Volkshuisvestingsverslag
Jaarverslag Nijestee 2014
Verantwoording bestuur
4
01
Wonen in Groningen
7
07
1.1
Lokale samenwerking
7
7.1 Organisatie
1.2
Herziening Woningwet
7
7.2
1.3
Missie, doelen en strategie
7
7.3 Ondernemingsraad
44
1.4
Meetbare resultaten
8
7.4
Samenwerkingsverbanden en verbindingen
45
1.5
De goede dingen doen
11
1.6
Besluitpunten bestuur
12
08
Bericht van de Raad van Commissarissen
49
8.1
Governance structuur
49
02
Bewoners betrekken bij beheer en beleid
14
8.2
Werkwijze, werving en selectie
50
2.1
Zeggenschap van huurders
14
8.3 Integriteit
51
2.2
Formeel overleg
14
8.4
Zelfevaluatie en deskundigheidsbevordering
52
2.3
In gesprek met de stad
15
Besluit- en bespreekpunten en activiteiten
52
2.4
Tevreden huurders
15
8.5 8.6
Persoonlijke gegevens en beloningen
54
Organisatie en personeel
42 42
Duurzame inzetbaarheid: gezond blijven, leren en ontwikkelen 43
2.5 Klachtenafhandeling
16 09 Financiën
59
03
Kwaliteit van het woningbezit
19
9.1
Lange termijnbeleid
59
3.1
Onderhoud en verbetering
19
9.2
Activiteitenplan 2015-2019
62
3.2
Zonnepanelen op verzoek
20
9.3
Meerjarenprognose en solvabiliteit
63
3.3
Veilig wonen
21
9.4 Bedrijfswaarde
66
3.4
Nieuwe woningen
21
9.5
Resultaat 2014
71
3.5 Verkoop
22
9.6
Financieren en beleggen
72
3.6
Aan- en verkoop van bouwlocaties
27
9.7 Fiscaliteiten
76
04
Huisvesten van de doelgroep
29
10 10 Risico’s en onzekerheden
82
4.1 Huurbeleid
29
10.1 Risicoanalyse
82
4.2
Afspraken over huisvesting van jongeren
30
10.2 Externe en interne risico’s
84
4.3
Schaarse ruimte verdelen
30
10.3 Risicomanagement
86
4.4
Inkomenstoets nieuwe huurders
31
10.4 Compliance
89
4.5
Keuzevrijheid voor nieuwe bewoners
31
4.6
Voorkomen huurachterstand en huisuitzetting
32
11 10 Verklaring bestuur
92
4.7
Besparen op energiekosten
32
4.8
Energieafrekening simpeler
32
4.9
Nieuwe Warmtewet
33
Bijlagen
93
05 Leefbaarheid
35
5.1
Discussie over de taak van een corporatie
35
5.2
Activiteiten met en door bewoners
35
5.3
Schone en veilige buurten
36
5.4
Fondsen voor de buurt
36
5.5 Sponsoring
37
06
Wonen en zorg
39
6.1
Bouwen voor bijzondere groepen
39
6.2
Wonen met begeleiding
39
6.3
Nieuw onderkomen voor NOVO
39
6.4
Mien Aigen Hoes
39
Toelichting afkortingen
Belanghouders Nijestee
12
Kengetallen
97
13
Jaarrekening en toelichting
98
14
Overige informatie
159
15
Overige gegevens
163
3
Verantwoording bestuur
Voor u ligt het jaarverslag van 2014. Hierin blikken we terug op onze activiteiten van het afgelopen jaar en vertellen we wat we met ons geld hebben gedaan.
Tweede Kamer unaniem de herziene Woningwet aan, daarin worden strakkere kaders gesteld aan het doen en laten van corporaties. Die moeten terug naar hun oorspronkelijke taak: alleen woningen bouwen en beheren waar mensen met een lager inkomen wonen. Die weg sloegen we na onze avonturen met LievendeKey al in. De goede dingen doen
We zijn een maatschappelijke organisatie die niet werkt om winst te maken, maar om mensen met Oorsprong
lagere inkomens een goed dak boven hun hoofd te bieden. Daarin maken we – uiteraard binnen
We zijn bijna een eeuw geleden opgericht om mensen met een lager inkomen op een fatsoenlijke
de wettelijke kaders – eigen keuzes. Dat doen we zoveel mogelijk in overleg met huurders. In het
manier te huisvesten. Daar was in die tijd grote behoefte aan: arbeiders woonden in krotten
verslagjaar lieten we door een onafhankelijke commissie onderzoeken of we de goede dingen
zonder riolering en met weinig daglicht. Diverse groepen mensen met het hart op de goede
doen, we gaven opdracht tot visitatie. De commissie sprak met een bonte stoet aan bewoners en
plaats sloegen de handen ineen en richtten verenigingen op, die betaalbare woningen bouwden.
organisaties waar we de afgelopen vier jaar mee samenwerkten. Ze loofde in haar eindrapport met
In 1919 werden op die manier onze voorlopers opgericht, de woningbouwverenigingen Gruno en
name onze manier waarop we met bewoners in gesprek gaan en onze investeringsbereidheid voor
Groningen. Sinds 31 december 1998 zijn die opgegaan in Nijestee.
bijzondere doelgroepen. De commissie signaleerde wel dat onze visie meer een op een kan worden doorvertaald in concrete doelstellingen. Die aanbeveling nemen we ter harte.
Schaalgrootte
In 2000 maakten we deel uit van een grote landelijke fusie, het vastgoedfonds LievendeKey met meer dan 60.000 woningen. Dit bleek al snel een moloch die losgezongen was van haar lokale
Pieter Bregman
context en maatschappelijke doelstellingen. Daarna, in 2003, door ervaring wijs geworden,
Algemeen directeur / bestuurder
kozen we in nauwe samenspraak met lokale partners voor een koers met focus op behoud van de menselijke maat in de stad Groningen. Dat heeft ons gezicht tot op heden mede bepaald. Wij zijn maatschappelijk betrokken en werken nauw samen met onze belanghouders in de stad. Beperking van onze activiteiten tot de stad Groningen is een bewuste keuze: hier kennen we de mensen, de behoeftes en de buurten. Onze omgangsvormen zijn typisch Stadgronings: eerlijk en direct, zelfbewust, informeel, laagdrempelig. Op dit moment verhuren we ruim 13.000 woningen, vrijwel allemaal in de stad. Positie van de stad
De inkomens in Groningen liggen relatief laag ten opzichte van de rest van het land. De stad telt circa 75.000 huishoudens met een lager inkomen. Zij kunnen allemaal aanspraak maken op een sociale huurwoning. Op dit moment zijn er ongeveer 38.000 woningen. Er blijft dus behoefte aan betaalbare woonruimte in Groningen. Verder is het goed om te weten dat de gemiddelde Stadjer weliswaar arm is, maar niet altijd kansarm, want vaak student, vooral ook vaak jong en vooruitstrevend. Groningen is een gewilde plek om te wonen. De stad behoort als het gaat om koopwoningen tot een van de beste woningmarkten van Nederland, terwijl het omliggende platteland krimpt. Ook de wachtlijsten voor sociale huurwoningen zijn (te) lang. Economische en politieke veranderingen
Vanaf 2003 tot 2009 kenden we een gestage groei aan activiteiten: we waren koploper in de wijkvernieuwing en ontwikkelden honderden nieuwe huur- en koopwoningen. Eind 2008 had heel Nederland last van de krediet- en woningmarktcrisis, ook wij konden onze ambities niet meer waarmaken. Ook op politiek vlak traden veranderingen op, de regering besloot de verhuurderheffing in te voeren en als gevolg van het debacle bij Vestia verscherpten toezichthouders en financiers hun normen. Zeker vanaf 2012 hadden we de handen vol om hierop in te spelen: herziene strategie, herziene meerjarenplan en –begroting, gedwongen ontslagen, veilig stellen financierbaarheid en afstoten van ontwikkellocaties. Deze ingrepen waren voldoende om onze organisatie financieel gezond te houden. Eind december nam de 5
H1
1.1
Bewoners betrekken bij beheer en beleid
Wonen in Groningen
Lokale samenwerking De stad Groningen neemt in het noorden een bijzondere positie in. Al sinds de middeleeuwen is de stad het cultureel centrum van de regio waar veel bedrijvigheid heerst, een plek waar mensen graag willen wonen. De stad heeft die positie tot op de dag van vandaag weten te behouden. Ieder jaar komen er nieuwe mensen naar de stad om te werken of te studeren. Die willen allemaal ergens wonen, het liefst in een veilige straat waar mensen prettig met elkaar samen wonen: jong en oud, arm en rijk, met of zonder beperking. Aan iedereen willen we ruimte bieden. De vijf Groninger corporaties Nijestee, De Huismeesters, Lefier, Patrimonium en Steelande Wonen en de gemeente Groningen werken daarom al jaren samen. Sinds 1998 leggen we de gezamenlijke afspraken vast in een lokaal akkoord, na vier jaar bekijken we of de opgaven nog steeds actueel zijn. Zo volgden afspraken waarin de samenwerking verder werd verbreed en verdiept in het Lokaal Akkoord (2002), het Nieuw Lokaal Akkoord (2007) en het Nieuw Lokaal Akkoord 2.0 (2011). Vanuit een gezamenlijke visie, maar met oog voor het veranderd speelveld, blijven we ook in de toekomst werken aan goed en betaalbaar wonen en leefbare wijken in de stad.
1.2
Herziening Woningwet Het verslagjaar stond in het teken van de landelijke discussie over het speelveld van corporaties. Na een serie incidenten bij collega-corporaties besloot de Tweede Kamer om een parlementaire enquête te houden naar de oorzaken hiervan. Tegelijkertijd stelde minister Blok een novelle voor de herziene Woningwet op. In december 2014 is de herziene Woningwet unaniem door de Tweede Kamer aangenomen, de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie zijn bij de behandeling betrokken. Volgens planning gaat de nieuwe wet op 1 juli 2015 in, maar uiteraard bestudeerden we de gevolgen van de veranderende wetgeving zorgvuldig in het afgelopen jaar. De corporaties worden in de toekomst verplicht zich te richten op hun kerntaak: het huisvesten van de laagste inkomensgroepen, momenteel met een inkomen tot ruim 34.000 euro per jaar. De mogelijkheden om te investeren in leefbaarheid en maatschappelijk vastgoed worden beperkt; dit is alleen toegestaan als er een directe relatie ligt met het eigen bezit en de eigen huurders. Een corporatie mag in de toekomst alleen nog uitbreiden in één woningmarktgebied. Corporaties moeten zich richten op bouwen en verhuren van sociale huurwoningen. De bouw van koop- of vrije sector huurwoningen door corporaties mag alleen onder strenge voorwaarden plaatsvinden. Het rijk laat dat het liefst aan marktpartijen over. De nieuwe Woningwet geeft een sterk regisserende rol aan de gemeente. De gemeentelijke woonvisie vormt het uitgangspunt voor het volkshuisvestelijk beleid en zal de grondslag vormen voor prestatieafspraken die met de corporaties gemaakt zullen worden. De corporatie dient naar redelijkheid bij te dragen aan het gemeentelijk beleid en zal dus een bod moeten uitbrengen op de gemeentelijke woonvisie. In Groningen werkten we grotendeels al volgens dit model, de verhoudingen worden hiermee verder geformaliseerd. Nieuw element in de herziene wet is de positie van huurders bij de woonvisie en de lokale prestatieafspraken, zij moeten hier bij betrokken worden. De gemeente startte in 2014 met de voorbereiding van de woonvisie, volgens planning is die medio 2015 gereed. Met onze Participatieraad bespreken we op welke manier huurders hun stem het best kunnen laten horen.
1.3
Missie, doelen en strategie Iedere drie jaar stellen we onze strategie bij. Afhankelijk van de ontwikkelingen om ons heen maken we andere keuzes die we vastleggen in ons Strategisch Kader. Voor de periode 2014-2016 gaven we dit document de naam ‘Vooruit naar de oorsprong’. Onze missie is al bijna een eeuw lang onveranderd: we zien goed en plezierig wonen als basis van bestaan. 150 jaar geleden werden de eerste corporaties opgericht. Niet om mensen een mooi huis te bieden, maar om ze een veilig onderdak te geven. Ondertussen is het wonen in Nederland ingrijpend
7
verbeterd, niemand hoeft meer in een krot of onder een brug te wonen. Maar de motieven van toen inspireren
Hieronder vatten we de kritische doelstellingen voor 2014 samen en vertellen we welke resultaten we haalden.
ons nog steeds: een veilige plek om te wonen is de basis om mee te doen in de samenleving via werk, hobby’s, studie of opvoeding van kinderen. Onze toekomst ligt in een veel sterkere binding met bewoners, waarbij zij ons niet als instituut ervaren, maar als betrouwbare partner waarmee ze samen werken aan goed wonen in
Ambitie
Waarborgen continuïteit
Ambitie
Beheers de exploitatiekosten
Doelstelling (1)
Verkrijgen van positieve beoordelingen van controlerende instanties
Doelstelling (7)
Minimaal realiseren van het geraamde bedrijfsresultaat en het verder
(Centraal Fonds Volkshuisvesting, Waarborgfonds Sociale
gemêleerde wijken. Wat willen we bereiken?
Woningbouw, ministerie). Prestatie-indicator
Ontvangst positieve beoordelingen. Gereed 31 december 2014.
Realisatie
• WSW: in juni brief ontvangen. Termen kredietwaardigheid
de eisen; interventies zijn beëindigd, geen verdere opmerkingen.
mogelijk bouwen we nieuwe betaalbare huurwoningen voor deze groepen bij. Huishoudens met een midden-
overgrote deel van onze woningen nog jaren zal bestaan, is verduurzaming een must. Met bewoners bezien we hoe we de energiekosten kunnen beperken, bijvoorbeeld door samen met buren duurzame energie op te wekken.
Ambitie
Waarborgen continuïteit
Doelstelling (2)
Het inzichtelijk maken en waar mogelijk verhogen van de
Prestatie-indicator Realisatie
Ambitie
Houd voldoende financiële middelen beschikbaar
• Ontwikkelen model. Gereed 31 maart 2014.
Doelstelling (8)
Het optimaliseren van de liquiditeitspositie, zodanig dat Nijestee
• Model is op hoofdlijnen ingericht en gevuld met cijfers.
Waarborgen continuïteit
Doelstelling (3)
Verder versterken, onderhouden en verbeteren van de relatie met
Realisatie
De stedelijke corporaties stuurden in april een brief aan de nieuwe
van de raadscommissie als opmaat voor nieuwe prestatieafspraken. Waarborgen continuïteit
Doelstelling (4)
Het laten uitvoeren van een visitatie.
Prestatie-indicator
Gereed 31 december 2014.
Realisatie
Raeflex voerde de visitatie uit, het eindrapport ontvingen we in november. In het algemeen lovende teksten. In december is rapportage gepresenteerd op de jaarlijkse BinnensteBuitendag.
Doelstelling (5)
Het via concrete projecten vergroten en verbeteren van de leefbaarheid in Groningen in het algemeen en van onze wijken in het bijzonder.
1.4
We reageren snel en maken duidelijke afspraken.
•
We zoeken een balans om energiekosten te besparen.
•
We werken samen.
• •
• Liquiditeitspositie ultimo december € 0,9 miljoen.
Ambitie
Verkoop onroerend goed om investeringsruimte te creëren
Doelstelling (9)
Minimaal realiseren van een verkoopopbrengst als gevolg van de individuele verkoop van bestaande woningen.
Prestatie-indicator
Verkoopprogramma 2014: • Regulier: 140 woningen á gemiddeld € 84.000 = € 11.755.000.
Ambitie
de slag en vinden het leuk ook nieuwe - of minder gebruikelijke - woonvormen te onderzoeken.
•
• Loan to Value: maximaal 75%, ambitie < 70%. Realisatie
te zetten. Begin 2015 staat de Intentieovereenkomst op de agenda
Verbeter de leefbaarheid van onze wijken
We nodigen uit.
(conform Treasurystatuut).
• Loan to value bedraagt 74,66%.
Ambitie
•
• Liquiditeitspositie ligt continu binnen € 0 en € 0,5 miljoen
• Rentedekkingsgraad bedraagt 1,8.
bewonersgroepen ons met regelmaat om woningen met ‘zorg aan huis’. We gaan graag met die vragen aan
We werken sober en doelmatig.
Prestatie-indicator
Zorg dragen voor vernieuwing stedelijk Lokaal Akkoord.
gemeenteraad met de uitnodiging om de lokale samenwerking voort
politie bekijken we dan hoe iemand weer zoveel mogelijk zelfstandig kan wonen. Ook vragen instellingen of
•
te allen tijde aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen.
belanghouders (huurders, gemeente, maatschappelijke organisaties). Gereed 31 december 2014.
Soms kan het (tijdelijk) wat minder met iemand gaan. Samen met hulpverlening, gemeente, scholen of
Onze werkwijze is:
• Solvabiliteit bedraagt ultimo december 26,5%
maatschappelijke prestaties van Nijestee.
Ambitie
prettig wonen is. Dat doen we in de eerste plaats door te zorgen voor kwaliteit en variatie in woningen.
4. We besteden extra aandacht aan mensen die zorg en begeleiding nodig hebben.
• Gemiddelde exploitatielasten: € 1.202 per verhuureenheid.
• Rentedekkingsgraad minimaal 1,3, ambitie minimaal 1,5.
en de buurt. Samen met de gemeente en bewoners zorgen we ervoor dat de buurt op orde is, dat het
buurtpanden en stimuleren we activiteiten in de buurt. Op die manier kunnen mensen elkaar ontmoeten.
(€ 2,8 miljoen hoger dan geraamd)
In mei gepresenteerd aan RvC.
3. We dragen merkbaar bij aan de leefbaarheid van onze buurten.
Samen met andere aanbieders zorgen we voor wijken waar iedereen zich thuis voelt. Ook investeren we in
• Resultaat (mutatie Eigen Vermogen): positief € 10,4 miljoen • Formatie ultimo december: 5.782 uur per week (160,6 fte).
• Analyse en presentatie. Gereed 30 juni 2014.
Prestatie-indicator
Goed en plezierig wonen begint met het huis, maar daar houdt het niet mee op. Het gaat ook om de straat
Realisatie
geen bijzonderheden.
2. We bieden bovenal voldoende en betaalbare woningen.
om betaalbaar te wonen. De woonlasten worden voor een deel bepaald door de stookkosten. Omdat het
verhuureenheid. • Solvabiliteit minimaal 25%, ambitie 30%
• Ministerie: eind november 2014 Oordeelsbrief ontvangen;
inkomen willen we graag in ‘onze’ wijken houden. Voor die groep bieden we ieder jaar een beperkt aantal
sociale huurwoning, maar komen hier wel voor in aanmerking. Voor deze mensen is het van groot belang
(157,9 fte). • Gemiddelde exploitatielasten bedragen € 1.309 per
• CFV: in oktober 2014 Toezichtbrief ontvangen. Nijestee voldoet aan
mensen die van ons afhankelijk zijn. Deze groep bedienen we met bestaande sociale huurwoningen, waar
• Begroting positief € 7.560.000 (bedrijfswaarde). • De formatie is ultimo 2014 geraamd op 5.686 uur per week
borgingsplafond. Nijestee voldoet aan de eisen.
Wij zijn er in de eerste plaats voor mensen met lagere inkomens (tot € 34.000/€ 38.000) en kwetsbare
Ruim de helft van de Groningse huishoudens heeft een lager inkomen. Ze wonen niet allemaal in een
Prestatie-indicator
en faciliteringsvolume zijn vervangen door borgbaarheid en
1. We bieden mensen met lagere inkomens goede, passende woningen.
bestaande huurwoningen te koop aan.
versterken van de financiële positie.
Prestatie-indicator
Uitvoeren diverse projecten voor in totaal € 785.000.
Realisatie
Tot en met december is er € 802.000 uitgegeven (exclusief uren eigen dienst). Diverse projecten lopen c.q. zijn afgerond, bijvoorbeeld: binnentuin hoek Zaagmuldersweg/Klaprooslaan, leefregelborden,
Realisatie
• Tot en met december zijn 166 wooneenheden definitief verkocht, opbrengst € 12,2 miljoen. Per saldo beter resultaat van € 0,4. • 14 bedrijfspanden verkocht.
Ambitie
Beperk risico’s tot acceptabele grootheden
Doelstelling (10)
Verkleinen van de (financiële) risico’s op de ontwikkelportefeuille.
Prestatie-indicator
Minimaal twee risicolocaties in uitvoering brengen of afstoten aan derden. Gereed 31 december 2014.
Realisatie
Diverse ontwikkelingen: • Er is overeenstemming over vier locaties, transport in 2015. Betreft Noorderkerk, Hora Siccamasingel, Ciboga en Bloemstraat 3/5/7. • Uitvoering Trefkoel blok B/C is onder voorwaarden goedgekeurd door Directie.
Vlindertuin, Buurt in Bloei-projecten in diverse buurten. Ambitie
Zorg voor een sluitende (investerings) begroting
Doelstelling (6)
Het tijdig opstellen van de integrale bedrijfsbegroting 2015, inclusief geactualiseerd meerjarenperspectief.
We houden ons huishoudboekje op orde.
Prestatie-indicator
Gereed 1 oktober 2014.
We werken in en voor de stad Groningen.
Realisatie
Begroting 2015 is op 26 november 2014 door RvC goedgekeurd.
Meetbare resultaten Binnen onze organisatie is de Balanced Score Card (BSC) een belangrijk instrument om de dagelijkse ontwikkelingen te volgen. Ieder jaar stellen afdelingen werkplannen op met het Strategisch kader als uitgangspunt. De kritische doelstellingen in de werkplannen nemen we vervolgens in de Nijestee-BSC op. We volgen de voortgang en bespreken maandelijks de resultaten binnen het directieoverleg en drie keer per jaar met de Raad van Commissarissen.
9
Vergroot de participatie van bewoners
Ambitie
Toets en verbeter de interne processen
Doelstelling (11)
Onderhouden en uitbouwen van contacten met (georganiseerde)
Doelstelling (16)
Voldoen aan de wettelijke (veiligheids)eisen op het gebied van
huurders. • Organiseer minimaal 4 BAG’s (BewonersAdviesGroepen).
Prestatie-indicator
• Minimaal 4 keer overleg met Participatieraad. Realisatie
• Ontwikkel kennisplatform Integrale veiligheid, gereed 1 juli 2014. • Valideer wet- en regelgeving risicogebieden gebouwveiligheid,
• Vier BAG’s georganiseerd: BAG huuraanpassing, BAG Functie
gereed 1 november 2014.
ParticipatieRaad, digiBAG rondom NijesTeevee, BAG Begroting
• Veiligheid: opleiden medewerkers. Gereed 31 december 2014.
2015.
• Warmtewet: voldoen aan regelgeving. Gereed 31 december
• 2014 was een intensief opbouwjaar voor de Participatieraad.
2014.
Doelstelling van 4 keer is ruimschoots gehaald. Realisatie
Validatie wet- en regelgeving is opgepakt. Afronding in 2015;
Ambitie
Behoud c.q. verbeter de klanttevredenheid
Doelstelling (12)
Het realiseren van een acceptabele klanttevredenheid op het gebied
Uitvoering Warmtewet volgens implementatieplan gestart;
van woondiensten en onderhoud.
bewoners zijn op de hoogte gebracht van eventuele
• Klanttevredenheid is minimaal een 7,5;
consequenties.
Prestatie-indicator
• Onderzoek klanttevredenheid vertrekkende huurder; • Niet planmatig onderhoud > 8. Realisatie
• Verhuisproces klanttevredenheid 7,6 (respons 37%).
We zijn een maatschappelijke organisatie die niet werkt om winst te maken, maar om mensen met lagere inkomens op een goede manier te huisvesten. Daarin maken we – uiteraard binnen de wettelijke kaders – eigen keuzes. Dat doen we zoveel mogelijk in overleg met huurders. Eind november vroegen we bijvoorbeeld een groep huurders advies over onze concept begroting 2015 via een BAG, een BewonersAdviesGroep. Zij vroegen met name aandacht voor de stijgende huren en stelden dat ze eigenlijk te laat bij de plannen voor het volgend jaar betrokken waren om op dat punt nog veranderingen door te kunnen voeren. Met de Participatieraad spraken we af om de planning van de begroting in het vervolg naar voren te trekken. Hierdoor krijgen huurders meer invloed op de keuzes die we maken.
Opleiden medewerkers gereed;
Op een hoger abstractieniveau gaat het erom dat we ‘de goede dingen’ doen. Dat bepalen wij niet zelf. Dat bepalen de mensen waar we het voor doen: huurders en woningzoekenden in de eerste plaats. Maar natuurlijk heeft de rest van de stad in al zijn diversiteit daar ook een opvatting over. Om daarover met elkaar in gesprek
Ambitie
Werf en behoud gemotiveerde medewerkers
Doelstelling (17)
Het (ondanks de krimpende organisatie) behouden van
te gaan, moeten we duidelijk maken welke opties mogelijk zijn. We kunnen iedere euro maar een keer uitgeven,
gemotiveerde medewerkers.
de keuzes zijn niet onbeperkt. Als we bijvoorbeeld minder huurverhoging in rekening brengen, kunnen we minder
• Tevredenheidsmeting onder medewerkers, gereed
woningen verbeteren of minder investeren in leefbare buurten.
• Verhuisproces na acceptatie 7,5 (respons 36%). • Niet planmatig onderhoud klanttevredenheid = 8,3.
De goede dingen doen
Wonen in Groningen
Prestatie-indicator
asbest, legionella, brandpreventie en warmtevoorziening.
1.5
H 1
Ambitie
Prestatie-indicator
31 december 2014. Ambitie
Bied keuzemogelijkheid door diversiteit in het woningaanbod Realiseer betaalbare woningen Realiseer en verbeter onze woningvoorraad op een duurzame wijze
• Gemiddelde score minimaal een 7,5. Realisatie
De score over 2014 was voor gemiddeld een 7,8. Deze score is gebaseerd op een anoniem
In 2014 maakten we een start om onze keuzes en de gevolgen hiervan duidelijker in kaart te brengen voor de buitenwereld. In de sector zijn meer corporaties hier mee bezig, bijvoorbeeld met behulp van het
Doelstelling (13)
Het realiseren van het vastgoedprogramma 2014.
medewerkerstevredenheidsonderzoek. In 2014 startten we
‘Driekamermodel’. We ontwikkelden zelf een ander wat minder ingewikkeld model. Door onze maatschappelijke
Prestatie-indicator
Vastgoedprogramma 2014:
met zogenoemde ‘Broodje met …’-bijeenkomsten: maandelijkse
• Onderhanden: 133 huurwoningen;
activiteiten en prestaties inzichtelijk te maken kunnen we betere keuzes maken en bepalen wat onze
bijeenkomsten voor en door medewerkers waar werkgerelateerde
• Voorbereiden besluitvorming Trefkoel blok B/C;
thema’s worden toegelicht.
• Afronden kwaliteitsverbeteringen Planetenlaan (108 woningen). Realisatie
Resultaten 2014: Bouw Grunobuurt (109 woningen) en Semmelweisstraat
Ambitie
Verbeter de informatievoorziening
Doelstelling (18)
Het bewaken van continuïteit in beschikbaarheid van een primair
(24 woningen) gestart. Oplevering in 2015;
informatiesysteem (vanwege eindigheid
Omgevingsvergunning Trefkoel blok B/C is ontvangen;
van First).
Kwaliteitsverbetering project Planetenlaan (108 woningen) is
Prestatie-indicator
opgeleverd. Ambitie
Voldoe aan externe regelgeving
Doelstelling (14)
Het zorg dragen voor behoud staatssteun
NCCW). Realisatie
Per 1 januari 2014 wordt minimaal 90% van de woningen < € 699,48 verhuurd aan bewoners met inkomen van maximaal € 34.678.
Realisatie
In 2014 zijn er 1.436 sociale huurwoningen toegewezen. Hiervan zijn er 1.426 toegewezen aan huurders met een
Ambitie
Verbeter informatie en communicatie richting onze bewoners
Doelstelling (15)
Via digitale en traditionele middelen vergroten en verbeteren van de communicatie met bewoners/belanghouders van Nijestee.
Prestatie-indicator
• Via NijesTeeVee 1 keer per kwartaal thema’s Strategisch kader onder de aandacht brengen. • Publiceren Jaarbericht 2013. • Organiseren BinnensteBuitenDag.
Realisatie
Advies ontvangen van huurders over inzet NijesTeevee; Jaarbericht 2013 gepubliceerd; BinnensteBuitendag op 10 december gehouden met als thema
1. Betaalbaarheid. Betaalbaar wonen is voor veel huurders de afgelopen paar jaar een stuk lastiger geworden. Wij vinden het belangrijk om samen met bewoners en de Participatieraad te kijken naar oplossingen. Dat Een andere optie is om woningen duurzamer te maken, waardoor de energielasten dalen.
Ontwikkel nieuwe concepten om strategische doelstellingen te
Doelstelling (19)
Het energieneutraal maken van 100 woningen in 2015.
Prestatie-indicator
• In kaart brengen van (rijks)subsidiemogelijkheden. • In kaart brengen van technische mogelijkheden. • 1 of meerdere complexen ‘aanwijzen’ als mogelijk geschikt voor projectmatige investeringen.
Realisatie
We onderscheiden een aantal velden:
kan door bijvoorbeeld matiging van de jaarlijkse huuraanpassing of minder huurverhoging na een verhuizing.
halen
inkomen < € 34.678. Een score van 99%.
wat merken bewoners en woningzoekenden daar van?
•E erste verkennende gesprekken met NCCW zijn gevoerd; zijn gestart.
Ambitie
begonnen met het beschrijven van ‘de goede dingen’: wat doen we om het wonen in buurten prettig te houden en
• Oriënteren op nadere niet-NCCW pakketten. •E erste verkennende gesprekken met alternatieve leveranciers
(borgingsmogelijkheden via het WSW) Prestatie-indicator
• Participeren in ontwikkeling van Agresso (nieuw product van
maatschappelijke prestatie voor huidige en toekomstige huurders in de stad Groningen is. In 2014 zijn we
• Subsidiepalet is geïnventariseerd. Conclusie: geen financiële bijdragen aanwezig. • Doelstelling om 100 woningen te verbeteren niet haalbaar (onzekere wetgeving, tegenvallende investeringskosten). • Technische mogelijkheden zijn in kaart gebracht. Meest kansrijk zijn woningen uit de jaren 60 en 70. • Twee complexen zijn aangewezen als kansrijk.
2. Beschikbaarheid. De stad is een gewilde plek om te wonen en groeit ieder jaar. In Groningen zijn er lange wachtlijsten voor een sociale huurwoning. Door meer nieuw te bouwen of minder sociale huurwoningen te slopen of te verkopen komen er meer woningen beschikbaar voor onze doelgroep: mensen met een lager inkomen of mensen die zorg en begeleiding nodig hebben. 3. Goed, gezond en veilig wonen. Het onderhouden en verbeteren van onze woningen is één van onze kerntaken. Dit doen we zoveel mogelijk in overleg met (nieuwe) bewoners. Daarnaast helpen we bij betalingsachterstand en schakelen we hulpverlening in als we problemen ‘achter de voordeur’ signaleren. 4. Leefbare en prettige buurten. Prettig wonen is meer dan een mooi huis hebben: de hele omgeving telt mee. Een schone en veilige buurt maakt dat je je echt ergens thuis voelt. We bemiddelen bij burenoverlast en hebben mensen in dienst die contact onderhouden met buurtverenigingen, flatcommissies of medewerkers van de gemeente. 5 . Maatschappelijke verbinding. We nodigen huurders en andere belanghouders bewust uit om met ons in gesprek te gaan. Dat doen we bijvoorbeeld door ieder jaar de BinnensteBuitenDag te organiseren, adviezen te vragen over de meest uiteenlopende onderwerpen en door regelmatig met onze Participatieraad te overleggen.
visitatie.
In 2015 gaan we hierover in gesprek met onze huurders en andere belanghouders. Vervolgens bekijken we wat efficiënter en beter kan om die goede dingen ook goed uit te voeren. In het verslagjaar lieten we ook op een andere manier onderzoeken of we ‘de goede dingen’ doen, we gaven opdracht tot visitatie door een onafhankelijke commissie. Voor ons was dit de tweede keer. In 2010 scoorden we bovengemiddeld, ook deze keer springen we er goed uit. Samengevat signaleert de commissie de volgende sterke punten:
11
•
sterk missie- en waardengedreven;
•
samenwerken in partnership;
•
openstaan voor vernieuwende (groeps)initiatieven;
•
vernieuwend in participatie;
•
goede legitimatie voor handelen bij bewoners en belanghebbenden;
•
bereidheid tot investeren.
Al met al is het een mooi rapport, maar we gaan zeker niet achterover leunen. We willen vooruitkijken, want er valt nog veel te verbeteren. Dat is het advies van de commissie, dat geven belanghebbenden aan en dat vinden we zelf ook. Het helpt dat dit rapport daarvoor handvatten biedt. We markeren de volgende punten:
•
We maken beter inzichtelijk wat bewoners en andere samenwerkingspartners van ons kunnen verwachten in de komende jaren. Bijvoorbeeld hoe we omgaan met leefbaarheid.
•
We vertalen onze visie en waarden strakker naar concrete doelstellingen om daarmee maatschappelijk en financieel effectiever te sturen. Heldere kaders bieden meer ruimte aan medewerkers en bewoners en stimuleren betrokkenheid.
•
We zetten de stap van ontwikkel- naar beheerontwikkelcorporatie. Onze gedrevenheid en creativiteit uit de ontwikkelfase gaan we verder doortrekken naar de beheerfase. Beheren door de ogen van de huurder. Zoals we dat al in het verhuisproces hebben vormgegeven (zie verder paragraaf 4.5).
Het complete visitatierapport is te vinden op onze website.
1.6
Besluitpunten bestuur Iedere twee weken komt het directieteam bijeen. Dit bestaat uit de algemeen directeur / bestuurder en vier directeuren die ieder een deel van de organisatie aansturen (zie organogram in Hoofdstuk 7 over Organisatie en Personeel). In het afgelopen jaar werden door het bestuur onder andere de volgende besluiten genomen:
•
Vaststellen samenvatting Strategisch kader 2014-2016
•
Diverse voortgangs- en oplevernotities nieuwbouwprojecten
•
Verlaging leningportefeuille door extra aflossen
•
Toekomst buurtfondsen
•
Toekomst complexen in Kostverloren, Paddepoel en Selwerd
•
Deelname ‘WeHelpen’
•
Aanbieden blote eigendom aan erfpachters
•
Verkoop ontwikkellocaties (onder andere Noorderkerk en Hora Siccamasingel)
•
Terugkoop WiF-complexen (niet onder de geboden voorwaarden)
•
Aanpassen WWS-punten
•
Toetsingskader nieuwbouwprojecten
•
Verkoopvoorwaarden nieuwbouw Typhoon en voorwaarden terugkerende huurders
•
Huishoudelijk Reglement voor nieuw op te richten VvE’s
•
Toepassing nieuwe Warmtewet
•
Nieuw verhuisproces invoeren
•
Aanpassing verkoopprogramma
•
Intentieovereenkomst met SSH Utrecht ontwikkeling Trefkoel
•
Aanvraag WSW: investeringsvoorstel Trefkoel blok B/C
•
Verkoop twee panden bedrijfsmatig vastgoed
•
Inkomensafhankelijke huurverhoging (niet toepassen in 2014)
•
Jaarverslag 2013
•
Gebruik en verhuurvoorwaarden Damsterpoort
•
Concept Begroting 2015
•
Overeenkomst nieuwbouw stichting Het Kopland
•
Management Letter KPMG (interim controle)
13
Bewoners betrekken bij beheer en beleid
Daarnaast ondernam de Partipatieraad in haar eerste jaar allerlei activiteiten:
Zeggenschap van huurders
•
Kennismaking directie en RvC
•
Deelname gesprek visitatiecommissie
•
Overleg met voltallige RvC, besloten is om dit jaarlijks te doen
•
Inhoudelijke voorbereiding BinnensteBuitendag
•
Presentatie tijdens Aedes congres op 20 november
•
Presentatie tijdens lunchbijeenkomst huisgenoten Damsterpoort
•
Interview Nijestee Nieuws-pagina in Groninger Gezinsbode
Bewoners betrekken bij beheer en beleid
2.1
Bewoners betrekken bij beheer en beleid
H 2
H2
In ons Strategisch kader ‘Vooruit naar de oorsprong’ schetsen we de positie van huurders door de jaren heen. Corporaties werden ooit opgericht door betrokken mensen die de minder bedeelden een goede, veilige
Aanvankelijk was het uitgangspunt om 3 of 4 overleggen per jaar te houden. Maar er was veel behoefte aan
woning wilden bieden. De organisaties institutionaliseerden en professionaliseerden. De overheid bepaalde tot
informatie. De raad kwam dit jaar 11 maal bijeen, daarnaast namen leden deel aan diverse werkgroepen. In het
aan het midden van de jaren ‘90 van de vorige eeuw wat corporaties moesten doen om de volkshuisvesting
jaarplan voor 2015 is afgesproken om 6 vergaderingen te houden. Voor de leden van de Participatieraad is een
in Nederland op een goed peil te houden. Vervolgens liet het rijk de teugels vieren en werden corporaties op
vrijwilligersvergoeding beschikbaar.
de hele woningmarkt actief. Ze bouwden niet alleen sociale huurwoningen, maar ook koopwoningen of vrije sectorwoningen. De parlementaire enquêtecommissie onderzocht de misstanden die bij een aantal corporaties optraden, waarbij
2.3
In gesprek met de stad Ieder jaar organiseren we de BinnensteBuitendag. Dan vertellen we wat we het afgelopen jaar gedaan hebben en gaan we vooral het gesprek met bewoners en andere geïnteresseerden aan over de ideeën die bij hen
fraude en mismanagement tot grote schade voor de volkshuisvestingsector leidde. Een van de aanbevelingen
leven. Vaak kiezen we daar een thema voor en nodigen we samenwerkingspartners gericht en persoonlijk uit.
is om huurders weer meer zeggenschap te geven. In de herziene Woningwet is een aantal punten ook bij wet
De Participatieraad maakte dit jaar van de gelegenheid gebruik om zich aan huurders en de buitenwereld te
vastgelegd. Wij delen die conclusies en aanbevelingen: onze toekomst ligt in een veel sterkere binding met
presenteren. In december stonden we samen met hen stil bij de uitkomsten van de visitatie (zie ook paragraaf
bewoners, waarbij zij ons niet als instituut ervaren, maar als betrouwbare partner waarmee ze samen werken
1.5).
aan goed wonen in gemêleerde wijken.
2.2
Daarnaast informeren we iedereen het gehele jaar via sociale media over onze activiteiten of wijzen we bewoners
Formeel overleg
op nieuws over hun eigen buurt. Elke twee weken brengen we een digitale nieuwsbrief uit en publiceren we een
Bij het overleg met bewoners maken we onderscheid in formele en informele vormen. Onder formeel overleg verstaan we de gesprekken die we volgens de Overlegwet moeten voeren met georganiseerde huurders. De wet gaat er daarbij vanuit dat huurders zich zelf organiseren. Tot voor kort was dat bij ons het geval, in diverse wijken waren huurderverenigingen actief om de belangen van huurders te behartigen. In 2013 hieven nagenoeg alle verenigingen zich op bij gebrek aan voldoende bestuursleden. Ze zagen dit al een tijd aankomen, omdat ze de
pagina in een gratis huis-aan-huis blad dat door de hele stad verspreid wordt.
2.4
Tevreden huurders We zijn pas tevreden als onze huurders dat ook zijn. Daarom bellen we ze zelf op om te vragen hoe zij onze dienstverlening waarderen nadat we een reparatieverzoek hebben uitgevoerd. We vragen bewoners of ze
laatste jaren moeite hadden om nieuwe mensen te vinden die jaar-in, jaar-uit willen vergaderen. Samen met
tevreden zijn over onze bereikbaarheid, de deskundigheid en vriendelijkheid van de medewerkers. Daarnaast
het Kennis- en Adviescentrum van de Woonbond zochten zij naar een nieuwe manier om huurders bij ons
willen we weten of het werk netjes is uitgevoerd.
algemene beleid te betrekken. Sinds eind december 2013 werken we met een Participatieraad: een gezelschap van 11 betrokken mensen. In 2014 onderzochten ze samen hoe ze het best met elkaar, met Nijestee en met huurders kunnen samenwerken. De Participatieraad geldt formeel als opdrachtgever van de BAG’s, de BewonersAdviesGroepen. Daarnaast kan Nijestee ook op eigen initiatief een onderwerp voor een BAG aandragen. Een BAG bestaat uit een tijdelijke groep bewoners en/of andere relaties van Nijestee. Deze groep geeft advies over een bepaald onderwerp of thema dat gaat over onze dienstverlening. Als de BAG de opdracht heeft afgerond, heffen we de groep weer op. De uitgebrachte adviezen staan op onze website. De raad besprak onder andere de volgende onderwerpen: •
Profiel werving nieuw lid RvC op voordracht van de huurders
•
Advies concept Begroting 2015
•
Jaarverslag 2013
•
Advies jaarlijkse huuraanpassing
•
Advies ‘Wat is en doet de Participatieraad’
•
Samenvatting Strategisch kader 2014-2016
•
Beleid duurzaamheid
•
Gewijzigd verkoopbeleid
350
337
300 250 200
175
165
155
150 100 50
34
0 1
1
3
3
2
3
4
13 5
6
7
8
9
10
Van alle scores is 98% een 6 of hoger. De grafieken laten zien dat het cijfer 8 het meest voorkomt, namelijk 337 keer. Daarnaast noteerden we 20 keer een 5 of lager. In dat geval nemen we persoonlijk contact op om te vragen wat er aan de hand is.
15
klachten. Dit betreft klachten over de onderhoudstoestand van de woning in relatie tot de huurprijs. In 2014
en bedrijfsmatige zaken, ook de tevredenheid van huurders maakt onderdeel uit van de Benchmark. Aedes
ontving de Huurcommissie negen klachten over Nijestee, een daarvan is naderhand ingetrokken. De aanleiding
hanteert de opzet van de bureaus USP en KWH als standaard. Wij werken met geen van beide organisaties,
was veelal de ontvangst van de afrekening van de bijkomende kosten of de aankondiging van de jaarlijkse
maar met de KlantContactMonitor. Eerder hebben we wel twee keer een grootschalig onderzoek door USP laten
huuraanpassing. Van de acht zaken waarin de Huurcommissie een uitspraak deed, kregen we in zes gevallen
doen. Dat doen we niet meer omdat dit relatief duur is. We werken nu met de KlantContactMonitor omdat we het
gelijk.
Bewoners betrekken bij beheer en beleid
Ook bij de Huurcommissie, een landelijke, onafhankelijke overheidsorganisatie, kunnen bewoners terecht voor
In de Benchmark staan niet alleen gegevens die eerder door het CFV werden verzameld over allerlei financiële
H 2
Op 20 november 2014 presenteerde Aedes tijdens haar ledencongres hun eerste Benchmark Woningcorporaties.
tijdstip van de meting kunnen afstemmen op recente acties. Daarnaast kunnen we zelf inzoomen op bepaalde onderwerpen als daar behoefte aan is en hebben we dagelijks inzicht in de laatste resultaten. Ook onze eigen
In 2013 deed de Huurcommissie in zeven gevallen uitspraak, in 2012 ging het ook om zeven zaken.
tevredenheidsonderzoeken passen niet in het format waar de koepel mee werkt.
De Huurcommissie doet alleen uitspraken over klachten van mensen die in een sociale huurwoning wonen, dus niet in een vrije sectorwoning. In dat geval toetst de commissie alleen of de aanvangshuur redelijk is.
We vinden het een goed initiatief dat Aedes de tevredenheid van huurders landelijk in beeld brengt. We passen
Een aantal jaren geleden schroefde de Huurcommissie haar legesgelden op. We betalen per zaak € 450
onze vraagstellingen in de KlantContactMonitor aan zodat die volgend jaar wel voldoen aan de eisen van de
aan leges, de kosten krijgen we terug als we in het gelijk worden gesteld.
Benchmark.
2.5
Klachtenafhandeling Dagelijks bellen en mailen bewoners ons met allerlei vragen en voeren we reparatieverzoeken uit. Met zoveel contact met bewoners en woningzoekenden kan het zijn dat bewoners een klacht indienen over de dienstverlening, ons beleid of het gedrag van onze medewerkers. Dergelijke signalen horen we graag, want iedere klacht is een gratis advies om zaken te verbeteren. Alle klachten komen binnen bij de klachtencoördinator die de klachten over de afdelingen verdeelt om afgehandeld te worden. Ons beleid is om binnen 10 werkdagen inhoudelijk antwoord te geven en/of duidelijke werkafspraken te maken. Het aantal klachten fluctueert per jaar: 350
300
250
200
150
100
50
0
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
In 2014 kwamen 167 klachten bij ons binnen, iets minder dan in 2012 (179). Alle klachten handelen we zo zorgvuldig mogelijk af. Desondanks kan het natuurlijk zijn dat een bewoner het niet eens is met een beslissing of niet tevreden is over de afhandeling van de klacht. In Groningen is de ‘Klachtencommissie Gezamenlijke Corporaties Groningen’ actief. Bij deze commissie kunnen bewoners klachten indienen die te maken hebben met het toepassen van de regels, de dienstverlening of de manier waarop men is behandeld. Bewoners kunnen ook rechtstreeks naar deze Klachtencommissie stappen, zonder eerst een klacht bij ons in te dienen. We hanteren als regel dat we het advies van de Klachtencommissie opvolgen. In het kalenderjaar 2014 ontving de Klachtencommissie zes zaken. In vijf zaken stelde de commissie ons in het gelijk, in één geval kwamen we op advies van de commissie met de bewoner tot nadere afspraken. In 2013 deed de Klachtencommissie vijf uitspraken, in 2012 ging het om twee zaken.
17
H3
3.1
Bewoners betrekken bij beheer en beleid
Kwaliteit van het woningbezit
Onderhoud en verbetering We verhuren circa 13.500 woningen, verspreid over 22 buurten in de stad Groningen. We besteden veel tijd en aandacht aan regulier onderhoud. Dagelijks pakken we reparatieverzoeken op, want er kan altijd iets stuk gaan. Ons beleid is om de werkzaamheden zoveel mogelijk met eigen medewerkers uit te voeren: zij zijn onze ogen en oren in de wijk. Ze kennen de mensen, de buurt en de bijzonderheden van een woning. Specialistische klussen besteden we uit aan externen, zoals werkzaamheden aan riolering of elektrische installaties. Onderstaande tabel laat de inzet door de eigen dienst zien in verhouding tot de inzet van derden bij storingen en reparatieverzoeken. Uitvoerende
Aantal taken
% taken
% kosten
Eigen Dienst
15.835
77%
52%
Derden
4.619
23%
48%
Totaal
20.454
100%
100%
Afgelopen jaar volgde een deel van de vakmannen een cursus over het leggen van zandcement dekvloeren. Een van onze eigen tegelzetters spijkerde de kennis van de anderen bij, zodat ze nog breder inzetbaar zijn. Tot nu toe werd het leggen van badkamervloeren bijvoorbeeld uitbesteed aan een aannemer, dat kunnen we in de toekomst zelf doen. De voordelen op een rij: •
De bewoner is niet meer afhankelijk van de planning van een aannemer;
•
De vloer kan op ieder moment gelegd worden;
•
Minder droogtijd;
•
Kostenbesparend;
•
De vloer is sneller weer toegankelijk voor de huurders.
We gaan in de toekomst verder kijken naar dit soort constructies om onderhoud slimmer te organiseren en bewoners op een goede manier te bedienen. In 2014 investeerden we € 20,2 miljoen in de kwaliteit van onze woningen: 2014
x 1 mln
%
%
Dagelijks onderhoud
€ 7.942.000
€ 7,9
100%
39%
1 Reparatieverzoeken
€ 4.168.000
€ 4,2
52%
2 Verhuizing
€ 1.497.000
€ 1,5
19%
€ 59.000
€ 0,1
1%
4 Kwaliteitsverbetering
€ 543.000
€ 0,5
7%
5 Verkoopklaar maken
€ 330.000
€ 0,3
4%
6 Serviceonderhoud
€ 851.000
€ 0,9
11%
7 Asbestsanering
€ 494.000
€ 0,5
6%
3 WMO-aanpassingen
19
H 3
De formule is even simpel als doelmatig: Projectmatig onderhoud
€ 12.280.000
€ 12,3
100%
61%
1 Projecten
€ 8.076.000
€ 8,1
68%
2 Periodiek en contractonderhoud
€ 2.387.000
€ 2,4
18%
•
Grunneger Power geeft informatie en nodigt bewoners in grondgebonden woningen uit om mee te doen;
€ 53.000
€ 0,1
0%
•
Nijestee stelt het dak gratis beschikbaar en schiet de financiering voor;
€ 1.557.000
€ 1,6
12%
•
De huurder betaalt de investering terug via een huurverhoging van circa € 20 per maand;
€ 208.000
€ 0,2
2%
•
De huurder betaalt een lagere energierekening en heeft een financieel voordeel van € 5-10 per maand;
€ 20.222.000
€ 20,2
•
De panelen blijven liggen na eventuele verhuizing. Voor de volgende huurder gelden dezelfde voorwaarden,
4 Bijdrage VvE 7 Asbestsanering Eindtotaal
Grunneger Power sluit een contract met een of enkele van haar aanbevolen leveranciers voor het gehele project. Criteria hiervoor zijn de kwaliteit, garanties en prijs;
100%
Kwaliteit van het woningbezit
3 Kwaliteitsverbetering
•
zodat ook die van de voordelen van zonne-energie kan profiteren; De energielasten maken een groot onderdeel uit van de totale woonlasten. Daarom verbeterden we de afgelopen
•
jaren complete bouwblokken, waarbij we energiebesparende maatregelen troffen, zoals plaatsing van dubbel
Grunneger Power ontvangt een vergoeding voor haar inspanningen per deelnemer op basis van ‘no cure, no pay’.
glas, dakisolatie of zuinige verwarmingsinstallaties. In onze meerjarenbegroting trekken we minder geld uit voor grootschalige verbeteringen, omdat we aan strengere financieringseisen moeten voldoen. We lieten door externe deskundigen doorrekenen of dit verantwoord is. Onder andere TNO kwam tot de conclusie dat de kwaliteit op peil blijft en dat de verhuurbaarheid de komende jaren niet in het geding komt. De energiekwaliteit van woningen wordt weergegeven via energielabels, waarbij A+ de hoogste kwaliteit heeft en
3.3
G de laagste. Al met al zijn onze woningen aantoonbaar verbeterd:
Veilig wonen In de afgelopen jaren zijn er steeds meer aardbevingen op het platteland als gevolg van de gaswinning ten Noordoosten van de stad, waar het episch centrum ligt. De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is verantwoordelijk voor de gasboringen. Door de onrust die de aardbevingen veroorzaken, haalt zij minder gas uit het hart van het Groningse gasveld. De kans op bevingen dichter bij de stad neemt daardoor toe, daarnaast
5000
bestaat het risico dat ook de kracht van de schokken toeneemt. De bevingen zijn ondertussen ook gevoeld in de stad, we kregen een vijftiental meldingen van schade die we geclaimd hebben bij de NAM. Sinds 2014 is
4000
aardbevingsschade daarom ook voor ons een thema.
