Jaarverslag 2012-2013
2
1 INLEIDING Dit is het jaarverslag over het 40e werkjaar van onze vereniging, de Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs (NVMO) en betreft de periode van 2012-2013. In 2012 heeft de NVMO het 8ste lustrum feestelijk gevierd, met als hoogtepunt het jubileumcongres in Maastricht. Het ledental van de NVMO is ook in 2012-2013 weer verder toegenomen: eind augustus 2013 bedroeg het ledental 1266 en dat is ten opzichte van de start van ons afgeronde beleidsplan 2007-2012, een groei van meer dan 50%. Het jubileumcongres in Maastricht heeft opnieuw een record aantal bezoekers getrokken: ruim 900 deelnemers togen in de eerste dagen van november naar het MECC in Maastricht. Toepasselijk genoeg was de hoofdorganisator dr. Mascha Verheggen van de Universiteit Maastricht. Bij de opening van het congres werd een bijzonder geslaagde film over 40 jaar NVMO vertoond, met professor Herman van Rossum in de rol van vliegende reporter. Ter gelegenheid van het jubileum was er tevens een jubileumboek samengesteld, waarin de geschiedenis van de vereniging op diverse creatieve manieren werd belicht. Voor alle leden van de NVMO was er een gratis exemplaar van het jubileumboek beschikbaar. Tijdens het congres werd voor de tweede keer de prijs voor het beste Proefschrift uitgereikt. Uit drie genomineerden kwam als winnaar uit de bus het proefschrift van dr. Marjan Govaerts, met als ‘Climbing the pyramid: towards understanding performance assessment’. Een bijzonder feestelijk aspect van het jubileumcongres was de uitreiking van de Han Moll penning, de erepenning van de NVMO, die vijfjaarlijks wordt uitgereikt aan een NVMO lid wegens grote verdienste voor het medisch onderwijs. Dit keer werd de Han Moll penning toegekend aan prof.dr. Janke Cohen-Schotanus. In het verenigingsjaar 2012-2013 heeft het bestuur een nieuw beleidsplan uitgewerkt, voor de periode 2013-2018. Zoals in het vorige Jaarverslag werd belicht, zijn de vier speerpunten van het vorige beleidsplan, over de periode 2007-2012, grotendeels of geheel gerealiseerd. Dit betrof: 1) stimuleren van onderzoek als kernactiviteit van de vereniging, 2) het geven van een duidelijke status aan de werkgroepen van de vereniging, 3) een sterkere internationale oriëntatie, en 4) bevorderen van bijzondere activiteiten door het instellen van prijzen en erkenningen. 3
Voor de periode van 2013-2018 zijn in het nieuwe beleidsplan opnieuw speerpunten gedefinieerd, dit keer vijf: 1. 2. 3. 4. 5.
verhoging aantal (docent-)leden verdere stimulering onderzoek van onderwijs en de rol van de Wetenschappelijke Commissie inzet van expertise van de NVMO werkgroepen accreditatie van scholingsactiviteiten van NVMO werkgroepen en andere activiteiten van de NVMO internationale oriëntatie
De acties die voortvloeien uit deze speerpunten zullen het beleid van de vereniging voor de komende jaren bepalen. Een groei van het aantal leden is (opnieuw) tot speerpunt benoemd, waarbij met name de activiteiten zich zullen richten op het verhogen van het aantal leden uit de categorie ‘docenten’ / ‘opleiders’. Hiertoe zullen de contacten met de wetenschappelijke verenigingen worden geïntensiveerd. Met een verdere stimulering van onderzoek van onderwijs is het afgelopen jaar al een begin gemaakt door de rol van de Wetenschappelijke Commissie (WECO) te versterken, en de werkzaamheden van de werkgroep Onderzoek van Onderwijs onder te brengen bij de WECO. Tevens wordt de voorzitter van de WECO permanent adviserend lid van het NVMO bestuur. Het aantal promovendi op het gebied van onderzoek van onderwijs groeit nog steeds: bij het opstellen van dit jaarverslag zijn bijna 90 promovendi bekend bij het bestuur. Ook de jaarlijkse Promovendidag, april 2013, was weer een succesvolle gelegenheid om elkaar te treffen en het netwerk op het gebied van onderzoek te versterken. De toegenomen activiteiten van de Ethical Review Board (NVMO-ERB) geven aan dat onderzoek van onderwijs binnen de vereniging in de lift zit. In de beleidsperiode wordt onderzocht of de expertise die aanwezig is in de 14 werkgroepen van de NVMO kan worden benut door het opzetten van een landelijk scholingsaanbod voor docenten / opleiders. Door de perspectiefrijke start van ons tijdschrift Perspectives on Medical Education zal de internationale oriëntatie van de vereniging een stevige stimulans krijgen.
4
Na een enthousiasmerend en succesvol lustrumjaar ziet de NVMO de komende vijf jaar vol vertrouwen op een verdere groei en uitbouw van de activiteiten tegemoet. Zoals aan het eind van de Inleiding in het vorige jaarverslag al gemeld en als eerste speerpunt in het beleidsplan opgenomen, zou het een mooi resultaat zijn indien in 2018 het aantal docenten / opleiders dat zich aansluit bij de NVMO en daar ook actief wordt, aanmerkelijke zal zijn toegenomen. Op naar het negende lustrum.
5
2
BESTUURSZAKEN
2.1 Samenstelling van het bestuur De samenstelling van het Dagelijks Bestuur van de NVMO in het verslagjaar was als volgt: prof.dr. Janke Cohen-Schotanus, UMC Groningen, voorzitter prof.dr. Peter van Beukelen, Universiteit Utrecht, (Diergeneeskunde), secretaris dr. Cor Postma, UMC St Radboud Nijmegen, penningmeester Het Bestuur was samengesteld uit de onder het dagelijks bestuur genoemde personen en de volgende leden en adviseurs: prof.dr. Jan Borleffs, UMC Groningen, adviseur als hoofdredacteur PME Arnout Cramer, student Erasmus MC Rotterdam, afgevaardigde vanuit het LMSO prof.dr. Jan Kuks, UMC Groningen dr. Kees van der Post, AMC/UvA Amsterdam, vanuit Huisartsopleiding Nederland
prof.dr. Roy Remmen, Universiteit Antwerpen
prof.dr. Robert Jan Stolker, Erasmus MC, vanuit CMS. prof.dr. Roland Laan, Radboud Universiteit Nijmegen, adviseur als hoofd-organisator van het NVMO Congres 2013 Roel Wouters, student UMC Utrecht, afgevaardigde vanuit het LMSO 2.2
Bestuursondersteuning
Het bestuur werd ondersteund door Linda Molman en Marijke StermanVleeschdraager. 2.3
Bestuursactiviteiten
Bestuursvergaderingen Zowel het dagelijks bestuur als het algemeen vergaderde in de loop van 2012-2013 driemaal.
6
Algemene Ledenvergadering. Op de Algemene Ledenvergadering van 16 november heeft het bestuur verantwoording afgelegd over het afgelopen jaar en werden de jaarverslagen goedgekeurd. De begroting van het verenigingsjaar 2012-2013 werd eveneens goedgekeurd. Zie voor de verdere punten het verslag van de vergadering. 3
LEDENBESTAND
Per 31 augustus 2012 telde de NVMO in totaal 1219 leden. Het ledenbestand heeft zich in de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld: 31-12-2001: 607 31-12-2002: 712 31-12-2003: 736 31-08-2004: 757 31-08-2005: 811 31-08-2006: 818 31-08-2007: 867 31-08-2008: 946 31-08-2009: 1057 31-08-2010: 1125 31-08-2011: 1184 31-08-2012: 1219 31-08-2013: 1266, verdeeld over de volgende categorieën: Individuele leden 654 Individuele student-leden 17 Ereleden 5 Seniorleden 26 Collectieve leden 543 Bibliotheken 21 De mogelijkheid om bij aanmelding voor het NVMO Congres 2012 lid te worden leverde 42 nieuwe leden op. Vanaf 2009-2010 bestaat de mogelijkheid een gecombineerd lidmaatschap af te sluiten voor NVMO en DSSH. In totaal hebben er nu 95 leden voor dit gecombineerde lidmaatschap gekozen, 71 individuele leden en 24 collectieve leden.
7
4
PERSPECTIVES ON MEDICAL EDUCATION
In 2012/2013 bestond de redactie van PME uit: prof.dr. Jan Borleffs (hoofdredacteur), dr. Peter Boendermaker, dr. Benno Bonke, dr. Jan van Dalen, mw. prof.dr. Debbie Jaarsma, mw. prof.dr. Griet Peeraer, prof.dr. Fedde Scheele, mw. dr. Johanna Schönrock-Adema, mw. dr. Renée Stalmeijer en prof.dr. Onno Terpstra. Lydia Verhoeff (BSL) is redactiesecretaris. De redactie heeft in 2012/2013 vier maal vergaderd: drie maal telefonisch en één keer lijfelijk. Omdat de zittingstermijn van de hoofdredacteur na bijna 11 jaar verstreken is, is in het voorjaar van 2013 de werving van een nieuwe hoofdredacteur gestart. De International Advisory Board van PME bestaat uit: Zubair Amin (Singapore), Tim Dornan (UK), Eckhart Hahn (Duitsland), Ronald Harden (UK), David Irby (USA), Kirsti Lonka (Finland), Karen Mann (Canada), John Norcini (USA), Geoff Norman (Canada), Charlotte Ringsted (Denemarken), Henk Schmidt (Nederland), Lambert Schuwirth (Australië), Yvonne Steinert (Canada), Cees van der Vleuten (Nederland). In augustus 2012 vond tijdens het AMEE congres de eerste vergadering met de IAB plaats. Sinds de transitie van TMO naar PME is het aantal ingediende manuscripten fors gestegen. Waren er in de TMO jaren gemiddeld 20 inzendingen per jaar, in de periode 2012/2013 ontving de redactie meer dan 100 manuscripten. Een groot deel van de manuscripten is ingediend door auteurs buiten Nederland en Vlaanderen. De kwaliteit van de ingediende artikelen gaat helaas niet gelijk op met de kwantiteit: relatief veel manuscripten worden na een zorgvuldige review procedure afgewezen. Figuur 1 laat zien hoe de verhouding accepteren/afwijzen is voor de verschillende categorieën van artikelen. Het afwijzingspercentage is het hoogst bij originele artikelen, bij de Short Communications en andere artikelen (Show and Tell, Debate in Medical Education, etc.) is het afwijzingspercentage lager. De eerste jaargang van PME omvatte 270 pagina’s. Medio 2013 is het aantal pagina’s van de tweede jaargang (tot en met nummer 3) 174. Vanaf eind 2012 zijn met terugwerkende kracht alle artikelen van PME opgenomen in de PubMed database. De positieve gevolgen daarvan en de “open access” toegang tot PME zijn groot! Figuur 2 laat zien dat in december 2012 meer dan 400 keer een artikel van PME werd gedownload. Figuur 3 toont de tot 10 van de meest gedownloade PME artikelen.
8
Figuur 1. Aantallen geaccepteerde en afgewezen originele artikelen, short communications en andere artikelen in PME in 2012.
Figuur 2. Aantal downloads van artikelen uit PME in 2012.
