School met de Bijbel “De Zaaier”
SCHOOLGIDS Cursusjaar 2015 - 2016
Pagina |2
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van de Zaaier, de Christelijke basisschool in Kamperveen. In deze gids willen wij u laten zien waar wij als school voor staan en op welke manier wij invulling geven aan ons onderwijs. We hopen dat u na het lezen van deze schoolgids weet wat u van de school mag verwachten.
Wat treft u in deze schoolgids aan? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Het voorwoord Onze school Wie zijn wij en wat willen wij? De organisatie van ons onderwijs De zorg op de Zaaier Schoolarts en logopedie De vervangingsprocedure van leerkrachten Ouders en de Zaaier De resultaten van ons onderwijs De aanmeldingsprocedure / inschrijvingen Schooltijden / verzuim- en verlofregeling De klachtenregeling Wat wij nog verder aan u kwijt willen Tot slot
Pag. 2 Pag. 3 Pag. 6 Pag. 7 Pag. 12 Pag. 20 Pag. 21 Pag. 22 Pag. 24 Pag. 25 Pag. 26 Pag. 28 Pag. 30 Pag. 32
Wanneer u na het lezen van deze schoolgids nog vragen heeft, neem dan gerust contact met ons op. We hopen dat de school een vertrouwde plaats zal zijn voor u en uw kind(-eren) en dat wij met u op een prettige manier kunnen samenwerken.
Namens het team en de medezeggenschapsraad; Bertine Bouw Directeur
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
Pagina |3
1 Onze school 1.1 De identiteit van onze school De Zaaier is een Protestants Christelijke basisschool. Vanuit onze christelijke identiteit willen we bereiken, dat elk kind in de steeds veranderende wereld leert leven vanuit verbondenheid met Christus, de Bijbelse normen leert te begrijpen en ernaar te leven. Het werken en het samenwerken van ouders, leerlingen en leerkrachten van onze school staat in het teken van respect voor elkaar en rekening houden met elkaar. De school moet daarom dan ook een leefgemeenschap vormen van kinderen, ouders en leerkrachten, waarin iedereen zich thuis voelt. Een goed pedagogisch klimaat biedt de kinderen mogelijkheden om positieve (leer)ervaringen op te doen. Begrippen als sfeer, structuur, warmte, veiligheid, geborgenheid, acceptatie, respect, waardering, genegenheid en vertrouwen zijn voor ons noodzakelijk om het gewenste pedagogische klimaat te realiseren. Dit pedagogische klimaat beperkt zich dan ook niet alleen tot de relatie leerkracht – leerling. Het heeft ook te maken met de wijze waarop de leerkrachten, inclusief de directie, met elkaar omgaan en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen voor het welbevinden van de kinderen, het schoolgebouw en de schoolomgeving. 1.2 De identiteit in de praktijk Vanuit onze christelijke levensovertuiging zien wij het omzien naar ‘de ander’ als een vereiste tot werkelijk mens-zijn. Het christelijke karakter van onze school moet tastbaar zijn. In de positieve sfeer die op school heerst, die ze uitstraalt en in de omgang met en de zorg voor elkaar. Onze eigen levensovertuiging speelt daarbij een grote rol. Het hebben van zorg en respect voor elkaar heeft ook te maken met de leefwereld om ons heen. Wij willen de kinderen het besef bijbrengen dat de wereld om ons heen in bruikleen is gegeven. De kinderen willen we een houding bijbrengen die hen leert dat het in de wereld niet alleen gaat om competitiedrang en materialisme, maar ook om andere zaken in het leven. Omdat het grootste deel van de opvoeding thuis plaatsvindt, is een goede samenwerking tussen school en thuis dan ook van groot belang. In praktische zin is onze identiteit zichtbaar in een aantal vormen en gebruiken. Zo beginnen we iedere dag met een gebed, lied, gedicht en kringgesprek en sluiten we de dag ook gezamenlijk met de kinderen. Drie keer per week volgt er na de dagopening een Bijbelvertelling. In de hele school staan de verhalen in het teken van hetzelfde thema. Af en toe wijken we hiervan af wanneer we de vertelling niet geschikt vinden voor bepaalde groepen. We maken gebruik van de methode Startpunt. Daarnaast vieren we samen met de kinderen op school het kerst-, paas- en pinksterfeest. Wanneer we dit feest ’s avonds vieren, is dit een verplichte schoolactiviteit voor de kinderen. Indien noodzakelijk zullen lesuren gecompenseerd worden. Uiteraard vinden we dat in ons dagelijkse doen, denken en handelen ook onze identiteit zichtbaar moet zijn. Een exponent daarvan is onder andere de zending. Iedere maandagmorgen mogen de kinderen zendingsgeld mee naar school nemen. Dit geld wordt in elke groep in een spaarpot verzameld. De opbrengst komt ten goede aan diverse projecten. Als team willen we werken vanuit ons geloof in God. Hierin ligt onze inspiratie en motivatie. We willen dit geloof en de betekenis ervan in het leven doorgeven. Dit betekent echter niet dat kinderen van ouders die niet geloven of geen lid van een (kerkelijke) gemeente zijn, niet welkom zijn. Wel vragen wij respect voor onze grondslag en een actieve houding van de kinderen en de ouders. Concreet betekent dit dat ook die kinderen hun geestelijke liederen dienen te leren en meedoen aan de christelijke vieringen. Met het ondertekenen van het inschrijfformulier bij aanmelding van uw kind, onderschrijft u dan ook de grondslag van onze school. 1.3 De schoolvereniging Schoolvereniging IRIS is ontstaan op 1 augustus 1998 uit een bestuurlijke fusie van drie protestantschristelijke schoolverenigingen. Twee verenigingen uit Kampen gingen toen samen met de vereniging van Kampereiland. In januari 2001 kwamen daar verenigingen bij uit IJsselmuiden, Wilsum en Kamperveen en in januari 2004 volgde ’s-Heerenbroek. Zeven schoolverenigingen werken nu samen om aan het protestants-christelijk onderwijs gestalte te geven onder de naam IRIS, vereniging voor Christelijk Onderwijs te Kampen
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
Pagina |4
“IRIS” is het klassieke woord voor “regenboog”. De regenboog geeft de veelkleurigheid van het Christelijk onderwijs weer. De boog bindt ons samen. Bovendien is het een teken van het verbond dat God met zijn schepping sloot. Logo Sinds april 2012 heeft IRIS een nieuwe huisstijl met nieuw logo. Behalve de veelkleurigheid van de regenboog, speelt het oog een belangrijke rol. Ons motto is "IRIS heeft oog voor pupillen". Het kind staat centraal in ons denken, ons onderwijs en onze doelen. Daar focussen we op. Grondslag: “De vereniging heeft de Bijbel als Gods woord tot grondslag, mede uitgesproken in het belijden der kerk. Daarin is Jezus Christus de weg tot heil. Hij geeft ons het grote gebod: God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Dit alles is voor ons inspiratie en richtlijn voor opvoeding en onderwijs.” Onze vereniging heeft een pluriform karakter, wat zijn weerslag vindt in de samenstelling van de Raad van Toezicht (RvT) en het personeel aan de scholen. Leden van de RvT, leerkrachten en leerlingen zijn afkomstig uit diverse protestants-christelijke kerken en geloofsgemeenschappen. Op de scholen beschouwen wij het als een uitdaging om te werken aan de christelijke identiteit. Ten aanzien van vragen over Bijbel, geloof en kerk, ontmoeten bestuur, personeel en ouders elkaar in een open gesprek. De persoonlijke opvattingen spelen hierbij een rol. Vanuit onze christelijke identiteit willen wij het totale onderwijs binnen onze scholen gestalte geven. De identiteit beschouwen we als kleur, atmosfeer, “zuurdesem” voor de onderwijsleersituaties. In onze christelijke scholen willen we zichtbaar, tastbaar en aanwijsbaar maken, dat we bezield zijn door de blijde boodschap. Dit betekent dat we de waarden en normen, die ons vanuit de Bijbel worden aangereikt, vertalen in het leven van hier en nu. De basisscholen van onze vereniging stellen zich op als gastvrije scholen, waar ook kinderen uit nietkerkelijk gebonden gezinnen zich welkom weten, mits de ouders het uitgangspunt van de vereniging respecteren. Aanmeldingsgesprekken vinden in dit verband plaats om wederzijds de nodige duidelijkheid te verschaffen. Meer informatie over onze vereniging, zoals de samenstelling van de RvT kunt u vinden op onze website: www.iriskampen.nl. Daar vindt u ook de benodigde informatie over het lidmaatschap van schoolvereniging IRIS. Een inschrijfformulier is van onze website te downloaden of verkrijgbaar bij de directie van de school. 1.4 Het college van bestuur Het CvB van IRIS wordt gevormd door: Friso Kingma, voorzitter Gerard Wolters, lid Samen met Ariënne van Dijk (personeel en secretariaat) vertegenwoordigen zij het bestuur en de vereniging op het bestuurskantoor van IRIS, Bouwkamp 2 (eerste verdieping) te Kampen. Met vragen of opmerkingen gericht aan het college van bestuur kunt u terecht op het bestuurskantoor van IRIS, waar het CvB en het secretariaat u graag te woord staan. U kunt ons bereiken via: IRIS, vereniging voor Christelijk Onderwijs Postbus 1014 8260 BA Kampen Telefoon: 038 – 3333 898. E-mail:
[email protected]
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
Pagina |5
1.5 De basisscholen van IRIS Onder het bestuur van de vereniging IRIS vallen 14 basisscholen. De namen en adressen van die scholen kunt u vinden op de website van de vereniging: www.iriskampen.nl 1.6 De directie De directie van de school bestaat uit directeur Bertine Bouw. Bij afwezigheid van Bertine fungeren Dineke Wielink en Ingrid Klompenmaker als aanspreekpunt. Voor de dagelijkse gang van zaken kunt u bij Bertine terecht tussen 08.15 uur en 16.30 uur. Voor dringende zaken verzoeken wij u een afspraak te maken. Bij het maken van een afspraak wordt u gevraagd naar het onderwerp van het gesprek, zodat dit indien nodig kan worden voorbereid. 1.8 De situering van de school De Zaaier is gelegen aan de Hogeweg 47 te Kamperveen. Op 1 oktober 2015 bezoeken 28 kinderen de Zaaier. Deze leerlingen zijn verdeeld over 3 groepen. Aan de school zijn 5 leerkrachten, 1 intern begeleider en 1 directeur verbonden. Er wordt hard gewerkt aan de verdere opbouw van de school. Ons gebouw bestaat uit 3 lokalen en een gemeenschapsruimte. Daarnaast beschikken we over een ruim plein. Gezien het feit dat het voedingsgebied van onze school vrij groot is, zijn er regelmatig ouders die hun kind(-eren) met de auto naar school brengen. We willen u dan ook vragen uw auto veilig te parkeren. Kinderen die op de fiets naar school komen, plaatsen hun fiets in het fietsenrek op het plein. 1.9 Specialisaties van leerkrachten De Zaaier heeft een aantal gespecialiseerde leerkrachten: Intern begeleider: Taal- / leescoördinator: ICT coördinator: Reken coördinator Cultuur coördinator: Hoogbegaafdheid: Bedrijfshulpverleners:
Greetje Westerhof Greetje Westerhof Clarieke Veldhuizen Clarieke Veldhuizen Hester van Dijk Hester van Dijk Greetje Westerhof Clarieke Veldhuizen Ingrid Klompenmaker Dineke Wielink
1.10 De samenstelling van ons team We werken in het cursusjaar 2015 - 2016 met de volgende groepsindeling: Maandagmorgen Maandagmiddag Dinsdagmorgen Dinsdagmiddag Woensdagmorgen Donderdagmorgen Donderdagmiddag Vrijdagmorgen Vrijdagmiddag
Groep 1 en 2 Ida Groep 1 en 2 Vrij Groep 1 en 2 Ida Groep 1,2 en 3 Ida Groep 1 en 2 Ida Groep 1 en 2 Ingrid Groep 1, 2 en 3 Ingrid Groep 1 en 2 Ingrid
Groep 3, 4 en 5 Dineke Groep 3,4 en 5 Dineke Groep 3, 4 en 5 Dineke Groep 4 en 5 Dineke Groep 3, 4 en 5 Ingrid Groep 3, 4 en 5 Hester Groep 3 en 4 Hester Groep 3, 4 en 5 Hester Groep 5 en 6 Hester
Groep 6,7 en 8 Clarieke Groep 6,7 en 8 Ida Groep 6,7 en 8 Clarieke Groep 6,7 en 8 Clarieke Groep 6,7 en 8 Clarieke Groep 6,7 en 8 Clarieke Groep 6,7 en 8 Clarieke Groep 6,7 en 8 Clarieke Groep 7 en 8 Clarieke
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
Pagina |6
2 Wie zijn wij en wat willen wij 2.1 De uitgangspunten van onze school Op de Zaaier willen we, daar waar mogelijk, niet alleen differentiëren naar ‘aanleg’, ‘tempo’ en ‘niveau’ maar zo mogelijk ook naar ‘competentie’ en ‘onafhankelijkheid’. Op deze manier hopen we het ‘leren’ van ieder kind te optimaliseren. De Zaaier’ is een school waar:
gewerkt wordt vanuit een Christelijke identiteit die niet alleen in theoretische zin zichtbaar is, maar ook tot uiting komt in de omgang met kinderen, ouders en collega’s; het kind als uniek persoon centraal staat; veiligheid, regelmaat en geborgenheid voor kinderen aanwezig is; kinderen begeleid worden naar een grote mate van zelfstandigheid en sociale redzaamheid; de leerkrachten een hoog verwachtingsniveau van de kinderen hebben; aan ‘zorgleerlingen’ onderwijs en zorg op maat wordt geboden; de recente onderwijsontwikkelingen gevolgd worden en zo goed mogelijk worden ingepast in het onderwijssysteem.
