Jaarverslag 2013 Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
1
Colofon Redactie: Link Inc Eindredactie: Eef Heylighen Lay-out: CDN Communication Foto cover: Vluchtelingenwerk Vlaanderen Speciale dank aan: De medewerkers van Vluchtelingenwerk voor hun inbreng. Druk: gedrukt op 60% gerecycleerd papier bij drukkerij Paperland in Brussel. Verantwoordelijke uitgever: Els Keytsman, Kruidtuinstraat 75, 1210 Brussel. www.vluchtelingenwerk.be Triodos Bank: BE06 5230 8056 2922
2 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Inhoud
Vooraf 4 Deel 1: De opvang en begeleiding van asielzoekers in 2013 5 1. De Opvangwet van 2007: een gemiste kans 2. Alles kan beter: werken aan kwaliteitsvolle opvang 2.1 Waarom individuele opvang? 2.2 De knelpunten in de opvang anno 2013 3. Hoe werkt de individuele opvang door Vluchtelingenwerk? 4. Vertaald in cijfers
6 12 13 15 20 23
Deel 2: Wat deed Vluchtelingenwerk in 2013?
29
1. Inzet voor asielzoekers en vluchtelingen 2. Ondersteuning van begeleiders en advocaten 3. Acties Actie tegen afbraak juridische bijstand Individuele opvang in de kijker Gastvrije Award 2013 Wereldvluchtelingendag Actieweek voor afgewezen Afghaanse vluchtelingen 4. Sociale media & website
30 32 35 35 35 35 36 36 36
Deel 3: Vluchtelingenwerk inspireert het beleid
37
Voorstellen voor een beter asielbeleid 38 Lobbytraject 38 Beroepsprocedures 39 Protestbeweging Afghaanse vluchtelingen 39 Syrische vluchtelingen 41 De hervorming van de gratis juridische bijstand 41 Meer aandacht voor ‘resettlement’ 41 Beoordeling aanvragen van holebi-asielzoekers 41 ‘Asielzoekers zijn mensen, geen dossiers’ 42 Lezingen en vormingen 42 Vluchtelingenwerk en Europa 42
Deel 4: Wie is Vluchtelingenwerk?
43
Een gedreven team 44 Vrijwilligers 44 Studentenstages 44 De leden 44 Raad van bestuur en algemene vergadering 45 Actief lidmaatschap 45
Deel 5: Financiën en personeel
46
Financieel beheer 47 Overheidssubsidies 47 Private giften 47 In cijfers en grafieken 48 Verdeling inkomsten en uitgaven 48 Personeel 48
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
3
Vooraf Je hoeft dit jaarverslag niet te lezen. Want na enkele woelige jaren is de rust teruggekeerd in de opvang van asielzoekers. Ook in 2013 is de overheid erin geslaagd om aan asielzoekers die in ons land terecht komen, het onderkomen te bieden waar ze als mens en bij wet recht op hebben. Wie in België asiel zoekt, riskeert niet langer de nacht te moeten doorbrengen op straat of in een veel te kleine hotelkamer zonder gepaste begeleiding en ondersteuning. Alles is dus peis en vree? In dit jaarverslag bekijken we het opvangbeleid van de Belgische overheid in een ruimer perspectief. Dat leest u in het eerste deel. We zien een positieve evolutie in de asielopvang. We richten onze aandacht vooral op de werkpunten die het beleid en de praktijk nog kunnen versterken. Met de verkiezingen in aantocht is het een ideaal moment om een status quo op te maken en een voorzet te geven voor een beter beleid in de toekomst. De instroom van asielzoekers in ons land is de laatste jaren gedaald. Opvallend wanneer oude en nieuwe conflicthaarden in de wereld opflakkeren en er wereldwijd nooit zoveel mensen op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Ook morgen zullen er vluchtelingen in ons land aankomen met de vraag naar een veilig onderkomen. Hoe zal ons land deze mensen in de toekomst bejegenen? Blijven de grenzen van Europa gesloten? In het licht van de verkiezingen van mei 2014 moeten we dit moeilijke debat durven voeren. De ‘uitstroom’ van asielzoekers is de laatste jaren toegenomen. De cijfers spreken boekdelen. Maar die verbergen een schrijnende werkelijkheid: dagelijks verdwijnen afgewezen asielzoekers uit het zicht. Dat zet de samenleving onder druk. En wat met de ouders en hun kinderen zonder verblijfsvergunning?
Ook voor deze mensen is een vangnet nodig. Middenveldorganisaties en onze vrijwilligersorganisaties helpen waar ze kunnen, maar ze missen een structureel kader en de nodige ondersteuning. Op het terrein is de werkelijkheid veel erger dan de officiële cijfers van de overheid doen uitschijnen. Hoe zal ons land in de volgende jaren omgaan met deze groep mensen? De reacties op straat tonen aan dat we steeds minder goed aanvaarden dat ons land mensen terugstuurt naar onveilige landen als Afghanistan. Blijft de overheid de roep om een menselijkere aanpak negeren? Vluchtelingenwerk wil ook de volgende jaren de behoeder zijn van een humaan asielbeleid. Een kwalitatieve asielprocedure is in het belang van de vluchtelingen, die hier vaak hulpeloos en radeloos aankomen. Een opvangbeleid dat steunt op menswaardigheid is ook goed voor de samenleving. Voor de asielzoekers vergroot de kans op inburgering, als hun asielaanvraag erkend wordt. Maar het helpt hen ook om hun leven terug in handen te nemen, als hen gevraagd wordt terug te keren. Het wettelijk kader dat in de Opvangwet van 2007 uitgetekend werd, is intussen dermate uitgehold dat er opnieuw grijze zones ontstaan die tot schrijnende toestanden leiden. Vluchtelingenwerk roept daarom op tot waakzaamheid. Anderzijds zal Vluchtelingenwerk blijven inzetten op de uitbouw van een kwalitatief netwerk voor individuele opvang. Dat biedt namelijk de garantie voor een opvangmodel dat asielzoekers weerbaarder en de samenleving hechter maakt. Dat kunnen we alleen door de grote inzet van al onze medewerkers, vrijwilligers, leden, partners en donateurs. Voor dat engagement wensen we hen uitdrukkelijk te bedanken. Laten we vooral nooit vergeten dat het in de opvang en bescherming van asielzoekers en vluchtelingen om mensen gaat, niet om dossiers… Anne Van Lancker, voorzitter Els Keytsman, directeur
4 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Deel 1 De opvang en begeleiding van asielzoekers in 2013
Hoe gaat België anno 2013 om met de asielzoekers die in ons land aankloppen voor opvang en begeleiding? Is er een wettelijk kader voor een menswaardige opvang? Hoe worden die regels en voorschriften in de praktijk omgezet? Hoe is de opvang geregeld? Waar zitten de pijnpunten in het opvangbeleid en wat kan er verbeterd worden? Waarom werkt individuele opvang zo goed? Vluchtelingenwerk Vlaanderen maakt de balans op van het Belgische opvangbeleid en blikt kritisch terug op 2013. INDIVIDUELE OPVANG © YSABEL JONGENEELEN
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
5
1. De Opvangwet van 2007: een gemiste kans De hoge en veelbelovende doelstellingen van de Opvangwet uit 2007 zijn om verschillende redenen nooit gehaald In 2013 is duidelijk geworden dat het beloftevolle kader dat door de Opvangwet van 12 januari 2007 opgetrokken werd, nu sterk uitgehold is. De Opvangwet had als doelstelling de gelijke behandeling van asielzoekers en andere categorieën van vreemdelingen te waarborgen. De wet bood garanties aan alle begunstigden van de opvang door de bestaande praktijken en wettelijke bepalingen te bundelen in één wet. Daarom was de wet een goede stap voorwaarts op het vlak van rechtszekerheid en kwaliteitsstandaarden. Maar de hoge doelstellingen die in de Opvangwet vervat zaten, zijn om verschillende redenen nooit gehaald. Een terugblik in vier etappes. De opvangcrisis hypothekeert de nieuwe wet
asielzoeker in klein kasteeltje - © marcel van coile
De opvangcrisis leidde rechtstreeks tot een verandering in het opvangmodel
6 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
De opvangcrisis van midden 2008 tot begin 2012 was een eerste struikelsteen. Meer dan 12 000 asielzoekers en meer dan 7000 ouders en hun kinderen zonder verblijfspapieren kwamen door de opvangcrisis op straat terecht. Paradoxaal genoeg was die opvangcrisis een rechtstreeks gevolg van de nieuwe wet van 2007. Door de invoering ervan kregen asielzoekers tijdens hun asielprocedure immers niet langer financiële steun, maar wel ‘materiële opvang en begeleiding’. Deze hervorming vroeg dus intrinsiek om extra opvangplaatsen om haar grote ambities te kunnen waarmaken. Tegelijk nam het aantal asielaanvragen tussen 2007 en 2011 aanzienlijk toe. Er was dus sowieso behoefte aan meer opvangplaatsen. Een flexibel opvangnetwerk met voldoende opvangplaatsen had deze stijging aangekund. Maar dat netwerk was er toen niet. De beleidsmakers schatten niet goed in hoeveel opvangplaatsen in de praktijk nodig waren. Langzaam raakten de bestaande opvangvoorzieningen vol. De overheid opende wel bijkomende asielopvang, maar dat bleek telkens onvoldoende. Resultaat: asielzoekers kregen niet langer de opvang waar ze als mens en bij wet recht op hadden. Back to square one. De opvangcrisis leidde ook rechtstreeks tot een verandering in het opvangmodel, waardoor de initiële doelstellingen van de Opvangwet op de helling kwamen te staan.
Wat zegt de Opvangwet? De Opvangwet van 12 januari 2007 zorgde ervoor dat alle regels in verband met de opvang van asielzoekers in één wet werden opgenomen. Voortaan werd uitdrukkelijk bepaald dat alle asielzoekers recht hebben op een opvang die hun in staat moet stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. De Opvangwet voerde het principe in van de materiële hulp gedurende de hele asielprocedure. Het vervangen van financiële door materiële hulp werd ook ingegeven door de perceptie dat er een aanzuigeffect was. Die materiële hulp wordt verleend door Fedasil (het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers) of een opvangpartner van het agentschap. De opvang bestaat uit huisvesting, voedsel, kleding, medische, maatschappelijke en psychologische begeleiding en de toekenning van een dagvergoeding. Zij omvat eveneens de toegang tot juridische bijstand en tot tolkdiensten of opleidingen. Ook de mogelijkheid om in een programma voor vrijwillige terugkeer te stappen, is voorzien. De Opvangwet zette de Richtlijn van de Raad Vanaf december 2010 kwamen er ‘transitcentra’. In deze centra werden asielzoekers opgevangen gedurende een eerste periode van in principe maximaal tien weken, in de praktijk soms langer. Pas daarna konden ze doorstromen naar de gewone asielopvang. Ook deze extra fase verstoorde de normale werking van het opvangmodel. Gelukkig verbeterde de situatie in de asielopvang vanaf januari 2012 en kon Fedasil opnieuw elke pas aangekomen asielzoeker een opvangplaats toekennen. Ook in 2013 is Fedasil daarin geslaagd. Sinds eind december 2012 brengt Fedasil niet langer asielzoekers onder in hotelkamers. Dat is een grote stap vooruit. Op het dieptepunt van de crisis verbleven tot 1200 mensen in een hotelkamer, zonder volwaardige juridische, maatschappelijke en psychologische begeleiding. Laten we even terugblikken op hoe er een einde is gekomen aan de opvangcrisis. De bezettingsgraad in de algemene asielopvang daalde sterk om verschillende redenen. Er is ten eerste een sterke daling van het aantal asielaanvragen: er vragen gewoon minder mensen asiel aan (zie pagina 23 voor de cijfers van asielaanvragen). De behandeling van asieldossiers verloopt ook sneller, waardoor de gemiddelde verblijfsduur in het opvangnetwerk is ingekort. En afgewezen
van de Europese Unie tot vaststelling van de minimumnormen voor de opvang van asielzoekers (2003/9/EG) om in Belgisch recht. De materiële opvang werd aanvankelijk verstrekt in twee fasen: de eerste vier maanden in een collectieve opvangstructuur en vervolgens in een individuele opvangstructuur beheerd door een OCMW (via een lokaal opvanginitiatief of LOI) of door Vluchtelingenwerk Vlaanderen of CIRÉ. Sinds september 2012 is er nog een derde fase bijgekomen. Indien er een definitief negatief antwoord komt op de asielaanvraag, hebben de meeste asielzoekers alleen nog recht op opvang in een terugkeerplaats. Daar wordt gewerkt aan een traject voor vrijwillige terugkeer. De Opvangwet nam verder ook de doelgroep van ouders en hun kinderen zonder verblijfspapieren op als een specifieke doelgroep binnen het opvangbeleid. Ook zij krijgen uitdrukkelijk recht op materiële hulp binnen de opvangstructuren van Fedasil. Dit gebeurt wanneer de staat van behoeftigheid door een OCMW is vastgesteld en wanneer de ouders niet in staat zijn hun onderhoudsplicht na te komen.
De bezettingsgraad in de algemene asielopvang daalde sterk asielzoekers worden naar een ‘open terugkeerplaats’ gestuurd, maar de grote meerderheid van hen (> 80 procent) verdwijnt. In het jargon zegt men dan: lagere instroom, snellere doorstroom en grotere uitstroom. Bovendien worden steeds meer asielzoekers uitgesloten van het recht op opvang. Mensen die een tweede of volgende asielaanvraag indienen, hebben niet langer automatisch recht op opvang. Alleen als hun tweede of volgende asielaanvraag in overweging wordt genomen door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen, is dat zo. De schrijnende opvangcrisis is anno 2013 duidelijk bedwongen. Maar het lijdt geen twijfel dat de crisis jarenlang een negatieve invloed heeft gehad op de uitvoering van de Opvangwet.
Dode letter Tweede hindernis: heel wat aspecten van de Opvangwet blijven tot op de dag van vandaag dode letter. Sommige bepalingen vroegen namelijk om een concrete uitwerking via uitvoerings
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
7
besluiten; die moesten door de federale regering genomen worden. Het ging onder meer over het huishoudelijk reglement, de vrijwillige terugkeer, de infrastructuur en kwaliteitsnormen voor de opvangstructuren, de gemeenschapsdiensten en de kwalificaties van de maatschappelijk werker. Deze uitvoeringsbesluiten waren eind 2013 nog steeds niet gepubliceerd. Daardoor geeft elke opvangstructuur op eigen wijze invulling aan de wet. Bovendien vaardigt Fedasil bij gebrek aan uitvoeringsbesluiten zelf ook instructies uit. In sommige gevallen voegen deze voorschriften nieuwe regels toe aan de Opvangwet. Dit komt neer op een wetswijziging, waarvoor alleen de wetgever bevoegd is. Vluchtelingenwerk keurt deze werkwijze af en startte een procedure op bij de Raad van State om deze instructies te laten vernietigen. Later meer hierover.
Onvoldoende budget Ten derde werden sommige wettelijke bepalingen uit de wet van 2007 niet uitgevoerd doordat de vereiste middelen gewoon niet voorhanden waren. Dat geldt bv. voor artikel 35. Dat artikel bepaalt dat mensen met recht op opvang cursussen en opleidingen kunnen volgen, georganiseerd door de opvangstructuur of door derden. Vluchtelingenwerk heeft steeds gepleit voor aangepaste korte opleidingen in een contacttaal voor asielzoekers en andere
Nora was zwanger toen ze in België aankwam. Ze werd met haar partner opgevangen in een centrum. Een opvangplaats voor meer dan zevenhonderd mensen. ‘We deelden één ruimte met vijf andere families. Van overal ter wereld; alle nationaliteiten, talen en kleuren. In de ruimtes waren er nauwelijks afscheidingen. Daarom sliep ik er iedere nacht met mijn kleren aan. Ik durfde me niet uit te kleden in het bijzijn van andere mannen.’ (…) Na twee jaar kreeg het jonge gezin KINDEREN VAN NORA, ARMEENSE een woning toegewezen in Antwerpen. Daar verblijven ze nu ongeveer een jaar. ‘Sindsdien gaat het beter. De kinderen leren nu tenminste wat een gezin is. Door die eerste jaren is de band tussen mij en A. niet zo goed. De wisselende contacten en de leefsituatie hebben onze hechting niet echt bevorderd.’ Lees de volledige getuigenis op www.individueleopvang.be 8 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Door het uitblijven van de uitvoeringsbesluiten is een aantal aspecten van de wet dode letter gebleven mensen met recht op opvang. Deze opleidingen moeten afgestemd zijn op de gemiddelde duur van de asielprocedure en zowel rekening houden met een toekomstig verblijf in België als met een eventuele terugkeer naar het land van herkomst.