9
10
5
NVMO CONGRES 2012
Op 15 en 16 november 2012 vond het jaarlijkse congres plaats. Het NVMO vierde haar veertig jarig bestaan en het lustrumcongres werd ter ere hiervan gehouden in Maastricht. De hoofdorganisatie lag in handen van de faculteit Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht in de persoon van dr. Mascha Verheggen, werkzaam als bachelor coördinator van de International Track in Medicine bij de opleiding geneeskunde van de Universiteit Maastricht. Het congres is elk jaar weer een platform voor ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en opleiding in de gezondheidszorg in Nederland en Vlaanderen. Het centrale thema van dit congres was: “Assessment for learning”. Voorafgaande aan het eigenlijke congres hebben drie preconference workshops plaats gevonden, waarvan twee in samenwerking met het Landelijk Medisch Studenten Overleg. De derde preconference workshop betrof de eerste bijeenkomst van de cursus Onderzoek van Medisch Onderwijs. De hoofdlezingen werden verzorgd door dr. Sijbolt Noorda, voorzitter van de Vereniging van Universiteiten, met als onderwerp “Ontwikkelingen binnen het medisch onderwijs: Welke zijn de voornaamste uitdagingen?”, dr. Jim Crossley van de universiteit van Sheffield, Engeland, met als onderwerp “De juiste wijze van toetsen op de werkplek, what are we to do?”, prof.dr. Harry Hillen van de Universiteit Maastricht en voorzitter NVAO Visitatiecommissie Geneeskunde 2011/2012 met het onderwerp “Geneeskunde Onderwijs in Nederland 2012” en tenslotte prof.dr. Cees van der Vleuten van de Universiteit Maastricht met als onderwerp “Een systemische benadering van toetsing”. Tevens was dr. Yvonne Steinert, gasthoogleraar in het UMC Groningen en directeur van het ‘Centre for Medical Education’ bij McGill als gast op het congres aanwezig en gaf een workshop met het onderwerp “Leading educational change”. Het aantal deelnemers aan het congres bedroeg ruim 900 waarvan 80 % lid is van de NVMO. Tijdens het congres werden de volgende activiteiten georganiseerd: Presentatie van: 71 wetenschappelijke papers/papers 54 posters 11
Daarnaast waren er 27 workshops 19 rondetafels 8 symposia Ook werden er 10 promovendi die onderzoek hebben gedaan op het gebied van medisch onderwijs uitgenodigd om hun onderzoek te presenteren. De prijs voor het beste proefschrift werd voor de tweede maal uitgereikt. Prijswinnaar was dr. Marjan Govaerts van de Universiteit Maastricht met de titel “Climbing the pyramid: towards understanding performance assessment”. Zoals gebruikelijk tijdens een lustrumcongres werd de Han Moll Penning uitgereikt. Dit keer ontving prof.dr. Janke Cohen-Schotanus de penning. De voorzitter van de jury, prof.dr. Diana Dolmans sprak de laudatio uit. Aan het einde van het congres werden paper-en posterprijzen uitgereikt door een speciaal daarvoor ingestelde commissie. De hoofdorganisatie werd overgedragen aan Prof. dr. Roland Laan, van UMC St Radboud Nijmegen. Er werd afscheid genomen van prof.dr. Jan Bolk als lid van de congrescommissie. Zijn plaats in de congrescommissie werd ingenomen door dr. Ann Deketelaere van de Katholieke Universiteit Leuven. Zij zal hoofdorganisator zijn in 2015. Het NVMO-congres is al enkele jaren geaccrediteerd voor medisch specialisten, huisartsen, verpleeghuisartsen en sociaalgeneeskundigen.
12
6
WERKGROEPEN
Op 24 juni 2013 vond de jaarlijkse bijeenkomst van vertegenwoordigers van de werkgroepen met het bestuur plaats. Inmiddels is het aantal werkgroepen gegroeid tot 14. Ook dit jaar werd de vorm weer aangepast. Het in het nieuwe Beleidsplan voorgestelde plan om een leergang medisch onderwijskundige kennis te starten werd aan de orde gesteld. In groepjes discussieerden de aanwezige werkgroepsleden aan de hand van een aantal opgestelde vragen. Na de lunch deden de werkgroepen heel kort verslag aan de hand van een paar dia’s over het afgelopen jaar. De jaarverslagen over het afgelopen jaar en begrotingen voor het komende verenigingsraad werden elektronisch ingeleverd. 6.1
Communicatie Onderwijs
Inleiding Aan alle gezondheidszorgfaculteiten in Nederland en Vlaanderen wordt onderwijs in communicatie tussen patiënt en hulpverlener gegeven. Voor Nederland zijn de eisen t.a.v. communicatie voor de opleiding geneeskunde vastgelegd in het Raamplan. Om aan deze eisen te kunnen voldoen zijn verschillende werk- en toetsvormen ontwikkeld die alle beogen de kwaliteit van arts-patiënt communicatie te optimaliseren, meten en verbeteren. Doel Vergroting van de expertise op dit gebied door een brede uitwisseling van inhoud en vorm van communicatieonderwijs. Met dit doel voor ogen: het bieden van een breed platform voor uitwisseling van ontwikkelingen op het gebied van communicatie (onderwijs) en van onderzoek over arts-patiënt communicatie en onderwijs. Het zoeken naar oplossingen voor praktische problemen en uitwisselen van ideeën over inhoud en organisatie van het communicatieonderwijs in het basiscurriculum geneeskunde a.d.h.v. het Raamplan (kernleden). Samenstelling en Contactpersoon Kernleden: E van Weel-Baumgarten (voorzitter en contactpersoon ) en Esther Meijer-van den Bergh, UMC St Radboud, Nijmegen, Benno Bonke en 13
Anne de la Croix, Erasmus MC Rotterdam, José van de Kreeke en Naomi Ehrlich, Amsterdam VuMc , Marcel Fabriek, AMC, Amsterdam, Femke Jongen-Hermus en Frans Grosfeld, UMC Utrecht, Arlette de Voogd, LUMC, Leiden, Jan van Dalen en Valerie van den Eertwegh, Skillslab, Maastricht University, Frank van Es en Harry Stuger, UMCG, Groningen. Werkwijze Kernleden komen bijeen voor werkbezoeken en om inhoud en organisatie van het communicatieonderwijs in het basiscurriculum geneeskunde te bespreken met het Raamplan als onderlegger. Daarnaast verzorgt de werkgroep tweemaal per jaar een open bijeenkomst waarvan eenmaal tijdens het NVMO congres. Thema’s die een breed publiek aanspreken worden door geïnteresseerde NVMO leden uitgekozen en uitgewerkt samen met een of meer kernleden van de werkgroep. Veel werkvormen en invullingen zijn daarbij mogelijk. Activiteiten afgelopen verenigingsjaar: 2 bijeenkomsten met kernleden (oktober 2012 en maart 2013) , beide in de vorm van een werkbezoek (aan Groningen en Utrecht) met vooraf een korte reguliere vergadering. Een kerngroepbijeenkomst in januari moest vanwege ziekte ven de spreker worden afgelast. Daarnaast 2 openbijeenkomsten waarvan de eerste tijdens het NVMO congres 2012 werd gehouden. Deze bijeenkomst had de vorm van een symposium over transfer van communicatievaardigheden. Omdat de belangstelling voor dit onderwerp groot was en de discussie nog lang had kunnen voortduren werd ook de tweede bijeenkomst (13 mei, Utrecht) aan hetzelfde onderwerp besteed. Thema’s op de agenda van de kerngroep: Nieuw boek consultvaardigheden in combinatie met fysische diagnostiek; uitwisseling onderzoek arts-patiënt communicatie – onderwijs en zelf gepubliceerde artikelen; werkbezoeken Groningen en Utrecht; uitwisseling congresbezoeken. Publicaties en congresbijdragen: Presentatie tijdens het NVMO congres 2012 nav het werkgroepartikel ‘E. van Weel-Baumgarten, M. Brouwers, F. Grosfeld, F. Jongen Hermus, J. van Dalen, B. Bonke. Teaching and training in breaking bad news at the Dutch medical schools: a comparison. Medical teacher 2012; 34: 373–381’.
14
6.2
Diversiteit
Doel De werkgroep Diversiteit heeft als doelstelling tot een uitwisseling te komen van gedachten, ideeën en ervaringen op het gebied van multiculturaliteit en diversiteit in de geneeskunde(opleiding). Hiermee willen we bereiken dat er binnen geneeskunde(opleidingen) optimaal aandacht wordt besteed aan de toenemende diversiteit in onze samenleving. Samenstelling/contactpersoon/werkwijze Voorzitters: Conny Seeleman (AMC/UvA) en Maaike Kok (UMCU) Kernleden: Benno Bonke (Erasmus MC), Veronica Selleger (VuMC), Evelyn van Weel-Baumgarten (UMC St Radboud), Katja Lanting, Hans Harmsen (Erasmus MC), Jan Joosten (MUMC), Jennie van Huizen (UMCG), Stephanie de Maesschalck (Universiteit van Gent), Kristin Hendrickx (Universiteit Antwerpen). In totaal staan er nu 59 mensen op de adressenlijst. Werkwijze: doorgaans komen we twee a drie keer per jaar samen voor vergadering. Naast het bespreken van een aantal vaste onderwerpen, staan er dan meestal een of twee inhoudelijke onderwerpen op de agenda. Verder is er altijd veel ruimte voor uitwisseling van ervaringen met ‘diversiteit’ in het geneeskunde onderwijs. NB: na de open bijeenkomst in september 2012 hebben we een aantal nieuwe leden kunnen verwelkomen, en is de opkomst bij de bijeenkomsten omhoog gegaan. Activiteiten afgelopen verenigingsjaar (september tot september) Twee vergaderingen waarin: Een presentatie Tolk en Vertaalcentrum Nederland over de inzet van tolken in het geneeskundeonderwijs Een presentatie van Jeanine Suurmond (AMC) over het door haar ontwikkelde COO voor geneeskundestudenten over tolken Uitwisseling van ervaringen Open bijeenkomst getiteld “diversiteit als uitdaging” op 12 september 2012 Voor deze bijeenkomst hadden we drie sprekers uitgenodigd te weten Prof. Hugo Heymans (over zijn ervaringen met diversiteit in de kindergeneeskunde, diversiteit als uitdaging) en Nordin Dahhan en Bart Wolff 15
over hun project INVEST (bevorderen van open en heldere communicatie tussen arts-assistenten in opleiding (AIOS) kindergeneeskunde en kinderen en hun ouders, ongeacht hun etnische of culturele achtergrond). Aansluitend was er een borrel. Alle NVMO-leden waren voor deze bijeenkomst uitgenodigd. Het is een hele leuke en interessante bijeenkomst geworden met een grote opkomst (25-30 mensen), waarvan een groot deel ‘nieuwe’ gezichten. Extra bijeenkomst op 26 maart over het door Benno Bonke ontwikkelde keuzemodule over Diversiteit. Deze bijeenkomst is georganiseerd naar aanleiding van een vraag van een van onze leden naar concreet onderwijsmateriaal. Benno bood aan zijn keuzevak te presenteren. Er was veel belangstelling voor!