Op een school staat het onderwijzen centraal, maar dat neemt niet weg dat het opvoedkundig karakter van een school van grote invloed is op de ontwikkeling van uw kind. Daarom vinden wij het belangrijk dat we regelmatig contact met u hebben, vooral als blijkt dat school- en huisverwachtingen van elkaar afwijken. Wij streven dan ook naar een goede relatie met de ouders, met de kinderen en met elkaar, omdat er dan een sfeer van warmte en vertrouwen ontstaat waarbinnen uw kind zich veilig kan voelen en zich verder kan ontwikkelen. Tevens willen we een school zijn waar ‘sfeer’ en ‘samen school zijn’ zich met name manifesteren bij gezamenlijke activiteiten zoals bv. excursies, projecten, sinterklaas, kerst, pasen enz. Een school met een lage drempel voor ouders. Kortom, de hulp van ouders bij schoolse- en buitenschoolse activiteiten wordt door ons enorm gewaardeerd en is dan ook van harte welkom. 2.2 Onderwijs op maat Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op school proberen we ze uit te dagen en te stimuleren om nieuwe dingen te ontdekken. Als de ontwikkeling wat minder vanzelfsprekend verloopt, bieden we hulp. Onze school werkt met combinatieklassen. De groepen zijn klein. Daardoor krijgt elk kind veel individuele aandacht. Kinderen leren ook veel van elkaar. In combinatiegroepen, waar kinderen werken op verschillende niveaus kunnen we daar goed gebruik van maken. De school is klassikaal georganiseerd. De kinderen van eenzelfde leeftijd zitten in dezelfde groep. Klassikaal betekent dat de kinderen van dezelfde groep steeds op hetzelfde moment dezelfde leerstof aangeboden krijgen. We werken met dag- en weektaken en een keuzebord voor de kleuters. De kinderen zien op de taak / het bord wat er van hen verwacht wordt en kiezen zelf wanneer zij welk werk gaan maken. In elke groep zijn er vaste instructiemomenten waarop de nieuwe leerstof aan de leerlingen wordt uitgelegd. Door deze werkwijze zijn de kinderen meer eigenaar van hun eigen leerproces en heeft de groepsleerkracht extra tijd om individuele leerlingen te helpen. Door de inhoud van de taak / het bord aan te passen, kan de leerkracht het programma voor de individuele leerling op maat aanpassen. Binnen onze schoolorganisatie hebben we een groepsgewijze aanpak, waarbij de kinderen in eerste instantie zoveel mogelijk binnen de groep gehouden worden. We geven onze onderwijs instructies aan de jaargroepen tegelijkertijd, daarna gaan we differentiëren. De vakken taal, lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn de basisvaardigheden. Ze vormen de basis voor elke andere ontwikkeling. Als school leggen we de nadruk op deze vakken.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
Pagina |7
2.3 Schoolregels Voor een goede orde en een goede sfeer hanteren we op school regels. Ook maken we afspraken met de kinderen en spreken we onze verwachtingen uit. Binnen het team worden deze regels en verwachtingen besproken en vastgesteld. Als blijkt dat bepaalde regels worden overtreden, zullen we de ‘touwtjes’ wat ‘strakker’ aantrekken. We streven er naar dat de regels in alle klassen hetzelfde zijn, uiteraard aangepast aan de leeftijd van het kind.
3 De organisatie van ons onderwijs 3.1 De organisatie van de school Om de kwaliteit van ons onderwijs (dus de vraag: wat leren kinderen?) te bevorderen, werken de leerkrachten in alle groepen aan de hand van vastgelegde doelstellingen. Deze dienen te zijn behaald om een ononderbroken ontwikkeling te kunnen garanderen. De werkwijze in de groepen 1 en 2 verschilt van de werkwijze in de hogere groepen. Er wordt aan de hand van thema’s gewerkt, waarin de doelstellingen een plaats krijgen. Voor ieder ontwikkelingsgebied zijn de ontwikkelingslijnen beschreven en vastgelegd, evenals de tussendoelen voor de diverse ontwikkelingsgebieden. Deze ontwikkelingslijnen worden zo het uitgangspunt in de groepen 1 en 2. Vanaf groep 3 werken we met onderwijsprogramma’s (methoden), waarin de doelstellingen en de ordening van de leerstof is opgenomen. 3.2 Groep 1 en 2 Een vierjarige kleuter die voor het eerst naar school gaat doet in het begin zoveel indrukken op, dat hij / zij op de vraag: "Wat heb je vandaag gedaan op school?", vaak niet verder komt dan ‘spelen in de bouwhoek’ of ‘een werkje maken’. Dat er nog meer gebeurt, dat begrijpt u natuurlijk wel. Graag willen we een aantal zaken toelichten die speciaal van toepassing zijn op ons onderwijs in de kleutergroep. Dagprogramma Wanneer de kinderen binnenkomen, kunnen ze hun stoel zoeken in de kring. De leerkracht is dan aanwezig om de kinderen te begroeten en ook kunt u, als ouder, eventueel een korte mededeling doen. Wanneer u echt iets met de leerkracht wilt bespreken, maakt u dan even een afspraak na schooltijd. Voor zeer dringende boodschappen hebben we natuurlijk altijd even tijd. Aan de hand van ‘dagritmekaarten’ kunnen de kinderen zelf zien wat er die ochtend of middag gaat gebeuren, zodat ze precies weten hoever de ochtend of middag is gevorderd. Met behulp van de weekkalender wordt er in de kring besproken welke dag het is. Tevens wordt aandacht besteed aan welke maand het is en worden kinderen ook spelenderwijs bekend gemaakt met het begrip ‘datum’. In de kring beginnen we de dag met elkaar d.m.v. een dagopening. Na een kringactiviteit volgt een ‘doe - activiteit’. U moet hierbij denken aan gymmen, buitenspelen of een ‘speel-/werkles’. Tijdens de ‘speel-/werkles’ zijn kinderen bezig met plakken en knippen e.d., spelen met ontwikkelingsmaterialen (bv. puzzels) of spelen in de diverse ontwikkelingshoeken zoals de ‘bouwhoek’, de ‘huishoek’ of de ‘lees-/schrijfhoek’. Na een ‘doe - activiteit’ volgt er weer een kringactiviteit die bv. betrekking heeft op de taalontwikkeling. Zo wisselen kring- en doe - activiteiten elkaar regelmatig af. Alle kinderen hebben hun eigen stoel met daarop hun naam. De naam is het herkenningspunt voor elk kind. Als er gespeeld gaat worden maken we aan de hand van het ‘kiesbord’ zichtbaar waaruit er gekozen kan worden. Thema’s / projecten In de kleutergroepen wordt er gewerkt met thema’s. Zo’n thema duurt meestal 3 tot 4 weken. Alle activiteiten staan in het teken van dit thema. Gedurende deze periode mogen de kinderen ook spullen mee naar school nemen, die met het thema te maken hebben. In de groep kan dan een mini tentoonstelling ingericht worden, zodat de meegebrachte spullen ook bij een bepaalde activiteit betrokken kunnen worden. Voorziet u ‘kostbare spullen’ wel van naam.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
Pagina |8
Gymnastiek Onze kleuters krijgen meerdere malen per week bewegingsonderwijs. Ook spelen ze regelmatig buiten. In het speellokaal is het belangrijk dat de kinderen in verband met hygiëne en veiligheid gymschoenen dragen. Onze voorkeur gaat daarbij uit naar schoenen met klittenband. Dit scheelt tijd en komt de zelfstandigheid van de kinderen ten goede. Toiletbezoek De kinderen mogen in principe op ieder moment van de dag naar het toilet. Er zijn echter uitzonderingen zoals bijvoorbeeld tijdens het Bijbelverhaal of een instructie. Desondanks kan het gebeuren dat uw kind een ‘ongelukje’ heeft. Op school zorgen wij dan voor verschoning. Bij het aantreffen van een ‘grote boodschap’ kan het zijn dat wij u bellen. Dit is vaak voor de kinderen een vervelende situatie waarbij de vertrouwdheid van de ouder welkom is. Het is mede daarom handig op school een extra telefoonnummer achter te laten (formulier bereikbaarheid) bij de leerkracht, voor noodgevallen, wanneer u thuis niet bereikbaar bent. We gaan er overigens van uit dat de kinderen, wanneer ze op school komen, zindelijk zijn en zelfstandig naar het toilet kunnen. Dat betekent ook dat zij zelfstandig hun billen kunnen afvegen. 3.4 Groep 3 t/m 8 Vanaf groep 3 worden aan de hand van diverse methodes de basisvaardigheden (rekenen, taal, lezen en schrijven) aangeleerd. In de groepen 1 en 2 zijn hiervoor de voorwaarden al aangeboden (in de lees-/schrijfhoek, als keuzeactiviteit en via verschillende ontwikkelingsmaterialen). De methodes zijn zo gekozen dat er ook rekening gehouden kan worden met de verschillen die er zijn tussen kinderen. Om elk kind de aandacht te kunnen geven die het nodig heeft, werken we met dagen weektaken. Tijdens het zelfstandig werken heeft de leerkracht de gelegenheid om kinderen extra aandacht te geven. Rekenen en wiskunde We gebruiken de methode ‘Wizwijs’, een functionele methode. Leren rekenen met Wizwijs is leren rekenen vanuit het kind. Wizwijs combineert praktisch en creatief rekenen met wiskundige kennis en vaardigheden. Er wordt veel geoefend, geautomatiseerd en er is extra aandacht voor taalzwakke kinderen, zorgkinderen en de betere rekenaars. Zo werkt Wizwijs doelbewust aan de functionele én de schoolse gecijferdheid. Regelmatig wordt getoetst hoe het kind zich ontwikkelt, op basis waarvan leerlingen herhalings- of verrijkingsstof krijgen. Taal De kinderen krijgen op school zowel mondelinge als schriftelijke taalactiviteiten aangeboden. We gebruiken hiervoor de methode Taal op Maat. Een methode die aansluit bij de belevingswereld van het kind en voldoet aan de eisen die men mag stellen aan een taalmethode. Naast de taallessen, wordt er aandacht besteed aan: spelling, grammatica, zinsbouw, taalvaardigheid, spreek- / lees- en luisterbeurten, boekbesprekingen, stelopdrachten, woordenschat en dergelijke. Ook voor spelling en taal is remediërende- en verdiepende stof aanwezig die op de methode aansluit. Vanaf groep 7 wordt er naast de Nederlandse taal ook aandacht besteed aan de Engelse taal. De methode Stepping Up is bedoeld voor leerlingen in groep 7 en 8 en heeft als doel hen grondig voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. Stepping Up laat leerlingen op speelse wijze alvast vertrouwd raken met de manier van lesgeven en leren op de middelbare school. De methode besteedt ruimschoots aandacht aan de vier ERK vaardigheden: spreken, schrijven, lezen en luisteren. Na het doorwerken van de methode is in onze ogen een goede ‘opstap’ naar het voortgezet onderwijs gewaarborgd. Leerlingen krijgen plezier in Engels en kunnen met zelfvertrouwen de taal gebruiken! Lezen Lezen hangt voor een deel samen met Nederlandse taal. In groep 1 en 2 werken we aan de ontluikende geletterdheid, het kennismaken met letters, met boeken, met het idee dat een boek voorgelezen kan worden, etc. De methode “Schatkist” wordt hier voor gebruikt. In groep 3 gebruiken we als methode voor het aanvankelijk leren lezen de nieuwste versie van “Veilig Leren Lezen”. Evenals bij taal en rekenen worden de kinderen regelmatig, m.b.v. toetsen, gevolgd. Kinderen die moeite hebben het lezen op te pakken worden geholpen met remediërend materiaal dat deels in de methode is opgenomen.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
Pagina |9
Voor het technisch lezen in de groepen 4 t/m 8 maken we gebruik van de methode Lekker lezen. Daarnaast wordt er vanaf groep 4 ook aandacht besteed aan het begrijpend lezen. Hiervoor gebruiken we de methode 'Nieuwsbegrip’. Naast technisch- en begrijpend lezen zijn er in de groep ook activiteiten die gericht zijn op de leesbeleving van kinderen. Te denken valt hierbij aan de knipselkring, de boekbespreking en het schrijven van boekrecensies in de midden- / bovenbouw. Deze zullen de komende jaren verder ontwikkeld worden en in het aanbod aan de diverse groepen een vaste plek krijgen. Schrijven Schrijven vraagt om een goede motoriek. In de onderbouw is hier, spelenderwijs, al veel aandacht aan besteed d.m.v. schilderen, spelen met lego, opdrachten met mozaïekstukjes, etc. Schrijven is het logisch vervolg op deze motorische ontwikkeling. Voor schrijven gebruiken we de methode ‘Pennenstreken’. In groep 3 schrijven de kinderen eerst met potlood. Eind groep 3 gaan zij over op de vulpen. De vulpen is een bewuste keuze. Het is namelijk een goed hulpmiddel bij de ontwikkeling van het handschrift. Elk schooljaar wordt ook de liniëring aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het schrijven van de kinderen. 3.5 Andere schoolvakken Godsdienstige vorming Iedere dag wordt begonnen met een gebed. In alle groepen leren we christelijke liederen en psalmen aan. Vanaf groep 4 leren de kinderen wekelijks een lied. Drie ochtenden per week is er een Bijbelverhaal. Dit gebeurt volgens het rooster bij de methode ‘Startpunt’. Aan het einde van groep 8, bij het verlaten van de school, krijgen de leerlingen een Bijbel van de school. Kinderen en hun ouders geven zelf aan, aan welke vertaling ze de voorkeur geven. Eén keer per jaar is er een themaweek, waarin kerk, gezin en school rondom één thema werken. De christelijke feestdagen worden op school gevierd. De grote identiteitsfeesten als Kerst, Pasen en Pinksteren worden om en om met en zonder ouders gevierd. Via het Zaaiertje, onze nieuwsbrief, wordt dit kenbaar gemaakt. De overige feesten krijgen aandacht in de groepen zelf. Wereld oriënterende vakken Voor de wereld oriënterende vakken makken wij in groep 3 t/m 8 gebruik van de methodes Naut, Meander en Brandaan. Naut is een lesmethode natuur. Naut verwondert en maakt van gewone dingen iets speciaals. Het laat kinderen de wereld om hen heen zien, ervaren en onderzoeken. Naut motiveert kinderen op een compleet eigentijdse manier en heeft een stappenstructuur met volop houvast voor de kinderen. Meander is een lesmethode aardrijkskunde. Meander is bijzonder vanwege het prachtige beeldmateriaal, de spannende verhalen, de begrijpelijke teksten en de consequente stapsgewijze opbouw. Maar Meander is vooral speciaal door de boeiende manier waarop het laat zien dat aardrijkskunde overal in ons dagelijks leven is. Meander leert kinderen écht om zich heen te kijken en daagt ze uit om de betekenis en samenhang van alledaagse dingen te zien. Geschiedenis ontstaat elke dag opnieuw. Ook jij maakt vandaag geschiedenis! Dat is wat de lesmethode Brandaan kinderen wil laten zien. Maar Brandaan maakt kinderen ook nieuwsgierig: hoe zou het zijn als je er vroeger bij was geweest? Brandaan is een lesmethode geschiedenis. Brandaan legt een duidelijk verband tussen verleden en heden, zodat geschiedenis voor kinderen betekenis krijgt.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 10
