JAARVERSLAG 2011
Samen groeien
Spring, lekker dichtbij thuis! Spring biedt kleurrijke kinderopvang in de regio Oost-Brabant en Noord-Limburg. Als partner in de opvoeding helpen we kinderen zich te ontwikkelen en het beste uit zichzelf te halen, door zelf het goede voorbeeld te geven. We helpen hen te worden wie ze zijn, met vertrouwen in eigen kunnen en met respect voor anderen. Medewerkers nodigen we uit zichzelf te zijn en het beste van zichzelf te laten zien. Kinderen voelen zich bij ons thuis. En wij voelen ons thuis in de wijk of het dorp. We werken samen met lokale organisaties waardoor we kwalitatief hoogwaardige kinderopvang en een gevarieerd activiteitenprogramma aan kunnen bieden. Spring, lekker dichtbij thuis!
INHOUD
Samen groeien
VOORWOORD
Pagina
5
SAMEN GROEIEN
Pagina
6
PERSONEEL EN ORGANISATIE
Pagina 10
PEDAGOGISCH BELEID
Pagina
14
LOCATIES EN BEZETTING
Pagina
17
KWALITEIT
Pagina 19
FINANCIEEL
Pagina 23
OVERIG
Pagina 25
jaarverslag 2011
3
VO O R W O O R D Het jaar 2011 werd gedomineerd door de berichtgeving over alle bezuinigingsplannen van de overheid, waaronder ook de flinke korting op de kinderopvangtoeslagen. Deze plannen en het sombere economische perspectief zorgden ervoor dat gezinnen zich beraadden op hun eigen situatie. Er werd minder uitgegeven. Ook de kinderopvangbranche begon dit in het tweede halfjaar te voelen. In 2012 verwachten we dat de branche een geduchte klap zal krijgen. Ook Spring zal niet aan bezuinigingen ontkomen. Toch willen de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur geen concessies doen aan de kwaliteit van de dienstverlening. Willen we onderscheidend blijven in de markt, dan zullen we moeten blijven investeren in onze medewerkers. Om dit voor elkaar te krijgen en de continuïteit van Spring te waarborgen, is een efficiënte inzet van onze medewerkers en (financiële) middelen noodzakelijk.
Spring is uitstekend gepositioneerd in de regio, heeft een zeer goede naam opgebouwd en is een prettige organisatie om voor te werken. Maar het is ook een uitdagende tijd voor eenieder en dat vraagt veel van ons allen. Ik wil alle medewerkers dan ook bedanken voor hun inzet, flexibiliteit en loyaliteit. Veel succes toegewenst in het uitdagende jaar 2012!
Namens de Raad van Toezicht,
Leo van der Meer, voorzitter
Wat ook genoemd moet worden is dat we begin 2011 de Governance Code Kinderopvang ingevoerd hebben. De code geeft een richtlijn voor integer en transparant bestuur en toezicht en is specifiek ontwikkeld voor de Kinderopvang. Doel is het bevorderen van de professionalisering van de rollen van toezicht en bestuur op het gebied van openheid (transparantie), verantwoording, integriteit en financiële beheersing. Onderwerpen die daartoe in 2011 tussen de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur zijn besproken zijn onder meer de wijze van besturen, tijdigheid en volledigheid van informatievoorziening, naleven van wet- en regelgeving, kwaliteitsbeleid, klokkenluidersregeling en bedreiging respectievelijk versterking van de continuïteit.
jaarverslag 2011
5
SAMEN GROEIEN In 2010 werkten we aan het verbeteren van de kwaliteit van onze dienstverlening, het verder vormgeven aan lokale verankering en integrale kindcentra en het versterken van het Spring-gevoel. In 2011 gingen we op deze ingeslagen weg verder. Tegelijkertijd werden de gevolgen merkbaar van de overheidsbezuinigingen op de kinderopvang, de economische recessie, de toegenomen concurrentie en het teruglopend aantal geboortes in ons werkgebied. Voor 2011 kozen we voor een bescheiden verhoging van onze tarieven. Hiermee versterkten we onze concurrentiepositie en kwamen we ouders deels tegemoet in de daling van de kinderopvangtoeslag. Dit maakte een scherp kostenbewustzijn en een efficiënte inzet van mensen en middelen extra noodzakelijk. Tegelijkertijd zijn we blijven vasthouden aan de kwaliteit van onze dienstverlening, we versterkten deze zelfs. Zo gaven we in 2010 het startsein voor een Springbreed tweejarig scholingstraject Samen Groeien. Dit traject, dat eindigt in 2012, moet een blijvende impuls geven aan de kwaliteit van onze dienstverlening. Rode draad hierbij is het versterken van ons pedagogisch handelen en het verbeteren van onze klantgerichtheid. Het leveren van hoogwaardige, pedagogische kwaliteit blijft bij ons voorop staan. We zijn ervan overtuigd dat ouders dat ook zien en om die reden bewust voor Spring kiezen. In 2011 hebben een paar fusies plaatsgevonden ter versterking van onze marktpositie. Na een verkennende periode in 2010 fuseerden we per 1 januari 2011 met stichting Kinderopvang Deurne. De gemeente Laarbeek gaf op basis van een beperkte
