jaarverslag 2005
20 05
2
Inhoud
3
Voorwoord van de voorzitter
3
Het zekere voor het onzekere (Patricia de Martelaere)
4
Bestuursverslag
8
Projecten
8
Beleggingsbeleid
29
Organisatie
32
Jaarrekening 2005
34
Overige gegevens
47
Accountantsverklaring
48
Voorwoord van de voorzitter In 2005 werd onze kleine arbeidsorganisatie diep getroffen door het plotseling overlijden van dr. Hans van Oijen. In de vijf jaar dat onze stichting werkzaam is heeft hij een bijzondere bijdrage geleverd aan de vormgeving van onze activiteiten. Veelal het eerste aanspreekpunt voor onze externe relaties was zijn interesse in projectvoorstellen en de mensen die er bij betrokken waren, van grote betekenis voor de positie van onze stichting in de buitenwereld. Het is tragisch dat de dood hem heeft verrast toen hij zich voorbereidde op zijn bestaan in een volgende levensfase, samen met zijn echtgenote. De broosheid van het leven en het onverwachte in ons bestaan is het onderwerp van de Belgische filosofe Patricia Demartelaere. Haar aandacht voor wat zij het nu-moment in ons leven noemt, stemt tot nadenken over de betekenis van de sociale zekerheid. Die verandert met de tijd, zoals wij soms pijnlijk ervaren. De discussie over de verzorgingsstaat en de gewenste vorm daarvan blijft onze onverminderde aandacht houden. Het beperken van de kwade kanten die wij bij tijd en wijle allen als bedreiging kunnen ervaren is het doel van een redelijke organisatie van ons sociaal verzekeringsstelsel. Het is de verdienste van de filosofische beschouwing van mevrouw Demartelaere dat zij met Darwin als gids kwalijke gedachtekronkels op dat punt weerlegt. In het voorwoord bij het voorgaande jaarverslag heb ik stilgestaan bij de organisatie van het wetenschappelijk onderzoek dat wij via bijzondere leerstoelen hebben geëntameerd. De daarbij in het uitzicht gestelde coördinatie heeft in het jaar 2005 gestalte gekregen door de instelling van een Wetenschappelijke Raad. Op deze wijze kan een onderzoeksprogramma dat zich over meerdere jaren uitstrekt gerealiseerd worden. Met betrekking tot de financiële basis van de stichting kan worden gemeld dat met een voortdurende zorg daarvoor, tot tevredenheid stemmende resultaten zijn bereikt. Ondanks het ongunstige beursklimaat in de achter ons liggende jaren zijn wij er de afgelopen jaren in geslaagd het beginvermogen van de stichting, voor inflatie gecorrigeerd in stand te houden. Dit ondanks de ondersteuning van vele projecten met substantiële subsidies. Het is ons vaste voornemen om deze zorg te blijven vervolgen. Op deze wijze kan de stichting zowel incidenteel als structureel nuttige initiatieven blijven steunen. Het stemt tot tevredenheid dat voor onze werkwijze in toenemende mate waardering wordt getoond. Zo sluiten wij de eerste periode van vijf jaar af onder gelukkige voortekenen. Onze staf en onze adviseurs hebben door hun inzet een basis gelegd voor nieuwe positieve resultaten in de voor ons liggende jaren. Hun allen wil ik van harte mijn dank betuigen voor hun belangrijke bijdrage aan de door mij geschetste voorspoedige gang van zaken. Prof. H.J.L. Vonhoff
20 05
4
Het zekere voor het onzekere Patricia de Martelaere Wij willen het zekere voor het onzekere. Wij verkopen geen appelen voor eieren. Wij kopen geen kat in een zak… Tal van spreekwoorden en gezegden verraden waar het ons in het leven het meest wezenlijk om te doen is: zekerheid, veiligheid en opbrengst. We willen waar voor ons geld, en waar voor ons leven. We menen dat we recht hebben op bezit, op gezondheid, op liefde en geluk. Als ons iets wordt ontnomen, voelen we ons misdeeld door het "lot" en willen we liefst zo snel en zo goed mogelijk worden vergoed. Toch is er, alles welbeschouwd, maar heel weinig waar we in dit leven echt zeker van kunnen zijn. Alles wat we op een gegeven moment zijn of hebben, zal ons – zo lijkt het – onvermijdelijk vroeg of laat worden ontnomen. Onze bezittingen en materiële goederen, onze vrienden en geliefden, onze eigen jeugd, kracht en gezondheid – alles gaat onherroepelijk verloren. En zelfs wanneer we tot de gelukkigen behoren die erin slagen een paar van deze valuta ons leven lang te behouden, dan nog zal de dood hier een abrupt einde aan stellen en ons in extremis van alles beroven. Maar we weten helemaal niet wanneer de dood zal komen; het kan net zo goed volgende week zijn als volgend jaar, het kan net zo goed morgen zijn als volgende week, het kan zelfs net zo goed over vijf minuten zijn, het kan de volgende minuut al zijn. Het enige wat ons echt gegeven is, is altijd slechts het nu-moment, voor zover het louter nu gegeven is. Dat betekent dat we het in ons leven moeten stellen met slechts twee absolute, onbetwijfelbare zekerheden: de zekerheid van het nu-moment, en de zekerheid dat we alles eenmaal zullen verliezen. In het licht van deze menselijke bestaansconditie kan men zich dan ook bij voorbaat afvragen welk soort van zekerheid de "sociale zekerheid" dan wel kan opleveren. Het feit is, dat we weliswaar zeker zijn van het verlies, maar dat we deze zekerheid het liefst van al zo weinig mogelijk onder ogen zien: we willen troost en bescherming, we willen een kader waarbinnen we kunnen geloven dat we absoluut veilig zijn en dat "iets" van wat we waren of hadden voor altijd onaangetast zal blijven. De religie was van oudsher zo’n kader, dat de mens moest verzoenen met de onzekerheid en de ontberingen van het aardse leven, door hem een hiernamaals van eeuwige gelukzaligheid voor te spiegelen. Een nadeel is dat de religie op die manier ook kon functioneren als een instrument van sociaal onrecht, materiële ellende en lethargie: de mens hoefde niets te doen, God zou alles wel achteraf goedmaken, in een ander leven. Daarbij komt, dat voor de twijfelende mens het bestaan van God zelf immers ook onzeker is, zodat de gelovige weleens verkeerd zou kunnen hebben gegokt en bedrogen uitkomen in beide werelden. Bovendien kunnen we weliswaar zeker zijn van het uiteindelijk verlies van alles, maar helemaal niet van het tijdstip en de manier waarop dat zal gebeuren. Vooraleer het de dood is die ons treft, kunnen ook langdurige ziekte, armoede en isolement ons te wachten staan, en wie zal ons dan te hulp moeten komen als het niet op de een of andere manier onze medemensen zijn? Een religie die werkelijk goed wil zijn voor de concrete mens in zijn dagelijkse leven, vraagt als vanzelf om een aardse aanvulling in de vorm van een sociaal geëngageerd humanisme. Moeilijker is de vraag welke van onze medemensen ons in geval van nood bijstand dienen te verlenen, en welke onder hen wijzelf van onze kant geacht worden hulp te verlenen. De eersten die hiervoor in aanmerking lijken te moeten komen zijn onze naaste bloedverwanten, vooral wanneer de bloedbanden zeer nauw zijn, zoals tussen ouders en kinderen of tussen broers en zusters.
20 05
6
7
Sociobiologen – die dierlijke en menselijke sociale gedragingen bestuderen vanuit hun biologische overlevingsfunctie – hebben dit type van wederzijdse, onbaatzuchtige hulpverlening "kin selection" (selectie van familieleden) gedoopt en proberen aan te tonen dat dergelijk gedrag geheel in lijn ligt met dierlijke instincten en in zekere zin als biologisch "rationeel" kan worden beschouwd. Het gaat hier immers om hulpverlening aan soortgenoten die een groot percentage van hun genetisch materiaal met het onze gemeen hebben, zodat we, door hen bij te staan in de struggle for existence, ook onrechtstreeks onze eigen genen grotere overlevingskansen bezorgen. Anders is het gesteld met vrienden en verwanten die verder van ons af staan: we hopen weliswaar in tijden van nood op hun bereidwillige hulp te kunnen rekenen, maar blijken hierin niet zelden bedrogen uit te komen – zoals we overigens ook zelf natuurlijk niet kunnen worden vrijgesproken van de neiging om onze naasten in de kou te laten staan wanneer het onszelf voor de wind gaat. Ook hier zijn de observaties van sociobiologen niet irrelevant: "reciprook altruïsme" (of wederzijdse hulpverlening buiten bloedbanden om) blijkt des te efficiënter te verlopen naarmate een gemeenschap kleiner is en beheerst wordt door een grote mate van sociale controle, zodat het geringste misbruik onmiddellijk kan worden gedetecteerd en navenant bestraft. Ook bij sociale diersoorten blijkt dit systeem, uiteraard op instinctieve basis, veelvuldig voor te komen en bij te dragen tot het succesvoller overleven, zowel van de gemeenschap als van de afzonderlijke individuen die door de gemeenschapsbanden worden beschermd. Maar op het niveau van de mens stelt zich een dubbel probleem: niet alleen blijkt de instinctieve basis van dergelijk gedrag labieler en dus onbetrouwbaarder te zijn geworden (vergelijk met de mieren, die zich zonder aarzelen opofferen!), menselijke gemeenschappen vertonen ook de neiging almaar groter en onoverzichtelijker te worden. Vooral het fenomeen "beschaving" heeft geleid tot een haast oncontroleerbare toename van anonieme structuren die de individuele mens geheel boven het hoofd groeien en hem vervreemden, niet alleen van zijn natuurlijke omgeving, maar ook van zijn meest nabije medemens. Uiteraard zijn ook de voordelen van dergelijke super-systemen haast niet te overzien: op fysiek en materieel gebied een grote bestaanszekerheid en welstand dankzij talloze nutsvoorzieningen, en op cultureel gebied de mogelijkheid tot verrijking en zelfontplooiing in iedere gewenste richting. Het nadeel is evenwel, dat de vroegere kleinschalige en op affectieve betrokkenheid gebaseerde verhoudingen vervangen worden door gelegaliseerde en gejuridiseerde instituties. Het is niet langer de individuele medemens die ons op vrijwillige basis helpt, maar een collectief systeem waar wij slechts recht op hebben voor zover wij er zelf in investeerden. Dit systeem, dat "sociale zekerheid" wordt genoemd, berust dus in wezen op een niet-sociale basis: een toestand waarin de reële, concrete zorg voor de medemens heeft plaats geruimd voor de abstracte zorg voor de "gemeenschap", in de hoop zelf ooit te kunnen genieten van deze gemeenschapsfondsen. De zekerheid dat wij dat zullen kunnen hangt niet af van de goodwill van anderen, maar van de bijdragen die wij zelf in het verleden deden.