Burgerschapskunde Burgerschap is sinds een aantal jaren een nieuw verplicht vak op de basisschool. Kernpunt bij dit vakgebied is kinderen duidelijk maken hoe onze veranderende maatschappij er uitziet en welke rol wij daarin zelf vervullen. Bij burgerschapskunde staan de volgende kernbegrippen centraal: - democratie - actieve participatie aan de maatschappij - identiteit Burgerschapskunde wordt op onze school niet als apart vak gegeven. De aspecten die op dit vak betrekking hebben komen met name bij ons godsdienstonderwijs en de wereld oriënterende vakken aan de orde. Verkeer Voor het vak verkeer maken wij gebruik van het materiaal van Veilig Verkeer Nederland. Er wordt thematisch ingegaan op de diverse onderdelen van het verkeer en de wereld daar omheen. Groep 7 sluit de verkeerslessen af door deelname aan het verkeersexamen. Dit examen bestaat uit een praktisch en een theoretisch gedeelte. In groep 8 wordt er thematisch aandacht besteed aan verkeersgedrag. Bewegingsonderwijs Voor een kleuter is beweging een belangrijke ontwikkelingsmogelijkheid. Er wordt dan ook veel tijd aan spelen, kleutergym, buitenspelen en spelletjes besteed. Vanaf groep 3 gaan de kinderen op maandagmiddag met de bus naar de gymzaal. De ene keer krijgen ze daar een toestelles, de andere keer een spelles. Tijdens deze lessen observeren de leerkrachten niet alleen de vaardigheid van het kind, maar ook de inzet en de sportiviteit van het kind. Er wordt gegymd in een broekje, shirt (of gympakje) en gymschoenen. Kunstzinnige vorming Bij de diverse creatieve vakken als tekenen, handvaardigheid en dramatische expressie gaat het op onze school niet alleen om het technische aspect, maar ook om het durven uiten van je beleving. Kunstzinnige vorming kan bijdragen aan het leren uiten van je gevoelens. Tijdens de lessen observeren de leerkrachten niet alleen het gebruik van het materiaal of de toegepaste techniek, maar ook de inzet en het oplossend (creatief) vermogen. Tekenen / Handvaardigheid Voor tekenen en handvaardigheid maken we gebruik van de methode Moet je doen. Ook zijn er door het hele schooljaar heen 'creatieve middagen'. Op deze middagen proberen we speciale technieken of materialen te gebruiken die in kleine groepjes kunnen worden uitgevoerd. Voor deze middagen doen we dit schooljaar graag een beroep op de hulp van ouders. Muziek Zelf zingen, muziek maken, bewegen op muziek of naar muziek luisteren is belangrijk. Via de methode Moet je doen geven wij daaraan invulling. In de groep proberen we kinderen duidelijk te maken dat muziek een manier is om jezelf te uiten en te ontwikkelen. Ieder op zijn / haar eigen wijze en niveau. Sociaal vaardigheden Op de Zaaier werken we met de lessen uit de methode Kinderen en hun sociale talenten. Door het werken met deze methode willen we de sociale competentie bij de kinderen bevorderen. In elke groep geven we per week twee lessen van een half uur uit de methode. De methode is bedoeld voor alle jaargroepen. Ze bestaat uit 3 lesmappen ter voorbereiding op de lessen. Eentje voor de onderbouw (groep 1,2 en 3), één voor middenbouw (groep 4,5 en 6) en één voor de bovenbouw. Onderwerpen zijn: helpen, troosten, complimenten geven, positief reageren, rekening houden met, sorry zeggen, een ander erbij betrekken en wat is aardig doen. Gebruik van computers Op de Zaaier worden in alle groepen computers gebruikt. Voor alle vakken, vallend binnen de basisvaardigheden, is voor de desbetreffende groepen software in gebruik. Naast het gebruik van de computer bij activiteiten die betrekking hebben op de basisstof, gebruiken de kinderen de computer ook tijdens het ‘zelfstandig werken’. De computer heeft een onderwijsondersteunende functie in de groepen.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 11
3.6 Urenverdeling per vak- en vormingsgebied In de onderstaande urentabel ziet u hoeveel uur per week er in iedere groep wordt besteed aan het betreffende vak- en / of vormingsgebied. Vak - / vormingsgebied Zintuiglijke- en lichamelijke oefening Zintuiglijke oefening Lichamelijke oefening Nederlandse taal Taal / spelling Taalontwikkeling Taal / lezen Taal / schrijven Bevordering taalgebruik Rekenen & Wiskunde Engelse taal Kennisgebieden Aardrijkskunde Geschiedenis Natuur Wereldoriëntatie Sociale redzaamheid / verkeer Expressievakken Tekenen Muziek Handvaardigheid Godsdienst Pauze Totaal:
uren groep 1/2
6.45 5.00
7.00
0.30
0.30 2.00 1.15 23.00
uren groep 3
uren groep 4
uren groep 5
uren groep 6
uren groep 7
uren groep 8
2.00
2.00
2.00
2.00
2.00
2.00
2,45 2.45 2.45 2.15
2.45 2.45 2.45 2.15
3.00 3.00 3.00 0.45 1.15
3.00 3.00 3.00 0.45 1.15
3.00 3.00 3.00 0.45 1.15
3.00 3.00 3.00 0.45 1.15
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
5.00
0.30
0.30
1.00 1.00 0.30
1.00 1.00 0.30
0.45 0.45 0.30
0.45 0.45 0.30
0.15 0.30
0.15 0.30
0.30
0.30
0.30
0.30
0.30 0.30 0.30 2.00 1.15 23.00
0.30 0.30 0.30 2.00 1.15 23.00
0.30 0.30 0.30 2.00 1.15 25.45
0.30 0.30 0.30 2.00 1.15 25.45
0.30 0.30 0.30 2.00 1.15 25.45
0.30 0.30 0.30 2.00 1.15 25.45
3.7 Buitenschoolse activiteiten voor de kinderen Samen met de scholen in Zuideinde en Noordeinde organiseren we elk jaar de sportdag Kamperveen. Deze valt meestal in juni. Voor de kleutergroepen houden we de sportdag alleen gedurende de ochtendschooltijd. ’s Middags hebben ze vrij. Ze worden vervoerd per auto. De overige groepen gaan op de fiets. Het programma bestaat uit spelletjes in groepsverband. Voor de midden- en bovenbouw gevolgd door grensslagbal en ’s middags een slagbaltoernooi. De sportdag IJsselmuiden is alleen voor de groepen 7 en 8. ’s Morgens wordt een zevenkamp afgewerkt voor het verkrijgen van een schoolsport diploma. Daarna is er een scholenestafette. ’s Middags maken we een keuze uit het slagbal- of het lijnbaltoernooi. Het jaarlijkse schoolreisje valt in het najaar. Voor school is dat een rustige tijd. Het weer is vaak nog mooi en de parken hebben niet veel bezoekers. Er is veel ruimte. Soms gaan we met z’n allen naar het zelfde reisdoel, maar het gebeurd ook wel dat de jongste groepen apart op stap gaan. Ieder jaar bekijken we wat het beste uit komt. De schoolreis heeft geen nadrukkelijk educatief karakter. We zijn vooral gezellig een dagje uit met elkaar. De jongste kinderen verdelen we in groepjes, die begeleid worden door ouders of leerkrachten. De oudere kinderen redden zich zelf. Voor hen is toezicht voldoende. Het schoolkamp houden we tweejaarlijks voor de groepen 7 en 8. Dit jaar gaan we van 6 t/m 10 juni naar Nationaal Kamp Hattem.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 12
Zowel het schoolreisje als het schoolkamp worden door de ouders bekostigd. Daarnaast worden er diverse uitstapjes / excursies georganiseerd in het kader van een bepaald vak of project. Deze wisselen per schooljaar en per groep. 3.8 Voorzieningen in het schoolgebouw Onze school heeft 3 leslokalen en een speellokaal. In de open ruimte van de school vinden diverse groepsactiviteiten plaats. Deze ruimte wordt ook gebruikt als extra studieplek, waar kinderen in alle rust een bepaalde opdracht kunnen uitwerken.
4 De zorg op de Zaaier 4.1 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen Op onze school wordt de ontwikkeling van ieder kind, via observaties en toetsen, vanaf groep 1 gevolgd. Binnen onze school hanteren we een aantal methodes aan de hand waarvan we nagaan of een kind de aangeboden lesstof ook inderdaad beheerst. Vaak heeft dit betrekking op een korte periode (3 tot 8 weken) waardoor er bij uitval direct gereageerd kan worden. Daarnaast hanteren we voor de ‘basisvaardigheden’ een zogenaamd 'Leerling Volg Systeem' (L.O.V.S.). Dit systeem heeft tot doel het op methode onafhankelijke wijze toetsen van de leerresultaten over een langere periode (5 tot 6 maanden). Hierdoor: kunnen we zien hoe een kind zich in de afgelopen periode heeft ontwikkeld; proberen we de gesignaleerde problemen aan te pakken door middel van extra hulp; is een objectieve inschatting mogelijk van de leerprestaties van ieder kind, aangezien de toetsen landelijk genormeerd zijn; krijgen we inzicht in de ontwikkeling van de (sociale) competenties van kinderen. Concreet komt dat op het volgende neer: dagelijks wordt het werk van de kinderen door de leerkracht geobserveerd, gecorrigeerd en geregistreerd. N.a.v. de werkresultaten kan de leerkracht gerichte leerlingbegeleiding geven; de resultaten van de methode gebonden toetsen worden in de digitale registratie map van de leerkracht genoteerd; de resultaten van de verschillende vak toetsen worden naast elkaar gelegd om een goed beeld van de leerling te krijgen; gedurende de kleuterperiode worden de kleuters regelmatig gescreend op hun ontwikkeling en vorderingen. Daarnaast worden medio groep 2 de voorwaarden ‘getoetst’ voor de doorgang naar groep 3; 3 keer per jaar is er voor de groepen 3 t/m 8 een toets periode. Via methode onafhankelijke toetsen (CITO) en interne signaleringslijsten wordt de individuele ontwikkeling t.a.v. de basisvaardigheden getoetst; in groep 8 wordt het Drempelonderzoek afgenomen. Dit als een bevestiging van en een aanvulling op de al bestaande L.O.V.S.- toetsen. Daarnaast wordt de toets gebruikt om ons eigen onderwijs te analyseren. Het uiteindelijke voortgezet onderwijs advies is dus niet alleen afhankelijk van het behaalde resultaat op deze eindtoets. Op deze wijze hopen we ieder kind de zorg te bieden die het nodig heeft. 4.2 Rapportage U, als ouder(s), bent in de eerste plaats verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind(-eren). Voor een langere periode geeft u een deel van die verantwoordelijkheid aan onze school en haar leerkrachten. Ook heeft u er recht op te weten, hoe onze school omgaat met uw kind(-eren). Voor dit alles is een goed contact nodig tussen school en thuis. Om dit contact tot stand te brengen, te houden en uit te breiden, gaan we er vanuit dat het hier een wederzijdse verantwoordelijkheid betreft. Wanneer de leerkracht iets aan uw kind merkt dat niet in het ‘beeld’ van uw kind past, zal hij / zij u daarover informeren. Wij gaan er vanuit dat dit ook omgekeerd geldt. Wanneer u een langere tijd iets merkt aan uw kind dat anders is dan u gewend bent, horen wij dat graag van u. Dan kunnen we hier rekening mee houden. Wanneer u andere vragen heeft over het reilen en zeilen binnen de school, dan zijn wij ten alle tijde bereid om hierover met u in gesprek te gaan.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 13
Daarnaast wordt u als ouder 3 keer per jaar op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen en vorderingen van uw kind(-eren). Dit doen we middels ’10 - minutengesprekken’. Deze gesprekken zijn gekoppeld aan het rapport van uw kind. Drie keer per jaar krijgen de leerlingen een rapport mee. Data van spreekavonden en de uitreiking van de rapporten vindt u in de jaarplanning, die als bijlage in deze schoolgids is opgenomen. 4.3 Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Ondanks de extra zorg die wij als school kunnen en willen geven, zijn er altijd kinderen die specifieke zorg nodig hebben. Wanneer kinderen bepaalde leer- en / of gedragsproblemen hebben, willen we samen met de ouders zoeken naar de juiste opvang voor het kind. Wanneer een leerling regelmatig onvoldoende scoort tijdens toets momenten, dan wordt hij / zij in eerste instantie besproken met de intern begeleider. In dit gesprek wordt er bekeken hoe de zorg leerling binnen de groep extra begeleid kan worden. Daarnaast worden de toets resultaten besproken in een signaleringsvergadering. Wanneer er voor het een kind een hulpplan wordt opgesteld, worden de ouders hierover in kennis gesteld. Dit gebeurt zowel schriftelijk, als door middel van een gesprek. Na iedere toets week vindt er een signaleringsbespreking plaats. In deze bespreking staat de zorg in iedere individuele groep centraal. Na de signaleringsbespreking worden er nieuwe hulpplannen opgesteld. Dit gebeurt in overleg met de intern begeleider. Wanneer we als school zelf niet meer de specifieke zorg kunnen bieden, kan voor nader onderzoek de hulp ingeroepen worden van:
de schoolbegeleider; de school voor Speciaal Basisonderwijs (S.B.O.); de GGD (schoolarts); de externe praktijk voor kinderfysiotherapie in Kampen de logopedistes van de verschillende praktijken uit Kampen en IJsselmuiden het 12min netwerk (onderdeel van Bureau Jeugdzorg); een andere externe hulpverleningsinstelling.
