01/2009 28/01/2009 2/02/2009 2/02/2009 3/02/2009 4/02/2009
S. Van Hecke X. Baeselen E. De Rammelaere C. Van Cauter R. Landuyt R. Landuyt J. Galant J.-L. Crucke J.-L. Crucke P. Moriau D. Ducarme B. Laeremans
10909 10912 10948
5/02/2009 5/02/2009 9/02/2009
M. Doomst B. Laeremans J. Boulet
Trefwoord
Mobbing Coup de poignard mortel à Tournai Stalking - Harcèlement Overleg met beklaagden financiële dossiers Betoging Israëlisch offensief Brussel Toezicht op overeenkomst ouderlijk gezag in echtscheiding Extradition d'un inculpé dans l'affaire Hadri Fermeture de la discothèque "la Bush" Federaal Parket - Schending beroepsgeheim Uitvoering art. 461 WIB - Belastingen Federaal Parket – Zaak-Herbots Steekpartij in crèche in Dendermonde Steekpartij in crèche in Dendermonde Federaal Parket - Lek naar georganiseerde mensenhandel Steekpartij in crèche in Dendermonde Assisenprocedure - Motivering - Hof van assisen Cellule de Jumet Adoptieprocedure - Personeelstekort jeugdrechtbank Motiveringsplicht Hof van assisen Straatcriminaliteit Anderlecht Fouilles menées à Elouges Football - Detremmerie - Mouscron Violences envers les arbitres de football Contrôle d'alcoolémie - Alcoholcontrole Bourgmestre de Chimay - Enquête Niet-bestraffing minderjarigen die Simon Wijffels hebben neergestoken Athenée Alleur Atheneum Alleur Vente des Mirages - Dossier au Chili - Sabca
116
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
10950 10982 11082 11136 11157 11172
9/02/2009 9/02/2009 16/02/2009 13/02/2009 13/02/2009 13/02/2009
B. Laeremans J.-L. Crucke J.-L. Crucke M. Doomst C. Van Cauter B. Laeremans
11187 11282 11307 11322 11329 11350 11402 11428 11454 11686 11793 1181 11833 11852 11866 11883 11930 11940 12085 1212 12138 12165 12191
16/02/2009 19/02/2009 19/02/2009 20/02/2009 20/02/2009 23/02/2009 26/02/2009 26/02/2009 2/03/2009 9/03/2009 11/03/2009 11/06/2009 12/03/2009 13/03/2009 13/03/2009 16/03/2009 16/03/2009 17/03/2009 20/03/2009 18/06/2009 23/03/2009 24/03/2009 24/03/2009
B. B. R. X. J. B. B. B. H. R. R. C. R. M. B. H. C. B. E. B. B. E. E.
Laeremans Laeremans Landuyt Baeselen Arens Schoofs Schoofs Schoofs Bonte Landuyt Terwingen Van Cauter Terwingen Doomst Laeremans Bonte Van Cauter Schoofs Thiébaut Schoofs Schoofs Thiébaut De Rammelaere
12246 12266 12280 12585 12601 12627 12634 12659
25/03/2009 25/03/2009 26/03/2009 8/04/2009 9/04/2009 15/04/2009 16/04/2009 16/04/2009
B. L. R. J. C. C. S. R.
Schoofs Van Der Auwera Terwingen Boulet Nyssens Van Cauter Van Hecke Landuyt
Toenemende geweldscriminaliteit in Brussel Viols à l'école Perquisiton Solidath Aantal jonge criminelen die worden vrijgelaten Middelen van de jeugdrechter Huiszoekingen Brussel - Vermoedelijke moslimterroristen Stand van zaken – Zaak-Belliraj Visafraude Belgische ambassade in Bulgarije Motivering assisenuitspraken Violences conjugales Alertes enlèvements Doodsbedreigingen F. De Winter - Rapgroep Cicatris Dood van gedetineerde in gevangenis Hasselt Inbraken bij apothekers Vrijlating 16-jarige Vilvoordse delinquent Hervorming parketstructuur Gerechtelijke achterstand jeugdrechtbank Assisenprocedure - Vernietiging arrest Jeugdbescherming - Nederlandse gezinnen Verijdeling aanslag in Amsterdam Terreurdreiging in Nederland en de link met Brussel Gerechtelijke procedure Lehman Brothers Misbruik kinderen door minderjarigen MPI Brasschaat Tolerantiedrempels snelheidsovertredingen Site internet "Stop kinderporno" Straffeloosheid in Belgisch strafrecht Uitstel moordzaak assisen Tongeren Violences envers les services de secours Werkgroep om websites te onderzoeken Informaticacriminaliteit Warmtebeelden van woningen in de strijd tegen drugs Reclameronselaars Verkoop van verbeurdverklaarde installaties PAN contre les violences conjugales Délits d'initié - Misdrijven met voorkennis Veiligheid in gerechtsgebouwen Veroordeling Belg. Staat foltering rassendiscriminatie Behandeling anonieme klachten - Koekelberg
117
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
12680 12867 12907 12966 12980 12993 12994 13102 13125 13146 13156 13194 13203 13221 13229 13232 13299 13303 13333 13335 134 13419 13514 13542
17/04/2009 23/04/2009 24/04/2009 28/04/2009 29/04/2009 29/04/2009 29/04/2009 5/05/2009 6/05/2009 7/05/2009 7/05/2009 11/05/2009 11/05/2009 12/05/2009 12/05/2009 12/05/2009 15/05/2009 15/05/2009 18/05/2009 18/05/2009 15/01/2009 26/05/2009 2/06/2009 4/06/2009
B. Schoofs R. Terwingen R. Landuyt J.-L. Crucke J.-J. Flahaux M. De Schamphelaere M. De Schamphelaere B. Laeremans X. Baeselen R. Landuyt D. Van der Maelen D. Ducarme B. Weyts S. Verherstraeten S. Van Hecke X. Baeselen P. Logghe H. Bonte R. Landuyt B. Laeremans G. D'Haeseleer O. Maingain B. Laeremans P. Logghe
13548 13569 13583 13587 13598 13616 13623 13624 13643 137 13780 13797 13808 13810
4/06/2009 8/06/2009 9/06/2009 10/06/2009 10/06/2009 11/06/2009 11/06/2009 11/06/2009 11/06/2009 15/01/2009 17/06/2009 17/06/2009 17/06/2009 17/06/2009