20 05
Uiteraard horen tot die gemeenschap ook mensen die niet of niet meer in staat zijn om hun verplichtingen tegenover de gemeenschap te voldoen, maar die desalniettemin door de gemeenschap worden bijgestaan. Kinderen die met een ernstige ziekte of zware handicap worden geboren, jongeren die ten gevolge van een ongeval levenslang werkonbekwaam worden, volwassenen die wegens omstandigheden die zij niet zelf in de hand hebben van de ene dag op de andere werkloos worden, bejaarden die dementeren en geheel hulpbehoevend zijn geworden: zij allen kunnen rekenen op de blijvende bijstand van de gemeenschap, ironisch genoeg vaak meer dan op die van verwanten en vrienden. Vooral in dergelijke extreme gevallen toont zich de diepere tekortkoming van het "systeem": dat het weliswaar kan voorzien in de materieel-financiële behoeften van noodlijdenden, maar dat het, wegens zijn anonimiteit, niet echt kan tegemoetkomen aan hun affectieve noden. Dokters en psychologen, verplegend personeel en maatschappelijk assistenten kunnen hun taak dan nog zo goed ter harte nemen, zij blijven uiteindelijk bedienden van de verzorgings-
staat, die geen persoonlijke banden hebben met diegenen die ze verzorgen. Het resultaat is het ontstaan van een sociale klasse van "geïsoleerden", die genieten van "sociale zekerheid" maar op menselijk vlak jammerlijk in de kou blijven staan. Een ander probleem van een doorgevoerde verzorgingsstaat is het gevaar van misbruik, parasitisme of extreme gemakszucht: de staat vergoedt ons hoe dan ook, waarom zouden we zelf nog de handen uit de mouwen steken? Vooral voor de ijverig werkende en plichtsbewuste burger is dit een ware doorn in het oog – het is immers dankzij zijn inspanningen dat de nietsnut in luilekkerland kan leven. Tot slot wijzen sociobiologen erop dat door de systematische zorg voor de biologisch zwakken en misdeelden de gemeenschap als geheel dreigt te verzwakken. In de natuur zijn het de biologisch sterkere exemplaren (the fittest) die het halen in de strijd om het bestaan. Dat is zielig voor de zwakken, die jammerlijk omkomen, maar het is goed voor de soort, die overleeft in haar genetisch optimale vorm. Wanneer in een mensengemeenschap de zwakken worden geholpen om te overleven, en zich dus ook zullen kunnen voortplanten, is het gevaar niet ondenkbeeldig dat dit op den duur zou leiden tot een degeneratie van de soort. Dat is althans de redenering van het "sociaal darwinisme", zoals dat vooral in Duitsland en Amerika populair was in het begin van de twintigste eeuw. Zelden zo onverbloemd radicaal verwoord als door de Amerikaanse socioloog Graham Sumner: " Let it be understood that we cannot go outside of this alternative: liberty, inequality, survival of the fittest; not-liberty, equality, survival of the unfittest. The former carries society forward and favors all its best members; the latter carries society downwards and favors all its worst members." (1914) Maar Sumner kan, verrassend genoeg, op zijn plaats gezet worden door niemand minder dan Charles Darwin zelf. In zijn latere werk The Descent of Man (1871) merkt Darwin namelijk op dat de menselijke moraal, ook al gaat haar oorsprong terug op dezelfde altruïstische instincten die ook sociale diersoorten kenmerken, een veel verdere evolutie heeft ondergaan dan bij welk ander dier ook. De menselijke moraal kenmerkt zich door het verlangen om ook de zwakke en onaangepaste onvoorwaardelijk te beschermen en zijn leed waar mogelijk te verzachten. Misschien betalen wij deze bekommernis inderdaad met een biologische verzwakking van onze soort, maar Darwin vindt dat deze prijs dan maar moet worden betaald. Het is voor de mens geen optie meer om terug te keren naar de natuur en naar het recht van de sterkste. Het stopzetten van de hulp aan zwakkeren zou op korte termijn een onnoemelijk leed veroorzaken, dat op geen enkele manier kan worden goedgepraat vanuit het abstracte en algemene doel van de "kwaliteit van de soort". Aldus Charles Darwin, minder "darwinist" dan men misschien van hem had kunnen verwachten…
8
Projecten
Stichting Instituut Gak stelt zich ten doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de sociale zekerheid in Nederland door het ondersteunen en initiëren van projecten en programma’s. Aan deze doelstelling wil de stichting inhoud geven door enerzijds spontane aanvragen te honoreren die voldoen aan gestelde criteria en anderzijds door thema’s te benoemen waaraan extra belang wordt gehecht en waarbij ook zelf projecten worden geëntameerd. Hierbij geldt overigens dat Stichting Instituut Gak weliswaar de ambitie heeft om een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de sociale zekerheid maar daarin zelf geen beleidsmatige keuzes maakt. Het bestuur beslist elke twee maanden over ondersteuning van aanvragen. Deze aanvragen worden vooraf door de organisatie getoetst aan de randvoorwaarden en – voor zover daarmee niet strijdig – voorzien van een advies ter besluitvorming voorgelegd aan het bestuur. Het advies op aanvragen wordt samengevat in een kritisch oordeel op vier hoofdpunten: Is er in voldoende mate sprake van innovatie en van toegevoegde waarde voor de sociale zekerheid in Nederland? Is er aantoonbaar sprake van een behoefte? Is er sprake van een goede prijs/kwaliteit verhouding? Is de aanvrager de adequate uitvoerder?
9
Gezien het aanzienlijke budget en de gewenste samenhang tussen de door een aantal universiteiten ingediende onderzoeksvoorstellen heeft Stichting Instituut Gak een wetenschappelijke raad benoemd. De taak van de Wetenschappelijke Raad is het adviseren van het bestuur bij de beoordeling van de onderzoeksvoorstellen welke op verzoek van Stichting Instituut Gak worden ingediend door de verschillende universiteiten. Bij goedkeuring van de voorstellen gaan ze deel uitmaken van het onderzoeksprogramma. Hierbij wordt aandacht besteedt aan de samenhang tussen de verschillende voorstellen. Daarenboven worden afgeronde projecten geëvalueerd Nadat het bestuur heeft besloten een onderzoeksvoorstel te subsidiëren dient de projectleider namens de betreffende universiteit per jaar een werkplan in te dienen. Na accordering van het werkplan kan de universiteit starten met de uitvoering van het project. Aan het eind van ieder jaar dient de projectleider namens de universiteit verantwoording af te leggen aan de Wetenschappelijke Raad en het bestuur. Indien vastgesteld kan worden dat de voortgang en de kwaliteit van het project conform verwachting zijn en het werkplan voor het daaropvolgende jaar positief wordt beoordeeld, zal de volgende subsidietranche beschikbaar worden gesteld.
Beleid voor het komende jaar Spontane aanvragen De door Stichting Instituut Gak gesubsidieerde projecten bestaan deels uit de zogenaamde spontane aanvragen. Hieronder vallen de projecten die in de volgende categorieën zijn ingedeeld: Ontwikkeling en evaluatie van instrumenten en methodieken. Voorlichting en activering. Bijdragen aan het publieke debat. Stichting Instituut Gak heeft in 2005 een bedrag van ¤ 5.515.000 aan 48 projecten toegekend welke onder de categorie spontane aanvragen vallen. In 2004 werd aan 38 projecten ¤ 2.908.000 toegekend. De stijging van het toegekende bedrag wordt veroorzaakt door een hoger aantal goedgekeurde aanvragen en door een stijging van het gemiddeld aan een project toegekend bedrag.
Onderzoeksprogramma Spontane aanvragen voor subsidie voor projecten waarin het verrichten van onderzoek centraal staat worden in principe niet in behandeling genomen. Voor deze categorie projecten geldt dat Stichting Instituut Gak werkt met een meerjarig onderzoeksprogramma waarin het meerjarenbeleid van Stichting Instituut Gak door de aan de stichting gelieerde bijzondere hoogleraren is vertaald in een reeks onderzoeksprojecten. Stichting Instituut Gak wil een aantal vooraanstaande onderzoekers in staat stellen gedegen en fundamenteel onderzoek te verrichten op het terrein van sociale zekerheid in Nederland. Stichting Instituut Gak heeft in 2005 een bedrag van ¤ 9.883.000 toegekend aan zeven projecten op dit gebied. In 2004 werd aan drie projecten al ¤ 1.476.000 toegekend (AIAS, Verantwoording in de Sociale Zekerheid; De Burcht, Solidariteit en Verzorgingsstaat en TNO Arbeid, kwaliteit Claimbeoordeling). Het totale budget voor het onderzoeksprogramma voor de jaren 2004 tot en met 2008 bedraagt inclusief de al toegekende subsidies ¤ 17.500.000.
20 05
Stichting Instituut Gak stelt zich ten doel jaarlijks circa 3% van haar eigen vermogen beschikbaar te stellen voor zowel spontane aanvragen als voor onderzoek. Weliswaar zijn de budgetten voor het onderzoeksprogramma grotendeels reeds in het jaar 2005 toegekend; de feitelijke uitwerking zal in 2006 aanvangen. Op basis van gesprekken met de Raad van Advies is een aantal thema’s naar voren gekomen waarover in 2006 wellicht nadere besluitvorming plaatsvindt. De thema’s zijn deels terug te voeren op:
Reïntegratie Uitvoeringspraktijk Zorg en arbeid in Europa Vergelijking van het Nederlands stelsel van sociale zekerheid met stelsels in Europa Sociale, economische en demografische ontwikkelingen Discriminatie op de arbeidsmarkt Flexibiliteit en zekerheid Plezier in het werk
10
Projecten/Ontwikkeling en evaluatie van instrumenten en methodieken
De Kunstzaak TRAINING EN COACHING VAN CULTUREEL ONDERNEMERS (¤ 164.994) Uit een recent TNO-onderzoek (’De creatieve industrie in Amsterdam en de regio’, 2004) blijkt de ondervinding van de meerwaarde die cultuur en creativiteit op een stad of regio heeft: culturele ondernemers (kunstenaars, ontwerpers en vormgevers) geven kleur aan de stad, en grote internationale bedrijven en hun werknemers vestigen zich er ook graag. Keerzijde is dat een ondersteuningsstructuur ontbreekt voor culturele ondernemers, zo blijkt uit hetzelfde rapport. De Kunstzaak uit Amsterdam, dat sinds november 2003 opereert onder de vleugels van Stadia (een bureau in Amsterdam dat producten en diensten aanbiedt op het gebied van ondernemerschap), biedt een dergelijk draagvlak voor deze ondernemers. Veertig culturele ondernemers worden in dit project in vijftien maanden tijd een werkwijze aangeleerd om zelfstandig een solide kunstpraktijk voor de toekomst op te zetten.
KITTZ ONTWIKKELING EN GEBRUIK JUIST ZITHULPMIDDEL (¤ 53.971) Voor de sector Thuiszorg heeft TNO Arbeid een hanteerbaar en concreet normenstelsel voor fysieke belasting ontwikkeld, met als doel het voorkomen van schade aan het houdingsen bewegingsapparaat. Te denken valt aan richtlijnen voor tillen, duwen, trekken, voorovergebogen werken, hurken en knielen in de werkomgeving. Uit onderzoek van studenten van de Hanzehogeschool Groningen is gebleken dat geen enkel zithulpmiddel geheel voldoet aan de (ergonomische) eisen. Daarom wordt er een zithulpmiddel ontwikkeld voor verzorgenden/ verplegenden in de thuiszorg, zodat de zorgverlener een juiste houding aan kan nemen bij het uitvoeren van behandelingen aan het onderbeen.
Stichting Pacemaker ETNISCHE DIVERSITEIT IN DE ARBO-ZORGVERLENING (¤ 144.000) PaceMaker in Global Health is een kenniscentrum voor onderzoek, interventie en kennisoverdracht op het gebied van gezondheid en etnische diversiteit in de algemene en de klinische zorg. PaceMaker beoogt met haar activiteiten de toegankelijkheid te verbeteren en de kwaliteit te verhogen van de zorg aan allochtonen. De missie van Pacemaker is om het gelijkheidsbeginsel in de zorg waar te maken. Iedereen heeft recht op een goede gezondheidszorg, ongeacht zijn/haar etnische afkomst. Allochtone werknemers kunnen in een aantal opzichten verschillen van autochtone werknemers. Vooral bij allochtone vrouwen is het ziekteverzuim en de WAO-instroom het hoogst. In de arbocuratieve zorg wordt van hulpverleners specifieke kennis en vaardigheden gevraagd om effectief met de problemen die zieke allochtone werknemers ervaren om te gaan. In dit project wordt praktijkrelevante kennis over etnische diversiteit in de arbozorg ontwikkeld en geïmplementeerd (scholing en training, alsmede richtlijn- en methodiekontwikkeling). Tevens beogen de aanvragers de kennisoverdracht aan arboprofessionals over etnische diversiteit in de arbozorgverlening te verbeteren (onder andere in de vorm van helpdesk en expertmeetings).