6
aanbesteding de voorkeur aan Spring voor de uitvoering van het peuterspeelzaalwerk in Laarbeek. De voorbereidingen voor de fusie met de Laarbeekse peuterspeelzalenstichting Stippel zijn in 2010 getroffen en per 2011 geëffectueerd. Per 1 september vond de fusie plaats met stichting peuterspeelzalen Sint Anthonis. Door harmonisatie van de peuterspeelzalen en de kinderopvang van Spring, kon het peuterspeelzaalwerk overeind gehouden worden. Tot slot vond in Venlo nog een overname plaats door Spring van peuterspeelzaal Vinckenhof van Wel.kom per 1 augustus. De realisatie van de Talentencampus waarin onderwijs, speciaal onderwijs, peuterspeelzaal en kinderopvang vormde hiervoor de aanleiding. Spring bracht dagopvang en BSO in, Wel.Kom de peuterspeelzaal. Alle betrokken partijen waren van mening dat de peuterspeelzaal en kinderopvang door dezelfde partij zou moeten worden aangeboden. In 2011 gingen ook een aantal nieuwe locaties van start. Op het terrein van de Mutssaersstichting in Venlo opende het kinderdagverblijf het Witte Huis. Eindhoven kreeg de eerste Springlocatie met Springfit en met Spring in ‘t Veld in Sambeek hebben we onze eerste boerderijlocatie die zich tevens door haar franchiseformule onderscheidt. In Venray opende kinderdagverblijf Tovertuin haar deuren in Medisch Centrum Buitenlust en Horst kreeg met de BSO Tienerbende een speciale BSO voor kinderen vanaf 10 jaar in het scoutinggebouw. In Neerkant en Zeilberg (Deurne) werden twee Springhuizen gerealiseerd: dit zijn kindcentra in kleine kernen waar alle opvang- en ontwikkelmogelijkheden van kinderen van 0-12 jaar in één groep plaatsvinden. Springhuizen kunnen bestaan dankzij intensieve
jaarverslag 2011
samenwerking met gemeente, school, buurt en eventuele andere samenwerkingspartners. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen voor een Kunst- en Cultuur BSO in samenwerking met kunstencentrum Jerusalem en voor de verhuizing van BSO het Atelier naar de Josefschool te Overloon. Naast opening van nieuwe locaties zijn er in 2011 twee locaties gesloten: BSO de Braak en kinderdagverblijf/peuterspeelzaal Harlekijn in Helmond. Op deze locaties was het kindaantal te laag om ze bedrijfseconomisch gezien verantwoord open te kunnen houden. Lokale verankering en integratief werken vormen peilers van Spring. Samen met het onderwijs werkt Spring aan de realisatie van integrale kindcentra. Kindcentra waarin we kinderen stimuleren tot ontwikkeling gedurende de gehele dag van 7.30 tot 18.30 uur vanuit rollen in plaats vanuit functies en organisaties. Aangesloten wordt bij wat het kind nodig heeft. In alle gevallen is er sprake van een groeimodel om -gezien de geheel nieuwe werkwijze- van de huidige naar de gewenste situatie te komen. Eind 2010 is integraal kindcentrum Bundertjes in Helmond gestart en in 2011 officieel geopend. In Meerlo werd kindcentrum Meerlo gerealiseerd in samenwerking met basisschool, peuterspeelzaal en bibliotheek en in het najaar ging kindcentrum Helmond-Noord van start. Het startsein werd gegeven aan het plan kindcentrum/wijkhuis Helmond-West (realisatie eind 2013), alsmede voor kindcentrum De Meule in Venlo (realisatie 2012). Hier participeren we ook in de Talentencampus Venlo (start 2012), waarbij drie scholen samengaan met dagopvang,
peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Ook in de gemeente Laarbeek zijn integrale kindcentra in ontwikkeling evenals in de gemeente St. Anthonis. Dat geldt ook voor de gemeente Cuijk, waar Spring partner wordt van integraal kindcentrum Padbroek. De tweede helft van 2010 keerde het tij voor de kinderopvang, ook voor ons, als gevolg van forse overheidsbezuinigingen op de kinderopvang. Toename van werkloosheid en afname van het aantal geboortes in ons werkgebied komen daarbij. De eerste effecten hiervan zijn voor Spring in 2010 merkbaar, maar nog beperkt. In de loop van 2011 manifesteren de veranderingen in de markt van kinderopvang zich bij ons steeds duidelijker. We hebben reeds in 2010 op de eerste veranderingen geanticipeerd, maar in 2011 moesten we dat forser doen. Ondermeer door ons personeelsbeleid aan te passen aan de teruglopende bezetting op de groepen. Tijdelijke contracten worden alleen bij uitzondering omgezet in een vast dienstverband. Maar dit is niet genoeg. Voorbereidingen zijn getroffen voor een reorganisatie in 2012 waarbij de organisatiestructuur en -omvang afgestemd wordt op de nieuwe situatie van lagere kindaantallen. Hierbij houden we rekening met een volgende vastgestelde overheidsbezuiniging per 2012 en 2013. We gaan uit van een structureel omzetverlies. Door de veranderende markt is het van belang dat we snel inspelen op kansen die zich voordoen, alternatieven ontwikkelen en dat we onze dienstverlening nog meer afstemmen op de wensen van onze klanten. Zo hebben we voorbereidin-
