Jaarverslag 2014 Linnaeusinstituut
Conceptjaarverslag 2014.17-02-2015
Inhoud Voorwoord 1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Samenwerkingscontacten Affiliatieovereenkomst met AMC en VUmc Lidmaatschap vereniging STZ De Opleidings- en Onderwijs Regio AMC en VUmc Het Pentagoon Regionaal overleg SIGRA Regionaal overleg VBZ
2. 2.1 2.2 2.3 2.4
De opleiding tot basisarts De drie masterjaren van het VUmc-compas Ontwikkeling ‘dedicated’ schakeljaar Bijstelling van het VUmc-compas Winnaars Jan Heijlmanprijs 2014
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
De medische vervolgopleidingen De bestaande opleidingen en opleidingen in spe De centrale opleidingscommissies Het interne kwaliteitsbeleid Overige kwaliteitsinstrumenten Vereniging van arts-assistenten in KG en SZ
4. 4.1 4.2 4.3
De beroeps(vervolg)opleidingen Opleidingsbeleid De beroepsopleidingen De beroepsvervolgopleidingen
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
De bedrijfstrainingen Scholings- en trainingsactiviteiten Overkoepelende projecten KG en SZ Specifieke informatie KG Specifieke informatie SZ De digitale leeromgeving Stageaanvragen en -plaatsingen
6. 6.1 6.2 6.3
Het kenniscentrum De bibliotheek De (medische) fotografie Het skillslab
7. 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
Het wetenschappelijk onderzoek Het wetenschapsbureau Kernteam en onderzoekslijnen Kwaliteit en scholing Infrastructuur Wetenschappelijke in- en output Promoties Linnaeus Wetenschapsmagazine
8.
Spaarne Dagen en symposia
Bijlage 1: Samenstelling commissies ultimo 2014 Bijlage 2: Publicaties van stafleden KG, SZ en Streeklab in PubMed
1
Voorwoord Ook dit jaar weer een lijvige rapportage van alle werkzaamheden die in 2014 plaatsvonden binnen het Linnaeusinstituut Haarlem en Hoofddorp. Sinds de oprichting in 2009 zijn stappen van formaat gezet. Schoorvoetend begonnen als proeftuin binnen het Spaarne Ziekenhuis (SZ), waar iedereen nog aan het leerhuis moest wennen, en uiteindelijk doorgegroeid tot een groot STZ-instituut binnen het SZ en het Kennemer Gasthuis (KG). 2014 was het eerste jubileumjaar waarin kon worden teruggekeken op een gedegen en stevige positie binnen de twee ziekenhuizen. In ons vijfjarig bestaan was het jubileumsymposium in juni een goed bezocht en gewaardeerd evenement. Hierbij meteen de kanttekening dat in het kader van de fusie de openheid én bekendheid van het leerhuis belangrijke en strategische aandacht vraagt. Het jubileumjaar was ook het jaar waarin collega Maarten Schutte met zijn rijke ervaring uit het OLVG het leerhuis kwam versterken als directeur a.i. en onze medewerkers met raad en daad bijstond. Wij zijn hem zeer erkentelijk voor het ‘bewaken’ van het fort en een prima overdracht van de zaken die aandacht vragen. 2014 bracht een mooie erkenning van de positie van het Linnaeusinstituut als belangrijke pilaar naast de patiëntenzorg binnen het KG en SZ. Tevens werd in een rapport een fundamentele basis gelegd voor het initiëren, starten, uitvoeren en verwerken van wetenschappelijk onderzoek in onze ziekenhuizen. Verder heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de subsidieregeling ‘Kwaliteitsimpuls Personeel Ziekenhuiszorg’ beschikbaar gesteld. Op basis van deze regeling hebben het KG en SZ subsidie ontvangen voor de verdere ontwikkeling van hun medewerkers door opleiding, bij- en nascholing en voor de daarvoor benodigde faciliteiten. De uitwerking hiervan werd beschreven in een strategisch opleidingsplan; een opleidingsadviescommissie zal dit plan in 2015 uitwerken. In het voor- en najaar werd een beleidsmiddag georganiseerd voor alle medewerkers van het Linnaeusinstituut om gezamenlijk een missie en visie voor de komende jaren te ontwikkelen. Wij verwachten dat 2015 het belangrijkste jaar uit de geschiedenis van het Linnaeusinstituut gaat worden. De effectuering van de plannen voor de fusie tot een groot Spaarne Gasthuis zal gaan leiden tot een nieuwe basis van een gemoderniseerd en goed geïntegreerd STZ-leerhuis. Wat wij vooral hopen, is dat op alle niveaus ‘het lerend werken’ een belangrijk onderdeel gaat worden voor het optimaliseren van het STZ-gevoel in ons Spaarne Gasthuis.
Haarlem/Hoofddorp, maart 2015
Mark van Leeuwen, bedrijfskundig manager Peter de Winter, kinderarts/decaan
2
1.
Samenwerkingscontacten
1.1
Affiliatieovereenkomst met AMC en VUmc
Beide ziekenhuizen hebben een affiliatieovereenkomst met het Academisch Medisch Centrum (AMC) en het Vrije Universiteit medisch centrum (VUmc).
1.2
Lidmaatschap van de vereniging STZ
Het KG en SZ zijn lid van de vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ). Binnen de STZ zijn onderwijs, opleiden en onderzoek de drie belangrijke peilers, naast veiligheid en kwaliteit. De raad van bestuur participeert in de algemene ledenvergadering en verschillende medewerkers nemen deel aan diverse netwerkbijeenkomsten (variërend van ARBO en communicatie tot wetenschap). De voorzitter raad van bestuur (RvB) is in 2014 benoemd tot bestuurslid van de STZ met de portefeuille P&O. Een aantal medewerkers van KG en SZ heeft zich aangemeld voor de STZ Klankbordgroep Young Professionals, met als doel: s amenwerken aan een toekomstbestendige zorg, drijvend op de energie van ‘jongeren’ en de kennis van ‘senioren’. Betere zorg tegen minder kosten. Dat is het doel van het STZ-kwaliteitsprogramma IMAGINE. Dit project moet leiden tot minder complicaties, minder over diagnostiek, minder overbehandeling en meer doelmatigheid. Gedurende 1 jaar nemen 4 medisch specialisten uit KG en SZ deel aan het traject ‘clinical leaderschip’ en daarbinnen aan het deelproject ‘voorkomen van heropnames bij ouderen’.
1.3
De Onderwijs- en Ople idings Regio AMC en VUmc
De twee ziekenhuizen vervullen een actieve rol binnen de Opleidings- en Onderwijs Regio (OOR) van het AMC en VUmc. De voorzitter van de RvB heeft zitting in beide algemene besturen. De bestuursvoorzitter is eveneens lid van het dagelijks bestuur van de OOR VUmc. Regionale Centrale Opleidingscommissie Binnen de OOR VUmc is een regionale Centrale OpleidingsCommissie (rCOC) actief. De commissie komt gemiddeld drie à vier maal per jaar bijeen. Namens KG en SZ nemen de voorzitters van de centrale opleidingscommissies, de decaan van het Linnaeusinstituut, en de onderwijscoördinator deel aan dit overlegorgaan. In het verslagjaar waren de belangrijkste gespreksonderwerpen: de ontwikkeling van het ‘dedicated’ schakeljaar; de flexibilisering van de opleidingsduur van aios; het aanbod inzake disciplineoverstijgend onderwijs voor aios en Teach the Teachercursussen voor opleiders; de alliantie AMC-VUmc met als uitgangspunt één UMC.
1.4
Het Pentagoon
In het Pentagoon overleggen het KG en SZ periodiek met het Medisch Centrum Alkmaar (MCA), het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) en het VUmc. Het Pentagoon richt zich voornamelijk op projecten ten aanzien van regionaal opleiden. In 2014 was met name de werkgroep voor de beroeps(vervolg)opleidingen en bedrijfstrainingen actief en lag de focus op regionale samenwerking gericht op de beroepsvervolgopleidingen.
3
1.5
Re gionaal overleg SIGRA
Het KG en SZ participeren in het ZONN-project (ZorgOpleidingen Noordwest Nederland) van de Stichting Samenwerkende Instellingen Gezondheidszorg Regio Amsterdam (SIGRA). Doelstelling van dit project is: afstemming van het strategisch personeelbeleid op het strategisch opleidingsbeleid. Het project richt zich op de gespecialiseerde functies voor de verpleegkundige en de medisch ondersteunende disciplines in de ziekenhuizen. Het betreft 15 opleidingen die bekostigd worden uit de beschikbaarheidsbijdrage onder uitvoering van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De samenwerking richt zich op het voorkomen van arbeidsmarktproblematiek en op een duurzame inzetbaarheid van goed gekwalificeerd personeel in de regio.
1.6
Re gionaal overleg VBZ
Bureau VBZ is het regionale uitvoerende bureau van de Vereniging Bedrijfstak Zorg. Het KG en SZ zijn lid van de VBZ. In 2014 is voor de zorg- en welzijnssector een gezamenlijk plan ingediend om voor de komende jaren de deskundigheid van het personeel te verhogen en hen goed op te leiden. Voor de uitvoering van deze plannen heeft het ministerie van VWS een subsidie beschikbaar gesteld.
