Jaarverslag OSG Piter Jelles 2014 te Leeuwarden, Dokkum, Kollum en St. Annaparochie
Betreft
: Jaarrekening 2014
Betreft
: Jaarrekening 2014
Leeuwarden, 27 mei 2015. Het College van Bestuur van de openbare scholengemeenschap Piter Jelles te Leeuwarden biedt hierbij haar financieel jaarverslag/jaarrekening aan over het boekjaar 2014 dat is geëindigd op 31 december 2014. Het jaarverslag geeft: A. Algemene informatie via - het jaarverslag 2014 van de Raad van Toezicht; - het jaarverslag 2014 van het College van Bestuur, waaronder opgenomen de organisatiestructuur, de kernactiviteiten, het treasury management en de continuïteitsparagraaf (meerjarenbegroting); - het jaarverslag 2014 osg Piter Jelles. B. Financiële informatie via - het netto resultaat 2014; - de managementverklaring resultaat 2014; - de financiën op balansdatum 31 december 2014 (bijlage I); - de balans per 31 december 2014; - de staat van baten en lasten over 2014; - het kasstroomoverzicht over 2014; - de grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatsbepaling; - de toelichting behorende tot de balans; - de toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode gelijk aan het kalenderjaar 2014 en sluit af met een positief netto resultaat van € 116.852. De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. drs. W. Wieling voorzitter College van Bestuur
Pagina A1
A2
1
Jaarverslag 2014 Raad van Toezicht
5
Jaarverslag 2014 College van Bestuur
10
organisatiestructuur doel
11
missie strategie
12
leerlingenaantal 1 oktober 2014
13
treasury management
15
continuïteitsparagraaf (meerjarenbegroting)
17
interne risicobeheersings- en controlesysteem
19
organogram osg Piter Jelles
A3
20
1
20
Jaarverslag 2014 osg Piter Jelles onderwijs en onderwijsprestaties
21
opbrengstenoordelen, prognose 2015
2
24
(onderwijs)kwaliteit
3
24
diverse (onderwijs)aspecten
4
27
bedrijfsvoering
5
32 32
6
resultaat 2014 5.1
34
analyse van het netto resultaat 2014 financiële kengetallen 2014
34
6.1
resultaten en ratio's
34
6.2
liquiditeit
7
35
verdere bezuinigingen
8
35
financiële instrumenten
9
36
toelichting op het eigen vermogen
37
financiën op balansdatum (toelichting op de financiële kengetallen)
A
Jaarrekening 2014 osg Piter Jelles 40
balans per 31 december 2014
41
staat van baten en lasten 2014
42
kasstroomoverzicht 2014
43
toelichting behorende tot de jaarrekening 2014
51
toelichting behorende tot de balans
58
overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW
60
financiële instrumenten
61
niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
62
toelichting op de onderscheiden posten van baten en lasten
69
overzicht verbonden partijen
69
honoraria van de accountant
70
wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector Overige gegevens
72
controleverklaring
74
resultaatbestemming Bijlagen
76
gegevens over de rechtspersoon
A1
Jaarverslag 2014 Raad van Toezicht
Het onderwijs staat weer op de agenda. De media besteden volop aandacht aan het onderwijs en de vele aspecten van deze sector. De bewindslieden hebben een nationaal onderwijsdebat aangekondigd. Een ieder die geïnteresseerd is kan zijn of haar inbreng hebben om zich een beeld te vormen van het onderwijs in 2030. De snelle veranderingen in de maatschappij vragen om een herbezinning op ons onderwijs in al zijn facetten. In deze lijn past ook de toenemende aandacht voor Goed Bestuur. Onderwijsinstellingen en besturen hebben de taak op zich genomen de ruimere mate van autonomie, die ze de laatste jaren hebben gekregen, op een verantwoorde wijze in te vullen en de kwaliteit van het onderwijs daadwerkelijk te verbeteren. Een goed functionerend bestuur en intern toezicht is cruciaal. In het kader van Governance zijn binnen Piter Jelles stappen gezet. Naast de scholing van de Raad van Toezicht en de evaluatie van het eigen functioneren biedt de Toolkit Toezicht Onderwijs een handvat voor de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht ziet dat Piter Jelles zich niet onbetuigd laat bij de discussie over de ontwikkelingen in het onderwijs. In de scholen worden de geformuleerde ambities uitgewerkt en zijn/worden aanpassingen in de organisatie, de didactiek en de inhoud van het onderwijs doorgevoerd, die passen bij de nieuwe ontwikkelingen. De scholen van Piter Jelles maken plannen voor invoering van gepersonaliseerd leren. De Raad van Toezicht constateert dat de financiële situatie van het onderwijs het afgelopen jaar is verbeterd. Er is landelijk meer aandacht voor het onderwijs en dat heeft geleid tot extra financiële middelen. De Raad van Toezicht kan zijn rol op dit terrein goed uitvoeren. Niet in de laatste plaats komt dit door het goed geïnformeerd zijn over de financiële situatie van de scholengemeenschap en de aandacht die er is voor mogelijke risico’s. Samenwerking en Kwaliteit waren de voorgaande jaren de kernthema’s bij Piter Jelles. Daaraan is toegevoegd het kernthema Innovatie. In het strategisch plan 2013-2017 geeft Piter Jelles aan dat deze drie kernthema’s verder worden uitgewerkt in de school- en jaarplannen. In de schooljaarplannen van 2014 zijn deze thema’s verder uitgewerkt. Piter Jelles analyseert haar rol en positie in de stad en regio en doet dat in overleg met de andere onderwijsinstellingen. Binnen de coöperatie Pompeblêd, waarin Piter Jelles samenwerkt met de scholen voor openbaar voortgezet onderwijs in Friesland, zijn stappen gezet in de richting van verdere samenwerking op het terrein van de ondersteunende diensten. De Raad van Toezicht volgt de ontwikkelingen op deze drie terreinen nauwgezet en adviseert hierover het College van Bestuur. De aandacht binnen Piter Jelles voor het thema kwaliteit en de conclusies uit de zelfevaluatie van de Raad van Toezicht zijn voor de Raad van Toezicht redenen om een commissie Kwaliteit in te stellen. Op deze wijze streeft de Raad van Toezicht er naar, vanuit zijn eigen specifieke rol, een bijdrage te leveren aan de kwaliteitsdiscussie. In 2014 kwam de Raad van Toezicht in vijf reguliere vergaderingen bijeen. De bijeenkomsten werden gehouden in de verschillende scholen van Piter Jelles of in het eigen servicebureau. Bij aanvang van de vergaderingen werd de Raad van Toezicht door een vertegenwoordiger van de gastschool geïnformeerd over de kenmerken en ambities van de school.
Vergaderdata 2014 19 maart 2014
Onderwerpen - Jaarverslag Piter Jelles 2013 - Pompeblêd; bijeenkomst bestuurders en toezichthouders - Rooster van aftreden Raad van Toezicht
1
21 mei 2014
21 mei 2014 (vervolg) 17 september 2014
29 oktober 2014 26 november 2014
De onderwijskwaliteit gespreksonderwerp.
- Financiën: * Accountantsverslag 2013 * Verslag auditcommissie * Jaarrekening 2013 Piter Jelles - Pompeblêd; koersdocument - Sollicitatieprocedure nieuw lid Raad van Toezicht - Themabespreking KPMG sectoranalyse PO en VO (demografie / economie) - Rapportage bureau Dyade organisatiestructuur - Inrichting topstructuur Piter Jelles - Kwaliteit - Overdracht schoolgebouw De Foorakker aan gemeente Het Bildt - Topstructuur Piter Jelles - Financiën: * verslag auditcommissie * begroting 2015 Piter Jelles - Themabespreking KPMG sectoranalyse PO en VO (bedrijfsvoering / governance) - Vervolg inrichting topstructuur Piter Jelles - Vergoeding leden Raad van Toezicht - Scholing leden Raad van Toezicht bij
Piter
Jelles
was
in
alle
vergaderingen
een
vast
Naast de in het overzicht genoemde thema’s kwamen nog de volgende algemene onderwerpen aan de orde: Mededelingen Raad van Toezicht / College van Bestuur; Rapportages Inspectie van het Onderwijs; Verzuimcijfers; Leerlingenaantallen; Examenresultaten; Krimp in de regio; Governance; Informatie uit de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI); Regionale samenwerkingsverbanden vanuit toekomstig perspectief; Eigen evaluatie Raad van Toezicht; Nieuws uit de VO-Raad. Specifieke bijeenkomsten en activiteiten: - 23 januari 2014 Dialoog Pompeblêd; bijeenkomst van bestuurders en toezichthouders. - 20 maart 2014 Leden van de Raad van Toezicht bezoeken de Cultuuravond Arts eXpression van Piter Jelles. - 11 april 2014 Bijeenkomst “Dag van het Toezicht”, georganiseerd door de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen. - 26 mei 2014 Zelfevaluatie Raad van Toezicht met externe bevraging. - 18 juni 2014 Algemene ledenvergadering Pompeblêd. - 26 juni 2014 Overleg met de Medezeggenschapsraad van Piter Jelles. - 29 oktober 2014 Scholenbezoek aan Dalton Dokkum en De Foorakker te St. Annaparochie. De leden van de Raad van Toezicht bezochten diverse symposia betrekking hebbend op hun toezichthoudende rol. Daarnaast volgden de leden van de Raad van Toezicht opleidingen bij de Vereniging van Toezichthouders in Onderwijsinstellingen. De samenstelling van de Raad van Toezicht in 2014 was als volgt: 2
-
de heer drs. H. Sikkema, voorzitter de heer ir. C.B. Mulder, vice voorzitter de heer drs. M.A. Becherer, RC mevrouw drs. R.K. Jacobi
- mevrouw drs. M.C. Kat - mevrouw drs. J. Holtrup
aftredend 22 oktober 2015 en herbenoembaar aftredend 31 juli 2015 en herbenoembaar aftredend 31 juli 2014 en herbenoemd aftredend 31 juli 2014 en op eigen verzoek niet herkiesbaar aftredend 31 juli 2015 en herbenoembaar benoemd per 1 augustus 2014
Samenstelling auditcommissie Raad van Toezicht: - de heer drs. M.A. Becherer, RC vanaf 25 september 2009 - mevrouw drs. R.K. Jacobi vanaf 27 september 2011 tot 1 augustus 2014 - mevrouw drs. M.C. Kat vanaf 27 september 2011 26 november 2014 De auditcommissie adviseert de Raad van Toezicht over de financiële aangelegenheden, zoals is neergelegd in de financiële rapportages. Dat betreft o.a. de jaarrekening, begroting, tussentijdse financiële rapportages en het accountantsverslag van de externe accountant. Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de informatieverstrekking aan de auditcommissie. De commissie is in 2014 op 23 april en op 18 november bijeen geweest voor het verstrekken van advies aan de Raad van Toezicht over de vaststelling van de jaarrekening 2013 en de begroting 2015. De jaarrekening 2013 is na vaststelling, conform de statuten, ter goedkeuring voorgelegd aan de Gemeenteraad van Leeuwarden. De Raad van de Gemeente Leeuwarden heeft de jaarrekening op 22 september 2014 goedgekeurd. Samenstelling remuneratiecommissie Raad van Toezicht: - de heer drs. H. Sikkema, voorzitter vanaf 1 augustus 2011 - de heer ir. C.B. Mulder, vice voorzitter vanaf 1 augustus 2013 De remuneratiecommissie assisteert de Raad van Toezicht in haar functioneren als toezichthoudend orgaan. De Raad van Toezicht heeft per 1 januari 2015 een commissie kwaliteit ingesteld. De samenstelling van deze commissie is als volgt: - mevrouw drs. M.C. Kat vanaf 1 januari 2015 - mevrouw drs. J. Holtrup vanaf 1 januari 2015 De leden van de Raad van Toezicht ontvangen jaarlijks een vaste vergoeding exclusief reis- en verblijfkosten. Deze vergoeding is afhankelijk van de functie(s) binnen de Raad. Op grond van de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen (WNT) in de publieke en semipublieke sector zijn de betaalde vergoedingen in 2014 aan de leden van de Raad van Toezicht als een verplicht onderdeel opgenomen in de jaarrekening van Piter Jelles. Het College van Bestuur bestond in 2014 uit: de heer drs. W. Wieling, voorzitter
benoemd per 1 augustus 2009
Het College van Bestuur laat zich in de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden ondersteunen door de bestuurssecretaris en de directeur bedrijfsvoering. De leden van de Raad van Toezicht worden conform de statuten op voordracht benoemd door de Gemeenteraad van Leeuwarden. Mevrouw Kat en de heer Mulder zijn op voordracht van de oudergeleding van de medezeggenschapsraad in de Raad van Toezicht benoemd. Persoonlijke gegevens van de op 31 december 2014 aanwezige toezichthouders: - de heer drs. H. Sikkema geboortedatum datum benoeming
: 22 oktober 1945 : 25 september 2009 3
huidige hoofdfunctie nevenfuncties
- de heer ir. C.B. Mulder geboortedatum datum benoeming huidige hoofdfunctie nevenfuncties
- de heer drs. M.A. Becherer, RC geboortedatum datum benoeming huidige hoofdfunctie
nevenfuncties
- mevrouw drs. M.C. Kat geboortedatum datum benoeming huidige hoofdfunctie nevenfuncties - mevrouw drs. J. Holtrup geboortedatum datum benoeming huidige hoofdfunctie Nevenfuncties
: --: - lid RVC nv Fryslân Miljeu - lid/vice voorzitter RvT Zorgorganisatie ZINN - lid ledenraad Rabobank Leeuwarden-Noordwest Friesland - adviseur SESAM Academie : 7 juni 1949 : 25 september 2009 : - directeur CMMC, management Consulting Crisisinterventies en Directieadvisering : - gastdocent en intervisor bij executive- en commissarissenopleiding - CMI gecertificeerd loopbaancoach C niveau - voorzitter DCCF (De Commerciële Club Friesland) - President commissaris ELEQ Group B.V. Steenwijk - President commissaris Zevenwouden Verzekeringen - voorzitter RvC WoonFriesland - commissaris Ulinq BV - lid RvT Stichting Derdengelden Ulinq - lid klankbordgroep NCD : 15 oktober 1958 : 25 september 2009 : - directeur/bestuurder Woningcorporatie SHBB (Borger) - directeur Becherer Beheer B.V. - directeur MaxBecherer Interimmagagement : - lid adviesraad HEC/ROI Noord Nederland - voorzitter Stg. Noord Internationaal Concours Hippique te Assen - voorzitter Stg. Dorpshuis Drouwen, Bronneger
: 15 april 1960 : 26 april 2010 : - Consultant Onderwijs, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden : ---
: 30 oktober 1970 : 1 augustus 2014 : Coördinator zorgcentrale en ledenservice Thuiszorg Het Friese Land : ---
De Raad van Toezicht is het College van Bestuur, het management en de medewerkers van Piter Jelles veel dank verschuldigd voor hun inzet tijdens het verslagjaar 2014.
drs. Henk Sikkema, voorzitter Raad van Toezicht 4
A2
Jaarverslag 2014 College van Bestuur
In 2014 is vervolg gegeven aan de kernthema’s kwaliteit, samenwerking en innovatie uit het Koersdocument 2013-2017 van Piter Jelles. Piter Jelles is een school waar alle leerlingen het onderwijs krijgen wat bij hun past. Dit betekent ook dat er veel ruimte is voor de profilering van de afzonderlijk scholen. In 2014 is het Nationaal Onderwijsakkoord, dat in 2013 is afgesloten voor het voortgezet onderwijs, ‘vertaald’ naar een sectorakkoord. De betrokken partijen maken in dit akkoord afspraken over hoe samengewerkt wordt aan het onderwijs van morgen. Het is een samenwerking tussen overheid, onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties. Rond een aantal thema’s voeren scholen beleid dat uitmondt in een veranderend onderwijs passend in de tijd. De kernthema’s zijn: 1. Investeren in onderwijs loont - Het onderwijs kan en moet beter; - De sector en de scholen formuleren ambitieuze doelstellingen en maken concrete afspraken. 2. Excellente leraren en schoolleiders - Professionele ontwikkeling van leraren; - Meer masters voor de klas; - Goed leiderschap; - Moderne arbeidsvoorwaarden; - Minder werkdruk en regeldruk. 3. Een uitdagende en innovatieve leeromgeving - Doorbraak in het gebruik van ICT. 4. Onderwijs dat jongeren klaarstoomt voor de 21e eeuw - Vaardigheden voor een veranderende arbeidsmarkt; - Meer aandacht voor toptalenten. Deze aandachtspunten vragen om een andere vorm van het onderwijs, waarbij gepersonaliseerd leren het uitgangspunt is. Alle ontwikkelingen in de scholen van Piter Jelles moeten gerelateerd zijn aan dat uitgangspunt. Binnen Piter Jelles is afgesproken dat in 2015 concrete doelstellingen worden geformuleerd bij bovengenoemde thema’s. Samen met het Centraal Management (CMT) geeft het College van Bestuur richting aan de genoemde ontwikkeling, waarbij ervoor wordt gezorgd dat er verbinding is met de leerkrachten, de onderwijsondersteuners, ouders en leerlingen om gezamenlijk aan de ambitieuze doelstellingen te werken. Vanuit de discussie vertaalt dit zich naar onderstaande uitspraken: Leerling centraal: We willen meer maatwerk bieden waardoor de talentontwikkeling van de individuele leerling centraal staat. Eigentijdse voorzieningen: We willen naar een doorbraak en versnelling in het aanbod van digitaal leermateriaal en dat docenten vaardig worden in het samenstellen en toepassen van digitaal leermateriaal. Meer aandacht voor brede vorming: De opdracht van de scholen is breed. Om leerlingen goed voor te bereiden op de wereld van morgen moeten we meer aandacht besteden aan niet-cognitieve vaardigheden als samenwerking, creativiteit en ondernemerschap. Versterking van de verbinding met de omgeving: We willen werken aan een sterkere verbinding tussen de school en de omgeving en een goede verantwoording naar belanghebbenden zoals ouders.
5
Docent in positie in een professionele school: We gaan het alleen redden als docenten zich (mede)eigenaar voelen van de ontwikkelingen. Dat vraagt om ruimte en vertrouwen in een lerende omgeving en om goed leiderschap.
Cao VO en transitieplan Voor het voortgezet onderwijs is in 2014 met een looptijd van één jaar een nieuwe cao afgesloten waarbij ook aandacht is voor verlichting van de werkdruk en het in dienst houden van jonge leerkrachten. Er is met de sociale partners afgesproken dat de scholen tot overeenstemming komen over de uitwerking van een transitieplan. In dit transitieplan moet worden aangegeven wat de wijziging van de wet op onderwijstijd betekent voor de onderwijsplanning. Eind 2014 zijn de gesprekken hierover gestart. Vóór de zomer van 2015 moet er overeenstemming zijn tussen de raden van de scholen en de schoolleiding. Bekostiging De aanvullende rijksvergoedingen op de lumpsumfinanciering betreffen in 2014 de gelden vanuit de Prestatiebox VO en Gratis Lesmateriaal. Deze gelden zijn een onderdeel van het exploitatieresultaat 2014 en blijven ook de komende jaren beschikbaar. De gelden vanuit de Prestatiebox VO zullen de komende jaren worden geïntensiveerd; in 2015 een verhoging van 17% oplopend tot in 2018 ten opzichte van 2014 met 97% structureel. Leerlingenaantal Het aantal leerlingen dat zich aanmeldt voor de scholen van Piter Jelles stabiliseert zich ten opzichte van de voorgaande jaren, jaarlijks ongeveer 800 tot 850 leerlingen. Als gevolg van de politieke instabiliteit in de wereld en de mondialisering groeit de Internationale Schakelklas (ISK) tot, naar het zich laat aanzien, ongeveer 200 leerlingen. Door deze groei ontstaat er een (tijdelijk) huisvestingsprobleem dat moet worden opgelost. Voorlopig zal een deel van de leerlingen van de ISK worden gehuisvest in het gebouw van Montessori High School aan de Douwe Kalmaleane te Leeuwarden. Huisvesting De nieuwbouw van Campus Middelsee in St. Annaparochie, waarin ook De Foorakker wordt gehuisvest, is in 2014 gestart en verloopt voorspoedig. De verwachte oplevering is eind mei 2015. We hopen dat de nieuwbouw een positief effect heeft op de leerlingenaanmelding. In 2014 is aan het schoolgebouw van het Leeuwarder Lyceum en de Internationale Schakelklas groot onderhoud gepleegd. De kozijnen zijn vernieuwd en van isolerende beglazing voorzien. Daarnaast is er aandacht voor luchtbehandeling in het gebouw. In de gemeente Kollumerland worden voorbereidingen getroffen voor nieuwbouw van de onderwijsvoorziening in Kollum, zowel voor het primair (po) als voor het voortgezet onderwijs (vo). Door een aantal projecten te combineren, waardoor men efficiënter met huisvestingsmiddelen omgaat, is een volgende stap gezet in de planvorming. Het betreft geplande nieuwbouw voor de onderwijsvoorzieningen, po en vo, samen met het culturele centrum op één locatie in één project. Profilering & Gezamenlijkheid De scholen van Piter Jelles profileren zich met een van elkaar onderscheidend onderwijsaanbod en een eigen schoolcultuur. Als gevolg van de in het Sectorakkoord afgesproken ambities is een discussie gestart over de wijze waarop de afzonderlijke scholen invulling geven aan de doelstellingen. Gezocht wordt naar gezamenlijkheid en het onderscheidene. Naast de eigen profilering van de scholen is er aandacht voor gezamenlijkheid, zoals bij de Piter Jelles cultuuravond “Arts eXpression”. Deze cultuuravond was in 2014 wederom een succes. Er is besloten om in 2015 de cultuuravond te organiseren in de grote zaal van De Harmonie in Leeuwarden. Deze gezamenlijke cultuuravond draagt bij aan het “Piter Jelles gevoel”.