jaarverslag 2011
7
gen getroffen om in 2012 met tienerbegeleiding te starten in samenwerking met het Carolus Borromeus College (voortgezet onderwijs) in Helmond. Tienerbegeleiding is een combinatie van opvang en huiswerkbegeleiding voor tieners. In 2011 zijn ervaringen opgedaan met zomerkampen voor BSO-kinderen. Gezien het succes krijgt dit in 2012 vervolg. Verder hebben we geïnvesteerd om voet aan de grond te krijgen in ons grensgebied Duitsland. Voor 2012 is een dienstenaanbod ontwikkeld dat meer tegemoet komt aan de vraag naar flexibiliteit, met bijvoorbeeld meer keuzes in contractomvang en de mogelijkheid tot afname van korte dagdelen. Via KIK (het samenwerkingsverband van kinderopvangorganisaties waar Spring deel van uitmaakt) hebben we de Tweede Kamer laten weten dat we ons grote zorgen maken over de toekomst van de kinderopvang. We bereiden ons voor op een nieuwe realiteit. Maar dat betekent niet dat we bij de pakken neerzitten, maar dat we juist dóórpakken. Zodat we de kwaliteit waarmaken die we nastreven en ouders ons ook daadwerkelijk ervaren als de aanbieder van kinderopvang die lekker dichtbij thuis is. Ook in 2012. Louise Joosten en Jos Nauts, Raad van Bestuur
jaarverslag 2011
9
P E R S O N E E L E N O R G A N I S ATI E Leren en ontwikkelen
verzorgd. Alle geslaagde BBL’ers hebben een vast contract gekregen.
Samen Groeien
2011 stond voor alle medewerkers en vrijwilligers van Spring in het teken van Samen Groeien. Een grootschalig tweejarig verbetertraject, waarmee Spring investeert in de kwaliteit van het pedagogisch handelen en klantgerichtheid. Medewerkers gaan hiervoor niet terug de schoolbanken in, maar werken in groepen onder begeleiding van een vaste trainer gericht aan verbetering. De geleerde competenties worden erkend met een certificaat op MBO-niveau 4. Spring werkt hierbij samen met ROC Nijmegen en bureau Tulser (zie pedagogisch beleid).
Springacademie
Als onderdeel van Samen Groeien werd in het najaar van 2011 de Springacademie geïntroduceerd. De De Springacademie is een intern platform waarop alle medewerkers kennis met elkaar kunnen delen en uitwisselen via blogs en fora. In de toekomst zal de Springacademie worden uitgebreid met E-learning en het E-pop (Elektronisch persoonlijke ontwikkelplan). Hiermee wordt de (competentie)ontwikkeling van medewerkers inzichtelijk gemaakt en afspraken worden geregistreerd.
Professionalisering peuterspeelzalen Helmond
In 2011 hebben 18 peuterspeelzaalvrijwilligers die nog niet over een beroepsgericht MBO-diploma beschikten, hun BBL-opleiding voltooid. De gemeente Helmond had namelijk eerder de keuze gemaakt om de professionalisering van de peuterspeelzalen door Spring te laten uitvoeren. Spring heeft in samenwerking met ROC ter Aa in Helmond een verkort BBL-traject
10
Stages
Net als voorgaande jaren heeft Spring weer veel PW-3 stagiaires de mogelijkheid geboden om stage-ervaring op te doen. Deze stagiaires worden begeleid door ervaren praktijkopleiders en werkbegeleiders. Ook konden VMBO-leerlingen en HAVO/VWO-leerlingen die nog geen opleidingskeuze hebben gemaakt, kennismaken met Spring door middel van een snuffelstage of een maatschappelijke stage. Hiermee hopen we ook weer meer leerlingen te interesseren voor de branche kinderopvang.
Personeelsplanningssysteem
Na de nodige voorbereidingen is Spring met ingang van 2011 van start gegaan met Planrad: een systeem voor het plannen van personeel, de registratie van uren en het bijhouden van verlofkaarten en verzuim. De introductie van het systeem betekende ook de introductie van één uniforme werkwijze voor de gehele organisatie. Behalve deze efficiencyslag heeft deze invoering als bijkomend voordeel dat de verantwoordelijkheid voor een correcte urenregistratie op de juiste plaats komt te liggen, namelijk bij de medewerkers zelf.
Mannen in de kinderopvang
Het onderwerp ‘mannen in de kinderopvang’ was afgelopen jaar beslist een issue. Spring heeft haar standpunt hierin nog eens duidelijk gemaakt. Het gaat om ieders talent, vaardigheid en integriteit. Dus zaken als geloofsovertuiging, leeftijd
jaarverslag 2011
of geslacht zijn voor Spring niet relevant. We zien juist graag een gevarieerd personeelsbestand, want dat is goed voor de opvoeding van kinderen. Jammer was dan ook dat we de mannen die we eerder via gerichte wervingsacties wisten te interesseren voor een baan in de kinderopvang, geen baangarantie konden bieden bij Spring vanwege de teruglopende bezetting op de groepen.