20 05
12
Projecten/Ontwikkeling en evaluatie van instrumenten en methodieken
NIZW MET EIGEN KRACHT NAAR EEN BAAN (¤ 85.000)
Kenniscentrum AKB TOPKLINISCHE EN EERSTELIJNS DIAGNOSTIEK BEWEGINGSAPPARAAT (¤ 116.900)
Het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn (NIZW) en de Eigen Kracht Centrale (EKC) willen een aan de jeugdhulpverlening ontleende methodiek geschikt maken en toepassen voor de arbeids(re)integratie van jonge arbeidsgehandicapten. In essentie komt deze methodiek erop neer dat de sociale omgeving van de jongeren samen met betrokkene geactiveerd worden om zelf de regie te nemen in het vinden van een arbeidsplaats en het ondernemen van alles wat in de toeleiding naar dit doel nodig is. Dertig jongeren en hun omgeving worden hierbij begeleid. Het is de bedoeling dat de methodiek vervolgens beschikbaar komt voor de bestaande dienstverlening.
Klachten van het houdings- en bewegingsapparaat zijn één van de grootste veroorzakers van ziekteverzuim en instroom in de WAO. Het Kenniscentrum AKB wil vanuit het Erasmus MC een arbeidspolikliniek organiseren, waarin geïntegreerde topklinische- en geoptimaliseerde eerstelijnszorg wordt geleverd voor arbeidsrelevante klachten en aandoeningen van het houdings- en bewegingsapparaat. De intake verloopt voor alle klachten via een zogenoemd één loket model, waarna de keten van diagnostiek, behandeling en reïntegratie wordt georganiseerd. Bedrijfsartsen verzorgen de verwijzingen. Overleg met de huisarts wordt bevorderd. Het project begint met de ontwikkeling van protocollen en procedures voor de interventie. De protocollen voor diagnostiek en behandeling worden zoveel mogelijk gevoed vanuit de wetenschappelijke literatuur en afgestemd op de behoeften van patiënten en de wensen en mogelijkheden van zorgverleners en verzekeraars.
STECR WERKWIJZER PARTICIPATIEVE WERKAANPASSING (¤ 79.243) Dit betreft een bijdrage in de ontwikkeling van het instrument Participatieve Aanpak Werkaanpassing, een multidisciplinair instrument waarmee bedrijfsartsen en andere professionals die betrokken zijn bij preventie van ziekteverzuim en WAO-instroom, samen met werkgever en werknemer op efficiënte en effectieve wijze kunnen zorgdragen voor tijdige en gezonde werkaanpassingen en preventie van langdurig verzuim. Deze werkwijzer zou onder meer moeten leiden tot het beter bespreekbaar maken van knelpunten – en de inventarisatie daarvan – die het functioneren op het werk belemmeren en leiden tot klachten. Tevens moet het een bijdrage leveren aan een verkorting van de verzuimduur en preventie van WAO-instroom.
Hogeschool Arnhem Nijmegen D+A PROJECT (¤ 207.650) Doel van dit driejarige project is het ontwikkelen van een methodiek om de begeleiding te verbeteren van ‘multiprobleem’ cliënten die proberen om een baan te vinden. Het project begint met het in beeld brengen van ‘best practices’ bij de begeleiding van ’multiprobleem’ cliënten in het algemeen. Daarbij wordt specifiek gelet op de thema’s discipline en aandacht (D + A), die in de methodiek verder worden uitgewerkt. Bij discipline gaat het om versterking van structuur in het dagelijks functioneren. Het thema aandacht heeft betrekking op het meer centraal stellen van het persoonlijke contact met de cliënt en het anders omgaan met professionele afstand. Het project wordt mede gefinancierd door de Gemeente Nijmegen.
UWV/Hoofdkantoor Amsterdam TRAUMADIAGNOSTIEK IN DE SOCIAAL-MEDISCHE SECTOR: EEN EVALUATIE VAN DE BRUIKBAARHEID VAN KORTE MEETINSTRUMENTEN (¤ 202.544)
20 05
13
De instroom in de WAO van mensen met psychische klachten bedraagt ongeveer een derde van de totale instroom. Dit project beoogt een betere beleidsonderbouwing en beleidsevaluatie gericht op de aanpak van psychische arbeidsongeschiktheid van het UWV. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de bruikbaarheid van traumadiagnostiek in de sociaal medische sector. Goede diagnostiek is van essentieel belang voor de behandeling en voor het inschatten van de mate van belastbaarheid c.q. de mate van beperkingen in het arbeidsfunctioneren en is dus bruikbaar voor zowel de claimbeoordeling als de reïntegratie.
NIGZ IGM METHODIEK VOOR MKB (¤ 57.120) In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben TNO Arbeid en het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) een definitiestudie uitgevoerd en een methodiek bedacht voor het ontwikkelen en uitvoeren van Integraal Gezondheidsmanagement (IGM) in arbeidsorganisaties. IGM is een methodiek die bedrijven in staat stelt om gezondheid als kernelement te benutten voor een succesvolle bedrijfsvoering. De nu ontwikkelde methodiek is vooral op grote bedrijven toegesneden. De hoofddoelstelling van dit project is het ontwikkelen van een IGM-methodiek voor het MKB, dat wordt geïmplementeerd en uitgetest binnen een viertal MKB bedrijven in de regio Sittard/Geleen. Na afloop van het project is het de bedoeling dat de methodiek is toegespitst op de situatie van het MKB-bedrijf en eenvoudig kan worden geïmplementeerd door de MKBbedrijven zelf.
Academisch Ziekenhuis Groningen ARBEID EN ARBEIDSTOELEIDING: NORMERING VAN EEN FUNCTIONELE CAPACITEITSEVALUATIE (¤ 187.633) In dit onderzoek staat de ‘Known Groups Method’ centraal. Met behulp van deze methode wordt de arbeidsbelasting van een cliënt vergeleken met de arbeidsbelasting van een groep individuen waarvan bekend is dat deze zonder problemen de arbeidsbelasting kunnen trotseren. Een dergelijk normbestand is echter niet aanwezig. Dit onderzoeksproject heeft tot doel om een normbestand aan te leggen, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen personen met verschillen in arbeidsbelasting (zeer licht, licht, matig, zwaar en zeer zwaar).
14
Projecten/Voorlichting en activering
Stichting De Ombudsman / BPV&W REÏNTEGRATIE TWEEDE SPOOR (¤ 111.450)
Stichting Tijd KENNEDYLAANTUIN (¤ 15.000)
Als reïntegratie van de zieke werknemer bij de eigen werkgever niet mogelijk is, is reïntegratie bij een andere werkgever een juiste weg. In de praktijk blijkt dat de mogelijkheid van reïntegratie van het tweede spoor zelden wordt overwogen. De reïntegratie bij een andere werkgever krijgt met het oog op de komende herziening van het sociale zekerheidsstelsel een grotere betekenis. Het onderzoek richt zich op werkgevers, werknemers, de rol van het UWV en de reïntegratiebedrijven, waarbij de onderzoeksresultaten ten goede zullen komen aan werkgevers en werknemers, uitkeringsgerechtigden, politiek, overheid en uitvoeringsinstellingen op het gebied van sociale zekerheid.
De stichting Tijd is een initiatief van Louis Le Roy en is voortgekomen uit zijn werkzaamheden aan de ecokathedraal in Mildam. Deze ecokathedraal is een gestapeld bouwwerk van restmateriaal van stratenmakers, zoals stoeptegels, klinkers, betonnen paaltjes en stoepranden. Dit materiaal is vanaf 1982 door Louis Le Roy geordend tot een complex bouwwerk, waarin ook de natuur een even groot aandeel heeft. In het verlengde van dit project waar de stichting Tijd zich voor inzet ligt het herstel van de Kennedylaantuin – een verwaarloosde ’wilde’ tuin – in het centrum van Heerenveen. De gemeente Heerenveen heeft zich voor de periode van 100 jaar aan dit project gecommitteerd. Naast dit zogenoemde ’ecokathedrale’ proces wil Stichting Tijd een reïntegratietraject voor werkzoekenden starten. Het is de bedoeling dat deze in een zogenoemd Ambachtshuis, ondersteund door een entrepeneursforum, in één jaar tijd, worden opgeleid tot zelfstandig hovenier.
Stichting De Ombudsman / BPV&W IRO (¤ 121.300) Door middel van een individuele reïntegratieovereenkomst (IRO) kunnen mensen zelf de regie voeren over het reïntegratietraject. Uit een eerste voortgangsrapportage over de IRO van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt al dat weinig mensen zelf een reïntegratieplan opstellen. Dit éénjarige onderzoeksproject richt zich op reïntegratiebedrijven, arbeidsdeskundigen en mensen met een arbeidshandicap en/of werkzoekenden die een IRO hebben afgesloten en degene die dat niet hebben gedaan. Aan de hand van feiten, mede verkregen door dossieronderzoek, zullen positieve en negatieve aspecten van de toepassing van de IRO worden blootgelegd. De resultaten zullen worden gecommuniceerd met uitkeringsgerechtigden, politiek, overheid en uitvoeringsinstellingen op het gebied van sociale zekerheid.
SGOA EXPERTISECENTRUM HANDICAP, ARBEID EN INKOMEN (¤ 120.000) Een aantal Amsterdamse patiënten- en consumentenorganisaties richt een Expertisecentrum Handicap, Arbeid en Inkomen op. Dit centrum krijgt een viertal coördinerende hoofdtaken: het geven van voorlichting, het bieden van begeleiding, het monitoren en signaleren van ontwikkelingen en beleidsparticipatie. Vrijwilligers zullen hierbij een belangrijke plaats innemen, waarbij een en ander gecoördineerd wordt door betaalde krachten bij twee deelnemende organisaties.
PSW Arbeidsmarktadvies – WERK MET ERVARING! (¤ 50.000) Deze aanvraag omvat het opzetten en organiseren van een zestal bijeenkomsten waarbij ’netwerken’ tussen 45+ werkzoekenden en werkgevers centraal staat. Concreet betekent dit dat 450 werkzoekende 45-plussers (MBO- en HBO-niveau) en 150 werkgevers tijdens deze bijeenkomsten kort met elkaar kennismaken op basis van een ’competentiepaspoort’. De werkzoekende vertelt daarbij over zichzelf, over zijn/haar oriëntatie op de arbeidsmarkt etcetera. De werkgever geeft tips en ideeën, nodigt eventueel uit voor een vervolggesprek of verwijst door naar een contact bij een andere werkgever. Elke bijeenkomst staat onder voorzitterschap van een landelijk bekende persoon uit de Taskforce Grijs Werkt. De verwachting is dat uiteindelijk per bijeenkomst tien deelnemers een baan vinden.
20 05
15
Stichting Wel.kom ACHTERSTE KOCKERSE (¤ 75.000) Dit betreft een bijdrage aan welzijnsinstelling Wel.kom voor de restauratie van de boerderij de Achterste Kockerse in de Boekend te Blerick (Venlo) om deze geschikt te maken als zorgboerderij. Op deze manier wil deze stichting een permanente dagbesteding voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt creëren met de mogelijkheid van doorstroom naar regulier werk. Daartoe wordt samengewerkt met GGZ-groep Midden-Limburg en het Vincent Van Gogh Instituut, een algemeen psychiatrisch ziekenhuis in Venray.
Sonneheerdt VERMOEIDHEIDSKLACHTEN (¤ 9.300) Sonneheerdt is een kennis- en adviescentrum voor mensen met een visuele beperking. Sonneheerdt begeleidt enerzijds mensen uit haar doelgroep bij het vinden van betaald werk. Anderzijds werken er bij Sonneheerdt mensen met een visuele beperking, deels op reguliere basis en deels via de Wet Sociale Werkvoorziening. Dit project betreft onderzoek naar vermoeidheidsklachten waar visueel gehandicapten met betaald werk mee te kampen hebben. Het onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek, gevolgd door een onderzoek onder de werkende doelgroep. Aan de hand van de beschikbare gegevens zullen deskundigen adviezen opstellen over preventie van vermoeidheidsklachten bij visueel gehandicapten. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek stelt Sonneheerdt vast welke bestaande methodiek het best toepasbaar is of hoe een nieuwe methodiek ontwikkeld kan worden. Uiteraard stelt Sonneheerdt de opgedane kennis en ervaring beschikbaar voor andere organisaties.