6
Een aantal gepensioneerde medewerkers van Piter Jelles heeft een jaarlijks terugkerende activiteit georganiseerd voor deze medewerkers met als doel elkaar en Piter Jelles in het bijzonder te binden. Piter Jelles ondersteunt dit gebeuren van harte. Topstructuur Mede door het aangekondigde vertrek van de bestuurssecretaris, halverwege 2015, is in 2014 een discussie gestart over de invulling van de topstructuur van Piter Jelles. Hierover vinden gesprekken plaats in het management van Piter Jelles, met de Raad van Toezicht en de Medezeggenschapsraad. In het voorjaar van 2015 zal de koers helder zijn. Toezicht Het toezichtkader van de Onderwijsinspectie is aangepast. Naast meer aandacht voor preventief toezicht en ‘toezicht op maat’, zijn er nog enkele andere belangrijke wijzigingen: het financiële toezicht is geïntegreerd in het nieuwe toezichtkader; de indicatoren zijn vernieuwd, aangepast en uitgebreid met sociale indicatoren; de indicatoren voor het leraarschap zijn toegevoegd. De inspectiebezoeken en de visitaties op de scholen bevestigen het beeld dat Piter Jelles in de volle breedte en op alle terreinen de onderwijskwaliteit verbetert. Goed Onderwijsbestuur (good governance) Goed onderwijsbestuur is een belangrijk thema voor de samenleving en staat binnen het onderwijsveld volop in de aandacht. Het is een stelsel van spelregels en omgangsvormen voor goed bestuur van, en goed toezicht op (onderwijs)organisaties. Het betreft een adequate verantwoording aan en beïnvloeding door belanghebbenden, de stakeholders. Het geeft de wijze aan waarop de (onderwijs)organisatie haar doelen realiseert en kwalitatief verantwoord en doelmatig onderwijs levert. Piter Jelles conformeert zich aan de code ‘goed onderwijsbestuur’ in het voortgezet onderwijs. We benutten de toegenomen beleidsruimte op een verantwoorde wijze en geven openheid over onze organisatie en bestuurlijke zaken. Piter Jelles maakt een helder onderscheid tussen toezicht en bestuur. Integraal Personeelsbeleid Het terugdringen van het ziekteverzuim blijft een belangrijk thema. De cijfers tonen aan dat het ziekteverzuim, zowel kort als lang verzuim, fluctueert. Na een periode van daling zien we een lichte toename. Piter Jelles analyseert de cijfers en doet onderzoek naar de oorzaken. Met het management en de P&O beleidsadviseurs wordt gezocht naar mogelijkheden om het ziekteverzuim terug te dringen. Alle organisatieonderdelen van Piter Jelles hanteren de gesprekkencyclus. Voor de ontwikkelkansen van individuele medewerkers en leidinggevenden is ruim aandacht. Vanuit de Functiemix VO zijn er in 2014 veel docenten bevorderd naar een docentschaal LC en LD. De docenten en ook de andere medewerkers worden op hun functioneren aangesproken door o.a. het voeren van functionerings- en beoordelingsgesprekken. Samenwerking We delen graag onze bevindingen en staan open voor de inbreng van anderen. Deze openheid draagt bij aan het positieve imago van onze scholengemeenschap. Bij brede onderwijsthema’s probeert Piter Jelles op te trekken met partners in het (voortgezet) onderwijs in de provincie. Piter Jelles is via het College van Bestuur vertegenwoordigd in een aantal aanverwante organisaties. De voorzitter van het College van Bestuur is voorzitter van het Samenwerkingsverband Fryslân Noard en voorzitter van het overlegorgaan Openbaar Voortgezet Onderwijs Friesland ‘Pompeblêd’.
7
Verder is het College zelf aanwezig bij of wordt vertegenwoordigd door de bestuurssecretaris bij o.a. het overleg Lokale Educatieve Jeugd Agenda (LEJA), een aantal werkgroepen van de VO-Raad en door een manager bij ad-hoc werkgroepen zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van het Techniekonderwijs. Daarnaast onderhoudt het College van Bestuur de relaties met de verschillende gemeentes, de provincie en de landelijke politiek. Verder is er overleg met andere schoolbesturen en gemeentes in de regio Noordoost Fryslân over samenwerking en het behoud van het (openbaar)voortgezet onderwijs in die regio. Dit heeft in Kollum geleid tot een ambitieus huisvestingsproject waarin ook het voortgezet onderwijs een plaats krijgt. De samenwerkingsovereenkomst met het gemeentebestuur van Ameland wordt jaarlijks geëvalueerd en zo nodig aangepast. Piter Jelles biedt onderwijskundige, bestuurlijke en facilitaire ondersteuning aan de Burgemeester Walda Scholengemeenschap op Ameland. Sinds 2014 ondersteunt de afdeling automatisering van Piter Jelles het primair onderwijs op Ameland op ictgebied. In 2014 zijn de contacten met het openbaar primair onderwijs in Leeuwarden, Proloog, versterkt. Onderzocht wordt op welke wijze Piter Jelles en Proloog kunnen samenwerken. In 2015 zullen hierover nadere afspraken worden gemaakt. Servicebureau Het servicebureau levert ondersteunende diensten aan de scholen van Piter Jelles op het gebied van Personeel en Opleiding, Salarisverwerking en Financiën, PR en Communicatie, Kwaliteit, Zorg, Automatisering en Facilitaire zaken. De beleidsadviseurs leveren op verzoek van het College van Bestuur een bijdrage aan ontwikkelingen op de verschillende specialistische gebieden. De kwaliteit van de dienstverlening is voor enkele andere scholen in het voortgezet onderwijs aanleiding, tegen vergoeding, ondersteuning van het servicebureau van Piter Jelles te vragen. Met o.a. rsg Simon Vestdijk te Harlingen zijn verregaande ondersteunende afspraken gemaakt op het gebied van salarisverwerking en financiën. Piter Jelles treedt daarnaast op als penvoeder en geeft ondersteuning aan het Samenweringsverband Fryslân Noard. Ook is Piter Jelles de penvoerder van de opleidingsschool School of Education en levert hiervoor de projectleider. Financiën De financiële situatie, zoals bij alle onderwijsinstellingen, staat onder druk. Het Rijk past nog steeds structurele bezuinigingen toe op de lumpsumvergoeding. Dat betreft taakstellende budgetten en efficiency maatregelen, die eerder door het Rijk zijn afgesproken. Een goede begrotingsdiscipline, zowel op personeel als materieel gebied, zorgt er bij Piter Jelles voor dat de uitgaven in de pas lopen met de inkomsten. Piter Jelles is financieel ‘in control’. De personele kosten zijn in overeenstemming met de personele budgetten. De personele frictie is op een aanvaardbaar niveau. De begroting 2014 is strikt gevolgd. Voor het verloop van de liquiditeit is er een liquiditeitsbegroting opgesteld. Deze wordt maandelijks geactualiseerd en gemonitord. De loonkosten, circa 80% van de totale kosten, worden eveneens continu bewaakt. Het financiële resultaat is, mede gelet op de voortdurende controlling, aanvaardbaar. De financiële kengetallen zijn goed en stabiliseren zich. De extra bijzondere aanvullende rijksvergoedingen december 2013 worden door Piter Jelles ingezet vanaf het schooljaar 2014-2015. Formatieplanningsoverleg (FPO) Het formatieplanningsoverleg (fpo) betreft het jaarlijkse overleg waarin op meerdere momenten in het voorjaar wordt besproken hoe en waar de medewerkers van Piter Jelles bij aanvang van het nieuwe schooljaar worden ingezet. Het College van Bestuur spreekt haar waardering uit naar alle medewerkers en ook de Medezeggenschapsraad over de wijze waarop het fpo jaarlijks wordt uitgevoerd. Zorg (Passend Onderwijs) De zorg is per school van Piter Jelles georganiseerd. De beleidsadviseur Zorg ondersteunt vanuit het Servicebureau de scholen van Piter Jelles.
8
Piter Jelles is actief binnen het Samenwerkingsverband Fryslân Noard, het samenwerkingsverband waarin heel Noord Friesland samenwerkt. De voorzitter van het College van Bestuur van Piter Jelles is ook de voorzitter van het Samenwerkingsverband. In 2014 is het samenwerkingsverband nog gehuisvest in het gebouw van het Servicebureau van Piter Jelles aan de Elzenstraat in Leeuwarden. Door de uitbreiding van het samenwerkingsverband en de groei van het aantal medewerkers en activiteiten, door de invoering van het Passend Onderwijs, is het samenwerkingsverband op zoek gegaan naar andere, eigen, huisvesting. Tijdens de zomervakantie van 2015 zal de verhuizing plaatsvinden naar een eigen pand in Leeuwarden, dat door bemiddeling van de gemeente Leeuwarden is verkregen. Piter Jelles is de penvoerder van het samenwerkingsverband en voert hiervoor de financiële administratie. Veel medewerkers van het samenwerkingsverband zijn medewerkers in dienst van Piter Jelles en worden door Piter Jelles gedetacheerd aan het samenwerkingsverband. Piter Jelles heeft zich de afgelopen jaren ingespannen om het voortijdig schoolverlaten (vsv) terug te dringen. Inmiddels kunnen we vaststellen dat deze inspanning is gelukt en dat dit voortijdig schoolverlaten is teruggedrongen tot een acceptabel niveau. De ombudsman en vertrouwenspersoon dragen bij aan het voorkomen van mogelijke conflicten en het naar tevredenheid oplossen van conflicten tussen school en ouders/leerlingen. De sector onderwijs signaleert een toename van juridische procedures. Piter Jelles is het afgelopen jaar ook geconfronteerd met deze ontwikkeling. Een goede communicatie tussen alle belanghebbenden voorkomt verdere juridisering en draagt bij aan oplossingen. De verandering in de Jeugdzorg vraagt, in samenwerking met de andere scholen en de gemeenten en andere instellingen die zich met Jeugdzorg bezig houden, om een heroriëntatie van de taken op de scholen. De armoede in Leeuwarden in veel gezinnen is aanleiding geweest voor het centraal managementteam (cmt) om de problematiek van de armoede in Leeuwarden in een breed managementoverleg met de gemeente te bespreken. Samen vergroten we de bewustwording van dit maatschappelijke probleem en bekijken wij welke aandacht het onderwijs hieraan kan geven. Medezeggenschap De Medezeggenschapsraad van Piter Jelles heeft een eigen jaarverslag. In dit jaarverslag staat een volledig overzicht van alle besproken onderwerpen en een overzicht van de genomen besluiten en adviezen. Het overleg met de Medezeggenschapsraad is constructief en oplossingsgericht. Zoals de MR zelf aangeeft ziet zij dit overleg als een overleg tussen gelijkwaardige partners. Maandelijks is er een vergadering waarin het College van Bestuur zaken ter instemming, ter advisering of ter informatie voorlegt. De Medezeggenschapsraad volgt de ontwikkelingen binnen de school nauwgezet en op een kritische manier. De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) beoordeelt zaken en beleidsvoornemens op hoofdlijnen en in voorkomende gevallen worden de uitwerkingen met de Raad van een school afgestemd. De scholen en het servicebureau van Piter Jelles hebben elk een eigen Raad waarmee het (school)eigen beleid wordt besproken en vastgesteld. Het hiervoor al genoemde transitieplan is een belangrijk thema waarover in 2014 het overleg is gestart. Tenslotte Het College van Bestuur is veel dank verschuldigd aan alle medewerkers, die zich in 2014 opnieuw hebben ingezet voor de schoolorganisatie en de kwaliteit van het onderwijs. Leeuwarden, 4 maart 2015 drs. Wiebe Wieling, voorzitter College van Bestuur
9
Organisatiestructuur Rechtspersoon: Rechtsvorm Statutaire naam Verkorte naam Statutaire zetel Adres Telefoonnummer e-mailadres website
: : : : : : : :
Stichting Stichting openbare scholengemeenschap Piter Jelles stichting OSG Piter Jelles gemeente Leeuwarden Elzenstraat 5, 8924 JN Leeuwarden 058 8801104
[email protected] www.piterjelles.nl
Doel De Stichting heeft ten doel het geven van openbaar onderwijs overeenkomstig artikel 42 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, alsmede het oprichten, instandhouden en participeren in rechtspersonen die dit doel mede gestalte kunnen (doen) geven. De
scholengemeenschap verzorgt voortgezet onderwijs in de onderwijssoorten: praktijkonderwijs vmbo-b, vmbo-k vmbo-t (mavo) havo atheneum (vwo) gymnasium (vwo)
Daarnaast beheert Piter Jelles een eigen Internationale Schakelklas, ISK, waarin anderstalige leerlingen hun eerste opvang ontvangen (EOA’s). Hier leren kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar de Nederlandse taal en worden ze voorbereid op het Nederlandse onderwijssysteem. Een deel van de leerlingen is in het kader van gezinshereniging of internationale huwelijken naar Nederland gekomen en een ander deel als vluchteling en/of asielzoeker. De scholengemeenschap is in de basisregistratie bekend onder administratienummer 13603. Het brinnummer van de scholengemeenschap is 20DL. Iedere erkende vestiging heeft vervolgens een volgnummer. Raad van Toezicht: Voorzitter
: de heer drs. H. Sikkema
College van Bestuur: Voorzitter
: de heer drs. W. Wieling
Bestuurssecretaris
: de heer H. Kramer
Directeur bedrijfsvoering
: de heer R. de Wit
Scholen (vestigingen) en directeuren: De Brêge Egelantierstraat 88, 8924 EP Leeuwarden Directeur: dhr. drs. F. Bangma
Dalton Dokkum
Parklaan 1, 9103 ST Dokkum Directeur: dhr. drs. H.W. van der Panne
De Dyk
Egelantierstraat 86, 8924 EP Leeuwarden Directeur: dhr. drs. H.W. v.d. Panne
De Foorakker
Hartman Sannesstraat 7, 9074 EB St. Annaparochie 10
Directeur: dhr. drs. H.W. v.d. Panne
!mpulse Kollum
Gerrit Bleekerstraat 3, 9291 BS Kollum Directeur: dhr. drs. F. Bangma Douwe Kalmaleane 4, 8915 HA Leeuwarden Directeur: mevr. drs. A. van der Putten
!mpulse Leeuwarden
ISK
Hempenserweg 33, 8935 BC Leeuwarden Directeur : mw. drs. L. Wagenaar
Leeuwarder Lyceum
Dr. J. Botkeweg 3, 8935 AB Leeuwarden Directeur : mw. drs. L. Wagenaar
Montessori High School
Douwe Kalmaleane 2, 8915 HA Leeuwarden Directeur : mw. drs. L. Wagenaar
Servicebureau
Elzenstraat 5, 8924 JN Leeuwarden Directeur : dhr. R. de Wit
Stedelijk Gymnasium
Noorderweg 1, 8911 ES Leeuwarden Directeur: mevr. drs. A. v.d. Putten
YnSicht
Prinsessenweg 4, 8931 EG Leeuwarden Directeur: dhr. drs. F. Bangma
Missie Alle leerlingen tussen 12-18 jaar in Leeuwarden en omgeving passend en uitdagend onderwijs bieden, zodat zij geprikkeld worden maximaal rendement te halen uit hun talenten en opgeleid worden tot zelfstandige burgers die in de toekomst hun weg in de maatschappij goed weten te vinden. Pijlers OSG Piter Jelles: - heeft voor kinderen en ouders herkenbare scholen - heeft aandacht voor ieder kind - heeft een optimaal onderwijsaanbod en het voortgezet onderwijs - staat open voor vernieuwing - biedt ruimte voor persoonlijke ontwikkeling - biedt algemeen toegankelijk onderwijs met aandacht voor verschillen - heeft de kwaliteit op alle afdelingen ruim voldoende volgens de inspectienormen Kenmerken OSG Piter Jelles: - is een organisatie met relatief autonome scholen - heeft een duidelijk beeld over de grenzen aan de samenwerking - besteedt de middelen verantwoord - maakt optimaal gebruik van de personele kwaliteiten - heeft de gebouwen op orde Strategie De strategie van Piter Jelles richt zich op drie kernthema’s: Kwaliteit Samenwerking Innovatie Leerlingenaantal teldatum 1 oktober 2014: Het aantal bekostigde leerlingen op 1 oktober 2014 is 4114 (1 oktober 2013: 4088).
11
Onderverdeling: regulier lwoo praktijkonderwijs Vavo, teruggekeerde gezakten (TG)
3516 435 135 28 -----4114
De scholengemeenschap heeft één school voor praktijkonderwijs en het aantal permanente nevenvestigingen is drie (Dokkum, Kollum en St. Annaparochie). De leerlingen zijn als volgt over de scholen verdeeld: School/locatie
Adres
Plaats
De Brêge Dalton Dokkum De Dyk De Foorakker !mpulse L’warden !mpulse Kollum ISK Leeuwarder Lyceum Montessori College Sted. Gymnasium YnSicht Vavo
Egelantierstraat 88 Parklaan 1 Egelantierstraat 86 H. Sannesstraat 7 D. Kalmaleane 4 G. Bleekerstraat 3 Hempenserweg 33 Dr. J. Botkeweg 3 D. Kalmaleane 2 Noorderweg 1 Prinsessenweg 4
Leeuwarden Dokkum Leeuwarden St. Annapar. Leeuwarden Kollum Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden Leeuwarden
Totaal
Leerlingen 1-10-2013 146 *) 225 601 130 254 130 113 919 399 589 543 39
Leerlingen 1-10-2014 149 *) 243 569 131 255 130 167 947 318 599 567 39
4088
4114
*) = inclusief groep 8+ doeners, 14 (2013:11) leerlingen
schoolsoort Vwo,havo, mavo of vbo Vwo,havo of mavo Praktijkonderwijs Vbo techniek, zorg/welzijn, economie totaal
Leerjaar
Leerlingen excl. Lwoo
Leerlingen Lwoo
1 en 2
1434
233
0
3 t/m 6
1954 135
13
28
3 t/m 4
156 3679
189 435
0 28
12
waarvan VAVO TG
Treasury management Algemeen Treasury is het sturen en het beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. In een door Piter Jelles opgesteld treasurystatuut wordt het treasurybeleid uiteengezet en wordt een beschrijving gegeven van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van de treasuryfunctie. Het treasurystatuut heeft tot doel sturing te geven aan de treasuryfunctie en risico’s te beperken. Uitgangspunten Het treasurybeleid maakt onderdeel uit van het financiële beleid van osg Piter Jelles. Het treasurybeleid vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 december 2009, nr. FEZ/CC-2009/150185, houdende verplichtingen bij het beleggen en belenen van publieke en overige middelen, de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010”. Bij het aantrekken respectievelijk uitzetten van alle benodigde respectievelijk overtollige middelen wordt gehandeld overeenkomstig de in deze regeling gestelde verplichtingen. Doelstellingen De algemene doelstellingen van het treasurybeleid luiden: het zorgdragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid); het minimaliseren van de kosten van leningen (kostenminimalisatie); het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); het beheersen en bewaken van financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen van de instelling zijn verbonden (risicominimalisatie); osg Piter Jelles treedt niet als bankier op. Ratingeisen De ratingeisen voor beleggings- en beleningsvormen waarbij de hoofdsom bij opname intact is, zijn als volgt afhankelijk van de looptijd van die vormen: a. beleggings- en beleningsvormen voor een periode tot en met drie maanden mogen worden betrokken van financiële ondernemingen die aantonen dat ze voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren beschikken over minstens een A-rating, afgegeven door minstens twee ratingbureaus. b. beleggings- en beleningsvormen voor een periode van meer dan drie maanden mogen worden betrokken van financiële ondernemingen die aantonen dat ze voor henzelf of voor de door hen uitgegeven waardepapieren beschikken over minstens een AA-minusrating afgegeven door minstens twee ratingbureaus. Liquiditeit per 31 december 2014 Ultimo december 2014 bedroeg het saldo aan liquide middelen, inclusief deposito’s en spaarrekeningen, € 4.919.177 (2013: € 4.182.809).
Kasmiddelen Bankrekeningen Spaarrekeningen Kruisposten
31-12-2014: € 7.042 € 1.874.460 € 3.031.528 € 6.147
31-12-2013: € 8.245 € 1.136.012 € 3.013.419 € 25.133
De overtollige liquiditeiten zijn in 2014 deels op een spaarrekening bij de ING Bank geplaatst. Daarnaast is een bedrag van € 1.000.000 geplaatst op een spaarrekening bij de Rabobank, waarbij de spaarrekening van de Rabobank een opnamebeperking kent van 25% van het saldo.
13
De kruisposten hebben betrekking op geldstortingen onderweg vanuit de kas naar de bank en enkele te verrekenen posten. Kredietfaciliteit De met de ING eerder afgesproken kredietfaciliteit van € 1.361.340,65 op de rekening courant bij de ING is in 2014 beëindigd. Deze kredietfaciliteit dateert nog vanuit de guldenstijd, dus voor het jaar 2000. De ING had het voornemen, vanaf 1 april 2014, jaarlijks hierover een kredietprovisie in rekening te brengen van 0,15% (peildatum april 2014). Gelet op de beschikbare eigen liquiditeiten en rekening houdende met deze extra kosten heeft Piter Jelles afgezien van het behouden hiervan. De faciliteit is per 1 april 2014 verlaagd tot € 0,0. Financiële baten en lasten Het saldo aan financiële baten en lasten over 2014 betreft een bedrag van € 34.740 (2013: € 42.528). Dit betreft het saldo aan ontvangen renten en betaalde bankkosten gedurende het kalenderjaar. Betreft gemiddeld 0,75% rentepercentage over geheel gemiddelde aanwezige liquiditeiten in 2014.
