Jaarverslag 2014
VERENIGING School met de Bijbel - Maartensdijk
2
Inhoud
Inleiding……………………………………..………………………….……………………
blz. 4
Algemeen…………………………………………………………………………………….
blz. 6
Identiteit…………..………………………………………………………………………….
blz. 7
Verslag van de toezichthouder………………………….………………………….
blz. 8
Onderwijs………………………………………………………………….…………………
blz. 10
Personeel……………………………………………………………………………….…….
blz. 27
Communicatie en relaties……………………………………………………………..
blz. 29
ICT………………………………………………………………………………………………..
blz. 30
Huisvesting…………………………………………………………………………….…….
blz. 31
Financiën……………………………………………………………………………………..
blz. 33
Toekomstperspectieven……………………………………………………………….
blz. 38
Bijlage: Verantwoording en besteding prestatiebox / uitkeringen… blz. 43 Bijlage: Jaarverslag Medezeggenschapsraad…………………………………
blz. 45
Bijlage: Klachtenregeling 2014……………………………………………………… blz. 46
3
Inleiding Door middel van het uitbrengen van dit jaarverslag wil het bestuur van de School met de Bijbel in Maartensdijk verantwoording afleggen van het gevoerde beleid in 2014 en de resultaten van dit beleid in de praktijk. De doelgroep, waarvoor dit jaarverslag is opgesteld, is divers: van overheid tot ouders van de kinderen op onze school. Daarom is er dan ook een poging gedaan om opnieuw een goed leesbaar jaarverslag te schrijven, waarin toch voor alle belanghebbenden de nodige informatie is te vinden. Ook dit jaar maken we daarvoor dankbaar gebruik gemaakt van het format van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS), waarbij onze school is aangesloten.
De samenstelling van het dagelijks bestuur is in 2014 wel gewijzigd. Dhr. G.P. Landwaart, lid van het dagelijks bestuur, heeft na 21 jaar bestuurslid te zijn geweest, waarvan 13 jaar als penningmeester, afscheid genomen. Een lid van het algemeen bestuur en reeds 2e penningmeester, dhr. H. van der Schans, heeft zijn rol overgenomen. De achtergelaten lege plek in het algemeen bestuur werd ingenomen door het nieuwe bestuurslid dhr. H.J. Kroon. Wat ten opzichte van 2013 niet veranderde, zijn de opbrengsten van het onderwijs op onze school. Deze bleven op vrijwel hetzelfde bevredigende niveau. Dit laatste blijkt ook uit het feit dat de Inspectie van het Onderwijs in 2014 opnieuw meedeelde dat voor onze school het “basisarrangement” van toepassing is.
Binnen het onderwijs denken we in schooljaren. Nu kijken we terug naar het kalenderjaar 2014. Wat dan opvalt is dat er sprake was van een grote mate van stabiliteit in het personeelsbestand en de financiële situatie. Het was in 2014 nog steeds financieel verantwoord om acht groepen in stand te houden, alhoewel het leerlingenaantal in 2014 iets lager lag dan in 2013: het daalde van 184 naar 179. Maar dit aantal van 179 is altijd nog 8 leerlingen hoger dan het aantal dat in het, in financieel opzicht zorgelijke, jaar 2012 werd verwacht voor het schooljaar 2014-2015.
Ook in 2014 is er weer veel tijd en energie geïnvesteerd in nieuwe ontwikkelingen en verdere verbeteringen van het onderwijsproces. De “Actiepunten” die in het hoofdstuk “Onderwijs” worden toegelicht, illustreren dit wel heel duidelijk. Veel aandacht is geschonken aan de implementatie van het in 2013 ontwikkelde kwaliteitsbeleid en de start van het Passend Onderwijs, waarvoor het nodige overleg is gevoerd met het landelijke samenwerkingsverband Berséba, waarbij onze school is aangesloten.
Vanwege de financiële stabiliteit was het in 2014 niet meer nodig om het Steunfonds nadrukkelijk onder de aandacht te brengen bij ouders en leden van de vereniging. Een aanzienlijk deel van het saldo van het Steunfonds is in 2014 vanuit de vereniging toegekend aan de school.
Met de gemeente De Bilt is intensief overleg gevoerd over financiële bijdragen aan het buitenonderhoud van de school. Het bestuur heeft zich voorbereid op de decentralisatie van dit buitenonderhoud met ingang van 1 januari 2015. Dit heeft ook belangrijke consequenties gehad voor de in 2014 opgestelde meerjarenbegroting. 4
Alles bij elkaar was 2014 opnieuw een jaar waarin veel werk is verzet door allen die bij de school betrokken zijn. Zeker geldt dit voor de directie, die bij veel zaken een belangrijke rol speelt. Onze directeur, dhr. G. Meerkerk, mocht op 1 augustus 25 jaar aan onze school verbonden zijn. Dit jubileum is op passende wijze gevierd op 4 september, waarbij (oud)leerlingen, ouders, (oud)collega’s, (oud)bestuursleden en vele anderen aanwezig waren. Het was een bijzonder feestelijke dag met zeer druk bezochte recepties (zowel ’s middags als ’s avonds).
verrichten. Het is Zijn naam die eeuwig eer moet ontvangen, die ook in de dagelijkse bijbelvertellingen door de leerkrachten op onze school is genoemd. Van Zijn onmisbare zegen zijn wij als school voortdurend afhankelijk.
Voor vragen of opmerkingen m.b.t. dit jaarverslag, kunt u contact opnemen met de opstellers: dhr. H.R.E. Dekker (
[email protected]) voor algemene vragen… dhr. H. van der Schans (
[email protected]) voor financiële vragen…. dhr. G. Meerkerk (
[email protected]) voor onderwijskundige vragen…
De goede onderlinge verhoudingen tussen bestuur, directie, personeel en MR, stemmen tot dankbaarheid. Het past ons God te danken die krachten gaf om het vele werk te
5
Algemeen De School met de Bijbel Maartensdijk gaat uit van de “Vereniging School met de Bijbel Maartensdijk”, ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Utrecht en omstreken, onder nummer 40477996. Deze vereniging is opgericht in 1909 met als doel de stichting en instandhouding van een “School met de Bijbel” te Maartensdijk. De school is van start gegaan in 1923.
waarvan 9,09 fte onderwijzend personeel, 1,56 fte onderwijsondersteunend personeel, en 0,72 fte schoonmaakpersoneel. De directeur en adjunct–directeur stonden het afgelopen jaar meerdere dagen per week voor de klas. Het algemeen en dagelijks bestuur vergaderden in 2014 zesmaal. Hierbij was ook steeds de directie aanwezig. De school is aangesloten bij de onderwijsorganisatie VGS te Ridderkerk. Voor o.a. zorgleerlingen wordt gebruik gemaakt van de diensten van de schoolbegeleidingsdienst “Driestar-educatief”. Onze school maakt deel uit van het landelijke samenwerkingsverband “Berséba” voor passend onderwijs. De verwijzing naar een school voor speciaal onderwijs is al vele jaren bijzonder laag. In 2014 was er in het geheel geen verwijzing. Het beleid van onze school is erop gericht om zorgleerlingen zo lang mogelijk in het reguliere onderwijs te laten meedoen.
De schoolvereniging had op 31 december 2014 142 leden. Jaarlijks legt het bestuur in een ledenvergadering verantwoording af van het gevoerde beleid en de bereikte resultaten. De leden kiezen de bestuursleden, die na een periode van 3 jaar aftredend zijn. Het schoolgebouw telt 8 lokalen, een gemeenschaps-/ICT-ruimte, een tweetal spreekkamers, personeelskamer en directiekamer. In 2001/2002 heeft een grondige renovatie van het schoolgebouw plaats gevonden. Sinds 2011 wordt gewerkt aan de problemen met de tegels op de buitengevel. Door een verbeterde werkwijze toe te passen, hopen we dat de tegels goed blijven zitten en dat we het probleem definitief hebben opgelost. Overigens blijft het een onderhoudsgevoelige constructie.
Sinds 2009 heeft de school een medezeggenschapsraad (zie ook de bijlage met het Jaarverslag van de MR). In 2010 is de school lid geworden van de POraad. In 2011 heeft het bestuur de wettelijk verplichte “Scheiding van bestuur en toezicht” ingevoerd, door het opsplitsen van het zittende bestuur in een dagelijks en een algemeen bestuur. Bij aanvang van het schooljaar 20112012 is met deze scheiding van bestuur en toezicht gestart.
De School met de Bijbel is een school met een regiofunctie. De meeste kinderen komen weliswaar uit Maartensdijk, maar er komen ook kinderen uit Bilthoven, Loosdrecht, Tienhoven, Groenekan, Hollandsche Rading, Utrecht, Westbroek en Hilversum. Voor het vervoer van de kinderen uit Groenekan is in 2004, na de sluiting van de School met de Bijbel Groenekan, de “Stichting voorziening leerlingenvervoer Groenekan e.o.” opgericht.
In 2011 is een “Identiteitsprofiel School met de Bijbel” vastgesteld. Hiervoor is het format van het identiteitsprofiel dat door de VGS was opgesteld vrijwel onveranderd overgenomen. Dit profiel is verspreid onder alle personeelsleden van de school. Het identiteitsprofiel komt ter sprake bij het voeren van functioneringsgesprekken. Bij het aanmelden van nieuwe leerlingen, wordt aan ouders instemming gevraagd met dit identiteitsprofiel.
Op 31 december 2014 bedroeg het aantal leerlingen 179, verdeeld over acht groepen. De dagelijkse leiding op de school is in handen van de directeur en de adjunct-directeur. De omvang van de formatie bedroeg op 31 december 2014 totaal 10,65 fte, 6
Identiteit Ondanks het afnemende draagvlak in de Nederlandse samenleving voor de vrijheid van onderwijs, stemt het tot dankbaarheid dat onze school ook in 2014 de mogelijkheid had om ongehinderd Bijbels genormeerd onderwijs te geven met volledige bekostiging vanuit de rijksoverheid. Dit is een groot voorrecht, als we zien dat dit in veel landen in deze wereld niet wordt toegestaan en dat er maar weinig landen zijn waar de overheid geen onderscheid maakt als het om de bekostiging van het onderwijs gaat. Het bestuur en de directie bewaken de identiteit van de school o.a. door: de beschrijving van de identiteit in het identiteitsprofiel van de school, het schoolplan, de schoolgids en de schoolkrant; het voeren van (functionerings)gesprekken met de teamleden waarbij uitdrukkelijk ook de identiteit van de school aan de orde wordt gesteld; het letten op de identiteit bij het aanschaffen van nieuwe methoden en aanvullend materiaal; het bezoeken van lessen door leden van het bestuur. In 2014 hebben 6 functioneringsgesprekken plaats gevonden en hebben tweetallen uit het schoolbestuur 3 schoolbezoeken afgelegd. In deze ontmoetingen tussen bestuursleden en personeelsleden komen ook regelmatig zaken aan de orde die met de identiteit te maken hebben. In de gezamenlijke vergaderingen van AB, DB en directie, wordt met enige regelmaat gesproken over zaken die met de identiteit te maken hebben. Het zijn veelal onderwerpen met een grote mate van gevoeligheid, waarover door ouders van de kinderen op onze school vaak zeer verschillend wordt gedacht. Deze verschillen van inzicht hebben in 2014 gelukkig niet tot conflicten geleid, die maar al
te gemakkelijk ontstaan waar er sprake is van ‘hete hoofden en koude harten’. Met name het kledingbeleid blijft een aangelegen punt. Onze school wil hierbij vooral het beleid van het Van Lodenstein College in Amersfoort volgen, omdat de meeste kinderen van onze school daar ook naar toe gaan na groep acht. Al geruime tijd wordt in de lessen gebruik gemaakt van allerlei (ook digitaal) beeldmateriaal (o.a. videoclips). In 2014 is door de Mediacommissie vanuit het bestuur, samen met de directeur opnieuw vastgesteld dat het hiervoor opgestelde reglement nog steeds goed functioneert. Vanuit de ICTcommissie, was er betrokkenheid bij het gebruik van gefilterd internet. Voor de filtering van internet is in 2014 een nieuw filter van Kliksafe aangeschaft. De identiteit krijgt ook aandacht door het bespreken van onderwerpen op dit gebied tijdens personeelsvergaderingen. In de dagelijkse lessen komt de identiteit o.a. tot uiting in het Bijbelverhaal aan het begin van de schooldag en een gebed. De lessen worden aan het einde van de ochtend en middag ook met gebed beëindigd. Daarnaast worden ook psalmen gezongen en geleerd. In de groepen 7 en 8 leren de kinderen ook vragen en antwoorden uit de Heidelbergse Catechismus. Iedere week wordt er gecollecteerd voor de zending. Jaarlijks wordt ook een actie gehouden m.b.t. christelijke hulpverlening aan noodlijdende medemensen, waar de leerlingen actief bij worden betrokken. In 2014 is er een actie gehouden voor de Stichting Ontmoeting te Rotterdam (hulpverlening onder dak- en thuislozen), waarvoor de opbrengst € 5.134,62 bedroeg.
7
Verslag van de toezichthouder In het jaar 2014 zijn veel onderwerpen de bestuurstafel gepasseerd, zoals: Onderwijsontwikkelingen (Passend Onderwijs), ICT en media zaken, borging van kwaliteitsbeleid, ondersteuningsprofiel, jaarrekening en jaarverslag 2013, formatieplan 2014-2015, vaststelling begroting 2015 en meerjarenbegroting, ledenvergadering, opbrengsten onderwijsproces, functioneren DB en AB, jubileum directeur, lesmethoden, leerlingenprognose, managementrapportage, risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E), huisvesting en onderhoud, betrokkenheid bestuur bij onderwijs, rubriek ‘Van de bestuurstafel’ voor schoolkrant.
Bij de Bijbelvertelling was het knap om te zien hoe niet alleen het verhaal werd verteld, maar ook een goede uitleg werd gegeven op kindniveau. Een goede sfeer, waarin de orde niet ontbreekt. Een afwisseling van traditionele middelen als een telraam en moderne middelen als het digibord. De bestuursleden zijn positief over de schoolbezoeken en vanuit het team wordt het ook gewaardeerd.