Verzuim
Spring heeft in 2011 een behoorlijke daling weten te realiseren in het ziekteverzuim. Het gemiddeld verzuimpercentage was in 2011 4,43% ten opzichte van 5,94% in 2010 en 4,96% in 2009. Het verzuimpercentage in de Kinderopvang (conform verzuimspiegel FCB) was in 2011 5,38, in 2010 5,20% en in 2009 4,9%. Nog steeds ligt het verzuimpercentage in de Kinderopvang en binnen Spring hoger dan de Nederlandse economie als geheel (4,2%). De meldingsfrequentie geeft het gemiddeld aantal verzuimmeldingen per
Verzuim Spring
2011
2010
Verzuimpercentage excl. zwangerschap
4,43
5,94
Meldingsfrequentie
1,01
1,23
Gemiddelde verzuimduur
16,35
14,78
medewerker weer. De gemiddelde verzuimduur stelt het gemiddeld aantal dagen per verzuimgeval voor.
De daling komt waarschijnlijk voort uit de grote aandacht voor verzuim in het algemeen. Voorbeelden zijn de strakke sturing op verzuimcijfers door leidinggevenden, sturing op arbeidsgeschiktheid in plaats van ongeschiktheid en het elkaar aanspreken op gedrag. Bovendien werd het ziekteverzuim dit jaar voor het eerst tot materieel doel gemaakt van de eindejaarsuitkering, naast een vakinhoudelijke doelstelling. De regio’s die een ziekteverzuimpercentage wisten te behalen van 5% of minder, verdienden daarmee 1% van de eindejaaruitkering.
Personeelsbestand
Voor het eerst sinds jaren is het personeelsbestand van Spring gedaald. Op 31 december 2011 telde Spring 1098 medewerkers (553 fte). Een jaar daarvoor waren dat er 1139 (596 te). De afname is toe te schrijven aan de dalende bezetting op de groepen. Van het personeelsbestand was in 2011 96,5% vrouw en 3,5% man. De leeftijd van de meeste medewerkers ligt nog steeds tussen de 25 en 34 jaar. De meeste dienstverbanden bij Spring vallen in de categorie 14,4 tot 21,6 uur per week.
Leeftijdscategorie 0-24
Aantal medewerkers 2011 2010 211
233
25-34
368
386
45-54
178
180
35-44 55-59 > 59
Totaal
jaarverslag 2011
11
259 62
20 1098
258 60 22
1139
Deeltijdpercentage 00 - 19 % 20 - 39 %
40 - 59 %
Deeltijduren per week 0 tot 7,2
7,2 tot 14,4
2011
2010
135
109
215
217
14,4 tot 21,6
290
307
28,8 tot 36
124
160
60 - 79 %
21,6 tot 28,8
100 %
36 uur
80 - 99 %
Aantal dienstverbanden
267 67
282 64
In 2010 is een planning- en beleidscyclus opgesteld. In 2011 is hiernaar gehandeld. Er is gewerkt met jaarplannen, voortgangsgesprekken, managementreviews en -rapportages. Een belangrijke beheersmatige vooruitgang. Wat zeker ook genoemd mag worden in het kader van beheersmatige vooruitgang en efficiënt werken, is dat het planmatig onderhoud voor onze locaties voortaan wordt uitgevoerd op basis van een onderliggend meerjarenonderhoudsplan en dat diverse bijbehorende (onderhouds)contracten zijn gecentraliseerd. Ook de aanbesteding van de schoonmaakwerkzaamheden bij alle locaties heeft bijgedragen aan een aanzienlijke kostenbesparing.
Identiteit en imago
Organisatie Klangerichtheid en processen
Beheersmatige vooruitgang
Stond voor de pedagogisch medewerkers de kwaliteit van het pedagogisch handelen in 2011 centraal, voor de medewerkers van het servicebureau was dat het thema klantgerichtheid en het denken in processen. Mede door het verbetertraject Samen Groeien bleek voor de stafafdelingen samenwerking een belangrijk verbeterpunt te zijn; tussen de afdelingen onderling, maar ook in het primaire proces, met name met de managers kindcentra. In 2011 is dan ook een belangrijke start gemaakt met het identificeren van de belangrijkste processen en het gezamenlijk opsporen en doorvoeren van verbeteringen. Een belangrijke voorwaarde om zowel intern als extern klantgericht te kunnen werken.
Verder zijn in 2011 diverse acties uitgezet om de missie, visie en kernwaarden van Spring intern meer gemeengoed te laten worden. Zo hebben de ambassadeurstrainers een training verzorgd voor alle groepen van Samen Groeien, waarin missie, visie en kernwaarden op praktische wijze zijn uitgelegd. Een goed instrument om medewekers bewust te maken van hun ambassadeursrol. Ook vond een wedstrijd plaats onder medewerkers waarmee ze werden uitgedaagd om op creatieve wijze invulling te geven aan het Lekker-dichtbij-thuis-gevoel. De managers kindcentra kregen tijdens een training handvatten aangereikt voor de profilering van hun eigen kindcentra. Stuk voor stuk noodzakelijke ingrediënten die samen moeten zorgen voor meer herkenbaarheid en zichtbaarheid in de markt.
