Inhoudstafel Voorzitter De industrie heeft toekomst
2
Beslissingsorganen Fedustria
4
Samenstelling van het Bureau van Fedustria
5
Samenstelling van de Raad van Bestuur van Fedustria
6
Promotie
7
Conjunctuur
Hof-ter-Vleestdreef, 5/1 1070 Brussel Tel.: +32.2.528.58.11 Fax: +32.2.528.58.09 www.fedustria.be
De Belgische textielindustrie in 2007
10
De Belgische hout- en meubelindustrie in 2007
13
Europa
16
Economie
19
Sociaal
22
Milieu en techniek
26
Productgroepen
Jaarverslag 2007 - 2008
Inleiding
30
Kledingtextiel
32
Interieurtextiel
34
Technisch textiel
36
Spinnerij en voorbereiding
38
Veredeling
39
Meubel
40
Houten plaatmateriaal
44
Houten constructie-elementen
45
Houten verpakkingen
46
Andere producten van hout
47
Diensten en contactpersonen Fedustria
In- en uitvoer en handelssaldo van de textiel-, hout- en meubelindustrie
12,4 % 4,4 %
Kerncijfers textiel-, hout- en meubelindustrie 2007
17,4 %
Omzet (in miljard euro) Exportaandeel (in %) Handelssaldo (in miljard euro) Investeringen (in miljoen euro) Toegevoegde waarde (werkelijke prijzen, in miljard euro) Ondernemingen (aantal bedrijfsvestigingen) Tewerkstelling (aantal werknemers) Kleine ondernemingen (< 50 werknemers) (in %) Netto-rentabiliteit van het eigen vermogen (in %) (mediaan, gegevens 2006)
14,1 %
2,2 % 1,9 % 2,2 %
16
15,1
10,7
10
27,1 %
Hout en meubel 6,3 63 - 0,5 217,1 1,7 1.660 24.700 94,5 6,7
9,6
9,2 7,4 6,1
6
6,6
5,9
Fedustria helpt de ondernemingen uit de textiel-, hout- en meubelindustrie bij het oplossen van alle problemen die ze bij hun ontwikkeling ondervinden. De dienstverlening van Fedustria neemt verschillende vormen aan afhankelijk van de specifieke situaties waarin bedrijven zich bevinden. Dit kan gaan van algemene tot gepersonaliseerde bijstand. De dienstverlening bestrijkt zeer uiteenlopende domeinen: sociaal, juridisch, economisch, technisch, export, innovatie, milieu, energie en communicatie. Voor meer informatie over de diensten van Fedustria, verwijzen wij u graag door naar onze adviseurs (zie organogram hierna). Daarnaast kan u ook terecht op de website www.fedustria.be.
4,7
4
Frankrijk (27,1 %)
Italië (4,4 %)
Noord-Amerika (2,2 %)
Verre-Oosten (2,1 %)
Nederland (14,1 %)
Overige EU-27 (17,4 %) West-Europa (2,2 %) niet-EU Oost-Europa (1,9 %)
Latijns-Amerika (0,7 %)
Oceanië (0,4 %)
Duitsland (12,6 %) Ver. Koninkrijk (12,4 %)
0
Afrika (2,0 %) Nabije- en Midden-Oosten (0,7 %)
23,4 %
3,4 2,6
2,7
2,5
1,5
1,4 0,5
1980
Bron: INR
1990
1985
Invoer
1995
2000
Uitvoer
2005
2007
Handelssaldo
Bron: INR
Hoe een interne medewerker te bereiken? Hierna vindt u de dienstenstructuur van Fedustria.Naast de medewerkers per afdeling, vindt u trouwens ook de verantwoordelijken per groep en de regionale medewerkers. Al onze medewerkers zijn rechtstreeks bereikbaar per e-mail. De samenstelling van het e-mailadres is als volgt:
[email protected].
Relatief belang van de productgroepen van de textielindustrie (totale omzet 2007 = 7,7 miljard euro)
17,1 %
49,3 %
3,2
3,7
2
Relatief belang van de productgroepen van de hout- en meubelindustrie (totale omzet 2007 = 6,3 miljard euro)
(*) : schatting op jaarbasis
Diensten en contactpersonen Fedustria
12,4
12
8
Textiel 7,7 76 + 3,2 199,2 1,5 1.020 32.300 84,5 4,6
13,2
13
14
0,7 % 2,0 % 0,7 % 2,1 % 0,4 %
(*)
Totaal 14 70 + 2,7 416,3 3,2 2.680 57.000 90,9 n.b.
12,6 %
In miljard €
Bestemming van de textiel-, hout- en meubeluitvoer
20 %
4%
42 %
6% 28 %
5,8 % 4,4 %
250
200
248,7 222,1
228,3
223,9
209,8 200,0 193,3
206,2
217,1 199,2
179,1
40000
Overige houtverwerking (4,4 %)
Meubelindustrie (49,3 %)
Verpakkingen (5,8 %)
35.998
35000 30000
28.434
26.681
26.146
34.719
33.300
Groeivoeten van de omzet in de textiel-, hout- en meubelindustrie
32.300
25.334
24.783
24.709
10 8 6
5,7
6,6
6,3
4
15000
2,1
1,8
1,2
0,5
-2
- 1,7
Hout- en meubelindustrie
2006
2007
Textielindustrie Bron: BTW-aangiften, NIS
0
Bruto toegevoegde waarde tegen werkelijke prijzen in de textiel-, hout- en meubelindustrie 2000 1802,5
1762,0
1500 1455,5
1803,3
1529,8
1620,0
1618,0 1583,4 1639,9 1600,5 1494,7 1486,2
1498,8
1650,0 1500,0
Fedustria Anderlecht Hof-ter-Vleestdreef 5/1 1070 Brussel Tel.: +32(2)528.58.11
Afdeling Communicatie Katja De Vos: Catherine Gonze: Nathalie Lopez: Monique Mahieu:
Fedustria Gent Poortakkerstraat 96-98 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem) Tel.: +32(9)242.98.10 (soc.) +32(9)242.98.20 (econ.)
Afdeling Beheer André Cochaux : Dirk Arnoes: Arlette Rollé: Laurence Bertling: Bruno Debeuf: Betty Van Der Linden: Magda Brabant: Eddy De Bremaecker: Carine Lootens: Eliane Gubbels:
Voor een wegbeschrijving kan u terecht op onze website (www.fedustria.be).
1000
- 4,7
-8
2005
Bron: aandelen geschat door Fedustria op basis van de toegevoegde waarde
Algemene directie Fa Quix: Guy Van Steertegem: Roseline Dehaen: Katia Thiebaut:
1,3
- 0,7
-6
5000
2004
Spinnerijen (4,0 %)
Kledingtextiel (20, 0%)
Waar is Fedustria gevestigd? Sinds 2007 heeft Fedustria haar diensten gecentraliseerd op twee volwaardige locaties:
-4
50
2003
Veredeling (6,0 %)
1607,7
3,6
3,2
0
10000
2002
Interieurtextiel (42,0 %)
3,9
2
0
Bron: BTW-aangiften, NIS
Technisch textiel (28,0 %)
37.624
20000
100
Bouwelementen (17,1 %)
40.240
25000
150
Plaatmaterialen (23,4 %)
Dienstenstructuur van Fedustria
In miljoen €
282,6
In %
300
Tewerkstelling in de textiel-, hout- en meubelindustrie Aantal werknemers
In miljoen €
Investeringen in de textiel-, hout- en meubelindustrie
2002
2003
2004
Hout- en meubelindustrie
2005
2006
Textielindustrie
2007 Bron: RSZ
-10
500
- 5,0
(D = Directeur)
- 8,1
2000
2001
2002
2003
Hout- en meubelindustrie
2004
2005
2006
Textielindustrie
2007 Bron: NIS
© Tecsi Graphic
0
2000 2001 2002 2003 Hout- en meubelindustrie
2004 2005 2006 Textielindustrie
2007 Bron: INR
DG Adjunct-DG Assistente Assistente
D Communicatie Vertalingen Website en ledenblad (3/5) Secretariaat (9/10)
Secretaris-generaal + Wallonië Boekhouder Boekhoudster (4/5) Hulpboekhoudster (4/5) Informaticus Receptioniste (1/2) Receptioniste Technicus Logistiek Poortakker (1/2) Secretariaat
Afdeling Economie Pierre Van Mol: Sylvie Groeninck: Didier Mommaerts: Ginette Coopman: Marleen Lenaerts: Greta Hulstaert: Chris De Roock: Karen Sprengers: Dorothy Mingneau: Kris Van Peteghem: Philippe Six: Jeanne Meyskens: Martine Van Volsom: Mark Vervaeke: Rik Coppens: Bernard Deheegher: Caroline Sonneville: Viviane Rogolle: Afdeling Sociaal Ria Bekker : Wim Van Goethem: Lionel Schafer:
D Econ. beleid - Internat. en Fed. Conjunctuur, studies, stat. Juridisch - Fiscaal Secretariaat (4/5) Secretariaat (4/5) Secretariaat D Region. Ec. Bel.en Innov. Productontwikkeling Productontwikkeling Regio Vlaanderen Regio Wallonië Statistiek (4/5) Secretariaat D Export en Promotie Export, Interieurtextiel Export BelgoFurn Promotie, technisch textiel Secretariaat (1/2)
D Regionaal & Hout Vlaanderen Wallonië
Jo Hombroux: Maggy Kiekens: Jackie Bombaerts: Marc Blomme: Griet Vandewalle: Yves Cammaert: Pascale Zintz: Jan De Meyer: Ronny Arryn: Maryline Albers: Sabine Nimmegeers: Griet Bonami : Pascal Dewandeleer: Véronique Vandecasteele: Afdeling Milieu, energie en techniek Veerle Truyen: Bruno Eggermont: Ingrid Hontis: Kathy Van Damme: Jan Dietvorst: Guy De Muelenaere: Daniëlle Havaux:
FBZ hout FBZ hout Secretariaat D Juridisch & textiel Arbeidsrecht (1/2) Arbeidsrecht Vertaling en secretariaat D Dienstverlening bedrijven Begeleiding ondernemingen Begeleiding ondernemingen Begeleiding ondernemingen (1/2) Begeleiding ondernemingen Begeleiding ondernemingen Secretariaat
D Milieu en energie Energie, milieu en veredeling (tx) Milieu Milieu Technische groepen hout Wallonië technisch Secretariaat (4/5)
2007 2008
Jaarverslag
1
Voorzitter
De industrie heeft toekomst
Michèle Sioen voorzitster
© Sioen Industries
”Samen sterk“ was het uitgangspunt van de fusie van Febeltex en Febelhout tot Fedustria. Op 1 januari 2007 ging Fedustria officieel van start en vandaag mogen we met enige tevredenheid een eerste keer terugblikken. We zien een sterkere organisatie die de belangen van de industriële bedrijven uit de textiel-, hout- en meubelindustrie nog beter kan verdedigen. Maar er is meer. Een fusie moet ook synergieën opleveren. We hebben, dankzij de fusie, specialisten binnen onze beroepsorganisatie voor alle problemen waar de bedrijven mee kampen. Deze moeten ons gericht informeren, gespecialiseerde individuele diensten verlenen en onze lobbydossiers opstellen en verdedigen. Hoewel het niet de hoofddoelstelling was om kosten te besparen - beide federaties waren financieel gezond - is dit toch een niet te verwaarlozen bijkomend voordeel. In 2008 ligt de begroting van Fedustria nominaal 7 % lager dan de gecumuleerde begrotingen van de vroegere Febeltex en Febelhout. In reële termen gaat het zelfs om een kostenvermindering van 10 %. Wetende dat het grootste deel van de uitgaven van een beroepsorga-
2
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
nisatie de personeelskosten zijn, is dit een belangrijke financiële inspanning. De synergie heeft dus geleid tot meer performantie van de gehele organisatie. Deze performantie is ook tot uiting gekomen in de uitvoering van het ”actieprogramma 2007“ met zestig specifieke acties of bijzondere initiatieven. Op enkele uitzonderingen na werden al deze punten integraal uitgevoerd. Voor alle andere acties werd een belangrijke aanzet gegeven voor opvolging en afwerking in 2008. We citeren enkele successen: de opstart van de Competentiepool ”Productontwikkeling en Industrieel Design“ Flanders InShape, de publicatie van een handleiding voor productontwikkeling in de meubelindustrie, de opleidingscyclus rond ”Lean Manufacturing“ voor de hout- en meubelindustrie, het actieprogramma ”Much More Marketing“ voor de interieurtextielproducenten, de organisatie van collectieve aanwezigheid op buitenlandse beurzen zowel voor de textielbedrijven als voor meubelfabrikanten, de actie
© Lampe
tot gemeenschappelijke aankoop van energie, de afronding van een handleiding rond afvalpreventie, de organisatie van seminaries over de door Fedustria afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten en over andere sociale thema’s, imagocampagnes om jongeren aan te trekken zowel naar het specifieke hout- en textielonderwijs als naar de bedrijven zelf… Voor onze bedrijven was 2007 een jaar met twee gezichten: in de eerste helft was het nog hoogconjunctuur. Geen vuiltje aan de helderblauwe lucht. Maar vanaf de zomer ging het minder goed: de ”subprime“ hypotheekcrisis (nietterugbetaalde hypotheekleningen vanwege niet-kredietwaardige klanten), de forse verzwakking van de dollar, op het einde van 2007 ook nog gevolgd door de duik van het Britse pond (met een Britse markt die van zeer groot belang is voor een grote waaier interieurproducten), de stijgende grondstofprijzen en zeker ook de galopperende energieprijzen, de versnellende inflatie… Ook het consumentenvertrouwen kreeg een flinke deuk. Het zijn allemaal tekenen dat het eind 2007, begin 2008 beduidend minder goed ging met de economie.
Onze industriële bedrijven zijn het echter gewoon om te knokken. En toch zijn we niet pessimistisch gestemd voor de toekomst. In de voorbije jaren hebben onze bedrijven hun strategie zodanig geoptimaliseerd dat zij nu producten maken waarmee zij zich kunnen blijven verdedigen op de wereldmarkt. Deze strategie loont en dat geeft vertrouwen voor de toekomst. Onze bedrijven hebben bovendien ook een sterke financiële structuur met een grote solvabiliteit en tegelijkertijd een visie op lange termijn. Onze bedrijven zijn klaar om te groeien. En Fedustria staat paraat om hen bij te staan.
Michèle Sioen, voorzitster Philippe Corthouts, vice-voorzitter
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
3
Het dagelijks bestuur is in handen van een Bureau dat bestaat uit tien industriële leden, met name vijf bedrijfsleiders uit de textielsector en vijf bedrijfsleiders uit de hout- en meubelsector. De directeur-generaal, de adjunct-directeur-generaal en de secretaris-generaal wonen de vergaderingen van het Bureau bij zonder stemrecht. Het Bureau neemt het dagelijks bestuur waar en zorgt ervoor dat de genomen beslissingen worden uitgevoerd.
Beslissingsorganen Fedustria Fedustria is een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) en heeft dus de klassieke beslissingsorganen: Algemene Vergadering, Raad van Bestuur, Bureau (dagelijks bestuur). Zij wordt geleid door een voorzitter en ondervoorzitter. De Algemene Vergadering bestaat uit alle bedrijven die lid zijn van Fedustria vzw. Alle ondernemingen die actief zijn in de productie van textiel of van houten producten of meubelen in ons land, kunnen effectief lid worden van Fedustria vzw en hebben elk één stem in de Algemene Vergadering. Deze komt eenmaal per jaar samen. De eerste statutaire Algemene Vergadering van Fedustria vzw vond plaats op 3 mei 2007, en de tweede op 22 mei 2008. De termijn voor het voorzitterschap is drie jaar en de voorzitter zal beurtelings een vertegenwoordiger van de textielsector en een vertegenwoordiger van de hout- en meubelsector zijn. Op 3 mei 2007 werd mevrouw Michèle Sioen verkozen tot voorzitter van Fedustria voor een periode van drie jaar in opvolging van Jean-Baptiste Santens. Als vice-voorzitter werd meubelfabrikant Philippe Corthouts verkozen in opvolging van Gustaaf Neyt.
Een ander belangrijk beslissingsorgaan is de Raad van Bestuur. In feite worden alle belangrijke standpunten en beslissingen van de federatie genomen door de Raad van Bestuur van Fedustria vzw. De Raad van Bestuur is zeer ruim samengesteld om een zo breed mogelijk draagvlak te hebben voor de beslissingen. Beide grote sectoren duiden elk twintig vertegenwoordigers aan: twintig bedrijfsleiders van de textielsector en twintig bedrijfsleiders van de hout- en meubelsector. Om het bestuur van de federatie soepel te houden, is deze Raad van Bestuur ook opsplitsbaar, hetzij sectoraal in resp. een deelraad textiel en een deelraad hout en meubel, hetzij regionaal waarbij alle Vlaamse leden apart kunnen beslissen over Vlaamse aangelegenheden en Waalse leden apart kunnen beslissen over Waalse gewestelijke aangelegenheden. Deze gewestelijke deelraden zijn dus m.a.w. Fedustria Vlaanderen en Fedustria Wallonië. Daarnaast zijn er ook nog twee belangrijke adviescolleges: een adviescollege voor sociale zaken en een adviescollege voor economische zaken. Zij geven advies aan de Raad van Bestuur die de finale beslissingen neemt. Voor productspecifieke zaken kunnen ook de (product-)groepen worden samengeroepen (bv. houten plaatmateriaal, interieurtextiel, houten constructieelementen, textielveredeling...). Zij kunnen ook beslissingen nemen, maar louter en alleen voor productspecifieke zaken. Binnen Fedustria bestaan er een 20-tal grote en kleine productgroepen.
