jaarverslag2013
NATIONAAL GEOGRAFISCH INSTITUUT INSTITUT GEOGRAPHIQUE NATIONAL
Inhoud
01 Inhoud
01
Voorwoord
02
De waarden van het NGI 03-04 CartoWeb.be 05-06 Eerste cyclus wegen 07-08 Herstructurering van het archief en het archiefbeleid 09-10 Kaart 14-18 11-12 Optifed 1 13-14 Optifed 2 15-16 UN-GGIM 17-18 Grote Regio 19-20 Interview schoonmaaksters 21-22 Grafieken 23-28 Cijfers 29-30 Cijfers 31-32 Colofon
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
33
Voorwoord
02 Beste lezer en lezeres, Als u verder leest in dit jaarverslag, en wij hopen uiteraard dat u dit zult doen, dan zult u misschien opmerken dat er geen rode draad in zit. Dit klopt volledig, want we zijn in 2013 met heel verschillende dingen bezig geweest en we willen u een zo volledig mogelijk beeld geven van onze activiteiten. 2013 was om te beginnen het jaar waarin we onze nieuwe waarden gedefinieerd hebben. We organiseerden een communicatiecampagne voor het personeel, zodat al onze medewerkers nu weten wat de basis is waarop heel onze werking berust. Dankzij de viewservice CartoWeb.be kreeg het grote publiek in 2013 online toegang tot onze meest recente gegevens, iets wat duidelijk op prijs gesteld wordt. Ons wegenbestand werd geüpdatet, we herstructureerden ons archief, we publiceerden een kaart over de oorlog van 14-18, ... kortom, ook onze “gewone activiteiten” draaiden op volle toeren. Zoals elk jaar hebben we onze vakkennis ook weer ter beschikking gesteld van andere instellingen en organisaties. In eigen land gebeurde dat in het kader van de Optifed-projecten, internationaal waren we onder andere actief voor UN-GGIM en voor de Grote Regio. Om het tekstgedeelte af te ronden publiceren we nog een interview met onze schoonmaaksters, die er elke dag opnieuw voor zorgen dat we in een propere en aangename omgeving kunnen werken. Traditiegetrouw sluiten we ons jaarverslag af met cijfers en grafieken van de verkoopsdienst, de personeelsdienst en de financiële dienst.
THUIN
GEN
Philippe Busquin Voorzitter van het Comité van Beheer
LEUV
Wij hebben veel voldoening gehaald uit onze activiteiten in 2013 en we hopen dat u even veel plezier beleeft aan het lezen van dit jaarverslag. Ingrid Vanden Berghe Administrateur-Generaal
(Jacqu
Ze
Lille
EN
Wo l
Syn. Schl.
Arbre St-H
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
De waarden van het NGI
03
ONZE 4 WAARDEN… meer dan woorden! De pilootgroep gevormd in het kader van het strategisch plan 2006-2010 wist het al: om de neuzen van iedereen in dezelfde richting te krijgen, is het nodig de richting die we willen uitgaan zo precies mogelijk te bepalen. En daarbij niet alleen af te spreken wàt we willen doen, of waar we naartoe willen, maar ook hoé we dat willen bereiken. Daarom werd dit thema opnieuw onder de loep genomen binnen een initiatief dat we “ZOOM” hebben genoemd: een inzoomen op de waarden. In december 2011 werd op het NGI een werkgroep onder de noemer Integriteit opgericht. Volgens de leden van deze werkgroep zijn de gezamenlijk aangenomen waarden één van de fundamenten van een organisatie, en de hoeksteen van een degelijk integriteitsbeleid. De invloed ervan op de mentaliteit in een organisatie is heel groot. We kunnen er ook preventief mee aan de slag, om misbruiken (en zelfs misdrijven) te voorkomen maar een waardenkader is ook een toetssteen, een basis waarop mensen kunnen aangesproken worden wanneer ze er te ver van afwijken in hun gedrag. Daarnaast is het vooral een grote stimulans in het vergroten van het ethisch bewustzijn (wat kan door de beugel en wat niet).
Daarom startten wij kort daarna met discussiegroepen rond dit thema. Het resultaat van wat in deze groepen naar voren kwam, werd voorgelegd aan de algemene directie van het NGI en begin 2013 aangenomen. Het NGI omarmt 4 waarden: Respect, Vertrouwen, Inzet en Verantwoordelijkheid Een positieve houding moet bovendien als een frisse wind ons energie geven en ons denken en ons gedrag bepalen. Daarom werd de windturbine gekozen als symbool voor deze nieuwe aanpak. Elke geformuleerde waarde is trouwens de uitdrukking van een houding, waaruit een bepaald gedrag voortvloeit. In hun geheel weerspiegelen onze bedrijfswaarden hoe we de dingen willen doen, ze geven ons een identiteit. Ze vertellen wie we zijn, voor onszelf en de buitenwereld.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
De waarden van het NGI We willen als instelling evolueren naar een cultuur waarin iedereen elkaar benadert vanuit wederzijds respect (dat is voor ons een sleutelbegrip, de “moeder” van onze waarden) en vertrouwen, en waar iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt. Zo werken we allemaal samen naar één doel. Maar we willen bovenal alles positief benaderen! Deze 4 waarden concreet toepassen in onze dagelijkse werking moet ons ondersteunen bij deze evolutie. We willen ze werkelijk op verschillende niveaus tot leven brengen binnen het Instituut: onder de collega’s en medewerkers, tegenover de klanten/gebruikers, de burgers, andere overheidsinstellingen, … Eigenlijk hebben we maar één doel: de waarden laten leven! We willen niet dat ze holle woorden blijven, maar dat ze voor iedereen haalbaar én tastbaar worden. De communicatiecampagne rond het thema bestond in de eerste plaats uit uiteenzettingen in elke dienst, die in de tweede helft van 2013 gegeven werden. Daarnaast werd ondersteunend materiaal ontwikkeld: een praktische handleiding, affiches, ludieke acties, … De waarden vormen bovendien een mogelijke inspiratiebron bij de gesprekken voor de evaluatiecycli van het personeel, waar het naleven van een bepaalde waarde voor de ene een sterk punt en voor de andere een verbeterpunt kan zijn. Maar het gaat verder dan dat: onze waarden moeten al gebruikt worden van bij de selectie van medewerkers, ze hebben een impact op onze relatie met partners en klanten. Ze kunnen binnen het NGI voor een betere werksfeer zorgen waar iedereen zich meer gewaardeerd voelt. Iedereen binnen het NGI zou deze waarden in zijn dagelijkse activiteiten moeten vertalen en in de praktijk brengen… De energie die we hiermee kunnen opwekken, is eindeloos!