Juridische aanpassingen vertimmeren wettelijk kader Ten vierde zijn er een aantal aanpassingen doorgevoerd waardoor het wettelijk kader heel wat restrictiever is geworden. De wet van 19 januari 2012 tot wijziging van de wetgeving over de opvang van asielzoekers zorgde er bv. al voor dat asielzoekers die een tweede of volgende asielaanvraag indienen niet meer terechtkunnen in de bestaande opvangvoorzieningen. Behalve als hun tweede of volgende asielaanvraag in overweging wordt genomen door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Ook in 2013 werd de wetgeving op verschillende punten gewijzigd en restrictiever. Een overzicht: —— De wet van 8 mei 2013 die de Vreemdelingenwet, Opvangwet en OCMW-wetgeving wijzigt, beperkt het recht op opvang voor asielzoekers tijdens hun procedure bij de Raad van State. Voortaan bepaalt de Opvangwet dat het indienen van een cassatieberoep bij de Raad van State geen recht op materiële hulp doet ontstaan. Tijdens de behandeling van het cassatieberoep is er slechts recht op materiële hulp nadat het cassatieberoep toelaatbaar is verklaard. Positief is wel dat in de wet voortaan een verplicht spreidingsplan ingevoerd werd (zoals vastgelegd in het regeerakkoord van 1 december 2011). Om te zorgen voor een evenwichtige spreiding van de opvangplaatsen over de gemeenten, zijn de OCMW’s voortaan verplicht lokale opvanginitiatieven op te richten. Deze regelgeving treedt alleen in werking als er behoefte is aan bijkomende opvangplaatsen. Er is ook een Koninklijk Besluit nodig dat de criteria vastlegt voor die spreiding, rekening houdend met de specifieke situatie van elke gemeente.
Sociaal tolken en vertalen is essentieel voor een kwaliteitsvolle opvang Overheidsorganisaties en sociale en non-profit organisaties kunnen een beroep doen op sociale vertaal- en tolkendiensten. Typisch voor sociaal tolken en vertalen is dat het in een sociale context gebeurt en specifiek gericht is op sociale en openbare diensten: de tolk of vertaler fungeert als tussenpersoon tussen de hulpverlening en de anderstalige cliënten. Sinds eind 2012 is de financiering van het sociaal tolken en vertalen voor asielzoekers ingrijpend veranderd. Voor 2013 besliste de staatssecretaris voor Asiel en Migratie om de middelen voor het sociaal tolken en vertalen te verminderen, zowel voor Brussel Onthaal en Bruxelles Accueil als voor SÉTIS Bxl en SÉTIS Wallon. Daarnaast bepaalt het nieuwe decreet over het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid van 7 juni 2013 dat de financiering van het sociaal tolken en vertalen gebeurt door gebruikers (voor-
zieningen) of gebruikersoverheden (ministeries en lokale overheden). Dit impliceert de mogelijkheid dat de gebruikers zelf de tolk- en vertaalkosten zullen moeten dragen. De Vlaamse Tolkentelefoon Babel blijft bovendien alleen gratis voor een aantal Vlaamse diensten. Andere voorzieningen en organisaties, waarvan sommige werken met asielzoekers, moeten voortaan betalen voor de Vlaamse Tolkentelefoon. Deze veranderingen hebben al tot een toename van de prijzen voor sociaal tolken en vertalen geleid. Bijkomende prijsstijgingen zijn nog gepland. Het spreekt voor zich dat dit de toegang tot sociale tolken en vertalers bemoeilijkt. Gezien de beperkte taalmogelijkheden van de bewoners, de vaak complexe inhoud van de gesprekken tussen hulpverlener en cliënt en de steeds kortere verblijfsperiode in onze opvangstructuur is Vluchtelingenwerk ervan overtuigd dat het gebruik van tolken noodzakelijk is voor een kwaliteitsvolle hulpverlening.
—— Het Koninklijk Besluit van 17 augustus instructie omdat we van oordeel waren dat 2013 wijzigde enkele punten uit de rechtssommige asielzoekers niet langer de opvang pleging voor het Commissariaat-generaal kregen die ze nodig hadden en waar ze bij voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Een wet recht op hadden. In een arrest van 3 belangrijk pijnpunt in dat KB is de nieuwe december 2013 heeft de Raad van State de regelgeving over de vertaling van teksten en instructie vernietigd omdat de regels in de toelichtingen in een vreemde taal. Daardoor instructie het toepassingsgebied van de Opis het Commissariaatvangwet bepergeneraal niet meer verken. Wat was er plicht om zelf elk stuk juist aan de Door een hele reeks integraal te vertalen. hand? Een asielaanpassingen is de Asielzoekers laten dus zoeker die is oorspronkelijke Opvangwet uitge procedeerd best zelf de bewijsstukveel restrictiever ken voor hun asielaanmoet de opvang vraag vertalen. normaal gezien geworden verlaten. Maar —— Op 13 juli 2012 vaarde Opvang wet digde Fedasil een instructie uit die onder bepaalt dat uitgeprocedeerde asielzoekers meer bepaalt dat de asielzoekers uit zogedie in de opvang verblijven in een aantal naamde veilige landen geen verlenging van specifieke situaties toch een verlenging van de opvang kunnen vragen.1 Europese asielde opvang kunnen verkrijgen. Dit is onder zoekers konden dat op basis van de instrucmeer het geval om kinderen toe te laten hun tie alleen doen in het geval van een zwanschooljaar te beëindigen, of bij een zwangergerschap of een recente bevalling. schap. Ook als de uitgeprocedeerde asielzoe Vluchtelingenwerk startte in september ker niet kan terugkeren naar zijn land van 2013 een beroepsprocedure op tegen de herkomst of als de uitgeprocedeerde asiel-
1 In 2012 werd een zogenaamde lijst van ‘veilige landen van herkomst’ ingevoerd. Op de lijst staan zes landen uit de Balkan en India. Wie vanuit één van deze landen een asielaanvraag doet in ons land, moet de asielinstanties overtuigen van het tegendeel van het ’vermoeden van veilig herkomstland’. Het asieldossier wordt dan versneld afgehandeld.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
9
‘Toen we hier aankwamen was ik vier maanden zwanger. Mijn verblijf in het asielcentrum in SintNiklaas was voor mij een verschrikkelijke tijd. Ik had constant honger, maar kreeg enkel eten op de voorziene uren. Dan moesten we nog in lange rijen aanschuiven. Om een douche te nemen, moest je eerst een sleutel vragen. Bovendien waren de douches en wc’s altijd vuil. Na de bevalling kon ik niet rusten, want er was dag en nacht lawaai in de gangen.’ (…) ‘Na negen maanden in het centrum kregen we een appartement in Mechelen toegewezen. Toen we de deur open deden, waren we zo gelukkig, ons eigen plekje, een eigen badkamer, eten en drinken, wat en wanneer we wilden. We voelden ons weer mensen. Ook kregen we opeens veel meer steun. Onze assistente kunnen we altijd bellen als we een probleem hebben, ze helpt ons met zoveel dingen, niet alleen met onze procedure, maar ook met heel praktische zaken.’
zoeker om medische redenen de opvang structuur niet kan verlaten. Fedasil heeft de instructie van 13 juli 2012 intussen vervangen door een andere instructie (15 oktober 2013). Een aantal beperkingen uit de instructie van 13 juli 2012 is nu weggelaten. Dat is positief. Toch voegt Fedasil volgens Vluchtelingenwerk nog steeds nieuwe regels toe aan de Opvangwet en zorgt de instructie er dus nog steeds voor dat sommige asielzoekers niet de opvang krijgen waar ze recht op hebben. Daarom heeft Vluchtelingenwerk half december 2013 ook tegen de nieuwe instructie een beroepsprocedure opgestart.
—— Op 23 september 2013 kwam er een nieuwe instructie over het terugkeertraject en de toe wijzing aan een open terugkeerplaats. Sinds september 2012 moeten alle afgewezen asielzoekers verhuizen van de gewone opvangplaatsen naar ‘open terugkeerplaatsen’. Vluchtelingenwerk vindt dat deze terugkeerplaatsen ingaan tegen de filosofie van de oorspronkelijke wet. Terugkeerbegeleiding gebeurt best door de vertrouwde begeleiders, binnen de bestaande opvangplaats. Het is nefast voor de begeleiding van
10 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Anna, 29, Russische nationaliteit
Lees de volledige getuigenis op www.individueleopvang.be
asielzoekers om hen op het einde van hun procedure te laten verhuizen. Zo verliezen asielzoekers hun vertrouwen in de asielinstanties. Het gevolg is dat mensen verdwijnen uit de cijfers – en uit het zicht. Bovendien houdt Fedasil bij de toewijzing, op enkele uitzonderingen na, geen rekening met school of taal, noch met eventueel hangende regularisatie- of andere verblijfsprocedures, noch met het netwerk dat asielzoekers hebben opgebouwd in de oude opvangstructuur (dokter, opleidingen, vrienden, …). Ook in de praktijk is deze instructie moeilijk uitvoerbaar. Asielzoekers die een negatieve beslissing ontvangen en dus moeten terugkeren naar hun land van herkomst, zouden zich binnen de vijf werkdagen moeten aanbieden bij de open terugkeerplaatsen (vier centra van Fedasil, in Arendonk, Poelkapelle, Sint-Truiden en Jodoigne). Dit is veel te kort, zowel mentaal als administratief-logistiek, zoals blijkt uit ons rapport ‘Het zijn mensen, geen dossiers’ over de terugkeerplaatsen.
© Maguette
Mensen verdwijnen uit de cijfers – en uit het zicht
u Conclusie Ondanks enkele pluspunten is de conclusie duidelijk. Wat in de Opvangwet van 2007 uitgedacht werd als een waterdicht wettelijk kader, biedt vandaag onvoldoende waarborgen voor een kwaliteitsvolle opvang en begeleiding van asielzoekers. Vluchtelingenwerk nam, samen met de andere opvangpartners, van oktober 2012 tot maart 2013 deel aan verschillende overlegmomenten georganiseerd door Fedasil. Het doel was de Opvangwet te evalueren. Dit proces leidde tot een evaluatierapport met aanbevelingen voor een kwalitatiever opvangmodel. Uit het rapport kwam onder meer naar voren dat een ideaal opvangmodel gericht is op de individuele evaluatie van de noden van elke bewoner. Maar ook dat er een kwaliteitsvolle, op minimumnormen gebaseerde, begeleiding en infrastructuur aangeboden wordt, die aangepast is aan bepaalde bijzondere bewonerscategorieën. Deze aanbevelingen zullen in de komende maanden en jaren geconcretiseerd moeten worden. Hoe Vluchtelingenwerk daar wil toe bijdragen staat in wat volgt.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
11
2. Alles kan beter: werken aan kwaliteitsvolle opvang Nu de opvangcrisis onder controle blijkt, wil Vluchtelingenwerk meer aandacht vragen voor de uitbouw van een kwaliteitsvolle opvang. Asielzoekers worden in België momenteel op twee manieren opgevangen: ofwel in collectieve asielcentra, ofwel individueel in kleinschalige voorzieningen, zoals kamers, huizen of appartementen. Veel collectieve opvangcentra leveren goed werk maar Vluchtelingenwerk heeft ervoor gekozen om andere klemtonen te leggen. Met onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ en onze partnerorganisaties op het terrein vangen we asielzoekers individueel op. Vluchtelingenwerk gelooft dat individuele opvang een meerwaarde biedt en voor de meeste asielzoekers de juiste omstandigheden en kansen creëert voor een kwaliteitsvolle en menswaardige opvang, zoals die in de Opvangwet omschreven staat. Deze manier van opvang biedt veel voordelen, zowel voor de asielzoeker als voor de samenleving. Individuele opvang is ook goedkoper. Meer daarover in deel 2.
Vluchtelingenwerk gelooft dat individuele opvang een meerwaarde biedt en voor de meeste asielzoekers de juiste omstandigheden en kansen creëert voor een kwaliteitsvolle en menswaardige opvang
Asielbeleid op een keerpunt Memorandum voor de verkiezingen van 25 mei 2014 Eind september 2013 stelde Vluchtelingenwerk samen met haar leden en vrijwilligers een memorandum op voor de verkiezingen van 25 mei 2014. In de aanloop naar de verkiezingen heeft Vluchtelingenwerk in 2013 verschillende politieke
12 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
partijen bezocht met haar pleidooi voor een nieuw asielbeleid. Een citaat. ‘Voor Vluchtelingenwerk Vlaanderen is het moment gekomen om te werken aan kwaliteit en een echt beschermingsbeleid. Niet alleen een snelle maar ook een kwaliteitsvolle asielprocedure. Echte voorrang van vrijwillige op gedwongen terugkeer. Een hervorming waarbij opsluiting echt een uitzonderlijke en uiterste maatregel wordt. Kwaliteitsvolle opvang met aandacht voor het individu. Een beleid dat voor asielzoekers mogelijkheden creëert tot integratie in de Belgische samenleving, of hen een “rugzak” meegeeft om een terugkeer naar hun land van herkomst duurzaam te maken. Met andere woorden: een kentering in het beleid. En daar zijn moedige politici voor nodig. Wij rekenen daarom op elke verkiezingskandidaat die niet alleen zegt dat mensenrechten belangrijk zijn, maar de daad ook bij het woord voegt.’
2.1 Waarom individuele opvang? Individuele opvang biedt een meerwaarde voor de asielzoeker Asielzoekers die opgevangen worden in een huis, appartement of studio blijven meer controle houden over hun eigen leven. Ze kunnen zelf beslissen wat ze doen. Hun menselijke waardigheid wordt veel beter gevrijwaard. Asielzoekers hebben recht op een privéleven, dus op aparte leefruimtes en slaapkamers voor ouders en kinderen. Het behoud van het gezinsleven, waarbij ouders kunnen blijven fungeren als opvoeder, is erg belangrijk. Individuele opvang garandeert ook meer sociale veiligheid. Dat is belangrijk, zeker voor vrouwen, kinderen en holebi’s. Vaak hebben de asielzoekers erg traumatische ervaringen gehad die ze moeten verwerken. Individuele opvang biedt hen de nodige rust en privacy.
Individuele opvang is goed voor de samenleving Individuele opvang bevordert de integratie doordat de asielzoekers makkelijker contacten kunnen leg-
gen in hun leefomgeving. Zo worden ze onderdeel van het sociale weefsel. Omdat de asielzoekers gespreid worden over verschillende gemeenten, is het draagvlak in de omgeving ook groter.
Individuele opvang is goedkoper dan opvang in een asielcentrum Er is minder personeel nodig voor de omkadering bij individuele opvang, omdat de asielzoekers onafhankelijk en zelfredzaam zijn. Elke asielzoeker die opgevangen wordt door Vluchtelingenwerk kost de overheid slechts 35,4 euro per dag. Dit bedrag omvat alles wat die opvang moet inhouden: de huur en het onderhoud van de woning, het budget voor dagelijks levensonderhoud, de juridische, administratieve en logistieke ondersteuning, de intensieve begeleiding, en het advocacy-werk dat we verrichten voor de asielzoekers. Opvang in een grootschalig centrum kost zo’n 10 procent meer.
