JAARVERSLAG 2014
Stichting Trombosedienst voor het Gooi Hilversum
Jaarverslag 2014
1
JAARVERSLAG 2014
Inhoud Blad 1. Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi
3
2. Jaarverslag 2014
4
2.1. - Directieverslag 2.2. - Bestuursverslag 3. Fiscale positie
15
4. Balans per 31 december 2014
16
5. Resultatenrekening over 2014
17
6. Financiële positie
18
7. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
19
8. Toelichting op de balans
20
8.1. - Activa
21
8.2. - Passiva
22
9. Toelichting op de resultatenrekening
27
9.1. - Baten
28
9.2. - Lasten
29
10. Accountantsverklaring
Bijlage
33 35
Overzicht materiële vaste activa
2
JAARVERSLAG 2014
1.
Bestuursleden van de Stichting Trombosedienst voor het Gooi De Trombosedienst voor het Gooi is gevestigd te Hilversum en wordt beheerd door de Stichting Trombosedienst voor het Gooi.
Het bestuur van deze stichting was in het jaar 2014 als volgt samengesteld:
De heer F.F.L. Vlak, arts n.p.
voorzitter
Blaricum
De heer drs. J.A. Muurling MMC, bestuurskundige
secretaris
Baarn
De heer Drs.R.M. Reetraa, belastingadviseur
penningmeester
Amsterdam
Mevrouw drs. S.A. Luykx-de Bakker, internist/oncoloog
lid
Hilversum
De heer dr. M.G.L.M. Elisen, klinisch chemicus
lid
Bilthoven
De heer J. van der Horst, huisarts
lid
Hilversum
Directie: Mevrouw B.D. van Dolder, arts
3
JAARVERSLAG 2014
JAARVERSLAG 2014 DIRECTIE TROMBOSEDIENST voor het GOOI In dit jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen en activiteiten, die in 2014 bij de Trombosedienst voor het Gooi (TDG) hebben plaatsgevonden. PATIENTENZORG Reguliere bepalingen Het aantal reguliere bepalingen in 2014 bedroeg 103.472. Dit aantal is ten opzichte van 2013 gedaald met 1,7 % (in 2013 105.198 reguliere bepalingen). Het percentage huisbezoeken bij reguliere patiënten bedroeg in 2014 47 %, dit is t.o.v. 2013 met 8 % gestegen (in 2013 44 %). Door de hoge gemiddelde leeftijd van de populatie in het Gooi is het steeds moeilijker om patiënten tot bezoek aan een prikpost te motiveren. Landelijk gezien bedroeg het gemiddelde percentage huisbezoek over 2013 42 %. ( in 2012 35 %.). N.B. Vanaf 2014 worden patiënten, die volgens een nieuw concept door de thuiszorg worden geprikt en door de trombosedienst worden gedoseerd ook bij de reguliere thuiszorg patienten geteld. Het aantal nieuwe patiënten over 2014 bedroeg 1419. Dit aantal is t.o.v. 2013 met ca. 15 % gedaald (in 2013 bedroeg het aantal nieuwe patiënten 1668). Het percentage patiënten met indicatie atriumfibrilleren is opnieuw met 2% toegenomen, namelijk 71 % ( in 2013 69 % van de totale populatie patiënten), het aantal patiënten met een zgn. preventieve indicatie is stabiel gebleven (in 2013 0.3 %). Deze ontwikkelingen volgen de landelijke trend.
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal reguliere Bepalingen 101.500 101.712 103.921 103.923 107.090 105.198 103.472
Percentage huisbezoek 44 % 45 % 46 % 46 % 48 %. 44 % 47 %
Nieuwe Reguliere Patiënten 1489 1595 1435 1432 1411 1668 1419
Percentage atriumfibrilleren 68 % 68 % 65 % 65 % 65 % 69 % 71 %
Percentage Preventieve indicaties 3% 2% 1% 0,5 % 0,3 % 0,3 % 0,2 %
Aan de FNT (Federatie Nederlandse Trombosediensten) werd het medisch jaarverslag over 2014 verstrekt, opdat dit in het gemeenschappelijk jaarverslag 2014 kan worden verwerkt.
4
JAARVERSLAG 2014
Zelfmeten In 2014 werden 169 patiënten getraind voor het gebruik van zelfmeetapparatuur (begroot was 100). Voor deze training maakten 153 patiënten gebruik van de mogelijkheid om via internet getraind te worden. De digitale trainingsmethode heeft het voordeel, dat de training op het door de patiënt gewenste tijdstip en tempo kan worden gevolgd. Op 31 december 2014 maakten in totaal 1350 patiënten gebruik van zelfmeetapparatuur. In 2014 zijn 53 patiënten getraind in het zelf doseren, per 31 december 2014 bedroeg het aantal zelf doserende patiënten 263.
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal patiënten zelfmanagement eind van het jaar 600 696 808 1077 1091 1128 1350
Aantal Zelfdoserende Patiënten 141 164 219 227 219 223 263
MEDEWERKERS Het aantal formatieplaatsen voor de werknemers met een vast dienstverband bedroeg in 2014 21,2 FTE; aangevuld met de oproepkrachten in totaal 23,2 FTE. Opnieuw zijn enkele medewerkers opgeleid tot doseeradviseur. Het paramedisch doseren is in de dagelijkse routine opgenomen, zodat de artsen meer ruimte hebben om de specifieke doseerproblemen op te lossen en om supervisie te geven op de doseeradviseurs van de Trombosedienst Flevoland. Er werd ruim gebruik gemaakt van het aanbod tot scholing. Dit past in het streven om alle medewerkers ook via opleiding en examens te kwalificeren. Dit is extra van belang met het oog op mogelijk nieuwe ontwikkelingen als gevolg van de introductie van de zgn. “Nieuwe antistollingsmiddelen”. Het verzuimpercentage bedroeg in 2014 9,57 %. Dit betekent meer dan een verdubbeling t.o.v. 2013 (3,9 %). Helaas zijn een tweetal medewerkers geconfronteerd met ziekte. De personeelsvertegenwoordiging (PVT), die in 2005 werd geïnstalleerd, telt thans vier leden en functioneerde ook in 2014 weer naar wens. Er werd volgens plan vergaderd mét en zonder de directeur en zoals gebruikelijk één maal met twee afgevaardigden van het bestuur, er werd een medewerkerstevredenheid onderzoek georganiseerd (MTO).