jaarverslag 2011
13
P E DAG O G I S C H B E L E I D Versterking van pedagogisch handelen
Het tweejarige verandertraject Samen Groeien moet een blijvende kwaliteitsimpuls geven aan het pedagogisch handelen van de medewerkers. Het traject startte in september 2010. Medewerkers leren bewuster bezig te zijn met wat ze doen en hoe dat bijdraagt aan de ontwikkelng van de kinderen Maar vooral ook: verbeterpunten zien en er in de dagelijkse praktijk mee aan de slag gaan. Voor de pedagogisch medewerkers was het inhoudelijke doel in het eerste jaar om meer volgens de pedagogisch werkplannen van Spring te gaan werken. In bijeenkomsten en door ondersteuning bij werkplek-leren werd gewerkt aan vaardigheden die nodig zijn om tot verbetering te kunnen komen. Zoals het geven van feedback, luisteren, vragen stellen, beter aansluiten bij kinderen en ouders en assertiviteit. Door middel van praktijkopdrachten, gebaseerd op de thema’s uit de pedagogisch werkplannen, pasten zij deze competenties direct toe in het dagelijks werk. Na het eerste jaar Samen Groeien waren de eerste voorzichtige positieve effecten terug te zien op de werkvloer. Variërend van betere communicatie met baby’s, kinderen en ouders tot verbetering van activiteitenprogramma’s en inrichting van ruimtes, tot meer samenwerking tussen locaties, rust, teamgevoel en enthousiasme. In 2012 zal extra aandacht worden besteed aan ondersteuning van de managers, om ze meer handvatten aan te reiken om goed uitvoering te kunnen geven aan alle verbeterplannen en om medewerkers goed te ondersteunen bij hun traject.
14
Plan Do Check Act
De ervaringen in het eerste jaar hebben geresulteerd in een checklist pedagogisch handelen. Hiermee wordt de kwaliteit van het pedagogisch handelen volgens de normen en waarden van Spring expliciet en meetbaar gemaakt. Iets waar in 2012 nadrukkelijk mee gewerkt zal gaan worden. Naast de oplevering van de checklist is tevens een start gemaakt om het pedagogisch beleid meer te implementeren volgens de plan-do-check-act-cyclus. Er wordt in de praktijk nog te weinig geëvalueerd in meetbare eenheden en op basis daarvan weer bijgestuurd.
Pedagogisch coaches
Spring werkt met pedagogisch coaches. De pedagogisch coach is verantwoordelijk voor het terzijde staan en adviseren van pedagogisch medewerkers op het gebied van omgaan met en stimuleren van kinderen in hun ontwikkeling en het toepassen van de pedagogische uitgangspunten van Spring. Tegelijkertijd fungeert de pedagogisch coach als belangrijk rolmodel voor de pedagogisch medewerker. In mei 2011 hebben 12 pedagogisch coaches de interne opleiding met goed gevolg afgesloten. In september is een nieuwe opleiding gestart. Hieraan namen 12 nieuwe medewerkers deel en 5 pedagogisch coaches peuterspeelzalen (coachinggedeelte). Het idee hierachter is een groep ‘reserve-coaches’ achter de hand te hebben en de continuïteit te waarborgen.
VVE
Spring heeft met verschillende gemeenten en basisscholen afspraken gemaakt over de doorlopende leerlijn van voor- naar
jaarverslag 2011
vroegschoolse educatie (VVE) en werkt met verschillende methodes. Ook in 2011 hebben diverse medewerkers hun VVEdiploma behaald. Zo ontvingen in maart 59 medewerkers in Helmond hun VVE-certificaat Piramide, in Deurne ontvingen alle peuterspeelmedewerkers in juni hun VVE-diploma en in Venlo behaalden ook twee medewerkers het VVE-dilpoma Startblokken.
Pedagogisch katernen
In 2011 zijn drie katernen uitgebracht. De katernen zijn een uitwerking van het pedagogisch beleid aan de hand van specifieke thema’s. We geven pedagogisch medewerkers via de katernen concrete voorbeelden, handvatten en tips die ze in hun werk direct kunnen toepassen. De katernen worden gemaakt door de werkgroep pedagogisch beleid. De onderwerpen in 2011 waren ‘jongens en meisjes’, ‘intimiteit, seksualiteit en lichamelijkheid’ en ‘samen de baas, over kind- en ouderparticipatie’.
jaarverslag2011
15
LO C AT I E S E N B E Z E T T I N G Eind 2011 telt Spring 140 locaties (geteld op uniek adres) en 1 gastouderbureau. Spring biedt op dat moment opvang aan 12.169 kinderen. Deze kinderen maken gebruik van de volgende opvangsoorten: peuterspeelzalen, kinderdagopvang, naschoolse en vakantie opvang, tussenschoolse opvang en gastouderopvang.
Dagopvang
Naschoolse opvang + vakantieopvang Peuterspeelzalen Totaal
Kinderdagopvang
2960 kinderen hebben in 2011 gebruik gemaakt van de kinderdagopvang. Zij namen in 2011 met zijn allen gemiddeld 11.644 dagdelen kinderdagopvang af per maand. Door de fusie met Kiekeboe Deurne is het aantal afgenomen dagdelen gestegen ten opzichte van 2010 (11.181).