© vluchtelingenwerk
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
13
© FOTOGRAFIE CHRISTO
14 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
2.2 De knelpunten in de opvang anno 2013 Te vaak verhuizen is nefast
voorziet de Opvangwet ook een evaluatie van de Asielzoekers moeten te vaak verhuizen. De overheid opvangplaats gedurende dertig dagen. Tijdens die organiseert de asielopvang namelijk in verschillende dertig dagen moet men uitmaken of de situatie fasen, telkens op een andere plek: van een collectief aangepast is aan de noden van de asielzoeker. centrum naar individuele opvang in een studio of Indien niet kan de opvangplaats gewijzigd worden. huisje, gevolgd door opvang in een ‘terugkeerplaats’ in alweer een ander centrum. Asielzoekers moeten Minimumnormen als kwaliteitsgarantie zich dus op korte tijd driemaal aanpassen aan een Het opvangnetwerk laat een rijkgeschakeerd beeld nieuwe omgeving en nieuwe begeleiders. Zeker zien. Veel verschillende partners met verschillende voor kinderen is dit nefast: een nieuwe school, achtergronden staan met een grote gedrevenheid vaak in een nieuwe taal, een andere leefomgeving, en inzet dag na dag klaar voor de kwaliteitsvolle opnieuw vriendjes moeten maken, … uitvoering van de Opvangwet. Maar wat die Deze opvang in drie fasen maakt het voor begelei- kwaliteitsvolle uitvoering precies inhoudt of ders ook moeilijk om een vertrouwensband met de hoe ze vastgesteld wordt, is niet duidelijk. De asielzoekers op te bouwen; Opvangwet beschrijft bv. dat vertrouwen is nodig wel wat maatschappelijke om bv. een eventuele tebegeleiding inhoudt, maar Vluchtelingenwerk rugkeer bespreekbaar te niet op welke manier die pleit voor een grotere maken. Bovendien kosten taak moet worden uitgecontinuïteit in de opvang deze transfers veel geld en voerd door de verschilen begeleiding van zorgen ze voor bijkomend lende opvangpartners. werk. Hetzelfde geldt voor de asielzoekers Vluchtelingenwerk pleit juridische begeleiding en voor een grotere continuï de begeleiding naar vrijteit in de opvang en begeleiding van asielzoekers. willige terugkeer. Dat is mogelijk met een vernieuwd opvangmodel, Vluchtelingenwerk vraagt daarom minimumnorwaarbij een korte evaluatieperiode gevolgd wordt men om de kwaliteit van de begeleiding bij de door de eigenlijke opvang. Deze korte evaluatie opvang door de verschillende opvangpartners te periode laat ruimte voor onthaal en oriëntatie garanderen. Minimumnormen zijn onontbeerlijk waarbij men nagaat welke opvang voor de asiel- voor een efficiënte maatschappelijke en juridische zoeker het meest aangewezen is: collectieve opvang begeleiding. Maar ook voor een doelgerichte of individuele opvang. begeleiding naar vrijwillige terugkeer. Vluchtelingenwerk pleit er ook voor dat kwetsbare asielzoekers onmiddellijk in de individuele Alleen opvang op maat werkt opvang terechtkunnen. Denk bv. aan gezinnen met Elke asielzoeker heeft recht op opvang die is kinderen, alleenstaande vrouwen, niet-begeleide aangepast aan zijn of haar noden. Om dit te gaminderjarige vreemdelingen, holebi’s en trans- randeren voorziet de Opvangwet in een evaluatie genders, mensen met een zware ziekte of met van de persoonlijke situatie van de asielzoeker, een handicap. Zeker voor hen is een aanpak op gedurende het hele verblijf in de opvangstructuur. mensenmaat cruciaal. Indien een opvangplaats niet geschikt blijkt, kan De Opvangwet laat de directe toewijzing aan de een andere worden toegekend. Een asielzoeker individuele opvang ook toe. Ten onrechte wordt met een handicap kan zo een aangepaste woning soms beweerd dat de Opvangwet voorschrijft dat betrekken. De dienst Dispatching van Fedasil, een asielzoeker eerst vier maanden in een col- die asielzoekers toewijst aan een opvangplaats, lectief centrum moet verblijven om van daaruit heeft momenteel slechts een beperkt zicht op de een overplaatsing te vragen. Er staat wel dat een specialisaties die in en rond het opvangnetwerk asielzoeker die in een collectief opvangcentrum aanwezig zijn. En dus is het moeilijk om de meest verblijft, na vier maanden een transfer kan vragen. aangepaste opvang voor een asielzoeker te idenNergens in de Opvangwet staat dat men eerst tificeren. De dienst mist ook een overzicht van naar een collectief opvangcentrum moet. Vreemd eventuele tekorten aan gespecialiseerde plaatsen, genoeg is het wel de gangbare praktijk. Bovendien bv. voor zieken.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
15
‘Het grote verschil tussen individuele en collectieve opvang is de vrijheid, of je nu homo bent of hetero. Na zes maanden konden we een appartementje in Brussel betrekken. Een grote last viel van onze schouders. Met ons maandelijks budget konden we eindelijk opnieuw voor onszelf zorgen.’
Lees de volledige getuigenis op www.individueleopvang.be Vluchtelingenwerk pleit voor een inventaris van alle beschikbare opvangplaatsen met hun specifieke karakteristieken waarbij ook de faciliteiten in de nabije omgeving worden opgenomen, zoals medische voorzieningen of speciale scholen. Bij een tekort aan gespecialiseerde plaatsen past de overheid het bestaande opvangaanbod aan of breidt ze het uit. Momenteel is er een tekort aan individuele opvangplaatsen voor specifieke doelgroepen zoals alleenstaande asielzoekers, waardoor deze doelgroep moeilijk kan doorstromen van de collectieve naar de individuele opvang. Vluchtelingenwerk vraagt daarom bijkomende investeringen in aangepaste individuele opvangplaatsen. Door de opvangcrisis is er veel te weinig werk gemaakt van de individuele evaluatie van de noden van de bewoner in de opvang. Nochtans is dit een van de belangrijkste elementen van het opvangmodel zoals omschreven in de Opvangwet. We pleiten voor een eerste snelle evaluatie gevolgd door een grondigere evaluatie gedurende de eerste maand van opvang. De evaluatie van de persoonlijke situatie van de begunstigde van de opvang moet gedurende het hele verblijf in de opvangstructuur worden voortgezet. Uiteraard impliceert dit ook dat je aan de eventuele vraag van de opvangpartner tot wijziging van de opvangplaats gevolg moet kunnen geven.
Begeleiding eindigt niet bij een erkenning Als asielzoekers erkend worden als vluchteling of een ander verblijfsstatuut krijgen, moeten ze de asielopvang verlaten en zelf op zoek gaan naar een woning. Die overgang is vaak erg moeilijk. De eerste uitdaging is om een betaalbare en goede woning te vinden op de private huisvestingsmarkt. Vluchtelingenwerk pleit voor een intensieve
16 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Joseph, 39, Sierra Leone
woonbegeleiding om vluchtelingen makkelijker en sneller te laten doorstromen van de opvang naar een huurwoning. In een efficiënte woonbegeleiding begeleidt een maatschappelijk werker deze zoektocht en bemiddelt bij de contacten met verhuurders. Vluchtelingen en mensen die geregulariseerd werden, mogen niet aan hun lot worden overgelaten vooraleer er een woning is gevonden.
Elke asielzoeker heeft recht op opvang die is aangepast aan zijn of haar noden Vluchtelingenwerk pleit ook voor een huurwaarborgfonds met een soepele toegang voor vluchtelingen. Vluchtelingen hebben immers vaak grote problemen om de huurwaarborg te kunnen betalen, zeker als ze meteen vanuit de asielopvang op zoek moeten naar een eerste woning. Ze hebben immers meestal nog geen eigen inkomsten. Ze moeten dan aankloppen bij het OCMW, dat vaak te lang wacht om huurwaarborgen toe te kennen.
Afbouw opvangnetwerk ondermijnt de kwaliteit Zoals gezegd lijkt de instroom van asielzoekers nu onder controle. De cijfers van 2013 bevestigen deze indruk. Al in 2012 daalde de bezettingsgraad in de asielopvang en deze trend zette zich verder in 2013. In januari 2013 was die bezettingsgraad nog 87,2 procent. Eind december 2013 bedroeg hij 70 procent.
Het is dus logisch dat de staatssecretaris een scenario opstelde voor de afbouw van het opvangnetwerk. Vluchtelingenwerk betreurt wel dat de collectieve en de individuele opvang niet evenredig worden afgebouwd en de afbouw zich vooral doorzet in de individuele opvang. De staatssecretaris wil vóór eind 2014 immers uitkomen op ongeveer 10 300 collectieve opvangplaatsen, ongeveer 7400 individuele opvangplaatsen en 300 ‘open terugkeerplaatsen’ in collectieve centra. De verhouding tussen de collectieve opvangplaatsen en de individuele opvangplaatsen is dan niet langer in evenwicht, terwijl dat eind 2012 nog wel het geval was, de transitplaatsen buiten beschouwing gelaten. Deze onevenredige afbouw van de opvang is een slechte beleidsmaatregel omdat Vluchtelingenwerk sterk overtuigd is van de meerwaarde van individuele opvang. Dat kwam al eerder ter sprake. Fedasil kondigde al op 30 juli aan dat er opvangplaatsen zouden verdwijnen. Pas op 22 oktober 2013 maakte de staatssecretaris in antwoord op verschillende parlementaire vragen bekend wat het einddoel van dat afbouwscenario zou zijn. De verdere afbouw van het opvangnetwerk zou gaan van ongeveer 22 000 plaatsen tot ongeveer 18 000 vóór eind 2014. Er zouden wel 1800 bufferplaatsen voorzien worden; die worden geactiveerd wanneer de vraag plots stijgt. In 2012
werden reeds de tijdelijke transitcentra in Borzée, Bastenaken en Weelde gesloten, in april 2013 het transitcentrum in Houthalen-Helchteren. In de zomer van 2013 volgde de sluiting van het transitcentrum in Gembloux. Transitcentra zijn centra die door de overheid tijdelijk werden opgericht, om aan de opvangcrisis het hoofd te kunnen bieden. Tegen de zomer van 2013 werden de structurele opvangcentra in Dinant en Bierset afgebouwd. Ook het opvangcentrum in Stoumont is gesloten. Alles samen ging het om een afbouw van ongeveer 2600 opvangplaatsen. In oktober 2013 kondigde de staatssecretaris in het parlement aan dat nog 1000 collectieve en 800 individuele opvangplaatsen tot bufferplaatsen zouden worden omgevormd. Ook 2800 individuele plaatsen zouden gesloten worden tegen eind 2014, waarvan ongeveer 650 plaatsen bij Vluchtelingenwerk en haar zusterorganisatie CIRÉ. Die plaatsen creëerden we indertijd op vraag van Fedasil om de opvangcrisis het hoofd te bieden. Naast de daling van de algemene bezettingsgraad zijn er ook specifieke redenen die de daling in de individuele opvang verklaren. Zo zorgt de versnelde procedure voor de asielzoekers uit zogezegde ‘veilige herkomstlanden’ ervoor dat die asielzoekers minder in de individuele opvang terechtkomen. Ook
© FOTOGRAFIE CHRISTO
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
17
asielzoekers in de Dublin-procedure, waarbij onderzocht wordt of België verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, worden alleen collectief opgevangen. Daarbij komt nog dat bv. alleenstaande mannen en vrouwen moeilijk een opvangplaats vinden in de individuele opvang omdat er voor hen te weinig aangepast aanbod is. Velen blijven bijgevolg in de collectieve opvang.
Aandacht voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen Ook de doelgroep van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen vraagt om meer specifieke aandacht. In november 2013 besliste de algemene vergadering van Vluchtelingenwerk over een kaderstandpunt over deze thematiek. Daarin wordt verdedigd hoe een kwaliteitsvolle opvang en begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen er moet uitzien. Het uitgangspunt is dat in de eerste plaats gekeken wordt naar de behoeften en noden van de minderjarigen en niet zozeer naar wie verantwoordelijk is voor de opvang en begeleiding. De opdeling van de opvang en begeleiding volgens de verblijfsprocedure biedt immers niet altijd het passende antwoord op de behoeften en noden van deze groep. De opvang en begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die asiel aanvragen is nu de exclusieve bevoegdheid van de federale overheid. De opvang en begeleiding van nietbegeleide minderjarige vreemdelingen die geen asiel aanvragen is een gedeelde bevoegdheid tussen
Cheydan, 34 jaar, Afghanistan
‘In een groot centrum moet je de ruimtes delen, er is minder rust en er moet meer controle zijn. Er zullen sneller gevechtjes uitbreken, en ik zou er gek worden. Hier is het goed. Ik hou van het Belgische eten, de mensen zijn lief en ze helpen me.’ (…) ‘Mijn kleine kamer heeft alles wat ik nodig heb. Ik kan hier een individueel leven leiden. Dat is voor mij erg belangrijk. In het opvangcentrum in Weelde deelde ik een kamer met vier verschillende mensen. Een van hen snurkte enorm. Ik vond daar geen rust. Als ik daar langer had moeten blijven was ik zeker gek geworden.’ Lees de volledige getuigenis op www.individueleopvang.be
18 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
de federale overheid en de gemeenschappen. Deze opdeling werkt niet. Vluchtelingenwerk pleit daarom voor een grondige herziening van dit opvangmodel. Concreet zou de bevoegdheid voor de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, los van het feit of zij asiel hebben aangevraagd of niet, volledig overgeheveld moeten worden naar de gemeenschappen. Een multidisciplinair team bestaande uit minimaal de voogd, een maatschappelijk assistent, een begeleider of groepswerker en een psycholoog zou moeten instaan voor de observatie en oriëntatie. Dit team moet bepalen in welk soort opvang binnen de integrale jeugdhulpverlening de jongere op zijn of haar plaats zou zijn. Bij het zoeken naar de beste opvang en begeleiding dient de voogd een centrale rol te krijgen. Om de kwaliteit en de professionaliteit van de voogdij te verzekeren is er een duidelijk en omvattend werkkader nodig voor de voogden zodat er een uniforme interpretatie is van het takenpakket
De bevoegdheid voor de opvang van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen moet volledig overgeheveld worden naar de gemeenschappen met bijbehorende richtlijnen. De overheid moet ook kunnen ingrijpen als voogden hun taak niet naar behoren vervullen. Er is behoefte aan meer toezicht en meer kwaliteitscontrole. Vluchtelingenwerk is daarom voorstander van een continue vorming, opvolging en supervisie van de voogden door de Dienst Voogdij, toegevoegd aan de Federale Overheidsdienst Justitie. Daarnaast pleit Vluchtelingenwerk ook voor voldoende regionale intervisies tussen professionals en voogden met de bedoeling voogden te ondersteunen in hun taken, expertise te delen en mee antwoorden te zoeken op bestaande vragen. Vluchtelingenwerk vraagt ook bijzondere aandacht voor het wegwerken van de breuklijn die ontstaat zodra de jongeren de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt, ongeacht of ze een (tijdelijk) verblijfsstatuut hebben of niet. Opvang en begeleiding – in één woord: structurele omkadering – vallen dan in principe weg en de jongeren staan er alleen voor.
INDIVIDUELE Opvang Vluchtelingenwerk - © Fotografie Christo
In de eerste plaats is het noodzakelijk dat sterk ingezet wordt op het vergroten van de zelfredzaamheid van de jongeren vóór ze meerderjarig zijn geworden. Maar niet alle jongeren die 18 worden zullen zich evengoed kunnen redden, hoe degelijk de begeleiding ook is. Vluchtelingenwerk vraagt aandacht voor deze doelgroep, onder meer via de voortgezette hulp binnen de Bijzondere Jeugdzorg en binnen de Jongeren Advies Centra (JAC’s) van de CAW’s.