De ouders worden van afspraken omtrent de externe hulpvraag / - onderzoek op de hoogte gebracht door de leerkracht of de intern begeleider. Voor een onderzoek is toestemming van de ouders nodig. Wanneer dit aan de orde is, zal de intern begeleider / de leerkracht u daar om vragen. U verleent daartoe schriftelijk toestemming via een toestemmingsformulier. Groepsplan In een groepsplan wordt het probleem van elke leerling beschreven en de extra hulp die geboden wordt. Soms nemen we, voor het maken van een groepsplan, nog een extra toets af. Hieruit kan komen, dat er op een bepaald gebied misschien nog wat extra leerstof aangeboden moet worden, om het probleem goed op te kunnen lossen. Het kan ook zijn dat de intern begeleider nog een onderzoek doet om goed te kunnen bepalen waar het probleem zit. De uitkomst van dit onderzoek kan bepalend zijn op welke wijze het groepsplan wordt opgezet. Tijdens het zelfstandig werken wordt het groepsplan door de leerkracht in de klas uitgevoerd. In de volgende leerlingbespreking wordt het groepsplan geëvalueerd en wordt er gekeken naar de resultaten van de extra hulp. Zo nodig vindt er bijstelling van het groepsplan plaats.
Tweede leerweg Als het kind op een bepaald vakgebied uitvalt, kan in overleg met ouders besloten worden tot plaatsing in een tweede leerweg. Plaatsing in een tweede leerweg betekent in de praktijk, dat het kind aangepaste leerstof krijgt aangeboden.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 14
Doubleren Er bestaat ook de mogelijkheid, dat besloten wordt het kind het schooljaar over te laten doen. Ook hierbij volgt de school de afgesproken procedure. Als we overgaan tot deze stap, gebeurt dit hoofdzakelijk in de groepen 1 t/m 5. Zittenblijven heeft alleen zin, als het kind onvoldoende aansluiting heeft bij het niveau van de volgende groep of als het sociaal-emotioneel nog niet toe is aan de volgende groep en wij er van overtuigd zijn dat dit over een jaar wel het geval is. Indien het kind de klas overdoet, wil dat niet zeggen, dat het alles moet overdoen. We willen verder gaan op het niveau, waar het kind gebleven is. Als er wordt besloten om het kind het schooljaar over te laten doen, dan worden de ouders hierover op tijd geïnformeerd. Hoewel wij over het doubleren uitgebreid willen communiceren met de ouders, behoudt de school in de uiteindelijke beslissing het laatste woord. Passend Onderwijs U heeft vast wel eens gehoord van termen zoals Passend Onderwijs, intern begeleider, rugzakleerling en dergelijke meer. Ze hebben allemaal te maken met de gezamenlijke inspanning van basisscholen en speciale basisscholen om de juiste ondersteuning te bieden aan kinderen. De afgelopen jaren is er dankzij die samenwerking veel bereikt en zijn er voor heel veel kinderen nieuwe mogelijkheden gecreëerd. Extra aandacht en ondersteuning in de groep als het nodig is, maar ook juiste actie bij leerachterstanden in de vorm van extra hulpmiddelen of extra begeleiding. Tot 1 augustus 2014 werd deze extra ondersteuning betaald vanuit de leerlinggebonden financiering, beter bekend als het rugzakje. In dit systeem was het ‘alles of niets’. Voor leerlingen met een rugzakje kregen scholen een vast bedrag, zonder dat hierbij gekeken werd naar wat er daadwerkelijk nodig is. Voor leerlingen zonder rugzakje, voor wie toch ondersteuning nodig was, kregen scholen een basisbedrag voor lichte ondersteuning. Vanaf 1 augustus 2014 is dit systeem veranderd. Er wordt voor ieder kind dat ondersteuning nodig heeft een arrangement op maat gemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van wat het kind nodig heeft. De financiering voor de ondersteuning is binnen passend onderwijs flexibeler en breder inzetbaar. Om de regelgeving verder te vereenvoudigen en om meer onderwijspartners te betrekken, is besloten om per 1 augustus 2014 de voormalige WSNS verbanden op te heffen en te vervangen door grotere samenwerkingsverbanden voor Passend Onderwijs. Basisscholen en speciale basisscholen blijven samenwerken, maar voortaan worden óók de scholen voor speciaal onderwijs aan de samenwerking toegevoegd. Wat er vooral verandert, is dat ondersteuning in het onderwijs aan leerlingen flexibeler zal worden georganiseerd én beter zal worden afgestemd op de jeugdzorg. School en ouders kijken samen naar wat het kind nodig heeft en de juiste expertise wordt snel en effectief ingezet. Dat maakt het voor scholen nog beter mogelijk om ondersteuning te bieden voor alle kinderen die dit nodig hebben. Zorgplicht
Een andere verandering is dat scholen een zorgplicht hebben. Dat betekent dat schoolbesturen voor elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden: op de school waar u uw kind aanmeldt, eventueel met extra ondersteuning, of op een andere school in het regulier of speciaal onderwijs binnen het Samenwerkingsverband Kampen. Zorgplicht wil dus niet zeggen dat scholen verplicht alle leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte moeten opvangen. Als het schoolbestuur zelf niet kan voldoen aan de ondersteuningsbehoefte van een kind, dan zorgt het schoolbestuur voor een passende plek bij een van de samenwerkingspartners. Schoolondersteuningsprofiel (S.O.P.) Onze school heeft een school ondersteuningsprofiel opgesteld. Dit is een wettelijk voorschrift bij de invoering van passend onderwijs. Een school ondersteuningsprofiel biedt informatie over de kwaliteit van de basisondersteuning en over wat onze school verder aan ondersteuning biedt. Het legt vast waar onze school voor staat. De school ondersteuningsprofielen van alle scholen van ons samenwerkingsverband tezamen vormen de basis van het aantonen van een dekkend aanbod van ondersteuningsvoorzieningen in de regio. Op die manier is er voor alle kinderen een plek om onderwijs en ondersteuning te krijgen dat zij nodig hebben.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 15
Ons ondersteuningsprofiel bestaat uit de volgende onderdelen: een korte typering van onze school de kwaliteit van onze basisondersteuning. Dat is de ondersteuning waarop alle kinderen kunnen rekenen. de deskundigheid voor extra ondersteuning waarover onze school beschikt (binnen het eigen personeelsbestand en van buiten de school) de voorzieningen die wij als school hebben om leerlingen extra ondersteuning te bieden. De kwaliteit van onze basisondersteuning De basisondersteuning bestaat uit de volgende vier domeinen: onderwijs, begeleiding, beleid en organisatie. Onderwijs Wij bieden een veilige leeromgeving voor onze kinderen. Wij werken handelingsgericht. Dat wil zeggen dat wij rekening houden met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Als het nodig is bieden wij extra ondersteuning. Wij zijn in staat om rekening te houden met verschillen tussen kinderen, zowel op het gebied van aanbod, tijd en instructie. Wij analyseren de resultaten van onze leerlingen regelmatig en bespreken deze teambreed. Het gaat daarbij niet alleen om de leerresultaten, maar ook over het welbevinden van de leerling. Op basis van de analyses worden groepsplannen aangepast. Wij gebruiken een samenhangend leerlingvolgsysteem. In de komende periode wordt er op de Zaaier geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van onze basisondersteuning. Beleid Wij zijn positief over het domein ‘beleid’. Onze procedures zijn vastgelegd en wij beschikken over een heldere visie op leerlingenzorg. Jaarlijks evalueren wij onze ondersteuning aan de kinderen en stellen indien nodig verbeterpunten op. Organisatie Wij organiseren op regelmatige basis een Multidisciplinair Overleg, waarin de orthopedagoog, de intern begeleider en op afroep een jeugdverpleegkundige en schoolmaatschappelijk werker participeren. Het MDO is een belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur. Onze intern begeleider is verantwoordelijk voor de organisatie van de bijeenkomsten en is tevens voorzitter van het MDO. Begeleiding Het domein ‘begeleiding’ vraagt de komende tijd de nodige aandacht. Op onze school wordt voor een enkele leerling een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Het verbeteren van het ontwikkelingsperspectief is voor volgend jaar een aandachtspunt. De overdracht binnen onze school tussen de leerjaren is goed op orde, net als de overdracht naar de volgende school. Hierover zijn duidelijke procedures vastgelegd. De overdracht van de voorschool naar onze school is goed georganiseerd middels een overdrachtsformulier. Wel is dit in het kader van Passend Onderwijs een aandachtspunt. Wij vinden goede contacten met ouders erg belangrijk en zien ouders als partner. Beschikbare deskundigheid Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school over specifieke deskundigheid (interne deskundigheid). Daarnaast kunnen wij een beroep doen op deskundigen van buiten (externe deskundigheid). Wij hebben specifieke interne deskundigheid op het gebied van hoogbegaafdheid, rekenen en dyslexie. In de afgelopen jaren is het beleid van de school er op gericht specifieke expertise meer te verdelen over de teamleden. Dit maakt de school minder kwetsbaar. Extern maken wij vooral gebruik van de expertise van het speciaal onderwijs. Ambulante begeleiders worden ingezet bij leerlingen met een rugzak. Wij maken gebruik van de ambulant begeleiders van cluster 2, 3 en 4 en maken ons sterk om de expertise die de ambulant begeleiders de school inbrengen zelf eigen te maken. De externe orthopedagoog vervult een belangrijke rol in het Multi Disciplinair Overleg (MDO) en doet indien nodig extra onderzoek. De school streeft er naar om het schoolmaatschappelijk werk meer te betrekken bij het MDO.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 16
Ondersteuningsvoorzieningen Onze school maakt gebruik van de Plusgroep op de Willem van Oranjeschool. Deze Plusgroep is bedoeld voor kinderen die extra uitdaging nodig hebben. Ontwikkelagenda Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning en extra ondersteuning die wij bieden aan onze leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog voldoende verbeterpunten. In dat kader stel de school jaarlijks een Onderwijskundig Jaarplan op en wordt tevens een Professionaliseringsplan opgesteld. (Hoog)begaafdheid De laatste jaren is er in Nederland sprake van een toenemende aandacht voor onderwijs aan(hoog)begaafde kinderen. Ook op de Zaaier vinden we dat (hoog)begaafde kinderen een specifiek onderwijsaanbod nodig hebben. Met het vaststellen van een beleid ten aanzien van hoogbegaafde kinderen willen we een algemeen beleid realiseren dat duidelijk en haalbaar is voor alle leerkrachten, kinderen en ouders. We vinden het belangrijk dat kinderen met plezier leren en met plezier naar school gaan. De problematiek die eigen is aan een bepaalde groep leerlingen wordt altijd serieus genomen. Dit geldt voor kinderen die minder begaafd zijn en kinderen met gedragsproblemen, maar ook voor kinderen die veel meer aankunnen dan de gemiddelde leerstof, de (hoog) begaafde kinderen. We willen dat er op de Zaaier voor intelligente en (hoog)begaafde leerlingen, in onderwijsinhoudelijk en pedagogisch en didactisch opzicht, een passend en gestructureerd onderwijsaanbod wordt gerealiseerd. Dit betekent:
Dat de wijze van signalering en de diagnose zorgvuldig en transparant geschiedt. Dat voor deze leerlingen met een aangepaste leerlijn een aanbod van lesmaterialen is die uitdaagt tot leren leren en metacognitieve vaardigheden vraagt. Dat het aanbod van compacting, verrijking en verbreding op een planmatige doorzichtige wijze wordt aangeboden. Dat de attitude m.b.t. het pedagogisch didactisch handelen wordt toegespitst op de behoefte van intelligente en (hoog)begaafde kinderen. Dat er op onze school een IB-er / coördinator voor (hoog)begaafdheid is.
