Jaarverslag Sociale dienst 2005
pag.: 1
1. Inleiding:
Het jaarverslag van 2006 is klaar! Het is opgemaakt volgens het oude vertrouwde schema. Binnen het bestuur wordt er al enkele tijd gedacht om 1 centraal jaarverslag op te maken met daarin onderdelen van de verschillende diensten. Hierbij zou ook bekeken worden welke cijfers hierbij nuttig en nodig zijn. Samen met de raadsleden moet dan ook bekeken worden welke informatie er nodig is om een goed beeld te krijgen op de werking en de noden van het OCMW. Momenteel is dit proces nog niet rond en daarom wordt in het onderstaande verslag alles nog gepresenteerd volgens het oude stramien. U krijgt een overzicht van de belangrijkste dienstverlening van de algemene sociale dienst, de vluchtelingen/vreemdelingen, de tewerkstellingsdienst en KABAS. De dienst schuldbemiddeling presenteert voorlopig ook nog een apart jaarverslag. Veel plezier met het doorlezen van dit verslag
Johan Van den Bogaert, Hoofd sociale dienst
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 2
2. De werking van sociale dienst: 2.1. De algemene sociale dienst: 2.1.1. Nieuwe dienstverlening: Nieuwe dienstverlening was er voor 2006 niet echt te melden.. 2.1.2. Inhoudelijke aandachtspunten: 2.1.2.1. teamvergaderingen: De teamvergadering komt in principe wekelijks bijeen. Elke week wordt een deel dossiers besproken die op het eerstkomende BCSD worden voorgelegd. Verder wordt de actualiteit besproken: wetgeving, omzendbrieven. Ook kunnen gastsprekers worden uitgenodigd of wordt een bepaald thema eventueel besproken. Vermeldenswaardige onderwerpen die besproken werden: -
-
het Arpanproject van de Ploeg werd toegelicht: dit is een oriënteringsproject waar personen met bijvoorbeeld een arbeidshandicap kunnen opgevolgd worden om te kijken welke richting zij best uitgaan wat betreft opleiding en tewerkstelling. De overdracht van de budgetdossiers van de sociale dienst naar de schuldbemiddelingsdienst werd besproken en voorbereid. De voorzitter kwam een toelichting geven bij het lokaal sociaal beleid. Het principe van de MAF-factuur werd een keer onder de loupe genomen. De samenwerking met de tewerkstellingsdienst werd besproken en een aantal afspraken werden gemaakt. Bij het begin van het nieuwe seizoen werd het stookoliefonds en de werking ervan nog eens overlopen. De wijzigingen in de wetgeving werden regelmatig besproken: bijvoorbeeld de wijziging in de categorie persoon met gezinslast. Waar vroeger enkel deze categorie leefloon of steun werd gegeven bij samenwoonst met minderjarige kinderen + eventueel meerderjarige kinderen en een partner, wordt nu deze categorie altijd toegekend als er minderjarige kinderen ten laste zijn, ongeacht andere gezinsleden. Een ander voorbeeld is de invoering van de 45 dagen regel bij leefloonbeslissingen. Nu moet de leefloonbeslissing naar Brussel worden opgestuurd binnen de 45 dagen nadat ze genomen is. Vroeger stond hier geen termijn op. Bij verlate uitbetalingen (omdat cliënt bijvoorbeeld nog gegevens moet bezorgen) kan dit van belang zijn.
2.1.2.2. overleg B.C.S.D en sociale dienst: 4 keer per jaar wordt er een overleg gehouden tussen de sociale dienst en het bijzonder comité voor sociale dienst. Naast de vaste agendapunten (vluchtelingen en LOI, KABAS, de tewerkstellingsdienst, de werkwinkel en het sociale verhuurkantoor) kwamen er vorig jaar niet echt uitzonderlijke andere punten aan bod.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 3
2.2. Cijfers: 2.2.1. Aantal behandelde dossiers in 2006: In het totaal werden 1755 (2005: 1935) cliëntsystemen geregistreerd, dit zijn er 180 minder dan in 2005. Het betreft 626 (2005: 809) dossiers voor de algemene sociale dienst en asielzoekers (waarvan 4 (2005: 98) werden aangemaakt in kader van de overeenkomst met Klina), 73 (2005: 33) dossiers exclusief voor de dienst Schuldbemiddeling en 1056 (2005: 1093) dossiers exclusief bejaardenzorg. Bij deze twee laatste diensten zijn er nog meer dossiers, maar omdat deze ook gekend zijn op de algemene sociale dienst staan zij onder deze dienst geregistreerd (er kan maar 1 dienst aangeduid worden). Al deze dossiers kunnen op één of andere manier actief worden beschouwd. Hierin zitten alle dossiers: steun, leefloon, poetsdienst, rusthuizen, woningen, bijstandswoonst Klina, ...... Het werk dat men met al deze dossiers heeft is zeer verschillend. Een persoon die in een rusthuis is en waarvoor af en toe een rekening wordt betaald, is iets anders dan een ingewikkeld budgetdossier. Dit getal slaat uitsluitend op het aantal dossiers dat nog niet gearchiveerd is, hier zit soms ook een dossier tussen waar nog een brief geschreven moet worden in verband met terugvorderingen. Het cijfer op zich vertelt niets over de aard van de dossiers het is dan ook eerder als indicatief te beschouwen en verder gaan we er dan ook niet te grondig op in. Het aantal dossiers is gedaald, vooral omwille van het wegvallen van de administratieve dossiers die wij voor Klina opmaken. Klina stuurt enkel nog dossiers door waar langere opnames mee gemoeid zijn. Ook het aantal dossiers asielzoekers blijft zakken. De stijging bij de dienst schuldbemiddeling heeft gedeeltelijk te maken met de overdracht van alle dossiers budgetbeheer van de sociale dienst naar de schuldbemiddeling anderzijds kent deze dienst meer en meer succes en hebben zij daardoor ook een aanzienlijke stijging van het aantal dossiers. In het verdere verslag zullen andere aantallen worden gehanteerd, bijvoorbeeld: het aantal steungenieters, het aantal dossiers in verband met een leefloon, ... Wat is de aard van de dossiers? Jaar registratie Lopend % Nieuw % Rijtotaal % 2006 1333 76,0 422 24,0 1755 100,0 2005 1327 68,6 608 31,4 1935 100,0 TAB. 1
De onderverdeling heropende dossiers is niet meer terug te vinden in dit jaarverslag. Dit komt omdat dit gegeven binnen Neptunus niet genoteerd wordt. Of een dossier nieuw of lopend is wordt afgeleid uit de oorspronkelijke intakedatum . Er zijn ongeveer evenveel dossiers lopend gebleven. Het aantal nieuwe dossiers is gedaald. Het dalende aantal dossiers komt dus voort uit minder nieuwe dossiers en niet direct door het afsluiten van lopende dossiers. Hoe zit het met de spreiding per wijk? Soort dos/wijk Centr. Kaart Driehoek M.T.H. Mariab. Bethanie Vriesd. Buit. Bras. Tot 06 Tot 05 % 06 % 05 Lopend 490 216 183 120 94 60 25 145 1333 1327 76,0 68,6 Nieuw 128 54 61 52 22 13 10 82 422 608 24,0 31,4 Totaal 2006 618 270 244 172 116 73 35 227 1755 Totaal 2005 652 302 247 167 120 78 37 332 1935 Totaal % 2006 35,2 15,4 13,9 9,8 6,6 4,2 2,0 12,9 100,0 Totaal % 2005 33,7 15,6 12,8 8,6 6,2 4,0 1,9 17,2 100,0 TAB. 2
Traditioneel blijft het centrum de wijk met het meeste aantal dossiers. Dit is uiteraard te verklaren door het aandeel van de rusthuizen en woningen in de cijfers. De verhouding tussen de verschillende wijken wijzigt nergens fundamenteel. Het aantal buiten Brasschaat daalt sterk, en dat is waarschijnlijk te verklaren door het dalende aantal asielzoekers en ook door het dalen van de administratieve dossiers die wij voor Klina opmaakten. Als we het aantal inwoners per wijk bekijken in verhouding met het aantal cliënten geeft dit volgende vergelijking: Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 4
Aantal inwoners en aantal cliëntsystemen 700
10000 9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0
600 500 400 300 200 100 0 Centrum
Kaart
Driehoek
MTH
Mariaburg
Bethanie
cliëntsystemen 06 inwoners 06
Vriesdonk
FIG. 1
Het aantal dossiers procentueel bekeken volgens het aantal inwoners vindt u in volgende grafiek. 8,00
7,02
7,00 6,00 5,00 3,61
4,00
3,81
3,38
2,89
3,00
2,20
1,95
2,00 1,00
do nk V rie s
Be th an ie
ur g
TH
ar ia b M
D rie
M
ho ek
rt aa K
Ce nt ru
m
0,00
FIG. 2
De wijk centrum heeft procentueel het meeste dossiers De aanwezigheid van ons rusthuis zit hier voor iets tussen uiteraard. Op de tweede plaats komt de wijk Maria Ter Heide, gevolgd door Kaart (vorig jaar stond de wijk Kaart nog op de tweede plaats). 2.2.2. De financiële steunverlening: In onderstaande tabel vindt u de evolutie van enerzijds het aantal cliënten dat op één of andere manier financieel wordt gesteund door het OCMW en anderzijds het bedrag (alles inbegrepen) dat hieraan besteed wordt.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 5
AANTAL DOSSIERS
800 700 600 500 400 300 200 100 0 1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2001
2002
2003
2004
2005
2006
BEDRAG (MILJOEN EURO)
3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
FIG.3, 4
Het aantal cliënten dat financieel gesteund is geweest door ons OCMW is dit jaar gedaald van 724 naar 691 dossiers. Het uitbetaalde bedrag is gedaald van ongeveer 2,28 miljoen euro naar 2,21 miljoen euro. Hieronder een overzicht van de 4 grote blokken binnen de tewerkstellingsmaatregelen, voorschotten en al de andere financiële steun.
steunverlening:
leefloon,
* Volgens leeftijd: In onderstaande tabel krijgt U een vergelijking van de 4 grote groepen die we binnen de financiële hulpverlening kennen. Er wordt hier een vergelijking gemaakt volgens leeftijd. Financ. Steun/Leeft. Leefloon Tewerkstellingmaatr. Voorschotten Steun Totaal 2006 Totaal 2005 Totaal % 2006 Totaal % 2005
0-18 19-25 26-35 36-45 46-55 56-65 66 + TOTAAL TOT 05 Tot. % Tot. % 05 10 57 42 39 34 36 7 225 225 29,4 26,3 1 6 6 9 7 0 0 29 25 3,8 2,9 2 3 7 10 7 4 1 34 61 4,4 7,1 7 45 76 83 61 57 148 546 63,7 477 62,4 20 111 131 141 109 97 156 765 47 135 168 144 135 79 149 857 2,6 14,5 17,1 18,4 14,2 12,7 20,4 100% 5,5 15,8 19,6 16,8 15,8 9,2 17,4 100%
TAB. 3
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 6
Verdeling volgens leeftijdsgroep
1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
0-18 26-35 19-25 46-55 36-45 56-65 66+
FIG.5
34,2 % (2005: 40,8 %) van de steungerechtigden is jonger dan 35 jaar. Dit is 6,6 % minder dan in 2005. Voor het eerst sinds een tijdje krijgen we hier een daling. Het wegvallen van de dossiers voorschotten op onderhoudsgelden zit hier zeker voor iets tussen. Deze dossiers werden overgenomen door de dienst alimentatievorderingen van het ministerie van financiën De groep tussen de 36 en 45 is terug wat groter geworden. De piek van de leeftijden zit nog steeds tussen de 26 en 45 jaar met 35,5 % (2005: 36,4 %) van het aantal dossiers. Wat betreft de leefloondossiers blijft de groep jongeren van -25 jaar wel stijgen en zullen zij in de toekomst onze aandacht blijven vragen. Temeer omdat deze groep dikwijls complexe dossiers bevat, met een combinatie van jongeren, problematisch druggebruik, werkloosheid, rondhanggedrag, psychiatrische problematiek. Dit probleem werd meegegeven als aandachtspunt bij de opmaak van het Lokaal Sociaal Beleidsplan. Hopelijk kan er extra aandacht gaan naar deze problematiek in de vorm van een vorm van begeleid wonen, in één of andere vorm. Financiële steunverlening volgens leeftijd
160
Tewerkstelling
140
Tewerkstelling 05
120
Voorschotten
100 Voorschotten 05 80 Steun 60 Steun 05 40 Leefloon 20 Leefloon 05 0 0 -18
19 -25
26 - 35
36 - 45
46 - 55
56 - 65
66 +
FIG. 6
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 7
* Volgens feitelijke leefsituatie: Vorige jaren werd hieronder de feitelijke leefsituatie bekeken (werd binnen het vorige pakket geregistreerd op dossierniveau). Dit gegeven is verplicht te registreren bij leefloon en tewerkstellingsmaatregelen (dus op het niveau van de toegekende hulp). Bij steun en voorschotten wordt dit binnen Neptunus niet meer geregistreerd. Ik kan ze voor die hulpverleningsvormen dan ook niet meer weergeven. Feitelijke leefsituatie de begunstigde woont enkel samen met zijn partner
Leefloon Tewerkst Totaal 06 Totaal 05 7 9 5 2
de begunstigde woont samen met zijn partner en kinderen
% 06 2,8%
% 05
3,6%
5
1
6
7
2,4%
2,8%
de begunstigde woont samen met (en/of) partner./kind./bloed en aanverwanten/andere
65
8
73
81
28,7%
32,4%
de begunstigde is alleenstaande
91 49
8 10
99
100
39,0%
59
50
23,2%
40,0% 20,0%
10
0
10
3
3,9%
1,2%
0 254
0
0,0%
0,0%
de begunstigde is alleenstaande met minderjarige kinderen (en eventueel meerderj kinderen) de begunstigde verblijft in een instelling Onbekend
TOTAAL TOTAAL % TOTAAL 05 TOTAAL % 05
225 88,6% 225 90,0%
29 11,4% 25 10,0%
100,0% 250 100,0%
TAB. 4
Feitelijke leefsituatie
100 Leefloon
90
Tewerkstelling
80 70 60 50 40 30 20
de begunstigde verblijft in een instelling
de begunstigde is alleenstaande met minderjarige kinderen
de begunstigde is alleenstaande
de begunstigde woont samen met (en/of) partner./kind./bloed en aanverwanten/andere
de begunstigde woont samen met zijn partner en kinderen
0
de begunstigde woont enkel samen met zijn partner
10
FIG.7
* Volgens geslacht: Het aantal mannen is traditioneel lager dan het aantal vrouwen. Als we de verhouding mannen/vrouwen nemen voor wat betreft het Leefloon (RMI) dan tellen we 41,3 % (2005: 35,9%) mannelijke leefloongerechtigden tegenover 58,7 % (2005: 64,5%) vrouwen. In de verhouding mannelijke/vrouwelijke tewerkstellingsmaatregelen is het verschil: 37,9 % (2005: 41.2%) mannen tegenover 62,1 % (2005: 58,8%)
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 8
vrouwen. We zien een procentueel gezien een kleine toename van het aantal mannen ten opzichte van de vrouwen bij het leefloon. Financiële Steun/Geslacht Leefloon Tewerkstellingsm aatregelen Voorschotten Steun Totaal Totaal 05 Totaal % Totaal 05 %
M
V
93 11 14 207 325 370 42,5 43,2
Totaal Totaal 05 Totaal % Totaal % 05 225 225 29,4 26,3 29 25 3,8 2,9 34 61 4,4 7,1 546 63,7 477 62,4 765 857 100% 100%
132 18 20 270 440 487 57,5 56,8
TAB. 5
Steun volgens geslacht 350 300 250 Leefloon Leefloon 05
200
Tewerkstelling Tewerkstelling 05
150
Voorschotten Voorschotten 05
100
Steun Steun 05
50 0 Man
Vrouw
FIG. 8
Laten we deze cijfers van iets dichter bekijken, opgesplitst per categorie.