BBU – LEZERSONDERZOEK MUG (¤ 24.700) MUG, het maandblad voor uitkeringsgerechtigden in Amsterdam, bestaat 16 jaar. Op verzoek van de uitgever, worden de kosten van een onderzoek naar de communicatieve waarde van MUG, gefinancierd. MUG wil haar verspreidingsgebied uitbreiden naar andere gemeenten aangezien de gemeente Amsterdam van plan is om haar jaarlijkse bijdrage aan de exploitatiekosten te verminderen. Het onderzoek moet andere gemeenten overtuigen dat MUG een toegevoegde waarde is.
16
Projecten/Voorlichting en activering
ROS Zuid-Nederland DE BEDRIJFSARTS ALS EXTRA VOORZIENING (¤ 47.000) In de regio Zuidoost Brabant is in de afgelopen vier jaar een aantal initiatieven ontwikkeld om de samenwerking tussen bedrijfsartsen en huisartsen te verbeteren. Hieruit is een aantal projecten voortgekomen, waaronder scholingen en stages. De bereidheid tot communiceren en samenwerkingen tussen deze artsengroepen is hierdoor gegroeid. Dit project beoogt deze samenwerking verder te verbeteren. Enkele grotere huisartsenvoorzieningen worden geworven, alsmede een of enkele bedrijfsartsen. De bedrijfsarts ontvangt iedere week zijn/haar patiënten binnen de huisartsenvoorziening, waarbij de bedrijfsarts ook deelneemt aan intercollegiaal overleg. Er wordt tevens naar gestreefd dat de bedrijfsarts ook (een deel van) zijn/haar reguliere werk uitvoert binnen de huisartsenvoorziening als spreekuurlocatie. Hiermee is hij/zij vaker bereikbaar voor de huisartsen en patiënten, hetgeen een positieve impuls moet zijn voor de beoogde samenwerking.
Driekant Ambachtsbedrijf DRIEKANT VOORBEELDBEDRIJF (¤ 52.450) Driekant uit Zutphen is een ambachtscentrum waar mensen met een verstandelijke beperking kunnen werken in een bakkerij/keuken, winkel/lunchcafé en cateringservice. Dit project betreft het organiseren van een symposium, ondersteund door de uitgave van een boek, een audiovisuele productie en een brochure, met de verwachting dat elders in Nederland min of meer identieke bedrijven ontstaan.
Stichting Rhythm of Reason BUSINESS WEB COACH (¤ 30.000) Ondernemerschap is belangrijk voor de economische participatie en integratie van allochtone vrouwen. Van alle starters in Nederland in 2004 was 31% vrouw. Vier jaar geleden was dit nog 27% (bron: CBS). Toch is de participatie van allochtone vrouwen in het zelfstandig ondernemerschap minimaal. Dit project omvat een tweejarig durend individueel coachingstraject voor 200 startende en doorstartende allochtone onderneemsters, waarbij coaching via de website wordt aangeboden. De aanvrager, Stichting Rhythm op Reason, is een multiculturele landelijke organisatie die zich richt op allochtonen en autochtone vrouwen tot 45 jaar met diverse culturele achtergronden.
PSW Arbeidsmarktadvies EEN GOED DEBAT VRAAGT GOEDE DEBATERS (¤ 15.000) In het kader van het Brabantse project ’Kleurrijk Brabant werkt!’ werken allochtone jongeren zelf aan de verbetering van hun positie in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Dit doen zij in de vorm van promotieteams die de beeldvorming en positie van allochtone leeftijdsgenoten moeten verbeteren, waarbij ze zich onder meer op het bedrijfsleven richten. In essentie beoogt dit project de presentatiekwaliteiten van allochtone jongeren die actief zijn in promotieteams te verbeteren, zodat zij overtuigender en effectiever als rolmodel kunnen fungeren voor enerzijds allochtone jongeren die aldus gestimuleerd worden tot actieve maatschappelijke participatie en anderzijds voor het bedrijfsleven dat daardoor een positiever beeld van deze doelgroep krijgt.
20 05
18
Projecten/Voorlichting en activering
LVA INFORMATIEVOORZIENING WAO WET- EN REGELGEVING (¤ 156.000) De Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA) wil als cliëntenorganisatie een belangrijke rol spelen in de voorlichting vanuit cliëntenperspectief. De komende jaren is er in dat opzicht sprake van topdrukte. Sinds 1 oktober 2004 vinden er herbeoordelingen plaats op basis van een per die datum ingegaan nieuw schattingsbesluit. Daarnaast is de Wet WIA (Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) per 1 januari 2006 in werking getreden. Om met deze topdrukte om te kunnen gaan wil de LVA de voorlichting de komende drie jaren op projectmatige basis een extra impuls geven.
NKAL CONTINUERING ACTIVITEITEN (¤ 222.000) Bij de oprichting door het Ministerie van VWS in 2000 kreeg het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) als opdracht het verzamelen, ontwikkelen, verspreiden en implementeren van kennis op het gebied van diagnostiek, behandeling en preventie van arbeidsrelevante (long)aandoeningen evenals reïntegratie van werknemers in het arbeidsproces. Hierbij moest het NKAL een brugfunctie gaan vervullen tussen de arbocuratieve- en de reguliere zorg. De overheidssubsidie aan de Kenniscentra voor Arbeid en Gezondheid is per 1 januari 2005 stopgezet. Vanaf 1 januari 2005 werkt het NKAL nauw samen met IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences van de Universiteit Utrecht en de afdeling longziekten van het UMC Utrecht. De (poli)klinische functie wordt uitgeoefend op een locatie van het Mesos MC te Utrecht. De activiteiten van het NKAL vinden plaats op drie niveaus: zorg, onderzoek en implementatie. Onze bijdrage aan het NKAL betreft een overbruggingsfinanciering. Men hoopt per 2007 zelfstandig te kunnen functioneren.
Driekant Ambachtsbedrijf ONTWIKKELING NIEUWE AMBACHTSBEDRIJVEN (¤ 200.000) Na de succesformule van de bakkerij is er door Driekant in Zutphen een aantal ondernemers benaderd om nieuwe ambachtbedrijven te ontwikkelen op basis van de formule van de bakkerij. Hierdoor kunnen vijftig nieuwe werkplekken ontstaan voor mensen met een arbeidsbeperking.
Stichting Nethio BUNA BET (¤ 60.000) De initiatiefnemers hebben in de Amsterdamse Pijp een koffiecorner annex koffiewinkel opgezet, met exclusieve Ethiopische koffie en thee en koffieproducten. De koffie komt direct van kleine boeren uit Ethiopië en is op een ecologisch verantwoorde manier geproduceerd. De gemalen koffie wordt in Ethiopië gebrand en verpakt door vrouwen die voorheen in Ethiopië in de prostitutie werkzaam waren. Zij participeren in een werkgelegenheidsproject dat door Stichting Nethio in samenwerking met Novib is opge-zet in Addis Abeba, Ethiopië. Onze bijdrage voor Buna Bet (‘koffiehuis’ in het Amhaars) is een leer-werktraject waar werkloze Ethiopiërs en anderen met grote afstand tot de arbeidsmarkt werkervaring kunnen opdoen en/of regulier emplooi kunnen vinden tegen markconforme salariëring.
20 05
20
Projecten/Voorlichting en activering
Philadephia Zorg GRAND HOTEL PHILADELPHIA (¤ 50.000)
SIC ONDERZOEK MAAKINDUSTRIE (¤ 152.420)
Op basis van een christelijke levensvisie biedt de Stichting Philadelphia Zorg zorg en hulp aan meer dan 6.000 mensen met een handicap en anderen die zorg behoeven, zodat zij zo zelfstandig mogelijk vorm en invulling kunnen geven aan hun leven. Dit kan variëren van enkele uren per week tot dagelijkse, intensieve zorg en logeeropvang, van werk tot een andere zinvolle dagbesteding. Philadelphia heeft ruim 6.000 kleinschalige locaties in heel Nederland, van waaruit zorg en begeleiding wordt verleend. Dit project is opgezet door Regio Groot Rijnmond en heeft tot doel twintig permanente arbeidsplaatsen te creëren voor jonge verstandelijke gehandicapten met gedragsproblemen. Daartoe heeft zij een pand in Rotterdam gehuurd dat is ingericht als hotel met twintig kamers en waaraan een bakkerij verbonden zal zijn. Het is de bedoeling dat de opgeleide jongeren na verloop van tijd waar mogelijk doorstromen naar andere bedrijven die een passende arbeidsplaats kunnen bieden, om daarmee plaats te maken voor anderen. De opzet van het hotel is als een sociale firma.
Stichting Industriebeleid en Communicatie (SIC) is een onafhankelijke non-profit organisatie die activiteiten ontwikkelt om het industriebeleid te stimuleren. SIC wil actuele kennis van en inzicht in de industriële ontwikkelingen verwerven, aandacht vragen voor deze ontwikkelingen en daarmee voor de plaats en de betekenis van de Nederlandse industrie. Zij doet dit onder andere door onderzoek te laten verrichten en daarover regionale en landelijke discussies te organiseren, uitgave van een bulletin en het onderhouden van een website. De vervangingsvraag is de behoefte aan invulling van vacatures die ontstaan door doorstroom of uitstroom van medewerkers. Het onderzoek heeft betrekking op kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkelingen in de vervangingsvraag. Aan de orde komen onder meer effecten van vergrijzing en outsourcing, vereiste competenties nu en in de toekomst en ontwikkeling in matching tussen vraag en aanbod. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Sociaal Economisch Onderzoek Rotterdam dat verbonden is aan de Erasmus Universiteit.
CCOG HORSTERPARK (¤ 45.000) Het project behelst de herinrichting van het Horsterpark (58 ha.) in de Gelderse gemeente Duiven. In dit park wordt een 15-tal werkplekken gerealiseerd voor mensen met een verstandelijke beperking (zg. Zo-Zorgers, de mensen van Stichting Zozijn). Het gaat om beheer- en onderhoudswerkzaamheden, waaronder een theepaviljoen, een kinderboerderij en een ’loonbedrijf’ voor alle onderhoudswerkzaamheden in het park. De activiteiten die georganiseerd gaan worden zijn bedoeld voor de lokale bevolking. Het betreft hier de financiering van de kosten van de inrichting van het theepaviljoen en de kinderboerderij, en extra kosten als WC- , keuken- en opvangruimte.
Kenniscentrum AKB UITBREIDING EN UPDATING WEBSITES (¤ 87.600) In de afgelopen jaren heeft het Kenniscentrum AKB twee websites ontwikkeld. Als belangrijk instrument om professionals op de hoogte te houden van relevante ontwikkelingen en kennisproducten aan te bieden is de website www.kenniscentrumakb.nl tot stand gekomen. Mede dankzij financiële steun van onze stichting is de website www.werkendlichaam.nl ontwikkeld, bedoeld voor patiënten, werknemers en het algemeen publiek. Beide sites worden goed bezocht. Het wegvallen van de subsidie van de Ministeries van VWS en SZW en de beëindiging van het project Publieks- en Patiënteninformatie in 2004 leidt echter tot problemen voor de continuering van de websites. Het AKB wil met dit project beide websites continueren, actualiseren en verder uitbreiden.
Nederlands Kenniscentrum Arbeidsdermatosen CONTINUERING ACTIVITEITEN (¤ 796.200)
20 05
21
Huidproblemen, meestal handeczeem, worden frequent veroorzaakt op de werkvloer, vaak met een chronisch verloop. Het NECOD heeft tot doel om patiënten op de werkvloer, met mogelijk arbeidsgerelateerde dermatosen, op snelle wijze (zonder lange wachttijden) te diagnostiseren en een behandelingsadvies te geven. Binnen het Nederlands Kenniscentrum ArbeidsDermatosen (NECOD) werken de afdelingen dermatologie van het Academisch Ziekenhuis Groningen (UMCG) en het VUmc-Amsterdam samen.