3000
We bereidden ons op verschillende manieren voor op de gevolgen van eventueel volgende aardbevingen. In het najaar van 2014 startten we met een inspectie van alle woningen in Beijum, Lewenborg en de Oosterparkwijk. Ook trokken we samen met collega-corporaties op om kennis en ervaringen te delen. In geval van schade staat
2000
de veiligheid en het herstel van het woongenot van de bewoner voorop. Waardedaling van vastgoed is in een aantal dorpen ten noordoosten van de stad een issue, maar dit was in 2014 voor onze woningen niet aan de
1000
orde. Ook het aantal verkopen bleef op peil.
0 A+ januari 2009
A maart 2011
B februari 2012
C
D februari 2013
E januari 2014
F
G januari 2015
3.4
Nieuwe woningen Woningcorporaties speelden tot voor kort een belangrijke rol bij de ontwikkeling van de woningmarkt. In 2013 waren we samen met collega-corporaties nog verantwoordelijk voor ongeveer 60% van de bouwproductie in de stad. In 2014 liggen de verhoudingen totaal anders: er kwamen 1.016 woningen in de stad bij, wij leverden
Er is wel een lichte trendbreuk te zien in het afgelopen jaar. De tendens was altijd dat er ieder jaar meer
daarvan 14 nieuwe (jongeren)woningen op en kwamen 13 koopwoningen op onze grond gereed. Wel hebben we
woningen met een A- of B-label bij kwamen, omdat we woningen projectmatig verbeterden en nieuwe woningen
150 woningen onderhanden: 91 huur- en 59 koopwoningen.
opleverden. Het afgelopen jaar leverden we 14 nieuwe woningen op en verkochten we meer woningen met een relatief zuinig label. Ook verbeterden we minder woningen in een keer grootscheeps, alleen 108 woningen aan de Planetenlaan kwamen dit jaar gereed. Dit alles heeft zijn weerslag op het totaal aantal woningen met een A- en B-label.
3.2
Zonnepanelen op verzoek We bezitten zo’n 3.000 grondgebonden woningen die in principe geschikt zijn om van zonnepanelen te voorzien. We merken dat steeds vaker de vraag van huurders komt, welke ruimte er is om met hun huurwoning zonneenergie op te vangen. Als we dat per woning apart doen, wordt dat duur en te ingewikkeld. Dat principe hanteren we al langer: keuze is goed, maar maatwerk is te duur. Ons beleid is dat wanneer er minimaal 20 bewoners in een straat meedoen, we meehelpen om zonnepanelen in te kopen en de plaatsing te organiseren. Sinds een paar jaar is de lokale energiecoöperatie Grunneger Power in Groningen en omstreken actief. Deze organisatie is er goed in om groepen groene gelijkgezinden bij elkaar te brengen. In 2014 bereidden we een structurele samenwerking voor om onze huurders de gelegenheid te bieden zonnepanelen te plaatsen. Begin 2015 formaliseren we de afspraken in een contract en gaan we van start.
21
Nijestee verkoop 1997- 2013: aantal woningen per jaar, woning- en complexgewijze verkoop
Hieronder staat een overzicht van de nieuwbouwprojecten die we onderhanden hebben. Huur
Koop
Huur
Koop
400
Koop
350
Ul
o t im
o t im
Ul
In
In
in
in
in
ui g
g
rin
rin
oe tv
e rd ve
e rd ve
oe tv
ui
le
le
250
ko
ur
ur
wo op
hu
ko
hu
ni
wo ng en
en
en
ng
ng
ni
ni
wo
Centrum Hofstede de Grootkade (Jongeren)
300
on
ge op
ge op
/ g lin ke ik gen tw n ni on in pwo / 14 oo g k 20 lin k o ke oe ik gen tim erz tw n Ul d on oni on n i rw in en 14 uu ng 20 k h ni o oe wo tim erz op d
Ul
14 20
14 20
14 20
14 20
Omschrijving
Huur
200
150 14
Oosterparkwijk
100
De Velden - Kopland
22
De Velden - Kopland woonzorgvoorziening
1
50
Grunobuurt Grunobuurt blok 6 – Typhoon
67
42
0
Corpus den Hoorn Klein Corpus Semmelweisstraat fase 2
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2014
24
Klein Corpus Semmelweisstraat fase 3
Woning
24
Complex
Paddepoel Paddepoel Zuidoost / ZON
13
17
Trefkoel Blok B/C Totaal
Vanaf 2002 verkochten we ook hele complexen in één keer aan collega-corporaties of het Wooninvesteringsfonds
465 14
13
91
59
512
30
(Wif). Het Wif kwam het afgelopen jaar in financiële problemen en wilde onze voormalige huurwoningen verkopen aan een Engelse belegger. Wij hebben aangegeven te betreuren dat deze woningen in commerciële verhuur en
3.5
Verkoop
beheer dreigen te vallen, maar wilden die niet terugkopen onder de voorwaarden die het Wif stelde. Verkoop is nog steeds een belangrijke motor van onze portefeuillevernieuwing, daarom gaan we daar mee door.
Verkoop bestaande huurwoningen
Maar we zijn kritischer geworden op de verkoop van goedkope woningen. Eind 2014 besloten we om ongeveer
We verkopen huurwoningen in allerlei soorten en maten: klein, groot, nieuw, oud, laagbouw, gestapeld, goedkoop
360 goedkopere huurwoningen uit het verkoopprogramma te halen en daarvoor in de plaats ongeveer 440
en wat duurder in wel 30 verschillende buurten verspreid over de stad. In 2014 verkochten we 166 woningen
duurdere huurwoningen toe te voegen. Met deze bijstelling leveren we een bijdrage aan behoud van betaalbare
met verkoopprijzen overwegend tussen € 80.000 en € 140.000. Daarmee bedienen we vooral starters die niet
huurwoningen. Deze aanpassing ligt in lijn met het BAG-advies over de begroting dat een groep bewoners in het
meer in een sociale huurwoning kunnen instromen en bieden we hun een goed alternatief in onze wijken. Ook
najaar uitbracht op dit punt.
verkopen we woningen aan ouders van studenten, met de bepaling dat daar alleen een zoon of dochter in mag wonen met maximaal een huisgenoot. Begin 2015 is ongeveer 20% van al onze huurwoningen gelabeld voor verkoop. De woning bieden we eerst aan de zittende huurders aan, maar de ervaring leert dat hier maar beperkt gebruik van wordt gemaakt. Verreweg de
Nijesteevoorraad 1-7-2014: huurcategorie en verkooplabel 14.000
3a - Vrije sector huur; verkooplabel 3
12.000
meeste woningen verkopen we na huuropzegging aan een nieuwe bewoner. Bij gestapelde bouw richten we een Vereniging van Eigenaren (VvE) op. We zorgen dat de VvE een goede start kan maken en stimuleren dat kopers en huurders met elkaar het beheer van gemeenschappelijke delen van het complex organiseren. We verkopen al 25 jaar huurwoningen. In eerste instantie deden we dit omdat een deel van de huurders graag een woning wilde kopen. We vonden het ook nuttig omdat een mix van kopen en huren bijdraagt aan een meer gemêleerde bevolkingsopbouw in onze buurten. In latere jaren bleven we verkopen, maar dan meer om geld te verdienen om nieuwe woningen te kunnen bouwen. Met de bouw van nieuwe huurwoningen blijft het aantal
- Vrije sector huur
2a - Potentieel vshuur; verkooplabel
10.000
2
- Potentieel vshuur
8.000
1a - Sociale huur; verkooplabel
6.000
1
- Sociale huur
4.000 2.000
huurwoningen per saldo op peil. 0
Actueel
Na herrijking
De gemeente en Participatieraad reageerden positief op dit voorstel om betaalbaarheid prioriteit te geven. De verkoop verliep afgelopen jaar goed, maar dit gaat nog steeds niet vanzelf. We besteedden het afgelopen jaar dan ook veel aandacht aan de uitstraling van de woning. Door woningen in te richten zorgen we voor een goed beeld van de gebruiksmogelijkheden. 23
ZON
Centrum
Het Kopland
Overzicht projecten + GPS coördinaten
- Dr. Hofstede de Grootkade GPS 53.21886 / 655485
De Velden - Kopland GPS 53.22738 / 6.57966
- Kopland - woonvoorziening GPS 53.22738 / 6.57966
Grunobuurt Blok 6 / Typhoon GPS 53.20764 / 6.55990
Klein Corpus fase 2
Dr. Hofstede de Grootkade
GPS 53.22577 / 6.54790
Klein Corpus fase 3 GPS 53.19500 / 6.55193
Paddepoel Zuidoost / ZON GPS 53.22577 / 6.54790
Trefkoel GPS 53.22999 / 6.54170
Trefkoel
Klein Corpus
Typhoon 25
De verkoop van nieuwbouwwoningen is in 2014 aangetrokken ten opzichte van het jaar er voor. In Paddepoel
Groningen is een stad in beweging. De grote onderwijsinstellingen trekken bijvoorbeeld ieder jaar duizenden nieuwe mensen aan. Met de gemeente en collega-corporaties maakten we in het Nieuw Lokaal Akkoord 2.0
is opgeleverd. Daarna is in fase 5&6 zo’n 70% verkocht van de 17 woningen verkocht en is het project in
meerjarige afspraken over de bouw van woningen. Onder de vlag van BouwJong maakten we aanvullende
aanbouw genomen. In de Grunobuurt zitten we midden in een vernieuwing van de hele buurt. Typhoon is ons
afspraken over de huisvesting van jongeren. Die afspraken komen we graag na, omdat dit in het belang van de
laatste nieuwbouwproject met een mix van koop- en huurwoningen. Dit vloeit voort uit de afspraken met de
stad is. In het verleden kochten we locaties aan om al die plannen te ontwikkelen.
Kwaliteit van het woningbezit
zuid-oost is in het plan Zon fase 3&4 de resterende 50% verkocht. Het project van totaal 13 eengezinswoningen
Aan- en verkoop van bouwlocaties
H 3
3.6
Verkoop nieuwbouwwoningen
gemeente die we in 1998 maakten om wijken te vernieuwen. Binnen het nieuwe speelveld van corporaties is hier in het vervolg geen ruimte meer voor.
Met het Woonakkoord van Rutte II werd duidelijk dat er grote veranderingen voor corporaties op stapel stonden; ondertussen is de verhuurdersheffing ingevoerd en hanteren toezichthouders en financiers striktere normen.
Hieronder een overzicht van de woningen die we verkochten in nieuwbouwprojecten.
Daarnaast staat in de herziene Woningwet een verdere afbakening van de activiteiten van corporaties, zo wordt het lastiger om koopwoningen of duurdere huurwoningen te bouwen. Duidelijk is dat we niet meer alle locaties
Project
Status
Te verkopen
T/m 2013 verkocht
In 2014 verkocht
< € 200.000
< € 200.000
> € 200.000
kunnen ontwikkelen. Daarom bekijken we al een aantal jaren of we bouwlocaties kunnen afstoten. Het afgelopen
Nog te verkopen
jaar kochten we geen nieuwe locaties.
> € 200.000
Zon fase 3&4
Opgeleverd
13
3
4
5
1
0
Eind 2014 is de stand van zaken als volgt:
Zon fase 5&6
Aanbouw
17
0
0
11
1
5
•
De Noorderkerk is voor € 900.000 verkocht, transport volgt in 2015;
Grunobuurt Blok 6 Aanbouw
42
0
0
11
13
18
•
Over de verkoop van de locatie Hora Siccamasingel bereikten we een principe overeenstemming, transport
(Typhoon) Totaal
volgt in 2015; 72
3
4
27
15
23
•
Met de gemeente Groningen sloten we een principe overeenkomst over de verkoop van Ciboga Schots 8, transport volgt in 2015;
•
Bijzonderheden: •
in 2015
Bij de projecten Zon verkopen wij alleen de grond en ontwikkelkosten. KUUB verzorgt het bouw- en
•
verkoopproces. Begin januari 2015 verkochten we nog twee kavels; •
Ook voor de verkoop van Bloemstraat 3/5/7 bereikten we een principe overeenstemming, transport volgt De locatie Taxicentrale is in 2013 al voor een deel voor € 475.000 verkocht, het resterende deel van € 475.000 volgt in 2015.
De verkoop van de woningen in de Grunobuurt startte in het najaar van 2014 en verloopt voorspoedig: 24 kopers zetten hun handtekening. Bij het project Typhoon stonden in januari 2015 ook nog eens negen
We bezitten daarnaast nog enkele andere bouwlocaties. De waarde van deze locaties wordt jaarlijks (extern)
van de achttien nog te verkopen woningen onder optie.
getoetst, dit resulteerde in het afgelopen jaar in een afwaardering van € 4,1 miljoen. In onderstaande tabel een specificatie van de afwaardering. Bepaalde locaties hebben een relatie met de geplande verkoop in 2015, zoals bijvoorbeeld de Noorderkerk en Hora Siccamasingel.
Verkoop niet-woningen We verhuren en beheren ook vastgoed zonder woonfunctie. De minister maakt onderscheid tussen
Locatie
Taxatie ultimo 2013
Taxatie ultimo 2014
Afwaardering
‘maatschappelijk vastgoed’ en ‘bedrijfsmatig vastgoed’. Soms is vastgoed direct ondersteunend aan woningen,
Noorderkerk
1.400.000
900.000
500.000
zoals ketelhuizen. Soms hebben de panden een maatschappelijke functie, zoals een buurtpand.
Hora Siccamasingel
1.050.000
950.000
100.000
Dierenriemstraat 100 (Gak)
1.500.000
1.025.000
475.000
Al het overig vastgoed valt onder de categorie ‘bedrijfsmatig vastgoed’, zoals een bedrijfspand of parkeerplaats.
De Velden
4.605.000
4.163.000
442.000
Wij willen dit type vastgoed verkopen, mits dat financieel aantrekkelijk genoeg is. Het gaat dan niet enkel om de
Damsterdiep 269
winst op de verkoopprijs, maar bijvoorbeeld ook of het beheer van aangrenzende woningen die we in eigendom
Totaal
3.149.000
600.000
2.549.000
11.704.000
7.638.000
4.066.000
behouden daarmee niet duurder wordt. We hebben ook bedrijfsmatig vastgoed dat we over enkele jaren willen slopen om daarna huurwoningen te bouwen.
Een paar opmerkingen:
We inventariseerden ons bedrijfsmatig vastgoed en gaan ruim 600 vastgoedeenheden aanmerken om te verkopen, het gros hiervan zijn bergingen en parkeerplaatsen. In 2015 maken we een verkoopplan om te
•
Damsterdiep 269: - De loods op de locatie verhuren we momenteel voor € 95.000 per jaar (tot en met 2019). De taxateur
bekijken op welke manier we dit in de markt kunnen zetten. In het afgelopen jaar verkochten we al
heeft nu slechts het onderhavige huurcontract gewaardeerd en houdt vanwege de looptijd van het
14 bedrijfsmatige panden en 10 bergingen/parkeerplaatsen.
contract geen rekening met toekomstige ontwikkelingen. Vandaar de relatief lage taxatiewaarde;
- De locatie kochten we in 2001 voor € 2,05 miljoen. In afwachting van ontwikkeling van de
Erfpacht
Eemskanaalzone is daar jaarlijks (tot en met 2009) rente aan toegevoegd (totaal € 1,1 miljoen).
De Oosterparkwijk bestond tot een jaar of 10 geleden vooral uit sociale huurwoningen. Met de gemeente
Vanaf 2010 is geen rente meer toegevoegd omdat we verwachtten dat concrete ontwikkeling nog enige
maakten we een plan om mensen ook de mogelijkheid te bieden om een woning te kopen. Om woningen
jaren zou duren. Met deze afwaardering wordt de reeds geboekte toegerekende rente gecorrigeerd;
betaalbaar te houden maakten we in een aantal gevallen gebruik van een erfpachtconstructie: de koper kocht
- Een deel van de locatie wordt gebruikt voor exploitatie van 150 studio’s (oplevering 2006).
alleen het huis, de grond bleef ons eigendom en de koper betaalde voor het gebruik een percentage van de
De overwaarde hiervan (bedrijfswaarde minus boekwaarde) bedraagt € 1,9 miljoen en is verwerkt in
grondwaarde. Het recht van erfpacht had een looptijd van 30 jaar. Eind 2011 startten we met een viertal projecten waarbij de ‘erfpachters’ de grond alsnog konden kopen. In het verslagjaar verkochten we acht kavels.
de reguliere jaarrekeningcijfers. •
Ciboga schots 8 is in het verleden afgewaardeerd naar € 500.000. In 2015 verkopen we deze locatie
Tot en met 2014 maakten in totaal 77 huishoudens gebruik van de kans om de grond alsnog te kopen.
terug aan de gemeente voor het oorspronkelijke bedrag van € 1,5 miljoen. De positieve herwaardering van
Er resteren nog 190 kavels.
€ 1 miljoen verantwoorden we in de boeken van 2015. 27
H4
4.1
4.1.1
Huisvesten van de doelgroep Huurbeleid
Rijksbeleid
Minister Blok stuurt met zijn Woonakkoord en Herzieningswet aan op verkleining van de sociale huursector ten gunste van ‘de markt’. Met de verhuurdersheffing noopt hij corporaties tot hogere huurinkomsten en verkoop van bestaande huurwoningen. Daarvoor heeft hij het verkoopbeleid en huurbeleid verruimd. Belangrijke ingrediënten van zijn huurbeleid zijn de jaarlijkse huurstijging van 1,5% boven inflatie, de bevriezing voor drie jaar van de huurtoeslaggrens (€ 710) en het opnemen van WOZ-waarde in het woningwaarderingsstelsel. Daarbij is in 2013 de inkomensafhankelijke huurverhoging ingevoerd om scheefwonen te bestrijden en komt er een systeem van huursombenadering in 2016. Er komt nog een passendheidstoets om bij een nieuwe verhuring strakker te sturen op inkomen en huurprijs om daarmee gebruik van huurtoeslag in te dammen en betaalbaarheid te borgen. Tot slot volgt nog uitbreiding van tijdelijke huurcontracten.
4.1.2
Nijestee
Binnen dit speelveld willen we voldoende, goede, passende en betaalbare huurwoningen in de stad Groningen bieden. Dit terwijl wij steeds meer inkomsten uit verhuur en verkoop van woningen moeten halen. Dat dwingt ons tot keuzes in betaalbaar wonen en huurbeleid. In 2015 hakken we daarover knopen door in samenspraak met huurders en gemeente. Betaalbaar wonen is ook een belangrijk onderdeel van de nieuwe Woonvisie die de gemeente in 2015 opstelt. De belangrijkste discussiepunten over betaalbare woningen zijn: •
Beschikbare of betaalbare woningen. De overheid bepaalt de criteria van betaalbare huren. Wij dragen vooral verantwoordelijkheid om voldoende betaalbare woningen te bieden die ook in voldoende mate beschikbaar zijn. Het is ook onze eerste zorg om huurders goed voor te lichten over betaalbaar wonen en te signaleren of er problemen ontstaan en hier in te begeleiden. Aangezien in Groningen de doelgroep die aanspraak kan maken op een sociale huurwoning (75.000 huishoudens) beduidend groter is dan de sociale huurvoorraad (38.000 woningen), zien wij beschikbaarheid en toegankelijkheid als het belangrijkste aspect waaraan wij het meest kunnen bijdragen.
•
Keuze bieden of reguleren. Volledige keuze bieden aan bewoners met een laag inkomen in welke woning ze willen wonen of dat voor hun met regelgeving te bepalen. Dat zijn de uiteinden van een as waarbinnen wij onze positie bepalen. Wij hechten aan keuzevrijheid, want dit verhoogt het woongenot en betrokkenheid en draagt bij aan gemêleerde buurten. Daarom bieden we in vrijwel alle wijken woningen aan met verschillende kwaliteit en prijs, waar bewoners met een inkomen onder € 34.000/38.000 kunnen wonen.
•
Lagere energierekening of minder huurverhoging. Het energieverbruik is een belangrijke sleutel in betaalbaar wonen. Daarom investeerden we in de verbetering van woningen of bieden we de mogelijkheid om zonnepanelen te plaatsen. Dit levert een lagere energierekening op, jaar in jaar uit. Een lagere huurprijs is minder effectief: de laagste inkomens merken daar niets van doordat zij huurtoeslag ontvangen. De baten hiervan komen in feite ten goede aan de staatskas, daarnaast beperkt dit onze investeringsruimte voor energiebesparende maatregelen.
In 2014 pasten we per 1 juli voor alle woningen een huurverhoging van 4% toe. Dit percentage is opgebouwd uit het inflatiecijfer van 2,5% en de wettelijk toegestane opslag van 1,5%. Daarmee stijgen 230 woningen tijdelijk boven de huurtoeslaggrens van € 699 uit, en komen er per 1 januari 2015 weer onder als deze toeslaggrens weer stijgt. Huurders behouden het recht op huurtoeslag.
29
krijgt de woning als eerste aangeboden. Bewoners die een sociale huurwoning achterlaten kunnen zogenoemde
verdienen dan € 34.085 en in een sociale huurwoning wonen. Wij zagen hiervan af omdat we zorgen hebben over
‘woonduurpunten’ opbouwen. Bij inschrijving krijgen ze met terugwerkende kracht 0,5 punt per maand erbij.
H 4
De minister biedt ook ruimte om een inkomensafhankelijke huurverhoging toe te passen bij huishoudens die meer
op de kwaliteit van een woning en niet op het inkomen van een huurder.
Huisvesten van de doelgroep
de zorgvuldigheid van de gehele procedure. Daarnaast is ons beleid om de prijs zoveel mogelijk af te stemmen Op alle regels gelden uitzonderingen, zo ook hier. Woonruimte voor grote gezinnen is bijvoorbeeld schaars. Mochten grote gezinnen aantoonbaar in de problemen komen, dan krijgen zij op basis van urgentie een aanvulling Bij een nieuwe verhuring verhogen we de huur tot 90% van de maximale redelijke huur volgens het puntenstelsel.
tot 200 punten. Op deze manier maken ze sneller kans op geschikte woonruimte. Daarnaast kunnen zich altijd
We zorgen er wel voor dat bijna alle sociale huurwoningen binnen bereik van huurtoeslag blijven. Al met al bieden
zaken voordoen die op korte termijn om een oplossing vragen, bijvoorbeeld in geval van ziekte. Bewoners
we in vergelijking met de andere corporaties die in de stad werkzaam zijn een behoorlijk aantal betaalbare
kunnen dan op basis van urgentie voorrang krijgen. Ook maken we uitzonderingen voor kwetsbare personen,
woningen. Om een beeld te geven hieronder overzicht van de huurprijzen van zelfstandige sociale huurwoningen
zoals ex-psychiatrische patiënten, ex-gedetineerden, verslaafden en dergelijke. Samen met instellingen en de
onder € 681 (de maximumgrens sociale sector per juli 2013).
andere corporaties zorgen we ervoor dat zij een onderdak krijgen, meestal onder de voorwaarde dat ze zorg en/ of begeleiding accepteren.
Groningen juli 2013: Zelfstandige sociale huurvoorraad; naar huurtoeslaggrenzen (in %) Verhuringen naar doelgroep
100
2014
2013
2012
2011
2010
8,5%
6%
8%
6%
4%
2%
4%
3%
3%
3%
Urgente grote gezinnen
2,5%
3%
4%
1%
1%
Urgenten regulier
6,5%
7%
8%
8%
10%
90 Kwetsbare personen
80
Wijkvernieuwingsurgenten
70 60
Regulier woningzoekenden
80,5%
80%
77%
82%
81%
50
Totaal
100%
100%
100%
100%
100%
40
In de stad Groningen kwamen 2.971 sociale huurwoningen vrij in 2014. Hiervan werden 212 verhuurd aan kwetsbare personen, 97 huishoudens vonden onderdak bij Nijestee.
30
4.4
20 10
Inkomenstoets nieuwe huurders Vanaf 1 januari 2011 zijn corporaties verplicht om bij nieuwe verhuringen het verzamelinkomen van nieuwe huurders te toetsen en deze gegevens te registreren. Dat was aanvankelijk een lastige opgave, want mensen kwamen in de praktijk met inkomensverklaringen uit verschillende landen en in diverse valuta. Met ingang
0 Huismeesters
Lefier
Nijestee
Patrimonium
van 2013 is door het ministerie bepaald dat een IB60-formulier van de Nederlandse Belastingdienst moet
Steelande
worden overlegd of - in geval van studenten - een DUO-verklaring. We controleren zelf altijd om de zoveel tijd of Tot € 375
4.2
Tussen € 375 en € 536
routinematige zaken correct door medewerkers worden uitgevoerd. In het afgelopen jaar besteedden we veel tijd
Tussen € 536 en € 681
en aandacht aan een zorgvuldige uitvoering van deze rijksmaatregel, waarin bepaald is dat minimaal 90% van de sociale huurwoningen (huur tot € 699,48) verhuurd moeten worden aan huishoudens met een verzamelinkomen
Afspraken over huisvesting van jongeren
van maximaal € 34.678.
Goed en betaalbaar huisvesten van (buitenlandse) studenten is belangrijk voor de stad, we willen graag dat jongeren hier komen studeren. In het Nieuw Lokaal Akkoord maakten we afspraken over jongerenhuisvesting
We verhuurden in het verslagjaar 1.436 sociale huurwoningen, inclusief tijdelijke en onzelfstandige woningen.
en sinds 2010 leverden we 630 nieuwe eenheden op. Buitenlandse studenten hebben behoefte aan tijdelijke,
In de stad Groningen liggen de inkomens lager dan het landelijk gemiddelde, het overgrote deel van de
gemeubileerde woonruimte.
woningzoekenden voldeed aan de inkomenseis. In slechts enkele gevallen besloten we af te wijken van deze inkomenseis. De accountant controleerde steeksproefsgewijs of we daadwerkelijk aan de regels voldoen.
4.3
De landelijke studentenhuisvester SSH verzorgt per 1 januari 2015 de huisvesting van buitenlandse studenten in
In 2014 zijn vrijwel alle individuele verhuringen (circa 99%) van sociale huurwoningen binnen de gestelde
de stad. Samen met De Huismeesters en Lefier leveren we de benodigde woonruimte. Op die manier garanderen
inkomensgrens gebleven. We verhuren ook woningen aan instellingen die werkzaam zijn in de hulpverlening.
we in Groningen goede huisvesting en service voor de internationale gasten van de Rijksuniversiteit en de
Hun cliënten wonen daar met diverse vormen van begeleiding, bijvoorbeeld om na een opname in een
Hanzehogeschool. SSH verhuurt circa 19.000 studentenkamers en -woningen in Rotterdam, Utrecht, Zwolle,
verslavingskliniek weer te leren om zelfstandig te wonen. In die gevallen zijn we afhankelijk van de medewerking
Amersfoort, Maastricht en Tilburg. In september ondertekenden we de afspraken, waarbij de Rijksuniversiteit
van instellingen om inzicht in de inkomensgegevens te krijgen. In 2015 gaat de accountant de gegevens van de
en de Hanzehogeschool garant staan voor de afname van een vast aantal eenheden.
instellingen beoordelen.
Schaarse ruimte verdelen De stad Groningen heeft een bijzondere positie in de regio. Het platteland - met name ten noorden en oosten van de stad - kampt met een dalende bevolking, maar de stad blijft steeds nieuwe mensen trekken en groeit. Daarom
4.5
Keuzevrijheid voor nieuwe bewoners Bij een nieuwe verhuring werkten we tot voor kort met een duidelijke omschrijving van zaken die gecontroleerd en aangepast moeten worden voordat we die aan een volgende huurder aanboden. Vaak maakten we van de
is een transparant verdeelsysteem van de sociale huurwoningen een must. De woonruimteverdeling in de stad
gelegenheid gebruik om de hele woning te verbeteren. Een mooi moment, want zittende huurders hebben dan
regelen we al jaren samen met collega-corporaties via het digitale systeem WoningNet. Woningen die vrij komen
geen last van werkzaamheden in hun eigen huis.
na een verhuizing presenteren we en alle ingeschreven woningzoekenden onder de inkomensnorm (zie paragraaf 4.4) kunnen daarop reageren. Iedere maand op de wachtlijst levert een punt op, degene met de meeste punten 31
WKO-installaties en wijk- of blokverwarming. Zo’n 2.500 huishoudens stuurden we ieder jaar de eindafrekening
helemaal geen nieuwe keuken en heeft die liever een goedkopere woning met minder comfort? Eind 2013
van de energiekosten, ook incasseerden we de voorschotten. Dat willen we niet meer zelf doen. In 2013 startten
begonnen we ermee om nieuwe huurders te vragen wat hun wensen zijn. Samen bespreken we waar de nieuwe
we daarom een pilot om deze dienstverlening voor circa 675 adressen uit te besteden aan een tweetal bedrijven
huurder behoefte aan heeft, ook zorgen we ervoor dat de vertrekkende huurder eventuele spullen ter overname
die hier in gespecialiseerd zijn. Met hen spraken we af dat zij individuele meters plaatsen, die jaarlijks opnemen,
kan aanbieden. Deze werkwijze hanteren we nu standaard. We bieden de huurder niet alleen zeggenschap over
de eindafrekening opstellen en rechtstreeks de voorschotten bij onze bewoners incasseren. We evalueerden
de nieuwe woning, tegelijkertijd leverde de nieuwe aanpak een besparing op van € 1,3 miljoen.
onze ervaringen aan het eind van 2014. Nog niet alles verloopt naar wens: bij een bedrijf zagen we dat niet alle voorschotten tijdig waren geïncasseerd. Hierover maakten we nadere afspraken. Niet alleen in het belang van
Voorkomen huurachterstand en huisuitzetting
bewoners om hoge eindafrekeningen te voorkomen, ook in ons eigen belang: het uiteindelijke debiteurenrisico
Als we terugkijken op 2014 valt op dat betalingsachterstanden in totaal oplopen, maar dat we minder huishoudens hoefden te ontruimingen vanwege huurschuld. Dit past in de landelijke trend. De totale betalingsachterstand van onze (vertrokken) huurders is van € 814.000 in 2013 opgelopen tot € 950.000 eind december 2014. Het gaat niet alleen om derving van huur, maar ook overige kosten zoals bijkomende kosten, deurwaarderskosten, plaatsen van nieuwe sloten en het leeghalen van ontruimde woningen.
Huisvesten van de doelgroep
In een aantal complexen en straten maken bewoners gebruik van collectieve verwarmingssystemen, zoals
normen aanpassen en niet zozeer aan de woonwensen van een volgende huurder. Want misschien wil die
H 4
4.6
Maar dit is tegelijkertijd ook een vrij kostbare aanpak en we realiseren ons dat we de kwaliteit aan onze eigen
ligt bij Nijestee.
4.9
Nieuwe Warmtewet De Warmtewet trad met ingang van 1 januari 2014 in werking. Door de invoering van de wet worden exploitanten van een Warmtenet behandeld als energieleveranciers. Dus ook corporaties die een Warmtenet hebben. Huurders die gebruik maken van wijk- of blokverwarming of warmte-koudeopslagsystemen krijgen met deze wet
De meeste woningen verhuren we aan mensen met een lager inkomen. Dan kan het zijn dat bewoners moeite
te maken. Deze huurders kunnen zelf niet hun energieleverancier kiezen en dus ook niet profiteren van mooie
hebben om de huur te betalen. Uit het verleden weten we dat herinneringsbrieven maar weinig effect hebben:
aanbiedingen of kortingsacties. De eigenaar van de verwarming koopt namelijk het gas in. Door de invoering van
mensen maken brieven vaak niet open of ze schamen zich voor hun betaalachterstanden. Hoe sneller we echt
de Warmtewet zijn huurders verzekerd van warmtelevering tegen een redelijke prijs, met een goede service.
contact zoeken, hoe lager de huurachterstand en hoe meer kans dat we tot een oplossing komen. Daarom
In de nieuwe wet staan regels over bijvoorbeeld de maximumprijs van warmte, de manier van afrekenen, hoe het
kiezen we al een jaar of tien voor een persoonlijke aanpak: als we de huur niet op tijd ontvangen, nemen we
verbruik gemeten moet worden en wat de rechten en plichten zijn als er een geschil is.
contact met de bewoner op. Soms is iemand dat gewoon een keer vergeten, maar het kan zijn dat er structurele problemen zijn. In dat geval bekijken we in overleg hoe we de huurachterstand kunnen beperken en huisuitzetting
We zijn door de wet leverancier van warmte geworden. Alle betrokken bewoners ontvingen de leverings-
voorkomen.
voorwaarden, nieuwe huurders kregen ook een leveringsovereenkomst.
In het verslagjaar onderhielden we met circa 300 huishoudens persoonlijk contact om oplopende huurschuld te voorkomen. We zijn er om mensen een dak boven hun hoofd te bieden en niet om uit hun huis te zetten. Daar doen we alle moeite voor. Hierbij werken we ook samen met hulpverleningsinstellingen of de Groningse Kredietbank. Die aanpak werkt: in 2014 ontruimden we 15 woningen in verband met een betalingsachterstand. Dat waren er in 2013 nog 34. Tijdens een congres over ‘10 jaar schuldpreventie’ in november 2014 sprak koningin Maxima lovende woorden over de Groninger creativiteit en persoonlijke benadering. Waarvan akte!
4.7
Besparen op energiekosten WoonEnergie is de enige energieleverancier in Nederland die er speciaal is voor huurders van woningcorporaties. Samen met ruim 100 andere woningcorporaties zijn we aangesloten bij WoonEnergie. Huurders die deelnemen krijgen voordelig gas en 100% groene stroom. WoonEnergie geeft een top 3 prijsgarantie: het tarief behoort altijd tot de drie voordeligste van Nederland. WoonEnergie ontwikkelde diverse slimme instrumenten om op energiekosten te besparen, zoals de EnergieMonitor. Die laat iedere week of maand zien hoeveel energie er verbruikt is, zodat mensen direct inzicht hebben in de kosten en niet voor een verrassing komen te staan bij de eindafrekening. Op de website staan ook bespaartips om het energieverbruik te verlagen. De besparing kan oplopen tot € 120 of € 170 per jaar. We attenderen onze huurders ieder jaar op deze mogelijkheid om de woonlasten betaalbaar te houden. Huurders bepalen zelf of ze van de diensten van deze energieleverancier gebruik willen maken. Eind 2014 neemt een kleine 1.000 huurders energie af van WoonEnergie.
4.8
Energieafrekening simpeler We willen zoveel mogelijk doen waar we echt goed in zijn: woningen verhuren en beheren. Alle andere diensten besteden we zoveel mogelijk uit en we bemoeien ons zo min mogelijk met zaken waar onze tussenkomst geen meerwaarde heeft. Zo besloten we al circa 12 jaar geleden om het regelen van de huurtoeslag direct tussen de bewoner en de rijksoverheid te laten verlopen. Of het nu gaat om het regelen van huurtoeslag of de afrekening van energie, als corporatie zijn we bij dergelijke diensten slechts een tussenpersoon zonder al te veel toegevoegde waarde.
33
H5
5.1
Leefbaarheid Discussie over de taak van een corporatie De opvatting over wat corporaties moeten doen wisselden de afgelopen decennia. Die verschilden niet alleen per nieuwe minister, ook de tijdgeest speelde een rol. In 2005 adviseerde bijvoorbeeld de Wetenschappelijke Raad voor Regeringsbeleid (WRR) om corporaties de hoofdrol te geven in de regie in buurten. Zij zouden dat beter kunnen dan gemeenten: ze stonden dicht bij bewoners en hadden dagelijks contact met bewoners. Ook bij problemen achter de voordeur waren corporaties de aangewezen partij om misstanden te signaleren. Minister Blok wil in de herziene Woningwet de inspanningen van corporaties terugdringen: zorg en welzijn is een taak van de gemeente en corporaties moeten zich alleen met de huisvesting van mensen met een lager inkomen bemoeien. Als het gaat om leefbaarheid, moet er een directe relatie zijn met de eigen huurders en het eigen bezit. De minister staat daarin niet alleen: de wet werd unaniem door de Tweede Kamer aangenomen. Ook strookt de nieuwe wet grotendeels met de bevindingen van de parlementaire enquêtecommissie. De commissie signaleerde onder andere dat bestuurders en politici op lokaal, regionaal en nationaal niveau corporaties aanspoorden om serieus werk te maken van hun bredere maatschappelijke opdracht op het terrein van leefbaarheid. Dit herkennen we. In Groningen maakten onze leefbaarheidsactiviteiten deel uit van de afspraken met de gemeente en collega-corporaties, waarbij we gelijkwaardig optrokken om buurten te verbeteren en bewoners met elkaar in contact te brengen. We stelden gezamenlijk extra geld beschikbaar voor ideeën van bewoners. In de periode 2011-2014 ging dat om € 10 miljoen voor 14 buurten. Bewoners en werkers bepaalden in wijkteams zelf of die ideeën goed waren voor de buurt en bekeken of die uitvoerbaar waren. In de stad leverde dat geen excessen op, wel een keur aan projecten die op initiatief van bewoners tot stand kwamen. De visitatiecommissie (zie ook paragraaf 1.5) concludeerde uit gesprekken met onze belanghouders dat we ruimte bieden aan een scala aan groepsinitiatieven en –vragen op het vlak van wonen. Ze waardeerde onze inzet op dit terrein met een 9. We blijven – in lijn met de nieuwe wet – kleinschalige initiatieven van huurders ondersteunen die ervoor zorgen dat ze prettig in hun buurt wonen. Tot en met december 2014 spendeerden we € 802.000 aan leefbaarheidsmaatregelen (exclusief uren eigen dienst).
5.2
Activiteiten met en door bewoners We geven een paar voorbeelden van activiteiten die op initiatief van bewoners tot stand kwamen:
•
Buurtmoestuinen. Op steeds meer plekken in Groningen ploppen ze op: buurtmoestuinen. In de Grunobuurt is, met een financieel steuntje in de rug van het wijkteam, het braakliggende terrein aan de Stephonstraat omgetoverd tot een bloeiende moestuin. Wij gaven de tuiniers twee appelbomen cadeau tijdens de opening. Het afgelopen jaar genoten de bewoners van zelfgekweekte groenten en kruiden en deelden ze de oogst met elkaar. Ze zetten iets in gang waarbij bewoners uit de Grunobuurt en omliggende wijken elkaar beter leerden kennen. En dat worden er steeds meer. Door de grote belangstelling breidt de initiatiefgroep het gebied uit van 250 naar 2.000 m2. Er komt extra ruimte voor een boomgaard, een kippenren en een kruidenpluktuin.
•
Ondernemers en bewoners trekken samen op. In de Oosterparkwijk is een Bewoners en Ondernemers Ontwikkel Maatschappij: de ‘BOOM’. De BOOM is een groep mensen uit de Oosterparkwijk, die de wijk een warm hart toedraagt en manieren bedenkt om ondernemen, werken, leven, bewegen en voor elkaar zorgen in de wijk te combineren. De BOOM heeft een eigen BOOMhut, waar de groep dit idee verder ontwikkelt en activiteiten organiseert voor de wijk. Iedere woensdagavond is er iets te beleven in de BOOMhut aan de Paradijsvogelstraat. De workshops zijn voor iedereen gratis toegankelijk.
35
5.3
Groen hart van de buurt beter gebruiken. Midden in Kostverloren ligt een fraaie strook gras met
niet-behoeftige klasse. De tafels werden gedekt met eigen tafelkleden, jampotjes met waxinelichtjes en een
bomen. Maar eigenlijk maken er niet zoveel mensen gebruik van. Een aantal bewoners stapte op het
tuinontwerpster schonk potjes met lavendel en verbena. De planten mochten na afloop van het feest mee naar
wijkteam af met de vraag om hier een wandelpad te maken, zodat je tussen het groen kunt lopen. Samen
huis om in geveltuintjes te zetten. Alle buurtbewoners namen zelf eten, drinken en servies mee. De lange tafels,
met de initiatiefnemers, omwonenden en de gemeente bekeken we of we iets moois van het groene hart
stoelen en feestverlichting werden gehuurd met financiële steun van De Komeet.
van Kostverloren konden maken. In het vervolg kan iedereen van het groen genieten.
Bijdrage uit het fonds: € 31,50. In de herziene Woningwet worden striktere eisen gesteld aan de activiteiten op het gebied van leefbaarheid.
Schone en veilige buurten
In 2015 bekijken we of we deze fondsen op dezelfde manier in kunnen blijven zetten. We willen wel graag
Ieder jaar reserveren we geld om de woonomgeving op peil te houden. Een deel van dat geld besteden we aan projecten die we zelf in gang zetten, een deel besteden we aan vragen en wensen van bewoners die ideeën hebben over hun eigen straat en buurtje. Hieronder staat een greep uit onze activiteiten in het afgelopen jaar. Portieken in Vinkhuizen opgefleurd De buitenkant van de flats aan de Goudlaan, Kaliumstraat, Aluminiumstraat en Jaspisstraat in Vinkhuizen waren
H 5 Leefbaarheid
•
mensen met ideeën blijven stimuleren om iets met hun buren te organiseren.
5.5
Sponsoring Wij omarmen initiatieven van andere organisaties of instellingen om de levendigheid in de buurt te vergroten. Sponsoring is een manier om anderen de ruimte te geven hun plannen uit te voeren. Niet ieder project komt voor sponsoring in aanmerking. Inhoudelijk moet er een directe relatie zijn met onze plannen of activiteiten.
toe aan een schilderbeurt. Omdat de portieken er ook niet geweldig uitzagen, maakten we van de gelegenheid gebruik om die ook op te fleuren. We vroegen bewoners om mee te denken. Hoe moet hun portiek er uitzien?
We beoordeelden sponsorverzoeken op de volgende criteria:
Wat ervaren ze nu als storend? We betrekken bewoners graag bij dit soort projecten, omdat zij dagelijks in het
•
er is een directe relatie met wonen
portiek komen. De portieken zagen er volgens de bewoners grauw uit, ook de verlichting liet te wensen over.
•
er is een directe relatie met ons werkgebied: Groningen
Ze wilden graag meer kleur. Samen met een groep bewoners en een kleurendeskundige maakten we twee
•
er is een directe relatie met onze bewoners, onze wijken/buurten
voorstellen, waarna iedereen zijn/haar voorkeur kon aangeven. Meer dan de helft van de bewoners reageerde.
•
er is een directe relatie met leefbaarheid of met één van onze andere activiteiten.
Tijdens het project is gevraagd om LED-verlichting in de portieken aan te brengen. Uiteindelijk zijn het vrolijke, kleurige portieken geworden waar bewoners weer graag gebruik van maken.
Met de Stichting Prof Basketbal Groningen (GasTerra Flames) hadden we een partnerovereenkomst. We huisvestten de spelers in sociale huurwoningen in één van onze achterstandsbuurten (Beijum Oost). De spelers
Buurt in Bloei
vervulden daar een voorbeeldfunctie voor probleemjongeren. Ze lieten letterlijk en figuurlijk zien dat je met hard
We nodigen bewoners actief uit om zelf met hun buren aan de slag te gaan. Dat heeft de meeste kans van slagen
werken je leven tot een succes kunt maken. Na het seizoen 2013-2014 liep de partnerovereenkomst af.
als ze dingen samen mooier kunnen maken. Daarop ontwikkelden we het concept ’Buurt in Bloei’. Op deze manier
5.4
kunnen bewoners bijvoorbeeld samen een buurtmoestuin of een geveltuintje maken, een wilde bloementuin
In de herziene Woningwet is een passage opgenomen over sponsoring door woningcorporaties. Dat is in het
aanleggen of zitjes organiseren waar buurtgenoten elkaar kunnen ontmoeten. Deze aanpak werkt:
vervolg niet meer toegestaan, met uitzondering van initiatieven van huurders die leiden tot schone en veilige
in het afgelopen jaar ontvingen we een kleine 50 aanvragen. Niet alles kon uitgevoerd worden omdat dit
buurten in gebieden waar de corporatie bezit heeft. Dit sluit aan bij de huidige inzet van onze middelen op het
soms op grond van de gemeente of particuliere eigenaren betrof, maar de meeste ideeën wel.
terrein van leefbaarheid.
Fondsen voor de buurt Bewoners weten het best wat er in de buurt nodig is om er prettig te wonen. Daarom richtten we een paar jaren geleden een aantal fondsen op. Met dat geld kunnen mensen hun eigen ideeën uitvoeren als die ten goede komen aan de buurt. We startten in 2005 samen met de gemeente het eerste fonds, het ‘Annie Tak Fonds’, voor de Oosterparkwijk. Het fonds was een afscheidscadeautje voor Annie Tak, een bewoonster die zich decennialang voor de buurt inzette. Een jaar later startten we het tweede fonds ‘Thuis in Kostverloren’. In september 2008 richtten we samen met collega-corporaties Lefier en De Huismeesters het derde buurtfonds in Groningen op, dit keer voor De Wijert: ‘WijertWensen’. Ook de Oosterpoort kent een fonds: Stichting De Komeet is sinds december 2009 actief. Het digitale platform De Kloostermop voor Corpus den Hoorn bestaat sinds juni 2011. Voor de andere fondsen richtten we een stichting op. Het bestuur, waar Nijestee in vertegenwoordigd is, beoordeelt de aanvragen. In het geval van De Kloostermop werken we met een website. In het afgelopen jaar nam een bewoner het initiatief om een feestelijke kerstbijeenkomst te organiseren voor alleenstaande ouderen uit de buurt. Zo’n 40 ouderen beleefden in de donkere dagen voor Kerst een onvergetelijke middag met een bingo, live muziek en als afsluiter een lopend kerstbuffet, gemaakt door een vrijwilliger uit de wijk. Bijdrage uit het fonds: € 350. Op 21 juni vierden zo’n 60 bewoners van de Sophia- en Brandenburgerstraten het 150-jarig bestaan van hun buurtje. Het was precies anderhalve eeuw geleden dat de Bouwvereeniging te Groningen hier de eerste dertig woningen bouwde, bedoeld voor - zoals het in de statuten van de vereniging staat - de arbeidende, 37
H6
6.1
Wonen en zorg Bouwen voor bijzondere groepen We besteden extra aandacht aan mensen die zorg en begeleiding nodig hebben en richten ons vooral op de huisvesting. Zorg en begeleiding laten we over aan instellingen die daar verstand van hebben. We vinden het belangrijk dat onze bewoners iets te kiezen hebben. Dat kan alleen als we zorgen voor voldoende en geschikte woningen in verschillende prijsklassen voor allerlei groepen: voor jongeren, gezinnen, singles en senioren. Met regelmaat vragen instellingen of bewonersgroepen ons om woningen ‘met zorg aan huis’. We gaan graag met die vragen aan de slag en vinden het leuk ook nieuwe - of minder gebruikelijke - woonvormen te onderzoeken. Op dit moment hebben we de volgende projecten in voorbereiding: •
Al meer dan 160 jaar vangt Het Kopland vrouwen en kinderen op die tijdelijk geen veilig thuis hebben vanwege huiselijk geweld. Tegenwoordig is de hulpverlening gericht op het zelfstandig (blijven) runnen van het eigen leven, gezin en huishouding. Dan is het belangrijk om zelf te kunnen koken en met de kinderen een gezin te vormen. Dat is op de huidige locatie, waar de vrouwen en kinderen in groepsvorm opgevangen worden, niet mogelijk. Op De Velden, midden in de Oosterparkwijk, straks wel. In het nieuwe pand ontwikkelen we studio’s voor kort verblijf en een aantal sociale huurwoningen. Er is voor gemiddeld 40 vrouwen en hun kinderen ruimte in de nieuwe woonvoorziening.
•
Voor de Trefkoellocatie zijn we met een groep ouders in gesprek om zelfstandige woonruimte te ontwikkelen voor 17 jongeren met een beperking in het autistisch spectrum.
6.2
Wonen met begeleiding Nijestee biedt, samen met zorgaanbieders en stichtingen, geclusterde woonvormen aan. Dit betekent dat (een deel van) een woongebouw gehuurd wordt door de zorgaanbieder. De zorginstantie zorgt zelf voor het plaatsen van cliënten in deze woningen. Een dergelijke samenwerking hebben we bijvoorbeeld met Stichting Fokus, Elker, Het Kopland, Promens Care, Novo, Kentalis, VNN, De Zijlen, Lentis, Limor, Stumass, Stichting Jan Arends, Stichting Residentie Buitenzorg, Inlia en Ter Wille. Ook zijn er organisaties die in een complex een aantal losse woningen huren. Dit is niet alleen het geval bij Schots en Scheef, maar ook bij de Stichting GIGA. Voor deze stichting realiseerden we op verzoek van een groep ouders 14 appartementen binnen een nieuwbouwcomplex in de Oosterparkwijk. Deze worden bewoond door jonge mensen met een milde vorm van autisme. De stichting JP v.d. Bent levert de benodigde zorg en begeleiding en houdt een kantoor in het complex.
6.3
Nieuw onderkomen voor NOVO In januari 2014 verhuisden cliënten van NOVO naar hun nieuwe woning aan de Zonnelaan. Tegenover winkelcentrum Paddepoel ontwikkelden we een appartementencomplex met daarin ook een ontmoetingsruimte voor wijkbewoners. Het gebouw is ontworpen door Kenk architecten en neergezet door bouwbedrijf Trebbe. Na een paar maanden voelden de bewoners zich thuis op hun nieuwe plek en waren ze klaar om hun onderkomen aan de buurt te laten zien. Op 21 oktober opende wethouder Roeland van der Schaaf het nieuwe gebouw officieel.
6.4
Mien Aigen Hoes Niet iedereen die zorg nodig heeft, zoekt die ook op. Uit het onderzoek ‘Zorgwekkende zorgmijders in beeld’ blijkt dat in de gemeente Groningen 138 personen met ernstige psychische problemen een zeer problematische woonsituatie hebben. Zij hebben de behoefte aan meer onconventionele vormen van wonen. Dat vraagt om nieuwe initiatieven. De onderzoekers zien onder andere in het concept ‘Housing First’ een oplossing.
