Jaarverslag van de Calvijnschool te Veenendaal over 2014
1. Inleiding In dit jaarverslag legt het bestuur verantwoording af aan de leden van de Vereniging over het in 2014 gevoerde beleid. In het afgelopen jaar zijn binnen het bestuur veel onderwerpen besproken. In dit jaarverslag wordt ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen en beleidsterreinen die aan de orde zijn geweest binnen het bestuur. Ook in 2014 mocht dagelijks Gods Woord opengaan en werd de kinderen voorgehouden wat nodig is tot hun zaligheid. De oproep tot bekering klonk in de lessen door. Wat een verantwoordelijkheid dragen wij samen met de ouders en verzorgers als we beseffen dat ieder aan onze zorg toevertrouwd kind een ziel heeft die voor de eeuwigheid is geschapen! Aan de andere kant; wat is het toch een groot voorrecht dat we onze Johannes Calvijnschool nog mogen hebben. De positie van het bijzonder onderwijs is in de huidige politieke situatie in ons land steeds minder vanzelfsprekend geworden. Laten we onze zegeningen tellen; één voor één! Wat een onverdiende trouw van de HEERE! 2. Identiteit De grondslag van de Johannes Calvijnschool is de onveranderlijke waarheid van het Woord van God, naar de verklaring daarvan gegeven in de Drie Formulieren van Enigheid, vastgesteld in de Nationale Synode te Dordrecht in het jaar zestienhonderdnegentien. De missie van de school is: ‘De Johannes Calvijnschool wil vanuit haar eigen identiteit haar plaats naast gezin en kerk innemen door de aan haar zorgen toevertrouwde kinderen mede op te voeden in de vreze des Heeren en kwalitatief goed onderwijs te bieden in een pedagogisch veilig klimaat.’ Als doel van de opvoeding zien wij: ‘De vorming van de mens tot een zelfstandige, God naar Zijn Woord dienende persoonlijkheid, geschikt en bereid al de gaven, die hij van God ontving, te besteden tot Gods eer en tot heil van het schepsel in alle levensverbanden waarin God hem plaatst’. We kunnen dus samenvattend zeggen dat elk mens door God geschapen is ‘opdat hij God Zijn Schepper recht kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen’ (HC vraag en antwoord 6), als beelddrager Gods. Door onze zonden en onwil echter, al begonnen in het paradijs, voldoet niemand hier meer aan, tenzij hij / zij wedergeboren wordt. Daarom wil de school hen al vroeg onderwijzen uit Gods Woord. De school wil de kinderen: naar ons vermogen ‘helpen onderwijzen in de voorzeide leer’ (Doopformulier), voorbereiden op een taak in de maatschappij, voorbereiden op een plaats in een multiculturele samenleving. Eén van de kerntaken van het bestuur is het bewaken van de identiteit van de school. In het vastgestelde bestuurs- en directiestatuut zijn een aantal uitvoerende taken gedelegeerd naar de directie. Bij het toelaten van leden en het benoemen van personeel is het bestuur direct betrokken.
3.
Personeel en organisatie
Vereniging De school gaat uit van de Vereniging tot het verstrekken van Onderwijs op Reformatorische grondslag te Veenendaal. Op 31 december 2014 telde de schoolvereniging 311 leden en 80 contribuanten. Op 31 december 2013 telde de schoolvereniging 318 leden en 77 contribuanten. Ten opzichte van vorig jaar is het aantal leden dus met 7 gedaald. Het aantal contribuanten is vermeerderd met 3. Bestuur Op 20 mei 2014 vond de jaarlijkse ledenvergadering plaats. Door de gewijzigde bestuurlijke samenwerking is het bestuur nog niet uitgebreid. De heer J.A.C. Breas bleef tot 1 januari 2015 penningmeester. Daarna is de heer M. Prins hem opgevolgd. De bestuurssamenstelling was per 31 december 2014 als volgt: A.B. Quaak (GG) voorzitter M.A. Maris (HHK) secretaris J.A.C. Breas (OGG) penningmeester t/m 31 december 2014 M.B. Nas (GG) lid AB M. Prins (CGK) lid AB, penningmeester vanaf 1 januari 2015 P.M. Vos (GG) lid AB, 2e voorzitter In het verslagjaar 2014 werd door het Centraal Bestuur zes keer vergaderd. Het Lokaal Bestuur vergaderde vier keer. Bestuursorganisatie De bestuursleden zijn naar specialisme ingedeeld in vier kennisgroepen, te weten personeel en organisatie, financiën, huisvesting & beheer, onderwijs. Samen met de directie vormt de kennisgroep personeel en organisatie het Bestuurs- en Directie Overleg (BDO), onder voorzitterschap van de voorzitter van het algemeen bestuur. Het BDO heeft een informatieplicht naar het algemeen bestuur. In augustus 2010 zijn door de drie gezamenlijke besturen drie documenten vastgesteld: de samenwerkingsovereenkomst, het bestuursbeleidskader en het bestuurs- en directiestatuut. In het bestuursbeleidskader zijn de bestuurlijke lijnen uitgezet voor de periode van 2010 tot 2014. Dit bestuursbeleidskader is ook vastgesteld door de besturen van Doorn en Zeist. Daarnaast is de samenwerkingsovereenkomst in augustus 2010 door de drie gezamenlijke besturen ondertekend, evenals het bestuurs- en directiestatuut. De doelen van het bestuursbeleidskader hebben een plaats gekregen in het schoolplan 2011 – 2015. In het voorjaar 2015 zullen de nieuwe samenwerkingsovereenkomst, bestuursbeleidskader en bestuurs- en managementstatuut worden vastgesteld. Het gezamenlijke bestuur heeft de mogelijkheid om projectgroepen in te stellen met een specifieke taakstelling. De directie kan (bestuursleden uit) de kennisgroepen raadplegen als kennisbronnen op specifieke gebieden. De directie fungeert als voorzitter en is samenroeper van de kennisgroepen. Bestuurlijke samenwerking De samenwerking tussen de scholen in Doorn, Veenendaal en Zeist is in 2014 voortgezet. Er zijn een aantal maatregelen getroffen, waardoor dit heeft geleid tot efficiency verbetering in de organisatie. De bovenschoolse laag is verdwenen en de scholen in Veenendaal, Doorn en Zeist hebben nu hun eigen directeur. Deze directeuren van Doorn en Zeist hebben daarnaast een aantal staftaken in Veenendaal.