Qidos NAAR EEN MANTELZORGVRIENDELIJK PERSONEELSBELEID (¤ 228.708) De combinatie mantelzorg en werk zal in het kader van de toenemende vergrijzing en ontwikkelingen in de gezondheidszorg in de toekomst steeds vaker voorkomen. Uit een onderzoek van de LOT, de belangenvereniging van mantelzorgers, blijkt dat medewerkers veel knelpunten ervaren in de afstemming mantelzorg en werk. Dit leidt regelmatig tot overbelasting en uitval van medewerkers. Vaak is er ook bij organisaties geen besef dat er medewerkers in hun organisatie zijn die mantelzorger zijn. Dit project wil de bewustwording en acceptatie van mantelzorg in organisaties stimuleren en is gericht op bedrijfsculturele aspecten (stijl van leidinggeven, collegialiteit etc.). Dit gebeurt in de vorm van experimenten met contactgroepen van mantelzorgers in een organisatie, rondetafel sessies met hoger management, training/voorlichting voor managers, collega’s en mantelzorgers etcetera. Het project zal onder meer resulteren in een praktisch boekje voor werkgevers en werknemers, publicatie in de media en een congres.
Stichting De Combinatie ZELFSTANDIG KLUSSENBUSONDERNEMER (¤ 60.300) Het pilotproject zelfstandig ‘klussenbus ondernemer’ richt zich op een groep van twaalf jonge Turkse ex drop outs uit het beroepsonderwijs, in de leeftijd van 21 tot 23 jaar, met affiniteit en aanleg voor techniek en ondernemerschap. Voor de Jeugdzorg is het van belang te weten welke competenties in de leeftijdscategorie van 15 en 16 jaar moeten worden ontwikkeld zodat zij zich later als zelfstandig ondernemer kunnen handhaven. Op deze wijze wordt een perspectief en een referentiekader geboden aan deze jongeren, die in grote aantallen uitvallen in het VMBO. De opleiding wordt opgezet als een tweejarige BBL leer/werk opleiding en wordt uitgevoerd door het ROC Eindhoven. De Universiteit van Tilburg/OSA zal in samenwerking met o.a. de Jeugdzorg en het ROC Eindhoven een draaiboek voor projectleiders uit de jeugdzorg en docenten van het VMBO ontwikkelen. Wanneer positieve uitkomsten onder de doelgroep kunnen worden gebruikt in preventieprogramma’s voor deze specifieke groep jongeren – in termen van scholing en duurzame toeleiding naar de arbeidsmarkt – wordt volgens de aanvragers de meerwaarde (naast het arbeidsmarkteffect) van het project verhoogd.
22
Projecten/Voorlichting en activering
Stichting Pandora DE HOOFDZAAK (¤ 340.000) Stichting Pandora is in 1964 opgericht om vooroordelen over (ex-)psychiatrische patiënten te bestrijden en werkt nog steeds actief aan de verbetering van de maatschappelijke positie van iedereen die psychische of psychiatrische problemen heeft of heeft gehad. De arbeidsmarktpositie van mensen met psychische en/of psychiatrische klachten is één van de speerpunten van deze organisatie. Zo participeerde de stichting recentelijk in het door onze stichting gesubsidieerde project ‘Ziek en mondig’. Hieruit bleek mede dat er grote behoefte bestaat aan speciaal op de doelgroep gerichte instrumenten en activiteiten. Met het project ‘De hoofdzaak’ wil de stichting de groep mensen met psychische en/of psychiatrische problemen ondersteunen bij de snel veranderende wetgeving en werkelijkheid op het gebied van werk, sociale zekerheid en psyche. Zij wil ertoe bijdragen dat mensen zich in de veranderende maatschappelijke werkelijkheid zo goed mogelijk staande kunnen houden en dat hun kansen op de arbeidsmarkt worden vergroot. Het project bestaat uit twee hoofdactiviteiten: het geven van informatie en ondersteuning en de beïnvloeding van de beeldvorming over deze groep. Dit doet zij onder andere via de website, helpdesk, workshops en overige informatie.
Nierstichting Nederland BEVORDERING VAN ARBEIDSPARTICIPATIE EN AUTONOMIE VAN NIERPATIËNTEN (¤ 285.883) De factoren die arbeidsdeelname van nierpatiënten ((pre)dialyse patiënten en getransplanteerden) bemoeilijken of juist bevorderen worden onderzocht. Het zwaartepunt zal liggen bij die factoren die voor de patiënt zelf veranderbaar zijn. Vervolgens zal met behulp van arbeidsdeskundigen van de Nierpatiënten Vereniging Nederland een interventie worden ontwikkeld. Gedacht wordt aan het gestandaardiseerd aanbieden van begeleiding bij de oriëntatie op werk (en opleiding) aan nierpatienten die op het punt staan een dialysetraject in te gaan. Aansluitend volgt een evaluatie-onderzoek. Nagegaan zal worden of de aangeboden begeleiding de gewenste effecten heeft.
Stichting Servicebureau Welzijn EEN NIEUW BEGIN (¤ 62.250) Driejarig activeringsproject voor 36 langdurig werklozen en gedeeltelijk arbeidsongeschikten uit de gemeente Hellendoorn die niet via de reguliere weg geholpen kunnen worden. Het betreft hier een nieuwe kans op deelname aan de lokale samenleving met perspectief op betaald werk. Er wordt hier gekozen voor een integrale en intensieve werkwijze waarin de focus ligt op het wegnemen dan wel reduceren van belemmeringen in de privé situatie (verslaving, schulden, relatie- , opvoedingsen/of mentale problemen) in combinatie met motiverende begeleiding in groepen waardoor de deelnemers elkaar steunen op weg naar (vrijwilligers)werk. Het project wordt begeleid door Civiq, het landelijk kennisinstituut vrijwillige inzet en er zijn 60 vrijwilligersorganisaties betrokken. Het streven is onder meer dat 10% via reïntegratieactiviteiten daadwerkelijk betaald werk gaat vinden. De gemeente Hellendoorn en het UWV dragen ieder potentiële deelnemers aan en zorgen tevens voor gedeeltelijke financiering van het project.
20 05
24
Projecten/Voorlichting en activering
PSW Arbeidsmarktadvies CONFERENTIE REÏNTEGRATIE TURKSE EN MAROKKAANSE ARBEIDSGEHANDICAPTEN (¤ 15.000) Het betreft hier een garantstelling voor het bundelen en verspreiden van kennis op het gebied van reïntegratie van zieke en arbeidsgehandicapte allochtonen, door middel van een conferentie. Tevens wil men door middel van een debat nieuwe ontwikkelingen op dit gebied stimuleren. Het project richt zich op zowel uitvoerders als beleidsmakers van de relevante actoren op de arbeidsmarkt rond reïntegratie, ziekte en allochtonen, zoals reïntegratiebedrijven, UWV, gemeenten, arbodiensten en werkgevers. Aanvrager streeft naar het ontwikkelen van vervolginitiatieven, zoals bijvoorbeeld een kenniskring.
Meer Samen – MARKTONDERZOEK EN MARKETINGPLAN (¤ 35.000) Stichting Meer Samen is in 1999 voortgekomen uit een prijsvraag van de multiple sclerose (MS)-vereniging en is opgezet om de positie van mensen met een ernstige functiebeperking in de samenleving te versterken door het aanbieden van specifieke activiteiten en voorzieningen. De stichting wil dit bereiken door het aanbieden van reïntegratietrajecten voor arbeidsplichtige mensen binnen de doelgroep en door het aanbieden van activiteiten gericht op de sociale activering van overige doelgroepleden. Hierbij richt de stichting zich voor wat betreft de reïntegratie activiteiten op de regio Zuid-Oost Brabant, voor de diensten gaat zij niet uit van regionale grenzen. Het betreft hier de financiering van een gedegen marktonderzoek alsmede een marketingplan.
FNV Vrouwenbond INTERVISIE INTERACTIEF, INTERNETGEBRUIK ALS MIDDEL VOOR REÏNTEGRATIE (¤ 35.000) De FNV Vrouwenbond is een vakbond voor alle vrouwen en zet zich vooral in om de positie te verbeteren van vrouwen: vrouwen die hun betaalde werk met zorgtaken combineren, vrouwen in de bijstand, vrouwen met een WAO-uitkering, herintreedsters, weduwen, mantelzorgers en vrijwilligers. In opdracht van de FNV Vrouwenbond blijkt uit onderzoek van Bureau Astri (2002) onder andere dat vrouwen zich bij reïntegratie minder actief opstellen dan mannen. Dit project behelst het ontwikkelen en operationaliseren van een interactieve website voor vrouwen die willen reïntegreren. Via deze website kunnen de vrouwen deelnemen aan een digitale intervisiegroep via internet.
eXpertise Centrum SEMINAR VOOR OUDEREN (45+) IN DE WW (¤ 1.810)
20 05
Door middel van het organiseren van dit seminar heeft het in januari 2005 opgerichte centrum eXpertise Centrum in Eindhoven overheid, provincies, gemeentes en het bedrijfsleven getracht bewust te maken van het feit dat er een ‘vergeten’ groep seniore werkwilligen is die terug wil in het arbeidsproces. Daarbij heeft het eXpertise Centrum acties op touw gezet zodat genoemde sectoren de betrokkenheid bij de werkwilligen verbeteren. Het seminar vond plaats op 20 mei 2005. Voor het eXpertise Centrum is dit seminar een pilotproject aan de hand waarvan vervolgacties zijn gepland, zoals de krachtenbundeling van belangengroepen en het meer in de publiciteit plaatsen van het belang van seniore werkwilligen voor een evenwichtiger personeelsopbouw bij werkgevers.
25
Stichting Dir SOCIALE ACTIVERING EN WERKGELEGENHEID VAN ETHIOPIËRS EN SOMALIËRS EN SAMENWERKINGSBEKRACHTIGING TUSSEN VLUCHTELINGENORGANISATIES OP LOKAAL EN EUROPEES NIVEAU (¤ 115.000) SOMVAO heeft als doel om de belangen van de Somalische gemeenschap te behartigen en om haar eden te helpen bij het integreren in de Nederlandse samenleving. Stichting Dir is een Ethiopische zelforganisatie in Amsterdam. Dir richt zich enerzijds op de integratie van Ethiopiërs in de Nederlandse samenleving, met name via werk- en opleidingstrajecten. Anderzijds wil de stichting een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vaderland. Begin dit jaar honoreerde onze stichting het project Buna Bet. Dit is een driejarig samenwerkingsproject van SOMVAO en Stichting Dir ten behoeve van de bevordering van de sociale activering en werkgelegenheid van Ethiopiërs en Somaliërs in de Nederlandse samenleving. Subdoelstellingen van dit project zijn het bevorderen van ondernemerschap, arbeidsparticipatie van jongeren, vrouwen en ouderen door middel van specifieke programma’s, bevorderen van vrijwilligerswerk, helpdesk, onderzoek, advies en voorlichting op het gebied van terugkeer, alsmede stage- en arbeidsbemiddeling voor hoog- en laagopgeleiden. Onze bijdrage betreft de financiering van organisatiekosten, personeelskosten, onderaanneming en voor het onderdeel arbeids- en stagebemiddeling.
BPV&W DILEMMA’S ROND EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID VAN ZIEKE WERKNEMERS (¤ 200.000) Het betreft hier de aanvraag voor een theoretische en een ’practise based’ studie naar de grenzen van en dilemma’s rond de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer bij ziekte en werk. Het project resulteert concreet in wetenschappelijke publicatie(s) rond dilemma’s uit de praktijk, en is gericht op beleidsmakers, professionals en onderzoekers. Deze bundel is te beschouwen als een ’state of the art’ van een deel van het thema arbeid en gezondheid (of zorg en zekerheid). Tevens komt er een publieksuitgave ’Libelle’ - voor (zieke) werknemers. Beide hoofdproducten worden ontwikkeld rond drie praktijkdilemma’s binnen de thema’s zorg en zekerheid: de balans van deskundige en (zieke) werknemer, omgaan met belangenincongruenties en speelruimte versus zekerheid.
Stichting Kookdroom OPLEIDINGSKOSTEN (¤ 50.000) Stichting Kookdroom richt zich, in samenwerking met restaurant Fifteen Amsterdam (van de befaamde Engelse kok Jamie Oliver), op jongeren tussen de 16 en 24 die door verschillende oorzaken (onder andere problemen thuis, drugsmisbruik, weinig tot geen opleiding, crimineel verleden) weinig kans maken op de huidige arbeidsmarkt en een nieuwe kans verdienen. Het doel is deze jongeren op te leiden tot koks en ze te inspireren tot een vervolgcarrière in de restaurantwereld.