2.2.2.1. Recht op Maatschappelijke Integratie (oa: het leefloon): Voor 2006 tellen we in totaal 225 dossiers (exclusief de art. 60§7) waarin het leefloon (RMI) werd uitbetaald. Als we dit vergelijken met 2005 (225 dossiers) is dit toevallig precies evenveel dossiers. Trekken we de vergelijking door tot 1990 dan krijgen we de volgende verhoudingen: aantal LL (RMI)-dossiers 250 200 150 100 127 50
148 162 152
188
215 219 226 219
197
175 162
201
225 225 184 194
05
04
03
02
01
00
99
98
97
96
95
94
93
92
91
06 20
20
20
20
20
20
20
19
19
19
19
19
19
19
19
19
19
90
0
FIG. 9
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 9
Sinds 2003 is het leefloon weer aan het stijgen, met dit jaar een status quo. Mogelijk is dit te verklaren door een strenger beleid binnen de RVA waardoor meer mensen worden geschorst en ook door een stijgend aantal jongeren dat leefloon komt vragen. In onderstaande grafiek krijgt U een overzicht van het gemiddelde aantal dossiers met recht op maatschappelijke integratie per maand vanaf 1977 tot en met 2006. Voor 2006 lag dit gemiddelde, inclusief de art. 60§7/tew maatregelen, op 130,7 dossiers per maand (119,1 exclusief art 60/tew maatregelen). In 2005 hadden we een gemiddelde van 132,8 dossiers per maand. (119,2 exclusief art 60/tew maatregelen). 140
Gemiddeld aantal dossiers recht op maatschappelijke integratie per maand (gele lijn is exclusief art 60/tew.maatregelen)
120
100
80 121,4 132,8 125,6 112,8 130,7 106,4 110,6 117,6 108,1 105,3
117,6 60
112,1 88,8
40
96,3 99
71,4 67,5 68 74,3 76,8
44,3 43,3 20 37,6 34,8 33,7 26,8
48,9 51,8 46,1
55
0 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006
FIG. 10
Na enkele jaren stijging van het gemiddelde aantal dossiers per maand is er nu een kleine daling (-1,9 dossiers) van het gemiddelde aantal dossiers per maand. Gemiddeld blijven we toch nog met een hoog aantal dossiers zitten . Volgende grafiek geeft de evolutie weer van 2002 tot 2006 wat betreft – 25 jarigen en leefloon. Hieruit zien we duidelijk een sterke stijging van de jongeren in het leefloon. Een specifieke aanpak is hier vereist en zal in functie van het Lokaal Sociaal beleid moeten besproken worden.
jongeren en leefloon in Brasschaat 80 70 60 50 40 30 20 10 0
aantal -25 j
2002
2003
2004
2005
2006
FIG. 11
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 10
Onderstaande tabel toont het verschil tussen het aantal RMI-dossiers per maand voor 2006 (exclusief art 60/tew maatregelen). Het aantal dossiers Leefloon, dus zonder tewerkstellingen is zelden zo stabiel gebleven over het ganse jaar. Meestal is er een grotere schommeling met minder dossiers in de zomer en meer in de winter. aantal LL-dossiers per maand art 60)
(exclusief
130 120 110 100 90 80 70 60
au juli gu se stu s pt em be ok r to no be ve r m de be ce r m be r
ja nu
a fe ri br ua ri m aa rt ap r il m ei ju ni
50
FIG. 12
2.2.2.2. voorschotten: Welke soorten voorschotten werden gegeven? Soort voorschot Voorschot op loon: Voorschot op werkloosheidsvergoedingen: Voorschot op pensioen: Voorschot op mutualiteitsverg: Voorschot op kinderbijslag: Voorschot op onderhoudsgeld: Voorschot gehandicaptenuitk: TOTAAL:
‘06 6 12 5 2 6 0 3 34
% 17,6 35,3 14,7 5,9 17,6 0,0 8,8 100,0
‘05 % 17 27,0 3 4,8 6 9,5 3 4,8 8 12,7 25 39,7 1 1,6 63 100,0
TAB. 6
In de voorschotten op kinderbijslag zijn de steun ter vervanging van kinderbijslag voor de kandidaatasielzoekers niet inbegrepen. In deze cijfers zitten ook niet de leeflonen die betaald worden als voorschot. Voorschotten op onderhoudsgeld komen sinds 2006 niet meer voor omdat dit niet meer een bevoegdheid is van de OCMW’s maar werd overgenomen door de dienst Alimentatievorderingen (DAVO). Dit maakt dan ook dat het aantal voorschotten in zijn geheel is gedaald.
2.2.2.3. financiële steun: Alle steun die niet kan worden ondergebracht in één van de hierboven besproken categorieën valt onder financiële steun. De hulp aan asielzoekers werd hieronder niet verwerkt, deze hulp wordt ook apart besproken. Wel vinden we in de cijfers de extra steunen aan asielzoekers terug zoals dringende steunen, meubelbons,… deze steunen vallen onder de algemene financiële steun.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 11
Hieronder een vergelijking van de meest toegekende steunvormen (aantal cliënten):
Soort steun Algemene financiële steun: Huurtoelage (zonder huurwaarborgen): Uitbetaalde huurwaarborgen Tussenkomst diverse medische onkosten: Mutualiteitbijdrage Stookoliefonds Energiefondsen Verwarmingstoelage
Aantal 06 153 106 31 96 40 31 62 32
Aantal 05 175 95 34 105 31 17 49 31
TAB. 7
Uiteraard mogen deze cijfers niet zomaar worden opgeteld daar het mogelijk is dat 1 persoon meerdere vormen van steun genoten heeft.
2.2.2.4. Steun aan vreemdelingen in het kader van de wet van 2 april 1965 (kandidaat asielzoekers, geregulariseerden, vreemdelingen in het vreemdelingenregister): Vroeger stonden op deze plaatsen de cijfers van de “asielzoekers”. Daar ik bij de tellingen merkte dat de term “asielzoeker” te beperkt blijkt heb ik onderstaande tabellen aangepast naar de steun die verleend wordt aan niet Belgen, in het kader van de wet van 2 april 1965. Het gaat hier zowel over de maandelijkse steun als over medische kosten. De cijfers voor het LOI worden apart bekeken. Maar voor zover de mensen uit het LOI ook medische kosten terugbetaald kregen zitten zij mee in onderstaande selectie. Beide zaken mogen dan ook niet opgeteld worden. Nogmaals: onderstaande tabellen zijn dus niet ‘de asielzoekers’ maar alle dossiers waar de specifieke hulp aan vreemdelingen wordt weergeven. Een bijkomende tabel geeft ook het statuut van de dossiers waardoor u toch zicht krijgt op de groep vreemdelingen die geholpen wordt
Verdeling volgens leeftijd: leeftijd 0 - 18 j 19 - 25 j 26 - 35 j 36 - 45 j 46 - 55 j 56 - 65 j 65 j + Totaal:
Verdeling volgens geslacht: 2006 % 4 2,6 34 22,1 54 35,1 37 24,0 17 11,0 5 3,2 3 1,9 154 100,0
2005 % 7 3,8 34 18,6 66 36,1 46 25,1 23 12,6 4 2,2 3 1,6 183 100,0
geslacht mannen: vrouwen Totaal:
2006 % 95 61,7 59 38,3 154 100,0
TAB. 8, 9
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 12
2005 % 117 63,9 66 36,1 183 100,0
Verdeling volgens woonplaats: Woonplaats Anderlecht Antwerpen Antwerpen 1 Antwerpen 2 Antwerpen 5 Antwerpen 6 Berchem (Antw.) Borgerhout (Antw.) Brasschaat Bredene Brussel Brussel 2 Charleroi Deurne (Antw.) Diest Dison Ekeren (Antw.) Elsene Etterbeek Eupen Gent Hamme Heppenbach Herstal Hoboken (Antw.) Jemeppe-sur-Meuse Jette Kalmthout Kapellen Koekelberg La Louviere Leuven Liège 2 Marcinelle Merksem (Antw.) Mortsel Namen Oostende Pepinster Ranst Schaarbeek Schoten Sint-Jans-Molenbeek Sint-Stevens-Woluwe Sint-Truiden Ukkel Wilrijk (Antw.) Wommelgem Totaal:
2006 % 2005 3 1,9 9 10 6,5 9 4 2,6 10 4 2,6 6 2 1,3 2 14 9,1 18 2 1,3 4 5 3,2 4 67 43,5 55 0 0,0 1 1 0,6 3 2 1,3 1 0 0,0 1 4 2,6 7 0 0,0 1 0 0,0 1 0 0,0 1 0 0,0 2 1 0,6 2 0 0,0 1 1 0,6 2 0 0,0 2 0 0,0 1 1 0,6 0 5 3,2 5 0 0,0 1 0 0,0 1 0 0,0 1 1 0,6 1 2 1,3 2 1 0,6 1 0 0,0 1 1 0,6 3 0 0,0 1 1 0,6 1 1 0,6 1 1 0,6 0 1 0,6 0 3 1,9 3 1 0,6 1 5 3,2 4 1 0,6 0 3 1,9 5 1 0,6 1 0 0,0 2 1 0,6 1 3 1,9 3 1 0,6 1 154 100,0 183
Verdeling volgens nationaliteit: % 4,9 4,9 5,5 3,3 1,1 9,8 2,2 2,2 30,1 0,5 1,6 0,5 0,5 3,8 0,5 0,5 0,5 1,1 1,1 0,5 1,1 1,1 0,5 0,0 2,7 0,5 0,5 0,5 0,5 1,1 0,5 0,5 1,6 0,5 0,5 0,5 0,0 0,0 1,6 0,5 2,2 0,0 2,7 0,5 1,1 0,5 1,6 0,5 100,0
Nationaliteit Afghanistan Albanië Algerije Angola Egypte Armenië Azerbeidzjan Bangladesh Bhutan Bielorusland Bulgarije Burundi China Georgië Guinea Ghana Groot Brittanië Irak Iran Ivoorkust Jemen Kameroen Kazachstan Kirgizstan Kongo/Volksrepubliek Libanon Liberia Mauretanië Marokko Moldavië Noord Korea Nederland Nepal Nigeria Croatië Oeganda Oekraïne Oezbekistan Onbepaald Pakistan Rusland + voorm USSR Rwanda Senegal Sri Lanka Syrië Tadzjikistan Turkije Uganda Vietnam Zimbabwe Servië-Montenegro Totaal:
2006 % 1 0,6 2 1,3 0 0,0 1 0,6 1 0,6 9 5,8 2 1,3 0 0,0 1 0,6 2 1,3 0 0,0 2 1,3 3 1,9 7 4,5 6 3,9 1 0,6 0 0,0 8 5,2 8 5,2 3 1,9 1 0,6 2 1,3 4 2,6 0 0,0 8 5,2 0 0,0 2 1,3 0 0,0 2 1,3 2 1,3 1 0,6 3 1,9 7 4,5 1 0,6 0 0,0 0 0,0 1 0,6 4 2,6 1 0,6 2 1,3 27 17,5 1 0,6 2 1,3 2 1,3 2 1,3 1 0,6 1 0,6 1 0,6 1 0,6 2 1,3 16 10,4 154 100,0
2005 % 3 1,6 6 3,3 2 1,1 2 1,1 0 0,0 12 6,6 2 1,1 1 0,5 1 0,5 3 1,6 1 0,5 2 1,1 1 0,5 5 2,7 5 2,7 1 0,5 1 0,5 4 2,2 10 5,5 3 1,6 1 0,5 2 1,1 5 2,7 1 0,5 10 5,5 1 0,5 1 0,5 1 0,5 1 0,5 2 1,1 0 0,0 2 1,1 11 6,0 0 0,0 1 0,5 1 0,5 1 0,5 5 2,7 0 0,0 5 2,7 33 18,0 3 1,6 1 0,5 2 1,1 1 0,5 1 0,5 4 2,2 0 0,0 1 0,5 1 0,5 20 10,9 183 100,0
TAB. 10, 11
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 13
Verdeling volgens feitelijke leefsituatie: Feitelijke Leefsituatie Begunstigde woont samen met zijn partner Begunstigde woont samen met zijn partner en kinderen Begunstigde woont samen met (en/of) partner/kind/bloed-en aanverwanten/andere Begunstigde is alleenstaande Begunstigde is alleenstaande met minderjarige kinderen Begunstigde verblijft in een instelling Totaal:
Verdeling volgens statuut:
2006
%
2005
%
9
5,8
11
6,0
34
22,1
37
Statuut Kandidaat vluchteling
2006 109
% 2005 70,8 158
% 86,3
12 1
7,8 0,6
4 1
2,2 0,5
20,2
Illegaal verblijvend Tijdelijk verblijvend, vreemdeling op doorreis
32
20,8
20
10,9
154 100,0
183
100,0
34
22,1
50
27,3
Vreemdeling niet in bevolkingsregister, mag in het land verblijven
64
41,6
78
42,6
Totaal:
13
8,4
7
3,8
0 0,0 154 100,0
0 183
0,0 100,0
TAB. 12, 13
Een vergelijking van dec-92 tot en met dec-06 (inclusief LOI) geeft volgende grafiek voor wat betreft de groep kandidaat asielzoekers (bron: 3-maandelijks overleg SD-BCSD): evolutie aantal dossiers asielzoekers
250 200 150 100 50 0 dec-92
dec-93
dec-94
dec-95
dec-96
dec-97
dec-98
dec-99
dec-00
dec-01
dec-02
dec-03
dec-04
dec-05
FIG. 13
Uit deze tabel ziet men de constante daling van het aantal dossiers, met een kleine stijging tussen december 2005 en december 2006, wat te verklaren is door een nieuwe schijf in het spreidingsplan waar wij in toch relatief korte tijd nog een aantal dossiers hebben bij gekregen. Ook in Brasschaat werd gestart met een Lokaal Opvanginitiatief. In de loop van 2006 beschikten we over 10 wooneenheden (2005: 10) met in het totaal 36 bedden (2005: 36). Deze bedden hadden een bezettingsgraad van 87,50 % (2005: 93,89 %). In het totaal werden 18 gezinnen/dossiers (2005: 19 ) opgevangen.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 14
dec-06
Verdeling volgens leeftijd: leeftijd 0 - 18 j 19 - 25 j 26 - 35 j 36 - 45 j 46 - 55 j 56 - 65 j 65 j + Totaal:
Verdeling volgens nationaliteit: 2006 % 2 11,1 2 11,1 10 55,6 2 11,1 2 11,1 0 0,0 0 0,0 18 100,0
2005 0 2 10 4 2 1 0 19
% 0,0 10,5 52,6 21,1 10,5 5,3 0,0 100,0
2005 9 10 19
% 47,4 52,6 100,0
Verdeling volgens geslacht: geslacht mannen: vrouwen Totaal:
2006 10 8 18
% 55,6 44,4 100,0
Nationaliteit Angola Armenië Georgië Ghana Guinea Iran Ivoorkust Kazachstan Kongo/Volksrepubliek Liberia Moldavië Oezbekistan Rusland Servië - Montenegro Tadzjikistan Turkije voormalig USSR Totaal:
2006 % 1 5,6 0 0,0 1 5,6 1 5,6 1 5,6 0 0,0 1 5,6 1 5,6 1 5,6 0 0,0 2 11,1 2 11,1 3 16,7 1 5,6 1 5,6 1 5,6 1 5,6 18 100,0
2005 1 2 0 1 0 1 1 1 1 1 1 1 0 4 1 0 3 19
TAB. 14, 15, 16
2.2.3. tewerkstelling artikel 60§7 - Tewerkstellingsdienst: (Opgemaakt door Lies Stoffels)
2.2.3.1. Omschrijving van de doelstelling van het project De dienst tewerkstelling en Opleiding is een cel binnen de sociale dienst en heeft als einddoel zoveel mogelijk mensen re-integreren in het arbeidsproces. De manier waarop, alsook de periode waarin dit einddoel bereikt wordt, is zeer individueel bepaald. De begeleiding tijdens heel dit proces noemt men arbeidstrajectbegeleiding. Een van de belangrijkste methodes die wordt gehanteerd om re-integratie te bevorderen, is een tewerkstelling binnen het statuut artikel 60§7. Dit is een tijdelijke werkervaring, waarin cliënten beroepskennis, vaardigheden en attitudes verwerven in een reële werksituatie. Zowel het verwerven van geschikte arbeidsattitudes, als interne en externe opleiding staan hierbij centraal. Dit alles met het oog op het bevorderen van tewerkstellingskansen op de reguliere arbeidsmarkt. Via artikel 60§7 worden zij in de mogelijkheid gesteld om voldoende arbeidsdagen te presteren om hun sociaal statuut te regulariseren. Op deze manier kunnen cliënten, zowel in de sociale zekerheid als in het arbeidsproces geïntegreerd worden. Daarnaast komen een groot aantal cliënten niet in aanmerking voor een tewerkstelling artikel 60§7. Redenen hiervoor kunnen zijn: men heeft niet het juiste inkomensstatuut, men wil zich omscholen via
een beroepsopleiding of men is niet in staat om te werken door fysische, psychische, psychosociale of verslavingsproblematiek. Vaak is het heel moeilijk te achterhalen via gesprekken welke de mogelijkheden of beperkingen zijn van een cliënt. Indien we geen duidelijk beeld krijgen van onze cliënt, verwijzen we hem door naar het Arpan-project. Via proefweken in CBO De Ploeg wordt men geobserveerd en geëvalueerd om zodoende een duidelijker profiel te kunnen opstellen van onze cliënt.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 15
% 5,3 10,5 0,0 5,3 0,0 5,3 5,3 5,3 5,3 5,3 5,3 5,3 0,0 21,1 5,3 0,0 15,8 100,0
2.2.3.2. Algemene cijfers: In 2006 werden er 85 cliënten begeleid binnen de dienst Tewerkstelling en Opleiding (tegenover 92 begeleidingen in 2005). Hierbij kunnen volgende resultaten voorgelegd worden: * 27 personen werkten in artikel 60§7 * 2 personen werden begeleid via het Arpan-project, 1 persoon vond werk * 13 personen vonden werk buiten artikel 60§7 * 2 personen volgden een beroepsopleiding bij VDAB en vonden nadien werk. (opleiding magazijnier en verkoopsopleiding)
2.2.3.3. Tewerkgestelden in artikel 60§7: 27 personen werden tewerkgesteld binnen artikel 60§7 in 2006 Hiervan waren 14 personen reeds in dienst sinds 2005. De overige 13 zijn nieuwe tewerkstellingen opgestart in 2006. Ook in 2006 kregen we een goedkeuring voor 2 subsidiedossiers verhoogde staatstoelage sociale economie-initiatieven. Twee dossiers liepen af in 2006 en er werden 2 nieuwe dossiers ingediend. De deelnemers bestonden uit 11 mannen en 16 vrouwen. De leeftijd varieert tussen 18 en 55 jaar. De grootste groep zijn jongeren (8 mannen en 5 vrouwen) tussen 20 en 30 jaar en alleenstaande moeders tussen 35 en 50 jaar. 24 deelnemers hebben de Belgische nationaliteit, 3 deelnemers zijn geregulariseerde vluchtelingen met Congolese, Russische en Burundese nationaliteit. De meeste hebben als hoogste diploma lager beroepssecundair onderwijs behaald. Het aantal tewerkgestelden binnen artikel 60§7 is opnieuw licht gestegen t.o.v. 2005 (van 23 naar 27).
2.2.3.4. Vorming: De praktische en theoretische beroepskennis wordt in een eerste fase verworven op de dienst waar de deelnemer tewerkgesteld is. Nadien wordt er bekeken aan de hand van evaluaties en besprekingen welke opleiding aangewezen of noodzakelijk is in functie van verdere doorstroming. Het is belangrijk om de deelnemers zo snel mogelijk toekomstgericht te leren denken. Hierdoor vermijden we dat ze zich gaan settelen in hun tijdelijke baan (artikel 60§7). Bovendien verhogen hun tewerkstellingskansen aanzienlijk (vooral bij zeer laaggeschoolden), na het volgen van een beroepsopleiding, een sollicitatietraining, ... Ook in 2006 werd bij elke deelnemer gezocht naar een gepaste opleiding, indien deze noodzakelijk was naar verdere doorstroming toe of gewoon belangrijk als algemene vorming (bv. initiatiecursus computer of assertiviteitstraining). In de laatste maanden van hun contract worden de kandidaten individueel begeleid op gebied van solliciteren. Er wordt geholpen bij het opmaken van een CV, er wordt gezocht naar geschikte vacatures, men moet zich inschrijven bij VDAB, in interim-kantoren,… Sinds 2005 wordt er geen sollicitatietraining meer gegeven door VDAB (jobclub genaamd) in Brasschaat. We kunnen nog wel mensen inschrijven voor de jobclub in Antwerpen, maar weinig cliënten zijn gemotiveerd om dagelijks de verplaatsing naar Antwerpen te doen.
Mensen krijgen tot op heden individuele sollicitatiebegeleiding. Tijdens de laatste drie maanden van hun tewerkstelling wordt hieraan gewerkt. In 2006 ben ik een kijkje gaan nemen bij enkele arbeidstrajectbegeleiders van Kina, die werken voor OCMW Kalmthout, Stabroek en Wuustwezel. Zij hebben een eigen jobclub opgestart en hebben hiervoor een aparte ruimte kunnen inrichten, gelegen te Stabroek. Ik heb informatie gekregen over de werking van deze jobclub en hoe opstarten. Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 16
Deze jobclub heeft een halve dag per week plaats en deelnemers, die geïnteresseerd zijn, schrijven zich op voorhand in. Men heeft 4 computers ter beschikking en gemiddeld twee arbeidsbegeleiders, die ondersteunen tijdens deze jobclub. Men kan er terecht voor hulp bij het opstelen van een CV, opzoeken van gepaste vacatures, voorbereiding van een sollicitatiegesprek, ook kunnen deelnemers ter plaatse werkgevers contacteren enz… Solliciteren kost geld en om deze kosten zo laag mogelijk te houden, stelt men verschillende faciliteiten ter beschikking: • 4 Pc’s • Internet • Telefoontoestellen en fax • Kopieermachine • Overzicht van verschillen vacatures • Overzicht van verschillende tewerkstellingsmaatregelen • Postzegels en briefomslagen • Treintickets De grote meerwaarde van een jobclub (=sollicitatiebegeleiding in groep) is dat deelnemers van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen aanmoedigen. Je kunt mensen ter plaatste opvolgen en bijsturen, terwijl je bij een individuele begeleiding ervan uit gaat dat mensen zelfredzaam genoeg zijn om thuis verder met solliciteren bezig te zijn. Het nadeel van een jobclub in groep is dat je voldoende personeel moet hebben om één halve dag per week vrij te maken voor deze jobclub. Bovendien moet je voldoende cliënten kunnen selecteren voor de wekelijkse jobclub. Ik wil dit zeker verder bekijken hoe we soortgelijk initiatief kunnen opstarten binnen ons OCMW.