In het najaar van 2013 heeft het CB besloten om te onderzoeken hoe de organisatorische samenwerking geborgd kan worden in een vorm van samenwerking tussen de 3 verenigingen. Hiertoe is een werkgroep in het leven geroepen die in november 2014 met een advies kwam om de statuten te herzien en medio mei te komen tot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst, bestuursbeleidskader en bestuurs- en managementstatuut en een huishoudelijk reglement. Commissie media De commissie media, samengesteld uit bestuursleden van de drie scholen en enkele MT leden, heeft in juni 2013 een brochure opgesteld, waarin de Bijbelse kaders met betrekking tot het mediabeleid op een praktische wijze uiteengezet zijn. Besloten is gezien de voortdurende ontwikkeling van de moderne media deze commissie een blijvend karakter te geven. De mediacommissie zal minimaal twee maal per jaar vergaderen om nieuwe ontwikkelingen op dit gebied te bespreken. Interne beheersing en toezicht De wet “Goed onderwijs, goed bestuur” is ingegaan per 1 augustus 2010 en verplicht schoolbesturen om voor 1 augustus 2011 een scheiding te hebben aangebracht in bestuur en toezicht. De wijze waarop is niet voorgeschreven, scholen hebben daarin een zekere mate van vrijheid. Binnen het samenwerkingsverband is daar al het een en ander uitgewerkt. Vooralsnog zal er geen organieke scheiding plaatsvinden, maar zullen de functies worden gescheiden binnen de besturen. Het huidige bestuur- en directieoverleg zal in de plannen de rol van uitvoerend bestuur krijgen, de bestuursleden die daarin geen zitting hebben krijgen een toezichthoudende rol. Nadere uitwerking vindt nog plaats. De code Goed Bestuur van de VGS is hierbij leidend. Indien er zal worden afgeweken van deze code zal daarover verantwoording worden afgelegd. In het kader van “Good governance” wordt de scheiding tussen uitvoering, besturen en toezicht geborgd door te werken vanuit de trits: Opstellen – Vaststellen – Goedkeuren. Het opstellen is veelal taak van de directie of in sommige gevallen van een van de bestuursleden. Het vaststellen van beleid en beleidsstukken is in principe de taak van het BDO als bestuurlijk orgaan. Het goedkeuren van beleid en beleidsstukken is in principe de taak van het CB (Centraal Bestuur) als toezichthoudend orgaan. Onder de toezichthoudende taken worden in ieder geval de volgende taken verstaan: 1. Goedkeuring van begroting, jaarverslag en, indien van toepassing, het strategisch meerjarenplan; 2. Het toezien op de naleving door het bestuur van wettelijke verplichtingen en de code goed bestuur; 3. Het toezien op de rechtmatige verwerving en doelmatige en rechtmatige bestemming en aanwending van middelen; 4. Het aanwijzen van de accountant (die aan de toezichthouder rapport uitbrengt) 5. Het jaarlijks afleggen van verantwoording over de uitvoering van deze taken en bevoegdheden in een jaarverslag. Verslag toezichthouders Wij, toezichthouders van de Johannes Calvijnschool, hebben in het achterliggende jaar tweemaal vergaderd, namelijk op 17 april 2014 en 4 november 2014. In deze vergadering hebben wij een positief besluit genomen over het jaarverslag 2013 en de begroting 2015. M.B. Nas, namens de toezichthouders
Zowel in het bestuursbeleidskader van de Johannes Calvijnschool, als in het bestuurs- en directiestatuut en in de rapportages, komen de volgende onderdelen aan de orde: identiteit personeel en organisatie huisvesting en beheer financiën onderwijs en kwaliteit communicatie. De directie legt verantwoording af aan de besturen door middel van een door de besturen vastgesteld rapportagesysteem.
Organisatiestructuur Vanaf 1 september 2014 is er sprake van een gewijzigde managementstructuur. De heer Van den Bosch is directeur in Zeist en stafmedewerker in Veenendaal, de heer Van Eckeveld is directeur in Doorn en eveneens stafmedewerker in Veenendaal, de heer Van Wijngaarden is directeur van de Johannes Calvijnschool in Veenendaal. Mevrouw Rebel is locatieleider van de Geerseweg. Door haar vertrek ontstond een vacature en heeft het bestuur in december 2014 de heer J.C. Doornenbal in haar plaats benoemd. Iedere directeur is eindverantwoordelijk voor zijn school. De directeuren hebben onderling hun portefeuilles verdeeld. De directeuren en de locatieleider vormen samen het Managementteam. Het MT vergadert één keer per vier weken.
Organogram Johannes Calvijnschool
Sociaal jaarverslag De school is aangesloten bij het BWGS, de regels van deze instantie met betrekking tot het voorkomen van uitkeringen na ontslag worden gevolgd. Binnen het BDO wordt regelmatig aandacht besteed aan het welbevinden van de personeelsleden. Arbeidsomstandigheden beïnvloeden immers sterk het welzijn van de werknemers. Op vastgestelde tijden worden er functioneringsgesprekken en beoordelings- gesprekken gevoerd door de locatieleider met de betreffende leerkrachten. Ook de werkomstandigheden komen ter sprake. Alle leerkrachten zijn betrokken bij de nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs, zoals de invoering van opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken. Op de studiedagen zijn zij aanwezig. In de persoonlijke ontwikkelingsplannen nemen zij ook deze schooldoelen op. Twee leerkrachten (preventiemedewerkers) coördineren het arbo-beleid. Zij dragen zorg voor een goede inventarisatie en hebben overleg met de directeur. Diverse leerkrachten volgen de EHBO/BHV –cursus via het bedrijf van Wincoop Beveiligingen. Enkele keren zijn er in beide gebouwen ontruimingsoefeningen gehouden. In het kader van het arbo-beleid wordt het ziekteverzuim apart
geregistreerd. Het beleid is er op gericht om dit zo laag mogelijk te houden, door bijvoorbeeld een goede jaarplanning en onderlinge taakverdeling te maken. Het ziekteverzuim was in het cursusjaar 2013 – 2014 1,59 %. In het cursusjaar 2012 – 2013 was dit 3,62 %. Hieronder is een overzicht opgenomen van de leeftijdsverdeling van het personeel.