Julius Centrum ARBOCURATIEF CONGRES (¤ 6.049) Op 3 november 2005 vond het congres De bedrijfsarts als behandelaar en de behandelaar als bedrijfsarts plaats. Tal van experts uit Nederland en Engeland traden op als spreker en er waren diverse workshops over de samenwerking rond specifieke ziektebeelden.
26
Projecten/Bijdragen aan het publieke debat
Universiteit Leiden EUROPESE ENCYCLOPEDIE (¤ 30.000) Het betreft hier een bijdrage voor het persklaar maken van de Engelstalige uitgave van de encyclopedie. Deze wordt uitgegeven door de Cambridge University Press. Inhoudelijk gaat de encyclopedie over Europese migratie, waarin de migratie en immigratie van een zeer groot aantal groepen migranten binnen en naar Europa wordt gedocumenteerd.
Uitgeverij Aksant ZIEK, ZWAK OF ZWANGER (¤ 4.459) Aanvraag voor financiële ondersteuning van de handelseditie van het boek ’Ziek, zwak of zwanger. Vrouwen en arbeidsongeschiktheid in Nederlandse sociale verzekeringen, 1890-1940’. Op deze studie is historica drs. Marian van der Klein op 20 september gepromoveerd aan de Universiteit van Amsterdam. Marian van der Klein schetst in dit proefschrift een gedetailleerd beeld van de effecten die de vroege verzorgingsstaat op het bestaan van vrouwen had.
Hugo Sinzheimer Instituut GARANTIESTELLING BIJ UITGAVE BOEK (¤ 12.500) Anderhalf jaar geleden leverde onze stichting een bijdrage voor de internationale expertmeeting ’Contractualism in Employment Services’. Hieruit is het idee ontstaan voor een gezamenlijk boek in de vorm van een wetenschappelijke ’state of the art’ van het thema in diverse landen (o.m. Frankrijk, Finland, België en Duitsland).
Borea ONDERZOEK NAAR SCHADELASTBEPERKING EN SOCIAL RETURN ON INVESTMENT (¤ 130.000) Het betreft hier onderzoek naar de effectiviteit van reïntegratie-inspanningen. In 2006 zal SUWI (Structuur Uitvoering Werk en Inkomen) worden geëvalueerd. Hoewel de reïntegratiebranche in principe geen SUWI-partner is, draagt zij wel bij aan de uitstroom, omdat reïntegratietrajecten door de publieke opdrachtgevers (gemeenten en UWV) worden ingekocht. Borea, de belangenbehartiger van de reïntegratiebranche, acht het van groot belang dat de onderzoeksresultaten bijdragen aan een visie waarop reïntegratiebeleid in de toekomst wordt vormgegeven en wil aansluitend op het onderzoek zorgdragen voor brede communicatie van de uitkomsten via een symposium en publicaties.
27
Projecten/Onderzoeksprogramma
Universiteit van Amsterdam ONTWIKKELING VAN DE VERANTWOORDELIJKHEIDSVERDELING EN UITVOERINGSSTRUCTUUR VAN DE SOCIALE ZEKERHEID EN HET ARBEIDSMARKTBELEID SINDS 1985 (¤ 161.600) In dit project wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen van de verantwoordelijkheidsverdeling in de uitvoeringsstructuur sociale zekerheid en op het terrein van het arbeidsmarktbeleid sinds 1985. Het gaat hierbij om de doelstelling van de ingezette veranderingen, de doelbereiking en de verklaring van de waargenomen ontwikkelingen.
Universiteit Leiden HERVORMING SOCIALE ZEKERHEID (¤ 2.663.901) In het project hervorming sociale zekerheid ligt het accent op vier aspecten van hervormingen in de sociale zekerheid: effectiviteit, verantwoordelijkheidsverdeling, inkomensverdeling en modernisering. Daartoe zijn twee deelprojecten ontwikkeld. Het eerste deelproject heeft betrekking op de invloed van ‘Europa’ (de verhouding tussen het nationale en het supranationale niveau en de eventuele verlaging van het beschermingsniveau als gevolg van convergentie tussen stelsels), het tweede deelproject gaat in op de inkomensgevolgen van stelselwijzigingen en de veranderende verantwoordelijkheidsverdeling binnen het stelsel.
Rijksuniversiteit Groningen PUBLIEK TOEZICHT OP DE UITVOERING VAN EEN MEER PRIVATE SOCIALE ZEKERHEID (¤ 953.827) De laatste twee decennia is de dominantie van de overheid in de sociale zekerheid sterk verminderd. Inherent hieraan is de vergroting van de bemoeienis van particuliere verzekeringsmaatschappijen, evenals de opkomst van nieuwe fenomenen als, arbodiensten en reïntegratiebedrijven. De vraag die in dit project centraal staat is in hoeverre de publieke belangen in het huidige stelsel gewaarborgd zijn en hoe het publieke toezicht op de uitvoerders dient te worden ingericht. Het onderzoeksproject dat gewijd is aan deze centrale vraagstelling beslaat een zestal deelprojecten. In de eerste twee deelprojecten wordt de normatieve en internationale basis gelegd voor de uiteindelijke beantwoording van de centrale onderzoeksvraag. De twee volgende deelprojecten leveren inzicht in de ontwikkeling van enkele afzonderlijke onderdelen van het sociale zekerheidsstelsel. In de twee afsluitende deelprojecten wordt het materiaal uit de eerdere deelprojecten bewerkt en geanalyseerd en wordt de centrale onderzoeksvraag beantwoord.
Universiteit van Tilburg DE INVLOED VAN HET INTERNATIONALE EN EUROPESE RECHT OP DE NEDERLANDSE SOCIALE ZEKERHEID (¤ 1.099.073)
20 05
Dit project gaat in op de invloed van het internationale en Europese recht op de Nederlandse sociale zekerheid. Daarbij staan, in drie deelprojecten, de volgende thema’s centraal: 1) de vraag hoe de internationale en Europese normen verder ontwikkeld kunnen worden teneinde de sociale coherentie te vergroten, 2) de mogelijkheden en beperkingen die de internationale en Europese normen met zich mee brengen voor de ontwikkeling van de Nederlandse sociale zekerheid en 3) de effecten van de recente ontwikkelingen in de Nederlandse sociale zekerheid in grensoverschrijdende situaties.
28
Projecten/Onderzoeksprogramma
Universiteit Utrecht LEVENSLOOP, SOCIALE ZEKERHEID EN ARBEIDSMARKT (¤ 1.876.485) In dit project wordt nagegaan welk gebruik wordt gemaakt van de bestaande levenslooparrangementen, welke behoeften er bestaan aan nieuwe regelingen, wat de mogelijkheden zijn van de arrangementen in de wettelijke en contractuele sociale zekerheid en wat de te verwachten gedragseffecten zijn. Een en ander is opgedeeld in vijf deelprojecten en een afsluitend zesde deelproject, het syntheseproject. Een zevende ‘deelproject’ bestaat uit de organisatie van een aantal conferenties.
Erasmus Universiteit Rotterdam ARBEID, BEDRIJF EN SOCIALE ZEKERHEID (¤ 1.300.000) Het project Arbeid, Bedrijf en Sociale Zekerheid bestaat uit een zestal deelprojecten, waarbij één project door middel van een algemene enquête de (gemeenschappelijke) data dient op te leveren ten behoeve van de overige deelprojecten. De andere deelprojecten behelzen: 1. De vraag in hoeverre de houding en opvattingen van burgers ten aanzien van de sociale zekerheid overeenkomen met de uitgangspunten, de werking en de uitkomsten van beleid(sveranderingen). In bijzonder is er aandacht voor de zogenaamde horizontale en verticale solidariteit tussen groepen burgers. 2. Veranderingen in het denken over arbeid in grote ondernemingen in relatie tot de doorwerking in CAO’s en tot de ontwikkelingen in de sociale zekerheid. 3. Bedrijfsbeleid en employability. De vraag is: of en hoe geven bedrijven vorm aan de employability van werknemers, is dit effectief en wat zijn de achtergronden om al dan niet een employability vorm te geven. 4. De consequenties van de flexibilisering van de arbeid voor de behoefte aan, de vorm van en het beroep op sociale zekerheid. 5. De wisselwerking tussen CAO’s en sociale zekerheid.
29
Beleggingsbeleid
Algemeen Stichting Instituut Gak streeft enerzijds naar een structurele uitkeringsratio van circa 3% van het vermogen en anderzijds naar het in stand houden van de koopkracht van het vermogen. Gelet op de huidige rentestand kan dit alleen als er bereidheid is om beperkte beleggingsrisico’s te nemen. Daarbij kunnen de beleggingen gezien de beleggingshorizon van het fonds worden gericht op de lange termijn. Dit betekent dat een groot deel van het vermogen in aandelen belegd kan worden, aangezien aandelen op de lange termijn gemiddeld meer rendement opleveren dan bijvoorbeeld staatsleningen. Geadviseerd door de uit drie leden bestaande beleggingscommissie, heeft het bestuur gekozen voor de volgende strategische beleggingsmix: Aandelen Vastrentende waarden Onroerend goed Commodities
47,5 % 30,0 % 17,5 % 5,0 %
Stichting Instituut Gak kiest voor een professionele interne aansturing van het beleggingsproces. Voor de uitvoering wordt gewerkt met negen verschillende professionele vermogensbeheerders en een van de vermogensbeheerders onafhankelijk gerenommeerd bewaarbedrijf.
Resultaat 2005 Het hierboven beschreven beleggingsbeleid leidt over het jaar 2005 tot een totaal beleggingsresultaat ter grootte van ¤ 80,5 miljoen, oftewel 18,21% van het totaal aan beleggingen per 1 januari 2005. Het beleggingsresultaat van het totaal van de beursgenoteerde portefeuilles is 0,34% beter dan het gewogen gemiddelde van de onderscheiden benchmarks. In de onderstaande tabel wordt meer inzicht gegeven in de totstandkoming van het beleggingsresultaat. Daarbij wordt per beleggingscategorie inzicht gegeven in de relatieve performance ten opzichte van de benchmark.
Vrije Universiteit Amsterdam TUSSEN UITSLUITING EN INBURGERING. OVER DE PLAATS VAN DE SOCIALE ZEKERHEID IN HET IMMIGRATIE- EN INTEGRATIEBELEID (¤ 1.828.396) Het project Tussen Uitsluiting en Inburgering bestaat uit acht deelonderzoeken en het vervaardigen van een syntheserapport. Het gehele onderzoek is erop gericht criteria te onderscheiden ten behoeve van de nationale en Europese wetgever met het oog op de toekomstige vormgeving van de rechtspositie van immigranten in het stelsel van sociale zekerheid, rekening houdend met de aard en juridische status van immigrantengroepen in het kader van de diverse sociale zekerheidsprestaties. Het project dient uit te monden in een model van stelselspecifieke, normatieve en beleidsmatige uitgangspunten die de toegangsvoorwaarden voor afzonderlijke immigrantengroepen tot de sociale zekerheid regarderen.
20 05
Aandelen Vastrentende waarden Indirect onroerend goed Commodities Totaal beursgenoteerd voor afdekken valuta risico Afdekken dollar valutarisico voor 50% Kosten vermogensbeheer
Rendement
Benchmark
Verschil
29,26 % 5,52 % 27,79 % -/- 3,86 %
28,59 % 5,21 % 27,92 % -/- 3,51 %
0,67 % 0,31 % -/- 0,13 % -/- 0,35 %
21,34 % -/- 2,36 % -/- 0,31 %
21,00 %
0,34 %
Totaal beursgenoteerd na afdekken valutarisico en kosten Direct onroerend goed
18,67 % 15,64 %
Totaal beleggingsresultaat
18,21 %
30
31
Aandelen
Commodities
In de loop van het jaar 2005 is de allocatie richting aandelen in opkomende markten in de strategische beleggingsmix verhoogd van 2,5% van de totale beleggingen tot 5,0%. Daarnaast is een deel van de in de strategische beleggingsmix opgenomen allocatie richting commodities ten laste van de allocatie richting aandelen gebracht, waardoor de totale allocatie richting aandelen uitkomt op 47,5%, welke als volgt is verdeeld:
In de loop van het jaar 2005 is besloten een allocatie ter grootte van 5% richting commodities (ruwe grondstoffen etc.) op te nemen in de strategische beleggingsmix.