14
2014 berekend
over de
Continuïteitsparagraaf (Meerjarenbegroting) Kengetallen 2015*
2016*
2017*
2018*
Personele bezetting in fte (ultimo): -
management / directie onderwijzend personeel overige medewerkers
7,0 286,9 102,1
7,0 286,9 102,1
leerlingenaantallen (1 oktober, excl. vavo) *
7,0 286,9 102,1
7,0 286,9 102,1
396,0
396,0
396,0
396,0
4.077
4.077
4.077
4.077
prognose (meerjarenbegroting)
Uitgangspunten: - Het leerlingenaantal stabiliseert. Het genoemde aantal leerlingen is exclusief de vavo-leerlingen. - De personele bezetting is onveranderd bij een stabilisatie van het leerlingenaantal. - De categorie management/directie betreft de bestuurder, de (school)directeuren en de bestuurssecretaris, samen het centraal managementteam (CMT). Het middenmanagement valt in de categorie overige medewerkers. Balans (ultimo) 2015*
2016*
2017*
2018*
(bedragen in euro) €
€
€
€
€
€
€
€
ACTIVA
1.2
Vaste activa materiele vaste activa
1.5 1.7
Vlottende activa vorderingen liquide middelen
5.755.702
1.032.770 6.027.216
Totaal activa
5.151.565
1.032.770 7.048.059
4.548.646
1.032.770 8.112.396
3.979.476
1.032.770 9.595.707
7.059.986
8.080.829
9.145.166
10.628.477
12.815.688
13.232.394
13.693.812
14.607.953
PASSIVA 2.1
Eigen vermogen algemene reserve bestemmingsreserve publiek bestemmingsreserve privaat
4.235.133 2.010.518 178.203
4.309.133 2.010.518 178.203
4.426.133 2.010.518 178.203
4.994.133 2.010.518 178.203
6.423.854
6.497.854
6.614.854
7.182.854
2.3
Voorzieningen
1.753.664
2.096.370
2.440.788
2.786.929
2.5
Kortlopende schulden
4.638.170
4.638.170
4.638.170
4.638.170
12.815.688
13.232.394
13.693.812
14.607.953
Totaal passiva
Uitgangspunten: - De financieringsstructuur blijft de komende jaren gelijk. Jaarlijks wordt een bedrag tussen de EUR 180.000 en EUR 250.000 geïnvesteerd in materiële vaste activa. De liquide middelen stijgen wegens ophoging van de gelden Prestatiebox VO tot 2018. - De publieke bestemmingsreserve stabiliseert jaarlijks. - De jaarlijkse onttrekkingen uit de voorzieningen betreft een bedrag van EUR 300.000 (gemiddeld op jaarbasis) De voorzieningen stijgen vanaf 2016 enigszins wegens een verwachte hogere dotatie dan onttrekking. - Er wordt geen rekening gehouden met activering van huisvestingskosten wegens aanpassing van gebouwen en nieuwbouwprojecten.
15
Staat / Raming van baten en lasten (ultimo) 2015*
2016*
2017*
2018*
(bedragen in euro) € 3
Baten
3.1
rijksbijdragen OCenW
3.2
overige overheidsbijdragen en - subsidies
3.5
4.1
personele lasten
4.2
afschrijvingen
4.3 4.4
€
€
34.409.000
69.000
69.000
69.000
69.000
605.000
605.000
605.000
605.000
33.156.000
33.549.000
34.364.000
€
35.083.000
26.886.000
27.423.000
28.185.000
28.461.000
908.000
849.000
833.000
799.000
huisvestingslasten
2.487.000
2.403.000
2.415.000
2.427.000
overige lasten
2.806.000
2.820.000
2.834.000
2.848.000
33.087.000
33.495.000
34.267.000
34.535.000
Saldo van baten en lasten
69.000
54.000
97.000
548.000
financiële baten en lasten
20.000
20.000
20.000
20.000
Netto resultaat
89.000
74.000
117.000
568.000
-
-
-
-
Incidentele baten en lasten in resultaat *
€
33.690.000
Totaal van de lasten
5
€
32.875.000
Totaal van de baten
Lasten
€
32.482.000
overige baten
4
€
prognose (meerjarenbegroting)
Uitgangspunten: - De rijksbijdrage OCW stijgt de komende jaren naar verwachting met 2% i.v.m. compensatie stijgende werkgeverslasten en inflatiecorrecties. De rijksbijdrage OCW stijgt eveneens wegens hogere verwachte gelden Prestatiebox VO tot in 2018. - De overige overheidsbijdragen blijven onveranderd. - De overige baten betreft voornamelijk detacheringsvergoedingen wegens uitleen van personeel. - De personele kosten stijgen als gevolg van ophoging van tredes. De personeelssamenstelling en opbouw blijft de komende jaren gelijk. Vanaf 2016 stijgen de personele kosten wegens de inzet van de verhoogde gelden Prestatiebox VO t.b.v. personele inzet. In de personele kosten zijn geen toekomstige cao-verplichtingen opgenomen. - Er is geen rekening gehouden met investeringen met afschrijvingslast wegens gebouwaanpassingen. - De huisvestingslasten zijn bijgesteld aan de verwachte prijswijzigingen. - De overige lasten zijn aangepast aan de verwachte prijsstijgingen verband houdend met o.a. de verwachte infaltie. - Het resultaat wordt gevoegd aan de algemene reserve. De toevoegingen aan de algemene reserve wordt beïnvloed door mutaties in de bestemmingsreserves. - Eén en ander leidt tot een gecorrigeerd resultaat bestemd voor vergelijkingsdoeleinden.
16
Overig B1
Interne risicobeheersings- en controlesysteem
Piter Jelles beheert met een eigen monitoringsysteem de ontwikkeling van de personele kosten gedurende de looptijd van een schooljaar. De personele kosten zijn ca. 80% van de totale kosten. Op basis van een leerlingenprognose ontvangen de scholen van Piter Jelles een eigen personele schoolbudget op basis van toekenning van fte´s management, onderwijsondersteunend personeel en onderwijzend personeel. Piter Jelles werkt daarbij met een eigen school-gpl. Deze school-gpl wordt jaarlijks berekend en vastgesteld voorafgaande aan de toekenning van het beschikbare aantal fte´s per categorie medewerkers, het personele schoolbudget. In het schooljaar worden de personele mutaties continu gemonitord. De budgethouders ontvangen maandelijks een overzicht van de stand van zaken, de toegekende fte´s ten opzichte van de opgenomen fte´s. De budgethouders hebben vanuit de financiële administratie inzicht in de stand van zaken van de toegekende materiële budgetten. De materiële schoolbudgetten worden verstrekt gedurende een kalenderjaar, in tegenstelling tot de personele budgetten die worden gegeven voor de duur van een schooljaar. Piter Jelles werkt daarnaast met een planning- en controlsysteen. (Beleids)Afspraken worden via een pdca-cyclus bewaakt. Jaarlijks wordt er een liquiditeitsbegroting opgesteld. De liquiditeitsbegroting wordt maandelijks geactualiseerd aan de werkelijke cijfers. De liquiditeitsbegroting laat het beeld zien van het verloop van de liquiditeiten gedurende het kalenderjaar en is de monitor van het verloop van de geldmiddelen (liquiditeit) gedurende het kalenderjaar. Personele bezetting De personele bezetting wordt per schooljaar, aanvangende op 1 augustus, afgestemd op het aantal daadwerkelijke aanwezige en op teldatum 1 oktober ingeschreven leerlingen. In april voorafgaande aan het begin van het schooljaar worden de personele schoolbudgetten vastgesteld aan de hand van de prognose van het aantal verwachte leerlingen in het nieuwe schooljaar. Eén keer per jaar, op teldatum 1 oktober, worden de beschikbare personele schoolbudgetten gecorrigeerd aan de hand van het aantal werkelijk ingeschreven leerlingen op schoolniveau. De personele schoolbudgetten worden tijdens het schooljaar continu gemonitord en gecommuniceerd met de budgethouders, de verantwoordelijke schooldirecteuren. Leerlingenontwikkeling Het leerlingenaantal stabiliseert zich rondom de 4000 leerlingen. De instroom in het eerste leerjaar is op peil, tussen de 800 en 850 leerlingen. De rijksvergoeding is zowel op personeel als op materieel gebied afgestemd op het aantal aanwezige leerlingen op teldatum 1 oktober. Piter Jelles geeft aandacht aan de huisvesting en de afstemming daarvan op het aantal aanwezige leerlingen. Door de toestand in de wereld groeit het aantal leerlingen Eerste Opvang Asielzoekers (EOA) explosief. Deze leerlingen zijn bij Piter Jelles ondergebracht in een Internationale Schakelklas (ISK). De huisvesting van deze leerlingen vindt intern, binnen de gebouwen van Piter Jelles, plaats. B2
Risico´s en onzekerheden
Investeringen Piter Jelles is, gezien de economische omstandigheid, terughoudend in het doen van investeringen. Dat betreft dan de eerste aanschaf van inventaris en de vervanging van afgeschreven inventaris. Daar waar mogelijk worden de geplande investeringen uitgesteld naar een later moment. Afgeschreven inventaris wordt geschouwd op de technische staat. Ingeval de technische schouwing aangeeft dat vervanging noodzakelijk is, zal dit gebeuren.
17
Gepland onderhoud aan gebouwen wordt uitgevoerd aan de hand van het meerjarig onderhoudsplan. Daarbij gaan we uit van de in het onderhoudsplan opgenomen prioriteiten. De gemiddelde jaarlijkse investeringen op grond van het lang cyclisch onderhoud bedragen jaarlijks tussen € 250.000 en € 300.000 inclusief Btw. Toekomstige bezuinigingen De overheid voert verdere aangekondigde bezuinigingen in het onderwijs uit. De aanvullende rijksvergoeding maatschappelijke stages is per 1 januari 2015 beëindigd. Andere, oude, afgesproken taakstellingen worden uitgevoerd. Op ministerieel niveau wordt er nog gesproken over een vereenvoudiging van het bekostigingsmodel. Ook dat heeft een bezuinigingsrisico in zich. De uitkomsten van toekomstige cao-onderhandelingen wachten we af. We gaan ervan uit dat mogelijke financiële consequenties op grond van cao-afspraken volledig worden gecompenseerd door het Rijk. Daarnaast is er vanuit het perspectief van bezuinigen aandacht voor het hanteren van een voldoende flexibele schil en wordt, vanuit dat perspectief, kritisch omgegaan met aanstellingen voor onbepaalde tijd. Piter Jelles heeft aandacht voor een juiste samenstelling van de personele formatie en monitort dit voortdurend. De nieuwe Wet Inkomen en Zekerheid wordt gevolgd. B3
Rapportage toezichthoudend orgaan
Onder verwijzing naar het onder A1 opgenomen jaarverslag 2014 van de Raad van Toezicht wordt in dit jaarverslag o.a. aandacht gegeven aan wijze waarop de Raad van Toezicht het College van Bestuur ondersteunt en adviseert inzake beleidsvraagstukken en financiële aangelegenheden.
18
19
A3
Jaarverslag osg Piter Jelles 2014
Inleiding Dit verslag geeft een zo volledig mogelijk beeld van de gang van zaken gedurende het verslagjaar 2014, van de behaalde resultaten en de inzet van middelen. Daar waar nodig kijken we terug naar het voorgaand jaar dan wel kijken we vooruit naar het volgende jaar. De “Algemene Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs” is de basis voor dit jaarverslag en de samenstelling van de jaarrekening 2014. Aan de jaarrekening is onder “overige gegevens” een goedkeurende controleverklaring, afgegeven door KPMG Accountants N.V., toegevoegd. In deze verklaring geeft de accountant over de jaarrekening een oordeel over de getrouwheid van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2014 en over het resultaat over het kalenderjaar 2014. Continuïteitsparagaaf (meerjarenbegroting) Op grond van de in december 2013 gewijzigde “richtlijnen regeling jaarverslaggeving onderwijs” is aan de jaarverslaggeving een continuïteitsparagraaf (meerjarenbegroing), toegevoegd. Hierin legt de school, rekening houdende met een aantal uitgangspunten, de financiële verwachtingen over de komende drie (verslag)jaren vast. Daarbij gaat het om zaken als financieringsstructuur, huisvestingsbeleid, mutaties in reserves, fondsen en voorzieningen. Maar ook de ontwikkelingen in de staat van baten en lasten worden opgenomen. Daarnaast beschrijft het bevoegd gezag voor de komende drie verslagjaren de verwachte ontwikkelingen in leerlingen, personele bezetting en huisvestingslasten. Er is aandacht voor de aanwezigheid en werking van de gebruikte systematiek rondom risicobeheersing en controle. Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen (WNT) Bij de definiëring van topfunctionarissen gaat het in de WNT om de groep van hoogst leidinggevenden binnen een organisatie, die leidinggeven aan de gehele organisatie. Dat betekent bij Piter Jelles dat de directeuren die samen het managementteam vormen of het dagelijks bestuur en daarin beslissingen nemen voor de gehele organisatie aangemerkt dienen te worden als topfunctionaris. Bij Piter Jelles betreft dat de leden van het centraal managementteam (cmt). Deze informatie is opgenomen in paragraaf A.1.9 van de jaarrekening. 1
Onderwijs en onderwijsprestaties
Opbrengsten: Jaarlijks stelt de Inspectie van het Onderwijs een opbrengstenkaart op van het voorafgaande schooljaar. Deze opbrengstenkaart geeft o.a. een samenvatting van de opbrengstgegevens van de scholen in het voortgezet onderwijs. Het hoofdbestanddeel wordt gevormd door gegevens over de in-, door- en uitstroom- gegevens en de examengegevens. De beslissing of een school/afdeling het arrangement ‘basis’ (voldoende) ‘zwak’ of ‘zeer zwak’ moet krijgen, baseert de inspectie op de beoordeling van de opbrengsten van de betreffende afdeling van de school, aangevuld met de beoordeling van de kernindicatoren voor het onderwijsproces (www.onderwijsinspectie.nl). De opbrengstenkaart geeft daarmee een beeld van enkele kwaliteitsaspecten van de school. Niet voor alle scholen zijn er opbrengstenkaarten beschikbaar. Dat betreft startende scholen en scholen waarvan de opbrengsten over drie aansluitende jaren niet beschikbaar zijn wegens onvoldoende cijfermatige gegevens in verband met aantallen en het ontbreken van de twee meest recente aansluitende jaren. De opbrengstenkaart geeft voor de direct belanghebbenden (stakeholders), zoals de ouders, de kinderen en de school zelf, veel belangrijke informatie over de kwaliteit van de school. 20
1.1
Opbrengstenoordelen 2015 (voorinzage)
De Inspectie van het Onderwijs geeft het oordeel over de opbrengsten van een schoolsoort binnen een school en is gebaseerd op de opbrengsten van de afgelopen drie jaren. De resultaten van de voorgaande 3 jaren, 2014, 2013 en 2012, zijn hiervoor de basis. Het oordeel is inhoudelijk gebaseerd op vier opbrengstindicatoren: rendement onderbouw, rendement bovenbouw, gemiddeld cijfer Centraal Examen (CE) en het verschil tussen het gemiddelde schoolexamencijfer(SE) met het gemiddeld CE. De opbrengstenkaarten worden door de Inspectie van het Onderwijs eind mei / begin juni 2015 gepubliceerd via de website www.onderwijsinspectie.nl. De scholen krijgen voorinzage en hebben een mogelijkheid te reageren vanaf halverwege de maand maart. Voor wat betreft de scholen van Piter Jelles zien de oordelen op basis van Voorlopige Opbrengsten van de verschillende Meerjarenopbrengsten 2015 (over 2014-2013-2012) er als volgt uit: Dalton Dokkum, vmbo theoretisch: heeft drie van de vier opbrengstenindicatoren voldoende. De indicator rendement bovenbouw is onvoldoende. Dit levert het eindoordeel voldoende op; De Brêge, praktijkonderwijs: wordt positief beoordeeld. Op deze school spelen examens en werkplek geen rol, maar is de doorstroom richting niveau 1 mbo belangrijk; De Dyk, vmbo theoretisch: heeft drie van de vier opbrengstenindicatoren voldoende. De indicator rendement bovenbouw is onvoldoende. Dit levert het eindoordeel voldoende op; De Foorakker, vmbo theoretisch: heeft alle vier opbrengstenindicatoren voldoende en dus ook eindoordeel voldoende; !mpulse Kollum, vmbo theoretisch: er zijn drie van de vier indicatoren beoordeeld (de indicator rendement bovenbouw is niet beoordeeld), deze drie zijn voldoende hetgeen eindoordeel voldoende oplevert. !mpulse Kollum afdeling havo: heeft drie van de vier opbrengstenindicatoren voldoende. De indicator rendement bovenbouw is onvoldoende. Dit levert het eindoordeel voldoende op; !mpulse Leeuwarden, vmbo theoretisch: heeft drie van de vier opbrengstenindicatoren onvoldoende. De indicator verschil SE/CE is voldoende. Dit levert het eindoordeel onvoldoende op. !mpulse Leeuwarden, afdeling havo: heeft twee van de vier opbrengstenindicatoren onvoldoende. De indicator gemiddeld cijfer CE en verschil SE/CE zijn voldoende. Dit levert het eindoordeel onvoldoende op. !mpulse Leeuwarden, afdeling vwo: er zijn drie van de vier indicatoren beoordeeld (de indicator rendement bovenbouw is niet beoordeeld), er zijn twee van de drie indicatoren voldoende. Dit levert het eindoordeel voldoende op. Er is een redelijke kans dat !mpulse Leeuwarden in de loop van 2015 voor alle opleidingen een voldoende zal scoren; ISK (EOA), de internationale schakelklas: wordt door de inspectie als voldoende aangemerkt. ISK is geen eindonderwijs en dus is het niet mogelijk een oordeel te geven over de realisatie van een aantal indicatoren met betrekking tot de resultaten. De kwaliteit is op orde, er is geen formeel toezichtarrangement. Er wordt voornamelijk gekeken naar de instroom in het reguliere onderwijs en het vervolg van de schoolloopbaan;
21
Het Leeuwarder Lyceum, afdeling havo: heeft alle vier opbrengstenindicatoren voldoende en dus ook het eindoordeel. Het Leeuwarder Lyceum, afdeling vwo: heeft drie van de vier opbrengstenindicatoren voldoende. De indicator rendement bovenbouw is onvoldoende. Dit levert het eindoordeel voldoende op. Hoewel het gemiddelde CE cijfer is gedaald van 6,4 naar 6,2 is op deze indicator toch nog een voldoende oordeel behaald; De Montessori High School, afdeling havo: heeft drie van de vier opbrengstenindicatoren voldoende. De indicator rendement bovenbouw is onvoldoende. Dit levert het eindoordeel voldoende op; Het Stedelijk Gymnasium, vwo: heeft drie van de vier opbrengstenindicatoren voldoende. De indicator rendement onderbouw is onvoldoende. Dit levert het eindoordeel voldoende op; YnSicht, afdelingen vmbo-basis (b) en vmbo-kader (k): beide afdelingen hebben op alle vier indicatoren een voldoende oordeel, zo ook beide eindoordelen.
Er zijn 9 scholen van Piter Jelles die Meerjarenbeoordelingen per afdeling krijgen. Het gaat hierbij om 14 afdelingen. Twee afdelingen( !mpulse Leeuwarden) hebben het eindoordeel (gemiddelde over drie jaren) onvoldoende gekregen, dat betekent dat van 86% van de afdelingen de onderwijskwaliteit op orde is. Als we daarbij De Brêge (praktijkonderwijs) en de ISK (eerste opvang asielzoekers) betrekken dan betekent dit dat 88% van de onderwijsafdelingen van de scholen van Piter Jelles de kwaliteit op orde heeft. Dat is opnieuw een verbetering van de onderwijskwaliteit ten opzichte van voorgaande jaren. De oorzaken van de onvoldoende beoordelingen bij !mpulse Leeuwarden zijn in kaart gebracht en er zijn adequate (passend bij het !mpulse-concept) verbetertrajecten ontwikkeld die aantoonbaar positief effect hebben gehad: een stijging op bijna alle indicatoren is gerealiseerd. Deze stijging is net niet hoog genoeg gebleken om ook een voldoende oordeel te krijgen op het driejaarsgemiddelde. Voor de duidelijkheid dient hier met nadruk gesteld te worden dat het hier gaat om de opbrengsten en niet over het onderwijsproces, daarover is de Inspectie van het Onderwijs positief. Als we kijken naar de afzonderlijk onvoldoende indicatoren dat kan worden gesteld dat met name op het rendement bovenbouw verbeteringen nodig zijn. Op alle scholen zijn de opbrengsten per afdeling geanalyseerd en er zijn diverse verbetertrajecten ingesteld om het bovenbouwrendement te verbeteren. Oorzaken van het onvoldoende rendement zijn vooral het toelatingsbeleid en doorstroommogelijkheden die in het verleden zijn toegepast, leerlingen het voordeel van de twijfel geven. Daarnaast zijn de exameneisen verscherpt en dus ook de bevorderingsnormen. Dat betekent dat de leerlingen die op een hoger niveau geplaatst zijn uiteindelijk stranden. Het duurt een aantal jaren voordat een betere determinatie, zoals de Plaatsingswijzer beoogt, zijn vruchten afwerpt. Op dit moment zijn de effecten waarneembaar in de onderbouw. Deze positieve invloed wordt ook merkbaar in de bovenbouw. We zien dat de rendementen stijgen.