5
JAARVERSLAG 2014
KWALITEIT Transitie In 2014 werd gestart met de transitie van het kwaliteitssysteem naar de ISO 15189 normen. Klachtafhandeling
Bloedafname Lab Administratie Doseren Zelfmeten Diversen TOTAAL
2014
2013
14 1 23 25 1 4 68
12 1 34 40 3 94
De ingediende klachten betroffen hoofdzakelijk onzorgvuldigheden in de diverse werkzaamheden, met name het doseren en de administratie. Er waren in 2014 geen klachten van medewerkers over onheus gedrag van een patiënt. Alle ingediende klachten zijn intern nagetrokken, waar nodig besproken met de betreffende medewerkers en waar mogelijk zijn punten ter verbetering geformuleerd. Alle klachten werden naar tevredenheid van de klager opgelost, interventie van de Gemeenschappelijke Klachtencommissie was derhalve niet nodig. In 2014 werd verdere ervaring opgedaan met het programma Manual Masters. Omdat Manual Masters in een beheersysteem van klachten voorziet, zal in de toekomst meer differentiatie van klachten mogelijk zijn. Kwaliteitsindicatoren -- Steekproeven reguliere en Zelfmanagementpatiënten Conform het voorschrift van de FNT werd het niveau van de antistolling op twee peildagen bepaald, apart voor de zgn. “reguliere” patiënten en voor de patiënten in de groep van het zelfmanagement. Deze steekproeven worden uitgevoerd bij de patiënten, die langer dan 6 maanden onder behandeling zijn en er wordt gedifferentieerd naar het gewenste streefniveau. Het resultaat over 2014 was als volgt: Gemiddelde resultaten reguliere patiënten % Long-term patiënten binnen % Long-term patiënten binnen eerste streefniveau tweede streefniveau 2008 75.4 % 73.3 % 2009 76.8 % 71.4 % NB: Vanaf 2010 inclusief de zelfmanagement patiënten, die niet zelf doseren ! 2010 76.6 % 72.9 % 2011 75.7 % 74.1 % 2012 77.4 % 73.4 % 2013 77.7 % 71.8 %
6
JAARVERSLAG 2014
2014 80.7 % 71.0 % Sinds 2010 wordt conform de afspraak binnen de Federatie Nederlandse Trombosedienst tevens getoetst door middel van lineaire interpolatie. Long-term patiënten binnen % Long-term patiënten binnen eerste streefniveau tweede streefniveau 2010 77.6 % 73.9 % 2011 78.0 % 75.3 % 2012 80.6 % 75.8 % 2013 78.6 % 73.8 % 2014 80.2 % 73.5 % Gemiddelde resultaten zelfmanagement-patiënten ( uitsluitend zelfdoseerders) % Long-term patiënten binnen % Long-term patiënten binnen eerste streefniveau tweede streefniveau 2008 80.4 % 71.4 % 2009 82.2 % 79.8 % NB: Vanaf 2010 worden in deze patiëntengroep uitsluitend de zelfdoseerders opgenomen ! 2010 86.3 % 81.1 % 2011 87.9 % 81,1 % 2012 87.4 % 82.4 % 2013 84.3 % 79.5 % 2014 87.5 % 77.5 % Lineaire interpolatie zelfmanagementpatienten. Long-term patiënten binnen % Long-term patiënten binnen eerste streefniveau tweede streefniveau 2010 86.6 % 85.0 % 2011 87.6 % 85.7 % 2012 88.6 % 82.5 % 2013 87.9 % 82.1 % 2014 86.5 % 81,5 %
-- Bloedingenregistratie Jaarlijkse evaluatie van ernstige complicaties (bloeding, CVA, trombo-embolie): De TDG voert een actief beleid t.a.v. het consequent registreren van (ernstige) complicaties bloedingen, iCVA, CVA onbekende aard en arteriële / veneuze trombo-embolie. Zij doet dat o.a. door actieve navraag van de reden van ziekenhuis opname, oorzaak van overlijden en door het opvragen van aanvullende gegevens van complicaties bij de behandelend arts. Daarnaast registreert de coördinator medische zaken van een ernstige complicatie de relatie met het gevoerde doseringsbeleid om calamiteiten - verwijtbare complicaties, opgetreden t.g.v. onjuist medisch handelen- of een structurele fout in het doseerbeleid tijdig te onderkennen en passende maatregelen te kunnen nemen. Alle ernstige complicaties zijn gecontroleerd op de juistheid van de registratie en op de relatie met de antistollingsbehandeling. De FNT heeft in september 2014 de complicatie “re-trombose, veneus en/of arterieel” geïntroduceerd als kwaliteitsparameter. De FNT beraadt zich echter nog op de meest optimale wijze van registreren en evalueren. De TDG is in 2014 wel gestart met het verzamelen en
7
JAARVERSLAG 2014
analyseren van deze trombotische complicaties. In afwachting van de FNT evaluatie criteria worden van deze complicaties in dit verslag alleen overall data getoond. Regulier + zelfmeten Bloedingen
Aantal
Fenp
Trauma
Overleden
CVA / intra-craniëel
23
6
5
8
Evaluatie relatie dosering ¹ 1 2 wv 4 3/ L 5 8 4 2 11 0
Tr.digestivus
24
7
1
1
9
11
Gewrichten
1
0
0
Hematurie
5
Hemoptoë
0
Oog: conjunctiva
0
Oog: intraoculair
2
Vaginaal
0
Neus
7
2
Huid
2
2
Spier
2
Elders
9
5
4
Totaal overige locaties
27
13
Totaal ernstige bloedingen
75
26
15 / 2
1
4
0
1
0
1
0
1
0
3
1
1
3
1
1
1
0
3
1
0
3
0
0
1
0
1
0
1
0
1
0
2
2
1
0
6
0
7
2
8
6
0
13
0
13
11
25
21
6
29
0
3
9
4
3
2
0
1
0
1
1
1
0
1
0
4
Overige complicaties iCVA / waarvan geen recidief Veneuze trombo-embolie
0
Arteriële trombo-embolie
2
Totaal overige complicaties Onbekend CVA
17 2