© Tecsi Graphic
4
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
• Michèle Sioen, voorzitster Sioen Industries • Philippe Corthouts, vice-voorzitter Recor
Samenstelling van het Bureau van Fedustria (op 01/01/2008)
• Jean-François Gribomont Utexbel • Pierre Hanet Microfibres Europe • Jan Ide Spano • Raymond Meers Mecam • Gustaaf Neyt Neyt • Jean-Baptiste Santens Santens • Erik Vandenbosch Coblo • Michel Verhelst Coverfil
Maken ook deel uit van het Bureau: Fa Quix, directeur-generaal Fedustria
© Fedustria
vice-voorzitter Philippe Corthouts, voorzitter Economisch College Pierre Hanet en voorzitster Michèle Sioen
Guy Van Steertegem, adjunct-directeur-generaal Fedustria André Cochaux, secretaris-generaal Fedustria
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
5
Samenstelling van de Raad van Bestuur van Fedustria (op 01/01/2008)
Vertegenwoordigers van de textielindustrie
Osta Carpets Johan Dejager *
De Zetel Geert Behaegel *
Neo-Style Etienne Vanderpoorten
Associated Weavers Europe Dries Bossuyt
Santens Jean-Baptiste Santens
Decof Dirk Decoopman *
Neyt Gustaaf Neyt
Beaulieu International Group Christophe Deroose
Seyntex Arthy Seynaeve *
Deknudt Frames Bruno Deknudt
Norbord Irvin Coussens *
Bekaert Textiles Paul De Meulemeester *
Sioen Industries Michèle Sioen
Demaco Bart Decuypere *
Pasec Ferdinand Verveckken
BIC Carpets Philippe Vlerick *
Traitex Dominique Godin
Dewolf Edwin Dewolf
Perfecta Anthony Vanderschelden
Bonar Technical Fabrics Norbert Verfaillie
UCO Sportswear Alain Vermeersch
Dux International Paul De Poot
Recor Philippe Corthouts
Concordia Textiles Manu Tuytens
Utexbel Jean-François Gribomont
Ecolam Etienne de Cartier
Recor Marnix Magdelijns *
Coverfil Michel Verhelst
Vanmarcke Koen Buyse
Engels Christophe Engels *
Recticel Bedding Jean-Pierre De Kesel
De Witte Lietaer Antoon Vandeginste *
Verstraete & Verbauwede Stefaan Verstraete *
Eurolijsten Jean Pierre Cours *
Sicame Jean-Pierre De Dobbeleer *
Denderland-Martin Rudy De Lathauwer
(past-voorzitter Febeltex) Filiep Libeert *
Foresco Frédéric De Vel
Spano Jan Ide
Habo Jozef Luyckx *
Spano Wim Seynaeve *
Jonckheere Vincent Jonckheere
Theuns Theo Theuns
Deslee-Clama Jos Deslee Escolys Textiles Jean-Paul Depraetere
Vertegenwoordigers van de hout- en meubelindustrie
IVC Herman Paridaens
Bevepal Jos Dewael *
Keuleers Dirk Keuleers *
Unic Design Theo Peers *
Iwan Simonis Marc Simonis
Boone Jan Van Hecke
Labonorm Carl Van Marcke *
Unilin Bernard Thiers
Lano Pierre Lano
Brabo Parket Etienne Roels
Lefevere Industries Luc Billiet *
Unilin Paul De Fraeye *
Libeco-Lagae Raymond Libeert
Brunet Emile Brunet *
Linopan Stephan Van Damme
Van Houdt Bart Vansichen *
Maes Mattress Ticking Jef Maes
Coblo Erik Vandenbosch
LS Bedding Peter De Meyer *
* plaatsvervangende leden
Microfibres Europe Pierre Hanet
De Coene Products Pascal Vanderhaeghen *
Mecam Raymond Meers
6
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Promotie Hout, hét middel bij uitstek om de klimaatverandering tegen te gaan! Hout is een natuurlijk hernieuwbaar materiaal. En in tegenstelling met wat maar al te vaak wordt beweerd, neemt de bosoppervlakte in Europa alsmaar toe. Zo wordt slechts 64 % van de jaarlijkse houtaangroei in de bossen geoogst. Een beter gebruik van deze houtvoorraad, bv. in houten woningen, kan een substantiële bijdrage leveren tot de realisatie van het zeer ambitieuze Kyoto-protocol. Elke kubieke meter hout die als alternatief voor andere constructiematerialen wordt gebruikt, doet de CO2-uitstoot in de atmosfeer immers gemiddeld met 1,1 ton dalen. Als we daarbij de 0,9 ton koolstofdioxide tellen die in het houten product wordt vastgehouden, dan bespaart elke kubieke meter hout in totaal 2 ton CO2. Dit betekent dat, als we met zijn allen in Europa 10 % meer houten woningen zouden bouwen, we daardoor alleen reeds 25 % van de Kyoto-doelstellingen voor de reductie van CO2-emissies zouden realiseren. Meer hout gebruiken draagt aldus bij tot duurzame ontwikkeling.
© Spanogroup
Om deze boodschap kracht bij te zetten, werden eind 2006-begin 2007 alle ecologische voordelen van de grondstof hout in de strijd tegen de klimaatverandering door de collega’s van de Europese federaties CEI-Bois (Europese confederatie van de houtindustrie) en EPF (Europese federatie van het plaatmateriaal), samen met het vroegere Febelhout, bijeengebracht in het boek ”Tackle Climate Change, Use Wood“. Intussen werd deze publicatie in meerdere talen vertaald en wijd verspreid. Vanaf nu is het boek ook beschikbaar in het Frans met als titel ”Luttez contre le changement climatique : utilisez le bois“. In de loop van 2008 zal trouwens een Nederlandstalige editie verschijnen. De publicatie wordt actief ingezet als promotiemedium én als lobbymiddel. Dit letterlijk en figuurlijk ‘groenboek’ is verkrijgbaar op eenvoudige aanvraag via
[email protected]. Textielimago verbeteren Onder de naam TEXstream.be werd een resem concrete acties uitgedacht om de instroom van jongeren in het textielonderwijs te bevorderen. In juni Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
7
2007 werd de website www.texstream.be gelanceerd, die als bedoeling heeft om uit te groeien tot een infokiosk om de kansen en troeven van de textielindustrie beter bekend te maken. Op deze website krijgt elk textielbedrijf een forum om zich voor te stellen. De website bevat tevens een overzicht van de studiemogelijkheden en de openstaande vacatures in de textielindustrie. Nieuwsitems, weetjes en korte berichten over wetenschappelijk onderzoek en innovatie beklemtonen het dynamisch karakter van de textielindustrie. Fedustria verleent zowel inhoudelijke als financiële ondersteuning aan TEXstream.be. Elk textielbedrijf kan door eenvoudige ondertekening van een TEXstream.be-verklaring lid worden van dit samenwerkingsplatform en aldus zijn morele steun betuigen. Fedustria voert daarnaast een eigen campagne om het imago van de textielindustrie te verbeteren bij de publieke opinie. ”’t is geen leven zonder textiel“ Meer werkzoekenden en schoolverlaters naar de textielindustrie leiden, opmerkelijk meer leerlingen in het secundair technisch en in het beroepsonderwijs textiel, meer studenten in de textielopleidingen in het hoger en in het universitair onderwijs (bachelors en masters) krijgen. Dat zijn de ambitieuze doelstellingen van een meerjarenactieplan dat gedurende de volgende jaren door Fedustria uitgevoerd zal worden. Onder de slogan ”’t is geen leven zonder textiel“ zal Fedustria acties uitwerken die versterkend inhaken op andere initiatieven die de textielindustrie promoten, zoals TEXstream.be en Futurotextiel 08. Acties zijn onder meer: grote eye-catchers langs de E17 textielautostrade, aanmaken van een textielpromotiefilm, organiseren van schoolevenementen voor secundair onderwijs en uitwerken van een VIPbehandeling voor studenten hoger textielonderwijs. Futurotextiel 08 Samen met de stad Kortrijk (via de vzw Design Regio Kortrijk) en samen met de stad Lille (via Lille 3000) neemt Fedustria het voortouw in een tentoonstelling die verrassend en toekomstgericht textiel op een professionele en aantrekkelijke manier aan het brede publiek zal tonen. Net doordat de textielsector zich constant vernieuwt en permanent in reconversie is, heeft deze industrie, ook in West-Europa, zeker een mooie toekomst! De tentoonstelling zelf zal plaatsvinden in Kortrijk vanaf 8 oktober tot 7 december 2008. Alle lidbedrijven van Fedustria (B) en van Clubtex (F) zijn inmiddels uitgenodigd om verrassende textielproducten aan te reiken.
© Balta
8
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Carpetteam® Steeds meer consumenten blijken de enorme troeven van kamerbreed tapijt en tapijttegels te herontdekken: tapijt brengt rust, is zacht en veilig, brengt akoestische en thermische isolatie, biedt een onbeperkte waaier aan combinatiemogelijkheden qua kleuren, structuren, stijlen... Om deze positieve boodschap ook aan de kleine Belgische markt kenbaar te maken, hebben zes toonaangevende Belgische tapijtproducenten Carpetteam® opgezet. In 2007 en ook in 2008 worden samen met de Europese tapijtfederatie ECRA professionele opleidingen voor en met de Belgische detailhandel georganiseerd. Deze opleidingen behandelen het thema tapijt in al zijn facetten, zoemen in op enkele commerciële vaardigheden en worden steeds afgesloten met een kort bedrijfsbezoek.
[email protected]: voor promotie medisch textiel Het ”Platform medisch textiel“ - zoals
[email protected] in de aanvangsfase heette - groeide inmiddels uit tot een uniek samenwerkingsproject tussen bedrijven in de hele ketting in de medische textielsector, gaande van weefselfabrikanten over kledingfabrikanten tot linnenverhuurders en leveranciers van detergenten.
[email protected] heeft als doel om textiel voor het operatiekwartier te promoten. Textiel is immers synoniem van bescherming, kwaliteit, comfort, duurzaamheid, milieuvriendelijkheid en last but not least ”service“! Ook de beroepsfederaties van de respectievelijke sectoren zijn bij het initiatief betrokken: Creamoda (Belgische kleding), ETSA (European Textile Services Association), Fedustria en de Federatie van Belgische Textielverzorging. Daarenboven maakt ook de onderwijs- en onderzoekswereld via Centexbel, de Hogeschool Gent en de Vakgroep Textielkunde van de Gentse universiteit deel uit van het
[email protected] project. De Slaapraad na 10 jaar goed in topvorm voor de toekomst De Slaapraad - opgericht in 1996 naar analogie van de Sleep Council (VK) - verenigt fabrikanten en winkels uit de slaapcomfortsector. De Slaapraad wil een gezamenlijke boodschap van de ‘bedding sector’ naar de Belgische consument brengen en benadrukt voortdurend dat een slaapsysteem niet onbeperkt houdbaar is. Een goede nachtrust is de kern van een gezond leven en voldoende slaapcomfort is de basis voor een goede nachtrust. De boodschap ”Vervang uw matras en bedbodem zeker om de 10 jaar“ werd de voorbije jaren via diverse media naar de consument gebracht. Zo verbetert u uw slaapkwaliteit en gezondheid. De laatste jaren werd voor regionale televisie en in 2007 voor VijfTV gekozen. De Slaapraad nodigde alle leden uit voor een heuse VIP-avond in Metropolis Antwerpen: een boeiend interview van Lien Van De Kelder met voorzitter Johan Oyen over de voorbije 10 jaar en de volgende jaren, de première van de film The Bourne Ultimatum en een verzorgde receptie sierden het verjaardagsprogramma. Deze 10de verjaardag vormde het startschot van een vernieuwde campagne. Marktonderzoek toont aan dat de consument wordt bereikt en dat een groot deel van hen de vervangingsboodschap heeft begrepen. De link tussen een nieuw bedsysteem en een betere gezondheid moet nog sterker benadrukt worden. Vandaag weet circa 63 % van de Belgen dat matras en bedbodem na 10 jaar aan vervanging toe zijn, en dit aandeel stijgt nog steeds. In 2008 kiest De Slaapraad resoluut voor radio om de consument aan te zetten om zeker na 10 jaar zijn matras en bedbodem te vervangen. De nieuwe radiospots laten een oude matras aan het woord; ”deze persoon“ is echt moe en wil rust en vraagt om vervangen te worden… In de voice-off hoort de luisteraar dat je één uur per nachtrust wint als je na 10 jaar je matras en bedbodem vervangt. ”Investeren in slaapcomfort is uiterst belangrijk voor jezelf en je eigen welzijn en gezondheid. Dit rendeert op lange termijn, want je brengt ten slotte 1/3de van je leven door in bed“. Zie ook www.deslaapraad.be Politici worden gesensibiliseerd Fedustria heeft regelmatig formele en informele contacten met politici. Steeds wordt er op gewezen dat onze industriële sectoren textiel, hout en meubel hier nog een toekomst hebben, op voorwaarde evenwel dat het omgevingskader het hen niet onmogelijk maakt om hier nog te ondernemen.
© Balta
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
9
© Sioen Industries
© Lano
Conjunctuur De Belgische textielindustrie in 2007
Bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de textielindustrie (in %)
Conjunctuuromslag na de zomer De textielomzet steeg in 2007 met naar schatting 2 %. Tijdens de eerste negen maanden werd nog een omzettoename met 4,3 % gerealiseerd, maar na de zomer daalde de omzet geleidelijk. De beperkte omzetstijging voor het ganse jaar stelt in volume slechts 1 % voor, vermits de prijzen gemiddeld met ca. 1 % gestegen zijn. Deze was absoluut noodzakelijk om de gestegen kosten deels door te rekenen en de marges enigszins in stand te houden. Uit de conjunctuuronderzoekingen van de Nationale Bank blijkt dat het vertrouwen van de Belgische textielondernemers in 2007 stabiliseerde op een laag niveau en eind 2007 – begin 2008 zelfs daalde.
80,0 79,0
79,3
78,0
78,0
77,0
77,0
76,0
78,4
76,6
75,0 74,0
74,3
73,0
Dure euro weegt op concurrentiepositie De steile klim van de euro t.o.v. de Amerikaanse dollar en de waardevermindering van het Britse pond sinds november 2007 wegen bijzonder zwaar op de exportresultaten van de Belgische textielproducenten. Vooral de interieurtextielbedrijven, die sterk gericht zijn op de Britse markt, lijden onder de plotse daling van het pond. De dollarkoers is vooral sinds de zomer van 2007 in vrije val. Het pijnpunt van 1,50 dollar per euro is ruimschoots overschreden. Vanaf dat niveau is het praktisch niet meer mogelijk te concurreren met producten van de dollarzone. Tevens moedigt de lage dollar de invoer in Europa uit de dollarzone aan (VS maar ook Aziatische landen).
72,0 71,0 Bron: NBB
10
2002
2003
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
2004
2005
2006
2007
Problemen met energie- en grondstofkostenstijging Alhoewel een sterke munt een matigend effect heeft op energie- en grond-
Synthetische conjunctuurcurve in de textielnijverheid (excl. confectienijverheid) Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde bruto reeks Bron: NBB
20 10 0 -10 -20 -30 -40 © Libeco
- 50 2003
2004
2005
2006
2007
2008
stoffenprijzen uitgedrukt in dollar betalen de industriële bedrijven in België hoge prijzen voor elektriciteit en gas. In 2007 en begin 2008 was er opnieuw voor de meeste bedrijven een forse prijsverhoging voor energie. Ook de meeste textielgrondstoffen kenden in 2007 een prijsstijging. Voor de natuurlijke vezels wordt de concurrentie van andere teelten (bv. voor bio-energie) een steeds relevanter gegeven. Ook bij de synthetische vezels (nylon en acryl) wordt een toenemende concurrentie vanuit niet-textielhoek op de grondstoffenmarkten vastgesteld.
maanden 2007). De textieluitvoer naar Duitsland daalde met 3,4 %. Hierdoor verloor Duitsland nipt de tweede plaats aan het Verenigd Koninkrijk (+ 4,9 %).
Textieluitvoer was de motor van de groei tijdens de eerste negen maanden van 2007 Zowat 76 % van de Belgische textielproductie wordt uitgevoerd. Terwijl de textielleveringen op de binnenlandse markt een beperkte stijging kenden, nam de textieluitvoer (inbegrepen de doorvoer en pure handelsactiviteiten) met ca. 6 % in waarde toe tijdens de eerste negen maanden van 2007 t.o.v. dezelfde periode in 2006. In twee van de drie toepassingssegmenten nam de textieluitvoer toe: interieurtextiel (ca. een derde van de totale textieluitvoer) steeg met 3,6 % en technisch textiel (aandeel van ca. 30 %) kende een stijging van de uitvoer met liefst 10,4 %. De uitvoer van kledingweefsels daalde met 5,4 %, terwijl de export van gebreide stoffen met 21,7 % opklom.
China reeds 4de belangrijkste leverancier van textiel (zonder confectiekleding) op Belgische markt De textielinvoer in België steeg tijdens de eerste negen maanden van 2007 met 7,7 % in waarde. China is met een aandeel van 11 % de 4de belangrijkste leverancier van textiel (zonder confectiekleding) op de Belgische markt: + 16 % tot 679 miljoen euro. Enkel Frankrijk (847 miljoen euro), Duitsland (719 miljoen euro) en Nederland (700 miljoen euro) leverden meer textiel op onze markt. We mogen ook niet vergeten dat vooral via Nederland (via de grote havens) ook nog heel wat Chinees textiel in ons land terecht komt.
Op de EU-markt, die goed is voor ca. 87 % van de totale Belgische textieluitvoer (zonder confectiekleding), stegen onze leveringen met 5,7 % in waarde. Frankrijk is de belangrijkste exportmarkt voor Belgisch textiel (+ 8,5 % eerste 9
De export naar de meeste regio’s buiten de EU kende een behoorlijke stijging. Enkel de toename van de leveringen op de Noord-Amerikaanse markt bleef beperkt, als gevolg van de daling van de textieluitvoer naar de Verenigde Staten met 1,2 %. Naar het Nabije- en Midden-Oosten daalden onze textielleveringen met 0,7 %. De dure euro t.o.v. de dollar speelt hier zeer zeker een rol.