Volgende opleidingen werden in 2006 gevolgd: * Pc-initiatie Dakhuus Brasschaat * Pc-initiatie Ivoran Kapellen * Pc-initiatie ATEL Antwerpen * Word Ivoran Kapellen (gevolgd door 2 personen) * Nederlands voor Anderstaligen Basiseducatie Kapellen * Nederlands voor Anderstaligen Ivoran Kapellen * Vooropleiding spelling Nederlands ATEL Merksem * Frans gevorderden Ivoran Kapellen * Seniorenconsulenten Vorming, Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen te Brussel (1 dag per week) * Begeleideranimator voor Bejaarden VLOD Antwerpen (1 dag les per week, 1 dag stage per week) * Brandpreventie * Hef- en tiltechnieken OCMW Brasschaat 2.2.3.5. tewerkstellingsplaatsen: In 2006 werkten er meer werknemers artikel 60§7 buiten de diensten van het OCMW, als intern (15 van de 27 werknemers werkten buiten het OCMW). Het is een keuze van het OCMW om meer en meer werknemers te detacheren. Het probleem is dat steeds hogere eisen worden gesteld binnen onze diensten, waaraan een artikel 60§7-werknemer niet kan voldoen. Deze werknemer moet kunnen leren en evolueren. In dit proces heeft hij voldoende ondersteuning en begeleiding nodig. Een groot deel van de begeleiding gebeurt vanuit de dienst Tewerkstelling en Opleiding, maar dit blijkt meermaals niet voldoende te zijn. Er is ook behoefte aan ondersteuning op de werkvloer. De diensten ondervinden te veel problemen, waardoor ze liever de voltijdse artikel 60§7-werknemer vervangen zien door een deeltijdse vaste kracht.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 17
Een overzicht van aantal werknemers (12) binnen de diensten van het OCMW: Onderhoud Centraal Bestuur
1 werknemer
Aankoopdienst/Onthaal Centraal Bestuur
1 werknemer
Karweidienst
2 werknemers
Kabas
4 werknemers
Keuken W&Z Vesalius
2 werknemers
Logistiek W&Z Vesalius
2 werknemers
Een overzicht van aantal werknemers (15) buiten het OCMW: Educar vzw
4 werknemers
Kinderboerderij Mikerf vzw
3 werknemers
CBO De Ploeg vzw
1 werknemer
Rotonde vzw: keuken
3 werknemers
Rotonde vzw: schoonmaak
1 werknemer
Rotonde vzw: Onthaal
2 werknemers
Atelier Cirkel vzw
1 werknemer
Schildersploeg Gemeente
1 werknemer
Quercus-parket (privé-bedrijf Brasschaat)
1 werknemer
Opmerking: * Eén persoon werkte 50% in de keuken van de Rotonde en 50% binnen de schoonmaak van de Rotonde. * Eén persoon werkte het eerste deel van zijn tewerkstelling bij Quercus-Parket en werd nadien overgeplaatst naar de Karweidienst van het OCMW. Dit geef ik ter verduidelijking bij bovenstaande cijfers: In 2006 werd de samenwerking met Educar, Kinderboerderij De Mikerf en CBO De Ploeg en de Gemeente verder gezet. Er werd een nieuwe samenwerking opgestart met vzw Rotonde, een instelling voor mentaal of meervoudig gehandicapten te Brasschaat, waar we binnen 3 verschillende diensten werknemers tewerkstellen. Ook werd er een nieuwe samenwerking opgestart met vzw Atelier de Cirkel, een organisatie waar cursussen worden gegeven rond keramiek, houtbewerking,… Onze werknemer deed het onderhoud van de lokalen, bediening van drank en broodjes voor de cursisten, dagdagelijks bereiden van soep, De samenwerking met de gemeente wordt verder gezet, maar sinds de tweede helft van 2006 werkt er geen werknemer artikel 60§7 meer bij de gemeente. De werknemer artikel 60§7 kreeg een gesco-contract en bleef dus ook na zijn contract artikel 60§7 bij de schildersploeg werken. Hierdoor kan men momenteel geen werknemer artikel 60§7 in dienst nemen. Binnen andere diensten van de gemeente is momenteel geen vraag naar werknemers artikel 60§7. De samenwerking met het privé-bedrijf Quercus Parket werd stopgezet in 2006, wegens stopzetting werkzaamheden van dit bedrijf. Na evaluatie bleek dat de samenwerking niet vlot is verlopen. Er stelden zich heel wat communicatieproblemen tussen de werkgever van het bedrijf en het OCMW. Alle deelnemers, zowel diegene die binnen als buiten onze diensten tewerkgesteld zijn, worden zo goed mogelijk opgevolgd. Op regelmatige tijdstippen worden er evaluaties gedaan met de deelnemers maar ook met hun diensthoofden. Evaluaties plannen met diensthoofden binnen het OCMW is vaak een probleem. Wegens tijdsgebrek en onvoldoende achtergrond/opleiding stel ik vast dat de evaluaties vaak moeizaam Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 18
verlopen en te beperkt zijn. We zijn er binnen het OCMW wel mee bezig om hieromtrent betere afspraken te maken en de communicatie beter op punt te stellen. De evaluaties met partners buitenhuis (Educar, De Mikerf, De Ploeg,…) lopen veel vlotter, zijn intensiever en er wordt veel meer tijd voor uitgetrokken. Bij een detachering van een werknemer van het OCMW naar een buitendienst wordt steeds een samenwerkingsprotocol opgesteld, waarbij wederzijdse afspraken worden beschreven tussen het OCMW en de externe organisatie. Er wordt ook een verklaring opgesteld, waarin het OCMW verklaart dat er 1 persoon wordt gedetacheerd naar een andere organisatie. Bij een nieuwe tewerkstelling worden steeds arbeidsafspraken overlopen, zodat de deelnemers niet uit onwetendheid fouten zouden maken. Deze afspraken staan beschreven in een overeenkomst die gesloten wordt tussen het OCMW en de deelnemer en wordt samen met het contract ondertekend.
2.2.3.6. doorstromen na 60§7: 16 personen beëindigden in 2006 hun contract artikel 60§7, waarvan 5 personen ander werk vonden nadien. Twee contracten artikel 60§7 werden vroegtijdig beëindigd. Eén persoon beweerde ander werk gevonden te hebben. De andere persoon hield zich aan geen enkele arbeidsafspraak. De voornaamste reden waardoor mensen niet doorstromen is de werkloosheidsval. Het verschil in het inkomen van een laaggeschoolde werknemer en de werkloosheidsuitkering is te klein. Voor ons cliënteel wegen de voordelen van een voltijdse tewerkstelling niet op tegen de nadelen. Praktisch gezien vergt het heel veel moeite voor ons cliënteel om zowel het huishouden te runnen, als kinderopvang te regelen, als administratieve zaken op punt te stellen. Zij zijn niet gewoon hun leven te organiseren. Ik merk dat zelfs binnen een tewerkstelling artikel 60§7 de motivatie van de deelnemers naar het einde toe afneemt. Men is moe, wil een rustperiode. Men kan het niet langer aan om voltijds te gaan werken. Jongeren zijn meestal toe aan een nieuwe werkomgeving en denken dat het elders beter is. Alleenstaande oudergezinnen kunnen de druk niet aan.
2.2.3.7. andere resultaten: Zoals eerder al vermeld, komen niet alle kandidaten in aanmerking voor een tewerkstelling artikel 60§7. In totaal vonden 16 personen werk, hieronder vind je een overzicht: * 10 contracten onbepaalde duur * 2 contracten bepaalde duur (3 maanden, waarvan één verlengd werd) * 2 via interim * 1 WEP+-contract * 1 IBO-contract
2.2.3.8. niet of moeilijk bemiddelbaren: De helft van de cliënten die doorverwezen worden stromen niet door naar een opleiding of tewerkstelling. Enerzijds is het vaak zo dat mensen zeer regelmatig verhuizen, waardoor een begeleiding plots stopgezet wordt. Ook mensen die geschorst zijn van de werkloosheidsuitkering komen bij mij terecht. Op het moment dat de schorsing terug opgeheven is, stopt ook vaak de begeleiding. Het is dan VDAB die opnieuw overneemt, soms nog wel in samenwerking met mij. Verder is onze doelgroep vaak gewoon te zwak om door te stromen naar een tewerkstelling of opleiding. De veelheid aan problemen zorgt ervoor dat men vaak het noorden kwijt is en gewoon niet in staat is (emotioneel en fysiek) om te gaan werken. Men heeft het vaak al moeilijk genoeg om de dagdagelijkse taken rond te krijgen. Psychisch is men vaak niet in staat om te gaan werken. Maar ook fysisch zijn er vaak heel wat problemen bij ons cliënteel. Rugklachten bijvoorbeeld is een veelvoorkomend probleem bij onze doelgroep. Wanneer het gaat over zware rugklachten, waarbij lang rechtstaan bijvoorbeeld uitgesloten is, stellen we vast dat bijna alle banen voor arbeiders uitgesloten zijn. Administratief werk is dan vaak nog het enige alternatief, Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 19
maar hiervoor moet je slagen in basistesten rekenen, schrijven, administratieve vaardigheden (zoals nauwkeurigheid,…). Hiervoor wordt een groot deel van ons cliënteel te zwak bevonden. De jongeren zijn vaak het moeilijkst te motiveren naar werk of opleiding toe. Zij laten zich nog te veel beïnvloeden door vrienden. Daar krijgt men erkenning en zijn er geen eisen die gesteld worden. Hun levensritme is vaak volledig omgedraaid. Zij leven ’s nachts en slapen overdag. Zij zijn vaak voor korte termijn te motiveren, maar kunnen het niet opbrengen een hele maand te werken en nadien pas een loon te krijgen. Zij willen onmiddellijk resultaat van hun prestaties. Vaak zijn veelvuldig gebruik van alcohol en drugs ook een reden waardoor men niet in staat is te gaan werken.
2.2.3.9. Organisatiestructuur, samenwerkingsverbanden, situering binnen uw OCMW * Begeleiding & doorverwijzing Ik volgde in 2006 twee opleidingen rond Trajectbegeleiding binnen een OCMW en was ook aanwezig bij de werkgroep rond Trajectbegeleiding (Aortaproject-Deloitte), waar procesmodellen werden uitgewerkt rond doorverwijzing en randvoorwaarden. Vanuit deze vormingen kwam ik tot het neerschrijven van een visietekst en richtlijnen naar doorverwijzing toe. De tewerkstellingsdienst mag niet gezien worden als een aparte dienst, maar als een onderdeel van de sociale dienst. Er moet meer op één lijn gewerkt worden met éénzelfde doel voor ogen, namelijk reintegratie in de maatschappij. Voor de cliënt is het ook belangrijk dat men voelt dat de tewerkstellingsdienst, de algemene sociale dienst en dienst schuldbemiddeling hetzelfde doel nastreven. Het is belangrijk dat de collega’s van de algemene sociale dienst een doorverwijzing naar mijn dienst niet langer zien als een dossier minder, maar wel als een samenwerking rond één dossier. Er moet tijdens de tewerkstelling ook nog op andere vlakken begeleid en gewerkt worden (vb. huisvesting, budget,…). Voortdurend overleg met alle betrokken diensten is dan ook van uiterst belang. Deze visie verschilt van de visie, die voordien werd gehanteerd. Toen werd enkel een naam en dossiernummer van een cliënt doorgespeeld aan de tewerkstellingsdienst en verder was er weinig tot geen overleg rond een dossier. Toen werd de tewerkstellingsdienst echt als een aparte dienst beschouwd. Wat is arbeidstrajectbegeleiding? De procedure, die wordt opgestart van zodra een cliënt in aanmerking komt voor een begeleiding op het gebied van tewerkstelling of opleiding. Hiervoor dienen eerst de randvoorwaarden (o.a. stabiele woonsituatie, geen alcohol- of drugproblematiek, basiskennis Nederlands, niveau 1.2,…) vervuld te zijn. Vooraleer kan doorverwezen worden, moet er een duidelijk zicht zijn op de leefwereld en soort problematiek van de cliënt. Dan volgt er een kort overleg, waarin de tewerkstellingsdienst bepaalt of de randvoorwaarden al dan niet vervuld zijn en of het dossier kan worden doorverwezen. Uiteraard moeten en kunnen niet alle problemen opgelost zijn vooraleer een doorverwijzing kan plaatsvinden, maar de cliënt moet een minimaal inzicht hebben in zijn problematiek en indien nodig, moet er al een externe begeleiding zijn opgestart (bvb bij psychologische problemen, moet er best een vorm van therapie opgestart zijn). De cliënt moet niet enkele gemotiveerd zijn om te gaan werken, maar moet ook bereid zijn om aan zijn persoonlijke situatie te werken.
Intake = 1e fase in de trajectbegeleiding Instrumenten voor intake: * fiche Neptunus met algemene cliëntgegevens + overleg MW’er * intake-overzicht Tewerkstellingsdienst In een aantal gesprekken (2 tot 4) wordt getracht een duidelijk zicht te krijgen op mogelijkheden en beperkingen en van daaruit wordt een stappenplan (=trajectplan) opgesteld. Stappenplan = 2e fase Hier worden de verschillende stappen beschreven binnen de trajectwerking om zo te komen tot het einddoel (tewerkstelling of opleiding). Jaarverslag Sociale dienst 2006 pag.: 20
Voor de min 25-jarigen is het instrument hiervoor het GPMI. Voor de andere dossiers zal ik zelf een stappenplan opstellen.
Evaluatie = 3 fase Het stappenplan wordt voortdurend en op regelmatige basis geëvalueerd. Via evaluaties op de werkvloer of via een evaluatiegesprek met alle betrokken partijen. e
Instrument voor de min 25-jarigen: evaluatiedocumenten GPMI. Voor de anderen heb ik een gelijkaardig document opgesteld, ook binnen artikel 60 wordt dit document gebruikt. Als er tijdens een tewerkstelling problemen opduiken, heeft er overleg plaats met de MW’er algemene sociale dienst en worden er duidelijke afspraken gemaakt wie/wat opneemt. Na een intakegesprek wordt eerst bekeken of de cliënt al dan niet klaar zijn voor het NEC (=normaal economisch circuit). De meeste mensen binnen onze doelgroep, starten echter binnen een tewerkstelling artikel 60§7. Op deze manier verwerft de cliënt een eigen loon (hoger dan het leefloon) en is men niet meer afhankelijk van het OCMW. Dat is vaak een beperkte, maar toch belangrijke financiële vooruitgang voor ons cliënteel. Ook emotioneel is het een belangrijke stap, omdat men plots van cliënt naar werknemer overstapt. Men voelt zich waardiger. Indien men niet in aanmerking komt voor een tewerkstelling artikel 60§7 worden andere tewerkstellingsbevorderende maatregelen overlopen zoals een WEP+-tewerkstelling, tewerkstelling binnen de Sociale Werkplaats, interim-arbeid,… Indien betrokkene nog niet klaar is voor een tewerkstelling artikel 60§7 of hiervoor te zwak wordt bevonden verwijzen we hen door naar het Arpan-project (zie verder punt 12) om zodoende na enkele proefweken een duidelijker beeld te hebben van de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Nadien is het de bedoeling via stages mensen te laten doorstromen naar het normaal economisch circuit (NEC). Mensen met een Vlaams Fondsnummer worden doorverwezen naar ATB (arbeidstrajectbegeleiding voor mensen met een handicap).