Evaluatie relatie complicatie / antistollingsbehandeling (o.b.v. INR t.t.v. de complicatie) 1= INR binnen therapeutisch gebied 2= INR buiten therapeutisch gebied, adequaat voorafgaand doseerschema; wv L = waarvan laag 3= INR buiten therapeutisch gebied, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst 4= INR niet bekend, adequaat voorafgaand doseerschema 5= INR niet bekend, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst
8
JAARVERSLAG 2014
Zelfmanagement = zelfdoseerders Bloedingen Aantal
CVA / intra-cranieel Tr.digestivus Gewrichten Hematurie Hemoptoë Oog: conjunctiva Oog: intraoculair Vaginaal Neus Huid Spier Elders Totaal overige locaties Totaal ernstige bloedingen Overige complicaties iCVA / waarvan geen recidief veneuze trombo-embolie arteriële trombo-embolie Totaal overige complicaties Onbekend CVA
0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0
Fenp
Trauma
Overleden
Evaluatie relatie dosering ¹ 1 2 wv 4 3/ L 5
1
0
0
0
0
1 1
0 0
0 0
0 0
0 0
Evaluatie relatie complicatie / antistollingsbehandeling (o.b.v. INR t.t.v. de complicatie) 1= INR binnen therapeutisch gebied 2= INR buiten therapeutisch gebied, adequaat voorafgaand doseerschema; wv L = waarvan laag 3= INR buiten therapeutisch gebied, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst 4= INR niet bekend, adequaat voorafgaand doseerschema 5= INR niet bekend, (mogelijk) doseerfout door trombosedienst In 2014 zijn 76 ernstige bloedingen geregistreerd: 75 bij de reguliere patiënten, incl. zelfmeters en NPT; 1 bij zelfdoseerders. Het relatief grootste aandeel vormen 23 intracraniële bloedingen en 24 gastro-intestinale bloedingen. Daarnaast werd een ischaemisch CVA of CVA van onbekende aard resp. 15 en 2 maal gemeld, allen bij de reguliere patiënten. 13 van de 15 iCVA betrof een “recidief van de antistollingsindicatie”, in alle gevallen AF. Het aantal ernstige complicaties valt ruimschoots binnen de, op basis van literatuur, te verwachten incidentie. Er hebben zich geen calamiteiten voorgedaan; m.a.w. er was geen ernstige complicatie die verwijtbaar was aan het behandelbeleid van de trombosedienst. In vergelijking met andere trombosediensten scoort de TDG relatief hoog in het aantal complicaties, een gevolg van het actief registreren. Bij patiënten met een ernstige bloeding was de INR ten tijde van het optreden ervan bij 40% onbekend, maar er was wel sprake van een adequaat voorafgaand doseerschema. Bij 33% bevond de INR zich binnen de therapeutische grenzen, bij 8% was de INR verlaagd en bij de resterende 19% te hoog.
9
JAARVERSLAG 2014
Bij patiënten met een ischaemisch CVA was de INR bij 12% onbekend, bij 60% therapeutisch, bij 19% verlaagd en bij 9% verhoogd. Het aandeel te hoge INR bij bloedingen of juist verlaagde INR bij het ischaemisch CVA is relatief klein; de complicaties kunnen evengoed optreden bij goed ingestelde antistolling. Ten opzichte van 2013 zijn meer gastro-intestinale bloedingen gemeld. Bij slechts 7/24 was de INR boven het streefgebied ten tijde van de bloeding, bij geen daarvan was sprake van een “doseerfout” of calamiteit. Bij de overige ernstige bloedingen zijn geen significante verschuivingen in aantal en aard geconstateerd Evenals vorig jaar is er een groter relatief aandeel van fenprocoumon gebruik: 35% van de ernstige bloedingen. Dit gaat echter niet gepaard met een minder goede instelling op fenprocoumon noch met significant meer ontregelde antistolling of frequentere fatale afloop. Het blijft een punt van aandacht en nauwkeurige monitoring van de relatie tussen de opgetreden complicatie en het behandelbeleid bij de patiënt. Relac-controles Bij deze externe bewaking van de kwaliteit van de stollingsbepaling werd over 2014 –wederom- een score van 100 % behaald. Arbo-zaken Het plan van Aanpak, opgesteld naar aanleiding van de RIE & E 2010, werd uitgevoerd. De samenwerking met de ARBO-Unie verliep soepel. FINANCIELE ASPECTEN De overheid heeft middels NZa bepaald dat het principe van de marktwerking voor trombosediensten zijn intrede zal doen. Trombosediensten dienen met de koepels (van zorgverzekeringen) apart prijsafspraken te maken. Dit leidt regelmatig tot verschillende tarieven voor dezelfde verrichtingen. Begrijpelijkerwijs levert dit vragen op van patiënten, die door de trombosedienst helaas niet bevredigend kunnen worden beantwoord. 2014 is voor trombosediensten aangemerkt als het “transitiejaar” Het boekjaar 2014 werd afgesloten met een positief resultaat van € 60.253. ORGANISATORISCHE ASPECTEN Samenwerking binnen de keten Met de partners binnen de keten van de antistollingszorg werden bestaande afspraken en werkwijzen op schrift gesteld conform de landelijke richtlijnen, te weten de LSKA2 (Landelijke Standaard ketenzorg Antistolling) en de LESA (Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak Antistolling). De Landelijke Standaard Ketenzorg Antistolling (LSKA) is opgesteld door de Landelijke Stuurgroep Keten Antistollingsbehandeling. De LSKA is in 2012 ontwikkeld in een projectgroep van zorgprofessionals en velddeskundigen afgevaardigd door de landelijke stuurgroep. In deze projectgroep waren vertegenwoordigd de FNT, NVK, NIV, NMT, NHG, NVN, NVA, KNMP, NVZA, NVvC, NVvH, Verenso en De Hart&Vaatgroep.