39
Voor de instellingen Terwille, WerkPro en LIMOR was dit aanleiding om samen een innovatief zorgprogramma voor deze specifieke groep dak- en thuislozen te ontwikkelen. Hierbij wordt een dakloze niet een opvangvoorziening aangeboden, maar leeft die in een sociale huurwoning in combinatie met intensieve begeleiding. Hier werken we sinds 2014 aan mee. De Groningse variant van Housing First noemen we ’Mien Aigen Hoes’. Vanaf de vroegste kindertijd verwerven mensen zich een eigen plek. Die is eerst en vooral aan de ouders gekoppeld, maar ook aan een eigen huis. Die hechting is van groot belang. Als iemand op een eigen plek woont, neemt het zelfvertrouwen toe en gaat de deelnemer weer perspectief zien. Dit is de basis om het leven weer op de rit te krijgen. Vaak staan cliënten na deze eerste stap weer open voor hulp die anders hardnekkig wordt geweigerd. Mien Aigen Hoes start daarom met de woning. Die stellen we onder voorwaarden beschikbaar aan een dak- of thuisloze:
•
de huur moet netjes betaald worden;
•
de bewoner mag geen overlast veroorzaken;
•
de bewoner accepteert begeleiding van de hulpverleningsinstellingen.
In Amsterdam leverde de Housing First werkwijze bemoedigende resultaten op: na vijf jaar woonde 77% van 123 deelnemers nog in de aangeboden woning. Ook in Groningen gaan we volgen of deze aanpak dak- en thuisloosheid kan helpen voorkomen.
41
Ultimo 2014 waren er 177 medewerkers in dienst, waarvan ruim 40% met een parttime dienstverband. Het aantal fte’s bedroeg 160,6. Ten opzichte van 2011 is de formatie eind 2014 met 38 fte gekrompen.
Organisatie en personeel
7.1
Organisatie en personeel
H 7
H7
Aantal medewerkers (peildatum 31-12-2014) BedrijfsOnderdeel
Aantal Medewerkers
Uren per Week
Full-time
Part-time
Aantal mannen
Aantal Vrouwen
13 57 17 19 71
394 1760 523,3 622 2.483
5 20 7 14 59
8 37 10 5 12
4 16 10 13 64
9 41 7 6 7
177
5.782,3
105
72
107
70
Directie en staf Woondiensten Vastgoed Financiën en IT Onderhoud
Organisatie Als gevolg van het kabinetsbeleid en de strengere eisen van toezichthouders moesten we in 2013 voor het eerst in onze geschiedenis gedwongen ontslagen doorvoeren. Omdat we minder bouwen werd het bedrijfsonderdeel Vastgoed het sterkst getroffen. Per 1 april 2014 trad een groep medewerkers van Vastgoed uit dienst. De krimp
Totaal
had ook gevolgen voor de bedrijfsonderdelen Woondiensten en Onderhoud, per 1 oktober moest nog een aantal
Aantal fte’s
160,6
medewerkers ons verlaten. In samenwerking met de vakbonden zorgden we voor een goed Sociaal Plan. Opmerking:
Eind december 2014 waren er 177 medewerkers in dienst. Corporaties moeten zich weer richten op hun kerntaak: goede en passende woonruimte bieden aan mensen met
Bovenstaande tabel is:
lagere inkomens. Dit is vanaf de oprichting van de beide corporaties, waar Nijestee uit is voortgekomen altijd al
•
Inclusief de medewerkers die per 31 december 2014 uit dienst gaan (5 medewerkers, 4,6 fte);
onze belangrijkste taak geweest. Daarom heeft ons Strategisch Kader ook als titel ‘Vooruit naar de oorsprong’.
•
Inclusief de medewerkers die we begeleidden naar een andere stap in hun loopbaan en begin 2015
In 12 punten is hierin benoemd waar we ons in de periode 2014 t/m 2016 op gaan richten. Het bovenal bieden
uit dienst gaan (4 medewerkers, 3,8 fte).
van voldoende en betaalbare woningen in de stad Groningen is en blijft daarbij de grond van ons bestaansrecht.
•
Exclusief deze medewerkers bedraagt de formatie 152,2 fte.
2014 was ook het jaar van de parlementaire enquête, die in het leven is geroepen vanwege een aantal incidenten in de sector, die helaas op alle corporaties afstralen. De uitkomsten van de parlementaire enquête bevestigen de koers van de overheid die er in voorziet dat corporaties weer terug moeten naar hun kerntaak. In ons Strategisch Kader sluiten we daar al op aan. Onze organisatie is een stichting en kent de volgende structuur:
7.2
Duurzame inzetbaarheid: gezond blijven, leren en ontwikkelen Bij Nijestee werken betrokken medewerkers en dat uit zich in lange dienstverbanden. In 2014 vierden veel medewerkers een dienstjubileum: 15 medewerkers waren 12,5 jaar in dienst, 5 medewerkers vierden hun zilveren dienstjubileum en 1 medewerker was 40 jaar werkzaam bij Nijestee. Het gemiddeld aantal dienstjaren van de medewerkers is bijna 16 jaar. Aantal medewerkers naar dienstjaren
Raad van Commissarissen
Aantal Dienstjaren
Aantal mannen
Aantal vrouwen
Totaal
14 18 41 13 21
12 22 19 13 4
26 40 60 26 25
<5 6-10 11-20 21-30 31-40
Bestuur/ Directie
Totaal Gemiddeld Pand Garant B.V. Staf
Nijestee Onroerend Goed B.V.
107
70
177
17,7
13,2
15,9
De gemiddelde leeftijd van de medewerkers stijgt langzaam en komt in 2014 uit op 45,6 jaar. Het personeelsbestand bestaat voor 60% uit mannen en 40% uit vrouwen. Aantal medewerkers naar leeftijdsklasse Leeftijd
Aantal mannen
Aantal vrouwen
Totaal 2014
Totaal 2013
Totaal 2012
Totaal 2011
< 26 26-35 36-45 46-55 56-65
1 10 32 35 29
3 18 25 16 8
4 28 57 51 37
5 34 60 55 36
7 47 60 61 31
9 48 67 60 30
De directie bestond in 2014 uit vijf mannen. In onderling overleg verliet de directeur Woondiensten het
Totaal
107
70
177
190
206
214
afgelopen jaar de organisatie. Hij wordt in 2015 opgevolgd door een vrouw. De samenstelling van de Raad
Gemiddeld
48,1
41,9
45,6
45,2
44
43
Woondiensten
Onderhoud
Vastgoed
Financiën, Control & Informatie
van Commissarissen lichten we toe in Hoofdstuk 8. De positie van PandGarant en Nijestee Onroerend Goed BV beschrijven we in paragraaf 7.4. 43
werkgerelateerd, ziekteverzuim. Het verzuimpercentage is vooral fors gestegen doordat drie medewerkers
Samenwerkingsverbanden en verbindingen In het belang van de volkshuisvesting werken we samen met verschillende instellingen en organisaties in de woonsector. In deze paragraaf lichten we onze samenwerkingsverbanden toe.
Organisatie en personeel
langer dan een jaar ziek waren vanwege ernstige ziektes. Twee daarvan zijn inmiddels volledig arbeidsongeschikt
7.4
H 7
Het ziekteverzuimpercentage over 2014 was 5,63%. In 2014 kampten we met veel langdurig, maar niet
verklaard door het UWV. We zien dat de gemiddelde leeftijd van het personeel toeneemt. Daarnaast zullen medewerkers langer door
7.4.1
PandGarant BV PandGarant organiseert het planmatig onderhoud voor particuliere woningbezitters en verenigingen van
moeten werken vanwege wijzigingen in de pensioenwetgeving. Duurzame inzetbaarheid, waarbij medewerkers
eigenaren (VvE). Ultimo 2014 is de aandelenverhouding 1/3 – 1/3 voor de corporaties Lefier en Nijestee en 1/3
gezond en competent hun werk kunnen blijven doen, is dus zowel van belang voor de organisatie als voor onze
voor de directeur van Pandgarant. We voldoen (net als iedere andere eigenaar) aan onze financiële verplichtingen
medewerkers zelf. De gedwongen ontslagen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat we geen garanties
door periodiek een bijdrage over te maken op de rekening van de desbetreffende VvE. Onze bijdrage bestond in
kunnen geven op werkzekerheid, daarom zijn scholing en verdere ontwikkeling van groot belang. Hiertoe bieden
2014 vooral uit kosten voor planmatig onderhoud (€ 1.557.000) en administratiekosten (€ 485.000).
we een scala aan instrumenten, zoals budgetten voor functiegebonden scholing, maar ook voor ontwikkeling richting andere functies binnen of buiten de sector. We wijzen medewerkers op die mogelijkheden, maar de
In 2015 neemt de directeur van PandGarant de aandelen van Nijestee en Lefier over. Wij zijn dan alleen nog
verantwoordelijkheid voor de eigen loopbaan en ontwikkeling ligt bij de mensen zelf.
gebonden aan PandGarant via ons bezit in VvE’s.
Om medewerkers zicht te geven op het belang van loopbaanzelfsturing organiseren we elk jaar een ‘Kijk op je loopbaandag’ samen met tal van andere organisaties. Deelname aan de dag faciliteren we volledig, omdat we het
7.4.2
van groot belang vinden dat medewerkers bewust nadenken over hun loopbaan. Circa 65% van de deelnemers
Nijestee Onroerend Goed BV In 2007 richtten we de Nijestee Onroerend Goed BV op. Dat deden we om ons maximaal voor te bereiden op ontwikkelingen rond de vennootschapsbelasting. Vooralsnog vinden in deze BV geen activiteiten plaats.
aan deze activiteit zet daarna concrete stappen. Via ons interne vacaturebeleid en via uitwisseling van vacatures in regionale samenwerkingsverbanden met
7.4.3
Allianties en samenwerkingsverbanden
collega-corporaties (Loopbaaninitiatief) en andere organisaties (Noorderlink) bieden we medewerkers verdere
We maakten in 2014 deel uit van de volgende allianties en samenwerkingsverbanden:
kansen op ontwikkeling. Wat betreft de samenwerking op het gebied van duurzame inzetbaarheid lopen we met
•
Loopbaaninitiatief voorop in de sector. Bij Loopbaaninitiatief zijn nu negentien woningcorporaties uit het noorden
Bestuurlijk Overleg Gemeente-Corporaties. Dit overleg vormt de ruggengraat van de samenwerking tussen gemeente en corporaties, het Nieuw Lokaal Akkoord 2.0;
van het land aangesloten. Er is een speciale loopbaanadviseur in dienst, die wordt bekostigd via een subsidie van
•
het Fonds Leren en Ontwikkeling Woningcorporaties (FLOW). Medewerkers kunnen zich ook inschrijven voor een
WoningNet NV. Vanaf 1 januari 2004 is Nijestee participant in WoningNet NV. WoningNet ondersteunt sinds die datum de woonruimteverdeling in Groningen;
medewerkerspool.
•
Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). We participeren eind 2014 in circa 140 VvE’s. Door verkoop van huurwoningen in gestapelde complexen is dit aantal de laatste jaren sterk gestegen. PandGarant voert de
Duurzame inzetbaarheid heeft ook betrekking op gezondheid. Daarom boden we in het verslagjaar opnieuw een
administratie van de meeste VvE’s;
Preventief Medisch Onderzoek aan. Dat deden we eerder al in 2011 en dat willen we om de drie tot vier jaar
•
herhalen. Jonge mensen bieden we de mogelijkheid om werkervaring op te doen via stageplekken. In 2014
die met hun voeten midden in de grootstedelijke problematiek staan. Samen vertegenwoordigen de
deden 13 stagiaires werk- en leerervaring bij ons op.
7.3
De Vernieuwde Stad (DVS). DVS is een platform van grote maatschappelijk betrokken woningcorporaties deelnemende corporaties bijna 30% van de sociale huursector;
•
Ondernemingsraad
Roeg en Roem. Samen met architectenbureau KAW richtten we in 2008 een noordelijk kennisplatform voor dorps- en wijkvernieuwing op. Roeg en Roem organiseert laagdrempelige activiteiten over tal van actuele
De Ondernemingsraad (OR) vertegenwoordigt het personeel en is strategisch overlegpartner van de directie.
onderwerpen en werkt onder andere samen met Platform31;
De OR bestond eind 2014 uit 8 leden. Omdat het aantal werknemers is gezakt tot onder de 200 zal de OR
•
via natuurlijk verloop terug gaan naar 7 leden. De zittingsduur van de leden is maximaal negen jaar (drie
Leefbaarheidsfondsen. Voor een aantal wijken richtten we leefbaarheidsfondsen op. Bewoners en andere belanghebbenden kunnen een tegemoetkoming krijgen in de kosten van activiteiten voor en door de buurt.
zittingsperiodes). De huidige OR is gekozen in het voorjaar van 2013.
In een aantal gevallen financieren andere partijen mee. Nijestee neemt deel aan de stichtingsbesturen; •
Huisvesting buitenlandse studenten. De landelijke studentenhuisvester SSH verzorgt per 1 januari 2015 de
De taak van de OR is om het beleid van Nijestee te toetsen en te beïnvloeden. Daarbij maakt de OR steeds
huisvesting van buitenlandse studenten in de stad. Samen met De Huismeesters en Lefier leveren we de
een afweging tussen personeelsbelang en bedrijfsbelang. In 2014 overlegde de OR zeven maal met de
benodigde woonruimte. In september 2014 ondertekenden we de afspraken, waarbij de Rijksuniversiteit en
algemeen directeur/bestuurder. Tijdens de vergaderingen is het hoofd Personeelszaken aanwezig om
de Hanzehogeschool garant staan voor afname van een vast aantal eenheden.
achtergrondinformatie te verstrekken. Vaste bespreekpunten zijn de begroting, het jaarverslag en de bedrijfsrapportages, zoals de viermaandsrapportages en maandrapportages. De OR heeft over specifieke onderdelen van het personeelsbeleid instemmingsrecht of adviesrecht.
7.4.4
Beëindigde samenwerkingsverbanden In 2014 is ook een aantal samenwerkingsverbanden beëindigd: •
De OR gaf in 2014 een positief advies over:
Groninger Monumentenfonds (GMF). Vanaf september 2001 participeerden we in deze NV. In 2012 verzocht de minister van Binnenlandse Zaken ons om deze verbinding te beëindigen omdat het GMF vooral
•
Het jaarverslag van 2013;
vastgoed exploiteert zonder woonfunctie. Voor een corporatie zijn dergelijke verbindingen niet toegestaan.
•
De begroting van 2015.
Daarom beëindigden we in 2014 de verbinding door de aandelen te verkopen aan de Stichting Industrie – en Handelsgebouwen;
Een delegatie van de OR nam in oktober deel aan de gesprekken met de visitatiecommissie. Ook had de OR
•
Stichting KUUB. KUUB is het centrum voor particuliere bouw in Groningen. We geven kopers graag ruimte
een rol bij de selectie van een nieuwe directeur Woondiensten. Daarnaast besprak de OR onder andere de
voor meer invloed op de eigen woning. Ons bestuur besloot op 20 juli 2004 borg te staan voor een
financiële positie van Nijestee, de verzuimanalyse van het personeel, het Strategisch kader 2014-2016, het
gemeentelijke lening aan de stichting voor een eenmalig bedrag ad €170.168 als startkapitaal. In overleg
nieuwe verhuisproces, het visitatierapport, beheer van VvE’s, de parlementaire enquête en de uitkomst van de
met de gemeente Groningen verviel de garantiestelling van Nijestee begin 2014.
beoordelingsgesprekken. 45
Van een corporatie wordt verwacht dat zij nadrukkelijk aandacht besteedt aan de verantwoording over haar zoals destijds is voorgeschreven door het Centraal Fonds Volkshuisvesting. Naam verbinding
Pandgarant
Nijestee Onroerend Goed
Van toepassing zijnde risico’s
Dalende omzet, onderdekking afgesloten onderhoudscontracten.
NvT (nog geen activiteiten)
Niet-conforme levering afgesproken diensten (software toewijzing woningen).
Vennootschapsbelasting?
Ja, sinds start onderneming vindt aangifte plaats.
Ja/nee. Deze verbinding is opgericht als mogelijke FBI. Vanwege de integrale vpb wordt geen bezit overgeheveld en wordt eventuele vpb binnen de toegelaten instelling afgewikkeld.
Onbekend, Nijestee is slechts afnemer van diensten.
Betrokkenheid gemeente?
Nee
Nee
Nee
Hoe worden de activiteiten verantwoord in de jaarstukken?
Geen consolidatie (minderheidsbelang). In het jaarverslag wordt melding gemaakt van activiteiten.
Geen consolidatie. Geen nadere toelichting, want nog geen activiteiten.
Geen consolidatie (minderheidsbelang). In het jaarverslag wordt melding gemaakt van haar activiteiten.
1 - Algemene gegevens BV
BV
NV
Vestigingsplaats
Groningen
Groningen
Utrecht
Statutaire doelstelling
Het aanbieden van producten en diensten op het gebied van beheer, administratie en onderhoud van zowel aan particulieren als aan anderen toebehorende onroerende zaken.
Het beleggen van vermogen in registergoederen, effecten en schuldvorderingen.
Het deelnemen in, financieren van en het voeren van de directie of administratie van ondernemingen die zich met name bezig houden met de ondersteuning van verhuur- en verkoopactiviteiten van toegelaten instellingen krachtens de Woningwet.
De hoofdtaak van Pandgarant is het regelen van beheer en onderhoud voor Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). Daarnaast organiseert zij het planmatig onderhoud voor particulieren.
Is opgericht als Fiscale Beleggingsinstelling (FBI) in het kader van de vaststellings-overeenkomst vennootschapsbelasting (vpb). Zou wellicht gebruikt worden voor het beleggen in hoogwaardige huurwoningen, bedrijfsonroerend goed en garages. In verband met de invoering van de integrale vpb is deze BV in 2014 niet gebruikt.
WoningNet bemiddelt woningen voor corporaties in verschillende regio’s in Nederland. Zij verzorgt de inschrijving van woningzoekenden, publiceert het actuele woningaanbod en regelt de verdeling van de woningen volgens de regelgeving.
Toegevoegde waarde Nijestee
Vanwege transparantie en regelgeving zijn in 1999 alle activiteiten rondom beheer en onderhoud inzake VvE’s samengevoegd binnen Pandgarant BV.
Is opgericht om te kunnen anticiperen op ontwikkelingen binnen de vpb. Heeft momenteel geen toegevoegde waarde.
WoningNet regelt op ordentelijke en gestructureerde wijze de verhuur van woningen. De toegevoegde waarde is evident.
Hoe worden de activiteiten gerealiseerd?
In een verbinding
In een verbinding
Binnen de corporatie
Korte beschrijving (beoogde) activiteit
2 - Financiële gegevens
WoningNet
3 - Risicobeheersing
WoningNet
Rechtsvorm
Nijestee Onroerend Goed
Kerntaak of nevenactiviteit?
Nevenactiviteit
Nevenactiviteit
Nevenactiviteit
Is er een direct of indirect corporatiebelang?
33,3% direct belang
100% direct belang
0,02% (obv gestort kapitaal) = 100 aandelen
Eventuele overige participanten
Corporatie Lefier 33,3% Directeur PandGarant 33,3%
NvT
Circa 75 overige corporaties.
Wijze van bestuurlijke zeggenschap
Directeur-bestuurder heeft zitting in AvA.
100%
Geen bestuurlijke zeggenschap.
Wijze waarop risicobeheersing plaats vindt
Periodieke rapportageplicht.
Niet specifiek, want geen activiteiten.
Geen specifieke.
Zijn er gegarandeerde omzetafspraken vooraf
Geen specifiek bedrag of omvang.
Geen, want geen activiteiten.
Contractafspraak, dat de verbinding de overeengekomen diensten levert.
Organisatie en personeel
verbindingen. Via onderstaand schema voldoen wij aan dat verzoek. Wij hanteren zoveel mogelijk het format
Pandgarant
H 7
Naam verbinding
Overzicht directe en indirecte verbindingen Nijestee
(financiële relatie tussen Nijestee en verbinding)
Geldstromen van verbinding naar corporatie
Nihil
Nihil
Nihil
Afgegeven garanties van corporatie aan verbinding
Geen
Geen
Geen
Financiering van de activiteiten in de Op basis van eigen omzet verbinding vinden plaats door
(Nog) geen activiteiten
Op basis van eigen omzet en met behulp van andere financiers.
Worden er subsidies ingebracht?
Nee
Nee
Nee
Geldstromen van corporatie naar verbinding
Nihil
Nihil
€ 152.000
Doorberekende kosten hebben betrekking op
NvT
NvT
Beschikbaar stellen software met betrekking tot de toewijzing van woningen.
Afgegeven garanties van verbinding aan corporatie
Geen
Geen
Geen
Eigen vermogen verbinding
Positief € 59.000 (concept 2014)
Positief € 18.000
Positief € 6,9 miljoen (stand 2013)
Balanstotaal
€ 363.000 (concept 2014)
€ 18.000
€ 9,6 miljoen (stand 2013)
Jaaromzet
€ 1,6 miljoen (concept 2014)
Nihil
€ 14,4 miljoen (stand 2013)
Ontvangen winstuitkeringen
2013: nihil concept 2014: € 32.000
2013: nihil 2014: nihil
2013: nihil 2014: nihil
47
H8
Bericht van de Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen (RvC) is de interne toezichthouder van Nijestee. De RvC toetst de activiteiten van bestuur, directie en de organisatie als geheel aan de eisen die vanuit de wetgever en de samenleving aan de corporatie worden gesteld. De RvC vervult daarmee een belangrijke schakel tussen de eigen organisatie en het extern toezicht door instanties als het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) of het ministerie. Werkwijze, taken, bevoegdheden en voorwaarden rond toetreding staan in het ‘Reglement voor de Raad van Commissarissen van Nijestee’. Dit document is op de website van Nijestee te vinden. In dit reglement staat ook het toezicht beschreven op de rechtspersonen die aan Nijestee verbonden zijn. De RvC is samen met het bestuur verantwoordelijk voor een goede governance structuur. In dit hoofdstuk legt de RvC verantwoording af over het verslagjaar 2014. Als richtsnoer hanteert de RvC het verantwoordingskader zoals aangereikt in de Governance Code en de Aedescode. In 2014 liet Nijestee voor de tweede keer een visitatie uitvoeren. In het visitatierapport noteert de commissie: ‘Nijestee beschikt over een professionele raad van commissarissen (RvC). De samenstelling van de RvC sluit aan bij de thema’s die er spelen binnen het werkgebied, en de commissarissen hebben een moderne en passende rolopvatting. De commissarissen zijn actief in het signaleren van relevante ontwikkelingen en participeren actief in verschillende activiteiten van Nijestee. De RvC heeft aangetoond open te staan voor eigen professionalisering en heeft haar eigen rol in de afgelopen periode actief geëvalueerd. Ze heeft een kwaliteitsslag gemaakt in de diepgang, efficiëntie en haar toezichthoudende rol. Het toetsingskader van de RvC is voldoende en kan verder worden geëxpliciteerd op het vlak van doorvertaling van visie naar concrete doelstellingen en het inzicht in de financiële sturing van de corporatie.’ Deze laatste aanbeveling neemt de RvC ter harte. In 2011 is de Governance Code op een aantal punten aangescherpt. Op een drietal punten wijkt Nijestee af van deze code. Conform het principe van de code – pas toe of leg uit - volgt hier uitleg waarom Nijestee niet aan alle punten van de code voldoet:
•
de Auditcommissie overlegt met de externe accountant in aanwezigheid van de bestuurder. Wel heeft de voorzitter van de RvC eens per jaar een gesprek met de accountant onder vier ogen;
•
de bestuurder is niet benoemd voor een periode van maximaal 4 jaar. Wel stelt de RvC jaarlijks een prestatiecontract met de bestuurder op. Ieder jaar toetst de Remuneratiecommissie tijdens het beoordelingsgesprek in hoeverre het vastgestelde beleid is uitgevoerd. Dit gesprek biedt naar het oordeel van de RvC voldoende waarborgen, waardoor een expliciete termijn van 4 jaar niet nodig is;
•
de Remuneratiecommissie, bestaande uit de voorzitter en de vice-voorzitter, kent geen specifiek reglement. De RvC acht dit niet noodzakelijk.
De Governance Code wordt in 2015 geactualiseerd. De wijzigingen worden door de RvC bestudeerd, zo nodig vindt aanpassing van de huidige werkwijze plaats.
8.1
Governance structuur Alle middelen dienen in het belang van de volkshuisvesting te worden geïnvesteerd, waarbij huisvesting van de primaire doelgroep de kerntaak van de corporatie is. De RvC rekent de prestatievelden van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) als de basis voor toetsing van het beleid dat Nijestee voert. Lokaal geldt een ander prominent toetsingskader in de vorm van het Nieuw Lokaal Akkoord 2.0, waarin prestatieafspraken zijn vastgelegd over samenwerking en investeringen door gemeente en de gezamenlijke corporaties.
49
Remuneratiecommissie voert jaarlijks een gesprek over de voortgang op basis van een prestatiecontract. Sinds
als leidraad geldt. Deze uitgangspunten gelden eveneens als een belangrijk toetsingskader voor de RvC. Het
2004 is de heer Pieter Bregman algemeen directeur/bestuurder. In 2005 is de directeur Vastgoed, de heer Henk
Strategisch kader is doorvertaald naar herijkte financiële doelstellingen op de lange termijn (zie hoofdstuk 9).
Raatjes, tot plaatsvervanger benoemd van de bestuurder. Beide benoemingen vonden plaats op basis van een
Deze beleidsuitspraken geven de RvC kaders voor de financiële beoordeling van bestuursvoorstellen.
actuele profielschets en een assessment. De bestuurder is eindverantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering
Bericht van de Raad van Commissarissen
De RvC is ook werkgever, zij benoemt de algemeen directeur/bestuurder en diens plaatsvervanger. De
strategie voor 2014-2016. In ‘Vooruit naar de oorsprong’ is de rode draad beschreven die de komende periode
H 8
Iedere drie jaar stelt Nijestee haar strategie bij. In 2013 besprak de RvC de contouren van een bijstelling van de
daarvan. Om de vier maanden bespreekt de RvC een tussenrapportage over de voortgang. Met behulp van de Balanced
8.2
Score Card (BSC) geeft het bestuur inzicht in de voortgang van de werkzaamheden en eventuele risico’s. Vanuit
Werving en selectie
risicomanagement levert Nijestee daarnaast sinds 2010 voor iedere RvC-vergadering een voortgangsrapportage.
De RvC heeft een teamprofiel opgesteld waarin competenties staan beschreven waar de leden aan
In de dagelijkse praktijk vormen deze rapportages een belangrijk sturingsinstrument om beslissingen te nemen
moeten voldoen. Vastgesteld is dat in het team in ieder geval kennis aanwezig moet zijn op het gebied
en governance concreet vorm te geven.
van volkshuisvesting, financiën, personeelsbeleid, juridische zaken, vastgoedontwikkeling en commerciële dienstverlening. Huurderorganisaties hebben het recht twee bindende voordrachten te doen voor de Raad van
Werkwijze, werving en selectie
Commissarissen (RvC). In de RvC van Nijestee zijn twee leden op voorspraak van de huurders benoemd. Deze
Tijdens de oprichting van Nijestee telde de RvC zeven leden. In 2009 vernieuwden we het Reglement en
leden nemen het initiatief om minstens tweemaal per jaar met de georganiseerde huurders overleg te voeren.
bestond de RvC uit vijf leden. In 2012 adviseerde het CFV om meer financiële deskundigheid de raad binnen
Eenmaal per jaar vindt een overleg plaats met de voltallige RvC. De gesprekken vinden plaats zonder de
te halen. De raad bestaat daarom met ingang van 1 januari 2013 uit zes leden. De leden van de RvC worden
aanwezigheid van de bestuurder.
voor een periode van vier jaar benoemd en mogen maximaal acht jaar aan de RvC deelnemen. Ieder lid heeft de verantwoordelijkheid onafhankelijk en kritisch bij te dragen aan de besluitvorming, zodanig dat de raad de
De RvC kent geen vaste selectiecommissie en wijst per gelegenheid twee leden aan om de sollicitatiegesprekken
belangen op evenwichtige wijze kan afwegen. Om de onafhankelijkheid van de leden te staven verwijzen we naar
te voeren. De RvC schakelt doorgaans de bestuurder in als adviseur van deze commissie. Als dit tot een
het overzicht van hoofd- en nevenactiviteiten in paragraaf 8.6.
voordracht van een geschikte kandidaat leidt, volgt een gespreksronde met de Ondernemingsraad en de huurderorganisaties. Na positieve adviezen wordt de kandidaat benoemd tot toezichthouder en volgt
Inzicht in de werkwijze
kennismaking met de voltallige RvC en het directieteam.
De RvC komt jaarlijks minimaal vier keer bijeen met de bestuurder, de controller en de plaatsvervangend bestuurder. Afhankelijk van de agendapunten kunnen andere directieleden of medewerkers worden uitgenodigd.
Aan het eind van het jaar trad een lid af vanwege de maximale zittingstermijn. Begin 2015 wordt een nieuw lid
In het verslagjaar kwam de RvC vijf maal bijeen. De RvC hecht eraan om goed op de hoogte te blijven van
benoemd. Met de opheffing van het gros van de huurderverenigingen in 2013 vervult de Participatieraad (zie
de actualiteit in de stad en zich te verdiepen in de discussies die in de sector spelen. Minimaal eenmaal per
paragraaf 2.2) een rol in de benoeming van nieuwe RvC-leden. Op die manier is zeggenschap van bewoners over
jaar organiseert de RvC daarom een themabijeenkomst over een actueel onderwerp. Naast de reguliere
de benoeming van interne toezichthouders geborgd.
vergaderingen spreekt de voorzitter van de RvC maandelijks met de bestuurder en bestaat de afspraak dat er tussentijds contact is bij urgente zaken. Vanuit de RvC is een Auditcommissie benoemd om de Raad te kunnen adviseren over de bedrijfseconomische
8.3
Integriteit Nijestee voert actief beleid op de integriteit van de organisatie en haar medewerkers. Voor de medewerkers van Nijestee zijn algemene regels opgesteld waar zij zich aan dienen te houden in een Bedrijfscode. Het
aspecten en om de besluitvorming te optimaliseren. In de Auditcommissie is tenminste een financieel expert
management van Nijestee en de RvC zijn primair verantwoordelijk voor risicobeheersing en fraudepreventie en
aanwezig. In 2014 is de werkwijze aangescherpt: de commissie voert met ingang van 2014 jaarlijks een apart
hebben een voorbeeldfunctie. In het Reglement voor de RvC staan bepalingen opgenomen over de omgang met
Auditgesprek met de bestuurder. De Auditcommissie vormt het eerste aanspreekpunt van de externe accountant
vertrouwelijke informatie en onverenigbaarheid van functies.
wanneer deze onregelmatigheden constateert in de inhoud van de financiële berichten of in de gevolgde procedures rond de financiële verslaggeving. De Auditcommissie bepaalt of en wanneer de voorzitter, het lid
Toezicht op de integriteit vereist relevante en juiste informatie. Het bestuur voorziet vanuit de lijnorganisatie
van het bestuur verantwoordelijk voor financiële zaken en/of de externe accountant bij de vergadering van de
zoveel mogelijk in die behoefte, maar de RvC maakt ook actief gebruik van externe informatiebronnen. Zo is
commissie aanwezig zijn. De Auditcommissie overlegt zo vaak als zij dit nodig acht.
de accountant aanwezig bij de behandeling van de jaarrekening in de RvC-vergadering. Ook spreekt de RvC zonder bestuurder met diverse sleutelfunctionarissen in de organisatie, zoals het hoofd Financiën, een manager
In het verslagjaar kwam de Auditcommissie vier maal regulier bijeen met de bestuurder en controller.
Onderhoud en de OR. Daarnaast wordt de accountant jaarlijks gevraagd een apart onderdeel van de organisatie te onderzoeken. De accountant stelt jaarlijks een rapport op met conclusies en aanbevelingen. Tijdens de
Terugkerende agendapunten voor het regulier overleg zijn:
controle van de jaarrekening sprak de accountant met name over de introductie van de verhuurdersheffing,
•
Financiële status (realisatie Begroting, financiële risico’s);
controle op toewijzingen, toezicht WSW en treasury. De accountant had na controle van de jaarrekening geen
•
Operationele risico’s;
bijzonderheden te melden om fraude of eventuele andere overtredingen te voorkomen. Op verzoek van de
•
Wet- en regelgeving;
accountant is in het jaarverslag in Hoofdstuk 10 een opsomming van maatregelen opgenomen van beperking
•
Opvolgen bevindingen accountant;
van fraude- en waarderingsrisico’s.
•
Bevindingen externe toezichthouders. Periodiek wordt het functioneren van de externe accountant besproken in de RvC, waarbij ook de
De Auditcommissie doet schriftelijk verslag van haar beraadslagingen en bevindingen aan de voltallige RvC. Het
onafhankelijkheid onderwerp van gesprek is. De huidige accountant werd in eerste instantie benoemd voor
Jaarverslag 2013, de Management Letter van de accountant, de Begroting 2015 en de selectie van een nieuwe
drie jaar. In 2007 vond herbenoeming plaats voor drie jaar. In 2010 is het contract verlengd met een jaar met
accountant waren de belangrijkste bespreekpunten.
als voorwaarde dat een geheel nieuw controleteam moest worden geïnstalleerd. Dat is gebeurd. In 2014 is gewisseld van accountant, na een jaar vindt evaluatie plaats.
51
Samenwerking SSH Utrecht (huisvesting buitenlandse studenten en gasten)
•
Start bouw huisvesting cliënten Het Kopland
onderwerp. Wanneer er besluiten genomen dienen te worden waarbij sprake is van tegenstrijdige belangen
•
Vervolg samenwerking gemeente bij ontwikkeling Oosterhamriktracé
binnen de RvC, zal vooraf goedkeuring worden gevraagd aan de RvC. In 2014 deden zich geen kwesties voor
•
Compliance reglement
Bericht van de Raad van Commissarissen
•
desbetreffende RvC-lid neemt vervolgens niet deel aan discussie en besluitvorming over het onderhavige
H 8
Als er een tegenstrijdig belang opdoemt, wordt de voorzitter van de RvC terstond op de hoogte gesteld. Het
waarbij belangenverstrengeling in het geding was. Overige besproken onderwerpen Het bestuur is verantwoordelijk voor het instellen en handhaven van interne procedures die ervoor zorgen dat
•
Samenvatting Strategisch kader 2014-2016
alle belangrijke financiële informatie bij het bestuur bekend is, zodat de tijdigheid, volledigheid en juistheid van
•
Viermaandelijkse rapportages / Balanced Score Card
de interne en externe financiële verslaggeving worden gewaarborgd. De bestuurder heeft dusdanige AO/IC
•
Brief ministerie BZK: verantwoording uitgaven leefbaarheid jaarverslag 2012
maatregelen getroffen (of laten treffen) dat hij continu op de hoogte is van de (financiële) ontwikkelingen binnen
•
Brief ministerie Veiligheid en Justitie: aansprakelijkheid bestuurders en toezichthouders in semipublieke
Nijestee en haar dochters.
8.4
sectoren •
Sturen op maatschappelijk rendement
In 2014 zette Nijestee mede op verzoek van de RvC een gestructureerde vorm van compliance op. Compliance
•
Klachtenrapportage
is: ‘het geheel van maatregelen dat zich richt op de implementatie, handhaving en naleving van externe wet- en
•
Professionalisering intern toezicht
regelgeving, alsmede op interne procedures en gedragsregels om te voorkomen dat de reputatie en integriteit
•
Correspondentie WSW: borgingswaardigheid en faciliteringsvolume
van Nijestee wordt aangetast.’ Voor de invulling hiervan verwijzen we naar paragraaf 10.4.
•
Analyse gevolgen Novelle op Herzieningswet
•
BAG adviezen (Concept Begroting 2015, Huuraanpassing 2014, Relatie huurders – ParticipatieRaad)
•
Continuïteitsoordeel 2013 door Centraal Fonds Volkshuisvesting (oordeel: A1, de voorgenomen activiteiten
Zelfevaluatie en deskundigheidsbevordering De RvC staat jaarlijks stil bij haar eigen functioneren. Bewaken van de juiste kennis en ervaring zijn
passen bij de vermogenspositie van de corporatie)
continue aandachtspunten binnen de RvC: gevolgde opleidingen en het bijspijkeren van kennis vormen
•
KPMG Accountantsverslag 2013 met controleverklaring
een vast onderwerp tijdens de jaarlijkse zelfevaluatie. Alle leden van de RvC zijn lid van de Vereniging van
•
KPMG Management Letter 2013
Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW) en maken, al naar gelang de individuele behoefte, gebruik van
•
Oordeelsbrief ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verslagjaar 2013
het professionaliseringsaanbod. In het verslagjaar volgden individuele leden workshops en cursussen op onder
•
Verhuurvoorwaarden en gebruik Damsterpoort
andere de volgende terreinen:
•
CFV: Corporatie in Perspectief 2013
•
Betaalbaarheid en beschikbaarheid sociale huurwoningen in de stad
•
Informatievoorziening aan en van de Raad;
•
Toekomst samenwerking gemeente en lokale corporaties
•
Werkgeverstaken van de RvC;
•
Stand van zaken WooninvesteringsFonds (WiF)
•
Governance binnen maatschappelijke organisaties;
•
Toetsing inkomenscriteria nieuwe verhuringen
•
Excursie sociale huisvesting in Europees perspectief;
•
Voortgang nieuw verhuisproces
•
Themabijeenkomst arbeidsvoorwaarden/pensioenen directeur/bestuurders;
•
Stand van zaken aardbevingsschade
•
Woningcorporaties en reputatiemanagement.
•
Toetsingskader nieuwbouw
•
Scholing RvC-leden
•
Organisatieontwikkeling Nijestee
Daarnaast organiseren diverse leden intervisie met andere toezichthouders. De RvC stelde in 2005 een Auditcommissie financiën in. De werkzaamheden van deze commissie dragen bij
8.5
aan scherpte in het toezicht op de bedrijfseconomische kant. Daarnaast is de raad bevoegd om periodiek een
Activiteiten
externe audit te laten uitvoeren of financiële deskundigheid extern in te huren.
•
Besluit- en bespreekpunten en activiteiten
•
Jaarlijks overleg met de OR (door twee leden van de RvC)
•
Zelfevaluatie RvC
•
Werkbezoek: uitleg nieuw verhuisproces en fietstocht langs bezit Nijestee op 25 juni
Besluiten RvC en goedkeuring voorstellen Bestuurder
Overleg met Participatieraad (door de twee leden van de RvC die op voordracht van de huurders zijn benoemd)
•
Prestatiecontract bestuurder (jaarlijks)
•
Gesprek Auditcommissie met manager Bedrijfsbureau
•
Jaarverslag Nijestee 2013
•
Deelname aan scholings- en andere bijeenkomsten van VTW
•
Jaarrekening Nijestee Onroerend Goed BV en Jaarrekening PandGarant 2013
•
Deelname van diverse commissarissen aan Nieuwjaarsbijeenkomst Nijestee
•
Begroting Nijestee 2015
•
Deelname van vijf commissarissen aan de BinnensteBuitendag
•
Treasury jaarplan 2015
•
Opdrachtverstrekking Visitatie
•
Start nieuwbouwprojecten Semmelweisstraat en Grunobuurt 6
•
Verkoop aandelen Groninger Monumentenfonds
•
Uitgifte en overdracht 1/3 aandelenbelang PandGarant
•
Wisseling accountant
•
Afstoten diverse grondlocaties
•
Recht op rechtsbijstand en bestuursaansprakelijkheid (kosten verweer voorschieten door Nijestee)
•
Herbenoeming en werving nieuw lid RvC
53
H 8
Martha Buitenkamp, Lid Hoofdfunctie Eigenaar adviesbureau Anantis, project- en procesmanagement
Persoonlijke gegevens van de leden van de RvC Naam
M/V
Functie
Geboren in
Benoemd per
Aftredend
Wouter de Jong
M
Voorzitter
1960
01-01-2012
2015
Arie Wink
M
Vicevoorzitter
1948
03-11-2010 (herbenoemd in 2014)
2018
Martha Buitenkamp
V
Lid
1963
28-03-2007 (herbenoemd in 2011)
2014
Ko Blok
M
Lid
1949
28-10-2009 (herbenoemd in 2013)
2017
Erik de Boer
M
Lid
1966
01-01-2013
2016
Mirjam Kuin
V
Lid
1962
01-01-2013
2016
Samenstelling Auditcommissie Naam
Benoemd in
Ko Blok
2010
Erik de Boer (voorzitter)
2013
Samenstelling Remuneratiecommissie
Bericht van de Raad van Commissarissen
8.6
Persoonlijke gegevens en beloningen
Nevenfuncties - Lid van de Raad van Advies Stichting Het Drentse Landschap - Lid rekenkamercommissie ’t Hogeland - Bestuurslid Stichting Lofar Tafel - Voorzitter rekenkamercommissie Waterschap Zuiderzeeland
Ko Blok, Lid Hoofdfunctie Directeur Blok & Ko te Hilversum (toezicht, advies en coaching) Nevenfuncties - Lid bestuur Arie Kreuk Stichting (maritiem erfgoed) - Lid algemeen bestuur Stichting Forum Stedelijke Vernieuwing - Lid Raad van Commissarissen woningcorporatie Mitros, Utrecht - Voorzitter bestuur Museumwerf Vreeswijk, Nieuwegein - Lid Raad van Commissarissen NV Groothandelsgebouwen Rotterdam - Lid Raad van Commissarissen woningstichting Rentree Deventer - Lid Raad van Advies Luchtsingel Rotterdam - Lid Raad van Advies Hermon Erfgoed BV Zeist - Lid Raad van Commissarissen Wijkontwikkelingsmaatschappij Den Haag Zuidwest
Erik de Boer, Lid Hoofdfunctie Director Deloitte Financial Risk Management
Naam
Benoemd in
Wouter de Jong (voorzitter)
2012
Arie Wink
2011
* vanaf 1 februari 2015 Hoofd Vermogensbeheer & Treasury bij Univé Verzekeringen
Nevenfuncties - Lid Raad van Toezicht Zonnehuisgroep Noord
Mirjam Kuin, Lid Hoofd- en nevenfuncties Raad van Commissarissen
Hoofdfunctie Directeur Werk/Leerbedrijven Alescon
Wouter de Jong, Voorzitter
Nevenfuncties - Lid Bestuur Stichting Mens & Maatschappij - Lid Instellingsraad van Advies Alfacollege - Lid Raad van Advies MEE
Hoofdfunctie Burgemeester gemeente Houten Nevenfuncties - Eigenaar van Communitas advies en toezicht - Ambassadeur kantorentransformatie Ministerie van BZK - Lid Maatschappelijke adviesraad Kennis voor Klimaat - Voorzitter bestuur Stichting Micha Nederland
Arie Wink, Vice-voorzitter Hoofdfunctie Zakelijk directeur Noord Nederlands Toneel Nevenfuncties - Lid Raad van Commissarissen FC Groningen - Voorzitter Stichting Fotografie Noorderlicht - Voorzitter Stichting Noordbeeld Schiermonnikoog - Lid bestuur Dansgezelschap Club Guy & Roni - Lid bestuur Stichting Beheer Toevluchtsoord (vrouwenopvang) - Lid bestuur Beheer Academie voor Bouwkunst
Beloning RvC Honorering toezichthouders Honorering vindt plaats op basis van een adviesregeling van de Vereniging Toezichthouders Woningsector (VTW). Vaste honorering: Voorzitter: € 12.000,-- per jaar. Leden € 8.000,-- per jaar. Totale honorering: € 52.000. Onkostenvergoeding: volgens declaratie naar gemaakte kosten. Nijestee verstrekt geen persoonlijke leningen of garanties aan leden van de RvC.
55
Pieter Bregman | Geboortejaar: 1959 Algemeen directeur / bestuurder
Nevenfuncties Lid Adviesraad WoonEnergie (onbezoldigd) Lid dagelijks bestuur van de leefbaarheidsfondsen waar Nijestee een relatie mee heeft (onbezoldigd) Trainer HSVB (Harense Sportvereniging Basketbal), onbezoldigd
Werkzaam in huidige functie sinds 19 mei 2004. Werkzaam bij de organisatie sinds 15 juli 1996. Duur benoeming: voor onbepaalde tijd. Er is geen specifieke beëindigingsregeling overeengekomen. Nevenfuncties Lid Raad van Advies faculteit Economie en Bedrijfskunde Rijksuniversiteit Groningen (sinds 2011). Lid Raad van Toezicht Marketing Groningen (sinds 2014). Beloning Het salaris van de bestuurder in 2014 bedraagt € 180.656 (inclusief werkgeverslasten en pensioenkosten). Dit salaris valt binnen de kaders van de WNT 2014. De WNT stelt een maximum bezoldiging die voor 2014 is vastgesteld op 130% van een ministersalaris. Voor 2014 is dat bedrag vastgesteld op € 230.474. Aanvullend zijn vanaf 1 januari 2014 voor de sector maxima vastgesteld op basis van een aantal criteria. Hiervoor gelden een aantal bezoldigingsklassen. Indeling in een bezoldigingsklasse vindt plaats op basis van het aantal verhuureenheden en het aantal inwoners van de grootste gemeente waarin een toegelaten instelling minimaal 20% van haar verhuureenheden in eigendom of beheer heeft. Bezoldigingsklasse H omvat corporaties met 10.001 – 25.000 verhuureenheden en gemeentes van 150.001 – 375.000 inwoners. Op basis hiervan is Nijestee geplaatst in bezoldigingsklasse H. Het maximum voor Nijestee bedraagt € 185.200.
Bericht van de Raad van Commissarissen
Gaaike Euwema | Geboortejaar: 1957 directeur Woondiensten
H 8
Persoonlijke gegevens en beloning directieleden
Werkzaam in de huidige functie sinds 1 november 1998 Werkzaam bij de organisatie sinds 1 november 1998 Beloning:€ 132.544 Per 1 januari 2015 is de heer Euwema in onderling overleg uit dienst getreden, waarbij een beëindigingsvergoeding van € 75.000 bruto is overeengekomen, conform maximum WNT.
Jan-Gerrit Houtsma | Geboortejaar: 1962 directeur Financiën, Control & Informatie NevenfunctiesGeen Werkzaam in de huidige functie sinds 1 april 2009 Werkzaam bij de organisatie sinds 1 mei 1986 Beloning: € 117.268
De directie van Nijestee bestaat uit de Algemeen directeur / bestuurder en de directeuren van de bedrijfsonderdelen Financiën, Onderhoud, Vastgoed en Woondiensten. Gezamenlijk zijn zij belast met de leiding van Nijestee. Besluiten worden door het DO (Directie-overleg) genomen. De WNT is van toepassing op de leden van het DO. De salarissen van de overige directeuren vallen eveneens binnen de WNT.
Henk Raatjes | Geboortejaar: 1956 Directeur Vastgoed, plaatsvervangend algemeen directeur/bestuurder Nevenfuncties onbezoldigd lid van de Raad van Toezicht van VRIJDAG (Kunst en cultuur) Werkzaam in de huidige functie sinds 1 januari 1999 Plaatsvervangend algemeen directeur/bestuurder sinds 2005 Werkzaam bij de organisatie sinds 1 april 1980 Beloning: € 97.593 (dienstverband 55,56%) Jan Drenth | Geboortejaar: 1965 Directeur Onderhoud Nevenfuncties Vanaf juli 2014 onbezoldigd interim voorzitter BSVV (Bovensmilde Voetbalvereniging) Vanaf 1 januari 2015 voorzitter BSVV (eveneens onbezoldigd) Werkzaam in huidige functie sinds 1 januari 2004 Werkzaam bij de organisatie sinds 1 juli 2000 Beloning: € 131.760
57
H9
9.1
Financiën Lange termijnbeleid Ons financieel beleid is er op gericht de financiële continuïteit op de lange termijn veilig te stellen, zodat we onze volkshuisvestelijke taken kunnen blijven uitvoeren. Het uitgangspunt is om onze financiële situatie stabiel te houden. Hierbij zijn we afhankelijk van zowel de overheid als van de markt. De overheid bepaalt wettelijk een aantal kaders, zoals de maximale jaarlijkse huuraanpassing. Ook legt het rijk ons heffingen op, sinds 2013 hebben we te maken met de verhuurdersheffing die in 2017 oploopt tot € 1,7 miljard per jaar voor de gehele sector. In de afgelopen jaren fluctueerde de prijs van koopwoningen. Ondanks de economische crisis haalden we de laatste jaren goede verkoopresultaten. De inkomsten gebruiken we om onze verplichtingen aan het rijk te kunnen voldoen en om te blijven investeren in de kwaliteit van onze woningen. Om te investeren is het gebruikelijk om leningen af te sluiten. Het WSW ziet er op toe dat we voldoende middelen in kas hebben om nieuwe leningen af te kunnen lossen. Het CFV beoordeelt of we aan de normen voldoen die ervoor zorgen dat we ook voor de langere termijn een gezonde bedrijfsvoering hebben. In deze paragraaf lichten we de volgende aspecten toe: •
Financieel beleid
•
Tijdelijke regeling Diensten van Algemeen Economisch Belang (ingang 1 januari 2011)
•
Herziene Woningwet
Financieel beleid Ons financiële beleid baseren we op een viertal pijlers: Continuïteit, Liquiditeit, Solvabiliteit en Rentabiliteit. De financiële sturing vertalen we naar de volgende vragen: wat wil ik?
➞ continuïteit
wat heb ik qua geld?
➞ liquiditeit
wat heb ik qua vermogen?
➞ solvabiliteit
wat verdien ik?
➞ rentabiliteit
In schemavorm ziet de opbouw van dit beleid er als volgt uit:
Wat wil ik? Continuïteit Stabiele financiële situatie
Wat heb ik (qua geld)?
Wat heb ik (qua vermogen)?
Wat verdien ik?