4
2. 2.1
De opleiding tot basisarts De drie masterjaren van het VUmc-compas
Masterjaar 1 (M1) Waar mogelijk werd aan de arts-docenten ruimte gegeven voor didactische scholing. Daarnaast volgde een aantal van hen aanvullende didactische scholing, zoals de Teach the Teacher-cursus, feedbacktraining en intervisie. Twee medewerkers van medisch onderwijs locatie KG namen deel aan het NVMO-congres in Egmond. In de docentenvergaderingen (4x per jaar) kwamen de volgende onderwerpen aan bod: feedback (inclusief acteur en rollenspellen), klinisch redeneren/ gedachtewisseling over onderwijs geven, herinrichting masteronderwijs. De lunchvergaderingen van de arts-docenten, waarin verschillende aspecten van M1 de revue passeren, werden in het KG gecontinueerd. In het SZ vond enkele malen het studentenoverleg plaats, ter bespreking van studenten die een 6 of minder scoren tijdens de tussen- en/of eindbeoordeling van hun leerstages. Masterjaar 2 (M2) Overleg met de opleiders (medisch specialisten) masteropleiding (OMO) vond 1x plaats in KG en SZ. Oprichting mini COC: De coassistentenopleiders en alle andere betrokkenen bij de masterfase zijn op 2 bijeenkomsten geïnformeerd over de notitie ‘bijstelling masterfase van de opleiding geneeskunde en het nieuw in te voeren 'schakeljaar’. De intentie is om in 2015 een M-COC (Mini/Master-COC), als subcommissie van de reguliere COC, op te richten met als doel te informeren en inventariseren en als klankbord te dienen voor alle veranderingen in de masterfase die komend jaar gefaseerd ingevoerd zullen gaan worden. Er heeft een pilot plaatsgevonden in de M2-stage interne geneeskunde . Coassistenten worden tijdens hun stage beoordeeld aan de hand van onder meer een ‘feedbackboekje’. In dit boekje worden normaliter, naast mondelinge feedback, ook cijfers gegeven. In de pilot werd ruimte gemaakt voor het geven van geschreven feedback, in plaats van het geven van cijfers. De tussen- en eindbeoordelingen werden wel uitgedrukt in een cijfer. Masterjaar 3 (M3) Naast de 50 studenten die een vakinhoudelijke keuzestage volgden , kozen 2 studenten voor de keuzestage ‘Raad van bestuur en ziekenhuisorganisatie’ en 3 voor de keuzestage ‘Onderwijs’. Voor 2015 zijn de volgende nieuwe keuzestages ontwikkeld: ‘Huisartsenpost/Spoedpost’, ‘Sportgeneeskunde’ en ‘Ziekenhuispsychiatrie’. In de wetenschappelijke stage (zie figuur 1.) krijgen de studenten intensieve begeleiding van de medisch specialist en het wetenschapsbureau (coördinator wetenschappelijke stages, statisticus en methodoloog).
5
Figuur 1.
Aantal wetenschappelijke stages Kennemer Gasthuis en Spaarne Ziekenhuis 18 16 14 12 10 8 6 4 2 KG 0
SZ 2009
2010
2011
2012
2013
2014
6
Tabe l 1. Aantal jaarplaatsen (+ aanta l masterstudente n) in M1-M2-M3 (KS=keuzestage, SAS=semi-artsstage, en WS=wetensc hapsstage) per va kgroep
Specialisme
Anesthesiologie Beeldvormende technieken Bedrijfsarts Cardiologie Chirurgie
Dermatologie Interne geneeskunde Interne/ncologie Interne/IC IC -geneeskunde IC -geneekunde/ anesthesiologie Kindergeneeskunde Klinische chemie Klinische fysica Klinische geriatrie KNO-heelkunde Longgeneeskunde MDL-ziekten Medische microbiologie MKA-chirurgie Nefrologie Neurologie Nucleaire geneeskunde Obstetrie & gynaecologie Oncologie Onderwijs LI
Oogheelkunde Orthopedie Pathologie Plastische chirurgie Psychiatrie Raad van Bestuur en Ziekenhuisorganisatie Radiologie Reumatologie Revalidatiegeneeskunde SEH-geneeskunde Streeklaboratorium Urologie
M1 KG
8 (62) 1 (24) 1 in SZ (24)) 8 (70)
SZ
8 (58)
M2 KG
SZ
M3 – KS
M3 – SAS
M3 – WS
KG 1(1)
SZ 1 (1)
KG
SZ 1 (1) IC U (1)
KG
1(0)
1 (0)
1(2)
1 (1) 1 (2)
1 (2) 9 (8)
1 (2) 4 (6)
9 (47) 9 (49) 1 (2)
3 (61) 8 (57)
9 (42) 9 (47)
8 (62)
8 (57)
4 (48) 4 (48) 1(1) 1(0)
2 (64)
8 (54)
8 (57)
8 (62)
8 (57)
1 (24) 1 OMC (24)
1 (21) 1 OMC (21)
1(0) 1(0) 2 (33) 3 (34) 1(0) 4 (47) 4 (52) 1(2)
3
1 (2) (1)
(1) (0) (0) (1)
1 (2) 2 (3)
1 (5) 1 (1)
1 (0) 1 (1)
1 (1) 1 (3)
1 (0) 1 (2)
1 1 1 1 1
1 (2)
1 (2)
1(1)
1(1)
1 1 1 1 1
1(0) 1(1) 1(1)
1 (1) 1 (1) 1 (0)
1(1) 8 (57)
(0) (1) (0) (1) (0)
1(1)
2 (25)
5
(1) (1) (0) (0) (1)
2 (5) 2 (4) 1 2
1 (1)
1 1
1 (1) 1 (3) 3 (5)
3 (5)
5 1
1 (1) 1 (2)
1
1(3) 1(1)
Urologie/seksuologie/ gynaecologie
Totaal
1 1 1 1
1 (1) 1 (2) (1)
1 (3) 2 (1)
2 (42) 1(1)
8 (54)
1 (2)
2 (7)
1 (0)
SZ
1 (1)
1 (1)
1 (2)
1 1
31 (46)
24 (41)
9
1 (2) 54 (524)
55 (488)
30 29 19 (242) (230) (17)
28 (21)
10
7
2.2
Ontwikkeling ‘dedicated’ scha keljaar
Begin 2013 heeft de Raad van bestuur van het VUmc de opdracht gegeven voor uniformering van het derde masterjaar met de geneeskundeopleiding van het AMC , en voor de ontwikkeling van een ‘dedicated schakeljaar’ met de geneeskundeopleiding van het AMC. De contouren voor dit gezamenlijke M3-jaar en het schakeljaar zijn nu gereed. Vanaf januari 2015 kunnen studenten solliciteren om in M3 een schakelstage te volgen. Het betreft een klinische stage van 24 weken: studenten voegen 8 weken keuzeonderwijs toe aan hun semi-artsstage (16 weken). Het idee achter het schakeljaar is dat ‘schakelstudenten’ in hun laatste masterjaar al competenties verwerven die van toepassing zijn in de medisch specialistische vervolgopleiding. Studenten die de schakelstage met goed gevolg doorlopen, kunnen mogelijk gemakkelijker doorstromen in de bijbehorende vervolgopleiding. In 2015 zal het schakeljaar nog in de vorm van een pilot worden uitgevoerd; daarna willen VUmc en AMC het schakeljaar regulier inzetten voor ongeveer 10% van het totaal van de studenten. Voor het KG en SZ zijn voorbereidingen getroffen voor de logistiek en planning rondom de schakelstudenten. In de nieuwe situatie heet M3 het ‘profileringsjaar.
2.3
Bijstelling van het VUmc-compas
De huidige masteropleiding geneeskunde aan de VU is ingevoerd in oktober 2008. Sinds eind 2011 worden de masterjaren 1, 2 en 3 volledig uitgevoerd in zowel het VUmc als de affiliatieziekenhuizen (KG, SZ, SLAZ en MCA). Eind 2011 is de gehele opleiding (bachelor en master) gevisiteerd door de QANU (Quality Assurance Nederlandse Universiteiten) en voldoende bevonden. Er zijn aanbevelingen gedaan voor de bijstelling van de masterjaren 1 en 2. Inmiddels heeft het Linnaeusinstituut uit de afgelopen jaren studentevaluatiegegevens voorhanden en informatie van de docenten, verbonden aan het VUmc en de geaffilieerde ziekenhuizen. Uit deze input zijn verbeterpunten voor de masteropleiding gekristalliseerd. Medio juni werd een themadag gehouden, waaraan docenten en coördinatoren van de samenwerkingspartners en studenten en medewerkers van de opleiding deelnamen. Dit alles heeft geresulteerd in een aantal uitgangspunten die in 2015 moeten leiden tot een bijgesteld programma van de opleiding geneeskunde.
2.4
Winnaars Jan He ijlmanprijs 2014
Met de Jan Heijlmanprijs – vernoemd naar Jan Heijlman, voormalig onderwijscoördinator van het VUmc – geven masterstudenten van genoemde instelling hun mening over de in hun ogen beste stages en stagebegeleiders in de masterfase. De volgende prijzen werden toebedeeld: Beste junior-coschap 1 e plaats: interne geneeskunde KG 2 e plaats: heelkunde SZ Beste docent prof. dr. Menso Nubé, leerstage interne geneeskunde KG Beste M2-coschap 1 e plaats: heelkunde SZ 3 e plaats: interne geneeskunde SZ Beste specialist 2 e plaats: Frank de Beer, neuroloog KG Beste arts-assistent 1 e plaats, Joost Willems, heelkunde SZ 2 e plaats: Diederik Smit, interne geneeskunde KG
8
3.