Geen verdere toename van de textielinvesteringen in 2007 In 2006 stegen de textielinvesteringen met ca. 15 %. Dit was de eerste toename van de textielinvesteringen sinds 2000. Toch lag het niveau van de textielinvesteringen nog nagenoeg de helft lager dan in 2000. Het bleef evenwel bij een eenmalige verbetering. In 2007 daalden de textielinvesteringen met Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
11
zowat 10 %. Niet inbegrepen in deze cijfers zijn de immateriële investeringen in research, innovatie en design. Deze investeringen nemen van jaar tot jaar toe. De bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de textielnijverheid bedroeg in 2007 gemiddeld 78,4 %, waarmee deze op nagenoeg hetzelfde peil bleef als in 2006 (78,0 %). Werkgelegenheid brokkelt verder af, knelpuntvacatures blijven Eind 2006 telde de Belgische textielsector naar schatting 33.300 werknemers in een duizendtal bedrijven en vestigingen. In 2007 daalde de werkgelegenheid met ca. 3 %, wat neerkomt op een verlies van zowat 1.000 jobs. Toch vinden veel textielbedrijven moeilijk geschoold en gemotiveerd personeel voor de vele honderden vacatures die vaak maandenlang oningevuld blijven. Deze krapte op de arbeidsmarkt in de textielregio’s heeft bovendien een negatief effect op de investeringsintenties. Heel wat neerwaartse risico’s wegen op groei in 2008 In 2008 zou de groei van de wereldeconomie licht vertragen tot net onder de 5 %. Ook de EU-27 en de Verenigde Staten verwachten zich aan een forse afkoeling van de conjunctuur. De kredietcrisis blijft nog heel 2008 wegen op de wereldeconomie. Aan de hoge kostenomgeving (dure euro vooral t.o.v. de dollar en het pond, hoge energie- en grondstoffenprijzen, stijgende inflatie en negatieve impact op loonkosten…) waarbinnen onze bedrijven moeten werken, zal in de eerste helft van 2008 niet direct een einde komen. Daarenboven maakt oneerlijke concurrentie zoals dumping en namaak door vooral China het onze bedrijven nog extra moeilijk. Maar onze textielbedrijven hebben ook heel wat troeven: hoge productiviteit, korte levertijden, kwaliteit en series op maat, productontwikkeling en excellente klantenservice. In de mate dat de omgevingsfactoren in het verdere verloop van 2008 iets gunstiger zouden worden, zullen onze bedrijven hun troeven extra kunnen uitspelen.
© Tecsi Graphic
© Lampe
12
Jaarverslagl Fedustria 2007 - 2008
Omzetgroei vertraagde naar jaareinde toe De hout- en meubelindustrie kende in 2007 een omzetgroei van 6,6 %. Na een stijging met 10,8 % tijdens de eerste negen maanden van vorig jaar, trad er in het vierde kwartaal een duidelijke vertraging op. In de meubelindustrie steeg de omzet in 2007 met 3,5 %. Aangezien de afzetprijzen een verhoging kenden met 2,9 %, bleef de toename van de activiteit in de meubelindustrie in volume beperkt tot net geen 1 %. De houtindustrie realiseerde een omzetstijging met ongeveer 10 %. Als gevolg van de sterk stijgende houtprijzen, nam de afzetprijsindex in deze sector met maar liefst 16,3 % toe. Bijgevolg viel het productievolume hier nagenoeg met 6 % terug ten opzichte van 2006.Volgens de conjunctuuronderzoekingen van de Nationale Bank ging het ondernemersvertrouwen in de Belgische hout- en meubelindustrie sinds midden 2007 fors achteruit. Het zwakke ondernemersvertrouwen hield begin 2008 aan.
© Decospan
Conjunctuur De Belgische hout- en meubelindustrie in 2007
Sterke euro in combinatie met stijgende energie- en grondstofkosten zet marges onder druk De sterke euro, vooral ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond, en de stijging van grondstof- en energiekosten wegen op de marges. Hout als grondstof wordt steeds duurder. Daarbij is er een groeiende concurrentie vanuit diverse hoeken, zoals gesubsidieerde energieproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen, in casu hout. Daarnaast is er een groeiende Aziatische en in het bijzonder Chinese vraag naar houtsoorten zoals beuk, eik en populier. Doordat Rusland toenemende exporttaksen heft op hout terwijl andere landen zoals Canada de uitvoer ervan simpelweg verbieden, komt de Chinese industrie voor zijn houtbevoorrading steeds meer in Europa terecht. Een en ander zorgt uiteraard voor opwaartse prijsdruk langs de grondstoffenzijde, terwijl heel wat van deze grondstoffen als afgewerkte of halfafgewerkte producten terug uitgevoerd worden naar de Europese markt, vaak aan dumpingprijzen.
Evolutie van de omzet per segment In miljoen euro Stoelen en zitmeubelen Kantoor- en winkelmeubelen Keukenmeubelen Eetkamer-, zitkamer-, slaapkamer-, tuin- en terrasmeubelen Matrassen en bodems Subtotaal meubelindustrie (*) Plaatmaterialen Bouwelementen Verpakkingen Overige houtverwerking Subtotaal houtindustrie Totaal hout- en meubelindustrie (*) inclusief meubelen van metaal en kunststof - Bron: NIS
2006 972,6 546,1 321,5 927,3 240,5 3.008,0 1.326,6 1.008,9 304,5 277,7 2.917,7 5.925,7
2007 933,2 602,0 340,9 973,8 263,4 3.113,2 1.481,1 1.081,2 363,7 280,0 3.206,1 6.319,3
07/06 - 4,1 % + 10,2 % + 6,0 % + 5,0 % + 9,6 % + 3,5 % + 11,6 % + 7,2 % + 19,4 % + 0,8 % + 9,9 % + 6,6 %
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
13
Synthetische conjunctuurcurve in de hout- en meubelindustrie Seizoengezuiverde en afgevlakte reeks Seizoengezuiverde bruto reeks Bron: NBB
20 10 0 -10 -20 -30 -40 2003
2004
2005
2006
2007
2008
© Tribù
Investeringen, bezettingsgraad van de productiecapaciteit en tewerkstelling De hout- en meubelindustrie deed in 2007 voor 217 miljoen euro investeringen, een stijging met 12,3 % ten opzichte van 2006. De meubelindustrie kende een lichte achteruitgang van de investeringen met 1,8 %, vooral bij de stoelen en zitmeubelen en in mindere mate bij de eetkamer-, zitkamer-, slaapkamer-, tuin- en terrasmeubelen. De deelsector matrassen en bodems evenals de volledige houtindustrie kenden daarentegen een forse investeringstoename. De bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de hout- en meubelindustrie bedroeg in 2007 gemiddeld 82,8 % en bleef daarmee nagenoeg op hetzelfde niveau als in 2006 (82,7 %). In 2006 stelde de Belgische hout- en meubelindustrie 24.783 personen tewerk in 1.660 ondernemingen. Door de toename van de economische activiteit tijdens de eerste negen maanden van 2007 kon de werkgelegenheid ongeveer op peil worden gehouden. De tewerkstellingsevolutie tijdens de eerste 9 maanden van vorig jaar kan worden geraamd op een lichte daling met 0,3 %. Consumentenvertrouwen daalde naarmate jaar vorderde Het consumentenvertrouwen is een belangrijke graadmeter van de koopintenties van de consumenten en dus ook van de potentiële vraag naar meubelen en andere duurzame interieurproducten. Na een tijdelijk dieptepunt in
14
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
december 2006 (- 6) steeg het indexcijfer van het consumentenvertrouwen in België opnieuw tot +3 in mei 2007. Tijdens de daaropvolgende maanden stabiliseerde deze indicator op een hoog niveau, om naar het jaareinde toe terug te dalen tot - 3 in december 2007. Het Europees consumentenvertrouwen kende een vergelijkbare evolutie, met een hoogtepunt in mei 2007 (- 2), daarna een stabilisatie en vervolgens een daling tot - 7 in december 2007. Van het geleidelijk dalende consumentenvertrouwen was in 2007 nog weinig of niets te merken in de Belgische meubeldistributie. Volgens de maandelijkse enquête van de Nationale Bank steeg de orderontvangst in de Belgische meubelhandel in 2007 met 7,5 %. Uitvoer binnen EU-27 steeg behoorlijk Tijdens de eerste negen maanden van 2007 voerde België voor 2,9 miljard euro aan houtproducten en meubelen uit (inclusief doorvoer). Dit is een toename met 6,7 % ten opzichte van de eerste negen maanden van 2006. Onze belangrijkste exportmarkten waren Frankrijk (32,2 % van de totale export), Nederland (27,5 %), Duitsland (9,8 %) en het Verenigd Koninkrijk (8,6 %). De hout- en meubeluitvoer binnen de EU-27 steeg met 8,3 %. Op de meeste Europese exportmarkten kon de uitvoer opgedreven worden. De leveringen op de Franse (+ 10,1 %), Nederlandse (+ 8,5 %) en Britse markt (+ 4,5 %) stegen behoorlijk. De uitvoer naar Duitsland kende daarentegen een lichte daling (- 0,3 %). Buiten de EU-27 zijn Rusland (aandeel van 1,3 %) en de Verenigde Staten (aandeel van 1,9 %) de belangrijkste exportmarkten. Deze kenden evenwel
© Frako
een totaal uiteenlopende evolutie. Terwijl Rusland met een groei van 54,7 % opnieuw een interessante exportmarkt geworden is, nam de uitvoer naar de Verenigde Staten met 38,5 % af. Het is duidelijk dat de sterke euro ons hier parten speelt. Chinese opmars niet te stuiten De invoer van houtproducten en meubelen steeg tijdens de eerste negen maanden van 2007 met 10,8 %, sneller dus dan de uitvoer. Hierdoor verslechterde de sectorale handelsbalans. De Chinese invoer naar ons land steeg met 32,7 %. China wordt hiermee met een importaandeel van 14,5 % de tweede belangrijkste buitenlandse leverancier van meubelen en houtproducten op de Belgische markt, na Duitsland (importaandeel van 17,4 %). In 2007 haalde het ”gele gevaar“ Nederland in, dat in 2006 nog op de tweede plaats stond. Vooruitzichten voor 2008 niet rooskleurig Begin 2008 zette de daling van het consumentenvertrouwen zich door, zowel in België als bij de belangrijkste handelspartners Nederland, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Een verzwakking van de privé-consumptie lijkt daardoor onvermijdelijk. Buiten de EU bemoeilijkt een verdere stijging van de euro de uitvoer. Samen met de hoge energie- en grondstoffenkosten waarmee de bedrijven geconfronteerd worden, maken deze factoren dat 2008 zich niet bepaald als gemakkelijk aankondigt.
Bezettingsgraad van de productiecapaciteit in de hout- en meubelindustrie (in %) 84,0 83,0 82,0 81,0 80,0
81,1
81,1
2004
2005
82,7
82,8
2006
2007
80,0
79,0 78,7
78,0 77,0 76,0 0 Bron: NBB
2002
2003
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
15
Europa
Doha Round voor verdere wereldwijde handelsliberalisering: wederkerigheid nastreven De onderhandelingen over de verdere vrijmaking van de wereldhandel die eind 2001 werden opgestart, geraken maar niet afgerond. Een belangrijk pijnpunt blijven de flexibiliteitsclausules die in het onderhandelingsmandaat zijn voorzien ten behoeve van de ontwikkelingslanden, en die dreigen belangrijke onderdelen van bepaalde industriële sectoren uit het wereldwijde liberaliseringproces te lichten. Zoals de zaken nu staan, zal de EU-textielindustrie géén daadwerkelijke verbeterde markttoegang bekomen in een aantal belangrijke opkomende markten zoals India en Brazilië. Het mogelijk afschaffen van de wereldwijde exportheffingen, meestal op grondstoffen (zoals hout), stuit dan weer op tegenstand van de ontwikkelingslanden. Vooral voor de houtsector is dit erg belangrijk. Alleen inzake ‘trade facilitation’, waarmee getracht wordt om de douaneprocedures bij export te verbeteren, wordt vooruitgang geboekt. De vraag is echter of dit opweegt tegen al de rest. Het antwoord is duidelijk neen. Misschien kan de nieuwe generatie (bilaterale) vrijhandelsakkoorden die de EU wenst af te sluiten met een aantal goed gekozen partnerlanden, in eerste instantie met Zuid-Korea, India en de Asean, toch een en ander in beweging zetten. EU-strategie markttoegang Fedustria neemt systematisch deel aan de vergaderingen van het zogenaamde Market Access Advisory Committee, waar tripartite de EU-Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven vergaderen rond thema’s van markttoegang. Een eerste resultaat is de oprichting van een werkgroep textiel en kleding. In de loop van 2008 wordt de problematiek van de exporttaksen en -belemmeringen, zoals op hout uit Rusland, aangesneden. ”Club du bois“ opgericht in het Europees parlement Op 23 oktober 2007 greep in Straatsburg de eerste vergadering plaats van een Europese ”Club du bois“. Bedoeling is dat er minstens één Europarlementslid per lidstaat van de EU-27 in deze club zal zetelen. Zo’n 30 Europarlementsleden namen aan de vergadering deel. Op de agenda stonden de problematiek van de houtbevoorrading, die steeds moeilijker wordt door het toenemend verbranden van hout als “groene energiebron”, de stijgende import van afgewerkte producten uit China, en de problematiek van de ”groene“ overheidsaanbestedingen, waarbij hout aan striktere criteria moet voldoen dan andere materialen. Deze acties worden in 2008 voortgezet.
© Durlet
16
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
China – Monitoring textielimport 2008 Op 10 juni 2005 hadden de EU en China tot eind 2007 kwantitatieve maxima afgesproken voor de Chinese uitvoer van 10 categorieën textielproducten.
Dit memorandum voorzag tevens het engagement om te zorgen voor een soepele en ordelijke overgang naar een volledige liberalisering. Het is precies in uitvoering van deze laatste clausule dat eind 2007 tussen beide partijen beslist werd tot een ‘monitoring’ van de invoer in 2008. Meer bepaald werd voor 8 van de 10 producten, waarvan de quota per eind 2007 opgeheven werden, een systeem van dubbele controle van toepassing, waarbij in de EU-lidstaten invoervergunningen worden afgegeven op basis van de uitvoervergunning afgeleverd door de Chinese autoriteiten. Het gaat om Tshirts, pullovers, broeken, blouses, bedlinnen, kleedjes, BH’s en vlasgarens. Voor 2 van de 10 producten die tot eind 2007 onder quota vielen, met name katoenweefsels en keuken- en tafellinnen, geldt dit systeem van monitoring niet. Door de bevoegde Chinese autoriteiten werden intussen ruim 5000 Chinese textielbedrijven na inspectie in overeenstemming bevonden met de gestelde kwalificatievereisten voor aanvragen van exportvergunningen. Naast het stelsel van a-priori toezicht op 8 textielcategorieën maakt de Europese Commissie zich sterk om de reële invoercijfers uit China maximum ongeveer één maand na het werkelijke tijdstip van invoer in de EU in kaart te brengen. Bij de conclusie dat toezicht in 2008 noodzakelijk blijft, is uiteraard rekening gehouden met het feit dat andere belangrijke consumentenmarkten zoals de VS, Turkije en Brazilië nog tot 31 december 2008 de invoer van diverse categorieën textielproducten vanuit China zullen blijven beperken.
sieve instrumenten zoals het antidumpinginstrument in Europa slagvaardig te houden, en dit als reactie tegen de intenties van de EU-handelscommissaris die duidelijk aanstuurt op een afzwakking ervan. De lobbying vanuit de industriecoalitie met Eurocoton en CEI-Bois culmineerde in een briefing op 8 november 2007 voor de verzamelde pers en beleidsmakers. Blijkbaar met succes, want begin 2008 liet de bevoegde Commissaris weten dat de geplande hervorming van de handelsdefensieve instrumenten sine die wordt uitgesteld. Wij moeten er nu voor zorgen dat dit uitstel meteen afstel wordt. Hervorming preferentiële oorsprongsregels De preferentiële oorsprongsregels bepalen of een product al dan niet van nul- of verminderde invoerrechten kan genieten. De Europese Commissie wil deze regels fundamenteel wijzigen en deze baseren op het criterium van de toegevoegde waarde. Alle industriële sectoren inclusief Fedustria hebben zich tegen het voorstel gekant. Dit nogal technische dossier is vooral van belang voor textiel, in mindere mate voor hout en meubel waar de invoerrechten doorgaans lager uitvallen.
China – Houtproblematiek Sinds enkele jaren wordt er veel hout op stam uit België en andere landen van de EU uitgevoerd naar Zuidoost-Azië, in het bijzonder naar China. Het gaat hier vooral om eik, beuk en populier. Deze grondstoffen worden dan bv. in China verwerkt tot halffabrikaten en eindproducten, die vaak terug op de EU-markt worden ”gedumpt“, soms aan prijzen die onder de grondstofkost liggen. Begrijpe wie kan! De uitvoer van onze houtgrondstof verhoogt uiteraard de prijs ervan op de EU-markt en creëert tekorten, zeker nu ook de energieproducenten volop zoeken naar ”groene“ brandstoffen (= hout). Samen met de Europese houtfederaties voert Fedustria de druk op de Europese overheden op om de houtbevoorrading op onze markten te garanderen en langetermijnovereenkomsten tussen boseigenaren en onze producenten van houten producten aan te moedigen. Uiteraard vragen wij ook dat sterk zou worden gereageerd tegen de dumpingpraktijken van bepaalde Zuidoost-Aziatische leveranciers van halfafgewerkte en afgewerkte houtwaren. Hervorming handelsdefensieve instrumenten Ook op dit punt stond de industrie het voorbije jaar in het defensief. Zowel op Belgisch als op Europees niveau werd blijvend geijverd om de handelsdefen-
© Santens
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
17
Op voorstel van Fedustria heeft Euratex voor textiel een tegenvoorstel geformuleerd, nl. het behoud van het principe van de dubbele bewerking om de preferentiële oorsprong te kunnen bekomen, doch met actualisering van de in aanmerking komende bewerkingen (o.a. toevoegen van verven). De geplande hervorming viseert in een eerste fase (1 januari 2009) de commerciële relaties in het kader van het APS-akkoord, waarbij de EU unilaterale tariefvoordelen toekent aan het gros van de ontwikkelingslanden. Het gevaar bestaat echter dat de toegevoegde waarde-regel later ook in andere akkoorden, zoals de Pan-Euromed (Middellandsezeebekken) en de bilaterale vrijhandelsakkoorden, zal worden toegepast. Dit is dan ook de reden waarom Fedustria op geregelde tijdstippen lobbyt naar de Pan-euromed-landen toe om hen te overtuigen van de win-winsituatie van het Euratex-voorstel. Werknemers uit de nieuwe lidstaten In 2006 besliste de Belgische regering om 4 tijdelijke maatregelen uit te werken om de controle op de tewerkstelling van werknemers uit de nieuwe EUlidstaten te versterken en misbruiken te voorkomen. Het is de Ministerraad die kan beslissen wanneer deze begeleidende maatregelen het beoogde resultaat hebben bereikt. Vanaf dan en uiterlijk vanaf 1 mei 2009 gaat de Belgische arbeidsmarkt helemaal open voor de werknemers van de nieuwe EU-lidstaten.