Publicaties en congresbijdragen 13 oktober: namens de werkgroep een bijdrage geleverd aan het studentencongres ‘Cultuurverschillen in de kliniek’ in het UMCG. In samenwerking met Pharos hebben we een abstract voor een rondetafelsessie ingediend voor het NVMO congres 2013 getiteld: Vrouwelijke genitale verminking, een noodzakelijk onderwerp in het basiscurriculum? 6.3
Docentprofessionalisering
Doel De werkgroep stelt zich ten doel expertise en ervaring te bundelen, zodat de (verdere) onderwijskundige professionalisering van docenten in het medisch opleidingscontinuüm in onderlinge samenhang geoptimaliseerd wordt. Hiertoe wil de werkgroep zich graag ontwikkelen tot een expertisegroep, die adviseert en tevens een rol speelt in onderzoek op dit gebied. Daarbij investeert de werkgroep in de belangen van docenten door het ontwikkelen van een visie op een carrière voor professionele docenten, en door aandacht te genereren voor de waardering van docenten in medisch onderwijs via een reëel carrièreperspectief. Samenstelling van de werkgroep In het verslagjaar was de werkgroep als volgt samengesteld: Drs. A.H. (Anneke) Bakker, Onderwijsinstituut, VUmc, Amsterdam Dr. C.P.M. (Christel) Verberg, Afd. Opleiding & Studentenzaken AMC, Amsterdam 16
Prof. Dr. P. (Peter) van Beukelen, Onderwijsbestuur / Leerstoel Kwaliteitsbevordering Diergeneeskundig Onderwijs, Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht Drs. J.M.E. (Lisette) van Bruggen (voorzitter), Expertisecentrum voor Onderwijs en Opleiding dOO, UMC Utrecht Drs. H. (Hanke) Dekker, Centrum Docentprofessionalisering, Onderwijsinstituut FMW, UMC Groningen Prof. Dr. A. (Anselme) Derese, Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Universiteit Gent Drs. R. (Rik) Engbers, afdeling Evaluatie en Kwaliteit van Onderwijs (EKO), Instituut voor Wetenschappelijk Onderwijs en Opleidingen (IWOO), UMC St Radboud, Nijmegen Dr. W. (Willem) de Grave, Capaciteitsgroep O&O, Faculteit Geneeskunde, Universiteit Maastricht Dr. D.D. (Désirée) Mansvelder-Longayroux (voorzitter), Directoraat Onderwijs en Opleidingen, LUMC Drs. M. (Marta) Witkowska-Stabel, Erasmus MC Desiderius School, Rotterdam Contactpersoon:
[email protected] Mutaties in samenstelling in het verslagjaar: Carel Martens volgt Anneke Bakker op. Anselme Derese nam afscheid, er is geen opvolger. Christel Verberg heeft Akkelien Bergsma opgevolgd. Activiteiten afgelopen verenigingsjaar (2012-2013) De werkgroep kwam bijeen op 24 september 2012, 17 december 2012, 11 maart 2013 en 3 juni 2013. De bijeenkomst van 24 september stond in het teken van het beoordelen van docenten. Wat is belangrijk voor een goede docentbeoordeling? Welke kernelementen zitten daarin? Welke consequenties heeft dat voor BKO- en SKO-trajecten? Op 17 december werd verder gewerkt aan het thema docentbeoordeling. De werkgroep maakte een start met het ontwikkelen van rubrics voor het beoordelen van portfolio’s van docenten. Tijdens de bijeenkomst op 11 maart werd verder gewerkt aan de rubrics voor het beoordelen van en feedback geven op docentcompetenties.
17
De bijeenkomst van 3 juni stond vooral in het teken van de voorbereiding van de workshop op het komende NVMO-congres en de werkgroependag . De rubrics werden afgerond.
Rondetafel NVMO-congres 2012 met als onderwerp Kiezen van werkvormen voor docentprofessionalisering: evidence-based en nieuwe ontwikkelingen. Er waren circa 80 deelnemers, waaronder veel docenten. Voor verslag: www.nvmo.nl: werkgroep docentprofessionalisering. Het projectplan van de werkgroep is afgerond. Als belangrijkste aandachtpunten ziet de werkgroep het werken aan afstemming en erkenning van Senior Onderwijskwalificaties (zoals ook bij Basis Onderwijskwalificaties gebeurd is) en het inventariseren (en mogelijk valideren) van methoden en instrumenten om de kwaliteit van individuele docenten te meten onder andere voor het behalen van onderwijskwalificaties. Enkele werkgroepleden hebben meegewerkt aan een boek over Faculty Development onder redactie van Yvonne Steinert. Dit boek zal worden gepresenteerd op de 2nd International Conference on Faculty Development in the Health Professions in Praag voorafgaand aan de AMEE in augustus 2013. Publicaties en congresbijdragen In het jaar 2012/2013 is geen publicatie vanuit de werkgroep verschenen. Op het NVMO-congres 2012 heeft de werkgroep een rondetafel georganiseerd met als titel: Kiezen van werkvormen voor docentprofessionalisering: evidence-based en nieuwe ontwikkelingen.
6.4
E-learning
Doel De werkgroep E-learning richt zich op het educatief gebruik van informatieen communicatietechnologie (ICT) in het medisch onderwijs, dit in de meest brede zin van het woord. De werkgroep bestaat sinds 1992 en heeft als doel de uitwisseling van kennis, ervaringen en e-learning producten. Tevens is de werkgroep beschikbaar als adviesorgaan voor NVMO-leden. De leden van de werkgroep komen regelmatig bij elkaar voor het discussiëren over nieuwe ontwikkelingen en het gezamenlijk bekijken van nieuwe toepassingen. Vanuit de werkgroep worden initiatieven genomen voor geza18
menlijke projecten, publicaties en presentaties op het gebied van medische toepassingen van e-learning. Kernleden 2012-2013 Voorzitter: Mw. Drs. W.P.M. Hols-Elders (UMCU) Secretaris: Mw. drs. C. Steenbeeke (Universiteit Twente) Penningmeester: Mw. S. Eggermont (LUMC) De werkgroep bestaat uit 44 leden (mei 2013), waaronder vertegenwoordigers van alle Nederlandse UMC's, Nederlandse Huisartsen Genootschap, de Universiteit van Gent en de opleiding Technische Geneeskunde (Universiteit Twente). Alle leden van de werkgroep zijn NVMO-lid. Activiteiten 2012/2013 Bijeenkomsten De werkgroep komt 5 keer per jaar bij elkaar op één van de aangesloten instituten. 's Morgens wordt er kort vergaderd en worden ervaringen uitgewisseld (o.a. elkaar informeren over projecten in ontwikkeling, om dubbeling te voorkomen). 's Middags vinden er presentaties plaats over relevante onderwerpen of wordt een werkbezoek afgelegd. De middagprogramma’s staan open voor overige leden van de NVMO, waarvan goed gebruik gemaakt wordt. De volgende onderwerpen zijn in het afgelopen jaar aan bod gekomen: Learning Analytics (20-09-2012). Learning Analytics is gebaseerd op de analyse van het online gedrag van studenten binnen een elektronische leeromgeving of digitale leer- en werkomgeving. Verschillende sprekers lichten de verschillende aspecten van learning analytics toe. Onderwijsinnovaties (22-11- 2012). In deze middag zijn verschillende innovaties op het gebied van e-learning besproken. Onder andere Augmented Reality en Serious gaming zijn aan bod gekomen. E-learning auteurssystemen (23-01-2013). De verschillende systemen waarmee e-learning modules kunnen worden ontwikkeld worden besproken. Enkele leden van de werkgroep lichten een specifiek systeem toe, vertellen wat de ervaringen zijn etc. Digitaal toetsen (26-03-2013). De verschillende aspecten van digitaal toetsen in het medisch onderwijs worden toegelicht. Open Educational Resources (22-05-2013). Vanuit het UMCN wordt een symposium over OER georganiseerd. Verschillende sprekers komen aan bod. O.a. de volgende onderwerpen worden besproken: Hoe zit het veld van 19
Open Onderwijs in elkaar, en wat kan de gezondheidszorg er mee? Open Educational Resources: drijvende kracht achter onderwijsinnovatie? Een internationale implementatie van OER: NeuroBlend. Implementatie en toepassing van Open Educational Resources nader belicht / Informatie over het OER programma van SURF en de Nederlandse Special Interest Group OER Alle presentaties die tijdens de middagen de revue passeren worden op de wiki (http://www.criticalthinking.nl/nvmowiki)van de werkgroep gezet en zijn toegankelijk voor iedereen. Congresbijdragen 2012-2013 De werkgroepleden zijn actief in het presenteren van nieuwe toepassingen, ervaringen en onderzoeksresultaten op congressen in binnen- en buitenland. Van september 2012 tot september 2013 gebeurde dat o.a. op de volgende congressen: AMEE congres september 2012 NVMO congres november 2012 DSSH congres maart 2013 IAMSE congres juni 2013 Op het NVMO congres 2012 heeft de werkgroep een rondetafelsessie georganiseerd over de geschiedenis en toekomst van e-learning in medisch onderwijs. Hiermee probeert de werkgroep opgedane expertise ook weer te delen met de leden van de NVMO. De sessie was met meer dan 100 deelnemers een succes. Het portal medischonderwijs.nl Via het portal www.MedischOnderwijs.nl worden sinds 2004 e-learning toepassingen beschikbaar gesteld ten behoeve van het medisch onderwijs. Alle Nederlandse opleidingen Geneeskunde, Technische Geneeskunde en de geneeskundeopleiding van de Universiteit Gent participeren in dit portal. Het gebruik ervan wordt geregistreerd.
6.5
Kwaliteitszorg
Doel De werkgroep biedt een platform voor de uitwisseling van kennis en ervaringen op het gebied van kwaliteitszorg van opleidingen in de gezondheids20
zorg in Nederland en Vlaanderen en ontwikkelt zich naar een expertisegroep. Zij staat open voor iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp. Samenstelling Medewerkers kwaliteitszorg van: AMC, Albert Schweitzer ziekenhuis, Erasmus MC, KU Leuven, LUMC, UMC Groningen, UMC Maastricht, UMC Utrecht, Universiteit Utrecht (Diergeneeskunde), VUMC, Huisartsopleiding Nederland, Medisch Centrum Haaglanden, NSPOH.