In 2014 waren 12 leerkrachten fulltime bij de school betrokken en 31 parttime leerkrachten, 5 MT-leden, een conciërge en twee managementassistentes, Mevrouw Muilwijk - de Pater en mevrouw Breas – Hol. Mevrouw Breas ondersteunt de school in het zoeken van vervanging voor leerkrachten die afwezig zijn, ook verricht zij de personeelsadministratie van de school voor het VGS. Totaal zijn dus 52 personen bij de school betrokken. In 2014 zijn 3 leraren in opleiding (lio-ers) benoemd. Deze gaven les vanaf januari tot de zomervakantie in de groepen 1, 5 en 6. Daarnaast waren er verschillende stagiaires van Driestar Educatief, het Hoornbeeckcollege en het Van Lodensteincollege. Geboorten Er was gezinsuitbreiding bij: fam. Van den Bosch - Benard, fam. Ebbers – van Soolingen, fam. Kleppe – Paanstra, fam. Van Beijnum – Bosch, fam. Groothedde – Ebbers, fam. De Vries – Hertog, fam. Vlastuin – van Gils, fam. Van den Berg – van Dijke, fam. Van Wolswinkel – Kasper, fam. Van de Langemeen – Valkenburg, fam. Baan – Geurtsen, fam. Van de Ree Doolaard – Hoogendoorn, fam.Bruggeman – van de Craats. Benoemingen en afscheid: We hebben afscheid genomen van de heer Van Iperen, die vanaf 2010 verbonden was aan de school als facilitair manager en directeur onderwijs ondersteunende diensten en juffrouw Rebel, die vier jaar aan onze school verbonden was. Zij was teamleider van groep 3/4 en vanaf 2013 was zij locatieleider van onze locatie Geerseweg. In 2014 zijn de volgende personen benoemd door het bestuur: meester. B. Fokker, juf Van Heemskerk, meester W. Westeneng en als onderwijsassistente juf E. Zaaijer. Mevrouw A. Boer – van den Bosch is benoemd als managementassistente. Zij is per 1 januari 2015 gestart. Per 31 december 2014 waren niet alle vacatures vervuld. De vacature voor locatieleider wordt per 1 april 2015 vervuld in de persoon van de heer J.C. Doornenbal. In overleg met de directeur bezochten verschillende leden van het bestuur volgens een vastgesteld rooster de school. Meestal vonden deze bezoeken in de ochtend plaats. Er werden twee bijbellessen gevolgd in een onderbouwgroep en bovenbouwgroep. Meestal werden aansluitend nog wat korte bezoeken aan andere groepen afgelegd.
Huwelijken. Op 14 maart is onze lio-juf Kin in het huwelijk getreden met de heer Plantinga en op 20 juni onze liojuf Lagarde met de heer Romeijn.
4.
Huisvesting en Beheer
Huisvesting In 2014 is het meerjarenbeleid groot onderhoud in de begroting verwerkt. De directie heeft enkele gesprekken gehad met de gemeente, buurtbewoners van de wijk ‘Holle Kamp’ en de directie van de CSV over de verkeersveiligheid op het PWA–park, Geerseweg en Sportlaan. Met de gemeente zijn verschillende gesprekken gevoerd door een delegatie van het schoolbestuur en de directeur rond het nieuw op te stellen Integraal Huisvestingsplan. Omdat de locatie Geerseweg in de komende jaren grote kosten met zich meebrengt, heeft het bestuur dit onder de aandacht van de gemeente gebracht.
Aantal leerlingen Op 1 oktober 2014 telde de school 556 leerlingen, in 2013 telde de school 570 leerlingen. Dat zijn 14 leerlingen minder. Naar verwachting zal dit in de komende jaren stabiliseren rond de 550 leerlingen. De leerlingen van onze school komen nagenoeg allemaal uit Veenendaal. Deze leerlingen behoren hoofdzakelijk tot de (Oud) Gereformeerde Gemeente (in Nederland), de Hersteld Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Protestantse Kerk in Nederland. Eind 2014 was het aantal groepen 22, waarvan 11 aan de Geerseweg en 11 groepen aan de Duivenwal. 5.
Financiën
Financiële acties In 2014 zijn er diverse acties op school geweest. Deze acties hebben netto het volgende bedrag opgeleverd:
Zendingsgeld Woord en Daad Oud papier
€ 10.338,48 € 186,44 € 1.879,50
Analyse van het nettoresultaat
Realisatie 2014 x € 1.000
Begroting 2014 x € 1.000
Verschil
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
2.254 6 260
2.331 227
-77 6 32
Totaal baten
2.520
2.559
-39
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
2.028 81 168 262
1.956 75 175 197
71 6 -7 66
Totaal lasten
2.539
2.403
136
-19
156
-175
9
11
-2
Nettoresultaat
-10
167
-177
Onderliggend resultaat
110
167
-57
Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten
Bovenstaand een cumulatief overzicht van de baten en lasten van de school en de vereniging. De organisatie draaide als geheel 10.000 euro negatief bij een begroot resultaat van 167.000 euro positief. Grote kanttekening bij bovenstaand overzicht is de ontvangst van extra gelden per einde 2013 vanuit het onderwijs- en herfstakkoord. Deze gelden waren bestemd voor en hadden betrekking op 2014 en zijn dan ook voor dit jaar begroot. Vanwege politieke redenen liet OCW deze gelden echter in de lasten van 2013 vallen, waardoor de school de baat in dat jaar heeft moeten nemen. Aangezien dit voor een enorme vertekening van zowel de cijfers van 2013 als de cijfers van 2014 zorgde, wordt gewerkt met een onderliggend resultaat waarin deze gelden worden gecorrigeerd. De extra gelden hadden een gezamenlijke omvang van ruim 120.000 euro. Inclusief deze baat bedraagt het resultaat ruim een ton positief, wat nog altijd duidelijk onder begroting ligt. Dit resultaat is als volgt opgebouwd:
Johannes Calvijnschool Vereniging
Realisatie 104 6 105
Begroot 167 167
Verschil -63 6 -57