Er zijn ook andere momenten waarop het bestuur de school bezoekt: kerstviering kleuters en school, afscheid groep 8, afsluiting met personeel voor de kerstvakantie en voor de zomervakantie, functioneringsgesprekken, tweejaarlijkse bijeenkomst personeel en bestuur.
Deze en andere onderwerpen zijn door het bestuur besproken tijdens de zes bestuursvergaderingen die in 2014 zijn gehouden. Een belangrijk punt voor het bestuur is de betrokkenheid bij het onderwijs. Deels wordt hieraan invulling gegeven tijdens de bestuursvergaderingen. Samen met de directie wordt intensief nagedacht over het onderwijs (kwaliteit, opbrengsten e.d.). Minstens zo belangrijk is het contact met het team en de voeling met de praktijk. Daarom worden jaarlijks drie schoolbezoeken afgelegd. Het bestuur bezoekt in tweetallen de lessen en maakt op deze manier de praktijk mee. In de bestuursvergaderingen wordt hierover een terugkoppeling gegeven. Een paar genoemde zaken: De groepsaanpak wordt gecombineerd met differentiatie in het leeraanbod, bijvoorbeeld door extra begeleiding of juist extra opdrachten te bieden. Mooie balans tussen corrigeren en complimenteren. In de hogere groepen wordt regelmatig in groepjes gewerkt, kinderen kunnen rustig en zelfstandig werken.
De samenstelling van het bestuur is gewijzigd. In het afgelopen jaar hebben we afscheid genomen van de heer G.P. Landwaart, die zich vanaf 1993 vooral op financieel gebied heeft ingezet. Als bestuur hebben we bij het afscheid niet alleen onze waardering uitgesproken voor de financiële deskundigheid in al die jaren, maar ook voor zijn bewogenheid ten opzichte van onderwijs, identiteit, personeel, leerlingen en medebestuursleden. Samen met het personeel en de MR, hebben wij als bestuur op gepaste wijze afscheid van hem genomen in een gezamenlijke bijeenkomst. Bestuurslid de heer H. van der Schans heeft de taak van penningmeester overgenomen en is daarmee overgestapt naar het dagelijks bestuur. De vacature is ingevuld met de komst van de heer H.J. Kroon. 8
Halverwege dit jaar hebben we het functioneren van ons als bestuur onder de loep genomen. Er zijn voldoende vergadermomenten. Bij de vergaderingen zijn de leden van de directie, algemeen bestuur en dagelijks bestuur aanwezig, waardoor de lijnen kort zijn. Daarnaast hebben op de juiste momenten overleggen plaatsgevonden met de directie. Het is fijn dat de vergaderingen in goede harmonie mogen verlopen. Ook de inhoudelijke kant wordt positief gewaardeerd. Het werken met commissies werkt goed en zal worden voortgezet.
beschreven: manier van vergaderen, taken dagelijks bestuur, taken algemeen bestuur, taken voorzitter en manier van informeren en geïnformeerd worden. Tot slot willen we nog stilstaan bij een hoogtepunt in het afgelopen jaar. Namelijk het 25-jarig jubileum van onze directeur G. Meerkerk. Het is een bijzonder voorrecht als je zolang aan elkaar verbonden mag zijn en al die jaren op een zeer goede wijze mag worden samengewerkt. Het bestuur hoopt dat de directeur nog jaren aan onze school verbonden mag blijven en hij in gezondheid zijn werk mag doen met het team. Dat het schoolwerk mag worden gezegend door de Heere.
De taakverdeling van beide besturen is vastgelegd in een ‘Regeling goed bestuur’. Hierin staat onder andere het volgende
9
Onderwijs 1. Belangrijke gegevens School A Algemene gegevens
Aantekeningen van directie en bestuur
Leerlingenpopulatie: Teldatum (1-10-2011): 181 leerlingen Teldatum (1-10-2012): 178 leerlingen Teldatum (1-10-2013): 184 leerlingen Teldatum (1-10-2014): 179 leerlingen Teldatum (D.V. 1-10-2015): 175 leerlingen Teldatum (D.V. 1-10-2016): 181 leerlingen Teldatum (D.V. 1-10-2017): 169 leerlingen Teldatum (D.V. 1-10-2018): 173 leerlingen
Opmerkingen: Twee jaar geleden hielden we nog rekening met een totaal aantal leerlingen van 171 per 1 okt. 2014. Het bleken er acht meer te zijn. Daarom is het goed om van de prognose hiernaast vast te stellen dat het om een minimumprognose gaat… Meestal viel het (erg) mee!
Ziekteverzuim personeel: Peildatum (schooljaar 2011-2012): 0,28% Peildatum (schooljaar 2012-2013): 0,18% Peildatum (schooljaar 2013-2014): 0,10%
In 2013 was het landelijk gemiddelde ziekteverzuim (primair onderwijs) met betrekking tot het onderwijspersoneel 6,5 %
Langdurig zieken (langer dan een maand met ziekteverlof): Peildatum (schooljaar 2011-2012): 0 pers. Peildatum (schooljaar 2012-2013): 0 pers. Peildatum (schooljaar 2013-2014): 0 pers. Afwezigheidspercentage (incl. ziekteverzuim): Peildatum (schooljaar 2011-2012): 1,41%
Hieronder valt afwezigheid door huwelijk of begrafenis familie/vrienden, jubilea ouders, nascholing, leerlingbesprekingen enz. enz.
Peildatum (schooljaar 2012-2013): 1,43% Peildatum (schooljaar 2013-2014): 0,43%
B Opbrengstgegevens B 1 - Cito-eindtoetsgegevens (gr 8) Opmerkingen: Inspectienormen (O) = onvoldoende Alle leerlingen doen mee. (V) = voldoende Vergelijkingen betreffen de ‘eigen’ scholengroep. Dat is (G) = goed immers het meest eerlijk. We maken gebruik van de normen die de inspectie hanteert voor de verdeling van onvoldoende / voldoende / goed. Sinds 2010: Scholengroep met minder dan 15% gewichtenleerlingen) 10
Met toepassing van: LeerlingGewicht-corectie 2012 Totaal 534.7 (V) Taal – 70.3 (V) Rekenen – 42.0 (V) 2013 Totaal 534.8 (V) Taal – 72.1 (V) Rekenen – 39.8 (V) 2014 Totaal 534.6 (V) Taal – 72.8 (V) Rekenen – 37.3 (V) Studievaardigheden–31.2 (V)
Analyse van de taalopbrengsten levert de volgende informatie op. We gaan uit van onze eigen taal- en rekenscore en we waarderen onze taal- en rekenonderdelen in relatie met die score….. G=goed / V=voldoende / O=onvoldoende Woordenschat: 2012 (G) – 2013 (G) – 2014 (G) In deze drie jaren heeft de woordenschatscore zich positief ontwikkeld. Er wordt ook in onze methodes veel aandacht voor dit onderdeel gevraagd. Schrijven van teksten: 2012 (V) – 2013 (V) – 2014 (V) Dit onderdeel is alle jaren gemiddeld geweest. Het heeft te maken met het verbeteren van fouten in teksten, het kennen van spreekwoorden, het hanteren van begrippen als leestekens, alinea’s, tekstindelingen enz. Begrijpend lezen: 2012 (G) – 2013 (O) – 2014 (G) Dit belangrijke onderdeel scoorde de laatste jaren goed. Helaas hadden we te maken met een terugval bij de Eindtoets in 2013. Enkele (zeer) zwakke leerlingen beïnvloedden de score negatief. Twee leerlingen stroomden immers uit naar het PRO en twee naar het LWOO en dat zegt wel het één en ander. Spelling niet-werkwoorden: 2012 (O)–2013 (V)–2014 (O) De laatste jaren scoorden we in relatie met onze totaaluitslag op taalgebied voor dit onderdeel het zwakst. Het jaar 2013 gaf(eindelijk) na vele jaren weer een voldoende aan voor dit onderdeel. We hoopten dat dit de nieuwe trend zou worden. Maar helaas…. Spelling werkwoorden: 2012 (V) – 2013 (V) – 2014 (V-) We hebben jarenlang een (O) gescoord voor dit onderdeel. Daarom is destijds het besluit genomen om vanaf het schooljaar 2010-2011 aan de werkwoorden extra aandacht te geven middels eigen materiaal, in de groepen 7 en 8. Het lijkt erop dat dit de scores vanaf 2011 positief heeft beïnvloed. Analyse van de rekenopbrengsten levert de volgende informatie op: De onderdelen ‘Getallen en bewerkingen’, ‘Verhoudingen, breuken en procenten’, ‘Meten, meetkunde, tijd en geld’ leveren de laatste jaren geen bijzonderheden op. De scores wijken niet veel af van het algemene rekengemiddelde. Overigens was dit algemene gemiddelde wel onze laagste score, in vergelijking met taal en studievaardigheden.
11
Analyse van de opbrengsten studievaardigheden levert de volgende informatie op: Hanteren van studieteksten: 2012 (G)–2013 (V)-2014(O) Er ligt een link met Begrijpend Lezen en met het algemeen intelligentieniveau van de leerlingen. Begrijpend lezen scoorde in 2014 wel goed, maar dit onderdeel niet… Dat is lastig te verklaren…! Hanteren van informatiebronnen: 2012 (V-) – 2013 (V) – 2014 (V) Al jaren is dit ongeveer de trend: niet te veel uitschieters, noch naar boven, noch naar beneden. Kaartlezen: 2012 (V) – 2013 (V) – 2014 (G) In 2014 was dit voor de studievaardigheden ons beste onderdeel! Schema’s, tabellen en grafieken: 2012 (V) – 2013 (V) – 2014 (V) In groep 8 wordt er sinds 2011/2012 extra aandacht aan dit leerstofonderdeel gegeven middels aparte lessen. B 2 - Tussenopbrengsten: We maken gebruik van de volgende toetsen: *Voor technisch lezen: DMT (Cito) Leestechniek en leestempo *Voor begrijpend lezen: LOVS Begrijpend Lezen (Cito) *Voor spelling LOVS Spelling (Cito) LOVS Werkwoorden (Cito) *Voor rekenen en wiskunde: LOVS Rekenen-Wiskunde Onze toetsresultaten zijn als volgt: Groep 3 (schooljaar 2013-2014): Technisch lezen DMT: ALeestechniek: A+ Leestempo: ABegrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: ASpelling: LOVS Spelling: ARekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: A+
Opmerkingen: Overal maken we gebruik (waar mogelijk) van de Euitslagen in het schooljaar, dus van de einduitslagen in een groep. We houden ons aan de afnameregels en de afnametijd van de toetsen (zie toetskalender). We verwerken de opbrengstgegevens in ParnasSys. Cito hanteert de volgende niveau-indeling wat betreft de toetsen. Deze zijn landelijk afgenomen. De scores van de beste 25% worden gelabeld met A enz. Zie hieronder: A = 25%
B = 25%
C = 25%
D = 15%
E = 10%
De prestaties/scores van onze leerlingen worden daarmee vergeleken en krijgen zodoende ook een niveaubepaling. Idem wat betreft het gemiddelde van een groep. Een gemiddelde prestatie van een groep op B-niveau wil dus zeggen dat er boven het gemiddelde wordt gepresteerd. Een gemiddelde A-score wil zeggen dat het groepsgemiddelde minimaal 25% boven het landelijk gemiddelde ligt enz. Om een klein beetje (extra) onderscheid aan te brengen in de scores wordt er gewerkt met een driedeling: A+, A en Aenz. Een hoge B score is dan B+, een gemiddelde B score is dan B en een lage score is dan B-. Schematisch ziet dit er zo uit: A+ A A-
B+ B B12
C+ C C-
D+ D D-
E+ E E-
Groep 4 (schooljaar 2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : B+ Leestempo: ABegrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: ASpelling: LOVS Spelling: ARekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: A Groep 5 (schooljaar 2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : ALeestempo: A+ Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: B+ Spelling: LOVS Spelling: A Rekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: B+ Groep 6 (schooljaar 2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : A Leestempo: A+ Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: ASpelling: LOVS Spelling: ARekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: BGroep 7 (schooljaar 2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : ALeestempo: ABegrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: ASpelling: LOVS Spelling: A LOVS Werkw: ARekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: A Engels: LOVS luisterv: D+ LOVS leesv: B+
COOL-onderzoeken (één keer per drie jaar actualiseren we de gegevens) Elke drie jaar doen we mee met de Cohort Onderzoeken naar OnderwijsLoopbanen. Deze onderzoeken brengen namelijk heel nauwkeurig de verschillende achtergrondgegevens van de leerlingen in beeld met de prestaties daarbij. In 2014 kregen we opnieuw een COOL-onderzoek. Geen van onze scores was (wat betreft de Citotoetsen) beneden het landelijk gemiddelde van vergelijkbare scholen. 9 van de 10 toetsuitslagen waren scores op het gemiddelde van vergelijkbare scholen. 1 van de 10 toetsuitslagen (Woordenschat-groep 8) was een score boven het gemiddelde van vergelijkbare scholen. Bedenk wel dat ook hier weer geldt dat we deze uitslagen behaald hebben met de deelname van alle leerlingen. In deze groepen (2, 5, 8) zijn er in het verleden geen leerlingen verwezen naar het sbo of so. Uiteraard beïnvloedt dat onze scores en dat we dan toch 100% op of boven het gemiddelde scoren is een zaak om dankbaar voor te zijn. Daarnaast gaat het COOL-onderzoek ook over talrijke andere zaken: o.a. schoolwelbevinden, zelfvertrouwen, taakmotivatie. Groep 5 scoorde op het gemiddelde, groep 8 scoorde wat betreft taakmotivatie behoorlijk boven het gemiddelde! Overdenk dat laatste ook met het oog op de klassikale setting wat betreft ons onderwijs. Dat leidt dus in geen geval tot een lagere taakmotivatie! De burgerschapscompetenties (kennis, attitude, vaardigheid, reflectie) scoren op alle vier de terreinen gemiddeld! De enige, echte grote afwijking van het gemiddelde is te vinden in het percentage zorgleerlingen op onze school. Tegenwoordig schommelt het gemiddelde in Nederland tussen de 25 en 40% op de diverse schoolgroepen. Onze school telt echter minder dan 15% zorgleerlingen. Ook dat heeft alles te maken met de organisatie van onze onderwijs in een leerstofjaarklassensysteem! Doelen Streefniveaus enz. zijn van uitermate groot belang. Dan weten we waar we naartoe werken en kunnen we alles op alles zetten als (groepen van) leerlingen deze niveaus mogelijk niet gaan halen. 13
Groep 8 (schooljaar 2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : B+ Leestempo: B+ Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: D+ Spelling: LOVS Spelling: C LOVS Werkw: B Rekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: C+ Engels: LOVS luisterv: D LOVS leesv: D-
Voor onze school (met 11% gewichtenleerlingen) hebben we voor alle toetsen gekozen voor een Cito lage II uitslag in de inspectiecategorie (minder dan 15% gewichtenleerlingen). Voor het technisch lezen zijn daarnaast bijv. de volgende doelen vastgesteld: Eind groep 3: minimaal AVI E3 (voor 80% van de ll.) Eind groep 4: minimaal AVI E4 (voor 90% van de ll.) Eind groep 5: minimaal AVI E5 (voor 95% van de ll.) Eind groep 6: minimaal AVI E6 (voor 95% van de ll.) Eind groep 7: AVI (plus) (voor 95% van de ll.) ---------------------------Voor TBL / Leestempo: minimaal 80% van de ll. scoort C of hoger. Kinderen met leesproblemen vorderen min. 2 AVIniv. per jr. Maximaal is 3% van de leerlijnen dyslectisch. Groeps- en leerlingbesprekingen De groeps- en leerlingresultaten worden nauwgezet verantwoord en besproken tijdens de leerling- en groepsbesprekingen. We zijn met ingang van het schooljaar 2010-2011 gestart met een nieuw formulier. Er wordt antwoord gegeven op vragen als: Instructiebehoeften van leerlingen / groepen…? Meer of minder tijd m.b.t. de leerstofverwerving…? Snoeien in de hoeveelheid te verwerken leerstof..? Bij hoge uitzondering: loskoppelen van de groep In het schooljaar 2013-2014 is dit beschikbaar gekomen in een nieuwe digitale omgeving, zodat we thuis en op school erin kunnen werken….