Contactpersoon Ien Thelen,
[email protected] Marjo Wijnen-Meijer,
[email protected] (oud: Anita van Meeuwen,
[email protected], Lenneke Ainsworth,
[email protected] ) Werkwijze Tot nu toe komen deelnemers aan de werkgroep 4x per jaar bijeen. In november op het congres, in april en september in Utrecht en in januari op locatie elders in het land. Op elke bijeenkomst staat een thema centraal dat wordt voorbereid door interne en/of externe sprekers. Tenminste één van de bijeenkomsten staat open voor alle NVMO-leden. De bijeenkomsten zijn gericht op verdieping van en discussie over verschillende onderwerpen gerelateerd aan kwaliteitszorg. Met de ontwikkeling naar een expertise groep wil de werkgroep meer in deelgroepen aan onderwerpen werken en daarbij (meer) gebruik maken van digitale communicatiemiddelen. Activiteiten afgelopen verenigingsjaar September 2012 Thema bijeenkomst, Kwaliteitszorg in het Albert Schweitzerziekenhuis & Alumni- en exitenquêtes November 2012 NVMO Congres, Ronde-tafelsessie “kwaliteitscultuur: hoe werkt dat in de praktijk?” Januari 2013 Open bijeenkomst voor NVMO-leden, Evalueren: kan het ook anders? Dit was de eerste open bijeenkomst van de werkgroep Kwaliteitszorg. Aan de 21
hand van het thema “Evalueren: kan het ook anders” werd in groepjes gediscussieerd. Dit leverde een ideeënlijst over dit onderwerp op. Het tweede deel van de bijeenkomst bestond uit een presentatie van Prof. dr. Janke Cohen-Schotanus over het Groningse voorspeller onderzoek. Zij onderzochten of een kleine groep studenten de mening kan voorspellen van het gehele cohort studenten. In Medical Education is het artikel over dit onderzoek verschenen (Med Educ 2013;47:453–62). April 2013 Thema bijeenkomst, Kwaliteit van de coschappen. In een besloten bijeenkomst zijn de ervaringen met kwaliteitszorg in de coschappen besproken. Twee leden van het Landelijk overleg coassistenten waren te gast om vanuit het studentenperspectief mee te denken. Overig: Uitwisseling expertise, gezamenlijke congresvoorbereiding, discussies op Linked-In
6.6
Medische vervolgopleidingen
Doel
De NVMO werkgroep Medische Vervolg Opleidingen wil een bijdrage leveren aan de kwaliteit van alle medisch specialistische opleidingen: inhoudelijk, onderwijskundig en organisatorisch. Daarbij ambieert de werkgroep niet om pasklare antwoorden te geven maar wil zij thema’s aan de orde stellen waarover betrokkenen met elkaar in gesprek gaan om ideeën op te doen en te worden uitgedaagd tot kritische reflectie. De werkgroep wil met een toekomstgerichte blik het opleiden naar vorm en inhoud kritisch onder de loep te nemen. We leiden immers op voor 2020… I.t.t. andere NVMO-werkgroepen heeft deze werkgroep een breed, integraal profiel, en beperkt zich dus niet tot een thema of aspect. Wel hebben bepaalde vraagstukken de speciale belangstelling van de leden van de werkgroep, waaronder het belang van de 6 “zachte” competenties en de vraag hoe je die handen en voeten geeft; de paradox van de zelfsturende AIOS die wordt opgeleid in een strak en overgeorganiseerd schools plan; de spanning tussen de passie van de opleider voor opleiden en de frustrerende effecten van de regelgeving; het opleiden van aios binnen de huidige zorgcontext en toch voorbereiden op nieuwe vormen van zorg die nodig zijn om de zorg betaalbaar te houden.
22
Samenstelling/contactpersoon/werkwijze In het verslagjaar waren de volgende personen actief in de werkgroep: Drs. J.A. (Coby) Baane (onderwijskundige, AMC) Dr. G.A. (Geke) Blok (onderwijskundige, Reinier de Graaf Groep) Drs. G.J.M. (Liesbeth) Dirksen-de Tombe (onderwijskundige, Erasmus MC) Drs CRMG (Lia) Fluit (hoofd afdeling Evaluatie, Kwaliteit en Ontwikkeling EKO, Radboud Nijmegen) Dr M. de Hoog, (kinderarts, voorzitter COC en consilium kindergeneeskunde, Erasmus MC) Drs. B.J.A. (Beatrijs) de Leede (onderwijskundige, LUMC) Drs K van Loon (onderwijskundige KNMG, medewerker CanBetter project) Dr. S.J. (Scheltus) van Luijk (onderwijskundige, MUMC) Drs. Abe Meininger (onderwijskundige UMCG) Dr F. van der Meulen (KNO-arts AMC) Dr. H. (Hanneke) Mulder (onderwijskundige; voorzitter/contactpersoon, UMC Utrecht) R.J. (Rob) Oostenbroek (chirurg en leerhuismanager Albert Schweizer ziekenhuis), Dordrecht Drs. E. (Erica) Overeem (onderwijskundige, coördinator medisch onderwijs Gelre Ziekenhuizen) Drs L. Rem (onderwijskundige Erasmus MC) Drs C. den Rooyen (opleidingskundige KNMG, projectleider CanBetter project) Prof. dr. F. (Fedde) Scheele (gynaecoloog opleider, SLAZ) Dr. H.E. (Henk) Sluiter (internist/opleidingscoördinator Teaching Hospital Deventer Ziekenhuis) Drs. M.I. (Margit) Vermeulen (Manager Ontwikkeling en Onderzoek, Huisartsopleiding UMC Utrecht De werkgroep komt ongeveer 5 x per jaar bijeen om thema’s die relevant zijn voor de medische vervolgopleidingen te bespreken, zo mogelijk met een gast die een inleiding verzorgt. Deze discussies leiden in sommige gevallen tot het vormgeven bijeenkomsten voor andere geïnteresseerden, met als doel de medische vervolg-opleidingen op een zowel inhoudelijk als qua vormgeving/werkvormen originele manier op de agenda te zetten. De werkgroep ambieert ook te publiceren over de thema’s die die zij bespreekt. De bijeenkomsten van de werkgroep hebben dus enerzijds een inhoudelijk, verkennend en onderzoekend karakter (bespreking 23
van thema’s) en anderzijds een meer praktisch karakter (vertalen van deze thema’s in bijeenkomsten en publicaties). Activiteiten afgelopen verenigingsjaar (september tot september) De werkgroep is sinds september 2012 een aantal keren bijeen geweest. Een overzicht van de bijeenkomsten : 20 december Reflectie op activiteiten werkgroep en vooruitblik 2013 14 februari Peter Nijsen, Neuroloog St Elisabeth ziekenhuis Tilburg Lean in de zorg en de betekenis ervan voor onderwijs en opleiden 11 april Thomas Plogh, Gezondheidswetenschapper AMC De toekomstige medische professional en wat betekent dat voor opleiden 13 juni C Hilders, Gynaecoloog. Voorzitter projectgroep “ de specialist van 2015” De specialist van 2015 12 september Reflectie op activiteiten werkgroep en vooruitblik 2013 10 oktober Iris Wallenburg, Medisch Socioloog, IBMG, Rotterdam Implementatie van de modernisering opleiding vanuit sociologisch perspectief 12 december Martin Mulder, werkbezoek Wageningen, Hoogleraar leerstoel educatie en competentiestudies Universiteit van Wageningen Competentiegericht onderwijs in Wageningen. Wat kan de medische opleiding hiervan leren? Publicaties en congresbijdragen De werkgroep heeft een artikel voor Medical Teacher in voorbereiding (fase: verwerking redactioneel commentaar) en heeft inmiddels 3 artikelen
24
ingediend voor een themanummer in “Perspectives” dat begin 2014 zal verschijnen. November 2012: NVMO -congres (workshop): Wat dragen we over in de overdracht? Het verborgen curriculum in de patiëntenbespreking... Workshop door de NVMO werkgroep Medische Vervolg-opleidingen i.s.m. Yolande Witman. 6.7 Onderzoek van Onderwijs
Doel Uitwisselen van kennis en ervaringen over onderzoek van onderwijs. Deze werkgroep is geen expertisegroep; het gaat niet zozeer om het samenbrengen en ontwikkelen van expertise, maar om het uitwisselen van expertise. Bijeenkomsten De werkgroep komt vier keer per jaar een middag (15-18u) bijeen bij de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht of in het AMC van de Universiteit van Amsterdam. Tijdens de bijeenkomsten wordt actieve interactie met het onderwerp nagestreefd. Meestal wordt het onderwerp met een presentatie ingeleid gevolgd door uitdieping d.m.v. discussie, debat, workshop, oefening, opdracht, e.d. Bijeenkomsten worden aangekondigd in mailings aan NVMO-leden en in de congresagenda van deze website. Gebruikte presentaties en relevante documenten zijn te bekijken op deze website. Participatie: De bijeenkomsten zijn bedoeld voor medewerkers en studenten die betrokken (willen) zijn bij onderwijskundig onderzoek in de gezondheidszorg. Onderwerpen: Een ieder die werkzaam is in het medisch onderwijs kan onderwerpen voor bijeenkomsten aandragen. Stuur daarvoor een mail naar Erik Driessen (
[email protected]) of Debbie Jaarsma (
[email protected]). Uitgangspunt is de behoefte om kennis en ervaringen te delen en uit te wisselen om zodoende van elkaar te leren. Coördinatie en informatie: Er heeft een overgang in coördinatie plaatsge25
vonden. Met het bestuur van de NVMO is overeengekomen de werkgroep te laten opnemen in de wetenschappelijke commissie (WECO) van het NVMO. De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep is in handen van Erik Driessen (MUMC) en Debbie Jaarsma (AMC), respectievelijk voorzitter en lid van de WECO. Activiteiten 2012/2013 In het afgelopen academisch jaar zijn er 2 bijeenkomsten geweest, te weten op 8 mei 2012 en op 27 maart 2013. Er staat nog 1 bijeenkomst gepland op 26 juni 2013. Er zijn wat minder bijeenkomsten geweest i.v.m. het uitvallen van enkele uitgenodigde sprekers. Thema van bijeenkomst van 8 mei 2012 was: ’Onderzoek naar leren op de werkplek’ Dit onderwerp wordt ingeleid door de medisch antropoloog en filosoof Annemarie Mol, hoogleraar Antropologie aan de Universiteit van Amsterdam en mede begeleidt door Pim Teunissen (VUMC/UM) en Anneke Kramer (UMCN). Achtergrond en context: in een praktijk- en competentiegerichte opleiding als de geneeskunde en verwante opleidingen is leren in authentieke situaties een belangrijk onderdeel. Veel leren vindt dus plaats in de praktijk van de geneeskunde/zorg. We noemen dit ‘werkplek leren’. Studenten, aios en professionals leren door te participeren in de zorg en door authentieke ervaringen op te doen met patiënten en werkers in de zorg. Onderzoek naar dit soort leren heeft een ander karakter dan onderzoek naar leren in meer georganiseerde situaties als blokcursussen, werkgroepen ed. Kenmerkend is de dagelijkse praktijk waarin van alles gebeurd en waarin juist deze dynamiek essentieel is voor het leren. Maar hoe doe je onderzoek in zo’n rommelige, complexe omgeving? Wat zijn relevante vragen, welke methodieken passen daarbij, hoe interpreteer je bevindingen en hoe maak je gebruik van de theorie? Doel en werkwijze: het doel van de bijeenkomst is enerzijds onze kennis en kunde te vergroten door te luisteren naar een ‘ervaringsdeskundige’ in het doen van onderzoek in de echte wereld en door het uitwisselen van elkaars ervaringen, en anderzijds een netwerk van onderzoekers te vormen 26
die onderzoek doen naar werkplek leren om meer van elkaars kennis en kunde te profiteren en samen te werken aan theorievorming. Doelgroep: de bijeenkomst is bedoeld voor hen die betrokken (willen) zijn bij onderzoek naar werkplek leren in de context van de gezondheidszorg. Uiteindelijk hebben 40 deelnemers de bijeenkomst bijgewoond. Thema van bijeenkomst van 27 maart 2013 was: ‘Quasi-experimental study design and get the grant: Tips and trucs bij quasi-experimenteel onderzoek en het schrijven van een (NWO) subsidie-aanvraag.’ Dit onderwerp werd ingeleid door Dr. Eugene Custers, Onderzoeker en Onderzoeksadviseur Universiteit Utrecht en auteur van een AMEE guide over quasi-experimenteel design en Prof. Dr. Jeroen van Merrienboer, Universiteit Maastricht. Achtergrond en context: Medisch onderwijskundig onderzoek wordt regelmatig bekritiseerd voor haar methodologische zwakheid. Een deel van deze kritiek komt voort uit het gebruik van quasi-experimenteel studie designs binnen het medisch onderwijskundig onderzoek. Editorials van verschillende tijdschriften vragen om meer aandacht te besteden aan het studie design (The reputation of medical education research: quasi-experimentation and unresolved threats to validity. Collivier J.A., McGaghie, W.C. Teaching and learning in medicine. 2008 20(2):101-103). Daarnaast ligt er steeds meer druk op onderzoekers om extern geld te werven. Bij het schrijven van een (NWO) subsidieaanvraag is het belangrijk dat het studie design solide en voor de beoordelaars overtuigend op papier staat. Het schrijven van een subsidieaanvraag vraagt om geheel andere vaardigheden dan het schrijven van een wetenschappelijk artikel. Doel en werkwijze: Het doel van deze werkgroep is om enerzijds informatie te geven over bedreigingen van validiteit van onderzoek en hoe deze te minimaliseren bij quasi-experimenteel studie design en daarnaast de do’s en don’ts bij het schrijven van een subsidieaanvraag waarbij dit type onderzoeksdesign vaak wordt gebruikt. Naast inleidingen door beide sprekers zullen we voorbeelden bespreken: Wat zijn kenmerken van goede en minder goede subsidieaanvragen en studie designs?