Liquiditeit
Solvabiliteit
Rentabiliteit
Ratio
Portefeuilleniveau
Criteria Waarborgfonds Rentedekkingsgraad Loan to Value
Oordeel CFV Eigen Vermogen Solvabiliteitsgraad
Direct rendement Indirect rendement
Kengetallen
Projectniveau
Investeringsniveau Kasstroom
Onrendabele top
Internal rate of Return (IRR) Direct rendement
Kengetallen
59
Tijdelijke regeling Diensten van Algemeen Economisch Belang (1 januari 2011)
een vreemde titel, maar het geeft precies aan waar we stonden en waar we naar toe willen. Door alle
Op 1 januari 2011 trad de Europese beschikking inzake staatssteun in werking (‘Tijdelijke regeling van Algemeen
ontwikkelingen van de afgelopen periode kwam onze financiële positie onder druk te staan. Dat was voor ons
Economisch Belang (DAEB)’). Dit betekent dat een corporatie alleen nog voor DAEB-activiteiten staatssteun mag
reden om ons financieel beleid tegen het licht te houden. We zeilden altijd scherp aan de wind en hielden geen
ontvangen. Met DAEB-activiteiten wordt bedoeld:
H 9 Financiën
Onder de titel ‘Bij de rand weg’ scherpten we ons financieel beleid in 2013 aan. ‘Bij de rand weg’ is misschien
hoog vermogen of onnodige reserves aan. Vooral door gewijzigd rijksbeleid zijn we genoodzaakt om onze reserves te versterken en kunnen we minder doen. We voldoen ultimo 2014 aan alle harde criteria van onze
•
verhuur van woningen met een huur lager of gelijk dan € 699,48 (prijspeil 2014);
toezichthouders (Centraal Fonds, Waarborgfonds Sociale Woningbouw en Ministerie van Binnenlandse Zaken).
•
verhuur maatschappelijk vastgoed (bijvoorbeeld gemeenschapscentra, buurthuizen, zorgsteunpunten, etc.).
De komende jaren streven we de vastgelegde ambities verder na.
Er is een overzichtslijst in de regeling toegevoegd; •
overig, bijvoorbeeld de Vogelaarwijken.
Ondanks de huidige omstandigheden, willen we wel blijven investeren in leefbaarheid, nieuwbouw en verbetering. Dergelijke activiteiten zijn risicovoller dan ‘op de winkel passen’. In het Financieel Beleid lichten
Voor niet-DAEB-activiteiten kan een corporatie dus geen staatssteun ontvangen.
we toe welke financiële doelstellingen we nastreven, wat onze ambitie is en welke kengetallen leidend zijn om Dit betreft bijvoorbeeld:
investeringsbeslissingen te nemen. Onderstaande tabel is een samenvatting van deze doelstellingen: Omschrijving
Jaarrekening 2014
Minimale doelstelling (in Financieel Beleid)
Ambitie Nijestee
Wat heb ik qua geld?
•
verhuur van woningen met een huur hoger dan € 699,48;
•
verhuur van maatschappelijk vastgoed dat niet op de EC-lijst wordt genoemd;
•
bedrijfsonroerend goed;
•
koopwoningen.
We volgen de uitgangspunten van de richtlijn. In 2014 verhuurden we daarom in principe geen woningen beneden
Kasstroom (project)
Jaar 1-5: Max -/- € 10.000 per won. Jaar 6-10 : totaal positief
de € 699,48 aan huishoudens met een inkomen boven € 34.678 (zie ook paragraaf 4.4). Herziene Woningwet
Borgbaarheidsverklaring (WSW)
Ja
Ja
Het parlement is al meer dan twaalf jaar bezig met de vernieuwing van de Woningwet. Op 11 december
Borgingsplafond (WSW)
Beschikbaar
Beschikbaarheid
2014 stemde de Tweede Kamer unaniem in met de novelle op de herziene Woningwet. Het wetsvoorstel ging
Rentedekkingsgraad
1,8
> 1,3
> 1,5
vervolgens naar de Eerste Kamer. In de Woningwet staat wat woningcorporaties wel en niet mogen en wie daar
Loan to value
74,66%
< 75%
< 70%
toezicht op houdt. Voor woningcorporaties heeft de herziene Woningwet de nodige consequenties. Hieronder
Kasstroom (portefeuille)
Voldoet
Positief, totaal over 5 jaar
Ieder jaar positief Per jaar > € 1 mln.
noemen we de meest in het oog springende:
Investeringsniveau (gemiddeld per woning)
Voldoet
< € 200.000
•
Benoemen onafhankelijke Woonautoriteit – hieronder wordt zowel financieel als volkshuisvestelijk toezicht geplaatst. De minister is eindverantwoordelijk;
Wat heb ik qua vermogen?
•
Versterking positie en invloed huurders;
•
Administratieve of juridische scheiding van DAEB en niet-DAEB;
> 20% (€ 125 miljoen)
•
Waardering marktwaarde in verhuurde staat (ook DAEB-bezit);
> € 170 mln.
> € 200 mln.
•
Beperking activiteiten leefbaarheid;
> 30%
•
Grotere rol gemeente – opstellen woonvisie. Zienswijze gemeente bij verkoop sociale huurwoningen, fusie,
Oordeel CFV
Voldoet
Voldoet
Solvabiliteit (CFV-methodiek)
Circa 23%
> 15% (€ 90 miljoen)
Eigen Vermogen
€ 182,1 mln.
Solvabiliteit
26,5%
> 25%
Onrendabele top DAEB
Voldoet
< € 50.000
Onrendabele top niet-DAEB
Nvt
< € 10.000
Direct rendement portefeuille
5,30%
> 4,0%
Indirect rendement (portefeuille-niveau)
- 1,55%
> - 2,0%
Kwaliteitsverbeteringen
Nvt
> 50%
noodzaak uitvoeren niet-DAEB-activiteiten; •
Grotere rol RvC – toestemming bij investeringen.
Wat verdien ik? > 4,5%
Volgens planning gaat de nieuwe wet per 1 juli 2015 in. Dit betekent dat het voorstel voor administratieve dan wel juridische scheiding voor 1 januari 2017 bij het rijk moet zijn ingediend.
61
Activiteitenplan 2015-2019 Om grip te houden op onze lange termijn activiteiten hebben we onze plannen voor een reeks van jaren uitgezet op basis van het portfoliobeleid. In de volgende tabel geven we inzicht in onze activiteiten voor de komende
9.3
Meerjarenprognose en solvabiliteit Het activiteitenplan 2015-2019 is in een scenario verwerkt. Gegevens uit de Jaarrekening 2014 en Begroting 2015 zijn uitgangspunt voor de prognose. Het scenario voldoet aan alle vijf harde procesvereisten van het
jaren.
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Deze vereisten zijn:
De activiteiten in 2015-2019 in aantallen woningen:
Ratio
Totaal
2015
2016
2017
2018
2019
Onttrekkingen sloop
-/- 225
0
-/- 78
-/- 147
0
0
Verkoop huurwoningen
-/- 700
-/- 140
-/- 140
-/- 140
-/- 140
-/- 140
812
101
487
84
90
50
Sociale huurwoningen (DAEB) Vrije sector huurwoningen (niet-DAEB) Mutatie aantal woningen in eigendom
0
0
0
0
0
0
-/- 113
-/- 39
269
-/- 203
-/- 50
-/- 90
Norm WSW
Waarde Nijestee
Prognose 2019
Rentedekkingsgraad (ICR)
> 1,4
Debt Service Coverage Ratio (DSCR)
> 1,0
1,23
circa 1,4
Loan to Value (LTV)
< 75%
74,66%
65,96%
Solvabiliteit
> 20%
26,5%
34,2%
Dekkingsratio
< 50%
28%
circa 30%
1,8*
2,3
* De berekening van de ICR door het WSW wijkt af van onze eigen berekening. Het WSW berekent de ICR op een gemiddelde van de laatste drie jaren. In onze berekening gaan we uit van de ICR op basis van het lopende boekjaar (conform uitgangspunt CFV, zie paragraaf 9.6.2).
Aantal woningen in eigendom Start = 13.323
H 9 Financiën
9.2
13.284
13.553
13.350
13.300
13.210 Bovenstaande ratio’s zijn ontleend aan de DPI (Prospectieve Informatie) zoals deze in januari 2015 is aangeleverd
Kwaliteitsverbeteringen Koopwoningen nieuwbouw
100
100
100
100
100
100
0
32
0
0
0
0
bij CorpoData. Los van de ratio’s is het van belang om positieve operationele kasstromen DAEB te presenteren. In de DPI is het verloop van de operationele kasstroom (inclusief 2% aflossingsfictie) als volgt: 2015
2016
2017
2018
2019
Totaal
Toelichting activiteitenplan
Operationele kasstroom DAEB
8.799
10.737
12.634
14.275
16.621
63.066
We willen 700 huurwoningen in de komende vijf jaar verkopen. De opbrengst zetten we onder andere in om de
Af: Genormeerde aflossing 2%
8.849
8.839
8.652
8.414
7.791
42.545
diverse heffingen te kunnen voldoen. Daarnaast zijn deze middelen nodig omdat we nog een beperkt aantal
Totaal*
-50
1.898
3.982
5.861
8.830
20.521
Prognose
Prognose
Prognose
Prognose
nieuwbouwprojecten willen uitvoeren, met name voor jongeren of in wijkvernieuwingsgebieden waar we afspraken hebben gemaakt met bewoners. Tot en met 2019 houden we rekening met de oplevering van 812 woningen,
* exclusief toegerekende rente en loonkosten
allemaal in de sociale huur. Dit zijn enerzijds projecten die ultimo 2014 in uitvoering waren, zoals Grunobuurt Typhoon (77 woningen) en Semmelweisstraat fase 2 (24 huurwoningen). Qua nieuwe projecten zijn toegevoegd:
De ontwikkeling van de Winst- en verliesrekening verwachten we als volgt:
Trefkoel blok B/C (467 woningen), De Velden (20 huurwoningen), Semmelweisstraat 3e fase (24 huurwoningen), De Velden fase 2 (60 woningen), Grunobuurt blok 5 (90 woningen) en Treslinghuis (50 woningen).
Bedragen x € 1.000
Binnen het project Typhoon in de Grunobuurt leveren we ook 32 koopwoningen op.
2014
2015
2016
2017
2018
2019
75.653
77.800
80.800
84.000
86.700
88.800
Vergoedingen
3.285
3.800
4.000
4.100
4.200
4.300
Netto resultaat verkoop woningen
8.594
11.700
11.100
11.300
11.700
11.700
1
0
0
0
0
0
Wijziging Onderhanden werk
169
0
0
0
0
0
Geactiveerde productie tbv eigen bedrijf
721
700
800
800
800
900
2.025
600
600
600
600
600
Totaal opbrengsten
90.448
94.600
97.300 100.800 104.000 106.300
Afschrijvingen
19.681
17.500
18.000
17.800
17.600
17.500
4.317
1.600
3.300
4.200
2.600
600
43
0
0
0
0
0
Lonen en sociale lasten
10.642
10.800
11.100
11.400
11.800
12.100
Kwaliteitsverbeteringen
-49
700
700
700
800
800
Huren Eerder hadden we de ambitie om jaarlijks 200 woningen projectmatig te verbeteren, dit kunnen we niet meer waarmaken. We zetten nu in op verbetering van jaarlijks minimaal 100 woningen. In totaal leiden onze voorgenomen activiteiten tot een toename van 619 woningen in de stad Groningen in de
Overheidsbijdragen
komende vijf jaar. Onttrekkingen sloop Sociale huurwoningen (daeb) Vrije sector huurwoningen (niet-daeb) Koopwoningen nieuwbouw Toename aantal woningen in de stad Groningen door Nijestee
Totaal
2015
2016
2017
2018
2019
-/- 225
0
-/- 78
-/- 147
0
0
812
101
487
84
90
50
0
0
0
0
0
0
32
32
0
0
0
0
619
133
409
-/- 63
90
50
Jaarrekening Begroting
Overige Bedrijfsopbrengsten
Overige waardeveranderingen Erfpacht
15.279
17.100
17.400
17.900
18.500
19.000
Leefbaarheid
1.103
900
900
1.000
1.000
1.000
Lasten servicecontracten
3.585
4.800
4.900
5.100
5.200
5.400
Bijzondere waardeverandering vlottende activa
1.484
0
0
0
0
0
Belastingen en verzekeringen
5.709
5.700
5.900
6.100
6.200
6.400
Onderhoud
63
5.720
5.100
5.300
5.400
5.600
5.800
Heffingen
7.791
8.700
9.000
9.300
9.300
9.300
Niet gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille
-3.681
-4.800
-5.000
0
0
0
17.602
17.000
16.400
15.800
14.700
13.900
Totaal lasten
89.226
85.100
87.900
94.700
93.300
91.800
Bedrijfsresultaat
1.222
9.500
9.400
6.100
10.700
14.500
Vennootschapsbelasting
1.707
-300
-300
-300
-300
-300
- 14
0
0
0
0
0
Resultaat bedrijfswaarde via W&V
2.915
9.200
9.100
5.800
10.400
14.200
Rechtstreeks via Eigen Vermogen1
7.448
Deelnemingen
Gemiddelde huurstijging
Sector parameters 2016 en verder
Huurderving Variabele lasten per woning nieuwbouw.
geboekt. Dit betreft vooral wijzigingen in de bedrijfswaarde als gevolg van aanpassingen in parameters en niveauwijzigingen.
3,5% 3,00%
2015 en verder
1,3%
€ 2.660
Rentepercentage bij (her)financiering en renteaanpassing op
2015
3,00%
geborgde leningen.
2016
3,50%
2017
4,00%
2018 en verder
4,50%
2016 en verder
+ 0,50%
Alle jaren
+ 0,30%
Rente voor contante waarde berekening woningen
5,25%
Rente voor contante waarde berekening commerciële ruimten
5,25%
Basisrenteleningen bij herziening opslag
rechtstreeks via het Eigen Vermogen geboekt. In 2014 is € 7,4 miljoen rechtstreeks via het Eigen Vermogen
2,5%
gemiddelde stijging bouwkosten-/onderhoudskosten
Rollover leningen (1 & 6 maands EURIBOR + opslag), stand EURIBOR:
Vanaf 2012 worden bepaalde mutaties niet meer via de Winst- en Verliesrekening verantwoord, maar
2015
Gemiddelde inflatiestijging (beheer- en overige kosten) en
10.363
Mutatie Eigen Vermogen 1
Voor de berekening van het meerjarenperspectief hanteren we de volgende uitgangspunten:
Startbedragen
Financiële baten en lasten
De totale mutatie in het Eigen Vermogen bedraagt positief € 10,4 miljoen.
Investering kwaliteitsverbeteringen regulier
15.000
Het Eigen Vermogen stijgt van € 171,7 miljoen (ultimo 2013) naar € 182,1 miljoen (ultimo 2014).
Investering kwaliteitsverbeteringen Energiesprong
45.000
De ontwikkeling van de Balans op bedrijfswaarde verwachten we als volgt: Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
2016
2017
512.912
484.780
487.800
508.000
502.100
Vastgoed in ontwikkeling (DAEB)
2.380
3.338
28.100
9.600
12.100
7.400
3.900
Onroerend goed tdd exploitatie
21.369
20.820
20.300
19.800
19.300
18.800
18.300
127.348
134.187
135.500
133.900
132.400
13.679
13.877
13.700
13.700
13.700
13.700
13.700
783
2.000
2.000
1.300
500
0
0
2.684
5.990
2.700
2.700
2.700
2.700
21.003
21.064
16.300
13.300
13.300
13.400
Sociaal vastgoed in exploitatie (DAEB)
Commercieel vastgoed in exploitatie (niet-DAEB) Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwikkeling (nietDAEB) Financiële vaste activa Overige vlottende activa Balanstotaal debet Eigen vermogen Egalisatierekening/Voorz. Langlopende schulden Terugkoopverplichting zaken verkocht onder voorwaarden Rekening courant bank Vlottende passiva Balanstotaal credit Solvabiliteitspercentage
2018
2019
Nieuwbouw huur sociaal: gem. investering per woning per 1/1
€ 150.000
Onrendabele top per woning (indicatief incl. heffing)
€ 30.000
Gemiddelde aanvangshuur per woning
€ 699
Levensduur
50 jaar
Nieuwbouw jongereneenheid zelfstandig: gem. investering per woning 498.900 484.300
129.500 126.600
€ 60.000
Onrendabele top per woning (indicatief incl. heffing)
€0
Gemiddelde aanvangshuur per woning
€ 380
Levensduur
50
Nieuwbouw jongereneenheid onzelfstandig: gem. investering per woning
€ 50.000
Onrendabele top per woning (indicatief excl. heffing)
€ 8.000
Gemiddelde aanvangshuur per woning
€ 270
Levensduur
171.743
182.106
191.300
200.400
206.200
10.841
9.005
7.400
9.000
10.000
466.898
433.299
454.700
431.900
409.700
13.761
13.896
13.800
13.800
13.800
€ 180.000
2.700
Onrendabele top per woning (indicatief)
€0
25.300
Gemiddelde aanvangshuur per woning
€ 900
Levensduur
50 jaar
Nieuwbouw parkeerplaats: gem. investering per plek per 1/1
€ 22.500
Onrendabele top per parkeerplek (indicatief)
€ 15.000
Gemiddelde aanvangshuur per parkeerplek
€ 50
216.600 230.800 8.300
6.300
401.700 393.700 13.800
50
Nieuwbouw huur vrije sector: investering per woning per 1/1
702.158 686.056 706.400 702.300 696.100 684.400 674.800
13.800
0
0
0
0
0
0
0
38.915
47.750
39.200
47.200
56.400
44.000
30.200
H 9 Financiën
Overige bedrijfslasten
Levensduur Verkoop regulier: gemiddelde winst per woning
50 jaar
2015 en verder
€ 80.000
702.158 686.056 706.400 702.300 696.100 684.400 674.800 24,5%
26,5%
27,1%
28,5%
29,6%
31,6%
34,2%
Het Eigen Vermogen stijgt in 2014 met € 10,4 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door: •
jaarresultaat 2014 ad positief € 2,915 miljoen (zie hierboven);
•
mutatie bedrijfswaarde rechtstreeks geboekt via het Eigen Vermogen ad positief € 7,448 miljoen.
65
9.4
Bedrijfswaarde We waarderen ons DAEB-bezit op actuele waarde (bedrijfswaarde) en ons niet-DAEB-bezit op marktwaarde in verhuurde staat.
9.4.2
Bedrijfswaarde 2014
De bedrijfswaarde van onze materiële vaste activa in exploitatie (sociaal en commercieel) bedraagt begin 2014 totaal € 647,8 miljoen. Eind 2014 is de bedrijfswaarde met € 20,2 miljoen gedaald naar € 627,6 miljoen. Dit valt binnen de norm van maximaal 2%. In onderstaand overzicht presenteren we het verloop:
In deze paragraaf lichten we toe hoe de waardering van de diverse activa tot stand gekomen is. De volgende aspecten komen aan bod:
9.4.1
Omschrijving
•
Toelichting keuze waarderingsgrondslag;
•
Toelichting bedrijfswaarde 2014;
•
Wat is de marktwaarde van het commercieel vastgoed (niet-DAEB) ultimo 2014;
•
Wat is de omvang van het Eigen Vermogen ultimo 2014.
Bedrijfswaarde primo 2014 Verkoop/samenvoeging/sloop (1) Aankoop Investering (2) Overig (3)
Toelichting keuze waarderingsgrondslag
Gecorrigeerde bedrijfswaarde na
Volgens de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, hoofdstuk 645 (RJ645), dient een toegelaten instelling haar
mutatie woningbestand
onroerende zaken in exploitatie naar twee typologieën te classificeren: sociaal vastgoed (DAEB) en commercieel
Aanpassing levensduurverwachting (4)
vastgoed (niet-DAEB). Vervolgens dient het sociaal vastgoed gekwalificeerd te worden als bedrijfsmiddel of als
Gecorrigeerde bedrijfswaarde na
belegging. In onderstaand schema is de classificatie en de kwalificatie weergegeven.
aanpassing levensduur Verloop tijd (5) Gecorrigeerde bedrijfswaarde 2013
Onroerende zaken in exploitatie
Bedrijfs onroerend goed (BOG)
Garages/ Overig
Grondwaarde
Totaal
593.570.000
39.555.000
5.990.000
8.700.000
647.815.000
- 8.082.000 0 1.131.000 2.703.000
- 1.756.000 0 0 - 3.888.000
0 0 0 0
- 299.000 0 0 0
- 10.137.000 0 1.131.000 - 1.185.000
589.322.000
33.911.000
5.990.000
8.401.000
637.624.000
9.430.000
0
0
0
9.430.000
598.752.000
33.911.000
5.990.000
8.401.000
647.054.000
- 6.377.000
- 175.000
- 17.000
0
- 6.569.000
592.375.000
33.736.000
5.973.000
8.401.000
640.485.000
0 - 2.518.000 0 - 1.263.000 252.000 7.015.000 288.000 0 0 - 1.925.000 - 12.154.000
0 44.000 44.000 - 2.318.000 - 8.000 80.000 - 418.000 0 0 0 0
0 - 156.000 0 - 7.000 0 175.000 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 - 2.630.000 44.000 - 3.588.000 244.000 7.270.000 - 130.000 0 0 - 1.925.000 - 12.154.000
ultimo 2014
Classificeer naar typologie
Commercieel vastgoed
Sociaal vastgoed
Woningen
Kwalificeer de totale portefeuille op basis van het beleid
Sociaal vastgoed als bedrijfsmiddel
Sociaal vastgoed als vastgoedbelegging
Kostprijsmodel
RJ 645.207/208
RJ 645.207/208
RJ 645.207/208
Actuele waarde model
RJ 645.210
RJ 645.209
RJ 645.209
Mutatie disconteringsvoet (6) Mutatie huurinflatie/huurniveau (7) Mutatie huurdervingspercentage Mutatie restwaarde (9) Mutatie onderhoud (10) Mutatie algemeen beh. en adm. (11) Mutatie belastingen Mutatie verzekeringen Mutatie diversen Mutatie heffing (12) Mutatie verkopen (13) Subtotaal overige mutaties
- 10.305.000
- 2.576.000
12.000
0
- 12.869.000
Bedrijfswaarde ultimo 2014
582.070.000
31.160.000
5.985.000
8.401.000
627.616.000
Mutatie bedrijfswaarde
- 11.500.000
- 8.395.000
- 5.000
- 299.000
- 20.199.000
Boekwaarde historische kostprijs
433.969.000
18.590.000
5.308.000
8.401.000
466.268.000
Overwaarde
148.101.000
12.570.000
677.000
0
161.348.000
Toelichting Woningen: Verkoop/samenvoeging/sloop (1): betreft de verkoop van bestaand bezit (166 woningen). Investering (2): in 2014 zijn er 14 woningen H. de Grootkade toegevoegd. Overig (3): in 2014 stijgen 230 woningen tijdelijk boven de huurtoeslaggrens van € 699 uit, en komen er per 1 januari 2015 weer onder als deze toeslaggrens weer stijgt. Huurders behouden het recht op huurtoeslag.
Na classificatie en kwalificatie dient een toegelaten instelling te kiezen tussen waardering volgens het
Aanpassing levensduurverwachting (4): De levensduur van verkoopcomplexen is verlengd tot 25 jaar.
kostprijsmodel of actuele waardemodel. In 2011 kozen we ervoor om sociaal vastgoed te kwalificeren als
Complexen met een resterende levensduur korter dan 15 jaar, waarvoor geen concrete sloopplannen zijn,
bedrijfsmiddel en te waarderen op basis van actuele waarde. We gebruiken de panden als bedrijfsmiddel en niet
zijn verhoogd naar 15 jaar.
als beleggingsobject.
Verloop tijd (5): de kasstroom uit 2014 vervalt en de overige kasstromen komen een jaar eerder.
Deze keuze heeft tot gevolg dat sociaal vastgoed wordt gewaardeerd op bedrijfswaarde (RJ 645.210). De
Mutatie huurinflatie/huurniveau (7): de werkelijke huurverhoging per 1 juli 2015 bedraagt naar verwachting
bedrijfswaarde wordt bepaald op basis van geschatte in- en uitgaande kasstromen. In Hoofdstuk 13 (Jaarrekening
2,5%. In de bedrijfswaardeberekening ultimo 2013 werd nog uitgegaan van een huurverhoging van 3,5%.
en toelichting) lichten we de gekozen uitgangspunten nader toe.
Deze verlaging heeft een dempend effect op de bedrijfswaarde. Deze verlaging wordt voor een groot deel gecompenseerd door het positieve effect van de huurharmonisatie.
Commercieel vastgoed wordt gewaardeerd tegen reële waarde (marktwaarde in verhuurde staat, RJ 645.209). Deze wordt bepaald met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de markt waarop een corporatie actief is.
67
Toelichting Grondwaarde:
eenheid. Dit conform de uitgangspunten van het Centraal Fonds Volkshuisvesting.
Verkoop/samenvoeging/sloop (1): betreft de verkoop van erfpacht aan onder andere G. Bakkerstraat.
H 9 Financiën
Mutatie restwaarde (9): de restwaarde van de onzelfstandige eenheden is verlaagd van € 5.000 naar € 2.500 per Mutatie algemeen beheer en administratie (11): op algemeen beheer en administratie voerden we in 2013/2014 bezuinigingen door. De ingerekende norm ligt € 34 per woning lager dan waar ultimo 2013 mee is gerekend.
Opmerking
Dit resulteert in een positief effect op de bedrijfswaarde.
in de bedrijfswaarde van de woningen ad € 582,1 miljoen wordt rekening gehouden met de verkoop van
Mutatie heffing (12): eind 2013 ging de Eerste Kamer akkoord met de Verhuurdersheffing na 2013.
700 woningen. Het positieve effect van deze verkoopdoelstelling is € 43 miljoen. Exclusief deze verkopen
Door aanpassingen in de WOZ-waarde en het tarief, is het negatieve effect op de bedrijfswaarde in 2014
bedraagt de bedrijfswaarde van de woningen € 539,1 miljoen.
circa € 1,9 miljoen. Mutatie verkopen (13): ten opzichte van 2013 zijn er minder verkoopopbrengsten opgevoerd. Het aantal
Vanaf boekjaar 2012 wordt de activa gesplitst in DAEB (sociaal vastgoed) en niet-DAEB (commercieel vastgoed).
woningen is verlaagd van 745 naar 700 (aantallen sluiten aan bij de meerjarenbegroting) en de verkoopopbrengst
De bedrijfswaarde is als volgt te splitsen:
is verlaagd. Daarnaast is de looptijd van het kasstroomverlies verlengd van 20 naar 25 jaar. Ook dit heeft een negatief effect op de bedrijfswaarde. Per saldo is de bedrijfswaarde van de ingerekende verkopen met
Omschrijving
Woningen
Bedrijfs onroerend goed (BOG)
Garages/ Overig
Grondwaarde
Totaal
476.682.000
8.098.000
0
0
484.780.000
€ 12,2 miljoen gedaald van € 55,2 miljoen (ultimo 2013) naar € 43 miljoen (ultimo 2014). DAEB – sociaal vastgoed in exploitatie niet-DAEB – commercieel vastgoed
Hieronder een overzicht van het aantal woningen dat we per jaar verwachten te verkopen. Verkoopjaar
Bedrijfswaarde 2013
Bedrijfswaarde 2014
2014
140
0
2015
150
140
2016
160
140
2017
165
140
2018
130
140
2019
0
140
745
700
Totaal
Bedrijfswaarde ultimo 2014
105.388.000
23.062.000
5.985.000
8.401.000
142.836.000
582.070.000
31.160.000
5.985.000
8.401.000
627.616.000
In paragraaf 9.4.3 lichten we de berekening van de marktwaarde van niet-DAEB verder toe.
9.4.3
Marktwaarde commercieel vastgoed (niet-DAEB) ultimo 2014 Vanaf 2012 wordt het commercieel vastgoed gewaardeerd op marktwaarde in verhuurde staat. De marktwaarde is gedefinieerd als: ‘het geschatte bedrag waartegen vastgoed tussen een bereidwillige koper en een bereidwillige verkoper na behoorlijke marketing in een zakelijke transactie zou worden overgedragen op
Gevoeligheid schattingen
de peildatum, waarbij de partijen met kennis van zaken, prudent en niet onder dwang zouden hebben gehandeld.’
De bedrijfswaarde wordt berekend en bepaald op basis van een aantal uitgangspunten en schattingen. Relatief kleine aanpassingen in de gehanteerde parameters en schattingen hebben veel impact op de bedrijfswaarde. In
Ons commercieel vastgoed bestaat uit woningen in exploitatie met een huurprijs hoger dan € 699,48,
onderstaande tabel laten we zien wat de effecten zijn als een van de uitgangspunten om welke reden dan ook
bedrijfsmatig vastgoed, garages en parkeerplaatsen. Omdat de waardering van het niet-DAEB bezit niet via
wijzigt.
courante/recente prijzen op de vastgoedmarkt is af te leiden, is de marktwaarde bepaald op basis van een DCF-model. Onafhankelijke en ter zake kundige taxateurs hebben 54% van de marktwaarde van de woningen
Omschrijving
getaxeerd en 58% van de marktwaarde van het bedrijfsonroerend goed. Deze taxaties lagen in lijn met de via
Ingerekend
Indien dit wijzigt naar
Impact
Huurstijging 2015
2,5%
2,0%
Negatief € 5,6 miljoen
Huurstijging 2016
3,5%
3,0%
Negatief € 5,2 miljoen
Huurharmonisatie
0%
€ 400.000 (5 jaar lang)
Positief € 24 miljoen
Norm algemeen beheer
€ 1.205 per eenheid
€ 1.255 per eenheid
Negatief € 25 miljoen
•
Kasstroommodel van 10/15 jaar;
Stijging variabele lasten
3% per jaar
2,5% per jaar
Positief € 18 miljoen
•
Inflatie: 1,9%;
Stijging onderhoudslasten
3% per jaar
2,5% per jaar
Positief € 12,5 miljoen
•
Onderhoudskosten en algemeen beheer op basis van VastgoedTaxatieWijzer (VTW);
5,25%
5,0%
Positief € 18 miljoen
•
Disconteringsvoet bij doorexploiteren van 6% - 7,5% (gemiddeld 6,55%); BOG 8%;
•
Disconteringsvoet bij uitponden van 6,5% - 8% (gemiddeld 7,05%); BOG 8,5%
Om die reden volgen we bijvoorbeeld de maandelijkse ontwikkeling van inflatie en rente nauwgezet en nemen we
•
Exit yield bij doorexploiteren van 6,5% - 8% (gemiddeld 7,05%); BOG 8,5%;
zo nodig maatregelen.
•
Exit yield uitponden van 7% - 8,5% (gemiddeld 7,55%); BOG 9%;
•
Hoogste van scenario doorexploiteren dan wel uitponden.
Disconteringsvoet
het DCF-model verkregen waarderingen. Binnen de waardering zijn onder andere de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Toelichting Bedrijfsonroerend goed (BOG): Verkoop/samenvoeging/sloop (1): betreft de verkoop van 14 BOG-panden (zie ook paragraaf 3.5). Overig (3): in 2014 zijn 2 eenheden overgeheveld naar ‘Vastgoed bestemd voor de verkoop’ (Noorderkerk en Hora Siccamasingel) en 1 eenheid naar ‘Voorraad grond- en ontwikkelposities’ (Dierenriemstraat 100). Mutatie restwaarde (9): object Damsterdiep 269, voormalige Nas- en Mazzelmarkt van WerkPro, is op basis van een taxatie afgewaardeerd. Overige parameters: zie opmerkingen bij woningen.
69
Omschrijving
Marktwaarde primo 2014 Waardeverandering Marktwaarde ultimo 2014 Bedrijfswaarde niet-daeb
Woningen
Bedrijfs onroerend goed (BOG)
Garages/ Parkeerpl.
95.495.000
18.613.000
4.540.000
10.843.000
- 3.599.000
- 106.000
106.338.000
15.014.000
4.434.000
105.388.000
23.062.000
5.985.000
8.401.000
142.836.000
0
- 8.649.000
Verschil 2014
950.000
- 8.048.000 - 1.551.000
Verschil 2013
1.191.000
- 7.296.000 - 1.450.000
Afwaardering via resultaat
- 241.000
- 752.000
Grondwaarde
Totaal
9.5
Resultaat 2014
H 9 Financiën
De marktwaarde van het niet-DAEB bezit is als volgt opgebouwd:
Het resultaat 2014 bedraagt positief € 2,9 miljoen. Dit resultaat is toegevoegd aan het Eigen Vermogen. Als gevolg van waardeveranderingen is daarnaast nog een bedrag rechtstreeks in het Eigen Vermogen verwerkt van € 7,5 miljoen. Totaal is een bedrag van € 10,4 miljoen aan het Eigen Vermogen toegevoegd. Ten opzichte van
8.700.000 127.348.000 - 299.000
6.839.000
8.401.000 134.187.000
- 101.000
0
- 7.555.000
0
- 1.094.000
de begroting (positief € 7,6 miljoen) een hogere toevoeging van € 2,8 miljoen. Hieronder lichten we de meest opvallende verschillen ten opzichte van de begroting toe. Omschrijving (bedragen * € 1 miljoen)
Afwijking t.o.v. begroting
Hogere opbrengst verkoop bedrijfsonroerend goed
0,5
Afwaardering ontwikkellocaties en BOG
- 4,1
Hogere projectkosten / kwaliteitsverbetering
- 0,6
Lagere heffingen
0,2
Hogere huurbaten/ hogere derving
0,1
Toelichting Woningen:
Lagere overige personeelslasten (o.a. Sociaal Plan)
0,6
de marktwaarde van de woningen is toegenomen met € 10,8 miljoen. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt
Lagere afschrijvingslasten
1,6
doordat 230 woningen tijdelijk boven de huurtoeslaggrens van € 699 uitstijgen. Die komen per 1 januari 2015
Lagere onderhoudslasten
2,1
weer binnen de toeslaggrens. Ultimo 2014 zijn er 679 formeel niet-DAEB woningen (ultimo 2013: 555). Opmerking: de parkeerkelders bij de objecten Frontier, Rederijker en Stadswerf maken onderdeel uit van de waardering van de woningen. Toelichting Bedrijfsonroerend Goed:
Lagere rentelasten
1,3
Lagere mutatie bedrijfswaarde
- 0,1
Lagere marktwaarde versus bedrijfswaarde niet-DAEB
- 1,1
Verantwoorden belastinglatentie
1,9
Diverse verschillen (positief en negatief)
0,4
Totaal effect op Eigen Vermogen
2,8
de marktwaarde van de BOG-eenheden is afgenomen met € 3,6 miljoen. Deze daling wordt enerzijds veroorzaakt door de verkoop van 12 eenheden in 2014.
Toelichting Mutatie bedrijfswaarde
Anderzijds is in 2014 een groot deel van de BOG-portefeuille extern getaxeerd. Deze taxaties liggen overall lager
De mutatie bedrijfswaarde is nagenoeg gelijk aan de begroting. Wel zijn er enkele verschuivingen zichtbaar.
dan de marktwaarde begin 2014. Ook is een object overgeheveld naar ‘Vastgoed bestemd voor de verkoop’
In onderstaande tabel wordt deze post nader toegelicht. Zie ook paragraaf 9.4.2.
(Hora Siccamasingel). Op basis van taxaties en eigen berekeningen wordt er in 2014 nog een bedrag afgeboekt
9.4.4
van € 1,1 miljoen.
Omschrijving (bedragen * € 1.000)
Toelichting Grondwaarde:
Verloop tijd
- 7.000
- 6.569
431
de grondwaarde is met ingang van boekjaar 2014 overgeheveld van DAEB naar niet-DAEB. Vergelijkende cijfers
Lagere boekwaarde door lagere afschrijvingen
17.000
18.126
1.126
zijn aangepast.
Inrekenen verkopen bestaande huurwoningen
Omvang Eigen Vermogen ultimo 2014 Ultimo 2014 bedraagt de omvang van het Eigen vermogen € 182,1 miljoen. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
Begroting
Waardeverandering
Resultaat 2014
Ultimo 2014
24.883.000
1.609.000
2.915.000
29.407.000
154.415.000
6.933.000
0
161.348.000
- 7.555.000
- 1.094.000
0
- 8.649.000
171.743.000
7.448.000
2.915.000
182.106.000
Overige reserves Herwaarderingsreserve Mutatie marktwaarde niet-DAEB Eigen Vermogen
Afwijking t.o.v. begroting
- 3.000
- 12.154
- 9.154
Verhuurdersheffing
0
- 1.925
- 1.925
Levensduurverlenging
0
9.430
9.430
Diversen (huur, restwaarde, onderhoud, algemeen beheer) Totaal
Ultimo 2013
Realisatie
0
24
24
7.000
6.932
- 68
Inrekenen verkopen bestaande woningen: in de bedrijfswaarde ultimo 2014 is deze post extra verlaagd. Dit heeft drie redenen:
•
het aantal ingerekende verkopen is verlaagd van 745 naar 700;
•
de levensduur van de te verkopen woningen is verlengd van 20 naar 25 jaar (daardoor groter kasstroomverlies);
Toelichting:
•
de gemiddelde verkoopprijs van de te verkopen woningen is verlaagd.
Overige reserves: het resultaat ad positief € 2,9 miljoen betreft in feite het resultaat op basis van historische kostprijs. Voor details zie paragraaf 9.3.
Door deze drie factoren is de bedrijfswaarde van de te verkopen woningen verlaagd van € 55,2 miljoen naar
Herwaarderingsreserve: de hoogte van deze reserve is toegenomen met € 6,9 miljoen.
€ 43 miljoen (mutatie negatief € 12,2 miljoen).
Mutatie marktwaarde niet-DAEB: Bezit gekwalificeerd als niet-DAEB wordt gewaardeerd tegen marktwaarde in
Levensduurverlenging: De levensduur van verkoopcomplexen is verlengd tot 25 jaar. Complexen met een
verhuurde staat. De bedrijfswaarde van dit bezit bedraagt € 142,8 miljoen, de marktwaarde is € 134,2 miljoen.
resterende levensduur korter dan 15 jaar, waarvoor geen concrete investeringsplannen zijn, zijn verhoogd
Vandaar een effect op het vermogen van € 8,6 miljoen. Zie ook paragraaf 9.4.3.
naar 15 jaar. Het totale effect op de bedrijfswaarde is € 9,4 miljoen. Voor overige afwijkingen zie paragraaf 9.4.2.
71
Financieren en beleggen
De rentelast over onze leningenportefeuille bedroeg in 2014 € 18,2 miljoen. De gemiddelde rente ultimo
Al onze activiteiten staan al bijna een eeuw in het belang van de volkshuisvesting. Ook ons financierings- en
2014 bedraagt 3,73% (2013: 3,76%). Deze verdere verlaging is volledig ontstaan door de nieuwe lagere
beleggingsbeleid is erop gericht de continuïteit van onze maatschappelijke onderneming te garanderen.
rentepercentages. We maken geen gebruik van derivaten om de rentelasten te verlagen. Dit is op basis van
We streven naar een optimale mix waarbij zowel de rentekosten als het renterisico minimaal zijn, terwijl het
het Treasurystatuut ook niet toegestaan.
H 9 Financiën
9.6
rendement op eventuele beleggingen maximaal is. Financierings- en beleggingsbeslissingen nemen we binnen de bepalingen van ons Treasurybeleid. Het Treasurybeleid vormt (samen met de begroting) het kader om
Volgens het meerjarenperspectief daalt de huidige leningenportefeuille van € 462,1 miljoen ultimo 2014 naar
besluiten te nemen over het aangaan van leningen, beleggingen en kasgelden. In 2013 actualiseerden we het
€ 401,6 miljoen eind 2019. Deze daling komt doordat we diverse projecten met nieuwbouw huurwoningen
Treasurystatuut.
hebben uitgesteld. In 2015 willen we nog leningen aantrekken voor de financiering van enkele geplande projecten (Trefkoel blok B/C, De Velden en kwaliteitsverbetering). Na 2015 trekken we alleen in 2017 nog een lening aan
9.6.1
Financiering lang vermogen
om aan onze aflossingsverplichtingen (incl. hoge eindaflossingen) te kunnen voldoen.
In 2014 wijzigden de financiële voorwaarden van een aantal leningen. In onderstaande tabel een overzicht van de
9.6.2
geconverteerde leningen met de nieuwe percentages: Datum herziening
Geldgever
Oud (%)
Gemeente Groningen
4,21
10jr. 2,08
3-2-2014
Gemeente Groningen
2,40
10jr. 2,73*
23.000.000
1-6-2014
Gemeente Groningen
4,45
10jr. 2,35
17.282.069
1-7-2014
Gemeente Groningen
3,10
10jr. 3,34*
20.972.309
Het renterisico is de som van de aflossingen, renteconversies en de benodigde (her)financiering uitgedrukt in een in het Treasurystatuut vastgesteld op maximaal 15% per jaar. Dit sluit aan bij de eisen van het WSW. Het renterisico blijft de komende jaren nagenoeg beneden deze grens. Zie onderstaande tabel.
690.240
Totaal
Renterisico’s
percentage van de som van de opgenomen kapitaalmarktleningen. Intern hebben we de limiet voor renterisico’s
Nieuw (%) Restant hoofdsom op conversiedatum
1-2-2014
Renterisico geborgde leningen Nijestee (%) 16
60.972.309
14
* Deze lening is tevens omgezet van een Fixe-lening naar een Annuïteiten-lening. De eerste vijf jaar wordt er
14,61
14,65
15,05 13,36
12
niet afgelost, vanaf het jaar 2020 tot 3 februari 2044 wordt de lening volledig afgelost. ** Betreft een basisrentelening van 3,1%. Opslag is per 1 juli 2014 aangepast naar 0,24%. Totaal dus 3,34%.
11,63
10
Na 2 jaar (2016) herziening van de opslag.
9,29
8 Nieuwe leningen
11,21 8,65 7,35
6
In 2014 trokken we geen nieuwe leningen aan.
10,56
4 Leningenportefeuille ultimo 2014
2
Als gevolg van de renteconversies ziet de leningenportefeuille van Nijestee er ultimo 2014 als volgt uit:
0 Financieringswijze
Aantal leningen
Restant hoofdsom x € 1mln.
Gemiddelde resterende looptijd
Gemiddelde rente
Gemiddelde resterende rentevast periode (jaren)
78
214,3
18,43
3,74%
11,32
8
93,2
20,71
4,30%
20,7
11
144,0
46,15
3,57%
2,63
Roll-over
2
25,0
8,45
0,47%
0,31
Aflossing roll-over
-14,4
Annuïteit Fixe Basisrente
Totaal
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Renterisico (incl. spread)
99
462,1
27,3
3,73%
10,25
WSW max. risico (15%)
9.6.3
9.6.4
Op de Roll-over leningen van in totaal € 25 miljoen is de afgelopen 2 jaar € 14,4 miljoen afgelost.
Beleggingen
We hielden in 2014 geen beleggingen aan. Financiering kort
De activa in ontwikkeling en het onderhanden werk financieren we voor met kort geld. Bij de start van de bouw van huurwoningen trekken we voor de bedrijfswaarde financiering met een lange looptijd aan. Het saldo van de liquide middelen bedroeg ultimo 2014 € 0,9 miljoen positief.
De roll-over leningen zijn aangetrokken vanwege twee redenen: •
In 2014 versterkten we de sturing op kasstromen: we hebben continu inzicht in de actuele stand van de liquide
flexibiliteit: het is onduidelijk welk effect het rijksbeleid heeft op onze investeringsmogelijkheden.
middelen en op basis van uitgebreide liquiditeitsprognoses zijn de liquiditeiten accuraat in te schatten.
Om die reden kozen we ervoor gekozen om in 2013 twee roll-over leningen aan te trekken van in totaal € 25 miljoen zodat aflossen mogelijk is bij overliquiditeit; •
verkorting gemiddelde looptijd leningenportefeuille: de gemiddelde looptijd bedraagt 27 jaar, terwijl de
9.6.5
Kasstromen
De kasstromen van corporaties staan onder druk, vooral door het inrekenen van de verhuurdersheffing. In 2013
gemiddelde looptijd van de materiële vaste activa 22 jaar bedraagt. Met het aantrekken van roll-over
en 2014 hebben we diverse bezuinigingen doorgevoerd op onder andere onderhoud en algemeen beheer. Dit
leningen wordt de gemiddelde looptijd van de leningenportefeuille verkort, zodat deze meer in evenwicht
heeft geresulteerd in een netto kasstroom van € 2.785 per verhuureenheid. Dit is hoger dan eerdere jaren.
komt met de materiële vaste activa
Enerzijds vanwege het effect van de bezuinigingen, anderzijds door de extra doorgevoerde huurverhogingen. We gaan er van uit dat de netto kasstroom voor rente en heffingen de komende jaren nog verder verbetert vanwege verlaging van de netto bedrijfslasten. Verdere verbetering van de netto kasstroom is ook nodig, 73
H 9 Financiën
Opmerking:
omdat de heffingen de komende jaren nog zullen stijgen. In onderstaande tabel is een specificatie van de kasstromen opgenomen, conform methodiek Centraal Fonds Volkshuisvesting.
•
Omschrijving
Jaarrekening 2012
Jaarrekening 2013
Jaarrekening 2014
Netto bedrijfslasten (* € 1 mln)
18.171
18.354
17.088
Aantal verhuureenheden
14.317
14.393
14.220
Netto bedrijfslasten per verhuureenheid
1.269
1.275
1.202
Huur per verhuureenheid
4.697
4.928
5.320
Onderhoudslasten per verhuureenheid
1.422
1.346
1.333
Netto kasstroom voor rente/heffingen
2.006
2.307
2.785
De bedrijfswaarde c.q. marktwaarde van € 619 miljoen is exclusief de waarde van onroerend goed tdd exploitatie (waarde eigen kantoor circa € 20 miljoen).
•
9.6.7
De LtV kent een dalend verloop omdat Nijestee de komende jaren haar leningenportefeuille verder verlaagt.
Borgbaarheid en borgingsplafond In 2013 stelde het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een nieuw risicomodel vast. Onderdeel van dit nieuwe model is de introductie van het begrip ‘borgingsplafond’. Het borgingsplafond komt in de plaats van het faciliteringsvolume en is het maximale bedrag aan door het WSW geborgde leningen dat een deelnemer op enig moment gedurende het jaar mag hebben.
De netto kasstroom per verhuureenheid (tezamen met overige baten/lasten) is voldoende om de rentelasten te
Het borgingsplafond is door het WSW berekend en bepaald aan de hand van de ingediende DPI per 31 januari
kunnen voldoen. De rentedekkingsgraad bedraagt ultimo 2014 circa 1,8. De ondergrens is 1,4.
2014. Hierin staan onze voornemens en uitgangspunten voor de komende jaren, zoals investeringen en verkopen.
Omschrijving
Jaarrekening 2012
Jaarrekening 2013
Jaarrekening 2014
2.006
2.307
2.785
- 1.100
- 1.199
- 1.238
Heffingen
- 16
- 224
- 548
Netto kasstroom na rente
890
884
999
1,8
1,7
1,8
Netto kasstroom per verhuureenheid Rentelasten, rentebaten
Rentedekkingsgraad
Ultimo 2014 is het plafond bepaald op € 458.366.000. Dit is als volgt berekend: Geborgde portefeuille 1 januari 2014
466.031.000
Geplande investeringen
11.734.000
Operationele kasstroom
- 8.377.000
Verkoopopbrengsten
-15.695.000
Investering niet-DAEB Borgingsplafond ultimo 2014
4.673.000 458.366.000
Opmerking: De cijfers over 2012 en 2013 ontleenden we aan de uitgave ‘Corporatie in Perspectief’ van het Centraal Fonds Volkshuisvesting c.q. Aedes Corporatie Benchmark. Het jaar 2014 is op basis van onze eigen berekeningen.
Dit betekent dat: •
9.6.6
Loan to Value
We in 2014 geen nieuwe leningen hoefden aan te trekken. Met eigen middelen (operationele kasstroom en verkoopopbrengsten) konden we de geplande investeringen betalen;
De Loan to Value (LtV) is de verhouding tussen de opgenomen geldleningen en de bedrijfswaarde.
•
De geborgde leningportefeuille daalt. Omdat we minder investeren maar nog wel verkopen, kunnen we leningen aflossen;
Ultimo 2014 is de stand van de opgenomen geldleningen € 462,1 miljoen. De bedrijfswaarde c.q. marktwaarde
•
Onze werkelijke geborgde leningportefeuille eindigt ultimo 2014 op € 442 miljoen. Dit ligt ruim onder het
van het bezit van Nijestee bedraagt € 619 miljoen. De LtV is derhalve 74,66%.
borgingsplafond van € 458 miljoen. Dit komt mede doordat we in 2013 en 2014 € 14,4 miljoen aflosten op
Nijestee streeft een LtV na van maximaal 75%. Hiermee sluit zij aan bij de criteria van het WSW.
een Euribor-lening.
De ambitie ligt overigens lager, namelijk op maximaal 70%. Een lagere LtV is gunstiger omdat dan blijkbaar minder externe financiering nodig is om de onderliggende waarde te creëren.
Borgbaarheidsverklaring
In onderstaande tabel is het verwachte verloop van de LtV opgenomen.
Een andere nieuwe term is de borgbaarheidsverklaring. Deze term vervangt de kredietwaardigheidsverklaring. Het WSW vindt dat deze nieuwe term de lading beter dekt. Het WSW geeft namelijk alleen een oordeel over de
75,00
borgbaarheid en niet over haar kredietwaardigheid.
(74,66%)
In haar brief van juni 2014 gaf het WSW de Borgbaarheidsverklaring af. Op grond van deze verklaring kunnen we (71,79%)
70,00
gebruik maken van de faciliteiten van het WSW. Als we in de toekomst leningen aan willen trekken, kan dat weer. 70,88%) (69,70%)
DPI per 1 februari 2015 In januari 2015 leverden we de DPI over verslagjaar 2014 bij het WSW aan. Deze is consistent met de DPI van
65,00
(65,32%)
(65,96%)
januari 2014. Qua projecten zijn de volgende voornemens opgenomen:
0 2014
2015
2016
2017
2018
2019
•
Grunobuurt Typhoon – oplevering 2015 (77 huurwoningen, 32 koopwoningen);
•
Semmelweisstraat fase 2 – oplevering 2015 (24 huurwoningen);
•
Trefkoel blok B/C – oplevering 2016 (465 huurwoningen);
•
De Velden – oplevering 2016 (20 huurwoningen en 1 woonzorgvoorziening);
•
Semmelweisstraat fase 3 – oplevering 2017 (24 huurwoningen);
•
De Velden – oplevering 2017 (60 huurwoningen);
•
Grunobuurt blok 5 (90 huurwoningen).
75
Situatie in 2006 en 2007
kasstroom van DAEB is in alle jaren positief:
Het Belastingplan 2006 verplicht corporaties om over hun commerciële activiteiten vennootschapsbelasting te
H 9 Financiën
Qua onderhoud en overige kosten sloten we aan bij de Meerjarenbegroting 2015-2019. De operationele
betalen. Op basis van de in 2007 voltooide Vaststellingsovereenkomst (VSO1) zijn de fiscale resultaten voor de 2016
2017
2018
2019
Operationele kasstroom DAEB
8.799
10.737
12.634
14.275
16.621
63.066
Af: Genormeerde aflossing 2%
8.849
8.839
8.652
8.414
7.791
42.545
De uitkomsten zijn:
-50
1.898
3.982
5.861
8.830
20.521
fiscaal resultaat 2006
- 3.329.620
fiscaal resultaat 2007
- 1.392.550
Totaal*
Totaal
* exclusief toegerekende rente en loonkosten
9.6.8
boekjaren 2006 en 2007 bepaald.