10
JAARVERSLAG 2014
De LESA beschrijft de taken en verantwoordelijkheden van huisarts, apotheker, trombosedienstarts en tandarts bij de behandeling en begeleiding van patiënten die worden behandeld met een antistollingsmiddel. Verder geeft deze LESA aanbevelingen voor het maken van werkafspraken over taken en verantwoordelijkheden bij patiënten die een antistollingsmiddel gebruiken. Op initiatief van het EDC (Eerstelijns Diagnostisch Centrum) werd een regio breed overleg opgestart betreffende de introductie van de “NOAC’s”, de nieuwe orale antistollingsmiddelen, die per 1 december 2013 door de zorgverzekeraars worden vergoed, mits voorgeschreven volgens de zgn. “Leidraad begeleide introductie nieuwe orale antistollingsmiddelen”. In 2014 werden deze NOACs in onze regio op beperkte schaal voorgeschreven. In totaal stapten ruim 120 patiënten over op de NOAC’s. Ruim 50 patiënten zijn weer teruggegaan op de Vitamine K- antagonisten, meestal wegens bijwerkingen. Deze leidraad, opgesteld op verzoek van het Ministerie van Volksgezondheid, bevat adviezen betreffende de geleidelijke en veilige introductie van nieuwe orale anticoagulantia (NOAC’s). Deze leidraad is opgesteld door vertegenwoordigers van de direct betrokken wetenschappelijke verenigingen (NVVC, NIV, NVN, NOV, VAL/NVKC, NVZA/KNMP) en vervolgens in een separate bijeenkomst besproken met andere wetenschappelijke verenigingen en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). De leidraad is gebaseerd op de (inter-)nationale literatuur, nationale en internationale richtlijnen en het recent verschenen rapport van de Gezondheidsraad ‘Nieuwe antistollingsmiddelen: een gedoseerde introductie’, waarin een uitgebreide wetenschappelijke analyse van de literatuur over de NOAC’s wordt gegeven. Near patiënt testing In 2014 werd het zgn. “near patient testing” (NPT) verder uitgebreid. Bij NPT worden verzorgingstehuizen/verpleegtehuizen gefaciliteerd om een actieve rol te spelen in de antistollingsbehandeling van hun bewoners. Hiertoe wordt door de trombosedienst een samenwerkingscontract met de instelling aangegaan en worden zelfmeet-apparaten in bruikleen verstrekt. ICT Het digitale archief van de patiënten werd overgezet in een ander programma, wat toegankelijker is. De verwachting en de hoop is dat de data in het digitale archief in voorkomende gevallen eerder zullen worden geraadpleegd. In oktober 2013 werd het basis registratiesysteem van alle reguliere patiënten (TDAS genaamd) geconverteerd naar een moderner web-based programma, genaamd Portavita. Voor de registratie van - en communicatie - met de zelfmanagement patiënten maakt de TDG als sinds vele jaren naar tevredenheid gebruik van dit Portavita programma. Genoemde conversie had een zeer grote impact op de organisatie. Ondanks een terdege voorbereiding bleken meer aanpassingen in werkwijze van diverse functionarissen noodzakelijk dan tevoren was voorzien. In overleg met andere trombosediensten en in samenwerking met Portavita werd een programma van eisen opgesteld en werd overeengekomen dat de benodigde functionaliteiten in 2015 binnen de programmatuur van Portavita zullen worden ingebouwd. Samenwerking met andere trombosediensten De samenwerking met de Trombosedienst Delft e.o. op managementniveau werd voortgezet.
11
JAARVERSLAG 2014
Mevr. van Dolder vervult sinds 2003 de functie van medisch leider. Er was intensief contact tussen de kwaliteitsfunctionarissen van beide diensten, er werden over en weer audits verricht, er werd intensief samengewerkt met het oog op transitie naar certificering naar ISO normen. De evaluatie van de conversie van TDAS naar Portavita werd in beide trombosediensten uitgevoerd en het resultaat werd met Portavita besproken. De samenwerking met de Trombosedienst Flevoland werd gecontinueerd. In het kader hiervan wordt sinds 2005 vanuit de Trombosedienst voor het Gooi dagelijks supervisie op de doseeradviseurs van Flevoland gegeven. Mevr. A. Th. M. van HoltenVerzantvoort, coördinator medische zaken bij de Trombosedienst voor het Gooi, vervult bij de Trombosedienst Flevoland de functie van medisch leider op basis van detachering door de TDG. Mevr. van Holten vervult tevens de functie van medisch leider voor de Trombosedienst Schiedam. Mogelijkheden worden onderzocht om ook op het gebied van de dagelijkse supervisie samen te werken met de Trombosedienst Schiedam, sinds juni 2010 wordt één van de doseerartsen door de TDG gedetacheerd naar de Trombosedienst Schiedam. Samenwerking Klinisch Chemisch Lab Tergooiziekenhuizen (KCHL) De samenwerking met het KCHL van TGZ inzake bloedafname op de prikposten, als pilot in 2009 gestart, werd in 2014 naar tevredenheid verder gecontinueerd. Inmiddels heeft de TDG een intentieverklaring getekend om in het nieuw te bouwen Tergooiziekenhuis in te trekken. Waarschijnlijk betekent dat de TDG voor een periode van vier jaar moet worden geherhuisvest. Hiertoe worden de verschillende mogelijkheden bezien. In het kader van de transitie van het kwaliteitssysteem naar de ISO normen, is er frequent overleg met de Klinisch Chemicus van TGZ. CONCLUSIE Ook in 2014 heeft de Trombosedienst voor het Gooi zich, door de enthousiaste en professionele inzet van haar medewerkers, verder ontwikkeld tot een gezonde, moderne zorgorganisatie voor een specifieke doelgroep. De trombosedienst blijkt in staat om op professionele wijze in te spelen op de ontwikkelingen in de zorgmarkt, voor 2014 betekende dit de start van de marktwerking. In het jaar 2014 is de samenwerking met zorgpartners in de regio verder uitgebreid. Ook de banden met collega trombosediensten werden nader aangehaald. Hierbij wil ik alle medewerkers bedanken voor hun enthousiaste inzet in 2014. Het bestuur wil ik danken voor haar betrokkenheid en haar belangenloze inzet voor de Trombosedienst voor het Gooi in het jaar 2014. Hilversum, mei 2015.
Mevr. Drs. B.D. van Dolder, directeur.
12
JAARVERSLAG 2014
Bestuursverslag 2014 Stichting Trombosedienst voor het Gooi.
De Stichting Trombosedienst voor het Gooi heeft ten doel het in stand houden en exploiteren van een trombosedienst, gericht op het bevorderen van een adequate behandeling van patiënten met antitrombotica en/of andere behandeling gericht op de diagnostiek en preventie van trombose. De dienst richt zich op cliënten in de regio Gooi en Vechtstreek. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. De dagelijkse leiding van de stichting berust bij de directeur/medisch leider. Samenstelling van het bestuur per 31 december 2014 Naam Dr. M.G. Elisen, klinisch chemicus Drs. J. van der Horst, huisarts Drs. S.A. Luykx-de Bakker, internist/oncoloog Drs. J.A. Muurling MMC, bestuurskundige Drs. R.M. Reetraa, belastingconsulent Drs. F.F.L. Vlak, arts n.p.