Buitenschoolse opvang
3763 kinderen maakten gebruik van de buitenschoolse opvang. Zij namen in 2011 met zijn allen gemiddeld 15.546 dagdelen buitenschoolse opvang af per maand. Door de fusie met Kiekeboe Deurne is het aantal afgenomen dagdelen gestegen ten opzichte van 2010 (14.515).
Peuterspeelzalen
Gemiddeld aantal afgenomen dagdelen per maand 2011 2010
1642 peuters konden in 2011 spelen en zichzelf ontwikkelen op de peuterspeelzalen van Spring. Vanaf januari 2011 zijn de 11 peuterspeelzalen in de gemeente Deurne en 5 peuterspeelzalen uit de gemeente Laarbeek toegevoegd aan Spring, in september 2011 zijn 6 peuterspeelzalen in de gemeente Sint Anthonis bij Spring gekomen. Dit is tevens de reden waardoor het aantal afgenomen dagdelen gestegen is van 3.373 dagdelen naar 4.066 dagdelen.
11.644
11.181
15.546
14.515
31.256
29.069
4.066
3.373
Tussenschoolse opvang
De tussenschoolse opvang vond in 2011 plaats op 31 scholen in het werkgebied van Spring. Gemiddeld 3175 kinderen maakten per maand gebruik van de tussenschoolse opvang tegenover 2555 kinderen in 2010. De stijging komt doordat Spring in 2011 voor meer scholen de tussenschoolse opvang organiseerde (onder meer door de fusie met Kiekeboe Deurne zijn hier 5 scholen bijgekomen).
Gastouderbureau
Bij het gastouderbureau zijn in 2011 gemiddeld 19.242 uren per maand afgenomen. De stijging van het aantal uren ten opzichte van 2010 (15.436) komt grotendeels door de fusie met het gastouderbureau van Kiekeboe Deurne.
Trends kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang in 2011
Spring merkte aan het einde van 2011 dat ouders kritisch naar hun contract gingen kijken. Een logisch gevolg van de bezuinigingen vanuit de overheid, de stijging van de werkloosheid en de negatieve mediaberichtgeving. Daarnaast hebben we te
jaarverslag 2011
17
maken met teruglopende geboortecijfers en sterkere concurrentie waardoor er dus minder nieuwe aanmeldingen binnenkomen. Daarom is een kwalitatief goed en onderscheidend dienstenaanbod des te belangrijker. In 2011 hebben we een flexibeler dienstenaanbod voor 2012 ontwikkeld met meer keuze voor de klant.
18
Voorbeelden van aanpassingen waarmee we inspelen op de wensen en behoeften van ouders, zijn: de mogelijkheid om flexibele vakantie-opvang af te nemen, de mogelijkheid om korte dagdelen af te nemen, de keuze tussen twee soorten contracten voor de kinderdagopvang en het bieden van kindkorting bij het plaatsen van meerdere kinderen bij het gastouderbureau.
jaarverslag 2011
KWA L I T E I T Spring gaat voor een goede en gezonde ontwikkeling van kinderen in een veilige en gezonde omgeving. We willen ons onderscheiden door kwalitatief hoogwaardige kinderopvang en gevarieerde activiteitenprogramma’s aan te bieden. Daarom werken we voortdurend aan verbtering van onze (pedagogische) kwaliteit. Veel aandacht ging in 2011 dan ook uit naar het verandertraject Samen Groeien (zie pedagogisch beleid).
Kwaliteitseisen
Voor de kinderopvang zijn landelijke kwaliteitseisen vastgelegd in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en in het Convenant kwaliteit kinderopvang, een overeenkomst tussen Boink (belangenvereniging van ouders in de kinderopvang) en kinderopvangondernemers. Alle kindcentra en het gastouderbureau van Spring zijn ingeschreven in het landelijk register. De GGD toetst vooraf of wij aan de kwaliteitseisen voldoen. Ook na de registratie blijft de GGD de kwaliteit regelmatig controleren. Jaarlijks krijgen alle locaties en gastouders van Spring bezoek van de inspecteurs van de GGD die letten op onder meer de pedagogische praktijk, de beroepskracht-kindratio, de groepsgrootte, veiligheid en gezondheid. De inspectierapporten zijn openbaar. Spring gebruikt de rapporten actief om aan verbeteringen te kunnen werken.
Protocollen en werkwijzen
In 2010 is een digitaal kwaliteitssysteem geïntroduceerd: Springwijzer. In 2011 werd dit systeem verder uitgerold. Hierdoor is het versiebeheer van protocollen en procedures beter gewaarborgd. De informatie is beter toegankelijk en makkelijker vindbaar vanwege de digitale zoekfunctie.