2015
Totaal
Beoordeling 2014 – Toezichtbrief Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV)
- 4.722.170
Vanaf 1 januari 2008
Het CFV beoordeelt jaarlijks de financiële continuïteit van woningcorporaties en brengt daarover advies
In het belastingplan 2008 is de vennootschapsbelastingplicht omgezet van partieel naar integraal.
uit aan de minister. Zij doet risicogericht onderzoekt en baseert zich op door de corporatie aangeleverde
In navolging van VSO1 besloot het rijk om ook voor de integrale vennootschapsbelasting een
verantwoordingsgegevens over 2013 en prognosegegevens 2014-2018.
vaststellingsovereenkomst op te stellen (VSO2). In 2009 ondertekenden we deze overeenkomst.
In oktober 2014 ontvingen we de Toezichtbrief 2014 van het Centraal Fonds. De beoordeling in deze brief richt zich op een zestal toezichtterreinen die van invloed kunnen zijn op de financiële continuïteit van een corporatie:
Aangifte 2014 Het fiscale resultaat over 2014 bedraagt € 8,2 miljoen positief. Het resultaat is bepaald volgens de regels van
•
kwaliteit financiële verantwoording;
•
behoud maatschappelijk gebonden vermogen;
•
financieel risicobeheer;
Omschrijving
•
liquiditeit;
2014
2014
•
solvabiliteit;
commercieel 1
fiscaal 1
•
draagkracht vermogen.
BATEN 75.652
75.653
-1
3.285
3.285
0
VSO2. Het fiscale resultaat over 2014 is als volgt opgebouwd:
Huren
Verschil
Vergoedingen
‘…..u uw RvC helder en bondig informeert over de belangrijkste thema’s….’. En: ‘Interventies uit 2013 worden
Overheidsbijdragen
1
1
0
beëindigd en er is geen aanleiding tot het doen van nieuwe interventies.’
Verkoop onroerende zaken projecten/ verlies bestaand
0
-1.832
1.832
35
Verkoop onroerende zaken bestaand
8.595
2.400
6.195
Wijziging in onderhanden werk
169
0
169
Geactiveerde productie
721
721
0
2.025
1.672
353
90.448
81.900
8.548
19.681
4.400
15.281
4.317
1.200
3.117
43
43
0
10.642
10.642
0
25
Overige bedrijfsopbrengsten
20
Totaal baten
15
LASTEN
10
Afschrijvingen
5
Overige waardeveranderingen MvA Erfpacht
0 2013 Buffer
2014
2015
2016
2017
2018
Volkshuisvestelijk vermogen
Hierboven de ontwikkeling van het volkshuisvestelijk vermogen zoals opgenomen in de brief van het CFV.
9.7.1
Resultaat
Het Centraal Fonds meldt in haar brief dat het onderzoek geen aanleiding geeft tot opmerkingen. Zij stelt dat
30
9.7
Resultaat
Lonen en sociale lasten Lasten kwaliteitsverbetering
-49
919
-968
15.279
15.279
0
Kosten leefbaarheid
1.103
1.103
0
Lasten Servicecontracten
3.585
3.585
0
Bijzondere waardeverandering vlottende activa
1.484
0
1.484
Lasten onderhoud
Verkoopkosten onroerende zaken
Fiscaliteiten
0
1.900
-1.900
Overige bedrijfslasten
19.221
16.510
2.711
Totaal lasten
75.306
55.581
19.725
Exploitatieresultaat
15.142
26.319
-11.177
Vennootschapsbelasting
Binnen de Vennootschapsbelasting (VPB) onderscheiden we drie tijdvakken:
Niet gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille
•
Tot en met 31 december 2005: geen vpb-plicht;
Rentebaten
•
2006 en 2007: gedeeltelijke vpb-plicht (regime Vaststellingsovereenkomst 1);
Rentelasten
•
Vanaf 1 januari 2008: integrale vpb-plicht (regime Vaststellingovereenkomst 2).
Waardeverandering van financiële vaste activa
3.681
0
3.681
637
637
0
-18.239
-18.716
477
0
0
0
77
0
0
0
-14
0
-14
Belastingen
1.707
0
1.707
Fiscaal resultaat
2.915
8.240
-5.326
Correctie Oort
0
36
-36
Correctie Herinvesteringsreserve 2013
0
2.356
-2.356
uit het verleden worden gecompenseerd met fiscale winsten in de toekomst (uiteraard alleen wanneer er sprake
Correctie Herinvesteringsreserve 2014
0
-2.400
2.400
is van fiscale winsten). Bij de uitvoering hiervan wordt een termijn van 9 jaar gehanteerd. Dat wil zeggen dat een
2.915
8.232
-5.318
Deelnemingen
H 9 Financiën
Waardeverandering van verkoop onder voorwaarden
Ultimo 2013 bedroeg de latentie voor de leningen € 1.729.224. In 2014 is deze latentie in tegenstelling tot eerdere jaren contant gemaakt (tegen 3% rentepercentage) en is gerekend met een tarief van 25% belastingdruk (in plaats van 25,5%). Daardoor daalt de latentie van € 1,7 miljoen naar € 1,1 miljoen. Latentie verliescompensatie
Belastbaar bedrag
Ultimo 2014 bedraagt het totale fiscale verlies € 18,9 miljoen over de periode 2006-2014. Deze fiscale verliezen
verlies uit 2006 nog verrekenbaar is tot en met 2015. De te verwachten verliescompensatie dient als actieve latentie op de balans te worden opgenomen en moet via de Winst & Verliesrekening worden verantwoord. Om
1
deze latentie te kunnen berekenen, moeten we een inschatting maken van de toekomstige fiscale jaarresultaten.
Voorlopig resultaat
Wanneer de inschatting is dat de fiscale resultaten positief zijn, is er ruimte om te compenseren en moet een Verliescompensatie
actieve latentie worden opgevoerd. Op basis van cijfers uit de meerjarenbegroting kunnen we tot en met 2017
De fiscale verliezen kunnen gecompenseerd worden met winsten in de toekomst. Bij uitvoering hiervan wordt een
gebruik maken van het opgebouwde verliescompensatiesaldo. Het resterend saldo per jaar is contant gemaakt
termijn van 9 jaren gehanteerd. Dat wil zeggen dat een verlies uit 2006 nog verrekenbaar is tot en met 2015.
tegen 3%, waardoor de latentie per 31 december 2014 € 4,4 miljoen bedraagt.
De stand van de verliescompensatie is ultimo 2014 als volgt: Onderstaand schema geeft de berekening van de latentie weer: Jaar
Status
Bedrag
2006
ingediend
-3.329.620
2007
ingediend
-1.392.550
2008
ingediend
-168.019
2009
ingediend
-10.084.671
2010
ingediend
0
2011
ingediend
-6.545.506
2012
ingediend
-10.171.301
2013
concept
4.567.784
2014
concept
8.231.554
Totaal
9.7.2
-18.892.330
Belastinglatenties
2014
2015
2016
Saldo verliescompensatie
27.124
18.892
16.670
6.963
Fiscaal resultaat geraamd
8.232
2.223
9.707
10.607
18.892
16.670
6.963
-3.643
2.223
9.707
6.963
539
2.287
1.593
Restant verliescompensatie Verliesverdamping CW van de latentie 3%
2017
Totaal
4.420
De totale actieve belastinglatentie is per 31-12-2014 als volgt opgebouwd: Belastinglatentie leningen
1.146.136
Belastinglatentie verliescompensatie
4.419.712
In de commerciële jaarrekening moeten toekomstige fiscale verplichtingen gewaardeerd en opgenomen
Totaal
5.565.848
worden op de balans. Deze verplichtingen zijn opgesplitst in drie onderdelen en vormen drie afzonderlijke belastinglatenties, deze kunnen actief of passief zijn. Belastinglatentie verkoop woningen Latentie leningen
Het tijdelijke verschil van het resultaat op de woningen welke binnen vijf jaar worden verkocht bedraagt totaal
Ultimo 2014 zijn de langlopende leningen fiscaal gewaardeerd op € 456,2 miljoen. De commerciële waardering
ruim € 7 miljoen. De fiscale waarde is lager dan de bedrijfswaarde, waardoor er een passieve belastinglatentie
betrof € 462,1 miljoen. Voor het verschil van € 5,9 miljoen is conform de jaarrekeningregels een actieve latentie
ontstaat. De contante waarde van deze latentie is berekend tegen 3% rente en bedraagt € 1.629.826. Deze
gevormd van € 1,1 miljoen. De actieve latentie daalt jaarlijks conform een voorgeschreven verloop. In 2037
latentie is per 31-12-2014 opgenomen op de balans. In totaal zijn er 700 woningen bestemd voor verkoop
wordt de laatste vrijval ten laste van het resultaat gebracht.
binnen vijf jaar.
Verschil tussen de commerciële en fiscale waardering:
Gevolgen in de jaarrekening In de jaarrekening van 2014 is totaal een baat geboekt van € 1,7 miljoen als gevolg van de mutaties in de belastinglatenties. Onderstaand overzicht geeft per latentie de mutatie aan:
Leningen commercieel
Leningen fiscaal
verschil
latentie
mutatie jaarrekening
31-12-2007
321.968.752
308.898.644
13.070.108
3.332.878
3.332.878
31-12-2008
342.258.167
330.507.584
11.750.583
2.996.399
-336.479
Mutatie latentie verliescompensatie
31-12-2009
376.321.304
365.625.578
10.695.726
2.727.410
-268.988
Mutatie latentie leningen
31-12-2010
413.218.755
403.516.974
9.701.781
2.473.954
-253.456
Mutatie latentie verkoop woningen
-1.630
31-12-2011
433.971.292
425.210.444
8.760.848
2.234.016
-239.938
Totaal
1.707
31-12-2012
464.183.964
456.410.896
7.773.068
1.982.132
-251.884
31-12-2013
481.774.595
474.993.326
6.781.269
1.729.224
-252.909
31-12-2014
462.093.897
456.169.374
5.924.524
1.146.136
-583.088
Datum
Mutatie in de jaarrekening 2014
bedrag * € 1,000,3.920 -583
79
9.7.3
BTW en overdrachtsbelasting In 2014 hielden we rekening met: •
Integratieheffing;
•
Pro rata BTW;
•
Verlaging btw-tarief op onderhoud van woningen;
•
Verlaging van de overdrachtsbelasting;
•
Energie-investeringsaftrek (EIA).
Integratieheffing Ondernemers die op eigen grond een opstal (laten) bouwen en deze (ook) gebruiken voor BTW-vrijgestelde prestaties worden geconfronteerd met de zogenoemde integratieheffing. Hierdoor komen ook de in eerste aanleg BTW-vrije investeringsbedragen (zoals eigen grond, leges en eigen loonkosten) in de BTW-heffing. Dit leidt tot een kostenverhoging. In Mededeling 26 (besluit uit 1994) is voor onder andere woningcorporaties bepaald dat ze mogen afzien van deze heffing voor de bouw van voor verhuur bestemde woningen. Maar volgens de Europese Commissie is deze goedkeurende regeling van Nederland in strijd met de Europese BTW-richtlijn. Het kabinet heeft daarom besloten om Mededeling 26 per 1 januari 2010 in te trekken. Aan dit kabinetsbesluit is een overgangsregeling gekoppeld (looptijd tot 1 januari 2014), waarin lopende projecten (gestart voor 1 januari 2010) nog onder de oude regeling mogen worden afgewikkeld. De meeste gerealiseerde projecten in deze periode zijn volgens de overgangsregeling afgewikkeld. In het belastingplan 2014 is bepaald dat de integratieheffing per 1 januari 2014 vervalt. Dit betekent dat de BTW-vrije investeringsbedragen weer buiten de heffing blijven en voor een lagere belastingdruk zorgt. Pro rata BTW We verrichten zowel BTW-belaste als BTW-vrijgestelde prestaties. Hierdoor ontstaat er ook recht op BTW-aftrek op de algemene kosten. Deze BTW-aftrek wordt berekend met behulp van de pro rata, dit is de verhouding van de belaste omzet ten opzichte van de totale omzet. Voor 2014 is rekening gehouden met een bedrag van circa € 70.000,- aan terug te vorderen BTW. Verlaging BTW-tarief op onderhoud van woningen Vanaf 1 maart 2013 geldt voor de renovatie en het herstel van woningen het verlaagde BTW-tarief van 6%. Deze maatregel loopt tot 1 juli 2015. Overdrachtsbelasting Ter stimulering van de verkopen is de overdrachtsbelasting tijdelijk verlaagd van 6% naar 2%. Deze regeling liep vanaf 15 juni 2011 tot 1 juli 2012. Deze regeling is definitief voortgezet voor woningen. Voor bedrijfspanden geldt 6% overdrachtsbelasting. Energie-investeringsaftrek (EIA) Onder bepaalde voorwaarden kan er een beroep worden gedaan op de energie-investeringsaftrek. Volgens een bepaalde rekenmethodiek worden de uitgaven gecorrigeerd op het fiscale resultaat. Naar alle waarschijnlijkheid kunnen we geen gebruik maken van deze faciliteit, omdat de fiscale resultaten in de komende jaren negatief zullen zijn.
81
Risicoanalyse Eind 2011 publiceerde de NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) een praktijkhandreiking
Vastgoedexploitatie: Beheer Vaststellen procuratieregels met waarborgen voor functiescheidingen en controles op betalingsverkeer
We hebben een procuratieregeling, gebaseerd op functiescheiding en beperkte limieten. De regeling is geaccordeerd door de RvC.
Toetsen of conform de procuratieregeling wordt gewerkt
Periodiek toetst de Procesconsulent of conform de procuratieregeling wordt gewerkt. De rapportage wordt in het DirectieOverleg besproken.
Het aansluiten van de verantwoorde huuropbrengsten met de contractregistratie
Maandelijks vindt een ‘moetpostcontrole’ plaats, uitgevoerd door de financiële afdeling. Op basis van een mutatieoverzicht wordt volledigheid van opbrengsten getoetst.
Onderverhuren van leegstand in de portefeuille
Wanneer we voorzien dat woningen langere tijd leeg staan, bijvoorbeeld in geval van wijkvernieuwing, maken we gebruik van de diensten van Carex BV om deze tijdelijk te laten gebruiken of bewonen. Maar zo nu en dan staan er individuele objecten leeg. Om te toetsen of dergelijke objecten inderdaad leeg staan of slechts administratief, wordt dit periodiek via fysieke controle gecontroleerd.
voor de risicoanalyse accountantscontrole bij vastgoed. Deze publicatie hebben we goed bestudeerd. In deze paragraaf geven we een overzicht van de meest voorkomende risicogebieden en beheersingsmaatregelen, gesplitst naar frauderisico’s en waarderingsrisico’s (conform de NBA-publicatie). In de tweede kolom geven we aan hoe we de risico’s beperken. Frauderisico’s Acquisitie van vastgoed
Invulling Nijestee
Toetsingskader waaruit blijkt waar Nijestee wil investeren
Het portfoliobeleid geeft aan waar we willen investeren. Beleid wordt periodiek geactualiseerd. RvC keurt beleid goed.
Financiële criteria waaraan acquisitie moet voldoen
Onze rendementseisen zijn vastgelegd in het Financieel Beleid.
Adequate functiescheiding tussen voeren onderhandelingen, besluitvorming en nacalculatie
Acquisitie wordt op basis van portfoliobeleid voorbereid door directeur Vastgoed, beoordeeld door fiscalist, jurist en controller, bestuurlijk geaccordeerd door directeur-bestuurder en goedgekeurd door RvC.
Objecthistorie wordt nagegaan in Kadaster
Iedere acquisitie wordt voorzien van objecthistorie, onder andere via het Kadaster.
Diversen Naleven wet- en regelgeving
We zijn scherp op naleving wet- en regelgeving. De Procesconsulent toetst jaarlijks de meest kritische processen. Bij deze interne controles toetsen we enerzijds of de interne procedures worden gehandhaafd, anderzijds ligt de focus op handhaving van wet- en regelgeving. In 2014 is een ComplianceReglement opgesteld en door de RvC goedgekeurd. Kern van dit reglement is dat er een ComplianceTeam wordt geformeerd waarin de meest relevante compliance-issues worden besproken.
Opzetten van integriteitsbeleid
We hanteren een eigen gedragscode waarin we beschrijven wat op het gebied van integriteit wel kan en wat duidelijk niet kan. Er zijn paragrafen opgenomen over: klokkenluidersregeling, vertrouwenspersoon, meldingtoezicht-sancties, zakelijke relaties, etc.
Aanwezigheid statuten (algemeen en specifiek)
Naast de algemene statuten, kennen we een bestuursstatuut. Dit statuut beschrijft en formaliseert de werkzaamheden van het bestuur en de directie. Het statuut is goedgekeurd door de RvC.
Meten van prestaties via de Balanced ScoreCard
De methode van prestatiemeting loopt via de BSC. Aan het begin van een boekjaar worden de meest kritische doelstellingen in het format van een BSC vastgesteld. Iedere maand informeren we de hele organisatie over de voortgang. De Nijestee-BSC is de grondslag van de prestatieafspraak tussen bestuurder en RvC.
Treasurycommissie
Een corporatie is een kapitaalintensief bedrijf. Het verkrijgen van externe financiering verdient daarom continu aandacht. Een interne Treasurycommissie bewaakt de liquiditeitspositie en –behoefte. Zij doet voorstellen aan de directeur-bestuurder voor het aantrekken van middelen. Het vigerende Treasurystatuut (goedgekeurd door de RvC) is daarbij het kader. Sinds eind 2013 heeft Nijestee een eigen treasurer in dienst.
Aanbesteding Strikte handhaving van geldende aanbestedingsprocedures
Nijestee heeft een aanbestedingsreglement, waarin in het economisch verkeer algemeen geldende procedures zijn opgenomen.
Vier-ogen principe
Een aanbesteding wordt gegund op basis van het vigerende aanbestedingsreglement.
Antecedentenonderzoek leveranciers
We kennen een aannemersvoorkeurslijst. Deze lijst is gebaseerd op ervaringen uit het verleden, op geschiktheid, etc. De lijst wordt continu geactualiseerd.
Besluitvorming in verschillende fases
We werken met gefaseerde besluitvorming rondom vastgoedprojecten. We onderkennen vier fases: haalbaarheid, ontwikkeling, uitvoering en oplevering. De besluitvorming van ieder project wordt via deze indeling door de bestuurder vastgesteld.
Structurering aan- en verkooptransacties Verkrijgen goedkeuring aan- en verkopen via strikte procedures
Aan- en verkopen lopen altijd via DirectieOverleg en RvC. Verkoop van individuele woningen is qua volume en locatie goedgekeurd door de bestuurder. Verkoopprijs van individuele woning wordt bepaald door taxateur en geaccordeerd door directielid.
Boven een vooraf vastgesteld bedrag dient voor De limiet waarboven vooraf toestemming moet transacties toestemming verkregen te worden van RvC. worden gevraagd aan de RvC is € 1 miljoen. Inkomen van directie/vastgoedmedewerkers is niet afhankelijk van gerealiseerde transacties
We hanteren geen variabel inkomen gebaseerd op bepaalde gerealiseerde doelstellingen.
Het opnemen in verkoopcontracten van een clausule dat doorverkoop binnen (zeer) korte termijn niet is toegestaan.
We verkopen woningen alleen voor eigen bewoning, hetzij door de koper zelf, hetzij door een familielid in de eerste graad. Dit is vastgelegd in de koopovereenkomst.
| Bijlagen |
De procedures rond verkoop zijn vastgelegd. Periodiek toetst de Procesconsulent (medewerker Controlling) via een interne controle of de medewerkers zich aan deze procedure houden. De rapportage wordt in het DirectieOverleg besproken.
Risico’s en onzekerheden
10.1
Risico’s en onzekerheden
Verkoop van (individuele) woningen dient op transparante wijze tot stand te komen
H 10
H 10
83
Financiering In 2014 trokken we geen nieuwe financiering aan. Ook in 2015 verwachten we geen aanvullende middelen nodig te hebben. Voor de bouw van de Trefkoel en Kopland, kan Nijestee gebruik maken van nog niet opgenomen
Risico’s en onzekerheden
Enkele jaren geleden voerden we een risicoanalyse rond integer handelen uit. Deze analyse was een vervolg op de nulmeting van het Centraal Fonds Volkshuisvesting. De conclusie van de nulmeting was dat we op nagenoeg alle punten goed scoorden. We brengen (onderdelen van de) onze gedragscode periodiek opnieuw intern onder de aandacht.
H 10
Bewustwording integer handelen
Euribor-leningen en het borgingsvolume van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Desondanks blijven we alert op ontwikkelingen op de kapitaalmarkt. Een van onze belangrijke doelstellingen is dat we te allen tijde voldoende liquide middelen tot onze beschikking moeten hebben.
Waarderingsrisico’s Verkoop Taxeren van vastgoed
Invulling Nijestee
De verkoop van bestaande woningen verloopt nog steeds zeer voorspoedig. In 2014 verkochten we 166
Hanteren van duidelijke criteria waaraan taxateur moet voldoen
We hanteren duidelijke criteria waaraan een geselecteerde taxateur moet voldoen. Zo dient deze aangesloten te zijn bij Stichting Vastgoedcert, mag deze niet betrokken zijn bij aan- en verkoopbemiddeling en dient deze financieel onafhankelijk te zijn van Nijestee.
woningen, terwijl we 140 hadden geraamd. Verder hebben we 14 BOG-objecten verkocht. We volgen de verkoop
Er dient een duidelijk taxatiemanagementproces te worden gevolgd met consistente waarderingsgrondslagen, definities en waardebegrippen
De taxateur ontvangt van ons een schriftelijke bevestiging van de opdracht tot taxatie. Hierin zijn onder andere opgenomen: doel taxatie, wijze rapportage, mate van fysieke inspectie en gehanteerde waardebegrip.
DAEB) toe. De netto opbrengst van niet-DAEB woningen ligt lager dan de verkoop van DAEB-woningen. Om die
Aansturen van externe taxateurs door andere functionaris dan degene verantwoordelijk voor de objecten
Het bedrijfsonderdeel Vastgoed is inhoudelijk verantwoordelijk voor de objecten. De taxateur wordt aangestuurd door de Controller.
Er zijn allerlei wettelijke veiligheidseisen rondom asbest, legionella, brandveiligheid, et cetera. In 2011/2012
Transparantie in waardering
De waardering van de objecten lichten we in het jaarverslag toe. Dit geldt zowel voor bestaande (in exploitatie zijnde) objecten als voor objecten in ontwikkeling.
om de noodzakelijke maatregelen te kunnen nemen en de veiligheid van bewoners te garanderen.
dagelijks en nemen maatregelen als we (positieve dan wel negatieve) afwijkingen constateren. De verkoop van bestaande sociale huurwoningen verliep in het afgelopen jaar boven onze raming. In Groningen is de beschikbaarheid van betaalbare woningen onderwerp van discussie. Daarom verlaagden we eind 2014 het aantal voor verkoop gelabelde sociale huurwoningen. We voegden daarvoor in de plaats vrije sector huurwoningen (nietreden volgen we nadrukkelijk het verloop van de verkopen om het verkoopbeleid tijdig bij te kunnen stellen. Wettelijke veiligheidseisen namen we diverse maatregelen om de risico’s te beheersen. In 2012 voerden we een verplichte asbestinventarisatie op ons bezit uit. De komende jaren nemen we binnen de onderhoudsbegroting middelen op
Vestia – saneringsheffing Vanwege het debacle van Vestia en misstanden bij andere corporaties dient de rest van de sector vanaf
10.2
Externe en interne risico’s
2013 een saneringsheffing te betalen. Over de periode 2013-2017 is dit voor ons een bedrag van bijna € 10 miljoen. Gezien de onzekerheid op de woningmarkt en de financiële instabiliteit van sommige corporaties is het
Conform Artikel 2: 391 van het Burgerlijk Wetboek is in deze paragraaf een opsomming opgenomen van de
risico van een nog hogere heffing aanwezig.
voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee we ons geconfronteerd zien. Risico’s zijn er in diverse soorten
Noot: voor 2015 wordt geen saneringsheffing opgelegd. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting heeft vooralsnog
en maten. In deze paragraaf hanteren wij voor de overzichtelijkheid een indeling in externe en interne risico’s.
genoeg geld in kas om aan de verplichtingen te kunnen voldoen.
Externe risico’s
Fiscaliteiten Momenteel zijn de fiscale risico’s beperkt. De vennootschapsbelasting is beperkt en er is controle rondom de BTW. We verwachten dat we de komende jaren nog geen vennootschapsbelasting hoeven af te dragen, vooral
Herziene Woningwet
vanwege de opgebouwde verliescompensatie. Deze compensatie is echter niet onbeperkt. In samenwerking met
In december 2014 stemde de Tweede Kamer unaniem in met de herziene Woningwet. De verwachting is dat de
onze fiscale adviseur actualiseren we de prognoses periodiek.
Eerste Kamer begin 2015 haar akkoord zal geven. De herziene Woningwet zal per 1 juli 2015 in gaan. Dit betekent voor corporaties dat zij in 2015/2016 maatregelen moet nemen om te voldoen aan de inhoud van
Aardbevingen
de wet.
In Groningen (stad en omstreken) zijn aardbevingen het gesprek van de dag. Op 30 september 2014 is de eerste
Enkele belangrijke aandachtspunten zijn: administratieve dan wel juridische scheiding regelen, berekenen
beving ook in de stad Groningen gevoeld. Daarom ondernamen we acties rondom schades aan onze woningen,
marktwaarde gehele bezit en de veranderende rol van de gemeente.
zie ook paragraaf 3.3.
Woningmarkt
Actuele discussiepunten (en risico’s) zijn:
Sinds de kredietcrisis eind 2008 daalden de huizenprijzen. Het evenwicht op de woningmarkt lijkt te herstellen.
•
versterkingsprogramma – wat zijn de gevolgen voor bestaande bouw en de nieuwbouw? Met welke
In 2014 ontstond meer duidelijkheid over de maatregelen uit Den Haag en lijkt de koopmarkt de weg omhoog
veiligheidseisen (NPR-richtlijn) moeten we rekening gehouden? Wat betekent dit voor meerkosten? Vergoedt
gevonden te hebben. Er zijn meer transacties en de prijzen stijgen. Ook bij Nijestee zien we deze trend;
de NAM deze meerkosten?
zo haalden we in 2014 de verkoopdoelstelling qua aantallen ruimschoots (166 woningen verkocht). Bij het nieuwbouwproject Grunobuurt Typhoon liep de verkoop ook uitstekend. Van de 42 te verkopen woningen waren
•
waardeverlies – heeft het risico op aardbevingen op langere termijn gevolgen voor de waarde van ons bezit? Hoeveel dan? Vergoedt de NAM dit verlies?
ultimo 2014 reeds 19 verkocht en stonden er 16 onder optie. Op basis van de herziene Woningwet, is het nog maar de vraag of woningcorporaties nog weer substantiële aantallen zullen gaan bouwen. Binnen het huursegment zijn de investeringen van corporaties in 2014 verlaagd. Ook de komende jaren zullen naar verwachting minder huurwoningen worden opgeleverd. Dit zorgt voor de nodige druk op huurmarkt. We volgen de ontwikkelingen nauwgezet.
85
•
H 10
Betaalbaarheid
Uitwerking: II.1.5 In het jaarverslag geeft het bestuur inzicht in de interne risicobeheersing- en controlesystemen en de werking hiervan. Specifiek gaat het daarbij in op de wijze waarop het
inflatiepercentage + 1,5% extra vanwege de verhuurdersheffing. Door deze extra huurverhoging stijgen de
risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen, inclusief het aangaan van majeure
huren in een snel tempo. Eind 2014 legden we onze concept meerjarenbegroting aan een groep huurders voor.
transacties daarbinnen, is geregeld.
Risico’s en onzekerheden
Het rijk heeft bepaald dat woningcorporaties de huren per 1 juli van elk jaar mogen verhogen met het
Zij vroegen in hun advies aandacht voor de betaalbaarheid van de huren. Ook de Woonbond voert al langere tijd actie tegen de stijgende huren. Corporaties bepalen binnen de wettelijke grenzen hun eigen huurbeleid,
De passage uit het principe beschreven bij de eerste bullit ‘Het bestuur rapporteert hierover aan en bespreekt
daarom hebben we met de Participatieraad afgesproken om hun tijdig te betrekken bij de vaststelling van de
de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen en zijn auditcommissie’
huuraanpassing in de Begroting voor 2016. Duidelijk mag zijn dat als we een lagere huuraanpassing doorvoeren,
veronderstelt het volgende:
dit gevolgen heeft voor onze vermogenspositie. Bij de huuraanpassing van 1 juli 2015 en 2016 zal nadrukkelijk worden stil gestaan bij de eventuele gevolgen.
Interne risico’s
•
Het bestuur heeft inzicht in de risico’s;
•
Het bestuur heeft inzicht in de beheersmaatregelen;
•
Het bestuur heeft inzicht in de werking van de beheersmaatregelen;
•
Het bestuur rapporteert aan de RvC.
Formatie en druk
De code kent het uitgangsprincipe ‘pas toe of leg uit’. We committeren ons aan de code. Als we van de code
Vanwege de economische omstandigheden en de diverse heffingen is de formatie sinds 2013/2014 sterk
afwijken, lichten we dit toe in het jaarverslag. De code wordt in 2015 geactualiseerd.
gekrompen. De formatie bedraagt ultimo 2014 nog 160,6 fte. Begin 2013 was dit nog 190 fte. Parallel aan de
10.3
krimp, worden er meer eisen aan een corporatie gesteld, vooral op het gebied van (financiële) verantwoording.
Risicomanagementbeleid
Dit gegeven brengt risico’s met zich mee rondom personeelskwaliteit en – capaciteit.
We hanteren een systeem van integraal risicomanagementbeleid.
Organisatiekosten
Dit betekent dat:
De maatschappelijke druk op corporaties groeit om te reduceren in kosten. We hebben als doelstelling om vanaf
•
Het management zich bewust is van de impact van risico’s op het realiseren van organisatiedoelstellingen;
2014 circa 5 tot 10% te besparen op algemene kosten en overige personeelskosten. Het risico bestaat dat
•
Risico’s expliciet en systematisch continu worden geïdentificeerd en geanalyseerd;
hierdoor bepaalde activiteiten niet meer volledig kunnen worden uitgevoerd. Het management heeft de taak om
•
Risico acceptatieniveaus voortdurend worden geëvalueerd (risicobereidheid);
dit traject in goede banen te leiden.
•
Beheersingsmaatregelen zijn toegesneden op het handhaven van de acceptabel geachte risiconiveaus.
Risicomanagement
Kenmerken van integraal management zijn:
In 2012 stelden we een organisatiebrede visie en een geïntegreerde aanpak rondom risicomanagement op. In
•
een doorlopend dynamisch proces;
deze paragraaf doen wij kort verslag van enkele aspecten rondom dit thema.
•
aansluitend op de bedrijfsstrategie;
•
onderdeel van dagelijkse operationele activiteiten binnen alle organisatie onderdelen, waarbij iedere
Risicomanagement en Wet & Regelgeving De basis voor ons risicomanagementbeleid zijn de bepalingen die in de Governancecode woningcorporaties
medewerker betrokken is; •
risicobereidheid);
uit 2011 staan. De Governancecode besteedt aandacht aan verschillende principes en uitwerkingen van risicomanagement. Hieronder enkele principes en uitwerkingen voor het bestuur van de corporatie:
•
•
opgezet om mogelijkheden te identificeren en risico’s te beheersen of accepteren (afhankelijk van
•
geeft een redelijke mate van zekerheid en helpt om de organisatiedoelstellingen te verwezenlijken.
Principe: Het bestuur is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en
Wat integraal risicomanagement niet is:
voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de woningcorporatie. Het bestuur
•
Alle mogelijke risico’s moeten en kunnen worden voorkomen;
rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de Raad van
•
Van risico’s mijden naar bewust risico’s nemen;
Commissarissen en zijn auditcommissie, indien ingesteld.
•
Absolute zekerheid.
Uitwerking: II.1.4 In de woningcorporatie is een op de woningcorporatie en haar bedrijfsvoering toegesneden intern risicobeheersing- en controlesysteem aanwezig. Als instrumenten van het interne
Doelstellingen risicomanagement
risicobeheersing- en controlesysteem hanteert de woningcorporatie in ieder geval:
Risicomanagement levert een belangrijke bijdrage aan het realiseren van onze ambities, maar is geen doel op
a risicoanalyses van de operationele en financiële doelstellingen van de woningcorporatie;
zich. Met gestructureerd en pragmatisch risicomanagement kunnen we een aantal voordelen halen:
b een integriteitscode die in ieder geval op de website van de woningcorporatie wordt geplaatst; c kwaliteitszorg en zelfevaluatie met het oog op visitatie als bedoeld in hoofdstuk V;
•
Helder inzicht in de belangrijkste organisatierisico’s en daaraan gerelateerde maatregelen;
d handleidingen voor de inrichting van de financiële verslaggeving, alsmede de voor de opstelling daarvan
•
Gemaakte keuzes onderbouwen en de kans op ongewenste verrassingen verkleinen;
•
De organisatie op koers houden en daarbij weloverwogen kansen benutten en risico’s nemen (waarbij geldt
te volgen procedures; e een systeem van periodieke monitoring en rapportering; f een toetsingskader (in geval van verbindingen) waarin wordt vastgelegd welke criteria er worden gehanteerd bij het aangaan en beëindigen van verbindingen;
dat het niet benutten van een kans kan leiden tot een risico in de toekomst); •
Waarborgen van de continuïteit van de organisatie;
•
Optimale bedrijfsvoering, slimme inrichting van processen en het uitvoeren van gerichte controles om de
g een toetsingskader waarin wordt vastgelegd welke criteria worden gehanteerd bij het doen van investeringen.
belangrijke risico’s in de processen en projecten te beheersen; •
Gericht de financiële middelen inzetten, passend binnen de visie van de maatschappelijke organisatie;
•
Voldoen aan wet & regelgeving (waaronder de Governancecode Woningcorporaties);
87
Om de gewenste resultaten te bereiken en risicomanagement in de organisatie te verankeren is het van belang zijn op hoofdlijnen de volgende verantwoordelijkheidsgebieden te onderkennen:
Compliance Politieke en maatschappelijke partijen hechten groot belang aan een gestructureerde inbedding van compliance in de corporatiesector. Ook wij hebben de bevordering van een goede reputatie hoog in het vaandel staan om
Risico’s en onzekerheden
de verschillende rollen en verantwoordelijkheden in het risicomanagementproces te onderkennen. Binnen Nijestee
10.4
H 10
Taken en verantwoordelijkheden
uitvoering te kunnen geven aan de missie om samen aan buurten te werken waar je je thuis voelt. Dit brengt specifieke compliance doelstellingen met zich mee voor het bestuur, de directeuren, het management en de
•
Bestuur
•
Lijnmanagement
•
Financiën Control en Informatie.
medewerkers. We hanteren de volgende definitie voor compliance:
Verantwoordelijkheid bestuur
‘Compliance is het geheel van maatregelen dat zich richt op de implementatie, handhaving en naleving van
Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en voor het beheersen
externe wet- en regelgeving, alsmede op interne procedures en gedragsregels om te voorkomen dat de
van risico’s verbonden aan de activiteiten van Nijestee.
reputatie en integriteit van Nijestee wordt aangetast.’
Verantwoordelijkheid lijnmanagement
In 2014 zetten we een gestructureerde vorm van compliance op. De eerste verantwoordelijkheid voor
Risicomanagement binnen Nijestee is een vorm van integraal management wat inhoudt dat de lijn primair
compliance ligt bij het DirectieOverleg / Management. Dit betekent dat compliance ingebed moet zijn in de
verantwoordelijk is voor het identificeren en kwantificeren van risico’s en het treffen van beheersmaatregelen
dagelijkse (primaire) processen. Ter ondersteuning van het DO en voor coördinatie op organisatieniveau is een
(behoort bij een goede bedrijfsvoering) op tactisch en operationeel niveau.
ComplianceOfficer benoemd. Binnen de bedrijfsonderdelen is de verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke realisatie van compliance in de praktijk belegd bij de managers van de verschillende teams.
Verantwoordelijkheid Control De afdeling Control is verantwoordelijk voor het proces van risicomanagement. De taken die door de afdeling
Het goed functioneren van compliance vereist een goede communicatie tussen de diverse bedrijfsonderdelen
Control worden uitgevoerd zijn:
binnen Nijestee. Belangrijkste orgaan waarbinnen deze communicatie wordt gestroomlijnd is het Compliance Team. In het Compliance Team zitten vertegenwoordigers van alle bedrijfsonderdelen van Nijestee onder
•
Faciliteren van methoden en technieken zodat de organisatie in staat is op uniforme wijze risico’s te
voorzitterschap van de Complianceofficer.
identificeren en te beoordelen; •
Risico-eigenaren ondersteunen bij identificeren en kwantificeren van beleidsrisico’s (strategisch),
Specifiek bestaat het Compliance Team uit de volgende functies:
bedrijfsvoeringsrisico’s (tactisch) en proces- en informatierisico’s (operationeel); Het signaleren van eventuele knelpunten in processturing, -beheersing, en de AO (tegenstrijdigheden,
Functie
Bedrijfsonderdeel
tekortkomingen, risico’s etc.), met aandacht voor effectiviteit en efficiency;
Complianceofficer (Hoofd PZ)
Staf directeur-bestuurder
•
Het adviseren t.a.v. het sturen en beheersen van processen, en het inrichten van de AO;
Procesconsulent
Financiën, Control & Informatie
•
Beoordelen van een geconsolideerd risicoprofiel (Nijesteebreed);
Jurist Vastgoed
Vastgoed
•
Bewaken van de onderlinge samenhang van risico’s en beheersmaatregelen;
Jurist Woondiensten
Woondiensten
•
Uitvoeren van interne controles en rapporteren van bevindingen aan het bestuur;
Hoofd Bedrijfsbureau
Onderhoud
•
Bevorderen van risicobewustzijn van management en personeel.
Hoofd Personeelszaken
Staf directeur-bestuurder
•
Door de gekozen invulling van het compliance team is een adequate functiescheiding gecreëerd. Bijgaand een visuele weergave van de verantwoordelijkheden (3-lines of defense): Binnen het Compliance Team vindt afstemming en informatie-uitwisseling plaats op onder andere de volgende terreinen:
Toezichthouders
Audit Committee
•
Signalering en interpretatie van nieuwe wet – en regelgeving
•
Beleidsontwikkeling van Nijestee-brede in te voeren wet – en regelgeving
•
Samenwerking bij de initiatie en uitvoering van deelprojecten op het vlak van compliance.
Het Compliance Team komt circa vier keer per jaar bijeen.
1e linie
Rol: • Ordentelijke bedrijfsvoering (beheersen van risico’s)
Directeuren in de lijn
2e linie
Rol: • Analyseren • Controleren • Rapporteren
Afdeling Control
3e linie
Rol: • Houden van toezicht (extern)
Accountant
89
Het Compliance Team legt een verbinding tussen de verschillende normen (Wet – en regelgeving) en de gevolgen daarvan voor de verschillende bedrijfsonderdelen en bedrijfsprocessen. Het scharnierpunt is te kwalificeren als ‘Compliancemanagement’. Schematisch ziet dat er als volgt uit: EXTERNE NORMEN Corporatie normen
Overheidsnormen
Beroepsnormen
COMPLIANCE MANAGEMENT
Bedrijfsonderdelen en afdelingen Bedrijfsprocessen
WONINGCORPORATIE
In 2015 evalueren we de werking van het Compliance Team.
91
H 11
Verklaring Bestuur De algemeen directeur/bestuurder verklaart dat alle middelen in het verslagjaar zijn besteed in het belang van de volkshuisvesting.
Groningen, 20 mei 2015
P.L. Bregman Algemeen directeur / bestuurder
| Bijlagen |
93
Bewoners
AO/IC
= Administratieve Organisatie en Interne Controle
Huurdervereniging / Participatieraad
BBSH
= Besluit Beheer Sociale Huursector
Wijk-, straat-, flatcommissies
BOG
= Bedrijfs Onroerend Goed
BSC
= Balanced Score Card
CFV
= Centraal Fonds Volkshuisvesting
DAEB
= Diensten van Algemeen Economisch Belang
DCF
= Discounted Cash Flow
Carex (tijdelijke bewoning)
dPi
= De Prospectieve informatie
Verenigingen van Eigenaren (waar Nijestee huurwoningen beheert)
DVS
= De Vernieuwde Stad
EV
= Eigen Vermogen
FBI
= Fiscale Beleggings Instelling
GKB
= Groningse Krediet Bank
Het Kopland (maatschappelijke opvang)
GMF
= Groninger Monumenten Fonds
Elker (jeugdzorg)
MJD
= Maatschappelijk Juridische Dienstverlening
MJD (kwetsbare groepen, jongeren en minderheden, opbouwwerk, sociale activering, vrijwilligerswerk)
NLA
= Nieuw Lokaal Akkoord
Werkpro Groningen (op weg naar werk)
ORT
= Onrendabele Top
VSCG (Vereniging Speeltuin Centrale Groningen)
OZB
= Onroerende Zaak Belasting
RIE
= Risico- Inventarisatie en Evaluatie
RJ
= Raad voor de Jaarverslaggeving
RvC
= Raad van Commissarissen
Promens Care (verstandelijk gehandicapten)
VNN
= Verslavingszorg Noord Nederland
De Zijlen (verstandelijk gehandicapten)
VPB
= Vennootschaps Belasting
’s Heeren Loo Zorggroep (verstandelijk gehandicapten)
VSO
= Vaststellingsovereenkomst
Leger des Heils (opvang daklozen)
VTW
= Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties
VVE
= Vereniging van Eigenaren
W&V
= Winst en Verlies rekening
WIF
= Woon Investerings Fonds
WMO
= Wet Maatschappelijke Ondersteuning
Terwille (verslavingszorg)
WSW
= Waarborgfonds Sociale Woningbouw
Van Mesdag Kliniek (forensisch psychiatrisch centrum)
Bijlagen
Bijlage - Toelichting afkortingen
Klantgroepen in woningprojecten (bijv. Schots en Scheef, GIGA) Ouderenraad/SOOG Groninger Studentenbond Allochtone organisaties (Jasmijn, BRASA, Stichting Residentie Buitenzorg) Housing Office en SSH (buitenlandse studenten)
Zorg- en welzijnspartijen
NOVO (verstandelijk gehandicapten) Hulpverleningsdienst (openbare gezondheid en (brand)veiligheid) Dignis/Lentis (zorg voor ouderen) Thuiszorg Groningen
Gooregt (verpleging, verzorging) Humanitas (o.a. jeugdzorg, thuiszorg, daklozen, ouderenzorg) Zorgkantoor Groningen (uitvoering AWBZ) OGGz (geestelijke zorg/complexe problematiek) Verslavingszorg Noord Nederland (VNN)
COA (opvang asielzoekers) NOMAS (minderjarige asielzoekers) Bijlage – Belanghouders Nijestee
Bureau Woonkans (woonbegeleiding) Meldpunten overlast & zorg (gemeente, hulpverlening en collega-corporaties)
Onze bewoners zijn onze voornaamste belanghouders. Een aantal overlegsituaties is geformaliseerd, zoals het overleg met de huurderverenigingen/Participatieraad en bewonerscommissies. Daarnaast bestaat ons netwerk
Stichting Exodus (opvang ex-gedetineerden) Politie (wijkniveau, recherche & KLPD) Justitie
uit diverse samenwerkingspartners met wie we – afhankelijk van de actualiteit - in meerdere of mindere mate
ZINN (Zorgen voor Morgen)
overleg voeren.
Zorggroep Groningen (Zorgen voor Morgen) TSN Thuiszorg Groningen (Zorgen voor Morgen)
En natuurlijk komen we veelvuldig met diverse bewoners(groepen) in aanraking via informeel contact in het
MEE Groningen (Zorgen voor Morgen)
dagelijks werk. Ook zoeken we op een laagdrempelige, informele manier contact met iedereen die belang of
Zorgbelang (Zorgen voor Morgen)
belangstelling heeft voor ons doen en laten. We worden bijvoorbeeld met regelmaat benaderd door collegacorporaties uit het land om kennis uit te wisselen over diverse zaken. In 2014 kwamen veel vragen bij ons binnen over onze werkwijze met de Participatieraad. Door deze kennisuitwisseling hopen we bij te dragen aan het imago van de corporatiesector als geheel. Hiernaast onze voornaamste lokale belanghouders op een rij:
Noorderbrug (Zorgen voor Morgen) Axxicom Thuiszorg (Zorgen voor Morgen) De Nieuwe Zorg Thuis (Zorgen voor Morgen) Thuiszorg Service Nederland (Zorgen voor Morgen) Zorgkompas (Zorgen voor Morgen) Zorggarant (Zorgen voor Morgen) Bibliotheek Groningen (Zorgen voor Morgen) Woonzorg Nederland (Zorgen voor Morgen) Koninklijke Kentalis (spraak- en taalproblemen) De Noorderbrug (lichamelijke en verstandelijke beperking) Fokus (24 uurs zorg lichamelijke beperking)
95
College van Burgemeester en Wethouders Gemeenteraadsfracties politieke partijen
Kengetallen 2014
2013
13.323
13.476
1.041
1.065
H 12 Kengetallen
12
Lagere overheden en corporaties
Gegevens woningbezit: Aantal verhuureenheden in exploitatie
Stad Groninger en regionale corporaties Diensten gemeente Groningen (zoals RO/EZ, OCSW, CBK, Milieudienst, SoZaWe)
- woningen/woongebouwen
Provincie/College van Gedeputeerde Staten Selectiecommissie Groninger Corporaties (urgentie toekenning)
- onroerende zaken niet zijnde woningen
Groningse Kredietbank (schuldhulpverlening)
•
garages
Energieconvenant Groningen (Provincie/Gemeente/Nutsbedrijven)
•
bedrijfsruimtes
123
137
•
overig
329
329
14.816
15.007
- aantal opgeleverd
14
460
Rijksuniversiteit Groningen
- aantal aangekocht
0
0
Hanzehogeschool
- aantal verkocht
-166
-166
Economisch netwerk (afstemming middelbaar beroepsonderwijs op arbeidsmarkt)
- aantal sloop
0
-30
WA van Lieflandschool (speciaal onderwijs)
- overige mutaties
-1
-8
-153
256
68
222
452
421
0,98
1,58
- solvabiliteit (%)
26,5
24,5
- liquiditeit (current ratio %)
44,1
54,0
- rentabiliteit eigen vermogen (%)
1,6
-0,1
- rentabiliteit vreemd vermogen (%)
3,6
3,5
Onderwijsinstellingen Totaal Regionale Opleidings Centra (Noorderpoort, Alfa College) Diverse Vensterscholen (brede scholen basisonderwijs)
Mutaties woningbezit:
IMC Weekendschool
Partners in sport
- woningen in beheer
FC Groningen
Prijs-kwaliteitsverhouding:
Hanze Instituut voor Sportstudies (HIS)
- gemiddelde netto huurprijs per verhuureenheid per maand
Menzis (zorgverzekeraar) Mesa Cosa (studentvereniging voor sportstudies) Huis voor de Sport (provinciale koepel sportactiviteiten)
Het verhuren van woningen: - huurderving (leegstand + oninbaar) in % jaarhuur Financiële continuïteit (actuele waarde)
- rentabiliteit totaal vermogen (%)
3,0
2,6
1.569
1.375
13.669
12.744
219
-15
- aantal werknemers gemiddeld in dienst gebaseerd op Fte (fulltime-equivalent)
167,5
181,6
- aantal Fte’s (fulltime-equivalent) ultimo boekjaar
160,6
174,3
177
191
- cash-flow per woning Balans en Winst- en verliesrekening (actuele waarde) - eigen vermogen per woning - resultaat per woning Personeelsbezetting:
- werkelijk aantal personeelsleden ultimo boekjaar
| Jaarrekening 2012 | 97
Jaarrekening en toelichting
H 13
13
ACTIVA
Balans per 31 december 2014 (na resultaat bestemming) 2014
2013
2014
2013
Eigen Vermogen
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
Eigen vermogen
Sociaal vastgoed in exploitatie
1.1
484.778.886
512.911.921
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
1.2
3.338.071
2.380.285
Onroerende en roerende zaken tdd exploitatie
1.3
20.819.922
21.369.441
508.936.879
536.661.647
Totaal materiële vaste activa
9.1
Totaal vermogen
Commercieel vastgoed in exploitatie
2.1
134.186.758
127.347.506
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
2.2
13.876.904
13.679.323
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
2.3
2.000.215
783.197
150.063.877
141.810.026
Totaal vastgoedbeleggingen Financiële vaste activa Deelnemingen
3.1
39.106
53.566
Latente belastingvorderingen
3.2
5.565.848
2.229.224
Leningen u/g
3.3
0
0
Overige vorderingen
3.4
Totaal financiële vaste activa
385.318
401.578
5.990.272
2.684.368
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Vastgoed bestemd voor de verkoop
4.1
2.951.277
179.575
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop
4.2
2.735.253
763.416
Voorraad grond- en ontwikkelposities
4.3
10.778.077
12.334.474
Overige voorraden
4.4
191.429
213.236
16.656.036
13.490.701
5.0
276.058
106.836
Huurdebiteuren
6.1
753.885
162.667
Gemeenten
6.2
0
0
Belastingen en premies sociale verzekeringen
6.3
70.000
1.853.971
Overige vorderingen
6.4
1.207.524
289.529
Overlopende activa
6.5
Totaal voorraden
182.105.957
171.743.027
182.105.957
171.743.027
1.582.436
4.967.019
Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen
10.1
Voorziening latente belastingverplichting
10.2
Totaal voorzieningen
Vastgoedbeleggingen
Onderhanden projecten
PASSIVA
Jaarrekening en toelichting
Balans per 31 december 2014 (na resultaat bestemming)
1.629.826
0
3.212.262
4.967.019
Langlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen
11.1
432.879.267
466.493.897
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
11.2
13.896.342
13.760.759
Waarborgsommen
11.3
406.619
390.122
Erfpacht
11.4
5.792.829
5.873.689
Overige schulden
11.5
13.201
13.599
452.988.258
486.532.066
Totaal langlopende schulden Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen
12.1
29.214.630
15.280.698
Schulden aan leveranciers
12.2
2.559.164
4.797.636
Belastingen en premies sociale verzekeringen
12.3
1.863.591
3.089.876
Onderhoudsverplichtingen
12.4
65.722
823.447
Schulden aan personeel
12.5
332.037
367.837
Overlopende passiva
12.6
Totaal kortlopende schulden
13.714.260
14.556.831
47.749.404
38.916.325
686.055.881
702.158.437
Vorderingen
Totaal vorderingen Liquide middelen TOTAAL ACTIVA
8.0
1.243.541
1.152.237
3.274.950
3.458.404
857.809
3.946.455
686.055.881
702.158.437
TOTAAL PASSIVA
99
Kasstroomoverzicht over 2014 (bedragen * € 1.000,-)
2014
2013
Huuropbrengsten
15.1
75.652.641
70.923.146
Opbrengsten servicecontracten
15.2
3.285.067
3.944.071
Overheidsbijdragen
15.3
1.045
3.386
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
15.4
8.594.556
11.462.821
Wijziging in onderhanden werk
15.5
169.222
-843.279
Geactiveerde productie tbv eigen bedrijf
15.6
721.260
1.042.822
Overige bedrijfsopbrengsten
15.7
Totaal bedrijfsopbrengsten
2.024.604
2.298.085
90.448.395
88.831.052
Bedrijfslasten
Huurontvangsten en opbrengsten servicecontracten Overheidsontvangsten Overige bedrijfsontvangsten Renteontvangsten Totaal operationele ontvangsten
74.867
Overige bedrijfsuitgaven
21.096
17.216
Renteuitgaven
18.333
18.494
Erfpacht
16.3
42.629
42.629
Lonen en salarissen
16.4
7.746.749
8.601.839
Sociale lasten
16.5
1.350.342
1.269.989
KA S S T R O O M UIT (DES )IN VES T ER IN GS A CT IVIT EIT EN
Pensioenlasten
16.6
1.544.636
1.683.064
Investeringen in materiële vaste activa
Lasten kwaliteitsverbetering
16.7
-48.747
2.909.653
Onderhoudslasten
16.8
15.278.851
15.416.039
Leefbaarheid
16.9
1.102.710
1.174.266
Lasten servicecontracten
16.10
3.585.497
4.546.147
Bijzondere waardeverandering van vlottende activa
16.11
1.483.774
559.375
Overige bedrijfslasten
16.12
19.220.529
15.505.690
75.304.754
73.498.887
Leefbaarheid Totaal operationele uitgaven
597
1.174
71.305
69.129
Saldo kasstroom operationele activiteiten
9.477
6.955
Sociaal vastgoed in exploitatie
5.003
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
5.686
356
0
4.361
Onroerende zaken ten dienste van de exploitatie
25.808
Investeringen in vastgoedbeleggingen: Commercieel vastgoed in exploitatie Onroerende zaken verkocht Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
462
8.504
2.634
1.319
0
0
958
1.657
2.439.975 Investeringen in financiële vaste activa
Financiële baten en lasten
0
0
20.557
17.876
Desinvesteringen in vastgoedbeleggingen
0
8.640
Desinvesteringen in financiële vaste activa
0
0
Desinvesteringen in materiële vaste activa -449.567
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren
18.2
636.994
1.563.062
Rentelasten en soortgelijke kosten
18.4
-18.238.962
-18.828.750
-17.601.968
-17.715.255
Totaal financiële baten en lasten
76.084
11.555
3.060.822
0
80.782
20.690
4.316.607
18.1
5
12.059
16.2
3.681.121
12
19.220
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
17
1.209
Personeelsuitgaven
18.729.374
Niet gerealiseerde waardeveranderingen
3
1.415
Onderhoudsuitgaven 19.681.177
Totaal bedrijfslasten
1
Operationele Uitgaven
16.1
Ontvangen termijnen in onderhanden projecten
1.660
Saldo kasstroom uit (des)investeringsactiviteiten
0 7.474
-15.489
KA S S T R O O M UIT FIN A N CIER IN GS A CT IVIT EIT EN
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen
1.222.794
56.885
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
19
1.706.797
-252.909
Resultaat deelnemingen
20
-14.460
-20
1.692.337
-252.929
Resultaat na belastingen
79.354
Operationele ontvangsten
Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
Waardeveranderingen van financiële vaste activa
2013
KA S S T R O O M UIT O P ER AT IO N ELE A CT IVIT EIT EN
Bedrijfsopbrengsten
vastgoedportefeuille
2014
Jaarrekening en toelichting
WINST –EN VERLIESREKENING
H 13
Winst- en verliesrekening 2014
2.915.131
-196.044
Opname langlopende schulden Aflossing langlopende schulden Investering verplichting verkocht onder voorwaarden
0
36.815
-19.681
-19.224
-358
-321
Terugbetaling verplichting verkocht voorwaarden
0
0
Ontvangsten schulden kredietinstellingen
0
0
Terugbetaling schulden kredietinstellingen
0
Saldo kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Eindstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
0 -20.039
17.270
-3.088
8.736
3.946
-4.789
858
3.946
-3.088
8.735
101
Nijestee heeft vastgoed in het gebied waar aardbevingen optreden. Het vastgoed is als volgt te verdelen: Gemeente
Risicogebied
Balanswaarde
Toegelaten instelling
Groningen
Beijum, Lewenborg, Oosterpark
Circa € 172 miljoen
Stichting Nijestee, gevestigd te Groningen, feitelijk gevestigd aan het Damsterplein 1, is een stichting met de status van toegelaten instelling conform artikel 70 eerste lid van de Woningwet. Het werkgebied
Het risicogebied is ontleend aan de geografische ligging. De wijken Beijum, Lewenborg en Oosterpark liggen
van de toegelaten instelling betreft conform artikel 4 van de statuten: de gemeenten behorende tot het
het dichtst bij Noord-Oost Groningen. In deze risicogebieden is schade aan vastgoed nog niet of nauwelijks
samenwerkingsverband ‘RegioVisie 2030 Groningen-Assen’ (de gemeenten Assen, Bedum, Groningen, Haren,
waarneembaar.