Eerste benoeming 2003 2008 2007 2007 2008 2006
Functie Lid Lid Lid Secretaris Penningmeester Voorzitter
2014 in grote lijnen Het bestuur is in 2014 vier maal bijeengeweest. De Trombosedienst zal de komende jaren als zelfstandige stichting voortbestaan. Dit perspectief is uitgangspunt geweest bij de besluitvorming over de toekomstige huisvesting. Op dit moment is de dienst gehuisvest in een pand van de Stichting tot bijstand van het Diakonessenhuis Hilversum. Te zijner tijd zal de dienst gehuisvest worden in de nieuwbouw van Tergooi locatie Hilversum. Tijdens de voorbereiding van de nieuwbouw van het ziekenhuis zijn diverse scenario’s de revue gepasseerd. In sommige zou de trombosedienst tijdelijk elders huisvesting moeten vinden. In andere kon de huidige huisvesting in stand blijven tot de verhuizing naar het ziekenhuis. Rekening houdend met deze onzekerheid is contact gezocht met de eigenaar van het huidige gebouw. Deze heeft de dienst verzekerd dat er bij alle mogelijke scenario’s, rekening zou worden gehouden met de afspraken die zijn vastgelegd in de huidige huurovereenkomst en met de eisen die aan huisvesting van een Trombosedienst worden gesteld. Rekening houdend met de veranderingen in de zorg rond de patiënt met Trombose, zoals geschetst door de Federatie Nederlandse Trombosediensten, is eind 2014 met de Trombosedienst van het Meander medisch Centrum afgesproken te streven naar samenwerking. Daarbij is de mogelijkheid opengehouden om op termijn mogelijk te fuseren tot een regionaal antistollingscentrum voor Het Gooi en Eemland. Ook in 2014 is er in het bestuur ruime aandacht geweest voor de mogelijke gevolgen van de “nieuwe middelen” op de werkwijze en de toekomst van de dienst. Geconstateerd is dat er in het Gooi vooralsnog geen trendbreuk zichtbaar is. Er is nog steeds sprake van een stijging van de dienstverlening van de dienst. Daarnaast zijn er nog weinig overstappers naar de nieuwe middelen. .
13
JAARVERSLAG 2014
De trombosedienst heeft eind 2014, verwijzend naar landelijke ontwikkelingen, de betrokken zorgaanbieders, huisartsen en medisch specialisten in de regio geattendeerd op de “ketenveiligheid”. Ze heeft in dat kader aangeboden bereid te zijn een regisserende rol te vervullen. Het bestuur heeft de begroting 2014 en het jaarplan van de directie 2014 op 10 december 2013 vastgesteld. Enkele maanden later, eind april 2014, is de jaarrekening 2013 na een bestuur overleg per e-mail door het bestuur vastgesteld. Deze vaststelling is later tijdens een formele bestuursvergadering bekrachtigd. Jaarlijks vindt er een overleg plaats tussen een delegatie van het bestuur, de directie en de personeelsvertegenwoordiging (PVT). Het bestuur stelt dit jaarlijkse overleg zeer op prijs Op 9 december 2014 is gesproken over het jaarplan van de Trombosedienst, de ontwikkelingen m.b.t. de huisvesting in het nieuwe ziekenhuis en de ontwikkelingen rond de NOAC’s. De leden van het bestuur van de Stichting ontvangen voor hun werkzaamheden geen honorering. Er worden geen onkostenvergoedingen verstrekt en zijn er in 2014 geen overige kosten door leden van het bestuur gedeclareerd. Het bestuur en de directie hebben bij de uitoefening van hun taken uitdrukkelijk de keuze gemaakt om de Zorgbrede Governance Code toe te passen als leidraad voor bestuur, toezicht en verantwoording van het beleid in de Trombosedienst. De richtlijnen bieden waarborgen voor kwaliteit en onafhankelijkheid van bestuur en toezicht. De Trombosedienst voor het Gooi toonde ook in 2014 weer aan een stabiele en betrouwbare zorgorganisatie te zijn. Het bestuur spreekt haar tevredenheid uit over het feit dat, dankzij de inzet van directie en medewerkers, de financiële exploitatie over 2014 binnen de begroting en het beschikbare verzekeraarsbudget is gerealiseerd. Het bestuur is de medewerkers en de directie dan ook zeer erkentelijk voor hun inzet en betrokkenheid.
Namens het bestuur,
Florent F.L.Vlak, voorzitter
Jan Muurling, secretaris
14
JAARVERSLAG 2014
3.
Fiscale positie Sinds 1 januari 2014 met de invoering van de prestatiebekostiging is de Trombosedienst belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. 31-12-2014 € Resultaat voor belasting Af: Bij:
investeringsafrek niet aftrekbare bedragen
76.024 -1.925 4.400
Belastbaar bedrag 2014
2.475 78.499
Vennootschapsbelasting 20% van € 78.495
15.699
15
JAARVERSLAG 2014
4.
Balans per 31 december 2014 31-12-2014 €
31-12-2013 €
538.869
656.384
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
537.981 351.115
528.141 120.828 889.096
648.969
1.427.965
1.305.353
Passiva Eigen vermogen Af te bouwen vermogen Nog in tarieven te verrekenen Weerstandsvermogen
Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden en overlopende passiva
275.480 0 289.170
458.947 45.378 0 564.650
504.325
253.074
208.652
36.000
63.915
574.241
528.461
1.427.965
1.305.353
16
JAARVERSLAG 2014
5.
Resultatenrekening over 2014 exploitatie 2014
begroting 2014
exploitatie 2013
€
€
€
Opbrengst trombo-testbepalingen Opbrengst zelfmeting training, begeleiding NPT-kwartalen Opbrengst detachering
1.795.916 649.472 91.855 108.881
1.350.000 958.000 85.000 105.000
800.670 1.321.541 133.521 100.241
Totale baten
2.646.124
2.498.000
2.355.972
Verrekening exploitatieresultaat 2011
1.033.223 326.292 566.501 24.453 413.467 191.857 14.307 2.570.100 0
900.000 260.000 500.000 25.000 511.000 277.000 25.000 2.498.000 0
881.947 358.814 458.001 22.302 397.158 214.566 16.796 2.349.584 -170.774
Totale lasten
2.570.100
2.498.000
2.178.810
76.024 -15.699 60.325
0 0 0
177.162 0 177.162
60.325
249.800
0
Baten
Lasten Salarissen Sociale lasten en overige personeelskosten Medische middelen Huishoudelijke kosten Algemene kosten Afschrijvingen materiële vaste activa Rentelasten
Resultaat voor belastingen Vennootschapsbelasting Resultaat na belastingen Dotatie weerstandsvermogen
17
JAARVERSLAG 2014
6.
Financiële positie
Beschikbaar op lange termijn: Af te bouwen vermogen Weerstandsvermogen Nog in de tarieven te verrekenen Voorzieningen
Geïnvesteerd op lange termijn: Materiële vaste activa Werkkapitaal
31-12-2014
31-12-2013
€
€
275.480 289.170 0 253.074
458.947 0 45.378 208.652
817.724
712.977
538.869
656.384
278.855
56.593
De toename van het werkkapitaal ad € 222.262 is hierna in de staat van herkomst en besteding van de middelen gespecificeerd: Staat van herkomst en besteding van de middelen € Herkomst van de middelen: Voordelig resultaat Afschrijvingen Toename voorzieningen
Besteding van de middelen: Investeringen in materiele vaste activa
Toename werkkapitaal
60.325 191.857 44.422 296.604
74.342
222.262
18
JAARVERSLAG 2014
7.