2.2.3.10. Resultaten op het vlak van tewerkstelling & nevenresultaten * Tewerkstellingsresultaten In 2006 beëindigden 16 personen hun contract artikel 60§7, waarvan 5 personen ander werk vonden na het beëindigen van het contract:
• • • • •
50% tewerkgesteld als poetsvrouw W&Z Vesalius, Rusthuis OCMW Brasschaat 100% tewerkgesteld bij Gemeente Brasschaat als schilder 100% tewerkgesteld bij Promedia te Antwerpen als tele-verkoopster 50% tewerkgesteld als keukenhulp W&Z Vesalius, rusthuis OCMW Brasschaat 100% tewerkgesteld bij H&M als verkoopster
2 personen gingen vroegtijdig uit dienst omwille persoonlijke problemen en niet onwettige afwezigheden 9 personen stempelen, waarvan 2 personen met onvoldoende kennis Nederlands, 1 persoon die een opleiding tot Seniorenconsulente vervolledigde, 1 persoon die voorbereidingen doet om een zelfstandige zaak op te starten. 3 personen waren niet gemotiveerd om te werken en 2 personen zijn helaas na hun tewerkstelling opnieuw in de drugwereld verzeild geraakt.
* nevenresultaten Deelnemers vonden zeer veel steun en motivatie bij hun collega’s op de werkvloer. Op die manier werden veel resultaten behaald op vlak van zelfvertrouwen en zelfredzaamheid. Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 21
Ook de wetenschap dat ze steeds konden terugvallen op de sociale dienst van het OCMW was een stevige houvast als het eens wat minder ging. Op vlak van doorstroming na het project ondervonden we een aantal gebreken in de loop van de vorige jaren o.a. dat de deelnemers zich te sterk gingen binden met de tewerkstellingsplaats en steeds hoopten dat de tewerkstelling na het project nog kon verder gezet worden op dezelfde dienst. Om dit te doorbreken probeerden we ook dit jaar mensen van bij het begin te stimuleren om externe cursussen te gaan volgen en realistisch na te denken over hun toekomst. Mensen werden al van in het begin van hun tewerkstellingsperiode geconfronteerd met het feit dat dit een tijdelijk project is. Door mensen externe cursussen te laten volgen, worden zij tijdelijk uit hun vertrouwelijke omgeving (tewerkstelling binnen het OCMW of tewerkstellingsproject) gehaald en worden zij klaar gestoomd en mentaal voorbereid op een doorstroming naar een andere tewerkstelling binnen het reguliere circuit. Het is een realiteit dat onze doelgroep voornamelijk bestaat uit laaggeschoolden, waardoor een aantal mensen te zwak zijn of niet gemotiveerd om cursussen te gaan volgen. De afstand naar het gewone economische circuit blijft enorm groot. De laatste jaren zijn de werkgevers ook veel hogere eisen gaan stellen, waardoor het moeilijker en moeilijker wordt om onze doelgroep een plaats te geven in het reguliere arbeidscircuit.
2.2.3.11. Bureau voor kosteloze arbeidsbemiddeling In het kader van ESF 3 kunnen derden – in casu een bureau voor kosteloze arbeidsbemiddeling – een consortium met VDAB en samenwerkingsakkoorden afsluiten. Het OCMW Brasschaat heeft op 11/09/97 zo een samenwerkingsovereenkomst afgesloten en werd bijgevolg erkend als bureau voor kosteloze arbeidsbemiddeling. De beoogde doelgroepen van het bureau voor kosteloze arbeidsbemiddeling zijn de OCMW cliënten en langdurig werklozen. In 2006 werden er 22 vacatures doorgeven aan de VDAB. Het ging hierbij over:
• 9 plaatsen in het normaal economisch circuit (startbaan, tijdelijke contracten,…) • 11 plaatsen in het kader van artikel 60 § 7 van de OCMW wet • 1 plaats via interim-werk • 1 IBO-contract Het bureau engageert zich om de kansen op (re)integratie en op tewerkstelling van de specifieke doelgroep (hoger vernoemd) aanzienlijk te verhogen. 2.2.3.12. Samenwerking met interim-kantoren: In 2006 is er opnieuw in mindere mate samengewerkt met interim-kantoren. Ook daar worden steeds hogere eisen gesteld. Bij inschrijving worden al een aantal tests afgenomen, afhankelijk van de sector of het bedrijf waar je wilt gaan werken. Meestal worden minimale reken- en taalvaardigheden verwacht, alsook minimale arbeidsattitudes. Een klein percentage van ons cliënteel voldoet aan de eisen, die worden gesteld. Vaak gebeurt er al een eerste selectie op het moment dat men zich komt aanbieden in het interim-kantoor. Komt men verzorgd over? Maakt men een gemotiveerde indruk of eerder gelaten? Het werkaanbod is afhankelijk van de economische omstandigheden, wat betekent dat er vaak maar een beperkt aanbod is van banen geschikt voor onze doelgroep. Een aantal jongeren werken vaak slechts enkele dagen of weken via één bepaald interim-kantoor, nadien haken ze af. Het gevolg is dat men geen nieuwe opdrachten meer krijgt. Ze moeten eerst bewijzen dat ze langere tijd eenzelfde baan kunnen volhouden, zoniet komt men niet in aanmerking voor een langdurige opdracht. Uiteindelijk zijn de eisen die interim-kantoren stellen praktisch even hoog als de eisen/voorwaarden in het reguliere arbeidscircuit. Hetzelfde probleem stelt zich, namelijk ons cliënteel beantwoordt vaak niet aan de hoge verwachtingen die men stelt. Jaarverslag Sociale dienst 2006 pag.: 22
De belangrijkste redenen hiervoor zijn: • gebrek aan eigen vervoer • gebrek aan minimale arbeidsattitudes • korte werkopdrachten (telkens opnieuw aanpassen aan nieuwe werkomstandigheden) • overwegend voltijdse opdrachten (onze grootste doelgroep zijn alleenstaande vrouwen met kinderen en zij zijn vaak op zoek naar deeltijds werk) • gebrek aan werkaanbod voor laaggeschoolden Enkele mensen werkten in 2006 via interim, maar vaak voor een zeer korte periode (2 weken of minder). Ze vonden dit werk zonder bemiddeling van de dienst tewerkstelling. Als het gaat over een zeer korte periode, zijn wij ook vaak niet op de hoogte van deze tewerkstelling.
2.2.3.13. permanentie in de werkwinkel De wekelijkse permanentie blijft doorgaan op donderdagvoormiddag tussen 9u en 12u. Gemiddeld gezien komen steeds meer cliënten naar de werkwinkel, maar het merendeel komt op uitnodiging van mij. Alleen de meer zelfredzame cliënten stappen spontaan binnen in de werkwinkel en ook ex-werknemers artikel 60§7. De meerwaarde van een zitdag in de werkwinkel: * Er is een nauwere samenwerking gegroeid met de verschillende partners van de werkwinkel: • ATB: Arbeidstrajectbegeleiding voor mensen met een handicap. • PWA: Plaatselijk Werkgelegenheidsagentschap • VDAB: Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling * Gebruik maken van een aantal werkmiddelen van VDAB zoals dossiermanager (intranet VDAB), de WISS-computer, WEP+-krantje, cliënten helpen bij hun inschrijving, hulp bij het opmaken van een CV, sollicitatiebrief, inschrijving voor een opleiding, aanvraag activakaart, startbaankaart,... In de laatste maanden van een artikel 60§7-contract, help ik de werknemer zich in te schrijven bij VDAB, een sollicitatiebrief op te stellen, eventueel inschrijven voor een opleiding, jobclub (te Antwerpen). Ik probeer op deze manier de overgang naar een reguliere tewerkstelling iets minder groot te maken en zij worden zo meer en meer vertrouwd met VDAB. Er wordt ook een haalbaar jobdoelwit bepaald tijdens de periode van artikel 60§7 en dat maakt het voor VDAB gemakkelijker de begeleiding over te nemen indien er nog geen concrete vooruitzichten zijn naar ander werk. De manier van aanpak van een trajectbegeleiding door VDAB en OCMW blijft wel sterk verschillen. De consulenten van VDAB hebben een meer kordatere aanpak met minder begrip voor sociale, emotionele of fysieke beperkingen. Deze aanpak is begrijpelijk, omdat men moet doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt, waar hoge eisen gesteld worden. We merken wel dat deze aanpak ons cliënteel blijft afschrikken. Men verwacht dat er steeds begrip blijft voor de persoonlijke situatie en wil minder geconfronteerd worden met de realiteit. 2.2.3.14. Geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI) De coördinatie en opvolging van de GPMI’s gebeurt grotendeels door de dienst tewerkstelling en opleiding van het OCMW. Ik spreek af met de maatschappelijk werker van de sociale dienst wanneer het GPMI wordt opgesteld. Dit gebeurt steeds in gezamenlijk overleg (cliënt, maatschappelijk werker sociale dienst en arbeidsbegeleider), zodat het voor iedereen duidelijk is, wie welke stappen moet ondernemen en opvolgen. De contracten worden zo concreet mogelijk opgesteld, zodat het voor de jongere duidelijk is wat van hem verwacht wordt. Dit is een belangrijk werkinstrument geworden tijdens onze begeleidingen en evaluaties. Bij de + 25-jarige gebruik ik het evaluatiedocument om op geregelde tijdstippen verslag neer te schrijven over de evolutie binnen de trajectbegeleiding. Dit kan gebruikt worden bij personen, die in artikel 60§7 werken, maar ook bij cliënten, die een opleiding gaan volgen of in een voortraject zitten.
2.2.3.15. Samenwerking ARPAN-project ARPAN= Arbeidsgehandicapten Provincie Antwerpen Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 23
ARPAN-project= een ESF-project dat is aangegaan tussen Kina en CBO De Ploeg. Het is een project, waarbij alle arbeidsbegeleiders, vanuit het OCMW aangesloten bij Kina, een samenwerking kunnen aangaan. Doelstelling: Mensen met een arbeidshandicap helpen doorstromen naar het normaal economisch circuit (NEC) door aanvullende opleiding en begeleiding aan te bieden op maat. Wie zijn arbeidsgehandicapten:
* ex-buso leerlingen (grote groep van ons cliënteel) * mensen met een Vlaams Fondsnummer * een screening doorlopen hebben * 33% of 66% maatregel= gedeeltelijk arbeidsongeschikt verklaard door VDAB
In 2006 werden er twee personen begeleid binnen het ARPAN-project. Op 3 proefweken binnen CBO De Ploeg kunnen we een beter zicht te krijgen op mogelijkheden en specifieke beperkingen van de cliënt. Na de proefweken (keukenopdrachten, poetsopdrachten, atelieropdrachten en enkele basistesten rond vaardigheden rekenen en taalkunde) wordt de cliënt geëvalueerd en worden beperkingen vastgesteld. Na deze eerste screening wordt bepaald welke de volgende noodzakelijke stappen zijn. Meestal worden er gerichte stageplaatsen gezocht en hulp geboden bij gericht solliciteren. Anderzijds is het mogelijk dat er wordt beslist dat een bijkomende opleiding en begeleiding in CBO De Ploeg noodzakelijk is. Er kan ook beslist worden een onderzoek op te starten bij het Vlaams Fonds (doorverwijzing ATB) of in samenspraak met een orthopedagoog kan bepaald worden dat een tewerkstelling medisch gezien niet verantwoord is (aanvraag ziektevergoeding / invaliditeit).
2.2.3.16. Samenwerking ATB ATB is een organisatie die arbeidsbegeleiding doet voor mensen met een fysieke of psychische handicap. Mensen met een Vlaams Fondsnummer worden altijd doorverwezen naar ATB. Indien we vermoeden dat een bepaalde cliënt in aanmerking komt voor aanvraag Vlaams Fondsnummer, wordt hij of zij ook doorverwezen naar ATB. Zij zetten dan de nodige stappen en volgen het dossier verder op.