B1 – De negatieve afwijking op de rijksbijdragen wordt meer dan verklaard door de genoemde verschuiving van de extra gelden. Hier stond tegenover dat de extra gelden over 2015 gedeeltelijk in 2014 terecht kwamen (vanwege uitkering via schooljaarsubsidie, totaal een kleine 20.000 euro) en dat de inkomsten voor zorg vanaf augustus onder de rijksbijdragen worden geboekt (vanwege de start van Passend Onderwijs, dit gebeurde eerder onder de overige baten). Daarnaast zorgde een gunstigere verdeling van onder- en bovenbouwleerlingen voor hoger uitvallende baten; B2 – Er werden onbegrote gelden ontvangen vanuit de gemeente voor schoolbegeleiding; B3 – De overige baten liggen ruim 30.000 euro boven begroting. Dit wordt echter vertekend door de genoemde verschuiving van de zorgmiddelen door de start van Passend Onderwijs, wat dit drukt. De meevaller ontstond door een hogere afrekening vanuit het oude samenwerkingsverband (circa 42.000 euro, waar 26.000 euro was begroot), een premierestitutie vanuit BWGS, een bonus vanuit VF over 2012/2013 en gelden Veldopleiderschap (waar logischerwijs ook lasten tegenover staan). L1 – De personele lasten liggen maar liefst 71.000 euro, oftewel een kleine 4% boven begroting. Dit komt enerzijds doordat de budgetten voor personeelsbeleid (met name schoolontwikkeling/ begeleiding) duidelijk te laag begroot waren, daarnaast vielen de loonkosten fors hoger uit. Er werd
bewust gekozen voor extra ondersteuning in de groepen enerzijds en een instroomgroep per november anderzijds; L4 – De overschrijding op de overige instellingslasten is met 66.000 euro / circa 33% fors te noemen. Alleen op het onderwijsleerpakket (budget van 40.000 euro) werd al een overschrijding gerealiseerd van 20.000 euro. Daarnaast werd nog eens 10.000 euro overschreden op de overige leermiddelen en 12.000 euro op de beheerslasten. Wat betreft het onderwijsleerpakket/de leermiddelen: eind 2013 gold een uitgavenstop, waardoor in 2014 dubbele lasten werden gerealiseerd. Daarnaast waren de budgetten simpelweg te laag begroot en was het kleutermateriaal aan vervanging toe. Financiële positie ACTIVA
Ultimo 2014 x € 1.000
Ultimo 2013 x € 1.000
Ultimo 2012 x € 1.000
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
477 -
406 -
401 -
Totaal vaste activa
477
406
401
Voorraden Vorderingen Liquide middelen
214 974
141 1.089
166 841
Totaal vlottende activa
1.189
1.230
1.007
Totaal activa
1.666
1.636
1.408
PASSIVA
Algemene reserve Bestemmingsreserves publiek Bestemmingsreserves privaat Bestemmingsfonds publiek Bestemmingsfonds privaat Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
Ultimo 2014 x € 1.000
Ultimo 2013 x € 1.000
Ultimo 2012 x € 1.000
968 50 -
976 52 -
736 50 -
1.018
1.028
787
421 227
382 226
381 240
1.666
1.636
1.408
Op bovenstaande balans zijn een aantal ontwikkelingen zichtbaar. Om te beginnen nam de waarde van de materiële vaste activa fors toe door een boven gemiddelde investeringsgraad. Onder het kopje ‘investerings- en financieringsbeleid’ wordt een uitsplitsing gegeven van de investeringssom. De vorderingen liggen duidelijk hoger dan gebruikelijk, wat te maken heeft met enerzijds de liquidatie van
het oude samenwerkingsverband en anderzijds de extra gelden over 2015 die met terugwerkende kracht over 2014/2015 zijn uitgekeerd. Beide zaken zijn na de balansdatum ontvangen. Het eigen vermogen daalde een fractie en de voorzieningen namen juist toe, doordat gedoteerd werd aan de onderhoudsvoorziening, maar nauwelijks lasten werden onttrokken. Dit doordat in afwachting van het integrale huisvestingsplan zo min mogelijk uitgaven worden groot onderhoud worden gedaan. Als gevolg van de lichte daling van het eigen vermogen, de stijging van de materiële vaste activa en de stijging van de vorderingen, namen de liquide middelen met meer dan een ton af. Financiële kengetallen Met behulp van een aantal kengetallen kan een verdere beoordeling worden gegeven van de financiële positie. Naast de waarden zoals deze gelden voor 2012, 2013 en 2014, worden tevens algemene adviesnormen gegeven. Kengetal Liquiditeit Solvabiliteit Rentabiliteit Weerstandsvermogen (bestuursniveau) Weerstandsvermogen (schoolniveau) Kapitalisatiefactor incl. privaat vermogen Kapitalisatiefactor excl. privaat vermogen
Norm 2,00 0,50 n.v.t. n.v.t. 15,00% max.60% max.60%
2014 5,25 0,61 -0,41% 24,00% 21,77% 64,62% 62,98%
2013 5,45 0,63 9,16% 25,92% 23,75% 60,50% 58,84%
2012 4,19 0,56 4,63% 16,46% 14,31% 53,04% 51,90%
De kengetallen geven een zeer gezonde financiële positie weer. Alle kengetallen liggen duidelijk boven de gestelde normen. De verschuiving van de extra gelden van 2014 naar 2013 vertekend logischerwijs sterk de rentabiliteit van beide jaren. Als gekeken wordt naar het onderliggend resultaat, dan zou de rentabiliteit in beide jaren tussen de 4% en de 5% liggen. Het weerstandsvermogen daalde wat, door de lichte daling van het eigen vermogen, maar met name de aanzienlijke stijging van de materiële vaste activa. Dit zorgt er immers voor dat er minder vrij beschikbaar vermogen (eigen vermogen minus materiële vaste activa) resteert. Het weerstandsvermogen ligt, ook exclusief privaat vermogen, nog altijd ruim boven de gestelde norm van 15%. Nominaal betreft het verschil circa anderhalve ton. De kapitalisatiefactor ligt, ook exclusief privaat vermogen, een fractie boven de maximumnorm van 60%. Dit kengetal wordt door de inspectie gehanteerd om te monitoren of besturen niet te veel vermogen aanhouden gezien hun grootte. Kanttekening hierbij is dat de signaleringsgrens in het verleden anderhalf keer de norm, oftewel 90% bedroeg. De school zit hier nog altijd ver onder. Investerings- en financieringsbeleid Zoals reeds eerder werd gesteld, kenmerkte het verslagjaar 2014 zich door een boven gemiddelde investeringsgraad. Er werd in totaal voor een bedrag van 151.900 euro geïnvesteerd in materiële vaste activa, tegenover een afschrijvingslast van 80.500 euro. De investeringssom bestond voor 26.200 euro uit investeringen in inventaris en apparatuur (voor een kopieermachine, om de vaste kopieerlasten te drukken en voor meubilair), 79.500 euro in ICT, 21.500 euro in leermiddelen (onder andere voor Venster op Nederland en Wondering the World) en 24.600 euro in overige materiële vaste activa (voor zonweringen). Het financieringsbeleid is erop gericht dat er geen gebruik behoeft te worden gemaakt van externe kredietverstrekkers. Alle investeringen zijn binnen dit beleid uitgevoerd.