• Vanaf 1 april 2007 moeten alle buitenlandse werknemers, zelfstandigen en stagiairs die tijdelijk in België komen werken, gemeld worden via de website www.limosa.be. Deze verplichting is principieel ten laste van de buitenlandse onderneming, zelfstandige of instelling die vooraleer hun tijdelijke opdracht in België aan te vatten, over een Limosa-meldingsbewijs moeten beschikken. Het Belgische gastbedrijf of de Belgische klant moet vóór de aanvang van de tewerkstelling van de buitenlandse personen vragen naar het Limosameldingsbewijs. Indien zij niet in het bezit zijn van dit Limosa-meldingsbewijs, moet de Belgische opdrachtgever dit onverwijld aan de overheid melden. Dit kan aan de hand van een eenvoudige elektronische toepassing via de website www.socialezekerheid.be (rubriek werkgevers RSZ – Internationaal). • De ter beschikking gestelde werknemers die tijdelijk prestaties leveren in België beschikten voorheen niet over de mogelijkheid om hun rechten te doen gelden wanneer hun werkgever voor deze prestaties de werkomstandigheden, de vergoedingen en de tewerkstellingsvoorwaarden voorzien door strafrechtelijk beteugelde wettelijke, reglementaire of conventionele bepalingen, niet naleefde. Met ingang van 2 augustus 2007 beschikken deze werknemers over de mogelijkheid tegen hun werkgever een rechtsvordering in te stellen voor het Belgische gerecht in geval van nieteerbiediging van de strafrechtelijk beteugelde bepalingen van het Belgisch sociaal recht (cf. arbeidswet, feestdagen, loonbescherming, enz.).
© Bexco
18
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Economie Federale rondetafel met de FOD Economie Deze rondetafel kwam samen op 21 maart 2007 en vormde een interessante aanzet tot samenwerking tussen Fedustria en de federale overheid. Er volgde nog een onderhoud met de top van de FOD Economie op 11 juni. Volgende prioriteiten werden vastgelegd voor verdere concrete acties: onderzoek naar de concurrentievoorwaarden in de energiesector, kritische evaluatie van de ”Doha“ handelsronde, behoud van de bestaande regel van ”dubbele transformatie“ inzake preferentiële oorsprong, en REACH. Index van de consumptieprijzen geactualiseerd Bij de jongste indexhervorming werd geadviseerd om naast de grote hervorming die om de acht jaar plaatsvindt, elke twee jaar een tussentijdse minihervorming door te voeren. Hierdoor zullen nieuwe (technologische) producten, waarvan de prijs doorgaans daalt naarmate ze langer in omloop zijn, sneller in de indexkorf worden opgenomen, zodat deze prijsdalingen ook tot uiting komen in de index en de inflatie correcter wordt weergegeven. Deze actualisatie werd op 1 januari 2008 doorgevoerd. Verlichting van statistische verplichtingen door vereenvoudiging Prodcom- en structuurenquête Onder impuls van de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging werden de enquête over de industriële productie (Prodcom) en de structuurenquête vereenvoudigd vanaf de aangifte van januari 2008. Voor de jaarlijkse structuurenquête zal de vereenvoudiging pas voelbaar zijn in 2009 voor de gegevens over het kalenderjaar 2008. Fiscaliteit De notionele interestaftrek werd op 1 januari 2006 van kracht en geldt als een fiscale verlichting voor ondernemingen die met eigen middelen worden gefinancierd. Deze notionele investeringsaftrek heeft op basis van de beschikbare macroeconomische gegevens zijn doelstellingen behaald. Op fiscaal vlak werd ook veel aandacht geschonken aan het probleem van de Franse grensarbeiders. De beroering die daarover in 2007 is ontstaan, heeft ertoe geleid dat de bijakte aan de overeenkomst om dubbele belasting (Frankijk-België) te vermijden nog steeds niet werd goedgekeurd door beide parlementen in België en in Frankrijk. Intellectuele eigendom Het beschermen van de intellectuele eigendom blijft een hoofdbekommernis voor Fedustria. Wat betreft de kopie van beschermde werken, heeft de federatie een akkoord gesloten met Reprobel, de instantie die belast is met het innen van de auteursrechten in dit verband. In 2007 werden eveneens verschillende wetten aangenomen met het oog op de modernisering van de Belgische wetgeving m.b.t. de bescherming van de intellectuele eigendom. Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
19
© Durlet
Sabam wil in de toekomst ook auteursrechten innen voor muziek op plaatsen in de onderneming die niet toegankelijk zijn voor het publiek. Fedustria heeft zich op deze actie voorbereid op basis van een enquête bij de leden. Tenslotte werd het thema van de namaak uitvoerig besproken op een Kmoforum op 25 september 2007 in Anderlecht, georganiseerd door Fedustria samen met Agoria en essenscia.
• Portfolio 07 op 22 november: de tentoonstelling van eindwerken van de Vlaamse ontwerphogescholen, geopend door Caroline Gennez, schepen van Economie in Mechelen en SP.a-voorzitter; • ”Week van het Ontwerpen“ in juni in Kortrijk; • In navolging van een eerste opleidingscyclus productontwikkeling in 2006 werd een tweede sessie georganiseerd in samenwerking met Cevora.
Optimo Voor de textiel-, hout- en meubelindustrie zijn innovatie en productontwikkeling essentieel om te overleven in de concurrentiestrijd. De leden van Fedustria kunnen hierbij rekenen op de stimulerende en adviserende rol van Optimo. In november 2007 publiceerde Optimo, in samenwerking met de Nederlandse Centrale Bond van Meubelfabrikanten, de handleiding productontwikkeling voor de meubelsector. Met deze handleiding willen beide partners het thema productontwikkeling op een bevattelijke manier toegankelijk maken voor de vele kleine en middelgrote ondernemingen uit de meubelindustrie. Met een overzichtelijk stappenplan en een (fictieve) praktijkcase wil men van deze leidraad in de eerste plaats een herkenbaar en motiverend werkdocument maken. Nieuwe materialen was een tweede belangrijk thema in 2007. De voorbije jaren is de interesse voor en de nood aan materiaalkennis merkbaar toegenomen in de sector. Om deze nood op een efficiënte wijze in te vullen, is Optimo van start gegaan met het uitbouwen van een fysieke en virtuele materialendatabank. Op 4 oktober 2007 hebben het Franse MateriO en Optimo hiertoe een samenwerkingsakkoord ondertekend tot de oprichting van MateriO Belgium. Dit is een samenwerkingsverband tussen 3 partners: Designcenter De Winkelhaak, Leuven MRC en Optimo. Tijdens de meubelbeurs in november in Brussel werden, onder de noemer “EHBI (Eerste Hulp Bij Innovatie)”, deze beide nieuwe acties – de handleiding productontwikkeling en MateriO Belgium – op een ludieke manier gepresenteerd.
Textivision Binnen de deelsector interieurtextiel, waar productontwikkeling zeer belangrijk is, werd in 1992 vzw Textivision opgericht met als doel de leden op een relevante wijze over nieuwe trends binnen het gehele interieurgebeuren te informeren en hen met belangrijke maatschappelijke veranderingen te confronteren. In 2007 werden 7 activiteiten opgezet, waaronder: • De Lifestyleprikkels I (1 maart) en II (25 oktober), opgemaakt door het eigen trendwatchteam onder leiding van Marc Geysen, met een overzicht van de trends die werden vastgeteld op 15 interieurbeurzen, in lifestylemagazines en in de audiovisuele wereld; • De presentatie op 27 maart door Niek De Prest van ”Brittle“, de trends 20082009 van Decosit Brussels; • De presentatie op 25 april door Vincent Grégoire van het ”Cahier Maison 2008“ van Nelly Rodi uit Parijs; • Het 15-jarig jubileum met een geleid VIP-bezoek aan het Huis van de Toekomst; • De trendpresentatie op 25 november door Régine Dhaene van Mode Information en de voorstelling van de werken van de internationale studenten van Summerschool (@Home-Vision).
Een overzicht van de overige activiteiten in 2007: • Colloquium productontwikkeling met als thema ”Van traditie tot innovatie“ op 8 maart in Anderlecht en met als eregast Tom Dixon; • Trendseminarie op 19 juni met verslag over de belangrijkste meubelbeurzen (Parijs, Keulen, Maison&Objet, Milaan) en toespraak van trendwatcher Anne Lise Kjaer;
20
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Flanders InShape De competentiepool productontwikkeling en industrieel design, opgericht in december 2006, werd in de loop van vorig jaar herdoopt tot ”Flanders InShape“. De activiteiten werden opgestart in mei 2007. Het officiële lanceringsevenement, waarmee Flanders InShape werd voorgesteld aan de industrie en de pers, vond plaats op 20 september 2007 in aanwezigheid van Vlaams minister Fientje Moerman. Philippe Vlerick (UCO, BIC Carpets), voorzitter van Flanders InShape, hield de slottoespraak. Doorlichting Vlaams innovatie-instrumentarium De expertenwerkgroep onder voorzitterschap van Prof. Dr. Luc Soete, die
door de Vlaamse regering belast werd met de doorlichting van het Vlaams innovatie-instrumentarium, bracht op 9 juli 2007 tussentijds verslag uit aan de klankbordgroep, waarin ook Fedustria vertegenwoordigd was. Fedustria heeft deze gelegenheid dan ook aangegrepen om haar standpunten inzake innovatie toe te lichten. Op 23 november 2007 werd het eindrapport voorgesteld. In het belangrijke hoofdstuk m.b.t. het innovatiebeleid voor de kmo’s vinden we alvast heel wat aanbevelingen terug die sterk aanleunen bij de stellingen van Fedustria: meer aandacht voor het innovatiepotentieel van de kmo’s (met expliciete vermelding van de traditionele, mature of creatieve sectoren), administratieve vereenvoudiging, verbreding van het begrip innovatie (ook naar niettechnologische aspecten), verlenging van het steunbare innovatietraject, verhoging van de middelen voor directe steun aan de bedrijven, vraaggedrevenheid, de inschakeling van de beroepsfederaties voor sensibilisering… Vlaams economisch ondersteuningsbeleid Op 11 oktober organiseerde Fedustria een studienamiddag over het economisch ondersteuningsbeleid in Vlaanderen onder de noemer ”Investeren, innoveren en exporteren… met de steun van de Vlaamse overheid“. Voor deze studienamiddag kreeg Fedustria de medewerking van het Agentschap Economie, de Participatiemaatschappij Vlaanderen, het IWT en FIT. Industrie Vlaanderen Om de krachten te bundelen hebben tien industriële sectoren een informeel overlegplatform opgericht onder de naam Industrie Vlaanderen. Fedustria voor de sectoren textiel, hout & meubel maakt hier actief deel van uit, naast de technologische industrie (Agoria), de chemische industrie (essenscia), de voedingsindustrie (Fevia), de grafische industrie (Febelgra), de glasindustrie (VGI), de papier- en kartonindustrie (Cobelpa), de kledingindustrie (Creamoda) en de staalindustrie (GSV). Over een aantal belangrijke thema’s wordt regelmatig informeel overleg gepleegd met de bedoeling standpunten af te spreken en acties te coördineren. In 2007 werden verschillende afspraken gemaakt om gezamenlijk te reageren, bv. tegen de te hoge energieprijzen in Vlaanderen. Traditioneel houdt Industrie Vlaanderen ook een jaarlijkse ontmoeting met de Vlaamse regering in het Vlaams Parlement. Deze ontmoeting vond in 2007 plaats op 26 oktober in aanwezigheid van ministerpresident Kris Peeters, minister van Onderwijs en Werk Frank Vandenbroucke en minister van Economie Patricia Ceysens.
© Associated Weavers
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
21
Sociaal
Interprofessioneel overleg Op het interprofessionele vlak was 2007 een bijzonder gevuld jaar. Het sociaal overleg werd gedomineerd door enkele reeds lang aanslepende dossiers zoals de organisatie van de sociale verkiezingen (cf. de toepasselijke tewerkstellingsdrempels) en de omzetting van de Europese Richtlijn i.v.m. de informatie en consultatie van de werknemers. Een aantal dossiers uit het generatiepact van oktober 2005 en het Interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007 (cf. brugpensioen voor werknemers met minstens 40 jaar beroepsverleden als loontrekkende, de niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen) moesten nog worden gefinaliseerd. Arbeid goedkoper Met ingang van 1 april 2007 werd de lastenverlaging voor ploegen- en nachtarbeid fors uitgebreid (vrijstelling van doorstorting aan de fiscus van 5,63 % van de belastbare bezoldigingen verhoogd naar 10,7 %). Ook de interprofessionele loonkostcorrectie vanaf 1 oktober 2007 maakt de factor arbeid wat goedkoper. Daarbij komt nog de versterking vanaf 1 april 2007 van de maatregel om overuren fiscaal aantrekkelijker te maken voor werkgever en werknemer. Langer werken Sinds 1 juni 2007 voorziet een cao (cao nr. 77 quater, gesloten in de NAR) in een veralgemeend recht op 1/5de loopbaanvermindering voor de 55plussers en een versoepeling van de anciënniteitsvoorwaarden voor de 50-plussers met het oog op 1/5de loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking. Ook aan de outplacementreglementering werd grondig gesleuteld. De belangrijkste wijziging is zeker dat de werkgever (voor de ontslagen betekend vanaf 1 december 2007) verplicht is op eigen initiatief een concreet outplacementaanbod te doen aan de ontslagen werknemer die 45 jaar of ouder is en minstens 1 jaar anciënniteit heeft. De nieuwe regels inzake brugpensioen met ingang van 1 januari 2008 tenslotte, beogen eveneens het verlengen van de beroepsloopbaan door zowel de brugpensioenleeftijd als de loopbaanvoorwaarden voor bepaalde brugpensioenstelsels op te trekken. Humanisering van de arbeid 2007 is ook het jaar waarin de wetgeving over geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk aangepast en verfijnd werd op basis van de ervaringen, opgedaan met de wet van 11 juni 2002. Ook de nieuwe antidiscriminatiewetgeving mag hier zeker niet uit het oog verloren worden.
22
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008 © Balta
Sectoraal overleg in de textielsector Reeds op 30 november 2006 werd voor de arbeiders van de textielsector een kaderovereenkomst gesloten voor de periode 2007-2010. Uitzonderlijk voor een periode van 4 jaar, aangezien dit noodzakelijk was om een structurele oplossing te kunnen uitwerken voor de textielfondsen. Centraal daarin stond de splitsing van de eerste indexatie van de lonen in deze periode. Ondertussen is deze maatregel in uitvoering: op 1 januari 2008 werden de lonen met 1 % (i.p.v. de gebruikelijke 2 %) geïndexeerd, terwijl de andere helft van de index omgezet werd in een patronale bijdrage van 1,67 % aan de textielfondsen. Hiertegenover staat de gefaseerde en gedeeltelijke invoering van maaltijdcheques vanaf 1 april 2007. Op 20 april 2007 werd voor de bedienden van de textielsector een nieuwe algemene nationale cao gesloten voor de jaren 2007-2008. Centraal stond daarin de gedeeltelijke invoering van maaltijdcheques (2,50 euro per effectief gepresteerde dag) vanaf 1 april 2007 voor de baremiseerbare bedienden enerzijds en de verlaging van de patronale bijdrage aan het Fonds voor Bestaanszekerheid met 0,46 % (0,30 % vermindering en 0,16 % schorsing) anderzijds. Stimulerend industrieel beleid In uitvoering van een cao-afspraak wordt met de textielvakbonden ook samengewerkt rond een stimulerend industrieel beleid. De bedoeling is, daar waar mogelijk, in gemeenschappelijk front op te treden en gezamenlijk de belangen van de sector te behartigen. De voorbije maanden werd er in het bijzonder gewerkt aan de voorbereiding van het zgn. witboek voor een ronde tafel met de Vlaamse overheid. Sectoraal overleg in de hout- en meubelsector Op 16 mei 2007 werd een nieuwe cao getekend voor de periode 2007-2008. Inzake koopkracht werd geen akkoord meer bereikt betreffende een ”all-in regeling“. De loonnorm werd evenwel niet overschreden. Het systeem van de kwartaalindexeringen werd verlengd. Daarnaast worden twee conventionele verhogingen afgesproken, namelijk: op 1 juli 2007: 0,06 euro/uur en op 1 juli 2008 eveneens 0,06 euro/uur, steeds in de arbeidsuurregeling van 37u20min./week. De werkgeverstussenkomst in het woon-werkverkeer met privévervoermiddel werd gelijkgeschakeld met de tussenkomst in het openbaar vervoer (ca. 70 % van de prijs van een treinabonnement, afhankelijk van de afgelegde afstand).