Wat met ouders en hun kinderen zonder verblijfspapieren? Kinderen zonder verblijfspapieren die met hun ouders in België wonen en voor wie de staat van behoeftigheid is vastgesteld door het OCMW, hebben recht op materiële hulp (de staat van behoeftigheid wordt vastgesteld wanneer de ouders hun onderhoudsplicht niet nakomen of niet in staat zijn die na te komen). De kinderen belanden dan in principe, samen met hun ouders, in een federaal opvangcentrum. Dit recht werd ingeschreven in de Opvangwet van 12 januari 2007 en werd eerder al uitgewerkt in het Koninklijk Besluit van 24 juni 2004. Dat KB voorziet gedurende drie maanden in een tweesporenbegeleiding naar een duurzame oplossing: vrijwillige terugkeer of regularisatie. In de praktijk is echter gebleken dat veel gezinnen zonder papieren niet de opvangplaats kregen waar ze recht op hebben. Deze situatie werd herhaaldelijk aangeklaagd door de federale Ombudsdienst, laatst nog in april 2013 bij de
voorstelling van hun jaarverslag. Tot april 2013 weigerde Fedasil opvang aan deze gezinnen, ook al kwamen er na de opvangcrisis plaatsen vrij in het opvangnetwerk. Fedasil bood tot dan alleen opvang aan een specifiek gezin als het daartoe werd veroordeeld door de arbeidsrechtbank of op vraag van de federale Ombudsdienst. Er kwam pas verandering in deze situatie in mei 2013. Toen werd het open terugkeercentrum in Holsbeek operationeel. Sindsdien kunnen ouders met kinderen zonder verblijfspapieren daar terecht voor opvang. Het centrum wordt beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken en heeft een maximale capaciteit van 100 personen. De werking van het terugkeercentrum wordt geregeld in een akkoord tussen Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken. De focus ligt hier op terugkeer. De families worden toegewezen aan het terugkeercentrum en krijgen dan een bevel om het grondgebied binnen de 30 dagen te verlaten. Indien na een maand de ‘vrijwillige terugkeer’ niet geslaagd is, wordt er gewerkt aan gedwongen uitzetting. Vluchtelingenwerk meent dat het recht op opvang van de gezinnen zonder verblijfspapieren wordt ondermijnd door dit nieuwe akkoord. Het is immers afhankelijk van hun medewerking aan terugkeerbegeleiding. Op deze manier wordt het recht op opvang voorwaardelijk. De rechten van kinderen moeten gevrijwaard worden, ondanks de beslissingen van hun ouders. In juli 2013 heeft Vluchtelingenwerk een beroep tot nietigverklaring ingediend bij de Raad van State tegen dit akkoord.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
19
3. Hoe werkt de individuele opvang door Vluchtelingenwerk?
Dit gezin mag zijn intrek nemen in een huisje van de individuele opvang van Vluchtelingenwerk © Fotografie Christo
Fedasil, het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers heeft een opvangconventie met Vluchtelingenwerk Vlaanderen, net zoals met bv. het Rode Kruis en de steden en gemeenten. Vluchtelingenwerk werkt hiervoor samen met partnerorganisaties: Caritas International, SESO, CAW Mozaïek, CAW De Terp, CAW Visserij – afdeling ‘t Eilandje en Schreiboom, Lhiving en PSC Brussel. Vanaf 1 januari 2014 coördineert Vluchtelingenwerk in totaal 750 opvangplaatsen, waar dat er op 1 januari 2013 nog 1052 waren. Vluchtelingenwerk heeft ervoor gekozen om asielzoekers op te vangen in individuele woningen verspreid over Vlaanderen, Brussel en ook enkele woningen in Wallonië. Onze partnerorganisaties huren deze woningen op de private huurmarkt of in samenwerking met de sociale verhuurkantoren. Meestal gaat het om studio’s, appartementen of huizen. Soms zijn het
20 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
kamers in kleinschalige residentiële structuren met gedeelde faciliteiten, zoals een gemeenschappelijke leefruimte of keuken. We beheren ook enkele plaatsen in transitwoningen. Daar verblijven de asielzoekers in afwachting van een definitieve woning. Alle woningen zijn gemeubeld en voldoen aan de minimale normen die werden afgesproken in samenspraak met al onze opvangpartners.
De opvangpartners van Vluchtelingenwerk Vluchtelingenwerk organiseert haar individuele opvang in samenwerking met een aantal partners. Caritas International: Ontstaan in 1948 en actief op uiteenlopende terreinen, ook rond asiel en migratie. De hoofdzetel van Caritas International ligt in Brussel maar voor de opvang van asielzoekers is de organisatie in verschillende regio’s van België werkzaam. Caritas werkt hiervoor samen met een netwerk van lokale sociale diensten. Caritas voorziet vooral opvang in gezinswoningen en heeft ook projecten die tegemoetkomen aan de behoeften van specifieke doelgroepen. Seso: Sociale Dienst van de Socialistische Solidariteit, kortweg Seso, is ontstaan in 1937 en heeft verschillende projecten gericht op migranten. De opvang van asielzoekers is een van deze projecten. Seso heeft zijn hoofdzetel in Brussel maar werkt voor de opvang van asielzoekers via antenneposten verspreid over België. Seso heeft naast woningen voor gezinnen en alleenstaanden, enkele transitplaatsen waar asielzoekers in afwachting van een definitieve toewijzing kunnen verblijven. Samen met Caritas International is Seso een van onze grootste opvangpartners. CAW Mozaïek: CAW Mozaïek is een van de twee Centra voor Algemeen Welzijnswerk, CAW, in Brussel. CAW Mozaïek biedt een brede waaier aan algemene eerstelijnshulp en preventiewerk. Het centrum geeft ook woonbegeleiding aan jongeren en aan de asielzoekers die er worden opgevangen. De afdeling woonbegeleiding besteedt specifieke aandacht aan groeps- en kinderbegeleiding. In de loop van 2014 zullen de Brusselse CAW’s fuseren tot CAW Brussel. CAW De Terp: CAW De Terp ontstond in 1991 en biedt naast de opvang voor asielzoekers in Antwerpen ook ondersteuning aan jongeren en gezinnen door woonbegeleiding, psychische ondersteuning en juridische ondersteuning. CAW De Terp biedt plaatsen aan voor alleenstaande mannen in individuele kamers met gemeenschappelijke faciliteiten zoals douches, sanitair, keuken en leefruimte. Daarnaast voorziet CAW De Terp enkele plaatsen voor vrouwelijke slachtoffers van mensenhandel die bereid zijn om hun uitbuiters juridisch te vervolgen. In de loop van 2014 zullen de Antwerpse CAW’s fuseren tot CAW Antwerpen.
PSC Brussel: Het Protestants Sociaal Centrum van Brussel, kortweg PSC, is ontstaan in 1948 en biedt hulp- en dienstverlening aan iedereen die het kan gebruiken. De opvang voor asielzoekers in Brussel is een project binnen de vluchtelingendienst en is een van de vele projecten die PSC Brussel aanbiedt. Enkele voorbeelden: schuldbemiddeling, een kledingboetiek en penitentiair maatschappelijk werk. ‘Het verschil tussen het leven in het asielcentrum van Bovigny en ons appartement is groot. Nu kunnen we bv. eten wat we willen, volgens onze regels. Als we willen winkelen, dan kan dat. We hebben hier een ruim appartement waar onze kinderen goed kunnen opgroeien.’ Lees de volledige getuigenis op www.individueleopvang.be
Aariz, Palestijn uit Libanees vluchtelingenkamp
Lhiving: Bestaat sinds 1996 en startte met psychosociale begeleiding en opvang van kansarmen met hiv. Intussen is die doelgroep opengetrokken naar kansarmen met een ernstige chronische aandoening. Lhiving biedt enkele plaatsen aan voor asielzoekers met bv. tbc of kanker. Deze chronisch zieke asielzoekers worden opgevangen in individuele woningen vlakbij de sociale dienst van Lhiving; ze kunnen er deelnemen aan groepsactiviteiten. CAW Visserij: Dit CAW biedt naast de algemene dienstverlening onder meer slachtofferhulp. In haar afdelingen ‘t Eilandje en De Schreiboom hield dit CAW in 2013 binnen de residentiële setting voor thuislozen plaatsen vrij voor alleenstaande asielzoekers, al dan niet met kinderen. In de loop van 2014 zal CAW Visserij met de andere Oostvlaamse CAW’s fuseren tot één CAW Oost-Vlaanderen. De samenwerking tussen CAW Visserij en Vluchtelingenwerk werd eind 2013 beëindigd, omdat het nieuwe CAW zich ten volle wil focussen op andere missies.
Welke waarden en normen in de opvang van Vluchtelingenwerk? Hoewel elke partner zijn eigenheid en specialiteit heeft, zijn er enkele belangrijke waarden en normen waar alle opvangpartners van Vluchtelingenwerk achterstaan.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
21
Autonomie: Door asielzoekers te huisvesten in individuele woningen wordt hun recht op autonomie gegarandeerd. Dit wil zeggen dat ze niet afhangen van andere mensen om hun eigen leven in te richten. Ze kunnen zelf beslissingen nemen, al dan niet met ondersteuning van de begeleider. Zo kunnen ze zelf kiezen wanneer ze gezinsmaaltijden bereiden, douchen of hun woning verlaten. Alle woningen liggen bij voorkeur in de buurt van sociale diensten, openbaar vervoer, scholen en medische voorzieningen zoals apothekers en ziekenhuizen. Recht op een familiaal leven: Het is voor koppels of ouders belangrijk om de familiale eenheid te bewaren. Door als gezin te kunnen samenwonen wordt het recht op een familiaal leven gerespecteerd. Zo kunnen ouders zelf kiezen hoe ze hun kinderen opvoeden en kunnen ze tijdens heel de asielprocedure hun ouderrol opnemen. Koppels kunnen in alle intimiteit hun relatie opbouwen. Dit is voor ieder individu belangrijk maar voor sommige doelgroepen is dit essentieel. Begeleiding op maat: Elk mens is anders. Vluchtelingenwerk vindt het daarom belangrijk om tegemoet te komen aan de noden van elke asielzoeker en zoveel mogelijk begeleiding aan te bieden op maat van elke asielzoeker. Het spreekt voor zich dat bv. een gezin andere noden heeft dan een alleenstaande of een chronisch zieke. Responsabilisering: Het is belangrijk dat elke asielzoeker wordt geresponsabiliseerd en weet wat de maatschappij van hem verwacht. Door de asielzoekers zo veel mogelijk zelf keuzes te laten maken leren ze omgaan met deze vrijheid. Bij een positieve of negatieve asielbeslissing kunnen ze deze vaardigheden gebruiken om hun leven verder uit te bouwen. Contact met de directe omgeving en oog voor burgerschap: Door hen in contact te brengen met de samenleving kunnen de asielzoekers een sociaal netwerk opbouwen. Bovendien leren ze zo de regels van de Belgische samenleving kennen, bv. rond afvalverwerking en energiezuinig leven in een woning. Empowerment: We stimuleren asielzoekers om zo veel mogelijk zelf te doen. Indien nodig kunnen ze wel ondersteuning vragen.
22 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Deze waarden worden ingezet binnen alle facetten van de opvangbegeleiding. Psychologische begeleiding: Veel asielzoekers hebben een traumatisch vluchtverhaal. Elke begeleider hecht daarom veel belang aan het psychologisch welzijn van de asielzoekers en ondersteunt hen hierin. Indien de begeleider hier onvoldoende kennis over heeft, verwijst hij of zij door, naar een dokter, een psycholoog of de centra voor geestelijke gezondheidszorg. Sociale begeleiding: Alle asielzoekers hebben recht op onderwijs en een zinvolle tijdsbesteding. Ze mogen ook gaan werken, indien er na zes maanden nog geen eerste beslissing genomen is in hun dossier. Dat recht kan verschillende vormen aannemen. De begeleider gaat samen met de asielzoeker na wat de beste opties zijn. Ook in de toeleiding van de kinderen naar lokale scholen en, indien nodig, huiswerkbegeleiding wordt de asielzoeker ondersteund. De begeleider maakt de asielzoeker verder ook wegwijs in de Belgische samenleving (werking van het gemeentehuis, de Post, goedkope supermarkten, …) en sensibiliseert over energiezuinig leven in de woning. Juridische begeleiding: Alle asielzoekers met recht op opvang doorlopen een asielprocedure. De begeleider ondersteunt de asielzoekers in de juridische vragen en faciliteert het contact met juridische diensten of asielinstanties. Medische begeleiding: Indien nodig verwijst de begeleider de asielzoekers door naar een dokter, apotheker of het ziekenhuis. De begeleider ondersteunt de asielzoekers op het vlak van de terugbetaling van medische kosten. Financiële begeleiding: Alle asielzoeker hebben recht op leefgeld, bv. om de dagelijkse boodschappen te doen, of voor kleding of andere kleine uitgaven, zoals een verjaardagscadeautje voor de kinderen. De begeleider staat in voor de financiële coaching.
4. Vertaald in cijfers Aantal asielaanvragen in België
Evolutie van de GLOBALE opvangcapaciteit
2013
15 840
2014
20 794 plaatsen
2012
21 463
2011
25 479
2013
23 985 plaatsen
2010
19 941
2012
24 026 plaatsen
2011
21 412 plaatsen
2010
18 684 plaatsen
2009 17 186 2008 12 252 2007 11 115 2006 11 587
2009 16 061 plaatsen
2005 15 957
2008 15 809 plaatsen
2004 15 357 2003 16 940
2007 16 094 plaatsen
2002 18 805
14 353
1993
26 882
1992
17 647
1991
15 173
1990
14 580
25 000
1994
22 500
11 420
20 000
1995
17 500
12 443
0
40 000
1996
Bron: Fedasil
35 000
11 788
30 000
1997
25 000
21 965
20 000
1998
15 000
35 778
10 000
1999
15 000
0
2000 42 691
12 500
2006 15 875 plaatsen
24 549
10 000
2001
Bron: Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
23
Bezettingsgraad van het opvangnetwerk (totale opvangcapaciteit: 20 794; bezetting: 14 618)
Eind 70% 2008
Eind 70% 2009
Eind 2010
Eind 2011
Eind 2012
Eind 2013
103%
106%
97%
96%
89%
70%
De bezettingsgraad vergelijkt het totaal aantal opgevangen personen met de totale capaciteit, niet alleen van het structurele opvangnetwerk, maar ook van nood- en transitopvang. Bovendien kan de volledige capaciteit nooit integraal worden benut, omdat er altijd plaatsen tijdelijk onbruikbaar zijn als gevolg van aankomsten of vertrekken, onderhouds- of herstellingswerken of omdat er bv. een gezin van 4 verblijft in een kamer met 5 bedden. Vanaf 94% spreekt men over een crisissituatie. Bron: Fedasil
Verdeling opvangplaatsen tussen opvangpartners op 01.01.2014 (totale opvangcapaciteit: 20 794; bezetting: 14 618)
2% 1% 8%
Collectieve opvangplaatsen Individuele opvang OCMW’s Individuele opvang Vluchtelingenwerk en CIRÉ Open terugkeerplaatsen Fedasil Noodopvang en transit Samusocial
Fedasil: 22%
36%
52% Croix Rouge: 19%
Rode kruis Vlaanderen: 8% OCMW’s: 2% Anderen: 1%
Bron: Fedasil
Verhouding individuele en collectieve opvangplaatsen (totale opvangcapaciteit: 20 794; bezetting: 14 618)
54%
Eind 2008
46%
Eind 2009
53%
Collectieve opvang* Individuele opvang
47%
Uit de cijfers blijkt dat er in de periode 2008-2009 meer individuele opvangplaatsen dan collectieve opvangplaatsen waren. Deze informatie komt uit de jaarverslagen van Fedasil. Voor 2010 en later kan dit niet in dezelfde grafieken weergegeven worden omdat de gegevens over het aantal opvangplaatsen op een andere manier zijn voorgesteld. * Het transitcentrum en de observatie- en oriëntatiecentra zijn niet inbegrepen in de collectieve opvang. 1,3% 5,7%
47,1 %
Eind 2012
45,9 %
Totaal: 23 989
1,7%
41,1 %
Objectief
2014
57,2 %
Collectieve opvang Individuele opvang Terugkeerplaatsen Noodopvang (of transit)
Totaal: 18 000
Bron: Fedasil en eigen berekeningen op basis van cijfers meegedeeld in het parlement op 22 oktober 2013
24 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Uit het jaarverslag 2012 van Fedasil blijkt dat de individuele opvang eind 2012 47,1% van het opvangnetwerk uitmaakt. De collectieve opvang bedroeg toen 45,9%. In het afbouwscenario van de staatssecretaris is het doel om tegen eind 2014 te komen tot ongeveer 10 300 collectieve opvangplaatsen, ongeveer 7400 individuele opvangplaatsen en het behoud van de 300 terugkeerplaatsen. Vluchtelingenwerk stelt vast dat de afbouw op deze manier onevenredig gebeurt. Uit de grafieken valt af te leiden dat het aandeel van de individuele opvang daalt van 47,1% tot ongeveer 41,1% en het aandeel van de collectieve opvang vergroot van 45,9% tot ongeveer 57,2%.
Verdeling opvangplaatsen tussen opvangpartners van Vluchtelingenwerk (Aantal opvangplaatsen: 1052) 500
PSC Brussel - 21 (2%)
vzw Lhiving - 4 (0,38%)
0
CAW Visserij - 4 (0,38%)
100
CAW De Terp - 8 (0,76%)
200
SESO - 498 (47,34%)
Caritas - 470 (44,68%)
300
CAW Mozaïek - 47 (4,47%)
400
Spreiding van de opvangplaatsen in onze eigen opvangstructuur (Aantal opvangplaatsen: 1024*) De Haan Oostende 12
Middelkerke Koksijde 6 95
134 Mechelen
2 Roeselare
Ieper
Antwerpen
90
34 Izegem 5 Menen Kortrijk 43 10
Gent 37
Hombeek 71 5 Vilvoorde Brussel 3 410
Aalst 41
La Louvière 1 Charlerloi 25
* Deze cijfers tonen een foto (momentopname) van de opvangplaatsen van onze structuur op 20/11/2013. Vanaf 01/01/2014 mag Vluchtelingenwerk maximaal 750 asielzoekers op jaarbasis opvangen in plaats van 1052. Een afbouwscenario startte dan ook vanaf september 2013. De cijfers op de kaart tonen dus een realiteit in volle afbouw. 1024 blijft hoe dan ook nog een stuk hoger dan 750. Om aan een maximale bezetting van 750 plaatsen te geraken moeten er méér plaatsen aangeboden worden. Onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ coördineert ook opvangplaatsen in Brussel en Wallonië (en enkele in Vlaanderen).