Treasury verslag In 2013 hebben er geen beleggingen plaatsgevonden in risicodragend kapitaal. De beschikbare vrije middelen werden overgemaakt naar een spaarrekening. Er hebben zich in het verslagjaar geen liquiditeitsproblemen voorgedaan. Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. Om dit te waarborgen is door het bestuur een treasurystatuut opgesteld, waarin afspraken zijn vastgelegd inzake de wijze waarop wordt omgegaan met de regeling beleggen en belenen. Daarnaast is in dit statuut opgenomen wie welke verantwoordelijkheden op dit terrein heeft. Toekomstperspectieven en continuïteit Toekomstige externe ontwikkelingen Bij het opstellen van de begroting 2015 en verder is gerekend met een aantal externe ontwikkelingen die hieronder kort beschreven worden. Extra middelen vanuit politieke onderwijsakkoorden Er is de afgelopen tijd sprake geweest van diverse gesloten akkoorden en extra middelen voor het onderwijs. Intussen is duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is van structurele extra gelden die richting het onderwijs komen. Deze gelden zijn nu gebundeld in het bestuursakkoord, waarin verschillende ambities geformuleerd zijn voor de toekomst. Kortgezegd gaat het om: 1. Uitdagend onderwijs, vernieuwing en ICT; 2. Brede aanpak onderwijsverbetering; 3. Professionele scholen; 4. Doorgaande ontwikkellijnen. Ook de reeds bestaande prestatiebox-middelen zijn in dit akkoord opgenomen. In de meerjarenbegroting is daarom structureel rekening gehouden met circa 137.000 euro per jaar (2015) oplopend naar een kleine 180.000 euro per jaar (2019). Tegenover deze structurele extra middelen zullen ook extra uitgaven staan om de doelen uit het gesloten akkoord te kunnen realiseren. Veel van de geformuleerde doelstellingen sluiten echter aan op de huidige praktijk. Nieuwe CAO primair onderwijs Begin 2015 is er een nieuwe cao voor het primair onderwijs tot stand gekomen. De effecten hiervan dienen gefinancierd te worden uit bovengenoemde extra middelen. Niet alle effecten zijn al volledig te overzien. Dit was bij het opstellen van de begroting ook nog niet het geval. Er is daarom zoveel mogelijk een doorrekening gemaakt van de oude situatie. In de begroting is wel rekening gehouden met de loonstijging van 1,2%. Passend Onderwijs & Zorg De invoering van Passend Onderwijs is van start gegaan op 1 augustus 2014. Dit betekent dat de rugzakken zijn vervallen en de oude samenwerkingsverbanden opgeheven zijn. De zorgmiddelen worden momenteel ontvangen vanuit het nieuwe samenwerkingsverband Berséba. Bij het opstellen van de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de meerjarenbegroting van Berséba die oplopende bedragen laat zien.
Decentralisatie groot onderhoud Een laatste belangrijke ontwikkeling is de doordecentralisatie van de verantwoordelijkheid van het buitenonderhoud per jongstleden 1 januari 2015. Dit zorgt ervoor dat zowel de lasten van het buitenonderhoud als de bekostiging hiervoor overkomt naar de school. In de begroting is expliciet rekening gehouden met beide zaken. De lasten voor de komende jaren zijn geschat op basis van het recente onderhoudsplan. De bekostiging die hier tegenover staat, bestaat uit een basiscomponent en een eenmalige overgangsregeling voor kleine scholen (met een Materiële Instandhouding van minder dan 750.000 euro) met oudere gebouwen (van voor 2000). Toekomstige interne ontwikkelingen Teldatum per 1 oktober
2013
2014
2015
2016
2017
2018
280 290 570
271 285 556
270 286 556
265 287 552
252 293 545
256 277 533
Aantal FTE’s 2016 1,00 27,73 5,69 34,42
2017 1,00 27,50 5,14 33,64
2018 1,00 27,19 5,14 33,33
2019 1,00 26,79 5,14 32,93
Onderbouw totaal Bovenbouw totaal Totaal
Functiecategorie Directie Leerkracht O.O.P. Totaal
2014* 1,29 29,14 4,86 35,29
2015 1,00 28,61 6,16 35,77
Bovenstaande tabellen laten de verwachte ontwikkeling zien van het leerlingenaantal en ook van de inzet. Het leerlingaantal laat voor de komende jaren een duidelijke daling zien, wat de begroting logischerwijs onder druk zet. De verwachting vanuit de gemeente Veenendaal is dat de school op lange termijn rond de 545 blijft hangen. Wellicht dat het leerlingaantal voor 2018 daarom wat te pessimistisch is ingeschat. De school draait momenteel met 21 vaste groepen en twee instroom-groepen, welke beginnen per november en februari. Bovenstaande personeelsbezetting is gebaseerd op het huidige aantal groepen, extra onderwijsassistentie en de nieuwe MT-structuur. Staat van baten en lasten - begroting Realisatie 2014 x € 1.000
Begroting 2015 x € 1.000
Begroting 2016 x € 1.000
Begroting 2017 x € 1.000
Baten (B1) Rijksbijdragen (B2) Overige overheidsbijdragen (B3) Overige baten
2.254 6 260
2.330 157
2.291 144
2.317 144
Totaal baten
2.520
2.487
2.435
2.461
Lasten (L1) Personele lasten (L2) Afschrijvingen (L3) Huisvestingslasten (L4) Overige instellingslasten
2.028 81 168 262
2.025 85 171 208
2.034 88 171 204
2.066 92 171 204
Totaal lasten
2.539
2.490
2.497
2.533
-19
-3
-62
-72
9
10
10
10
-10
7
-52
-62
Saldo baten en lasten (R1) Saldo fin. baten en lasten Nettoresultaat
Bovenstaand de realisatie over 2014, afgezet tegen de begrote resultaten voor de komende drie jaar. Over 2014 wordt het werkelijke en dus niet het gecorrigeerde/onderliggende resultaat weergegeven. Voor een toelichting hierop, zie de analyse van het nettoresultaat. De resultaten zijn vanaf 2016 negatief en het negatieve saldo loopt in de komende jaren op als gevolg van een dalend leerlingaantal. De school verwacht ten opzichte van het leerlingaantal van oktober 2013 een daling in vier jaar van zo’n 25 leerlingen. Dit zet de begroting bij een nagenoeg gelijkblijvend personeelsbestand logischerwijs onder druk. Aan de batenkant is een verschuiving zichtbaar tussen de overige baten en de rijksbijdragen. Dit doordat de gelden vanuit het samenwerkingsverband voor zorg in het verleden onder de overige baten verantwoord werden, waar dit in de toekomst onder de rijksbijdragen moet gebeuren. Daarnaast valt een stijging van de materiële bekostiging op als gevolg van de doordecentralisatie groot onderhoud. Aan de lastenkant valt met name een stijging van de loonkosten op, als gevolg van jaarlijkse tredeverhogingen, waardoor een ongewijzigd personeelsbestand jaarlijks duurder wordt. Daarnaast lopen de afschrijvingslasten de komende jaren op door de geplande investeringen. Balans ACTIVA
Ultimo 2014 x € 1.000
Ultimo 2015 x € 1.000
Ultimo 2016 x € 1.000
Ultimo 2017 x € 1.000
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
477 -
447 -
419 -
402 -
Totaal vaste activa
477
447
419
402
Voorraden Vorderingen Liquide middelen
214 974
144 1.088
144 752
144 755
Totaal vlottende activa
1.189
1.232
896
899
Totaal activa
1.666
1.679
1.316
1.301
PASSIVA
Ultimo 2014 x € 1.000
Ultimo 2015 x € 1.000
Ultimo 2016 x € 1.000
Ultimo 2017 x € 1.000
968 50 -
1.015 52 -
963 52 -
901 52 -
1.018
1.067
1.015
953
421 227
374 239
62 239
110 239
1.666
1.679
1.316
1.301