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
04
CartoWeb.be verschillende schaalniveaus
05 CartoWeb.be: onze recentste gegevens online beschikbaar Op het einde van heeft het Nationaal Geografisch Instituut zijn eerste 2013 was het eerste WMTS-dienst (Web Map Tiling Service) gepubliceerd: CartoWeb.be. Dit nieuwe paradepaardje werd tijdens een persconferentie op 13 december 2013 aan het publiek voorgesteld. # De kaartweergaven van CartoWeb.be zijn speciaal ontworpen om op een scherm bekeken te worden. Daartoe wordt een aangepaste symbolisatie gebruikt: minder contrasterende kleuren en dikkere lijnen. De nieuwe symbolisatie werd ontworpen voor alle schalen samen, zodat de gebruiker vlot kan schakelen tussen de verschillende zoomniveaus.
# CartoWeb.be bestrijkt 11 schaalniveaus (1:4 000 000, 1:2 000 000, 1:800 000, 1:500 000, 1:250 000, 1:100 000, 1:50 000, 1:25 000, 1:10 000, 1:5 000, 1:2 500). Daardoor kunnen verschillende types informatie weergegeven worden. De heel erg gegeneraliseerde kaarten op de kleinste schalen tonen thema’s zoals de administratieve eenheden of de belangrijkste netwerken, terwijl de middelgrote schalen de typische topografische kaarten van het Nationaal Geografisch Instituut tonen: voorstelling van het reliëf, beperkte generalisatie en symbolisatie van zo veel mogelijk objecten die de realiteit tonen (taluds, bomenrijen,...). Met deze kaarten kan de gebruiker dus het terrein interpreteren, bepalen waar hij is en zich oriënteren. De kaarten op de grootste schalen zijn zeer gedetailleerd en lijken al meer op plannen. Ze hebben hun specifiek nut, maar bieden geen overzicht van het landschap. Ook de toponymie is zeer gedetailleerd. # CartoWeb.be, dat hoofdzakelijk gebaseerd is op referentiegegevens op schaal 1:10 000 en op de database op schaal 1:250 000, werkt via automatische productie- en publicatie processen die het mogelijk maken om snel kaartweergaven te publiceren die gebaseerd zijn op de meest recente NGI-gegevens.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
CartoWeb.be
06 Voor de grootste vier schalen (1:2 500, 1:5 000, 1:10 000, 1:25 000) werd een tweede type weergave ontworpen. Het gaat om een gedeeltelijk gekarteerde laag, die bestemd is om op een basislaag gelegd te worden. In het onderstaande voorbeeld wordt deze laag op ortholuchtfoto’s in kleur gelegd.
schaalniveaus CartoWeb.be
JAARVERSLAG2013
Nu communicatie (internet, telefonie,...) zo belangrijk is geworden voor onze samenleving, vindt het NGI het absoluut noodzakelijk om een gratis kaartweergave aan te bieden die is aangepast aan de digitale dragers. De eerste indrukken van onze gebruikers zijn zeer positief. Dankzij de opmerkingen van de gebruikers kunnen we CartoWeb.be verder ontwikkelen. Daarom maken het cartografieteam en de directie informatica van het NGI zich nu op om, vier maanden na de eerste publicatie, een nieuwe versie van het product te publiceren. De gegevens van de nieuwe versie zullen afkomstig zijn van vectorgegevens die nog recenter zijn. Ze zullen beschikbaar zijn in een nieuw standaard projectiesysteem voor gebruik op het web: de WebMercator-projectie.