B 3 - Doorstroomgegevens Groep 1 / groep 2 – verlenging: Jaar
1
2
2012
0
0
2013
0
1
2014
2
1
Opmerkingen:
In procenten: 2012: 0% (van ongeveer 40 groep 1/ 2 leerlingen) 2013: 2,5% (idem) 2014: 5% (idem)
14
Landelijke onderzoeken wijzen uit dat het rendement / effect van kleuterschoolverlenging statistisch niet erg hard is te maken. Dat maant ons tot voorzichtigheid en doet ons deze maatregel alleen in duidelijke gevallen en na een zorgvuldig proces van afweging toepassen. Inspectienorm: o.k. mits beneden de 12%!
Aantal doublures in de groepen 3 t/m 8 (zittenblijven): Jaar
3
4
5
6
7
8
2012
1
0
0
0
1
0
2013
0
0
0
0
0
1
2014
1
0
2
0
0
0
In procenten: 2012: 1,4% (van ongeveer 140 leerlingen) 2013: 0,7% (idem) 2014: 2,1% (idem)
Aantal versnellingen (‘klas’ overslaan): Jaar
3
4
5
6
7
8
2012
1
0
0
0
0
0
2013
1
0
0
0
0
0
2014
1
0
0
0
0
0
Met name in groep 3 en groep 5 komen bij ons op school de doublures voor. Dat heeft te maken met het feit dat de kernvaardigheden in groep 3 verworven worden en in groep 5 verworven moeten zijn. Is dit niet of onvoldoende het geval kiezen we voor deze maatregel. Uiteraard na een zorgvuldig proces van afweging en in samenspraak met de ouders. Inspectienorm: o.k. mits beneden de 3%. We kiezen er voor om met name de periode in groep 1 en/of 2 te verkorten zodat de kinderen versneld in groep 3 kunnen starten met de (verdere) verwerving van de basisvaardigheden.
In procenten: 2012: 0,7 % (van ongeveer 140 leerlingen) 2013: 0,7% (idem) 2014: 0,7% (idem)
Vertrokken naar sbo-scholen / so-scholen Jaar
1
2
3
4
5
6
7
8
2012
0
0
0
0
0
0
0
0
2013
0
0
0
0
0
0
0
0
2014
0
0
0
0
0
0
0
0
In procenten: 2012: 0% (180 ll) 2013: 0% (idem) 2014: 0% (idem)
15
Het aantal verwijzingen is de laatste jaren erg laag op onze school. Het ref. sboonderwijs is ook niet bepaald ‘om de hoek’. Deze maatregel wordt dus echt in gevallen genomen dat handhaving op onze school niet langer in het belang van de leerling is.
B 4 - Uitstroomgegevens
Jaar
Opmerkingen:
Uitstroomniveaus: VWO
HAVO
GL/TL
BB/KB
LWOO
Praktij kond.
2012
6
4
8
5
1
0
2013
8
6
1
4
2
1
2014
8
5
2
9
1
0
Opmerking: Het Van Lodensteincollege laat na de indeling in het 3e jaar weten hoe de leerlingen het doen op de verschillende niveaus. Terugkoppeling: jan. 2012 (Schoolverlaters 2009)(nu 3e leerjaar) 76% is op het door ons geadviseerde niveau. 24% is lager (1x GT-advies, nu KB; 1x H-advies, nu GT, 3x VWO-advies, nu Havo.) Terugkoppeling: jan. 2013 (Schoolverlaters 2010)(nu 3e leerjaar) 75% is op het door ons geadviseerde niveau. 10% is lager (2x VWO-advies, nu HAVO) 15% is hoger (3x Basis-advies, nu Kader-niveau) Rendement van 21 ll. is 103 (gemid. VLC is 101) Terugkoppeling: dec 2014 (Schoolverlaters 2012)(nu 3e leerjaar) 78% is op het door ons geadviseerde niveau. 5,5% is lager (1x Tl/GL-advies, nu Kader-niv.)) 16,5% is hoger (1x Kader-advies, nu HAVO (!!), 1x GL/TL nu HAVO, 1x Basis-advies, nu Kader-niv.) Rendement van 18 ll. is 109 (gemid. VLC is 106)
16
De belangrijkste vo-school is voor onze school het Van Lodensteincollege in Amersfoort. 80 tot 100% gaat op die school verder met de studie. De terugkoppeling van het VLC is voor ons dan ook belangrijk m.b.t. de niveauadvisering. We merken op dat we bij twijfel de leerlingen vaak op het hogere niveau laten starten… Daarnaast wordt er op een vo-school veel meer van de eigen werkzaamheid van de leerlingen verwacht. Die twee zaken leiden nog al eens tot het ‘afzakken’ naar een lager niveau. Daarnaast zijn er ‘laatbloeiers’ en ‘doorzetters’ die voor verrassingen blijven zorgen! Het valt ons op dat met name kinderen uit gebroken gezinnen (scheiding enz.) terugvallen. Daarnaast zien we dat de luie, slordige ll. het vaak ook niet redt! Daarentegen gaat het vaak beter met de ijverige, nauwgezette ll. Inspectienorm: o.k. mits na 3 jr. 75% op of boven geadviseerd niveau functioneert.
C Gegevens over zorg en begeleiding
Aantal D-E scores in %
Groep 3 (2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 1 t/m 3: 4% Leestechniek: 4% Leestempo: 8% Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: 0% Spelling: LOVS Spelling: 8% Rekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: 0%
Opmerkingen:
Groep 4 (2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 1 t/m 3: 20% Leestempo: 20% Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: 6% Spelling: LOVS Spelling: 10% Rekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: 0%
Groep 5 (2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : 4% Leestempo: 4% Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: 29% Spelling: LOVS Spelling: 8% Rekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: 21%
Groep 6 (2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : 0% Leestempo: 0% Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: 16% Spelling: LOVS Spelling: 16% Rekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: 16%
Groep 7 (2013-2014): Technisch lezen: DMT kaart 3 : 4% Leestempo: 8% Begrijpend lezen: LOVS Begr. Lzn: 17% Spelling: LOVS Spelling: 4% LOVS Werkw: 9% Rekenen en Wiskunde: LOVS Rek-Wisk: 4% Engels: LOVS Luisterv: 21% LOVS Leesv: 4%
Groep 8 (2013-2014) Zie voor deze groep de analyse van de eindtoetsgegevens aan het begin van dit hoofdstuk
Groep 1 en 2 (2013-2014) Rekenen voor kleuters: Groep 1: 0% Groep 2: 5% Taal voor kleuters: Groep 1: 0% Groep 2: 10% 17
De landelijke vergelijkingsgroep heeft gemiddeld 15% D-scores en 10% E-scores. De D- en E-scorende leerlingen zijn leerlingen die we extra in de gaten moeten houden. Ze hebben achterstand enz. Voor de leerlingenzorg is dus nodig dat we deze leerlingen goed in beeld hebben. De percentages hiernaast geven aan hoe het met de D- en Escores op onze school staat. Het is een goede afspraak om de scores boven de 25% nader te analyseren: Voor dit jaarverslag geldt dat voor één uitslag! Groep 5: Begrijpend Lezen De cijfers laten zien dat er in deze groep wat meer kinderen zitten met een (waarschijnlijk wat) lager IQ. Uiteraard speelt dat een rol bij de score op Begrijpend Lezen en (kijk ook maar eens naar) Rekenen en Wiskunde.
Aantal leerlingen met een rugzak: 2012: 1x Cluster 2 (spraak/taal) 2013: geen 2014: geen
Leerlingen met een rugzakje krijgen ambulante begeleiding. Ook is een (uitgebreid) handelingsplan voorhanden.
Aantal dyslectische leerlingen (met dyslexieverklaring): 2012: Groep 8 (1 ll.) Groep 7 (1 ll.) Groep 4 (1 ll. nieuw) 2013: Groep 8 (1 ll.) Groep 5 ( 1 ll). 2014: Groep 8 (1 ll. nieuw) Groep 6 (1 ll.) Aantal leerlingen met een apart leerstofspoor: 2012: Groep 7 (twee leerlingen volgen een eigen rekenspoor – nl. minimumprogramma groep 7) Groep 8 (drie leerlingen volgen een eigen rekenspoor) 2013: Groep 5 (twee leerlingen (rekenen)) Groep 8 (één leerling (rekenen)) 2014: Geen
Begaafde leerlingen krijgen (vaak) minder instructie en hebben meer en andere verwerkingsopdrachten dan andere leerlingen. Van de twee leerlingen die (vorig jaar) in groep 5 nog een apart rekenspoor hadden, bleef er één zitten (die nu wel met de groep meerekent…) en één leerling doet in groep 6 het minimumprogramma, maar wel bij de methodiek. Dat laatste wordt niet als een apart rekenspoor gerekend.
2. Actiepunten 2014 en de evaluatie De kern: Blijvende aandacht voor de essentiële rol van de leerkracht in de relatie met de leerling(en). Motivatie, deskundigheid, betrokkenheid en werklust van de leerkracht zijn geweldig belangrijk! Ook zijn of haar instructiebekwaamheid is van niet licht te onderschatten belang. Weet de leerkracht vertrouwen te verwerven en hoe is de relatie met de ouders/verzorgers van het kind? Laten we bij alle overwegingen het bovenstaande vooral niet vergeten! Daarnaast is de ene groep de andere niet, ook dat aspect mogen we zeker niet vergeten.
Actiepunten School met de Bijbel ICT
We gaan aan het werk met een nieuw (schooleigen) administratiesysteem. Meester De Bruin is er druk mee (geweest). Rapporten, absenten, dag-en weekplanningen en de groeps- en leerlingbesprekingen kunnen hiermee worden samengesteld en vorm worden gegeven. Bij calamiteiten heeft de fa. Monteba zich garant gesteld om (eerste) hulp te verlenen. Belangrijke documentatie m.b.t. codes en databases wordt daartoe vervaardigd en achter de hand gehouden. 18
Toegevoegde zaken in de loop van het schooljaar: Er wordt een nieuwe website ontwikkeld (ook door onze ICT’er De Bruin), die ook op tablets, mobiele telefoons enz. goed te bereiken is. Er zijn in de kerstvakantie door fa. BIS nieuwe beamers geïnstalleerd. Evaluatie o Het nieuwe administratiesysteem is inmiddels schoolbreed in bedrijf. Het functioneert tot nu toe naar volle tevredenheid. Op de bestuursvergadering in okt. jl. is dit adm.systeem ook gedemonstreerd door de maker en beheerder, collega C. de Bruin. Wel werd terecht gewezen op de kwetsbaarheid van één en ander. Daarom is door dhr. De Bruin uitgebreide documentatie vervaardigd zodat bijv. de fa. Monteba dit beheer van onze adm. systeem kan overnemen bij calamiteiten. o De nieuwe website ziet er veelbelovend uit. Op dit moment (begin febr. 2015) is de meeste info erin verwerkt. Mw. Vossenstein ‘kijkt’ mee m.b.t. zaken als lay-out en begrijpelijkheid van de info. o De nieuwe beamers hebben geen aparte klep voor de spiegels. De kleppen(motortjes) waren de meest kwetsbare onderdelen bij de oude beamers. Ook is de lichtopbrengst veel beter waardoor er een veel scherper beeld is op het digibord. Leerkrachtvaardigheden
Vorig jaar zijn we als leerkrachten al intensief met Engels bezig geweest, wat betreft onze eigen vaardigheden. We doen dit door middel van de bekende Holmwoodsoefeningen. Vooral lezen, luisteren en uitbreiding van de woordenschat staan centraal. Uiteraard is het de bedoeling dat de leerlingen daar ook het één en ander van merken! We vervolgen onze training ook dit schooljaar. Ook zullen er nu streefniveaus voor de leerkrachten worden opgesteld. Vorig jaar volgden directeur en IB’er een cursus m.b.t. het zogenaamde opbrengstgericht werken. Dat heeft o.a. als resultaat gehad dat we voor alle LVS-toetsen nu een eigen schoolnorm hebben vastgesteld. Ook voor de leerkrachten betekenen deze uitslagen het één en ander. Bij een score onder de schoolnorm: Moeten we sommige leerstofonderdelen meer gaan uitdiepen? Hebben resultaten ons iets te zeggen m.b.t. het doorschuiven van leerlingen in de groepen 1 en 2 enz. Ter bevordering van de motivatie van onze leerlingen staan activerende werkvormen al enige tijd op onze wensenlijst om er meer van te weten en er mogelijk meer gebruik van te (gaan) maken. Vorig jaar is het er niet van gekomen. Nu staat dit punt daarom opnieuw in onze actielijst. Al enkele jaren geleden zijn de dames van de onderbouw met onze IB’er druk geweest om (met behulp van nascholing) zich de ontwikkelingslijnen van KIJK eigen te maken en die te implementeren in het hele groepsgebeuren. Dit jaar zal dit opnieuw de nodige aandacht vergen, met daarbij evaluatiemomenten met behulp van onze schoolbegeleidster van Driestar-educatief. Zie overigens voor andere leerkrachtvaardigheden ook de andere kopjes van dit overzicht. 19
o
o
o o
Evaluatie Engels: De streefniveaus voor de leerkrachten zijn (nog) niet vastgesteld. Wel is merkbaar (dat geven de leerkrachten in de bovenbouw aan…) dat we sinds enkele jaren ook in de groepen 1 tot en met 6 Engels geven. Kinderen hebben tenslotte toch een grotere woordenschat, kunnen wat moeilijker luisteroefeningen aan enz. Ook is van belang dat de spreekangst minder is geworden. Enkele leerlingen vertegenwoordigden dan ook onze school in de ‘talenwedstrijd’ (the big English Challange) in het VLC te Barneveld. We werden 2e en 5e in een deelnemersveld van 40 leerlingen. Dat was dus een opsteker! Opbrengstgericht werken: Dit onderdeel hoort inmiddels bij onze (kwaliteits)aanpak op groepsen schoolniveau. We hebben als schoolnorm gekozen in de Citonormering voor de lage II-norm m.b.t. scholen met minder dan 15% gewichtenleerlingen. Dat is in dat scholensegment de score die op de grens 40-60 ligt. Dat wil zeggen 60% van de scholen zit onder die score. 40% zit erop of erboven. Wij kiezen ervoor om met al onze groepen minimaal een dergelijke score te halen. De Eindopbrengsten van het vorige schooljaar gaven deze resultaten te zien: Alle E-toetsen (23x) boven de inspectienorm. 4 toetsen onder onze eigen schoolnorm (= 17%) 19 toetsen boven onze eigen schoolnorm (=83%) Activerende werkvormen: Tot op heden is dit onderdeel niet op de personeelsvergaderingen geagendeerd geweest. Andere onderwerpen hadden bij nader inzien toch onze voorkeur. KIJK-gebeuren. De onderbouwdames zijn inmiddels aardig gewend geraakt om te werken met de KIJK-materialen. Het blijft een intensief gebeuren. Nu staat de volgende stap op de lijst: komen tot een rapport, ook aan de ouders. Dat vraagt nog nauwgezet overleg, ook op de speciale KIJK-vergaderingen. Moeten we ouders een uitdraai geven van onze vastgelegde observaties of maken we een vertaalslag naar een eigen rapport. Eén en ander moet immers ook voor ouders leesbaar en te begrijpen zijn… Dit heeft nog onze aandacht.