Certificering
In 2011 is een plan van aanpak gemaakt om kwaliteit binnen Spring beter te verankeren. Het tot dan toe gehanteerde HKZcertificaat vinden we weinig toegevoegde waarde hebben in verband met de grote overlap met de GGD-inspecties. Het vertrekt te weinig vanuit de ambities van de organisatie zelf. Onze voorkeur gaat uit naar certificering op inhoud en de totale aanpak van kwaliteitszorg. In het nieuwe Spring-kwaliteitsbeleid is certificering geen doel op zich, maar gaat het om het bewerkstelligen van échte verbeteringen die passen bij de interne ontwikkeling van Spring. We hebben gekozen om te gaan werken met een combinatie van de CIIO-maatstaf (ISO voor de kennisintensieve dienstverlening) met Investors in People (IiP). De CIIO-maatstaf heeft elementen van de menselijke maat op erkende wijze verwerkt in de ISO-normen, waarmee deze goed aansluit bij de visie van Spring. Investors in People wil kwaliteitsverbetering bewerkstelligen door gestructureerde en structurele ontwikkeling van mensen. In 2011 is de certificering volgens deze methodiek voorbereid.
Klachten en signalen
Een klantenreactie is voor Spring een instrument om de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren en de service naar (potentiële) klanten te vergroten. Elke reactie wordt door de direct verantwoordelijke afgehandeld en vormt belangrijke inbreng voor verbetering van de dienstverlening op locaties en die van het servicebureau. Klanten kunnen ook terecht bij de interne klachtencommissie van Spring of bij een externe onafhankelijke klachtencommissie: SKK, Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. Er zijn in 2011
jaarverslag2011
19
door klanten van Spring geen klachten ingediend bij Stichting Klachtencommissie Kinderopvang. In 2011 hebben we 165 signalen van klanten ontvangen; complimenten én signalen over zaken die in de ogen van de klanten beter konden. Deze signalen hebben tot verschillende kleine en grotere verbeteringen geleid, lokaal of Springbreed. In 2011 is het aantal klantsignalen met 21% afgenomen t.o.v. 2010 (232). Het aantal klachten over het dienstenaanbod is bijna gehalveerd ten opzichte van 2010, in aantallen zijn dit 34 minder klachten dan in het vorige jaar. Mogelijke verklaringen voor het verminderd aantal klachten zijn: • verbetering van de dienstverlening, een opmerking van een ouder wordt sneller opgepakt waardoor het niet resulteert in een klacht; • een klacht wordt mondeling behandeld, de medewerker/ leidinggevende verzuimt om het op papier te zetten en als afgehandelde klacht in te leveren; • er zijn meer meldingen van incidenten en bijna-ongevallen. Doordat de medewerkers zich bewuster zijn van risico’s tijdens de opvang worden er sneller verbeteracties door gevoerd. Hierdoor kan het zijn dat ouders minder de noodzaak voelen om een klacht in te dienen.
Exitonderzoek
Wanneer de opvang eindigt (bijvoorbeeld door het bereiken van de leeftijd van vier jaar, verhuizing, of opzegging) vragen wij klanten naar hun ervaringen bij Spring. Alle locaties worden positief beoordeeld. De kwaliteit van de verschillende aspecten van dienstverlening is gemiddeld constant gebleven (ruim voldoende tot goed). Het gemiddeld rapportcijfer is 8. Ouders zijn vooral tevreden over omgang met groepsleiding en het pedago-
gisch handelen. Ouders zijn minder bekend met het bestaan van en het functioneren van de oudercommissie. Op de vraag welke opvang ouders in de toekomst willen, steekt incidentele opvang met 25% met kop en schouders boven alle andere antwoorden uit.
Veiligheid en gezondheid
De veiligheid van kinderen staat in de kinderopvang altijd voorop. Risicobeperking en het toezicht daarop zijn in Nederland strikt. Hoewel het niet mogelijk is om elk incident te voorkomen, moeten we wel het maximale doen om kinderopvanglocaties en peuterspeelzalen zo veilig mogelijk te maken. Bij ons veiligheidsbeleid hoort bijvoorbeeld: • een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid per locatie • het protocol Calamiteiten • de achterwachtregeling • een bedrijfshulpverleningsplan • controle van gebruikte materialen, zoals bedjes, boxen, speel- toestellen en speelgoed • huisregels In 2011 is een Springbreed bedrijfscontinuïteitsmanagementplan ontwikkeld. Hierin is beschreven hoe te handelen in geval van crisis en calamiteiten. De implementatie vindt plaats in 2012. De kinderbedjes, boxen en commodes voldoen inmiddels allemaal aan de strengere regelgeving waaraan in 2016 alle kindeopvangorgansiaties moeten voldoen. Ook zijn de locaties in 2011 getoetst volgens de wettelijke normen voor binnenluchtkwaliteit. Daar waar nodig zijn specifieke maatregelen genomen.
jaarverslag 2011
21
Gedrag en incidenten
Een belangrijk aspect van veiligheid is het gedrag van mensen. We vinden dat alertheid, bewustwording van kwetsbaarheden en risico’s en het naleven van afspraken uiteindelijk het meest bijdragen aan een veilige omgeving voor kinderen en medewerkers. Om ongevallen en onveilige situaties binnen Spring te kunnen voorkomen, registreren we incidenten en bijnaongevallen. In 2011 is er gewerkt aan een digitaal registratiesysteem voor incidentmeldingen. De locaties melden nog op papier. De afdeling Kwaliteit gaat met ingang van 2012 de incidenten registreren in het digitale systeem. Centraal registreert de staffunctionaris Kwaliteit alle meldingen om onderzoek naar het incident/ ongeval mogelijk te maken en trends te kunnen signaleren, zodat maatregelen kunnen worden genomen om incidenten te voorkomen. De meeste vallen in de categorie niet-vermijdbare incidenten. Incidenten bij het binnen- en buitenspelen vallen vaak in deze categorie; ze horen bij spelende kinderen. Wel is het van belang dat de pedagogisch medewerker bewust is van de risico’s; bewuste afwegingen maakt, kinderen op gevaar attendeert en zorgt voor voldoende speelruimte. Spring is van mening dat af en toe te vallen en dan weer opstaan een normaal onderdeel is van leren, ontdekken en spelen. Door bewust te zijn van risico’s en hier met elkaar kritisch naar te kijken, kun je risico’s voorkomen of verkleinen.