© Mecam
Inzake brugpensioen, wordt de sectorale regeling behouden zolang de Generatiepactwet het mogelijk maakt, namelijk: minimumleeftijd 58 jaar, vereiste loopbaan: 35 jaar voor mannen, 30 jaar voor vrouwen aangevuld met de conventionele anciënniteitsvoorwaarde van 15 jaar bij de werkgever die ontslaat (of: 20 jaar in de sector en 8 jaar bij de laatste werkgever). Voor wat betreft het brugpensioen op 56 jaar na 40 jaar loondienst, werd verwezen naar de onderhandelingen in de Nationale Arbeidsraad, waar op 20 december 2007 de cao nr. 92 werd gesloten, die directe uitwerking heeft. Aangaande het tijdskrediet vermelden wij de uitbreiding van de mogelijkheid om over te gaan naar een 4/5de arbeidsregeling voor 55-plussers die in ploegen tewerkgesteld zijn, weliswaar onder bepaalde voorwaarden. De inspanningen die werden geleverd inzake vorming van werknemers en outplacement (dit laatste gesolidariseerd sedert 2003) werden verlengd voor de duur van twee jaar. De uitwerking van een ”instrument“ om de opleidingsinspanningen te meten, is daarbij ook een bijzonder aandachtspunt. Tenslotte werden nog een aantal afspraken gemaakt op het vlak van welzijn, oprichting van een sectorale tweede pensioenpijler en sociale vrede. Sociale verkiezingen Fedustria voorziet een volledig pakket aan begeleidende maatregelen voor de ondernemingen die sociale verkiezingen moeten organiseren. Twee opleidingssessies, een uitgebreide brochure omtrent de volledige verkiezingsprocedure, een gedetailleerde verkiezingskalender, circulaires en permanente bijstand en advies staan garant voor een goed verloop van deze ingewikkelde procedure. Na de verkiezingen ontvangen de ondernemingen nog twee afzonderlijke brochures, respectievelijk over de werking van de ondernemingsraad en van het comité voor preventie en bescherming op het werk.
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
23
Leren en werken in de hout- en meubelindustrie In 2007 telde de sector Hout en Meubel 73 industriële leerlingen. Dat is nog altijd minder dan het aantal aangeboden werk-leerplaatsen. Een te belangrijk percentage van deze leerlingen haakt echter voortijdig af, om niet altijd even duidelijke redenen. Het paritair comité besliste daarom in oktober 2007 de leerprogramma’s aan te passen naar een modulair systeem met een deelattest per afgewerkte module. Verwacht wordt dat het nieuwe leerprogramma bij de aanvang van het schooljaar 2008 in voege kan treden. In 2007 werden er bovendien 230 nieuwe contracten voor individuele beroepsopleiding (IBO) gesloten, waarvan 71 een ”sectorale stempel“ kregen. Een ”sectorale IBO“ betekent dat het leerprogramma voor een bepaalde functie in de sector een standaard duurtijd heeft en een standaard leerprogramma. De VDAB kan al zijn energie dan steken in het zoeken van de geschikte kandidaat. Deze kandidaat kan gedurende 24 maanden na de aanvang van de overeenkomst nog 80 uren gratis opleiding genieten in één van de VDABhoutcentra om bepaalde vaardigheden in te oefenen. Antwoorden op de krapte op de arbeidsmarkt In 2007 werden tal van textiel-, hout- en meubelbedrijven geconfronteerd met krapte op de arbeidsmarkt. Geschoold personeel vinden wordt alsmaar moeilijker en dit ook voor functies voor laaggeschoolden. Fedustria tracht door overleg, samenwerking en het aangaan van partnerschappen met diverse actoren op de arbeidsmarkt oplossingen aan te reiken. Het aantal werkzoekenden in Vlaanderen daalt. Toch kan, mede door een goede samenwerking met VDAB en Forem, de instroom verbeterd worden. Door Individuele Beroepsopleiding in de onderneming (IBO) worden onervaren werkzoekenden beter inzetbaar. Fedustria participeert aan initiatieven van VDAB en Forem ter bevordering van de interregionale mobiliteit. Hopend dat hiermee een antwoord wordt geboden voor de problematiek van de grensarbeid met Frankrijk. Fedustria heeft de federale regering er op gewezen dat de Franse grensarbeiders vandaag een onmisbare werknemerspopulatie uitmaken om de krapte op de arbeidsmarkt op te vangen. Fedustria werkt in een grensoverschrijdende patronale vereniging mee aan meerdere projecten die tot doel hebben de synergie tussen de textielsectoren van de Europool Rijsel/Moeskroen/Waregem te bewerkstelligen. Competentiemanagement en opleiding De convenanten gesloten tussen de Fedustria-sectoren en de Vlaamse regering (einddatum 31 december 2009) bevatten een hoofdstuk betreffende het ”competentiemanagement“. Aanboren, ontwikkelen en optimaal benutten van de competenties van het eigen personeel is ook een manier om creatief
24
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
om te gaan met de krapte op de arbeidsmarkt. De sectorale opleidingscentra (OCH, Cobot en Cobot-Bedienden) stellen hun opleidingsaanbod af op opleidingsbehoeften en -vragen uit de bedrijven. Vacaturebegeleiding van werkgevers, ontslagbegeleiding van arbeiders, meten van opleidingsinspanningen, ontwikkelen van opleidingstrajecten, promoten van diversiteits- en ervaringsfondsprojecten behoren ook tot de activiteiten van de opleidingscentra. Oudere werknemers langer aan de slag Het Ervaringsfonds werd in het leven geroepen om de activiteitsgraad van oudere werknemers (45+) te bevorderen. In de textiel-, hout- en meubelbedrijven zijn gemiddeld 40 % van de werknemers ouder dan 45 jaar. Dat is veel meer dan het aandeel van 45-plussers in de gehele Belgische privé-sector. Daarom werd een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de textiel-, hout- en meubelsectoren en het federale Ervaringsfonds. Bedrijven die bij het Ervaringsfonds projecten indienen, kunnen een financiële tegemoetkoming krijgen. Projecten kunnen er op gericht zijn ergonomische verbeteringen te realiseren of de arbeidsorganisatie aan te passen aan de behoeften van oudere werknemers. De sectorale opleidingscentra zorgen voor de inhoudelijke en praktische ondersteuning van de onderneming die een project wenst in te dienen. Onderwijs De krapte op de arbeidsmarkt is een bijkomende reden om de contacten tussen de textiel-, hout- en meubelindustrie met het onderwijs intenser te maken. Zo moet er over gewaakt worden dat onderwijsopleidingen voldoende aangepast zijn aan de competenties, nodig op de werkvloer. Een goed voorbeeld daartoe is de opleiding professionele bachelor textieltechnologie. Op vraag van Fedustria werd de inhoud van dit opleidingsprogramma tegen het licht
© De Wit
gehouden door vakspecialisten uit de industrie. De opleiding professionele bachelor houttechnologie beantwoordt aan de verwachtingen van de industrie en trekt studenten uit alle Vlaamse provincies. Kadervorming Fedustria organiseerde op verschillende locaties in totaal 9 seminaries van een halve dag voor de zaakvoerders en personeelsverantwoordelijken van haar leden. De volgende thema’s kwamen in 2007 aan bod: een Europa
zonder grenzen: werknemers van en naar West- en Oost-Europa; het brugpensioen vandaag en de cao’s 2007-2008; de sociale inspectie: wat mag? wat mag niet?; de sociale verkiezingen 2008 (eerste deel van de procedure). En voor de eerste jaarhelft van 2008: kostenbewust aanwerven van personeel (januari); het Ervaringsfonds (februari); de resultaatsgebonden voordelen (februari); de sociale verkiezingen – vervolg van de procedure (maart); basiskennis werknemerspensioenen (juni).
Tewerkstelling in de textiel-, hout en meubelindustrie 70.000
68.674 6.778
60.000
64.305
62.144
6.443
6.284
Textiel bedienden
60.053 6.123
58.083 5.861
57.009 5.685
Textiel arbeiders
50.000 Aantal werknemers
33.462
31.181
40.000
Hout en meubel bedienden
29.714
28.596
27.439
4.861
4.939
26.615
Hout en meubel arbeiders
30.000 5.071
4.947
20.000 10.000
4.930
Bron: RSZ
4.925
23.363
21.734
21.216
20.473
19.844
19.784
2002
2003
2004
2005
2006
2007
0
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
25
Milieu en techniek
© Tribù
Energie als centraal aandachtspunt De stijgende energieprijzen zijn een heel belangrijk aandachtspunt voor de bedrijven uit de textiel-, hout- en meubelsector. Het goed onderhandelen van de leveringscontracten voor energie wordt meer dan ooit primordiaal. Gezien de fluctuaties van de energieprijzen is een correcte timing en een goede kennis van de energiemarkten essentieel voor het afsluiten van nieuwe leveringscontracten. Vandaar dat Fedustria dan ook het initiatief heeft genomen om voor de geïnteresseerde leden gemeenschappelijk elektriciteit aan te kopen. In een eerste pooling werden een 40-tal bedrijven samengebracht die samen ongeveer 100 GWh vertegenwoordigen. In samenwerking met een consultant werden de verschillende elektriciteitsleveranciers bevraagd en geëvalueerd om zodoende contracten te kunnen afsluiten met de meest gunstige aanbieder. Wijzigingen milieu- en energiewetgeving Met betrekking tot het bevoordelen van groenestroomcertificaten uit biomassa, werd er in april een wijziging tot besluit goedgekeurd. Hierdoor wordt er voor nieuwe installaties (vanaf juni 2007) geen steun meer gegeven aan het opwekken van groene stroom uit hout, dat ook voor industriële toepassingen gebruikt wordt. Dit is een belangrijk precedent, dat Fedustria (Febelhout) al verschillende jaren onder de aandacht heeft gebracht van de betrokken ministers. De huidige algemene milieuwetgeving is aan een grondige actualisatie toe. Zowel voor de houtsector als voor de textielsector zijn er enkele belangrijke elementen opgenomen in de ontwerpwijziging die eind 2007 principieel werd goedgekeurd door de Vlaamse regering. Voornaamste wijzigingen zijn de herziening van de sectorale lozingsvoorwaarden voor de textielsector, de introductie van nieuwe normen voor spaandrogers en het opheffen
26
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
van de dubbele solventwetgeving voor bedrijven die hout coaten. Het voorstel houdt in belangrijke mate rekening met de constructieve voorstellen die Fedustria heeft geformuleerd met betrekking tot deze knelpunten. Opmaken sectoraal preventieplan verpakkingen Om de drie jaar dient er volgens de verpakkingswetgeving door bepaalde bedrijven een preventieplan opgemaakt te worden. Fedustria bood in 2007 aan alle leden de gelegenheid om deel te nemen aan het sectoraal preventieplan voor de periode 2007-2010. Een 40-tal bedrijven uit zowel de hout- als de textielsector namen hieraan deel. Milieubijstand en milieuvergunningen Ook in 2007 konden bedrijven rekenen op de expertise van de dienst milieu en energie om concrete adviezen, op maat van het bedrijf, bij voorkeur ter plaatse te komen toelichten. Van dergelijke bijstand aan de interne milieuverantwoordelijke of -coördinator maken bedrijven uit de houtsector reeds jarenlang gebruik. Ook voor het opstellen van milieuvergunningen kunnen zowel bedrijven uit de hout- als de textielsector bij Fedustria terecht. De specifieke sectorkennis van onze dienst is, zowel bij het opstellen als bij het verdedigen van dossiers tijdens de hoorzitting, in 2007 opnieuw een waardevolle troef gebleken bij het verkrijgen van een vergunning. Vorming Milieucoördinatoren Fedustria besteedt veel aandacht aan het informeren en ondersteunen van de milieucoördinatoren en -verantwoordelijken uit de textiel-, hout- en meubelsector. Dit gebeurt via diverse kanalen zoals de tweemaandelijkse werkgroep milieucoördinatoren in textiel, studiedagen, publicaties zoals de
© Frako
milieufax en milieuflits, de textielopleidingscyclus VMT, de opleiding ”Inleiding tot milieubeheer voor hout- en meubelsector“… Engagement voor het terugdringen van emissies van broomhoudende vlamvertragers Decabroomdifenylether (deca-BDE) is een veel gebruikte brandvertrager in de textielindustrie. Niettegenstaande uit diverse studies blijkt dat deze brandvertrager niet schadelijk is voor mens en milieu, komt deze brandvertrager meer en meer onder druk te staan van milieubewegingen en de overheid. Om de emissies onder controle te houden, heeft de broomindustrie het VECAP-programma ontwikkeld. VECAP staat voor “Voluntary Emissions Control Action Programme”. Dit is dus een vrijwillig programma dat werd opgesteld voor de gebruikers van deze brandvertragers. Het VECAP-programma omvat o.a. een code van goede praktijk die er toe moet leiden dat de emissies van deca-BDE tot een minimum worden beperkt. De textielbedrijven die gebromeerde vlamvertragers gebruiken, hebben zich geëngageerd om de principes van VECAP in hun productieproces toe te passen. Hiermee willen de textielbedrijven een belangrijk signaal geven naar o.a. de overheid dat zij zorgvuldig met gebromeerde vlamvertragers omgaan. PFT (perfluortensiden) De textielsector werd opgenomen in een onderzoek van de afdeling Milieuinspectie betreffende de mogelijke aanwezigheid van PFT’s en in het bijzonder PFOA en PFOS in slib en in afvalwater. Gezien meerdere bedrijven met hetzelfde probleem geconfronteerd werden, heeft Fedustria samen met Centexbel het initiatief genomen om het probleem gemeenschappelijk aan te pakken. Hiervoor werden diverse werkvergaderingen georganiseerd met
de betrokken bedrijven, alsook met de toeleveranciers van de desbetreffende producten. Dit heeft er toe geleid dat tijdens een overleg met de overheid met succes kon gepleit worden om een haalbare norm voor PFT in te schrijven in de sectorale lozingsvoorwaarden. Hiermee werd vermeden dat ieder bedrijf individueel een norm moest aanvragen. Presti-project ”Benchmark afval in de hout- en meubelindustrie“ Dit Presti 5-project, dat in augustus 2007 werd afgerond, heeft als doel bedrijven uit de hout- en meubelindustrie via een subsectorspecifieke ”benchmark afval“ te motiveren hun productie van restafval, gevaarlijk afval en verpakkingsafval te reduceren. De ”benchmark afval“ werd opgemaakt uit gegevens, die vergaard werden uit bezoeken aan een 40-tal bedrijven. Het echt vergelijken van hun afvalcijfers, of het ”benchmarken“, kunnen bedrijven doen via een handig softwarepakket, dat door Fedustria werd ontwikkeld (ter beschikking via www.fedustria.be/presti_afval). Het project vormt bovendien een startpunt van een inventarisatie die jaarlijks door de bedrijven kan worden voortgezet indien gewenst. Naast de bedrijfsbezoeken en de softwaretoepassing omvat dit project ook een handleiding, waarin heel wat praktische tips worden gegeven inzake afvalpreventie en -reductie. Alle resultaten van het project werden tijdens de studiedag van 12 juni voorgesteld. Presti-projecten ”Rationeel energiegebruik“ en ”Milieuverantwoord ketenbeheer“ Het PREventie-STImulerend project ”Rationeel energiegebruik in de hout- en meubelindustrie BIS“ startte op 1 februari 2007 en loopt tot 1 augustus 2008. Het doel van het project is bedrijven uit de hout- en meubelsector praktische tips en concrete maatregelen aan te reiken om energie te besparen in hun Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
27
© Domo
bedrijf. Daartoe wordt er binnen het project een handleiding ontwikkeld, die eind 2007 al grotendeels was afgewerkt. Om de tips nog meer concreet toe te spitsen op de houtsector, krijgen een 20-tal bedrijven ook de kans om een energieaudit te laten uitvoeren.
afspraken gemaakt met de federale overheid ”volksgezondheid“, inzake het gelijkschakelen van deze labels bij overheidsaanbestedingen. Ook de textiellabels Gut (voor textiele vloerbekleding) en Ökotex 100 (voor kleding) worden van nabij opgevolgd.
Met het nieuwe Presti-project ”Milieuverantwoord ketenbeheer in de secundaire houtverwerking“ (looptijd tot 1 september 2008) wil Fedustria bedrijven uit de hout- en meubelindustrie aanmoedigen om hun integrale keten van aankoop, productie en verkoop onder de loep te nemen en te optimaliseren op milieuvlak.
Productveiligheid is uiteraard een belangrijk item voor de ondernemingen. In dit verband kan bijvoorbeeld worden gewezen op de gebruiksveiligheid van (kinder)meubilair en speeltuigen. Fedustria onderhoudt hiertoe nauwe contacten met de overheid, in het bijzonder met de minister belast met Consumentenzaken. En kwam tussen in geval van betwistingen.
Technische aangelegenheden en normalisatie Fedustria volgt voor de ondernemingen ook een reeks technische dossiers op. In 2007 was het belangrijkste feit hier de oprichting van een nieuwe normalisatiestructuur voor België, via de organisatie ”Normes Belges/Belgische Normen“ (NBN). Het NBN moet de taken overnemen van het oude Belgisch Instituut voor normalisatie, BIN. In tegenstelling tot vroeger zullen de voornaamste taken echter niet langer centraal worden uitgevoerd, maar via zogenaamde ”sectorale normalisatieoperatoren“. Fedustria hielp ervoor te zorgen dat Centexbel werd erkend als sectorale normalisatieoperator voor textiel en het Technisch Centrum der Houtnijverheid als sectorale normalisatieoperator voor de houten meubelindustrie. Fedustria werd ook lid van de Raad van Bestuur van het nieuwe NBN en zetelt in de Hoge Raad voor Normalisatie.
Het Technisch Centrum der Houtnijverheid: sterk in certificering van hout- en meubelproducten Voor de hout- en meubelsector is er voor technische aangelegenheden een goede samenspraak tussen Fedustria en het Technisch Centrum der Houtnijverheid (TCHN), waarvan Fedustria het voorzitterschap waarneemt.