27
Doelgroep: De bijeenkomst is bedoeld voor hen die geïnteresseerd zijn in/ betrokken (willen) zijn bij onderzoek van onderwijs in de context van de gezondheidszorg. We verwelkomen zowel onderzoekers, als niet onderzoekers: promovendi, niet-promovendi, studenten, docenten, beleidsmedewerkers etc. Uiteindelijk hebben 35 deelnemers de bijeenkomst bijgewoond. Thema van bijeenkomst van 26 juni 2013 was: ‘Kwaliteitscriteria voor onderzoek en sloppy science.’ Dit onderwerp wordt ingeleid door Dr. Renée Stalmeijer, onderwijskundige en universitair docent bij de afdeling onderwijsontwikkeling en research van de Universiteit Maastricht en opleidingsdirecteur van de Master of Health Professions Education en Dr. Nynke van Dijk, klinisch-epidemioloog en onderwijskundige en principal investigator van de onderzoeksgroep Onderzoek van Onderwijs van de huisartsopleiding AMC. Achtergrond en context: Wetenschappelijk onderzoek is de zorgvuldige, verifieerbare en systematische studie van een bepaalde kwestie volgens conventies zoals deze binnen de wetenschap gelden (Wikipedia). Het wetenschappelijk onderzoek is het afgelopen jaar kritisch onder de loep genomen naar aanleiding van de bevindingen van fraude van enkele onderzoekers. De commissie Lefelt schrijft in zijn rapportage welke standaarden er zouden moeten gelden voor wetenschappelijk onderzoek, wanneer onderzoek ‘sloppy science’ genoemd mag worden en wanneer fraude optreedt. Ook voor het medisch onderwijs onderzoek kunnen we daar lering uit trekken. Welke kwaliteitscriteria gelden voor kwalitatief en kwantitatief onderzoek? Wanneer is het afwijken van die kwaliteitscriteria sloppy science? En hoe kunnen we dat als medisch onderwijskundig onderzoekers voorkomen? Doel en werkwijze: Het doel van deze werkgroep is om enerzijds informatie te geven over de beschikbare kwaliteitscriteria voor kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Daarnaast zullen we proberen een beeld te krijgen over wanneer er sprake is van sloppy science en hoe we dat als onderzoekers kunnen voorkomen. Naast inleidingen door beide sprekers zullen we casuïstiek bespreken en discussiëren over de mogelijkheden om als onderzoekers sloppy science op te sporen en te voorkomen. 28
Doelgroep: De bijeenkomst is bedoeld voor hen die geïnteresseerd zijn in/ betrokken (willen) zijn bij onderzoek van onderwijs in de context van de gezondheidszorg. We verwelkomen zowel onderzoekers, als nietonderzoekers: promovendi, niet-promovendi, studenten, docenten, beleidsmedewerkers etc. 6.8 Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO) Doel De NVMO-werkgroep Praktijk van het Medisch Onderwijs (PMO) stelt zich primair ten doel om de uitwisseling van kennis en ervaring tussen medewerkers in het praktisch medisch onderwijs aan de verschillende medische opleidingen te bevorderen. Afgeleid hiervan wordt beoogd om de discussie over ontwikkelingen en plannen met betrekking tot het praktisch medisch onderwijs aan de medische faculteiten te bevorderen en zo nodig adviezen te formuleren. Deze werkgroep is géén expertisegroep; het gaat niet zozeer om het samenbrengen en ontwikkelen van expertise, maar om het uitwisselen van expertise. Werkwijze Jaarlijks worden vijf bijeenkomsten georganiseerd, waarvan één tijdens het NVMO-congres. De vier overige bijeenkomsten vinden plaats het Vergadercentrum AZU van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) van 14.00 – 17.00 uur. De bijeenkomsten worden aangekondigd in mailings aan NVMO-leden en op de NVMO-website. Tijdens een bijeenkomst wordt een onderwerp ingeleid door een of meerdere collega’s uit het medisch onderwijsveld. Zij beschrijven thema’s aan de hand van een vraagstelling. De locale aanpak, ervaringen of ontwikkeling van dit thema worden besproken. Vervolgens volgt een uitwisseling van ervaringen en visies van andere deelnemers, bijvoorbeeld aan de hand van stellingen of vragen. Deelnemers ontvangen na afloop een mailing met een link naar de NVMO-website. De presentaties en ander relevant materiaal zoals achtergrondartikelen worden daar opgeslagen. Dit materiaal is voor iedereen toegankelijk. Een ieder die betrokken is bij ontwikkeling en uitvoering van het praktisch medisch onderwijs kan onderwerpen voor bijeenkomsten aandragen. Participatie De bijeenkomsten zijn bedoeld voor alle NVMO-leden, in het bijzonder de 29
betrokkenen en geïnteresseerden in een bepaald onderwerp. Dit kunnen artsen, opleiders, coördinatoren, psychologen, onderwijskundigen uit zowel de academische en perifere ziekenhuizen zijn. Zij kunnen zich tot één week vóór de bijeenkomst opgeven voor deelname. Daarna volgt bevestiging per email met eventuele aanvullende vragen of instructies ten aanzien van het onderwerp. Ook niet NVMO-leden worden toegelaten. Hen wordt gewezen op het lidmaatschap van het NVMO. Coördinatie De coördinatie van de activiteiten van de werkgroep ligt in handen van Monica van de Ridder, Albert Schweitzer ziekenhuis (ASz) en Maarten Verwijnen, Universiteit Maastricht (UM). Activiteiten 2012-2013 26 september 2012 Onderwerp: Leren interprofessioneel samenwerken in de gezondheidszorg Spreker: Giannoula Tsakitzidis (kinesitherapeut en onderzoeker / doctoraatstudent Universiteit Antwerpen) en Paul Van Royen (hoogleraar Huisartsgeneeskunde en decaan Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen, Universiteit Antwerpen) In de gezondheidszorg zijn heel wat initiatieven op het gebied van samenwerking tussen professionals zichtbaar. Toch blijft het vaak bij multidisciplinair en multiprofessioneel werken, zonder veel interactie. De competentie ‘interprofessioneel samenwerker in de gezondheidszorg’ kan je bereiken door ervaring, maar je kunt dit ook leren in de praktijk via reflectieve leermethoden (intervisie, supervisie, coaching). Hoe doet men dat in Antwerpen? Aanwezigen: 16 15 november 2012, NVMO-congres Onderwerp: Forensische geneeskunde: een vak apart EN een apart vak. Wat kunnen we er VAN leren Spreker: Reinier Haneveld (Arts M&G, MPH. Associate Professor afdeling Public Health Julius Centrum UMCU en Senior Consultant bij ComplX Consultants b.v) Wat krijgen studenten geneeskunde over de Forensische Geneeskunde in het curriculum? Wat moeten ze in elk geval weten aan het eind van de opleiding? Aan de hand van authentiek beeldmateriaal -dat als schokkend kan worden ervaren- zullen bovenstaande vragen worden behandeld. 30
22 januari 2013 Onderwerp: Diversiteit onderwijs in de geneeskunde opleiding ook gewoon, is al divers genoeg! Spreker: Els Geelen (Health Ethics & Society, FHML-UM) met medewerking van Rob Houtepen (Health Ethics & Society, FHML-UM) Alice Drenthe, Marijke Kruithof & Chahinda Ghossein (Skillslab, FHML-UM) Alledaagse verschillen tussen patiënten doen er toe in het dagelijks medisch handelen. Sekse, leeftijd, leefsituatie, opleidingsniveau, cultuur en karakter, …… het telt in elk arts/patiëntcontact. Deze alledaagse verschillen ervaren we echter als zo gewoon dat we er vaak aan voorbijgaan. Zo worden ze ook in het medisch onderwijs over diversiteit vaak onderbelicht in tegenstelling tot bijvoorbeeld etnische diversiteit. Hoe kan dat anders? Dat is de vraag die in deze workshop centraal staat. Gecancelled 21 maart 2012 Onderwerp: De opleider als rolmodel Spreker: dr. Rob J.Oostenbroek (opleidingscoördinator, chirurg np en oud-opleider, Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht), drs. Benjamin Boerebach (PhD student, onderzoeksgroep professional performance, AMC) en dr. Bas H. Verhoeven (Kinderchirurg-opleider UMCN St. Radboud & onderwijsontwikkelaar Skillslab UM, Maastricht) In onze opleiding en in onze loopbanen hebben verschillende personen model gestaan voor hetgeen wij wilden worden en voor hoe wij zouden willen werken. Zij hebben als rolmodel gefungeerd. De centrale vraag tijdens de bijeenkomst was of deze ervaringen gebaseerd zijn op romantische herinneringen of overstijgen zij deze gedachten en zijn ze wel degelijk een essentiële factor in de opleiding tot arts en specialist? Aanwezigen: 27
19 juni 2012 Onderwerp: Invoering van videoregistratie van arts patiënt contacten ten behoeve van Korte Praktijk Beoordelingen: wat let ons? Spreker: Lex Linsen, (Catharine ziekenhuis, Eindhoven) en Monica van de Ridder, (Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht) Bij de beoordeling van de competenties van de AIOS via een KPB is directe observatie van zijn/haar prestaties onontbeerlijk. De AIOS heeft echter een eigen spreekuur én de opleider heeft een eigen spreekuur, waardoor directe observatie in de knel komt. Videoregistratie van voor opleidingsdoelein-
31