E. X. R. R. R. R. R. E. R. J. X. L. S. S.
Pedofielensite Assisenprocedure Inning van boetes Violences gare Leuze-en-Hainaut Expulsion des femmes excisées Intrafamiliaal geweld in de provincie Antwerpen Vormen geweld provincie Antwerpen Lakse houding gerecht beschieters bussen De Lijn Réseau d'expertise homophobie Zedenfeiten - Niet-uitvoering gevangenisstraffen Verkrijging bankgegevens fraudedossiers Société de logement "Toit et moi" Verkoop warenhuis Moeskroen Fictieve echtscheidingen Onderzoek moord De Vleeschauwer Voorlopige hechtenis voorwaarden modaliteiten Schijnhuwelijken – Bijhouden statistische gegevens Citibankdossier Sociale fraude - Dreiging verjaring grote fraudezaken Fraude bij OCMW Schaarbeek LIMOSA-systeem - Sancties Nomination 3 bourgmestres - Enquête de moralité Dossier-Belliraj Verschil doorlooptijden Franstalige en Nederlandstalige parketten Aankoop drugs via internet Verkiezingen - Elections Rechtbank Antwerpen - Rechter W. De Smedt Antwerps strafrechter (W. De Smedt) Functionele onafhankelijkheid van rechter De Smedt Assisenprocedure – Arrest-Taxquet Assisenprocedure - Motiveringsplicht - Arrest-Taxquet Assisenprocedure - Motiveringsplicht – Arrest-Taxquet Assisen - Motiveringsplicht - Procedure Violence conjugale - Partnergeweld Homofobie - Expertisenetwerk Namaakproducten Laag aantal veroordelingen verkrachtingen Hoog aantal onbestrafte verkrachters
De Rammelaere Baeselen Van de Velde Landuyt Terwingen Landuyt Terwingen De Rammelaere Landuyt Boulet Baeselen Vandenhove Van Hecke Becq
118
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
13814 13815 13835 13845 13872 13897 13940 13950 13982 13990 13993 13997 14000 14052 14214 14215 14216 14275 14417 14505 14574 181 207 211 22 229 230 250 286 304 333 342 345 357 359 360 360 362 364
18/06/2009 17/06/2009 18/06/2009 18/06/2009 19/06/2009 22/06/2009 23/06/2009 23/06/2009 24/06/2009 24/06/2009 24/06/2009 24/06/2009 24/06/2009 26/06/2009 6/07/2009 6/07/2009 6/07/2009 7/07/2009 13/07/2009 13/08/2009 25/08/2009 15/01/2009 24/02/2009 24/02/2009 15/01/2009 13/02/2009 17/11/2008 15/01/2009 15/01/2009 15/01/2009 15/01/2009 15/01/2009 15/01/2009 20/01/2009 20/01/2009 8/09/2008 20/01/2009 8/09/2008 9/09/2008
H. E. R. H. B. B. R. F. P. S. R. E. R. H. R. R. R. B. B. X. R. B. M. J. F. B. R. R. S. F. F. G. E. P. A. G. B. B. P.
Vautmans De Rammelaere Terwingen Vautmans Laeremans Stevenheydens Landuyt Van den Eynde Logghe Van Hecke Landuyt De Rammelaere Terwingen Bonte Landuyt Landuyt Landuyt Schoofs Weyts Baeselen Landuyt Laeremans Doomst Van den Bergh Van Den Eynde Schoofs Landuyt Landuyt Lahaye-Battheu De Man Van Noppen D'Haeseleer De Rammelaere Logghe Mathot De Padt Stevenheydens Stevenheydens Logghe
Hoog aantal onbestrafte verkrachtingen Laag aantal bestrafte verkrachtingen Vrijlating mensensmokkelaars door Brusselse KI Stalking - Harcèlement Vrijlating mensensmokkelaars Handtassendiefstal Ninove - Minderjarigen vrijgelaten Onderzoeken naar klacht tegen schending WHPC Jeugdsanctierecht - S. Wijffels Door procedurefouten vrijgelaten drugshandelaar Gevolgen procedurefouten drugszaak Zandvoorde Zandvoorde - Vrijlating zes verdachten procedurefouten Vrijlating drugsboer Zandvoorde - Cannabisplantage Zandvoorde – Cannabisplantage - Procedurefouten Wetsontwerp Class Action en proces Citibank Steekpartijen - Wapens - Beleid Tuchtprocedure F. De Mond Onderzoek Kitty Van Nieuwenhuysen Verbanden gokkantoren en terroristische organisatie Brand in Ukkel 2 gevangenen Guantanamo - Terrorisme Rechter W. De Smedt Gordelmanifestaties Straatbendes in Brussel Agressie tegen treinbegeleiders - NMBS Vrouwenbesnijdenis Verjaring financiële en fiscale misdrijven Samenwerking tussen federale staat en deelstaten Criminaliteitscijfers Hoorrecht minderjarigen Crime Stoppers International Misbruik hormonen voor dierlijk gebruik Buitenlandse overtreders - Nummerplaat Valse identiteiten op internet Identiteitskaarten - Onbruikbaarmaking Lutte contre la fraude fiscale Sociale fraude - Fraude sociale Supersnelrecht Tijdelijk rijverbod Travail illégal - Illegale tewerkstelling
119
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
367 372 375 377 379 380 383 387 390 394 4-1037 4-1039 4-1428 4-1570 4-1580 4-1585 4-1674 4-1982 4-2528 4-2546 4-2551 4-2581 4-2868 4-2870 4-2886 4-2889 4-2980 4-3035 4-3069 4-3149 4-3152 4-3213 4-3229 4-3348 4-3350 4-3407 4-3485 4-3556 4-3557
29/10/2008 11/09/2008 22/01/2009 17/09/2008 22/01/2009 18/09/2008 10/09/2008 26/09/2008 29/09/2008 26/01/2009 9/07/2009 9/07/2009 4/09/2008 11/09/2008 15/09/2008 15/09/2008 1/10/2008 17/11/2008 12/01/2009 12/01/2009 12/01/2009 12/01/2009 22/01/2009 22/01/2009 28/01/2009 28/01/2009 6/02/2009 20/02/2009 27/02/2009 11/03/2009 11/03/2009 17/03/2009 17/03/2009 17/04/2009 17/04/2009 29/04/2009 20/05/2009 10/06/2009 10/06/2009
G. A. O. N. C. F. G. J. H. C. D. M. P. P. N. P. E. A. M. H. M. H. N. N. N. M. P. N. M. J. P. M. N. A. A. A. A. T. T.
De Padt Colen Maingain Muylle Eerdekens De Man De Padt Boulet Goyvaerts Van Cauter Claes Elsen Vankrunkelsven Wille Jansegers Wille Van Hoof Van dermeersch Hermans Vandenberghe Hermans Coveliers Jansegers Jansegers Jansegers Taelman Wille Jansegers Hermans Ceder Wille Hermans Jansegers Van dermeersch Van dermeersch Van dermeersch Van Nieuwkerke Van Parys Van Parys
Diefstal voertuigdocumenten Jihad-activiste die vanuit Brussel opereert Validité flashage volant dans tunnels Bruxelles Voedselveiligheid - Innen van boetes Smogalarm Niet-aanhouding drugsdealers Gokmisdrijven - Clandestiene goknachten Dumping social par le Shape Eerherstel - Réhabilitation Expertisenetwerk "Strafuitvoering" - Oprichting Verkiezingen - Burgers die niet deelnemen Procès discriminaitation raciale Wet-Breyne - Loi Breyne – Aannemers - Entrepreneurs Vrouwelijke kamikazes Politierechtbank Brussel achterstand Erfloze nalatenschappen - Successions en déhérence Eerherstel seksuele delicten Besnijdenis - Genitale verminking Internet – Extreem-rechts - Blood and Honour Aankoop sigaretten door min-16-jarigen Dierenmishandeling Voorlopige hechtenis - Détention préventive Identiteitsdiefstal Manifestaties Israël/Palestina Vervalste rijbewijzen Weekendhuizen in de Kempen Buitenlandse studenten - Risicostudenten Gestolen kunstwerken - Webstek met inventaris Hasj met zeer hoog THC Wet 19 december 2003 terroristische misdrijven Terrorisme - Taliban - Afdreiging migranten Hondengevechten Onleesbare nummerplaten Early Warning System - Terrorisme - Bedrijven Schijnhuwelijken - Draaiboek Schijnechtscheidingen X1-dossier - Overheveling naat Gent APO Schijnhuwelijken - Mariages blancs
120
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
4-3795 4-3873 4-4148 4-457 4-513 4-550 4-577 4-676 4-677 4-688 4-700 4-704 4-731 4-745 4-883 4-889 4-969
9/07/2009 4/08/2009 18/08/2009 8/10/2008 31/10/2008 8/01/2009 20/01/2009 23/01/2009 12/03/2009 19/03/2009 24/03/2009 25/03/2009 22/04/2009 23/04/2009 30/04/2009 30/04/2009 14/05/2009