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
25
Profiel van de bewoners van het opvangnetwerk: Top 10 nationaliteiten
7,31 7,31
3,1
3,0 0 3, 2,6 7 3, 10 0 2,5882,6 7 8 2,552,58 2,432,55 2,43
9,51 9,51
(totale opvangcapaciteit: 20 794; bezetting: 14 618) December 2013
4 9,8
Guinee Guinee Afghanistan Afghanistan Rusland (inclusief Tsjetsjenië) Rusland (inclusief Tsjetsjenië) Congo DR (Kinshasa) Congo DR (Kinshasa) Servië Servië Irak Irak Armenië Armenië Senegal Senegal Syrië Syrië Kosovo Kosovo
4
9,8
%
10,36 10,36
Andere
Aandeel top 10 in het netwerk: 53,43% Percentage veilige landen: 9,71% Bron: Fedasil
9%
15%
tan -
32%
12%
11%
vo)
oso
3%
l. K
inc
ië (
a-
en i paa ë l d 4% Pakis tan
rm
ee -
v Ser
nd
wa
3
Guin Congo - 9%
/R
tan
dere
istan -
Afghan
k - Ira 3% idjan rbe Aze %
kis
- An
e
Gemiddeld 2013
Servië (incl. Kosovo) - 4% Azerbe idjan 3% Irak Arm - 3% eni ë3%
Pa
36%
der
-A
December 2013
- An
nbe
Onb
5%
-O
ld epaa
4%
nd
7%
Rus
lan
d-
anis
o-
ng Co
sla
4%
- Ru
Afgh
17%
Guinee
- 11%
Top 10-nationaliteiten in onze eigen opvangstructuur
%
-9
De cijfers van december 2013 zijn een momentopname en tonen geen gemiddelde. Het gemiddelde van 2013 toont een gemiddelde van de maandelijkse momentopnames. In 2013 verbleven volgens de gemiddelde momentopnames 831 mensen in onze opvang. Aandeel top 10-nationaliteiten in eigen opvangstructuur: 475 op 744 bewoners (december 2013). In 2013 kwamen per maand gemiddeld 97 asielzoekers (11,54%) in onze opvangstructuur uit een ‘veilig’ herkomstland (in 2012 was dit enkel maar in de top 10-nationaliteit al 33%).
26 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
30 ,1
5
5 8,5
30 8 ,18
(totale opvangcapaciteit: 20 794; bezetting: 14 618) December 2013
8,5
ndere
Profiel van de bewoners van het opvangnetwerk: Familiesamenstelling
4,19 4,19
Alleenstaande man
Alleenstaande man Alleenstaande vrouw Alleenstaande vrouw Niet-begeleide minderjarige vreemdeling Niet-begeleide minderjarige vreemdeling Familie Familie
%%
57,08
57,08 Bron: Fedasil
2,27% 3,43%
2,27% 3,43%
Familiesamenstelling in onze eigen opvangstructuur
Alleenstaande man Alleenstaande man vrouw Alleenstaande Alleenstaande vrouw Familie Familie
94,34%
94,34%
Familie uitgesplitst Koppel: 5,32%
Koppel: 5,32% Familievan van2 personen: 2 personen: 9,09% Familie 9,09% Familie van 3 personen: 16,40% Familie van 3 personen: 16,40% Familievan van4 personen: 4 personen: 26,45% Familie 26,45% Familievan van5 personen: 5 personen: 18,61% Familie 18,61% Familievan van6 personen: 6 personen: 8,01% Familie 8,01% Familie 8,50% Familievan van7 personen: 7 personen: 8,50% Familie 1,93% Familievan van8 personen: 8 personen: 1,93%
‘Familie’ kan elk familieverband zijn: koppel, alleenstaande mama met 2 kinderen (= familie van 3), een vader met kind, tante en grootmoeder bijvoorbeeld valt onder ‘familie van 4’. Deze cijfers geven een maandgemiddelde voor het jaar 2013 op basis van momentopnames per maand.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
27
Profiel van de bewoners van het opvangnetwerk: Procedurestanden (totale opvangcapaciteit: 20 794; bezetting: 14 618) December 2013 Asielzoekers met een dossier in behandeling, binnen de beroepstermijn of in beroep bij de Raad van State
75,46%
Personen met een verblijfstitel of een ontvankelijke medische regularisatieaanvraag
7,72%
Ouders en hun kinderen zonder verblijfsdocumenten
2,84%
Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asiel aanvragen
0,48%
Uitgeprocedeerde asielzoekers met verlenging van het recht op opvang, binnen de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten of in afwachting van een bevel om het grondgebied te verlaten
12,09%
Personen in een terugkeertraject in een terugkeerplaats of in het terugkeercentrum
1,40%
Bron: Fedasil
Procedurestanden in onze eigen opvangstructuur Asielzoekers met een dossier in behandeling, binnen de beroepstermijn of in beroep bij de Raad Van State
569,52
69,11%
Personen met verblijfstitel of een ontvankelijke medische regularisatieaanvraag
66,83
8,11%
Uitgeprocedeerde asielzoekers met verlenging van het recht op opvang, binnen de termijn van het bevel om het grondgebied te verlaten of in afwachting van een bevel om het grondgebied te verlaten
187,70
22,78%
Totaal
824,05
Deze cijfers geven een maandgemiddelde voor het jaar 2013 op basis van momentopnames per maand.
Redenen vertrek uit onze eigen opvangstructuur Toewijzing terugkeerplaats
224
27,22%
Einde recht materiële steun
219
26,61%
Tenlasteneming OCMW
257
31,23%
Vrijwillige terugkeer
64
7,78%
Vrijwillig vertrek uit de opvangstructuur
46
5,59%
13
1,58%
Transfers naar andere opvangstructuren Totaal
823
Varia uit eigen opvangstructuur Enkele markante cijfers: er werden in 2013 30 kindjes geboren in onze asielopvang. 111 mensen werden erkend als vluchtelingen en 61 mensen kregen subsidiaire bescherming. In 2012 bedroegen deze aantallen nog 97 respectievelijk 14.
28 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Deel 2 Wat deed Vluchtelingenwerk in 2013?
Vluchtelingenwerk zet zich in voor asielzoekers en vluchtelingen. We coördineren een eigen opvangnetwerk en zijn actief rond integratie en rond terugkeer. Iedereen die asielzoekers en vluchtelingen bijstaat, ondersteunen we. We doen dit samen met onze vijftig leden en heel wat enthousiaste vrijwilligers. Samen sensibiliseren we het ruime publiek en lichten we het beleid kritisch door. We doen ook voorstellen voor een beter asielbeleid. ‘Samen op Kot’ van Minor-Ndako & Juna won een Gastvrije Award © Minor Ndako
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
29
1. INZET VOOR ASIELZOEKERS EN VLUCHTELINGEN
Oxfam teamdag soeppunt
30 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Wist je dat?
—— In 2013 gaf Vluchtelingenwerk aan 11 062 asielzoekers een kom soep en informatie. —— Vluchtelingenwerk kon hiervoor rekenen op de actieve inzet van 187 vrijwilligers. —— Veertig procent van de vrijwilligers bij het Soepen Infopunt heeft een migratieachtergrond —— Ook het vrijwilligersprogramma Power2Act van Electrabel draagt bij tot de financiering.
Soeppunt: aantal asielzoekers (2009-2013) 20 364
20 000
19 374
15 000 14 495
10 000
(*) startjaar, vanaf 22 juni tot december 2009
2013
2012
5 786 (*)
2011
5000
11 062
2010
In het Soeppunt van Vluchtelingenwerk geven vrijwilligers soep en informatie aan asielzoekers die net in België aangekomen zijn. Dagelijks ontvangt Vluchtelingenwerk zo’n 60 asielzoekers. Dat eerste gastvrije onthaal is voor heel wat asielzoekers cruciaal. Ze zijn vaak op de vlucht voor oorlog, geweld of vervolging. Ze zijn bang. En bij hun aankomst kregen ze al een massa informatie te slikken. In het Soeppunt komen ze tot rust en kunnen ze alles op een rijtje zetten. Van hieruit kunnen ze met kennis van zaken hun asielprocedure verder zetten. Dankzij het Soeppunt houden we ook de vinger aan de pols: we weten of het aantal asielzoekers hoog is of laag. Eind 2012 kregen we te horen dat de subsidie van Fedasil wordt stopgezet. Omdat het Soeppunt zo belangrijk is voor deze kwetsbare mensen en de buurtbewoners heeft Vluchtelingenwerk veel energie geïnvesteerd in de zoektocht naar middelen om deze werking te kunnen behouden. Dat is uiteindelijk ook gelukt. Dankzij een giftencampagne en de steun van enkele bedrijven is het Soeppunt blijven bestaan. Eind 2013 kregen we de toezegging dat het Federaal Impulsfonds voor Migrantenbeleid het Soeppunt zal steunen.
2009
SOEPPUNT: SOEP EN INFORMATIE VOOR ASIELZOEKERS
OPVANG VAN ASIELZOEKERS Vluchtelingenwerk en haar Franstalige zusterorganisatie CIRÉ vangen sinds 1999 op vraag van de overheid asielzoekers op. Een overzicht van deze asielopvang leest u in deel 1.
STUDIEBEGELEIDING VOOR VLUCHTELINGEN Negen jaar lang, van 2004 tot 2012, begeleidde Vluchtelingenwerk asielzoekers, vluchtelingen en andere vreemdelingen tijdens hun studies. Tijdens deze periode kwamen we in contact met een tachtigtal artsen die hun medische carrière in België weer wilden oppikken. In februari, tijdens een rondetafel in het Brusselse Huis voor Gezondheid, stelden we een analyserapport voor over de situatie van deze gevluchte artsen. Samen met het Minderhedenforum en het Kruispunt MigratieIntegratie nodigden we medische professionals, academici en beleidsmensen uit om te bekijken hoe het komt dat gevluchte artsen er zo lang over moeten doen om opnieuw als arts aan de slag te mogen. Heel wat gevluchte artsen namen actief deel aan dit boeiende debat, dat gemodereerd werd door journalist Guy Tegenbos (De Standaard). Na afloop besloten we de artsen zelf bij elkaar te brengen om samen na te denken hoe ze, op de lange weg naar een erkend diploma, hun kansen op een nieuwe medische carrière konden verbeteren. De bedoeling is om samen te netwerken, professionele vaardigheden aan te scherpen en samen na te denken over de meerwaarde die gevluchte artsen aan de samenleving kunnen bieden. In mei en juni 2013 kwamen meer dan dertig artsen samen om hun ervaringen uit te wisselen en informatie te vragen aan de organisatoren van het examen voor buitenlandse artsen (VLIR). In mei 2013 gaf Vluchtelingenwerk de fakkel van de studiebegeleiding door. De Vlaamse overheid werkt immers aan een structureel aanbod. In mei was Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (sp.a) te gast tijdens een feestelijke terugblik met de partners en vluchtelingen waar we al die jaren mee samenwerkten.
Wist je dat?
—— De voorbije negen jaar heeft Vluchtelingenwerk meer dan 1000 volwassenen met een buitenlands diploma begeleid. —— In die periode kwamen we in contact met meer dan 80 artsen die hun medische carrière in België weer wilden oppikken.
WERKEN AAN DE VEERKRACHT VAN GEVLUCHTE PROFESSIONALS Veel hoogopgeleide vluchtelingen willen in Vlaanderen hun professionele carrière terug opbouwen. Ze moeten dan vaak opnieuw van nul beginnen. Ze leren een nieuwe taal, nieuwe werkcultuur en nieuwe arbeidsmarkt kennen maar rouwen tegelijkertijd over de verloren beroepsidentiteit en het verdwenen statusverlies. In mei startte Vluchtelingenwerk een nieuw project samen met lidorganisatie Solentra en de dienst loopbaanbegeleiding van LBC-NVK (de bediendenafdeling van de christelijke vakbond ACV). Samen ontwikkelen we methodieken en beleidsaanbevelingen voor diensten die hoogopgeleide vluchtelingen begeleiden naar werk. In drie leergroepen van telkens zes sessies wisselen hoogopgeleide vluchtelingen hun ervaringen uit. De eerste leergroep startte in oktober 2013 met een tiental deelnemers. Dit project wordt gerealiseerd met de steun van het Europees Sociaal Fonds (ESF) en de Vlaamse overheid.
BEZOEKERSGROEP VOOR GESLOTEN CENTRA Samen met onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ en onze lidorganisatie Jesuit Refugee Service (JRS) coördineert Vluchtelingenwerk de bezoekersgroep ‘Gesloten Centra’. Die bestaat uit een tiental vrijwilligers en medewerkers van ngo’s die wekelijks mensen bezoeken die opgesloten zijn in een van de zes gesloten centra in ons land. De bezoekers staan opgesloten vreemdelingen psychosociaal en juridisch bij en vervullen een rol als waakhond van de mensenrechten op deze moeilijk toegankelijke plaatsen. Vluchtelingenwerk helpt bij de coördinatie, het analysewerk, de beleidsbeïnvloeding en het zoeken naar bijkomende financiering. In 2013 bezocht een medewerker van Vluchtelingenwerk om de twee weken een gesloten centrum. Er was speciale aandacht voor de toepassing van het ‘aangepaste regime’, vooral in het gesloten centrum van Merksplas. In een aangepast regime worden gedetineerden vaak in een isolatiecel geplaatst. We vonden bij een privaat fonds middelen om de werking van onze bezoekersgroep te professionaliseren en vrijwilligers te werven, vormingen te organiseren, …
Wist je dat?
—— De bezoekersgroep ‘Gesloten Centra’ volgde 100 personen op in een gesloten centrum.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
31
2. ONDERSTEUNING VAN BEGELEIDERS EN ADVOCATEN Ook voor de begeleiders, organisaties, vrijwilligers en juristen die in contact komen met de asielproblematiek is Vluchtelingenwerk uitgegroeid tot een belangrijk steunpunt. Deze werking wordt mee mogelijk gemaakt door het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) en het Europees Terugkeerfonds (ETF).
VRAGEN? CONTACTEER ONZE HELPDESKS De medewerkers van onze helpdesks ondersteunen advocaten, vrijwilligers en begeleiders van asielzoekers op vlak van asielrecht, terugkeer en landeninformatie.
PLANET SEARCH
Twee cliënten van Planet Search getuigen: > Door de up-to-date informatie van Planet Search is het mij gelukt om de Raad te overtuigen een beslissing van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen te vernietigen en terug te sturen naar dit Commissariaat voor verder onderzoek over de actuele veiligheidssituatie in Bagdad.
Planet Search: aantal vragen naar herkomstlandeninformatie (2004 - 2013) 563
550 500 450
486
489
465
400
440
2013
2012
350
2011
349
2010
2007
2008
2006
330
2005
300
345
2009
396
350
2004
Voor advocaten, rechtshulpverleners, vrijwilligers en begeleiders van asielzoekers is correcte en asielrelevantie informatie over het herkomstland van de asielzoeker erg belangrijk. Planet Search zoekt, bestudeert en analyseert relevante bronnen over de situatie in het herkomstland van asielzoekers. Deze informatie dient om de geloofwaardigheid van een asielverhaal of de ernst van een (vervolgings)situatie in het land van herkomst te onderbouwen. En is dus van levensbelang.
> Ik ben heel blij voor mevrouw D. want ik was bang dat het misschien een negatieve beslissing zou zijn. Ik heb aan de advocate alle info die Planet Search aan me heeft gegeven en de vluchtverhaalanalyse doorgestuurd, en ik heb een genogram (visuele weergave van familiebanden nvdr.) opgemaakt dat de advocate heeft ingediend en gebruikt tijdens het interview.
Terugkeer
Wist je dat?
—— De vraag naar herkomstlandeninformatie ter ondersteuning van asieldossiers blijft stijgen. In 2013 werden 486 vragen gesteld over 77 landen, tegenover 465 in 2012. —— Maandelijks worden gemiddeld 40 vragen gesteld. De antwoordtermijn bedraagt gemiddeld één à twee dagen. —— De meest bevraagde landen waren: Afghanistan, Pakistan, Irak, Guinee en Angola.
32 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Met vragen over een specifieke terugkeerpraktijk konden begeleiders in 2013 een beroep doen op onze terugkeerhelpdesk. De helpdesk kreeg in 2013 117 terugkeervragen, in 2012 waren dat er 108.