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Algemene grondslagen voor de bepaling van de jaarrekening Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van algemeen aanvaarde richtlijnen voor financiële verslaglegging conform de regels van RJZ (Regeling Jaarverslaglegging Zorgsector). Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Ter vergelijking is opgenomen de begroting 2014, zoals vastgesteld door het bestuur op 10 december 2013.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van de aanschafbedragen en indien van toepassing onder aftrek van behaalde boekwinsten bij verkoop. Afgeschreven wordt volgens de regels van de Nederlandse Zorgautoriteit. Er wordt afgeschreven vanaf de datum van ingebruikname. Een overzicht van de materiële vaste activa is opgenomen in de bijlage. Voorzieningen Er zijn voorzieningen opgebouwd ter gelijkmatige verdeling van de onderhoudskosten van het pand, ter gelijkmatige verdeling van de jubilea-uitkeringen aan personeel, ter gelijkmatige verdeling van de lustrumviering en ter gelijkmatige verdeling reorganisatiekosten. Jaarlijks wordt beoordeeld of er ten laste van het resultaat de voorziening wordt gedoteerd, terwijl hiervoor in aanmerking komende kosten ten laste van de voorziening worden gebracht.
Grondslagen van de resultaatbepaling Opbrengsten en kosten worden verwerkt in het jaar waarop zij betrekking hebben.
19
JAARVERSLAG 2014
8.
Toelichting op de balans
8.1
Activa
8.1.1.
Vaste activa Materiële vaste activa Het verloop van de materiële vaste activa is:
2014 € Boekwaarde per 1 januari Investeringen: CoaguChek Computerapparatuur Auto's
62.319 6.874 5.149 74.342 730.726 -191.857 538.869
Afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Verbouwing Inventaris laboratorium Inventaris kantoor CoaguChek Computerapparatuur Auto's
€ 656.384
31-12-2014
31-12-2013
€ 146.021 5.929 35.396 230.726 50.704 70.093
€ 146.021 5.929 35.127 165.789 44.528 82.000
538.869
479.394
20
JAARVERSLAG 2014
8.1.2.
Vlottende activa 31-12-2014
31-12-2013
€
€
508.220 3.460 3.818 5.195 11.786 1.369 1.800 2.333
509.205 3.460 2.200 0 0 6.821 1.800 4.655
537.981
528.141
31-12-2014
31-12-2013
€
€
689 350.119 307
837 119.058 933
351.115
120.828
Vorderingen en overlopende activa Debiteuren Depotbedrag portokosten Fietsplan Vooruitbetaalde autoverzekering Vooruitbetaalde huur Te ontvangen ziektewet uitkering Borg tankpassen Diversen
Liquide middelen Rabobank ING bank .694 Kas
De liquide middelen zijn vrij opneembaar.
21
JAARVERSLAG 2014
8.2
31-12-2014
31-12-2013
€
€
458.947 0 45.378 (228.845) 0
452.558 (170.774) 0
275.480
458.947
Passiva Eigen Vermogen
8.2.1. Af te bouwen vermogen Beginsaldo 1 januari Verrekening oude boekjaren Mutatie nog in de tarieven te verrekenen Mutatie weerstandsvermogen Resultaat verslagjaar Eindsaldo 31 december
177.163
8.2.2. Nog in de tarieven te verrekenen In 1992 is deze post afgezonderd van het af te bouwen vermogen. Beginsaldo 1 januari Mutatie weerstandsvermogen Eindsaldo 31 december
45.378 -45.378 0
45.378 0 45.378
0 111.366 117.479 60.325 289.170
0 0 0 0 0
8.2.3. Weerstandsvermogen Beginsaldo 1 januari Opbouw 2012 Opbouw 2013 Resultaat verslagjaar
22
JAARVERSLAG 2014
8.2.3.
Voorzieningen 31-12-2014
31-12-2013
€
€
Af: diverse kosten
55.000 8.000 63.000 0
47.000 8.000 55.000 0
Stand einde van het boekjaar
63.000
55.000
Voorziening onderhoud gebouw Stand begin van het boekjaar Dotatie ten laste van de resultatenrekening
Als huurder van het pand aan het Oostereind 109 te Hilversum, waarin de Trombosedienst voor het Gooi is gevestigd, wordt zij geconfronteerd met groot onderhoud. Dit groot onderhoud komt regelmatig terug na een aantal jaren zoals het schilderwerk van de binnenwanden, deuren, kozijnen en plafonds. Daarnaast zal de inventaris om de zoveel jaar grondig opgeknapt moeten worden, met name de vloerbedekking. Net als bij de aanschaf van duurzame zaken, moeten ook deze kosten zoveel als nuttig en nodig is, worden toegewezen aan de juiste periode. Het betreft echter kosten die in de toekomst voorzien worden, dus achteraf te betalen kosten voor de slijtage die zich nu voordoet. De Stichting Trombosedienst voor het Gooi voorziet dat elke 5 jaar het schilderwerk van het interieur vernieuwd dient te worden. De kosten zullen naar verwachting € 20.000 bedragen. Voorts voorziet de Stichting dat de bekabeling van de computer en communicatie-apparatuur alsmede de vloerbedekking elke 5 jaar vernieuwd dient te worden. De kosten zullen naar verwachting € 20.000 bedragen (bekabeling € 15.000 en vloerbedekking € 5.000). Voorziening jubilea Stand begin boekjaar Dotatie ten laste van de resultatenrekening Onttrekking Stand einde van het boekjaar
9.766 1.422 0 11.188
10.248 1.266 -1.748 9.766
43.886 10.000 53.886
33.886 10.000 43.886
Voorziening lustrum Stand begin boekjaar Dotatie ten laste van de resultatenrekening Stand einde van het boekjaar
23
JAARVERSLAG 2014
8.2.3.
Voorzieningen 31-12-2014
31-12-2013
€
€
100.000 25.000 125.000
75.000 25.000 100.000
Voorziening reorganisatiekosten Stand begin van het boekjaar Dotatie ten laste van de resultatenrekening Stand einde boekjaar
Binnenkort zal de Stichting Trombosedienst moeten verhuizen naar een andere locatie. In verband met de bedrijfsverplaatsing en de hiermee samengaande reorganisatie is een voorziening reorganisatiekosten gevormd. De jaarlijkse dotatie bedraagt € 25.000.