Inzake duurzaamheid werden de werkzaamheden opgevolgd in verband met milieulabels, op Europees vlak (bv. voor meubelen en matrassen), alsook de certificatie van het duurzaam karakter van de grondstof hout (via labels van het Forest Stewardship Council en van het Programme for the Endorsement of Forest Certification schemes). In het bijzonder werden concrete
28
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
In het bijzonder worden alle vraagstukken in verband met certificering van producten van de hout- en meubelindustrie behandeld. Prioritair hierbij zijn de producten waarvoor CE- markering in de nabije toekomst verplicht wordt, zoals voor houten vloerbekleding, naar sterkte gesorteerd structuurhout, geïndustrialiseerde spanten… Het TCHN is hier geaccrediteerd door de Europese overheid en kan dus de certificaten aan de bedrijven toekennen. Ook kunnen alle testen worden uitgevoerd om na te gaan of de producten van de bedrijven voldoen aan Europese of andere productnormen. Het TCHN voert ook een aantal collectieve onderzoeksprogramma’s uit (bv. over superisolerend schrijnwerk, kleurveranderingen bij meubelen en parket, testmethodes voor houten plaatmateriaal…) en verleent technologisch
advies over producten en productietechnieken. Verder is er een gespecialiseerde cel, die aan bedrijven specifieke diensten kan verlenen inzake veiligheid op de arbeidsplaats. Centexbel: draaischijf van technologische vernieuwingen in de textielsector Omdat textielbedrijven hoofdzakelijk kmo’s zijn, hebben zij in vele gevallen niet de mogelijkheden om een eigen O&Oafdeling uit te bouwen. Geruime tijd terug hebben de textielbedrijven de krachten gebundeld door de oprichting van een collectief centrum voor technologische vernieuwing in de textielindustrie, met name het textielonderzoeks- en -dienstverleningscentrum Centexbel, met laboratoria in Gent en in Verviers. Ondertussen heeft het centrum voldoende kritische massa en expertise verworven om een rol van betekenis te kunnen spelen en bedrijven te ondersteunen in product- en procesontwikkeling. Centexbel voert zowel collectieve onderzoeksprojecten uit waaraan de bedrijven kunnen deelnemen, als individuele onderzoeksprojecten en korte bedrijfsstudies. Ook op Europees vlak speelt Centexbel een niet onbelangrijke rol en gebruikt het zijn netwerk om Belgische textielbedrijven te laten deelnemen aan Europese onderzoeksdossiers. Centexbel heeft ook heel wat expertise in huis die via dienstverlening aan bedrijven gevaloriseerd wordt. Het betreft o.a. het oplossen van punctuele problemen of het leveren van advies. Hierbij maakt het gebruik van fysische, chemische, microbiologische of brandtestenlaboratoria.
© Santens
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
29
Inleiding productgroepen ”Gelukkig maken we niet allemaal hetzelfde!“
© Decospan
Neen, er wordt niet minder geproduceerd in onze industrie dan pakweg twintig jaar geleden. En dat geldt ook voor de sectoren textiel en hout & meubel. De textielsector bijvoorbeeld heeft het productievolume over heel die periode weten te behouden, ondanks de vele berichten van sluitingen en herstructureringen. Maar in feite wijzen deze berichten eerder op een, weliswaar pijnlijk, aanpassingsproces dat ertoe geleid heeft dat onze bedrijven vandaag performanter zijn dan ooit. Hetzelfde geldt ook voor de hout- en meubelbedrijven.
in het volle geweld van de globalisering. Er zijn weinig economische activiteiten die zo geglobaliseerd zijn (m.a.w. waarbij de wereld de marktplaats is geworden), dan de sectoren textiel, hout en meubel: Chinese T-shirts en zitmeubelen vinden afzet in West-Europa, maar even goed verkopen we onze karpetten en laminaatvloer in het Verre Oosten. Het is dus zaak van u als onderneming te onderscheiden van uw concurrenten. En gelukkig maken we niet allemaal hetzelfde!
Het spreekt vanzelf dat de industrie in die voorbije periode een heel belangrijk aanpassingsproces heeft ondergaan. In feite stellen we één grote constante vast: de bedrijven hebben geprobeerd om zich steeds meer van elkaar te onderscheiden door andere, verschillende producten te ontwikkelen en te produceren. Vandaag stellen we vast dat de heterogeniteit en de specialiteit binnen de sectoren textiel, hout en meubel ongelooflijk groot zijn, en nog steeds verder toenemen. Ieder bedrijf is op zoek gegaan naar een niche – al is dat soms met een volumeproduct! – die verdedigbaar is in een geglobaliseerde context.
Binnen textiel, hout en meubel is het interieurgebeuren een belangrijk gegeven. Bijvoorbeeld textiel voor de woningdecoratie zoals tapijten, meubelstoffen, gordijnen, huishoudtextiel, maar ook matrasstoffen… En daarnaast ook de meubelsector met meubelen, zitmeubelen en slaapcomfort en andere interieurproducten zoals laminaatvloeren, parket, binnendeuren… Ruim de helft van de Fedustria-bedrijven bestaat uit fabrikanten die producten maken voor de woningdecoratie.
Want dat is toch een onmiskenbaar kenmerk van de zogenaamde ”traditionele sectoren“ die textiel, hout en meubel toch zijn, namelijk dat zij opereren
30
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
In textiel zijn er nog twee andere belangrijke toepassingssegmenten, met name het kledingtextiel (mode) en het technisch textiel, dat bestaat uit technische producten met een relatief hoge innovatiecomponent zoals beschermtextiel (brandweerpakken) of geotextiel (versterking van wegen en dijken…).
Relatief belang van de productgroepen van de hout- en meubelindustrie (totale omzet 2007 = 6,3 miljard euro)
23,4 %
17,1 %
49,3 %
5,8 % 4,4 %
Plaatmaterialen
Overige houtverwerking
Meubelindustrie
Verpakkingen
Bouwelementen Bron: BTW-aangiften, NIS
© Tasibel
In de hout- en meubelindustrie is er naast de omvangrijke groep van de producten van meubelen en slaapcomfort ook de groep van de plaatmaterialen, zowel de ruwe platen op basis van hout als de beklede platen. Maar er zijn ook heel wat toeleveringsproducten voor de bouw zoals deuren, ramen, parket, geprefabriceerde spanten… Belangrijk is ook de groep van de houten verpakkingen zoals kisten, laadborden en houten verpakkingen op maat.
Relatief belang van de productgroepen van textielindustrie (totale omzet 2007 = 7,7 miljard euro)
Tenslotte zijn er heel wat diverse productgroepen die precies de diversiteit van onze industrie onderlijnen, zoals de producenten van kaders en lijsten, van borstels en penselen, van houten speeltuigen en muziekinstrumenten… Het gaat hier telkens om nichespelers die elk in hun segment een plaats in de markt hebben weten te veroveren.
20 %
4%
42 %
6% 28 %
Het is deze mozaïek van zeer diverse en gespecialiseerde activiteiten en producten die onze textiel-, hout- en meubelindustrie vandaag zo performant maken en bestand tegen het geweld van de globalisering. Dat het in sommige gevallen een pijnlijk aanpassingsproces is geweest, staat buiten kijf, maar het resultaat is onvoorwaardelijk positief. Technisch textiel Veredeling
Interieurtextiel Spinnerijen
Kledingtextiel Bron: aandelen geschat door Fedustria op basis van de toegevoegde waarde
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
31
Kledingtextiel
De productgroep ”Kledingtextiel“ omvat weefsels en gebreide stoffen voor sportkleding, vrijetijdskleding, regenkleding, nachtkleding, werkkledij, ondergoed, fashion wear, voeringen en afgewerkte breigoedproducten zoals baby- en kinderkleding, joggings, pulls en andere bovenkleding, beenbekleding en T-shirts.
2007: daling activiteit vertraagt, rendabiliteit onder druk In 2007 liep de activiteit zowel in de breigoedsector als in de weverij met naar schatting 5 % terug. Terwijl de gebreide stoffen opnieuw positieve cijfers konden voorleggen, registreerden de afgewerkte breigoedartikelen (beenbekleding, ondergoed en bovengoed, in casu pulls) zonder uitzondering dubbelcijferige negatieve evoluties. In de katoentype weverij scoorde de Europese kwaliteitsdenimsector het voorbije jaar zwak met een terugval van zowat 10 %. Enig lichtpunt toch: de toegenomen leveringen van katoentype weefsels op de binnenlandse markt, wellicht deze van de overheidsaanbestedingen. In de filamentweverij (synthetische vezels) kromp de productie weliswaar met 4 %, doch de omzet groeide bij gelijkblijvende volumes met 5 %. Dit bevestigt opnieuw de trend naar meer toegevoegde waarde. De vlasweverij maakte een pas op de plaats. Abstractie gemaakt van de uit de hand lopende energiekosten, had de sector het voorbije jaar globaal zijn prijzen met minimaal 5 % moeten kunnen verhogen om de gestegen grondstoffenen andere kosten te recupereren. De facto stegen de afzetprijzen van onze producenten nauwelijks. Dit zorgde uiteraard voor druk op de winstmarges. De Europese branches CELC, de Europese vlasfederatie, hertekent zijn relaties met China. Onder andere door overcapaciteit blijven de Chinese garen- en weefselprijzen bedroevend laag. Hierdoor blijft de rendabiliteit in de ganse vlasfilière te laag. Via CELC zoekt de Europese vlasvezelsector, die 85 % van de West-Europese vlasteelt afzet in China, daarom heil in een bilateraal overlegplatform, dat moet uitmonden in vlaspromotie naar de Chinese consument toe, rekenend op een hogere lokale vraag en dus betere prijzen voor de ganse vlasketting. In september 2005 stelde de EU definitieve antidumpingrechten (AD) in op afgewerkte polyester filamentweefsels uit China. Einde 2006 startte de EU-Commissie op verzoek van Aiuffass, de organisatie van de Europese filament- en zijdeproducenten, een nieuw onderzoek
32
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008 © Libeco
naar ”absorptiepraktijken“ waarbij de AD-rechten niet worden doorgerekend aan de klanten. Met ingang van 22 september 2007 werden voor de Chinese producenten/exporteurs, die zich aan absorptie bezondigden en die samen 70 % van de betrokken handelsstromen vertegenwoordigen, bijkomende ADrechten ingesteld. De nieuwe verhoogde AD-rechten schommelen nu tussen minimaal 14,1 % en 74,8 %. Eurocoton, de Europese katoenbranche, vormde samen met een aantal andere Europese bedrijfsfederaties front tegen de door EU-Commissaris voor Handel geplande hervorming van de handelsdefensieve instrumenten, waarvan antidumping het belangrijkste is. Dit resulteerde begin 2008 in de sine die verdaging van deze hervorming. Eurocoton stond ook in de vuurlinie met het oog op een effectieve monitoring van de Chinese textielimporten in 2008. De geplande hervorming van de preferentiële oorsprongsregels blijft verder een prioritair aandachtspunt. Overheidsopdrachten • De dienstverlening werd uitgebreid naar onze leden uit de meubel- en houtindustrie: dagelijks worden de geïnteresseerde lidbedrijven op maat geïnformeerd over dié overheidsopdrachten die hen aanbelangen. De belangstelling is massaal. • De voorbije jaren werkte Febeltex actief mee aan de ”Gids voor de toekenning van openbare opdrachten binnen de textiel- en kledingsector“. Nu is er ook een EU-document verschenen, waarin wij vele aandachtspunten terugvinden waar Fedustria reeds lang voor ijvert. De nadruk ligt vooral op openbare aanbestedingen als onderdeel van de innovatiestrategie. Het geeft onze bedrijven de kans om de hogere toegevoegde waarde van hun innovatieve producten of diensten ook via overheidsaankopen te valoriseren. MoTIV MoTIV, het Mode-Technologisch Innovatieplatform Vlaanderen, heeft tot doel alle activiteiten aangaande het hoger onderwijs, onderzoek en ontwikkeling te bundelen en richt zich tot alle kleding- en confectiebedrijven. Ook de textielbedrijven (spinners, wevers, breiers, veredeling) en kledingdistributiebedrijven worden hierbij betrokken. Fashionate about Creativity Fedustria verleende haar medewerking aan een studie die de mode-industrie wetenschappelijk doorlichtte. De Flanders DC-studie ”Fashionate about creativity“ werd uitgevoerd door de Vlerick Leuven Gent Management School, in samenwerking met het Flanders Fashion Institute, Creamoda en
© Libeco
Fedustria. Vanuit de groep ”Kledingtextiel“ werd de rol van de kledingstoffenfabrikant, die innovatieve én modieuze stoffen op de markt brengt, in kaart gebracht. TIS-Reflex 2010 Het technologisch innovatiestimuleringsproject (TIS) ”Reflex 2010“ wil innovatie en samenwerkingsinitiatieven stimuleren tussen textiel- en aanverwante bedrijven en hun technologietoeleveranciers (machinefabrikanten, ICT, chemie…). Belgisch textiel op de Olympische Spelen in Peking 2008 Dat onze atleten zullen schitteren op de Olympische Spelen in Peking staat nu al vast. Zij zullen immers tijdens de openingsceremonie en op alle officiële gelegenheden Belgisch textiel dragen. De officiële kledij van onze atleten en hun begeleiders wordt inderdaad een volledig Belgisch product: een Belgische kledijstoffenwever levert de stoffen, de confectie gebeurt eveneens in België en het ontwerp is van Eduard Vemeulen (Natan). Op naar 8 augustus 2008!
Aantal bedrijven of bedrijfsafdelingen Aantal werknemers Productie (in ton) Omzet (in miljoen euro) Exportquote Evolutie van de activiteit in 2007 Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
Weverij 21 2.900 23.750 370 91 %
Breierij 56 1.400 7.125 190 45 %
-5%
-5%
voor weverij en breierij
20 %
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
33
De productgroep ”Interieurtextiel“ omvat: tapijt (geweven, tuft, naaldvilt, badsets…), meubelstoffen (plat, fluweel, uni, jacquard),
Interieurtextiel
Het goede elan van 2006 zette zich ook in 2007 door Alhoewel de laatste twee maanden van 2007 een duidelijke verzwakking vertoonden, was 2007, net als 2006, terug een vrij goed jaar voor de diverse subsectoren binnen de groep ”Tapijt & Interieurtextiel“. Dit was uitgesproken het geval voor textielwandbekleding, voor de overgordijn(stoff)en, voor de tuft- en naaldvilttapijten en voor de afgepaste tapijten uit kunstmatige en synthetische materialen. Ook in de andere deelsegmenten werden hogere omzetten genoteerd, maar hierbij zal de stijging van de grondstofprijzen en het verhoogd aandeel van de handelsactiviteiten een grotere rol spelen. De marktomstandigheden in de diverse subsectoren kunnen aardig verschillen. Daarom is de werking van de groep ”Tapijt & Interieurtextiel“ vooral gericht op het individuele lid en op de noden van de deelsegmenten. Toch is er één keer per jaar één gezamenlijk treffen: op 7 juni 2007 verwelkomde voorzitter Johan Dejager 216 deelnemers die met grote aandacht naar de kritische gastspreker Derk-Jan Eppink hebben geluisterd. © Tassibel
decoratiestoffen (overgordijnen, wandbekleding…), huishoudlinnen (keuken-, tafel-, bed- en badlinnen), matrasbekledingsstoffen, passementerie…
34
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Nog meer marktgericht werken Dé grote uitdaging voor de Belgische interieurtextielindustrie bestaat erin om de ”commodity-val“ maximaal te ontlopen. Voor industriële bedrijven blijft voldoende volume ontegensprekelijk levensnoodzakelijk, doch tegelijk moet men zich meer en meer ”anders dan de anderen“ op de markt aanbieden. Dit kan via andere producten (artistieke creativiteit, productontwikkeling in functie van nieuwe toepassingen en nieuwe functionaliteiten), nieuwe marktsegmenten (met daarbij een opvallende verschuiving in de richting van de contractmarkt), een andere distributie, nieuwe services… Alhoewel de meeste subsectoren zich in een B-to-B-omgeving situeren, kan het belang van de finale consument niet genoeg onderstreept worden! Naar analogie met wat al jaren op het vlak van creatieve productontwikkeling met groot succes binnen de vzw Textivision gerealiseerd wordt, werd daarom in 2007 het project ”Much More Marketing“ opgestart. Dit nieuwe initiatief heeft als bedoeling te luisteren naar en te discussiëren met bedrijfsleiders uit andere vergelijkbare bedrijfssectoren die met succes in hun eigen bedrijf een nog meer marktgerichte strategie toepassen. Een en ander
wordt in een juiste context geplaatst in samenwerking met Prof. Gino Van Ossel (Vlerick Management School). Vorig jaar werden er drie sessies georganiseerd. Mits enige bijsturing zal dit initiatief, dat aardig wat bijval kende, ook in 2008 worden verder gezet. Wereldwijde export van levensbelang voor de sector tapijt en interieurtextiel Niettegenstaande tal van belemmerende factoren zoals de valutaproblemen, de stijgende grondstof-, energie- en transportprijzen, blijft de uitvoer voor onze economie en zeker voor de interieurtextielsector van levensbelang. De groep ”Tapijt & Interieurtextiel“ blijft daarom de bedrijven die op het vlak van de export het voortouw nemen, speciaal ondersteunen met collectieve acties op internationale beurzen. Zo organiseerde Fedustria groepsstanden op zowel Heimtextil (Frankfurt, 10-13/1/2007) als op Domotex (Hannover, 13-16/1/2007). In totaal namen 19 bedrijven deel. Met circa 190 exposanten was België de belangrijkste niet-Duitse deelnemer aan voormelde wereldmanifestaties. Er heerste quasi alom een positieve stemming. Op London Fabric (Londen, 20-22/2/2007) was de Belgische zetel- en gordijnstoffensector met elf bedrijven in de FIT/Fedustria-collectiviteit prominent aanwezig. Niettegenstaande het kleinschalig karakter van deze manifestatie, werd onder onze leden een algemene tevredenheid genoteerd over de hoge kwaliteit van de bezoekers, in hoofdzaak meubelfabrikanten. Dé “booming” manifestatie op het vlak van tapijten, textiele en elastische vloerbedekking, laminaat en parket, is Domotex Asia/Chinafloor (Shanghai, 28-30/3/2007). FIT en Fedustria waren pioniers en nemen met het imposante Belgische paviljoen bij de hoofdingang van Hal 1 nog steeds een ideale en strategische positie in. In totaal namen twintig bedrijven aan deze negende collectiviteit deel. Topprioriteit blijft de Asia Pacific-regio, maar daarnaast werd een opvallende stijging van bezoekers uit de VS en Australië genoteerd. De tweede editie van Domotex Middle East (Dubai, 11-13/6/2007) kon de hoog gespannen verwachtingen niet volledig inlossen. Dit was enigszins te wijten aan de nabijheid van de Ramadan en anderzijds aan de zwakke
Aantal bedrijven of bedrijfsafdelingen Aantal werknemers Omzet (in miljoen euro) Exportquote
210 15.000 2.900 94 %
Evolutie van de activiteit in 2007
+2%
Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
42 %
marktsituatie in de V.A.E, Koeweit en Saoedi-Arabië. Toch hadden vooral de aanbieders van vloerbedekking voor contracttoepassingen, kunstgras en bepaalde nicheproducten een redelijk goede beurs achter de rug. Op Decosit Brussels (8-11/9/2007) nam Fedustria opnieuw de coördinatie waar van de volledige inrichting van een hotelkamer in Palace#12. Dit project had als titel ”My secret garden“ en kwam tot stand met de medewerking van zes Fedustria-leden. Index (Dubai, 1-5/11/2007) biedt voor de sector van het interieurtextiel wel degelijk nog kansen, maar dan wel quasi uitsluitend voor hoogwaardige en nicheproducten. Geopteerd werd om andere productgroepen buiten textiel aan het aanbod op de groepsstand toe te voegen. Gezien de geringe belangstelling, besliste Fedustria zich te beperken tot het verlenen van logistieke steun bij de organisatie van de FIT-stand.