De medische vervolgopleidingen
3.1
De bestaande opleidingen en opleidingen in spe
In 2014 beschikten het KG en het SZ ove r de opleidingserkenning voor elk vijftien medische vervolgopleidingen. Vrijwel alle opleidingen vinden plaats in samenwerking met het AMC, het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het VUmc, en het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis (OLVG). Voor de invulling van de zelfstandige opleidingen klinische chemie & laboratoriumgeneeskunde en ziekenhuisfarmacie werken het KG en het SZ nauw samen. De klinisch geriaters dienden reeds in oktober 2013 bij de Registratie Commissie Geneeskundig Specialisten (RGS) een Erkenningsaanvraag Eerste Erkenning in. De visitatie heeft in januari 2015 plaatsgevonden. Het resultaat hiervan was bij het schrijven van dit verslag nog niet bekend. Tabel 2: overzicht van het aantal arts-assistenten (+fte) per medische vervolgopleiding Opleiding
Aantal aios samen
Anesthesiologie Cardiologie
5 (1.97)
Chirurgie Interne geneeskunde Keel-neus-oorheelkunde Kindergeneeskunde Klinische chemie & laboratoriumgeneeskunde Klinische fysica Longziekten & tuberculose
Aantal aios KG
10 (8.48) 39 (28.07) 0,99 (0,99)
3 (1.93) 3 (2.33)
Mond-, kaak- en aangezichtschirurgie
3 (2.00)
Neurologie Nucleaire geneeskunde Obstetrie & gynaecologie Orthopedie
2 (0.95) 11 (6.60)
Pathologie Radiologie Reumatologie Revalidatiegeneeskunde
Totaal
5 (2.6) 4 (2.0) 12 (8,2) 17 (12.3) 3 (1.00) 5 (2.9)
3 (1.90)
Maag-darm-leverziekten
Spoedeisende hulp-geneeskunde Urologie Ziekenhuisfarmacie
Aantal aios SZ
2 (1.00) 9 (5.1)
1 (0.8) 2 (0,5) 10 (4.8) 12 (5.8)
2 (1.25) 13 (6.86) 2 (1.11) 4 (2.0) 4 (3.96) 4 (3.1) 5 (4.00) 8 (5.90)
97,99 (66.49)
90 (52.50)
Overige vervolgopleidingen Het KG heeft een erkenning voor het basisberoep gezondheidszorgpsycholoog (2 piog, 1.6 fte) en voor het specialisme klinisch psycholoog (1 gios, 1.0 fte). De wens bestaat om binnen het Spaarne Gasthuis (SG) de opleiding te verwerven voor een GZ-psycholoog kinder & jeugd. De aanvraag hiervoor zal naar verwachting voorjaar 2015 worden ingediend. Het Rode Kruis Ziekenhuis (RKZ) Beverwijk verzorgt de opleiding plastische chirurgie (na de visitatie in mei met 5 jaar verlengd). Sinds 2014 lopen 2 aios gedurende een half jaar stage in het KG, waar A.K.J. Ah med de stagebegeleider is.
9
Stageplaatsen voor huisartsen in opleiding Beide ziekenhuizen hebben erkende stageplaatsen voor artsen in opleiding tot huisarts. In het KG bij de vakgroepen chirurgie/SEH, interne geneeskunde, kindergeneeskunde, klinische geriatrie, neurologie, psychiatrie en reumatologie. In het SZ bij de vakgroepen kindergeneeskunde , gynaecologie, reumatologie en chirurgie/SEH. Opleidin gsvisitaties De in 2014 gevisiteerde medische vervolgopleidingen zijn vrijwel alle voor vijf jaar gecontinueerd. In het KG ging het om de opleidingen neurologie, pathologie en radiologie. De opleiding spoedeisende geneeskunde kreeg een hernieuwde erkenning voor 2 jaar. In het SZ betrof het de opleiding nucleaire geneeskunde; de uitkomst van de visitatie van de opleiding urologie was bij het schrijven van dit verslag nog niet bekend. Ook de erkenning voor de opleiding tot klinisch chemicus, overstijgend voor KG en SZ, werd met vijf jaar verlengd.
3.2
De ce ntrale ople idingscommissies
De twee centrale opleidingscommissies (COC) hebben de taak om een gunstig en ve ilig opleidingsklimaat te bevorderen en te handhaven. De commissies krijgen hierbij actieve ondersteuning van het Linnaeusinstituut. Het dagelijks bestuur (DB) COC bereidt de plenaire vergaderingen voor en brengt in samenwerking met het Linnaeusinstituut de verschillende kwaliteitsinstrumenten ten uitvoer. Zowel in de COC als in het DB zijn de arts -assistenten vertegenwoordigd. De twee COC’s zullen per 1 april 2015 fuseren. Voorzitter van de COC SG wordt mw. dr. A. Vollebregt,gynaecoloog en opleider O&G SZ. Dr. R. Tukkie, cardioloog en opleider cardiologie KG wordt plaatsvervangend voorzitter. Samensmelting medische vervolgopleidingen In beide commissies ging speciale aandacht uit naar de noodzakelijke samensmelting van de medische vervolgopleidingen in het kader van de fusie van KG en SZ. Door samenvoeging van alle opleidingen zullen er – na ontdubbelen – uiteindelijk 21 erkende opleidingen zijn. De secretaris van de RGS werd in beide COC’s uitgenodigd voor een toelichting op de geldende voorwaarden voor en de consequenties van de samenvoeging. De RGS-secretaris schoof tevens aan bij een overleg met de twee DB’s en de voorzitter RvB KG/SZ, waarin per erkende opleiding werd besproken wat de gevolgen zijn voor de erkenning van de opleidingen en de daaraan verbonden visitatiedata. Een belangrijk onderdeel van de opleidingen is het generaal rapport, waarbij alle leden van de opleidingsgroep aanwezig dienen te zijn. Na de fusie zijn er meerdere opleidingslocaties, de mogelijkheid tot teleconferentie is dan noodzakelijk. Derhalve heeft de RvB op initiatief van de COC’s, een ‘werkgroep teleconferentie’ ingesteld. De werkgroep inventariseert de wensen van de diverse opleiders en zal in 2015 beslissen met welke leverancier het SG in zee gaat voor het realiseren van de audiovisuele voorzieningen. In het vroege voorjaar van 2015 zal gestart worden met de invoering van teleconferentiegebonden patiëntenoverdrachten . OZON-conferentie Op verzoek van het bestuur van het samenwerkingsverband OZON (Onderwijs en opleiding Zorg Onderzoek Netwerk noordwest Noord Holland) organiseerden de COC’s op 18 september een bijeenkomst in het SZ, voor aios, opleiders en onderwijskundigen van de betrokken ziekenhuizen. Doel hiervan was in gezamenlijkheid een missie en visie te formuleren ten aanzien van het opleiden van medisch specialisten in de OOR VUmc. Deze missie en visie moeten enerzijds richting geven aan de strategie en het beleid voor de komende jaren en moeten anderzijds duidelijk maken wat de opleidingsregio kenmerkt. Bij deze bije enkomst waren ook diverse specialisten en aios uit KG/SZ aanwezig. De bijeenkomst vond ook plaats in het MCA, SLAZ en VUmc, waarbij de diverse OOR-partners hun input leverden. Er volgt nog een slotconferentie.
10
Werkgroep anios Op verzoek van de RvB is een ‘werkgroep anios’ ingesteld onder voorzitterschap van de directeur Linnaeusinstituut a.i. met als doel het beleid rondom arts-assistenten niet-in-opleiding tot specialist in KG/SZ af te stemmen en hierover een advies aan de RvB uit te brengen. De werkgroep bestond uit de voorzitters en plaatsvervangend voorzitters van de beide COC’s en drie leden van de medische staf van KG en SZ. De werkgroep kwam drie maal bijeen en eind 2014 zijn de bevindingen aan de RvB voorgelegd. Stage ‘ziekenhuisorganisatie en bestuur’ voor aios Verschillende opleiders (longziekten, klinische fysica, urologie) werden door aios benaderd met een stageverzoek op het gebied van ziekenhuisorganisatie en –management. Onderwijs op het gebied van ziekenhuismanagement is in de opleidingen onderbelicht. Hun verzoek vormde de aanleiding om als SG een stage ‘ziekenhuisorganisatie en bestuur voor aios’ te organiseren. Twee aios meldden zich voor de pilotstage die in januari 2015 is gestart. Zij zullen 6 maanden lang (2 dagen per week) kennismaken met de wereld van management, organisatie en bestuur, diverse stakeholders ontmoeten en een eigen opdracht formuleren en uitvoeren. Tijdens de stage zal ook aandacht worden besteed aan persoonlijk leiderschap en is er tweewekelijks onderwijs door verschillende sleutelfiguren en experts voor de twee aios en maximaal 6 medisch managers [MOOS – management en organisatie onderwijs voor specialisten, in de wandelgangen ook wel Fontainebleau aan het Spaarne (onderwijs)].