Hoogezand-Sappemeer, Leek, Noordenveld, Slochteren, Ten Boer, Tynaarlo, Winsum, Zuidhorn) en de gemeente Schiermonnikoog.
Jaarrekening en toelichting
Algemeen
H 13
Toelichting op de jaarrekening 2014
Externe deskundigen (taxateurs) geven aan dat er voor de stad Groningen geen effect op de marktwaarde van het vastgoed per balansdatum is waar te nemen. Er treedt geen vertraging op in verkopen, evenmin is
Belangrijkste activiteiten van Nijestee
er een daling van leegwaarden waar te nemen. Nijestee ervaart in de stad Groningen nog geen effecten op
Nijestee stelt zich ten doel uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting werkzaam te zijn, door het stichten
de verhuurbaarheid van onroerend goed per balansdatum.
en / of in eigendom verkrijgen en exploiteren van woningen en andere vormen van huisvesting. Deze woningen
In de waardering van het vastgoed is per 31 december 2014 geen rekening gehouden met een mogelijke
voldoen aan de eisen van goede huisvesting en voorzien primair in de behoefte van personen en groepen die
impairment vanwege aardbevingsschade.
niet zelf in hun behoefte van huisvesting kunnen voorzien of niet op een bevredigende wijze. Daarnaast heeft Nijestee zich ten doel gesteld om overleg met een of meer organen of organisaties van bewoners te bevorderen
Door de ligging van het vastgoed wordt Nijestee mogelijk geconfronteerd met risico’s ten aanzien van de
en in stand te houden, het stichten van of behulpzaam zijn bij het tot stand komen van woningen in het kader van
waardering van het vastgoed en de toekomstige bedrijfsvoering als gevolg van de aardbevingen.
eigenwoningbezit en het bevorderen van regelingen en activiteiten welke het wonen dan wel de woonomgeving
De risico’s kunnen als volgt worden geduid:
direct of indirect ten goede komen. De jaarrekening is opgesteld gedurende de periode januari / februari 2015.
Vastgoed •
Toegepaste standaarden Conform de in het Besluit Beheer Sociale Huursector geformuleerde eisen voor toegelaten instellingen, is de
Risico op afnemende leegwaarde en/of vertraagde verkopen door verandering van het sentiment in de markt ten aanzien van de bewoonbaarheid van de omgeving (waarde schade);
•
Risico op lagere kasstroom door leegstand vanwege onverhuurbaarheid en/of afnemende vraag
jaarrekening opgesteld volgens de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek behoudens
en/of vertraagde oplevering van nieuwbouw projecten en daardoor latere start van huurinkomsten
enige uitzonderingen van specifieke aard. In de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is Richtlijn 645 Toegelaten
(exploitatieschade);
Instellingen Volkshuisvesting opgenomen die nadere interpretatie geeft aan de in Titel 9 Boek 2 opgenomen
•
Risico van directe fysieke schade aan het vastgoed (herstelschade);
voorschriften.
•
Risico van verplichtingen tot versterking van het vastgoed om deze aardbevingsbestendig te maken,
In deze richtlijn zijn onder meer specifieke modellen voor de balans en winst-en-verliesrekening opgenomen. Richtlijn 645 geeft uitsluitend regels voor sectorspecifieke aangelegenheden. Voor de overige aangelegenheden
dit in lijn met de Nederlandse Praktijk Richtlijn voor Aardbevingsbestendig bouwen (versterkingsschade); •
zijn de algemeen geldende richtlijnen van toepassing.
Risico van hogere bouwkosten voor nieuwbouw projecten waar geen extra baten tegenover staan (bouwschade).
Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting zoals van kracht voor boekjaren vanaf 1 januari 2011.
Bedrijfsvoering •
Verslaggevingsperiode Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van een verslaggevingsperiode van een kalenderjaar.
Risico van extra kosten door verhoogde aandacht/extra te leveren inspanningen voor de exploitatie van het vastgoed en/of in de contacten met huurders, belanghebbenden, overhead en projectontwikkeling;
•
Risico van aansprakelijkheid voor kosten bij optreden van persoonlijke ongelukken bij huurders als gevolg van aardbevingsschade;
Continuïteit
•
De jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Risico van kosten als gevolg van inspanningen om schade te beperken of moeten voorzien in noodvoorzieningen zowel in de bedrijfsvoering als in de huisvesting van huurders;
•
Risico van extra financieringskosten doordat reparatie van schades c.q. inspanningen om schades te
Aardbevingsschade
behandelen en/of te beperken eerder gemaakt moeten worden dan vergoeding (huuropbrengsten en/of
In de balans is het sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie opgenomen voor respectievelijk
externe financiering) wordt ontvangen.
€ 484,8 en € 134,2 miljoen (totaal € 619 miljoen). Vastgoedeigenaren in de provincie Groningen, in het bijzonder Oost Groningen en in gedeelten van de stad Groningen worden geconfronteerd met mogelijke schade aan het
Nijestee heeft, om de gevolgen voor de waardering van het vastgoed en het effect op het eigen vermogen
vastgoed als gevolg van aardbevingen veroorzaakt door de gaswinning door de NAM.
per 31 december 2014 in kaart te brengen, contact gehad met externe vastgoedtaxateurs en is bezig om de
Op grond van wettelijke bepalingen is de exploitant van de gasvelden, de NAM, aansprakelijk voor alle schade
aanwezige schade aan het vastgoed in bezit op basis van fysieke inspecties te inventariseren. Deze inspecties
als gevolg van de exploitatie van de gasvelden. Nijestee gaat er dan ook vanuit dat alle vormen van schade
zijn nog onderhanden.
als gevolg van de aardbevingen vergoed worden door de NAM. De onderhandelingen over procedures voor
Voor zover er een effect is als gevolg van aardbevingen is dit niet verdisconteerd in de marktwaarde in verhuurde
schadevaststelling en schadeafhandeling zijn nog onderwerp van gesprek met de betrokken partijen, waaronder
staat per balansdatum omdat externe deskundigen nog geen effect waarnemen én geen inschatting kunnen
de NAM en het Centrum Veilig Wonen. Bijkomend risico is dat schades nu nog niet altijd zichtbaar zijn en zich
maken van het effect op het sentiment van de markt bij voortgaan van aardbevingen. Er zijn diverse externe
mogelijk op langere termijn pas zullen uiten.
rapporten die elkaar tegenspreken over de effecten van de aardbevingen op vastgoedwaarde.
103
Grondslagen voor consolidatie
toelichting bij de jaarrekening, is het effect slechts beperkt waarneembaar omdat dit vastgoed gewaardeerd is op
Nijestee heeft de volgende groepsmaatschappijen:
H 13
Voor sociaal vastgoed gewaardeerd op basis van bedrijfswaarde c.q. de bedrijfswaarde zoals opgenomen in de
verwezen naar toelichting Balanswaardering (waarderingsgrondslagen) en Materiële vaste activa (toelichting
Nijestee onroerend goed BV
100%
op de balans) zoals opgenomen in de toelichting op de jaarrekening. Het eventuele effect van afnemende
Pandgarant BV
33,3%
verhuurbaarheid in de toekomst c.q. dalende restwaarde aan einde levensduur door aardbevingsschade is op dit moment onbekend en daarmee niet in de waardering begrepen.
Deze groepsmaatschappijen zijn van te verwaarlozen belang in de jaarrekening van Stichting Nijestee. Derhalve wordt er geen geconsolideerde jaarrekening opgesteld.
Externe deskundigen doen geen uitspraken over de effecten voor de toekomst, evenmin kunnen zij aangeven hoe marktpartijen in de toekomst het aardbevingsrisico zullen verdisconteren in de marktwaardering en de
Presentatiewijziging
WOZ-waardering van het vastgoed. Het sentiment van de markt zal in belangrijke mate worden bepaald door de
In 2014 heeft Nijestee de volgende presentatiewijziging doorgevoerd: het netto verkoopresultaat van de
aard en omvang van toekomstige aardbevingen.
vastgoedportefeuille wordt gepresenteerd in plaats van het bruto verkoopresultaat en de daarbij horende post
Nijestee heeft nog geen zicht op de kosten als gevolg van versterkingsschade en/of bouwschade. De Praktijk
directe kosten verkoop onroerende zaken.
Richtlijn voor Aardbevingsbestendig bouwen is nog in concept. Momenteel worden op basis van de concept-
Hiermee sluit Nijestee aan bij de gebruikelijke modeljaarrekening voor woningcorporaties. Naar de mening van
richtlijn bestaande nieuwbouwprojecten beoordeeld ten aanzien van de hogere bouwkosten. De uitkomsten
het bestuur verhoogt dit de vergelijkbaarheid en daarmee de leesbaarheid van deze jaarrekening.
hiervan zijn nog niet bekend. Zodra de richtlijn vastgesteld is zal ook het bestaande vastgoed getoetst moeten
De vergelijkende cijfers over 2013 zijn dienovereenkomstig aangepast.
Jaarrekening en toelichting
basis van de contante waarde van de exploitatiekasstromen. Voor de daarbij gehanteerde uitgangsposities wordt
worden aan de richtlijn en zullen bouwkundige maatregelen getroffen moeten worden om de technische staat van het vastgoed in overeenstemming met deze richtlijn te brengen.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling
In principe worden herstel- en versterkingsschade direct door de Centrum Veilig Wonen / NAM afgehandeld
Regelgeving
en zou dit niet tot verdere kosten en uitgaande kasstromen bij Nijestee moeten leiden. Nijestee onderkent dat
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Besluit beheer sociale huursector,
zij uit belang voor haar huurders en haar bedrijfsvoering zelfstandig uitgaven zal moeten doen alvorens die
de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
vergoed worden door de NAM. Tevens kan er een verschil van mening ontstaan tussen Nijestee en de NAM
(‘WNT’), Titel 9 Boek 2 BW, en Hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige
over de omvang van de te vergoeden schade (zowel aan het vastgoed als in de bedrijfsvoering). Nijestee heeft,
uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad
daar waar mogelijk, nieuwbouwprojecten stilgelegd tot meer duidelijkheid bestaat over de Praktijk Richtlijn voor
voor de Jaarverslaggeving.
Aardbevingsbestendig bouwen en de gevolgen daarvan voor de nieuwbouwprojecten. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of Nijestee kan als gevolg van bovenstaande omstandigheden op dit moment geen inschatting maken van de
de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de
gevolgen van de risico’s op de toekomstige bedrijfsvoering en de waardeontwikkeling van het vastgoed.
verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen.
Nijestee neemt maatregelen om eventuele uitgaande kasstromen die betrekking hebben op de genoemde
Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-
bedrijfsvoeringsrisico’s in kaart te brengen. Per balansdatum zijn er geen vorderingen uit hoofde van de
verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd.
verwachte vergoedingen door de NAM in de cijfers opgenomen. Vergelijking met voorgaand jaar Als gevolg van bovenstaande omstandigheden bestaan onzekerheden ten aanzien van de waardering van
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten op zichte van het
het sociaal en commercieel vastgoed per 31 december 2014. Gezien de status van de inventarisatie
voorgaande jaar.
van de technische en economische schade aan het vastgoed, de status van de Praktijk Richtlijn voor Aardbevingsbestendig bouwen, het ontbreken van voldoende referentie-transacties en de lopende gesprekken
Verwerking verplichtingen
en procedures met het Centrum Veilig Wonen, Dialoog-tafel en de NAM zijn de financiële consequenties hiervan
Bij de bepaling van voorzieningen wordt uitgegaan van in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op
vooralsnog niet op voldoende betrouwbare wijze te bepalen.
de balansdatum bestaan. Tot de feitelijke verplichtingen worden ook gerekend verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens
Nijestee heeft tevens beoordeeld of zij financieel in staat is om de gevolgen van de aardbevingsschade
de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake
(timing verschil tussen uitgaande kasstromen als gevolg van schadeherstel en beperking en extra kosten
toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan
in haar bedrijfsvoering én te ontvangen vergoedingen) op te vangen en de toekomstige bedrijfsvoering te
het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke
kunnen continueren. Naar mening van bestuur, met de kennis per balansdatum is er geen aanleiding om te
verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de
veronderstellen dat Nijestee hier niet toe in staat zou zijn. Een mogelijke lagere waardering van het vastgoed
bouwvergunning heeft plaatsgevonden. Zie verder de toelichting bij post ‘Voorzieningen’.
heeft geen effect op de leningsvoorwaarden, de financiering is geborgd bij het WSW waarbij per balansdatum aan de criteria van het waarborgfonds (zijnde rentedekking, Debt-Service-Coverage-Ratio en Loan-to-value) wordt
Materiele vaste activa
voldaan. Deze situatie leidt niet tot directe opeisbaarheid van de financiering. Nijestee schat dit risico ten aanzien
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische
van de continuïteit op dit moment nog als laag in.
voordelen naar Nijestee zullen voortvloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
105
van de bestuurder in het besluitvormingsproces van de toegelaten instelling. De financiële impact van
gekoppeld aan het besluitvormings- en communicatieproces rondom projectontwikkeling en herstructurering.
voornoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie. De realisatie kan onder meer wijzigen als gevolg van wettelijke procedures, aanpassingen in voorgenomen bouwproductie en in
Baten worden in de winst- en verliesrekening opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch
prijsniveau van leveranciers en daadwerkelijke verkoopprijzen.
potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting,
•
Vastgoed bestemd voor de verkoop en Voorraad grond- en ontwikkelposities: Bij de bepaling van
heeft plaats gevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De opbrengsten worden
de verwachte reële waarde van de voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en grond- en
toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
ontwikkelposities worden uitgangspunten gedefinieerd. De uitgangspunten betreffen ondermeer de
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een
verkoopwaarde aan de hand van referentietransacties, de kans op toekomstige ontwikkelmogelijkheden
vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaats gevonden, waarvan de
en de huidige onderhoudsstaat. De reële waarde wordt periodiek getoetst door een externe taxateur.
omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. De kosten worden opgenomen zodra
•
deze voorzienbaar zijn.
Jaarrekening en toelichting
toekomstige nieuwbouw- en transformatieprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluit
worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd’. Een feitelijke verplichting is
H 13
In de jaarrekening worden - naast juridische verplichtingen - ook feitelijke verplichtingen verantwoord, die kunnen
Aannames en veronderstellingen gehanteerd bij de bepaling van de belastingpositie (inclusief latente belastingpositie). Dit betreft met name de uitgangspunten en veronderstellingen rond het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen alsmede de voor de waardering van de belastingpositie
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of
gehanteerde prognose van toekomstige verwachte fiscale resultaten.
nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet
Consolidatie
meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van
Nijestee participeert in een drietal deelnemingen te weten: Nijestee Onroerend Goed BV, Pandgarant BV
waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de
en WoningNet NV. Nijestee heeft een verplichting tot consolidatie indien er sprake is van beleidsbepalende
waarde.
invloed op het zakelijke en financiële beleid. Hiervan is sprake bij Nijestee Onroerend Goed BV, maar gezien
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten
het te verwaarlozen belang wordt er niet geconsolideerd. Bij de andere deelnemingen is geen sprake van
worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de transactie zijn overgedragen aan de
beleidsbepalende invloed op het zakelijke en financiële beleid en geldt dus geen verplichting tot consolidatie.
koper.
Financiële instrumenten De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta.
Financiële instrumenten omvatten bij Nijestee handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te bepalen posten. Financiële instrumenten kunnen
Gebruik van schattingen
tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten) omvatten. Deze worden door de
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management van Nijestee oordelen vormt en schattingen en
toegelaten instelling gescheiden van het basiscontract en apart verantwoord indien de economische kenmerken
veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde
en risico’s van het basiscontract en het daarin besloten derivaat niet nauw verwant zijn, indien een apart
van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze
instrument met dezelfde voorwaarden als het in het contract besloten derivaat aan de definitie van een derivaat
schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen
zou voldoen en het gecombineerde instrument niet wordt gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van
van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden
waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening.
waarvoor de herziening gevolgen heeft. Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, De volgende waarderingsgrondslagen zijn naar de mening van het management het meest kritisch voor het
worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen
weergeven van de financiële positie en vereisen schattingen en veronderstellingen:
reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. In contracten besloten financiële instrumenten
•
Sociaal vastgoed in exploitatie: Voor wat betreft de uitgangspunten en veronderstellingen ten aanzien
die niet worden gescheiden van het basiscontract, worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
van het bepalen van de bedrijfswaarde. De uitgangspunten van de bedrijfswaarde zijn gebaseerd op
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
interne beleidsvoornemens. Deze beleidsvoornemens komen ondermeer tot uitdrukking in het strategisch
•
portefeuillebeleid en technische meerjaren onderhoudsplanningen, waarbij keuzes gemaakt worden over
Verstrekte leningen en overige vorderingen
verhuur of verkoop, levensduur en kwaliteits- en huurniveaus.
Verstrekte leningen en overige vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs1 op basis van
Commercieel vastgoed in exploitatie: Voor wat betreft de uitgangspunten en veronderstellingen ten aanzien
de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
van het bepalen van de marktwaarde in verhuurde staat. De marktwaarde in verhuurde staat is afhankelijk
•
van een aantal belangrijke veronderstellingen, zoals de te hanteren disconteringsvoet, exit-yield, kwaliteit
Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen
huurders, contractverlengingen en -opzeggingen, markthuren en leegwaarde. Deze veronderstellingen zijn
Financiële verplichtingen die geen deel uitmaken van een handelsportefeuille worden tegen geamortiseerde
mede tot stand gekomen in afstemming met een externe deskundige.
kostprijs gewaardeerd op basis van de effectieve rentemethode.
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (onder materiële vaste activa en onder vastgoedbeleggingen): Bepaling van het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen inzake investeringen nieuwbouw en transformatie ten behoeve van het bepalen en treffen van een voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen. Voornoemde verplichtingen worden in de jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern
1
G eamortiseerde kostprijs = het bedrag waarvoor een lening, vordering of schuld bij de eerste opname in de balans wordt
gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door de toegelaten instelling en haar verbonden
opgenomen, verminderd met aflossingen op de hoofdsom, vermeerderd of verminderd met de via de effectieve-rentemethode
partijen zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake
bepaalde geaccumuleerde afschrijving van het verschil tussen dat eerste bedrag en het aflossingsbedrag, en verminderd met eventuele afboekingen wegens bijzondere waardeverminderingen of oninbaarheid.
107
collectief beoordeeld of deze onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering door samenvoeging van
Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen verbonden aan de eigendom niet bij Nijestee
vorderingen met vergelijkbare risicokenmerken.
rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-
Bij de beoordeling van de collectieve waardevermindering gebruikt de toegelaten instelling historische trends met
verliesrekening over de looptijd van het contract.
betrekking tot de waarschijnlijkheid van het niet nakomen van betalingsverplichtingen, het tijdsbestek waarbinnen incassering plaatsvindt en de hoogte van geleden verliezen. De uitkomsten worden bijgesteld als de leiding
Afgeleide financiële instrumenten
van de toegelaten instelling van oordeel is dat de huidige economische en kredietomstandigheden zodanig zijn
Afgeleide instrumenten worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij in voorkomende gevallen
dat het waarschijnlijk is dat de daadwerkelijke verliezen hoger dan wel lager zullen zijn dan historische trends
hedge accounting onder het kostprijs hedge model wordt toegepast. Indien bij het in voorkomende gevallen
suggereren.
Jaarrekening en toelichting
ligt, worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden,
H 13
Operationele leasing
toepassen van hedge-accounting afgeleide instrumenten niet langer voldoen aan de voorwaarden voor ‘hedge accounting’, aflopen of worden verkocht of wanneer Nijestee niet langer kiest voor hedge accounting wordt
Een bijzonder waardeverminderingsverlies met betrekking tot een tegen geamortiseerde kostprijs gewaardeerd
hedge accounting beëindigd.
financieel actief wordt berekend als het verschil tussen de boekwaarde en de contante waarde van de verwachte
Indien kostprijs hedge accounting wordt toegepast vindt eerste waardering plaats tegen reële waarde. Zolang
toekomstige kasstromen, gedisconteerd tegen de oorspronkelijke effectieve rente van het actief.
het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte
Verliezen worden opgenomen in de winst-en-verliesrekening. Rente op het aan een bijzondere waardevermindering
toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide
onderhevige actief blijft verantwoord worden via oprenting van het actief met de oorspronkelijk effectieve rente.
instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-enverliesrekening verwerkt.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen onder de (geamortiseerde) kostprijs van de beleggingen in effecten die
Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van
tegen reële waarde worden gewaardeerd, met verwerking van waardewijzigingen in het eigen vermogen, worden
een niet-financieel actief zal Nijestee de kostprijs van dit actief aanpassen met de afdekkingsresultaten die nog
direct ten laste van de winst-en-verliesrekening verantwoord.
niet in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie
Als in een latere periode de waarde van het actief, onderhevig aan een bijzondere waardevermindering, stijgt en
wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien
het herstel objectief in verband kan worden gebracht met een gebeurtenis die plaatsvond na de opname van het
dergelijke afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De
bijzondere waardeverminderingsverlies wordt het bedrag uit hoofde van het herstel opgenomen in de winst-en-
cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was
verliesrekening tot maximaal de oorspronkelijke kostprijs.
verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve
Classificatie vastgoed naar typologie
verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Nijestee zal in voorkomende gevallen de hedgerelaties in
Sociaal vastgoed omvat de woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maat-
specifieke of generieke hedgedocumentatie documenteren en periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties
schappelijk vastgoed en overig sociaal vastgoed.
toetsen door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. Nijestee heeft overigens een beleid om niet actief gebruik te maken van derivaten.
Commercieel vastgoed omvat woningen in exploitatie boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsonroerend goed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed.
Bijzondere waardeverminderingen financiële activa
De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van BZK wordt
Een financieel actief dat niet tegen reële waarde wordt gewaardeerd tegen (1) reële waarde met waarde-
vastgesteld.
wijzigingen in de winst-en-verliesrekening of (2) geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde, wordt op iedere verslagdatum beoordeeld om te bepalen of er objectieve aanwijzingen bestaan dat het actief een
Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties,
bijzondere waardevermindering heeft ondergaan.
waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs- en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de
Een financieel actief wordt geacht onderhevig te zijn aan een bijzondere waardevermindering indien er
bijlage in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor
objectieve aanwijzingen zijn dat na de eerste opname van het actief zich een gebeurtenis heeft voorgedaan
toegelaten instellingen.
die een negatief effect heeft gehad op de verwachte toekomstige kasstromen van dat actief en waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt.
De classificatie heeft plaatsgevonden naar de stand per 31 december van het verslagjaar.
Objectieve aanwijzingen dat financiële activa onderhevig zijn aan een bijzondere waardevermindering omvatten het niet nakomen van betalingsverplichtingen en achterstallige betaling door een debiteur, herstructurering van
Kwalificatie sociaal vastgoed
een aan de toegelaten instelling toekomend bedrag onder voorwaarden die de toegelaten instelling anders niet
Het beleid van Nijestee is gericht op het stichten en/of in eigendom verkrijgen en exploiteren van woningen
zou hebben overwogen, aanwijzingen dat een debiteur of emittent failliet zal gaan, en het verdwijnen van een
en andere vormen van huisvesting. De totale portefeuille sociaal vastgoed is op basis van bovenstaand beleid
actieve markt voor een bepaald effect.
gekwalificeerd als bedrijfsmiddel.
Aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen van vorderingen en beleggingen die door de toegelaten instelling worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden zowel op het niveau van specifieke activa als op collectief niveau in aanmerking genomen. Van alle individueel significante vorderingen en beleggingen wordt beoordeeld of deze specifiek onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering. Alle individueel significante vorderingen en beleggingen waarvan is vastgesteld dat deze niet specifiek onderhevig zijn aan bijzondere waardevermindering worden vervolgens collectief beoordeeld op een eventuele waardevermindering die zich al heeft voorgedaan maar nog niet is vastgesteld. Van individueel niet-significante vorderingen wordt 109
Niet toegepast. In afwijking van de richtlijnen van het Centraal Fonds rekent Nijestee geen huurharmonisatie in. Dit is een voorzichtige benadering, maar kent de volgende achtergrond: • qua huurverhoging 2016 is gerekend met 3,5%. Op basis van de inflatie 2015 lijkt dit aan de hoge kant • gevolgen passendheidstoets (nieuwe Woningwet) zijn nog onbekend • maatschappelijk debat over betaalbaarheid neigt naar huurmatiging
Verkoopopbrengsten
Geschatte verkopen (aantallen en opbrengsten op basis van begroting 2015) eerste 5 jaar meenemen.
Eindwaarde (restwaarde)
De restwaarde van de grond aan het eind van de exploitatieduur is gebaseerd op de reële waarde onder aftrek van de te maken kosten sloop/ bouwrijp maken en herhuisvesting en bedraagt € 5.000,- per zelfstandige eenheid (prijspeil ultimo 2014). Voor onzelfstandige eenheden wordt gerekend met € 2.500,- per eenheid. De grond wordt jaarlijks met 2,0% geïndexeerd.
Onderhoud
Niet-planmatig onderhoud: basisbedrag per woning is begroting 2015. Aanpassen indien complexlabelling daartoe aanleiding geeft. Planmatig onderhoud: op basis van de MJOB (meerjarenonderhoudsbegroting).
Beheer (organisatiekosten)
Norm voor alle complexen gelijk (op basis van begroting 2015).
Belasting en verzekeringen
Belasting: specifiek per complex. Verzekeringen: norm per complex (conform polis).
Verhuurdersheffing
Het Kabinetsvoorstel voor de verhuurdersheffing is vastgesteld door de Eerste Kamer. Deze heffing is tot einde levensduur ingerekend.
ACTIVA
1 1.1
Materiële Vaste Activa Sociaal Vastgoed in exploitatie Het sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde op basis van de bedrijfswaarde (RJ 645.210). Onder de bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de kasstroomgenererende eenheden inclusief de netto kasstroom bij afstoten van de activa aan het einde van de gebruiksduur. Kasstroomgenererende eenheid Het interne beleid en de bedrijfsvoering van Nijestee is gericht op sturing van de waarde van de onroerende en roerende zaken in exploitatie op basis van productmarktcombinaties. De complexindeling (zijnde de kasstroomgenererende eenheid) sluit hierbij aan. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting
Jaarrekening en toelichting
Huurharmonisatie
H 13
Balanswaardering
weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. Bij de bedrijfswaardeberekening hanteren we de volgende uitgangspunten:
De jaarlijkse stijging of daling van de actuele waarde wordt verantwoord via de Winst- en Verliesrekening onder de post ‘Overige waardeveranderingen van materiële vaste activa’ of wordt rechtstreeks in het Eigen Vermogen geboekt.
Omschrijving Algemene uitgangspunten: Strategie
Looptijd/restant levensduur
Complexindeling
In ons portfoliobeleid stippelen we de strategie voor ons bezit uit. We gebruiken vijf complexstrategieën: - doorexploiteren - investeren - in stand houden - sloop - verkopen.
Afschrijvingen
Inflatie
Economische levensduur
Casco
50 jaar
- restant levensduur (zie jaarrekening) - aanpassing indien complexstrategie hiertoe aanleiding geeft - bij nieuwe investeringen: in principe 50 jaar - bij-/na-investeringen: per investering bekijken. Verlengen van de levensduur mag indien de investering daar aanleiding toe geeft.
Installaties
20 jaar
Inventaris
10 jaar
Automatisering
3 jaar
Gebaseerd op het strategielabel en op aanvullende kenmerken zoals ligging en restant levensduur. De eerste waardering van een onroerende zaak die wordt toegevoegd aan de onroerende zaken in exploitatie dient te geschieden tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of tegen de lagere bedrijfswaarde.
Op grond wordt niet afgeschreven.
Huurderving
Uitgaven na eerste verwerking De uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van de kasstroomgenererende eenheid worden aangemerkt als activeerbare kosten. Bij uitgaven na eerste verwerking
5,25% (medionummerando) voor woningen. Dit percentage wordt beschouwd als de disconteringsvoet die gebruikelijk is voor de toegelaten instellingen. Voor BOG en parkeervoorzieningen wordt ook 5,25% gebruikt (2013: 5,25%). 2015 en verder: 3,0%.
Kasstromen: Huurbeleid
volgende economische levensduren worden gehanteerd: Component
Specifieke parameters: Disconteringsvoet
De afschrijvingen worden berekend volgens lineaire methode op basis van de economische levensduur. De
Huidige huur. Rekening houden met jaarlijkse huurverhoging van: 2015: 2,5% 2016: 3,5% 2017 en verder: 2% - basispercentage 1,5% voor de woningen; en voor de BOG 1,7% - basis verhogen/verlagen afhankelijk van werkelijke dervingcijfers.
dient de beoordeling of en in hoeverre sprake is van een bijzonder waardeveminderingsverlies te zijn gebaseerd op de kasstroomgenererende eenheid waarop de uitgaven na eerste verwerking betrekking hebben. Het zogeheten onrendabele deel wordt ten laste van de winst-en-verliesrekening verantwoord onder de post ‘Overige waardeveranderingen materiële vaste activa’. Onderhoudsuitgaven en uitgaven voor renovatiewerkzaamheden worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. De overige onderhoudslasten worden rechtstreeks ten laste van de winsten-verliesrekening gebracht. Waardemutatie Waardevermeerderingen in sociaal vastgoed in exploitatie worden rechtstreeks ten gunste van het eigen vermogen verwerkt. Waardevermeerderingen die echter een terugname zijn van eerder ten laste van de winsten verliesrekening verwerkte waardeverminderingen (op het niveau van de betreffende kasstroomgenererende 111
Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien zij de gebruiksduur van het object verlengen. Indien er
veranderingen materiële vaste activa’.
geen sprake is van verlenging van de gebruiksduur worden de onderhoudsuitgaven (ineens) ten laste van de
verwerkt tot maximaal het bedrag waarvoor in het verleden waardevermeerderingen (op het niveau van de betreffende kasstroomgenererende eenheid) rechtstreeks ten gunste van het eigen vermogen zijn verwerkt, rekening houdend met de realisatie van dergelijke waardeveranderingen door afschrijvingen. Indien de waardevermindering hoger is wordt het meerdere ten laste van de winst- en verliesrekening verwerkt onder
2 2.1
Vastgoedbeleggingen Commercieel Vastgoed in exploitatie
de post ‘Overige waardeveranderingen van materiële vaste activa’.
Jaarrekening en toelichting
winst- en verliesrekening gebracht. Waardeverminderingen in sociaal vastgoed in exploitatie worden rechtstreeks ten laste van het eigen vermogen
H 13
eenheid) worden echter in de winst- en verliesrekening verwerkt, en wel onder de post ‘Overige waarde-
Typering
1.2
Er wordt geen gebruik gemaakt van de recycling optie om rechtstreeks verwerkte baten en lasten in het eigen
Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslag-
vermogen bij latere realisatie te verwerken in de winst-en-verliesrekening.
grens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed.
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Het commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de reële waarde (marktwaarde in verhuurde
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie betreffen ingrijpende investeringen in bestaande
staat, RJ645.209).
complexen en investeringen in nieuwe verhuureenheden. Onder deze post worden projectkosten opgenomen van onroerende zaken in ontwikkeling betreffende sociaal
Marktwaarde in verhuurde staat
vastgoed. Projecten zijn ingedeeld in kasstroomgenererende eenheden en qua indeling gebaseerd op locatie,
Onder marktwaarde in verhuurde staat wordt verstaan: Het bedrag dat het complex bij complexgewijze verkoop
type en strategie. De waardering vindt plaats tegen de bestede bedragen, onder aftrek van eventuele eenmalige
naar schatting zal opbrengen nadat de verkoper het complex na de beste voorbereiding op de gebruikelijke wijze
subsidies, onrendabele delen van de investering en doorberekende huurdersopties. Het onrendabele deel is een
in de markt heeft aangeboden en waarbij de koper de onroerende zaak aanvaardt onder gestanddoening van de
bijzonder waardeverminderingsverlies dat ontstaat wanneer de totale vervaardigingskosten hoger zijn dan de
lopende huurovereenkomsten met alle daaraan verbonden rechten en plichten. Om de uiteindelijke marktwaarde
bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid (project). Bij eigen inbreng van bezit, is de waardering
in verhuurde staat te bepalen worden de koperskosten (genormeerd op € 2.000 per transactie) in mindering
bepaald aan de hand van de actuele grondwaarde. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De
gebracht.
geactiveerde rente wordt berekend tegen de gewogen gemiddelde rentevoet genomen van de aangetrokken leningen. Het toegepaste rentepercentage is 4,75%.
De marktwaarde in verhuurde staat is bepaald volgens de Discounted Cash Flow-methode. Bij de Discounted Cash Flow-methode betekent dit dat voor een periode van 2015 tot 2029 jaar zo goed mogelijk de inkomsten
De noodzakelijk geachte voorziening wordt bepaald op het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen
en uitgaven worden geschat en dat deze aan de hand van een disconteringsvoet contant worden gemaakt naar
inzake investeringen nieuwbouw, woningverbetering en herstructurering. Voornoemde verplichtingen worden
het heden. Het inschatten van de kosten en opbrengsten wordt op basis van een marktconform uitgangspunt
in de jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd
gedaan. Daarnaast wordt een eindwaarde bepaald na afloop van de DCF-periode.
en extern gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door de toegelaten instelling zijn gedaan
1.3
richting huurders, gemeenten en overige belanghouders aangaande verplichtingen inzake toekomstige
De belangrijkste gehanteerde parameters bij de bepaling van de marktwaarde volgens de
nieuwbouw-, woningverbetering of herstructureringsprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het
Discounted Cash Flow zijn:
besluitvormingsproces (op basis van de ontwikkelingsnotitie) van de toegelaten instelling.
•
DCF-methode;
•
Disconteringsvoet woningen bij doorexploiteren van 6% - 7,5% (medionumerando); BOG 8%;
Indien op projectniveau de opgenomen voorziening de geactiveerde kosten overschrijden, wordt het project per
•
Disconteringsvoet woningen bij uitponden van 6,5% - 8% (medionumerando); BOG 8,5%;
saldo opgenomen onder de post ‘voorziening onrendabele investeringen’.
•
Exit yield bij doorexploiteren na 15 jaar van 6,5% - 8%, kapitalisatiefactor van 14,2; BOG 8,5% / 11,8).
•
Exit yield bij uitponden na 15 jaar van 7% - 8,5%, kapitalisatiefactor 13,2; BOG 9% / 11,1).
Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen.
Verder zijn de volgende veronderstellingen gehanteerd: •
Actuele huurcontract;
De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de lineaire methode op
•
Huurderving 1,5% van de jaarhuur (BOG: 1 jaar leegstand na afloop huurcontract);
basis van de economische levensduur. Op bedrijfsterreinen wordt niet afgeschreven.
•
Zakelijke lasten op basis van laatst bekende WOZ-beschikking;
De volgende levensduren worden hierbij gehanteerd:
•
Verzekering conform polisvoorwaarden;
•
Onderhoudslasten op basis van VastgoedTaxatieWijzer (VTW);
Component
Economische levensduur
•
Beheerlasten op basis van VastgoedTaxatieWijzer (VTW);
Casco
50 jaar
•
Uitponden op basis van beperkte mutatiegraad en 80% WOZ-waarde;
Installaties
20 jaar
•
Huurstijging en lastenstijging op basis van parameters zoals gehanteerd bij berekening bedrijfswaarde
Inventaris
10 jaar
sociaal vastgoed;
Automatisering
3 jaar
•
Marktwaarde is hoogste van variant exploiteren versus uitponden.
•
Deze post heeft betrekking op het eigen kantoor, de inrichting en de kantoorautomatisering.
De disconteringsvoet is de vertaling van de rendementseis waartegen inkomsten en uitgaven contant worden gemaakt. Deze disconteringsvoet wordt gebruikt om de huidige waarde van inkomsten en uitgaven in de toekomst te bepalen. 113
Het interne beleid en de bedrijfsvoering van Nijestee is gericht op sturing van de waarde van de onroerende
in de ingerekende (genormeerde) kasstromen verondersteld wordt dat daarmede geen rekening is gehouden.
en roerende zaken in exploitatie op basis van productmarktcombinaties. De complexindeling (zijnde de kasstroomgenererende eenheid) sluit hierbij aan.
Als basis voor de disconteringsvoet wordt het 24-maandsgemiddelde van de 10-jaars IRS (Interest Rate Swap) aangehouden. Het 24-maandsgemiddelde wordt bepaald door de IRS zoals deze geldt op het moment van
Uitgaven na eerste verwerking
waardebepaling op peildatum en de IRS op de laatste dag van de 23 daaraan voorgaande kalendermaanden
De uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van
te middelen.
de kasstroomgenererende eenheid worden aangemerkt als activeerbare kosten. Bij uitgaven na eerste verwerking dient de beoordeling of en in hoeverre sprake is van een bijzonder
Deze rentevoet wordt verhoogd met: •
•
•
Jaarrekening en toelichting
Kasstroomgenererende eenheid
specifiek risico van vastgoed en een opslag voor het specifieke risico voor de vastgoedobjecten, waarmee
H 13
De disconteringsvoet in het DCF-model wordt afgeleid van het risk free-rendement, met een opslag voor het
waardeverminderingsverlies te zijn gebaseerd op de kasstroomgenererende eenheid waarop de uitgaven
een vastgoedsectorgebonden risico-opslag, ter compensatie van het verschil tussen het generieke
na eerste verwerking betrekking hebben. Het zogeheten onrendabele deel wordt ten laste van de winst-en-
onroerendgoedrisico van het te waarderen object en de generieke risicovrije rentevoet;
verliesrekening verantwoord onder de post ‘Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’.
een marktrisico-opslag voor de in te schatten exploitatierisico’s van het object, die specifiek voortvloeien uit het gebied en de markt waar het vastgoedobject in is gelegen, ten opzichte van het eerder bepaalde
Onderhoudsuitgaven en uitgaven voor renovatiewerkzaamheden worden slechts geactiveerd indien zij de
generieke onroerendgoedrisico;
gebruiksduur van het object verlengen. De overige onderhoudslasten worden rechtstreeks ten laste van
en een objectrisico-opslag voor het specifieke vastgoedsegment waartoe het object behoort, ten opzichte
de winst-en-verliesrekening gebracht.
van het eerder onderscheiden generieke vastgoedrisico en het specifieke marktrisico. Waardemutatie De waardemutaties in commercieel vastgoed in exploitatie worden rechtstreeks ten gunste of ten laste van de Hoe hoger het ingeschatte risico van het object hoe hoger het te hanteren percentage. Voor Nijestee is de uiteindelijke disconteringsvoet afhankelijk van het imago van de omgeving van het betreffende complex, de omvang van het complex, het type woning, het bouwjaar en het energielabel.
winst- en verliesrekening in de post ‘Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’ verantwoord.
2.2
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Bij Nijestee wordt als risicoloze rentevoet de IRS 10 jaars voor het interbancair ruilen van variabele met voor
De onroerende zaken die in het kader van een regeling ‘verkocht onder voorwaarden’ zijn overgedragen aan
tien jaar vaste rentepercentages genomen, zoals deze geldt op het moment van de waardebepaling.
een derde en waarvoor Nijestee een terugkoopplicht kent worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de
Dit percentage wordt generiek voorgeschreven. Voor 2014 bedraagt de basis-IRS 2,15% (2013: 2,89%).
met de koper overeengekomen contractprijs (eerste verwerking). De actuele waarde na eerste verwerking is de
De opslag marktsegment en complexspecifieke opslag zijn bij woningen gecombineerd tot één. Hier wordt
marktwaarde op basis van de regeling verkocht onder voorwaarden. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks
een modelmatige benadering gehanteerd die uiteindelijk kan leiden tot een verdere verhoging van de
gewaardeerd in overeenstemming met de contractvoorwaarden.
disconteringsvoet tussen 2 en 6 procentpunten. In de huidige markt voor commerciële woningbeleggingen in Nederland ligt de disconteringsvoet tussen de
Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtwaarde wordt aan de creditzijde van de balans onder de
5,0% en 8,5%.
langlopende schulden een terugkoopverplichting opgenomen.
Op basis van de gehanteerde methodologische benadering, met incidentele correcties, ligt de uiteindelijke
Deze schuld is een inschatting, gebaseerd op de reële waardeontwikkeling van het achterliggende actief.
bandbreedte voor de disconteringsvoet voor woningen van Nijestee tussen de 6% en 8%.
Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd in overeenstemming met de contractvoorwaarden.
De opslag marktsegment wordt bij BOG modelmatig bepaald en is een combinatie van het soort BOG en de locatie (wijk/buurt) waar het BOG gepositioneerd is.
De waardemutaties in onroerende zaken verkocht onder voorwaarden worden rechtstreeks in de winst-en-
De objectgewijze op- c.q. afslag BOG komt ook tot stand via een modelmatige benadering. Afhankelijk van
verliesrekening in de post ‘Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’ verantwoord. De
enkele specifieke kwaliteitskenmerken van BOG is het mogelijk dat voor een specifiek complex een wijziging
waardemutaties inzake de terugkoopverplichting worden rechtstreeks in de winst- en verliesrekening in de post
wordt aangebracht in de disconteringsvoet. Dit kan als gevolg van een eventuele monumentenstatus, specifieke
‘Waardeveranderingen verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden’ verantwoord.
kwaliteiten, specifieke kenmerken. Op basis van de gehanteerde methodologische benadering, met incidentele correcties, ligt de uiteindelijke
2.3
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
bandbreedte voor de disconteringsvoet voor BOG van Nijestee tussen 8,0% tot 8,5%.
Onder deze post worden projectkosten opgenomen van onroerende zaken in ontwikkeling betreffende
De eindwaarde geeft aan in welke mate het vastgoed onderhevig is aan veroudering en welke potentie het bezit
vastgoedbeleggingen. Projecten zijn ingedeeld in kasstroomgenererende eenheden en qua indeling gebaseerd
heeft aan het einde van de exploitatieperiode. Veroudering is grofweg in drie typen te onderscheiden:
op locatie, type en strategie. De waardering vindt plaats tegen de bestede bedragen, onder aftrek van eventuele eenmalige subsidies, onrendabele delen van de investering en doorberekende huurdersopties. Het onrendabele
1 locatieveroudering;
deel is een bijzonder waardeverminderingsverlies dat ontstaat wanneer de totale vervaardigingskosten hoger
2 economische/markttechnische veroudering;
zijn dan de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid (project). Bij eigen inbreng van bezit, is de
3 technische veroudering.
waardering bepaald aan de hand van de actuele grondwaarde. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gewogen gemiddelde rentevoet genomen van de aangetrokken
Veroudering komt tot uiting in de rendementseis (exit yield) die een belegger heeft aan het einde van de
leningen. Het toegepaste rentepercentage is 4,75%.
exploitatieperiode. De gehanteerde exit yield bedraagt 8,5% en 9%. De op de markt, waarop de toegelaten instelling actief is, gebaseerde aannames en uitgangspunten zijn tot stand gekomen in samenwerking met een extern taxateur. Een deel van het bezit is ultimo 2014 getaxeerd door een externe taxateur.
115
3.3
inzake investeringen nieuwbouw, woningverbetering en herstructurering. Voornoemde verplichtingen worden in de gecommuniceerd’. Hiervan is sprake wanneer uitingen door Nijestee zijn gedaan richting huurders, gemeenten
Overige vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk
herstructureringsprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces (op basis van
de nominale waarde, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de
de ontwikkelingsnotitie) van Nijestee.
vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde
Indien op projectniveau de opgenomen voorziening de geactiveerde kosten overschrijden, wordt het project per
bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de
saldo opgenomen onder de post ’Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen’ aan de creditzijde
effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens
van de balans.
oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.
geschatte totale projectkosten vindt de toerekening van deze waardemutatie plaats naar rato van de verrichte prestaties bij de uitvoering van het project (‘percentage of completion’-methode) per balansdatum op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Deze
3.1.1
3.4
en overige belanghouders aangaande verplichtingen inzake toekomstige nieuwbouw-, woningverbetering of
In het geval de geschatte marktwaarde in verhuurde staat van het project op een hoger niveau ligt dan de
3
Zie hoofdstuk financiële instrumenten.
4 4.1
Jaarrekening en toelichting
jaarrekening verwerkt op het moment dat deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘intern geformaliseerd en extern
Leningen u/g
H 13
De noodzakelijk geachte voorziening wordt bepaald op het moment van aangaan van de feitelijke verplichtingen
Vlottende activa Vastgoed bestemd voor de verkoop
waardemutaties wordt rechtstreeks ten gunste of ten laste van de winst-en-verliesrekening in de post ‘Niet
Opgeleverd vastgoed beschikbaar en bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs
gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’ verantwoord.
of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie
Financiële vaste activa
gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten. De toerekening van rente vindt plaats conform hetgeen beschreven onder de waarderingsgrondslag in paragraaf 4.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop.
Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend
De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de
Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de
bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden.
vermogensmutatiemethode (nettovermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt er van uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend
4.2
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop
volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens
Op moment dat grond- en ontwikkelposities daadwerkelijk in ontwikkeling worden genomen vindt overheveling
beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de
plaats van voorraad grond- en ontwikkelposities naar ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop’. Het
betreffende deelneming.
gaat daarbij om de investeringen in bouwterreinen en bouwwerken voor eigen rekening en risico bestemd voor
Indien de waarde van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil
verkoop, maar nog niet werkelijk verkocht zijn. Waardering vindt plaats tegen bestede kosten en toegerekende
gewaardeerd. Indien en voor zover Nijestee in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de
kosten van het werkapparaat (voorbereiding, toezicht, directievoering). Voorts wordt rente tijdens de bouw
deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te
toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gewogen gemiddelde rentevoet genomen van
stellen wordt een voorziening getroffen. De eerste waardering van een gekochte deelneming is gebaseerd op de
de aangetrokken leningen. Het toegepaste rentepercentage is 4,75% (2013: 5,0%).
reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering
De verkochte woningen worden verantwoord onder de post ‘ Onderhanden projecten’.
worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering.
3.1.2
In de waardering van ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop’ worden begrepen:
Andere deelnemingen
•
Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgings-
werkzaam aan het project, kosten van grond en terreinen);
prijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering vindt waardering plaats tegen de realiseerbare
•
waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-en-verliesrekening.
3.2
de kosten die direct betrekking hebben op het project (zoals personeelskosten voor werknemers direct de kosten die toerekenbaar zijn aan projectactiviteiten in het algemeen en toewijsbaar zijn aan het project (onder meer verzekeringskosten, kosten van ontwerp en technische assistentie en rente op schulden over het tijdvak dat aan het project kan worden toegerekend);
Latente belastingvorderingen
•
andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend.
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende
Verwachte verliezen op deze post worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening als last verwerkt.
4.3
Voorraad grond- en ontwikkelposities
jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. Latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder
De ‘Voorraad grond- en ontwikkelposities’ wordt gewaardeerd tegen aanschafwaarde en bijkomende kosten.
de post ‘Voorzieningen’.
Op moment dat grond- en ontwikkelposities daadwerkelijk in ontwikkeling worden genomen vindt overheveling plaats naar ‘Vastgoed in ontwikkeling’ (Sociaal of Vastgoedbeleggingen). Als de grond- en ontwikkelposities een
Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verlies-
zodanige waardevermindering ondergaan dat de reële waarde lager is dan de geactiveerde kosten, dan wordt
compensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar
deze waardevermindering ten laste van het resultaat verantwoord. Hiertoe wordt de waarde van de grond- en
zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut.
ontwikkelposities periodiek getoetst aan de marktwaarde door middel van externe taxaties.
Belastingvorderingen worden gewaardeerd op basis van contante waarde. De netto gehanteerde effectieve vermogenskostenvoet bedraagt 3%. Het geldende tarief voor de vennootschapsbelasting bedraagt 25%. 117
Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze
De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van een voorziening voor incourantheid.
vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief
De meest gangbare voorraad wordt volgens de fifo kostprijsmethode (first in, first out) verwerkt in de kosten.
in de balans opgenomen.
De speciale voorraad, deze wordt vaak speciaal ingekocht, wordt middels lifo kostprijsmethode (last in, first out) doorberekend in de kosten. Gedurende het jaar is de voorraad, ook in de onderhoudsbussen, groepsgewijs
10.1
geïnventariseerd. Alle incourante voorraad is afgeboekt.
5
Voorziening onrendabele investeringen Er is een voorziening gevormd voor de onrendabele investeringen inzake lopende huurprojecten, conform de richtlijn voor de jaarverslaglegging. Het betreft onrendabele delen die hoger zijn dan de tot ultimo boekjaar gedane investeringen.
Onderhanden projecten Dit betreft investeringen in bouwterreinen en bouwwerken voor eigen rekening en risico bestemd voor verkoop,
Voor de toelichting van de waarderingsgrondslag voor het bepalen van de voorziening voor onrendabele
en daadwerkelijk verkocht zijn. Waardering vindt plaats tegen bestede kosten en toegerekende kosten van het
investeringen en herstructureringen wordt verwezen naar de post ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen
werkapparaat (voorbereiding, toezicht, directievoering). Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend.
exploitatie’. Indien op projectniveau de opgenomen voorziening de geactiveerde kosten overschrijden, wordt het
De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gewogen gemiddelde rentevoet genomen van de aangetrokken
project per saldo opgenomen onder de post ‘Voorziening onrendabele investeringen’ aan de creditzijde van de
leningen. Het toegepaste rentepercentage is 4,75% (2013: 5,0%).
balans. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde.
De toerekening van opbrengsten, kosten en winstneming op de onderhanden projecten geschiedt naar rato van
10.2
Jaarrekening en toelichting
Overige voorraden
H 13
4.4
Voorziening latente belastingverplichting
de verrichte prestaties bij de uitvoering van het werk (‘percentage of completion-methode’) per balansdatum.
Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa zie paragraaf 3.2, latente
Vooruit ontvangen termijnen worden in mindering gebracht op ‘Onderhanden projecten’. Verwachte verliezen
belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen.
op deze post worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening als last verwerkt. Indien op projectniveau de
6
ontvangen termijnen de geactiveerde kosten overschrijden, wordt het project per saldo opgenomen onder de
Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de waarde
kortlopende schulden aan de creditzijde van de balans onder de post ‘Nog te verrichten prestaties’.
van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften enerzijds en de boekwaarden die in deze jaarrekening gevolgd worden anderzijds. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden, of tegen de tarieven die in de komende
Vorderingen
jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld.
Bij de eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd tegen reële waarde. Na de eerste waardering is de vervolgwaardering de geamortiseerde kostprijs verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen.
8
verliescompensatie worden opgenomen voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst worden benut.
Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de
Belastinglatenties worden gewaardeerd op basis van contante waarde. De netto gehanteerde effectieve
nominale waarde.
vermogenskostenvoet bedraagt 3%.
Eigen vermogen
11 11.1
Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als Eigenvermogensinstrumenten, worden gepresenteerd onder het Eigen vermogen. Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden.
10
beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen
Liquide middelen
PASSIVA
9
Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse
Langlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Zie hoofdstuk financiële instrumenten.
11.2
Verplichting uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de winst-en-
Nijestee heeft woningen en ateliers verkocht onder voorwaarden. De terugkoopverplichting wordt onder deze
verliesrekening verantwoord als kosten of opbrengsten.
post verantwoord en wordt gewaardeerd tegen reële waarde.
Voorzieningen
11.3
Waarborgsommen
Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op
Waarborgsommen worden ontvangen van huurders van vastgoedbeleggingen en worden gewaardeerd tegen
balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan
kostprijs.
de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen
11.4
Erfpacht
worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de
Nijestee heeft woningen en parkeerplaatsen verkocht met erfpacht waarbij de mogelijkheid geboden wordt
verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.
de erfpachtverplichting af te kopen. De post wordt gewaardeerd tegen de netto contante waarde van de toekomstige kasstromen.
119
De mate waarin prestaties van een onderhanden project zijn verricht wordt bepaald aan de hand van de tot
Kortlopende schulden
de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Indien het resultaat van een onderhanden project niet betrouwbaar kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten slechts verwerkt tot het bedrag van de gemaakte projectkosten dat waarschijnlijk kan worden verhaald. Verwachte verliezen op projecten worden onmiddellijk in de winst- en verliesrekening opgenomen.
Winst- en Verliesrekening De ‘Wijziging in onderhanden werk’ bestaat uit de opgenomen bestede kosten en resultaatverantwoording in
15 15.1
het betreffende jaar met betrekking tot onderhanden projecten waarop de gefactureerde termijnen van de
Bedrijfsopbrengsten Hieronder zijn opgenomen de opbrengsten voortvloeiend uit de met huurders gesloten huurovereenkomsten.
worden hieronder verantwoord.
huurbeleid van Nijestee.
Opbrengsten servicecontracten
16 16.1
Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
De vergoedingen hebben betrekking op de bijkomende kosten (c.q. servicekosten) die voortvloeien uit de
Op het sociaal vastgoed in exploitatie en de onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
huurovereenkomsten. De vergoedingen worden eventueel aangepast aan de hand van de afrekening.
wordt lineair afgeschreven op basis van de restant levensduur. Deze waardeverandering wordt rechtstreeks verantwoord ten laste van het resultaat. De volgende levensduren worden hierbij gehanteerd:
Overheidsbijdragen Overheidsbijdragen worden aanvankelijk in de balans opgenomen als vooruit ontvangen baten zodra er redelijke
Component
Economische levensduur
zekerheid bestaat dat zij zullen worden ontvangen en dat Nijestee zal voldoen aan de daaraan verbonden
Casco
50 jaar
voorwaarden. Subsidies ter compensatie van door Nijestee gemaakte kosten worden systematisch als
Installaties
20 jaar
opbrengsten in de winst- en verliesrekening opgenomen in dezelfde periode als die waarin de kosten worden
Inventaris
10 jaar
Automatisering
3 jaar
gemaakt. Subsidies ter compensatie van de uitgaven voor een actief worden systematisch in de winst- en verliesrekening opgenomen gedurende de gebruiksduur van het actief.
15.4
Geactiveerde productie tbv eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten ten behoeve van vastgoed in ontwikkeling en onderhanden projecten
huurovereenkomst. De huren worden jaarlijks binnen de wettelijke kaders verhoogd in overeenstemming met het
15.3
15.6
Huuropbrengsten Huuropbrengsten worden lineair in de winst- en verliesrekening opgenomen op basis van de duur van de
15.2
opgeleverde onderhanden projecten in mindering zijn gebracht.
Jaarrekening en toelichting
De schulden op korte termijn zijn opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs.
H 13
12
Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
16.2
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille
Deze post betreft de behaalde boekwinst met betrekking tot de verkochte huurwoningen, BOG’s, parkeerplaatsen
Hieronder zijn begrepen de onrendabele investeringen met betrekking tot sociaal vastgoed in exploitatie
en de verkochte nieuwbouwkoopwoningen. De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie
(aankopen en renovatie) en vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie met betrekking tot sociaal
betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde en verkoopkosten.
vastgoed. De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking dan wel terugneming van een
Opbrengsten uit de verkoop van onroerende zaken worden in de winst- en verliesrekening verwerkt wanneer de
bijzondere waardevermindering. Onrendabele investeringen van kwaliteitverbeteringsprojecten worden onder
belangrijke risico’s en voordelen van eigendom aan de koper zijn overgedragen, de inning van de verschuldigde
lasten kwaliteitsverbetering opgenomen.
vergoeding waarschijnlijk is, de hiermee verband houdende kosten betrouwbaar kunnen worden ingeschat en er geen sprake is van aanhoudende managementbetrokkenheid bij de onroerende zaken.
16.3
Erfpacht De te betalen erfpachtcanon aan de gemeente Groningen wordt rechtstreeks verantwoord ten laste van het
De opbrengsten worden verantwoord op het moment van juridische levering (passeren transportakte). De opbrengsten van de verkochte nieuwbouwkoopwoningen worden verantwoord bij oplevering van een (deel)
15.5
resultaat.
16.4 - 16.6
Lonen en salarissen / Sociale lasten / Pensioenlasten
project en bestaan uit de gefactureerde termijnen onder aftrek van kortingen en de over de omzet geheven
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst-en-
omzetbelasting.
verliesrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het
Wijziging in onderhanden werk
pensioenfonds verschuldigde pensioenpremie. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet
Zodra een betrouwbare schatting kan worden gemaakt van het resultaat van een onderhanden project, worden
zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de
de projectopbrengsten en -kosten als opbrengsten en kosten in de winst- en verliesrekening verwerkt naar
verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van
rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Onder projectopbrengsten wordt verstaan de in het contract
terugbetaling door het fonds of van verrekening met in de toekomst verschuldigde premies.
overeengekomen opbrengsten vermeerderd met eventuele opbrengsten op grond van meer- of minderwerk, claims en vergoedingen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat de opbrengsten zullen worden gerealiseerd en betrouwbaar kunnen worden bepaald.
121
ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van
18.1
Financiële baten en lasten Waardeveranderingen van financiële vaste activa
de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete
De waardeveranderingen van de financiële vaste activa worden rechtstreeks verantwoord ten gunste
of impliciete) toezeggingen aan de werknemers.
of ten laste van het resultaat.
De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen.
18.2
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren In de winst- en verliesrekening worden de rentebaten verantwoord, die voortvloeien uit de leningen u/g en andere
Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als:
Jaarrekening en toelichting
verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar
18
H 13
Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen
vorderingen. Ook de geactiveerde rentelasten worden hier verantwoord.
18.4
Rentelasten en soortgelijke kosten
•
de toegelaten instelling de beschikkingsmacht heeft over dit overschot;
•
het waarschijnlijk is dat het overschot naar de toegelaten instelling zal toevloeien;
In de winst- en verliesrekening zijn de rentelasten verantwoord, die voortvloeien uit het vreemd vermogen.
•
de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken.
16.3
De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging
Lasten kwaliteitsverbetering
opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het
Hieronder zijn mede begrepen de onrendabele investeringen met betrekking tot onroerende zaken in exploitatie
actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Geactiveerde rente wordt
(aankopen en renovatie) voor zover deze betrekking hebben op projecten die als kwaliteitsverbetering
in de winst-en-verliesrekening in mindering gebracht op de post ‘Rentelasten en soortgelijke kosten’.
bestempeld zijn.
16.8
Onderhoudslasten Onder deze posten worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord.
19
Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden.
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Vanaf 1 januari 2008 is Nijestee integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen
Het storings- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de
met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming.
kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen
16.9
bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare
De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening,
kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief, dan wel wettelijke vereisten.
rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling
Leefbaarheid
van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente
Onder deze post worden diverse kosten rond leefbaarheid verantwoord. Onderscheiden worden onder andere
belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
leefbaarheid fysiek, leefbaarheid sociaal, leefbaarheid leefklimaat en leefbaarheid kosten Nieuw Lokaal Akkoord.
16.10
Lasten servicecontracten Onder deze post worden kosten met betrekking tot af te rekenen servicekosten (onder andere gas en elektra) verantwoord.
16.11
20
Resultaat Deelnemingen Het resultaat deelnemingen omvat het aandeel van Nijestee in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de toegelaten instelling en de nietgeconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden,
Bijzondere waardeverandering van vlottende activa
zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
Onder deze post worden de bijzondere waardeveranderingen van de vlottende activa verantwoord. De
De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het
belangrijkste waardemutaties vinden plaats binnen de post ‘Voorraad grond- en ontwikkelposities’. Periodiek
verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de toegelaten
wordt de geactiveerde waarde getoetst aan de marktwaarde door middel van externe taxaties. De eventuele
instelling.
waardeverandering wordt direct ten laste van het resultaat gebracht.
17
Kasstroomoverzicht
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bank-
Dit betreft de bijzondere waardeveranderingen met betrekking tot vastgoedbeleggingen, waaronder:
kredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten.
•
de waardeveranderingen met betrekking tot commercieel vastgoed in exploitatie (aankopen en renovatie);
•
vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (met betrekking tot commercieel vastgoed);
De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de
•
onroerende zaken verkocht onder voorwaarden.
hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. 123
onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn op de aankoopprijs in mindering gebracht. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële
1 1.1
Materiële Vaste Activa Sociaal vastgoed in exploitatie
leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen uit hoofde van het financiële leasingcontract zijn voor het gedeelte dat betrekking heeft op de aflossing als een uitgave uit financieringsactiviteiten aangemerkt en voor het gedeelte dat betrekking heeft op de interest als een uitgave uit operationele activiteiten. Bepaling reële waarden financiële instrumenten
Stand per 1 januari 2014 Totale bedrijfswaarde
Woningen
BOG
Totaal
499.266.089
13.645.832
512.911.921
Mutaties
Een aantal grondslagen en toelichtingen in de jaarrekening van de toegelaten instelling vereist de bepaling van
Aankopen in sociaal vastgoed in exploitatie
0
0
0
de reële waarde van zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Ten behoeve van waarderings-
Investeringen in sociaal vastgoed in exploitatie
0
0
0
Overboeking van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
0
0
0
1.600.639
0
1.600.639
0
0
0
-6.349.619
-270.841
-6.620.460
Overboeking naar onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
0
0
0
Overboeking naar vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
0
-1.500.000
-1.500.000
-7.466.814
0
-7.466.814
0
-1.106.976
-1.106.976
en informatieverschaffingsdoeleinden is de reële waarde op basis van de hierna genoemde methoden bepaald. Indien van toepassing wordt nadere informatie over de uitgangspunten voor de bepaling van de reële waarde vermeld bij het onderdeel van deze toelichting dat specifiek op het betreffende actief of de betreffende verplichting van toepassing is.
Overboeking van vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Overboeking van voorraad grond-en ontwikkelposities Overboeking van vastgoedbeleggingen Desinvesteringen
Overboeking naar vastgoedbeleggingen Overboeking naar vastgoed bestemd voor de verkoop Afschrijvingen
0
0
-18.133.655
-461.386
-18.595.041
Waardeveranderingen verantwoord in winsten verliesrekening
2.212.145
-2.464.961
-252.816
Waardeveranderingen verantwoord in eigen vermogen
5.552.384
256.048
5.808.432
Stand per 31 december 2014
476.681.170
8.097.716
484.778.886
Waarde op basis van historische kosten
352.557.641
4.773.553
357.331.194
Som van de herwaarderingen
Jaarrekening en toelichting
financieringsactiviteiten. De verkrijgingsprijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de
H 13
Toelichting op de balans
Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen
124.123.529
3.324.163
127.447.692
Bedrijfswaarde De actuele waarde van het sociaal vastgoed in exploitatie is gebaseerd op de bedrijfswaarde en bedraagt € 484.778.886 (2013: € 512.911.921). Met ingang van 2014 is de grondwaarde verantwoord onder commercieel vastgoed in exploitatie. De waarde per 1 januari 2014 is daardoor met € 8,7 miljoen gedaald. Onder de bedrijfswaarde wordt verstaan de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de kasstroomgenererende eenheden. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van de kasstroomgenererende eenheid. De kasstroomprognoses zijn ontleend aan de intern geformaliseerde meerjarenbegroting. Voor een specificatie van de gehanteerde parameters wordt verwezen naar de ‘Balanswaardering’, onderdeel Materiële vaste activa.
125
waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een
Aanschafprijs
verwachte termijn van vijf jaar, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen.
Cumulatieve waardeverminderingen
11.831.932 0
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
-8.493.861
Waardeveranderingen
Ten opzichte van 2013 is de waarde gedaald met € 28,1 miljoen, van € 512,9 naar € 484,8 miljoen.
Stand per 31 december 2014
3.338.071
De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door afschrijvingen, desinvesteringen (verkopen van bestaand bezit) en
Grunobuurt blok 6
2.113.023
overheveling naar vastgoedbeleggingen ( in verband met overschrijding van de huurgrens). Daarnaast wordt bezit
Trefkoel
455.077
toegevoegd (14 woningen Hofstede de Grootkade, € 0,8 miljoen) en verbeterd (€ 0,8 miljoen).
Semmelweisstraat fase 2
431.593
Het Kopland
201.149
De bepaling van de restwaarde van de grond is gebaseerd op het huidige gebruik van de grond. De restwaarde
Overige
van de grond aan het eind van de exploitatieduur is gebaseerd op de reële waarde onder aftrek van de te maken
Totaal
Jaarrekening en toelichting
Stand per 31 december 2014:
H 13
De verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante
137.229 3.338.071
kosten sloop/bouwrijp maken en herhuisvesting en bedraagt € 5.000 per zelfstandige eenheid en € 2.500,- per In het boekjaar werd voor ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie’ bouwrente toegerekend. Bij
onzelfstandige eenheid (prijspeil ultimo 2014).
niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten wordt een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 4,75% (2013: 4,75%) .
De verhuurdersheffing is ingerekend tot en met einde levensduur per complex.
1.3
Woningen bestemd voor de verkoop op korte termijn
Onroerende en roerende zaken tdd exploitatie
Het aantal woningen behorend tot het sociaal vastgoed in exploitatie, welke zijn geclassificeerd voor de verkoop Ten dienste van:
bedraagt 700. Het aantal woningen, dat naar verwachting komend jaar verkocht zal worden, bedraagt 140. De verwachte netto opbrengstwaarde van deze woningen bedraagt € 11,7 miljoen. Alle activa is eigendom van
Stand per 1 januari 2014
Nijestee.
Saldo verkrijgingsprijs -/- afschrijving
Eigen kantoor
Automatisering / inrichting
Totaal
20.332.016
1.037.425
21.369.441
Hypothecaire zekerheden
Mutaties
Het sociaal vastgoed in exploitatie is (nagenoeg) geheel gefinancierd met leningen onder borging van het
Investeringen
Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft hierbij het recht van eerste
Desinvesteringen
hypotheek. Voor deze borgstelling wordt door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een obligo per lening
Afschrijvingen
gevraagd. Als gevolg hiervan zijn de onroerende en roerende zaken in exploitatie die met geborgde leningen zijn gefinancierd niet met hypothecaire zekerheden bezwaard. De ultimo boekjaar bestaande obligoverplichting is onder de ‘Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen’ opgenomen.
1.2
Aanschafprijs
•
Cumulatieve waardeverminderingen
0
•
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
0
Mutaties in het boekjaar: Investeringen (Terugnemingen van) waardeverminderingen Overboeking naar sociaal vastgoed in exploitatie
2.380.285
0 -659.953
Bijzondere waardeverminderingen
0
0
0
Overheveling naar vastgoed beleggingen
0
0
0
19.921.967
897.955
20.819.922
In 2014 is er voor € 110.434 in IT-voorzieningen geïnvesteerd. Er hebben geen desinvesteringen plaatsgevonden.
0 -1.600.639 0
Overboeking naar grondposities
0
Overboeking naar onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
0 0 -91.158
Dotatie onrendabele investeringen
-2.970.487
Overboeking van voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen
-3.130.902
Saldo
0 -249.904
8.750.973
Overboeking naar commercieel vastgoed in exploitatie
Overboeking van commercieel vastgoed in ontwikkeling
0
0
Afboeking kosten
110.434
2.380.285
Overboeking naar sociaal vastgoed ten dienste van
Overboeking naar bedrijfslasten, directe kosten verkoop onroerende zaken
110.434
-410.049
Stand per 31 december 2014
•
Stand per 1 januari 2014
0
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Stand per 1 januari 2014:
0 957.787
127
De desinvesteringen hebben betrekking op gerealiseerde verkopen. De marktwaarde is als gevolg van de
Vastgoedbeleggingen
desinvesteringen met € 1,5 miljoen gedaald. Daarnaast is er BOG overgeheveld naar ‘Vastgoed bestemd voor de verkoop’ in verband met de voorgenomen verkoop van dit object. De marktwaarde is mede gebaseerd op
Commercieel vastgoed in exploitatie Stand per 1 januari 2014 Totale marktwaarde
externe taxaties. Woningen
BOG
Garage/ parkeren
Grond waarde
Totaal
95.495.271
18.612.563
4.540.000
8.699.672
127.347.506
Garages / parkeren Ten opzichte van 2013 is de marktwaarde gedaald met € 0,1 miljoen, van € 4,5 naar € 4,4 miljoen.
De bedrijfswaarde van de garages en parkeerplaatsen ligt € 1,6 miljoen hoger dan de marktwaarde.
Mutaties
De bedrijfswaarde bedraagt ultimo 2014 € 6,0 miljoen (2013: € 6,0 miljoen).
Aankopen in commercieel vastgoed in exploitatie
0
0
0
0
Investeringen in commercieel vastgoed in exploitatie
0
0
0
0
Overboeking van activa ten dienste van
0
0
0
0
Overboeking van vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
0
0
0
0
Overboeking van sociaal vastgoed in exploitatie
7.466.814
0
0
7.466.814
Desinvesteringen
-1.733.046
-1.469.853
0
Overboeking naar vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
0
0
Overboeking naar sociaal vastgoed in exploitatie
0
Overboeking naar vastgoed bestemd voor de verkoop
0
Waardeveranderingen verantwoord in winst- en verliesrekening
-298.548
wordt met ingang van 1 januari 2014 gerubriceerd onder ‘Commercieel vastgoed in exploitatie’. Voorheen werd deze waarde opgenomen onder de post ‘Sociaal vastgoed in exploitatie’. Herwaarderingen
-3.501.447
De herwaarderingen van € 25,2 miljoen positief zijn het gevolg van nadere inschattingen van parameters en uitgangspunten bij de waardering op marktwaarde. De herwaarderingen ultimo 2013 bedroegen € 18.1 miljoen.
0 -1.073.849
De stijging van € 7,1 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door overheveling van sociaal vastgoed naar commercieel vastgoed, als gevolg van de overschrijding van de huurgrens per 1 juli 2014 naar aanleiding van
-1.073.849
5.109.063
-1.055.329
-106.000
3.947.734 Bedrijfswaarde
106.338.102
15.013.532
4.434.000
8.401.124
0
Om te voldoen aan artikel RJ 645.515 is hier ook de bedrijfswaarde opgenomen. De actuele waarde van het
134.186.758
commercieel vastgoed in exploitatie gebaseerd op de bedrijfswaarde bedraagt € 142.836.035 (2013: €
81.411.760
13.816.192
5.308.127
8.401.124
108.937.203
24.926.342
1.197.340
-874.127
0
25.249.555
Som van de herwaarderingen
Nijestee heeft in het verleden woningen en parkeerplaatsen verkocht met erfpacht. De bijbehorende grondwaarde
de huurverhoging.
Waarde op basis van historische kosten
Grondwaarde
0
Stand per 31 december 2014
Jaarrekening en toelichting
2.1
H 13
2
134.902.891).
Woningen bestemd voor de verkoop op korte termijn Het aantal woningen behorend tot het commercieel vastgoed in exploitatie, welke zijn geclassificeerd voor de verkoop bedraagt circa 550. Het aantal woningen, welke naar verwachting komend jaar verkocht zullen worden,
Waardeveranderingen
is beperkt. Alle activa is in eigendom van Nijestee.
De marktwaarde is in 2014 met € 6,9 miljoen toegenomen van € 127,3 naar € 134,2. Met ingang van 2014 is de grondwaarde verantwoord onder commercieel vastgoed in exploitatie. De waarde per 1 januari 2014
Hypothecaire zekerheden
is daardoor met € 8,7 miljoen gestegen. Van de totale marktwaarde van € 134.186.758 is ruim 54% van de
Het commercieel vastgoed in exploitatie is deels gefinancierd met leningen met borging van het Waarborgfonds
woningen en 58% van het bedrijfsonroerend goed extern getaxeerd. De taxaties zijn uitgevoerd in de periode
Sociale Woningbouw (met name het oudere bezit) en deels uit eigen middelen gefinancierd.
december 2014 – januari 2015.
2.2
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Woningen Ten opzichte van 2013 is de marktwaarde gestegen met € 10,8 miljoen: van € 95,5 naar € 106,3 miljoen.
Stand per 1 januari 2014
De bedrijfswaarde van de woningen ligt € 0,9 miljoen lager dan de marktwaarde. De bedrijfswaarde bedraagt
Contractprijs (verkochte woningen)
15.589.275
ultimo 2014 € 105,4 miljoen (2013: € 94,3 miljoen).
Cumulatieve waardeveranderingen
-1.909.952
De stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door overheveling van woningen vanuit het sociaal vastgoed in
Stand per 1 januari 2014
verband met het overschrijden van de huurgrens, totaal bijna € 7,5 miljoen. De desinvesteringen hebben
betrekking op gerealiseerde verkopen. De marktwaarde is als gevolg van de desinvesteringen met € 1,7 miljoen
Mutaties in het boekjaar:
gedaald. De marktwaarde is mede gebaseerd op externe taxaties.
Investeringen
0
Overboeking van sociaal vastgoed in ontwikkeling
0
Overboeking van commercieel vastgoed in ontwikkeling
0
Overboeking van sociaal vastgoed in exploitatie
0
Overboeking van commercieel vastgoed in exploitatie
0
BOG Ten opzichte van 2013 is de marktwaarde gedaald met € 3,6 miljoen, van € 18,6 naar € 15,0 miljoen. De bedrijfswaarde van de BOG’s is € 8,1 miljoen hoger dan de marktwaarde. De bedrijfswaarde bedraagt ultimo 2014 € 23,1 miljoen ( 2013: € 25,9 miljoen).
Overboeking van vastgoed bestemd voor de verkoop Desinvesteringen wegens verkoop
13.679.323
37.600 -182.750
129
Overboeking naar sociaal vastgoed in ontwikkeling
0
Overboeking naar vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
Overboeking naar vastgoed bestemd voor de verkoop
-217.880
Overboeking naar resultaat
Afboeking kosten
-2.920
Waardeverandering
Overboeking van voorziening voor onrendabele investeringen en herstructureringen
Saldo Stand per 31 december 2014
Stand per 31 december 2014
15.223.325
Cumulatieve waardeveranderingen
-1.346.421
1.217.018
Aanschafprijs
Stand per 31 december 2014
Saldo
Contractprijs (verkochte woningen)
-322.546 -1.281.782
197.581
0
Dotatie onrendabele investeringen
563.531
0 -253.024
13.876.904
2.000.215
Cumulatieve waardeveranderingen
0
Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen
0
Stand per 31 december 2014
De post Onroerende zaken v.o.v. is als volgt samengesteld:
Bloemsingel, 33 ateliers
1.232.805
Het saldo per 31 december 2014 bestaat uit de volgende projecten:
De Velden, 25 woningen
4.408.945
- Grunobuurt blok 6
Sterrenhof, 31 woningen
4.709.029
Grunobuurt, 16 woningen
2.266.125
Totaal
Stadswerf, 7 woningen
1.260.000
met een bepaalde korting. Door het ondertekenen van het koopcontract heeft de koper zich verplicht de woning / het atelier eerst aan te bieden aan Nijestee. Daarbij is afgesproken dat de koper deelt in de waardeontwikkeling van de woning. De waardeontwikkeling wordt elk jaar bepaald op basis van de getaxeerde marktwaarde. Hierbij wordt niet elke woning / atelier afzonderlijk getaxeerd, maar een woning / atelier die als referentie dient voor
2.000.215 2.000.215
toegerekend. Bij niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten werd een gemiddelde rentevoet gehanteerd
13.876.904
De verkopen onder voorwaarden hebben plaatsgevonden onder bepaalde condities. De woningen zijn verkocht
2.000.215
In het boekjaar werd ter zake van vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie bouwrente
Totaal
Jaarrekening en toelichting
0
Overboeking naar commercieel vastgoed in exploitatie
H 13
Overboeking naar sociaal vastgoed in exploitatie
van 4,75% (2013: 4,75%).
3 3.1
Financiële vaste activa Deelnemingen
soortgelijke woningen / ateliers. Stand per 1 januari 2014 Afhankelijk van het kortingspercentage deelt de koper mee in de waardeontwikkeling van de woning: korting
aandeel koper in waardeontwikkeling
Mutaties in het boekjaar:
Investeringen/verstrekkingen
0
10%
85%
Desinvesteringen/aflossingen
0
15%
77,5%
Aandeel in resultaat deelnemingen
0
20%
70%
Ontvangen dividend deelnemingen Waardeveranderingen
2.3
53.566
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Stand per 1 januari 2014 Aanschafprijs Cumulatieve waardeveranderingen Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Stand per 1 januari 2014
Stand per 31 december 2014 1.235.665 0 -452.468 783.197
Mutaties in het boekjaar:
Investeringen
3.074.370
Waardeveranderingen
0
Overboeking naar commercieel vastgoed in exploitatie
0
Overboeking naar onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
0
Overboeking naar bedrijfslasten, directe kosten verkoop onroerende zaken
0
0 -14.460 39.106
Cumulatieve waardeveranderingen per 31 december 2014
0
De post deelnemingen betreft:
Pandgarant, aandeel 33,33%
19.642
Nijestee Onroerend Goed BV, aandeel 100%
18.245
WoningNet NV, aandeel 0,02% Stand per 31 december 2014
1.219 39.106
131
H 13
3.2
Ultimo 2013 bedroeg de latentie voor de leningen € 1.729.224. In 2014 is deze latentie in tegenstelling tot
Sinds 1 januari 2008 is de toegelaten instelling voor al haar activiteiten onderworpen aan vennootschaps-
eerdere jaren contant gemaakt ( rentepercentage is 3%) en is gerekend met een tarief van 25% belastingdruk
belasting. Tot 2008 was de toegelaten instelling alleen voor haar commerciële activiteiten onderworpen aan
(2013: 25,5%). Daardoor daalt de latentie van € 1,7 miljoen naar € 1,1 miljoen. Het effect van deze gewijzigde
vennootschapsbelasting. De integrale belastingplicht betekent dat woningcorporaties een fiscale openingsbalans
systematiek is € 364.618,-. De totale mutatie in 2014 bedraagt € 583.088,- Ultimo 2014 bedraagt de actieve
moesten opstellen waarbij alle activa en passiva voor de marktwaarde op 1 januari 2008 zijn opgenomen.
latentie dan € 1.146.136,-.
Daarover zijn in een vaststellingsovereenkomst sectorbrede afspraken gemaakt met de Belastingdienst (de zogenaamde VSO2). Naast afspraken over de openingsbalanswaardering bevat de VSO2 een aantal afspraken
Belastinglatentie verliescompensatie
over de wijze waarop het fiscale resultaat moet worden berekend in een aantal sectorspecifieke gevallen, zoals
Ultimo 2014 bedraagt het totale fiscale verlies over de periode 2006-2014 € 19 miljoen. Deze fiscale verliezen
bij combiprojecten. Nijestee ondertekende de VSO2 op 17 maart 2009. De VSO2 heeft een looptijd tot en met
uit het verleden worden gecompenseerd met fiscale winsten in de toekomst (uiteraard alleen wanneer er sprake
1 december 2012. Na deze periode wordt de VSO2 stilzwijgend voor steeds 1 jaar verlengd, tenzij een van de
is van fiscale winsten). Bij de uitvoering hiervan wordt een termijn van 9 jaar gehanteerd. Dat wil zeggen dat
partijen vóór 1 december heeft opgezegd. De VSO2 is door de Belastingdienst noch door Nijestee opgezegd
een verlies uit 2006 nog verrekenbaar is tot en met 2015. De te verwachten verliescompensatie dient als
vóór 1 december 2013 en daarom van toepassing op het jaar 2014.
actieve latentie op de balans te worden opgenomen en via de Winst & Verliesrekening te worden verantwoord.
Jaarrekening en toelichting
Latente belastingvorderingen
Om deze latentie te kunnen berekenen dient er een inschatting gemaakt te worden van de toekomstige fiscale Vastgoed dat Nijestee al op 1 januari 2008 bezat wordt op grond van VSO2 op de openingsbalans gewaardeerd
jaarresultaten. Wanneer de inschatting is dat de fiscale resultaten positief zijn, is er ruimte om te compenseren
op een percentage van de WOZ-waarde. Daarna verkregen vastgoed wordt fiscaal in beginsel gewaardeerd op
en moet een actieve latentie worden opgevoerd. Op basis van cijfers uit de meerjarenbegroting kan Nijestee
kostprijs verminderd met afschrijvingen. Bij de fiscale waardering van vastgoed is verder van belang dat de
tot en met 2017 gebruik maken van het opgebouwde verliescompensatiesaldo. Het resterend saldo per jaar is
fiscale afschrijvingslast wettelijk beperkt is.
contant gemaakt tegen 3%, waardoor de latentie per 31 december 2014 € 4,4 miljoen bedraagt.
Leningen en derivaten zijn aan de hand van een van de VSO2 deel uitmakende rentecurve op de fiscale openingsbalans per 1 januari 2008 gewaardeerd op marktwaarde.
Belastinglatentie verkoop woningen
De latente belastingpositie is berekend over tijdelijk verrekenbare verschillen uit hoofde van de waardering van
Het tijdelijke verschil van het resultaat op de woningen welke binnen vijf jaar worden verkocht bedraagt totaal
vastgoedbezit, leningen en derivaten (indien van toepassing), alsmede voorwaartse verliescompensatie.
ruim € 7 miljoen. De fiscale waarde is lager dan de bedrijfswaarde, waardoor er een passieve belastinglatentie ontstaat. Deze is opgenomen onder post 10.2 Voorziening latente belastingverplichting. De contante waarde van
Stand per 1 januari 2014:
deze latentie is berekend tegen 3% rente en bedraagt € 1.629.826,-. In totaal zijn er 700 woningen bestemd
2.229.224
Mutaties in het boekjaar:
Oprenting
0
Dotatie ten gunste van resultaat
voor verkoop binnen vijf jaar.
3.3
Leningen u/g
3.919.712
Vrijval ten laste van resultaat
-583.088
Overboeking naar kortlopende vorderingen Stand per 31 december 2014
Stand per 1 januari 2014
0
Aanschaffingsprijs
2.500.000
Cumulatieve waardeverminderingen
-2.500.000
5.565.848
De post Latente belastingvorderingen ad € 5.565.848,- betreft de tot waardering gebrachte beschikbare
Stand per 1 januari 2014
0
voorwaartse verliescompensatie en de tot waardering gebrachte verrekenbare tijdelijke verschillen. De latentie
zal niet binnen één jaar worden gerealiseerd.
Mutaties in het boekjaar:
Verstrekkingen
0
Aflossingen
0
Bijzondere waardeverandering
0
Saldo
0
De belastinglatentie bestaat uit twee onderdelen: Belastinglatentie leningen
1.146.136
1.729.224
Belastinglatentie verliescompensatie
4.419.712
500.000
5.565.848
2.229.224
Totaal
Nadere toelichting per onderdeel van de belastinglatentie inzake tijdelijke verschillen: Belastinglatentie leningen Op basis van de VSO- regels is ultimo 2008 een actieve latentie gevormd voor het tijdelijke verschil van € 13,1 miljoen tussen de fiscale waardering van de langlopende leningen ad € 308,9 miljoen en de commerciële
Stand per 31 december 2014
Aanschaffingsprijs
2.500.000
Cumulatieve waardeverminderingen
-2.500.000
Stand per 31 december 2014
0
waardering ad € 322 miljoen. De oorspronkelijke actieve latentie van € 3,3 miljoen (€ 13,1 miljoen * 25,5%) daalt jaarlijks conform een voorgeschreven verloop. In 2037 wordt de laatste vrijval ten laste van het resultaat
De post leningen u/g heeft betrekking op een achtergestelde lening die verstrekt is aan de toegelaten instelling
gebracht.
Wooninvesteringsfonds (Wif). De condities van deze lening zijn: vaste rente van 2,25% en variabele rente van 3,25% (afhankelijk van Debt Service Coverage, netto liquiditeiten en solvabiliteit van het Wif). De certificaten zijn verhandelbaar met andere toegelaten instellingen. Door de verslechterde financiële positie van het Wif, is zij onder verscherpt toezicht gesteld. Het is dubieus of deze lening nog terugbetaald wordt. 133
Overige vorderingen
H 13
3.4
De verwachte opbrengstwaarde betreft de verkoopprijs waarvoor deze woningen worden aangeboden. De voorraad woningen vanuit het bestaande bezit ter verkoop wordt gewaardeerd tegen de actuele waarde
(bedrijfswaarde of marktwaarde in verhuurde staat) op het moment van uit verhuur nemen van de woningen
dan wel lager verwachte opbrengstwaarde. De verwachte opbrengstwaarde betreft de verkoopprijs waarvoor
Aanschaffingsprijs
708.322
Cumulatieve waardeverminderingen
-306.744
Stand per 1 januari 2014
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop
Stand per 31 december
Mutaties in het boekjaar:
Verstrekkingen
0
Het saldo per 31 december bestaat uit het project:
Aflossingen
- Grunobuurt blok 6
-16.260
Waardeveranderingen
- Grote Beerstraat (ZON)
Saldo
Totaal
-16.259
Stand per 31 december 2014
Aanschaffingsprijs
708.322
Cumulatieve waardeverminderingen
-323.004
Stand per 31 december 2014
4.1
4.2
401.578
4
de woningen bij de betreffende makelaar worden aangeboden.
385.318
2.735.253
763.416
2.539.180
196.073
2.735.253
Jaarrekening en toelichting
Stand per 1 januari 2014
Onder de post ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop’ wordt van de projecten bestemd voor verkoop het gedeelte van de kosten verantwoord dat toe te rekenen is aan de woningen die ultimo boekjaar nog niet verkocht zijn.
4.2
Voorraad grond- en ontwikkelposities De post voorraad grond- en ontwikkelposities betreft grondlocaties ten behoeve van (toekomstige)
Bij de uitvoering van het project Grunobuurt is een zogenaamd WKO-systeem gebouwd. Dit systeem is verkocht
ontwikkelingsprojecten die nog niet in realisatie zijn genomen. Deze gronden zijn gewaardeerd tegen
aan Rendo Duurzaam waarbij Nijestee recht heeft op toekomstige ontvangsten. Deze ontvangsten zijn onder
verkrijgingsprijs dan wel lagere opbrengstwaarde. De marktwaarde is gebaseerd op de externe dan wel interne
overige vorderingen opgenomen.
uitgevoerde toetsing van de waardering van gronden ultimo boekjaar. Deze interne toetsing is gebaseerd op de kennis van de lokale markt alsmede kennis van de lokale ontwikkelingsmogelijkheden (waaronder bestemmingswijzigingen, etc.) Zodra de ontwikkeling daadwerkelijk start wordt het bedrag overgeheveld naar
Voorraden
‘Vastgoed in ontwikkeling voor eigen exploitatie’ en/of ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop’.
Vastgoed bestemd voor de verkoop
Stand per 1 januari Overheveling
Kosten vastgoed bestemd voor de verkoop Voorziening Stand per 31 december
1.500.000
2.650.000
0
0
0
Overboeking naar sociaal vastgoed in ontwikkeling
0
0
Overboeking naar commercieel vastgoed in ontwikkeling
-1.256.000
0
-883.397
0
0
-274.071
-917.000
-949.311
179.575
0 2.951.277
179.575
Overboeking naar vastgoed bestemd voor verkoop
Verkoop
Het saldo per 31 december bestaat uit de volgende eenheden:
Afboekingen naar lagere realiseerbare waarde
- Hora Siccamasingel
950.000
- Noorderkerk
900.000
Stand per 31 december
- Ciboga - grond
465.000
- Taxicentrale - grond
274.071
- Bloemstraat - grond
144.326
- Henk Cornelisstraat 13 - woning
178.900
38.980
- Langestraat 148 - atelier Totaal
2.951.277
10.907.856
Toevoeging rente
2.951.277
12.334.474
10.778.077
12.334.474
In 2014 zijn meerdere locaties door een externe makelaar getaxeerd. Op basis hiervan is ook afgeboekt op een aantal grond- en ontwikkelposities. Dit is ten laste gebracht van de winst- en verliesrekening onder de post ‘Bijzondere waardeverandering van vlottende activa’. In 2014 is Dierenriemstraat 100 overgeheveld naar ‘Voorraad Grond- en ontwikkelposities’ omdat deze ultimo 2014 niet meer verhuurd wordt. In 2013 werd deze locatie verantwoord onder de post ‘Sociaal vastgoed in exploitatie’.
De voorraad ‘Vastgoed bestemd voor de verkoop’ betreft opgeleverde nieuwbouwwoningen of bouwkavels die ultimo boekjaar nog niet zijn verkocht en woningen vanuit het bestaande bezit (‘sociaal vastgoed in exploitatie’)
In 2014 zijn de locaties Ciboga schots 8, Taxicentrale en Bloemstraat overgeboekt naar ‘Vastgoed bestemd voor
die ter verkoop worden aangeboden en daardoor niet meer voor verhuur beschikbaar zijn. De voorraad
verkoop’. Genoemde locaties worden op (korte) termijn verkocht.
opgeleverde nieuwbouwwoningen of bouwkavels wordt gewaardeerd tegen de bestede kosten en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering, inclusief geactiveerde rente, dan wel lager verwachte opbrengstwaarde.
135
4.163.000
4.605.000
Stadswerf
2.800.000
2.800.000
Grunobuurt
1.394.000
2.650.000
Dierenriemstraat 100 GAK
Vorderingen
6.1
Huurdebiteuren 753.885
162.667
1.025.000
0
Biemanslocatie Oosterhamrikkade
703.912
703.912
Onder de (huur)debiteuren zijn ook de overige vorderingen op onze huurders opgenomen. Dit zijn vorderingen
Antillenstraat
420.000
420.000
met een directe relatie tot het huurcontract, bijvoorbeeld deurwaarderskosten of bijkomende kosten.
Paradijsvogelstraat 2
147.165
147.165
Paradijsvogelstraat 9
125.000
125.000
Deze post is als volgt samengesteld:
0
465.000
Ciboga schots 8
- Huurdebiteuren (actief en vertrokken)
764.092
156.407
189.894
226.224
953.986
382.631
-200.101
-219.964
753.885
162.667
Taxicentrale
0
274.071
- Overige vorderingen (contractgebonden)
Bloemstraat
0
144.326
Stand per 31 december
10.778.077
Af: voorziening dubieuze debiteuren
12.334.474
4.4
Totaal huurdebiteuren
Overige voorraden 191.429
Jaarrekening en toelichting
De Velden
6
H 13
Het saldo bestaat op 31 december uit de volgende projecten:
In totaal kent € 335.538 (2013 € 267.734) van de vorderingen ad. € 953.986 (2013: € 382.631,-) een
213.236
resterende looptijd langer dan 1 jaar. De post ‘Overige voorraden’ bestaat uit de courante materialen in het magazijn en in de onderhoudsbussen.
5
6.3
Onderhanden projecten Geactiveerde kosten, toegerekende winsten verminderd met voorziene verliezen
3.365.428
5.971.660
Af: gedeclareerde termijnen kopers
-3.089.370
-5.864.824
Stand per 31 december
6.4
Belastingen en premies sociale verzekeringen Omzetbelasting
70.000
1.853.971
Saldo
70.000
1.853.971
Overige vorderingen
276.058
106.836
Deze post is als volgt samengesteld:
Verschuldigde bouwtermijnen kopers onroerend goed in ontwikkeling
1.017.950
255.232
Steelande
40.348
0
Rendo Duurzaam
33.386
0
Het saldo per 31 december bestaat uit de volgende projecten:
Nieuw Lokaal Akkoord
30.957
0
Overige
84.883
34.297
276.058
Totaal overige vorderingen
1.207.524
289.529
276.058
0
Waarde van verricht werk < gefactureerde termijnen Waarde van verricht werk > gefactureerde termijnen
0 276.058
0 106.836
Grunobuurt blok 6 Totaal
In de overige vorderingen is een bedrag begrepen ad € 0 (2013: € 0) met een resterende looptijd langer dan 1 jaar.
Van de op balansdatum openstaande onderhanden projecten bedraagt het cumulatief totaal van tot dan toe verantwoorde omzet € 1.247.450 (2013: € 0) en het cumulatief totaal van tot dan toe verantwoorde kosten
6.5
Overlopende activa
€ 1.523.508 (2013: € 106.836). Het totaal van de ontvangen voorschotten bedraagt € 0 (2013: € 0). Er is geen sprake van ingehouden bedragen op betalingen van termijnfacturen.
Deze post is als volgt samengesteld:
Te ontvangen verkochte bedrijfspanden
947.776
0
In het boekjaar werd voor ‘Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop’ bouwrente toegerekend. Bij niet-
Te ontvangen rente certificaten Wif
166.750
111.500
specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten werd een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 4,75% (2013:
Doorbelaste kosten energie Rendo (Vrydemalaan)
84.141
69.465
5,0%).
Te ontvangen subsidie vastgoedprojecten
0
631.304
Te ontvangen brand-/stormschade
0
170.000
Doorbelaste gaskosten VvE Overige te vorderen c.q. vooruitbetaalde posten Totaal overlopende activa
0
96.000
44.874
73.968
1.243.541
1.152.237
137
jaar. Deze vordering heeft betrekking op de nog te ontvangen rente certificaten WIF.
10.1
Liquide middelen
4.967.019
Deze post is als volgt samengesteld:
A. DIRECT OPVRAAGBAAR:
Mutaties in het boekjaar
Toevoeging ten laste van resultaat
0
Rekening-courant ABN/Fortis
996
523
53.213
353.805
Rekening-courant BNG
803.600
3.592.127
Totaal liquide middelen
857.809
3.946.455
Volboeken voorziening
Eigen Vermogen
0
Overboeking naar sociaal vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
-3.130.902
Overboeking naar commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
-1.281.782
Overboeking naar Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
0
Overboeking naar Overlopende passiva
0
Saldo
-3.384.583
Eigen vermogen Stand 1 januari 2014:
1.028.101
Vrijval ten gunste van resultaat
De liquide middelen zijn terstond opeisbaar.
9.1
Voorziening onrendabele investeringen Stand per 1 januari 2014
Kas
9
Voorzieningen
Stand per 31 december 2014
Mutaties in het boekjaar:
1.582.436
De voorziening heeft betrekking op de in ontwikkeling genomen projecten.
171.743.027
Het saldo per 31 december 2014 bestaat uit de volgende projecten:
Waardeverandering sociaal vastgoed
7.447.799
Semmelweisstraat fase 3
Resultaat boekjaar
2.915.131
Semmelweisstraat fase 2 parkeren
554.335
Trefkoel
321.527
Stand per 31 december 2014
Jaarrekening en toelichting
8
10
H 13
In de overlopende activa is een bedrag begrepen ad € 111.500 (2013: € 667.554) met een looptijd langer dan 1
Grunobuurt blok 6 woonrijp maken
182.105.957
635.279
71.295
Het vermogen van Nijestee wordt volgens de statuten uitsluitend ingezet voor de volkshuisvesting, door het
Totaal
1.582.436
stichten en/of in eigendom verkrijgen en exploiteren van woningen en andere vormen van huisvesting. Het bedrag van de voorziening dat naar verwachting binnen 1 jaar afgewikkeld wordt bedraagt € 625.630. Het bedrag van de voorziening dat naar verwachting na meer dan vijf jaar afgewikkeld wordt bedraagt € 0.