© Libeco
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
35
Technisch textiel
© Bexco
Agrotech (Textiel voor landbouw, tuinbouw en visvangst) o.a. grondbedekkingsdoek, beschermdoek voor serres, visserijgarens… © Bonar TF
Buildtech (Textiel voor de bouw en lichte constructies) o.a. isolatiematerialen, zonnewering, roofingtextiel…
© Helioscreen
Geotech (Geotextiel) o.a. doek voor water-, wegen- en bodemwerken, afdichtingsdoek, waterfilterdoek…
© Bonar TF
Indutech (Textiel voor industriële toepassingen) o.a. transportbanden, afdichtingskoorden voor tunnelovenwagens (steenbakkerijen), wolvilt voor bv. drukpersen… © Bekintex
36
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Technisch textiel is een groeisegment Jaar na jaar slaagt de groep technisch textiel erin om in volume en in omzet vooruit te gaan. In 2007 kan de productiegroei van technisch textiel worden geschat op 4 % en de omzet zelfs op + 6 %. Technisch textiel is eigenlijk geen echte sector in de betekenis van het woord. Het gaat om een veelheid van zeer uiteenlopende producten die onder de noemer van ”technisch textiel“ worden samengebracht. De indeling in negen productgroepen (zie hierbij) dient eigenlijk alleen maar om een gestructureerd inzicht te krijgen in het aanbod van honderden individueel technische textielproducten. Samen gaat het toch zowat over een 130-tal Belgische textielbedrijven die nu al instaan voor 28 % van de toegevoegde waarde van de Belgische textielsector. De belangrijkste drijvende kracht van het technisch textiel is ongetwijfeld de innovatie. Producten van technisch textiel hebben altijd een duidelijke functionaliteit. Het zijn de technische eigenschappen die bepalend zijn voor de toepassing van het product. Steeds wordt samen met de klant gezocht naar de juiste eigenschappen, zoals type beschermkledij, technische vereisten voor autogordels of voor weefsels voor airbags, juist type kunstgras voor sportdoeleinden… Dit vergt natuurlijk veel onderzoek en kennis van nieuwe technologieën en materialen. Voor bedrijven die actief zijn in technisch textiel is technologische innovatie dus de drijvende kracht. Open innovatie ”Technical Textiles = Networking“. Met andere woorden: ”Meeting people who can be of help to you and being a help to them“. Vandaar dat sinds enkele jaren de werkgroep technisch textiel bestaat. Gezien de cruciale rol van samenwerking in deze productgroep is het ook noodzakelijk dat de bedrijven elkaar beter leren kennen. In de werkgroep krijgen de leden de kans om hun bedrijf en hun activiteiten, maar indien gewenst ook hun technologieën, voor te stellen met als doel tot nieuwe samenwerkingsverbanden en/of ontwikkelingen te komen met andere bedrijven. Innovatie staat centraal bij alle bedrijven. Deze werkgroep komt om de twee maanden samen en legt ook de toekomstige activiteiten vast (bv. evenementen en beursdeelnames).
Exportpromotie via beurzen Techtextil Rossija (29-31 mei 2007), Moskou, Rusland In samenwerking met Clubtex (Noord-Frankrijk) werd een ”Product Sample Booth“ georganiseerd op deze beurs. Twee Belgische en twee Franse bedrijven hebben hieraan deelgenomen. Een goede voorbereiding van de deelnemende bedrijven inzake contacten met potentiële klanten had tot gevolg dat ze tevreden waren met de resultaten. Techtextil Frankfurt (12-14 juni 2007), Frankfurt, Duitsland Zoals de traditie het wil, werd op de belangrijkste beurs voor technisch textiel met name Techtextil Frankfurt, een Belgisch paviljoen ingericht. Een tiental bedrijven hebben hieraan deelgenomen en talrijke individuele deelnames los van het Belgisch paviljoen. Deze beurs is voor de bedrijven dé beste beurs in de reeks. Techtextil India (10-12 oktober 2007), Mumbai, India Aan deze eerste editie hebben verschillende Belgische bedrijven deelgenomen. Door het grote succes van deze beurs zal er op de volgende editie, nl. in 2009, een ”Product Sample Booth“ georganiseerd worden en dit in samenwerking met Clubtex (Noord-Frankrijk). Hightex Istanbul (30 november-2 december 2007), Istanbul, Turkije In samenwerking met Flanders Investment & Trade (FIT) werd een ”Product Sample Booth“ georganiseerd op deze beurs. Vijf Belgische bedrijven hebben hier tot hun grote tevredenheid aan deelgenomen. Med@tex voor herbruikbaar medisch textiel Med@tex heeft zich tot doel gesteld om herbruikbaar textiel voor het operatiekwartier in de Belgische medische wereld op actieve wijze te ondersteunen en te promoten. Tien bedrijven en organisaties uit de gehele ketting van spinnerij, over textielproducent, confectioneur, tot wasserij… dragen inhoudelijk en financieel een steentje bij.
Aantal bedrijven of bedrijfsafdelingen Aantal werknemers Omzet (in miljoen euro) Exportquote
130 8.500 2.200 68 %
Evolutie van de activiteit in 2007
+6%
Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector
28 %
Medtech (Medisch textiel) o.a. hydrofiel verbandgaas, steunverbanden, hospitaallinnen, luiers (baby’s, incontinentie), therapeutische elastische kousen…
Mobiltech (Textiel voor voertuigen) o.a. autogordels, weefsels voor airbags, binnenbekleding van auto’s, weefsels voor autobanden, tapijt voor autobussen, vliegtuigen en schepen… © Tecsigraphic
Packtech (Textiel voor transport en verpakking) o.a. canvas/dekzeil (bache), postzakken/zakken voor linnengoed/geldzakken, cargo- en containernetten… © Tecsigraphic
Protech (Textiel voor bescherming en veiligheid) o.a. brandwerende materialen, waterdichte weefsels, NBC-beschermend textiel…
© Sioen Industries
Sporttech (Textiel voor sporttoepassingen) o.a. kunstgras, doek voor parachutes en/of luchtballons, weefsels voor sporttassen, rugzakken…
© Sioen Industries
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
37
De productgroep ”Spinnerij en Voorbereiding“ omvat de voorbereiding en de productie van filament polyester (PES en polyamide PA), vezels van polyamide PA, polyester PES, polypropyleen PP..., garens (zuiver en gemengd) van katoen, wol, vlas, enz.
© Denderland Martin
Katoentype spinnerij: gemengd beeld, ideale conjunctuurindicator In 2007 liep de Belgische productie van katoentype garens met 5 % terug tot 32.000 ton. Na een stabiele ontwikkeling in het eerste semester, volgde in het tweede halfjaar een terugval van de productie met 11 %. Vanaf midden november 2007 daalde de vraag zienderogen, zodat de maand december één van de zwakste werd van de laatste jaren met een terugval in de activiteit met liefst 25 %. De sterkste daling in 2007 komt op het conto van de polyester/katoengarens en de zuivere viscosegarens, terwijl de katoengarens licht terrein verloren en de zuivere synthetische garens stabiliseerden. De polyester/viscosemengingen tenslotte groeiden sterk. Katoen blijft met ruim 22.000 ton vezelverbruik de belangrijkste vezel. Dat katoen komt vooral uit het GOS (Gemenebest van Onafhankelijke Staten), Afrika (o.a. fair trade katoen) en de VS. Europees doet België het niet slecht: de EU-katoengarenproductie slonk met 8 %, met vooral Spanje en Polen in het kamp waar de zwaarste klappen vielen. Langs de invoerzijde verdrong India Turkije van de eerste plaats als extra-EU leverancier van katoengarens. Vlasspinnerij: tegenvallende vlasoogst De Belgische vlasspinnerij ging het voorbije jaar gezwind van start, doch zag vanaf het tweede kwartaal de activiteit teruglopen. Door slechte weersomstandigheden viel de vlasoogst 2007 zwaar tegen, niet enkel kwantitatief maar ook kwalitatief. Dit zorgde voor zowel opwaartse prijsdruk op het niveau van de grondstoffen als voor technische problemen in de Europese vlasspinnerijen, die het in eerste instantie moeten hebben van hoogkwali-
38
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Spinnerij en voorbereiding tatieve garens en dito grondstoffen. De sterke euro vormde een bijkomende handicap, vooral ten opzichte van de dollarzone. Wolspinnerij: teleurstellend jaar De Belgische wolspinnerij scoorde zowel voor het kaard- als kamwoltype negatief. De productie alsook de leveringen liepen met 9 % terug. 2007 werd gekenmerkt door zeer hoge prijsnoteringen, vooral wegens de schaarste op de wereldmarkt. Langs de aanbodzijde kwam dit door de lagere wolproductie wegens de droogte in vele streken, en langs de vraagzijde door de zeer actieve Chinese aankopers. Toch werd ook positief nieuws genoteerd. De Australische regering steunt de wolindustrie met het oog op het behoud van de Woolmark Company. Deze beslissing zal zeker een positieve invloed hebben op de toekomstige marketing van wol en van het ‘Woolmark’.
Aantal bedrijven Aantal werknemers Productie (in ton) Omzet (in miljoen euro) Exportquote Evolutie van de activiteit in 2007 Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector (*) uitsluitend leveringen aan derden
Katoentype 6 521 32.000 55,2(*) 31 %
Vlastype 3 112 2.600 12,8 85 %
Woltype 14 ca. 1.150 21.900 113 (*) 60 %
-5%
-4%
-9%
2%
…
2%
Veredeling
De productgroep ”Veredeling“ • wast, bleekt, verft, bedrukt en coat diverse textielartikels (garens, weefsels, tapijt, breigoed, non-wovens, geconfectioneerde artikelen...); • maakt ze vuilafstotend, krimpvrij, brandvertragend... en brengt ”coatings“ aan; • omvat zowel loonveredeling (dienstverlening aan derden) als geïntegreerde veredeling (die werkt voor eigen rekening).
© Lano
De loonveredelingsbedrijven hebben enigszins een unieke positie in de textielsector. In tegenstelling tot weverijen, spinnerijen… hebben deze bedrijven geen eigen textielproductie maar vervullen ze een dienstverlenende functie voor de textielbedrijven: allerhande veredelingsprocessen om aan het textielproduct een belangrijke meerwaarde te geven. De activiteit in de veredelingssector volgt dan ook in belangrijke mate deze van de andere subsectoren van de lokale textielindustrie. De globale activiteit in de veredelingssector kende in 2007 een achteruitgang van ongeveer 5 %. De daling is vooral toe te schrijven aan een terugval van de garenveredeling. De weefselveredeling daarentegen kende vorig jaar een bescheiden groei. Veredelingsbedrijven lijden onder stijgende energieprijzen Heel wat veredelingsprocessen zoals verven, drogen, stomen… vergen veel (thermische) energie. In vergelijking met de andere textielbedrijven zijn (loon)veredelingsbedrijven het meest energie-intensief. Vandaar dat deze bedrijven bijzonder zwaar lijden onder de galopperende energieprijzen. Gezien de concurrentiële omgeving waarin deze bedrijven opereren, is het echter onmogelijk om deze kostenstijgingen volledig door te rekenen. Milieu blijft de grootste uitdaging voor de veredelingsbedrijven De veredelingsbedrijven zijn niet alleen energie-intensief, ze zijn ook sterk waterbehoevend. Deze bedrijven ervaren dan ook meer en meer de impact die uitgaat van de Europese Kaderrichtlijn Water, die stelt dat tegen eind 2015 een goede toestand moet worden bereikt van zowel het grond- als oppervlaktewater. Dit vertaalt zich in strengere sectorale lozingsvoorwaar-
den voor de textielveredeling. Tevens worden grondwaterwinningen in belangrijke mate afgebouwd, waardoor bedrijven op zoek moeten naar alternatieven. Bovendien worden de heffingen en bijdragen voor het lozen van afvalwater stelselmatig opgetrokken. Dit alles leidt tot een substantiële stijging van de totale waterkost (friswater plus waterzuivering) voor de veredelingsbedrijven. Terwijl de bedrijven zich hiertegen enigszins proberen te wapenen, worden ze al geconfronteerd met een nieuwe - misschien nog belangrijker - uitdaging, met name REACH, de nieuwe Europese richtlijn voor het gebruik van chemische producten. De (loon)veredelingsbedrijven gebruiken vele chemische producten (verfstoffen, coatings…) en worden bijzonder getroffen door REACH.
(Loon-)veredeling Aantal bedrijven (*) 72 (27 loon en 45 geïntegreerd) Aantal werknemers 3.550 (2.100 loon en 1.450 geïntegreerd) Productie (veredeld volume in ton – loon) 108.300 Omzet (in miljoen euro) 170 Exportquote 25 % Evolutie van de activiteit in 2007 (volumes) -5% Aandeel in de totale toegevoegde waarde van de Belgische textielsector 6% (*) alleen bedrijven met 10 of meer werknemers
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
39
Meubel De ”Meubelindustrie“ omvat naast de meubelen (eetkamers, slaapkamers, keukens, bureaumeubelen…) en zitmeubelen (salons, zetels, stoelen…) ook de matrassen en bedbodems.
Belgische meubelindustrie geniet van gunstig consumentenklimaat in 2007 Naar aanleiding van de Internationale Meubelbeurs Brussel, die plaatsvond van 4 tot en met 7 november 2007, maakte Fedustria de balans op van de economische toestand in de Belgische meubelindustrie onder de noemer ”Belgische meubelindustrie geniet van gunstig consumentenklimaat in Europa“.
Volgens de maandelijkse enquête van de Nationale Bank stegen de ontvangen bestellingen in de Belgische meubelhandel vorig jaar met 7,5 %. Ook hier stellen we een duidelijke vertraging vast in het laatste kwartaal van 2007.
In 2007 realiseerde de Belgische meubelindustrie een omzet van 3,1 miljard euro, een toename met 3,5 % ten opzichte van 2006. Hiermee is de meubelindustrie tevens de grootste groep binnen Fedustria. Ook deze deelsector kreeg in 2007 af te rekenen met een versnelling van de inflatie. Zo steeg het indexcijfer van de afzetprijzen met 2,9 %, waardoor er in constante prijzen slechts een zeer beperkte reële groei werd opgetekend.
Primavera, de voorjaarspresentatie van de Belgische meubelsector In het voorjaar van 2007 stelden 10 vooraanstaande Belgische meubelbedrijven gezamenlijk hun nieuwste modellen voor tijdens de voorjaarspresentatie Primavera.
Na forse extra inspanningen in 2005 en 2006 zijn de investeringen van de Belgische meubelindustrie in 2007 licht gedaald met 1,8 % tot 217 miljoen euro. De productiecapaciteit was in 2007 gemiddeld voor 83,2 % benut. Op basis van de Prodcom-enquête kunnen we de evolutie van de tewerkstelling tijdens de eerste 9 maanden van 2007 inschatten op een daling met 1,6 %. Na een piek in mei 2007 (+ 3) brokkelde het consumentenvertrouwen in België langzaam af. Vanaf november ging het consumentenklimaat in versneld tempo bergaf, wat zich onmiddellijk vertaalde in een vertraging van de economische activiteit in de meubelsector.
40
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Na een paar moeilijke jaren groeide de Belgische meubelexport anno 2007 opnieuw aan een behoorlijk ritme (+ 7,6 %). De dure euro blijft echter een ernstig probleem voor de export buiten de Europese Unie.
Door de razendsnel evoluerende productontwikkeling en de daarmee gepaard gaande korter wordende ”time to market“ binnen de meubelsector, hebben de fabrikanten steeds meer nood aan een gelegenheid om in het voorjaar hun nieuwe modellen te presenteren aan de meubelhandel. Daarom besloten een aantal onder hen om een collectieve productpresentatie te organiseren op 24 en 25 april 2007 in het gebouw van Fedustria te Brussel. Rondetafelgesprek meubelindustrie/meubelhandel In februari 2007 werd een nieuw rondetafelgesprek tussen meubelindustrie en meubelhandel georganiseerd door Fedustria (groep meubel & zitmeubel) en Navem (de nationale vereniging van meubelhandelaars).