Totaal voorzieningen
253.074
233.652
24
JAARVERSLAG 2014
8.2.4.
Langlopende schulden 31-12-2014
31-12-2013
€ 31.927 -18.246 13.681 -338 -13.681 338 0
€ 50.172 -18.245 31.927 -1.769 -18.245 0 11.913
Financial Lease Rabobank Saldo begin boekjaar Aflossing boekjaar Vooruitbetaalde rente Aflossing komend boekjaar Vrijval rente komend jaar Saldo einde van het boekjaar langlopend deel
Betreft een in 2010 afgesloten financial leaseovereenkomst met de Rabobank ter financiering van onderzoeksapparatuur zijnde CoaguChek. Oorspronkelijk groot € 78.000. Af te lossen in 60 maandelijkse termijnen van € 1.520,43. Als zekerheid zijn gesteld de CoaguCheks. 31-12-2014
31-12-2013
Aflossingsverlichting komend boekjaar
€ 68.000 -16.000 52.000 -16.000
€ 84.000 -16.000 68.000 -16.000
Saldo einde boekjaar langlopend deel
36.000
52.000
Totaal langlopende schulden
36.000
63.913
Lening ING bank Saldo begin boekjaar Aflossing boekjaar
Deze lening, oorspronkelijk groot € 160.000, is opgenomen ten behoeve van de financiering van de verbouwing en apparatuur. De looptijd van de lening bedraagt 10 jaren en loopt tot 7 april 2018, aflossing € 1.333,34 per maand. Het rentepercentage tot einde looptijd bedraagt 5,4%,
25
JAARVERSLAG 2014
8.2.5.
31-12-2014
31-12-2013
€
€
29.681 76.798 86.637 14.000 15.699 61.618 34.737 46.415 116.776 57.246 27.000 5.030 2.604 0
34.245 92.193 95.778 14.000 0 65.735 16.680 44.417 73.413 66.600 24.500 0 0 900
574.241
528.461
Kortlopende schulden en overlopende passiva Aflossingsverplichting langlopende schulden ING bank .661 Crediteuren Accountants- en administratiekosten Vennootschapsbelasting Loonheffing PFZW Reservering vakantiegeld Reservering PLB-uren Reservering vakantiedagen Administratieve bijstand Gooi-Noord Te betalen portokosten Te betalen bereikbaarheidsdiensten Te betalen rente Reservering kosten WAO
De kredietlimiet van de ING bank, 676.331.661 bedraagt per 1 januari 2015 € 78.750.
8.2.6. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huur: Het pand, Oostereind 109 te Hilversum, waarin de Stichting Trombosedienst voor het Gooi is gevestigd, wordt gehuurd van de Stichting tot Bijstand van het Diakonessenhuis te Hilversum. Per 1 januari 2013 is het huurcontract verlengd met 5 jaar. De geindexeerde huur voor dit pand bedraagt circa € 46.000 per jaar inclusief servicekosten.
Pensioenen: Alle (deel) gerechtigde personeelsleden nemen deel aan het verplichte pensioenfonds dat is ondergebracht bij het PFZW.
26
JAARVERSLAG 2014
9.
Toelichting op de resultatenrekening Met ingang van 2014 worden de tarieven bepaald in overleg met ziektekostenverzekeraars en de Trombosedienst. Er worden nu verschillende tarieven gehanteerd tussen de verzekeraars enerzijds en de Trombosedienst anderzijds. Het werkelijk aantal gefactureerde verrichtingen bedroeg in het boekjaar 2014 103.472 afnamen, 119 trainingen, 5.194 begeleidings-kwartalen en 624 NPT-kwartalen. De tarieven voor 2014 zijn per koepel van verzekeraars apart vastgesteld. Zie "Koepelmap". In deze koepelmap is ook een overzicht van de gedeclareerde verrichtingen per koepel.
Het positieve resultaat over het boekjaar 2014 wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een grotere productie dan begroot. Het werkelijk aantal kilometers over 2014 van de dienstauto's bedroeg 90.455 ( begroot:100.000).
27
JAARVERSLAG 2014
9.1. Opbrengst trombo-testbepalingen:
trombotests €
Begroot voor 2014
100.000
Gedeclareerd:
103.472
Begroot voor 2014: Coaguchek trainingen Coaguchek begeleidingskwartalen
Gedeclareerd: Coaguchek trainingen aantallen Coaguchek begeleiding - kwartalen Totaal
begroting 2014
exploitatie 2013 trombotests bedrag
€
€
€
1.795.916
1.350.000
649.472
958.000
91.855
85.000
2.537.243
2.393.000
105.198
800.670
100 1.300 1.400
119 5.194 5.313
Begroot voor 2014:
800
Gedeclareerd: NPT-kwartalen
624
Totaal opbrengst
exploitatie 2014
1.428 1.455.062
106.626 2.255.732
28
JAARVERSLAG 2014
9.2. Specificatie kostenrekeningen 2014 exploitatie 2014 aantal kosten €
begroting 2014 aantal kosten €
exploitatie 2013 aantal kosten €
9.2.1. Salarissen Salarissen personeel Vakantietoeslag
af:
23,2
ontvangen ziekengeld
Totaal salarissen
1.004.164 68.029 1.072.193
21,2
-38.970 23,2
1.033.223
928.220 66.361 994.581 -46.273
900.000
21,2
948.308
De salarissen zijn met ca. € 76.000 gestegen (een stijging van 8% t.o.v. 2013), terwijl het aantal Fte's met 2.0 FTE is toegenomen (ca.10%). Dit wordt veroorzaakt door extra werkbelasting als gevolg van: 1 - extra activiteiten tav het kwaliteitssysteem, 2 - extra activiteiten tav de Keten Trombosezorg, 3 - de conversie naar een ander Trombosedienst Informatie Systeem, dat op een aantal aspecten minder gebruiksvriendelijk is. exploitatie 2014 €
begroting 2014 €
exploitatie 2013 €
9.2.2. Sociale lasten en overige personeelskosten Sociale lasten Pensioenpremie Overige personeelskosten
184.601 93.517 48.174 326.292
168.760 79.242 44.451 260.000
292.453
29
JAARVERSLAG 2014