2.2.4. Lokale Adviescommissie: Sinds 1998 is er een decreet in voege in verband met de minimale levering van elektriciteit, gas en water. Dit betekent dat niemand nog zomaar zonder elektriciteit, gas of water mag worden gezet. Er zijn twee uitzonderingen. Als er gevaar dreigt (bijvoorbeeld bij gaslekken of slecht onderhouden elektriciteitsleidingen) mag de energieleverancier afsluiten. Als het gevaar opgelost is moet hij dadelijk weer aansluiten. Een tweede reden om de toevoer van energie of water af te sluiten is als de klant een pertinente onwil toont om zijn rekeningen te betalen. De maatschappijen mogen dit niet zelf bepalen. Zij moeten hiervoor een verzoekschrift indienen bij de Lokale adviescommissie voor elektriciteit, gas en water. Deze commissie is samengesteld uit het hoofd van de sociale dienst van het OCMW, een raadslid van het OCMW en vertegenwoordigers van de energiemaatschappijen. Zij beslissen aan de hand van het voorgelegde dossier of iemand onwil vertoont of niet, en bijgevolg of hij al dan niet wordt afgesloten. Ook in Brasschaat is in de loop van 1998 een commissie gestart. Hieronder volgen een aantal cijfers voor 2006: Actie Aantal ingediendeverzoekschriften Aantal GEDIS Aantal PIDPA Regelinggetroffenopof voor decommissiezitting Verzoek tot afsluitentoegewezen(event voorwaarden)
Aantal 2006 2006%Aantal 2005 2005%bedrag2006 189 100,0 176 100,0 193.620,59€ 155 82,0 136 77,3 176.187,60€ 34 18,0 40 22,7 17.432,99€ 0 0€ 136 72,0 113 64,2 164.312,27€ 53 28,0 63 35,8 29.308,32€
2006%bedrag2005 2005% 100,0 79.014,33€ 100,0 84,3 91,0 66.627,92€ 9,0 12.386,41€ 15,7 0€ 84,9 51.012,88€ 64,6 15,1 28.001,45€ 35,4
TAB. 17
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 24
De cijfers hierboven geven gewoon de som van het aantal verzoekschriften weer en het bedrag dat hiervoor ingediend wordt. Wanneer een cliënt meerdere keren in de loop van een jaar wordt voorgebracht komt zij meer dan 1 keer in deze cijfers voor. Daar er enkele dossiers met grotere schulden meerdere keren zijn voorgebracht loopt het bedrag snel op. Voor gas en elektriciteit wordt tegenwoordig een reden opgegeven waarom het dossier op de LAC moet komen. Hieronder een overzicht van de opgegeven redenen, soms wordt meer dan 1 reden gegeven:
Reden onbetaalde facturen: budgetmeter wordt niet opgeladen geen toegang voor plaatsen budgetmeter afbetalingsplan niet gevolgd
Aantal 2006 111 18 13 37
Aantal 2005 118 13 20 6
TAB.18
We merken duidelijk een stijgend aantal dossiers en ook de bedragen worden groter. Mensen worden snel gedropt bij de commerciële leveranciers. Voor de toekomst kijken we vooral uit naar het nieuwe decreet voor de Lokale Adviescommissies. Hier zal vooral het begrip klaarblijkelijke onwil worden geherdefinieerd in die zin dat enkel nog een beperkt aantal omschreven situaties kunnen aanleiding geven tot het afsluiten van de energie- of watervoorziening. Wat we nu al weten is dat het moeilijker wordt om zonder sociale onderzoeken te kunnen beslissingen nemen en dat er in die zin zal moeten afgesproken worden wie welke huisbezoeken voor zijn rekening zal nemen. Voordeel is dat we hopelijk met meer mensen effectief in contact zullen komen en een aantal problemen effectiever zullen kunnen aanpakken.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 25
3. KABAS: (opgemaakt door An Rombouts)
Kabas, gelegen aan de Augustijnslei 115-117, herbergt het kansarmoedeproject van het O.C.M.W. van Brasschaat. De mensen die we bereiken zijn gezinnen en/of personen die kampen met moeilijkheden op de volgende terreinen:
Werk geen werk, onregelmatig werk, ‘vuil’ werk, zwart werk, lage verloning, onregelmatig inkomen, globaal laag inkomen,... Weten lage scholing, geen opleiding, beperkte kennis van basisvaardigheden, beperkte kennis van wetten en regels in onze samenleving,... Wonen te klein behuisd, te duur in verhouding tot het inkomen, vaak verandering van adres, woning met vele gebreken en beperkt comfort,... Welzijn psychische moeilijkheden, lichamelijke en/of psychische handicap, slechte psychosociale omstandigheden, relationele moeilijkheden,... Mensen die moeilijkheden ondervinden op meer dan één van deze vier W’s noemen wij ‘arm aan kansen’... Maar al te vaak zijn het een veelheid van problemen die elkaar versterken en bevestigen. Dit maakt dat iemand niet fundamenteel uit de moeilijkheden raakt, omdat de hulpverlening zich concentreert op één terrein en moeilijk de veelheid en complexheid kan aanpakken. Een basisprincipe van de werking van Kabas is dan ook dat er naast daadwerkelijk hulp verlenen ook tijd en ruimte moet zijn voor leerprocessen. Stapje voor stapje kan de cliënt leren hoe hij met zijn moeilijkheden tot oplossingen kan komen die binnen zijn mogelijkheden liggen. Om deze complexiteit van problemen aan te pakken zijn er binnen Kabas vier grote activiteitsblokken:
1. Het lenigen van basisnoden. 2. Het invullen van vragen naar basisvaardigheden en -kennis en invulling van vrije tijd. 3. Het verstrekken van algemene informatie en advies op een neutraal terrein. 4. Sociale tewerkstelling.
3.1. Het lenigen van basisnoden Onderzoek en praktijk hebben uitgewezen dat het zeer moeilijk is om te werken aan ‘secundaire noden en behoeften’ als er niet aan de basisbehoeften voldaan wordt. Voeding, kleding, huisraad, linnengoed, meubelen, basisuitrusting zijn met een zeer beperkt inkomen niet steeds vanzelfsprekend. Het voldoen aan deze basisnoden vergt veel inspanning en slorpt veel energie op. Vaak blijft er dan ook weinig tijd over om andere problemen aan te pakken. Vanuit deze visie probeert Kabas een aantal van deze behoeften in te vullen.
3.1.1. Boetiekwerking Op de eerste verdieping van Kabas is de tweedehandsboetiek gevestigd. Hier vindt men kleding in alle soorten en maten, linnengoed, dekens en kleine huisraad. De inhoud van de boetiek bestaat uit materiaal dat bij het OCMW of in Kabas zelf afgegeven wordt. De reglementering vraagt een verwijsbriefje vanuit Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 26
een dienst die de controle recht / geen recht op zich neemt. Bovendien geldt er een beperking in het aantal stuks per tijdsinterval, wordt er in de meeste gevallen een kleine bijdrage gevraagd, moet kleding zowel geschikt als passend zijn. De “boetiek” wordt zoveel mogelijk georganiseerd als een gewone winkel. Er zijn verkoopsters die je bijstaan bij het passen en kiezen, er wordt advies gegeven over het onderhoud en eventuele aanpassingen die moeten gebeuren aan de kleding. De prijzen zijn tot een minimum beperkt en willen vooral vermijden dat mensen “uit liefdadigheid” krijgen. Cliënten “kopen” en hebben dan ook voor hun goederen betaald. Er wordt gewerkt met een systeem van klantenkaarten / doorverwijsfiches. De controle over wie er wel en wie er geen gebruik mag maken van de boetiek wordt buiten Kabas gehouden. De doorverwijzende dienst controleert of de nood reëel is. In 2006 werden in het totaal 89 gezinnen en / of alleenstaanden geholpen via de boetiek. Dit zijn 10 gezinnen en / of alleenstaanden meer dan in 2005. In 42 gevallen gaat het om mensen met kinderlast: 23 gezinnen, 1 alleenstaande man en 18 alleenstaande vrouwen met kinderlast. Er zijn bij de mensen zonder kinderen 23 alleenstaande mannen en 20 alleenstaande vrouwen. Er zijn slechts 4 echtparen of gezinnen zonder kinderen. Vanaf augustus 2001 werd er ook een ruimte ingericht waar cliënten terechtkunnen om tweedehandsspeelgoed te kopen. Zeker rond de feestdagen wordt deze ruimte druk bezocht. Ook onze afdeling huisraad in de boetiek wordt vaak geplunderd.
3.1.2. Voedselpakketten
De maandelijkse voedselpakketten blijven voor vele cliënten een welkome aanvulling. Per maand delen we 50 voedselpakketten uit, waarbij we de gekregen producten van de voedselbank evenredig verdelen. In totaal werden er in 2006, 558 voedselpakketten uitgedeeld plus 44 extra kerstpakketten geschonken door een wijkorganisatie uit de gemeente. Er staan een 73 tal namen op de lijst van mensen die regelmatig van dit extraatje kunnen gebruik maken. De sociale dienst van het OCMW staat in voor het toekennen van de voedselpakketten. Benadrukt wordt dat de voedselpakketten beschouwd worden als een extra en niet als een reguliere vorm van steun. Ook in 2006 deed Kabas aan broodbedeling. Kabas heeft een samenwerking lopen met drie bakkers uit de gemeente waar wij elke week overschotten van brood mogen ophalen. Deze broden worden ingevroren en doorheen de week uitgedeeld. In 2006 werden er in totaal ongeveer 804 broden uitgedeeld.
3.1.3. Huisraad- en babypakketten In het kader van het “Lokaal Opvang Initiatief”, maar ook voor vele andere cliënten werd er een pakket samengesteld met basishuisraad (borden, glazen, potten, pannen, enz.). Deze pakketten worden gemaakt met materiaal dat binnengebracht wordt op het OCMW of in Kabas en is dus vaak zeer verschillend afhankelijk van wat we op dat moment zelf gekregen of in voorraad hebben. Er werden in 2006 zeven babyuitzetten gemaakt. Hierin zit het benodigde materiaal (afhankelijk van wat we in voorraad hebben) om te kunnen starten wanneer moeder en kind uit het ziekenhuis komen. Heel vaak wordt er ook los kindermateriaal aan cliënten meegegeven.
3.1.4. Was Er werd voor 1 cliënt wekelijks de was gedaan. Deze persoon is zelf niet in staat om te wassen omwille van te beperkte vaardigheden en financiële mogelijkheden. De wasmachine en droogkast worden ook ter beschikking gesteld aan het cliënteel om er zelf hun was te komen doen. Hier werd door een 17 tal gezinnen regelmatig gebruik van gemaakt.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 27
3.1.5. Fietsen De vraag naar betaalbare tweedehandse fietsen blijft erg groot. Kabas heeft een vrijwilliger die elke woensdag gratis fietsen nakijkt en herstelt. De cliënten betalen alleen de onderdelen, de werkuren zijn gratis.
3.2. Het invullen van vragen naar basisvaardigheden en -kennis en invulling van vrije tijd. Kabas wil ook werken aan het vergroten van basisvaardigheden en -kennis. Wij proberen in Kabas leerprocessen in gang te zetten, een aanbod te creëren en mensen ruimte te bieden om zelf, met hulp aan hun moeilijkheden te werken.
3.2.1. Koken - goedkoop en gezond Er loopt wekelijks een cursus - koken, goedkoop en gezond - waarbij naast prijsbewust aankopen doen, er gezonde en volledige warme maaltijden worden gekookt die ook samen gegeten worden. Advies en vaardigheden rond dit thema worden aangeleerd. Ook dit jaar werd de sociale dienst weer uitgenodigd om mee te komen eten om zo de relatie tussen cliënt en hulpverlener te bevorderen. De cliënten worden stilaan ook meer en meer betrokken in de voorbereidingen zoals planning van gerechten, aankopen van zaken die in reclame zijn enz. In 2006 werd er 45 maal gekookt door gemiddeld 17 à 18 deelnemers. Net zoals vorig jaar werd er dit jaar ook tijdens de schoolvakanties samen gekookt. De aanwezigheid van de kinderen zorgde voor een drukke gezellige boel. In de vakanties wordt de sociale dienst niet uitgenodigd omwille van plaatsgebrek. Sinds december 2005 heeft Kabas ook maandelijks een kookavond voor Russisch sprekenden. Deze groep werd in oktober 2006 uitgebreid naar een kookavond voor niet Nederlandstaligen, omdat er sindsdien ook heel wat Afrikaanse mensen deelnemen. Deze groep is zeer zelfstandig en zorgt zelf voor de ingrediënten, recepten en aankopen.
3.2.2. Verjaardagscadeautjes & verjaardagen Sinds 2002 voorziet Kabas voor alle kinderen tot en met 12 jaar een verjaardagscadeautje. Het speelgoedje dat we uitdelen wordt geselecteerd uit het speelgoed dat er binnenkomt. In 2006 werden er in totaal 63 cadeautjes afgehaald. De verjaardagen van de kookploeg worden ook gevierd. De jarigen kiezen zelf het menu en krijgen een cadeaubon voor de boetiek.
3.2.3. Internetgebruik in kabas Sinds juni 2004 zijn er in Kabas 2 computers met een internetverbinding beschikbaar. Cliënten kunnen na reservatie elke namiddag terecht om deze te gebruiken. De computers werden in 2006 215 keer geconsulteerd (in 2005: 105 consultaties). De meeste mensen kwamen surfen of hun e-mail checken. Tijdens de kook en andere activiteiten staan de computers dikwijls ook aan en worden ze druk gebruikt door de kinderen.
3.2.4. Samenwerking Cultureel centrum van Brasschaat De samenwerking met Cultuurcentrum Brasschaat werd nieuw leven ingeblazen in september 2006. In juni 2005 zegden we onze samenwerking op omdat bleek dat het aanbod niet afgestemd was op de leefwereld van onze cliënten. In september 2006 stelde het Cultuurcentrum zijn nieuwe programma aan Kabas voor en dit leek veel toegankelijker te zijn dan het jaar voordien. Vanaf september zijn we in groep naar minstens één voorstelling per maand gaan kijken. Een overzicht hiervan vindt u terug onder punt 2.7 Activiteiten. Cliënten kunnen sindsdien ook zelfstandig naar voorstellingen in het Cultuurcentrum. De kaartjes hiervoor kunnen via Kabas aangekocht worden. Het Cultuurcentrum rekent voor voorstellingen twee prijzen aan: Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 28
voor familievoorstellingen die in de namiddag doorgaan wordt € 1 gevraagd, voor avondvoorstellingen € 3, Kabas rekent dezelfde prijs door naar de cliënten.