JURIDISCHE INFORMATIE Om belangrijke informatie rond evoluties in de asiel- en opvangregels breed te verspreiden, redigeert Vluchtelingenwerk ook artikels voor de elektronische nieuwsbrief Vreemdelingenrecht. Er werden twaalf nieuwsbrieven verstuurd in 2013 en deze nieuwsbrieven bevatten 37 berichten van Vluchtelingenwerk die specifiek over asielrecht
gaan. Alle nieuwsbrieven staan op de website www.vreemdelingenrecht.be. Het aantal abonnees van de nieuwsbrief op 31 december 2013 bedraagt 3693. We verzorgen ook de webpagina’s over asielrecht. In 2013 hebben we deze pagina’s grondig aangepast en geactualiseerd na de wetwijzigingen in de Vreemdelingenwet.
Wist je dat?
—— Vluchtelingenwerk beantwoordde 748 vragen over asielrecht. —— De juridische helpdesk is er zowel voor begeleiders, advocaten, kennissen en familie van asielzoekers en vluchtelingen als voor asielzoekers en vluchtelingen zelf.
Vluchtelingenwerk draagt ook bij aan het Tijdschrift voor Vreemdelingenrecht door het bijwonen van redactievergaderingen en het reviewen van artikelen. Deze publicatie is in 2013 vier keer verschenen en telt momenteel 332 abonnees. In het eerste nummer van 2013 verscheen een artikel van Vluchtelingenwerk over de ‘protection gap’. Verder voorzien we een specifiek extranet www.vluchtnet.be. Het extranet is voor advocaten en bevat een databank van rechtspraak inzake asielrecht en gespecialiseerde juridische info over asiel. Dankzij www.vluchtnet.be kunnen advocaten ook onderling informatie en ervaringen delen om hun juridische bijstand aan asielzoekers te optimaliseren.
REGIONALE OVERLEGMOMENTEN VOOR ADVOCATEN EN BEGELEIDERS In drie verschillende regio’s organiseert Vluchtelingenwerk bijeenkomsten voor advocaten en begeleiders. Zo bevorderen we de samenwerking en kunnen ze kennis delen en van gedachten wisselen. Dit komt uiteindelijk ook de begeleiding van asielzoekers ten goede. Bij zo’n overlegmoment schetst een medewerker van Vluchtelingenwerk eerst een kort kader en dan wordt er door de begeleiders en advocaten een oplossing uitgewerkt voor één of meerdere casussen. In Mechelen werkt Vluchtelingenwerk samen met het Bureau voor Juridische Bijstand en met de vzw Werkgroep Integratie Vluchtelingen. In Kortrijk en Brugge werken we samen met De Som en een aantal advocaten. We onderzoeken momenteel de mogelijkheid om een regionaal overlegmoment te lanceren in Brussel. Het voorbije jaar organiseerden we overlegmomenten rond: terugkeer en toekomstoriëntatie, vluchtverhaalanalyse, de positie van de vrouw in de Belgische asielprocedure, de bijstand van een advocaat en begeleider bij het Commissariaatgeneraal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, en gezinshereniging. Gemiddeld waren er per overlegmoment tien advocaten en begeleiders aanwezig. In 2013 zijn we ook gestart met een denkoefening met de verschillende partners om in de loop van 2014 de regionale overlegmomenten te verzelfstandigen. De bedoeling is dat de netwerken een actieve rol opnemen in het samenbrengen van de actoren.
JURIDISCHE HELPDESK Samen met Kruispunt Migratie-Integratie staat Vluchtelingenwerk driemaal per week in voor een juridische helpdesk. Vluchtelingenwerk beantwoordt de vragen over asielrecht en de opvang van asielzoekers; Kruispunt Migratie-Integratie de vragen over vreemdelingenrecht, gezondheid en internationaal familie- en privaatrecht. Vragen stellen kan per telefoon, e-mail en via een online contactformulier op www.vreemdelingenrecht.be.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
33
VLUCHTVERHAALANALYSE
TOEKOMSTBEGELEIDING
Vluchtelingenwerk heeft veel knowhow in huis over vluchtverhaalanalyse en wil die delen met advocaten en begeleiders. We werkten ook een methodiek rond vluchtverhaalanalyse uit; die wordt begin 2014 gepubliceerd en verspreid onder advocaten en begeleiders. Vluchtelingenwerk organiseerde twee vormingen over vluchtverhaalanalyse, waarvan een in samenwerking met Caritas België (twintig deelnemers) en een vorming aan begeleiders en advocaten tijdens het regionaal overlegmoment in Mechelen (acht deelnemers). In 2013 heeft Vluchtelingenwerk in 14 asieldossiers een vluchtverhaalanalyse gedaan. Hiervoor werkten we samen met asielzoekers, advocaten en begeleiders. Hiervan zijn er twee erkend als vluchteling, twee kregen subsidiaire bescherming en de andere dossiers wachten nog op een beslissing of een interview door het Commissariaat-generaal.
Vluchtelingenwerk reikt organisaties en hun begeleiders de nodige instrumenten aan om (afgewezen) asielzoekers bij te staan op weg naar een duurzame toekomst. Onze medewerkers worden getraind om het toekomstperspectief en de optie terugkeer in hun dagelijkse begeleiding te integreren. Toekomstbegeleiding helpt begeleiders niet alleen om op een integrale manier aan een duurzaam toekomstperspectief te werken. Maar ook om het onderwerp terugkeer met (afgewezen) asielzoekers te bespreken, zonder het vertrouwen tussen begeleider en cliënt te schaden. Deze kwalitatieve benadering wordt erg geapprecieerd door begeleiders in het opvangnetwerk die het moeilijk hebben om psychosociale begeleiding te bieden door het huidige terugkeertraject van onze regering. Vluchtelingenwerk organiseerde twintig trainingen voor begeleiders van asielzoekers en maakte hen vertrouwd met de methodiek ‘Maak de Toekomstpuzzel’ (gepubliceerd eind 2011).
VORMING Vluchtelingenwerk heeft een vormingsaanbod voor verschillende doelgroepen; het is voor iedereen toegankelijk. In functie van de vraag worden thema en uitwerking per onderwerp aangepast. Zo is de opleiding ‘Train the Trainer’ bedoeld voor mensen die zelf een basisvorming asiel willen geven. Ook werkten we de basisvorming asiel voor begeleiders en vrijwilligers verder uit. En er werden ook vormingen rond vluchtverhaalanalyse opgezet (zie hoger). Via samenwerkingsovereenkomsten zijn de basisvormingen overgedragen aan onze regionale partners. Met Odicé, De Som en Foyer zijn ‘Train the Trainer’-sessies georganiseerd over de basisvormingen asiel en opvang. De medewerkers van Odicé en De Som volgden een basisvorming en nadien werd het vormingsmateriaal toegelicht en uitgewisseld.
Wist je dat?
—— In 2013 organiseerde Vluchtelingenwerk 7 basisvormingen: een vorming vluchtverhaalanalyse voor de begeleiders in de asielopvang en een basisvorming in samenwerking met Caritas België, twee vormingen over asielopvang voor Odicé (Gent) en De Som (Kortrijk), een vorming asiel voor De Som (Kortrijk), een vorming ‘Train the Trainer’, en een basisvorming asiel. —— We organiseerden ook twee gespecialiseerde vormingen. We werkten hiervoor samen met Foyer (Brussel).
34 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
INFORMATIE OVER TERUGKEERPRAKTIJK De expertise van Vluchtelingenwerk over het thema ‘terugkeer’ is uniek en wordt erg op prijs gesteld in de sector. Steeds meer mensen gebruiken de terugkeerhelpdesk (zie hiervoor) en lezen de nieuwsbrief Terugkeerpraktijk. De nieuwsbrief verscheen in februari, mei en september 2013. Hij geeft een overzicht van het Belgische en internationale terugkeernieuws en biedt informatie over de risico’s bij terugkeer naar de belangrijkste herkomstlanden en over de mogelijkheden voor vrijwillige terugkeer en re-integratie. De nieuwsbrief telt 340 abonnees, vooral begeleiders, maar ook advocaten, projectmedewerkers en vrijwilligers. Door het gebrek aan structurele financiering is de nieuwsbrief Terugkeerpraktijk stopgezet in oktober 2013. Vluchtelingenwerk onderzoekt, onder meer via een bevraging van de abonnees, op welke manier deze dienst kan blijven bestaan.
VLUCHTELINGENWERK EN HAAR FRANSTALIGE ZUSTERORGANISATIE CIRÉ STEUNDEN DE ACTIES TEGEN DE AFBRAAK VAN DE JURIDISCHE BIJSTAND
3. ACTIES ACTIE TEGEN AFBRAAK JURIDISCHE BIJSTAND In het voorjaar van 2013 startte de federale regering een hervorming op van het systeem van de gratis juridische bijstand. In België is de toegang tot een pro-Deoadvocaat een basisrecht voor mensen die over onvoldoende financiële middelen beschikken. Ook voor asielzoekers. De voorstellen van minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) zouden dit recht ernstig inperken. Er was bv. sprake van om het systeem deels betalend te maken (door de invoering van remgeld). Dit zou een grote drempel betekenen voor asielzoekers, die vaak over weinig financiële middelen beschikken. Een advocaat is voor asielzoekers letterlijk van levensbelang. We voerden actie samen met een aantal advocaten en 34 partners, zoals Netwerk tegen Armoede, onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ, de vakbonden, ... Een petitie werd door 5955 mensen ondertekend. Na de actie hadden we een onderhoud met de eerste minister Elio Di Rupo (PS) en overhandigden we de petitie. Meer hierover in deel 3.
INDIVIDUELE OPVANG IN DE KIJKER Samen met onze opvangpartners hebben we het belang van de individuele opvang in de kijker
gezet. We pleitten ook voor het behoud van de individuele opvang georganiseerd door ngo’s. We verzamelden vijftien verhalen van mensen uit onze opvang. Met een PR- en verspreidingsstrategie en via de sociale media brachten we die verhalen naar buiten. Er kwam een speciale website: www.individueleopvang.be.
GASTVRIJE AWARD 2013 Eind mei 2013 gingen we op zoek naar zogeheten ‘gastvrije initiatieven’, die asielzoekers en vluchtelingen het gevoel geven welkom te zijn in ons land. Gastvrije initiatieven worden opgezet door verenigingen, scholen, gemeentebesturen of bedrijven. Denk aan een soep- of fruitbedeling, een praatgroep om Nederlands te leren, een naaisalon, een wandeltocht, … Alle initiatieven die bijdragen tot de bescherming, opvang en integratie van asielzoekers en vluchtelingen in Vlaanderen en Brussel, kwamen in aanmerking. De initiatiefnemers konden zich inschrijven op www.gastvrijegemeente.be en maakten kans op een geldprijs en een award. Naast de publieksprijs deelde Vluchtelingenwerk nog vijf andere awards uit: voor de school, het individu, het bedrijf, de gemeente of vereniging met het meest gastvrije initiatief. Tijdens een heuse
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
35
show in Leuven op 22 november 2013 werden de winnaars bekendgemaakt. Er werden 155 gastvrije initiatieven ingediend. Het project heeft aangetoond dat Vlaanderen en Brussel zich op heel diverse manieren erg gastvrij opstellen jegens asielzoekers en vluchtelingen.
Wist je dat?
—— 1 55 gastvrije initiatieven schreven zich in voor de Gastvrije Award 2013. De winnaars kregen een award en 1000 euro. —— Meer dan 12 000 mensen stemden voor de publieksprijs.
De winnaars waren: Samen op kot (Aalst), Nachtopvang Magenta (Gent), Vrije Basisschool De Knipoog (Rummen), De Wereldtuin (Menen) en bvba Vanhellemont (Meensel-Kiezegem). De publieksprijs werd gewonnen door Leefschool De Oogappel (Gent).
WERELDVLUCHTELINGENDAG Naar jaarlijkse gewoonte organiseerde Vluchte-
lingenwerk op 20 juni, Wereldvluchtelingendag, een actie. Dat deden we samen met UNHCR, Fedasil, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, het Belgisch Comité voor Hulp aan de Vluchtelingen, onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ, Convivial, het Rode Kruis, Croix Rouge en ECRE, de Europese koepel van vluchtelingenorganisaties. Meer dan 250 vrijwilligers deelden in 26 Belgische treinstations een snoepje en een flyer uit met de boodschap ‘1 minuut, jouw snoepje is op… Ondertussen moesten 8 mensen vluchten: vaders, moeders, kinderen, …’ Metro publiceerde 8 van deze verhalen.
ACTIEWEEK VOOR AFGEWEZEN AFGHAANSE VLUCHTELINGEN Vluchtelingenwerk werkte mee aan een mobilisatiecampagne tijdens een actieweek (november) rond afgewezen Afghanen. Samen met de Afghaanse vluchtelingen en meer dan vijftig middenveld organisaties riepen wij de overheid op om de uitzettingen naar het onveilige Afghanistan stop te zetten. Meer hierover in deel 3.
4. SOCIALE MEDIA & WEBSITE Als je over de asielproblematiek spreekt, gaat het altijd over mensen, niet over dossiers. Veel vluchtelingen die in België terechtkomen, brengen aangrijpende verhalen mee. Die persoonlijke verhalen geven de vluchtelingenproblematiek een gezicht. Door deze talloze kleine geschiedenissen te vertellen hoopt Vluchtelingenwerk het draagvlak voor een humaan asielbeleid te vergroten. Via sociale media als Facebook en Twitter deelt Vluchtelingenwerk ervaringen van asielzoekers, vluchtelingen en iedereen die zich voor deze groep inzet. Daarnaast maken we ook het verhaal achter onze organisatie zelf bekend. Zo tonen we wie we zijn en wat we doen. Uit de massale stroom van informatie lichten we ook actueel nieuws uit om onze volgers op de hoogte te houden van relevante maatschappelijke ontwikkelingen in ons werkveld. Afgelopen jaar hebben we ook op onze website www.vluchtelingenwerk.be meer plaatsgemaakt voor verhalen, bv. van Afghanen en andere vluchtelingen, maar ook van begeleiders van afgewezen
36 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
asielzoekers. Door de interactie met de sociale media behaalden we een significant groter bereik. Momenteel bereiden we een grote vernieuwing van de website voor, er is een nieuwe boomstructuur uitgetekend waarin er mogelijkheden zijn voor een totale gebruikerservaring.
Wist je dat?
—— Vluchtelingenwerk en haar directeur Els Keytsman hebben samen 3818 volgers op Facebook en 2248 volgers op Twitter. —— Gemiddeld bereikt Vluchtelingenwerk 500 mensen per verzonden bericht. —— Op Wereldvluchtelingendag bereikten we meer dan 17 000 mensen via Facebook. —— Het aantal bezoekers dat de weg vond naar onze website via sociale media steeg vorig jaar met 5 procent.
Deel 3 Vluchtelingenwerk inspireert het beleid
Vluchtelingenwerk verdedigt de belangen van vluchtelingen bij beleidsmakers op lokaal, Vlaams, federaal en Europees niveau. De organisatie kijkt met een kritische en opbouwende bril naar het beleid. Waar nodig formuleren we voorstellen voor verbetering. Hiervoor baseren we ons op gedegen analysewerk. Vluchtelingenwerk is de kwaliteitsbewaker van het Belgische asielbeleid. De drijfveer van de organisatie is de bekommernis om het lot van de vluchtelingen die in ons land hun toevlucht zoeken. Indien wij van oordeel zijn dat de rechten van de asielzoekers geschaad worden, starten we juridische procedures op. NAIMA CHARKAOUI, directeur van het minderhedenforum, OP DE UITREIKING VAN DE GASTVRIJE AWARD
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
37
Voorstellen voor een beter asielbeleid De jongste jaren was ons land in de ban van de opvangcrisis. Alle politieke aandacht ging bijgevolg naar noodoplossingen: de instroom van asielzoekers beperken, kortere asielprocedures en een strenger terugkeerbeleid. Ondertussen is de opvangcrisis onder controle. De overheid kan nu eindelijk opnieuw werken aan de kwaliteit van het beleid. Op 25 mei 2014 vinden Vlaamse, federale en Europese verkiezingen plaats. Vluchtelingenwerk vindt dit het perfecte moment voor een kentering in het beleid. Vluchtelingenwerk en haar lidorganisaties hebben in 2013 gewerkt aan voorstellen voor een beter asielbeleid. Die hebben wij verzameld in een eisenpakket of memorandum (zie p. 12). Wij hebben het memorandum ook rechtstreeks besproken met politici van verschillende partijen en we gaven actief input in de voorbereiding van de partijprogramma’s.