exploitatie 2014
begroting 2014
exploitatie 2013
€
€
€
9.2.3. Medische middelen Laboratoriumkosten: Spuiten, naalden, glaswerk Lease TOP IL Portavita, NPT-kwartalen Portavita, licentiekosten Overige laboratoriumkosten Materiaal coaguchek Leasekosten coaguchek Laboratoriumonderzoek bij derden
9.2.4. Huishoudelijke kosten
29.557 53.239 31.928 133.474 5.469 312.468 0 366
31.350 53.235 19.129 103.325 8.920 236.160 5.374 508
566.501
500.000
458.001
24.453
25.000
22.302
9.2.5. Algemene kosten Vervoerskosten: Reparatie en onderhoud auto's Benzine Verzekering, wegenbelasting Overige vervoerskosten
9.991 12.371 10.960 17.779
Totaal vervoerskosten
51.101
Administratiekosten: Telefoonkosten Drukwerk en kantoorbenodigheden Porti Automatiseringskosten Overige administratiekosten Diverse verzekeringen
20.416 41.453 66.975 39.487 15.066 4.817
Totaal administratiekosten
188.214
9.656 12.013 9.802 11.514 55.000
42.985
22.469 52.352 56.324 51.934 17.363 5.550 240.000
205.992
30
JAARVERSLAG 2014
exploitatie 2014
begroting 2014
exploitatie 2013
€
€
€
Huisvestingskosten: Huur en servicekosten hoofdgebouw Huur prik poli's Kosten huisvesting Dotatie voorziening onderhoud gebouwen Belastingen
47.144 10.512 2.557 8.000 162
Totaal huisvestingskosten
68.375
Algemene beheerskosten: Dotatie voorziening reorganisatiekosten Kosten administratieve bijstand Accountants- en advieskosten Contributie federatie Dotatie voorziening Lustrum Kosten kwaliteitscontrole Reis-,verblijf- en vergaderkosten Afboeking debiteuren/crediteuren Overige algemene beheerskosten
25.000 2.500 13.578 13.939 10.000 5.406 1.869 29.950 3.535
46.086 9.822 0 8.000 783 68.000
64.691
25.000 2.500 9.961 15.236 10.000 5.590 1.911 1.062 12.230
Totaal algemene beheerskosten
105.777
148.000
83.490
Totaal algemene kosten
413.467
511.000
390.946
9.2.6. Afschrijvingen materiele vaste activa Verbouwing Inventaris laboratorium Inventaris kantoor CoaguChek Computerapparatuur Auto's
10.817 2.021 10.806 120.976 22.752 24.485
Totaal afschrijvingen
191.857
10.817 2.021 11.075 151.181 23.086 16.386 277.000
214.566
9.2.7. Rentelasten Rente rekening-courant Rente lening Rente lease
9.569 3.307 1.431 14.307
9.163 5.170 2.463 25.000
16.796
31
JAARVERSLAG 2014
32
JAARVERSLAG 2014 Overzicht materiële vaste activa
Verbouwing 08
Inventaris laboratorium 06 Inventaris laboratorium 07 Inventaris laboratoruim 08
Inventaris kantoor 04 Inventaris kantoor 05 Inventaris kantoor 08 Inventaris kantoor 10 Inventaris kantoor 12 Inventaris kantoor 13
CoaguChek 09 CoaguChek 10 CoaguChek 11 CoaguChek 12 CoaguChek 13 CoaguChek 14
Afschrijvingspercentage % 5
10 10 10
10 10 10 10 10 10
20 20 20 20 20 10
aanschafwaarde desinvesteinveste1-1-2014 ringen 2014 ringen 2014 31-12-2014
afschrijvingen cumulatief desinvestecumulatief boekwaarde 1-1-2014 2014 2014 31-12-2014 31-12-2014
216.331
216.331
59.493
10.817
70.310
146.021
216.331
216.331
59.493
10.817
70.310
146.021
3.405 4.831 11.983
3.405 4.831 11.983
2.380 3.300 6.589
340 483 1.198
2.720 3.783 7.787
685 1.048 4.196
20.219
20.219
12.269
2.021
14.290
5.929
6.285 15.546 80.659 1.215 6.543 1.006
6.285 15.546 80.659 1.215 6.543 1.006
5.975 13.321 44.362 363 981 50
310 1.555 8.066 121 654 100
6.285 14.876 52.428 484 1.635 150
0 670 28.231 731 4.908 856
111.254
111.254
65.052
10.806
75.858
35.396
170.422 144.194 141.543 120.861 81.899
153.378 100.940 70.770 36.258 8.190
62.319
170.422 144.194 141.543 120.861 81.899 62.319
17.044 28.840 28.308 24.172 16.380 6.232
170.422 129.780 99.078 60.430 24.570 6.232
0 14.414 42.465 60.431 57.329 56.087
62.319
721.238
369.536
120.976
490.512
230.726
658.919
35
JAARVERSLAG 2014 Overzicht materiële vaste activa Afschrijvingspercentage %
Computerapparatuur 09 Computerapparatuur 10 Computerapparatuur 11 Computerapparatuur 12 Computerapparatuur 13 Computerapparatuur 14
20 20 20 20 20 10
aanschafwaarde desinvesteinveste1-1-2014 ringen 2014 ringen 2014 31-12-2014
9.085 13.121 48.428 35.028 9.210
afschrijvingen cumulatief desinvestecumulatief boekwaarde 1-1-2014 2014 2014 31-12-2014 31-12-2014
8.176 9.184 19.500 10.509 921
6.874
9.085 13.121 48.428 35.028 9.210 6.874
909 2.624 9.686 7.006 1.840 687
9.085 11.808 29.186 17.515 2.761 687
0 1.313 19.242 17.513 6.449 6.187
6.874
121.746
48.290
22.752
71.042
50.704
8.908 8.750 7.266 1.450 1.450 1.364 1.698
5.149
11.018 12.495 13.624 14.500 14.500 13.643 16.975 12.280 11.280 5.149
2.109 2.500 2.725 2.900 2.900 2.729 3.395 2.456 2.256 515
11.017 11.250 9.991 4.350 4.350 4.093 5.093 2.456 2.256 515
1 1.245 3.633 10.150 10.150 9.550 11.882 9.824 9.024 4.634
120.315
5.149
125.464
30.886
24.485
55.371
70.093
1.241.910
74.342
1.316.252
585.526
191.857
777.383
538.869
114.872 Auto's Toyota 34-KJR-4 Toyota 16-SR-KJ Toyota 36-RBN-5 Toyota 2-KDG-00 Toyota 2-KDG-01 Toyota 4-SLR-34 Fiat 6-SJK-53 Toyota 5-SXX-07 Toyota 5-SXX-08 Toyota Aygo 78-ZL-LZ
20 20 20 20 20 20 20 20 20
11.018 12.495 13.624 14.500 14.500 13.643 16.975 12.280 11.280
35