Wat is hoogbegaafdheid? Er bestaan verschillende theoretische modellen over (hoog)begaafdheid. In de moderne visies op (hoog)begaafdheid spreekt men over het algemeen over ‘het behalen van uitzonderlijke prestaties op verschillende gebieden’. Volgens Renzulli / Mönks beschikt een (hoog)begaafde leerling naast een hoge intelligentie tevens over een hoge graad van creatief denken en een hoge taakgerichtheid. De factoren in de omgeving (gezin, school en vriendenkring) bepalen mede of dit talent tot uiting komt in hoge prestaties. Hierbij gaat het met name om de wisselwerking met gezin, school en vrienden (peers/ontwikkelingsgelijken). Pas bij een goed samenspel van de persoonskenmerken en sociale omgevingen kan (hoog)begaafdheid zich ontwikkelen. Dit kan alleen tot stand komen als ook de sociale competentie voldoende eigen gemaakt kan worden Sternberg onderscheidt drie basis denkvaardigheden: analytische intelligentie, creatieve intelligentie en praktische intelligentie. Iedereen heeft in meerdere of mindere mate elk van deze drie denkvaardigheden tot zijn beschikking, maar het is heel zeldzaam dat iemand ze alle drie even goed beheerst. De meeste mensen hebben een duidelijke voorkeur voor een, of soms twee van deze manieren van denken. Sternberg stelt dat er sprake is van ‘succesvolle intelligentie’ wanneer iemand in staat is om zijn vaardigheden op zowel analytisch, creatief als praktisch gebied succesvol te managen. Gardner’s bekende theorie van de meervoudige intelligenties (MI) gaat er vanuit dat de bekwaamheid om te leren langs verschillende wegen kan plaatsvinden. Gardner onderscheidt hierin op grond van een aantal criteria in ieder geval de volgende intelligenties: verbaal-linguïstisch, logischmathematisch, visueel-ruimtelijk, muzikaal-ritmisch, lichamelijk-kinesthetisch, naturalistisch, interpersoonlijk en intrapersoonlijk. Elke intelligentie vervolgt zijn eigen ontwikkelingstraject. Binnen één individu kunnen er ook grote verschillen in aanleg zijn tussen verschillende begaafdheidsgebieden.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 17
Talentontwikkeling is altijd een gevolg van talent en omgeving. We constateren daarbij dat er verschil is in uitingsvormen tussen intelligente en hoogbegaafde kinderen . Bij ontwikkeling hoort er sprake te zijn van een transfer van informeel naar formeel leren, ontwikkeling van talent gaat altijd gepaard met de ontwikkeling van wilskracht. Veel (hoog)begaafde leerlingen leren lange tijd informeel, niet formeel. Ze leren niet leren. Ze weten niet hoe ze eigenlijk leren en hoe ze hun eigen leren moeten beïnvloeden. Ze hebben weinig ervaring met het samenwerken met medeleerlingen op eigen niveau. Ze zijn niet gewend aan fouten maken of aan vaker proberen voor iets lukt (studieluiheid). Ze hebben een grote kans dat ze daardoor vroeg of laat vastlopen op school vanwege een tekort aan metacognitieve vaardigheden! Ontwikkelingsvoorsprong Bij kleuters spreken we formeel nog niet over hoogbegaafdheid. Maar we hanteren de term: ontwikkelingsvoorsprong. Dat betekent niet dat kleuters niet hoogbegaafd zouden kunnen zijn. Een hoogbegaafde kleuter heeft een ontwikkelingsvoorsprong, niet ieder kind met een ontwikkelingsvoorsprong wordt hoogbegaafd! Wel kunnen we door een goede observatie, signalering en door goed te luisteren naar ouders met een redelijke mate van betrouwbaarheid vaststellen of er bij een kind sprake is van een ontwikkelingsvoorsprong en of er daarnaast voldoende kenmerken van hoogbegaafdheid waarneembaar zijn, die aannemelijk maken dat dit kind al op jonge leeftijd behoefte heeft aan een ander onderwijsaanbod. Eigen aan kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong is, dat ze blijk geven van een sterke leerbehoefte. Daarnaast hebben ze een brede belangstelling en zijn ze in staat zich zeer taakgericht op te stellen, mits de aangeboden opdrachten op het juiste ontwikkelingsniveau zijn. "Goed leren" betekent: onzekerheden opzoeken en uitdagingen aangaan. Vanuit dat perspectief bezien, valt "goed leren" dus niet altijd direct samen met "goede prestaties halen". Een kind dat leert, maakt fouten. En als het goed is, leert het kind van die fouten hoe het dan wél tot die goede prestaties kan komen. Het is belangrijk voor leerling, leerkracht én ouders dat het onderwijs aan slimme kleuters op een goede manier wordt vormgegeven. Het belangrijkste blijft: goed kijken naar de ontwikkeling van de leerling! Plusklas op de Willem van Oranjeschool In een plusklas wordt aandacht besteedt aan de ontwikkeling van hoogbegaafde leerlingen op drie pijlers: verrijking van het curriculum vergroten van de sociaal emotionele vaardigheden vergroten van de metacognitieve vaardigheden Hiertoe dient het aanbod te bestaan uit extra leerstof, het ontwikkelen van leervaardigheden, zoals plannen en organiseren. Het ontwikkelen van kritisch, analytisch en creatief denken is hierbij essentieel. Daarnaast dient ook aandacht besteed te worden aan sociaal-emotionele vaardigheden, zoals samenwerken en communiceren. Een plusklas moet niet een bijeenkomst moeten zijn waar hoogbegaafde leerlingen extra werk kunnen maken, maar waar ze doelgericht aan bepaalde taken werken. Ten slotte is het hebben van een contactmoment met gelijkgestemden (peers) een meerwaarde voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Signaleren De signalering en diagnose van (hoog)begaafdheid wordt op onze school uitgevoerd aan de hand van het SiDi 3 Protocol van Eduforce. Dit protocol bevat instrumenten om de ontwikkelingsvoorsprong bij kleuters en de mate van een hoge begaafdheid in kaart te brengen. We volgen dit protocol. Als een bijna 4-jarig kleuter komt wennen in groep 1 zal aan de ouders gevraagd worden om de signaleringslijst bij aanmelding in te vullen. Tijdens de schoolloopbaan van de leerlingen blijven we regelmatig signaleren via bovenstaand instrument. Ook voor de onderpresteerders is er ruimschoots aandacht; in gesprekken met leerling en ouders zal er een plan worden opgesteld met specifieke doelen om deze leerling weer op eigen niveau te laten functioneren. Een aantal leerlingen zullen met de CITO toetsen uit het LVS worden doorgetoetst om hun “lerende” niveau vast te stellen. Versnellen/vervroegde doorstroming Het is mogelijk dat een kind vervroegd doorstroomt (versnelt), d.w.z. dat een klas wordt overgeslagen. Wij gaan hier niet in de eerste plaats van uit. Soms blijkt de voorsprong echter dusdanig te zijn, dat het zinloos is om niet te versnellen. Hier spelen echter verschillende aspecten mee: niet alleen cognitief, maar ook sociaal-emotioneel. Het blijft onze voorkeur om niet te versnellen, maar door compacten en verrijken het kind voldoende uitdaging te bieden.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 18
Mocht versnelling onontkoombaar zijn, dan maken wij gebruik van de ‘Versnellingswenselijkheidslijst’ van het Centrum voor Begaafdheidonderzoek te Nijmegen. De beslissing voor een versnelling wordt in het zorgoverleg besproken en er wordt zo nodig een extern deskundige ingeschakeld. Compacten: Met compacten bedoelen we het indikken van de leerstof door al het overbodige weg te laten. Deze overbodige leerstof komt niet meer aan de orde. Een voorbeeld is de methodische eindtoetsen gebruiken als voortoets om na te gaan wat we het kind niet meer hoeven te leren. Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld bij rekenen waarbij een leerling alleen het laatste rijtje sommen (vaak het moeilijkste) maakt. Het motto is: ‘geen overbodig werk doen’. Angst voor te grote stappen is niet nodig. (Hoog)begaafde kinderen leren graag met grote stappen. Bij het compacten van taal maken we gebruik van de adviezen van SLO. Verrijken Verrijken is een aanvulling op compacten. Het is een twee – eenheid en hoort bij elkaar. Met verrijkingsmaterialen kan worden gerealiseerd dat bij de leerling een beroep wordt gedaan op
het zoeken naar antwoorden in een open vraagstelling het zoeken naar meerdere oplossingsstrategieën, waarbij de eigen creativiteit een rol kan spelen het werken op een hoog niveau in een hoog tempo
Bij rekenen, taal en begrijpend lezen kan de verrijking meer gestructureerd en met meer afwisseling worden aangeboden. De leerkracht is en blijft verantwoordelijk voor de keuze van de ingedikte en de verrijkingsstof. Hij bepaalt wat de leerling moet maken. Hij stelt de inhoud vast. Er hoort geen sprake te zijn van een vrijblijvend karakter. Kortom:
bewuste keuze van extra leerstof op lessentabel / rooster eist begeleiding nakijken eisen aan resultaat feedback beoordeling op rapport
Voor verrijken maken we gebruik van Levelspel/ Levelwerk, uitgave van Eduforce. Verbreden De leerling krijgt de mogelijkheid om zelf kennis en vaardigheden op te doen aan de hand van zelfgekozen onderwerpen en thema’s. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de volgende aspecten:
gericht op eigen interesse en motivatie producent in plaats van consument versterken van leerstrategieën ontwikkelen van een leerattitude het proces van leren ontwikkelen van metacognitieve vaardigheden
Levelwerk (groep 3 t/m 8) Levelwerk biedt een totaalaanbod van verrijkende activiteiten op meerdere terreinen. Bij verrijking is het doel om de begaafde leerling meer uitdaging te bieden binnen de vakken rekenen, taal en begrijpend lezen. Deze leerstof behoort een verplichtend karakter te hebben, geen vrijblijvendheid. De onderdelen ‘rekenen’ en ‘taal/lezen’ in Levelwerk zijn dergelijke verrijkende opdrachten.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 19
Daarnaast biedt Levelwerk in het onderdeel ‘allerlei’ de mogelijkheid om met eigen gekozen onderwerpen aan de slag te gaan, veelal onderwerpen uit de belangstellingssfeer van de leerling. In de vorm van werkstukken, foto- of filmpresentaties, een tentoonstelling of een maquette kan de begaafde leerling laten zien wat het ‘in huis heeft’. Ook aangepaste opdrachten binnen het vakgebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ en opdrachten wat betreft samenwerking en hulp bieden aan anderen vallen onder dit onderdeel. De leerkracht is hier meer de coach in de begeleiding van het proces. Doel van deze werkwijze is tweeledig: aansluiten bij de motivatie van de leerling en het oefenen van metacognitieve, maar ook sociaal-emotionele en creatieve vaardigheden. 4.4 Schoolverlaters Als een leerling, om welke reden dan ook, naar een andere school gaat, gaat er altijd een onderwijskundig rapport mee. De procedure bij overgang naar een andere school (ook naar het voortgezet onderwijs) is als volgt:
ouders melden zich bij de gewenste school voor een oriënterend gesprek. de leiding van de gewenste school neemt contact op met de directeur van de te verlaten school teneinde de inschrijving te verifiëren. de directeur van de gewenste school nodigt de ouders uit voor een inschrijfgesprek of deelt mede dat het kind niet wordt ingeschreven (het bijzonder onderwijs mag kinderen weigeren). om een ononderbroken ontwikkelingsproces te bevorderen is de te verlaten school verplicht aan de gewenste school een onderwijskundig rapport over het kind te overhandigen waarin, naast de personalia, wordt vermeld met welke methodes het kind heeft gewerkt, welke resultaten het heeft behaald (incl. toets- en onderzoeksresultaten) en / of het kind belemmeringen ondervindt in zijn / haar ontwikkeling en wat daar aan is gedaan. het onderwijskundig rapport wordt opgesteld door de leerkracht onder verantwoordelijkheid van de directeur. de ouders hebben recht op inzage van het rapport, maar niet op het aanbrengen van wijzigingen daarin. Zij ontvangen een kopie en het origineel wordt aan de directeur van de gewenste school gestuurd. bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs wordt er alleen een onderwijskundig rapport meegegeven als het gaat om zgn. PRO of LWOO leerlingen (Praktijkonderwijs of Leer Weg Ondersteunend Onderwijs). na de daadwerkelijke overplaatsing is de directeur van de ‘nieuwe’ school verplicht een ‘bericht van inschrijving’ te zenden aan de directeur van de ‘oude’ school. Hiermee wordt de inschrijving formeel gemaakt.
4.5 De overgang naar het Voortgezet Onderwijs In de maand november zal er op de ‘groepsinformatieavond’ aan de ouders van de kinderen van groep 8 informatie gegeven worden over het voortgezet onderwijs. Tijdens deze avond wordt er naast het voortgezet onderwijs ook aandacht besteed aan het groep 8 londerzoek en de manier waarop de verdere inschrijving plaats zal vinden. Door middel van het Zaaiertje worden de ouders op de hoogte gehouden van de diverse voorlichtingsavonden en ‘open’ dagen van de verschillende voortgezet onderwijsscholen in de regio. Wij adviseren de ouders en kinderen om deze te bezoeken. In de periode februari / maart vindt er een schoolkeuzegesprek plaats tussen de ouders, de leerling en de leerkracht. Het advies van de school wordt o.a. gebaseerd op de toets gegevens van groep 7 en 8, maar ook op de werkhouding, de mate van zelfstandigheid, het probleemoplossend vermogen en de motivatie van de leerling. Bovendien worden er gesprekken gevoerd met de directie en vorige leerkrachten om tot een goed beeld te komen voor het geven van een juist advies. Wanneer de ouders een keus hebben gemaakt voor een vervolgschool, ontvangen zij van de leerkracht een inschrijvingsformulier. Via dit inschrijvingsformulier melden de ouders zich aan op de school van hun keuze. Na de aanmelding vindt er een gesprek plaats tussen de leerkracht en de brugklascoördinator van het Voortgezet Onderwijs. Dit om de overgang van de basisschool naar het Voortgezet onderwijs zo soepel mogelijk te laten verlopen. Voor kinderen die het Praktijkonderwijs of het Leer Weg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) gaan bezoeken geldt een andere procedure. Eind groep 7 worden desbetreffende ouders op de hoogte gesteld van een mogelijk traject voor hun kind. De procedure wordt met de desbetreffende ouders verder besproken in het begin van groep 8.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 20
5 Schoolarts en logopedie Totdat een kind vier jaar wordt, valt het onder de zorg van een consultatiebureau. Zodra een kind naar de basisschool gaat, wordt de zorg overgenomen door de schoolarts, de schoolverpleegkundige en eventueel de logopedist. Afhankelijk van de lichamelijke en psychosociale ontwikkeling kunnen bepaalde aspecten tijdens onderzoeken extra aandacht krijgen. Daarnaast zijn arts, verpleegkundige en logopedist beschikbaar voor extra onderzoeken en adviezen aan ouders en / of leerlingen. 5.1 De schoolarts Periodiek onderzoek door de schoolarts (jeugdarts) van de GGD Regio IJssel-Vecht vindt plaats in de volgende groepen: groep 2 (oudste kleuters) en groep 6 of 7. Preventief Gezondheidsonderzoek groep 2 Dit is een onderzoek uitgevoerd door de schoolarts en assistente van de GGD. De duur van het onderzoek is 2 x 20 minuten. Met behulp van een vragenlijst die u thuis zelf invult, inventariseert men welke ziekten en ongevallen het kind heeft gehad en of er gezondheidsklachten zijn. Daarnaast zijn er vragen over hoe het kind bv. op school functioneert. Er wordt ook nagegaan of het kind voldoende is gevaccineerd. Bij lichamelijk onderzoek hoort de lengte, het gewicht, het gezichtsvermogen en een onderzoek van o.a. oren, mond, hart en longen, houding, benen en de motoriek. Verder wordt er nog gelet op gedrag, emotionele ontwikkeling en spraak. Desbetreffende leerlingen worden hiervoor samen met hun ouders / verzorgers uitgenodigd door de GGD. Preventief Verpleegkundig Gezondheidsonderzoek groep 6 of 7 In groep 7 wordt eveneens een preventief gezondheidsonderzoek afgenomen. Dit onderzoek wordt door de jeugdverpleegkundige afgenomen. Ook sociale aspecten worden hierin meegenomen. Leerlingen uit groep 6 of 7 worden hiervoor uitgenodigd door de GGD. Vaccinaties Naast het PGO-2 en PGO-7, worden alle 9-jarigen gevaccineerd voor DTP en BMR. U als ouders / verzorgers ontvangt hiervoor thuis een oproep. Mocht u vragen hebben over de groei en / of de ontwikkeling van uw kind, of wilt u uw kind laten onderzoeken buiten de gewone onderzoeken om, dan kunt u contact opnemen met de GGD Regio IJssel – Vecht. Zij zijn telefonisch bereikbaar op het nummer 038-4281500.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 21
5.2 Logopedie Een logopedist houdt zich bezig met aspecten die nodig zijn voor een goede communicatie: taal, spraak, stem, mondgedrag en gehoor. In het dagelijks leven is communicatie immers onmisbaar. Een goede taal- en spraakontwikkeling is ook een belangrijke basis voor het leerproces. Soms verloopt de taal- en / of spraakontwikkeling niet vanzelf. De volgende logopedische problemen kunnen o.a. voorkomen bij kinderen in de basisschoolleeftijd: vertraging in de taalontwikkeling (slechte zinsbouw, onvoldoende taalbegrip, kleine woordenschat); het niet of verkeerd uitspreken van klanken (spraakproblemen); moeite met het nauwkeurig luisteren naar klanken, woorden en zinnen; stotteren; stemproblemen; mondademen, duim- en speenzuigen. Als ouders of leerkrachten twijfelen over de taal of de spraak van een kind dan kunnen zij de logopedist vragen om het kind te onderzoeken. Dit geldt voor alle kinderen van de basisschool, van groep 1 t/m 8.. Als uit de screening of het onderzoek blijkt dat er iets aan de hand is, overlegt de logopedist met ouders en leerkrachten. Gezamenlijk wordt besloten wat er verder gaat gebeuren. De mogelijkheden zijn: controle op korte of lange termijn, adviezen voor ouders en leerkracht, kortdurende begeleiding door de logopedist op school, verwijzing naar een vrijgevestigde logopedist. Ook kan door de logopedist op school voorlichting gegeven worden aan ouders, leerkrachten en andere betrokkenen. Daarnaast wisselt de logopedist informatie uit met andere betrokkenen, zoals schoolbegeleider, jeugdarts en verpleegkundige.