Leerlingen
Het inspectieverslag over de staat van het onderwijs heeft in het afgelopen jaar de vinger gelegd bij (het gebrek aan) de motivatie van de Nederlandse leerlingen. Ook wij vinden dit een belangrijk onderwerp en hopen er dit jaar (opnieuw) over na te denken enz. De overgang van onze leerlingen in de groepen 1 t/m 8 zal onze aandacht vragen. In de schoolgids staat wel het één en ander over deze zaak, maar de praktijk vraagt ons opnieuw dit nauwgezet te overwegen in het belang van alle partijen, in het bijzonder van onze (zorg)leerlingen. Ook vanuit de schoolbegeleidingsdienst zullen er inzichten en hulpmiddelen worden verstrekt.
Evaluatie o Motivatie: Het valt op dat de onderwijsinspectie de vinger legt bij het ‘doelgericht lesgeven’. Elke les moet met een duidelijke (leer-) doel richting de leerlingen worden duidelijk gemaakt. Dit kan ‘bezigheidstherapie’ (in de inspectiebewoordingen) voorkomen, waarbij leerlingen wel iets aan het doen zijn, maar dat het ‘hoe’, ‘wat’ en ‘waarom’ hen niet duidelijk zijn (gemaakt). Daarnaast blijkt in de vakliteratuur toch wel een stuk verlegenheid m.b.t. dit onderwerp. Prof. Stevens legt de schuld van demotivatie wel heel erg terug bij de scholen en leerkrachten zelf. In zijn 20
optiek is elk kind van ‘huis uit’ zeer gemotiveerd en wordt dit maar al te vaak op scholen ‘om zeep’ geholpen door het te rigide leerstofjaarklassensysteem. Wij als leerkrachten voelen ons niet gesteund door een dergelijke stellingname. Van belang blijft het leerstofaanbod aan de hele groep. Weten we daarin onze leerlingen te ‘raken’ m.b.t. onderwerpen en activiteiten? Ons eigen enthousiasme en taakbesef spelen daarin een grote rol. Naast het werk voor onze groepen is er uiteraard ook de aanscherping richting de leerlingen in hun persoonlijke (on)mogelijkheden enz. In dat opzicht blijft er altijd genoeg ‘te wensen’ over. o Overgang leerlingen: Er is veel ‘gedoe’ over het zitten blijven in de basisschool. Valt kleuterschoolverlenging daar al of niet onder? Wij hanteren m.b.t. zittenblijven de doubluregegevens van de groepen 3 tot en met 8. De inspectie geeft aan dat er van hun kant vragen rijzen als er meer dan 3% van de leerlingen jaarlijks doubleert. Wij zitten daar ruimschoots onder… Het wordt een ander verhaal als we de groepen 1 en 2 op dezelfde wijze daarin meenemen. Telt een herfstkind dat instroomt in groep 0/1 en dat inderdaad meer dan 2,5 jaar nodig heeft om in groep 3 te starten nu wel of niet mee als zittenblijver? De inspectie (en dus de overheid) doet daarover geen harde uitspraken. Men wijst er op dat de instroom uiteraard op diverse momenten plaatsvindt en dat we niet elk kind kunnen binden aan een onderwijsloopbaan van 8 jaar. We hebben te maken met een jaar spreiding (!). De inspectie stelt vragen als meer dan 12% van de kinderen in de groepen 1 en 2 met kleuterschoolverlenging te maken krijgt. Maar de definitie van deze kleuterschoolverlenging is niet helder. Met nadruk wijst de inspectie erop dat we de ontwikkeling van de kleuter daarin ‘recht’ moeten doen. Mede daarom besteden we in het bijzonder aandacht aan de overgang in de groepen 1 en 2. We letten ook op het meer begaafde kind. Op D.V. 17 maart a.s. is er nog een studiemorgen / onderbouwvergadering, onder leiding van een Driestar-deskundige die aan deze problematiek is gewijd. Passend onderwijs
We hebben in het kader van Passend Onderwijs (van start per 1 – 8 2014) een ondersteuningsplan samengesteld waarin we o.a. de basiszorg hebben aangegeven die we op onze school op dit moment kunnen bieden en we hebben ook een ondersteuningsteam ‘benoemd’, waarin de IB’er een sleutelrol speelt. We doen dit niet in ons eentje, maar werken samen in Berséba. Nu de plannen enz. een praktische uitwerking krijgen, zal er ook gelegenheid zijn tot bijstelling, aanscherping enz. Vorig jaar stonden we in de eerste personeelsvergadering stil bij gevaren van (over)etikettering van zorgleerlingen. Het ‘labelen’ van kinderen (bijv. PDD-NOS, ADHD) o.a. aan de hand van het werk van dr. Laura Batstra. Nu krijgt dit nog een vervolg, ook door het werk van dr. Trudy Dehue (De depressie-epidemie en Betere mensen) mee te nemen. ’t Is goed om in dit opzicht ook wel eens achter de schermen te kijken van diagnosestelling, medicijnverstrekking, gedragsregulering enz. Speciale aandacht zullen we hebben voor de (meer) begaafden in onze groepen. Passend Onderwijs wil immers elke leerling tot zijn recht laten komen. Hoewel we de gevaren onderkennen van een eenzijdig individuele benadering van leerlingen in het Nederlandse onderwijs, willen we wel graag de actuele stand van zaken weten en zo mogelijk toepassen in onze groepspraktijken m.b.t. (meer) begaafden. We hopen daarin begeleiding te krijgen vanuit Driestar21
educatief door informatie, meningsvorming en werkopdrachten via de personeelsvergaderingen. Samenwerking met de gemeente De Bilt op het vlak van jeugdzorg zal ook onze aandacht moeten / mogen hebben. Gelukkig zijn er via Berséba contactpersonen aangesteld die de contacten met de gemeenten op dit vlak voor hun rekening nemen. Dat stellen we op prijs. De verwachtingen zijn immers erg hoog (één kind – één plan) en dan valt de praktijk vaak tegen. Daarnaast zullen de contacten met Berséba landelijk en regionaal (Ede e.o.) veel aandacht vragen. Talrijke zaken vragen om nadere uitwerking, hoewel er al veel in de steigers staat. Ook zijn er inmiddels afspraken gemaakt over toewijzing van zorgmiddelen voor extra zorg-arrangementen, de loketfunctie van Berséba bij vragen van scholen en ouders, het ZAT (ZorgAdviesTeam) voor advisering en beslissing m.b.t. zorgleerlingen. Toegevoegd in de loop van het schooljaar: VVE-beleid: De onderwijsinspectie heeft de gemeente De Bilt op de vingers getikt. Er waren nog steeds geen bindende afspraken met besturen van kinderopvanginstituten en – scholen gemaakt m.b.t. doelgroepkinderen. Voor D.V. 1 maart moet dit hebben plaats gevonden. Evaluatie Ondersteuningsplan en –team: We voldoen formeel aan deze Passend Onderwijszaken. Inhoudelijk zijn er voor onze school nog geen zaken gewijzigd. We werken op dezelfde wijze met onze (zorg)leerlingen als voorheen. Hoe en waar precies de grenzen getrokken worden tussen basisondersteuning en de extra ondersteuning (waarvoor ook extra gelden worden beschikbaar gesteld…) is in concrete zaken voor ons nog niet helemaal helder. Er worden allerlei termen gehanteerd m.b.t. de zorg- en onderwijsbehoefte(n) van kinderen (bijv. licht – middel – zwaar), maar waar precies de grenzen getrokken worden, is een zaak die nog veel meer helder moet worden. Overetikettering van kinderen enz. We hebben uitgebreid aandacht besteed aan het werk van dr. Laura Batstra en dr. Trudy Dehue. Gelet op de ondertitel van ‘Betere mensen’ namelijk ‘Gezondheid als keuze en koopwaar’ wordt wel duidelijk dat er heel veel aan de hand is. Het is een gevoelig onderwerp dat in de media vaak leidt tot verhitte discussies van voor- en tegenstanders. Voor ons is het zaak om als een ‘critical friend’ dergelijke zaken te volgen en daarin van de hoed en de rand te weten. Het gevaar van onterechte medicijnverstrekking (ook aan jonge kinderen…(!!)) is helaas wel reëel. Met een veelheid aan bewijzen laten dr. Batstra en dr. DeHue daarover geen misverstand bestaan. (meer)begaafden: Dit is een kernonderwerp voor het schooljaar 2014-2015. Op de personeelsvergadering van 7 okt. jl. was Ria Looij-van ’t Hof van Driestar-educatief aanwezig om ons ‘bij te praten’ m.b.t. begaafden in je groep. Uitgebreid is ze ingegaan op de kenmerken van begaafdheid, op het gevaar van onderpresteren enz. Ze benadrukte vooral oog en hart voor het (begaafde) kind te hebben. Dat is belangrijker dan allerlei extra werk, ook al is het goed om daarvoor niet de ogen te sluiten. Ze beval ook een aantal boeken aan. Met 22
behulp van deze boeken zullen we ook zelf het onderwerp ‘handen en voeten’ geven in de personeelsvergaderingen. Voor D.V. 10 febr. staan bijv. de zaken als ‘Vooroordelen’, ‘Anders zijn’, ‘Mindmap’, ‘Slimme kleuters’, ‘Versnelling of verrijking’ op de agenda. Mogelijk nodigen we nog een keer in een latere vergadering een externe spreker/spreekster uit. Jammer dat aan dergelijke mensen zo’n fors prijskaartje hangt! Jeugdzorg De Bilt: Onze gemeente werkt samen m.b.t. onderwerp met andere gemeenten uit Zuid-Oost Utrecht (de zgn. ZOUT-gemeenten). Gert van Roekel vertegenwoordigt onze school (vanuit Berséba) in dit overleg. Hij stuurt ons de agenda’s en verslagen toe, zodat we kunnen ‘volgen’ hoe de gemeenten hun verantwoordelijkheid (gaan/willen) nemen in dit overleg. Veel staat nog in de steigers. Berséba: De informatiestroom vanuit Berséba is fors. Hoe dit alles ‘concreet’ zal worden ingevuld m.b.t. onze leerlingen, ouders, personeels- en bestuursleden is een best wel spannende vraag. Allerlei zaken waaraan we gewend waren (PCL enz.), krijgen nu weer andere namen en taken. Dat maakt de werkbaarheid er vooralsnog niet simpeler op… We hebben een reactie gestuurd naar de regiomanager Gert van Roekel, waarin we aangaven dat bijv. 12 protocollen (op allerlei gebied) toch wel iets teveel van het goede zijn. Dat is niet te behappen. Later in het jaar 2015 hoopt de regiomanager daarover met ons in gesprek te gaan. Idem wat betreft het kwaliteitsbeleid: We trekken daarin al jaren ons eigen spoor. VVE-beleid: Het valt nog niet mee om voor de gehele gemeente De Bilt dit beleid inhoud te geven. Het gebruikmaken van bijv. Citotoetsen voor de kleuters is een uiterst moeilijk en moeizaam onderwerp. Voorlopig is dat onderdeel geschrapt uit de monitoring van leerlinggegevens. Er is/wordt hard gewerkt aan een deelconvenant dat meer betrekking heeft op zaken als verzuim en verwaarlozing dan op leerlingprestaties… De genoemde zaken zijn prima, maar wel o.i. erg karig en miniem. Mogelijk dat er nog vervolgafspraken komen op dit vlak. Overigens is er geen reden om het voorgestelde deelconvenant niet te tekenen. Dat hoopt ons bestuur dus voor 1 maart ook te doen. Personeel
We zijn niet meer aangesloten bij het landelijk vervangingsfonds. Daarvoor betaalden we jaarlijks meer dan 30 000 euro aan premie. We doen nu mee (nu dit sinds vorig jaar eindelijk mogelijk is geworden…) met het vervangingsfonds van onze eigen besturenorganisatie. We hebben de verwachting dat dit ons nog heel wat geld kan opleveren… Wel betalen we de eerste veertien dagen van het verzuim dan zelf. Langdurig verzuim dragen we als scholen dan gezamenlijk i.v.m. de nodige risicospreiding. De digitalisering zet op alle terreinen door. Ook de personeelsadministratie zal komend schooljaar door de eigen personeelsleden niet alleen kunnen worden geraadpleegd, maar ook (deels) worden beheerd. Daarnaast zijn salarisstroken, jaaropgaven, enz. enz. op die wijze sneller en beter beschikbaar dan de papieren versies. Vorig schooljaar heeft er een uitgebreide Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) plaatsgevonden. In het rapport staan nogal wat aanbevelingen, ook op het gebied van werkklimaat enz. Daaraan hopen we dit schooljaar ook aandacht te geven.