Algemene reserve Best. reserve publiek Best. reserve privaat Best. fonds publiek Best. fonds privaat Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
Bovenstaande balans is de geschatte balans uit de begroting en sluit dus niet aan bij de werkelijke balans per einde 2014. Op het moment van schatten werd nog gewerkt met een duidelijk positiever geprognotiseerd resultaat per einde 2014. De belangrijkste ontwikkeling op de balans is logischerwijs het teruglopen van het eigen vermogen als gevolg van de negatieve resultaten. Daarnaast loopt de waarde van de materiële vaste activa de komende jaren een fractie terug. Het verloop van de voorziening is logischerwijs onbetrouwbaar, vanwege de onduidelijkheid rond de huisvestingssituatie. In de begroting is nu rekening gehouden met een onttrekking van de volledige voorziening in 2016. Risicobeheersing en intern toezicht Ten einde de risico’s zoveel als mogelijk te beperken hanteert de school een planning en controle cyclus waarbij de directie samen met een externe deskundige/controller van VGS Adivio de ontwikkeling van de financiële prestaties monitort en hier ook periodiek verantwoording over aflegt richting het bestuur. De basis voor de verantwoording wordt naast de realisatie gevormd door de meerjarenbegroting die voorafgaand aan elk jaar door de directie wordt opgesteld en ter fiattering aan het bestuur wordt voorgelegd. In deze meerjarenbegroting worden zo veel als mogelijk financiële risico’s onderkent en wordt beoordeeld in hoeverre acties nodig zijn. Ten einde de interne risico’s zoveel als mogelijk te beperken is, ten behoeve van de interne controle, de administratieve organisatie beschreven van de processen met een financieel risico. Hierin is de functiescheiding, overdraagbaarheid en betrouwbaarheid van informatie gewaarborgd. Tussen het bestuur en haar administratieve dienstverlener, VGS Administratie, is daarnaast een Service Level Agreement van toepassing. Voor het opvangen van de zogenaamde restrisico’s en onvoorziene calamiteiten gebruikt de school in haar financieel beleid onder andere het kengetal weerstandsvermogen om te zorgen dat er voldoende eigen vermogen beschikbaar is als risicobuffer. Voor de vaststelling van de hoogte van deze buffer is gekozen voor een standaardrisicoprofiel, oftewel 15%.
De hierboven beschreven interne risicobeheersings- en controlesystemen hebben gezorgd voor het uitsluiten van bepaalde risico’s en het in kaart brengen van andere risico’s. Het gaat dan met name om financieel gerelateerde risico’s die blijken uit de meerjarenbegroting. Dit zijn: - Mutaties in het leerlingaantal; - Personele mutaties; - Kosten rondom Passend Onderwijs; - Overheveling buitenonderhoud; - Huisvestingssituatie. De niet-financiële risico’s komen in de overige hoofdstukken van het jaarverslag aan de orde.
6.
Onderwijs en kwaliteit
Samenwerkingsverband Berséba Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. Dit is het landelijke reformatorische samenwerkingsverband voor primair en speciaal onderwijs. Basisondersteuning Alle leerlingen op onze school hebben onze zorg nodig. Dit is in eerste instantie de taak van de leerkracht. De leerkracht volgt de kinderen door te observeren en door te toetsen. Meerdere keren per jaar worden er objectieve landelijk genormeerde toetsen afgenomen; de Cito-toetsen. De toetsuitslagen van Cito en van de methodetoetsen worden opgeslagen in ons leerlingvolgsysteem (LVS). Deze uitslagen worden schriftelijk aan de ouders meegedeeld. Daarnaast worden observatielijsten ingevuld op sociaal-emotioneel terrein. Aan de hand van observatie en toetsing bepaalt de leerkracht hoe hij of zij handelt. De leerkracht biedt het onderwijs op een aantal niveaus aan om zo tegemoet te komen aan de verschillende behoeften van kinderen. Ieder kind is immers geschapen met zijn of haar eigen talenten. Kinderen die de basisstof (de vierkantgroep) niet aankunnen, krijgen het aanbod van de cirkelgroep. Vaak houdt dit in dat kinderen extra instructie krijgen. Kinderen die de basisstof vlug beheersen, komen in de driehoekgroep. Zij maken minder van de basisstof en krijgen daarna pluswerk of meerbegaafdheidswerk. De leerkrachten werken volgens de principes van Handelings- en Opbrengstgericht Werken (HOGW). Deze werkwijze is erop gericht om niet te focussen op problemen, maar pro-actief te kijken wat kinderen nodig hebben. De leerkrachten stellen doelen voor de groep en werken hier naartoe. Vanaf augustus 2014 is een meerbegaafdheidscoördinator aangetrokken. Zij werkt het opgestelde beleid met betrekking tot meerbegaafdheid verder uit. Er zijn een aantal speergroepen samengesteld uit kinderen die zorgvuldig geselecteerd zijn. Deze kinderen gaan een middag per week op hun eigen niveau aan het werk onder verantwoordelijkheid van de meerbegaafdheidscoördinator. Extra ondersteuning Extra begeleiding van kinderen met leer- en/of gedragsproblemen kan zowel binnen als buiten de klas plaats vinden. De leerkracht wordt hierin bijgestaan door de intern begeleider (IB-er) en/of de remedial teacher (RT-er). De IB-er heeft daarin een coördinerende taak en de RT-er vooral een uitvoerende taak. Bij sommige kinderen is het nodig om de schoolbegeleidingsdienst ‘Driestar Educatief’ in te schakelen. De orthopedagoog observeert, voert gesprekken en in enkele gevallen voert hij onderzoek uit. Voor een aantal kinderen maken we gebruik van ambulante begeleiding uit het speciaal basisonderwijs of van een andere instelling met specifieke kennis. Acht kinderen ontvingen extra begeleiding die bekostigd werd vanuit een arrangement. Er zijn in 2014 vijf leerlingen verwezen naar het speciaal basisonderwijs.
Verantwoording besteding middelen Berseba De inkomsten vanuit Berseba hebben we besteed aan onderdelen die ook in het ondersteuningsplan genoemd zijn. De belangrijkste uitgavenpost is de inzet van personen die worden ingezet voor de leerlingenzorg. We denken aan de drie intern begeleiders, de remedial teachers en de onderwijsassistenten. De leerlingen met een arrangement krijgen extra hulp en ondersteuning vanuit de bovengenoemde personen. Daarnaast worden ook materiële middelen aangeschaft ter ondersteuning in dit arrangement. Een andere belangrijk onderdeel is het opzetten van het beleid en de uitwerking van meerbegaafdheid op school. Een meerbegaafdheidscoördinator is aangesteld, die ook de vier speergroepen aanstuurt. Uitslag Cito-toets De gemiddelde gecorrigeerde standaardscore van de Cito-eindtoets was in 2014 537,7. In 2013 was dit 536,3. De school zit met deze score boven het landelijk gemiddelde. Voor de school is echter ook het welbevinden van de leerlingen belangrijk. Dit is vaak een randvoorwaarde om tot goede schoolprestaties te komen. Het schoolbeleid voor de toekomst is om met de uitslag van de Cito-eindtoets boven het landelijk gemiddelde te blijven en de opbrengsten van de tussentijdse Cito (methode)toetsen te analyseren. Met de leerkrachten kunnen eventuele interventies worden besproken. Van de 85 leerlingen uit groep 8 gingen in 2014 26 % naar het VMBO en 74 % naar HAVO/VWO.