6 De vervangingsprocedure van leerkrachten 6.1 Vervanging bij ziekte / ADV/ Verlof Voor de vervanging van onze leerkrachten, die om welke reden dan ook afwezig zijn (ziekte / verlof), zijn wij aangewezen op een invallijst van Iris. Zolang deze lijst toereikend is, zullen wij hiervan gebruik maken. Wanneer er geen vervanging mogelijk is, zullen de kinderen verdeeld worden over andere groepen. Als er geen invallers beschikbaar zijn of verdeling niet verantwoord is, wordt de groep, indien mogelijk, opgevangen door een collega die geen groep heeft. Om verdeling over andere groepen zoveel mogelijk te voorkomen kan het zijn dat er intern met personeel geschoven wordt om uiteindelijk toch tot vervanging te kunnen komen. Dit zal afwisselend gebeuren in geval van losse dagen en / of langdurige afwezigheid. Een invalsituatie is natuurlijk nooit ideaal, maar door te zorgen voor invalpersoneel, kan het onderwijs zoveel mogelijk doorgaan en komt de continuïteit van ons onderwijs niet in het gedrang. Naar huis sturen van de leerlingen zal tot het uiterste worden voorkomen. Mocht dit toch aan de orde komen, dan zullen kinderen die thuis niet terecht kunnen op school worden opgevangen. Wanneer het van te voren bekend is dat er voor de groep geen oplossing is, zal dit van te voren schriftelijk dan wel telefonisch aan de ouders van desbetreffende kinderen meegedeeld worden. 6.2 Stage lopen op de Zaaier Ieder schooljaar biedt onze school aan diverse studenten een stageplaats. Naast het vaste team en eventuele invallers komt u op school dus ook stagiaires tegen van diverse PABO’s en andere onderwijs gerelateerde opleidingsinstituten. Dit zijn o.a. aankomende leerkrachten, die bij ons praktijkervaring opdoen. Wij voeren een actief beleid in het aantrekken en opleiden van deze aspirant-collega’s. Ook kunt u stagiaires van o.a. Landstede en Deltion tegenkomen. Dit zijn aankomend onderwijsassistenten die bij ons hun stage lopen. Zij helpen de leerkracht bij organisatorische en praktische zaken, kortom een paar ‘extra’ handen in de klas. De begeleiding en de verantwoordelijkheid blijven te allen tijde bij de groepsleerkracht waarbij de desbetreffende stagiaire is ingedeeld.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 22
6.3 Nascholing Personeel dat middels een dienstverband aan de school verbonden is, krijgt jaarlijks de mogelijkheid zich bij te scholen en cursussen te volgen. Nascholing is, gezien de recente ontwikkelingen in het onderwijs, in onze ogen noodzakelijk. Daarnaast volgen wij als school ook regelmatig cursussen met het gehele team. Hierbij moet u denken aan een teamtraining met betrekking tot bijvoorbeeld zorg of gedrag. Elk onderdeel wordt beschreven in een zogenaamd borgingsdocument. In de loop van de jaren zijn er steeds meer documenten vastgesteld door de school.
7
Ouders en de Zaaier
7.1 Communicatie naar ouders Een aantal malen per jaar wordt u als ouder op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen op school. Middels het Zaaiertje houden we u op de hoogte van zaken die de komende maand staan te gebeuren. Daarnaast verschijnt er 2 keer per jaar een schoolkrant. Aan het begin van elk schooljaar ontvangt u een ‘jaarplanning’ van de activiteiten voor het nieuwe schooljaar en een rooster van vakantie- en margedagen waarop de kinderen vrij zijn. Bij veel activiteiten die er op school plaats vinden doen wij een beroep op uw hulp. Om die hulp zo goed mogelijk te kunnen coördineren, ontvangt u aan het begin van het schooljaar een lijst waarop u kunt aangeven bij welke activiteiten u wilt helpen. Dit actief meehelpen is geen verplichting maar wellicht voor u wel een leuke / informele manier om op de hoogte te blijven van wat er in school gaande is. Het wordt door de kinderen en het team zeer gewaardeerd. 7.2 De medezeggenschapsraad Aan elke school is een Medezeggenschapsraad (M.R.) verbonden. Dit inspraakorgaan heeft als doel de verschillende bij de school betrokken partijen (ouder en team) medezeggenschap te geven. In de M.R. wordt meegedacht, meegepraat en meebeslist over verschillende facetten binnen de school, zoals de inzet van formatie en middelen, sollicitatieprocedures en identiteit. Conform de Wet Medezeggenschap heeft de M.R. advies- of instemmingsrecht. Men is samen verantwoordelijk voor een goed functionerende basisschool, waarin ieder tot zijn recht komt. De M.R. bestaat uit evenveel leerkrachten als ouders en functioneert zelfstandig. Het aantal M.R.- leden is afhankelijk van de grootte van de school. Een M.R.- lid wordt in principe gekozen voor een zittingstermijn van 3 jaar. Ieder M.R.- lid wordt geacht de grondslag en de doelstellingen van de school te respecteren. De M.R. heeft ook een vertegenwoordiging in de G.M.R. (Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad). De G.M.R. is een overkoepelende Medezeggenschapsraad van het bestuur van IRIS. Een bestuur, dat meer dan één school bestuurt, is verplicht om een G.M.R. op te richten. Net als bij de M.R. bestaat een G.M.R. voor de helft uit een personeelsgeleding en voor de andere helft uit een oudergeleding. Beide geledingen worden in principe samengesteld uit vertegenwoordigers van de M.R - en van de bij dat bestuur aangesloten scholen. De M.R. houdt u door middel van het Zaaiertje op de hoogte van wat er in de afgelopen periode door de raad is gedaan. Zij heeft tevens een eigen plek op de website van onze school. 7.3 De Activiteitencommissie De activiteitencommissie bestaat uit een aantal ouders. Zij bieden hun diensten aan bij onder meer schoolfeesten, avondvierdaagse, kerstfeest en allerlei andere praktische zaken. Zo verzetten zij veel werk. De commissie kan de hulp van meerdere ouders inroepen. 7.4 De ouderbijdrage Ook op de Zaaier betaalt u jaarlijks een (vrijwillige) ouderbijdrage. De ouderbijdrage is als volgt door het bestuur voor alle IRIS scholen vastgesteld:
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 23
1. 2. 3. 4.
Voor het eerste kind 18 euro. Voor het tweede kind 17 euro. Voor het derde kind 15 euro. Voor het vierde kind 13 euro.
Dit geld wordt gebruikt voor zaken waar de overheid geen gelden beschikbaar voor stelt. U moet daarbij denken aan sinterklaas, Kerst, Pasen, sportactiviteiten, bibliotheekboeken, museum- / theaterbezoek, etc. Indien u de ouderbijdrage niet betaalt, kan dit aanleiding geven om uw kind van deze activiteiten uit te sluiten. Door ondertekening van het inschrijfformulier (dit vindt plaats wanneer u uw kind inschrijft) verplicht u zichzelf de ouderbijdrage te betalen. Indien u niet in staat bent om de ouderbijdrage te voldoen, dan kunt u een beroep doen op een betalingsregeling, dan wel een dispensatieregeling. 7.5 Overblijven Onze school hanteert een aaneengesloten schooldag. Dat betekent, dat de pauze tussen de middag erg kort is; slechts 45 minuten. Vanwege de fietsafstanden blijven alle kinderen op school. Aansluitend op de ochtendschooltijd hebben de kinderen ongeveer een kwartier om het meegebrachte eten en drinken te gebruiken. De kinderen eten op school onder begeleiding van de groepsleerkracht. Wilt u de kinderen vanaf groep 3 een schone theedoek of iets dergelijks meegeven om op hun tafel te leggen tijdens de maaltijd. We stellen het op prijs wanneer de kinderen geen zoetigheid op hun boterham naar school hebben. Na het eten mogen de kinderen ongeveer 30 minuten buiten spelen. Tijdens dat spelen is er toezicht door ouders. Dit toezicht is bedoeld voor zowel kleuters als de kinderen op het plein. Bij mooi weer mogen de kinderen van de midden- en bovenbouw ook gebruik maken van het sportveld. Ook dat valt onder het toezicht van de ouder. Voor het toezicht wordt meerdere keren per jaar een lijst opgesteld door de overblijfcoördinator. Op de lijst staat wanneer de ouders aan de beurt zijn. 7.6 Buitenschoolse Opvang In artikel 45 lid 2 van de Wet op het Primair Onderwijs is bepaald dat “Het bevoegd gezag van een basisschool zorg draagt voor de organisatie van kinderopvang, voor leerlingen, op doordeweekse nietschooldagen, niet zijnde algemeen erkende feestdagen en op schooldagen gedurende de voor- en naschoolse periode, tussen 07.30 uur en 18.30 uur, indien één of meer ouders daarom verzoeken”. IRIS, de Vereniging waar onze school onder valt, heeft aan deze verplichting voldaan door daarvoor een overeenkomst aan te gaan. Hierover is informatie verkrijgbaar bij de directie van de school. Ouders die met een andere instantie een dergelijk contract willen aangaan of via een gastoudergezin opvang willen regelen, zijn daarin geheel vrij. 7.7 Verzekering Voor alle leerlingen heeft de school een ongevallenverzekering. Deze geldt van een kwartier voor- tot een kwartier na schooltijd. De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallen- en aansprakelijkheidsverzekering. Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen verzekerd bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, vrijwilligers). De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige- en tandheelkundige kosten gedeeltelijk mee verzekerd, voor zover de eigen verzekering geen dekking biedt (bijvoorbeeld door eigen risico). Materiële schade (kapotte bril, fiets, e.d.) valt niet onder de dekking. De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf, als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims als gevolg van onrechtmatig handelen. Wij attenderen u in dat verband op twee aspecten, die vaak aanleiding geven tot misverstand. Ten eerste is de school c.q. het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buiten schoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat, door de school moeten worden vergoed. Deze opvatting leeft bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 24
Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymles een bal tegen een bril. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt (dan ook) niet vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor (schade door) onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens andere door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daarvoor dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders / verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Denkt u aanspraak op deze verzekering te kunnen maken, neemt u dan contact op met de directie. De directie stelt zich niet aansprakelijk voor beschadiging of vermissing van persoonlijke eigendommen. Voor de wijze waarop de school de veiligheid rond excursies en uitstapjes verzorgt, verwijzen wij u naar het protocol ‘Leerling-vervoer en veiligheid’ zoals dat verenigingsbreed is afgesproken. Het protocol ligt bij de directie ter inzage. 7.8 Sponsoring Op onze school wordt er incidenteel gebruikt gemaakt van sponsors bij bv. grote activiteiten zoals een opening, een jubileum van de school, avondvierdaagse, feestavond, etc. Middels een advertentie in de schoolkrant, een vermelding in het Zaaiertje of een bescheiden opdruk van de desbetreffende sponsor op een cadeautje, wordt dit zichtbaar gemaakt naar kinderen en ouders toe. Sponsoring voor de school, om daar financiële voordelen uit te halen, komt op onze school niet voor.