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Eerste cyclus wegen De update van de referentiedatabase (ITGI-VRef) en van haar afgeleide producten: stand van zaken in 2013 In 2009 is het NGI overgestapt op processen waarbij zijn referentiegegevens (ITGI-VRef) per thema en volgens verschillende cycli geüpdatet worden. De beschikbare middelen werden in de eerste plaats ingezet voor de update van de transportnetwerken, de gebouwen en de administratieve grenzen in een driejarige cyclus. In 2013 liepen verschillende updateprocessen ten einde. In enkele woorden: Het wegennet We hebben een volledige update van het berijdbare wegennet (geometrie en attributen) afgerond. Deze update werd grotendeels door eigen personeel uitgevoerd, met externe ondersteuning (onderaanneming) voor een deel van de restitutie. Voor de eerste keer werden de straatnamen gekoppeld aan de wegassen. Deze bijgewerkte gegevens werden geïntegreerd in de nieuwe versie van ons product Top10Vector. We hebben ze ook geleverd aan het AGIV (Agentschap Geografische Informatie Vlaanderen) dat ze heeft geïntegreerd in het bestand MRB-Wegen (Middenschalig ReferentieBestand) van het Vlaams Gewest. Het spoorwegennet We hebben een update van het spoorwegennet afgerond. Die update gebeurde op basis van bijgewerkte gegevens, afkomstig van INFRABEL. Onze medewerkers hebben deze gegevens aangepast en geïntegreerd in ons referentiegegevensmodel. Deze bijgewerkte gegevens werden geïntegreerd in een nieuwe versie van ons product Top10Vector. Het transmissienet voor elektriciteit We hebben een update van het transmissienet voor elektriciteit afgerond. Die update gebeurde grotendeels op basis van gegevens afkomstig van ELIA. Onze medewerkers hebben deze gegevens aangepast en geïntegreerd in ons referentiegegevensmodel. Deze bijgewerkte gegevens werden geïntegreerd in een nieuwe versie van ons product Top10Vector.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
07
Eerste cyclus wegen
08
De gebouwen We hebben een tweede volledige update van de gebouwen (geometrie en attributen) afgerond. Deze update werd gedeeltelijk uitgevoerd door ons eigen personeel, met externe ondersteuning (onderaanneming) voor de restitutie. Deze bijgewerkte gegevens zullen binnenkort in een nieuwe versie van ons product Top10Vector geïntegreerd worden. De administratieve grenzen We hebben een update van de administratieve grenzen afgerond. Deze update gebeurde op basis van gegevens afkomstig van de Algemene Administratie PatrimoniumDocumentatie. Onze medewerkers hebben deze gegevens geïntegreerd in ons referentiegegevensmodel. Deze bijgewerkte gegevens werden geïntegreerd in een nieuwe versie van ons product Top10Vector. In 2013 hebben onze medewerkers ook een nieuwe versie van ons digitaal terreinmodel gemaakt. Verder hebben ze gezorgd voor een regelmatige overdekking met orthofoto’s van een derde van het grondgebied. Het is dus dankzij de inzet van ons personeel, het beroep op betrouwbare partners (AAPD, ELIA, INFRABEL) en op onderaanneming dat we deze processen tot een goed einde hebben kunnen brengen. Dank aan iedereen die erbij betrokken was. Toch blijven er nog uitdagingen waar het gaat om de update van de andere thema’s (waterwegennet, bodemgebruik, microreliëf, toponymie,...). Deze uitdagingen pakken we in 2014 aan met de invoering van nieuwe productieprocessen. Wordt vervolgd dus...
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Herstructurering van het archief en het archiefbeleid
09
Document- en archiefbeheer bij het nationaal geografisch instituut Eind 2012 sloot het Instituut een overeenkomst met het Rijksarchief (Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën) met het oog op de bewaring van zijn archieven en op de invoering van een beleid voor het beheer van zijn werkdocumenten. De bedoeling was dubbel: rationaliseren en besparen. Het Rijksarchief is een federale wetenschappelijke instelling, die moet toezien op de correcte bewaring van de archiefdocumenten die de overheden publiceren en beheren. Dus werd er een archivaris van de Afdeling “Toezicht, advies en coördinatie van verwerving en selectie” gedetacheerd naar het Instituut voor een periode van zes maanden (in het tweede semester). Hij werkte nauw samen met alle diensten en directies, analyseerde het archiefbeleid en gaf adviezen. De resultaten van dit werk zijn: een tabel voor het beheer van de documenten, een audit van de omstandigheden waarin de archieven op het Instituut bewaard worden en aanbevelingen om deze omstandigheden te verbeteren, te vereenvoudigen en aan te passen aan de normen.
Het Rijksarchief in België
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Herstructurering van het archief en het archiefbeleid
De tabel voor het beheer van de documenten (selectietabel) is een document waarin voor het hele Instituut (horizontale diensten en technische directies) welke documenten worden geproduceerd. Voor elke reeks documenten staat vermeld hoe lang ze bijgehouden moeten worden (om functionele, administratieve of wettelijke redenen) en wat er daarna mee moet gebeuren (vernietigen of bewaren). Met deze tabel verbetert het beheer van de documenten. De audit en de aanbevelingen zullen het dan weer mogelijk maken de gegevens en de kennis beter te bewaren en ons historisch patrimonium een duurzame toekomst te geven. Het NGI heeft nu dus een kader voor het sorteren en selecteren van zijn documenten, wat als dubbel voordeel heeft dat we vermijden om gegevens nodeloos op te slaan en tegelijkertijd informatie bewaren die nuttig is voor de geschiedenis van de instelling. De documenten die aan het Rijksarchief worden bezorgd, zullen in de beste omstandigheden bewaard worden. Na inventarisatie kunnen ze geraadpleegd worden voor onderzoek, en ook het Instituut zal ze natuurlijk nog altijd gratis mogen inzien. Onderzoekers en andere geïnteresseerden zullen de documenten mogen inzien in het kader van hun onderzoek, maar binnen de grenzen die worden opgelegd door de wetgeving (openbaarheid van bestuur, bescherming van de privésfeer, enz.). Het NGI beschikt over een uitzonderlijk patrimonium waarin geschiedenis, kennis en techniek samenkomen. Het verdient dan ook de allerbeste zorgen.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