Cito Eindtoets standaardscore 539 538 537 536
ondergrens
535
bovengrens
534
landelijk gemiddelde
533
gemiddelde JCS
532 531 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Onderwijskundige veranderingen en kwaliteitszorg Ook in het jaar 2014 werd er gewerkt aan de hand van een jaarplan. In dit jaarplan zijn de speerpunten genoemd die leidend zijn voor de ontwikkeling van de school en organisatie. Dit jaarplan is besproken met het team. De speerpunten in 2014 uit het jaarplan betroffen de volgende zaken: Handelings- en Opbrengstgericht werken: De laatste jaren zien we een stijging van de resultaten op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling. De nieuwe rekenmethode Wereld in Getallen is een goede methode, die gedifferentieerde instructie geeft op drie niveaus.
Daarnaast zijn ook groepsplannen rekenen, onder leiding van een rekenexpert opgesteld. De doelen zijn behaald en er wordt verder gewerkt in 2015 met het groepsplan lezen voor groep 3,4 en 5. Meerbegaafdheidsbeleid: Het beleid voor meerbegaafdheid is opgesteld en op verschillende vergaderingen met het personeel besproken. Een meerbegaafdheidscoördinator is aangesteld om het beleid verder uit te werken en de speergroepen samen te stellen. Dit doel is behaald en inmiddels werken de speergroepen vanaf mei 2014. In de komende tijd wordt verder onderzocht hoe om het pluswerk voor de leerlingen, die niet in de speergroep een plaats hebben gekregen, uit te breiden. Engels: De methode My name is Tom is ingevoerd in de groepen 5 t/m 8. Dit doel is behaald. De leerkrachten worden geschoold in persoonlijke vaardigheden in Engels en het geven van Engelse les. Deze cursussen worden gegeven door twee leraren Engels aan een groep leerkrachten van reformatorische scholen in de omgeving. Het doel is om in 2018 alle leerkrachten Engels op B2 niveau te laten behalen. Seksuele vorming: De lessen Wonderlijk gemaakt zijn vanaf maart 2014 gegeven in alle groepen. Vanuit de ouderkring en het ouderpanel zijn positieve geluiden gehoord. We hopen deze lessen jaarlijks te geven. Gewetensvorming: in februari 2014 zijn twee themaweken geweest, waar we met de leerlingen rond de 10 geboden hebben stil gestaan. Communicatie met kinderen: in het kader van Passend onderwijs worden jaarlijks twee individuele gesprekken door de leerkracht met alle leerlingen gehouden om informatie te verzamelen rond hun onderwijsbehoefte en welbevinden. Vanaf november 2014 is gestart met een teamtraining, waarbij leerkrachten worden geoefend in het herkennen van de persoonlijkheidstypen van de leerlingen. Het PCM-model (Process Communication Model) wordt hiervoor gebruikt. De begeleider heeft alle groepen bezocht en met de leerkracht een nagesprek gevoerd. Ondersteuningsprofiel: In het kader van Passend onderwijs is een ondersteuningsprofiel van de school opgesteld. In het ondersteuningsprofiel zijn de kwaliteit en de ambities van onze school beschreven. Ouderpanel: Er is een ouderpanel ingesteld. Deze komt drie keer per jaar bijeen om feedback te geven over onderwerpen, die door het management worden aangedragen. Keuze geschiedenismethode: Er is een keuze gemaakt voor een nieuwe geschiedenismethode als vervanger op ‘Er is geschied.’ De methode Venster op Nederland is gekozen en inmiddels in de groepen 5 t/m 8 ingevoerd.
Opbrengsten De opbrengsten (resultaten) van het onderwijs op onze school zijn boven het niveau van het landelijk gemiddelde. Zowel met technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen zijn de opbrengsten goed. De opbrengsten zijn op of boven het landelijk niveau. In de gesprekken met de leerkrachten worden ook de resultaten van de groep betrokken. Het gaat dan niet alleen om lezen, rekenen en spelling, maar ook om het welbevinden van de leerling. Nu het pedagogisch leerlingvolgsysteem ‘Zien’ is ingevoerd, kan per leerling ook gezien worden hoe de betrokkenheid en het welbevinden van de leerling is. Inspectie De inspecteur heeft op 13 november 2014 een bezoek gebracht aan de school. Dit was een uitgebreid stelselonderzoek, waar de volgende terreinen zijn onderzocht: opbrengsten, leerstofaanbod, tijd, schoolklimaat, didactisch handelen, afstemming, begeleiding, zorg, kwaliteitszorg en wet- en regelgeving. De inspectie was tevreden over de sfeer en kwaliteit van het onderwijs op de school. De inspectie heeft enkele (3) afwijkingen gevonden. Daar is een actieplan voor gemaakt. Opnieuw werd door de inspectie een basisarrangement gegeven.