8. De resultaten van ons onderwijs Een belangrijk doel van scholen is om kennis over te dragen. De laatste jaren wordt van scholen verwacht dat zij hun resultaten van het onderwijs presenteren, zodat ouders deze met die van andere scholen kunnen vergelijken. Een groot gevaar is dat aan de hand van deze resultaten op cognitief gebied de kwaliteit van de school wordt gemeten. Wij vinden de resultaten zeer belangrijk, maar hechten tevens veel waarde aan een goed pedagogisch klimaat en het aanleren van vaardigheden om kinderen voor te bereiden op hun toekomst.
De school hanteert een privacy protocol betreffende leerling-gegevens en het verstrekken daarvan aan derden. Ouders hebben te allen tijde inzage in het dossier van hun kind. Zij kunnen daartoe een afspraak maken met de intern begeleider. Kopieën van toetsen, observaties, etc. worden niet verstrekt. Het betreft hier interne werkdocumenten van de school. Documenten die nodig zijn voor overdracht naar een andere school of in verband met een verwijzing, vormen hierop een uitzondering. Deze worden met toestemming van ouders alleen verstrekt wanneer het strikt noodzakelijk is. Dit is ter beoordeling van de directie. 8.1 Cijfers over vorderingen in basisvaardigheden Het meten van de vorderingen van de basisvaardigheden doen wij aan de hand van de CITO basisvaardigheden toetsen. De uitkomsten van deze toetsen worden geregistreerd in het Leerling Volg Systeem van de school en met de ouders besproken. 8.2 Groep 8 en het schooleindonderzoek Als we spreken over de kwaliteit van het basisonderwijs wordt vaak gekeken naar het resultaat aan het eind van groep 8. Het aantal kinderen dat naar een bepaald schooltype gaat zou iets zeggen over de kwaliteit van onze school. Hoe hoger de vorm van voortgezet onderwijs, des te beter de school is. Als alleen deze uitstroomgegevens doorslaggevend zijn, betekent dit in onze ogen een enorme verarming van ons onderwijs. Wij bieden veel leerlingenzorg, maar dat is geen garantie voor het eindniveau van de leerling. Wij willen de kinderen graag zo goed mogelijk begeleiden. Hierbij gaan we uit van het feit dat ieder kind uniek is en zijn haar/eigen aard en mogelijkheden heeft.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 25
De resultaten van het groep 8 onderzoek worden ook gebruikt om de resultaten van het onderwijs van onze school te bepalen. De individuele resultaten worden omgerekend naar een schoolscore. Als een school een schoolscore van 535,2 of hoger heeft, dan is het onderwijs van deze school van een voldoende hoog niveau. Bij een schoolscore lager dan 535,2 spreekt de onderwijsinspectie van een onvoldoende resultaat. Scoort een school drie keer op rij een onvoldoende, dan spreekt de inspectie van een zeer zwakke basisschool en komt deze school onder verscherpt toezicht te staan. In 20112012(537), 2012-2013 (537,2) 2013-2014 (535,2) en 2014-2015 (536,4) hebben wij een voldoende gekregen voor de eindtoets. In het afgelopen jaar zijn de kinderen van onze school uitgestroomd naar de volgende schoolsoorten: Jaar 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
LWOO 0% 0% 0% 0%
BBL 0% 0% 0% 0%
KBL 0% 0% 0% 33,3%
TL 33% 66% 60% 33,3%
Havo 67% 17% 0% 33,3%
VWO 0% 17% 40% 0%
Totaal 3 lln 6 lln 5 lln 3 lln
Niet alleen de resultaten van het groep 8 onderzoek worden gebruikt om de resultaten van de school te bepalen. Ook het oordeel van de inspectie, leerling tevredenheid en personeelskenmerken spelen een belangrijke rol bij het beoordelen van een school. Op www.scholenopdekaart.nl geven basisscholen inzicht in hun resultaten. De informatie komt van DUO, de Inspectie van het Onderwijs en van de basisscholen zelf. De site is in ontwikkeling en wordt de komende maanden verder uitgebreid, bijvoorbeeld met informatie over oudertevredenheid, onderwijstijd en schoolklimaat & veiligheid. Medio 2015 is de site compleet. 8.3 Uitkomsten ouderenquête over de kwaliteiten van de school Om u als ouders / verzorgers te laten zien hoe er over een aantal zaken wordt gedacht en wat ouders belangrijk vinden, vindt er eens in de 4 jaar een ouderenquête plaats. De laatste ouderenquête heeft in het schooljaar 2009/2010 plaatsgevonden. De resultaten van dit onderzoek waren in onze ogen positief. We ervaren dat als een extra steuntje in de rug bij het werken van alle dag, maar het geeft tegelijkertijd wel aan dat we in ontwikkeling moeten blijven.
9. De aanmeldingsprocedure / inschrijvingen 9.1 Voor het eerst naar school Als een leerling 4 jaar wordt mag hij / zij voor het eerst naar school. In de weken voorafgaande aan de vierde verjaardag mag uw kind een aantal ochtenden meedraaien in de groep om alvast wat te wennen. Deze ‘kijkochtenden’ worden door de leerkracht met u afgestemd. Tevens wordt met u de dag afgesproken vanaf wanneer uw kind de school ‘vast’ gaat bezoeken (meestal de dag na zijn / haar vierde verjaardag). In de eerste periode dat uw zoon of dochter naar school gaat, komt de leerkracht op huisbezoek. 9.2 Aanmeldingsprocedure / inschrijving Wanneer u als ouder(s) geïnteresseerd bent in onze school, neem dan gerust contact met ons op. U wordt voor een informatiegesprek uitgenodigd en ontvangen door de directie die u een toelichting geeft op de gang van zaken binnen de school en de door u gestelde vragen beantwoordt. Tevens wordt u rondgeleid door de school met eventueel een bezoekje aan de groep waar uw kind(-eren) geplaatst zullen worden. Vanaf 2 ½ jaar kunnen kinderen op de Zaaier worden ingeschreven. Bij de inschrijving zullen u enige gegevens worden gevraagd over uw kind(-eren), zoals naam, adres, leeftijd, nationaliteit, beroep en opleiding van de ouders, enzovoorts. Sinds 1 oktober 2006 is het via de Wet op het Basisonderwijs ook verplicht om u kind in te schrijven met bewijs van het sofinummer van uw kind. Wij verzoeken u daartoe de zorgpas van uw kind mee te nemen zodat wij daar een kopie van kunnen maken. Bezocht uw kind reeds een andere school in Kampen of elders, en wilt u uw kind geplaatst zien op onze school, dan zal er door de directie contact worden opgenomen met de school van herkomst alvorens er tot inschrijving wordt overgegaan.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 26
De inschrijving van uw kind(-eren) kan eventueel na afloop van het informatiegesprek plaats vinden. Bij het tekenen van het inschrijfformulier tekent u o.a. voor juistheid van de opgenomen gegevens en tevens verplicht u zichzelf tot het betalen van de ouderbijdrage voor uw kind. Zonder verzoek van uw kant zal deze overeenkomst stilzwijgend ieder schooljaar tot beëindiging van de schoolloopbaan van uw kind(-eren),steeds met 1 schooljaar, verlengd worden. Tijdens het huisbezoek ontvangt u van de leerkracht een informatiepakket. Hierin zit naast relevante informatie over ouderhulp, ouderbijdrage en informatie over het kleuteronderwijs, ook het 'Intake formulier 4 jarigen'. Wij verzoeken u dit formulier ingevuld retour te geven aan de leerkracht. Zindelijkheid Op onze school is het beleid dat 4-jarigen zindelijk moeten zijn op het moment dat zij instromen op school. Vanaf 2 ½ jaar kan kinderen geleerd worden zindelijk te worden. De meeste kinderen zijn zindelijk als ze 3 ½ jaar zijn. De zindelijkheidsopvoeding is dus iets waar u thuis bewust mee bezig moet zijn. Wanneer uw kind niet op tijd zindelijk is, verzoeken wij u dat een maand van te voren aan ons door te geven. In principe kan uw kind dan niet bij ons naar school. Pas wanneer het tenminste overdag zindelijk is, kan het bij ons terecht. 9.3 Overstap naar een andere school Omtrent de procedure die wordt gehanteerd bij een overstap naar een andere school verwijzen wij u naar de procedure zoals die staat omschreven in hoofdstuk 4.4. Wanneer het gaat om schorsing of verwijdering, volgt de school de richtlijnen zoals die staan omschreven in de Wet op het Basisonderwijs en zijn uitgewerkt op verenigingsniveau. Een exemplaar van de regeling ‘Schorsing en verwijdering’ is op school in te zien bij de directie. 9.4 Overstap van een andere school naar de Zaaier Wanneer uw kind reeds op een andere school zit en u om welke reden dan ook een overstap naar onze school overweegt, zult u in eerste instantie met de directie van onze school een afspraak moeten maken. Een overstap van uw kind naar een andere school, is een ingrijpende gebeurtenis voor een kind. U begrijpt dat wij bij een eventuele overstap, de kans van slagen op een succesvolle overstap voor het kind zo groot mogelijk willen laten zijn. Hiertoe hanteren wij de volgende procedure:
Er volgt een intakegesprek met de ouders en zo mogelijk het desbetreffende kind. In dit gesprek zal u gevraagd worden naar de reden van overstap. Het kan voorkomen dat wij u na dit gesprek adviseren het probleem eerst nog eens bij de directie van de ‘eigen’ school neer te leggen. Wanneer dit niet het geval is, zal de directie contact opnemen met de directie van de school van herkomst om het ‘verhaal’ te verifiëren, extra informatie in te winnen betreffende het probleem dan wel de ontwikkeling en leerprestaties van het kind en om aan te geven dat u een mogelijke overstap overweegt. Wij gaan er tevens vanuit dat u dit zelf ook al bij de directie van uw huidige school kenbaar heeft gemaakt. Wanneer het kind geplaatst wordt, wordt dezelfde procedure gehanteerd zoals dat gebeurt met kinderen die van elders komen, dan wel als 4-jarige voor het eerst de school willen gaan bezoeken (hoofdstuk 4.4.).
10 Schooltijden en de verzuim- en verlofregeling 10.1 Schooltijden De schooltijden op de Zaaier zijn als volgt: Groep 1 en 2 Groep 3 en 4 Groep 5 t/m 8
Maandag 09.00 – 12.30 09.00 – 15.15 09.00 – 15.15
Dinsdag 09.00 – 15.15 09.00 – 15.15 09.00 – 15.15
Woensdag 08.30 – 12.15 08.30 – 12.15 08.30 – 12.15
Donderdag 09.00 – 15.15 09.00 – 15.15 09.00 – 15.15
Vrijdag 09.00 – 12.30 09.00 – 12.30 09.00 – 15.15
De ochtendpauzes zijn steeds voor alle groepen gelijktijdig. De pauzetijden zijn op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 10.45 tot 11.00 uur en op woensdag van 10.15 tot 10.30 uur. Elke dag, behalve op de woensdag, wordt er op school gegeten.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 27
Door de schooltijden op deze wijze in te delen voorkomen we onnodig verlies van effectieve leertijd voor onze leerlingen en voldoen we aan het feit dat onze leerlingen in de acht jaar dat ze naar de basisschool gaan, hun wettelijk aantal vastgestelde lesuren krijgen (7520 uur in 8 jaar). Voor korte mededelingen of vragen voor aanvang van de lestijd, kunt u altijd bij de leerkracht terecht. We vragen u dit te beperken tot korte zaken. Wilt u de leerkracht ergens over spreken, maakt u dan een afspraak na schooltijd. Er is dan meer tijd om de zorg met elkaar te delen. 10.2 Afwezigheid Wanneer uw kind de school niet kan bezoeken, bijvoorbeeld door ziekte of doktersbezoek, wilt u dit dan telefonisch, schriftelijk of persoonlijk tussen 08.30 uur en 08.50 uur melden? U kunt zich voorstellen dat wij ons zorgen maken wanneer uw kind zonder bericht niet op school is. 10.3 Leerplicht en schoolverzuim Op de dag dat uw kind 4 jaar wordt, mag het iedere dag naar school. Het ‘mag’, maar het ‘moet’ pas als het 5 jaar geworden is. Vanaf die dag is uw kind leerplichtig en is het uw taak er voor te zorgen dat het geregeld de school bezoekt. Op onze school gaan wij er echter vanuit dat 4-jarigen de school 5 dagen per week bezoeken. In een aantal situaties mag de school goedkeuren dat uw kind vanaf het vijfde jaar één of een aantal dagen geen onderwijs volgt. Dit wordt ‘verlof buiten de schoolvakanties’ genoemd. Hieronder vallen: verhuizing of bijwonen van een huwelijk; ernstige ziekte of het overlijden van bloed- of aanverwanten; ambts- of huwelijksjubileum van ouders of grootouders. De directeur van de school mag voor maximaal 10 schooldagen per jaar verlof verlenen als er aantoonbaar sprake is van bijzondere gebeurtenissen. (Gezins-)vakanties buiten de schoolvakanties Verlof voor een (gezins-)vakantie buiten de schoolvakanties om is meestal niet mogelijk. De leerplichtwet biedt daarvoor géén mogelijkheden. Toestemming is alleen mogelijk, indien de ‘specifieke aard van het beroep’ van één van de ouders het noodzakelijk maakt om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. De directeur mag dan verlof geven voor maximaal 10 dagen als: het gaat om een aantoonbare verplichte bedrijfsvakantie en dit blijkt uit een verklaring van de werkgever dat er géén vakantie mogelijk is tijdens de schoolvakanties, omdat het bedrijf in deze periode juist zijn inkomsten verwerft; het niet gaat om de eerste twee weken van het schooljaar; het niet gaat om een tweede vakantie (bv. wintersport). Wat te doen om voor uw kind vrij van school te krijgen In alle gevallen moet u uw verzoek schriftelijk indienen bij de directie van de school. Een formulier daartoe is verkrijgbaar op school. De directie zal het verzoek in behandeling nemen en wel of géén toestemming verlenen. Zij is hierbij gebonden aan de leerplichtwet en de zojuist beschreven richtlijnen. Soms is er sprake van een situatie waarbij vrijstelling wordt gevraagd voor meer dan 10 schooldagen. Deze verzoeken moet u rechtstreeks schriftelijk indienen bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Kampen. U kunt hiervoor een formulier aanvragen bij de gemeente, Afdeling Onderwijs en Welzijn. Als uw kind niet op school is, terwijl hiervoor geen goedkeuring is verleend, is de directie verplicht dit te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente Kampen. Deze zal dan een onderzoek instellen. Als blijkt dat uw kind zonder geldige reden van school is weggebleven, maakt de leerplichtambtenaar proces-verbaal op en legt een boete op voor iedere dag dat uw kind ongeoorloofd afwezig was ( € 100,- per kind per dag). De kosten hiervan zijn voor rekening van de ouders. De leerplichtambtenaar maakt ook een proces-verbaal op wanneer de directie zich niet houdt aan wat er in de wet staat voorgeschreven. Ook voor de directie is er een boeteclausule wanneer zij verlof verleend dat ongeoorloofd is.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 28
10.4 Vakanties en ‘vrije dagen’ In verband met de per jaar wisselende data t.a.v. de diverse vakanties en ‘margedagen’, verwijzen wij u naar de bijlage van deze schoolgids. Daarin kunt u de exacte data van de vakanties en ‘margedagen’ vinden voor dit schooljaar.