22
1.2
examenresultaten schooljaar 2013/2014 (percentage geslaagden)
School
Vmbo basis
Vmbo kader
Vmbo theoretisch 87%, 13 ll. (91%, 22) 93%, 105 ll. (91%, 100) 88%, 15 ll (100%, 21) 87%, 13 ll. (38%, 8) 100%, 9 ll. (88%, 8)
Dalton Dokkum De Dyk De Foorakker !mpulse L’den !mpulse Kollum Leeuwarder Lyceum Montessori High School Stedelijk Gymnasium YnSicht
Havo
VWO
88%, 14 ll. (89%, 19) 90%, 9 ll. (47%, 17) 90%, 94 ll. (91%, 132) 92%, 73 ll, (83%, 93)
100%, 7 ll. (82%, 11)
87%, 67 ll. (92%, 109)
98%, 50 ll. (85%, 81) 98%, 63 ll. (98%, 58)
97%, 73 ll (92%, 79)
(…..)=2012/2013 1.3
Leerlingenaantal, gerangschikt naar leerjaar
De leerlingen in het schooljaar 2014/2015 zijn als volgt, per leerjaar (inclusief vavo), over de scholen verdeeld: School
1
2
3
4
Dalton Dokkum De Brêge/8+ De Dyk De Foorakker !mpulse Kollum !mpulse L’den ISK Leeuwarder Lyceum Montessori High School Stedelijk Gymnasium YnSicht Totaal
70
80
54
96 35 24 52
132 47 25 55
157
5
6
Vavo
Totaal
39
1
180 35 41 53
161 14 32 69
3 6 19
2 7
2
172
153
172
214
79
25
244 149 572 131 130 257 167 972
46
40
70
102
60
8
326
109
124
99
100
92
75
115 704
107 782
159 844
186 875
391
163
599
39**
567 4114
** = betreft 28 teruggekeerde gezakte leerlingen en 11 overige naar het Vavo geplaatste leerlingen. Noot: De leerlingen van De Brêge, praktijkonderwijs, en van de ISK, eerste opvang asielzoekers, zijn, gelet op de bijzondere organisatiestructuur van deze onderwijssoorten, niet geplaatst in leerjaren. Zij worden als totaal weergegeven.
23
2
(Onderwijs)Kwaliteit
Piter Jelles is aangesloten bij SchoolVensters. Via Vensters VO wordt alle cijfermatige informatie in één systeem verzameld; dit brengt in beeld hoe scholen presteren op 21 belangrijke indicatoren (examencijfers, onderwijstijd, tevredenheid, personeel, financiën etc.). Waar mogelijk worden resultaten vergeleken met het landelijke gemiddelde. Vensters helpt scholen zo inzicht te krijgen in hun eigen resultaten en hierover op goede wijze verantwoording af te leggen aan bijvoorbeeld leerlingen en ouders. SchoolVensters is bereikbaar via de website www.venstervo.nl De scholen van Piter Jelles zijn ook deelnemer aan scholenopdekaart.nl Via de website www.scholenopdekaart.nl is er informatie opvraagbaar over tal van aspecten die bij de schoolkeuze een rol spelen en met name voor groep 8 leerlingen en ouders van belang zijn. Het gaat om de indicatoren zoals het profiel van de school, examencijfers, de ervaren veiligheid op school en de doorstroom van leerlingen naar het vervolgonderwijs. In totaal kunnen de scholen op 13 verschillende onderdelen met elkaar worden vergeleken. Er is ook een Schoolkompas-app beschikbaar. Daarmee kunnen leerlingen snel en eenvoudig bepalen welke scholen het beste aansluiten bij hun wensen. Piter Jelles is aangesloten bij Kwaliteitscholen. In Kwaliteitscholen bevindt zich een veelvoud aan onderzoeken die voor een groot deel de kwaliteitszorg in beeld brengen. Met de onderzoeken worden veel aspecten, die de Inspectie van het Onderwijs onder andere ook hanteert, ingevuld. Kwaliteitscholen geeft ook de mogelijkheid van benchmarking: het vergelijken van de uitslagen met andere deelnemende scholen. Binnen de scholen van Piter Jelles zijn contactpersonen aangewezen die zorgen voor het actueel houden van Vensters VO en die zorgen voor het afnemen van de afgesproken (tevredenheids)onderzoeken onder leerlingen en ouders. De beleidsadviseur Kwaliteit zorgt voor de centrale ondersteuning, de coördinatie en voor de jaarlijkse planning. In het schooljaar 2014/2015 zijn in het vervolg op de voorgaande schooljaren wederom afspraken gemaakt over het afnemen van tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leerlingen. Daarnaast worden er ook medewerkers tevredenheidonderzoeken afgenomen. De verschillende scholen analyseren de resultaten hiervan. Deze analyse draagt bij aan de verbetering van de (onderwijs)kwaliteit. Tussen de scholen van Piter Jelles zijn er veel verschillen. Daardoor kan er op scholengemeenschapsniveau geen algemeen beeld worden gegeven van de uitkomsten van de verschillende onderzoeken. Piter Jelles maakt gebruik van het leerlinginformatiesysteem SOMtoDay. Binnen deze applicatie wordt gebruik gemaakt van het geïntegreerde leerlingvolgsysteem. Leerlingen en ouders krijgen daarbij toegang tot de informatie die voor hun relevant is. Via SOMtoday ELO (elektronische leeromgeving) hebben leerlingen onder andere toegang tot digitale leermiddelen van diverse educatieve uitgevers. Daarnaast koppelt SOMtoday met o.a. CumLaude, een toegangspoort tot managementinformatie. 3
Diverse (onderwijs)aspecten
Jaarlijks stellen de schooldirecteuren en locatieleiders hun eigen jaarplan op. Hierin staat onder andere beschreven de kernopdracht, het schoolprofiel, de onderwijsontwikkelingen, de gestelde doelen, de evaluatie van het voorgaande (school)jaar en de inrichting van de kwaliteitszorg. Daarnaast is er aandacht voor nieuw beleid, deelschoolplannen en de formatie. De directeur dan wel de locatieleider bespreekt jaarlijks het schooljaarplan met de eigen Raad. De schoolplannen hebben een looptijd van vier jaar en hebben verbinding met het strategisch beleidsplan van Piter Jelles.
24
Leerlinggebonden financiering (lgf) / passend onderwijs: Piter Jelles ontving tot 1 augustus 2014 vanuit het Rijk een aanvullende vergoeding voor leerlingen die geïndiceerd zijn en in aanmerking komen voor een leerlinggebonden financiering. De financiering van deze zorgleerlingen is per 1 augustus 2014 ondergebracht bij het Passend Onderwijs. Het passend onderwijs wordt uitgevoerd door een samenwerkingsverband, voor Piter Jelles het Samenwerkingsverband Fryslân Noard. Piter Jelles is aangesloten bij dit samenwerkingsverband en treedt hiervoor op als penvoerder. Vanaf het schooljaar 2014-2015 zorgt het samenwerkingsverband voor de financiering van de leerlinggebonden budgetten. Het eerste schooljaar vindt dit budgettair neutraal plaats. De leerlinggebonden financiering bij Piter Jelles betreft jaarlijks een bedrag van circa € 250.000. Piter Jelles is gelieerd aan het samenwerkingsverband Fryslân Noard. Leerplusarrangement: Het Leerplusarrangement VO biedt scholen met veel leerlingen uit door het Rijk aangewezen achterstandswijken de mogelijkheid extra geld te genereren voor begeleiding van deze leerlingen. De toewijzing vindt plaats aan de hand van de postcodelijst van zogenaamde armoedeprobleemcumulatiegebieden (apc). Toewijzing vindt plaats aan de hand van een aantal gehanteerde drempels. De drempels worden op vestigingsniveau toegepast. Dat wil zeggen per vestiging wordt bezien of voor de verschillende categorieën de drempel wordt gehaald. De scholen van Piter Jelles komen, gelet op de opgeworpen drempels, voor deze regeling niet in aanmerking. Vanuit het Leerplusarrangement VO ontvangt Piter Jelles extra financiering wegens Nieuwkomers VO en Eerste Opvang van Vreemdelingen. De nieuwkomers worden geteld aan het begin van het schooljaar, op teldatum 1 oktober. Dit zijn leerlingen met een buitenlandse nationaliteit die korter dan één jaar dan wel 1 tot 2 jaren in Nederland woonachtig zijn. Op 1 oktober 2014 waren dat 86 (2013: 69) respectievelijk 56 (2013: 30) leerlingen. De vergoeding voor deze leerlingen in 2014 bedroeg afgerond € 435.000, in 2015 ca. € 600.000. De aanvullende rijksvergoeding voor de eerste opvang van vreemdelingen in het VO moet afzonderlijk bij het Ministerie van OCenW worden aangevraagd. Daarvoor zijn twee teldata, 1 oktober en 1 april. Dit betrof op 1 oktober 2014 86 leerlingen (2013: 65). De aanvullende vergoeding voor deze leerlingen in 2014 was € 301.500 en betrof in totaal 134 leerlingen. Opleidingsschool School of Education: Vanaf 2001 werkt Piter Jelles samen met rsg De Borgen te Leek, het Dr. Nassaucollege te Assen en rsg Stad en Esch te Meppel en met de lerarenopleidingen van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en de Rijksuniversiteit Groningen in de School of Education. Hierin wordt, onder gezamenlijke verantwoordelijkheid, onderwijspersoneel (leraren in opleiding, beginnende docenten, ervaren- en zittende docenten, zij-instromers en onderwijsassistenten), in een doorgaande ontwikkelingslijn opgeleid volgens het concept van competentieontwikkeling. Deze lijn past binnen het integraal personeelsbeleid van de deelnemers. Op accreditatie van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie heeft Piter Jelles in de rol van penvoerder, ingaande het schooljaar 2009/2010 van het Ministerie van OCenW goedkeuring ontvangen om als officiële opleidingsschool studenten van de lerarenopleidingen te begeleiden. Een opleidingsschool is een partnerschap van één of meer opleidingen van leraren primair-, respectievelijk voortgezet onderwijs, met één of meer scholen voor po, vo en/of beroepsonderwijs. De accreditatietermijn heeft een looptijd tot maximaal 6 jaar. In 2015 wordt ingezet op een nieuwe accreditatieperiode, zodat het project van opleiden in de scholen kan worden voortgezet. De tegemoetkoming in de kosten van organisatie van de opleidingsscholen omvat voor het schooljaar 2014/2015 een bedrag van € 340.000. Op grond van een met de deelnemers afgesproken verdeling van gelden ontvangt Piter Jelles, inclusief de overhead voor coördinatie en penvoerderschap, hiervoor een bedrag van € 178.800.
25
Maatschappelijke Stage: Het idee achter de maatschappelijk stage was: “samenleven kun je leren”. Een maatschappelijke stage is vrijwilligerswerk en is bedoeld om jongeren te leren zich vrijwillig in te zetten voor de samenleving. Hierdoor leren ze de maatschappij op een andere manier kennen waardoor het een sterk vormende waarde voor de leerling zelf heeft (verantwoord burgerschap). Deze stage had een omvang van 30 uur voor alle schooltypen. Bij Piter Jelles bewaakte een aangewezen projectleider de uitvoering van de omschreven doelstellingen en de organisatie van de maatschappelijke stage. Het Meetingpoint van De Brêge fungeerde daarbij als stagebureau. Echter, het kabinet heeft besloten de verplichte maatschappelijke stages in het voortgezet onderwijs af te schaffen vanaf het schooljaar 2015-2016. Vanaf dan zijn de scholen niet meer verplicht dergelijke stages te organiseren en aan te bieden. De rijksvergoeding voor het laatste schooljaar werd beschouwd als een financiering voor een overgangsjaar. De scholen kunnen zelf beslissen hoe zij hier in de toekomst verder mee omgaan. De scholen van Piter Jelles hebben aangegeven de maatschappelijke stages te willen voortzetten. De wijze waarop dat vanaf het schooljaar 2015-2016 wordt georganiseerd is nog een onderwerp van gesprek. In 2014 ontvingen wij nog een aanvullende financiering van € 207.900, bestemd voor het schooljaar 2014-2015. Door de beëindiging van de financiering loopt Piter Jelles vanaf het schooljaar 2015-2016 ongeveer € 200.000 mis. Dit heeft overigens geen invloed op het onderwijs bij Piter Jelles. Voortijdig schoolverlaten (vsv): De Minister van OCW heeft het tegengaan van voortijdig schoolverlaten (vsv) als speerpunt van haar beleid verlengd. De inzet is om het aantal voortijdig schoolverlaters in 2016 te beperken tot maximaal 25.000. Dat waren in 2002 nog 71.000 leerlingen. Ondertussen is dit aantal in het schooljaar 2012-2013 teruggebracht naar 27.760 leerlingen. We zijn op de goede weg. De Minister gaat daarbij uit van zoveel mogelijk jongeren met een startkwalificatie voor het vervolgonderwijs. Bij Piter Jelles betreft het aantal voortijdig schoolverlaters nog ongeveer 30 leerlingen op jaarbasis. Dat was in 2012 nog 60. Vanuit het convenant voortijdig schoolverlaten komt Piter Jelles in aanmerking voor prestatiesubsidie vsv, jaarlijks een vast bedrag van € 35.000 en een variabel bedrag van € 10.000. De beleidsadviseur Zorg bewaakt bij Piter Jelles de uitvoering van het convenant schoolverlaters. Zorgplannen: Iedere school van Piter Jelles beschikt over een zorgplan. Dit zorgplan wordt in de scholen besproken en wordt jaarlijks omstreeks de zomervakantie digitaal gezonden naar de Inspectie van het Onderwijs. Prestatiebox VO: In 2012 is de Prestatiebox ingevoerd voor het primair (po), voortgezet onderwijs (vo) en het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). Scholen in het voortgezet onderwijs ontvangen jaarlijks een bedrag via de Prestatiebox. Dat betreft in 2014 een bedrag van € 146 per leerling, aangevuld met € 100 per leerling in de bovenbouw van het vwo bestemd voor de bevordering van excellent/hoogbegaafde leerlingen. De gelden zijn bedoeld voor professionalisering van leraren en schoolleiders, opbrengstgericht werken, beter presteren en ambitieuze leercultuur en bevordering van Bèta en techniek. De gelden zijn niet geoormerkt en worden beschouwd als een aanvulling op de lumpsumfinanciering, in 2014 een bedrag van € 649.216. Na vaststelling van het exploitatieresultaat zondert Piter Jelles de niet bestede gelden af via een publieke bestemmingsreserve. De bestemmingsreserves zijn een onderdeel van het eigen vermogen. In het in april 2014 afgesloten Sectorakkoord voor het voortgezet onderwijs zijn nadere afspraken gemaakt over prioriteiten, doelstellingen, maatregelen en investeringen in het onderwijs in de periode tot aan 2020. Daarin zijn de ambities verwoord in toekomstbestendig onderwijs en professionele scholen.
26
De middelen uit de prestatiebox kunnen hiervoor worden ingezet. Voor de periode 2015 tot en met 2017 wordt jaarlijks een bedrag beschikbaar gesteld. In 2015 worden de gelden prestatiebox verhoogd met 17% ten opzichte van 2014, in 2016 nog eens gevolgd door 18% oplopend tot in 2018 tot +97% ten opzichte van 2014. 4
Bedrijfsvoering
4.1 CAO VO Per 1 augustus 2014 is een nieuwe cao voor het voortgezet onderwijs afgesloten met een looptijd van één jaar. In de nieuwe cao zijn afspraken gemaakt over de modernisering van arbeidsvoorwaarden. Het trekkingsrecht is komen te vervallen en de BAPO is vervangen door het levensfasebewust personeelsbeleid (lbp). Daarnaast zijn de salarisschalen per 1 augustus 2014 verhoogd met 1,2%. Het is niet nog niet zeker of alle kostenverhogende aspecten van de nieuwe cao gecompenseerd worden. In het voorjaar van 2015 wordt, vanuit het voorjaarsoverleg met het Kabinet, duidelijk of de verhoging van de salarisschalen, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015, wordt gecompenseerd. Tot zolang betalen de scholen deze verhoging zelf. Van de scholen wordt in ieder geval verwacht dat zij de verhoging van de salarisschalen over de periode augustus tot en met december 2014 zelf bekostigen. Naar verwachting zal de invoering van het levensfasebewust personeelsbeleid budget neutraal uitvallen. Pensioenen en pensioenrechten: Een verdere verlaging van de pensioenen en pensioenrechten is in 2014 en ook bij aanvang van 2015 achterwege gebleven. De pensioenen worden, ook de komende jaren, niet gecompenseerd door een prijscompensatie. De ingangsdatum van het ouderdomspensioen is aangepast aan de ingangsdatum van de AOW en is per 1 januari 2015 65 jaar en 3 maanden. Daarnaast kan vanaf 2015 geen pensioen meer worden opgebouwd voor het deel van het pensioengevend salaris dat hoger is dan € 100.000. Bovendien worden de maximale opbouwpercentages van de pensioengrondslag verder verlaagd, naar 1,875%. Al met al is de lijn: langer werken, minder opbouw. De pensioenpremie is op 1 januari 2015 overigens hierdoor verlaagd van 21,6% naar 19,6%. Daarvan komt 2/3 deel voor rekening van de werkgever. 4.2 Bezuinigingen op de rijksvergoeding Het Kabinet handhaaft de eerder aangezegde bezuinigingsplannen. Dat betreft dan taakstellende budgetten en efficiencykortingen, die door eerder kabinetten al zijn afgesproken. Deze kortingen hebben hun weerslag op de hoogte van de landelijke gemiddelde personeelslast en heeft zijn weerslag op de beschikbare personele formatie. De beschikbare personele formatie blijft daardoor mede afhankelijk van de door het Rijk gegeven additionele geldmiddelen, zoals de gelden Prestatiebox VO en overige bijzondere additionele geldmiddelen, zoals die van december 2013. De gelden Prestatiebox VO zijn overigens, door de gemaakte afspraken in het Sectorakkoord VO, verlengd tot in 2018. Deze gelden zijn een onderdeel van de lumpsumfinanciering. 4.3 Convenant LeerKracht / Functiemix VO De afspraken over de verbetering van de positie van de docent zijn vastgelegd in het convenant Leerkracht en zijn verankerd in de cao VO. In het convenant Leerkracht zijn afspraken gemaakt over de toename van het aantal LC- en LD-leraarsfuncties door invoering van de zogenaamde Functiemix VO. Piter Jelles heeft in 2011 en in 2014 uitvoering gegeven aan de uitvoering van de Functiemix en heeft daarmee volledig voldaan aan de door het Ministerie van OCW gestelde voorwaarden. De afgesproken groeipercentages zijn gerealiseerd, namelijk minimaal een toename van 10% van de LC-functies en 11% toename van LD-functies ten opzichte van de uitgevoerde nulmeting in oktober 2008. Vanuit het convenant Leerkracht is tot 2014 eveneens een verkorting uitgevoerd van de salarisschalen van leraren LB, LC en LD. Vanaf 1 januari 2014 kennen deze salarisschalen nog 12 treden.
27
De scholen ontvangen ter bekostiging van het convenant Leerkracht van het Ministerie van OCenW vanaf 2013 extra geldmiddelen om de uitvoering ervan te kunnen betalen. Deze gelden maken geen onderdeel uit van de bezuinigingen van het kabinet. 4.4 Ziekteverzuim en vervangingskosten Piter Jelles is eigen risicodrager wat betreft de kosten wegens vervanging van ziek personeel. Piter Jelles beheert dit vervangingsbudget centraal. Leidinggevenden voeren met ondersteuning van de afdeling P&O een stringent verzuimbeleid uit bij ziekte en begeleiding van medewerkers. Het ziekteverzuim bij Piter Jelles is stijgende na een periode van daling en stabilisatie. Eind 2014 was het cumulatief ziekteverzuimpercentage bij Piter Jelles 5,4% (eind 2013 5,2%). In de begroting 2014 hielden we rekening met een bedrag aan vervangingskosten van € 575.000. De vervangingskosten over 2014 bedroegen uiteindelijk € 515.960. 4.5 Werkloosheidskosten De verantwoordelijkheid voor de werkloosheidskosten ligt deels bij de scholen en deels bij het collectief aan scholen in Nederland. Daarbij wordt rekening gehouden met de balans tussen enerzijds een aanvaardbaar financieel risico voor de scholen en anderzijds een voldoende financiële prikkel voor het voeren van een eigen beleid. 75% van de werkloosheidsuitkeringen wordt collectief gedragen en verevend. De overige 25%, het individuele deel, brengt het Ministerie van OCW ten laste aan de scholen. Door problemen bij DUO heeft het Ministerie het individuele deel van 2012 niet in 2013 kunnen verrekenen. In 2014 is dat deel samen met het jaar 2013 en de periode januari tot en met juni 2014 in één keer door het Ministerie met de scholen verrekend. In de begroting 2014 is ter dekking van de werkloosheidskosten, waaronder het collectieve aandeel, een bedrag opgenomen van € 475.000. Door de wijze van verrekenen door het Ministerie, een onverwachte niet begrote inhaalslag van 2,5 jaar, zijn de totale werkloosheidskosten over 2014 uitgekomen op een bedrag van € 668.121. 4.6 Gratis lesmateriaal Vanaf het schooljaar 2009-2010 is al het lesmateriaal voor de leerlingen, zoals de schoolboeken, gratis. De materiële lumpsumfinanciering van de scholen is per ingeschreven leerling in 2014 verlaagd van € 329,15 naar € 298,56. Het lesmateriaal blijft gratis en wordt op jaarbasis door het Rijk aan de scholen vergoed via een vast bedrag per leerling. In 2014 betrof dit een aanvullende rijksvergoeding van € 1.218.125 (4080 * € 298,56). De besteding hiervan is een eigen beleid van de scholen. Piter Jelles werkt met een extern boekenfonds, dat via een Europese aanbesteding in 2013, met voor Piter Jelles een ingangsdatum van 1 augustus 2014, is gegund aan de gunstigste aanbieder qua prijs/kwaliteit verhouding. Het saldo tussen de uitgaven en ontvangsten wordt na resultaatbepaling gevoegd aan de hiervoor gevormde bestemmingsreserve. De bestemmingsreserves zijn een onderdeel van het eigen vermogen. 4.7
Huisvesting
Onderhoudsvoorziening: Vanuit de voorziening onderhoud zijn conform de meerjaren onderhoudsplannen diverse werkzaamheden uitgevoerd. In 2014 een totaalbedrag van € 369.953 (2013: € 287.468). De onderhoudsstatus van de gebouwen is conform de richtlijnen en de wettelijke kaders. De verwarmingsinstallatie in het gebouw van het Leeuwarder Lyceum is in 2013 gerenoveerd voor een bedrag van € 183.000, in 2014 in een 2 e fase voor € 131.722. Daarnaast is een deel van de vloerbedekking vervangen, € 62.230. In het gebouw van Montessori High School en !mpulse Leeuwarden zijn ook werkzaamheden uitgevoerd aan de verwarmingsinstallatie en zijn dakbedekkingswerkzaamheden uitgevoerd, totaal € 11.150.