3.3
Het interne kwalite itsbele id
De modernisering van de medische vervolgopleidingen heeft een zwaardere verantwoordelijkheid voor de COC met zich meegebracht. Nu de verschillende kwaliteitsinstrumenten zijn geïmplementeerd, werd in 2014 de nadruk gelegd op het volledig doorlopen van de P DCA (plan, do, check, act)-cycli, wat ook in 2015 alle aandacht zal krijgen. Om de stand van zaken in de individuele vakgroepen optimaal te kunnen volgen, worden alle kwaliteitsinstrumenten overzichtelijk in kaart gebracht in het ‘kwaliteitsoverzicht medis che vervolgopleidingen’ (een soort dashboard dat zich in 2015 verder zal uitkristalliseren). In dit kwaliteitsoverzicht zijn per vakgroep de resultaten opgenomen van: Proefvisitaties Deze worden geruime tijd voorafgaand aan een opleidings visitatie uitgevoerd. Het gesprek met de aios aan de hand van een door hen ingevulde vragenlijst vormt de kern. Naar aanleiding van dit gesprek worden aandachtspunten geformuleerd en de opleidingsgroep wordt verzocht op basis hiervan samen met de aios een plan van aanpak uit te werken. De COC wordt hierover geïnformeerd via de verslagen van de opleidingsvergadering. In het KG werden proefvisitaties uitgevoerd voor de klinische geriatrie (2 e keer), MDL-ziekten, MKA-chirurgie, neurologie en pathologie; in het SZ voor de cardiologie, klinische chemie, nucleaire geneeskunde, en urologie. Dutch Residency Educational Climate Test (D-RECT) Deze enquête, waarmee via de beantwoording van ruim vijftig vragen een indruk wordt verkregen van het opleidingsklimaat binnen een vakgroep, wordt jaarlijks uitgevoerd bij alle opleidingen. De respons van de aios (in KG 57%, in SZ 67%) stelde tevreden. De resultaten werden toegezonden aan de opleiders van vakgroepen met vier of meer respondenten, en aan de aios bij een kleiner aantal geënquêteerden, met het verzoek de uitkomsten te bespreken in de opleidingsvergadering en een plan van aanpak op te stellen voor de minder scorende onderwerpen. Ook in de COC -vergaderingen werden de resultaten van de verschillende vakgroepen plenair besproken. Systematic Evaluation of Teaching Quality (SETQ) Dit evaluatie-instrument richt zich op de opleiderskwaliteiten van medisch specialisten zoals die door de a(n)ios én in hun eigen optiek worden ervaren. De leden van de opleidingsgroep worden beoordeeld door de a(n)ios en zij beoordelen zichzelf. De resultaten kunnen aanknopingspunten bieden voor het optimaliseren van het opleidingsklimaat. De SETQ wordt aanbevolen voor vakgroepen met minimaal vier aios,
11
maar ook opleidingsgroepen met een kleiner aantal aios willen participeren. In het KG deden de interne geneeskunde, klinische geriatrie, obstetrie & gynaecologie en radiologie mee; in het SZ participeerden de interne geneeskunde, kindergeneeskunde, longgeneeskunde en orthopedie ; gynaecologie en heelkunde deden mee in OORverband. TeamQ Deze enquête toetst de wijze waarop de opleidersgroep samenwerkt en heeft als doel het verbeteren van de onderlinge samenwerking en het bereiken van een eenduidige begeleidingsstrategie. In het KG namen de vakgroepen neurologie en ziekenhuisfarmacie deel. Werkplekbezoeken Om ook in de periode tussen de opleidingsvisitaties inzicht te krijgen in hoeverre de dagelijkse opleidingspraktijk overeenstemt met het lokaal opleidingsplan (LOP) worden werkplekbezoeken georganiseerd: een bezoek aan de afdeling, gevolgd door een gesprek met een delegatie van de a(n)ios met een afvaardiging van het COC -bestuur. Voorafgaand aan dit werkplekbezoek worden aan de hand van het kwaliteitsoverzicht aandachtspunten geformuleerd die ter sprake zullen komen. Er wordt voornamelijk gelet op wat er is gedaan met de resultaten van de opleidingsvisitatie, eventuele terugkerende actiepunten uit de verslagen van de opleidingsvergadering en op de daadwerkelijke implementatie van het LOP in de dagelijkse opleidingspraktijk. Gestreefd wordt het werkplekbezoek jaarlijks uit te voeren. Eens in de twee jaar is er een nagesprek in de vorm van een interne audit: een genotuleerd gesprek over de opleiding met de opleider en plaatsvervangend opleider, de voorzitters RvB en COC, en de decaan van het LI. Hierin kan dan een directe terugkoppeling plaatsvinden van het werkplekbezoek met de a(n)ios. Aan de hand van de verkregen gegevens stelt de COC een ‘tip -top rapportage’ op en wordt de vakgroep verzocht deze in een opleidingsvergadering uit te werken in een plan van aanpak. Werkplekbezoeken vonden in het KG plaats bij de longgeneeskunde en de chirurgie en in het SZ bij de klinische fysica, orthopedie, heelkunde, longgeneeskunde en kindergeneeskunde. Alle partijen (aios en opleiders) zijn het eens over de grote meerwaarde van dit kwaliteitsinstrument. Bezien moet worden hoe binnen de COC SG hiermee verder wordt gegaan. Interne audit In het KG werd een interne audit uitgevoerd bij de interne geneeskunde; in het SZ werd de interne audit in combinatie met het werkplekbezoek uitgevoerd (zie hierboven). Exitgesprekken Met de vertrekkende aios worden exitgesprekken gevoerd, waarin de aios wordt uitgenodigd om de sterke en de verbeterpunten te benoemen van de opleiding en de achterliggende factoren die hierin een rol spelen. Vanwege het verdiepende effect is het exitgesprek een waardevol instrument gebleken om een beeld te krijgen van het functioneren van een opleiding. Deze vertrouwelijke gesprekken vonden in het KG 21 maal plaats en in het SZ 24 maal. Teach the Teacher (Tt T)-trainingen en verdiepingsmodules Vrijwel alle opleiders en leden van de opleidingsgroepen hebben minimaal de verplichte basiscursus didactische vaardigheden gevolgd. Aan de basiscursus van het VUmc TtT namen in het SZ 6 specialisten en 1 arts-docent deel, aan de TtT III 5 specialisten. In het KG werden 3 trainingen georganiseerd voor ruim 30 medisch specialisten. De klinisch chemici volgden samen met hun assistenten een TtT-training op maat. De voor het KG en SZ georganiseerde cursus ‘Kenniscafé/Canmeds’ door het AMC werd bezocht door 21 specialisten. Zes specialisten uit KG en SZ volgden de verdiepingsmodule ‘Leervoorkeuren’. De maatschap interne geneeskunde organiseerde een vakgroepbrede training met als onderwerp ‘de patiëntbespreking, zo draag je over’. De opleider en plaatsvervangend opleider van de orthopedie en de ziekenhuisfarmacie volgden de module ‘Leiderschap in Opleiden’ bij het AMC. Intervisie voor opleiders en arts-assistenten De opleiders KNO-heelkunde en longgeneeskunde KG namen deel aan een intervisie-
12
3.4
groep in het AMC. Zes andere opleiders (waarvan 1 opleider in spe) nemen deel aan intervisiebijeenkomsten in het KG onder leiding van een coach van het AMC. Van het aanbod van intervisie voor arts-assistenten werd in het KG geen- en in het SZ amper gebruik van gemaakt. Deze pilot is dan ook na een paar maanden gestaakt. Portfolio In beide ziekenhuizen houden de arts-assistenten een (digitaal) portfolio (van o.a. VREST en EPASS) bij en vinden korte praktijkbeoordelingen, OSATS (Objective Structured Assessments of Technical Skills), 3 60 o feedback en stage- en voortgangsgesprekken plaats.
Overige kwaliteitsinstrumenten
Disciplineoverstijgend onderwijs/Linnaeusonderwijs In beide ziekenhuizen wordt disciplineoverstijgend onderwijs (DOO, in SZ Linnaeusonderwijs geheten) aangeboden aan aios ( verplichte deelname) en andere belangstellenden. Het onderwijs richt zich vooral op de generieke competenties. De onderwerpen worden vastgesteld in samenspraak met de arts-assistentenverenigingen. De programma’s worden ingevuld door in- en externe sprekers. regelafstand van deze alinea aanpassen. Lukt mij niet! Onderwerpen DOO KG - De arts heeft een eenzaam beroep - Hoor en wederhoor - ‘Wat kunnen we leren van Tuitjenhorn’ - Posthumus Meyjessymposium - Verleidingen in de wetenschap - Consultteam palliatieve zorg Onderwerpen Linnaeusonderwijs SZ - Dokter en leidinggeven: Van lijderschap naar leiderschap - Dokter en wetenschap: Is vroeger beter, zin en onzin van bevolkingsonderzoek - Arts-Assistentensymposium: Antistolling: Wonder of Gedonder? - Sociale media - Hoe om te gaan met calamiteiten Introductie- en trainingsprogramma voor arts-assistenten Alle nieuwe arts-assistenten volgen een verplicht introductie - en trainingsprogramma (in KG 4, in SZ 5 dagen) waarin een ABCDE-, ALS- en BLS-training zijn opgenomen conform de richtlijnen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). De ABCDE-training voor deelnemers uit beide ziekenhuizen vindt plaats in het SZ; als de capaciteit het toelaat, participeren ook de semi-artsen van het SZ. In 2014 namen 67 a(n)ios uit het KG deel aan de ABCDE-training, 70 a(n)ios uit het SZ, 7 nieuwe medisch specialisten en 24 nieuwe semi-artsen. Vertrouwenspersoon De onderwijscoördinator vervult de functie van vertrouwenspersoon voor de co- en artsassistenten. In het verslagjaar werd zij in die hoedanigheid 15 keer benaderd.
3.5
Vereniging van arts-assistente n in KG e n SZ
De Vereniging van Arts-Assistenten van het KG (VAAK) en de Centrale Assistenten Vereniging (CAV) van het SZ zetten zich in voor de belangen van de a(n)ios en bevorderen de onderlinge contacten door het organiseren van sociale activiteiten. Zij worden hierin ondersteund door het Linnaeusinstituut. In beide ziekenhuizen neemt een afvaardiging van het bestuur deel aan het overleg van het DB van de COC, de plenaire COC-vergaderingen, de werkplekbezoeken en de proefvisitaties. In het KG was er in het verslagjaar eenmaal overleg over lopende zaken tussen het VAAK-bestuur en het Linnaeusinstituut. In het SZ vond viermaal een overleg plaats van het CAVbestuur met afgevaardigden van de verschillende vakgroepen. Hierbij kwamen onder andere ter sprake: de koppeling van het digitaal portfolio en Epic, de besteding van het ‘rugzakje’ en de
13
uitbreiding van de modelinstructie arts-assistenten met een paragraaf over patiëntveiligheid en informatiebeveiliging. Twee leden van het VAAK-bestuur traden op als moderator tijdens het Posthumus Meyjessymposium op 11 juni en twee leden van de CAV organiseerden het artsassistentensymposium ‘Antistolling, wonder of gedonder’ op 15 juni. Beide verenigingen organiseerden sociale activiteiten in de vorm van diverse borrels en een BBQ. In het KG was er ten behoeve van de onderlinge cohesie maandelijks een lunch voor alle arts -assistenten, die goed werd bezocht. In juni was er een door de VAAK georganiseerde algemene ledenvergadering. Om de contacten tussen beide assistentenverenigingen te bevorderen, zullen vanaf 2015 wetenschappelijke en in toenemende mate ook sociale evenementen gezamenlijk plaatsvinden, zoals het wetenschapssymposium, workshops en borrels. Op 1 april 2015 zal het bestuur van beide verenigingen volledig fuseren. De CAV en de VAAK hebben een eigen pagina op het intranet.