11 De klachtenregeling 11.1 Wat te doen bij conflicten? We hopen het natuurlijk niet, maar het kan voorkomen dat u als ouder een probleem heeft aangaande zaken betreffende de school. We hopen dat u bereid bent om daarover met ons in gesprek te gaan, om zodoende het probleem of de onduidelijkheid op te lossen. Uitgangspunt is daarbij de relatie, die u als ouder en wij als team en directie met elkaar hebben opgebouwd, te behouden. In eerste instantie kunt u met uw vragen / problemen bij de leerkracht van uw kind terecht. Zij zijn immers degenen die op school het dichtst bij uw kind staan. Mocht dat niet leiden tot geruststelling van uw kant, dan kunt u een afspraak maken met de directie. Samen hopen we dan alsnog het probleem op te lossen. Wanneer er na overleg met de schoolleiding geen bevredigende oplossing wordt gevonden kunt u, als ouder(s), zich wenden tot de medezeggenschapsraad van de school. De raad is mede verantwoordelijk voor een goede opbouw en organisatie van de school. Ondanks bovenstaand beschreven traject zou het mogelijk kunnen zijn dat u, als ouder, zich nog steeds niet kunt vinden in de aangeboden oplossingen. Als dat voorkomt, wat wij niet hopen en betreuren, dan kunt u uw klacht kenbaar maken bij het Bovenschools Management van de Vereniging. We willen nogmaals benadrukken dat we als team, directie en M.R. de intentie hebben om ontstane conflicten, in goed onderling overleg, op te lossen. 11.2 Contactpersonen School School met de Bijbel de Zaaier Hogeweg 47 8278 BC Kamperveen 038-3636216 06-51164092
[email protected] Directie Directeur:
B. Bouw
Leerlingzorg Zorgcoördinator / intern begeleider:
G. Westerhof
Medezeggenschapsraad Voorzitter: Secretaris: Leden: Afvaardiging GMR: Contactpersonen klachtenregeling Vertrouwenspersoon – intern: Vertrouwenspersoon – extern: G.G.D Regio IJssel-Vecht Schoolarts: Schoolverpleegkundige: Assistente: Tandheelkundig medewerker:
I. Klompenmaker D. Wielink G. Tromp R. Koers L. van Marle
(personeelsgeleding) (personeelsgeleding) (oudergeleding) (oudergeleding) (oudergeleding)
I. Klompenmaker
Tel. 038-3636216
H. Grit
Tel. 038-4255542
V. Junte R. ter Averest J. Straver Mw. J. Stuurop
Tel. 038-3313952
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 29
Inspectie van het Onderwijs Onze school ressorteert onder het Rijksinpectiekantoor Zwolle “Hanzeland”. Hanzelaan 310 8017 JK Zwolle 038-4257820 Wilt u informatie van de inspectie, dan zijn daarvoor de volgende mogelijkheden: E-mail:
[email protected] Website: www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Bureau Jeugdzorg Zwolle: 038-8514800 Centrum voor Jeugd en Gezin Kampen: 038-3370030 Klachtmelding over seksuele intimidatie, ernstig psychisch of fysiek geweld: 0900-1113111 11.3 Pesten en plagen op school / agressie, geweld en seksuele intimidatie We proberen het pesten en plagen op school tegen te gaan. We hebben daarom in overleg met de ouders een aantal waarden opgesteld. Die hanteren we in alle groepen en worden regelmatig met de kinderen besproken. Door op school een goed en veilig pedagogisch klimaat te creëren, gebaseerd op omgaan met verschillen en een positieve benadering, hopen we ongewenst gedrag tegen te gaan. Met elkaar, kinderen, ouders en leerkrachten willen we ervoor zorg dragen dat het prettig is om deel uit te maken van onze school. Pesten willen we zoveel mogelijk vóór zijn en als er zich dan toch problemen voor doen, willen wij een adequaat plan hebben om meteen het pesten tegen te gaan. Het anti pestprotocol is een protocol voor leerkrachten, kinderen en ouders die te maken hebben met deze problematiek op school. Tevens is het integraal onderdeel van ons beleid en heeft het een nadrukkelijke plaats in het omgaan met elkaar.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 30
11 Wat wij nog verder aan u kwijt willen Dit laatste hoofdstuk van deze schoolgids hebben wij gereserveerd voor een aantal zaken, die we elders in deze gids niet kwijt konden. We hopen dat u ook voor deze ‘zaken’ nog even de tijd wilt nemen om ze te lezen. Aansprakelijkheid meegebrachte spullen / mobiele telefoons De directie is niet aansprakelijk voor vermissing, beschadiging of diefstal van meegebrachte spullen. Vandaar dat wij er voor gekozen hebben om het niet toe te staan dat zakmessen, mp3-spelers en mobiele telefoons tijdens schooltijd en in de pauzes worden gebruikt. Wij verwachten van bezoekers dat zij hun mobiele telefoon tijdens hun aanwezigheid op school uit of stil zetten. Gevonden voorwerpen Zijn er spullen zoek, kijk dan in de bak met gevonden voorwerpen. Zijn er sleutels of brillen zoek, vraagt u dan even bij de groepsleerkracht of de directie. Tijdens de rapportageavonden worden de gevonden voorwerpen uitgestald. Vindt u daar uw eigendommen weer terug, neemt u ze dan na uw bezoek gerust weer mee. Honden De school en het schoolplein zijn, op last van de gemeente, verboden voor honden. Huiswerk Vanaf groep 4 krijgt uw kind zo af en toe huiswerk mee. Kinderen die extra hulp nodig hebben, geven we soms ook huiswerk mee. U zult begrijpen dat het effect van de hulp het grootst is als het huiswerk goed wordt gedaan. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen vaker huiswerk mee, bijvoorbeeld voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs. Het gaat er ons dan om dat kinderen basiskennis opdoen en tegelijk wennen aan het maken of leren van huiswerk. Het is fijn als u uw kind bij het huiswerk maken begeleidt. Hygiëne Met name voor kleuters geldt dat het belangrijk is dat zij zichzelf met allerlei zaken, zoals bv. aan- en uitkleden, naar het toilet gaan, etc. kunnen redden. Wij vragen u als ouders hier aan mee te werken en de verschillende vaardigheden zoals hierboven genoemd met uw kind te ‘trainen’. Hoofdluis Dit komt elk jaar wel een keer voor. Zoals u wellicht weet heeft dit eigenlijk niets met hygiëne te maken en willen we u derhalve verzoeken om, als u hoofdluis bij uw kind constateert, dit door te geven aan de leerkracht. In navolging van veel andere basisscholen worden ook de kinderen op onze school preventief door de ‘luizenouders’ gecontroleerd. Worden er bij uw kind luizen of neten aangetroffen, dan zult u daarvan op de hoogte worden gesteld. Kinderziekten, kinderzeer, krentenbaard Dit zijn zeer besmettelijke infecties, vaak met korstjes op en rondom het gezicht. Wij laten deze kinderen daarom niet op school toe. Neemt u bij verschijnselen contact op met uw huisarts. Rode hond Wilt u een geval van rode hond direct melden op school? Hebt u twijfel over de besmettelijkheid van een bepaalde ziekte of infectie, raadpleegt u dan uw huisarts en meldt dit even op school. Bij voorbaat dank! Jarigen Is uw kind jarig dan krijgt het de gelegenheid om in de groep te trakteren, nadat er eerst voor hem of haar gezongen is. Vervolgens gaat de jarige dan langs bij de andere leerkrachten. In verband met onze afspraken over effectieve leertijd in de diverse groepen, gebeurt dit overwegend in de pauze. Klassendienst Ook op onze school kennen we de ‘klassendienst’. We werken in de groepen 3 t/m 8 met een klassendienst schijf. Alle kinderen helpen mee met de klassendienst.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 31
Naam Ter voorkoming van verwisseling of zoek raken, vragen wij u laarzen, bekers, tassen, veel voorkomende jassen etc. te voorzien van de naam van uw kind. Tas van school Wanneer uw kind voor het eerst op school komt, ontvangt het van school een tas. Deze is bestemd voor de gymkleding en de gymschoenen. Deze spullen kunnen in deze tas aan de kapstok in school worden opgehangen. Door middel van een label is de tas herkenbaar. Hesje van school Kinderen op de fiets zijn veel beter zichtbaar met een reflecterend hesje aan. (veiligheid) Deze hesjes zijn op school verkrijgbaar. Bij vertrek van school leven je het hesje weer in. Nablijven We willen het ‘nablijven’ beperken tot een uitzonderingssituatie. Maar soms kan het nodig zijn. Als kinderen moeten nablijven, worden de ouders hiervan op de hoogte gesteld. Het nablijven is in principe nooit langer dan een half uur en vindt ‘s middags na schooltijd plaats. Ontruimingsoefening Jaarlijks vinden er op school twee ontruimingsoefeningen plaats in het kader van calamiteiten. De eerste oefening vindt plaats aan het begin van het schooljaar. Deze oefening is opgenomen in de jaarplanning en wordt ook aan de kinderen van te voren meegedeeld, De tweede oefening vindt onaangekondigd plaatst in de tweede helft van het schooljaar. Procedures hiervoor zijn vastgelegd in een ontruimingsplan, en worden zo nodig jaarlijks, door de bedrijfshulpverleners bijgesteld. Privacy Op onze website, in de schoolgids en in de ouderinfo worden o.a. werkstukjes en foto’s geplaatst. De ouders worden in de gelegenheid gesteld tegen publicatie van werk, gemaakt door hun kinderen en / of foto’s met daarop hun kind(-eren), bezwaar te maken. Dit kunt u schriftelijk doen bij de directie. Per definitie wordt persoonlijke informatie weggelaten. Bij vermelding van persoonlijke gegevens van hen die bij de school betrokken zijn, zal wanneer van toepassing, nooit meer dan vrij verkrijgbare informatie gepubliceerd worden. Roken Het is verboden om in de school en op het schoolplein te roken. Schoolshirts Shirts die door kinderen geleend worden van school voor een sportevenement, worden ongewassen ingeleverd op school, zodat wij in één keer alle shirts kunnen wassen in verband met eventueel kleurverschil. Straffen of belonen Op de Zaaier proberen we zoveel mogelijk uit te gaan van een persoonlijke en positieve benadering. Bij een positieve benadering presteert een kind over het algemeen beter. Door het goede te benoemen (een sticker, een schouderklop) voelen de kinderen zich snel thuis op school. Samen met de kinderen bespreken we de gedragsregels waar we elkaar op aan mogen spreken. Op deze wijze maken we kinderen én ouders duidelijk dat zij een eigen verantwoordelijkheid hebben als het gaat om ‘het omgaan met elkaar’. Voor ons als team betekent dit dat we kinderen complimenteren met gewenst gedrag of behaalde resultaten. Mede op deze wijze willen we de ontwikkelingsgroei van onze leerlingen stimuleren. Wanneer we leerlingen corrigeren, doen we dit zo veel mogelijk via ‘regel gestuurde correctie’. Hierbij bevragen we de leerling op de regel en de gemaakte afspraak daarover. Hierbij doen we een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen zodat zij zich bewust worden van wat er niet goed gaat.
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016
P a g i n a | 32
Wanneer een kind zich niet aan de regels houdt, ontkomen we niet aan ‘straf’. Straffen is echter bedoeld als leermoment en geen doel op zich. Na het leermoment gaan we verder waar we gebleven waren, namelijk met een positieve benadering. Vulpen Vanaf groep 4 schrijven de kinderen met een vulpen. Dit is een bewuste keuze, omdat wij de ontwikkeling van het handschrift een belangrijke zaak vinden. Het gebruik van een goede vulpen is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Via de school krijgt iedere leerling eenmalig een goede vulpen. Ze moeten daar hun hele ‘schoolloopbaan’ mee doen en er dus zuinig mee omgaan. Deze vulpennen zijn eveneens voor linkshandige kinderen geschikt. Voor kinderen met een motorisch probleem, wordt een aparte pen aangereikt. Schoolfotograaf Elk jaar komt de schoolfotograaf op school. Het ene jaar worden er portret- en groepsfoto’s gemaakt. Het andere jaar alleen portretfoto’s. Ook mogen broers en zussen samen op de foto. Afname van de foto’s is niet verplicht. De totaalprijs kan per jaar variëren en is afhankelijk van uw bestelling. Bijbestellen van extra foto’s is mogelijk.
12 Tot slot Heeft u na het lezen van deze schoolgids nog vragen, opmerkingen of suggesties, komt u dan gerust naar ons toe. Wij vinden het fijn wanneer u als ouders wilt meedenken of meewerken. Heeft u klachten of kritiek, komt u dan ook zeker naar ons toe. U vindt op school daarvoor een luisterend oor. Want alleen samen én met elkaar kunnen we Zaaier verder opbouwen en een veilig omgeving voor onze kinderen laten zijn!
Schoolgids ׀De Zaaier ׀2015 - 2016