Y. M. H. J. A. A. P. P. N. H. P. F. M. H. L. N. M.
Buysse Taelman Vandenberghe Van Hauthem Van dermeersch Van dermeersch Vankrunkelsven Vankrunkelsven Lanjri Coveliers Wille Roelants du Vivier Taelman Vandenberghe Ide Jansegers Hermans
4-981 405 412 414 415 418 423 425 427 429 436 446 447 450 451 457 458 466 467 469 469
18/06/2009 27/01/2009 9/10/2008 27/01/2009 14/10/2008 14/10/2008 28/01/2009 15/10/2008 16/10/2008 28/01/2009 29/01/2009 29/01/2009 22/10/2008 29/01/2009 23/10/2008 27/10/2008 27/10/2008 5/02/2009 5/02/2009 3/11/2008 6/02/2009
D. B. R. H. F. S. E. M. F. E. M. B. B. X. G. B. G. I. I. G. M.
Claes Schoofs Deseyn Vautmans Van Den Eynde Lahaye-Battheu De Rammelaere Doomst De Man De Rammelaere De Block Stevenheydens Stevenheydens Baeselen D'haeseleer Schoofs D'Haeseleer Somers Somers D'Haeseleer De Block
121
Verplichte inenting poliomyelitis - Kinderverlamming Ladingdiefstal - Vol de chargements Illegale straatraces - Aantal dodelijke slachtoffers Valse adressen door verantwoordelijke uitgevers Genitale verminking - Mutiliation génitale Manifestaties conflict Gaza Uitlevering Veslin Vukotic aan Servië Valse rijbewijzen Naturalisatiedossiers Het geven van inlichtingen door parket Witness protection programme - Getuigenbescherming Emeutes à Saint-Josse-ten-Noode Onderhandelingen met beklaagde financiële misdrijven Onderhandelingen met beklaagden Parkeerproblematiek gezondheidswerkers Identiteitsfraude Internet - Anonieme meningsuiting – Vrijgeven identiteit Fraude met kredietkaarten Seponeringen inzake drugbezit Territoriale bevoegdheid jeugdrechtbank Lasterlijke informatie op internet Buitenlanders - Gewapende lijfwachten Huwelijken - Verzetsprocedure Termijn van beraad over een zaak - art. 770 Ger. W. Bescherming politieagenten Rellen in Anderlecht einde mei 2008 Tanken zonder betalen Jeugdrechtbanken - Verhindering pleegouders - Boetes Datingsite voor criminelen Moslimexecutieve Snelrecht Vervolging milieudelicten Drugsbaron - Gevangenis Hasselt Vervolging mensensmokkelaars Verkeersovertredingen gerechtelijk inningskantoor Diefstal voertuigdocumenten Requêtes unilatérales pour mettre fin à une grève Verkeersinbreuken tijdens huisbezoeken
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
472 473 475 476 479 481 484 486 489 492 494 502 503 504 505 508 512 513 514 514 515 515 519 52 524 527 528 529 534 535 539 540 541 543 545 547 547 549 550
9/02/2009 10/02/2009 10/02/2009 4/11/2008 5/11/2008 5/11/2008 12/02/2009 6/11/2008 7/11/2008 12/02/2009 13/02/2009 17/11/2008 13/02/2009 17/11/2008 18/11/2008 19/11/2008 18/02/2009 24/11/2008 24/11/2008 20/02/2009 24/11/2008 20/02/2009 25/11/2008 15/01/2009 27/11/2008 2/03/2009 2/03/2009 2/03/2009 4/12/2008 6/03/2009 6/03/2009 5/12/2008 9/03/2009 5/12/2008 5/12/2008 5/12/2008 10/03/2009 11/03/2009 11/03/2009
H. Vautmans F. Van Noppen A. Perpète L. Vissers R. Landuyt B. Stevenheydens J.-L. Crucke S. Smeyers G. D'Haeseleer M. de Clercq B. Stevenheydens R. Landuyt P. Logghe P. Logghe M. Doomst G. De Padt G. Versnick G. De Padt R. Landuyt J.-L. Crucke R. Landuyt B. Stevenheydens G. D'Haeseleer H. Vautmans S. Van Hecke L. Van Campenhout L. Van Campenhout S. Staelraeve G. De Padt B. Laeremans G. D'Haeseleer F. De Man B. Laeremans J. Mortelmans X. Baeselen G. D'Haeseleer B. Weyts X. Baeselen D. Vijnck
Dierenwelzijn Homeotor - Hormonen - Kruidenmengsel Euregio Klachten tegen mandatarissen Agressie politieagenten Brussels Hoofdstedelijk Gewest Cannabisplantages Cellule des tueurs du Brabant Familieverlating - Abandon de famille Handel in aandelen met voorkennis Kinderarbeid - Postbedeling - Strafrechtelijke gevolgen Interpretatie van wetten - Overleg Verloren dossiers Brussels parket Brandstichtingen - Incendies volontaires Kindersterfte - Mortalité enfantine Verloren gaan strafdossiers Fotogrammetrie Justitiepaleis Dinant - Brand Kinderarbeid - Travail des enfants Rellen in Anderlecht Perquisition chez Solidath Correctionele rechtbank van Antwerpen Vrijlating illegale inbrekers Ontbonden vennootschappen Verkiezingen - Opkomstplicht Boek over Bende van Nijvel Luchtvaartmisdrijven Fotogrammetrie Snelheidsovertredingen Dilbeek Hulpdiensten - Valse oproepen - Faux appels Zware geweldscriminaliteit bij particulieren thuis Kostprijs bommeldingen Reeks verkrachtingen Gent Autokeuringen - Contrôle technique NMBS - Roltrappen - Vandalisme Stadsbendes - Bandes urbaines Valse bommelding station Ninove Criminele feiten in arrondissement B-H-V Banque de données bandes urbaines Bruxelles Onschendbaarheid woningen
122
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
551 554 555 563 564 567 571 572 579 581 593 596 604 605 610 613 625 635 638 645
11/03/2009 8/12/2008 8/12/2008 9/12/2008 16/03/2009 19/03/2009 15/12/2008 19/03/2009 25/03/2009 25/03/2009 3/04/2009 6/04/2009 8/04/2009 15/04/2009 21/04/2009 21/04/2009 7/04/2009 29/04/2009 29/04/2009 7/05/2009
D. Vijnck G. D'Haeseleer G. D'Haeseleer P.-Y. Jeholet P. Logghe P. Logghe X. Baeselen B. Schoofs B. Stevenheydens E. De Rammelaere H. Vautmans H. Vautmans R. Landuyt B. Stevenheydens R. Landuyt R. Landuyt G. Versnick B. Stevenheydens P. Logghe M. Doomst
648 650 654 660 662 666 670 679 680 681 683 684 688 689 690 693 694 696
29/04/2009 29/04/2009 29/04/2009 4/05/2009 5/05/2009 5/05/2009 6/05/2009 14/05/2009 14/05/2009 14/05/2009 18/05/2009 18/05/2009 20/05/2009 25/05/2009 27/05/2009 28/05/2009 2/06/2009 2/06/2009