14
4. 4.1
De beroeps(vervolg)opleidingen Opleidingsbe leid
Het KG en SZ willen zich continu ontwikkelen en de kwaliteiten van al hun medewerkers optimaal benutten. Opleiden en leren, zijn hiertoe belangrijke middelen en het lidmaatschap van de STZ impliceert dat beide organisaties zich actief inzetten voor vernieuwingen binnen de beroeps - en beroepsvervolgopleidingen. In 2014 is een groot aantal lerenden opgeleid, getuige de tabellen 3 en 4.
Tabe l 3. Aantal leerlingen pe r beroepsople iding pe r 1-1-2014 Beroepsopleidingen
Aantal leerlingen KG
Aantal leerlingen SZ
Anesthesiemedewerker
5
5
Hartfunctielaborant
2
3
Helpende zorg en welzijn
4
Medewerker steriele hulpmiddelen
2
Medisch nucleair werker
1
Operatieassistent
6
Post mbo OK-vaardigheden
3
Praktijksedatiespecialist Radiodiagnostisch laborant
6
1 5
4
Verpleegkundige i.o. niveau 4
37
17
Verpleegkundige i.o. niveau 5
8
21
70
60
Totaal
15
Tabe l 4. Aantal leerlingen pe r beroepsve rvolgople iding pe r 1-1-2014 Beroepsvervolgopleidingen
Aantal Aantal leerlingen KG leerlingen SZ
Cardiac care-verpleegkundige
2
Dialyseverpleegkundige
2
Gipsverbandmeester
1
Intensive care-verpleegkundige
2
2
Kinderverpleegkundige
3
1
Klinisch geriatrisch verpleegkundige
2
Leergang topklinische verpleegkundige
8
Master zorgtrajectontwikkeling
1
Master nurse practitioner
2
2
Neonatologieverpleegkundige
3
1
Neurologieverpleegkundige
1
Nurse practitoner verloskunde
1
8
1
Obstetrieverpleegkundige
5
4
Oncologieverpleegkundige
5
2
Physician assistant
2
2
Researchverpleegkundige
2
Spoedeisende hulp-verpleegkundige
4
Triageassistent
8
2
Verpleegkundig specialist oncologie
1
Verpleegkundig specialist geriatrie
1
Totaal
4.2
51
30
De beroe psopleidingen
Verpleegkundige beroepsopleiding m bo-niveau 4 (Nieuw Elan) KG en SZ hebben ingezet op een vernieuwde (2012) verpleegkundige beroepsopleiding mbo– niveau 4 met als doel theorie en praktijk meer met elkaar te verbinden. De stuurgroep ‘Nieuw Elan’ is nog steeds actief. Naast het KG en SZ participeren ook het RKZ, het Ziekenhuis Amstelland en het ROC Nova College. De stuurgroep streeft naar een effectievere werving en e fficiëntere selectie van leerling-verpleegkundigen en verwacht dit door onderlinge samenwerking te kunnen bereiken. Daarnaast is het streven gericht op een kwalitatief beter gezamenlijk curriculum (2 jaar BOL, gevolgd door 1.5 jaar BBL) van de verpleegkundige opleiding, door nauwer aan te sluiten bij de door de praktijk gestelde eisen. Veel disciplines (specialistisch verpleegkundigen, apotheker, artsen) uit het KG en SZ werkten mee om de mbo-leerling-verpleegkundigen in hun eerste leerjaar optimaal te laten kennismaken met het ziekenhuis. Zowel vanuit het patiëntenproces (hoe komt een patiënt het ziekenhuis binnen, wat
16
komt de patiënt tijdens zijn verblijf tegen en hoe wordt diens ontslag geregeld) als vanuit de positie van beroepsbeoefenaar. De leerwerkplaatsen (bij de afdelingen klinische geriatrie, orthopedie, interne geneeskunde en chirurgie) voor de tweedejaars mbo-leerling-verpleegkundigen vormen een actieve stageplek voor het aanleren van de basis beginselen van het beroep van verpleegkundige. In 2014 zijn de eerste BBL-leerlingen vanuit de Nieuw Elan-opleiding als derdejaars gestart. Naast hun leerwerkplek op de afdeling kregen zij 50% van hun theoretisch onderwijs binnen het ziekenhuis, e.e.a. in samenwerking met het SZ, ZHA en RKZ. Het onderwijs sluit direct aan op de ziekenhuispraktijk, leersituaties worden herkend, zorgsituaties en kennis gekoppeld aan de meest recente ontwikkelingen in de praktijk. In 2014 is de digitale leeromgeving voor het communiceren met leerlingen ontwikkeld en uitgezet. Verpleegkundige beroepsopleiding hbo-v Op de klinisch chirurgische afdeling in het KG is een leerwerkplaats opgezet voor de verpleegkundige opleiding niveau 5. 12 studenten worden in nauwe samenwerking met de coach (werkbegeleider), de opleider vanuit het Linnaeusinstituut en de docent van de hogeschool opgeleid. De minorstages vinden plaats op verschillende specialistische afdelingen. Het SZ biedt de duale opleiding hbo-v aan in samenwerking met de Hogeschool Inholland. Het aantal studenten is toegenomen en de samenwerking met het opleidingsinstituut is geïntensiveerd. Het streven is om meer verpleegkundigen op hbo-niveau op te leiden. Het SZ heeft ervoor gekozen om studenten vanaf het tweede jaar de duale opleiding aan te bieden. Bij aanvang van het studiejaar 2014/2015 zijn extra opleidingsplaatsen beschikbaar gesteld.
4.3
De beroe psvervolgople idingen
Opleiding tot triagist Na visitatie heeft het landelijk erkenningorgaan Calibris de erkenning voor deze in serviceopleiding in het KG met 5 jaar verlengd. Opleidin g tot oncologieverpleegkundige Ten behoeve van het oncologisch centrum moet ook het KG voldoen aan de SONCOS-norm voor de verpleegkundige zorg aan de patiënten. Derhalve is in 2014 gestart met de 1-jarige beroepsvervolgopleiding oncologie. Leergang topklinische verpleegkundige In 2014 zijn 16 verpleegkundigen uit KG en SZ gestart met de leergang topklinische verpleegkundige aan de VU Amstel Academie.
17
5.
De bedrijfstrainingen
5.1
Scholings- en trainingsactivite iten
De afdelingen bedrijfstrainingen van KG en SZ ontwikkelen, coördineren, registreren en faciliteren de diverse scholings- en trainingsactiviteiten. Bij het aanbod van onderwerpen zijn twee uitgangs punten van belang: het permanent kunnen beschikken over gekwalificeerde medewerkers én het blijven voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving (cao Ziekenhuizen en eisen van de IGZ). Daarnaast betreft het maatwerktrainingen die zich kenmerken als tijdelijke projecten, gericht op verandering en vernieuwing. Bij deze scholingen en trainingen wordt gestreefd naar de ontwikkeling van noodzakelijke en gewenste deskundigheid en een structurele borging daarvan. Tabel 5 geeft een overzicht van het aantal deelnemers aan de verschillende bedrijfstrainingen (waaronder e-learningmodules).
Tabe l 5. Deelnemers bedrijfstrainingen KG Agressiehantering
SZ 83
ABCDE-training/scenariotraining BHV
300
382 60
35
DOT/DBC EPIC
73 147
Calamiteitentraining CBRN-training
KG/SZ
35 813
Evidence based practice
20
134
Exceltraining basis en vervolg
40
36
Gipslessen
49 43
Good Clinical Practice HIT-training Implementatie Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
121 72
307
Inbrengen perifeer infuus voor coassistenten
230
219
Infectiepreventie (KG) / Fris & veilig (SZ)
350
298
IZEP zelfevaluatie patiëntveiligheidscultuur
37
Klinisch redeneren
84
84
Lean-training
92
19
Managementtraining betrokken leiderschap Microbiologie/BMRO
45 813
Ontwikkeling trainersvaardigheden
24
Palliatieve zorg
23
Pijn en pijnbestrijding
17
Planetree Reanimatie (ALS/BLS/PBLS) Rekenen in de zorg
17 65
1344
995
750
SIRE-training
10
SPSS-advanced
23
SPSS-basis
46
Teamtrainingen
27
319
Telefonie-/balietrainingen
19
Timemanagement
39
Training computervaardigheden
17
18
Training werkbegeleiding Vakinhoudelijke scholing (divers)
26
44
196
722
86
1288
Verzuimbegeleiding Voorbehouden handelingen ZiROP
813
Totaal
5.2
45
6308
5556
112
Overkoepe lende projecte n KG en SZ
Scholing verpleegkundig specialisten Volgens de wet BIG (Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg) mogen verpleegkundig specialisten medicatie voorschrijven binnen het terrein waarop zij deskundig zijn. Voor het KG en SZ aanleiding om een scholing farmacotherapie voor deze beroepsgroep te organiseren in aanvulling op de eerder in de opleiding aangereikte farmacotherapeutische kennis. Naast het opfrissen hiervan wordt ingegaan op het stollingsmechanisme, de antistollingsmidde len, met nadruk op de nieuwe orale antistollingsmiddelen (NOACs, new oral anticoagulants). Tevens werd de training algemeen lichamelijk onderzoek georganiseerd, met als doel de basisvaardigheden te herhalen. De training omvatte een werkcollege en een praktisch deel met een door de arts-docent geobserveerde bedside teaching met gerichte feedback.