Wereldwijd enhanced Wereldwijd actief Wereldwijd opkomende markten Europees duurzaam
30,0 % 10,0 % 5,0 % 2,5 % 47,5 %
Binnen het Europees duurzaam aandelen mandaat wordt belegd in ondernemingen die in hun bedrijfstak het beste scoren op het terrein van sociaal- en milieubeleid. Het valutarisico met betrekking tot de beleggingen in aandelen in de Verenigde Staten wordt voor 50% afgedekt.
Vastrentende waarden In de loop van het jaar 2005 heeft Stichting Instituut Gak het passief beheerde mandaat omgezet in een "enhanced" beheerd mandaat waarin wordt gestreefd naar een bescheiden outperformance bij een licht hoger risico. De verdeling van de belegging in vastrentende waarden luidt als volgt: Europa enhanced Europa actief
15,0 % 15,0 % 30,0 %
Voor de belegging in vastrentende waarden geldt dat er slechts een beperkt valutarisico wordt genomen (grotendeels afgedekt naar euro).
Onroerend goed De belegging in onroerend goed bestaat deels uit direct onroerend goed en deels uit indirect onroerend goed. De belegging in direct onroerend goed betreft de 100% deelneming Gak Onroerend Goed B.V. De belegging in indirect onroerend goed betreft: Europa beursgenoteerd actief Noord-Amerika beursgenoteerd actief
12,5 % 5,0 % 17,5 %
Met betrekking tot de belegging in beursgenoteerd Noord-Amerikaans onroerend goed geldt dat 50% van het valutarisico met betrekking tot de U.S. Dollar wordt afgedekt.
20 05
Kosten vermogensbeheer De kosten van het vermogensbeheer bestaan enerzijds uit de kosten die het bewaarbedrijf en de vermogensbeheerders bij de stichting in rekening brengen ad ¤ 1.235.000 (0,31% van het belegde vermogen) en anderzijds uit de kosten welke direct ten laste van beleggingsfondsen worden gebracht. De totale kosten van het vermogensbeheer zijn ten opzichte van het jaar 2004 licht gestegen van 0,33% tot 0,37% van het belegde vermogen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de in de loop van de jaren 2004 en 2005 ingezette overstap van de passief beheerde aandelen- en vastrentende portefeuilles naar "enhanced" beheerde portefeuilles. Anderzijds wordt de stijging van de beleggingskosten veroorzaakt door een hogere resp. nieuwe allocatie naar duurdere categorieën zoals aandelen in opkomende markten en commodities. Ondanks de stijging is het kostenniveau nog steeds competitief.
32
Organisatie
33
Bestuur Prof. H.J.L. Vonhoff (voorzitter) (1931) heeft als Commissaris van de Koningin in Groningen, burgemeester van Utrecht, staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk en lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal een lange ervaring in het openbaar bestuur. Hij was voorzitter van Stichting Gak Holding.
Beleggingscommissie Prof. Dr. J.M.G. Frijns G.J.A. van der Lugt Prof. Dr. Th.E. Nijman
Mr F.K. Buijn (vice-voorzitter) (1950) heeft als notaris bij de Brauw Blackstone Westbroek een grote kennis van juridische, notariële, vennootschapsrechtelijke en fiscale zaken. Hij was vice-voorzitter van Stichting Gak Holding.
Mutaties 2005 De heer Drs. J. Kleiterp heeft, wegens het bereiken van de 70-jarige leeftijd, conform het voor de Beleggingscommissie geldende rooster van aftreden, in 2005 het lidmaatschap van de Beleggingscommissie beëindigd. De heer Prof. Dr. Th.E. Nijman is in 2005 lid geworden van de Beleggingscommissie.
Dr. G. Bresser (1936) heeft onder meer als voorzitter van de Raad van Bestuur van een beursgenoteerde onderneming een staat van dienst in het bedrijfsleven opgebouwd. Hij was voorzitter van de Raad van Commissarissen van Gak Groep N.V. en lid van het bestuur van Stichting Gak Holding. L. de Graaf (1930) heeft tijdens zijn loopbaan bij de Raad van Arbeid, het Sociaal Fonds Bouwnijverheid en het CNV (onder andere vice-voorzitter), als lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, staatssecretaris en minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brede en zeer diepgaande kennis van de sociale zekerheid opgedaan. Hij was lid van de Raad van Commissarissen van Gak Groep N.V. Dr. E.P. de Jong (1945) heeft kennis van de sociale zekerheid opgedaan onder andere tijdens zijn loopbaan als hoogleraar sociaal recht, voorzitter van de Sociale Verzekeringsraad, lid hoofddirectie en later presidentdirecteur Vereniging GAK, voorzitter Raad van Bestuur Gak Groep N.V en lid van de Raad van Bestuur van Achmea Holding N.V. Hij was lid van het bestuur van Stichting Gak Holding. Drs. J.W.E. Neervens (1946) is na een carrière bij het Sociaal Fonds Bouwnijverheid, (afgesloten als Algemeen Directeur) bij het ABP in dienst getreden als voorzitter van de Directieraad. Hij heeft een zeer diepgaande kennis van de sociale zekerheid en het functioneren van de overheidssector.
Bureau Geert J. Veentjer (1946) is algemeen directeur. Hij is onder meer verantwoordelijk voor de behandeling van subsidie aanvragen en de uitvoering van het jaarprogramma. Door zijn opleiding en ervaring onder andere bij Gak Groep N.V. (lid van de Raad van Bestuur) en Gak Nederland B.V. (statutair directeur) heeft hij een diepgaande kennis van sociale zekerheid en personeel- en organisatiebeleid.
voorzitter
Raad van Advies Mevrouw Drs. L.S. Groenman voorzitter Mevrouw M. de Boer Prof. Drs. V. Halberstadt Drs. L.M.L.H.A. Hermans Mevrouw Drs. A.M. Jongerius Mevrouw Prof. Dr. Mr E.M. Kneppers - Heijnert R.L.O. Linschoten W. Meijer Mr Drs. F.J. Paas A.H. Verhoeven Mr B.E.M. Wientjes ing. J.P.C.M. van Zijl Mutaties 2005 De volgende leden hebben in de loop van het jaar 2005 het lidmaatschap van de Raad van Advies beëindigd: Mr J.H. Schraven D. Terpstra L.J. de Waal De volgende leden zijn in het jaar 2005 lid geworden van de Raad van Advies:
Rik Imhof RA (1965) is als financieel directeur belast met onder meer het beheer van het vermogen van de stichting en de in- en externe financiële verslaggeving. Door zijn opleiding tot registeraccountant en werkervaring in de accountancy en in controller functies heeft hij een diepgaande kennis van vermogensbeheer en overige financiële zaken. Mr Dr. Hans Bosselaar (1961) is als coördinator onderzoeksprogramma met ingang van het jaar 2006 in samenwerking met de Wetenschappelijke Raad verantwoordelijk voor de compleetheid en de samenhang van de projecten op het terrein van wetenschappelijk onderzoek. Hij beschikt over een diepgaande kennis op dit terrein door zijn wetenschappelijke opleiding en ervaring als onderzoeker. Peter America (1958) verzorgt de administratie en heeft door zijn opleiding en ervaring uitgebreide kennis van boekhouding, administratie en treasury.
20 05
Drs. Noor Trompenaars (1966) beheert de projecten en voert het secretariaat van een aantal leerstoelen op het gebied van de sociale zekerheid.
Mevrouw Drs. A.M. Jongerius Mr Drs. F.J. Paas Mr B.E.M. Wientjes
Wetenschappelijke Raad Prof. Mr E.M.H. Hirsch Ballin Prof. Dr. B. Cantillon Prof. Dr. H.A. Keuzenkamp Prof. Dr. J.A. Knottnerus Prof. Dr. F. Leijnse Prof. Dr. P.A. van Lieshout
Hilversum, 19 april 2006 Bestuur Stichting Instituut Gak
voorzitter
34
Jaarrekening 2005
35
Balans per 31 december 2005
Staat van baten en lasten 2005
(in duizenden euro’s; voor verwerking van het resultaat)
(in duizenden euro’s) 31 december 2005
31 december 2004
2005
2004
Activa Materiële vaste activa Vorderingen Beleggingen en liquide middelen
72 41 519.493
Dividenden Interest Koersverschillen beleggingen Kosten vermogensbeheer
78 266 442.239
Resultaat beleggingen 519.606
7.379 3.296 71.075 -/- 1.235
11.740 2.743 38.194 -/- 1.116 80.515
51.561
-/- 15.083
-/- 3.415
-/- 996
-/- 932
437
-
64.873
47.214
442.583 Af: Projecten
Passiva Af: Uitvoeringskosten eigen organisatie Eigen vermogen Kortlopende schulden
490.121 29.485
425.248 17.335 519.606
20 05
Bij: Bijzondere baten 442.583
Voordelig saldo
36
37
Kasstroomoverzicht
Algemeen
(in duizenden euro’s)
Kasstroom uit operationele activiteiten Voordelig saldo staat van baten en lasten Aanpassingen voor: Afschrijvingen Mutaties in werkkapitaal: Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Te betalen subsidies Leveranciers Overlopende passiva
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Netto-kasstroom
2004
64.873
47.214
25
25
1.788 225 10.232 -/- 2 132
5.531 -/- 172 -/- 1.046 -/- 14 24
Kasstroom uit operationele activiteiten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in materiële vaste activa
2005
In 2003 is Stichting Instituut Gak gefuseerd met "Stichting Mr H.P.L.C. de Kruyff-fonds" (Stichting De Kruyff-fonds) en "Stichting Bijzonder Hoogleraarschap voor het Onderwijs in de Sociale Verzekeringsgeneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam" (Stichting Bijzonder Hoogleraarschap). Naar aanleiding van deze fusie is de doelstelling van de Stichting uitgebreid met het instellen en instandhouden van leerstoelen voor onderwijs op het terrein van sociale zekerheid aan Nederlandse universiteiten. De volgende zeven bijzondere leerstoelen zijn momenteel aan de Stichting gelieerd:
12.400
4.348
77.273
51.562
-/- 19
-/- 21 -/- 19
-/- 21
77.254
51.541
Toelichting bij het kasstroomoverzicht Algemene grondslagen Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij het saldo van de staat van baten en lasten als uitgangspunt is genomen. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de beleggingen en de liquide middelen.
2005
Balansmutatie beleggingen en liquide middelen Beleggingen en liquide middelen per 31 december
20 05
Sociaalzekerheidsrecht (Rijks Universiteit Groningen): Prof. Mr F.M. Noordam; Internationaal sociaalzekerheidsrecht (Universiteit van Tilburg): Prof. Mr Drs. F.J.L. Pennings; Sociaalzekerheidsrecht (Vrije Universiteit): Prof. Dr. G.J. Vonk; Leer der Sociale zekerheid (Universiteit Leiden): Prof. Dr. K.P. Goudswaard; Sociale zekerheid als component van de economische orde (UvA): Prof. Dr. Ph.R. de Jong; Pensioenrecht (Radboud Universiteit Nijmegen): Prof. Mr P.M.C. de Lange; Sociale verzekeringsgeneeskunde (UvA/AMC): Prof. Dr. J.H.B.M. Willems.
Iedere bijzondere leerstoel heeft een eigen curatorium dat uit drie leden bestaat: één vanuit de universiteit, één vanuit de faculteit en één vanuit Stichting Instituut Gak. Jaarlijks vindt er overleg plaats tussen curatorium en de leerstoelhouder waarin hij verslag doet van zijn activiteiten. De bijzonder hoogleraren worden tevens betrokken bij de uitwerking van het meerjarenplan in een onderzoeksprogramma voor onze stichting. Stichting Instituut Gak heeft één deelneming, de 100% deelneming Gak Onroerend Goed B.V. Consolidatie van de jaarrekening van Gak Onroerend Goed B.V. met de jaarrekening van Stichting Instituut Gak heeft niet plaatsgevonden aangezien Stichting Instituut Gak het in de deelneming Gak Onroerend Goed B.V. geïnvesteerde bedrag ziet als een belegging in direct onroerend goed. Het jaarverslag van Gak Onroerend Goed B.V. zal worden gedeponeerd bij het handelsregister en zal ten kantore van de vennootschap aanwezig zijn.