Evaluatie Vervangingsfonds: We zijn nog steeds blij dat we de stap hebben kunnen/mogen maken naar een eigen beleid in dit opzicht. Hoe zich dit financieel precies gaat ontwikkelen is (voor ons) op 23
dit moment nog niet helemaal duidelijk. De jaarcijfers zullen daarover binnenkort meer info verschaffen. Uiteraard zijn we ook afhankelijk van de ontwikkelingen in het hele personeelsbestand van de deelnemende scholen. Neem het langdurige verzuim daarin toe? Dan betalen we meer premie enz. Overigens blijkt het wel uit de landelijke cijfers dat de werkdruk in het onderwijs in alle beroepssectoren nog steeds met stip op nummer één staat. Met een burnout percentage van bijna 20% zijn we overigens niet blij met deze ‘gouden medaille’. Personeelsadministratie: Elk personeelslid kan nu via een eigen inlogcode toegang krijgen tot de eigen (financiële) cijfers. (via Youforce) Wel blijkt het dat door onwennigheid nogal wat personeelsleden in de periode tot en met 5 jan. jl. nog geen gebruik hebben gemaakt van deze service. Dat betekent dan wel dat er nieuwe inlogcodes moeten worden aangevraagd. Als straks de papieren versies van salarisstroken niet meer worden verstrekt, dan zal het gebruik nog meer toenemen. Ook allerlei persoonlijke gegevens zijn nu sneller te wijzigen dan voorheen. Risico Inventarisatie & Evaluatie: dit schooljaar is een commissie (DB – adj.dir. en dhr. T. van Asselt) gestart met het inventariseren van mogelijkheden en onderzoek om het binnenklimaat van onze school (vooral) aan de zuidzijde ‘aan te pakken’. Er zijn inmiddels allerlei mensen over de vloer geweest, die ideeën hebben geventileerd m.b.t. dit item en daarbij ook m.b.t. ‘verduurzaming’ enz. Definitieve keuzes worden er binnenkort gemaakt. School
We staan weer voor de opdracht om ons schoolplan (2015-2019) te actualiseren. Daarin geven we op hoofdlijnen aan wat we met ons onderwijs willen en wat onze ambities zijn. Overigens zijn de jaarlijkse uitwerkingen voor ons in onze aandachts- en actiepunten van meer belang. De verschuiving van de Eindtoets voor groep 8 zal voor onze advisering wat betreft de vo-plaatsing ook gevolgen hebben. Ook dit aandachtspunt zal de nodige tijd vergen. Gelukkig is het contact met bijv. het VLC-Amersfoort op dit punt het laatste jaar al sterker geworden.
Evaluatie Schoolplan 2015-2019: Bij het laatste inspectiebezoek (in mei 2012) heeft de inspectrice (mw Louwes) gezegd dat ze ons schoolplan wel heel summier vond. We hebben beloofd dat het nieuwe schoolplan wat meer ‘body’ zal krijgen. In de personeelsvergadering van 10 febr. jl. hebben we met elkaar gedeeld wat er m.b.t. het onderwijs de laatste tijd naar voren is gekomen in de diverse akkoorden (Nationaal Onderwijsakkoord / Bestuursakkoord / Lerarenagenda enz.) Het beeld dat daaruit oprijst is dat we nu de weg uitstippelen van ‘good’ naar ‘great’ onderwijs. Het valt op dat er erg toekomstgericht wordt gewerkt (de school van 2020; nationaal curriculum voor de school van 2032) enz. Daarnaast wordt het beeld geschetst van de persoonlijke talentontplooiing middels een rijke digitale leeromgeving. Natuurlijk gaat het ook om vaardigheden van de 21e eeuw (kritisch en creatief denken, samenwerken, probleemoplossend handelen enz. enz.). Scholen en betrokkenen ontwikkelen zich levenslang (professionele leergemeenschappen) enz. enz. Goed dat er ook tegengewicht wordt geboden door allerlei deskundigen. Het onderwijs van nu (zeker in het vo) staat er echt nog niet zo rooskleurig voor. De weg van een rijke digitale leeromgeving is er ook één met veel haken en ogen. We moeten oppassen te hoge verwachtingen bij ouders te creëren m.b.t. de persoonlijke talentontwikkeling enz. En vooral moeten we de man of vrouw voor de groep niet vergeten. De relatie met zijn/haar leerlingen, het dagelijks bezig-zijn m.b.t. leerstof en overdracht blijven van zo’n geweldig belang. Dat blijven we ook graag en herhaaldelijk onderstrepen! 24
Verschuiving eindtoets: Inmiddels zijn op onze school de (meeste) gesprekken met de ouders wat betreft de vo-plaatsing geweest. Collega De Bruin heeft zich goed voorbereid ook door met het VLC af te stemmen wat en hoe we de leerlingresultaten (in ParnasSys) kunnen gebruiken voor een goede advisering. Samenvattend kunnen we zeggen dat de gesprekken in een goede sfeer zijn verlopen en dat we geen hinder hebben gehad van het wegvallen van de eindtoets. Wel leggen we de resultaten van de eindtoets die nu eind april zal worden afgenomen nog een keer naast de voorgestelde vo-route. Dit kan bij uitzondering leiden tot herziening van de definitieve plaatsing van onze leerlingen in het vo. Schoolvakken
In verschillende groepen hebben we te maken met de invoering van nieuwe lesmethoden (Venster op Nederland – geschiedenismethode voor het christelijk onderwijs in de groepen 5 en 6) of uitbreiding en vervanging van methoden (Pluspunt rekenmethode – nieuwste versie voor groep 8 / My name is Tom, methode Engels – groep 7, waarbij groep 8 ook aanhaakt). Zo’n nieuwe methode vraagt weer inwerktijd voor de leerkracht, onderschat ook de digitale component niet! Hoe gaan we de toetsing vorm geven enz. enz. Belangrijk maar ook mooi werk! Toegevoegd in de loop van het schooljaar: Heidelbergse Catechismus: Vorig jaar verscheen in de zomervakantie een methode m.b.t. het werken met en verwerken van de Heidelbergse Catechismus. Het voorstel is om dit materiaal te gaan gebruiken in de groepen 7 en 8.
Evaluatie Nieuwe lesmethoden: Dit jaar zijn we al volop bezig geweest om de nieuwe methoden af te stemmen op het meest zinvolle gebruik in de groepen. Deze vakinhoudelijke component is van groot belang. Landelijk gezien is hier veel te weinig aandacht voor. Dit is één van de redenen geweest dat bijv. de Algemene Onderwijsbond (Aob) het nationaal onderwijsakkoord niet heeft willen ondertekenen. Heidelbergse Catechismus: In de personeelsvergadering van 10 febr. is ‘Lerenderwijs’ besproken. Als personeel voelen we er veel voor om met dit materiaal de inhoud van de Heidelbergse Catechismus dichter bij de leerlingen te brengen. Als we hiertoe besluiten (ook het bestuur zal zich hierover moeten uitspreken) zal er voor de leerkrachten in de groepen 7 en 8 wel het één en ander te doen zijn om dit materiaal gebruiksklaar te maken voor de ‘eigen’ groep. Vragen als ‘Wat laten we de leerlingen thuis leren? Wat wordt de frequentie? Wat doen we van het verwerkingsmateriaal?’ wachten nog op antwoord. Sociale veiligheid
We hebben inmiddels een pestprotocol en een meldcode. We vermelden deze zaken toch nog een keer in onze actielijst, omdat de praktische uitwerking onze aandacht zal blijven vragen. Daarnaast gaat het om zeer belangrijke en ingrijpende zaken! 25
Nieuw is dit schooljaar de invoering van een medicijnprotocol. Eén van de verplichtingen van Passend Onderwijs is onder meer dit protocol. Daarin maken we met de ouders afspraken over medicijngebruik (en andere medische handelingen) op school. Hoe zijn de verantwoordelijkheden verdeeld enz. Evaluatie Pestprotocol/meldcode: Laten we niet menen dat door het bezit van dergelijke protocollen de weerbarstige praktijk nu ‘verdwenen’ is…. Wel zijn dergelijke protocollen zinvol om ons altijd opnieuw de ernst en de impact van ‘pesten’ en ‘mishandeling’ in te scherpen. Ook dit jaar hebben leerlingen weer de ZIEN-vragenlijst ingevuld. Daarin wordt ook de sociale veiligheid van leerlingen ‘bevraagd’. Hoewel we blij mogen zijn met de respons van de meeste leerlingen, zijn er wel enkele zorgen. Kinderen die (helaas) toch te lijden hebben van het gedrag van andere leerlingen die soms heel bewust en ook wel onbewust vervelende grapjes maken, kinderen uitsluiten enz. We zijn er in enkele gevallen best heel intensief mee in de weer. Bijv. via een logboek bijhouden hoe de pauzes verlopen, ging het wel of niet goed, sancties tegen de ‘pesters’ enz. We stemmen dit in het algemeen ‘open en eerlijk’ af met de ouders. Medicijnprotocol: Via de GGD-Midden Nederland hebben we een model protocol bekeken. Enkele punten vragen nog om een standpuntbepaling (bijv. of wij wel of niet kinderen een injectie geven bij bijv. een heftige allergische reactie). Tot op dit moment hebben we in enkele gevallen deze zaken toegezegd aan ouders. Het blijkt wel dat we dit mogelijk moeten herzien. We zijn daartoe niet ‘medisch bekwaam’ en als het misgaat wel ‘persoonlijk verantwoordelijk’. Ook medicijnverstrekking op school vraagt eigenlijk een schriftelijke ‘over en weer’-verklaring van ouders en leerkrachten om dit formeel vast te leggen. Nu verstrekken wij soms wel aan leerlingen een Ritalinpilletje enz. Dit moeten we dus anders gaan organiseren en (nog) beter afstemmen met de ouders. P.S. Goed om te weten dat….. Onze actiepunten bestrijken altijd een schooljaar… In het jaarverslag werken we met een kalenderjaar. Daarom kiezen we er al jaren voor dat we onze eerste evaluatie (na een half jaar) meenemen in het jaarverslag. Dus hierboven leest u de evaluatie (opgesteld in febr. 2015) m.b.t. het eerste half jaar van het schooljaar 2014-2015. Zo blijven we in het jaarverslag zoveel mogelijk actueel!
26
Personeel 1. Groepen en groepsleerkrachten Groep 1 2 3 4 5 6 7 8 Totaal
01-10-2013 (teldatum) 16 27 27 20 26 19 24 25 184 ll.
01-10-2014 (teldatum) 16 24 23 27 22 24 19 24 179 ll.
Leerkrachten: per 31-12-2014 A. Dekker / M.J. Veldhuizen J. Slingerland / D.K. Schaddelee M.J. Breunesse / J. Landwaart / G. Meerkerk N. van Ginkel / C.A. Vossenstein A. Schuttel G.A. de Gier / G. Meerkerk M. Luijk / E.R. Prosman C. de Bruin / D. Stuivenberg
2. Personeel - urenverdeling Naam
M. Breunesse-van Laar C. de Bruin A. Dekker-de Pater G.A. de Gier-van Wijk N. van Ginkel G.A. van der Heide-Oudenaarden P.A. van Herk-Hoogendoorn M. Luijk-Lemstra G. Meerkerk E.R. Prosman D.K. Schaddelee-Methorst A. Schuttel J. Slingerland D. Stuivenberg-Muis M.J. Veldhuizen –van Nieuwaal C.A. Vossenstein-Kemp
31-12-2013
31-12-2014
Onderwijsgevend personeel 17 uur 17 uur 25,5 uur 25,5 uur 17 uur 17 uur 27,25 uur 27,25 uur 32 uur 32 uur 9 uur 9 uur 8,5 uur 8,5 uur 11,5 uur 11,5 uur 40 uur 40 uur 40 uur 40 uur 8,5 uur 8,5 uur 40 uur 40 uur 28 uur 28 uur 23 uur 23 uur 14,5 uur 14,5 uur 8,5 uur 8,5 uur
Onderwijsondersteunend personeel J. Landwaart-Visser 20 uur 20 uur G.P.T. Westeneng / Mw. J. Prosman 23 uur 17 uur
D.J. de Bruin-Pluim L. Stomphorst-Knöps A.E. Stomphorst
Schoonmaakpersoneel 14 uur 14 uur 7 uur 7 uur 8 uur 8 uur 27
Opmerkingen:
ICT’er
Ind. ll.hulp + bibl. IB’er directeur adj.directeur
Klassenass.