28
In het gebouw van het Stedelijk Gymnasium zijn brandwerende voorzieningen aangebracht in de kantine en de zolder boven de kantine, een bedrag van € 44.660. In het gebouw van YnSicht zijn eveneens noodzakelijk brandwerende voorzieningen aangebracht, € 14.585. Bij De Dyk zijn diverse werkzaamheden, waaronder aan de luchtbehandelingskast, uitgevoerd voor totaal een bedrag van €21.010. De dotatie in de onderhoudsvoorziening in 2014 betrof een bedrag van € 325.653 (2013: € 360.000). De stand van de voorziening onderhoud op 31 december 2014 is € 1.024.270 (2013: € 1.068.570). Het lang cyclisch onderhoud wordt uitgevoerd aan de hand van de meerjaren onderhoudsplannen die met ondersteuning van een extern gespecialiseerd bureau zijn opgesteld. Overig: De Dyk maakt vanaf het schooljaar 2013-2014 gebruik van twee theorieruimten in het sportcomplex Kalverdijkje. Met de eigenaar, BV Sport, zijn voor de duur van 5 jaar, ingaande 1 augustus 2013, afspraken gemaakt over de huur en het gebruik van de ruimten. Deze afspraken zijn schriftelijk vastgelegd. Dalton Dokkum maakt voor de onderbouwleerlingen basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, vanaf het schooljaar 2013-2014, gebruik van een vleugel van het vmbo-gebouw van het Dockinga College aan de Rondweg te Dokkum. Hierover zijn goede afspraken gemaakt, die schriftelijk zijn vastgelegd. De nieuwbouw van de Campus Middelsee te St. Annaparochie, waar ook plaats is ingeruimd voor De Foorakker, wordt naar verwachting opgeleverd in de maand mei 2015. Na de zomervakantie 2015 zullen de leerlingen samen met de leerlingen van de csg Ulbe van Houten en het LeerWerkPlein Campus Middelsee van dit gebouw gebruik gaan maken. De eigen bijdrage in de nieuwbouw door Piter Jelles is € 200.000. Betreft een investering waarop we gedurende ca. 15 jaar gaan afschrijven. De activering en afschrijving vindt niet eerder plaats dan bij ingebruikname van het gebouw in 2015. De resterende investeringsverplichting is opgenomen onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. In Kollum worden samen met het primair onderwijs, kinderopvang en het Lauwers College voorbereidingen getroffen voor de nieuwbouw van huisvesting voor o.a. het voortgezet onderwijs, waaronder !mpulse Kollum. Naar verwachting start de bouw in 2016 en kunnen de scholen vanaf het schooljaar 2017-2018 hiervan gebruik gaan maken. Het betreft een zogenaamde multifunctionele accommodatie (mfa) Het aantal vluchtelingen in Nederland stijgt en het leerlingenaantal bij de ISK, de eerste opvang van asielzoekers, stijgt daardoor ook. Naar verwachting loopt het aantal leerlingen binnenkort op naar ca. 200. In het huidige gebouw is voor deze grote groep leerlingen geen voldoende huisvesting meer. Daarom is gezocht naar andere mogelijkheden. Deze is voorlopig gevonden door een groep leerlingen na de voorjaarsvakantie van 2015 te huisvesten in het gebouw van Montessori High School aan de Douwe Kalmaleane te Leeuwarden. Dat betreft een tijdelijke opvang van vier groepen van elk ongeveer 12 leerlingen. De gemeente Leeuwarden heeft in haar begroting 2014 een bedrag van € 700.000 gereserveerd voor Piter Jelles ter uitvoering van een uitgebreide bouwkundige renovatie aan de buitenzijde van het schoolgebouw van het Leeuwarder Lyceum. Dit vanuit de gedachte dat het gebouw nog voor tussen de 10 en 15 jaar beschikbaar blijft voor het onderwijs. In 2014 en 2015 wordt deze renovatie uitgevoerd. De gemeente heeft Piter Jelles een voorschot verstrekt van € 600.000, welk bedrag in 2014 is besteed.
29
4.8
Specifieke investeringen
4.8.1 Digitale (reken)toetslokalen In 2013/2014 is de centrale rekentoets ingevoerd als verplicht onderdeel van het eindexamen. Deze centrale rekentoets gaat echter pas in het schooljaar 2015-2016 deel uitmaken van de slaag- en zakregeling. De scholen krijgen de tijd om de leerlingen voor te bereiden op de nieuwe exameneisen voor taal en rekenen. Piter Jelles heeft hierop geanticipeerd door eind 2012 in enkele schoolgebouwen digitale toetslokalen in te richten. De verspreiding van deze lokalen is zodanig dat vanaf 2014 alle in aanmerking komende leerlingen hiervan gebruik kunnen maken. 4.8.2 iPads voor leerlingen en medewerkers Op een aantal scholen van Piter Jelles maken leerlingen gebruik van een tablet, de iPad4. Piter Jelles heeft een eigen iPadplan ontwikkeld, waar leerlingen en hun ouders gebruik van kunnen maken. Piter Jelles garandeert daarbij het continue gebruik van de iPad. Om dat mogelijk te maken is een eigen iServicepakket ontwikkeld. Piter Jelles heeft hiervoor, samen met een leverancier, een webshop opengesteld. De ouders hebben via deze webshop de mogelijkheid van betaling ineens dan wel in termijnen, maximaal 24 maanden. De afbetaling organiseert Piter Jelles in eigen beheer. Voor de medewerkers is eveneens een eigen iPadplan ontwikkeld. Het ontwikkelde iPadplan voor medewerkers is identiek aan het bekende fietsplan en heeft dezelfde fiscale voordelen. Voor het zakelijk gebruik van een iPad door medewerkers, 90% of meer zakelijk gebruik, is een gebruikersovereenkomst met reglement opgesteld. 4.8.3 Telefonieplatform De telefooncentrale van Piter Jelles is in 2014 vervangen door een centrale die werkt met VOIP technologie, voice over ip. Dit houdt in dat alle telefonisch verkeer van de vaste toestellen via internet gaat. 4.9 Bestuurlijke kosten / WNT Het College van Bestuur bestaat uit één voorzitter. De in 2014 betaalde loonkosten (op werkgeversniveau) van de voorzitter van het College van Bestuur zijn € 161.285 (2013: € 163.540). In de jaarrekening 2014 wordt, over 2013 en 2014, een overzicht gegeven van de Topfunctionarissen die onder de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector vallen (WNT). In 2014 is geen overzicht opgenomen voor functionarissen die boven de bezoldigingsnorm betaald worden. Het inkomen van de bestuurder, toezichthouders en topfunctionarissen komen niet boven het vastgestelde normbedrag in 2014 voor de sector, een maximum van Є 184.448 (2015: € 178.000). 4.10 Functiebouwwerk Op 31 december 2014 waren 526 (2013: 506) medewerkers in een werktijdfactor van circa 397 fte (2013: 378 fte) in loondienst van Piter Jelles. Dit betreft de regulier in dienst zijnde medewerkers samen met de medewerkers in loondienst op detacheringsbasis en vervanging wegens ziekte. Van de medewerkers die op 31 december 2014 in loondienst waren, zijn er 237 (2013: 237) man en 289 (2013: 269) vrouw.
30
De verdeling over de salarisschalen is als volgt: medewerkers: 31-12-14 31-12-13
fte: 31-12-14 31-12-13
management en oop: schaal 01 t/m 14
155
149
112,8
108,4
leraren: LB LC LD
227 52 91
262 52 42
161,3 44,1 77,6
185,5 45,0 38,3
1
1
1,0
1,0
CvB, nominaal ingeschaald
Noot: Er heeft in 2014 een verschuiving plaatsgevonden van LB naar LC en naar LD in het kader van de uitvoering van de Functiemix VO. De aangegeven verdeling is een verdeling in functies en geeft daardoor niet een juiste weergave van de behaalde doelstellingen volgens de Functiemix VO. Het realiseren van extra werkgelegenheid en het aan het werk houden van vooral jonge leraren door de inzet van de extra additionele geldmiddelen van december 2013, in te zetten vanaf 2014, wordt o.a. aangetoond door de groei van de personeelsformatie ultimo 2014 ten opzichte van ultimo 2013. Daarnaast zijn in 2014 via Piter Jelles meer medewerkers gedetacheerd aan het Passend Onderwijs, het Samenwerkingsverband Fryslân Noard. 4.11 Inzet bijzondere en aanvullende bekostigingen 2013 in 2014 Het voortgezet onderwijs heeft in december 2013 een bijzondere aanvullende rijksvergoeding ontvangen. Voor Piter Jelles was dat € 911.851. Deze aanvullende vergoeding wordt vanaf het schooljaar 2014-2015 door Piter Jelles ingezet. Eén en ander wordt zichtbaar gemaakt in de analyse van het netto resultaat 2014, paragraaf 5.1, en in de mutaties in het eigen vermogen na resultaatbestemming, paragraaf 2.1 van de toelichting behorende tot de balans. In december 2013 heeft de staatssecretaris additionele middelen beschikbaar gesteld om vooral jonge leraren aan het werk te houden. Met deze regeling werd in 2013 (te besteden in 2014) incidenteel een bedrag beschikbaar gesteld van € 69,35 per leerling naar teldatum 1 oktober 2012. Voor Piter Jelles toen € 282.775. Deze aanvullende vergoeding wordt vanaf het schooljaar 2014-2015 door Piter Jelles ingezet. Eén en ander wordt zichtbaar gemaakt in de analyse van het netto resultaat 2014, paragraaf 5.1, en in de mutaties in het eigen vermogen na resultaatbestemming, paragraaf 2.1 van de toelichting behorende tot de balans.
31
5
Resultaat 2014
Het positieve netto exploitatieresultaat over 2014 bedraagt € 116.852 (2013: € 1.475.739 positief). De begroting 2014 is gebaseerd op een positief exploitatieresultaat van € 201.000. De balansgegevens per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 worden in de jaarrekening 2014 nader toegelicht. Managementverklaring resultaat 2014
5.1
Analyse van het netto resultaat 2014
EUR x 1.000 Netto resultaat Prestatiebox VO
2014
Begroting
€
€
117
€
201
1.476
-
191-
131
-
34
Voorziening LBP
74
-
-
Reservering LBP
61
-
-
-
-
108
-
118
Gratis Lesmateriaal
Reservering soc. lasten VU Reservering bindingstoelage
11-
2013
30-
Bekostiging jonge leerkrachten, dec. 2013
117
-
283-
Bijzondere bekostiging lumpsum, dec. 2013
220
-
912-
88-
-
-
Voortijdige schoolverlaters
239-
-
-
gecorrigeerd resultaat voor
352
201
350
Samenwerkingsverband Nw. Friesland
vergelijkingsdoeleinden De tabel, zoals hierboven weergegeven, betreft een uitwerking van de analyse op het resultaat 2014 met vergelijkende cijfers over 2013. Incidentele baten en lasten (die in het resultaat zijn opgenomen) zijn specifiek toegelicht om de vergelijkbaarheid tussen de jaren te vergroten en meer inzicht te geven in de kwaliteit van het resultaat, dat over 2014 voldoende is.
32
Prestatiebox VO: Scholen ontvangen jaarlijks een bedrag via de Prestatiebox VO. In 2014 is dit in het voortgezet onderwijs voor elke leerling € 146. Voor de bevordering van excellentie komt daar nog € 100 bij per leerling in de bovenbouw vwo. In 2014 betreft dat voor Piter Jelles een bedrag van € 649.216. Dit bedrag wordt beschouwd als een additionele aanvulling op de lumpsumfinanciering en dient daardoor te worden opgenomen in de exploitatierekening. Door de scholen van Piter Jelles is vanuit de Prestatiebox VO in 2014 een bedrag van € 638.184 besteed. Het saldo van € 11.032 is als een incidentele baat opgenomen in het resultaat van 2014. In het overzicht eigen vermogen is dit saldo afgezonderd als een mutatie op de bestemmingsreserve, de bestemmingsreserve Prestatiebox VO. Gratis lesmateriaal: Het lesmateriaal is voor de leerlingen gratis. Scholen ontvangen hiervoor een aanvullende rijksvergoeding. Dit wordt gezien als een additionele aanvulling op de lumpsumfinanciering. Het betreft voor 2014 een bedrag van € 298,56 per leerling, totaal in 2014 € 1.218.125. Per saldo is in 2014 vanuit deze aanvullende rijksvergoeding € 1.349.833 besteed. Het teveel bestede saldo van € 131.708 is via de exploitatierekening in mindering gebracht op de hiervoor in 2011 gecreëerde bestemmingsreserve lesmateriaal. Voorziening LBP: Volgens de cao VO 2014-2015 kunnen medewerkers vanaf 1 augustus 2014 op grond van de regeling Levensfase Bewust Personeelsbeleid (LBP) vier jaar lang uren sparen en daarna opnemen. Voor de ultimo 2014 gespaarde uren is op balansdatum 31 december 2014 een voorziening opgenomen, € 74.168. Reserveringen: In 2013 is de reservering vakantiegeld opgehoogd met 15% voor de sociale lasten over het opgebouwde vakantiegeld en ultimo 2014 aangepast naar de werkelijke reservering. De extra reservering bedraagt € 4.452. Daarnaast is de reservering voor de bindingstoelage verlaagd naar het opgebouwde recht. Hiermee valt een bedrag vrij van € 30.570. Tevens is er een reservering LBP gevormd. Deze reservering is gevormd in het kader van het Levensfase Bewust Personeelsbeleid (LBP) conform de inhoud van de cao VO 20142015 en bedraagt ultimo 2014 € 61.693. Dit is het saldo van de door het onderwijzend personeel op te nemen verlofuren in schooljaar 2015-2016 en de nog uit te betalen kinderopvang en pensioeninleg conform deze cao. Bijzondere en aanvullende bekostiging 2013 jonge leerkrachten: In december 2013 is op grond van voornoemde regeling incidenteel een bedrag beschikbaar gesteld van € 69,35 per leerling naar teldatum 1 oktober 2012. Voor Piter Jelles € 282.775. In het schooljaar 2014-2015 wordt deze aanvullende bekostiging ingezet. Voor de periode augustus tot en met december 2014 5/12 deel, € 117.028. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de hiervoor gevormde bestemmingsreserve, reserve jonge leerkrachten (pagina 54 – overzicht eigen vermogen). Bijzondere en aanvullende bekostiging 2013: In december 2013 is een bijzondere en aanvullende bekostiging toegekend van € 223,63 per leerling naar het leerlingenaantal op 1 oktober 2012. Voor Piter Jelles € 911.851. In 2014 is uit deze middelen een bedrag besteed van € 219.909. Dit bedrag wordt in mindering gebracht op de hiervoor gevormde bestemmingsreserve, reserve aanvullende bekostiging (pagina 54 – overzicht eigen vermogen). Noot: De inzet vanaf 2014 van de bijzondere aanvullende bekostigingen december 2013 heeft een negatieve invloed op het exploitatieresultaat van de scholen, omdat deze gelden in 2013, op grond van de richtlijnen van het Rijk, zijn beschouwd als een aanvullende bekostiging op de personele lumpsumvergoeding. Besteding van deze gelden vindt vanaf 2014 verplicht plaats via de exploitatierekening.
33
Samenwerkingsverband NW Friesland: In 2014 is het samenwerkingsverband NW Friesland, Cenzore, opgeheven. De resterende gelden zijn uitgekeerd aan de participanten. Het aandeel van Piter Jelles hierin is € 88.751. Voortijdige schoolverlaters: Vanaf 2010 tot en met 2014 zijn voorschotten en bijdragen, verstrekt door het Rijk en bedoeld voor het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters geplaatst op de balans als een vooruitontvangen vordering. Het merendeel van deze gelden is in 2014 vrijgevallen ten gunste van het resultaat, € 239.000. Er resteert ultimo 2014 nog een voorschot van € 38.000. 6
Financiële kengetallen 2014 (met vergelijking 2013)
Kengetallen
2014
2013
solvabiliteit (excl. voorzieningen)
50,54%
50,60%
Kapitalisatiefactor
29,61%
27,75%
weerstandsvermogen
18,79%
18,06%
0,35%
4,35%
116.852
1.475.739
Rentabiliteit netto resultaat in euro
Voor de nadere toelichting op de financiële kengetallen 2014 zie de toelichting bij “Financiën op balansdatum”. 6.1
Resultaten en ratio’s
Solvabiliteit De solvabiliteit is stabiel en voldoende. De door de Inspectie van het Onderwijs gehanteerde signaleringsgrens voor solvabiliteit is op 1 januari 2013 verhoogd van 20% naar 30%. Daarnaast onderzoekt de Inspectie besturen die meer dan 70% van hun totale vermogen gefinancierd hebben met vreemd vermogen. Vermogenspositie De vermogenspositie van Piter Jelles is ten opzichte van 2013 licht verbeterd en is op een acceptabel niveau. Piter Jelles streeft naar een weerstandsvermogen van tussen de 15% en 20%. Dat niveau is bereikt en stabiliseert. Het hoopt daarmee toekomstige tegenvallers op te vangen. 6.2
Liquiditeit
Liquiditeit
2014
2013
1,19
1,12
Door het Minsterie van OCenW wordt een instelling met een liquiditeit van 1,0 (current ratio) of hoger beoordeeld als “financieel gezond”. De current ratio van Piter Jelles bedraagt ultimo december 2014 1,19 (2013: 1,12).
34
Dit betekent dat de liquiditeit bij Piter Jelles is verbeterd ten opzichte van voorgaand jaar en dat Piter Jelles “financieel gezond” is. Het met eigen geldmiddelen aangekochte pand aan de Elzenstraat te Leeuwarden in 2004 voor een bedrag van 2,25 miljoen euro heeft toen geleid tot een aanzienlijke daling van de liquiditeitspositie van Piter Jelles. Het kengetal current ratio was de afgelopen jaren daarvan een afspiegeling. Het strakke financiële beleid van Piter Jelles heeft ervoor gezorgd dat de current ratio op een aanvaardbaar niveau is. 7
Verdere bezuinigingen
Op grond van eerder ingezette bezuinigingen wordt er de komende jaren bespaard op het onderwijs. Het onderwijs moet efficiënter volgens het kabinet. De vergoeding voor maatschappelijke stages wordt per 1 januari 2015 afgeschaft en er wordt via eerder afgesproken taakstellingen en efficiencymaatregelen bezuinigd op de personele lumpsum, de landelijke gemiddelde personeelslast (gpl). De financiële uitkomsten van een nieuwe cao VO moet worden afgewacht. Piter Jelles heeft aandacht voor het hanteren van een voldoende flexibele schil en gaat kritisch om met aanstellingen voor onbepaalde tijd. Piter Jelles heeft constant aandacht voor een juiste samenstelling van de personele formatie en monitort deze voortdurend. 8
Financiële instrumenten
Algemeen Stichting osg Piter Jelles maakt in de normale bedrijfsvoering gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s. In de jaarrekening van osg Piter Jelles zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: debiteuren en crediteuren (financiële activa en financiële overige vorderingen en overige financiële verplichtingen). De stichting handelt niet in en beschikt niet over financiële derivaten. Kredietrisico De stichting loopt kredietrisico over vorderingen opgenomen onder debiteuren en overige vorderingen. Het maximale kredietrisico dat de onderneming loopt bedraagt de boekwaarde van deze financiële instrumenten. De blootstelling aan kredietrisico van de stichting wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke debiteuren. De vorderingen uit hoofde van debiteuren betreft voornamelijk ouderbijdragen in het kader van bijdragen in activiteiten en overige leveringen van (leer)middelen en betreft voor een deel vorderingen op grond van verrekening van lonen en salarissen van aan derden uitgeleend personeel. Daarnaast is sprake van vorderingen op grond van medegebruik van (sport)lokalen. De overige vorderingen bestaan uit renten op de spaarrekeningen en vooruitbetaalde licentiekosten en abonnementen. Het kredietrisico van deze partijen is zeer gering. Renterisico’s en kasstroomrisico Er is geen sprake van langlopende financieringen met variabel rentende leningen. De overige kortlopende vorderingen en schulden zijn niet rentedragend of het renteeffect is van verwaarloosbare betekenis. De schoolorganisatie loopt hierdoor een beperkt renterisico over de vorderingen en schulden.