den geselecteerde patiëntencontacten bleek hierbij de oplossing bieden. Hoe zet je zoiets op, en wat zijn de valkuilen daarbij? 6.9 Professioneel gedrag Doel Informatie uitwisseling. Deskundigheidsbevordering ondermeer door refereren van recente evidence in literatuur en bespreken van leerzame casuïstiek dan wel bespreken van eigen ervaringen mbt onderwijs en toetsing van professioneel gedrag en professionaliteit. Ontwikkelen en bespreken van concepten op gebied van onderwijs en toetsing van professioneel gedrag en professionaliteit. Bespreken casuïstiek. Samenstelling Pieter Barnhoorn, LUMC Leiden Benno Bonke, Erasmus MC Rotterdam Wouter van Dijk, UMC Utrecht Enne Feenstra, UMC Groningen - Tandheelkunde Ronald Gorter, ACTA-tandheelkunde Amsterdam Petra van Gurp, Radboud UMC Nijmegen Marjolein Heijne-Penninga, UMC Groningen J. Grijpma, Erasmus MC Rotterdam M. Fabriek, UvA Amsterdam Peter van Dijken, UMC Groningen Mirabelle Schaub-de Jong, Hanzehogeschool Groningen Sandra van Kuppeveld, JeroenBosch ziekenhuis, Den Bosch Liesbeth van der Jagt, NHG en UMC Utrecht Paul van Katwijk, TU Twente, Technische Geneeskunde, Enschede Scheltus van Luijk, VUmc Amsterdam en Universiteit Maastricht Marianne Mak-van der Vossen, VUmc Amsterdam Nicole Mastenbroek, Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht Walther van Mook, FHML, MUMC Maastricht Thiany Ong, ACTA-tandheelkunde Amsterdam Jan Swinkels, AMC Amsterdam Judith Prins, Radboud UMC Nijmegen
32
Kirsten Reuchlin, UMC Utrecht Martin Traudes, LUMC Leiden Evelyn van Weel-Baumgarten, Radboud UMC Nijmegen Thijs Wingelaar, VUmc Amsterdam Marian Wolters UMC Utrecht Jan Bolk, LUMC Leiden Aktiviteiten juni 2012- juni 2013 26 september 2013 Bijeenkomst in het teken van 10 jaar Professioneel Gedrag. Eindrapport van de projectgroep Consilium Abeundi verscheen in 2002. Hoe staat het er voor op de verschillende faculteiten en wat zijn de knelpunten waar we tegen aan lopen? De inventarisatie was ook bedoeld als opmaat naar een herijking van het doel van de werkgroep. Scheltus van Luijk heeft afscheid genomen als voorzitter. Hij is opgevolgd door Enne Feenstra (UMCG) 27 januari 2013 Presentatie van lopend onderzoek (Marianne Mak, VU) en een op te zetten onderzoek (Pieter Barhoorn, LUMC) naar studenten die onvoldoendes scoren op PG. Doel van het onderzoek is om beter inzicht te krijgen naar de aard van het disfunctioneren, de frequentie, de kenmerken van deze studenten en de mogelijkheden tot remediering. Tevens zal het onderzoek de manier van werken van de verschillende commissies PG verder in kaart brengen. 3 april 2013 De docent als professioneel rolmodel. Bespreking van de betekenis van rolmodellen voor de ontwikkeling van (on)professioneel gedrag. Conclusie was dat de werkgroep hier meer aandacht aan zal geven, te beginnen op het komende NVMO-congres in samenwerking met de werkgroep Praktijk van Medisch Onderwijs. Pieter Barhoorn heeft vervolg van zijn onderzoeksopzet gepresenteerd 21 juni 2013 Bijeenkomst in het teken van de toekomst van de werkgroep. De resultaten daarvan verschijnen in een nieuw werkplan van de werkgroep. Besloten is
33
tot een naamswijziging. Vanaf komend seizoen is de naam ‘Werkgroep Professionaliteit’. De reden hiervoor is dat de huidige naamgeving de niet meer helemaal de lading dekt. Naast het toetsen en beoordelen van professioneel gedrag omvat het competentiedomein Professionaliteit ook een aspect van Professionele ontwikkeling. De werkgroep wil zich op beide aspecten nadrukkelijker gaan profileren. Algemeen De opkomst bij de bijeenkomsten bedraagt ongeveer 10 mensen per keer. Inhoud van de bijeenkomsten wijkt af van de eerdere voornemens.
6.10 Selectie Doelstelling De werkgroep heeft als doelstelling expertise op te bouwen over de effecten van decentrale selectie, en zicht te krijgen in de onderbouwing van de keuzes die de verschillende universiteiten/UMC’s maken voor het gebruik van bepaalde methodes. Daarnaast breken verschillende mensen in diverse steden zich het hoofd over allerlei praktische aspecten rondom de decentrale selectie en het logistieke proces. Ook voor de praktische gang van zaken rondom selectie bij de verschillende geneeskundeopleidingen is dit een platform voor de uitwisseling van ervaringen. Samenstelling Lenneke Ainsworth, UMC Utrecht Kitty Cleutjens Universiteit Maastricht Janke Cohen-Schotanus, UMC Groningen Gerda Croiset, VUmc Amsterdam Jenny Dijkstra, Erasmus MC Rotterdam Marleen Erich, UMC Groningen Sylvia Heeneman, Universiteit Maastricht Robert Hulsman, VUmc Amsterdam Tamara Koehler Universiteit Utrecht Tineke Krommenhoek, LUMC Leiden Rashmi Kusurkar, VUmc Amsterdam
34
Susanne Lucieer, Erasmus MC Rotterdam Mirjam Oude Egbrink, Universiteit Maastricht Nienke Schripsema, UMC Groningen Gerard Spaai, AMC Amsterdam Axel Themmen, Erasmus MC Rotterdam Anke van Trigt, UMC Groningen Suzanne Vet, Erasmus MC Rotterdam Marieke de Visser, Radboud UMC Nijmegen Ine Vos, VUmc Amsterdam Marleen Westerhof, VUmc Amsterdam Anouk Wouters VUmc Amsterdam Margit Vermeulen, UMC Utrecht Bijeenkomsten 2 april 2013 Bijeenkomst in Utrecht met het onderwerp Selecteren op basis van noncognitieve vaardigheden trok circa 20 deelnemers vanuit de verschillende UMC’s.
6.11 Simulatie- en gestandaardiseerde patiënten Doel De werkgroep Simulatie- en Gestandaardiseerde Patiënten richt zich op: professionele groei en ontwikkeling op het gebied van simulatie- en gestandaardiseerde patiënten (SPs) Het vaststellen van richtlijnen standaarden/ op gebied van SP-activiteiten Vooruitgang in SP-scholing en SP-onderzoek
Samenstelling/contactpersoon/werkwijze Alle deelnemers zijn NVMO-leden, die betrokken zijn bij de coördinatie, werving, selectie en/of training, en onderzoek van simulatie- of gestandaardiseerde patiënten van Nederlandstalige Medische Opleidingen. Sinds 2012 zijn alle Nederlandstalige medisch opleidingen vertegenwoordigd. Aantal leden op mailinglijst schommelt rond de 26. Het aantal echte werkgroepdeelnemers schommelt tussen de 12 en 16. De werkgroep komt minimaal 3x per jaar bij elkaar (Feb, Mei/Juni, November). Tijdens deze bijeenkomsten is er een agenda met daarop minimaal 35
een ‘thema-bespreking’ waarin enkele deelnemers een thema presenteren waarna er al of niet een project volgt. Daarbuiten zijn er ‘een-tweetjes’ via onderlinge bezoeken en is er onderling emailcontact a.d.v. projecten. Er is nu sprak van een levendige uitwisseling met onderlinge vragen en er worden ook onderlinge bezoeken afgelegd buiten de werkgroepbijeenkomsten om. Naar aanleiding van het NVMO congres 2012 in Maastricht is de werkgroep gestart met ‘site-visits’ waarbij we dus niet meer standaard in Utrecht bij elkaar komen maar bij elkaar op dus wisselende locaties.
Activiteiten afgelopen verenigingsjaar (september tot september) De volgende projecten lopen: In 2012 is de landelijke data-base met SP-rollen uit elke deelnemende faculteit geeffectueerd! Dit loopt via een bestand dat via de NVMOwebsite toegankelijk is, alleen voor leden van de werkgroep (A. Elgersma-UMG Groningen, JJ Rethans, FHML Maastricht). Elke deelnemer heeft er nu 5 rollen inzitten en er wordt gewerkt aan het gebruikersvriendelijker maken van het systeem. De werkgroep heeft in 2012 het ‘NVMO-werkgroep artikel in Med Teacher gepubliceerd (Rethans JJ, Grosfeld FJM, Aper L, Reniers J, Westen JH, van Wijngaarden JJ, van Weel-Baumgarten EM. Six formats in simulated and standardized patients use, based on experiences of 13 undergraduate medical curricula in Belgium and the Netherlands. Medical Teacher, 2012 (34); 710-716 Er is weer een update gemaakt van een lijst van onderwerpen waarmee de komende bijeenkomsten gevuld worden. De werkgroep (via Bank I, Elgersma AF en Grosfeld FJM) heeft voor het as NVMO congres een abstract ingediend m.b.t. een eerste verkenning van simulatiepatiënten bij opleidingen voor BIG-geregistreerde beroepen in Nederland Publicaties en congresbijdragen Rethans JJ, Grosfeld FJM, Aper L, Reniers J, Westen JH, van Wijngaarden JJ, van Weel-Baumgarten EM. Six formats in simulated and standardized patients use, based on experiences of 13 undergraduate medical curricula in Belgium and the Netherlands. Medical Teacher, 2012 (34); 710-716.
36
6.12 Skills- en simulatietechnieken Deze werkgroep bestaat in feite uit het bestuur van de Dutch Society for Simulation in Healthcare, waar de NVMO een samenwerkingsverband mee heeft. Leden van beide verenigingen kunnen een gecombineerd lidmaatschap aangaan, hetgeen een korting op beide lidmaatschappen oplevert. Bestuur Voorzitter: dr. M.P. (Marlies) Schijven Vice voorzitter: dr. R. (Ralf) Krage Penningmeester: dr. H.W.R. (Henk) Schreuder Secretaris: C. (Carla) de Jong Bestuursleden: .M. (Joya) Smit Msc., Dr. A. (Alma) Schaafstal,Dr. ir. G.J.M. (Gabriëlle) Tuijthof, mr.drs. L.E. (Ludmilla) Garmers Commissies Accreditatie en Standaardisatie Serious Gaming Onderwijs Wetenschap Leden De DSSH kent 125 leden en daarnaast ca. 85 leden die vanuit de NVMO een gecombineerd lidmaatschap met de DSSH hebben. Activiteiten DSSH congres Jaarlijks congres, dit jaar het Lustrumcongres, op 20 maart 2013, gehouden in het AMC in Amsterdam. Het accent lag op interactieve workshops en Simulatie. Keynote speaker: Walter Eppich, Feinberg School of Medicine, Chicago, USA Daarnaast 10 interactieve workshops en een platform waar artsen en ontwikkelaars samen konden komen om ideeën uit te wisselen Bezocht door ca. 100 deelnemers, waaronder veel DSSH-NVMO combileden. Wetenschappelijk partner van het Games for Health Europe congres ( 28 en 29 okt 2013) , waarin het accent met name op Serious Gaming ligt.