10
Kaart 14-18
11
“1914-1918 THE GREAT WAR from LIEGE to the YSER and the SOMME” Een geslaagde samenwerking van het Koninklijk Legermuseum en het NGI Het Nationaal Geografisch Instituut gaf samen met het Koninklijk Legermuseum een nieuwe overzichtskaart uit van de Grote Oorlog. Ze werd op 20 augustus 2013, in avant-première voorgesteld aan de deelnemers van de Vierdaagse mars van de IJzer. (Amateur)-historici vinden op deze kaart een overzicht van de grote troepenbewegingen en -concentraties, toeristen die de Belgische en Noord-Franse herinneringsoorden bezoeken zullen dan weer de talrijke inlichtingen die op de kaart vermeld staan weten te waarderen. Ereluitenant-Kolonel Fons Wuyts maakte als kind de Tweede Wereldoorlog mee, de bezetting en de bevrijding maar ook het bombardement van Mortsel in 1943. Het maakte een diepe indruk op hem en al tijdens zijn militaire carrière speelde hij met het idee om de belangrijkste oorlogsrelicten in België in kaart te brengen. Toen hij in 1996 technisch raadgever bij het Koninklijk Legermuseum werd, begon hij zijn opzoekingen in de museumbibliotheek. Zo ontstond in 1999 de NGI-kaart “Belgium Battlefield of Europe”, een kaart die ondertussen al aan haar tweede editie toe is. In 2009 kwam de kaart “In Flanders Fields Belgium” op de markt, die een overzicht biedt van het militair erfgoed in West-Vlaanderen. Van beide kaarten samen zijn al meer dan 10.000 exemplaren verkocht. Het is dan ook logisch dat we weer contact opnamen met Fons Wuyts toen we besloten om met een nieuwe overzichtskaart van de oorlog actief deel te nemen aan de herdenking van WO I. Fons was onmiddellijk bereid om mee te werken. Hij las talrijke boeken en oorlogsdagboeken, raadpleegde stafkaarten met aantekeningen uit die tijd en bezocht oorlogssites langs de voormalige frontlijn van Nieuwpoort tot aan de Somme.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Kaart 14-18 Al deze informatie combineerde Fons Wuyts met foto’s van monumenten, begraafplaatsen enz., en met materiaal dat hij kreeg van collega’s van het legermuseum of van liefhebbers. Zo ontstond de kaart “1914-1918 THE GREAT WAR from LIEGE to the YSER and the SOMME”, die de gebruiker in één oogopslag alle essentiële informatie geeft over: # de invasieroutes van de Duitse keizerlijke legers door België in 1914 # de gruweldaden van de bezetter (wat, waar, wanneer) # de bewegingen en gevechten van het Belgische leger, de geallieerde en de Duitse legers # diverse frontlinies (met datum) # de plaats van de grootste monumenten en van alle militaire begraafplaatsen # forten, loopgraven en bunkerlinies die we ook vandaag nog kunnen bezoeken # oorlogsmusea en drie recent geopende interpretatiecentra Samen met de viertalige handleiding geeft de kaart een duidelijk beeld van hoe de Eerste Wereldoorlog beleefd werd door de soldaten en de burgerbevolking van toen. De kaart werd overwegend positief onthaald, maar natuurlijk is een eerste druk altijd vatbaar voor verbeteringen. Uit heel diverse hoeken kregen we suggesties voor aanpassingen en verbeteringen, iets wat samen met de goede verkoopcijfers van de kaart bewijst dat het thema echt wel leeft. Op basis hiervan wordt een tweede editie voorbereid. Die zou nog in de loop van 2014 gedrukt kunnen worden.
kaartfragmenten
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
12
Optifed
Wat is Optifed? Optifed is het federale efficiëntieprogramma, dat als doel heeft besparingen te realiseren en de werking van de federale overheid te verbeteren door een sterkere samenwerking tussen de federale overheidsdiensten. Het spoort goede efficiëntiepraktijken op in de federale overheid om ze vervolgens op een projectbasis toe te passen in zoveel mogelijk diensten. Organisatie van het Optifed programma Federale organisaties kunnen projecten voorstellen in het kader van de programma’s. Deze projecten moeten transversaal zijn, ze mogen geen terugkerende kosten veroorzaken en de uitvoering van het project moet een rechtstreekse impact hebben op de dienstverlening van de overheidsdienst. Betrokkenheid van het NGI In de nieuwe toekomststrategie van het NGI staan twee punten centraal: Het NGI wenst, in samenwerking met zijn partners, in de toekomst verder middenschalige referentiedata te produceren en te verspreiden. Het NGI wenst tevens te evolueren tot databroker van geografische data voor de hele federale overheid. Daarvoor wil het zijn kennis in dit domein ten dienste stellen van de federale collega’s. Dit betekent dat het NGI al de federale noden aan geografische data wil centraliseren en wil helpen om aan de vraag te voldoen. In dit kader was het Optifed programma ideaal om de databroker-wens van het Instituut te concretiseren.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
13
Optifed