P. E. P. M. F. C. P. R. A. B. P. B. B. P. M. X. H. A.
Contacten tussen procureur en directeur belasting Toegang tot nationale ondernemingsgegevens Toegang tot internationale economische databanken Arrestations pour trafic de drogue en Belgique Arbeidsongevallen - Accidents de travail Gokverslaving bij jongeren Dossier "bandes urbaines" du parquet de Bruxelles Bezoekrecht grootouders t.a.v. kleinkinderen Koperdiefstalen bij de spoorwegen - Vols de cuivre Kindermishandeling - Maltraitance d'enfants Hanengevechten Bommeldingen Ouderstage Dood koning Albert I Steekpartijen - Rixhes Niet aangeven mandaten en bezoldigingen politici Aanhoudingen voor bezit van drugs Proactief opsporen cannabisplantages Geldige rijbewijzen Niet-georganiseerd zware misdrijven – Federale Politie - Draaiboek Invordering snelheidsovertredingen Uithandengeving Ongevallen slaaptekort vrachtwagenchauffeurs Sociale fraude - Fraude bij nepfirma's NMBS - Schaarbeek – Vuurwapen Dexia - Gerechtelijk onderzoek - Enquête judiciaire Rijden met gestolen voertuigen Blokkeren websites internet Radicale Pakistaanse moskee Antwerpen Assisenzaken - Kostprijs Brandstichtingen - Incendies Kostprijs Gaza-betogingen Doorlooptijden arrondissementen Hasselt-Tongeren Overlast- en drugsacties Non-présentation d'enfant - Bezoekrecht Voorlopige hechtenis - Détention préventive Radioactieve bliksemafleiders Vrouwenbesnijdenis - Mutilation génitale
Logghe De Rammelaere Logghe Doomst Van Den Eynde Eerdekens Logghe Deseyn Colen Schoofs Logghe Weyts Schoofs Logghe Gerkens Baeselen Goyvaerts Colen
123
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
697 698 700 701 704 7127 7134 7144 7156 716 717 7213 7251 734 7369 741 7431 7474 7477 758 7609 7615 762 7633 7644 7675 7686 7693 7699 770 772 773 778 7807 782 783 7849 7853 7874
3/06/2009 3/06/2009 5/06/2009 5/06/2009 5/06/2009 15/09/2008 15/09/2008 13/09/2008 15/09/2008 17/06/2009 18/06/2009 15/09/2008 17/09/2008 3/07/2009 23/09/2008 6/07/2009 25/09/2008 26/09/2008 26/09/2008 15/07/2009 2/10/2008 2/10/2008 23/07/2009 3/10/2008 3/10/2008 6/10/2008 6/10/2008 7/10/2008 7/10/2008 29/07/2009 4/08/2009 4/08/2009 5/08/2009 10/10/2008 10/08/2009 10/08/2009 14/10/2008 14/10/2008 15/10/2008
A. Colen A. Colen J. De Potter P. Logghe P. Logghe X. Baeselen X. Baeselen R. Landuyt P. Logghe L. Dierick F. De Man Ch. Brotcorne R. Landuyt B. Laeremans Z. Genot R. Landuyt B. Laeremans D. Ducarme M. Doomst E. De Rammelaere J. Galant E. Thiébaut V. De Bue R. Landuyt K. Schryvers B. Schoofs S. Van Hecke B. Laeremans S. Van Hecke R. Terwingen M. De Block R. Landuyt E. De Rammelaere R. Landuyt A. Colen D. Bacquelaine G. Dallemagne J.-L. Crucke B. Laeremans
Euthanasie bij minderjarigen Abortus - Avortement Witwasmisdrijf – Niet-verzekeren motorrijtuig Steekpartijen Cannabisplantages Violence raciale - Statistiques La lutte contre l'antisémitisme Achterstand politierechtbank Brussel Illegaal asbest in Brussel Spookinwoners in Brussel Uitwijzing van meermaals veroordeelde drugdealer Circulation de drogues dans les discothèques Opvolging veroordeelde pedoseksuelen Uitlevering Adam Giza Lenteurs parquet état civil Bruxelles Uitlevering Adam Giza Terrorisme - Belliraj - Evoluties en onthullingen Terrorisme - Belliraj - Suivi belgo-marocain Terrorisme - Belliraj - Evolutie Vervanging van rechters door plaatsvervangende rechters Agression d'un professeur à Don Bosco Quiévrain Agression d'un professeur à Ghlin Aantal opgestelde PV’s verkeersovertredingen Agressors treinpersoneel Betrokkenheid pleegouders voor jeugdrechtbank Hof van assisen Tongeren Onderzoek moord Peter De Vleeschauwer Opvangplaatsen in instellingen voor jeugddelinquenten Proces Greenpeace Racisme op internet Algemene Directie Toezicht Sociale Wetten - PV's Schijnvennootschappen - Oplichting Belgische Staat Aantal vluchtmisdrijven - Nombre de délits de fuite Aantal hangende strafzaken voor hoven van beroep Geregulariseerde illegalen - Veroordelingen Voorlopige hechtenis - Détention préventive Coopération judiciaire et policière Maroc-Belgique (Mega)dancings dans le Hainaut Occidental Dossier Belliraj
124
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
791 798 7983 7988 80 8013 8036 8229 8301 8389 8408 8413 8669 8878 8879 8898 8928 8936 9281 9358 9649 97 9705 9712 9900 9928 ??? ??? ???
20/08/2009 4/02/2009 20/10/2008 20/10/2008 15/01/2009 20/10/2008 9/10/2008 30/10/2008 3/11/2008 5/11/2008 5/11/2008 6/11/2008 19/11/2008 27/11/2008 27/11/2008 28/11/2008 1/12/2008 2/12/2008 15/12/2008 17/12/2008 7/01/2009 15/01/2009 7/01/2009 7/01/2009 9/01/2009 11/01/2009 18/02/2009 22/04/2009 6/05/2009
F. Van den Eynde C. Van Cauter B. Schoofs J.-L. Crucke M. Doomst C. Nyssens X. Baeselen B. Laeremans K. Lalieux J.-L. Crucke G. Gilkinet R. Terwingen E. De Rammelaere C. Nyssens K. Schryvers B. Laeremans R. Terwingen B. Laeremans B. Schoofs X. Baeselen R. Van de Velde B. Schoofs C. De Permentier E. De Rammelaere X. Baeselen B. Laeremans L. Dierick A. Mathot Z. Genot
Moord op Joodse dokter Wybran Communicatie tussen parket en DVZ (Wijffels Simon) Daling aantal ontzettingen recht tot sturen 2007 La lutte contre le trafic des êtres humains Openbaar vervoer - Vastgestelde inbreuken Démantèlement d'un trafic d'êtres humains Sikhe Politique poursuite parquet Bxl bandes urbaines Carjackings in Vlaanderen en Brussel Délinquance juvénile - Déssaisissement Match truqué en 2ième division Paris sportifs truqués Oprollen drugsbende – Samenwerking Breda-Turnhout Zaak-Belliraj Proces Habran - Getuigenbescherming Onderschuiving van een kind Homejacking in Meise Helderzienden - Voyants extra-lucides Aanhoudingen in de zaak-Belliraj Drugsbaron gevangenis Hasselt Terrorisme - Personnes interpellées en France Disfuncties bij justitie en politie Stalking - Harcèlement Incendie de la synagogue de Forest Agenten die handelen in wapens Libération d'auteurs de délits graves Arrestaties n.a.v. palestinabetoging Brussel Gedwongen huwelijken Parquet général d’Anvers - Fraude fiscale Office des étrangers - Avis sur le retrait de séjour
125
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Bijlage 2
Jaarverslag College Pg’s 2008-2009 EVALUATIE FEDERALE PROCUREUR (1 JANUARI TOT 31 DECEMBER 2008)
1. INLEIDING. Krachtens artikel 143bis § 3, derde lid Gerechtelijk Wetboek evalueert het College van Procureurs-generaal op basis van onder meer de rapporten van de federale procureur en na deze laatste te hebben gehoord, de wijze waarop de richtlijnen van het strafrechtelijk beleid door de federale procureur worden uitgevoerd, de wijze waarop hij zijn bevoegdheden uitoefent alsmede de werking van het federaal parket. Het dient te worden benadrukt dat het enkel gaat om een globale evaluatie vermits het College niet mag tussenkomen in de individuele dossiers van de federale procureur en daarover dus geen controle heeft. Het College nam kennis van het recentste jaarrapport van de federale procureur (rapport over de twee kalenderjaren 2007 en 2008). Het College hoorde federale procureur J. Delmulle op de vergaderingen van 11 juni 2009 en 22 juni 2010. Voorheen, op 7 november 2008, had de federale procureur aan het College reeds een overzicht gegeven van alle belangrijke dossiers die in het jaar 2008 door het federaal parket waren behandeld. Het College houdt ook rekening met de eigen ervaringen van de procureursgeneraal inzake het functioneren van het federaal parket. Het College volgt in dit evaluatieverslag het stramien van het jaarrapport van de federale procureur.