35
Liquiditeitsrisico De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het College van Bestuur ziet erop toe dat voor de stichting steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. 9
Toelichting op het eigen vermogen
eigen vermogen per 1 januari 2014 resultaat 2014
€ 6.133.854 € 116.852 --------------------
eigen vermogen per 31 december 2014
€
6.250.706
€
1.552.904
Totaal bestemmingsreserve – privaat 31 december 2014
€
152.667
Bestemmingsfonds – publiek
€
0
Bestemmingsfonds – privaat
€
0
Algemene reserve
€
Bestemmingsreserve – publiek 1. reserve lesmateriaal 2. reserve Prestatiebox VO 3. reserve aanvullende bekostiging 4. reserve jonge leerkrachten
€ 68.325 € 626.891 € 691.942 € 165.746 -----------
Totaal bestemmingsreserve – publiek 31 december 2014 Bestemmingsreserve – privaat 1. Schoolfondsen 2. Excursiefondsen 3. Internationaliseringsfondsen 4. Noodfonds
€ 83.778 € 31.026 € 16.217 € 21.646 ------------
36
4.545.134
Financiën op balansdatum Kengetallen zijn verhoudingscijfers die bedrijfseconomische grootheden in hun onderlinge relatie en ontwikkelingen hiervan op eenvoudige wijze zichtbaar maken. Deze kengetallen worden onderscheiden in enerzijds kengetallen voor het meten van de financiële positie en anderzijds de beleidsmatige kengetallen. Kengetallen: Onderstaand geven we een overzicht van de belangrijkste kengetallen voor het meten van de financiële positie van Piter Jelles. Deze kengetallen dienen als graadmeter voor de bepaling van de financiële positie op balansdatum. Zij geven een indicatie over het financiële weerstandsvermogen en de continuïteit op korte (liquiditeit) en langere termijn (solvabiliteit). Financiële positie Piter Jelles op balansdatum 31 december 2014 De financiële positie van Piter Jelles is ten opzichte van 2013 verbeterd. Dit wordt veroorzaakt door de toevoeging aan het vermogen van het behaalde exploitatieresultaat over 2014 rekening houdende met de mutaties in de publieke en private bestemmingsreserves. Piter Jelles kan voldoen aan haar langlopende verplichtingen (solvabiliteit) en is in staat te voldoen aan haar verplichtingen op korte termijn (liquiditeit). De financiële positie van Piter Jelles is als goed aan te merken. Kengetallen voor het meten van de financiële positie Solvabiliteit I (eigen vermogen / totaal vermogen) Dit betreft de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de scholengemeenschap kan voldoen aan haar langlopende verplichtingen. 2014 2013 signaleringsgrens 50,5%
50,6%
=< 30% (ondergrens)
De solvabiliteit I bij Piter Jelles is voldoende. Solvabiliteit II (eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen) Dit betreft de verhouding tussen het eigen vermogen plus voorzieningen en het totaal vermogen. De solvabiliteit geeft aan in hoeverre de scholengemeenschap kan voldoen aan haar langlopende verplichtingen. 2014 2013 benchmark VO 61,4%
61,7%
2013: 59%
De solvabiliteit II bij Piter Jelles is voldoende. Liquiditeit (current ratio) Betreft de verhouding tussen de vlottende activa (inclusief deposito’s) en de kortlopende schulden. De liquiditeitsratio geeft aan in hoeverre de scholengemeenschap aan haar verplichtingen op korte termijn (circa 1 jaar) kan voldoen. 2014
2013
signaleringswaarde
1,19%
1,12%
=< 0,75 (ondergrens) benchmark VO 2013: 1,45%
37
In de kortlopende schulden zijn ook de bedragen opgenomen met een langere looptijd dan één jaar. Dat betreft dan bijv. de investeringssubsidies, € 477.913, het saldo van vooruit ontvangen aanvullende rijksvergoedingen, op 31 december 2014 een bedrag van € 374.755, en het saldo wegens verbonden partijen, op 31 december 2014 € 115.396. De investeringssubsidies betreffen aanschaffingen die in het verleden zijn gedaan vanuit aanvullende rijksvergoedingen met doelbestemming waarop een afschrijvingslast rust. De liquiditeit geeft aan dat de schoolorganisatie voldoet aan de norm, de signaleringsgrens. Piter Jelles voldoet aan deze norm en is in staat te voldoen aan de (betalings) verplichtingen op korte termijn. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor wordt berekend door het balanstotaal te verminderen met het bedrag aan gebouwen en terreinen en dit bedrag vervolgens te delen door de totale baten. 2014 2013 signaleringsgrens 29,6%
27,8%
35% (bovengrens)
Besturen waarvan de kapitalisatiefactor boven de signaleringsgrens uitkomt, beschikken mogelijk over middelen die nog kunnen worden ingezet voor het onderwijs. Dat is bij Piter Jelles niet aan de orde. De kapitalisatiefactor is géén kengetal waarmee de relatieve rijkdom van een bestuur wordt gemeten. De kapitalisatiefactor geeft de doelmatigheid aan van de besteding van het aanwezige kapitaal. Aan de kapitalisatiefactor is geen ondergrens gekoppeld. Piter Jelles gaat doelmatig om met haar middelen. Weerstandsvermogen Onder weerstandsvermogen verstaan we het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van alle baten inclusief de financiële en exclusief de buitengewone baten. 2014
2013
signaleringsgrens
18,8%
18,1%
10% (ondergrens)
Als vuistregel geldt, dat wanneer het weerstandsvermogen kleiner is dan 10%, er mogelijk te weinig reserves zijn, wat kan duiden op een risicovolle situatie. Wanneer het weerstandsvermogen zich bevindt tussen de 10% en de 40% is er sprake van voldoende reserves. Er is dan geen risico. Wanneer het weerstandsvermogen boven de 40% is, is de kans groot dat de financiële reserves te hoog zijn. Piter Jelles streeft naar een weerstandsvermogen van tussen de 15% en 20%. Dat percentage is nu 2 jaar achtereen gerealiseerd. Piter Jelles is daarmee in staat mogelijke toekomstige onverwachte tegenvallers op te vangen. Beleidsmatige kengetallen 2014 rentabiliteit personele lasten / totale baten rijksbijdragen / totale baten
2013
0,35% 80,30% 95,11%
38
4,35% 76,87% 95,70%
signaleringsgrens/ sector 0,0%(grens) 2013: 76% (sector) 2013: 92% (sector)
Rentabiliteit betreft het resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door de totale baten uit gewone bedrijfsvoering vermenigvuldigd met 100%. Idealiter zijn de kosten en opbrengsten op langere termijn met elkaar in evenwicht en is de rentabiliteit gemiddeld ongeveer 0%. Het percentage van 80,30% bij de verhouding tussen de personele lasten en de totale baten. In het onderwijs gaan veel middelen naar het personeel. Dit kengetal laat zien welk deel van de totale inkomsten hiervan zijn besteed aan personeel. Het percentage van 95,11% geeft de verhouding weer tussen de rijksbijdrage en de totale baten. Dit kengetal laat zien in welke mate Piter Jelles afhankelijk is van de bijdrage van de rijksoverheid, dan wel het andere inkomstenbronnen heeft.
39
A.1
Jaarrekening
A.1.1
Balans per 31 december 2014 (na resultaatbestemming)
2014
2013
(bedragen in euro) ACTIVA
1.2
Vaste activa materiele vaste activa
1.5 1.7
Vlottende activa vorderingen liquide middelen
6.692.648
756.443 4.919.176
Totaal activa
6.899.110
1.032.770 4.182.809
5.675.619
5.215.579
12.368.267
12.114.689
PASSIVA
2.1
Eigen vermogen
6.250.707
6.133.854
2.3
Voorzieningen
1.348.814
1.342.665
2.5
Kortlopende schulden
4.768.746
4.638.170
12.368.267
12.114.689
Totaal passiva
40
A.1.2
Staat van baten en lasten over 2014 rekening 2014
begroting 2014
rekening 2013
(bedragen in euro)
3
Baten
3.1
rijksbijdragen OCW
3.2
overige overheidsbijdragen en - subsidies
3.5
overige baten
31.602.405
31.355.000
32.455.726
103.632
62.000
68.114
1.521.653
545.000
1.139.626
Totaal van de baten
4
Lasten
4.1
personele lasten
4.2
afschrijvingen
4.3 4.4
31.962.000
33.663.466
26.681.101
25.813.000
25.819.600
886.940
837.000
852.875
huisvestingslasten
2.296.765
2.451.000
2.321.022
overige lasten
3.280.772
2.685.000
3.236.758
Totaal van de lasten
5
33.227.690
33.145.578
31.786.000
32.230.255
Saldo van baten en lasten
82.112
176.000
1.433.211
financiële baten en lasten
34.740
25.000
42.528
116.852
201.000
1.475.739
Netto resultaat
41
A.1.3
Kasstroomoverzicht over 2014
2014
2013
(bedragen in euro) Kasstroom uit operationele activiteiten saldo baten en lasten
82.112
aanpassingen voor: afschrijvingen mutaties voorzieningen
889.176 6.150
1.433.211
855.019 31.606895.326
veranderingen in vlottende middelen: vorderingen kortlopende schulden (exclusief banksaldi)
295.536 130.576
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Financiële baten lasten ontvangen rente bankkosten en betaalde rente
823.413
447.954 232.385426.113
215.569
1.403.550
2.472.193
21.373 5.842-
50.723 8.19515.531
Kasstroom uit investeringsactiviteiten investeringen materiële vaste activa desinvesteringen materiële vaste activa
682.713-
totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
655.30715.025 682.713-
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
42.528
640.282-
-
-
Mutatie liquide middelen
736.367
1.874.440
beginstand liquide middelen mutatie liquide middelen
4.182.809 736.367
2.308.369 1.874.440
4.919.176
4.182.809
Eindstand liquide middelen
42
Toelichting behorende tot de jaarrekening 2014 De stichting osg Piter Jelles, statutair gevestigd te Leeuwarden, heeft als voornaamste activiteit het verzorgen van openbaar voortgezet onderwijs overeenkomstig artikel 42 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, alsmede het oprichten, en in stand houden en participeren in rechtspersonen die dit doel mede gestalte kunnen (doen) geven. De
scholengemeenschap verzorgt voortgezet onderwijs in de onderwijssoorten: praktijkonderwijs vmbo-b, vmbo-k vmbo-t (mavo) havo atheneum (vwo) gymnasium (vwo)
Daarnaast wordt onderwijs verzorgd aan leerlingen Eerste Opvang Asielzoekers, EOA, via een Internationale Schakel Klas, ISK. Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode gelijk aan het betreffende kalenderjaar. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. Voor de uitvoering van de Wet Normering Bezoldiging Topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregel toepassing WNT en deze als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Continuïteit De jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatsbepaling De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s (€). Alle financiële informatie wordt gegeven in euro’s en zijn afgerond op hele euro’s. Algemeen Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
43
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. De waarderingsgrondslagen inzake de voorzieningen zijn naar de mening van het bestuur het meest kritisch voor het getrouw weergeven van de financiële positie van de stichting als gevolg van belangrijke schattingen en veronderstellingen. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten op grond van RJ290 onder andere investeringen in aandelen en obligaties, handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening van osg Piter Jelles zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: debiteuren en crediteuren (financiële activa en financiële verplichtingen), geldmiddelen, overige vorderingen en overige financiële verplichtingen. Stichting OSG Piter Jelles maakt geen gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Tevens is geen sprake van in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten, welke separaat van het basiscontract verwerkt dienen te worden. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten, voor zover van toepassing, in de eerste opname worden meegenomen. Indien de financiële instrumenten bij de vervolgwaardering worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, worden direct toerekenbare transactiekosten direct verwerkt in de staat van baten en lasten. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Debiteuren Debiteuren worden na eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waarde wijzigingen in de staat van baten en lasten.
44
Overige vorderingen Overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingslasten. Crediteuren, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Crediteuren, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. Bijzondere waardeverminderingen financiële activa Een financieel actief dat niet wordt gewaardeerd tegen (1) reële waarde met waarde wijzigingen in de staat van baten en lasten of (2) geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde, wordt op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een bijzondere waardevermindering heeft ondergaan. Een financieel actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt. Objectieve aanwijzingen dat financiële activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen en achterstallige betaling door een debiteur, herstructurering van een aan de debiteur toekomend bedrag onder voorwaarden die de stichting anders niet zou hebben overwogen of aanwijzingen dat een debiteur failliet zal gaan. Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van vorderingen die door de onderneming worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden zowel op het niveau van specifieke activa als op collectief niveau in aanmerking genomen. Van alle individueel significante vorderingen wordt beoordeeld of deze specifiek onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering. Alle individueel significante vorderingen waarvan is vastgesteld dat deze niet specifiek onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering worden vervolgens collectief beoordeeld op een eventuele waardevermindering die zich al heeft voorgedaan maar nog niet is vastgesteld. Van individueel niet significante vorderingen wordt collectief beoordeeld of deze onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering door samenvoeging van vorderingen met vergelijkbare risicokenmerken. Bij de beoordeling van de collectieve waardevermindering gebruikt de stichting historische trends met betrekking tot de waarschijnlijkheid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen, het tijdsbestek waarbinnen incassering plaatsvindt en de hoogte van gemaakte lasten. De uitkomsten worden bijgesteld als het bestuur van oordeel is dat de huidige economische en kredietomstandigheden zodanig zijn dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke lasten hoger dan wel lager zullen zijn dan historische trends suggereren. Een bijzondere waardeverminderingslast met betrekking tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd financieel actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief. Lasten worden opgenomen in de staat van baten en lasten.
45
Als in een latere periode het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van de bijzondere waardeverminderingslast wordt het bedrag uit hoofde van het herstel (tot maximaal de oorspronkelijke kostprijs) opgenomen in de staat van baten en lasten. Materiële vaste activa De schoolgebouwen en -terreinen zijn het economisch eigendom van de betrokken gemeenten en worden daardoor niet gewaardeerd in de balans. Het in 2004 met eigen middelen aangekochte kantoorpand aan de Elzenstraat 5 te Leeuwarden is gewaardeerd tegen de kostprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardevermeerderingen en opgenomen onder de vaste activa. Het pand wordt afgeschreven in een periode van 40 jaar. Ook zijn de kosten wegens gebouwaanpassingen van enkele schoolgebouwen geactiveerd. Deze aanpassingen worden in een tijdsbestek van 15 tot 20 jaar afgeschreven. Waardering van de overige materiële activa vindt plaats tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de bijzondere waardeverminderingen en de lineair berekende cumulatieve afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. Artikelen met een aanschaffingswaarde van =<€ 450 per eenheid, met uitzondering van leerlingensets, worden niet afgeschreven. Deze aanschafkosten komen direct ten laste van de exploitatie. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: gebouwen en terreinen: kantoorgebouw Elzenstraat 2,50% verbouwingen en aanpassingen gebouw 5,00%- 6,67% inventaris en apparatuur: machines en installaties 5,00% computers 33,30%- 16,67% randapparatuur 16,67% schoolmeubilair 6,67% kantoormeubilair 10,00% - 6,67% audio visuele apparatuur 12,50%
40 jaar 20 tot 15 jaar 20 jaar 3 tot 6 jaar 6 jaar 15 jaar 10 tot 15 jaar 8 jaar
De afschrijvingen op de materiële vaste activa worden berekend als een percentage over de aanschaf volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. In het jaar van aanschaf wordt niet afgeschreven. De eerste afschrijving vindt plaats vanaf de eerste dag in het jaar volgend op het jaar van aanschaf. Piter Jelles bewaakt in eigen beheer de juistheid van opname van de aanwezige inventaris. Mutaties worden verwerkt in de eigen registratiesystemen. Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Ter zake van verwachte kosten van periodiek groot onderhoud aan gebouwen wordt een voorziening gevormd. Zie hiervoor de grondslag onder het hoofd Voorzieningen. Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort.
46
Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroom genererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzondere waardeverminderingslast verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoorde bijzondere waardeverminderingslast is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroom genererende eenheid geschat. Terugneming van een eerder verantwoorde bijzondere waardeverminderingslast vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van de laatste bijzondere waardeverminderings-last. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroom genererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzondere waardeverminderingslast voor het actief (of kasstroom genererende eenheid) zou zijn verantwoord. Vorderingen De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder het hoofd Financiële instrumenten. Op basis van artikel 5 van de (gewijzigde) regeling “onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs” (kenmerk: WJZ-2005/54063802 en kenmerk VO/F-2006/1769) is het toegestaan een vordering op te nemen op het Ministerie OCW. Hiervan is geen gebruik gemaakt. De vordering is als een niet in de balans opgenomen actief opgenomen in de jaarrekening. De opgenomen voorraden zijn gering van omvang en zijn derhalve opgenomen onder de vorderingen. Zij worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en betreft de aanwezige representatieve artikelen en computerapparatuur. Eigen vermogen Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als eigenvermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het eigen vermogen. Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves, de bestemmingsreserves en de bestemmingsfondsen gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserves die ter vrije beschikking staan van het bevoegd gezag. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de organisatie is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Indien de beperktere bestedingsmogelijkheid door derden is aangebracht, dan wordt dit deel aangemerkt als bestemmingsfonds. Er is binnen het eigen vermogen een onderscheid gemaakt naar publieke en private middelen. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen. Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
47
Voorziening groot onderhoud Voor verwachte kosten inzake periodiek onderhoud van gebouwen wordt een voorziening gevormd. De onderhoudsvoorziening is afgeleid van het meerjaren onderhoudsplan en is grotendeels langlopend. De onderhoudsvoorziening is bedoeld om de jaarlijks variërende kosten van het groot onderhoud te egaliseren. Het standpunt van Piter Jelles is dat de lasten voor het meerjaren onderhoud gemiddeld per jaar niet meer mogen bedragen dan het budget voor de materiële instandhouding. De voorziening ultimo 2014 wordt door het bestuur toereikend geacht om de meerjarige onderhoudslasten voor de komende vijf jaren te bekostigen. De kosten van groot onderhoud worden verwerkt ten laste van de voorziening voor zover deze is gevormd voor de beoogde kosten. De belangrijkste veronderstellingen hebben betrekking op prioritering van risico’s. De veiligheid en gezondheid van gebruikers van de gebouwen heeft de hoogste prioriteit gevolgd door voorkomen van lekkages en een goed binnenklimaat. Daarnaast is een prioritering opgesteld voor alle gebouwen van OSG Piter Jelles. Jubileum- en spaarverlofvoorziening De jubileum- en de spaarverlofvoorzieningen betreffen voorzieningen voor toekomstige jubileumuitkeringen en de verwachte toekomstige opname van spaarverlof door medewerkers van de stichting. De voorziening is bepaald op basis van de nominale waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumbedragen en de in de toekomst toe te kennen verlofsaldi. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Voorziening Levensfasebewust Personeelsbeleid (LBP) De voorziening LBP betreft een voorziening voor toekomstige kosten voor opname van gespaarde uren van de medewerkers van de stichting. Medewerkers kunnen vanuit de cao VO 2014-2015 gedurende vier jaren maximaal vijftig uur per jaar sparen om in een later stadium op te nemen. De voorziening is berekend aan de hand van de loonschalen van de medewerkers vermenigvuldigd met de geldende school-gpl (gemiddelde personeelslast op schoolniveau) voor die schaal. Crediteuren, kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen De waardering van kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten. Kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na de eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Overlopende passiva betreffen vooruit ontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen ter zake van lasten die aan de verstreken periode zijn toegekend. Van de bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding. Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Bij de bepaling van het resultaat wordt, met inachtneming van de waarderingsgrondslagen zoals opgenomen in RJ 660 (Onderwijsinstellingen), het baten- en lastenstelsel gehanteerd. De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Lasten en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
48
Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van de lumpsum bekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft, volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en -subsidies uit hoofde van specifieke doelbekostigingen, waaronder tweede en derde geldstromen, worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten zodra zij zijn ontvangen of zodra er redelijke zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat de stichting zal voldoen aan de daaraan verbonden voorwaarden. Bijdragen ter compensatie van door de stichting gemaakte lasten worden systematisch als baten in de staat van baten en lasten opgenomen in dezelfde periode als die waarin de lasten worden verantwoord, indien deze bijdragen betrekking hebben op het specifieke doel. Overige baten De post ‘Overige baten’ omvat onder andere de baten uit hoofde van de verhuur van accommodaties, ontvangsten uit hoofde van ouderbijdragen en de baten ingevolge de detachering van medewerkers. Baten worden genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Vooruit ontvangen baten worden als overlopende passiva in de balans opgenomen. Personeelsbeloningen / pensioenen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten over de verslagperiode voor zover ze verschuldigd zijn aan de medewerkers van de stichting. Voor zover de verschuldigde betalingen op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Pensioenregelingen De stichting OSG Piter Jelles is aangesloten bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Het ABP is het bedrijfstakpensioenfonds voor overheidswerkgevers, waaronder onderwijsinstellingen. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden ingeschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de stichting de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de stichting zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.
49
Leasing De stichting heeft operationele leasecontracten afgesloten. Een leaseovereenkomst waarbij de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom van het leaseobject geheel of nagenoeg geheel door de lessee worden gedragen, wordt aangemerkt als een financiële lease. Alle andere leaseovereenkomsten classificeren we als operationele leases. Bij de leaseclassificatie is de economische realiteit van de transactie bepalend en niet zozeer de juridische vorm. Waar de stichting optreedt als lessee in een operationele lease, wordt het leaseobject niet geactiveerd. Leasebetalingen inzake de operationele lease worden lineair over de leaseperiode ten laste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Bepaling reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn. De reële waarde van niet-beursgenoteerde financiële instrumenten wordt bepaald door de verwachte kasstromen contant te maken tegen een disconteringsvoet die gelijk is aan de geldende risicovrije marktrente voor de resterende looptijd van het financiële instrument, vermeerderd met krediet- en liquiditeitsopslagen.