Nascholing Vanuit het WSNS-samenwerkingsverband werden er, in het kader van de leerlingenzorg, regelmatig lezingen georganiseerd. Deze lezingen werden bezocht door een deel van het team. Er zijn diverse gesprekken geweest met twee schoolbegeleiders van Driestar Educatief in het kader van schoolontwikkeling. Zij hebben onder andere de begeleiding van handelings- en opbrengstgericht werken en rekenen voor hun rekening genomen. Er zijn enkele studiedagen onder leiding van een externe coach rond PCM georganiseerd. Daardoor krijgen de leerkrachten zicht op de persoonlijkheidstypen van leerlingen en van zichzelf en hoe de interactie kan plaats vinden om stressgedrag te voorkomen. Er zijn door MT-leden en interne begeleiders diverse bijeenkomsten van het samenwerkingsverband WSNS Ede gevolgd. Er is een marktdag georganiseerd voor het personeel van de drie scholen uit Doorn, Veenendaal en Zeist. De hoofdspreker was de heer T. van der Schans, die een lezing heeft gehouden over het belang van geschiedenisonderwijs in het licht van Psalm 78. Er zijn individueel cursussen en opleidingen gevolgd. Deze hadden betrekking op: Bedrijfshulpverlening EHBO Schoolmanagement Bartimeüs (rugzakleerlingen) Meerbegaafdheid Persoonlijke ontwikkeling (coachingsgesprekken) Dyslexie Verantwoording besteding prestatiebox Naar aanleiding van het bestuursakkoord heeft de school financiële middelen gekregen. Vanuit de doelstelling om goed onderwijs te verlenen, zijn de gelden besteed aan een aantal ambities. Deze ambities hebben betrekking op het handelings- en opbrengstgericht werken. Met betrekking tot rekenen en lezen zijn veel activiteiten ontwikkeld. Deze ambities zijn terug te vinden in het jaarplan 2013 – 2014 en 2014 – 2015. Zo is er bijvoorbeeld een nieuwe rekenmethode aangeschaft en zijn de leerkrachten geschoold in de didaktiek van het rekenonderwijs. Daarnaast is vooral gewerkt aan de bekwaamheid en professionaliteit te verhogen met betrekking tot het opbrengstgericht onderwijs. Het onderdeel meerbegaafdheid is een ambitie van de school. Dit is ook vermeld in het ondersteuningsplan. Er is een coördinator meerbegaafdheid aangesteld. Er zijn vier speergroepen samengesteld, die wekelijks onder begeleiding van de coördinator een afgestemd lesprogramma volgen. Er zijn onderwijsassistenten aangesteld, die een deel van de leerlingenzorg overnemen, maar ook worden ingezet voor groepsverkleining. De beginnende leerkrachten worden begeleid en ondersteund door de schoolleiding en intern begeleiders. Daarnaast volgen zij de cursus beginnende leerkrachten. Deze scholing wordt gegeven vanuit Vebakowosz, de samenwerkende scholen reformatorisch onderwijs in Veenendaal en omgeving. Schoolreizen De volgende plaatsen zijn bezocht : Groep 2 : Speeltuin De Pol Groep 3-4 : Openluchtmuseum in Arnhem Groep 5-8 : Archeon in Alphen aan den Rijn
ICT en media In 2014 zijn verschillende digiborden geplaatst. Dit betekent dat in alle groepen 3 t/m 8 een digibord is geïnstalleerd. De laatstse digiborden hebben een touchscreen scherm. Verder worden nieuwe ontwikkelingen door de ICT-coördinatoren en de ICT-projectgroep goed in de gaten gehouden. Er vindt een voortdurende bezinning plaats op de rol van ICT en nieuwe media in onze school. In 2014 werken de leerlingen van groep 7 en 8 twee keer per week met een laptop in hun lokaal. Ook is de school inmiddels aangesloten op het glasvezel netwerk. Dit is zowel voor internet, als voor telefonie.
Excursies en cultuureducatie Alle groepen mogen excursies organiseren, die passend zijn bij het thema of project, waar de kinderen aan werken. Vooraf wordt aan de directie toestemming gevraagd en de ouders worden op tijd ingelicht. In het kader van cultuureducatie zijn enkele excursies uitgevoerd. 7. Communicatie De directie zorgt voor interne en externe contacten. Via de maandelijkse informatiebrieven proberen we de ouder(s)/verzorger(s) op de hoogte te houden van de dagelijkse gang van zaken. In 2014 verscheen de maandelijkse nieuwsbrief. Deze werd uitgebreid met een aantal bladzijden informatie over de school, leerlingenwerk en een fotopagina. Daardoor kunnen eerder de belangrijke zaken aan de ouders worden gecommuniceerd. Eenmaal per jaar verschijnt de schoolgids. De opmerkingen en inbreng van ouders wordt meegenomen in het MT-overleg en wordt verwerkt in het schoolbeleid. De directeur heeft o.a. contacten onderhouden met de SGP, predikanten van de participerende kerken, ambtenaren onderwijs en huisvesting gemeente Veenendaal, administratiekantoor VGS, directeuren Basisonderwijs en Voortgezet onderwijs in Veenendaal en de directeuren van reformatorische basisscholen in de omgeving van Veenendaal. De samenwerking tussen deze scholen draagt als naam Vebakowosz. In gezamenlijkheid op basis van zelfstandigheid werken de scholen samen op gebied van onderwijskundige ontwikkelingen en het volgen van nascholing. Enkele thema’s waren: gezamenlijk inkopen van nascholing, organiseren van werkplaatsen voor beginnende leerkrachten en teamleiders, studiedagen over mediabeleid, identiteitsbeleid, financieel beleid en personeelsbeleid, gesprekken met de directie van het VGS en Driestar Educatief. De directeur onderhoudt namens het Lokaal Bestuur de contacten met de MR. De directie heeft de vergadering van de reformatorische samenwerkende scholen rond Veenendaal bijgewoond. Tevens bezoekt de directie de vergaderingen van het WSNS- samenwerkingsverband Ede. Een belangrijk thema is de uitwerking van ‘Passend onderwijs’. In de toekomst zullen deze verschillende contacten en vergadermomenten belangrijk worden in de beleidskeuzes die de school zal maken. Bijeenkomsten/evenementen in het afgelopen jaar Hieronder treft u in het kort een aantal schoolzaken aan. De schooljaaropening en -sluiting in de kerk Een keer een creatieve middag Zes oudermorgens in de groepen 1, 2 en 3 De jaarlijkse vieringen rondom de heilsfeiten Excursies (museum/bos/kinderboerderij) Schoolreizen Een voorlichtingsavond voor de ouder(s)/verzorger(s) van de groep-8 leerlingen.
Voorlichtingsavonden betreffende niveauaanpassing (P2-programma) Inschrijfavonden Een aantal kennismakingsavonden voor nieuwe ouders IRT-gesprekken door IRT-leerkrachten Contactavonden (drie keer per jaar) Ledenvergadering Afscheidsavond van groep 8 Informatieavond in september Sport- en spelletjesdag in april
8. Tenslotte Het jaar 2014 overziende, stelt het bestuur vast dat de gang van zaken binnen onze school voorspoedig mocht gaan. Er was blijdschap en reden tot dankbaarheid als we denken aan geboortes, huwelijken, verjaardagen, jubilea etc. Er waren echter ook zorgen, kleine, maar soms ook grote zorgen. In verschillende gezinnen was rouw en verdriet. We denken aan familie Hardeman, waar de moeder is overleden. Verschillende kinderen en ouders waren ziek of moesten opgenomen worden in het ziekenhuis. Ook was er onzekerheid omtrent werkgelegenheid. Toch past oprechte dankbaarheid aan de Heere die alles geleid en bestuurd heeft. Ondanks onze tekortkomingen geeft Hij ons op onze school alles wat we nodig hebben om het werk te doen. Bovendien mocht iedere dag Zijn Woord open gaan en verteld worden aan de kinderen, en mochten de psalmen gezongen worden. Het is de wens van het bestuur dat Gods Woord vruchten van bekering mag voortbrengen in het leven van onze kinderen, zodat ook dit vele werk mag zijn tot Gods eer. De Heere geve aan ouders, personeel, kinderen, directie, MR en bestuur die genade in ons hart om te leven en te werken in afhankelijkheid van Hem overeenkomstig Zijn bevel en belofte.