2. STRATEGIE EN VISIE VAN HET FEDERAAL PARKET. Sinds het aantreden van de nieuwe federale procureur op 1 april 2007 werd een duidelijke strategie en visie ontwikkeld, met een aantal verbeterpunten inzake de opdrachten van het federaal parket, een te verwezenlijken tienpuntenprogramma en een aantal beleidsinitiatieven.
126
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
In de loop van het jaar 2008 is duidelijk gebleken dat het federaal parket niet alleen de opdrachten met voldoening blijft vervullen, doch bovendien ook prioriteit verleent aan een aantal nieuwe domeinen waarin het een meerwaarde kan bieden. Zo stelt het College van procureurs-generaal vast dat het federaal parket in 2008 meer prominent aanwezig was in de strijd tegen de internationale drugproblematiek, niet alleen met het uitoefenen van de strafvordering in een aantal concrete dossiers, doch ook door de internationale samenwerking te ondersteunen en te coördineren (in het bijzonder met Nederland heeft het federaal parket in 2008 overleg gepleegd met het landelijk parket teneinde te komen tot een samenwerkingsovereenkomst inzake de gerechtelijke aanpak van de internationale georganiseerde drugcriminaliteit, in het bijzonder de strijd tegen de synthetische drugs en de precursoren). Zo heeft het College van procureurs-generaal ook mogen ervaren dat het federaal parket in 2008 steeds prominenter aanwezig is in de strijd tegen de rondtrekkende dadergroeperingen. Het federaal parket heeft de richtlijnen en de haar toevertrouwde opdrachten in de omzendbrief COL 1/2008 betreffende de rondtrekkende dadergroepen nauwgezet uitgevoerd, zoals de operationele en tactische interactie met de parketten en politiediensten van de “feitenarrondissementen” en de “thuisarrondissementen”, de organisatie en leiding van de vergaderingen van de referentiemagistraten en van het overlegplatform BIRD (Bandes Itenérantes – Rondtrekkende Daders), en de start van het uitwerken van een tactisch canvas met prioritaire landen. Een waarnemer van het College van procureurs-generaal evalueerde positief de contacten van het federaal parket met Roemenië, leidend tot een samenwerkingsprotocol dat op 9 september 2008 ondertekend werd. Het College van procureurs-generaal kan slechts vaststellen dat de tien bijzondere aandachtspunten van de federale procureur (pagina 19 van het jaarrapport) en diens achttien nieuwe beleidsinitiatieven (pagina’s 40 e.v. van het jaarrapport) niet alleen bijzonder ambitieus zijn doch ook dat de uitvoering ervan intens nagestreefd en in belangrijke mate gerealiseerd werd. De Procureur-generaal te Gent wordt dienaangaande correct en regelmatig door de federale procureur geïnformeerd, zoals door de overzending van de verslagen van de wekelijkse vergaderingen van de beleidscel alsmede van een aantal dienstnota's. De Procureurs-generaal hebben ook toegang tot de interne Omptranet website van het federaal parket waarin alle dienstnota’s zijn opgenomen. Het College van procureurs-generaal stelt vast dat de website van het federaal parket goed opgebouwd is, met een duidelijk overzicht van alle algemene en bijzondere dienstnota’s, een ganse reeks power-point presentaties over alle materies waarbinnen het federaal parket actief is, en een zeer uitgebreide documentatie per bevoegdheidsdomein van het federaal parket (met onder meer draai- en handboeken, kwalificaties, uniforme modellen van brieven, kantschriften en vorderingen, …).
127
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
Het College van procureurs-generaal ervaart ook als positief de inspanningen van de federale procureur inzake de aanpak van de gerechtelijke achterstand. Met diens algemene dienstnota 2/2008 heeft hij duidelijke richtlijnen opgesteld met betrekking tot de dossiers waarin de eindvordering niet binnen de 4 maanden kon worden opgesteld na mededeling van het gerechtelijk onderzoek. Hij ziet er nauwgezet op toe, wat tot een reductie van het aantal langdurig medegedeelde onderzoeken heeft geleid. De Procureur-generaal Gent ontvangt in dit verband maandelijks kopie van het overzicht van de federale procureur en waarbij aan de federale magistraten persoonlijke instructies gegeven worden per langdurig medegedeeld dossier. Verwijzend naar het vorige evaluatieverslag stelt het College van procureursgeneraal met genoegen vast dat de terechte bekommernissen van de federale procureur inzake het bieden van zekerheid aan de federale magistraten en het tegengaan van expertiseverlies (vervanging van artikel 259sexies § 2, vierde lid Gerechtelijk Wetboek: de federale magistraten worden aangewezen voor een termijn van vijf jaar die na een evaluatie telkens voor vijf jaar kan worden hernieuwd) alsmede inzake de volledige invulling van het operationeel kader van het federaal parket (aanvulling van artikel 43bis § 4, zesde lid van de Wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtskosten: zolang een federale magistraat die het bewijs levert van de kennis van de Duitse taal niet kan worden aangewezen, wordt er voorzien in de aanwijzing in overtal van een federale magistraat) in 2008 werden opgenomen in een voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie. In ditzelfde ontwerp werd op vraag van de federale procureur voorzien in een kaderuitbreiding van het federaal parket met twee magistraten ter vervanging van de drie magistraten afkomstig van de militaire auditoraten die op het federaal parket in een uitdovingskader werkzaam zijn. Deze aanpassing zou de uitoefening van de “militaire bevoegdheden” van het federaal parket in de toekomst kunnen verzekeren. Wat de nieuwe beleidsinitiatieven van de federale procureur betreft wordt er in het bijzonder op gewezen dat de voorstellen tot wetgevend initiatief in het domein van terrorisme en georganiseerde criminaliteit (cf. beleidsinitiatief 8, pagina’s 54 – 56) ook door het College van procureurs-generaal worden onderschreven. Dienaangaande wordt ook gewezen op de belangrijke bijdrage die de federale procureur geleverd heeft bij de totstandkoming van een aantal ontwerpen van wetswijzigingen zoals inzake bijzondere opsporingsmethoden. Tenslotte organiseerde de federale procureur op 25 en 26 september 2008 het eerste strategisch seminarie van de magistraten en juristen van zijn parket, waarbij het motto “Coniunctus Viribus pro Justitia” werd gekozen, welk motto volgens het jaarverslag van de federale procureur wijst op een constante zorg en inspanning voor een optimale samenwerking en synergie bij de uitvoering van alle opdrachten van het federaal parket. Het College meent dat dit kan beantwoorden aan het van het federaal parket te verwachten optreden.