14 Het Optifed1 project Context Een aantal federale diensten hebben nood aan “Navigatie en straatnamen data”. Sommigen voor routing, anderen voor geolokalisatie, geocoding of viewing of een combinatie van de vier. Heel wat federale diensten hebben immers te maken met planning van vervoer of interventies. Het Nationaal Geografisch instituut heeft, in de geest van Optifed, de federale overheid dan ook helpen kiezen voor efficiënte en kostenbesparende gezamenlijke oplossingen in dit specifieke domein. Daartoe heeft het NGI de belangrijkste gebruikers van routeerbare data geïdentificeerd De grootste groep gebruikers zijn zij die nood hebben aan een goede interventieplanning zoals ASTRID, de geïntegreerde politie en de diensten van de FOD Binnenlandse zaken. Er zijn nog een aantal kleinere gebruikers zoals de FOD Mobiliteit en Vervoer, het NGI en het Ministerie van Defensie, evenals nog niet gedetecteerde gebruikers. Die kunnen altijd op een flexibele manier aansluiten bij deze opdracht. De aanschaf van een gemeenschappelijk wegenbestand met routingattributen voor de hele federale overheid werd een eerste Optifed voorstel van het NGI dat op 19 april 2013 goedgekeurd werd door de ministerraad. Evolutie van het Optifed 1 project De verschillende geïnteresseerde FOD’s en andere federale diensten zijn, onder leiding van de projectverantwoordelijken, in de loop van dit jaar meerdere malen samengekomen. Daarbij zijn de verschillende behoeften geïnventariseerd. Op basis daarvan werd een bestek geschreven waarop door drie kandidaten ingeschreven werd. In de loop van de maand december 2013 werd de opdracht toegewezen. Het betreft het gebruik door de volledige federale overheid van: # De vectoriële basisdata voor België en 50 km grenszone met routingattributen, POI’s en de historische verkeersgegevens, # De rasterdata voor België en 50 km grenszone, # De actuele verkeersinformatie, # Het beheer van releases (realiseren van een delta), # Het intern gebruik van 1 000 000 publicaties / jaar. De leveringen vinden plaats vanaf februari 2014. Ook daarna blijft het NGI dit project verder de verantwoordelijkheid voor het project dragen. Tot 2018 blijft het NGI het single point of contact voor de leveringen, de verdeling van de data, de opvolging van de licenties en het signaleren van problemen. JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Optifed 2 “Optifed2”: Haalbaarheidsstudie voor een gecoördineerde federale geolokalisatiedienst Context Dit project sluit aan bij het BEST initiatief, een intergouvernementele samenwerking die streeft naar een standaardisering en betere uitwisseling van adresinformatie tussen de federale, gewestelijke en gemeentelijke overheden. In de marge van BEST is gebleken dat er een grote behoefte is aan een dienst die toelaat om gebeurtenissen, personen of bedrijven te situeren. Het adres en de juiste positie zijn daarbij eerste elementen, maar vele locaties hebben geen exact adres. Langs wegen en spoorwegen zijn hectometeren kilometerpalen geplaatst, maar er is geen eenvormigheid en geen gecoördineerde versie van deze gegevens in bruikbare vorm. Ook plaatsnamen, grote infrastructuur (bijvoorbeeld fabrieken, windturbines, sluizen, metrostations en dergelijke) zouden voor alle relevante diensten moeten worden ontsloten. Verschillende FODs en andere federale diensten zijn geïnteresseerd om aan een dergelijke dienst mee te werken. Het project zou een inventaris moeten maken van wat er allemaal in deze geolokalisatiedienst moet opgenomen worden, wie deze gegevens zou kunnen aanleveren, en welke toepassingen er zouden moeten kunnen aangekoppeld worden. Projectdoelstellingen Bepalen van de scope van een federale geolokalisatiedienst en opstellen van een lijst van beschikbare gegevens die gebruikt kunnen worden om de startversie van de dienst te bouwen, en uitstippelen van het proces om de dienst verder uit te bouwen en up-to-date te houden, inclusief identificatie van de partners daarvoor. De behoeften van de federale overheid inzake lokalisatie zijn inbegrepen in het project, zowel voor het in de ruimte positioneren van een individuele gebeurtenis als het analyseren van grote groepen van gebeurtenissen (geographical data-mining). De dienst moet een antwoord kunnen bieden op de behoeften van operationele diensten zoals brandweer en politie. De behoeften voor zeer gedetailleerd geografische informatie (positionering binnen in een gebouw, lokalisering met een zeer grote nauwkeurigheid, onzichtbare fenomenen (ondergrondse leidingen) zijn niet inbegrepen in het project.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
15
Optifed 2
16
Stand van Zaken 1. Inventarisatie van de bestaande databronnen # Opstellen van een correcte lijst van federale instellingen en hun departementen: Deze lijst van voor het ogenblik 90 instellingen lijkt volledig, maar wordt nog voortdurend bijgewerkt in functie van de veranderingen. # Opstellen van een lijst van databronnen binnen federale instellingen en andere mogelijks toegankelijke databronnen: Nog onvolledig; tot nu toe inlichtingen verzameld over een 70-tal verschillende datasets; ook een ‘datafiche’ opgesteld om de federale instellingen gericht te kunnen bevragen i.v.m. hun data. 2. Inventarisatie en analyse van welke gegevens en welke toepassingen er allemaal in de geolokalisatiedienst moet opgenomen worden (behoeften per federale overheidsdienst) # De (her-)analyse van een webenquête uit 2011 leidde tot een eerste inzicht van de behoeften inzake geolokalisatie bij een 30-tal instellingen (op 67 bevraagde instellingen). # Op basis van verder opzoekingswerk konden lijsten van mogelijks gewenste data en mogelijks gewenste functionaliteiten worden opgesteld ; die werden opgenomen in een ‘behoeftenfiche’. # Bevraging a.d.h.v. de data- en behoeftenfiches van de 5 federale instellingen, die in 2011 het meeste interesse hadden vertoond, en verwerking van de 4 reeds ontvangen antwoorden: Korte samenvatting van de resultaten voor deze beperkte groep: iedereen wenst alle mogelijke beschikbare data te ontvangen; er is vraag naar alle beschouwde functionaliteiten; nauwkeurige geocoding van adressen en visualisatie van de output zijn het meest gevraagd ; sommige instellingen hebben al geocoding van adressen, er wordt nog onderzocht of die recupereerbaar is. # Bevraging a.d.h.v. de data- en behoeftenfiches van de overige federale instellingen, pas voorzien na de uitwerking van een voorbeeld (best practice).