Good Clinical Practice met afrondend examen In samenwerking met het wetenschapsbureau wordt de training Good Clinical Practice aangeboden. Een intensieve eendaagse training, waarin de voor wetenschappelijk onderzoek noodzakelijke kennis over wet- en regelgeving en onderzoeksmethodiek aan de orde komen. Deze voor onderzoeksmedewerkers verplichte training werd in 2014 voor het eerst afgesloten met een examen volgens landelijke richtlijnen. Introductie veilige injectienaalden Na het in 2013 wettelijk verplicht gestelde gebruik van veiligheidsnaalden is in het najaar van 2014 de implementatie hiervan voltooid via een introductieprogramma van een week op basis van het train-de-trainerconcept.
Convenant veilige toepassing medische technologie Een gezamenlijk project betrof de implementatie van het Convenant Me dische Technologie van de NVZ. Het Linnaeusinstituut participeert in de stuurgroep, die zich voornamelijk heeft beziggehouden met inventarisatie en protocollaire borging. Ook zijn de eerste stappen gezet om trainingsbeleid voor het SG te ontwikkelen. Opvallend in dit nieuwe beleid zijn: al vóór de aanschaf van medische technologie wordt nagedacht over training ; de training medische technologie wordt geïntegreerd in het trainingsbeleid voorbehouden handelingen; artsen en technische medewerkers zijn voortaan ook doelgroep van het ziekenhuisbrede (trainings)beleid voorbehouden en risicovolle handelingen; medewerkers zijn verplicht training te volgen, maar ook is hun medewerking onontbeerlijk om trainingsnoodzaak te signaleren, training mee te ontwikkelen en zelf training te geven; de verplichte trainingen worden geborgd in het nieuwe leermanagementsysteem (LMS); alle gevolgde trainingen worden geregistreerd in het nieuwe LMS. Workshops voor teamleiders facilitair bedrijf Voor de teamleiders FB van beide ziekenhuizen is een ontwikkeltraject opgezet met diverse workshops. De workshops organisatie, financiën en veiligheid vonden in het najaar plaats. In eerstgenoemde workshop werd ingegaan op de processen FB breed en hoe die elkaar beïnvloeden, met aandacht voor LEAN. In de tweede workshop stonden een goede financiële basiskennis en zorgvuldige omgang met de exploitatie centraal. De derde workshop stond in het teken van (informatie)veiligheid voor jezelf en voor anderen.
19
5.3
Specifie ke informatie KG
Scholing Elke dag beter ‘Elke dag beter’ is een cultuurveranderingprogramma, gericht op de continue verbetering van de kwaliteit en gastvrijheid. Voor patiënten, maar óók voor medewerkers. Als onderdeel van dit programma zijn alle afdelingshoofden gestart met de training ‘betrokken leiderschap’, die de modules persoonlijk leiderschap, teamleiderschap, verandermanagement en discipline van uitvoering bevat, met aandacht voor de competenties: samenwerken, verantwoordelijkheid, servicegerichtheid, integriteit en betrokkenheid. In april 2015 wordt de training afgerond. ZiROP en OTO Voor het ZiROP (ziekenhuisrampenopvangplan) werd een breed scholingstraject ingezet. Naast de sleutelfunctionarissen krijgen ook verpleegkundigen en polimedewerkers het ZiROP als verplichte scholing aangeboden en daarnaast maakt het deel uit van de KG-brede scholing en de scholing voor specialistische afdelingen. Tevens werd het ZiROP gepresenteerd tijdens het introductie programma voor nieuwe medewerkers en nieuwe arts-assistenten. De volgende specifieke trainingen vonden plaats: - BOSZ (basisopleiding sleutelfunctionarissen ZiROP): een scholingsdag voor sleutelfunctionarissen ZiROP in de regio; 12 deelnemers. - CBRN basiskennis: een training over gevaarlijke stoffen voor SEH-verpleegkundigen en medewerkers facilitair bedrijf; 33 deelnemers. - CBRN specialist SEH: een training voor SEH-verpleegkundigen met praktijkgericht oefenen door middel van ETS; 6 deelnemers. - Training operationeel team facilitair bedrijf: voor manager, leidinggevenden en teamleiders FB waarbij de nadruk lag op communicatie en bewustwording rondom ZiROP; 18 deelnemers. - Table top oefening FB: voor leidinggevenden en teamleiders waarbij de basiskennis ZiROP centraal stond. Aantal deelnemers: 8. - Training operationeel team zorg: voor managers en leidinggevenden van sleutel-afdelingen waarbij de vergadertechniek tijdens crisisomstandigheden centraal stond; 12 deelnemers. - Oefening Beleidsteam Spaarne Gasthuis: voor RvB en management van KG en SZ als voorbereiding op wijzigingen in het ZiROP ten gevolge van de fusie; 18 deelnemers. - Multidisciplinaire ZiROP-oefening met lotusslachtoffers: een oefening waaraan alle sleutelfunctionarissen en -afdelingen deelnamen en aan de hand van een scenario zo realistisch mogelijk oefenden. 35 lotusslachtoffers werden ingezet en er was ondersteuning van de ambulancedienst; 81 deelnemers. In het verslagjaar vond een visitatie plaats op het gebied van ZiROP, waarbij een externe commissie het ZiROP en OTO onafhankelijk heeft beoordeeld op basis van beschikbare documenten en interviews. De visitatiecommissie sprak een positief oordeel uit.
5.4
Specifie ke informatie SZ
Calamiteitentraining verloskunde & gynaecologie Om de communicatie en onderlinge samenwerking te optimaliseren, werd gestart met een calamiteitentraining V&G. De training vond 8x plaats met deelname van verpleegkundigen, semiartsen, arts-assistenten, klinisch verloskundigen, kinderartsen en gynaecologen. De training wordt begeleid door instructeurs die een Eusim (Europese Simulatie Instructeurs Basis Cursus) -cursus hebben gevolgd. In een multidisciplinaire setting worden verschillende scenario’s geoefend in de reële werksetting op de afdeling V&G, op de verloskamers en met lotuspatiënten. In 2015 zullen ook 1e lijns verloskundigen deze training volgen. Implementatie meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Voor de implementatie van deze wettelijk verplicht gestelde meldcode is een scholingsplan opgesteld, dat een verplicht e-learningpakket omvat voor alle medewerkers die direct patiëntencontact hebben (de modules zijn afhankelijk van functie en afdeling). De e-learning is
20
voornamelijk gericht op het werken met de nieuwe meldcode en wordt gefaseerd geïmplementeerd. Daarnaast werden verplichte maatwerktrainingen georganiseerd voor het vergaren van de benodigde kennis, attitude en vaardigheden om adequaat te kunnen signaleren en handelen. De volgende groepen medewerkers zijn getraind: WAN-hoofden afdelingshoofden polikliniek en kliniek medisch maatschappelijk werk paramedici verpleegkundigen kinderafdeling, kraamafdeling en SEH De scholing wordt in 2015 voortgezet. Trainingen agressiehantering Ook voor 2014 is subsidie toegekend (10.000 euro) voor het organiseren en uitvoeren van trainingen agressiehantering. Dit jaar voor de baliemedewerkers radiologie, voor de verpleegkundigen SEH en voor de avond- en nachthoofden (WAN hoofden). Dit in het kader van de Ondersteuningsregeling Veilig Werken in de Zorg, uitgevoerd door de organisatie CAOP (kennis en dienstencentrum publieke sector). Op de SEH-afdeling komt agressie regelmatig voor. Met name bij patiënten met psychiatrische en/of neurologische problematiek. De SEH medewerkers (eerder al getraind) hadden opnieuw behoefte aan een praktische training, waarin voldoende handvatten geboden worden om in korte contacten situaties met betrekking tot agressie positief te beïnvloeden en patiënten tot rust te brengen. 43 SEH-medewerkers werden samen met de WAN-hoofden getraind. Op de afdeling radiologie komen gemiddeld 300 patiënten per dag langs. Vooral bij de balie komen agressie-incidenten voor. 12 baliemedewerkers zijn in twee dagen getraind in vaardigheden om op individueel niveau en als team effe ctief om te gaan met agressie. Training seniorverpleegkundigen In 2012 is een meerjarig trainingstraject gestart voor de seniorverpleegkundigen en doktersassistenten. Deze training besteedt veel aandacht aan situationeel leidinggeven, aan het motiveren van collega’s en het geven en ontvangen van feedback. In het voor- en najaar zijn de seniorverpleegkundigen kliniek en polikliniek getraind. Onderdelen uit het trainingsprogramma waren: omgaan met werkdruk en veranderingen, kwaliteitsverbetering op de afdeling, verpleegkundig rekenmodel en projectmatig werken. Fris & Veilig Om Veilige Zorg in het SZ te borgen, is na de e -learningmodule ‘Veilige Zorg, jij maakt het verschil’ een tweede e-learningmodule ‘Fris en Veilig’ ontwikkeld, waarin op speelse wijze kennis over infectiepreventie wordt aangeboden. Omdat infectiepreventie iedereen aangaat, is de module voor alle medewerkers toegankelijk. IZEP Het instrument voor zelfevaluatie van de patiëntveiligheidscultuur (IZEP) is een andere manier om veilige zorg te borgen. In 2014 heeft het Linnaeusinstituut meegewerkt aan 3 pilotbijeenkomsten waarin teams met elkaar in gesprek gaan over de veiligheidscultuur in het team. De bijeenkomsten kenmerkten zich door een sfeer van openheid en vertrouwen. De 3 pilotteams hebben verbeterpunten vastgesteld en achtten het unaniem zinvol om dit project in 2015 voort te zetten. 5.5
De digitale leeromgeving
Dit verslagjaar stond in het teken van het digitale leren en het oriënteren, inventariseren en selecteren van een nieuw gemeenschappelijk leermanagementsysteem (LMS), afgestemd op de behoeftes van het SG. Eind 2014 werd het LMS van Defacto aangeschaft. Dit nieuwe, innovatieve systeem maakt de opleidingskwaliteit in het SG inzichtelijk. Tevens tilt dit systeem het digitale leren naar een geheel nieuw niveau, waarin zelfstandigheid en proactief leren en leren met en van elkaar worden gestimuleerd. Iedere medewerker zal in 2015 beschikken over een
21
kwaliteitspaspoort, waarin staat beschreven wat vereist wordt, waaraan is voldaan en waaraan nog moet worden voldaan. Het monitoren van de voortgang zal een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van leidinggevende en medewerker. In het KG is binnen de digitale leeromgeving vormgegeven aan een groot project met betrekking tot de rekenvaardigheden van het personeel. Eind 2014 waren ruim 700 medewerkers geslaagd voor de rekentoets in gecontroleerde omgeving. Er is een aantal algemene e-learningmodules ontwikkeld en met het EPIC-team zijn voor de scholing van alle medewerkers ruim honderd modules beschikbaar gesteld via de digitale leeromgeving. 5.6
Stageaanvragen en -plaatsingen
De beide stagebureaus regelen alle stageaanvragen en stageplaatsingen conform de eisen die terzake aan een erkend leerbedrijf worden gesteld. Naast de interne beroepsstages verzorgen de bureaus stageplaatsen voor studenten van velerlei beroepsopleidingen, mbo - en hbo-opleidingen en universiteiten. Voor middelbare scholieren bieden het KG en SZ mogelijkheden aan voor beroepsoriëntatie en maatschappelijke stages. In het SZ werden geen maatschappelijke stages aangeboden omdat de mogelijkheden voor het doen van vrijwilligerswerk (= het doel van deze stages) zeer beperkt waren. Alleen in de dienst geestelijke verzorging zijn daarvoor stagiairs geplaatst. De stagebureaus werken samen met verschillende onderwijsinstellingen: het ROC Nova College, het ROC Leiden, het ROC ASA, de Hogeschool Inholland te Haarlem, de Hogeschool van Amsterdam, de Haagse Hogeschool, de UvA en de VU. In 2014 is een start gemaakt met het ontwerpen van het stage-expertisecentrum voor het SG. In 2015 zullen de stagebureaus een samenwerking aangaan. In het verslagjaar telde het KG 385 stageplaatsingen en in het SZ konden 199 stagiaires aan de slag. In het SZ kon de ’Open Leerdag’ voor scholieren van 4 en 5 havo en 5 en 6 vwo geen doorgang vinden. Voor 2015 staat deze dag opnieuw gepland.