3. Personeel – opmerkingen kalenderjaar opnieuw verder gegaan om het ontwikkelingsvolgmodel KIJK beter te implementeren in het groepsgebeuren. Dit alles onder leiding van een medewerkster van Driestareducatief. Directeur en IB’er volgden (ook in de eerste helft van 2014) de nascholing ‘Leiding geven aan Opbrengst Gericht Werken’ o.l.v. dhr. Cees Bos (via Passend Onderwijs - regio Ede). Team nascholing hadden we in 2014 m.b.t. Meer- en hoogbegaafden in het basisonderwijs. In de evaluatie van de actiepunten kunt u er meer van lezen. Stagebegeleiding Studenten van Driestareducatief en het Hoornbeeckcollege begeleidden we in het afgelopen kalenderjaar. Ook voor de maatschappelijke stage van oudleerlingen stelden we enkele plekken beschikbaar. Leeskliniek Mw. Van Ginkel coördineerde ook dit jaar succesvol de leeskliniek. Ziekteverzuim Het ziekteverzuim bleef ook in 2014 ruim beneden de 1%. Nieuw personeel In febr. 2014 is mw. J. Prosman-van Veldhuisen benoemd als schoolassistente in de vacature van mw. Post-Westeneng.
Jubilea In 2014 waren er drie jubilea: o Mw Landwaart werkte in maart 2014 al weer 12,5 jaar op onze school. o Het was in augustus 2014 vijfentwintig jaar geleden dat dhr. Meerkerk directeur van onze school werd. o Mw. Stomphorst bereikte in nov. 2014 ook een 25-jarig jubileum, namelijk als schoolschoonmaakster. Op gepaste wijze is aan deze jubilea aandacht besteed. Zeker het jubileum van de directeur (op donderdag 4 sept.) is met grote inzet van bestuur, ouders, personeel en kinderen onvergetelijk geweest. Spaarverlof nvt Ouderschapsverlof nvt Zwangerschapsverlof Mw. Post-Westeneng (schoolassistente) was van oktober 2013 tot en met januari 2014 met zwangerschapsverlof. In aansluiting daarop heeft ze ontslag genomen. BAPO-verlof nvt Nascholing De dames van de groepen 1 en 2 zijn dit
28
Communicatie en relaties 1. Samenwerking Passend Onderwijs
arrangementen? Hoe gaan we de middelen eerlijk verdelen? Enz. enz.
De School met de Bijbel maakte in 2014 deel uit van het landelijk samenwerkingsverband voor het reformatorisch onderwijs m.b.t. Passend Onderwijs. Statutair is dit in 2013 een feit geworden. De naam van het samenwerkingsverband is Berséba. We maken deel uit van de regio Ede.
Ook zal elke school samen moeten (gaan) werken met de gemeente. In dat verband is de oprichting en inrichting van een Ondersteuningsteam een zaak die op elke school de aandacht zal vragen. We hebben er inmiddels voor gekozen om onze geplande consultaties als de IB’er van de school overleg voert met een onderwijsspecialist van Driestar Educatief om te vormen en uit te breiden tot ons Ondersteuningsteam. De gemeente De Bilt voert in de regio Zuidoost Utrecht (ZOUT-gemeenten) overleg met vertegenwoordigers van de verschillende samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs.
Het nieuwe ondersteuningsplan 2014-2018 is inmiddels verschenen. Het gaat in op een veelheid aan onderwerpen m.b.t. Passend Onderwijs. We noemen enkele zaken: Visie en ambitie / Organisatie / Ondersteuningsstructuur / Kwaliteitszorg / Activiteitenplan / Financiën. Wat betreft het ondersteuningsprofiel van de eigen school merken we het volgende op: We hebben in dit profiel een veelheid aan onderwerpen die met zorg te maken hebben, kort benoemd. Kengetallen m.b.t. aantal dyslectische kinderen / rugzakjes enz. zijn er in verwerkt. Wel hebben we aangegeven dat we er van uitgaan dat aangemelde zorgleerlingen in een klassikale setting (eventueel met aanpassingen) moeten kunnen functioneren.
2. VGS-samenwerking De School met de Bijbel deed (ook) in 2014 regelmatig een beroep om de expertise van de organisatie die ons op bestuurlijk en administratief gebied ondersteunde: de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) te Ridderkerk. 3. BOOG-samenwerking Onze school participeerde in 2014 in het georganiseerd overleg op bestuurlijk vlak, dat in de gemeente De Bilt onder de naam BOOG in praktijk wordt gebracht. In 2014 ging het vooral over de overheveling van het buitenonderhoud van gemeente naar schoolbestuur… En ook het VVE-beleid vroeg nogal wat aandacht. Ook voor deze twee onderwerpen verwijzen we naar onze actiepunten.
Met name de uitwerking van Basisondersteuning & Extra ondersteuning op schoolniveau in relatie tot afspraken met het samenwerkingsverband zullen de komende tijd de aandacht vragen. Wat moeten scholen binnen dit schema waarmaken? Wanneer kunnen ze extra middelen krijgen voor speciale
29
ICT Stand van zaken
in principe door iedereen kan worden bediend. Voor de leerkrachten is er een aparte pagina voor het beheer van hun groep. Onze leerlingvolg- en administratieapplicatie Parnassys is niet meer weg te denken: het geeft ons een goed overzicht van het niveau van de leerlingen, we kunnen alle gegevens van de leerling goed bijhouden. Er is een directe koppeling met BRON wat er voor zorgt dat de gegevens ook bij het rijk worden aangeleverd onder andere in verband met de bekostiging van ons onderwijs. De mail wordt inmiddels geregeld binnen een office-365 omgeving. We zijn ons aan het oriënteren of we meer mogelijkheden van office 365 kunnen gaan gebruiken, bijv. opslag in de cloud. Om de continuïteit te waarborgen hebben we voor serveronderhoud en calamiteiten een contract met een bedrijf: de firma Montebaitsolutions uit Waardenburg. Bijna al het onderhoud kan op afstand plaats vinden. We hebben goede ervaringen met dat bedrijf: er wordt snel en effectief gereageerd.
Ons computernetwerk verkeert in goede staat. De filter voor de internettoegang is vervangen, we werken nu met de KFS filter van kliksafe. Groot voordeel is dat de filtering op locatie plaatsvindt. Ook is de techniek van dit filtersysteem moderner en werkt het soepeler. Vervanging van de hardware gebeurt middels een vastgesteld schema, waar mogelijk proberen we een jaartje langer met de computers te doen. In de groepen 3 tot en met 8 wordt tot volle tevredenheid gewerkt met de digiborden, een voorziening die we als leerkrachten zeer op prijs stellen en niet graag meer zullen missen. Dit jaar zijn de beamers vervangen. Voor de onderbouwgroepen is er een mobiel digibord (touch). Dit bord kan ook bij vergaderingen en presentaties worden gebruikt. Inmiddels is ons nieuwe administratiesysteem schoolbreed ingevoerd. Binnen deze applicatie vinden we de cijferregistratie, de rapportenregistratie, de absentenregistratie en de weekplanning onder één dak. Ook de leerling- en groepsbespreking heeft hier een plaatsje gevonden. In dit systeem is al een mogelijkheid voor een digitaal rapport ingebouwd. De leerkrachten werken ermee tot volle tevredenheid en het heeft gezorgd voor enige werkbesparing. Wat betreft de programma’s waar we mee werken hebben we op dit moment een goede, doorlopende leerlijn voor ICT. We willen dit voorlopig even continueren. De website van de school is vernieuwd en aangepast aan de eisen van deze tijd. De site is nu responsive wat o.a. betekent dat de site op tablet en mobiel nu ook goed functioneert. Bij deze site is een beheeromgeving ontwikkeld die
Overzicht beschikbare hardware: 1 Server met Windows 2012 1 noodstroomvoorziening (ups) 1 firewall met linux 4 switches om het netwerkverkeer te regelen. 2 lokale printers 1 kopieerapparaat als printer 2 laptops: 1 voor ib en 1 voor algemeen gebruik 43 werkstations met Windows 7 De toekomst Op dit moment vindt er een voorzichtige oriëntatie plaats om te zien in hoeverre en wanneer we misschien één of meer vakken kunnen gaan geven met behulp van uitsluitend digitale leermiddelen. 30
Huisvesting Het schoolgebouw en de schoolomgeving laten vanaf de weg een goed verzorgd beeld zien. Als gasten onze school bezoeken krijgen we dikwijls complimenten over de goede staat waarin alles zich bevindt. Om irritaties in de buurt te voorkomen hebben we aan de ouders gevraagd om allemaal vanuit dezelfde richting de Pr. Irenelaan en de Pr. Beatrixlaan in te rijden. Zo maakten we er samen éénrichtingswegen van en dat werkt positief. Ook het verzoek aan ouders om met de fiets het schoolplein op te komen, maakt het op de weg een stuk minder gevaarlijk. Omdat op een deel van het schoolplein de tegels aan vervanging toe waren, heeft Gemeente De Bilt dit voor haar rekening willen nemen. In de zomervakantie van 2014 is deze klus gerealiseerd zonder dat wij als school daarin moesten bijdragen. De aangrenzende schooltuin blijft wel om aandacht vragen. Vandaar dat we maandelijks, met hulp van ouders en oud-leerlingen, het onderhoud van de tuin aanpakken. De gevel van de school werd in 2014 door enkele ouders en personeelsleden grondig gereinigd. Omdat in het verleden er nog wel eens tegels losraakten of voegen naar buiten kwamen, werd er besloten om de kolommen aan de zuid- en aan de westzijde aan te pakken. De nieuwe tegels worden nu op een andere manier gelijmd. Vóór de zomer van 2015 hopen we nog enkele kolommen te renoveren en de verwachting is dat we dan voorlopig uit de problemen zijn. De Gemeente De Bilt zal ook hier weer een groot deel in bijdragen.
De berging van de kleuters werd van twee nieuwe deuren voorzien en ook werden er verschillende rabatdelen vervangen. Bij de ruimten voor de cv-installatie, gasmeter en de elektriciteitsmeter werd een kunststof dorpel geplaatst. Op het dak werden de dakkappen opnieuw vastgezet en gekit. Ook de dakkoepels werden opnieuw vastgezet om lekkage te voorkomen. De speeltoestellen worden jaarlijks vier keer a.d.h.v. een checklist gecontroleerd. De leverancier verricht het noodzakelijke onderhoud. Met name de ondergrond rond de toestellen (kunstgras) zal de komende tijd extra aandacht vragen. Pas in 2018 verwachten we een deel van het kunstgras te moeten gaan vervangen. Op het moment dat men de school binnenloopt valt het direct op dat het schoolgebouw er schoon, onderhouden en verzorgd uit ziet. Ook in 2014 (in januari) werden er weer twee schoonmaakavonden belegd waarop een groot aantal leerkrachten en ouders het gebouw een grondige schoonmaakbeurt hebben gegeven. Ook genieten we nog dagelijks van de frisse toiletruimten die in 2008/2009 zijn gerenoveerd. Het houtwerk in school is in 2014 weer netjes bijgewerkt. Het houten kozijn van de dakopbouw bij de groepen 4 en 5 werd in de voorjaarsvakantie van 2015 vervangen door een kunststof kozijn. De keukenblokjes zijn in alle lokalen aan vervanging toe. Wij hebben echter besloten dit gefaseerd uit te voeren. In februari 2015 werden de blokjes in groep 1 en 2 vervangen. Het blokje in groep 8 is in de meivakantie aan de beurt en de rest zal in 2016 volgen. 31
In maart 2014 hebben we een zogenaamde RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie) laten uitvoeren. Daar kwamen toen enkele kleine onderhoudspunten in naar voren die wij binnen vier jaar zouden moeten oplossen. Bij een zogenaamde ‘Quickscan’ bleek dat een aantal leerkrachten in de zomermaanden hinder ondervond van een te hoge temperatuur in hun lokaal. Enkele bestuursleden zijn met de adjunct-directeur op zoek gegaan naar een oplossing voor dit probleem. Nog vóór de zomer van 2015 willen we
voor het lokaal van groep 8 een oplossing hebben. Ook wordt gelijktijdig gekeken naar het beheersen van het CO2percentage in dat lokaal. Pas als we tevreden zijn over gedane ingrepen in groep 8, gaan we kijken wat we in de andere groepen zouden moeten / kunnen doen om het klimaat gunstig te beïnvloeden. De lokalen aan de zuidzijde van de school krijgen voorrang. Na de jaarlijkse controle door de brandweer ontvingen we in oktober 2014 opnieuw de vereiste gebruiksvergunning.
32
Financiën Analyse van het nettoresultaat
Baten (B1) Rijksbijdragen
Realisatie 2014 (A)
Begroting 2014 (B)
x € 1.000
x € 1.000
[ A -/- B ]
(B3) Overige baten
830 44
814 50
16 -6
Totaal baten
874
864
10
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
692 39 59 100
691 42 34 93
1 -3 25 7
Totaal lasten
890
860
30
Saldo baten en lasten
-16
4
-20
8
9
-1
-8
13
-21
(B2) Overige overheidsbijdragen
(R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
Het nettoresultaat over 2014 is op totaalniveau uitgekomen op ruim € 8.000 negatief bij een begroting van zo’n € 13.000 positief. Het resultaat van € 8.000 negatief kan uitgesplitst worden in een nettoresultaat van € 5.900 (negatief) voor de school (bij een begroting van € 9.500 positief) en een negatief resultaat van een € 2.400 voor de vereniging (bij een begroting van € 3.500 positief). Hieruit blijkt dat de grootste afwijking op schoolniveau is ontstaan. De afwijking op de vereniging heeft ondermeer te maken met een begroot bedrag binnen de baten en lasten van € 5.000 vanuit het steunfonds. Deze baten zijn vrijwel volledig in het verleden ontstaan en daarom in eerdere jaren al in de baten van de vereniging verwerkt. Via de resultaatsverdeling (dus buiten de baten om) is in 2014 € 10.000 van deze baten toegekend aan de school. De lasten
van de vereniging waren vrijwel op begroting, ondanks de kosten voor jubilea (€ 4.400). Op de staat van baten en lasten van de school ontstond dus uiteindelijk een verschil/afwijking van ongeveer € 15.000 negatief ten opzichte van de begroting 2014. Binnen een aantal categorieën traden verschillen op. Zo kwamen de rijksbijdragen (B1) ca. € 16.000 hoger uit dan begroot. Dit is voor ruim € 9.000 het gevolg van inkomsten vanuit Passend Onderwijs (die na 1 augustus 2014 onder de ‘rijksbijdragen’ verantwoord worden en voorheen onder de ‘overige baten’). Daarnaast kwamen de personele rijksbijdragen onverwacht hoger uit als gevolg van een ontvangen groeisubsidie (€ 13.000) door een bovengemiddelde tussentijdse instroom van leerlingen. Vanuit diverse politieke akkoorden 33
is structureel extra geld toegezegd voor het onderwijs. Totaal is in de begroting rekening gehouden met ongeveer € 22.000. Uiteindelijk is een deel hiervan al in de exploitatie van 2013 terecht gekomen, wat echter ook betrekking had op 2014. In 2014 werd uiteindelijk nog ca. € 15.000 geboekt. Voor het grootste deel werd dit pas begin 2015 bekendgemaakt.