3. Pilootstudie: de Kruispuntbank van Ondernemingen # Manuele uitvoering van een eerste test van geocoding van adressenlijsten: geslaagd, 80% resultaat met 20% inspanningen (4 werkdagen); de overige 20% resultaat zal naar schatting nog 16 werkdagen vereisen. # Op basis van deze ervaring, bepaling van wat er nodig is, enerzijds om een (automatische) webservice voor geocoding van adressenlijsten op te zetten en anderzijds om een standaardlaag met Point-of-Interest-data op een website ter beschikking te stellen, met aandacht voor de technische, juridische, politieke en budgettaire haalbaarheid. Op het eerste gezicht is dit technisch, juridisch en budgettair haalbaar; er wordt eerst nog onderzocht naar de meest optimale technische oplossing. Het is daarbij wel noodzakelijk dat het NGI jaarlijks toegang heeft tot de noodzakelijke kadastergegevens. 4. Verdere stappen in 2014 # Selectie van een lijst van beschikbare gegevens die kunnen gebruikt worden om een startversie van een standaardlaag met POI en andere geo-data op www.geo.be ter beschikking te stellen # Aangeven hoe de federale overheid die data op een gecoördineerde manier kan gaan beheren en bijwerken. # Uitstippelen van het proces om de dienst verder te ontwikkelen (verfijning van de bestaande webservice en toevoeging van andere functionaliteiten) en up-to-date te houden, inclusief identificatie van de partners daarvoor.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
UN-GGIM United Nations Global Geospatial Information Management UN-GGIM een wereldwijd initiatief voor de ontwikkeling van globale geografische informatie Sedert vele jaren ondersteunt de VN regionale cartografische conferenties (UN-RCC), in Azië en de Pacific en in Amerika. In de rand van deze conferenties, onder meer in 2009 in Bangkok (UNRCC-AP)en in 2010 New York (UNRCC-A) zaten experten inzake geoinformatie rond de tafel op uitnodiging van de UN statistiek afdeling UNSD en de UN cartografische sectie UNCS om te bespreken hoe men tot een betere coördinatie zou kunnen komen van de regionale en mondiale initiatieven rond geoinformatie en de gerelateerde managementproblemen. Dit resulteerde in een verzoek van de sociaal economische raad ECOSOC aan het secretariaat van de UN om een rapport op te maken over wereldwijde coordinatie van geografische informatiemanagement, inbegrepen de overweging om eventueel een UN forum daarover op te richten. In 2011 werd een omstandig rapport voorgelegd aan de ECOSOC. Dit verslag is terug te vinden onder referte E/2011/89. De vergadering keurde een resolutie goed waarbij een United Nations Committee of Experts on Global Geospatial Information Management werd ingesteld. (Resolutie 2011/24).
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
17
UN-GGIM De eerste vergadering van dit comité vond plaats in Seoul in 2011, de 2e in New York in 2012. In februari 2013 werd een informele bijeenkomst georganiseerd in Doha (Qatar). Staatssecretaris Hendrik Bogaert nam namens Minister De Crem deel aan het Ministerieel Forum, samen met collega’s uit onder meer Bahrein, Burkina Faso, Fiji en Verenigde Staten. In zijn speech benadrukte de staatssecretaris het belang van goede geografische informatie in de informatiesamenleving. In juli 2013 vond de 3e formele vergadering plaats van het comité van experten, ditmaal in Cambrigde (UK). Ingrid Vanden Berghe nam als officiële vertegenwoordiger van België deel aan deze vergadering. Philippe Busquin, voorzitter van het NGI, was eveneens aanwezig bij de openingssessie en zijn bijdrage werd erg op prijs gesteld. Hij benadrukte vooral de inspanningen die Europa al heeft geleverd inzake de betere toegankelijkheid van geografische gegevens, niet in het minst door de INSPIRE richtlijn. Het United Nations initiative on Global Geospatial Information Management (UN-GGIM) beoogt een voortrekkersrol in het bepalen van de agenda voor de ontwikkeling van mondiale geografische informatie en in het bevorderen van het gebruik ervan om belangrijke problemen op wereldschaal aan te pakken. Het biedt een forum aan de UN lidstaten om contacten te leggen en afspraken te maken, zowel onderling als met internationale organisaties. Inhoudelijk spitst het experten comité zich toe op verschillende domeinen. Zo werden al een aantal beslissingen en standpunten ingenomen, onder meer over toekomst-trends in geoinformatie, de ontwikkeling van een kennisdatabank, een globaal geodetisch referentiesysteem en de ontwikkeling van een wereldkaart voor duurzame ontwikkeling. In 2013 werd ook een aanvang genomen met de oprichting van een regionale GGIM activiteit voor Europa. Drie werkgroepen werden ingesteld om te werken op de UN-GGIM Focus Points voor Europa. Dit werk moet resulteren in een verslag aan de expertenvergadering in New York in augustus 2014 en de oprichting van UN-GGIM: Europa later dit jaar.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
18
Grote Regio
19
Met Eurogeographics en INSPIRE is het Nationaal Geografisch Instituut nauw betrokken bij de Europese samenwerking, maar er bestaan ook andere samenwerkingsverbanden: op wereldwijd niveau met het UN-GGIM (United Nations Initiative on Global Geospatial Information Management) en het SCAGI (Standing Committee on Antarctic Geo Information, een onderdeel van het SCAR Scientific Committee on Antarctic Research. Op een meer lokaal niveau werken we ook samen met onze buurlanden (BENELUX en Grote Regio). Focus op de Grote Regio De Grote Regio bestaat uit het Groothertogdom-Luxemburg, Saarland, Rijnland-Palts, Frans Lotharingen en Wallonië (Franstalige en Duitstalige gemeenschappen van België. Ze bestrijkt zowat 65.500 km² en ligt tussen de Rijn, de Moezel, de Saar en de Maas. Alles samen wonen er ongeveer 11,2 miljoen mensen. Sinds 2011 is Jean-Yves Pirlot, adjunct-administrateur-generaal van het NGI, voorzitter van de werkgroep “Cartografie en Kadaster” van deze grote regio. In dit kader organiseert hij ongeveer 4 werkvergaderingen per jaar, die meestal plaatshebben in Luxemburg (stad).