A face to the story: over niet-repatrieerbare vreemdelingen Voor ‘A Face to the story’ gingen we een partnerschap aan met organisaties in Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Hongarije en met de Europese koepel van vluchtelingenorganisaties, ECRE. Op basis van een kleinschalig kwaliteitsvol onderzoek gingen we op zoek naar getuigenissen
© Bram Bogaerts
38 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Lobbytraject Niet voor alle asieldossiers is de procedure toereikend. Volgens de overheid bestaan er bv. geen niet-repatrieerbare vreemdelingen. Als de asielinstanties een negatieve beslissing nemen, gaat de Dienst Vreemdelingenzaken ervan uit dat de betrokkenen geen gevaar lopen in hun land en dus kunnen terugkeren. Deze Dienst gaat er ook van uit dat technische problemen bij verwijdering, zoals de afwezigheid van identiteitsdocumenten of gebrekkige contacten met ambassades van de landen van herkomst, kunnen opgelost worden op voorwaarde dat de betrokkene wil meewerken. Vluchtelingenwerk heeft vastgesteld dat er wel degelijk niet-repatrieerbare vreemdelingen zijn. De asielprocedure is dus niet zo waterdicht als de overheid beweert: ons land onderzoekt niet altijd systematisch of iemand gevaar loopt in geval van terugkeer. En er zijn situaties waarin een terugkeer praktisch niet te organiseren valt, om redenen buiten de wil van de betrokken personen.
van niet-repatrieerbare vreemdelingen die in detentie zitten of gezeten hebben. We willen aan het grote publiek en aan de beleidsmakers tonen dat deze groep van mensen wel degelijk bestaat. We vragen dat ze niet in detentie worden geplaatst, dat er naar oplossingen wordt gezocht voor hun uitzichtloze situatie en dat hun fundamentele rechten gewaarborgd worden. De vijf Belgische getuigen werden nauw opgevolgd en hun advocaten konden rekenen op ons juridisch advies. In totaal werden er 39 verhalen geanalyseerd in de publicatie ‘Point of no return: the futile detention of unreturnable migrants’. De verhalen werden verzameld op www.pointofnoreturn.be. In 2014 wordt het campagneluik uitgevoerd. Dit project krijgt de steun van het European Programme for Integration and Migration (EPIM).
DIRK VAN DEN BULCK, ELS KEYTSMAN EN YVES AERTS IN DEBAT OVER DE BEOORDELING VAN DE AANVRAGEN VAN HOLEBI-ASIELZOEKERS
Voor deze mensen moeten er andere oplossingen gevonden worden. Ze hebben immers geen verblijfsdocumenten en bevinden zich in een juridisch en sociaal vacuüm, zo goed als zonder rechten. In 2013 hebben wij hierover, samen met onze lidorganisaties en op basis van de input van experts, twee kaderstandpunten uitgewerkt: één over niet-repatrieerbare vreemdelingen en één over leemtes in de asielprocedure. Dergelijke standpunten bieden voor onze organisatie een algemeen kader waarbinnen een lobbytraject kan worden uitgezet en onze standpunten verder verfijnd. Wij zijn hiervoor twee keer met onze lidorganisaties samengekomen binnen het platform ‘Standpuntbepaling’. De teksten voorbereid door dit platform werden dan door onze leden op een algemene vergadering goedgekeurd. Ze vormen nu de basis voor ons lobbywerk en communicatie rond deze thematiek.
Beroepsprocedures Fedasil en de Dienst Vreemdelingenzaken sloten in maart 2013 een nieuw akkoord af over het begeleidingstraject voor gezinnen met kinderen zonder wettig verblijf. Deze gezinnen worden vanaf nu opgevangen in het open terugkeercentrum van Holsbeek, waar ze gedurende 30 dagen een terugkeerbegeleiding krijgen. Het akkoord verbindt de opvang van deze gezinnen aan hun medewerking
aan de terugkeerbegeleiding. Dat is onwettig: het Grondwettelijk Hof besliste dat deze kinderen op basis van hun kwetsbaarheid en de rechten van het kind onvoorwaardelijk recht hebben op opvang en niet op basis van hun medewerking aan een terugkeertraject. De overheid mag hen dus niet op straat zetten als ze niet terugkeren. Ze moeten begeleid worden naar een duurzame oplossing, en die kan ook een terugkeer zijn. Met onze Franstalige zusterorganisatie CIRÉ en andere ngo’s dienden we daarom een beroep in tot nietigverklaring bij de Raad van State.
Protestbeweging Afghaanse vluchtelingen 2013 was het jaar waarin de Afghaanse vluchtelingen erin slaagden een sterke protestbeweging op poten te zetten. Er werd veel gesproken en geschreven over Afghaanse asielzoekers die gebouwen bezetten. Over hun kinderen die in perfect Nederlands vertellen dat zij niet terug naar een oorlogsland kunnen. Over geïntegreerde Afghaanse jongeren die hard timmeren aan een toekomst in België maar die we toch terugsturen. Ongeveer de helft van de Afghaanse asielzoekers wordt uiteindelijk erkend als (oorlogs)vluchteling, maar de anderen zijn vaak het slachtoffer van een
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
39
ACTIE AFGHANEN BRUSSEL - © DIETER TELEMANS
leemte in de asielprocedure: het Commissariaatgeneraal voor de Vluchtelingen en Staatlozen kan hen afwijzen omdat ze hun identiteit niet voldoende kunnen bewijzen. Zonder zekerheid over hun identiteit en afkomst kan het Commissariaat-generaal hun nood aan bescherming niet onderzoeken. Vluchtelingenwerk steunt de protestbeweging van de Afghanen op verschillende manieren. Wij steunden hun boodschap met onze opiniestukken en in interviews (De Standaard, 24 juli; MO*, 24 juli; Knack, 10 september) en met berichten op onze website en in onze elektronische nieuwsbrief E-fugee. Omdat slechts enkele verhalen in de media kwamen, en er te weinig werd ingezoomd op de vele hindernissen die Afghanen tegenkomen, gaven we ook het woord aan henzelf. We verzamelden acht verhalen van jongeren en gezinnen in de bezette Troonstraat, onze opvanghuizen van onze lidorganisaties Vluchtelingenondersteuning Sint-Niklaas (VLOS) en Caritas International, en in de gesloten centra. Twee verhalen werden later ook gepubliceerd in een groot artikel in de weekendkrant van De Standaard (over jongeren die werden opgesloten
40 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
na de betoging van 26 september). Zij getuigden in de krant over intimidatie, geweld en over de obstakels binnen de asielprocedure. We mobiliseerden mee voor een actieweek rond afgewezen Afghanen. Die startte met een stille voettocht van een Afghaanse familie op 14 november en eindigde in een massale betoging op 20 november. Samen met meer dan vijftig middenveldorganisaties riepen wij de overheid op om de uitzettingen naar Afghanistan stop te zetten. We voerden gesprekken met het kabinet van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en met de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen. Tot slot gaven we informatie aan advocaten en begeleiders van afgewezen Afghanen over de mogelijkheden om nieuwe asielprocedures in te dienen op basis van de verslechterde situatie in hun land. Bij het afsluiten van dit jaarverslag had de overheid nog geen stappen ondernomen voor een duurzame oplossing. Wel hebben de acties voor een groeiend draagvlak gezorgd. Zo nam aartsbisschop Léonard het op kerstdag in een interview (VTM) op voor de Afghanen.
Syrische vluchtelingen Door het aanhoudend conflict in Syrië is de vluchtelingenstroom naar de buurlanden in 2013 steeds groter geworden. Meer dan 2 miljoen mensen, onder wie meer dan een miljoen kinderen, zijn naar Turkije, Jordanië en Libanon moeten vluchten. Sinds augustus 2012 geeft België bescherming aan zo goed als alle Syriërs die hier aankomen. Toch blijft het voor veel Syriërs quasi onmogelijk om België op een legale en dus veilige manier te bereiken. De Dienst Vreemdelingenzaken weigert hen de nodige visa. In 2013 heeft Vluchtelingenwerk op verschillende manieren de aandacht van het ruime publiek en van de politiek gevestigd op het lot van de Syrische vluchtelingen. Op 22 januari organiseerden we samen met onze lidorganisatie Amnesty International en met Broederlijk Delen en Pax Christi en De Morgen een avond rond Syrische activisten in Syrië en op de vlucht. We publiceerden ook een opiniestuk in De Morgen en we werden ontvangen op het kabinet van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block (Open VLD). Daar drongen wij aan op een versoepeling van visa en van de voorwaarden voor gezinshereniging voor Syriërs. In april werkten wij mee aan een reportage van het VRT-journaal (25 april) over de obstakels voor Syriërs om België legaal te bereiken. Aan staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block (Open VLD), minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders (MR) en de Dienst Vreemdelingenzaken vroegen we verduidelijking over het Belgisch visabeleid voor de Syriërs en stelden pistes voor een mogelijke oplossing. Onze brieven bleven onbeantwoord.
De hervorming van de gratis juridische bijstand
Meer aandacht voor ‘resettlement’ In 2013 heeft België 100 vluchtelingen uitgenodigd in het kader van een resettlement-programma. Het ging over Burundezen die eerder in Tanzania verbleven, en Congolezen die eerder in Burundi of Tanzania woonden. Daar konden zij geen veilig leven opbouwen. Het feit dat België zich steeds meer engageert op vlak van resettlement is positief. Vluchtelingenwerk pleit wel voor een structureel programma, waarin de jaarlijkse quota van uitgenodigde vluchtelingen vaststaan en niet elk jaar opnieuw vastgelegd moeten worden. In 2013 heeft Vluchtelingenwerk zich geconcentreerd op de sensibilisering en communicatie rond resettlement, onder meer via de brochure ‘Wat is resettlement?’. Ook is er geregeld gecommuniceerd via onze website en nieuwsbrief over de stand van zaken van het huidige programma en over de aankomst van de verschillende groepen in België.
Beoordeling aanvragen van holebi-asielzoekers In mei 2013 publiceerden we een analyserapport over de beoordeling van asielaanvragen van holebiasielzoekers: ‘Holebi’s op de vlucht’. Het rapport bevat ook beleidsaanbevelingen. Hiervoor werkten we samen met het Belgisch Comité voor de Hulp aan Vluchtelingen (BCHV) en lidorganisatie Çavaria, belangenverdediger holebi’s en transgenders. Op 14 mei 2013 werden de bevindingen van het rapport toegelicht op een thema-avond rond gevluchte holebi’s en transgenders. De voorstelling werd gevolgd door een debat met Dirk Van den Bulck (Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen), Els Keytsman (directeur Vluchtelingenwerk) en Yves Aerts (coördinator Çavaria).
Vluchtelingenwerk heeft actief deelgenomen aan het lobbywerk binnen het ‘Platform Recht voor Iedereen’ om de geplande hervorming tegen te houden. Met een brede coalitie van meer dan zestig andere organisaties van het middenveld en de advocatuur hebben wij op 13 juni actie gevoerd tegen de hervorming. Mede door deze acties en het lobbywerk van het middenveld werd de hervorming (tijdelijk) stopgezet.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
41
‘Asielzoekers zijn mensen, geen dossiers’ Eén jaar na de invoering van het terugkeertraject voor uitgeprocedeerde asielzoekers publiceerden Vluchtelingenwerk en CIRÉ het rapport ‘Het zijn mensen, geen dossiers’. De maatschappelijk werkers van onze opvangstructuren vertelden voor het eerst hun verhaal. Samen legden we de knelpunten in het nieuwe terugkeerbeleid bloot. Veel asielzoekers staan onder zware druk en ook hun begeleiders lijden onder de stress die hun job met zich meebrengt. De schok van een plotse verhuis naar terugkeerplaatsen en te hoog opgevoerde druk brengen oude trauma’s naar boven. Mensen worden behandeld als dossiers die van de ene opvangstructuur naar de andere worden verplaatst. Begeleiders moeten alleen de administratie afhandelen. Voor toekomstbegeleiding is er geen tijd. En het zorgvuldig opgebouwde vertrouwen tussen begeleider en asielzoeker wordt in een paar dagen afgebroken. Op basis van onze informatie stelden verschillende parlementsleden kritische vragen aan de staatssecretaris. Uit verschillende hoeken klonk kritiek op de terugkeerplaatsen. Uiteindelijk werd Vluchtelingenwerk uitgenodigd om haar bevindingen in het parlement voor te stellen, naast de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en de directeur van de Dienst Vreemdelingenzaken. Tijdens die hoorzitting in de Commissie Binnenlandse Zaken (22 oktober) lanceerden we het rapport onder ruime mediabelangstelling, met artikels in De Standaard, De Morgen en Het Laatste Nieuws.
Wist je dat?
—— Op één jaar tijd verdwenen 4679 van de 5373 personen die naar een terugkeerplaats gestuurd werden. Niemand weet waar ze zijn. We vermoeden dat een aantal van hen in netwerken terechtkomt waar ze kwetsbaar zijn voor uitbuiting. —— Sommigen gaan niet naar de terugkeerplaatsen (3800), anderen trekken er weg vóór het einde van de dertig dagen die ze hebben om vrijwillig terug te keren (438); de rest wordt door de bevoegde administraties zelf op straat gezet aan het eind van de termijn van hun uitwijzingsbevel (441).
42 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Lezingen en vormingen In Nederland woedt het debat rond vreemdelingendetentie volop. Vluchtelingenwerk werd uitgenodigd op een conferentie van Amnesty Nederland over alternatieven voor opsluiting. We spraken er over de Belgische terugkeerwoningen als goede praktijk, maar ook over de slinkende ruimte voor toekomstbegeleiding in België. In het panel zaten ook de Nederlandse Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken, het Comité tegen Foltering van de Raad van Europa, de Zweedse Migratiedienst, een onderzoeker van de Erasmus Universiteit en de Nationale Ombudsman. Op een studiedag van het Kruispunt MigratieIntegratie (11 oktober) over het terugkeer- en uitwijzingsbeleid gaf Vluchtelingenwerk toelichting bij de terugkeertrajecten. De studiedag was vooral bedoeld voor advocaten en begeleiders. Ook het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, de Dienst Vreemdelingenzaken, verschillende advocaten en een parlementslid namen deel.
Vluchtelingenwerk en Europa De Europese context is erg belangrijk als het over asiel en migratie gaat. In 2013 keurden het Europees Parlement en de Europese Raad bv. de gewijzigde teksten van de EU-asielwetgeving goed. Ook het Dublin-systeem – welk land is verantwoordelijk om een asielaanvraag te onderzoeken? – werd aangepast. En wat betreft de bewaking van de externe grenzen van de EU kwam er een nieuwe wetgeving tot stand. Tegelijkertijd tonen de talrijke slachtoffers bij de oversteek van de Middellandse Zee aan dat de EU steeds ontoegankelijker wordt voor mensen die vervolging en geweld ontvluchten. Vluchtelingenwerk is actief binnen ECRE, de Europese koepel van vluchtelingenorganisaties, om het EU-asielbeleid te beïnvloeden. In 2013 zaten wij samen met de cel asiel van de Europese Commissie om de knelpunten in de toepassing van de EU-asielwetgeving in België te bespreken. Er was ook overleg met de Europese Commissie ter voorbereiding van de besprekingen tussen de Commissie en de Belgische overheid over het nieuwe Europese Asiel- en Migratiefonds.
Deel 4 Wie is Vluchtelingenwerk?
Een gedreven en professioneel team staat in voor de dagelijkse werking van de organisatie.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
43
Een gedreven team
Studentenstages
Een gedreven en professioneel team van een dertigtal medewerkers (voltijdse equivalenten - VTE) staat in voor de dagelijkse werking van de organisatie. Meer details over het personeelskader in deel 5.
Studenten kunnen bij Vluchtelingenwerk stage doen. We werken hiervoor samen met verschillende onderwijsinstellingen. Onder meer bij onze cel Bescherming werkten in 2013 een aantal stagiairs mee (van UAntwerpen en KU Leuven). Ze maakten een analyse van de arresten van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Ze hebben ook meegewerkt aan de nog te publiceren landenrapporten over Irak, Iran, Kosovo, de Russische Federatie en de Democratische Republiek Congo.