3.2.5. Samenwerking Sportoase Elshout – Schoten – Brasschaat Sinds mei 2006 werkt Kabas samen met Sportoase Elshout – Schoten – Brasschaat. Deze samenwerking houdt in dat Kabas aan het voordeeltarief van € 3,20 voor volwassenen en € 2,80 voor 3 tot 12 jarigen zwemtickets kan aankopen en deze uitsluitend mag verder verkopen aan OCMW-cliënten. Cliënten kunnen sindsdien elke week tickets in Kabas kopen, dit in overeenstemming met het aantal gezinsleden. Wij vragen per ticket € 2,00, het overige bedrag wordt door Kabas bijgepast.
3.2.6. Ticketverkoop bioscoop Cliënten kunnen sinds februari 2006 éénmaal om de 3 maanden bioscooptickets kopen in overeenstemming met het aantal gezinsleden. Deze bioscooptickets zijn geldig in alle bioscoopfilialen van de Kinepolisgroep, maar worden voornamelijk gebruikt voor de Metropolis in Antwerpen. Het ticket geeft toegang tot een film naar keuze en dit op een moment naar keuze (wel binnen een bepaalde termijn). Kabas koopt deze bioscooptickets aan de voordeelprijs van € 6 aan (voordeel wegens aankoop in grote hoeveelheid). Bij de doorverkoop vragen wij een prijs van € 2,50 per ticket. Het overige bedrag wordt door Kabas bijgepast. Deze bioscooptickets vermelden nergens OCMW-Brasschaat, ze kunnen aangekocht worden door iedere particulier, organisatie of bedrijf; stigmatisering is dus uit den boze.
3.2.7. activiteiten Hieronder vindt u een overzicht van de activiteiten per maand. Extra aandacht willen we dit jaar vestigen op het feest dat door onze cliënten werd georganiseerd voor het 15-jarig bestaan van Kabas. Onze cliënten werkten gedurende juni, juli, augustus en de eerste 2 weken van september vol overgave aan de realisatie van het feest. Het resultaat was een doorlopende receptie van 16.00u tot 21.00u op woensdag 13 september. Tijdens deze receptie waren er heel wat dingen te beleven: zo werd er een Vlaamse kermis in elkaar gestoken die bestond uit een kraampje om ringen te werpen, visjes te vangen en blikken om te werpen - de knutselwerkjes die onze cliënten de laatste jaren in Kabas gemaakt hebben werden tentoongesteld in de boetiek - er draaide een videoreportage waarop beelden van de activiteiten van het laatste jaar te zien waren - er was een fotoreportage waarop activiteiten te zien waren van het laatste jaar men kon fotoboeken en oude Kabaskrantjes inkijken - om 19.00u was er een grote modeshow die ongeveer 45 minuten duurde en waaraan 21 cliënten deelnamen - men kon een bezoekje brengen aan de boetiek kinderen konden zich laten grimeren - alle hapjes en drankjes werden verzorgd door de cliënten - alle versiering werd met de hand gemaakt door onze cliënten - er was een infostand over Kabas - iedereen kreeg een cadeautje mee naar huis. Deze cadeautjes werden door de cliënten zelf gemaakt. Er waren bladwijzertjes waarop het adres en de openingsuren van Kabas vermeld stonden en er waren sleutelhangers in de vorm van kleine kabasjes. Deze laatste hadden zij zelf genaaid. Wij mochten op deze zonnige nazomeravond +/- 120 mensen ontvangen. Dit waren zowel cliënten als personeelsleden van het centraal bestuur, oud-personeelsleden van Kabas, OCMW-raadsleden, gemeenteraadsleden en mensen van diensten en organisaties waarmee Kabas samenwerkt. Aan de reacties van deze mensen te horen, was ons feest een groot succes. Meer informatie vindt u terug bij de maanden juni, juli, augustus en september. Onze vaste wekelijkse kookactiviteit wordt niet telkens per maand herhaald. Hier is altijd een vaste groep aanwezig van ongeveer 18 mensen. In 2006 mochten we ook een aantal nieuwe mensen ontvangen die snel aanvaard werden door de harde kern. Op 6 januari maakten we onze eerste uitstap van het jaar; we trokken naar het Poppentheater in Kerkse (18 dlns.). Er werd een kookavond voor de Russisch sprekenden georganiseerd (19 dlns.) en we organiseerden het tweede ervaringsmoment rond het thema ‘opvoeding’ (11 dlns.). In november 2005 gingen we een eerste keer van start met eenzelfde ervaringsmoment. De bedoeling van deze namiddag was dat cliënten in een ongedwongen sfeer hun verhaal kwijt konden rond de opvoeding van hun kinderen. Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 29
Omdat de eerste namiddag een zodanig succes was en slechts de helft van de deelnemers aan bod waren geweest, werd dit ervaringsmoment herhaald in januari 2006. In februari trokken we met een hele groep naar de film in Metropolis Antwerpen (15 dlns.), dit naar aanleiding van de ticketverkoop voor cinema Metropolis waarmee Kabas ook van start ging in deze maand. We organiseerden een knutselnamiddag met als lesgeefster Hilde Bleyenbergh, een maatschappelijk assistente van de sociale dienst (4 dlns.). In deze maand namen er 25 mensen deel aan de Russische kookavond en we organiseerden in samenwerking met Open School Kapellen een cursusnamiddag met als titel: ‘Kennismaking met Basiseducatie’ (11 dlns.). Deze cursus leidde ertoe dat 4 cliënten zich bij Open School Kapellen inschreven voor een langdurige cursus. In de krokusvakantie organiseerden we onze jaarlijkse carnavalfuif, dit jaar voorzien van een ‘frietkot’ (50 dlns.). In mei zouden we starten met onze ticketverkoop voor het nieuwe zwembad van Brasschaat. Om de cliënten alvast warm te maken voor dit nieuwe zwembad gingen we in maart met de groep op verkenning (55 dlns.). We richtten een redactieraad op die sindsdien instaat voor de inhoud van het Kabaskrantje (11 dlns.). Er werd een universele kook georganiseerd, dit hield in dat de Russisch sprekende mensen onze Belgische kookploeg uitnodigde voor een typisch Russische maaltijd (38 dlns.). Er ging een handwerknamiddag door waar iedereen aan zijn eigen handwerkje van thuis werkte (5 dlns.). Dankzij vrijkaarten van Studio 100 konden we naar de Musical Pinoccio (44 dlns.). We organiseerden ook weer een kookavond voor de Russisch sprekenden (19 dlns.). En Marijke organiseerde, naar aanleiding van haar vertrek naar China, een Chinese namiddag met allerlei Chinese hapjes. Onze reeks van ervaringsmomenten rond het thema ‘opvoeding’ werd afgesloten met een 3de bijeenkomst (14 dlns.). Tijdens de paasvakantie die dit jaar in april viel organiseerden we 3 grote activiteiten: we gingen op uitstap naar Mechelen (46 dlns.). Hier brachten we in de voormiddag een bezoek aan het Speelgoedmuseum. In de namiddag trokken we naar De Nekker waar de kleinsten onder ons zich konden uitleven in de overdekte speeltuin en de volwassenen konden minigolven of wandelen. Als 2de activiteit werd er een familiequiz georganiseerd. Deze quiz werd volledig in elkaar gestoken en geleid door 3 cliënten (20 dlns.). De 3de activiteit was ons jaarlijks Paasontbijt (83 dlns.). Voor dit feest trokken we naar de cafetaria van het Vesaliusgebouw. Hier konden de kinderen, voor en na het ontbijt, circustrucs leren van een professionele animator. Verder werd er in april een knutselnamiddag georganiseerd, deze keer begeleid door een cliënte (8 dlns.). Ook de maandelijkse kookavond voor Russisch sprekenden ging door (18 dlns.) en we trokken voor een 3de maal dit jaar naar een culturele voorstelling; we gingen naar het Parktheater, een lokale theatervereniging (6 dlns.). In mei kwam de redactieraad samen voor het nieuwe Kabaskrantje (14 dlns.). We organiseerden in samenwerking met Nathalie Cloet een infomoment over Kabas voor mensen uit het lokaal opvanginitiatief (8 dlns.). Er ging een 2de universele kook door; ditmaal kookte onze Belgische kookploeg een typisch Belgisch menu voor de Russisch sprekenden (41 dlns.). Er werd een cursus rond het thema ‘Holebi’s’ georganiseerd. Hiervoor werd de voorzitter van ‘Het Roze Huis’, een holebi-vereniging, uitgenodigd (15 dlns.). We sloten de maand af met de kookavond voor de Russisch sprekenden (18 dlns.). In juni ging er weer een knutselnamiddag door die geleid werd door dezelfde cliënte als diegene die dit in april ook al op zich nam. Ditmaal maakten we poppen uit handdoeken en washandjes (18 dlns.). Er kwamen 23 mensen opdagen voor de kookavond voor Russisch sprekenden en er werd een cursus met als titel ‘Hoe zie ik er op mijn best uit?’ georganiseerd (13 dlns.). Tijdens deze cursusnamiddag werd er gepraat over kledingstijlen en kleuren. Hiervoor werd een professionele kleurenadviseuse uitgenodigd. In juni werd ook het feestcomité opgericht. Dit feestcomité was belast met de organisatie van het feest voor het 15-jarig bestaan van Kabas. Het bestond uit 2 teams: het creatieve-team dat instond voor de versiering en animatie en het horecateam dat instond voor de hapjes en drankjes. In totaal kwamen deze teams in juni 9 keer samen met gemiddeld 12 personen. In juli gingen we op uitstap naar Bobbejaanland (87 dlns.) en ging de kookavond voor Russisch sprekenden door (25 dlns.). Gedurende deze maand kwam het feestcomité bijna elke week tweemaal bij elkaar en dit met gemiddeld 10 deelnemers. Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 30
In de 2de maand van de grote vakantie werden er 5 activiteiten georganiseerd: als 1ste was onze jaarlijkse barbecue aan de beurt (60 dlns.). Op 11 augustus bezochten we terrasjes in Antwerpen (9 dlns.). De Russische kookavond ging door met 14 deelnemers. We trokken het verleden in met onze uitstap naar Bokrijk (44 dlns.) en het feestcomité kwam ook deze maand bijna elke week tweemaal bij elkaar met gemiddeld 10 deelnemers. In september organiseerde het feestcomité een grote generale repetitie voor hun modeshow (23 dlns.). In de dagen die voorafgingen aan het feest kwam het feestcomité ook verscheidene keren samen voor het versieren van de ruimte en het maken van de hapjes en drankjes. Op 13 september was het dan eindelijk zo ver en kon het feest volledig losbarsten. Een weekje na het feest werd er een traktatie voorzien voor het feestcomité en mochten de kinderen die hadden deelgenomen aan de tekenwedstrijd hun prijs komen afhalen. Naast alle feestdrukte werd ook nog de cursus ‘Politiek in mijn gemeente’ georganiseerd (7 dlns.). Dit naar aanleiding van de gemeentelijke en provinciale verkiezingen. Voor de inhoud van deze cursus werd er beroep gedaan op het vormingspakket van de organisatie Toemeka. In oktober hernieuwden we onze samenwerking met Cultuurcentrum Brasschaat. De eerste voorstelling die we aandeden was een kindervoorstelling: ‘Unieke zaken’ van Cinema Victoria (16 dlns.). De redactieraad kwam met 6 mensen samen en het feestcomité kwam opnieuw bij elkaar voor het aankleden van de Halloweenfuif (10 dlns.). Op 20 oktober gingen we voor een 2de keer naar het Cultuurcentrum, ditmaal naar het muziektheater ‘Radio Transit’ (7 dlns.). De kookavond voor Russisch sprekenden werd uitgebreid naar een kookavond voor niet-Nederlandstaligen omdat ook mensen van Afrikaanse herkomst wensten deel te nemen (17 dlns.). We ontvingen 30 vrijkaarten voor de Night of the Proms. En onze griezelige Halloweenfuif trok 34 bezoekers. Tijdens de herfstvakantie werd er naast de vakantiekook ook een gezelschapsspelennamiddag georganiseerd (16 dlns.). Naar jaarlijkse gewoonte trokken we op 11 november naar de brunch van het 11.11.11-comité die georganiseerd wordt ten voordele van de 11.11.11-campagne (30 dlns.). Omdat onze Belgische cliënten niet altijd even veel begrip weten op te brengen voor de asielzoekers en andere nietBelgische cliënten werd er een cursus ‘Op de vlucht’ georganiseerd. Deze hield een bezoek aan het asielcentrum van Kapellen in (12 dlns.). 9 Personen gingen zonder begeleiding naar het concert van Ronny Mosuse in het Brasschaats Cultuurcentrum kijken. Onze knutsellerares, Ingrid Strijbos, die in 2005 regelmatig over de vloer kwam, bracht ons nog eens een bezoek en maakte met 10 cliënten kerstversiering. Dankzij Studio 100 en Ludentia mochten wij met 53 mama’s, papa’s en kinderen naar de Grote Sinterklaasshow in het Sportpaleis. Een weekje later kwam de Sint ook op Kabas langs en bracht hij cadeautjes mee voor 45 kinderen. Onze kookavond voor niet-Nederlandstaligen die op het einde van de maand doorging trok 12 deelnemers. In december kwam de redactieraad voor een laatste keer in 2006 samen (7 dlns.). Het feestcomité werkte op 3 namiddagen aan mooie kerstversiering voor het Kerstetentje (gemiddeld 6 dlns.). We gingen naar het theaterstuk ‘Plastiekezak’ van theatergroep ‘De Sprook’ kijken in het Brasschaats Cultuurcentrum (7 dlns.). Net voor Kerstmis schoven we met zijn allen aan tafel voor een lekker uitgebreid Kerstdiner (80 dlns.). Ook voor dit feest trokken we naar de cafetaria van het Vesaliusgebouw en net zoals vorig jaar schakelden we een lokale jeugdbeweging in voor de afwas en de opruim. Dit jaar speelden zij zelfs allerlei spelletjes met de kinderen zodat ook zij van een plezant en tof feest konden genieten. Dankzij de Nationale Loterij en Music Hall konden we eind december genieten van de spannende musical ‘Peter Pan’ (50 dlns.).