128
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
3. ORGANISATIE EN STRUCTUUR VAN HET FEDERAAL PARKET. De federale procureur heeft zijn parket op efficiënte wijze georganiseerd, met de inplaatsstelling van een adjunct-federale procureur en een beleidscel, de aanduiding van beleids- en zaakmagistraten en de indeling van het parket in volgende vijf secties: georganiseerde criminaliteit, internationale samenwerking, bijzondere opdrachten, terrorisme, internationaal humanitair recht en militaire bevoegdheden. De algemene dienstnota van de federale procureur FP 04/2007, geactualiseerd op 22 september 2008, regelt met betrekking tot het federaal parket in detail de strategie en de visie, de organisatie en de structuur, alsmede de operationele werking. De algemene dienstnota van de federale procureur FP 05/2007, geactualiseerd op 22 september 2008, geeft dan weer een duidelijk overzicht van de interne taakverdeling tussen de federale magistraten en tussen het administratief personeel binnen elke sectie, alsmede van de informatieflow binnen het federaal parket. De specialisatie van de beleidsmagistraten staat er borg voor dat deze magistraten een waardevolle inbreng hebben in de diverse overlegorganen, werkgroepen en expertisenetwerken van het College van procureurs-generaal die tot het bevoegdheidsdomein van hun sectie behoren.
4. UITOEFENING VAN DE STRAFVORDERING. De federale procureur heeft in het jaar 2008 beslist de strafvordering uit te oefenen in 242 strafdossiers. Dit vormt een stijging ten opzichte van het vorige jaar en bovendien dient erop gewezen dat dit cijfer enkel slaat op de nieuwe strafdossiers: in hetzelfde jaar 2008 heeft de federale procureur bovendien 189 dossiers gevoegd bij reeds bestaande federale strafdossiers. In het licht van de zwaarwichtigheid van deze dossiers en de vele andere taken van het federaal parket vormt dit een relatief hoog cijfer. De lokale parketten hebben bij het College van procureurs-generaal ook voor het jaar 2008 geen opmerkingen gemaakt over de beslissingen van de federale procureur om de door hen aangemelde dossiers al dan niet te federaliseren. Het College van procureurs-generaal stelt bovendien vast dat de federale procureur van de aangemelde dossiers in 2008 in een vrij hoger percentage beslist heeft de strafvordering zelf uit te oefenen: van de 330 aangemelde dossiers werden 212 dossiers onmiddellijk gefederaliseerd (hetzij 64%). Het College van procureurs-generaal stelt vast dat het federaal parket in zijn jaarrapport (pagina’s 84 e.v.) een duidelijk overzicht geeft van alle federale
129
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
strafdossiers, met de stand van de onderzoeken, de opsplitsing naar de herkomst van de dossiers en naar de bevoegdheidsgrond. Enkel wat de dossiers betreft waarin de federale procureur dringende maatregelen heeft genomen die noodzakelijk zijn met het oog op het uitoefenen van de strafvordering zolang de procureur des Konings / arbeidsauditeur zijn wettelijke bepaalde bevoegdheid niet heeft uitgeoefend, kan de federale procureur geen cijfers verstrekken (bijvoorbeeld inzake grensoverschrijdende observaties – zie pagina 93). Het College van procureurs-generaal blijft erbij dat het informaticasysteem dat op het federaal parket in gebruik is best aangepast wordt om ook statistieken te kunnen verstrekken met betrekking tot deze tussenkomsten. Tenslotte benadrukt het College van procureurs-generaal dat de federale procureur geen overdreven toepassing gedaan heeft van artikel 144bis § 3 Gerechtelijk Wetboek – integendeel is het aantal delegaties voor het tweede jaar op rij verminderd (slechts 60 in 2008).
5. COÖRDINATIE VAN DE STRAFVORDERING. De federale procureur heeft goede inspanningen geleverd om de uitoefening van de strafvordering te coördineren, zowel kwalitatief als kwantitatief. In 2008 vonden niet minder dan 21 initiële coördinatievergaderingen plaats, die dan nog vaak opgevolgd werden door nakomende ad hoc vergaderingen. Aldus zette eenzelfde trend als in 2007 zich in 2008 voort: een stijging van het aantal opgestarte coördinatiedossiers. Het optreden van het federaal parket in deze zorgde niet alleen voor het coördineren en het aflijnen van de verschillende onderzoeken, een snelle en efficiënte informatie-uitwisseling tussen de betrokken parketten en politiediensten, een eventuele centralisatie van de strafdossiers, doch ook in een aantal gevallen tot het opstarten van een afzonderlijk federaal onderzoek. De algemene dienstnota van de federale procureur ADN 10/2008 van 12 september 2008 geeft voor de coördinatievergaderingen alleszins een duidelijke en volledige handleiding met praktische instructies incluis een modellenverzameling. Vastgesteld dient dat de federale procureur zijn verantwoordelijkheid opgenomen heeft door in een aantal gevallen zelf de strafvordering uit te oefenen als de coördinatie niet bleek te lukken, en dat hij met de nodige diplomatie is opgetreden ten overstaan van de lokale parketten: zo heeft hij in 2008 geen enkele maal gebruik gemaakt van zijn wettelijke mogelijkheid om dwingende onderrichtingen te geven aan de procureurs des Konings.
130
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
6. DE INTERNATIONALE SAMENWERKING. De goede ervaringen van de Procureur-generaal Gent, in het bijzonder belast met de internationale betrekkingen, inzake de uitoefening door de federale magistraten van de diverse taken die hen zijn toevertrouwd in het kader van het vergemakkelijken van de internationale samenwerking, werden in de loop van het jaar 2008 slechts bestendigd. Zoals blijkt uit de aangeleverde cijfergegevens in het jaarrapport (pagina’s 111 e.v.) levert het federaal parket in een aantal dossiers ondersteuning aan de Belgische en buitenlandse gerechtelijke autoriteiten en centrale overheden voor de tenuitvoerlegging van rechtshulpverzoeken en grensoverschrijdende operaties. Naast de concrete dossiers leveren de federale procureur en de federale magistraten van de sectie internationale samenwerking, die in deze materie een bijzondere kennis en ervaring hebben uitgebouwd, ook een zeer waardevolle bijdrage op beleidsmatig vlak. Zo kan onder meer (niet limitatief) gewezen worden op hun medewerking, in goede verstandhouding met de Procureur-generaal te Gent, aan:
⎝ ⎝ ⎝
⎝ ⎝ ⎝
de permanente overleggroep internationale samenwerking in strafzaken; de permanente werkgroep Europees aanhoudingsmandaat; een aantal ad hoc werkgroepen, zoals voor de uitwerking van een omzendbrief betreffende de Belgische verbindingsmagistraten in het buitenland (leidde tot de gemeenschappelijke omzendbrief van de Minister van Justitie en het College van procureurs-generaal COL 9/2008 inzake de verbindingsmagistraat); de basisopleidingen en gespecialiseerde opleidingen voor magistraten; de jaarlijkse toelichting van de evolutie van de politiële en gerechtelijke internationale samenwerking aan de Belgische verbindingsofficieren van de federale politie in het buitenland; het beantwoorden van een aantal vragen van internationale instanties.