37
6.13 Toetsing Doel De NVMO-werkgroep toetsing stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van toetsing in het medisch onderwijs. Dit, door uitwisselen van ervaringen, kennis, inzichten en materiaal en het opbouwen van een netwerk aan personen die met dezelfde problematiek bezig zijn. Op basis van gezamenlijke knelpunten wordt gezocht naar praktische oplossingen. Samenstelling De werkgroep heeft kernleden uit de verschillende UMCs, die de medische opleidingen vertegenwoordigen. Allen houden zij zich binnen hun instelling bezig met beleidsontwikkeling, implementatie en evaluatie op het gebied van toetsing in medisch onderwijs. Afhankelijk van de activiteiten, worden ook andere belangstellenden betrokken. De kerngroepleden zijn: Adriaan Norbart, LUMC, Leiden Angela Peters, VUmc Amsterdam Eline Dubois, LUMC Leiden Emely Spierenburg, Erasmus MC Rotterdam Floor Mulder, VUmc Amsterdam Frederica Jousma, IJsselland zhs Capelle a/d IJssel Harold Bok, Universiteit Utrecht (Diergeneeskunde) Jacqueline Vos, AMC Amsterdam Jos Snoek, UMC Groningen Joost Dijkstra, Universiteit Maastricht Karen Stegers, Erasmus MC Rotterdam Lisette van Bruggen, UMC Utrecht Marian Govaerts, Universiteit Maastricht Margreet Manrique, UMC Utrecht Michiel Kornelissen, Radboud UMC Nijmegen Mieke Latijnhouwers, Radboud UMC Nijmegen Nathalie de Bruyker, Erasmus MC Rotterdam Nele Michels, Universiteit Antwerpen René Tio, UMC Groningen 38
Ron Leunissen, Radboud UMC Nijmegen Sylvia van de Marel, VUmc Amsterdam Tineke Krommenhoek, LUMC Leiden Yvonne Heinen, AMC Amsterdam Contactpersonen Dr. M.A.H.E. Latijnhouwers(UMC St Radboud) –
[email protected] Drs. A.F. Norbart (LUMC) -
[email protected] Huidige werkwijze Er zijn circa 4 bijeenkomsten per jaar rondom een gezamenlijk thema op het gebied van toetsing binnen medisch onderwijs. Vooraf inventariseren de kernleden de huidige situatie in de verschillende instellingen en ervaren knelpunten. Gezamenlijke knelpunten vormen het onderwerp voor de werkgroepbijeenkomst. De werkgroepbijeenkomst resulteert in concrete oplossingen dan wel vervolgacties t.a.v. het onderwerp dan wel een adviesrapport.
Activiteiten afgelopen verenigingsjaar (september tot september) De bijeenkomst van 18 september 2012 had als thema toetsing in de coschappen. We zijn toen ingegaan op longitudinale toetsing: wat verstaan we eronder, wat doen we er al aan en wat zijn do’s en don’ts. De bijeenkomst van 18 december stond in het teken van een vraag van het OCG (Opleidingsdirecteuren Geneeskunde Nederland). Dat had ons gevraagd te adviseren over een aantal zaken rond toetsing in de coschappen: hoe wordt er in de diverse UMC’s omgegaan met onvoldoendes, hoe komt het dat er nauwelijks spreiding in de beoordelingen is en hoe kan longitudinale toetsing worden ingezet bij de coschappen. In de bijeenkomst van 19 februari, die zou gaan over Assessment For Learning, hebben we uiteindelijk gekozen om de tijd te gebruiken de notitie voor het OCG gezamenlijk te bespreken. Daarna heeft een kleiner comité de eindredactie van het advies op zich genomen. Verder is in die bijeenkomst een voorlopig idee voor de bijdrage aan het NVMO congres 2013 verder uitgewerkt. Ook dit is weer door een kleiner comité afgemaakt en als abstract ingediend. 39
Op de bijeenkomst van 28 mei stond alsnog het thema Assessment For Learning gepland.
6.14 Wetenschappelijke vorming Doel De NVMO werkgroep Wetenschappelijke Vorming (WV) stelt zich tot doel de uitwisseling te bevorderen van kennis en ervaring op het gebied van onderwijs, gericht op de wetenschappelijke vorming in het medische opleidingscontinuüm. Hieronder vallen ook additionele trajecten, Honours programma’s, etc. Samenstelling werkgroep Alle acht Nederlandse medische faculteiten/UMC’s en sinds kort drie van de vijf Vlaamse medische faculteiten participeren in de werkgroep, elk in principe met twee leden die nauw betrokken zijn bij het onderwijs en toonaangevende posities binnen hun UMC innemen. De deelname van de werkgroepleden wordt gesteund door de decanen van hun faculteit. Daarnaast is een vertegenwoordiger van de Hanzehogeschool (Groningen) actief lid van de werkgroep, en hebben we drie medische studenten als lid. De leden in verslagjaar 2012-2013 waren: Dr. N. (Nynke) van Dijk, AMC Drs. E. (Emely) Spierenburg en dr. P.W. (Peter) Moorman, Erasmus MC Prof. dr. F.W. (Friedo) Dekker en drs. M. (Mayke) Vereijken, LUMC Prof.dr. A. (Ton) de Goeij en dr. M. (Marjan) van den Akker, MUMC Dr. E.A. (Ally) van Hell en dr. J.M. (Joke) van der Mark, UMCG Prof.dr. A. (André) Verbeek en dr Jaap Fransen UMCN Dr. H.E. (Tineke) Westerveld en dr. M.R. (Marijke) van Dijk, UMCU Dr. I.J. (Inge) van Wijk en prof dr. G.A.M. (Guy) Widdershoven, VUMC Prof. dr. B. (Benedicte) de Winter en Prof. dr. J. (Joost) Weyler, Universiteit van Antwerpen Prof.dr. C. (Chris) van Schravendijk en Prof.dr. A. (Axel) Bossuyt, VU Brussel Prof.dr. F. (Frans) Schuit en Prof.dr. B. (Bert) Aertgeerts, KU Leuven Dr. M. (Martijn) de Groot, Hanzehogeschool Groningen J. (Jelle) Lut en K.E. (Kim) Kortekaas, student LUMC 40
A. (Annemarie) Koop, student UMCG De coördinatie van de werkgroep is in handen van Friedo Dekker (
[email protected]) als voorzitter en Marjan van den Akker (
[email protected]) als secretaris. Werkwijze werkgroep De werkgroep komt jaarlijks enkele malen in Utrecht bijeen voor een vergadering en een inhoudelijke bespreking van een thema. Afhankelijk van het thema worden ook andere NVMO- leden actief uitgenodigd. Daarnaast worden op het NVMO-congres een of meerdere sessies georganiseerd. Activiteiten september 2012 – juni 2013 In periode september 2012 –juni 2013 is de werkgroep vier keer bijeen geweest. Driemaal is een inhoudelijk thema besproken: Hoe academische en wetenschappelijke vorming te definiëren (voorbereid door de Hanze Hogeschool Groningen), het toetsen van wetenschappelijke vorming (voorbereid door Rotterdam en Nijmegen), en de opzet van MD/PhD trajecten (voorbereid door Brussel en Nijmegen). Daarnaast is op het NVMO-congres 2012 een drukbezochte ronde tafel sessie georganiseerd in samenwerking met de landelijke commissie biomedische wetenschappen over de vraag wat beide studierichtingen van elkaar kunnen leren als het gaat om academische en wetenschappelijke vorming. Tevens is gewerkt aan een themanummer over wetenschappelijke vorming voor ons tijdschrift PME. Dit themanummer moet zomer 2013 verschijnen.
41
7
PROMOVENDINETWERK
Elk jaar organiseert het promovendinetwerk van het NVMO een promovendidag. Dit jaar vond deze plaats op 26 april op de inmiddels vertrouwde faculteit Diergeneeskunde in Utrecht. Het doel van de promovendidag is iedereen die betrokken is bij promotieonderzoek in medisch onderwijs samen te brengen. Op deze dag bieden we hen de mogelijkheid ideeën, uitkomsten en breinbrekers met betrekking tot hun onderzoek uit te wisselen. We doen dit door promovendi de kans te geven hun lopende onderzoek te presenteren en door intervisie van gedachten te wisselen over struikelblokken in hun promotietraject. Voor promovendi die bijna klaar zijn, is er ook elk jaar de mogelijkheid om deel te nemen aan de promotiesimulatie. Daarnaast proberen we elk jaar een inspirerende spreker te vinden om ons wetenschappelijke blikveld te verbreden. En ook dit jaar sloten we af met de zeer goed bevallen speeddate. Plenaire lezing
Dit jaar werd de plenaire lezing verzorgd door dr. Erik Driessen, voorzitter van de Wetenschappelijke Commissie van de NVMO. Hij is werkzaam bij de Universiteit van Maastricht en hield een interactieve lezing over Grounded theory. Hij nam ons mee in de mogelijke onderzoeks-methodologie en hield een pleidooi voor het doen van een grounded theory study. Hij vertelde hoe je van data naar theorie komt en welke stappen daartussen horen te zitten. Daarna vertelde hij over mogelijke valkuilen van kwalitatief onderzoek en wat zijn vervolg studies zullen inhouden. De eindboodschappen die hij de zaal meegaf waren:
Denk bij de start van je onderzoek na over methodologie, tijdschrift en onderzoeksteam.
Gedurende onderzoek: doe alles systematisch en consequent, reflectief en overleg.
Bij het opschrijven: welk verhaal vertellen je resultaten? Verdiep je in de discussie van het tijdschrift en de regels van het tijdschrift.
42
Presentaties van eigen onderzoek Aansluitend op de plenaire lezing volgden verschillende parallelle sessies voor en door promovendi. Een tweetal van de sessies werd ingevuld met het presenteren van eigen onderzoek. Aan elke presentatie was vooraf een referent toegewezen die de discussie opende; daarna kregen de overige toehoorders de gelegenheid zich in de discussie te mengen. Onderwerpen die hierbij aan bod kwamen waren onder meer: kwaliteitsbevordering in de huisartsopleiding, de ontwikkeling van het zelfregulerend leervermogen van medische studenten, de beoordeling van de klinisch opleider als rolmodel, werkgroep onderwijs en de continue professionele ontwikkeling van verpleegkundigen. Intervisie Dit jaar was de intervisie gestructureerd via de ‘quick scan’-methode. Dit is een methode waarmee binnen 20-30 minuten een probleem goed uitgediept kan worden en aan iedereen een actieve bijdrage wordt gevraagd. Twee promovendi brachten een probleem in, waar de rest van de groep actief over mee dacht. De deelnemers vonden het een prettige manier om ‘onder elkaar’ op deze manier tot een oplossing te komen en het was voor iedereen een prettige, leerzame bijeenkomst. Promotiesimulatie Zoals vanouds konden promovendi die verwachten komend jaar hun proefschrift te verdedigen, zich tijdens de promotiesimulatie aan de hand van één van hun artikelen voorbereiden op dit moment. De ceremonie werd met verve voorgezeten door simulatie-decaan prof.dr. Dirk Ruiter. Enkele collega-promovendi die zich hadden voorbereid op het opponeren stelden uitgebreide en pittige vragen, die promovenda Lia Fluit kritisch beantwoordde. Nadien was er nog tijd voor de zaal om vragen te stellen. Plenaire sessie, deel 2 Aan het eind van de dag werd er een zaalinterview gehouden met Cees van der Vleuten, hoogleraar medisch onderwijs in Maastricht De titel van de sessie was: Wat maakt een promotor effectief? De hele zaal, promovendi, 43
doctoren en professoren stelden verschillende vragen aan de Cees. De vragen liepen uiteen van hoe moet een promovendus zijn vraag aan de promotor stellen? Willen promotoren een artikel lezen als het bijna af is of eerder? Hoe geeft een promotor feedback aan een promovendus? Wie bepaalt waar het onderzoeksteam uit bestaat? Zowel professoren als promovendi gingen in discussie met elkaar om de vragen te beantwoorden en van verschillende kanten te belichten. Het was een geslaagde sessie met positieve reacties. Speed daten Het speed daten had als doel om vooral voor de nieuwe promovendi het netwerken met andere promovendi te vergemakkelijken, maar ook voor de andere promovendi was dit een mogelijkheid om hun netwerk uit te breiden. Er werden duo’s en trio’s gevormd, die 5 minuten met elkaar konden kennismaken alvorens naar de volgende speeddate te gaan. Om de kennismaking te sturen was door de organisatie voor iedere ronde een stelling opgesteld over het doen van onderzoek en promoveren. Voor velen was de 5 minuten gesprektijd te kort en er werd dan ook gretig van de mogelijkheid gebruik gemaakt om tijdens de aansluitende borrel verder kennis te maken en te discussiëren over onderzoek. Of er ook wetenschappelijke ‘matches’ zijn ontstaan, zal komend jaar moeten blijken in de publicaties .