22
6. 6.1
Het kenniscentrum De bibliotheek
De bibliotheek ondersteunt de patiëntenzorg, het (pa ra)medisch en verpleegkundig onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek. De bibliothecarissen gaven scholing op het gebied van informatievaardigheden, bibliotheekinhoud en evidence based literatuur zoeken. Tevens begeleidden zij arts-assistenten bij het formuleren en uitwerken van PICO’s/CAT’s (klinische vraagstellingen waarbij via een literatuursearch een evidence based oplossing gezocht moet worden). Er was een groeiende vraag naar deze ondersteuning vanuit de verschillende vakgroepen. In het verpleegkundig domein was een toename te zien van de vraag om ondersteuning bij het EBP (Evidence Based Practice). De goede samenwerking met het verpleegkundig onderwijs van het Linnaeusinstituut heeft hieraan meegeholpen. De scholing wordt in groepsverband, vaker individueel en veelal als ‘on demand’-scholing op maat aangeboden. Er was intensief overleg tussen de bibliothecarissen van beide ziekenhuizen. Een belangrijke taak was het zoveel mogelijk ineen schuiven van beide digitale collecties, om in 2015, met het oog op de fusie, zo efficiënt mogelijk een gezamenlijke collectie te kunnen aanbieden die beantwoordt aan de eisen die aan bibliotheken van STZ-ziekenhuizen worden gesteld. Voor de komende jaren is de aandacht gericht op de fusie en de verdere digitalisering van de bibliotheekinformatie en -collecties, het creëren van een gezamenlijk intranetportaal voor de bibliotheek en het handhaven en zo mogelijk verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening: collectief waar mogelijk, op maat waar nodig.
6.2
De (medische)fotografie
De medisch fotografen waren ook in 2014 verantwoordelijk voor de medische en sociale fotografie. Daarnaast waren beide functionarissen betrokken bij de verdere ontwikkeling van de digitale leeromgeving (foto’s en filmpjes ten behoeve van e-learningmodules) en bij het maken van posters en presentaties voor symposia, congressen en het wetenschappelijk onderzoek, en voor patiëntenvoorlichting.
6.3
Het skillslab
Zowel in het KG als in het SZ is een skillslab aanwezig. Het KG heeft geïnvesteerd in de aanschaf van nieuwe reanimatiepoppen en AED’s. Met het oog op de fusie zal in 2015 verder onderzoek worden gedaan naar de locatie en de uitrusting van de skillslabs.
23
7.
Het wetenschappelijk onderzoek
7.1
Het wetenschapsbureau
Het wetenschappelijk onderzoek van het KG en SZ is ondergebracht in het wetenschapsbureau Linnaeusinstituut (WBL). Hierin participeren ook het Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland, de Stichting Atal-Medial diagnostische centra en de Stichting Apotheek der Haarlemse Ziekenhuizen. Het verrichten van medisch-wetenschappelijk onderzoek is van belang voor het creëren van een innovatief zorgklimaat en voor de topklinische opleidingsfunctie van de ziekenhuizen. Er bestaat een uniform wetenschapsbeleid, waarin de kwaliteit en transparantie van het wetenschappelijk onderzoek, het ontwikkelen van onderzoekslijnen en de coördinatie van de lokale uitvoerbaarheidsprocedure centraal staan. Het onderzoeksklimaat is sterk verbeterd en het beleid heeft bewerkstelligd dat zaken nu ook in financieel opzicht transparant en goed geregeld zijn. Het WBL heeft een sterk team met researchprofessionals. Het stimuleren van wetenschap pelijk onderzoek leidt tot een toename van het aantal studies en laat ook een stijging zien van het aantal in PubMed geciteerde artikelen (zie figuur 2). Het WBL heeft als missie het bevorderen en optimaliseren van klinisch onderzoek ter verbetering van de patiëntenzorg, en levert een significante bijdrage aan het bevorderen van onderzoek door het ontw ikkelen van een goede infrastructuur voor de uitvoering van onderzoek en door de scholing van medewerkers, zodat zij over de competenties beschikken om de vereiste kwaliteit te leveren bij het uitvoeren van klinisch onderzoek. Toekomstvisie is dat onderzoe k bijdraagt aan de innovatie en kwaliteit van zorg. Dit kan door de zorg toetsbaar te maken, door de invoering van Evidence Based Practice/Evidence Based Medicine (EBP/EBM) en door nieuwe medicatie en nieuw medisch handelen mogelijk te maken. Met ondersteuning van de RvB en de twee stafbesturen werd een nieuw kwaliteitshandboek ingevoerd dat de basis vormt voor het wetenschappelijk kwaliteitsbeleid in beide ziekenhuizen. In het kwaliteitshandboek zijn de organisatie en bedrijfsvoering van het WBL opnieuw geformuleerd en is het Masterplan van de DCTF (Dutch Clinical Trials Foundation) opgenomen voor de ontwikkeling van een optimale infrastructuur. Deze structuur gaat uit van één centrale organisatie die de RvB kan adviseren, onderzoekers kan ondersteunen, die contacten onderhoudt met externe opdrachtgevers en die de procedure van lokale goedkeuring coördineert. Het wetenschapsbeleid in het kort: Het doen van wetenschappelijk onderzoek verbetert de patiëntenzorg en kan daarom beschouwd worden als een kwaliteitskenmerk van het ziekenhuis waarmee patiënten en stakeholders worden aangetrokken. De eindverantwoordelijkheid en de aansprakelijkheid voor de uitvoering van medisch wetenschappelijk onderzoek berusten bij de RvB. Dit betekent dat de RvB partij is bij het ondertekenen van onderzoekscontracten bij multicenter onderzoek. Alle studies moeten aangemeld worden bij het WBL en beoordeeld worden op lokale uitvoerbaarheid. Het WBL verricht de voorbereidende en uitvoerende taken ten behoeve van het wetenschapsbeleid in KG en SZ. Iedere hoofdonderzoeker die een WMO-plichtig onderzoek uitvoert, moet een GCP- of BROK (Basiscursus Regelgeving en Organisatie voor Klinisch onderzoekers)-examen afleggen. Het WBL initieert, coördineert en ondersteunt het wetenschappelijk onderzoek en is verantwoordelijk voor het bevorderen van een goed onderzoeksklimaat en een adequate infrastructuur in beide ziekenhuizen.
24
7.2
Ke rnteam en onderzoe kslijnen
Binnen het WBL is het kernteam verantwoordelijk voor de uitvoering van de primaire taken. Deze omvatten scholing en onderwijs, ondersteuning van medewerkers bij de uitvoering van onderzoek, het opzetten van de infrastructuur voor de uitvoering van onderzoek, innovatie van de zorg en finance en control van onderzoek. Het WBL kent onderzoekslijnen waar onderzoek wordt uitgevoerd. Elke onderzoekslijn heeft één of meer medisch specialisten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van studies. Zij krijgen hierbij ondersteuning van researchcoördinatoren, epidemiologen, onderzoeksmedewerkers en arts-onderzoekers. Met het microbioomonderzoek kreeg de onderzoekslijn vaccinstudies een meer fundamenteel karakter. De eerste promotie van één van de arts -onderzoekers op dit onderwerp in 2014 vormde de basis voor meerdere vervolgstudies naar de invloed van de samenstelling van het microbioom op luchtweginfecties. Binnen de maatschap orthopedie is het uitvoeren van klinisch onderzoek een vast onderdeel van de werkzaamheden geworden. Het streven is dat de maatschap een expertise centrum wordt voor de behandeling van gonartrose van de knie met hyaluronzuur en de ontwikkeling van nieuwe behandeltechnieken om het verlies van kraakbeen tegen te gaan of op te vangen. De professionalisering van het oncologisch onderzoek in het KG heeft zich verder doorgezet. Er een sterke toename van het aantal gesponsorde en niet-gesponsorde oncologische studies en inkomsten uit onderzoek. Vanwege de professionele aanpak werd het KG erkend als preferred partner voor de uitvoering van studies door de Internationale Clinical Trial organisatie Parexel. Dit is van belang gezien de competitieve onderzoekswereld en de afname van het aantal industriegedreven geneesmiddelenstudies.