Evenzeer dient benadrukt dat het federaal parket een prominente rol vervult als centraal aanspreekpunt voor Europese organen zoals Eurojust, Europol, Europees Justitieel Netwerk (EJN), Olaf. Dit valt alleszins niet te onderschatten zeker niet wat Eurojust betreft waar het aantal verzoeken aan het parket ieder jaar in aantal stijgt (159 in 2008 ten overstaan van 125 in 2007). Het federaal parket heeft in het jaar 2008 bijzondere inspanningen geleverd om de strafrechtelijke samenwerking met de buurlanden te optimaliseren. Zo organiseerde het op 19 november 2008 een overleg met het Verenigd Koninkrijk waar de concrete dossiers met problemen inzake rechtshulp werden aangekaart. Zo nam het op 2 oktober 2008 deel aan het overlegplatform “Hazeldonk” met Nederland, Frankrijk en Luxemburg ter coördinatie van de ontradende politieacties inzake de bestrijding van het drugstoerisme. Zo was
131
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
het actief betrokken bij de activiteiten van het overlegplatform BES (Bureau voor Euregionale Samenwerking) in de Euregio Maas–Rijn. Tenslotte heeft de federale procureur sinds het najaar 2008 de samenwerking tussen de grensparketten België – Nederland vorm gegeven, zowel dossiergebonden als structureel. Het federaal parket heeft ook steeds zijn verplichtingen nagekomen inzake bij wet of circulaire voorgeschreven evaluaties, verslaggevingen en kennisgevingen en heeft steeds tijdig bijgedragen aan de gemeenschappelijke adviezen die met de Procureur-generaal te Gent dienden verleend, zoals met betrekking tot de aanstelling van de Belgische verbindingsofficieren in het buitenland of de accreditatie van de buitenlandse verbindingsofficieren in België, of nog inzake de Belgische deelname aan de Analitical Work Files van Europol. Tenslotte blijft het College van procureurs-generaal bij het in de vorige evaluatieverslagen ingenomen standpunt naar aanleiding van de aanbevelingen van de federale procureur tot schrapping van het tweede en derde lid van artikel 11 van de Uitleveringwet van 15 maart 1874 om de centralisering van de tenuitvoerlegging van internationale rechtshulpverzoeken in één arrondissement mogelijk te maken, (het College van procureursgeneraal neemt dit op in de jaarlijkse wetsevaluatie), alsmede tot de aanstelling van een verbindingsofficier in het Verenigd Koninkrijk (de Procureur-generaal Gent brengt dit aan bod naar aanleiding van de evaluatie van het netwerk van de verbindingsofficieren).
7. GETUIGENBESCHERMINGSCOMMISSIE. De Procureur-generaal te Gent zetelt in de getuigenbeschermingscommisie en ervaart dat de federale procureur als voorzitter van deze commissie de vergaderingen op een degelijke wijze voorbereidt, leidt en ervan verslag opstelt. Ingeval van hoogdringendheid heeft de federale procureur ook steeds de voorlopige beschermingsmaatregelen genomen die zich opdrongen. Het College van procureurs-generaal verwijst naar het vorige evaluatieverslag en herinnert aan de dringende noodzaak van de aanpassing van de wetgeving betreffende de bescherming van bedreigde getuigen. De federale procureur heeft een belangrijke rol gespeeld in de redactie van een ontwerp van wet (in het bijzonder bescherming van de politieambtenaren belast met de voorbereiding en de uitvoering van de getuigenbeschermingsmaatregelen, uitvoering van nieuwe maatregelen namelijk inschrijven op een contactadres en gebruik van een werkidentiteit, invoering van een nieuwe procedure tot naamsverandering).
132
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
8. BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN. Het federaal parket heeft een bijzondere kennis en ervaring in deze materie. Operationeel krijgt het kennis van alle door de procureurs des Konings gemachtigde observaties en infiltraties en vordert het zelf in een groot aantal gefederaliseerde dossiers en in niet lokaliseerbare internationale rechtshulpverzoeken observaties en infiltraties (in het jaar 2008 respectievelijk 143 en 13). De federale procureur volgt via verslagen van de nationale en lokale informantenbeheerders de informantenwerking op en brengt de Procureurgeneraal Gent daarvan correct op de hoogte. Het federaal parket volgt ook de infiltraties van de lokale parketten op middels deelname aan de vergaderingen van de “commissies 1” en “commissies 2” en heeft in 2008 een nieuw wegingsysteem uitgewerkt dat toelaat de juiste prioriteiten te stellen in de langdurige infiltraties. Tenslotte is het enkel de federale procureur die een aantal bijzondere machtigingen kan afleveren, zoals voor de bewaakte doorlevering van goederen (14 in 2008). Daarenboven heeft het federaal parket ook een belangrijke en als zeer waardevol ervaren inbreng in een aantal beleidsmatige en conceptuele items, in goed overleg met het College van procureurs-generaal / het expertisenetwerk groot banditisme en terrorisme. In het bijzonder kan gewezen worden op:
⎝
de rapportageplicht in uitvoering van artikel 90decies Wetboek van strafvordering en de COL 17/2006 – de federale procureur levert zo goed als mogelijk de gegevens aan voor de redactie van het jaarrapport;
⎝
de door de federale procureur uitgevoerde controles die hem zijn opgedragen inzake het gebruik van fictieve identiteiten en inzake de aanwending van de zogenaamde bijzondere fondsen – dit geheel in overeenstemming met de ministeriële omzendbrief betreffende de aanwending van de bijzondere fondsen ter beschikking gesteld aan de politiediensten door de FOD justitie en de richtlijn van het College van procureurs-generaal met betrekking tot het gebruik van fictieve identiteiten;
⎝
diens bijdrage aan de vergaderingen van de commissie “Millennium” die zich in essentie buigt over de maatregelen die noodzakelijk zijn om de anonimiteit en de veiligheid van de politieambtenaren te vrijwaren, en van de commissie “Lexpo” die zich hoofdzakelijk buigt over concrete vraagstukken, rechtspraak en politiële onderrichtingen;
133
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
⎝
diens actieve bijdrage aan de jaarlijkse opleidingen in deze materie, zoals het BOM-seminarie en de BTS-dag voor de gespecialiseerde magistraten en politieambtenaren;
⎝
diens deelname in 2008 aan de werkgroep “reparatiewet BOM”, onder meer om te remediëren aan het arrest 105/2007 van het Grondwettelijk Hof en om een aantal punctuele aanpassingen door te voeren op basis van de ervaringen in de praktijk.