44
8
Ethical Review Board
De Ethische Toetsingscommissie is door het NVMO bestuur ingesteld, doch in haar oordeel onafhankelijk en legt daarover ook geen verantwoording af. Wel benoemt het NVMO-bestuur op voordracht van de commissie de leden van de NVMO-ERB. Door de NVMO-ERB is een reglement gemaakt hetgeen aan het NVMObestuur is voorgelegd en door het bestuur is goedgekeurd. Samenstelling commissie Prof.dr. J.J.M. van Delden (UMC Utrecht), voorzitter Drs. J.I. Dankerlui-Eikelboom (UMC Utrecht), secretaris Prof.dr. A.D.C. Jaarsma (AMC) Drs. A.N. Raat (UMCG) Dr. J. Schönrock-Adema (UMCG) tot juni 2012 Dr. R.L. Hulsman (AMC) Dr. W. de Grave (UMC Maastricht) Mr. S.K. Kwee, jurist Anne Schoutens (student lid, UMC Utrecht)
Samenstelling secretariaat Secretaris: Jonneke Eikelboom ev. Dankerlui, Juliuscentrum afd. Medical Humanities UMCUtrecht Management assistente: Linda Molman Expertisecentrum onderwijs en opleiding UMC Utrecht. Tijdens zwangerschapsverlof vervangen door Lenneke Ainsworth, kwaliteitsmedewerker. Werkwijze commissie Alle onderzoekers van medisch onderwijs kunnen een aanvraag voor ethische toetsing indienen. Een verzoek tot beoordeling van een onderwijs onderzoek dient vergezeld te gaan van een volledig onderzoeksdossier. Het indienen van het onderzoek geschiedt via een webapplicatie die te bereiken is via de site van de NVMO. De toetsing is gebaseerd op dezelfde uitgangspunten als de ethische toetsing via de METC’s. I.v.m. het feit dat er ander soort dilemma’s een rol spelen bij onderwijsonderzoek is er een aangepaste toetsing ontworpen. De procedure voor ethische toetsing van de NVMO kent maximaal vier delen. Automatische Review A: Het eerste deel bevat gesloten vragen die een selectie maken van de aanvragen, en sluit aanvragen uit die niet bij de 45
commissie thuishoren omdat zij buiten het domein van de NVMO commissie vallen. Automatische Review B: Het tweede deel betreft studies die wel binnen het domein van de commissie vallen maar geen verdere toetsing behoeven, omdat aan de belangrijkste ethische voorwaarden voldaan is. Beperkte review: De derde deel betreft studies die een beperkte review moeten ondergaan, afhankelijk van de antwoorden op een aantal vragen. Een beperkte review bestaat uit schriftelijke vragen en een beperkte beoordeling, waarbij o.a. gelet wordt op de wijze waarop informed consent wordt gevraagd. Hierna kan de review afgerond worden door de secretaris of wordt het onderzoek doorgeschoven naar het vierde deel. Volledige review: Het vierde deel, een volledige review vindt plaats voor studies waarvoor meer overleg nodig is over de ethische voorwaarden (bijvoorbeeld indien het onderzoek risico oplevert) of studies waarvoor na een beperkte review is bepaald dat een vergadering van de toetsingscommissie noodzakelijk is. Onderzoeken in categorie A of B worden automatisch afgehandeld. De onderzoeken in categorie C worden beoordeeld door de secretaris van de NVMO-ERB. Indien mogelijk handelt zij dit af met de onderzoekers. Indien nodig kan de secretaris dossiers uit categorie C ook in de vergadering laten bespreken. Alle nieuw binnengekomen onderzoeksdossiers uit categorie D worden in de eerstvolgende vergadering van de NVMO-ERB besproken. Naar aanleiding van beoordeling van de dossiers volgen vaak vragen en of opmerkingen van de secretaris dan wel de gehele commissie. De antwoorden hierop worden i.p. opnieuw aan de commissie voorgelegd. De oordeelsvorming over de dossiers vindt namelijk plaats na overleg in de commissie.. In principe komen dossiers terug in de volgende vergadering voor verdere beoordeling na antwoorden van de onderzoeker. In een enkel geval is tussentijds overleg geweest tussen de secretaris en de voorzitter om zaken wat te kunnen bespoedigen De secretaris beoordeelt ook eventueel binnen-gekomen wijzigingen (amendementen) van onderzoeksdossiers. Bij een ingrijpende wij-ziging kan de secretaris besluiten de wijziging ter beoordeling aan de hele commissie voor te leggen. De leden van de NVMO-ERB ontvangen 1 week voor de vergadering de stuk46
Bezwaar en administratief beroep Er is een keer bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van een dossier uit categorie D. Een afvaardiging van de commissie heeft met de desbetreffende onderzoekers gesproken. Er is geen overeenstemming bereikt. In de brief over dit dossier is het dilemma verwoord. Het betreft een inhoudelijke kwestie en wel de rechtvaardiging van misleiding binnen het onderzoek waarbij de commissie het bezwaar had dat hier onvoldoende grond voor was. De onderzoeker heeft het onderzoek toch uitgevoerd; uiteraard zonder goedkeuring door de NVMO-ERB. Klachten Er zijn in 2012 geen klachten bij de NVMO-ERB ingediend. Wel is een klachtenregeling opgesteld die door het NVMO-bestuur is goedgekeurd. Financiën De kosten van de NVMO-ERB worden deels gedekt door de inkomsten uit het onderzoek. De onderzoekers moeten betalen voor de toetsingsprocedure. De kosten van categorie C en D zijn inmiddels gelijk getrokken, hetgeen door het bestuur is goedgekeurd.
47
9
ASSOCIATION FOR MEDICAL EDUCATION IN EUROPE (AMEE)
Ook in 2012 is weer een Nederlander gekozen in de Executive Committee van AMEE (12 leden), Olle ten Cate, ter vervulling van de vacante plaats door het vertrek van Cees van der Vleuten. De functie is geen automatische vertegenwoordiging van de NVMO, maar wel een goede manier om de band tussen AMEE en NVMO sterk te houden. Tot de andere wisselingen behoort die van de voorzitter van AMEE. Dat was tot augustus 2013 prof. Madalena Patricio uit Lissabon en sinds dat moment prof. Trudie Roberts uit Leeds.
AMEE heeft dit jaar voor het eerste een formeel Annual Report 2012 uitgebracht. Enkele bijzonder-heden daaruit zijn: enorme groei van AMEE activiteiten en centrale staf. De staf bestaan nu uit 11 personen (exclusief voorzitter en secretary general). AMEE heeft in de afgelopen jaren zeer veel initiatieven ontplooid, waaronder de website MedEdWorld, cursussen voor medical educators (ESME, RESME), gedeeltelijk online en gedeeltelijk tijdens het AMEE congres, de BestEvidence-Medical Education (BEME) collaboration die literatuuronderzoek ondersteunt, het door de EU gesubsidieerde MEDINE project, gericht op de ontwikkeling van internationale richtlijnen voor de inhoud van medische opleidingen, het ASPIRE project, dat medische opleidingen van hoge kwaliteit erkent en waardeert. De tweejaarlijks Ottawa conferentie behoort nu tot de organisatorische verantwoordelijkheid van AMEE en de vereniging heeft actieve commissies voor e-learning, research, simulatie en de medische vervolgopleidingen. De website MedEdWorld biedt steeds meer features, waaronder regelmatige webinars, special interest groups en een publicatiemedium (MedEdPublish) waar artikelen op geplaatst kunnen worden die informeel gereviewed kunnen worden door het publiek – een soort wikipedia dus. Het aantal AMEE guides over uiteenlopende onderwerpen, en BEME guides van literatuurreviews bedraagt nu circa 80 respectievelijk 25. Het aantal deelnemers aan het jaarlijkse AMEE Congres is sterk gegroeid: van circa 500 in 2001 tot circa 3500 in 2013, met meer dan 1500 congresbijdragen die bijgewoond konden worden in de laatste jaren. De AMEE Congressen van 2014 en 2015 zullen plaatsvinden in respectievelijk Milaan en Glasgow. Medical Teacher, het tijdschrift van AMEE, zag het aantal ingediende manuscripten sterk stijgen en moet nu ongeveer driekwart daarvan afwijzen, ondanks het toegenomen publicatievolume door toevoeging van 48
webpublicaties naast publicaties in druk. In schril contrast met de vele verleende diensten en de uitgebreide organisatie, die vooral drijft op de financiële inkomsten van het AMEE congres, is het aantal individuele leden betalende van de vereni-ging. Dat bedraagt circa 1700, terwijl een veelvoud van mensen van de AMEE activiteiten profiteert. Het is een agendapunt voor de komende jaren.
49
10
SAMENWERKING MET MEDICAL TEACHER
NVMO-artikelen, verschenen in Medical Teacher in 2012 en 2013:
NVMO Werkgroep Communicatie Weel-Baumgarten, E.M. van, Brouwers, M., Grosfeld, F., Jongen-Hermus, F., Dalen, J. van, Bonke B. Teaching and training in breaking bad news at the Dutch medical schools: A comparison. Medical Teacher 2012;34
(5):373–381. [solicited commentary] Spencer, John. Learning how to break bad news – More than following the rules. Medical Teacher 2012;34(5):349-350. NVMO Werkgroep Simulatie en gestandaardiseerde patiënten Rethans, Jan-Joost, Grosfeld, Frans, Aper, Leen, Reniers, Jan, Westen, Judith, Wijngaarden, Jacqueline J. van, Weel-Baumgarten, Evelyn M. van. Six formats in simulated and standardized patients use, based on experiences of 13 undergraduate medical curricula in Belgium and the Netherlands. Medical Teacher 2012;34(9)710-716. [solicited commentary] Boulet, John R. Using SP-based assessments to make valid inferences concerning student abilities: Pitfalls and challenges. Medical Teacher 2012;34(9)681-682.
NVMO Werkgroep Onderzoek van Onderwijs Jaarsma D, Scherpbier A, Van der Vleuten C, ten Cate O. Stimulating medical education research in the Netherlands. Medical Teacher 2013;35 (5):277-281 [solicited commentary]. Norman, Geoff. Historical factors influencing medical education research productivity. Medical Teacher 2013; 35: 269–270
50
NUTTIGE ADRESSEN Nadere informatie over de organisatie en activiteiten van de NVMO, de samenstelling van het bestuur, het NVMO Congres, het Tijdschrift voor Medisch Onderwijs (TMO), Perspectives on Medical Education (PME), de werkgroepen en de Ethical Review Board kunt u vinden op de website van de NVMO: http://www.nvmo.nl . Het secretariaat is te bereiken via e-mail
[email protected]
51