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Grote Regio
20
Sinds ongeveer 15 jaar maakt de werkgroep elk jaar een muurkalender, die een van de meest zichtbare producten van de Grote Regio is. Het is een promotiemiddel voor de activiteiten van de verschillende instellingen maar ook voor de Grote Regio zelf. Het doel ervan is de burgers ertoe aan te zetten om de rijkdom en de charmes van de Grote Regio te gaan ontdekken. Kaartfragmenten van de respectieve geografische instituten illustreren de tips. Maar de samenwerking gaat verder. In 2012 kwam er een nieuwe uitgave van de kaart van de Grote Regio uit 2009. U kunt ze bestellen met een mail naar
[email protected]. De kaartgegevens op grotere schaal (tot 1:50 000) worden nu ook ingeladen in het Geografische-Informatiesysteem van de Grote Regio (GIS-GR). Sinds 2013 buigt de werkgroep zich ook over een samenwerkingsovereenkomst die de uitwisseling van digitale raster- en vectorgegevens mogelijk maakt om zo de gegevens uit de grensgebieden van de verschillende partners aan te vullen. Andere regio’s, zoals Noordrijn-Westfalen, hebben al laten weten dat ze geïnteresseerd zijn om ook lid te worden van dit partnerschap. Dat bewijst dat het initiatief zeker waardevol is en laat het beste hopen voor de toekomst. De Grote Regio is letterlijk een proeftuin voor een meer globale aanpak.
LUIK KortrijkPost.X Sém., Sem. Slac hth.
Sabl .Sandgr . St-Hubert Pomp . Schl .
GENT
Les Piges
EUPEN
.liM.LIM l o,Mn iM
THUIN
Syn. bach Bazelaar .
.s oM alle
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
aringslede
ANKAART
wor. pR.M b.lall üM .s uM nne .ser.taN .s bO .htrO lo .i Z uP .v
Vm l. Voorh. Wf. WSG.Sprbr Wv al.Stbr. Zandgr.Arbre
EUP LEUVEN LA SAMBRE
ALBERTKANAAL
Étang St-R Le Grand E (Jacques rB el
ZellikPum LilleALBER
ENGIS
W olfbuch
Arbre St-Hubert
DONK Busch Zenne Pomp .
ZONIËNBOS
MEER
Interview schoonmaaksters
Als je samenwerkt, de sfeer erin houdt en blijft glimlachen, krijg je veel gedaan Ze maken ons werk en onze werkomgeving een stuk aangenamer en ze zorgen ervoor dat ons Instituut er netjes bijligt als er bezoek komt. Het zijn onze schoonmaaksters, die altijd klaar staan als het nodig is. Meestal werken ze achter de schermen, maar nu halen we ze voor het voetlicht... Als een gewaardeerde collega weggaat, blijven we altijd met gemengde gevoelens achter: we betreuren het vertrek maar zijn tegelijkertijd blij dat hij of zij nu kan gaan genieten van een welverdiend pensioen. Bij het afscheidsfeest van Christiane De Reuse zagen we toch vooral lachende gezichten. Christiane is immers iemand die van aanpakken weet en alles positief bekijkt, en dat straalt af op haar collega’s: Barbara, Cindy, Irène, Marie-Louise, Monique en Souad, het superefficiënte “dream team” van het NGI. Irène werkt al sinds 1990 op het Instituut, Christiane sinds 1993, Monique sinds 2000, Souad sinds 2008 en Barbara sinds 2013. Hun leeftijden verschillen, hun carrières ook. Voor ze bij het NGI kwam, werkte Cindy bij de Post. Monique, die al sinds 1971(!) werkt, begon haar loopbaan bij een schoenenfabriek en stapte daarna over naar een farmaceutisch bedrijf. Christiane werkte als dactylo en dan als hoofd van de schoonmaakploeg bij de krant “Het Laatste Nieuws”. Barbara heeft nog in een klein hotel gewerkt. Souad is verantwoordelijk voor de coördinatie. Elke schoonmaakster heeft haar eigen gebouwen, en als iemand afwezig is, is er altijd wel een collega die kan inspringen.
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
21
Interview schoonmaaksters
22
Het werk van de schoonmaakploeg op het NGI is geëvolueerd, maar de moeilijkheden blijven dezelfde: het zijn oude gebouwen die verspreid liggen over het domein, er zijn veel trappen en de tapijten en het linoleum moeten elke keer opnieuw schoongemaakt worden! Ook de schoonmaakproducten zijn geëvolueerd, maar de “ecologische” producten zijn volgens onze schoonmaaksters niet altijd de meest doeltreffende... Wat ze echter wel op prijs stellen, is de uitrusting die ze in de loop der jaren gekregen hebben: schort, veiligheidsschoenen, handschoenen, waterdichte jas en zelfs een fleecevest! In al die jaren hebben onze schoonmaaksters al wel gekke of zelfs surrealistische dingen meegemaakt. Christiane kreeg te maken met bezoekers die dachten dat ze in een ziekenhuis of een klooster waren. Marie-Louise stond oog in oog met een bedelaar die zich, samen met zijn Duitse scheper, kwam verwarmen tussen twee deuren en erg aangedaan was van de koffie die ze hem aanbood. Monique herinnert zich dan weer hoe gebouw B na hevige regenbuien in een zwembad herschapen was. Maar de twee “bezoekers” die ze het vaakst zien, zijn ongetwijfeld de rode vos die vaak een wandelingetje maakt in het park van de abdij, en de muizen, waartegen het Instituut nochtans een meedogenloze strijd voert. Eén ding staat echter vast: vossen of muizen zullen onze schoonmaaksters nooit beletten hun werk te doen!