9. TOEZICHT WERKING DGJ. In 2008 heeft de federale procureur in nauwe samenwerking met het expertisenetwerk “Politie” actief uitvoering gegeven aan zijn toezichtopdracht op de algemene en bijzondere werking van de federale politie. De procureur-generaal te Bergen, die op grond van het koninklijk besluit van 6 mei 1997 specifiek bevoegd is voor de relaties met de politiediensten, is bijzonder verheugd over de versterkte samenwerking tussen het federaal parket en het expertisenetwerk “Politie”, dat wordt geleid door een magistraat van zijn parket-generaal. Op 16 juni 2008 vond overleg plaats tussen de hoofdcoördinator van dit expertisenetwerk en de federale procureur, met de bedoeling het optreden van beide instanties op elkaar af te stemmen. Het federaal parket levert een actieve bijdrage aan dit expertisenetwerk door de aanwezigheid van de beleidsmagistrate die aan het hoofd van de afdeling Bijzondere Opdrachten staat. Deze harmonisering van de werking van het federaal parket en het College heeft meer in het bijzonder geleid tot een betere coördinatie van de procedures m.b.t. de arbitrage van de capaciteit die worden vastgelegd in de artikelen 28ter, §3 en 56, §2 van het Wetboek van Strafvordering, enerzijds, en artikel 8/7 van de wet op het politieambt, anderzijds. Er werd in dit opzicht overeengekomen dat de ‘operationele’ arbitrageprocedures tot de bevoegdheid van de federale procureur zouden behoren, terwijl het College van Procureursgeneraal voor de ‘structurele’ arbitrageprocedures bevoegd zou blijven. Er werd eveneens beslist dat omzendbrief COL 4/2001, die deze materie regelt, zou worden aangepast. De beslissingen die de federale procureur in 2008 m.b.t. deze arbitrageprocedure én de embargoprocedure (artikel 44/8 WPA) heeft genomen, hebben in het algemeen niet het voorwerp van kritiek uitgemaakt. De ondersteuning die de federale procureur aan het College van Procureursgeneraal biedt leidde ook tot doorstroming van de informatie die aan het federaal parket wordt meegedeeld i.v.m. de halfmaandelijkse vergaderingen van de directeur-generaal van de Federale Gerechtelijke Politie en diens centrale directeurs, evenals van de antwoorden die de federale procureur
134
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
verzamelde op vragen die hij op eigen initiatief aan de procureurs des konings en de onderzoeksrechters had gesteld i.v.m. de uitvoering van de aan de Federale Gerechtelijke Politie toevertrouwde opdrachten. Deze informatie werd onder meer gebruikt om de bijdrage van het openbaar ministerie te vervolledigen aan de aan de Federale Politieraad gevraagde evaluatie van tien jaar werking van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus. Ten slotte apprecieert het College van Procureurs-generaal de wijze waarop de federale procureur in de loop van 2008 bijzonder heeft meegewerkt aan een reflectiedocument dat een nadere invulling geeft aan de samenwerkingsmodaliteiten tussen het federaal parket en de centrale directies van de algemene directie van de Federale Gerechtelijke Politie (DGJ) op vijf grote vlakken:
⎝ ⎝ ⎝ ⎝ ⎝
internationale samenwerking uitoefening en coördinatie van de strafvordering algemene steunfuncties DGJ/DJF militaire bevoegdheden DJMM
(Dit document werd goedgekeurd door het College van Procureurs-generaal en verspreid als COL 9/2009, addendum aan de COL 5/2002 betreffende het federaal parket).
10. ERNSTIGE SCHENDINGEN INTERNATIONAAL HUMANITAIR RECHT. De wet van 5 augustus 2003 betreffende ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht, zoals toegelicht in de omzendbrieven COL 16/2003, COL 7/2005 en COL 4/2008, betreft een aan de federale procureur toevertrouwde exclusieve bevoegdheid voor het uitoefenen van de strafvordering. Het College van procureurs-generaal stelt vast dat binnen de sectie, “internationaal humanitair recht en militaire bevoegdheden” een zeer goede kennis over deze ingewikkelde materie (opeenvolgende wetswijzigingen en rechtspraak Hof van Cassatie / Grondwettelijk Hof) werd opgebouwd en dat de concrete dossiers, incluis de samenwerking met de internationale strafgerechten, goed worden aangepakt. Het College benadrukt dat het aantal van deze door het federaal parket behandelde niet eenvoudige strafdossiers in stijgende lijn is (in 2008 waren 44 dossiers in opsporingsonderzoek, 19 in gerechtelijk onderzoek, en werden 51 rechtshulpverzoeken door internationale strafrechtbanken aan het federaal parket gericht).
135
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
11. MILITAIRE BEVOEGDHEDEN. De federale procureur is bevoegd voor de opsporing en vervolging van misdrijven gepleegd door Belgische militairen in het buitenland en kan de troepen vergezellen wanneer deze zich naar het buitenland verplaatsen. Sinds 2007 heeft hij deze bijzondere opdracht actiever uitgeoefend. De aandacht die de federale procureur heeft besteed aan de militaire delinquentie in het buitenland, hetgeen wordt ondersteund door een efficiënte samenwerking met de Federale Politie (DJMM) en de militaire overheden, heeft zich in 2008 vertaald in de opening van 222 dossiers. Deze attitude ligt in het verlengde van de richtlijnen die het College van procureurs-generaal in zijn omzendbrief COL 1/2004 heeft geformuleerd.
12. TERRORISME. De federale procureur vervult een cruciale rol in de prioritaire strijd tegen het terrorisme en oefent de facto exclusief de strafvordering uit inzake de terroristische misdrijven. Terecht acht de federale procureur de aanpak van het terrorisme een absolute prioriteit. In 2008 werden 53 federale strafonderzoeken inzake terrorisme geopend en waren in het algemeen 249 dossiers inzake terrorisme voorradig. Hij heeft dan ook een zeer goede kennis van de anti-terrorismewetgeving – dienaangaande kan verwezen worden naar het duidelijk overzicht van de wettelijke instrumenten (pagina’s 195 e.v. van het jaarrapport) en de voorstellen tot verbetering van het normatief kader (pagina’s 208-212). Het College van procureurs-generaal stelt vast dat binnen de sectie “terrorisme” ook een correcte en systematische uitvoering wordt gegeven aan de diverse taken die de federale procureur zijn opgedragen in de omzendbrief COL 9/2005 betreffende de gerechtelijke aanpak inzake terrorisme. Zo kan gewezen worden op de opstart in 2008 door de federale procureur van de werkzaamheden strekkende tot het opstellen van het draaiboek inzake terroristische gijzeling. In het bijzonder wordt zorg gedragen voor de periodieke coördinatievergaderingen met alle betrokkenen en de samenwerking met de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De monitor terrorisme die een accuraat overzicht geeft van alle door het federaal parket behandelde inlichtingen en onderzoeken inzake terrorisme wordt dagelijks bijgehouden en wekelijks verspreid onder meer naar de Procureur-generaal te Gent. Het is duidelijk dat het federaal parket zeer goed zorg draagt voor een optimale samenwerking en informatie-uitwisseling in elk dossier. Het College van procureurs-generaal, via
136
JAARVERSLAG 2008-2009 _______________________________________________________________________________________________
de Procureur-generaal te Gent, wordt ook correct geïnformeerd door de federale procureur over alle door hem geleide (inter)nationale proactieve onderzoeken inzake terrorisme. Het College van procureurs-generaal beklemtoont andermaal dat de federale procureur op basis van zijn kennis, ervaring en inzet, ook een zeer belangrijke bijdrage levert aan een reeks beleidsmatige activiteiten, zoals binnen het expertisenetwerk groot banditisme terrorisme, het College voor Inlichting en Veiligheid, en de werkgroep Internetrecherche, aan gespecialiseerde opleidingen en aan het formuleren van adviezen en het beantwoorden van vragenlijsten en parlementaire vragen.
13. POSITIE
VAN HET FEDERAAL PARKET BINNEN HET OPENBAAR
MINISTERIE.
De federale procureur neemt deel aan de vergaderingen van het College van procureurs-generaal en van de Raad van de Procureurs des Konings en is ook vertegenwoordigd in de expertisenetwerken. Dit levert een meerwaarde op en zorgt voor een goede integratie van het federaal parket binnen het Openbaar ministerie.
14. CONCLUSIE. Zoals vorige jaren wordt ervaren dat het federaal parket zijn talrijke en niet eenvoudige opdrachten meer dan behoorlijk uitoefent. De federale procureur heeft niet alleen ambitieuze beleidsplannen en verbeterpunten doch slaagt ook erin deze te realiseren en te voldoen aan de gestelde verwachtingen. In de lijn van de vorige verslagen is de evaluatie van het College van procureurs-generaal dan ook meer dan positief.
137