Wat verder opvalt is de overschrijding op de huisvestingslasten (L3). Deze kwamen zo’n € 25.000 hoger uit ten opzichte van de begroting. Dit heeft te maken met een hogere dotatie aan de voorziening voor groot onderhoud (€ 26.500 meer ten opzichte van de begroting 2014). Vanaf 2015 is de school namelijk ook verantwoordelijk voor zowel de kosten, de verantwoordelijkheid en de bekostiging van het buitenonderhoud.
De overige baten (B3) zijn op schoolniveau circa € 1.000 lager uitgekomen dan begroot. Dit houdt verband met de hierboven beschreven verschuiving van de middelen voor Passend Onderwijs naar de rijksbijdragen.
Voorheen lag deze verantwoordelijkheid bij de gemeente De Bilt. Voor de komende jaren is daarom het meerjaren onderhoudsplan, waarin het buitenonderhoud in meegenomen is, opnieuw kritisch bekeken.
Daarnaast is € 5.000 meer ontvangen vanuit de eenmalige afroming van de financiële reserves van het oude Dit gegeven, in samenwerkingsverband combinatie met Nee, zo ging het niet… (WSNS Ede) wat met de het feit dat een komst van Passend aantal zaken in het Onderwijs opgehouden is te bestaan. verleden geactiveerd werden op de balans en in de toekomst uit de voorziening gehaald Het nieuwe landelijke samenwerkingsverband zullen worden, heeft geleid tot een is Berséba (Vereniging Reformatorisch Passend noodzakelijke verhoging van de dotatie om de Onderwijs voor primair en speciaal onderwijs). komende jaren de lasten te kunnen dragen. Opgemerkt wordt nog dat de post ‘energie en De personele lasten (L1) kwamen op water’ aanzienlijk (€ 4.000) lager uitviel. totaalniveau vrijwel op begrotingsniveau uit. De loonkosten lagen een kleine fractie hoger Op schoolniveau lagen de overige (€ 5.700) als gevolg van een in de CAO instellingslasten tenslotte wat hoger (ca. € opgenomen salarisstijging van 1,2% en wat 7.500). Dit was voor het grootste deel het extra personele inzet. Hier stond tegenover dat gevolg van hogere lasten voor de overige personele lasten lager uitkwamen. onderwijsleerpakket (zo’n € 5.500) en niet begrote lasten voor kleine inventaris/ De afschrijvingslasten (L2) zijn lager doordat apparatuur (€ 2.600). een aantal geplande investeringen doorgeschoven zijn. Het gaat dan met name om de dakventilatoren.
34
Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
351 57
379 57
396 57
Totaal vaste activa
407
436
453
Vorderingen Liquide middelen
68 598
47 605
56 521
Totaal vlottende activa
666
652
577
1.073
1.088
1.030
Totaal activa
PASSIVA Algemene reserve
Ultimo 2014
Ultimo 2013
Ultimo 2012
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat
564 383
560 396
514 377
Eigen vermogen
947
956
891
68 58
63 69
58 82
1.073
1.088
1.030
Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
In bovenstaand balansoverzicht is te zien dat het eigen vermogen per saldo met € 8.000 daalde als gevolg van het uiteindelijke negatieve resultaat. Ook het saldo aan liquide middelen daalde. De boekwaarde van de materiële vaste activa daalde doordat er meer afgeschreven werd (boekhoudkundige kosten) dan geïnvesteerd in materiële vaste activa. Wat verder nog opvalt is het gestegen saldo aan vorderingen met ca. € 21.000 doordat de gelden vanuit WSNS Ede in verband met de liquidatie (afroming reserves) per balansdatum als nog te vorderen stonden weergegeven. Deze worden in 2015 pas daadwerkelijk betaald. Dit geldt ook voor de extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden die nog toegevoegd zijn aan 2014.
De nog te betalen kortlopende schulden zijn daarentegen per balansdatum gedaald. Dit vanwege een lager saldo aan nog te betalen bedragen. Ondanks de aanzienlijke dotatie aan de voorziening voor groot onderhoud steeg het saldo aan voorzieningen nauwelijks. Dit heeft te maken met een eveneens behoorlijk uitgavenbedrag aan groot onderhoud: in 2014 werd totaal € 31.400 aan kosten gemaakt, waarvan het grootste deel betrekking had op de woningen.
35
Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de
financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2012, 2013 en 2014, wordt tevens de algemene adviesnorm weergegeven.
Kengetal Norm Liquiditeit 2,00 Solvabiliteit 0,50 Rentabiliteit n.v.t. Weerstandsvermogen (bestuursniveau) n.v.t. Weerstandsvermogen (schoolniveau) 15,00% Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen n.v.t. Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen max.60% De liquiditeit en solvabiliteit zijn kengetallen die aangeven of op korte dan wel op lange termijn de schulden betaald kunnen worden. Dit is zeer zeker het geval gezien de hoogte van deze getallen ten opzichte van de minimale norm.
2014 11,50 0,88 -0,96% 71,85% 40,94%
2013 9,43 0,88 7,13% 69,71% 37,65%
2012 7,10 0,86 -2,66% 63,96% 32,62%
102,17%
99,21%
102,07%
74,71%
74,08%
74,95%
het kengetal per einde 2014 uitgekomen is op circa 75%, wat boven deze norm ligt. Dit is gezien de kleine schoolgrootte en het feit dat er sprake is van een éénpitter goed te onderbouwen. Er is namelijk maar beperkt sprake van risicospreiding. Ook geeft dit kengetal de ruimte om de komende jaren negatieve resultaten te realiseren, zolang het financieel nog verantwoord is, en daarmee bijvoorbeeld zo lang mogelijk de 8e groep in stand te houden.
De rentabiliteit is het nettoresultaat uitgedrukt in de totale baten van de organisatie. Opvallend is dat er per einde 2013 een behoorlijk positief resultaat behaald is, wat voor een groot deel het gevolg was van de onverwacht uitbetaling van extra middelen in december 2013. Deze middelen zijn destijds geboekt/ opgenomen in de exploitatie 2013, maar hebben uiteraard ook betrekking op 2014.
Investerings- en financieringsbeleid Het verslagjaar 2014 kenmerkt zich door een lager dan gemiddelde investeringsgraad: er werd in totaal voor een bedrag van € 10.528 geïnvesteerd in materiële vaste activa, bij een afschrijvingslast van ruim € 39.000. Het grootste gedeelte hiervan, € 5.188 euro, betrof de aanschaf van meubilair. Daarnaast werd er voor € 4.554 geïnvesteerd in leermethodes en € 785 in ICT.
Het weerstandsvermogen geeft aan of voldoende vermogen aanwezig is om financiële risico’s te kunnen dragen. Landelijk gezien wordt een minimale adviesnorm van 15% aangehouden. Het publieke vermogen (schoolniveau) ligt hier ruimschoots boven. Inclusief de private gelden (bestuursniveau, vereniging) is er zelfs een buffer aanwezig van 72%. Tot slot geeft het kengetal ‘kapitalisatiefactor’ weer of het kapitaal efficiënt benut wordt. Er wordt door de inspectie globaal gekeken naar een maximaal getal van 60% op schoolniveau (dus enkel de publieke middelen). Te zien is dat
Het financieringsbeleid is er op gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd.
36
Treasury verslag In 2014 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan.
de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze spaartegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft.
Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van
37
Toekomstperspectieven Toekomstige externe ontwikkelingen Bij het opstellen van de begroting 2015 en verder is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen die hieronder kort beschreven worden.
Nieuwe CAO primair onderwijs Begin 2015 is er een nieuwe CAO voor het primair onderwijs tot stand gekomen. De effecten hiervan dienen gefinancierd te worden uit bovengenoemde extra middelen. Niet alle effecten zijn al volledig te overzien. Dit was bij het opstellen van de begroting ook nog niet het geval. Er is daarom zoveel mogelijk een doorrekening gemaakt van de oude situatie.
Extra middelen vanuit diverse politieke onderwijsakkoorden Er is de afgelopen tijd sprake geweest van diverse gesloten akkoorden en extra financiële middelen voor het onderwijs. Intussen is duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is van structurele extra gelden die richting het onderwijs komen. Deze gelden zijn nu gebundeld in het bestuursakkoord, waarin verschillende ambities geformuleerd zijn voor de toekomst.
In de begroting is wel rekening gehouden met de loonstijging van 1,2%. Verder heeft de nieuwe CAO een rol gespeeld bij het bepaling van de vervangingsinzet en bijvoorbeeld het budget voor (na)scholing. Passend Onderwijs & Zorg De invoering van Passend Onderwijs is van start gegaan op 1 augustus 2014. De ‘rugzakken’ zijn vervallen en de oude samenwerkingsverbanden zijn opgeheven. De zorgmiddelen worden momenteel ontvangen vanuit het nieuwe samenwerkingsverband Berséba. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de meerjarenbegroting van Berséba die oplopende bedragen laat zien.
Kort gezegd gaat het om: 1. Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT; 2. Brede aanpak onderwijsverbetering; 3. Professionele scholen; 4. Doorgaande ontwikkellijnen. Ook de reeds bestaande prestatiebox-middelen zijn in dit akkoord opgenomen. In de meerjarenbegroting is daarom structureel rekening gehouden met ca. € 41.000 per jaar oplopend naar € 54.000 per jaar.
Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de decentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per jongstleden 1 januari 2015. Dit zorgt ervoor dat zowel de lasten van het buitenonderhoud als de bekostiging hiervoor overkomt naar de school. In de begroting is expliciet rekening gehouden met beide zaken. De lasten voor de komende jaren zijn geschat op basis van het recente onderhoudsplan. De bekostiging die hier tegenover staat, bestaat uit een basiscomponent en een eenmalige overgangsregeling voor kleine scholen.
Tegenover deze structurele extra middelen zullen ook extra uitgaven staan om de doelen uit het gesloten akkoord te kunnen realiseren. Veel van de geformuleerde doelstellingen sluiten echter ook aan op de lopende praktijk. Het zo lang mogelijk in stand houden van 8 groepen en daarmee kleinere klassen sluit ook goed aan op de geformuleerde doelstellingen.
38
Toekomstige interne ontwikkelingen Teldatum Onderbouw Bovenbouw Totaal
2013
2014
2015
2016
2017
2018
89 95 184
91 88 179
80 93 173
82 96 178
72 94 166
82 90 172
Functiecategorie Directie Onderwijzend personeel Onderwijsondersteunend personeel Schoonmaak Vervanging voor eigen rekening Totaal
2014
2015
2016
2017
2018
1,00 8,33
1,00 8,26
1,00 8,05
1,00 8,05
1,00 8,05
0,85 0,72 0,10 11,00
0,84 0,71 0,15 10,96
0,84
0,84
0,84
0,71 0,15 10,75
0,71 0,15 10,75
0,71 0,15 10,75
Bovenstaande tabellen laten de verwachte ontwikkeling zien van het leerlingenaantal als ook van de personele inzet. Het leerlingaantal kende in 2013 een piek van 184 leerlingen, het jaar daarvoor was er sprake van 178 leerlingen. Op termijn wordt nog steeds een daling van het aantal leerlingen verwacht met minimumniveau van 166 in 2017. Dit als gevolg van een hoge uitstroom en een lage instroom. Het gaat dan om een daling van bijna 20 leerlingen ten opzichte van 1 oktober 2013. Dit heeft zijn weerslag op de financiën.
voor 2015 is een licht negatief resultaat met de daarna komende jaren oplopende tekorten. Echter, deze tekorten zijn niet vergelijkbaar met prognoses van enkele jaren geleden. Dat heeft weer te maken met een onverwachte opleving in het aantal leerlingen sinds 2013 en extra geld vanuit de overheid/politiek vanaf 2013. Positief is dat tekorten voor de komende jaren tijdelijk kunnen opvangen uit reserves. Een verantwoord en gedegen financieel beleid is van belang. Maar tegelijk wordt zeer bewust gekozen voor kwaliteit. Elk jaar zal gekeken worden naar de mogelijkheid van het zo lang mogelijk in stand houden van 8 groepen en daarmee kleinere klassen (zolang het financieel nog verantwoord is).
De totale formatie daalt de komende jaren naar verwachting iets. Dit zal niet voldoende zijn om positief uit te komen: de verwachting
39
Staat van baten en lasten – begroting Realisatie 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
830 44
872 16
850 16
840 16
Totaal baten
874
888
867
856
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
692 39 59 100
712 42 52 102
708 41 52 102
695 34 52 102
Totaal lasten
890
908
903
883
Saldo baten en lasten
-16
-20
-36
-27
8
9
9
9
-8
-10
-27
-17
(R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
Zoals hierboven beschreven ontwikkelt het resultaat naar verwachting negatief als gevolg van een verwachte daling van het leerlingaantal. Er zal wel een voordeel op de loonkosten behaald worden als naar verwachting in 2017 een aantal werknemers met pensioen zal gaan die wellicht door een jonger iemand vervangen worden. Met een vertraagd effect zorgen deze pensioneringen
wel voor een daling van de GGL en daarmee de bekostiging. Opvallend is dat de overige baten in 2014 fors hoger uitkomen dan in de jaren daarna verwacht wordt. Dit heeft te maken met het feit dat de baten vanuit Passend Onderwijs tegenwoordig onder de rijksbijdragen vallen en in het verleden onder de overige baten verantwoord werden.