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Grafieken
23
Evolutie van het personeel tussen 2007 tot 2013 300
250
200
150
100
263
256
256
255
245
235
225
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
50
0
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Grafieken
24
Aantal personeelsleden op 31/12/2013 per leeftijdsgroep
60 55
50 40 36
30 20 14
10 0
0 20-24jaar
5
16
19
18
7
25-29jaar 30-34jaar
35-39jaar 40-44jaar 45-49jaar
JAARVERSLAG2013
50-54jaar 55-59jaar
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
60 en meer
Grafieken
25
Verdeling van het personeel per niveau en per statuut: statutairen/contractuelen
0
10
20
30
40
50
60
70
0
80
20
10
45
30
3
A 73
10
B 32
C
D
13
22
19
statutairen
contractuelen
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
40
50
60
70
8
Grafieken
26
Verhouding mannen/vrouwen per niveau en per statuut 100
vrouwen mannen
80
24
60
40
14
59
16 18
20
0
34
A
B
29
23
C
D
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Grafieken
27
Aantal medewerkers die het NGI hebben verlaten tussen 2010 en 2013
2010
2013 12
14
2010 2011 14 2012
2012
2013
in totaal 2010-2013: 57 personen
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
17
2011
Grafieken
28
Waar wonen onze medewerkers?
11 28 2 WEST-VLAANDEREN
OOST-VLAANDEREN
61
2 LIMBURG
48
29 6
17
LIÈGE
HAINAUT
11
NAMUR
2 LUXEMBOURG
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Cijfers
Verkoopcijfers 2013
aantal
Topografische kaarten
60312
Toeristische kaarten
81995
Historische kaarten
186
CD/DVD België
132
Luchtfoto’s en vergrotingen
1925
Plot-on-demand
1138
Niet-NGI-producten
1155
Atlassen 1:50 000: 68 + Atlassen 1:100 000: 31 Atlas Ferraris 1:20 000: 91 - Atlas Ferraris 1:25 000: 50
99 141 16
Atlas De Wit (uitgekomen op 09/11/2012) Aantal kaarten per schaal:
7213
1:10 000 1:20 000
44021
1:50 000
6629
1:100 000
1982
1:250 000
467 60312
Totaal aantal topografische kaarten CD/DVD niet NGI
50
CD/DVD wel NGI
132
Totaal CD/DVD
182
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
29
Cijfers
30 De top 20 van de toeristische kaarten in 2013
aantal
Hoge Venen / Hautes Fagnes
3646
Aan de Rand van de Venen / Au Pied des Fagnes
3184
La Roche-en-Ardenne
2897
O & A Durbuy - Barvaux - Wéris
2781
Lange Afstandsfietsroutes en Groene Wegen / Véloroutes et Voies vertes
2768
Bouillon
2707
Pays des Sources (carte nord) Spa - Theux - Jalhay
2214
Vielsalm pédestre
2153
Vélo Tour Hoge Venen - Eifel / Vélo Tour Hautes Fagnes - Eifel
1926
1914 - 1918 The Great War From LIEGE to the YSER and the SOMME
1892
Saint-Hubert
1682
Aubel
1576
Herbeumont - St. Médard - Straimont
1553
Stavelot
1415
Trois-Ponts
1271
Houyet
1268
Anhée
1223
Grote Routepaden / Sentiers de Grande Randonnée
1173
Gouvy
1147
Het Zoniënwoud / La Forêt de Soignes
1130
kaartfragment “Hoge Venen”
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
Cijfers
31 Balans op 31 december 2013 Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen op ten hoogste één jaar Geldbeleggingen Liquide middelen Overlopende rekeningen Totaal activa Eigen vermogen Kapitaal Reserves Schulden Schulden op ten hoogste één jaar Overlopende rekeningen Totaal passiva
2013 (€ ‘000) 1,141 10 1,151 715 5,911 - 3,878 479 10,983 12,134
2012
(€ ‘000)
533 10 543 657 2,809 2,943 94 6,503 7,046
4,331 2,900 7,231 4,903 - 4,903 12,134
2,233 2,900 5,133 1,913 1,913 7,046
Resultatenrekening voor het jaar 2013
2013
2012
(€ ‘000)
(€ ‘000)
Bedrijfsopbrengsten Omzet Overheidstoelage Andere bedrijfsopbrengsten Bedrijfskosten Personeelskosten Goederen en diensten Afschrijvingen op vaste activa Andere bedrijfskosten Bedrijfsresultaat Financieel resultaat Uitzonderlijk resultaat Belastingen op het resultaat Resultaat van het boekjaar
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
4,054 15,371 218
19,643 14,834 2,245 457 6 17,542 2,101 (2) - (2) 2,097
3,613 14,171 233 18,017 14,998 2,707 344 2 18,051 (34) (1) (650) (685)
Cijfers
32
Subsidies / budget NGI vanaf 2006 tot 2012ccccc totale uitgaven personeelskosten andere toelagen (Copernicus, Cartesius) wettelijke overheidstoelage 25000
20000
15000
10000
5000
2002
2003
2004
2005
2006
JAARVERSLAG2013
2007
2008
2009
2010
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT
2011
2012
2013
Colofon
33
nationaal geografisch instituut abdij ter kameren 13 1000 brussel tel: 02 629 82 82 fax: 02 629 82 83
email: website:
[email protected] www.ngi.be
NATIONAAL GEOGRAFISCH INSTITUUT INSTITUT GEOGRAPHIQUE NATIONAL
wettelijk depotnummer D/2014/0911/02
JAARVERSLAG2013
NATIONAALGEOGRAFISCHINSTITUUT