50
A.1.4
1.2
Toelichting behorende tot de balans (bedragen in euro)
Materiele vaste activa
1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.2.2 Inventaris en apparatuur
3.379.297
10.064.418
38.850
1.138.650
50.000
14.671.215
cumulatieve afschrijvingen
726.046
6.310.320
16.360
719.380
-
7.772.105
boekwaarde 01-01-2014
2.653.251
3.754.099
22.490
419.270
50.000
6.899.110
investeringen 2014
12.404
541.894
-
28.415
100.000
682.713
desinvesteringen 2014
41.650
419.285
-
-
-
460.935
afschrijvingen desinvesteringen 2014
16.662
419.285
-
-
-
435.947
109.728
676.813
5.370
72.277
-
864.188
3.350.051
10.187.028
38.850
1.167.065
150.000
14.892.994
cumulatieve afschrijvingen
819.112
6.567.848
21.730
791.657
-
8.200.346
boekwaarde 31-12-2014
2.530.940
3.619.180
17.120
375.408
150.000
6.692.648
aanschafprijs
afschrijvingen 2014
aanschafprijs
1.2.3 Overige 1.2.4 materiële vaste Infrastructuur activa en
1.2.5 Activa in ontwikkeling
Totaal
De WOZ-waarde van het gebouw Elzenstraat 5 te Leeuwarden was op peildatum 1 januari 2014 EUR 1.408.000. Het economisch en juridisch eigendom ligt bij de Stichting osg Piter Jelles De afschrijvingen zijn gebaseerd op de in onderwijs gebruikelijke afschrijvingstermijnen en uitgaande van continuïteit van de organisatie. Stichting osg Piter Jelles is een investeringsverplichting aangegaan ter grootte van EUR 200.000 inzake de nieuwbouw van de Campus Middelsee te Sint Annaparochie. In 2013 en 2014 bedroeg de werkelijke bijdrage EUR 150.000. De bijdrage staat vermeldt onder 1.2.5 Activa in ontwikkeling. Na ingebruikname van het gebouw vangt de afschrijvingstermijn aan. In 2014 heeft er een desinvestering plaats gevonden voor een bedrag van EUR 419.285. Betreft niet meer aanwezige inventaris en computerapparatuur. Daarnaast is een bedrag van EUR 41.650 afgeboekt op de kastenwanden in het gebouw aan de Egelantierstraat 86. Dit vanwege de herinrichting van de ruimten. Dit leidt tot een boekverlies van EUR 25.000 en dit bedrag is gecorrigeerd op de afschrijvingslasten.
51
A.1.4
1.5
Toelichting behorende tot de balans
Vorderingen 2014
2013
(bedragen in euro) 1.5.1
Debiteuren
1.5.2
Ministerie van OCW te ontvangen niet geoormerkte subsidie overheid te ontvangen niet geoormerkte subsidie ministerie OCW
285.786
605 -
356.909
96.770 605
1.5.7
Overige vorderingen te ontvangen renten belasting en sociale premies Nog te ontvangen LGF-bijdrage overig
37.160 95.333 12.329
96.770
17.951 96.757 1.898
144.822 1.5.8
Overlopende activa vooruitbetaalde kosten vooruitbetaalde leerlingcomputers personeelsregelingen basisacademie schades vandalisme en inbraak vooruitbetaalde kosten gevelrenovatie Leeuwarder Lyceum overig
147.141 44.287 36.804 5.947 18.188 35.784 37.080
totaal
116.606
180.893 91.811 35.843 19.688 54.790 23.595 55.865
325.231
462.484
756.444
1.032.770
De vorderingen hebben een looptijd korter dan 1 jaar met uitzondering van de debiteuren. Leerlingen kunnen sparen voor schoolreizen met een maximale termijn van 6 jaar. Gezien de geringe omvang van de voorraden (EUR 2.255 ) zijn deze opgenomen bij de overige vorderingen. Door OSG Piter Jelles is geen voorziening debiteuren aangelegd. De vorderingen worden naar verwachting nagenoeg geheel geïnd. De post overige vorderingen is hoger dan in 2013 vanwege de verschuiving van de LGF gelden 1.5.2. Ministerie van OCW naar overige vorderingen en bedraagt EUR 95.333,33. De LGF-gelden worden vanaf het schooljaar 2014-2015 betaald door de stichting SWV Fryslân Noard.
In de overlopende activa is een bedrag opgenomen voor vooruitbetaalde kosten wegens de gevelrenovatie van het gebouw van het Leeuwarder Lyceum. De uitgaven voor de gevelrenovatie staan als vordering op de balans en worden gedeclareerd bij de gemeente Leeuwarden.
52
A.1.4
1.7
Toelichting behorende tot de balans
Liquide middelen 2014
2013
(bedragen in euro) 1.7.1 1.7.2 1.7.3 1.7.4
kasmiddelen bankrekeningen spaarrekeningen kruisposten
7.042 1.874.460 3.031.528 6.147
8.245 1.136.012 3.013.419 25.133
4.919.176
4.182.809
De liquide middelen staan, uitgezonderd de spaarrekening bij de Rabobank, vrij ter beschikking van de Stichting OSG Piter Jelles. De liquide middelen zijn ultimo 2014 hoger ten opzichte van 2013 wegens o.a. een uitgestelde crediteurenbetaling in de maand december 2014, welke betaling is verschoven naar januari 2015, betreft een bedrag van ruim 3 ton euro. Daarnaast beheert OSG Piter Jelles als penvoerder van het Samenwerkingsverband Fryslân Noard specifieke gelden die beschikbaar zijn gesteld voor uitvoering van de impementatue van het Passend Onderwijs. De spaarrekening bij de Rabobank heeft een opnamebeperking van 25% van het hoogste tegoed op 31 december van de vier voorafgaande kalenderjaren. De spaarrekening staat vrij ter beschikking. Bij een opname van meer dan 25% worden opnamekosten van 1,5% over het meer dan contractueel toegestane bedrag in rekening gebracht. Het toegestane krediet op de rekening courant van maximaal EUR 1.361.341 is per 1 april 2014 door OSG Piter Jelles beëindigd.
53
A.1.4
Toelichting behorende tot de balans
2
Passiva
2.1
Eigen Vermogen Stand per 1 januari 2014
Resultaat 2014
Stand per 31 december 2014
(bedragen in euro)
2.1.1 2.1.5
2.1.5
totaal
Algemene reserve algemene reserve
3.945.133
600.002
4.545.134
Bestemmingsreserve (publiek) reserve lesmateriaal reserve prestatiebox reserve aanvullende bekostiging reserve jonge leerkrachten
200.033 615.859 911.851 282.775
131.70811.032 219.909117.028-
68.325 626.891 691.942 165.746
Bestemmingsreserve (privaat) reserve schoolfondsen reserve excursies reserve internationalisering reserve noodfonds Piter Jelles
86.778 33.932 16.217 41.276
3.0002.90619.630-
83.778 31.026 16.217 21.646
6.133.854
116.852
6.250.706
De algemene reserve is bedoeld voor de afdekking van mogelijke overwachte toekomstige financiële risico's. De private en publieke bestemmingsreserves zijn gevormd om overschotten en tekorten op de exploitatieresultaten van de benoemde reserves te spreiden over meerdere jaren. Scholen ontvangen op basis van een schooljaar bijdragen en er worden uitgaven op basis van schooljaar geboekt. Aangezien de jaarrekening per kalenderjaar afgesloten wordt, loopt de afrekening van deze posten niet synchroom met het jaareinde. Vandaar de vorming van de bestemmingsreserves. De publieke bestemmingsreserve voor gratis lesmateriaal is afgenomen omdat de uitgaven in 2014 hoger waren dan de ontvangsten. De reserve voor de prestatiebox is gestegen omdat de uitgaven in 2014 lager zijn dan de ontvangsten. De gelden vanuit de Prestatiebox VO worden gecontinueerd in ieder geval tot in 2018. De uitgaven uit het Noodfonds in 2014 waren ruim EUR 19.000. Het Noodfonds is bedoeld voor het bijdragen in de kosten van minder financieel draagkrachtige leerlingen bij gevraagde activiteiten, zoals schoolreizen. In 2013 zijn twee publieke bestemmingsreserves gevormd wegens aanvullende bijzondere rijksbekostigingen en voor jonge leerkrachten die in december 2013 zijn ontvangen. Deze gelden worden vanaf schooljaar 2014-2015 ingezet binnen de doelstellingen van de bekostigingen.
54
A.1.4 2.3
Toelichting behorende tot de balans Voorzieningen Stand per 1-jan-2014
2.3.1
Onderhoudsvoorziening onderhoudsvoorziening
totaal
Dotaties
Vrijval
Overige mutaties
Stand per 31-dec-2014
1.068.570
325.653
369.953
-
-
1.024.270
1.068.570
325.653
369.953
-
-
1.024.270
< 1 jaar 250.000
1 - 5 jaar 774.270
> 5 jaar -
-
totaal 1.024.270
66.195 207.900 -
28.463 74.168
26.813 -
25.370 -
-
40.825 209.550 74.168
274.095
102.631
26.813
25.370
-
324.544
< 1 jaar 8.165 41.910 -
1 - 5 jaar 32.660 167.640 74.168
> 5 jaar -
-
totaal 40.825 209.550 74.168
50.075
274.469
-
-
324.544
onderverdeling saldo 31-12-14: onderhoudsvoorziening
2.3.3.1 Overige voorzieningen spaarverlof jubilea voorziening voorziening LBP
Onttrekkingen
onderverdeling saldo 31-12-14: spaarverlof jubilea voorziening voorziening LBP
Onderhoudsvoorziening De onderhoudsvoorziening is grotendeels langlopend. De onderhoudsvoorziening wordt bepaald door middel van priroitering op basis van het meerjaren onderhoudpslan. Van de onderhoudsvoorziening is langlopend EUR 774.720. In 2014 is het laatste deel van de verwarmingsinstallatie in het schoolgebouw van het Leeuwarder Lyceum gerenoveerd ten laste van de onderhoudsvoorziening, een bedrag van EUR 183.000. De onderhoudsvoorziening is naar de mening van het College van Bestuur toereikend om de kosten van groot onderhoud voor de periode tot en met vijf jaar na balansdatum te dekken. Voor de kosten van groot onderhoud die gepland zijn voor de periode van vijf jaar na balansdatum is ultimo 2014 geen voorziening gevormd. Jaarlijks actualiseert de bestuurder het meerjarenonderhoudsplan, waarbij wordt vastgesteld welke onderhoudswerkzaamheden werkelijk uitgevoerd zullen worden. Op basis van deze kortetermijnplanning wordt tevens gedoteerd aan de voorziening voor groot onderhoud om deze op een toereikend peil te brengen. Voorziening spaarverlof Deze voorziening is gevormd om te zijner tijd aan de verplichtingen inzake vervanging van personeel dat spaarverlof opneemt te kunnen voldoen. In 2014 is een vrijval geboekt vanwege onttrekkingen in de jaren voor 2014. Jublieumvoorziening De jubileumvoorziening is langlopend en aard en wijze van bepaling staan al toegelicht onder de grondslagen. Deze voorziening is gevormd voor de toekomstige verplichtingen aan het personeel aangaande jubileumuitkeringen. Voorziening LBP Gezien de onzekerheid over het moment van uitbetalen van de gespaarde uren Levensfase Bewust Personeelsbeleid (LBP) is er een voorziening gevormd onder de naam "Voorziening LBP". Medewerkers mogen conform de cao VO 50 uur (vij een volledige betrekkingsomvang) sparen gedurende 4 jaar.
55
A.1.4 2.5
Toelichting behorende tot de balans Kortlopende schulden 2014
2013
(bedragen in euro) 2.5.3 2.5.4 2.5.5
2.5.7
crediteuren te verrekenen subsidie Ministerie OCW gelieerde partijen: stichting Samenwerkingsverband Fryslân Noard stichting Passend onderwijs belastingen en premies sociale verzekeringen: loonheffing omzetbelasting pensioenpremies
644.231 -
477.280 -
48.090 67.306
166.742
1.090.218 13.137 343.447
1.023.978 26.148 387.305 1.446.802
2.5.9
overige kortlopende schulden: overig
39.796
1.437.430 71.728
39.796 2.5.10 overlopende passiva: vooruitontvangen geoormerkte subsidie Ministerie OCW vooruitontvangen niet geoormerkte subsidie Ministerie OCW vooruitontvangen overige overheidsbijdrages meerjarige investeringssubsidies vakantietoeslag bindingstoelage reservering LBP internationaliseringsprojecten ouderbijdragen excursie- en schoolreisbijdragen Projecten Frysk netto salarissen regionaal plan onderwijsvoorziening (RPO) project school als vindplaats project inductie arrangementen overig
2.500 296.401 75.854 477.913 862.783 66.496 61.693 104.935 134.131 254.696 65.835 3.624 4.593 80.000 31.066
71.728 235.486 169.543 94.881 565.110 828.645 82.926 134.492 85.822 215.903 3.911 4.593 22.500 16.000 25.178
2.522.521
2.484.990
4.768.746
4.638.170
De post crediteuren is hoger dan ultimo 2013 wegens een niet meer in december 2014 uitgevoerde betalingsopdracht.
De kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan 1 jaar, met uitzondering van de meerjarige investeringssubsidies zoals opgenomen onder overlopende passiva (EUR 477.913). In 2014 is een rekening-courantverhouding ontstaan met de nieuwe stichting voor passend onderwijs SWV Fryslân Noard. Piter Jelles was penvoerder van de oude stichting en is penvoerder van de nieuwe stichting.
De post vooruitontvangen geoormerkte subsidie Ministerie OCW is lager vanwege het grotendeels vrijvallen van de eerder opgenomen VSV gelden. De reservering LBP is in 2014 voor het eerst gevormd vanwege een opname voor toekomstige kosten van gespaarde verlofuren, die docenten op mogen nemen in schooljaar 2015-2016. als gevolg van de cao VO 2014-2015. De gereserveerde vakantietoeslag is ultimo 2014 opgehoogd met een opslag van 15% voor de sociale lasten. De bindingstoelage is verlaagd naar de werkelijke opgebouwde reservering op 31 december 2014. Het balanstotaal van de excursie- en schoolreisbijdragen is gestegen omdat veel schoolreizen in termijnen worden betaald. Er zijn in 2014 twee nieuwe projecten Frysk opgevoerd . Deze subsidie is bedoeld voor stimuleren van de Friese taal. Het project "school als vindplaats" is qua bedrag ultimo 2014 gestegen. De besteding vindt plaats in 2015. De stichting SWV Fryslân Noard en de stichting Passend Onderwijs betreffen gelieerde partijen.
56
A.1.4
Toelichting behorende tot de balans
2.5.10 Meerjarige investeringssubsidies
Stand per 1 januari 2014
Ontvangen 2014
Vrijval 2014
Stand per 31 december 2014
(bedragen in euro)
ict hardware praktijkgerichte leeromgeving impulsgelden vmbo
totaal
144.133 411.122 9.855
-
31.787 49.910 5.500
112.346 361.212 4.355
565.110
-
87.197
477.913
De vrijval van de investeringssubsidie is verantwoord onder de rijksbijdrage.
57
A.1.4
Toelichting behorende tot de balans
Model G: Overzicht geoormerkte doelsubsidies OCW en EL&I
G1.
Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule
OSG Piter Jelles heeft ultimo 2014 geen geoormerkte doelsubsidies op de balans staan zonder verrekeningsclausule.
G2.
Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule
G2.A. Aflopend per ultimo verslagjaar
Omschrijving subsidieproject Jaar Kenmerk
Bedrag van toewijzing
Ontvangen t/m 31-12 van 2014
-
Lasten
-
Te verrekenen ultimo 2014
-
-
G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslag jaar
Omschrijving subsidieproject Jaar Kenmerk
zij-instroom 2013
430314-1
t/m 31-12 van 2013 Bedrag van Ontvangen toewijzing
19.000
Besteed
Saldo
t/m 31-12 van 2014 Ontvangen
Lasten
Saldo
19.000
16.500
2.500
-
-
2.500
19.000
16.500
2.500
-
-
2.500
Specificatie balansposten Model G: vordering doelsubsidies geoormerkt cf model G: schulden doelsubsidies geoormerkt cf model G: te verrekenen doelsubsidies geoormerkt cf model G: totaal geoormerkte doelsubsidies Model G
58
2.500 2.500
Overzicht niet geoormerkte doelsubsidies OCW en EL&I niet behorende tot model G
Omschrijving subsidieproject Jaar Kenmerk
opleidingsscholen 2010 2011 2013 2014 2014
+ Bedrag van toewijzing
Ontvangen
Besteed
Saldo
t/m 31-12 van 2014 Ontvangen
Lasten
Investering
Saldo
77015u 54186u 485737-1 573619-1 652240-1
340.000 340.000 340.000 330.000 340.000
340.000 340.000 340.000 165.000 -
320.000 320.000 340.000 78.346 -
20.000 20.000 86.654 -
165.000 170.000
15.365 241.654 78.376
-
4.635 20.000 10.000 91.624
prestatiesubssidie vsv vo 2010 /82244m 2011 /54818m 2012 /64563 M 2012 484549-1 2012 /64563 M 2013 564730-1 2014 651834-1 2014 649640-1
41.000 67.000 38.000 35.000 17.000 34.986 10.000 35.000
41.000 67.000 38.000 35.000 17.000 34.986 -
-
41.000 67.000 38.000 35.000 17.000 34.986 -
10.000 35.000
41.000 67.000 35.000 17.000 34.986 10.000 35.000
-
38.000 -
maatschappelijke stage in het vo 2013 565565-1 2014 652532-1
201.060 207.900
201.060 0
75.763 -
125.297 -
207.900
125.297 75.757
-
132.143
leerlinggebonden budget 2012 37993 M 2013 23549 M
257.181 232.248
257.181 -
257.181 96.770
805 258.484
805 161.714
-
-
1.876.226
1.488.060
847.188
938.954
-
296.401
totaal niet geoormerkte doelsubsidies
96.770-
388.167
Specificatie balansposten: vordering doelsubsidies niet geoormerkt: schulden doelsubsidies niet geoormerkt:
296.401
Totaal niet geoormerkte doelsubsidies
296.401
n.b. Niet geoormerkte subsidies maken geen onderdeel meer uit van model G. Ter onderbouwing van de balanspost neemt Piter Jelles wel een specificatie op van de niet geoormerkte subsidies.
59
Financiële instrumenten
Algemeen Stichting OSG Piter Jelles maakt in de normale bedrijfsvoering gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de stichting blootstellen aan markt- en/of krediterisico's. In de jaarrekening van osg Piter Jelles zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: debiteuren en crediteuren (financiële activa en financiële verplichtingen), geldmiddelen, overige vorderingen en overige financiële verplichtingen. De stichting handelt niet in en beschikt niet over financiële derivaten.
Kredietrisico De stichting loopt kredietrisico over vorderingen opgenomen onder debiteuren en overige vorderingen. Het maximale kredietrisico dat de onderneming loopt bedraagt de boekwaarde van deze financiële instrumenten. De blootstelling aan kredietrisico van de stichting wordt hoofdzakelijk bepaald door de individuele kenmerken van de afzonderlijke debiteuren. De vorderingen uit hoofde van debiteuren betreft voornamelijk ouderbijdragen in het kader van bijdragen in activiteiten en overige leveringen van (leer)middelen en betreft voor een deel vorderingen op grond van verrekening van lonen en salarissen van aan derden uitgeleend personeel. Daarnaast is sprake van vorderingen op grond van medegebruik van (sport)lokalen. De overige vorderingen bestaan uit renten op de spaarrekeningen en vooruitbetaalde licentiekosten en abonnementen. Het kredietrisico van deze partijen is zeer gering.
Renterisico's en kasstroomrisico Er is geen sprake van langlopende financieringen met variabel rentende leningen. De overige kortlopende vorderingen en schulden zijn niet rentedragend of het rente-effect is van verwaarloosbare betekenis. De schoolorganisatie loopt hierdoor een beperkt renterisico over de vorderingen en schulden
Liquiditeitsrisico De stichting bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitbegrotingen. Het College van Bestuur ziet erop toe dat voor de stichting steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Jaarlijks wordt er een liquiditeitsbegroting opgesteld. De liquiditeitsbegroting wordt maandelijks geactualiseerd aan de werkelijke cijfers. De liquiditeitsbegroting laat het beeld zien van het verloop van de liquiditeiten gedurende het kalenderjaar en is de monitor van het verloop van de geldmiddelen (liquiditeit) gedurende het kalenderjaar. Voor het kalenderjaar 2015 verwacht Piter Jelles voor alle maanden een positieve liquiditeitspositie.
60
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Vordering Ministerie van OCW Bij de invoering van de vereenvoudiging van de bekostiging van het voortgezet onderwijs op 1 januari 2006 is een voorziening opgenomen voor de overlopende posten, een vordering op het Ministerie van OCW van EUR 1.924.200. Deze vordering is ontstaan door een wijziging in de betalingssystematiek op 1 januari 2006. Dit betreft de schuld aan het personeel op moment van opheffing van de school. De vordering kan echter pas worden geïnd op het moment dat de school wordt opgeheven zonder dat er sprake is van een samenvoeging. Dit betreft een in de praktijk niet invorderbare vordering, tenzij op een moment daadwerkelijk de school wordt opgeheven. Dit is niet een realistische gedachte. De reële waarde van deze vordering is derhalve nihil (RJ 290.937).
Nieuwbouw Campus Middelsee De Stichting OSG Piter Jelles is een investeringsverplichting aangegaan ter grootte van EUR 200.000 inzake de nieuwbouw van de campus Middelsee in Sint Annaparochie. De Stichting OSG Piter Jelles heeft in 2013 en 2014 bijdragen betaald van in totaal EUR 150.000. Deze bijdrage is geactvieerd, de afschrijving start na oplevering van het gebouw in 2015. Stichting OSG Piter Jelles zal in 2015 nog eens EUR 50.000 bijdragen aan de bouw van de Campus.
Huurverplichtingen De Stichting OSG Piter Jelles heeft een huurverplichting naar Ricoh Nederland B.V. Tot 31 januari 2018 in verband met de huur van diverse kopieermachines, zogenaamde multifunctionals. Conform de verplichting betaalt osg Piter Jelles een vast maandbedrag voor de huur van de apparatuur en een variabel bedrag op basis van de werkelijke gemaakte aantal kopieën en prints. Op jaarbasis bedragen de vaste kosten ongeveer EUR 23.500. De Stichting OSG Piter Jelles heeft een huurverplichting naar BV Sport voor de huur van 2 lokalen op de locatie Kalverdijkje in Leeuwarden. De verplichting is ingegaan per 1 augustus 2013 en bedraagt EUR 21.780 per jaar. Daarnaast heeft de verhuurder een investering gepleegd van EUR 43.197 welke door Piter Jelles in tien jaarlijkse termijnen vergoed zal worden. Ten slotte heeft de Stichting OSG Piter Jelles een huurverplichting naar het Dockinga College in Dokkum voor het gebruik van lokalen op de locatie aan de Rondweg. De verplichting is voor het schooljaar 2014-2015 EUR 50.000. In 2015 worden nieuwe afspraken gemaakt voor het schooljaar 2015-2016.