22
jaarverslag 2011
FINANCIEEL Resultatenoverzicht (x € 1.000)* Omzet
2010
2011
34.131
36.793
Som der bedrijfsopbrengsten
34.209
36.855
Personele lasten
23.969
27.157
Overige bedrijfsopbrengsten
Afschrijvingen
Overige bedrijfskosten
78
993
8.211
62
7.664
33.173
36.691
Bedrijfsresultaat
1.036
164
74
270
962
-106
-11
0
vennootschapsbelasting
951
-106
Vennootschapsbelasting
195
-27
Aandeel derden
18
-
738
-79
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
Incidentele baten/lasten
Resultaat voor
Resultaat na belastingen
* Dit resultatenoverzicht 2011 bevat de gegevens van Stichting Spring kinderopvang, Stichting Spring Peuterspeelzalen, Stichting Tussenschoolse Opvang Spring, Stichting Spring O.G. en Stichting Kindercentra Deurne.
1.870
Som der bedrijfslasten
Rentelasten
Het jaar 2011 is afgesloten met een negatief resultaat na belastingen van 79 duizend euro. Hiermee is een negatief rendement van 0,2% van de omzet gerealiseerd. De solvabiliteit is 2,11 de liquiditeit 1,13.
jaarverslag 2011
23
OV E R I G Ondernemingsraad
De OR is de afgelopen twee jaar ontzettend gegroeid en heeft zich ontwikkeld tot een professioneel orgaan binnen de organisatie, waarbij de nadruk heeft gelegen op het verder uitbouwen van een goede, professionele relatie met de Raad van Bestuur, zonder daarbij de eigen belangen en verantwoordelijkheden uit het oog te verliezen. Zij heeft zich beter weten te positioneren binnen de organisatie. Nu dit is bereikt, is het voor de OR zaak om de relatie met de achterban verder uit te bouwen. In 2011 hebben we onze instemming verleend aan ‘visie op gezondheidsbeleid’ en de ‘fusie stichting peuterspeelzalen Spring en stichting peuterspeelzalen St. Anthonis’. Verder hebben we advies uitgebracht over: senior manager kindcentrum, regeling ouderschapsverlof, eindejaarsuitkering 2012, verlofregeling, contractbeleid en uitbesteding schoonmaak. In 2012 zal de aandacht vooral liggen bij het zo goed mogelijk afwikkelen van de interne en externe mobiliteit. Kortom, na twee jaren hard werken aan onze eigen professionaliteit, is het nu zaak om die kwaliteit in te gaan zetten voor de roerige tijden die nog gaan komen. De OR brengt een eigen jaarverslag uit. Deze is op te vragen via
[email protected].
Leden
Georgette Arts Marcel Baert Debby van den Berg Ineke van Bree Trudy van Geel Marijke Jans Elvi van Lierop Anke Reijnders Ingrid Spanings Francien Swinkels Heidi van der Vorst Diana Wams
Oudercommissies
Ouderinspraak is via de wet Kinderopvang geregeld. Bij Spring is er een centraal en lokaal niveau van medezeggenschap. Alle kindcentra en het gastouderbureau hebben een lokale oudercommissie. Zij behartigt de belangen van kinderen en ouders, bevordert de communicatie tussen de ouders en de medewerkers van het kinderverblijf/gastouders en adviseert over het beleid. Voor inspraak van ouders op centraal beleid hebben we de overkoepelende oudercommissie (OOC). Deze heeft mandaat van de lokale oudercommissies om advies te geven over het Springbeleid op centraal niveau. De OOC vindt het belangrijk om samen met Spring tot het beste beleid voor de kinderen te komen.
jaarverslag 2011
25
De Overkoepelende Oudercommissie (OOC) heeft in 2011 gebruik gemaakt van haar adviesrecht m.b.t. de volgende onderwerpen (algemeen Springbeleid): • prijs- en dienstenaanbod 2012 • Spring Actief Onderwerpen die ook besproken zijn: • medezeggenschapsstructuur Spring • klachtenjaarverslag • missie, visie en kernwaarden Spring
Leden
Geert-Jan Thijssen Monique Gunneman Raoul Bosboom Mirjan van der Meijden Erica Kooistra Mereille Klein Koerkamp Monique van de Ligt Mireille ten Haaf Jolanda Hendriks Gaby de Raad
Raad van Toezicht Leden
Marlies Dijkstra Jan Heijmans Thomas Jantschek Leo van der Meer, voorzitter Michael Verbeek 26
jaarverslag 2011
T E I
088 2088 200
[email protected] www.spring-kinderopvang.nl