40
Balans ACTIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
351 57
350 57
330 57
309 57
Totaal vaste activa
407
407
387
366
Vorderingen Liquide middelen
68 598
47 636
47 638
47 636
Totaal vlottende activa
666
683
685
683
1.073
1.090
1.072
1.048
Totaal activa
PASSIVA
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Ultimo 2016
Ultimo 2017
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
x € 1.000
Algemene reserve Best. reserve publiek Best. reserve privaat
564 383
558 398
529 400
509 402
Eigen vermogen
947
956
929
912
68 58
72 63
80 63
74 63
1.073
1.090
1.072
1.048
Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
In bovenstaand overzicht is de werkelijke balans over 2014 weergegeven. Deze wijkt af van de balans zoals deze bij het opstellen van de begroting ingeschat werd. Er is daarom geen aansluiting te maken tussen 2015 en 2014. De bedragen over 2015 tot en met 2017 zijn gebaseerd op de geschatte balans.
Risicobeheersing en intern toezicht Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij het Dagelijks Bestuur en de directie samen met een externe deskundige van VGS Adivio de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het Algemeen Bestuur (toezichthouder). De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door het Dagelijks Bestuur samen met de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het Algemeen Bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als
Op de balans is te zien dat het eigen vermogen als gevolg van de verwachte tekorten zal dalen. De materiële vaste activa zal dalen doordat een aantal posten die in het verleden op de balans geactiveerd werden in het vervolg via de onderhoudsvoorziening zullen lopen. Aanleiding is onder meer de nieuwe wijziging waarin het buitenonderhoud ook voor rekening van de school komt vanaf 2015. 41
mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn.
In de hiervoor opgenomen meerjarenbegroting komen een aantal financiële risico’s tot uiting. De belangrijkste is de verwachte daling van het leerlingaantal. Dit zal op termijn consequenties hebben voor de personele bezetting. Het bestuur is op de hoogte van de wet- en regelgeving op dit punt en monitort periodiek of ingrepen noodzakelijk zijn. Een ander risico kan zijn het wegvallen van bepaalde geldstromen wat mogelijk zou kunnen leiden tot financiële krapte. Ook dit zal middels de planning- en controlcyclus bewaakt worden.
Ten einde de interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken, is ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing.
De risico’s op personeel gebied kunnen groot zijn. Te denken valt aan afvloeiingskosten, gestegen premies door langdurige ziekte en het eventueel zelf moeten nemen van wwlasten. In de begroting is vooralsnog geen stelpost voor deze zaken opgenomen, buiten de opgenomen stelpost voor kort verzuim. Een krimp in de formatie kan naar verwachting indien nodig gerealiseerd worden via natuurlijk verloop.
Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gebruik gemaakt van een standaardrisicoprofiel. Het aanbevolen weerstandsvermogen bedraagt hiermee 15%.
Niet alleen financiële risico’s, maar ook nietfinanciële risico’s zijn belangrijk. Te denken valt aan risico’s rondom de onderwijskwaliteit, het imago van de school en de naleving van de code ‘Goed Bestuur’. Zie voor dit laatste punt het verslag van het toezichthoudend orgaan.
De beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting.
42
Bijlage: verantwoording besteding prestatiebox De geformuleerde ambities uit het bestuursakkoord voorzien we hier van ons commentaar:
4. Scholen bieden maatwerk voor excellente leerlingen, waaronder hoogbegaafde leerlingen. Commentaar: We werken nu met methodieken die binnen de methodelijn al veel extra’s bieden voor deze leerlingen. In het kalenderjaar 2014 zijn we volop bezig (geweest) om onze kennis m.b.t. de (meer)begaafden op school te actualiseren. Overigens loopt dit ook nog ‘door’ in de eerste helft van 2015. 5. Geen onderpresterende scholen meer. Commentaar: Gezien het feit dat we de laatste jaren geen enkele leerling hebben verwezen naar het s(b)o, met daarbij toch ruim voldoende eind- en tussenresultaten menen we ruimschoots aan deze ambitie te voldoen. 6. Scholen stimuleren ouders om thuis activiteiten te ondernemen die bijdragen aan leerprestaties Commentaar: Oudercontacten staan hoog in ons vaandel genoteerd. Niet alleen wordt elke gezin jaarlijks bezocht, maar ook is de opkomst naar rapportbesprekingen bij ons al jaren hoger dan 95%. Daarnaast proberen we ouders te stimuleren in het extra oefenen van bijv. lees- en rekenoefeningen. Wel houden we daarbij de balans tussen thuis en school in het oog. Soms zijn leerlingen op school al zo ‘belast’ met onderwijstaken, dat we voorzichtig dienen te zijn om ze thuis nog extra te ‘belasten’ in dit opzicht. 7. Scholen maken hun opbrengsten transparant. Commentaar: Zie dit jaarverslag (hoofdstuk onderwijs).
Ambities gericht op opbrengstgericht werken 1. Schoolbesturen hebben meetbare doelstellingen geformuleerd gericht op leeropbrengsten taal en rekenen. Commentaar: De School met de Bijbel werkt met een eigen schoolnorm wat betreft de leeropbrengsten van taal en rekenen. Uiteraard is deze norm niet lager dan de inspectienorm voor onze scholengroep met minder dan 15% gewichtenleerlingen. Op onderdelen ligt onze norm zelfs significant hoger dan deze inspectienorm. Om helder te zijn: de minimumschoolnorm is op alle nietmethodetoetsen de laagste II-uitslag in de Citonormering van I t/m V. 2. Scholen werken opbrengstgericht. Commentaar: Als het gaat om een kenschets van onze school dan ‘hebben’ we meer kwaliteitskenmerken van OGW (= Opbrengst Gericht Werken) dan van HGW (=Handelings Gericht Werken). 3. Scholen meten de opbrengsten van vroegschoolse educatie Commentaar: We brengen niet alleen via de Citotoetsen Taal voor kleuters en Rekenen voor kleuters de resultaten van onze leerlingen in beeld, maar ook en vooral via KIJK, ons observatie- en ontwikkelingsvolgmodel voor onze jongste leerlingen. 43
Ambities gericht op professionalisering 8. De bekwaamheid van leraren in afstemmen van het onderwijs op verschillen binnen de klas is op orde. Commentaar: Onze school stemt met name af op instructie en verwerking met als hoge norm dat we alleen bij hoge uitzondering leerlingen loskoppelen van de methodische leerlijn. 9. De bekwaamheid van leraren met betrekking tot opbrengstgericht werken is op orde. Commentaar: Gelet op onze schoolnorm m.b.t. de opbrengsten en de afgesproken werkwijzen m.b.t. Groeps- en Leerlingenbesprekingen blijkt dat deze bekwaamheid m.b.t. OGW reeds op orde is. 10. Alle leraren onderhouden hun bekwaamheden systematisch en worden gestimuleerd zich te registreren. Commentaar: Registratie vinden wij (tot op heden) geen goed middel om blijk te geven dat we systematisch onze bekwaamheden onderhouden. De wijze waarop leerkrachten niet alleen vorm, maar vooral ook inhoud geven aan het (vaak dagelijks..) werken in de verschillende groepen, c.q.
omgaan met verschillende leerlingen, is voor ons van meer betekenis in dit opzicht. 11. Scholen voeren een goed en effectief HRM-beleid. Commentaar: Het aandacht hebben voor elkaar, het steunen van elkaar zijn belangrijke aandachtspunten binnen onze school. Tot op heden vertaalt zich dit ook in een uiterst laag ziekteverzuim (al jaren beneden de 1%). 12. Verbetering begeleiding en ondersteuning beginnende leraren. Commentaar: In de wisselwerking nieuwe leerkracht / team / schoolleider is het altijd weer spannend hoe dit zich uitkristalliseert. De nieuwe leerkracht speelt daarin zelf ook een belangrijke rol. Mw. Schuttel (de laatst benoemde jonge leerkracht…) geeft aan zich inmiddels helemaal ‘thuis’ te voelen op onze school. 13. Schoolleiders in regulier en speciaal onderwijs voldoen aan geactualiseerde bekwaamheidseisen. Commentaar: Het is in elk geval ons streven om niet mee te drijven op en met de overheersende stroom in onderwijsland, maar bewust vanuit onze identiteit, ervaring, voorhanden informatiebronnen enz. vanuit eigen standpunten leiding te geven.
Gevoerde beleid inzake beheersing van uitkeringen na ontslag Onderwijsinstellingen zijn eigenrisicodrager als het gaat om WW uitkeringen. Dit betekent dat de WW lasten door de school gedragen worden, wanneer het dienstverband van de werknemer beëindigd wordt. Onze school heeft deze risico’s afgedekt middels de aansluiting bij het BWGS (Beheersing Wachtgeldvolume Gereformeerd Schoolonderwijs). Dit neemt niet weg dat er een aantal regels gelden om voor vergoeding van de WW lasten in aanmerking te komen. Binnen onze scholen zijn we bekend met de risico’s die op financieel terrein gelopen kunnen worden. Alvorens er een beslissing genomen wordt, vindt vaak eerst overleg plaats met de Stichting BWGS 44
Jaarverslag medezeggenschapsraad School met de Bijbel Maartensdijk Samenstelling De samenstelling van de medezeggenschapsraad (MR) was in 2014 als volgt: De personeelsgeleding: - mevrouw G.A. De Gier-van Wijk - mevrouw C.A. Vossenstein-Kemp - mevrouw D. Stuivenberg-Muis
-
de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling het pestprotocol de meerjarenbegroting
Over deze onderwerpen is ook positief advies uitgebracht aan het bestuur. Van elke vergadering van de MR wordt een verslag gemaakt. Na goedkeuring op de volgende vergadering worden de verslagen gepubliceerd op de website van de school: www.smdbmaartensdijk.nl.
De oudergeleding: - de heer H.P. van Oostrum (voorzitter) - de heer R. Terlouw (algemeen adjunct) - de heer W.L. Verweij (secretaris) Vergaderingen De MR heeft in 2014 twee keer vergaderd en tussentijd ook enkele zaken via e-mail afgestemd. Daarnaast waren er enkele informele bijeenkomsten waarbij de MR ook aanwezig was.
Bevoegdheden Omdat het einde van de termijn van vijf jaar waarin de omzetting van bevoegdheden van de MR geldt ten einde loopt, heeft de MR aan het bestuur conform artikel 24 van de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) gevraagd om de omzetting van instemmingsbevoegdheid naar adviesbevoegdheid voor de komende periode van twee jaar te handhaven.
Tijdens de vergaderingen is onder meer gesproken over: - het ondersteuningsprofiel Passend Onderwijs
45
Bijlage jaarverslag 2014: Klachtenregeling (zoals opgenomen in de schoolgids 2014-2015) Klachtenregeling Het kan natuurlijk voorkomen dat de gang van zaken op school niet geheel duidelijk is voor u of zelfs aanleiding geeft tot kritiek…! We vragen u niet te blijven (rond-)lopen met die ontevreden gevoelens, maar zelf een gesprek aan te vragen met de betreffende leerkracht. Dat kan zeer verhelderend werken. Mochten er toch nog klachten blijven dan geldt de volgende regeling: De klager kan dan naar eigen keuze de directie, het bevoegd gezag of de vertrouwenspersoon benaderen. We adviseren om bij klachten op onderwijskundig terrein dit eerst met de directie te bespreken. Bij klachten op bestuurlijk terrein kunt u beter contact opnemen met het bevoegd gezag. Een door de directie, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag ontvangen klacht wordt in principe door hen afgehandeld. Indien de klager dit wenst of in de loop van de behandeling deze wens te kennen geeft, wordt de klacht doorgestuurd naar de klachtencommissie. Dit gebeurt ook op initiatief van directie, bevoegd gezag en vertrouwenspersoon wanneer men vermoedt dat de klacht betrekking heeft op (een vermoeden) van schuld aan enig strafbaar feit. Binnen twee weken wordt de klacht (indien gewenst door de klager of naar het oordeel van directie, bevoegd gezag en vertrouwenspersoon) doorgezonden naar de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon heeft een brugfunctie tussen de klager en de school / bevoegd gezag
en ook tussen de klager en de klachtencommissie. De vertrouwenspersoon voor onze school is: Dhr. Mr. J.D. van Vlastuin, Dorpsweg 43, 3738 CA Maartensdijk 0346-214157 De ingediende klachten, die doorgestuurd worden, worden behandeld (wat onze school betreft) door de klachtencommissie, ingesteld door de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs te Ridderkerk. Deze landelijke commissie werkt met verschillende kamers die in een regio de klachten behandelen. Onze school valt onder de kamer die in de regio Ede functioneert. De (plv) ambtelijk secretaris is (adres voor de klachten): Dhr. Mr. J.S. Beukens Fahrenheitstr. 11 3817 WB Amersfoort E-mail:
[email protected] De vertrouwenspersoon, de directie, het bevoegd gezag en de klachtencommissie doen hun werk binnen de kaders van een klachtenregeling. De volledige klachtenregeling kunt u inzien op de site van www.vgs.nl De klachtencommissie heeft op basis van deze regeling de bevoegdheid een oordeel te geven over klachten betreffende gedragingen en/of beslissingen (waaronder discriminatie) dan wel over het nalaten van gedragingen en/of het niet nemen van beslissingen van het bevoegd gezag, de personeelsleden en de leerlingen. Klachten dienen zo spoedig mogelijk, maar (op een enkele uitzondering na) uiterlijk binnen een termijn van drie maanden, na de 46
gedragingen en/of beslissingen of het niet nemen van een beslissing, ingediend te worden. Enkele klachten kunnen ook na de termijn van drie maanden ingediend worden. Bij de behandeling van een klacht kan de klager zich op eigen kosten laten bijstaan door een raadsman. De klachtencommissie heeft het recht bestuursleden, personeelsleden en leerlingen te horen. De opgeroepenen hebben de plicht aan de oproep gehoor te geven. De klachtencommissie brengt een schriftelijk oordeel uit aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag heeft de plicht binnen vier weken na binnenkomst van het schriftelijk oordeel de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie, de
directeur en de vertrouwenspersoon mee te delen of zij het oordeel over de gegrondheid van de klacht delen en welke maatregelen zij, indien nodig, zullen nemen. Indien de klacht betrekking heeft op een zedenmisdrijf, dan heeft het bevoegd gezag, op grond van een schriftelijk oordeel over de klacht door de klachtencommissie en in overleg met de vertrouwensinspecteur de plicht daarvan aangifte te doen bij een opsporingsambtenaar. Aan de onderwijsinspecteur wordt gemeld dat aangifte gedaan is. Vaststelling m.b.t het jaarverslag 2014: In het kalenderjaar 2014 is er geen enkele klacht ingediend.
47