Lesmateriaal OSG Piter Jelles heeft een overeenkomst afgesloten met Van Dijk Educatie, waarbij de leverancier het externe boekenfonds voor de diverse schoollocaties beheert. Piter Jelles verplicht zich tot het plaatsen van opdrachten in het kader van het externe boekenfonds. De overeenkomst heeft een omvang van ruim EUR 1.000.000 op jaarbasis. De overeenkomst is aangegaan via een Europees aanbestedingstraject in 2013 is voor osg Piter Jelles ingegaan per 1 augustus 2014.
Schoonmaak De schoonmaak van de gebouwen is via een Europese aanbestedingsprocedure gegund aan Asito. Vanwege ontevredenheid over de kwaliteit van de schoonmaak is per 1 januari 2013 de schoonmaak gegund aan ICS, de tweede partij in de aanbesteding. Het contract heeft een omvang van EUR 580.000 op jaarbasis.
Ipads Voor de aanschaf van Ipads voor leerlingen en medewerkers zijn prijsafspraken gemaakt met leveranciers.
Overige contracten Daarnaast heeft Piter Jelles diverse contracten afgesloten inzake levering van energie, onderhoud van gebouwen en terreinen, kopiëren van documenten, diverse software pakketten en schoolmaatschappelijk werk. Deze contracten vertegenwoordigen een waarde van ongeveer EUR 750.000 per jaar.
Werkloosheid Ten aanzien van de werkloosheid geldt dat OSG Piter Jelles geen volledig inzicht heeft in de toekomstige verplichting waar het gaat om de eigen bijdrage van 25% waarvoor Piter Jelles verantwoordelijk is. Doordat geen betrouwbare schatting gemaakt kan worden of de ex-medewerkers weer een baan krijgen en/of wanneer, wordt geen verplichting gevormd in de balans, maar wordt de verplichting toegelicht onder de niet uit de balans blijkende activa en verplichtingen, waarbij de uit de verplichting voortvloeiende lasten worden verantwoord in het boekjaar op het moment dat deze zich voordoen. De verplichtingen inzake werkloosheid bedroegen in 2012 EUR 458.463, in 2013 EUR 361.395 en in 2014 EUR 668.121. De stijging in 2014 is veroorzaakt door een verrekening met het Ministerie OCW over voorgaande perioden, tot en met juni 2014. Dat is een afwijkende periode t.o.v. voorgaande jaren.
61
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten
3
Baten
3.1
Rijksbijdragen (in euro)
3.1.1
normatieve rijksbijdrage OCW - personeel normatieve rijksbijdrage OCW - materieel
2014
Begroting 2014
24.699.700 3.489.907
24.700.000 3.419.000 28.189.607
3.1.2
aanvullende rijksbijdrage OCW - personeel aanvullende rijksbijdrage OCW - lesmateriaal
2.107.476 1.218.125
infrastructuur automatisering inventaris en apparatuur impulsgelden vmbo
Totaal rijksbijdragen
24.686.697 3.205.800 28.119.000
1.927.000 1.221.000 3.325.600
3.1.3
2013
31.787 49.910 5.500
27.892.496 3.115.387 1.351.490
3.148.000 32.000 50.000 6.000
4.466.877 40.943 49.910 5.500
87.197
88.000
96.353
31.602.405
31.355.000
32.455.726
De aanvullende personele rijksbijdragen zijn hoger dan in de begroting opgenomen vanwege de besteding van de aanvullende bekostigingen ontvangen in december 2013. Hiervoor is een bestemmingsreserve gevormd en de uitputting wordt zowel in de baten als in de lasten opgenomen. De aanvullende materiële rijksbijdrage voor gratis lesmateriaal is vanaf 2014 opgenomen in de begroting.
62
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten
3
Baten (in euro)
3.2
Overige overheidsbijdragen
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen - exploitatie: gemeente Leeuwarden: vergoeding huur sportvelden bijdrage BV Sport in de exploitatiekosten sporthal Leeuwarder Lyceum
2014
Begroting 2014
26.049 46.083
17.000 45.000 72.132
3.2.2. Overige overheidsbijdrage: Overige overheidsbijdrage
31.500
Totaal overige overheidsbijdragen
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.4 3.5.5
medegebruik en huur lokalen overige personele baten incl. detachering personeel sponsoring leerlingbijdragen
3.5.8
overige personele baten: UWV, WAO-uitkeringen overige exploitatie baten: kantines en borg schoolreizen/excursies overige baten
Totaal overige baten
2013
22.935 45.179 62.000
-
68.114 -
31.500
-
-
103.632
62.000
68.114
2014
Begroting 2014
2013
46.816 923.714 17.737
35.000 475.000 15.000
50.446 656.146 2.500 29.281
12.981
-
24.482
19.958 397.115 103.332
5.000 15.000
29.951 295.266 51.554
520.405
20.000
376.772
1.521.653
545.000
1.139.626
De overige exploitatiebaten zijn hoger dan begroot omdat de kantineinkomsten en de ontvangsten uit schoolreizen/excursies niet in de begroting 2014 zijn opgenomen. De overige personele baten incl. detachering perosneel zijn hoger dan begroot door een vrijval van de VSV gelden van 2010 tot en met 2014 van bijna EUR 240.000 en de overheveling vanuti de prestatiebox van ruim EUR 400.000. De overige personele baten betreffen WAO uitkeringen voor 2 personeelsleden die vanaf 2013 een WIA uitkering ontvangen. De uitkering wordt door Piter Jelles uitbetaald.
De overige baten in 2014 bestaan grotendeels uit een teruggave vanwege een verrekening door het opheffen van het Samenwerkingsverband Cenzore, in 2014 +/- EUR 80.000.
63
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 4
Lasten (in euro)
4.1
Personeelslasten
4.1.1
lonen en salarissen: brutolonen en salarissen sociale lasten pensioenen sociale lasten en pensioenen
2014
19.521.365
4.1.2.2 overige aan personeel gerelateerde kosten: peroneelsactiviteiten kosten re-integratie, bedrijfsgezondheidszorg en BHV aansluiting Coöperatie Pompeblêd salarisverwerking werving personeel vertrekregelingen verplichting vavo leerlingen Lo-lessen nevenvestiging Dockinga College schoolmaatschappelijk werk rechtsbijstand maatschappelijke stage prestatiebox vo bindingstoelage reservering LBP aanvullende bekostiging lumpsum december 2013 aanvullende bekostiging jonge leerkrachten december 2013 overige personele kosten
Totaal personele lasten
18.950.000
18.989.109 2.216.290 2.966.122
5.325.838
5.000.000 24.847.203
668.121 74.168 25.3701.650 72.309
totaal 4.1.2.1 interimkosten
2013
2.381.013 2.944.825
totaal 4.1.2.0 overige personele lasten: kosten werkloosheid dotatie voorziening LBP vrijval voorziening spaarverlof dotatie jubileavoorziening scholingskosten
Begroting 2014
5.182.412 23.950.000
475.000 80.000
24.171.521
361.394 98.7701.10076.849
790.879
555.000
-
35.000
-
338.373 4.927
98.098 52.556 57.196 35.956 4.560 107.747 9.104 52.354 16.216 19.547 227.657 61.693 101.778 198.556
115.000 122.500 53.000 35.900 27.500 142.000 19.000 66.000 30.000 648.000 14.100
4.927
106.108 80.273 52.501 35.621 1.116 57.500 174.835 67.132 33.957 16.992 214.615 118.428 345.702
1.043.019
1.273.000
1.304.779
26.681.101
25.813.000
25.819.600
In 2014 waren gemiddeld 514 medewerkers (388 fte) in loondienst van stichting osg Piter Jelles bestaande uit op 363 medewerkers (276 fte)en oop en management 151 (112 fte). In 2013 waren dit gemiddeld 501 medewerkers (379 fte) bestaande uit op 350 medewerkers (269 fte)en oop en management 151 (110 fte). Alle medewerker van stichting OSG Piter Jelles zijn in Nederland werkzaam. De bruto lonen en salarissen en de sociale lasten zijn hoger dan begroot, omdat de werkgeverslasten gestegen zijn als gevolg van de nieuwe cao VO die per 1 augustus 2014 is ingegaan. De pensioenpremies zijn in 2014 gedaald wegens een veranderde opbouw van de pensioenpremies door het opschuiven van de pensioenleeftijd naar 67 jaar. De werkloosheidskosten zijn hoger dan begoot. Dit wordt veroorzaakt door een verrekening met het Ministerie OCW over voorgaande jaren, tot en met juni 2014. Dat is een afwijkende periode t.o.v. voorgaande jaren. De kosten voor re-integratie, bedrijfsgezondheidszorg en BHV zijn veel lager dan begroot en ook lager in vergelijking met voorgaande jaren. Dit wqordt veroorzaakt door lagere kosten voor het voorkomen van ziekteverzuim en loopbaanbegeleiding.
De posten voorziening en reservering LBP, aanvullende bekostiging lumpsum en jonge leerkrachten zijn voor het eerst opgenomen en waren in 2014 nog niet begroot.
64
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 4
Lasten (in euro)
4.2
Afschrijvingen op vaste activa
4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4
gebouwen en terreinen bedrijfsauto inventaris en apparatuur infrastructuur automatisering
2014
Begroting 2014
134.716 3.537 676.814 72.277
subtotaal afschrijvingen
106.000 5.000 655.000 71.000
887.343
afschrijvingen doorberekend aan cateraar
404
Totaal afschrijvingen
2013 101.710 2.620 700.574 49.003
837.000 -
853.907 1.032
404
-
1.032
886.940
837.000
852.875
De afschrijvingskosten van gebouwen en terreinen zijn hoger dan begroot en hoger dan 2013 vanwege het versneld afschrijven van een kastenwand op de Egelantierstraat voor een bedrag van EUR 25.000.
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.2
huur sportvelden/lokalen en sporthallen dotatie onderhoudsvoorziening voorbereidingskosten campus Middelsee voorbereidingskosten nieuwbouw Kollum onderhoud en exploitatie energie en water schoonmaak heffingen beveiligingskosten
4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.7
2014
Begroting 2014
238.917 325.653 968 426.930 557.389 636.070 93.082 17.755
Totaal huisvestingslasten
2013
210.000 370.000 366.000 741.000 652.000 94.000 18.000
2.296.765
191.358 360.000 1.022 5.081 391.745 653.208 611.258 90.464 16.885
2.451.000
De kosten voor sportvelden/lokalen stijgen in verband met een intensiever gebruik ervan. De kosten voor onderhoud en exploitatie zijn hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door een overschrijding van de kosten voor dagelijks onderhoud, cv onderhoudscontracten, tuinonderhoud en aanpassingen aan gebouwen. De kosten voor energie zijn lager dan begroot wegens wijziging van leveringsgcontracten, het doelmatiger omgaan met energieverbruik en de zachte winter van 2014.
65
2.321.022
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 4
Lasten (in euro)
4.4
Overige materiële lasten
4.4.1.0 Administratie- en beheerkosten kosten ERP software telefoon en internetkosten kopieerkosten proefwerkpapier/examenpapier accountants- en advieskosten kosten postbezorging kosten raad van toezicht aansluitkosten besturen- en werkgeversorganisaties aansluitkosten LGC/DGO/FUWA managementtool CumLaude kosten beheer en administratie overig
2014
45.182 251.530 60.882 8.445 33.227 23.722 33.128 71.778 1.348 10.294 54.567 11.662
4.4.1.1 Reis- en verblijfskosten 4.4.2.0 Inventaris en apparatuur onderhoud machines en inventaris kosten computerapparatuur en accessoires leerlingen licentiekosten beheer/educatief/administratief overig
4.4.2.1 Leermiddelen leer- en hulpmiddelen scholen
subtotaal
Begroting 2014
2013
42.000 239.000 80.000 9.000 28.000 21.000 28.000 68.000 1.000 10.000 59.000 10.000
44.714 258.320 121.749 6.868 51.391 24.797 28.550 67.833 1.352 10.349 58.242 9.592
605.763
595.000
683.757
9.268
11.000
10.793
56.062 99.398 295.412 2.981
63.000 94.000 308.000 3.000
61.391 78.140 281.223 9.302
453.854
468.000
430.057
210.887
181.000
169.232
1.279.772
1.255.000
1.293.839
De kopieerkosten zijn veel lager dan begroot omdat scholen overschrijdingen op het kopieerbudget van hun eigen locatie gedekt hebben uit onder meer het budget voor gratis lesmateriaal, Daarnaast was de afrekening over gekopieerde aantallen van 2012, in rekening gebracht in 2013, veel lager dan de afrekening over 2013, in rekening gebracht in 2014. De accountantskosten zijn hoger dan begroot voor de controle van de bekostiging en de jaarrekening als gevolg van wijzigingen in het controleprotocol.
De kosten van leer-en hulpmiddelen zijn hoger dan begroot. Scholen hebben overtollige gelden uit voorgaande jaren in 2014 ingezet.
66
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 4
Lasten (in euro)
4.4
Overige materiële lasten
4.4.4.0 Wervingskosten kosten public relations teletekst, websites en intranet
2014
Begroting 2014
107.437 4.987
100.000 4.000
112.424 4.4.4.2 Overige arbozaken ,ehbo en bedrijfshulpverlening bedrijfsauto contributies en abonnementen leerlingverzekeringen medezeggenschapsraad verwerkingskosten ouderbijdrage kantines mediatheken en bibliotheken schoolreizen/excursies aansluitkosten VRZG, BPS Contributie gratis lesmateriaal verhuiskosten overig/onvoorzien
Totaal overige materiële lasten
2013
1.484 1.323 9.421 7.708 18.367 2.951 13.710 8.109 400.021 6.500 1.349.833 13.351 55.797
101.605 9.631
104.000
4.000 2.000 8.000 8.000 30.000 3.000 17.000 1.209.000 10.000 35.000
111.236
1.054 2.210 3.728 7.674 14.264 1.498 27.641 6.633 289.416 6.242 1.385.716 15.611 69.996
1.888.575
1.326.000
1.831.683
3.280.772
2.685.000
3.236.758
De kosten voor inkopen kantine en schoolreizen zijn niet opgenomen in de begroting 2014. Dit geldt ook voor de baten. Overig/onvoorzien betreft uitgaven uit het Noodfonds voor leerlingen/ouders die niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen en niet geplande uitgaven zoals voor een digitaal facturatiesysteem voor de ouderbijdragen.
67
Toelichting op de onderscheiden posten van de staat van baten en lasten 5
Financiële baten en lasten (in euro)
5
Financiële baten en lasten
5.1
rentebaten
5.5 5.6
bankkosten en rentelasten rente rekening-courant stichting Samenwerkingsverband NW Friesland
Saldo financiële baten en lasten
2014
Begroting 2014
40.582 5.842-
34.740
2013
30.000 5.000-
25.000
De rentebaten zijn hoger dan begroot en heeft te maken met de gewijzigde (positievere) liquiditeitspositie van OSG Piter Jelles. De rentevergoeding aan het Samenwerkingsverband NW Friesland is nihil wegens het beëindigen van de rekeningcourant verhouding met het Samenwerkingsverband ultimo 2013.
68
50.723 5.1953.000-
42.528
Overzicht verbonden partijen Van transacties met verbonden partijen is sprake wanneer een relatie bestaat tussen de stichting en haar bestuurders, leidinggevende functionarissen en toezichthouders. Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen voorgedaan op niet-zakelijke grondslag .
Overige gelieerde partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap)
Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
1.
stichting Samenwerkingsverband Noordwest Friesland 3.03
stichting
Leeuwarden
4
2.
stichting Samenwerkingsverband Fryslân Noard
stichting
Leeuwarden
4
3.
stichting Campus Middelsee
stichting
Het Bildt
4
3.
Coöperatie Pompeblêd
coöperatie
Smallingerland
4
Honoraria van de accountant De volgende honoraria van KPMG Accountants zijn ten laste gebracht van de organisatie, haar dochtermaatschappijen en andere maatschappijen die zij consolideert, een en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW.
KPMG Accountants N.V. 2014 onderzoek van de jaarrekening andere controleopdrachten adviesdiensten op fiscaal terrein andere niet controlediensten
Overige KPMG onderdelen
2013
2014
2013
€ € € €
32.561 2.844
€ € € €
29.778 9.656
€ € € €
524 -
€ € € €
15.841 -
€
35.405 €
39.434
€
524 €
15.841
69
Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2014 (met dienstverband)
VZC* J N N N N N N N
Functie
Naam
vz. CVB bestuurssecr. directeur directeur directeur directeur directeur directeur
W. Wieling H.F.M. Kramer R. de Wit H.W.L. van de Panne A.M.M. van der Putten F.J. Bangma M.A.A. Kolker L.S. Wagenaar
Ingangsdatum dienstverband 1-8-2009 3-1-1988 1-6-1982 1-2-2005 1-8-2007 1-8-2010 17-1-2011 1-8-2014
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband
1-8-2014 -
1 fte 1 fte 1 fte 1 fte 1 fte 1 fte 1 fte 1 fte
Beloning 128.300 78.573 82.895 85.397 77.309 82.895 46.714 34.913
Uitkeringen Belastbare vaste wegens en variabele Voorzieningen beëndiging Motivatie onkostenbeloning betaalbaar van het overschrijding van de vergoedingen op termijn dienstverband norm -
21.564 13.532 13.532 13.532 13.532 13.532 7.633 4.892
-
nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt
* Voorzittersclausule van toepassing
Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen 2014 (zonder dienstverband) Deze categorie is niet aan de orde bij OSG Piter Jelles.
Vermelding bezoldiging toezichthouders 2014 (lid van het hoogste toezichthoudende orgaan)
VZC* J N N N N N
Functie vz. RvT vice vz. RvT lid RvT lid RvT lid RvT lid RvT
Naam H. Sikkema C.B. Mulder M.A. Becherer R.K. Jacobi M.C. Kat J. Holtrup
Ingangsdatum dienstverband 25-9-2009 25-9-2009 25-9-2009 26-4-2010 26-4-2010 1-9-2014
Einddatum dienstverband
Omvang dienstverband
31-7-2014 -
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
Beloning 4.215 3.719 3.719 2.479 3.719 937
Uitkeringen Belastbare vaste wegens en variabele Voorzieningen beëndiging Motivatie onkostenbeloning betaalbaar van het overschrijding van de vergoedingen op termijn dienstverband norm 594 325 50 -
-
NB.
De beloning van de toezichthouder is inclusief belaste gedeclareerde reis- en verblijfkosten De leden van de raad van toezicht hebben geen arbeidsovereenkomst met osg Piter Jelles. Zij ontvangen een onkosten-en reiskostenvergoeding.
Vermelding bezoldiging niet-topfunctionarissen 2014 (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt) Deze categorie is niet aan de orde bij OSG Piter Jelles.
Vermelding bezoldiging niet-topfunctionarissen 2013 (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt) Deze categorie is niet aan de orde bij OSG Piter Jelles.
Leeuwarden, 27 mei 2015
drs. W. Wieling, voorzitter College van Bestuur
70
-
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
osg Piter Jelles te Leeuwarden, Dokkum, Kollum en St. Annaparochie
OVERIGE GEGEVENS
71
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van Stichting osg Piter Jelles
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over 2014 van Stichting osg Piter Jelles te Leeuwarden gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag Het bevoegd gezag van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bevoegd gezag is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bevoegd gezag is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 18, lid 3 van het Bekostigingsbesluit W.V.O. en artikel 103, lid 4 van de Wet op het voorgezet onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de Stichting osg Piter Jelles gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
72
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting osg Piter Jelles per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en paragraaf 2.2.3 Jaarverslag van het onderwijsaccountantsprotocol OCW/EZ 2014 is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW.
Groningen, 27 mei 2015 KPMG Accountants N.V.
W. Feenstra RA
73
B2
Resultaatbestemming 2014
Het resultaat over 2014 wordt ten gunste gebracht van het eigen vermogen. Na de resultaatbestemming is het eigen vermogen per 31 december 2014 € 6.250.706 (31 december 2013: € 6.133.854) Binnen het eigen vermogen zijn er enkele bestemmingsreserves.
Eigen Vermogen Stand per 1 januari 2014
Resultaat 2014
Stand per 31 december 2014
(bedragen in euro)
Algemene reserve algemene reserve
3.945.133
600.002
4.545.134
Bestemmingsreserve (publiek) reserve lesmateriaal reserve prestatiebox reserve aanvullende bekostiging reserve jonge leerkrachten
200.033 615.859 911.851 282.775
-131.708 11.032 -219.909 -117.028
68.325 626.891 691.942 165.746
Bestemmingsreserve (privaat) reserve schoolfondsen reserve excursies reserve internationalisering reserve noodfonds Piter Jelles
86.778 33.932 16.217 41.276
-3.000 -2.906 -19.630
83.778 31.026 16.217 21.646
6.133.854
116.852
6.250.706
74
osg Piter Jelles te Leeuwarden, Dokkum, Kollum en St. Annaparochie
BIJLAGE
75
D1
Gegevens over de rechtspersoon
Naam instelling:
osg Piter Jelles
Adres:
Elzenstraat 5, 8924 JN Leeuwarden
Postadres:
postbus 9002
Postcode:
8903 LA
Plaats:
Leeuwarden
Telefoon:
058 8801104/105
E-mail:
[email protected]
Internetsite:
www.piterjelles.nl
Bestuursnummer: Contactpersoon:
13603 de heer R. de Wit
Telefoon:
058 8801103
E-mail:
[email protected]
Brinnummers:
20DL
Sector:
VO
76