3.2.8. Het Steunpunt Vakantieparticipatie Kabas deed ook in 2006 beroep op het aanbod van het Steunpunt Vakantieparticipatie. Deze organisatie richt zich op mensen die omwille van financiële redenen niet op vakantie kunnen gaan. Zij onderhandelen met toeristische partners om zo sociale tarieven te bekomen die onze cliënten de kans bieden om toch op reis te gaan, individueel of in groep, of een toffe daguitstap te maken. Met een vakantiegids, die elk jaar wordt aangepast, maken zij hun aanbod bekend. Kabas helpt de cliënten bij het kiezen van een reisbestemming en bij de reservatie die via het Steunpunt verloopt. Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 31
Hieronder kunt u een overzicht terugvinden van de vakanties en daguitstappen die ondernomen werden in 2006. U kunt steeds bekijken naar waar men geweest is, hoeveel keer deze uitstap of vakantieplek bezocht is en hoeveel cliënten er in totaal naartoe gingen.
3.2.8.1. Vakanties vakantieplek
accommodatietype
aantal bezoeken
aantal deelnemers
De Ceder in Deinze
vakantiecentrum
1
2 (1 gezin)
Hoge Duin in Oostduinkerke
vakantiecentrum
1
3 (2 gezinnen)
De Linde in Retie
vakantiecentrum
1
9 (4 gezinnen)
bungalow
1
7 (2 gezinnen)
Ravelingen in Oostende
Totaal aantal vakantiegangers
21 (9 gezinnen)
TAB.19
3.2.8.2. Daguitstappen uitstap
aantal bezoeken
aantal deelnemers
Bobbejaanland
2
9
Bellewaerde Park
2
4
Planckendael
2
10
Zoo van Antwerpen
6
23
Suikermuseum
1
4
Diamantmuseum
2
7
Plopsaland
1
4
Earth Explorer
1
3
Sea Life Marine Park
1
3
Olmsense zoo
1
9
Aquatopia
1
4
Totaal
20
80
TAB.20
3.2.9. Ludentia Ludentia maakte ook dit jaar gebruik van de ontmoetingsruimte in Kabas om zo een aantal activiteiten in Brasschaat te organiseren. Zij kwamen elke eerste en derde donderdag van de maand om een hobby- of kookactiviteit te doen.
3.2.10. Open School Noord-Antwerpen Ook Basiseducatie uit Kapellen heeft dit jaar gebruik gemaakt van onze ontmoetingsruimte als lokaal voor hun lessen. Zij gebruikten de ruimte elke dinsdagavond.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 32
3.2.11. Kapsalon Ook dit jaar konden cliënten tegen goedkope tarieven hun haar laten knippen bij de kapster van de rusthuizen. Hier maakten in 2006 een beperkt aantal personen regelmatig gebruik van.
3.2.12. Regionale werking In 2006 werden er geen mensen uit aangrenzende gemeenten doorgestuurd voor de boetiekwerking. Voor de mensen die in de boetiek kopen wordt er gebruik gemaakt van een overeenkomst waarin afgesproken werd met de desbetreffende gemeente / OCMW dat er per gezin dat in de boetiek koopt er € 50 per jaar betaald wordt.
3.3. Het verstrekken van algemene informatie en advies op een neutraal terrein In Kabas kan men ook terecht voor algemene informatie en advies. Wat Kabas anders maakt dan de meeste diensten is dat er geen onmiddellijke verdere dienstverlening aan gekoppeld is (vragen stellen gebeurt dus op een neutraal terrein). In de eerste plaats wordt er geluisterd en dit kan gekoppeld worden aan een verder probleemverkennend gesprek. Vervolgens wordt er samen met de cliënt naar mogelijke oplossingsstrategieën gekeken. Eventueel worden de meest aangewezen hulpverleners gecontacteerd of geraadpleegd (mits akkoord van de cliënt). Wat we vooral willen bereiken is dat de cliënt snel op de meest aangewezen plaats terechtkomt en niet het gevoel krijgt van het kastje naar de muur gestuurd te worden en telkens opnieuw zijn verhaal te moeten doen. Dit jaar publiceerden we weer elke twee maanden een Kabaskrant. De bedoeling van de krant is om nieuwe mensen aan te trekken en te informeren over de werking van Kabas en onze mensen te briefen over de toekomstige activiteiten. Het is een krant van onze mensen voor onze mensen en geïnteresseerden. We proberen onze mensen zoveel mogelijk te stimuleren om zelf artikels te schrijven en binnen te brengen zodat het echt iets van hen blijft. Ook de informatie die gegeven wordt tijdens de vormingen wordt via de krant aan een breder publiek doorgegeven.
3.4. Sociale tewerkstelling Een deel van het personeel (2 voltijdsen) dat op Kabas tewerkgesteld wordt zijn mensen die omwille van persoonlijke problemen niet meer in orde zijn met hun papieren en daarom moeilijk in het reguliere arbeidscircuit een baan kunnen vinden. Via het tewerkstellingsproject (art. 60 § 7) kunnen deze mensen een periode (van één tot twee jaar afhankelijk van hun leeftijd) op Kabas werken. Tijdens de tewerkstelling worden deze mensen zoveel mogelijk begeleid bij de oplossing van randproblemen, problemen die tewerkstelling bemoeilijken (kinderopvang, emotionele problemen, financiële begeleiding,…). Tijdens of na de tewerkstelling wordt er mee gezocht naar een passende betrekking elders.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 33
4. Besluit
Wat valt er vooral op in dit jaarverslag. Enerzijds neemt het aantal dossiers dat financieel geholpen wordt door het OCMW af. Dit is ondermeer een gevolg van het dalende aantal dossiers kandidaat asielzoekers. Wat het leefloon betreft zien we echter een constante stijging van het aantal jongeren. Een aantal van deze jongeren hebben te kampen met een complexe problematiek van drugsgebruik, psychiatrische problematiek, werkloosheid,… Een aantal jongeren zijn studenten waar de problematiek helemaal niet zo zwaar is. Feit is dat vorig jaar 30% (bijna 1 op 3 leefloongerechtigde) – 25 jaar was. Deze problematiek zal zeker verder moeten worden opgevolgd. De grootste groep leefloongerechtigden is alleenstaande (40%) gevolgd door een groep met een Totaal gemengde samenstelling. Toch nog bijna 1 op 4 is een alleenstaande met kinderlast. Een vaststelling is dat het aantal leefloondossiers stabiel blijft. De kandidaat asielzoekers nemen gestaag in aantal af. Bij de dienst tewerkstelling blijft het aantal begeleidingen ook vrij stabiel. De doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt is hier het moeilijkste punt. Lies denkt hier vooral dat een aantal mensen nog niet rijp zijn voor de arbeidsmarkt en wil samen met de collega’s goede afspraken maken over wie al dan niet in aanmerking komt voor arbeidstrajectbegeleiding. Wat de sociale tewerkstellingen betreft (art.60§7) is er vooral nood aan goede begeleiding op de werkvloer. Een onderwerp dat zeker binnen het lokaal sociaal beleid nog zal worden aangekaart. Binnen de lokale adviescommissie blijft het aantal dossiers stijgen en ook de bedragen die ermee gemoeid zijn. De wijziging van het decreet zal ook een aanpassing in de aanpak van deze dossiers tot gevolg hebben. Er zullen meer sociale onderzoeken moeten gebeuren. Dit zal binnen de huidige personeelsbezetting en kader moeten bekeken worden hoe dit kan gerealiseerd worden. De hogere eisen die gesteld worden in het decreet gaan immers niet gepaard met bijkomende subsidies of ondersteuning door de hogere overheid. KABAS blijft een project waar OCMW trots op kan zijn. De verantwoordelijken hebben in 2006 een aantal nieuwe dingen geprobeerd naast de traditionele ontspannende activiteiten: enkele cursussen en infomomenten. Ook de hernieuwde samenwerking met de cultuurdienst heeft gezorgd voor een verdieping van het aanbod.
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 34
Inhoudsopgave: 1. INLEIDING: .............................................................................................................................................................. 2 2. DE WERKING VAN SOCIALE DIENST: ............................................................................................................. 3 2.1. DE ALGEMENE SOCIALE DIENST: ........................................................................................................................ 3 2.1.1. Nieuwe dienstverlening: ............................................................................................................................... 3 2.1.2. Inhoudelijke aandachtspunten:..................................................................................................................... 3 2.1.2.1. teamvergaderingen: ................................................................................................................................................. 3 2.1.2.2. overleg B.C.S.D en sociale dienst:........................................................................................................................... 3
2.2. CIJFERS: .............................................................................................................................................................. 4 2.2.1. Aantal behandelde dossiers in 2006:............................................................................................................ 4 2.2.2. De financiële steunverlening: ....................................................................................................................... 5 2.2.2.1. Recht op Maatschappelijke Integratie (oa: het leefloon):........................................................................................ 9 2.2.2.2. voorschotten:.......................................................................................................................................................... 11 2.2.2.3. financiële steun: ..................................................................................................................................................... 11 2.2.2.4. Steun aan vreemdelingen in het kader van de wet van 2 april 1965 (kandidaat asielzoekers, geregulariseerden, vreemdelingen in het vreemdelingenregister): .................................................................................................................... 12
2.2.3. tewerkstelling artikel 60§7 - Tewerkstellingsdienst:................................................................................... 15 2.2.3.1. Omschrijving van de doelstelling van het project .................................................................................................. 15 2.2.3.2. Algemene cijfers:.................................................................................................................................................... 16 2.2.3.3. Tewerkgestelden in artikel 60§7: ........................................................................................................................... 16 2.2.3.4. Vorming: ................................................................................................................................................................ 16 2.2.3.5. tewerkstellingsplaatsen:......................................................................................................................................... 17 2.2.3.6. doorstromen na 60§7:............................................................................................................................................ 19 2.2.3.7. andere resultaten: .................................................................................................................................................. 19 2.2.3.8. niet of moeilijk bemiddelbaren: ............................................................................................................................. 19 2.2.3.9. Organisatiestructuur, samenwerkingsverbanden, situering binnen uw OCMW .................................................... 20 2.2.3.10. Resultaten op het vlak van tewerkstelling & nevenresultaten .............................................................................. 21 2.2.3.11. Bureau voor kosteloze arbeidsbemiddeling ......................................................................................................... 22 2.2.3.12. Samenwerking met interim-kantoren: .................................................................................................................. 22 2.2.3.13. permanentie in de werkwinkel.............................................................................................................................. 23 2.2.3.14. Geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI)................................................................ 23 2.2.3.15. Samenwerking ARPAN-project ............................................................................................................................ 23 2.2.3.16. Samenwerking ATB.............................................................................................................................................. 24
2.2.4. Lokale Adviescommissie: ............................................................................................................................ 24 3. KABAS:.................................................................................................................................................................... 26 3.1. HET LENIGEN VAN BASISNODEN........................................................................................................................ 26 3.1.1. Boetiekwerking ........................................................................................................................................... 26 3.1.2. Voedselpakketten ........................................................................................................................................ 27 3.1.3. Huisraad- en babypakketten ....................................................................................................................... 27 3.1.4. Was ............................................................................................................................................................. 27 3.1.5. Fietsen ........................................................................................................................................................ 28 3.2. HET INVULLEN VAN VRAGEN NAAR BASISVAARDIGHEDEN EN -KENNIS EN INVULLING VAN VRIJE TIJD........ 28 3.2.1. Koken - goedkoop en gezond ...................................................................................................................... 28 3.2.2. Verjaardagscadeautjes & verjaardagen ..................................................................................................... 28 3.2.3. Internetgebruik in kabas ............................................................................................................................. 28 3.2.4. Samenwerking Cultureel centrum van Brasschaat ..................................................................................... 28 3.2.5. Samenwerking Sportoase Elshout – Schoten – Brasschaat ........................................................................ 29 3.2.6. Ticketverkoop bioscoop .............................................................................................................................. 29 3.2.7. activiteiten................................................................................................................................................... 29 3.2.8. Het Steunpunt Vakantieparticipatie............................................................................................................ 31 3.2.8.1. 3.2.8.2.
Vakanties ......................................................................................................................................................... 32 Daguitstappen.................................................................................................................................................. 32
3.2.9. Ludentia ...................................................................................................................................................... 32 3.2.10. Open School Noord-Antwerpen ................................................................................................................ 32 3.2.11. Kapsalon ................................................................................................................................................... 33 3.2.12. Regionale werking .................................................................................................................................... 33 3.3. HET VERSTREKKEN VAN ALGEMENE INFORMATIE EN ADVIES OP EEN NEUTRAAL TERREIN ......................... 33 3.4. SOCIALE TEWERKSTELLING ............................................................................................................................. 33 4. BESLUIT.................................................................................................................................................................. 34
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 35
INHOUDSOPGAVE: .................................................................................................................................................. 35
Jaarverslag Sociale dienst 2006
pag.: 36