© Tribù
De drie hoofdthema’s waren: • gemeenschappelijke garantievoorwaarden, productinformatie, onderhoud; • e-business; • collectieve promotie. Gemeenschappelijke garantiebepalingen voor zitmeubelen In de praktijk is het zeer moeilijk gebleken om één document met gemeenschappelijke garantievoorwaarden op te stellen voor de hele meubel- en zitmeubelindustrie. De producteigenschappen zijn immers te verschillend. Daarom werd besloten om gemeenschappelijke garantiebepalingen op te stellen per productgroep. In 2006 werden gemeenschappelijke garantiebepalingen uitgewerkt voor zitmeubelen. In 2007 waren de meubelen aan de beurt. Deze gemeenschappelijke garantiebepalingen vormen een minimale garantie, waarbij iedere individuele fabrikant desgewenst verder kan gaan dan dit minimum. Wat de duur van deze minimale garantie betreft, werd overeengekomen om deze af te stemmen op de Meubelwaarborg (eerste en tweede jaar 100 %, derde jaar 50 %). Snelle statistieken meubel/zitmeubel In 2007 werd beslist om het instrument van de snelle statistieken meubel/ zitmeubel te hervormen. Heel wat bedrijven blijven vragende partij voor dit systeem, maar wensen dat de representativiteit wordt opgetrokken. Deze
hervorming bestaat uit enerzijds een vereenvoudiging van de maandelijkse enquête en anderzijds een uitbreiding van het aantal deelnemers. BelgoFurn, een merknaam bij de buitenlandse meubeldistributie BelgoFurn (Belgian Furniture Export Association, zie ook www.belgofurn. com) is de exportpromotiecel voor de groepen meubel, zitmeubel en matrassen. De doelgroep die wordt bewerkt, is de buitenlandse meubeldistributie. Dit zijn zowel individuele meubeldetaillisten, aankoopgroeperingen, filiaalbedrijven als megastores, kortom de klanten van haar leden. BelgoFurn stelt daartoe jaarlijks een actieprogramma op om de exportpositie in onze buurlanden te bestendigen en om een sectorale exportstrategie voor verre en nieuwe afzetmarkten uit te stippelen. De acties van BelgoFurn staan open voor alle bedrijven die, via een afzonderlijke ledenbijdrage, lid zijn van deze dynamische exportclub. Met een tiental acties was 2007 een intensief jaar wat de exportpromotie betreft. De buitenlandse meubelhandel werd via publicaties en exportbrochures op de hoogte gebracht van de nieuwste tendensen in ons exportaanbod. Er werd een representatief, 56 pagina’s tellend, exportrepertorium samengesteld, waarin quasi het volledige exportaanbod van de Belgische meubelindustrie op een attractieve wijze werd gepresenteerd. Dit document werd op 7.000 exemplaren verspreid. Er werd collectief deelgenomen aan de beurzen van Parijs, Reims en Valencia. Om de kennis van de distributie in Nederland nog te verfijnen Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
41
© Frako
en om de exportkansen te vergroten, namen een twintigtal leden deel aan de prospectiereis naar Nederland. Het afsprakenprogramma was gericht op aankoopgroeperingen en megastores: Intres, Eijerkamp, Prominent en Masterclass. Ook nieuwe markten werden via een prospectiereis bewerkt, nl. Slovenië en Kroatië. Ter voorbereiding hiervan stelde BelgoFurn een uitgebreid marktrapport samen. In maart 2007 werd voor de zevende maal een oriëntatiereis naar China georganiseerd. Een delegatie van vijftien personen bezocht er het zuiden met op het programma de meubelbeurzen van Houjie, Shenzhen en Ghuangzhou. Daarnaast werden in de regio ook ”furniture malls“ en talrijke fabrieken bezocht. Met deze missie beoogt BelgoFurn de deelnemers een zo volledig en actueel mogelijk beeld te bieden van zowel de kansen als de gevaren die de bijzonder snelle evoluties in China voor onze industrie met zich meebrengen. Een deel van de delegatie reisde nadien verder naar Vietnam om een inzicht te verwerven in de ontwikkeling van de meubelindustrie in deze opkomende hoofdrolspeler in het mondiale meubellandschap. In Frankrijk werd er deelgenomen aan de meubelbeurzen van Parijs en Reims. In 2007 kende de beurs van Parijs een moeilijk verloop. De belangstelling voor Reims was daarentegen des te groter. Via de groepsdeelname in Reims beoogde BelgoFurn de lacune aan hedendaagse meubelen in het
42
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
Franse aanbod in te vullen om aldus het enorme potentieel dat ons land biedt in het moderne marktsegment een grotere ingang te doen vinden bij de Franse meubeldistributie. In 2004 organiseerde BelgoFurn een prospectiereis naar de hoofdrolspelers in de Spaanse meubeldistributie. Hieruit groeide een collectieve deelname aan de meubelbeurs van Valencia 2007. Via een gemeenschappelijke actie BelgoFurn - Meubelbeurs Brussel werden in november 2007 een zevenhonderdtal belangrijke buitenlandse inkopers naar de Heizelpaleizen gebracht. Bij deze actie werd vooral aandacht geschonken aan het kwalitatieve aspect van de genodigden: er werd in de eerste plaats gestreefd om de omzetdragers van onze industrie naar Brussel uit te nodigen. Er viel een stijgende aanwezigheid op van de handel uit Nederland en Frankrijk. De zeer mooie beurspresentatie en het sterk vernieuwende karakter van ons exportaanbod droegen bij tot het creëren van een positieve commerciële sfeer. Naast inkopers uit de traditionele markten werden ook belangrijke inkopers uit verdere landen uitgenodigd. Hoewel hun aantal op het eerste gezicht niet zo belangrijk lijkt, waren het wel graag geziene gasten. Zij bestelden regelmatig volle containers en dit is toch mooi meegenomen. Het is een bijzonder positieve evolutie dat onze meubelsector opnieuw kan beschikken over een eigen succesvolle, exportgerichte meubelbeurs.
EFIC: de nieuwe Europese meubelfederatie Nadat EFIC (European Furniture Industries Confederation) officieel werd opgericht in oktober 2006, was 2007 het eerste volledige werkjaar voor de nieuwe confederatie. EFIC staat ter beschikking van zijn leden met het oog op het verdedigen van de belangen van de meubelindustrie, in dit geval met een focus op de Europese instellingen. In juni 2007 vond de allereerste Algemene Vergadering plaats te Brussel. In 2007 focuste EFIC zich voornamelijk op een aantal thema’s zoals de concurrentiekracht van de meubelbedrijven, bescherming van intellectuele eigendomsrechten, de discussies rond een eco-label voor houten meubelen… Daarnaast nam EFIC ook deel aan het Europese project ‘Furniture Accidents Reduction’. Dit project selecteerde enkele beste praktijken uit de Europese Unie met betrekking tot het voorkomen van ongelukken op de werkvloer. Brochures met een uitgebreide uitleg van deze ‘best practices’ zijn beschikbaar op het EFIC-secretariaat via
[email protected]
Aantal ondernemingen (*) Aantal werknemers (*) Omzet (in miljoen euro) Exportaandeel Evolutie omzet Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
1.136 15.121 3.113 56,3 % + 3,5 % 49,3 %
(*) 2006
© Durlet
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
43
De productgroep ”Houten plaatmateriaal“ omvat de fabrikanten van spaanplaten, MDF, OSB, multiplex en fineer. Deze platen worden ook bekleed, bv. met fineer, melamine, laminaten…
Binnen de industrie van het houten plaatmateriaal heeft zich recent een grote concentratiebeweging voorgedaan. Slechts een beperkt aantal spelers blijft over. Enkele bedrijven behoren nu tot grote buitenlandse concerns. Deze industrietak is erg kapitaalintensief en werkt ”globaal“. België speelt een zeer actieve rol in de Europese federatie van de fabrikanten van houten plaatmateriaal, EPF. Fedustria heeft er het voorzitterschap van de werkgroep ”techniek“ en is tevens prominent aanwezig in de economische en in de milieuwerkgroep. Uitdagingen De competitiviteit van de ondernemingen in België is de grootste zorg. Dit gebeurt via analyse van productie-, import- en exportcijfers. Nieuwe productspecificaties, strenge milieureglementeringen en de toenemende energiekosten brengen de positie van ons ondernemersland in gevaar. Dit alles wordt opgevolgd in werkgroepen. CE-markering Een werkgroep van ”techniekers“ bespreekt de ontwikkeling van de normen in het kader van de CE-markering van houten plaatmateriaal in de bouw. Hiervoor worden ”geharmoniseerde“ normen ontwikkeld en Europese productspecificaties vastgelegd. Dit gebeurt binnen het Europese normalisatiecomité Cen, door Cen/Tc112/Wg8 ”OSB“ en Cen/Tc112/Wg11 ”spaan- en vezelplaten“. Fedustria
© Decospan
Houten plaatmateriaal heeft het voorzitterschap van deze werkgroepen. De eisen inzake toelaatbare verontreiniging van recyclagehout vormen eveneens een belangrijk punt. Ook de veredelaars van houten plaatmateriaal worden geconfronteerd met nieuwe verplichtingen in het kader van de CE-markering van bouwproducten. Dankzij een collectief testprogramma konden de kosten hiervoor worden gedrukt. Energie en milieu De werkgroep ”energie“ volgt de ontwikkelingen van het benchmarkconvenant. Alle Belgische bedrijven werden erkend als behorend tot de ”wereldtop“ inzake energie-efficiëntie. In 2008 moet echter worden aangetoond dat ze verdere inspanningen hebben gedaan om hun energieverbruik nog meer te beperken. Hiertoe werden verdere doorlichtingen gestart in 2007. Ook de competitie met de energiesector over het gebruik van hout (=biomassa) als ”groene brandstof“ beïnvloedt de competitiviteit. De ”milieutechniekers“ bespreken de reglementeringen inzake houtverbranding, emissie uit drogers, houtafval, terugnameplichten… Ook productveiligheid staat centraal, zodat alle ontwikkelingen inzake emissie van vluchtige organische componenten worden opgevolgd. Fedustria ageert op al deze vlakken als woordvoerder van alle betrokken bedrijven.
© Decospan
Aantal ondernemingen (*) Aantal werknemers (*) Omzet (in miljoen euro) Exportaandeel Evolutie omzet Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector (*) 2006
44
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
56 3.333 1.481 82,2 % + 11,6 % 23,4 %
De productgroep ”Houten constructie-elementen“ bestaat uit bedrijven die actief zijn op het vlak van de industriële fabricage van deuren, ramen, parket, gelijmd gelamelleeerde spanten, houtverduurzaming, dakspanten met knoopplaten en houten woningen.
Houten constructie-elementen
Buitenschrijnwerk Omwille van de stijgende energieprijzen en de toenemende bezorgdheid om het klimaat, stellen de overheid en de consumenten steeds hogere eisen op het gebied van isolatie. Om aan die vraag tegemoet te komen, werd de ontwikkeling van superisolerende houten ramen ondersteund. Hiervoor werkte Fedustria samen met het Technisch Centrum der Houtnijverheid en met Bouwunie-Schrijnwerkers.
rende deuren. Bovendien bekeken de fabrikanten samen met de certificeringsinstellingen en proeflaboratoria hoe de toekomstige Europese harmonisering van de brandveiligheidsregels verzoend kan worden met de Belgische bouwtraditie. Na lang aandringen van Fedustria, werd tenslotte een Koninklijk Besluit gepubliceerd dat klaarheid schept over de status van het certificatielabel ”Benor-ATG“ voor brandwerende deuren.
Het technische luik van het programma werd in 2007 afgerond. In 2008 zullen de resultaten via een informatiecampagne bij fabrikanten en voorschrijvers bekendgemaakt worden. Fedustria begeleidt ook een onderzoeksproject dat de kwaliteit van lakken, vernissen, beitsen e.a. voor houten buitenschrijnwerk bestudeert.
Houtverduurzaming De afdeling houtverduurzaming (Imvac) wees de overheid verschillende malen op het feit dat Europese coördinatie onontbeerlijk is bij het uitwerken van regels voor risicobeheersing in de houtverduurzamingssector. Een eenzijdige Belgische aanpak zou in de eengemaakte markt immers onvermijdelijk leiden tot concurrentieverstoring.
Brandwerende binnendeuren Brandwerende deuren zijn erg belangrijk voor de veiligheid van gebouwen. Omdat overheden en bouwheren op dit vlak geen risico’s willen lopen, is externe certificering van veiligheidsproducten een absolute noodzaak. De optimalisering van een dergelijke certificering vereist heel wat kennis. De afdeling ”binnendeuren“ waakte er daarom over dat er geen expertise verloren ging bij de hervorming van de Belgische certificeringsinstelling voor brandwe-
Pro-parket De Belgische parketfabrikanten werken actief mee aan de voorbereiding van de vakbeurs Europarket 2008 te Kortrijk. Op deze beurs zal extra aandacht besteed worden aan de CE-markering, die binnenkort verplicht wordt. Pro-parket begeleidde o.m. een onderzoeksproject waarin een methode ontwikkeld wordt voor de beoordeling van kleurverschillen van eiken vloeren met het oog op optimalisatie en innovatie.
© Wire Island © Tecsi Graphic
© Febelhout © Tecsi Graphic
Aantal ondernemingen (*) Aantal werknemers (*) Omzet (in miljoen euro) Exportaandeel Evolutie omzet Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
270 3.973 1.081 22,9 % + 7,2 % 17,1 %
(*) 2006 Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
45
© EPAL
Houten verpakkingen Verpakkingen voor de export Sommige exportbestemmingen vereisen dat houten verpakkingen voor het vertrek een speciale hitte- of gasbehandeling krijgen om het risico op de verspreiding van schadelijke uitheemse organismen uit te schakelen. Het secretariaat van de groep ”Kisten en laadborden“ in Fedustria heeft een grote kennis opgebouwd over de specifieke eisen die elke exportbestemming oplegt. Naast verpakkingsbedrijven maken ook heel wat exporterende textiel- en houtbedrijven dankbaar gebruik van deze gegevens. Europese studies promotieacties De groep “Kisten en laadborden” is een actief lid van Fefpeb, de Europese federatie van fabrikanten van houten verpakkingen. Deze organisatie werkt aan een promotieprogramma voor hout voor transport en verpakking. De eerste resultaten hiervan werden zichtbaar in 2007 via een promotiefilm in verschillende talen en een database van leveranciers van houten verpakkingen die potentiële Europese en niet-Europese klanten kunnen raadplegen via het internet (www.europeanindustrialpackaging.com).
De productgroep ”Houten verpakkingen“ produceert kisten, paletten, laadkisten en -plateaus, kabelhaspels, vaten en tonnen. Naast verpakkingen met gestandaardiseerde afmetingen, zoals de EUR®-paletten, wordt in deze sector ook veel maatwerk gedaan. Ook zijn er bedrijven die grote machines veilig verpakken, stuwen en verzenden. Omdat hout het herbruikbaar materiaal bij uitstek is, zitten in deze deelsector ook heel wat herstellers van tweedehandse verpakkingen. Grondstoffen Stijgende grondstofprijzen hebben een aanzienlijke impact op de prijs van verpakkingen, uit welk materiaal ze ook gemaakt zijn. Om de leden toe te laten deze evolutie beter op te volgen, verzamelde en publiceerde de groep ”Kisten en laadborden“ hierover statistieken. EUR®-paletten Veel bedrijven gebruiken uitwisselbare multirotatiepaletten, zoals de EUR®paletten. Het groot succes van dit type paletten brengt malafide bedrijven er echter toe deze paletten na te maken. Dankzij een kordaat optreden van Belepal vzw, de vereniging van Belgische fabrikanten en reparateurs van EUR®paletten, werden verschillende ladingen frauduleuze paletten afkomstig uit Oost-Europa onderschept en vernietigd. Door het ontradend effect van deze acties, blijft de kwaliteit van de pool EUR®-paletten gehandhaafd.
Aantal ondernemingen (*) Aantal werknemers (*) Omzet (in miljoen euro) Exportaandeel Evolutie omzet Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector (*) 2006
46
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
78 1.003 364 34,8 % + 19,4 % 5,8 %
De veelzijdige productgroep ”Andere producten van hout“ omvat zowel het houtdraaiwerk (kleine houten voorwerpen) als de fabricage van speeltoestellen, kaders en lijsten, borstels en penselen, doodskisten, enz.
Andere producten van hout Speeltoestellen In 2007 werd de laatste hand gelegd aan de omvangrijke herziening van de Europese normenreeks 1176-1177, die de veiligheidseisen voor speeltoestellen en valdempende bodems beschrijft. Recreabel vzw, de vereniging van de Belgische leveranciers van speeltoestellen en uitrusting voor de publieke ruimte, werkte actief mee aan het schrijven van de nieuwe normen. De kennis over speelwaarde en veiligheid van speelterreinen werd door Recreabel vzw verspreid via vormingsinitiatieven voor uitbaters. In Vlaanderen worden deze sinds geruime tijd georganiseerd in samenwerking met de vzw Speelom. In 2007 werden ook de vormingen in Wallonië opnieuw opgestart. De Nationale vereniging van controleorganismen van speelterreinen en speeltoestellen (NVCS), waarvan Fedustria eveneens het secretariaat voert, verdiepte zijn studie van de interpretatie van de normen. De vereniging ijverde tevens, samen met Recreabel, voor een goede werking van de Subcommissie Speelterreinen die advies verstrekt aan de minister van Consumentenzaken. NVCS was bovendien betrokken bij het opstellen van het Koninklijk Besluit ”ter bepaling van de werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen“. Dit Koninklijk Besluit regelt het overheidstoezicht op allerhande inspectie- en keuringsactiviteiten.
© Europlay
Borstels en penselen De groep “Borstels en penselen” zette zijn inspanningen verder om te komen tot nuttige handels- en productiestatistieken van grondstoffen, halffabrikaten en afgewerkte producten, zowel op Belgisch als op Europees vlak. De aanvoer van varkenshaar kreeg hierbij in 2007 extra aandacht. De traditionele ondersteuning van het Izegemse Borstelmuseum met het aanvullen van de collectie, het archief en het didactisch materiaal liep uiteraard door in 2007. Kaders en staaflijsten De groep ”Kaders en staaflijsten“ boog zich over de import vanuit Azië en OostEuropa, over de veranderende distributiekanalen en over de tendensen op het gebied van de wanddecoratie. Wat dit laatste betreft, sluiten een aantal leden aan bij de activiteiten van Optimo, de innovatiecel van Fedustria, op het gebied van de ontwikkeling van interieurproducten. Doodskisten De afdeling ”Doodskisten“ onderzocht diverse wetgevende initiatieven op het vlak van de lijkbezorging en zorgde ervoor dat de doodskistenfabrikanten sneller toegang kregen tot de Belgische sterftestatistieken. Aantal ondernemingen (*) Aantal werknemers (*) Omzet (in miljoen euro) Exportaandeel Evolutie omzet Aandeel in totale omzet van de Belgische hout- en meubelsector
120 1.353 280 214,0 % + 0,8 % 4,4 %
(*) 2006 Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008
47
Coördinatie Katja De Vos Franse Vertaling Catherine Gonze Tekstrevisie Roseline Dehaen Fotokeuze Nathalie Lopez Verantwoordelijke uitgever Fa Quix Hof-ter-Vleestdreef, 5/1 1070 Brussel Grafisch ontwerp TECSIgraphic 1082 Brussel Drukwerk Drukkerij J. F. De Jonghe 1080 Brussel
48
Jaarverslag Fedustria 2007 - 2008