Vrijwilligers Vrijwilligers zijn de basis van onze beweging. Zowel op het secretariaat als bij onze lokale groepen in heel Vlaanderen zijn er dagelijks honderden vrijwilligers in de weer. Zij ondersteunen asielzoekers, vluchtelingen en mensen zonder papieren. Ze begeleiden hen bij hun procedure of zorgen voor basisbehoeften zoals huisvesting, voedselbedeling, een warm onthaal, … Met onze partnerorganisaties organiseerden we voor onze vrijwilligers opnieuw ontmoetingsmomenten in verschillende provincies. Ze kregen er de kans om ervaringen uit te wisselen en we gaven er meer informatie over recente beleidsontwikkelingen. We boden ook sessies aan over fondsenwerving, holebi’s in de asielprocedure, de toekomst van het asielbeleid, niet-repatrieerbare vreemdelingen. Ook het Soep- en Infopunt drijft op de inzet van vrijwilligers. ‘s Middags geven ze gebalde en objectieve informatie aan asielzoekers, die bij een kom soep tot rust kunnen komen op hun hectische eerste dag in België. Ook op het secretariaat worden we bijgestaan door vrijwilligers. Zo hielpen ze bij het verzamelen van getuigenissen voor onze website www.individueleopvang.be. Of ze staken de handen uit de mouwen bij onze verhuis. Ons vormingsaanbod voor vrijwilligers breidden we uit met een inhoudelijke vorming rond terugkeer. We organiseerden drie vormingsmomenten: Basisvorming ‘Wat is een vluchteling?’ (12 juni en 11 december) en Vorming terugkeer en toekomstbegeleiding (16 november).
vrijwilliger Alhadi op het soeppunt van Vluchtelingenwerk © PASCALE MERTENS
De leden Wist je dat?
—— In 2013 kon Vluchtelingenwerk een beroep doen op 412 vrijwilligers. —— We ondersteunen 51 lokale vrijwilligersgroepen.
44 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Vluchtelingenwerk telt vijftig leden onder wie een tiental goed uitgebouwde vrijwilligersgroepen. Onze leden, zowel organisaties als individuele personen, zijn goede samenwerkingspartners en een onmisbare informatiebron over de asielpraktijk in ons land.
ORGANISATIES
INDIVIDUELE LEDEN
—— —— —— —— —— —— ——
Daniël Alliet, Els Hertogen (bestuurder), Dirk Jacobs, Patrick Loobuyck, Paul Pataer (bestuurder) en Anne Van Lancker (voorzitter)
—— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— —— ——
ACW Amnesty International Vlaanderen Asielzoekers Integratie Zemst (AZIZ) Bond Zonder Naam (BZN) Caritas International Çavaria Centrum voor Algemeen Welzijnswerk Archipel (CAW Archipel) Centrum voor Algemeen Welzijnswerk De Mare (CAW De Mare) Centrum voor Algemeen Welzijnswerk SONAR (CAW Sonar) Convivial De8 Antwerpen De Tinten Dokters van de Wereld EVA-centrum Foyer Brussel Gardanto Hand in Hand – VAKA Internationaal Comité Jesuit Refugee Service (JRS) Kerkwerk Multicultureel Samenleven (KMS) Kruispunt Migratie-Integratie Liga voor Mensenrechten Limburgs Platform voor Vluchtelingen Medimmigrant Mentor Escale Minor Ndako & Juna Minderhedenforum Oost-Vlaams Diversiteitscentrum (ODiCé) Protestants Sociaal Centrum Brussel (PSC Brussel) Protestants Sociaal Centrum Antwerpen (CAW de Terp); PSC Antwerpen Sociale Dienst Socialistische Solidariteit (Seso) Steunpunt voor Integratie van Asielzoekers (SIAL) Sint-Egidiusgemeenschap Solentra – UZ Brussel Solidariteit Onthaalhuis Christus Koning (SOCK) Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Vlaams ABVV Vlaams Steunpunt Lokale Netwerken Vluchtelingen Ondersteuning SintNiklaas (VLOS) Vluchtelingenwerkgroep Wetteren Werkgroep Merchtem Multicultureel Werkgroep Vluchtelingen Gent
WAARNEMENDE LEDEN —— Belgisch Comité voor de Hulp aan Vluchtelingen (BCHV) —— Artsen Zonder Grenzen
Raad van bestuur en algemene vergadering De raad van bestuur wordt verkozen door de algemene vergadering en komt meestal maandelijks bijeen. De raad bestond op 31 december uit: Anne Van Lancker (voorzitter), Tetty Rooze (ondervoorzitter), Leo Dyckmans (penningmeester), Anne Dussart, Josée Goethals, Els Hertogen, Paul Pataer, Renaat Vandevelde en Piet Willems. Bestuurders zetelen op persoonlijke titel in de raad; hun mandaat is onbezoldigd. Onze leden sturen de organisatie via een halfjaarlijkse algemene vergadering, die de grote strategische lijnen uitzet. De leden vergaderen meestal twee keer per jaar. In de algemene vergadering van maart stond Paolo Artini van UNHCR-Benelux, de vluchtelingenorganisatie van de VN, als gastspreker op het programma. In april vond een buitengewone algemene vergadering plaats met als enig agendapunt: het medeverwerven van een kantoorgebouw. In het najaar kwam Valon Halimi van de Internationale Organisatie voor Migratie spreken over terugkeer. Op deze algemene vergadering keurden de leden ook drie kaderstandpunten goed: over de opvang en begeleiding van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, over niet-repatrieerbare vreemdelingen, en over leemtes in de asielprocedure.
Actief lidmaatschap Vluchtelingenwerk was ook in 2013 actief lid van 11.11.11 (de koepel van Vlaamse NoordZuidorganisaties), ECRE (de Europese koepel van vluchtelingenorganisaties), IDC (de internationale coalitie die pleit voor alternatieven voor detentie), het FOV (de federatie sociaal-cultureel werk) en Sociare (de socioculturele werkgeversorganisatie). Eind 2013 werden we ook lid van Kauri, Belgian meeting point for sustainability.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
45
Deel 5 Financiën en personeel
Vluchtelingenwerk beschikt over financieringsbronnen op Europees, federaal en Vlaams niveau. Naast overheidssubsidies voor concrete opdrachten of projecten ontvangt Vluchtelingenwerk ook middelen van 11.11.11, stichtingen en private en corporate donoren. 2013 nam voor het eerst een groep mensen deel aan de 20 km door Brussel ten voordele van Vluchtelingenwerk
46 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
De omzet van Vluchtelingenwerk bedroeg in 2013 2,4 miljoen euro. In vergelijking met vorig jaar is dit een daling met 240 000 euro. Vluchtelingenwerk blijft sterk afhankelijk van overheidssubsidies. We tekenen een lichte daling op van inkomsten, giften en andere, uit de privésector (206 360 euro in 2013 tegenover 223 177 euro in 2012). De grootste uitgavenpost van een tweede- en derdelijnsorganisatie zoals Vluchtelingenwerk is de loonkost van de medewerkers. De meerderheid van het personeel wordt direct ingezet op de projectwerking van Vluchtelingenwerk. De coördinatie van het opvangnetwerk heeft de grootste personeelsbezetting. Vluchtelingenwerk dankt voor hun steun in 2013 de verschillende financierende Vlaamse, federale en Europese overheden, de Koning Boudewijnstichting, het European Foundation Network, andere stichtingen en onze individuele en corporate donoren, evenals de talrijke medewerkers en vrijwilligers zonder wie heel wat activiteiten niet gerealiseerd konden worden.
FINANCIEEL BEHEER Projectsubsidies worden systematisch en nauwgezet gecontroleerd door bevoegde overheidsinstellingen. De rekeningen van 2013 werden gecontroleerd en goed bevonden door Mazars Bedrijfsrevisoren. De jaarrekeningen zijn publiek beschikbaar op de website van de Nationale Bank. Vluchtelingenwerk publiceert haar financiële kerngegevens voor het grote publiek op www.donorinfo.be. Vluchtelingenwerk heeft een sterke reputatie wat betreft de administratieve opvolging van haar diverse middelen. In 2013 werd 1372,70 euro aan subsidies ingehouden door publieke financiers na controle van eindrapporten. Dit is minder dan 0,08 procent van de jaarlijkse inkomsten uit publieke projectsubsidies en getuigt van degelijk financieel bestuur. We werken met meerjarenplanningen en jaarplannen.
Overheidssubsidies In 2013 daalden onze inkomsten uit overheidssubsidies. Dit kwam deels door de dalende bezetting in de asielopvang (zie deel 1), waardoor natuurlijk ook de terugbetaling door Fedasil voor de opvang van asielzoekers daalde. Daarnaast verminderden
in 2013 ook onze inkomsten uit Europese projectsubsidies. De Vlaamse overheidsmiddelen, onder andere ingezet voor het bewegingswerk van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, waren in stijgende lijn. De totale overheidsmiddelen (projectsubsidies, tewerkstellingsmaatregelen en andere) daalden van 2 527 417 euro in 2012 naar 2 190 963 euro in 2013.
Private giften Giften aan Vluchtelingenwerk voor een jaarlijks totaalbedrag van 40 euro of meer zijn fiscaal aftrekbaar. In 2013 ontving Vluchtelingenwerk 19 836 euro aan particuliere giften en 8391,50 euro van corporate donoren en stichtingen. De giften werden vooral ingezameld via wervingscampagnes voor het Soep- en Informatiepunt. Sinds het najaar van 2013 zijn twee medewerkers deeltijds actief op fondsenwerving en relatiebeheer met major donors. We hebben verder ingezet op een betere diversificatie van middelen. Vluchtelingenwerk is nog ver verwijderd van de gemiddelde verhouding 37,7 procent subsidies versus 62,3 procent eigen middelen zoals die werd berekend voor de Belgische ontwikkelingsngo’s door de website www.ngo-opendoek.be. Voor de toekomst willen we ons spiegelen aan deze inkomstenstructuur.
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
47
In cijfers en grafieken
Personeel
De verhouding overheidssubsidies/particuliere middelen verbeterde ook in 2013 en bedroeg 10,6/1, tegenover 11/1 in 2012 en 15/1 in 2011.
HR-beleid
Verhouding overheidssubsidies versus particuliere middelen (2011-2013) 93,8%
2011
Overheidssubsidies Particuliere middelen
6,2% 91,9%
2012
Overheidssubsidies Particuliere middelen
8,1% 91,4%
2013
Overheidssubsidies Particuliere middelen
8,6%
Vluchtelingenwerk voert een actief diversiteitsbeleid en selecteert medewerkers op basis van hun competenties. We vinden het belangrijk dat onze organisatie een afspiegeling is van de maatschappij en dat mensen kunnen groeien binnen hun loopbaan. Het gemiddelde personeelsbestand bedroeg in 2013 31,4 voltijds equivalenten. Dit is een vermindering tegenover 2012, toen we 34,1 voltijds equivalenten telden. Dit heeft rechtstreeks te maken met de vermindering van inkomsten, vooral door de lagere overheidssubsidies. In 2013 kwamen 9 nieuwe collega’s in dienst, terwijl 11 mensen onze organisatie verlieten. Vluchtelingenwerk heeft meer vrouwen in dienst dan mannen. Op 31 december 2013 werkten er 11 mannen en 23 vrouwen. Deze genderverdeling is terug te vinden op alle functieniveaus in de organisatie: het managementteam bestaat uit 4 vrouwen en 2 mannen. Op 31 december 2013 werkten bij Vluchtelingenwerk 8 collega’s (23,5 procent) met een migratieachtergrond, dit volgens de officiële definitie van een ‘persoon met een nationaliteit van een land buiten 15 “oude” Europese lidstaten of een persoon van wie minstens één ouder of twee grootouders een nationaliteit hebben van een land buiten de 15 “oude” Europese lidstaten’. Volgens onze definitie werkten er toen 7 (20,5 procent) niet-Belgen, vluchtelingen, en genaturaliseerde collega’s in het team.
Verdeling inkomsten en uitgaven Overheidssubsidies Europese subsidies
Verdeling van de kosten 2013
Diensten en goederen: 20,6% Bezoldigingen: 75,0% Andere kosten: 3,8% Reserves: 0,6%
48 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
2 190 963 154 782
91,39% 6,46%
Federale subsidies
1 519 959
63,40%
Vlaamse subsidies
516 222
21,53%
Private fondsenwerving
206 361
8,61%
Stichtingen
121 060
5,05%
Corporate donoren
10 050
0,42%
Particuliere fondsen
19 836
0,83%
Andere inkomsten
55 415
2,31%
2 397 324
100%
Totaal
PERSONEEL VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN
Vluchtelingenwerk heeft een jong personeelsbestand. Zo is 56 procent van onze collega’s jonger dan 35 jaar. De gemiddelde leeftijd van alle werknemers bedroeg 34,97 jaar en de mediaanleeftijd bedraagt 34 jaar (dus de helft van alle werknemers is jonger dan 34 jaar).
Leeftijdspiramide Leeftijd
Man
60-65
Vrouw
55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 18-24 30
25
20
15
10
5
0
5
10
15
20
25
30
%
Vluchtelingenwerk Vlaanderen / jaarverslag 2013
49
Vluchtelingenwerk doet zoveel mogelijk voor een goede balans tussen privé en werk. Er geldt bv. een systeem van glijdende werkuren. Op 31 december 2013 werkte 53 procent van onze mensen voltijds. Mannelijke collega’s werken in verhouding ongeveer even vaak deeltijds als de vrouwelijke collega’s. Negen collega’s namen in 2013 tijdskrediet of ouderschapsverlof op.
Loonbeleid Het personeel van Vluchtelingenwerk wordt verloond volgens vijf looncategorieën, gebaseerd op de barema’s van paritair comité 329.01. De loonspanning (het verschil tussen hoogste en laagste loon in de organisatie) bedroeg in december 2013 2,38. Dit is iets minder dan in 2012, toen de loonspanning 2,43 bedroeg. Het bruto maandloon van de algemeen directeur bedroeg die maand 3473,57 euro (0,8 VTE, het equivalent voltijds bruto maandloon komt neer op 4341,96 euro). De totale loonkost van de algemeen directeur voor de organisatie bedroeg in 2013 73 694,70 euro inclusief werkgeversbijdragen, kostenvergoeding en woon-werkverkeer per trein in tweede klasse, met een gsm-abonnement en het gebruik van een laptop als extralegale voordelen. Personeelsleden krijgen hun abonnement voor het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer terugbetaald: 100 procent voor een treinabonnement en 80 procent voor een busabonnement. Bovenop de 20 wettelijke vakantiedagen biedt Vluchtelingenwerk 10 extralegale dagen aan.
Vormingen en opleidingen In 2013 investeerde Vluchtelingenwerk netto 33 360,78 euro in vormingen en opleidingen. Dat bedrag is hoger dan dat van 2012 (18 092 euro); het komt neer op 953,17 euro per werknemer.
50 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Eindelijk een nieuw kantoor Eind 2012 verwierven Vluchtelingenwerk en drie andere middenveldorganisaties (Dokters van de Wereld, SAW-B en Réseau Financement Alternatif ) een gebouw om hun activiteiten duurzaam te kunnen ontwikkelen. Het vroegere huurpand van Vluchtelingenwerk was te klein, beantwoordde niet meer aan de hedendaagse normen en was niet goed uitgerust. Dankzij lidorganisatie Dokters van de Wereld viel ons oog op een betaalbaar kantoorgebouw vlak bij de Kruidtuin in Brussel. De voorbereiding van de verhuis, de ambitie om met beperkte middelen een zo goed mogelijke werkomgeving te realiseren en de zoektocht naar die middelen bleken een arbeidsintensieve opgave. Maar deze inspanningen hebben hun vruchten afgeworpen: na renovatiewerken namen wij in maart onze intrek in het kantoor. We werken nu in een aangename open omgeving, wat de interactie tussen de verschillende afdelingen bevordert. Omdat we met drie andere vzw’s samenleven, genieten we van enkele voordelen die vroeger buiten ons bereik lagen. Zo beschikt het gebouw over verschillende vergaderzalen, een parking, een overdekte fietsenstalling, een cafetaria en een gezamenlijke onthaalbalie. De centrale ligging, ideaal voor het openbaar vervoer, is een extra troef. Op 26 september huldigden de vier organisaties het nieuwe gebouw officieel in, in aanwezigheid van honderden leden, vrijwilligers, partners, donoren en beleidsmakers. De vier organisaties richtten een coöperatieve vennootschap op om de collectieve aspecten van het samenwonen te beheren, onder de naam ‘Bota 75’. Dit is een combinatie van ons huisnummer en een knipoog naar onze overbuur, de cultuurtempel Botanique. De verwerving van ons gebouw was onmogelijk zonder de financiële en logistieke steun van verschillende lidorganisaties, partners en vrijwilligers. We danken hen hier van harte voor.
Dit jaarverslag is een uitgave van
Vluchtelingenwerk Vlaanderen vzw Kruidtuinstraat 75, 1210 Brussel T 02 225 44 00 - F 02 201 03 76
[email protected] www.vluchtelingenwerk.be Triodos Bank BE06 5230 8056 2922
52 jaarverslag 2013 / Vluchtelingenwerk Vlaanderen