2004
Samenstelling beleggingen en liquide middelen Beleggingen en liquide middelen per 1 januari
Stichting Gak Holding is op 29 december 1995 opgericht. Na de juridische fusie met Gak Groep N.V. is de naam per 3 januari 2001 gewijzigd in Stichting Instituut Gak. De stichting heeft als eerste ten doel het voor een bepaalde periode direct of indirect ondersteunen van projecten en programma’s op het gebied van de sociale zekerheid, de reïntegratie, de preventie, de arbeidsmarkt, arbeidsomstandigheden en andere maatschappelijke gebieden. Het tweede doel is het beheren en beleggen van het vermogen van de stichting.
442.239
390.698
77.254
51.541
519.493
442.239
Stichting Instituut Gak is niet onderworpen aan de wet op de vennootschapsbelasting. Aangezien de door juridische fusies met Stichting Instituut Gak verdwenen vennootschappen Gak Groep N.V. en ViaPrisma N.V. wel waren onderworpen aan de wet op de vennootschapsbelasting, zullen eventuele baten en lasten uit hoofde van vennootschapsbelasting met betrekking tot oude jaren onder de bijzondere baten c.q. lasten worden verantwoord.
38
39
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Toelichting op de balans (De bedragen die zijn opgenomen in de toelichting op de balans en de staat van baten en lasten zijn, tenzij anders vermeld, in duizenden euro’s.)
Balans De balans is opgesteld met inachtneming van de volgende waarderingsgrondslagen:
Activa Algemeen De activa en passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde tenzij hierna anders is vermeld.
Beleggingen en liquide middelen De beleggingen en de liquide middelen bestaan uit:
Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de aanschafwaarde, verminderd met de jaarlijkse lineaire afschrijvingen. Vorderingen Hieronder worden de vorderingen opgenomen, die een kortere looptijd hebben dan een jaar. De vorderingen worden gewaardeerd op nominale waarde onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor oninbaarheid. Beleggingen De (beursgenoteerde) effecten worden gewaardeerd tegen de marktwaarde per balansdatum. Effecten in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koersen per balansdatum. De valutatransactie waarmee het koersrisico met betrekking tot de beleggingen wordt afgedekt is gewaardeerd tegen de actuele waarde per balansdatum. De deelneming in Gak Onroerend Goed B.V. is te beschouwen als een belegging in onroerend goed en wordt derhalve onder de beleggingen verantwoord. De deelneming wordt gewaardeerd op netto vermogenswaarde. De investeringen in gebouwen zijn binnen de deelneming Gak Onroerend Goed B.V. gewaardeerd op de aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen en, indien nodig, duurzame waardeverminderingen. De afschrijvingen bedragen 3% over 80% van de verkrijgingswaarde van de opstal. Op grond wordt niet afgeschreven. De afgekochte erfpacht wordt afgeschreven over de desbetreffende erfpachtperiode. De boekwaarde van de verschillende gebouwen wordt jaarlijks beoordeeld aan de hand van in- en deels externe taxaties. Indien hierbij duurzame waardeverminderingen naar voren komen wordt de boekwaarde hiervoor gecorrigeerd ten laste van de winst- en verliesrekening. Materiële vaste activa in verkoop, waarvoor geldt dat het economisch risico is overgedragen, worden gewaardeerd op de opbrengstwaarde.
31 december 2005 Aandelen Obligaties Indirect onroerend goed Direct onroerend goed Commodities Liquiditeiten Overlopende couponrente Overige vorderingen en overlopende transacties
266.691 130.847 76.429 20.060 11.946 14.128 1.328 -/- 1.936
31 december 2004 211.519 124.570 64.400 27.879 8.666 1.298 3.907
519.493
442.239
De belegging in direct onroerend goed betreft de 100% deelneming Gak Onroerend Goed B.V. Deze post bestaat uit: 31 december 2005 Materiële vaste activa (gebouwen) Vlottende activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
22.676 7.694 -/- 662 -/- 7.895 -/- 1.753
31 december 2004 31.813 30.679 -/- 31 -/- 14.679 -/- 19.903
20.060
27.879
Staat van baten en lasten De staat van baten en lasten is opgesteld met inachtneming van de volgende grondslagen voor resultaatbepaling:
Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Resultaat beleggingen Bij toepassing van de beurswaarde met betrekking tot de waardering van de effecten per balansdatum worden zowel de gerealiseerde als de ongerealiseerde koersresultaten verantwoord ten gunste c.q. ten laste van het resultaat.
20 05
Projecten De lasten uit hoofde van toegezegde subsidies worden genomen op het moment dat het bestuur besluit middelen beschikbaar te stellen voor een project.
Gak Onroerend Goed B.V. is één van de vennoten van Gak Onroerend Goed v.o.f., waarin Gak Onroerend Goed B.V. een 50% belang heeft. Gak Onroerend Goed v.o.f. is eigenaar van een onroerend goed portefeuille welke ultimo 2005 uit acht gebouwen bestaat.
40
41
Passiva
Verloop beleggingen en liquide middelen 2005
2004
Eigen vermogen Stand per 1 januari Dividenden Interest Toevoeging/onttrekking Koersverschillen
442.239 7.379 3.296 -/- 4.496 71.075
Stand per 31 december
390.698 11.740 2.743 -/- 1.136 38.194 519.493
Eurogebied Europa overig VS en Canada Australië en Nieuw-Zeeland Japan en Azië Opkomende markten
244.142 77.054 130.723 5.964 27.871 33.739
31 december 2004 227.741 61.158 107.242 5.499 23.134 17.465
519.493
Totaal
Stand per 31 december 2003 Winstverdeling 2003 Resultaat 2004
324.171 53.863 -
53.863 -53.863 47.214
378.034 47.214
Stand per 31 december 2004 Winstverdeling 2004 Resultaat 2005
378.034 47.214 -
47.214 -47.214 64.873
425.248 64.873
Stand per 31 december 2005
425.248
64.873
490.121
Kortlopende schulden
442.239
Voor de belegging in vastrentende waarden geldt dat er slechts een beperkt valutarisico wordt gelopen (grotendeels afgedekt naar euro). Van het valutarisico met betrekking tot aandelen- en onroerend goed beleggingen welke in US-Dollar zijn genoteerd is 50% afgedekt middels valuta termijn contracten. Voor de aandelen- en onroerend goed beleggingen welke in andere valuta zijn genoteerd geldt dat het valutarisico niet wordt afgedekt.
20 05
Onverdeeld Resultaat
442.239
Geografische spreiding van de beleggingen 31 december 2005
Algemene reserve
31 december 2005
31 december 2004
Nog te betalen subsidies 2001 Nog te betalen subsidies 2002 Nog te betalen subsidies 2003 Nog te betalen subsidies 2004 Nog te betalen subsidies 2005 Leveranciers Belastingen / premies sociale verzekeringen Overlopende passiva
196 520 1.944 1.870 14.366 8 9.437 1.144
428 1.106 3.619 3.511 10 7.649 1.012
Totaal
29.485
17.335
42
43
Toelichting op de staat van baten en lasten
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Stichting Instituut Gak heeft per balansdatum de volgende verplichtingen voortvloeiend uit langlopende overeenkomsten: contracten met betrekking tot lease voor ¤ 27.000 (2004: ¤ 68.000) huurcontract kantoorgebouw voor ¤ 364.000 (2004: ¤ 437.000) De niet in de balans opgenomen verplichtingen vervallen als volgt: (in duizenden euro’s) 31 december 2005
31 december 2004
Binnen 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar Langer dan 5 jaar
102 289 -
116 349 40
Totaal
391
505
Koersverschillen beleggingen 2005
2004
Mutatie waarde direct onroerend goed - stijging waarde als gevolg van verkopen - resultaat gewone bedrijfsuitoefening - uitkering dividend
5.412 -/- 1.444 -
7.296 650 -/- 6.000
Mutatie waarde aandelen Mutatie waarde vastrentende waarden Mutatie waarde indirect onroerend goed Mutatie waarde commodities Valutatransacties afdekken US-Dollar
3.968 58.024 4.264 15.139 -/- 554 -/- 9.766
1.946 9.191 6.737 15.682 4.638
71.075
38.194
2005
2004
Toegezegde subsidies Vrijgevallen subsidies Honoraria hoogleraren
15.398 -/- 469 154
4.384 -/- 1.048 79
Totaal
15.083
3.415
Totaal Gak Groep N.V. (rechtsvoorganger van Stichting Instituut Gak) heeft bij de verkoop van een aantal van haar werkmaatschappijen in de jaren 1999 en 2000 een aantal garanties aan de kopers afgegeven, welke qua looptijd variëren tussen 1 en 10 jaar. De belangrijkste garanties hieronder zijn de fiscale garanties die een looptijd kennen tot het moment dat de fiscus geen aanspraken meer heeft op de betreffende werkmaatschappijen.
20 05
Projecten
44
45
Uitvoeringskosten eigen organisatie
Toegezegde subsidies Dit betreft de in het boekjaar toegekende aanvragen.
Aantal
2005 Bedrag
Aantal
2004 Bedrag
Ontwikkeling en evaluatie van instrumenten en methodieken Voorlichting en activering Bijdragen aan het publieke debat Wetenschappelijk onderzoek Garanties en reserveringen
10 34 4 7 -
1.299 3.875 177 9.883 164
12 19 7 3 -
1.168 1.155 555 1.476 30
Totaal
55
15.398
41
4.384
Categorie
2005
2004
Lonen en salarissen Bezoldiging Bestuur * Vergoeding Beleggingscommissie * Vergoeding Raad van Advies * Sociale lasten Afschrijvingen Overige bedrijfskosten
431 115 12 20 101 25 292
428 115 18 86 25 260
Totaal * Sommige leden wijzen een andere begunstigde aan.
996
932
Werkzame personen Het gemiddeld aantal werkzame personen in 2005 bedraagt 5 (2004: 5)
Sociale lasten Onder de sociale lasten is een bedrag ad ¤ 91.000 (2004: ¤ 69.000) opgenomen ter zake van pensioenlasten met betrekking tot door Stichting Instituut Gak toegezegde pensoenen. Dit betreft de aan de verzekeraar betaalde pensioenpremie onder aftrek van de werknemersbijdrage. Stichting Instituut Gak streeft ernaar RJ 271 te volgen en heeft de verzekeraar opdracht gegeven de daartoe benodigde gegevens tijdig aan te leveren, zodat één en ander volledig in de jaarrekening 2006 kan worden verwerkt.
Overige bedrijfskosten 2005
2004
Automatiseringskosten Huisvestingskosten Bureaukosten Overige kosten
6 78 50 158
9 76 50 125
Totaal
292
260
Bijzondere baten De bijzondere baten bestaan nagenoeg geheel uit fiscale afwikkelingen over de periode 1996 tot en met 2000.
20 05
46
47
Verdeling voordelig saldo
Hilversum, 19 april 2006. Bestuur Prof. H.J.L. Vonhoff Mr F.K. Buijn Dr. G. Bresser L. de Graaf Dr. E.P. de Jong Drs. J.W.E. Neervens Directie G.J. Veentjer R. Imhof RA
20 05
Overige gegevens
voorzitter vice voorzitter
algemeen directeur financieel directeur
De directie stelt voor het voordelig saldo van Stichting Instituut Gak over 2005 ad ¤ 64.873.000 in het geheel toe te voegen aan de algemene reserve.
48
Accountantsverklaring
Opdracht Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2005 van Stichting Instituut Gak te Hilversum gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld door de directie van de stichting. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die het bestuur van de stichting daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2005 en van het resultaat over 2005, in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving. Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag voorzover wij dat kunnen beoordelen verenigbaar is met de jaarrekening.
Amstelveen, 19 april 2006. KPMG ACCOUNTANTS N.V.
M.A. Huiskers RA
20 05