Het cumulatief bedrag van de ongerealiseerde waardestijging met betrekking tot sociaal vastgoed in exploitatie bedraagt per saldo € 127,4 miljoen (2013: € 128,8 miljoen). Als per complex wordt gewaardeerd is de ongerealiseerde waardestijging € 151,9 miljoen. Voor de bepaling van de latente belastingpositie uit hoofde van
10.2
Voorziening latente belasting
waarderingsverschillen met betrekking tot sociaal vastgoed wordt verwezen naar punt 3.2 van de toelichting. Stand per 1 januari 2014
0
Het cumulatief bedrag van de ongerealiseerde waardestijging met betrekking tot commercieel vastgoed in
exploitatie is per saldo € 25,2 miljoen (2013: € 18,1 miljoen). Als per complex wordt gewaardeerd is de
Mutaties in het boekjaar:
ongerealiseerde waardestijging € 35,8 miljoen. Voor de bepaling van de latente belastingpositie uit hoofde
Toevoeging
van waarderingsverschillen met betrekking tot commercieel vastgoed wordt verwezen naar punt 3.2 van de
toelichting.
Stand per 31 december 2014
Het cumulatief bedrag van de ongerealiseerde waardedaling met betrekking tot de onroerende zaken
De voorziening latente belastingverplichting is gevormd voor belastbare tijdelijke verschillen in de fiscale en de
verkocht onder voorwaarden bedraagt € 1,3 miljoen (2013: € 1,9 miljoen). Voor de bepaling van de latente
commerciële waardering. Het tijdelijke verschil van het resultaat op de woningen welke binnen vijf jaar worden
belastingpositie uit hoofde van waarderingsverschillen met betrekking tot onroerende zaken verkocht onder
verkocht bedraagt totaal ruim € 7 miljoen. De fiscale waarde is lager dan de bedrijfswaarde, waardoor er
voorwaarden wordt verwezen naar punt 3.2 van de toelichting.
een passieve belastinglatentie ontstaat. De contante waarde van deze latentie is berekend tegen 3% rente en
1.629.826 1.629.826
bedraagt € 1.629.826,-. In totaal zijn er 700 woningen bestemd voor verkoop binnen vijf jaar. Het bedrag van de voorziening dat naar verwachting binnen 1 jaar afgewikkeld wordt bedraagt € 0.
139
De leningenportefeuille bestaat uit de volgende soorten leningen:
Langlopende schulden
Soort lening
Schulden aan kredietinstellingen
Totaal (* € 1.000)
Aantal
Schulden kredietinstellingen
481.774.595
Af: aflossingsverplichting komend jaar
15.280.698
Stand per 1 januari 2014
Mutaties in het boekjaar :
Nieuw opgenomen leningen
Vastrentende leningen
191.976
54
Variabel rentende leningen
126.118
34
Basisrenteleningen
144.000
11
462.094
99
Totaal (* € 1.000)
Aantal
466.493.897
Totaal per 31 december 2014
Jaarrekening en toelichting
11.1
H 13
11
De partijen waarbij de leningen zijn afgesloten zijn:
0
Aflossingen
Geldgevers
4.400.000
Overige mutaties
0
BNG Bank
216.043
29
NWB Bank
163.056
14
81.559
53
ME Linhoffstichting
720
1
SVN
716
2
Saldo
4.400.000
Gemeente Groningen
Schulden kredietinstellingen
462.093.897
Af: aflossingsverplichting komend jaar
29.214.630
Stand per 31 december 2014
Totaal per 31 december 2014
432.879.267
462.094
De aflossingsverplichting voor het komend boekjaar ad. € 29.214.630 bevat ook laatste aflossingen volgens
De rente van de vastrentende leningen is voor de gehele looptijd gefixeerd dan wel tot het renteherzienings-
contract (€ 19,9 miljoen; 2013 € 5,2 miljoen).
moment. Voor een overzicht van deze renteherzieningsmomenten wordt verwezen naar punt 13 van de
99
toelichting. Het risico van deze leningen betreft: De leningportefeuille, ingedeeld naar financieringswijze, is als volgt opgebouwd: Financieringswijze
Aantal leningen
Annuïteit Fixe Basisrente
Restant hoofdsom x € 1mln.
Gemiddelde resterende looptijd
Gemiddelde rente %
Gemiddelde resterende rentevast periode
op het moment van renteherziening indien de rente hoger dan wel lager is dan de oude contractrente;
•
de herfinanciering van de tussentijdse en eindaflossingen van de lening in een nieuwe lening met een hogere dan wel lagere rente.
78
214,3
18,43
3,74
11,32
8
93.2
20,71
4,30
20,7
3,73% (2013: 3,76%). Nijestee heeft twee variabel rentende leningen (zogeheten Roll-over leningen). Door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw is in totaal € 442 miljoen geborgd (2013: € 456 miljoen).
11
144,0
46,15
3,57
2,63
Roll-over
2
10,6
8,45
0,47
0,31
27,3
3,73
10,25
Totaal
•
99
462,1
Het gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille, zonder het effect van rente-instrumenten, bedraagt
Looptijd De gewogen gemiddelde looptijd van de leningenportefeuille bedraagt ultimo 2014 27,3 jaar (2013: 27,5 jaar). De gewogen gemiddelde rentetypische looptijd van de leningenportefeuille bedraagt ultimo 2014 10,2 jaar
De basisrenteleningen worden in dit overzicht tot het moment van de spreadherziening opgenomen als rentevast
(2013: 10,8 jaar).
periode. Daarom is deze rentevast periode in verhouding kort. Duration De looptijd van de leningportefeuille is als volgt opgebouwd: Looptijd
De duration van de leningenportefeuille bedraagt ultimo 2014 7,79 jaar (2013: 6,34 jaar). schuldrestant per 31-12-2014
aantal leningen
Korter dan 1 jaar
19.918
5
Tussen 1 en 5 jaar
46.066
10
Langer dan 5 jaar
396.110
84
Totaal per 31 december 2014
462.094
99
Convenanten Aan de leningen zijn geen convenanten verbonden.
11.2
Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Nijestee is verplichtingen aangegaan om woningen die verkocht zijn onder voorwaarden terug te kopen tegen de dan geldende marktwaarde. De koper deelt mee in de waardeontwikkeling van de woning. Het betreft de terugkoopverplichting van 33 (2013: 33) ateliers aan de Bloemsingel, 25 (2013: 26) woningen de Velden, 31 (2013: 32) woningen Sterrenhof, 16 (2013: 16) woningen Grunobuurt en 7 (2013: 7) woningen de Stadswerf.
141
13.760.759
Stand per 1 januari 2014
5.873.689
Mutaties 2014:
Mutaties 2014:
Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht
37.600
Vermeerderingen
0
Verminderingen a.g.v. terugkoop
-352.444
Verminderingen
-448.087
Waardemutatie terugkoopverplichting
450.427
Rente
367.227
Saldo Stand per 31 december 2014
135.583
Saldo
-80.860
Stand per 31 december 2014
13.896.342
5.792.829
Looptijd van:
Deze post is als volgt samengesteld:
< 1 jaar
0
Bloemsingel, 33 ateliers
1.127.394
1-5 jaar
0
De Velden, 25 woningen
4.451.826
> 5 jaar
5.792.829
Sterrenhof, 31 woningen
4.761.656
Grunobuurt, 16 woningen
2.289.516
De Stadswerf, 7 woningen
1.265.950
Totaal
11.3
Erfpacht
In 2012 heeft Nijestee besloten tegemoet te komen aan erfpachtgebruikers. Vanaf dat jaar kunnen zij de erfpacht afkopen. In 2014 hebben de eigenaren van 7 woningen en 3 parkeerplaatsen hiervan gebruik gemaakt.
13.896.342
Beginsaldo
Totaal
Pioenpark
Gbakkerstr
Hyacinthstr
Kooykerplein
5.873.689
254.160
4.452.643
751.805
415.081
Mutaties in het boekjaar:
Waarborgsommen Stand per 1 januari 2014
390.122
367.227
mutatie
-177.040
Onttrekkingen
-271.047
Mutaties 2014:
Saldo
16.497
Verminderingen a.g.v. terugbetaling Rente
0
Saldo Stand per 31 december 2014
16.497 406.619
Rente
Vermeerderingen waarborgsommering
Jaarrekening en toelichting
Stand per 1 januari 2014
H 13
11.4
Het verloop van deze post is als volgt:
11.5
16.061
-80.860
277.093
47.735
-177.040 -14.120
Eindsaldo
-202.311
-34.850
1.942
-102.258
26.338 -19.766
12.885
6.572
5.792.829
256.102
4.350.385
764.690
421.653
Overige schulden
Looptijd van:
Stand per 1 januari 2014
< 1 jaar
0
1-5 jaar
0
Mutaties 2014:
> 5 jaar
406.619
Vermeerderingen Verminderingen
De waarborgsommen worden uit hoofde van huurovereenkomsten van huurders ontvangen en dienen als
Rente
eerste zekerheid voor de voldoening van eventueel verschuldigde achterstallige huur en mutatiekosten.
De waarborgsommen worden bij beëindiging van de huurovereenkomst verrekend. De reële waarde van de
Saldo
waarborgsommen bedraagt € 0.
Stand per 31 december 2014
13.599
0 -1.063 665 -398 13.201
Looptijd van:
< 1 jaar
0
1-5 jaar
0
> 5 jaar
13.201
143
Schulden aan kredietinstellingen
Financiële instrumenten Algemeen Nijestee maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de
Kortlopend deel langlopende schulden Stand per 31 december
29.214.630
15.280.698
29.214.630
15.280.698
toegelaten instelling blootstelt aan marktrisico, reële waarde- renterisico, kasstroomrenterisico en prijsrisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de toegelaten instelling een beleid inclusief een stelsel van limieten en procedures opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen
Het kortlopend deel langlopende schulden betreft de aflossingsverplichting aan kredietinstellingen voor
op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van Nijestee te beperken. Nijestee zet geen
het komende jaar. De kredietfaciliteit in rekening-courant bij de BNG Bank bedraagt per 31 december 2014
afgeleide financiële instrumenten in, zoals derivaten.
Jaarrekening en toelichting
12.1
13
Kortlopende schulden
H 13
12
€ 18,0 miljoen (2013: € 18,0 miljoen), de rente wordt bepaald aan de hand van het Euribortarief + een opslag Kredietrisico
van 0,80%. Eind 2014 was het saldo nihil.
Nijestee loopt kredietrisico over financiële vaste activa, vorderingen en effecten. Het maximale kredietrisico inzake financiële vaste activa bedraagt € 5.970.630 (deelnemingen, lening u/g en overige vorderingen).
Voor de eventuele tekorten op de rekening-courant zijn geen zekerheden verstrekt. De langlopende leningen en dus ook het kortlopend deel hiervan vallen onder de garantiestelling van het WSW.
12.2
De vorderingen van Nijestee uit hoofde van de huurdebiteuren bedragen € 753.885 en zijn gespreid over Schulden aan leveranciers
een groot aantal huurders. Op basis van betalingsgedrag uit het verleden blijken hier geen grote risico’s uit. 2.559.164
12.3
4.797.636
De vorderingen op deelnemingen bedragen in totaal € 39.106 (langlopend) en heeft betrekking op meerdere deelnemingen. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar punt 3.1 van de toelichting.
Belastingen en premies sociale verzekeringen Kredietmitigerende aspecten 1.349.390
2.639.206
•
Er zijn geen vorderingen verzekerd bij een kredietverzekeringsmaatschappij;
Premies sociale verzekeringen
102.955
101.186
•
Er zijn geen vorderingen gegarandeerd door een andere onderneming;
Loonheffing
411.246
349.484
•
Er zijn geen vorderingen waarvoor zekerheden zijn ontvangen.
1.863.591
3.089.876
Omzetbelasting
Stand per 31 december
Renterisico en kasstroomrisico
12.4
Nijestee streeft naar spreiding van renteconversie- en herfinancieringsmomenten in de leningportefeuille. Onderhoudsverplichtingen
Dit beperkt het renterisico. Op het moment van het aantrekken van nieuwe leningen wordt bepaald welke 65.722
12.5
823.447
leningsvorm het beste past.
De onderhoudsverplichtingen hebben betrekking op reeds uitgevoerde, maar nog niet betaalde
Hieronder is een tabel opgenomen met het effect van een stijging en daling van de marktrente op het vermogen
projecten inzake het planmatig onderhoud.
en resultaat. De rente is momenteel (ultimo 2014) laag. In die zin is het geschetste scenario fictief. Ontwikkeling rente
Schulden aan personeel 332.037
367.837
Het saldo betreft de verplichting van Nijestee ten aanzien van het personeel inzake de niet opgenomen
Effect op vermogen
Effect op resultaat
Scenario -1%
769.000
769.000
Scenario -0,5%
386.000
386.000
Scenario + 0,5%
-386.000
-386.000
Scenario +1%
-775.000
775.000
verlofuren. De resterende uren per 31 december 2014 zijn vermenigvuldigd met het uurloon.
12.6
Nijestee loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden. Voor vorderingen en schulden met Overlopende passiva
variabele renteafspraken loopt Nijestee risico ten aanzien van de toekomstige kasstromen, met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt de toegelaten instelling risico’s over de marktwaarde. Met betrekking
Vooruit ontvangen huur
tot deze risico’s heeft Nijestee geen derivaten afgesloten. Wel heeft Nijestee in 2013 twee Roll-over leningen
86.189
51.203
965.913
965.913
8.617.288
9.114.134
Te verrekenen met bewoners
573.101
275.121
De basisrenteleningen hebben een rentetarief dat bestaat uit twee componenten, zijnde een basisrente en
Nog te betalen projectkosten
1.557.024
2.478.954
een liquiditeitsopslag. De basisrente geldt voor de volledige looptijd van de leningen. De liquiditeitsopslag
250.000
1.016.500
geldt voor de overeengekomen periode, waarbij de eerste minimale looptijd 5 jaar bedraagt. Na 5 jaar dient
1.664.745
655.006
13.714.260
14.556.831
Vooruit ontvangen pro rata Niet vervallen rente op leningen
Nog te betalen kosten ivm krimp organisatie Overig nog te betalen Totaal
afgesloten, maar heeft zij geen extended leningen.
een nieuwe liquiditeitsopslag met de bank overeengekomen te worden. De liquiditeitsopslag van de huidige basisrenteleningen bedraagt tussen 0,1% en 0,56%. Renterisico en herfinancieringsrisico Het rente- en looptijdenbeleid van Nijestee is erop gericht jaarlijks niet meer dan 15% renterisico bij herfinanciering te lopen. De geldende norm van het Waarborgfonds is eveneens 15% van de restant hoofdsom 145
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat het tegenpartij risico is geconcentreerd bij de BNG Bank en de NWB Bank.
jaar) wordt berekend als de som van:
De BNG bank is een bank van en voor overheden en instellingen van maatschappelijk belang. BNG Bank is een
het bedrag aan aflossingen van leningen in een jaar, vermeerderd met
van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De NWB
•
de restant hoofdsom van rentetypisch langlopende financiering die in een jaar een renteaanpassing krijgen,
Bank is een financiële dienstverlener voor de overheidssector. Alle aandelen van de bank zijn in handen van
én
overheden. Het tegenpartijrisico (het risico dat een tegenpartij zijn geld opeist bij een faillissement van deze
de restant hoofdsom van rentetypisch kortlopende financiering (zijnde variabel rentende leningen) die in een
partij) is hiermee gemitigeerd.
•
jaar minimaal één renteaanpassing krijgen. Valutarisico Op basis van de geborgde leningenportefeuille ziet het renterisico er als volgt uit:
De toegelaten instelling is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico’s.
Renterisico geborgde leningen Nijestee (%)
Prijsrisico De toegelaten instelling heeft geen beleggingen en loopt derhalve geen prijsrisico.
16 14
Jaarrekening en toelichting
structuurvennootschap. Aandeelhouders van de bank zijn uitsluitend overheden. De Staat is houder van de helft •
H 13
van de leningen bij aanvang van het jaar. Het totale risico (in % van de restant hoofdsom aan het begin van het
14,61
14,65
15,05
Liquiditeitsrisico Nijestee bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitbegrotingen. Het management
13,36
12
ziet erop toe dat Nijestee steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar heeft om aan de verplichtingen te kunnen
11,63
10 9,29
8
11,21
voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds
10,56
binnen de gestelde doelstellingen te blijven.
8,65 7,35
6
Per 31 december 2014 zijn de niet contant gemaakte contractuele betalingsverplichtingen als volgt:
4
Liquiditeitsrisico
2
Korter dan 1 jaar
Tussen 1 en 2 jaar
Tussen 2 en 5 jaar
Langer dan 5 jaar
46.618.784
26.617.147
107.002.338
707.879.411
Leningen
0 2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Huurverplichting
101.450
91.373
274.119
388.335
Lease verplichting
234.393
231.343
80.432
0
Handels-en overige verplichtingen
Renterisico (incl. spread) WSW max. risico (15%)
16.516.325
0
0
0
0
0
0
0
63.470.952
26.939.863
107.356.889
708.267.746
Garanties
De bovenstaande grafiek geeft het renterisico voor de bestaande geborgde leningportefeuille weer. Het rente-
Totaal
risico voor het aantrekken van nieuwe leningen is in deze grafiek buiten beschouwing gelaten vanwege het feit dat het nu geen reële renterisico’s zijn. Daarnaast is ten opzichte van voorgaande jaren de rekenmethodiek
Naast genoemde risico’s is er ook sprake van liquiditeitsrisico bij basisrenteleningen. Indien op het moment
voor het bepalen van het renterisico op basisrenteleningen (spread) veranderd. In overeenstemming met de
van herziening van de kredietopslag de bank en de toegelaten instelling geen overeenstemming bereiken
uitgangspunten van het WSW is het schuldrestant voor de basisrenteleningen voor 50% meegenomen in de
over de opslag wordt de kredietovereenkomst beëindigd en dient de lening te worden terugbetaald.
renterisico berekening. Het renterisico blijft de komende jaren beneden de grens van 15%. Alleen in 2017 ligt
Op de herzieningsdatum dient de toegelaten instelling het verschil tussen de basisrente en de actuele
het renterisico fractioneel hoger (15,05%).
kapitaalmarktrente over de resterende looptijd af te rekenen.
Tegenpartijrisico
Mitigerende maatregelen
Het tegenpartijrisico is het risico dat een tegenpartij in gebreke blijft en hierdoor haar verplichtingen niet meer
Nijestee ziet erop toe dat er voldoende opvraagbare tegoeden zijn om gedurende een periode van een jaar de
kan nakomen. De partijen waarbij de leningen zijn afgesloten bestaat uit de volgende instellingen:
verwachte operationele kosten te dekken, inclusief het voldoen aan de financiële verplichtingen. Hierin is geen rekening gehouden met het eventuele effect van extreme omstandigheden die redelijkerwijs niet kunnen worden
Geldgevers
Totaal (* € 1.000)
Aantal
voorspeld, zoals natuurrampen. Daarnaast beschikt Nijestee over de volgende kredietruimte: € 14,0 miljoen ten behoeve van de korte termijn
BNG Bank
216.043
29
financieringsbehoefte per 1-1-2015. Deze kredietfaciliteit wordt ieder jaar herzien en is verstrekt door de
NWB Bank
163.056
14
BNG Bank. De te betalen rente bedraagt 1-maands EURIBOR plus 150 basispunten (2013: EURIBOR plus
81.559
53
80 basispunten).
ME Linhoffstichting
720
1
SVN
716
2
Reële waarde
De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten zoals vorderingen, liquide middelen en
Gemeente Groningen
Totaal per 31-12-2014
462.094
99
kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan. De reële waarde van de leningporteuille bedraagt ultimo 2014 € 665,0 miljoen (2013: € 577,1 miljoen) en is gebaseerd op de individuele kasstromen van de leningenportefeuille gebruik makend van een disconteringsvoet die gelijk is aan de IRS Curve op 31 december 2014. 147
vangen. Onzeker is of dit risico zal leiden tot aanspraken op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw en hierdoor
onder voorwaarden) benadert de boekwaarde ervan.
het obligo opeisbaar kan worden. Aansprakelijkheidsverplichtingen, bankgaranties en overige garanties
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen
Nijestee draagt geen hoofdelijke aansprakelijkheid voor samenwerkingsverbanden zonder specifieke rechtspersoonlijkheid, in de vorm van vennootschappen onder firma en als beherend vennoot in commanditaire
Investeringsverplichtingen
vennootschappen. Nijestee is ook geen commanditair vennoot in commanditaire vennootschappen en heeft geen
Er zijn niet in de balans opgenomen verplichtingen voor nieuwbouw, renovatie en aankoop van woningen tot een
bankgaranties verstrekt voor deelnemingen.
Jaarrekening en toelichting
niet beschikken over voldoende buffers om margin calls als gevolg van een eventuele rentedaling op te kunnen
De reële waarde van de overige langlopende schulden (waaronder de terugkoopverplichting inzake verkocht
H 13
14
De boekwaarde bedraagt ultimo 2014 € 462.093.897,- (2013: € 481.775.595,-).
bedrag van € 6.513.266. Daarnaast zijn er nog verplichtingen voor planmatig onderhoud voor een bedrag van Borgstelling
€ 843.655.
De garantiestelling voor Kuub is vervallen. Erfpachtverplichtingen Een deel van de onroerende goederen is gebouwd op grond met erfpachtverplichtingen. Het jaarlijks bedrag aan
Claims
canonverplichtingen bedraagt € 42.629. De canonverplichtingen hebben een looptijd langer dan vijf jaar.
Tegen de toegelaten instelling zijn geen claims ingediend die door haar worden betwist.
Huurverplichtingen
Verhuurdersheffing
Het jaarlijks bedrag van met derden aangegane huurverplichtingen van onroerend goed bedraagt in totaal
De Eerste Kamer is akkoord gegaan met het Kabinetsvoorstel betreffende de verhuurdersheffing na 2013.
€ 109.700. Nijestee is een huurverplichting aangegaan voor de huur van de grond onder de studio’s aan de
Deze is ingerekend per complex tot einde levensduur.
Vrydemalaan. De huur bedraagt € 91.400,- per jaar, het contract loopt tot 1 april 2024. Ook de grond onder de studio’s op het Damsterdiep (gedeeltelijk) wordt gehuurd, de huur bedraagt
Verbonden partijen
€ 18.300,- per jaar. Het huidige huurcontract loopt tot 21 juli 2015.
Als verbonden partij worden aangemerkt alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend.
Verkoopverplichting aandelen Pandgarant In 2014 is er een nieuwe directeur benoemd bij Pandgarant. Met deze benoeming heeft Nijestee zich verplicht
Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden
tot overdracht van haar aandeel in Pandgarant naar de directeur van Pandgarant. Deze overdracht zal in 2015
partij. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van Nijestee en nauwe
plaatsvinden. Voor de waardebepaling wordt een extern bureau ingeschakeld.
verwanten zijn verbonden partijen.
Leasing
Met de meeste van haar deelnemingen heeft Nijestee, naast haar aandelenbelang ook een zakelijke relatie,
Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen verbonden aan het eigendom niet bij Nijestee
waarbij producten (veelal onroerende zaken bestemd voor de verhuur) en/of diensten van de betreffende
ligt, worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden,
deelnemingen worden afgenomen. Deze transacties zijn steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele
rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-
afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.
verliesrekening over de looptijd van het contract. Eind 2014 heeft Nijestee ten aanzien van de bedrijfsauto’s leaseverplichtingen ter grootte van € 0,5 miljoen ( 2013: € 0,8 miljoen). Deze leaseverplichting is in onderstaand tabel nader toegelicht. Bedragen x € 1.000,Leaseverplichting
< 1 jaar
> 1 jaar < 5 jaar
> 5 jaar
234
312
0
Gedurende het verslagjaar zijn in de winst- en verliesrekening verwerkt (bedragen x € 1.000.-): Minimale leasebetalingen
234
Voorwaardelijke leasebetalingen Totaal
86 320
Obligo Waarborgfonds Sociale Woningbouw De obligo uit hoofde van geborgde leningen door de borgsteller bedraagt ultimo 2014 € 17.348.194,- (2013: € 17.701.569,-). De hoogte van het obligotarief is vastgesteld op 3,85 % (2013: 3,85%) over het schuldrestant van de geborgde lening, met uitzondering van het leningtype variabele hoofdsom en voor collegiale financiering. Dit obligo is opeisbaar indien blijkt dat het totale garantievermogen van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw niet voldoende is om de afspraken op het Waarborgfonds Sociale Woningbouw te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft onderzoek uitgevoerd naar de liquiditeitsrisico’s samenhangend met door woningcorporaties gehouden derivatenportefeuilles. Bij een aantal corporaties is vastgesteld dat zij 149
15.1
Verkoopopbrengst bestaand bezit:
Bedrijfsopbrengsten
Woningen van uit verhuur Woning vanuit VOV
Huurpbrengsten
Bedrijfsonroerend goed 2014
2013
Te ontvangen netto-huren Woningen en woongebouwen Onroerende goederen niet zijnde woningen
Garage’s / bergingen
72.280.006 4.790.974
4.580.732
77.070.980
72.656.551
19.241.263
17.664.925
355.500
159.500
1.446.000
851.250
73.350
18.000
0
2.880
Gronden
68.075.819
Af: Huurderving
Totaal verkoopopbrengst bestaand bezit
21.116.113
18.696.555
Verkoopkosten en bedrijfswaarde huurwoningen
12.352.335
8.530.102
Netto verkoopresultaat bestaand bezit
8.763.778
10.166.453
wegens leegstand
613.600
934.178
wegens oninbaarheid
139.278
212.638
Verkoopopbrengst koopprojecten
3.089.370
5.864.824
665.461
586.589
Stichtingskosten koop- en samenvoegprojecten
3.258.592
4.568.456
1.418.339
1.733.405
Netto verkoopresultaat koopprojecten
-169.222
1.296.368
wegens wijkvernieuwing Totaal
75.652.641
Huurderving in % van de netto huur
0,80%
1,29%
0,98%
0,22%
Totaal netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
Huurachterstand in % van de netto huur
70.923.146
8.594.556
Aantal verkochte eenheden bestaand bezit:
Woningen vanuit verhuur
in totaal dus 4,0%. Door huuraftopping is de gemiddelde verhoging iets lager. De gemiddelde huurprijs als percentage van de maximaal redelijke huur bedraagt per 31 december 2014: 76,4% (2013: 73,4%).
166
166
2
1
Bedrijfsonroerend goed
14
4
Garage’s / begingen
10
2
0
1
Gronden
Opbrengsten servicecontracten
11.462.821
Woning vanuit VOV
De netto huur is per 1 juli 2014 verhoogd met de inflatiecorrectie van 2,5% en een extra verhoging van 1,5%,
15.2
Bruto verkoopresultaat vastgoedportefeuille
Jaarrekening en toelichting
15
H 13
15.4
Toelichting op de winst- en verliesrekening
In 2013 werd het bruto verkoopresultaat vastgoedportefeuille verantwoord. De directe kosten verkoop onroerende zaken werden apart in de jaarrekening opgenomen. Met ingang van 2014 wordt het netto
Overige zaken cq levering en diensten
3.297.753
Af: Vergoedingsderving wegens leegstand
aangepast.
-12.686
Totaal
verkoopresultaat vastgoedportefeuille verantwoord. De vergelijkende cijfers van 2013 zijn overeenkomstig
3.979.134 -35.063
3.285.067
•
De gemiddelde boekwinst op basis van historische kosten (= resultaat) van de 166 woningen bedroeg iets meer dan € 70.600 (2013 bijna € 73.000). De gemiddelde boekwinst op basis van bedrijfswaarde bedroeg
3.944.071
in 2014 bijna € 49.500 (2013 iets meer dan € 60.500).
15.3
Overheidsbijdragen
•
De gemiddelde boekwinst (= resultaat) van de 2 woningen vanuit VOV bedroeg bijna € 25.500.
•
De gemiddelde boekwinst (= resultaat) van de 14 panden bedrijfsonroerend goed bedroeg iets meer dan € 30.600.
Jaarlijkse bijdrage minder-validenregeling
1.045
3.386
15.5
•
De gemiddelde boekwinst (= resultaat) van de 10 garages / bergingen bedroeg bijna € 7.300.
•
In 2014 is geen resultaat op nieuwbouwprojecten geboekt.
Wijziging in onderhanden werk 169.222
-843.279
Deze post geeft aan in welke mate de balanspost onderhanden werk gemuteerd is. De mutaties worden enerzijds veroorzaakt door investeringen in koopprojecten en ontvangsten wegens vervallen kooptermijnen. Anderzijds wordt de balanspost onderhanden werk gemuteerd door afwikkeling van een project.
151
276.058
Semmelweis fase 2
-106.836
Totaal
169.222
16 16.1
Geactiveerde productie eigen bedrijf
Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Sociaal vastgoed in exploitatie
19.021.224
Onroerende en roerende zaken ten dienste van exploitatie 721.260
1.042.822
De geactiveerde kosten hebben betrekking op de doorberekende uren van onder andere projectleiders en
16.2
wijkontwikkelaars naar de projecten.
15.7
Totaal
Overige bedrijfsopbrengsten
verwerking woningaanpassingen
60.000
70.900
inschrijfgeld Woningnet
278.246
245.775
doorberekende opstalverzekering
659.953
649.320
19.681.177
18.729.374
Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 1 Waardevermindering/terugname waardevermindering sociaal vastgoed in exploitatie
1 Vergoedingen/verrichte diensten
18.080.054
1.254.962
-15.447
2 Waardevermindering/terugname waardevermindering Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (met betrekking tot sociaal vastgoed)
91.158
498.397
2.970.487
2.577.872
4.316.607
3.060.822
119.805
91.849
3 Dotatie/vrijval voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen (met betrekking tot sociaal vastgoed)
vergoeding telefoonmasten
14.502
23.126
Totaal
vergoeding WIF beheer woningen
77.356
85.348
vergoeding werkzaamheden voor derden
27.578
154.744
De post waardevermindering/terugname waardevermindering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen
710.368
731.256
exploitaite is als volgt samengesteld:
dekking verkoop en leefbaarheid diversen
165.707
87.559
1.453.562
1.490.557
Vergoedingen voor onderhoud mutatieonderhoud
8.583
21.336
vergoeding buitensluiting
47.980
60.723
vergoeding woningverbetering
47.990
67.976
vergoeding WIF onderhoud
127.486
134.476
uitkering brandverzekering
0
170.531
232.039
455.042
Totaal vergoedingen / verrichte diensten
1.685.601
2 Overig
vrijval erfpacht
339.003
352.486
Totaal overige
339.003
352.486
2.024.604
2.298.085
Afboeking en nazorg diverse projecten
91.158
Totaal
91.158
Onrendabel deel Trefkoel blok B&C
1.945.599
0
De post dotatie/vrijval voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen is als volgt samengesteld:
Totaal overige bedrijfsopbrengsten
Afboeking diverse locaties
Jaarrekening en toelichting
15.6
Grunobuurt blok 6
H 13
De post mutatie onderhanden werk is als volgt opgebouwd:
3.164.890
Onrendabel deel Semmelweis fase 2
148.033
Terugboeken onrendabel deel Jongerentoren
-372.890
Terugboeken onrendabel deel Grunobuurt blok 6
-176.720
Terugboeken onrendabel deel ivm verkoop woningen binnen herzieningstermijn
-65.612
Sloopkosten
3.416
Verhuiskosten
40.787
Diverse kosten woonomgeving
228.583
Totaal
16.3 16.4
2.970.487
Erfpacht 42.629
42.629
Bruto salarissen
7.533.944
8.473.312
Uitzendkrachten
212.805
128.527
7.746.749
8.601.839
Lonen en salarissen
Totaal
153
Onderhoudslasten
Gedurende het jaar 2014 had Nijestee gemiddeld 167,5 werknemers in dienst (2013: 181,6). Dit aantal is
15.278.851 Niet-planmatig onderhoud Storings- en mutatie-onderhoud
Onderstaande tabel geeft het aantal fte per ultimo boekjaar per bedrijfsonderdeel weer Bestuur Directie Staf
10,9
10,5
Woondiensten
48,9
49,7
Vastgoed
14,5
23,5
FC&I
17,3
19,6
Onderhoud
69,0
71,0
160,6
174,3
Totaal
5.222.140
6.073.701
104.881
372.917
Bijdrage aan verenigingen van eigenaren
420.099
350.985
Subtotaal niet planmatig onderhoud
6.797.603
Onderhoud ten behoeve van exploitaties
413.838
435.162
413.838
435.162
6.160.958
7.232.765
Subtotaal
1.269.989
Planmatig onderhoud
Gerealiseerde werkzaamheden
Pensioenlasten 1.544.636
8.059.983
6.893.972
65.722
823.447
Contract onderhoud CV, lift etc.
1.972.779
1.885.205
Bijdrage aan verenigingen van eigenaren
1.556.667
1.326.625
Onderhoud wegens geplande maar nog niet gerealiseerde werkzaamheden
1.683.064
De medewerkers in Nederland hebben een pensioenregeling die is ondergebracht bij SPW. Deze pensioenregeling betreft een voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. Indexatie (aanpassing met prijsstijging) van de toegekende aanspraken en rechten vindt uitsluitend plaats indien en voor zover de
middelen van het pensioenfonds daartoe ruimte laten en het pensioenfonds daartoe heeft besloten. Indien de
Subtotaal planmatig onderhoud
omstandigheden bij het pensioenfonds daar aanleiding toe geven kan het bestuur besluiten tot het korten van
aanspraken. De pensioenregeling wordt volgens de Pensioenwet gekarakteriseerd als uitkeringsovereenkomst.
Af:
beheerkosten werkapparaat Per 31 december 2014 bedroeg de geschatte dekkingsgraad van het SPW 114%. De geschatte dekkingsgraad
is de marktwaarde van de beleggingen uitgedrukt in een percentage van de voorziening pensioenverplichtingen
Totaal lasten onderhoud
volgens de grondslagen van DNB. Het minimum vereist eigen vermogen (dekkingsgraad) volgens DNB is 105%. Als de dekkingsgraad van een fonds te laag is, moeten pensioenfondsen maatregelen treffen.
16.7
5.747.120
Woonomgeving
Sociale lasten 1.350.342
16.6
Brandstormschades
Subtotaal onderhoud t.b.v. exploitaties
16.5
16.9
Jaarrekening en toelichting
gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam.
15.416.039
H 13
16.8
Personeelsbestand
11.655.151
-2.537.258
10.929.249
-2.745.975
15.278.851
15.416.039
1.102.710
1.174.266
Leefbaarheid
Lasten kwaliteitsverbetering Bij lasten leefbaarheid worden onder andere onderscheiden leefbaarheid fysiek, leefbaarheid sociaal, Vanuit Onderhoud
361.555
Vanuit projecten Vastgoed
-410.302
1.438.647
Totaal lasten kwaliteitsverbetering
-48.747
2.909.653
leefbaarheid leefklimaat en leefbaarheid kosten Nieuw Lokaal Akkoord.
1.471.006
16.10
Lasten servicecontracten 3.585.497
4.546.147
Onder deze post worden kosten met betrekking tot af te rekenen servicekosten (onder andere gas en elektra) verantwoord.
16.11
Bijzondere waardeverandering van vlottende activa Grond- en ontwikkelposities Vastgoed bestemd voor verkoop Totaal
883.774
559.375
600.000
0
1.483.774
559.375
155
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
500.000
Dierenriemstraat - GAK
475.000
1 Waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie
de Velden
442.000
Hora Siccamasingel
100.000
2 Waardeverandering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie (met betrekking tot commercieel vastgoed) 3 Vrijval / dotatie voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen (met betrekking tot commercieel vastgoed)
-33.226
Totaal
1.483.774
3.947.734
2.423.125
0
0
-322.546
172.981
55.933
-156.131
3.681.121
2.439.975
4 Waardeveranderingen Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
Overige bedrijfslasten
Totaal
Zakelijke lasten
13.395.000
8.751.918
Met ingang van 2014 wordt de Waardeverandering verplichtingen verkocht onder voorwaarden onder Niet
Overige lasten
5.825.529
6.753.772
gerealiseerde waardeverandering vastgoedportefeuille opgenomen. Voorheen werden deze apart onder de
19.220.529
15.505.690
Totaal
Zakelijke lasten
Belastingen Verzekeringen Contributie landelijke federatie Heffingen Rijk Totaal
5.270.014
5.175.366
250.615
257.673
83.792
97.496
7.790.579
3.221.383
13.395.000
8.751.918
financiële baten en lasten verantwoord. De vergelijkende cijfers van 2013 zijn overeenkomstig aangepast. De post dotatie/vrijval voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen is als volgt samengesteld: Onrendabel deel commerciële ruimtes Damsterpoort
-470.305
Onrendabel deel Trefkoel blok B&C
-514.070
Onrendabel deel afronding Stadswerf
-30.849
Terugboeken onrendabel deel Trefkoel blok A parkeerplaatsen
56.020 79.199
Terugboeken onrendabele delen ivm verkoop woningen binnen herzieningstermijn
Overige lasten
Terugboeken onrendabel deel Grunobuurt blok 6
Huisvestingskosten
461.451
421.626
Beheer- en administratiekosten
484.717
435.164
Automatiseringskosten
950.856
940.233
1.277.821
2.471.236
86.788
80.912
2.563.896
2.404.601
5.825.529
6.753.772
Overige personeelskosten Bestuurs- en toezichtskosten Diverse bedrijfslasten Totaal
Honoraria van de onafhankelijke accountant
557.459
Totaal
18 18.1 18.2
Na een langere periode KPMG als accountant te hebben gehad is Nijestee in 2014 overgestapt naar
Jaarrekening en toelichting
Noorderkerk
Oosterhamriktracee
16.12
17
H 13
De post bijzondere waardeverandering van vlottende activa is als volgt opgebouwd:
-322.546
Financiële baten en lasten Waardeveranderingen van financiële vaste activa 0
-449.567
Geactiveerde rente vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
487.688
1.402.829
Geactiveerde rente vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop
0
0
Geactiveerde rente grondposities
0
0
95.598
94.723
Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De kosten van 2013 zijn geheel door KPMG gemaakt. In 2014 komt nog € 8.848 voor rekening van KPMG, het restant van € 51.346 is toe te wijzen aan PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. De volgende honoraria van PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. zijn in het boekjaar ten laste gebracht van de toegelaten instelling één en ander zoals bedoeld in artikel 2:382a BW.
Rente op overige financiële vaste activa 2014
2013
Onderzoek van de jaarrekening
44.621
82.763
Andere controleopdrachten
15.573
21.031
0
0
60.194
103.794
Andere niet controlediensten Totaal
Overige rente
53.708
65.510
636.994
1.563.062
-367.227
-380.118
Rente langlopende schulden
-17.728.375
-18.247.889
Rente kortlopende schulden
-143.360
-200.743
-18.238.962
-18.828.750
Totaal opbrengst
18.4
Rentelasten en soortgelijke kosten Toegevoegde rente egalisatierekening
Totaal
157
14
Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
H 14
Overige informatie Werknemers
De vennootschapsbelasting is in elk van de rechtspersonen opgenomen voor dat deel dat de desbetreffende
Gedurende het jaar 2014 had Nijestee gemiddeld 167,5 werknemers in dienst (2013: 181,6). Dit aantal is
rechtspersoon als zelfstandig belastingplichtige verschuldigd zou zijn, rekening houdend met voor de
gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Geen van de werknemers is werkzaam buiten Nederland.
Overige informatie
19
vennootschap geldende fiscale faciliteiten. Bestuurder en commissarissen Het gewogen gemiddelde toepasselijke belastingtarief bedraagt 25,0% (2013: 25,0%). De belastinglast in
Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen op grond van jaarrekeningrecht van:
de winst-en-verliesrekening over 2014 bedraagt € -1.706.797 ( 2013: € 252.909) en bevat de volgende componenten:
2014
2013
Acute belastingen boekjaar
0
0
Acute belastingen voorgaande jaren
0
0
Mutatie latente belastingen:
Bestuurder Commissarissen en voormalige commissarissen
2014
2013
180.656
185.801
59.560
59.560
De bezoldiging van bestuurder omvat:
Mutatie compensabele verliezen
3.919.712
0
Mutatie tijdelijke verschillen
-2.212.915
-252.909
0
0
•
beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, VUT, sabbatical leave en jubileumuitkeringen)
1.706.797
-252.909
•
uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband en
•
winstdelingen en bonusbetalingen.
Tariefswijzigingen Totaal mutatie
•
periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte, ter beschikking stelling van auto en presentiegelden),
De acute belastingen boekjaar is als volgt bepaald: Het totaalbedrag kan als volgt worden gespecificeerd: Resultaat voor belastingen volgens jaarrekening Onrendabele investeringen
1.208.334 3.116.607
15.281.177
-9.926.556
-967.910
Heffingen Rijk
2.710.010
Overige tijdelijke en permanente verschillen
-3.190.108
In de periodiek betaalde beloningen 2013 is een totaalbedrag van € 0 opgenomen voor de in 2014 over de
beloning 2013 afgedragen crisisheffing; deze heffing komt volledig ten laste van Nijestee. Over de beloning
Afschrijvingen Verkoopresultaat bestaand bezit Kwaliteitsverbetering
Totaal permanente en tijdelijke verschillen
7.023.220
8.231.554
Af: resultaat verrekening met voorgaande jaren
0
Belastbaar bedrag ter bepaling vennootschapsbelasting boekjaar
8.231.554
0
Na verrekening resteert € 18,9 miljoen (2013: € 18,2 miljoen) als verrekenbaar verlies met toekomstige winsten.
20
Pandgarant Totaal
Periodiek betaalde beloningen
Beloningen betaalbaar op termijn
Uitkering bij beëindiging dienstverband
winstdeling en bonus
2014
2013
2014
2013
2014
2013
2014
2013
146.620
151.629
34.036
34.172
-
-
-
-
P.L. Bregman
2014 is geen crisisheffing meer verschuldigd. De bezoldiging van de Raad van Commissarissen (Toezicht) kan als volgt worden gespecificeerd: Naam Dhr. W. de Jong
-15
-20
-14.445
0
-14.460
-20
Als lid van de raad van commissarissen
Als lid van commissarissen
2014
2013
14.520
14.520
Overige kosten
2014
2013
2014
2013
-
-
-
-
Dhr. A. Wink
9.680
9.680
-
-
-
-
Dhr. K. Blok
9.680
9.680
-
-
-
-
Mw. M. Buitenkamp
8.000
8.000
-
-
-
-
Dhr. E. de Boer
9.680
9.680
-
-
-
-
Mw. M. Kuin
8.000
8.000
-
-
-
-
59.560
59.560
Totaal
Resultaat deelnemingen Nijestee Onroerend Goed
Belastbaar bedrag
Acute belastingen boekjaar
Naam
Voor nadere toelichting wordt verwezen naar punt 3.1 van de toelichting
159
De directie van Nijestee bestaat uit de Algemeen directeur / bestuurder en de directeuren van de bedrijfsonderdelen FC&I, Onderhoud, Vastgoed en Woondiensten. Gezamenlijk zijn zij belast met de leiding van het DO. De salarissen van de overige directeuren vallen eveneens binnen de WNT.
Naam
Functie
Beloning
P.L. Bregman
directeur / bestuurder
H. Raatjes
directeur vastgoed
G. Euwema
directeur woondiensten
J.G. Houtsma
directeur financiën
J.F. Drenth
directeur onderhoud
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn
Totale bezoldiging
Duur van het dienstverband in het jaar (in dagen)
Omvang van het dienstverband in het jaar (in fte)
142.146
4.474
34.036
180.656
365
1
73.676
6.553
17.364
97.593
365
0,6
101.633
7.481
23.430
132.544
365
1
91.018
5.598
20.651
117.267
365
1
101.632
6.697
23.430
131.759
365
1
Er is geen sprake van overschrijding van de van toepassing zijnde WNT-normen, waarbij de WNT- norm zo nodig is herrekend op basis van een dienstverband korter dan een vol jaar en/of een dienstverband lager dan een
Overige informatie
Nijestee. Besluiten worden door het DO (Directie-overleg) genomen. De WNT is van toepassing op de leden van
De bezoldiging van de functionarissen die over 2014 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt:
H 14
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT)
voltijdsdienstverband.
Er is geen sprake van bezoldiging van topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen zonder dienstbetrekking en ook niet van bezoldiging van overige functionarissen met of zonder dienstbetrekking. Uitkeringen bij einde dienstverband topfunctionarissen & gewezen topfunctionarissen: Naam
Functie
Jaar waarin dienstverband is beëindigd
Uitkeringen bij einde dienstverband
G. Euwema
directeur woondiensten
formeel per 1-1-2015
In 2015 75.000
Er is geen sprake van uitkeringen bij einde dienstverband van overige functionarissen. De bezoldiging van de raad van commissarissen die over 2014 in het kader van de WNT verantwoord worden, is als volgt: Naam
Functie
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkosten-vergoedingen
Totale bezoldiging
Dhr. W. de Jong
voorzitter
12.000
1.008
13.008
Dhr. A. Wink
vice-voorzitter
8.000
0
8.000
Dhr. K. Blok
lid
8.000
738
8.738
Mw. M. Buitenkamp
lid
8.000
0
8.000
Dhr. E. de Boer
lid
8.000
457
8.457
Mw. M. Kuin
lid
8.000
53
8.053
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording De WNT stelt een maximum bezoldiging die voor 2014 is vastgesteld op 130% van een ministersalaris. Voor 2014 is dat bedrag vastgesteld op € 230.474. Aanvullend zijn vanaf 1 januari 2014 voor de sector maxima vastgesteld op basis van een aantal criteria. Hiervoor gelden een aantal bezoldigingsklassen. Indeling in een bezoldigingsklasse vindt plaats op basis van enerzijds het aantal verhuureenheden en anderzijds op basis van het aantal inwoners van de grootste gemeente waarin een toegelaten instelling minimaal 20% van haar verhuureenheden in eigendom of beheer heeft. Bezoldigingsklasse H omvat corporaties met 10.001 – 25.000 verhuureenheden en gemeentes van 150.001 – 375.000 inwoners. Op basis hiervan is Nijestee geplaatst in bezoldigingsklasse H. Het maximum voor Nijestee bedraagt € 185.200,-.
161
15
Overige gegevens Statutaire resultaatbestemming
bevindingen van PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. goed te keuren.
Aan het resultaat van de stichting mag statutair geen andere bestemming worden gegeven dan het doel van de stichting. Nijestee stelt zich tot doel om uitsluitend op het gebied van de volkshuisvesting bezig te zijn.
Groningen, 20 mei 2015
Overige gegevens
Het bestuur en de Raad van Commissarissen van Nijestee verklaren het jaarverslag na kennisname van de
H 15
Verklaring Bestuur en Raad van Commissarissen
Voorstel resultaatbestemming De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de raad van commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat is aan de overige reserves toegevoegd.
Bestuur
Gebeurtenissen na balansdatum
de heer P.L. Bregman
De Eerste Kamer stemde dinsdag 17 maart 2015 unaniem in met de herzieningswet Toegelaten Instellingen
Algemeen directeur/bestuurder
Volkshuisvesting. Dit wetsvoorstel beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. Daartoe worden de Woningwet en een aantal andere wetten gewijzigd.
Raad van Commissarissen
Naast het effect op de relatie met de externe stakeholders zal de herzieningswet ook van invloed zijn op het
de heer W.M. de Jong
te voeren beleid door de corporatie. Vanuit de herzieningswet worden restricties gelegd op activiteiten en het
Voorzitter
te volgen huurbeleid. De mogelijke effecten doen zich voor bij het kunnen uitontwikkelen van de bestaande projectenportefeuille, de samenstelling en financiering van het niet DAEB bezit, de wijze waarop woningtoewijzing dient plaats te vinden en de huurprijs die gevraagd kan worden.
de heer A. Wink Vice-voorzitter
Dit kan zijn weerslag hebben op kasstromen en daarvan afgeleid de waardering van het vastgoed. Omdat op onderdelen Algemene Maatregelen van Bestuur nog moeten worden ingevuld en de uitwerking door de corporatie van bovenstaande nog dient plaats te vinden is het op dit moment niet mogelijk om de financiële effecten te
de heer J.T. Blok
kwantificeren. Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
de heer E.A. de Boer
De controleverklaring van de onafhankelijke accountant bij de jaarrekening is op de volgende pagina’s opgenomen.
mevrouw M.A.E. Kuin
163
Benadrukking van de toelichting in de jaarrekening omtrent de risico’s als gevolg van de aardbevingsproblematiek Wij vestigen de aandacht op de tekst op de pagina’s 102 tot en met 104 in de toelichting van de jaarrekening, waarin de risico’s uiteengezet zijn met betrekking tot de beoordeling van het bestuur van de stichting ten aanzien
Verklaring betreffende de jaarrekening
van de (mogelijke) gevolgen van de aardbevingsproblematiek op de waardering van het vastgoed en
Wij hebben de in dit verslag op pagina 98 tot en met 162 opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Nijestee
de bedrijfsvoering. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel.
te Groningen gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst-enverliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de grondslagen voor
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
financiële verslaggeving en andere toelichtingen.
Ingevolge artikel 28, onderdeel b, van het Bbsh, voor wat betreft het in dit artikel genoemde jaarverslag, melden
Overige gegevens
Aan: de raad van commissarissen en het bestuur van Stichting Nijestee
H 15
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover Verantwoordelijkheid van het bestuur
wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de van toepassing zijnde bepalingen van titel 9 van Boek 2 van het
Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en
Burgerlijk Wetboek is opgesteld, en of de in artikel 2: 392 lid 1 onder g, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de bepalingen inzake de jaarrekening
bedoelde gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen
als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, de bepalingen van en krachtens de Wet Normering
beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 391, vierde lid, van Boek 2 van
bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en richtlijn 645 van de Raad voor de
het Burgerlijk Wetboek.
Jaarverslaggeving, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de bepalingen inzake het jaarverslag als opgenomen in artikel 26, eerste lid, van het Bbsh. Het bestuur van de stichting is
Zwolle, 20 mei 2015
voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het bestuur noodzakelijk acht om het opmaken
PricewaterhouseCoopers Accountants N.V.
van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Origineel getekend G.A.N. Turkenburg RA Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Controleprotocol WNT, en het controleprotocol in rubriek A van bijlage III bij het Bbsh. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Nijestee per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met artikel 26, eerste lid, van het Bbsh, de bepalingen van en krachtens de WNT en richtlijn 645 van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
165
Colofon Nijestee is met circa 13.500 woningen de grootste corporatie van de stad Groningen en heeft bezit in vrijwel alle wijken. Behalve woningen verhuurt Nijestee 1.000 andersoortige verhuurbare eenheden, zoals garageboxen en bedrijfspanden. Nijestee is op 31 december 1998 ontstaan na een fusie tussen de Groninger corporaties Gruno en Groningen. Het jaarverslag 2014 is in eigen beheer opgesteld.
Postadres:
Postbus 447, 9700 AK Groningen
Bezoekadres:
Damsterplein 1
Telefoon:
(050) 8533544
Internet: www.nijestee.nl
| basisontwerp - Groninger Ontwerpers | Illustraties - Menno Schreuder | opmaak - AG Freelance-dtp | druk - Chris Russell |
167