7.3
Kwalite it en sc holing
WKO-overleg In het afgelopen jaar heeft het gezamenlijk wetenschappelijk kwaliteitsoverleg van researchcoördinatoren (WKO) die werkzaam zijn binnen het WBL en de trialbureaus van de maatschappen cardiologie KG en SZ en interne geneeskunde en longziekten in het SZ, meerdere malen plaatsgevonden. Momenteel zijn in het KG en SZ 12 researchcoördinatoren werkzaam. Wetenschappelijke scholing Voor de wetenschappelijke scholing van medewerkers heeft het WBL een onderwijsprogramma ontwikkeld waarbij alle onderzoeksfases belicht worden. Onderdeel van dit programma zijn de bestaande trainingen SPSS en GCP. 46 medewerkers volgden de SPSS-basistraining (4x in 5 bijeenkomsten) en 23 medewerkers de advanced training (3x in 12 bijeenkomsten). Het betrof 14 arts-assistenten, 2 medisch specialisten en 31 studenten die hun wetenschappelijke stage in KG of SZ uitvoerden. De GCP-training is een verplichte training voor onderzoekers die een WMO -plichtig onderzoek of geneesmiddelentrial uitvoeren. 43 medewerkers van KG en SZ volgden de drie GCP trainingsbijeenkomsten, hetgeen een lichte stijging impliceert. Dit jaar kon de training voor het eerst worden afgerond met een erkend GCP -examen, dat door 5 deelnemers werd behaald. In 2015 zal gewerkt worden aan het intensiveren van de GCP -training. Ook zal een BROK elearningprogramma worden opgezet en geïntroduceerd. Het streven is dat vóór de volgende STZvisitatie zoveel mogelijk hoofdonderzoekers het GCP - of BROK-examen hebben behaald. In 2014 werd een methodologisch onderwijsprogramma geïntroduceerd, dat van belang is voor het schrijven van een onderzoeksvoorstel en de interpretatie van de gegevens. Het programma bestond uit een algemene introductie over wetenschap, een inleiding in de epidemiologie en in EBM. Vier medewerkers van KG en SZ zijn in januari gestart in de eerste groep van de opleiding tot research verpleegkundige/coördinator aan de VUmc Amstel Academie. Deze opleiding is opgezet met hulp van het WBL. Het volgen van de opleiding wordt deels gefinancierd vanuit het stimuleringsfonds van het SZ. Evidence Based Practice Ht WBL is gestart met het trainen van verpleegkundigen in EBP. De invoering van EBP moet ertoe leiden dat in het SG meer evidence-based beslissingen genomen worden om de patiëntenzorg en
25
interventies te sturen met als ultiem doel het verbeteren van de kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg. Momenteel zijn in het SZ de afdelingen interne geneeskunde, CCU, longgenees kunde en cardiologie, en in het KG de vaatchirurgie getraind. Het WBL en de bibliotheek bieden de afdelingen de nodige ondersteuning bij de uitwerking van klinis che vraagstukken. Leergang topklinische verpleegkunde (TKV) Het WBL heeft in samenwerking met het MCA tweemaal een tweedaagse wetenschappelijke scholing verzorgd tijdens de leergang TKV. Er werd aandacht besteed aan EBP, GCP en statistiek. STZ-netwerk verpleegkundig onderzoek In STZ-verband participeert het WBL in de uitrol van EBP in alle ziekenhuizen. Best practices worden gedeeld. Vooruitlopend op deze ontwikkelingen is het WBL één van de initiatiefnemers tot het schrijven van een onderzoeksprotocol om uiteindelijk een nulmeting uit te voeren naar de houding van STZ-verpleegkundigen ten opzichte van EBP en de barrières die zij daarbij ervaren.
7.4
Infrastructuur
De volgende voorbereidingen werden getroffen voor het toekomstig wetenschapsbeleid: Het opzetten van een registratiesysteem voor het aanmelden en vastleggen van alle studies die worden uitgevoerd met behulp van het webbased systeem Study Manager. Dit systeem sluit aan op de bestaande systemen binnen het WBL: Research Manager voor de opslag van onderzoeksgegevens en ‘Glean’, speciaal ontwikkeld voor de uitvoering van de vaccinstudies. Het opzetten van een meer toegankelijke en professionele website voor het WBL. Het opstellen van een handleiding voor het gebruik van EPIC voor onderzoek. Doel is het EPD te gebruiken voor de registratie van patiënten die aan een studie deelnemen, de organisatie van datamonitoring en het vastleggen en factureren van de extra zorgverrichtingen die in het kader van onderzoek plaatsvinden. Met de afdeling patiëntenvoorlichting is een algemene patiëntenfolder geschreven om de patiënt te informeren over het gebruik van hun klinische gegevens en restmateriaal voor wetenschappelijk onderzoek, en over de wijze waarop patiënten bezwaar kunnen maken tegen het gebruik van hun gegevens. In samenwerking met VMS, IBG en de afdeling medische registratie is gewerkt aan het opstellen van de bevoegdhedenmatrix voor het inzagerecht in het medisch dossier voor het personeel dat werkzaam is in het klinisch onderzoek. In het SZ is een ICT-project gestart met als doel het opzetten van een Research data platform. Het is een interne samenwerking tussen EPIC, ICT, het WBL en de externe opdrachtgever CtCue. In deze pilotstudie zal een zoekfunctie worden ontwikkeld op gestructureerde en niet-gestructureerde data. Hiermee kan snel, eenvoudig en accuraat de vraag beantwoord worden of het ziekenhuis geschikt is voor deelname aan een industrie gedreven studie met een farmaceutisch bedrijf als externe opdrachtgever. Verder kunnen prestatie- of zorgindicatoren met een Research data platform worden geanalyseerd en kan de verleende zorg worden geëvalueerd.
7.5
Wetensc happe lijke in- en output
In 2014 werd het STZ Health Outlook project uitgevoerd, een initiatief van de STZ om de wetenschappelijke in- en output van de STZ-ziekenhuizen in beeld te brengen en te etaleren naar externe opdrachtgevers. KG en SZ namen deel aan deze landelijke studie van 26 STZziekenhuizen. Het hoofd WBL nam plaats in de begeleidingscommissie en was betrokken bij de pilot- en vervolgstudie. Het WBL inventariseerde in het KG en SZ het aantal en type studies die in 2012 en 2013 zijn uitgevoerd. Daarnaast werden gegevens verzameld over het aantal bij de uitvoering van onderzoek betrokken personeelsleden, doorlooptijden van de lokale goedkeuring en de financiële in- en output. De instellingscultuur rondom onderzoek werd in beeld gebracht aan de hand van een schriftelijke vragenlijst, ingevuld door de leden van de twee medische staven.
26
Uit de overall analyse bleek dat het aantal industriegedreven of gesponsorde onderzoeken afneemt, hetgeen in lijn is met de internationale en nationale trends. Belangrijkste bevindingen waren de toename van het totaal aantal WMO- en nWMO-plichtige studies, de verbetering van de organisatie rondom onderzoek en de toegenomen investeringen in onderzoek. Bij de STZ bleek gemiddeld één op de vijf specialisten hoofdonderzoeker van een onderzoek. Er lijkt een correlatie te bestaan tussen expertise (aantal gepromoveerden) en het aantal onderzoeken. Naast expertise of deskundigheid zijn gedrevenheid, ambitie en de samenwerking met andere expertisecentra bepalend voor de verschillen tussen de ziekenhuizen. Dit uit zich in een toename van het multicenter onderzoek. De studie toont aan dat het voor het optimalisere n en stimuleren van onderzoek van belang is dat een instelling streeft naar een goede samenwerking, voldoende deskundig personeel, voldoende financiele ondersteuning en het creëren van een goede infrastructuur. Het aantal en type studies in KG en SZ in 2014 In de afgelopen vijf jaar is een graduele toename te zien van het aantal studies in het KG en SZ samen (zie figuur 1). Deze toename kon vooral worden toegeschreven aan het grote aantal studies dat in het SZ werd uitgevoerd. 27 studies werden zowel in het KG als het SZ uitgevoerd. Dit betekent dat er 121 unieke studies waren en dat 20% van de studies overlap vertoonde, dus door de beide ACLU’s dubbel werden beoordeeld. In het KG en SZ waren 31 studies door een lokale onderzoeker zelf geïnitieerd. Health Outlook In 2014 werd het STZ Health Outlook project uitgevoerd, een initiatief van de STZ om de wetenschappelijke in- en output van de STZ-ziekenhuizen in beeld te brengen en te etaleren naar externe opdrachtgevers. KG en SZ namen deel aan deze landelijke studie van 26 STZ-ziekenhuizen. Het hoofd WBL nam plaats in de begeleidingscommissie en was betrokken bij de pilot - en vervolgstudie. De studie werd in KG en SZ uitgevoerd door het WBL en betrof de inventarisatie van het aantal en type studies die zijn uitgevoerd in 2012 en 2013. Daarnaast werden gegevens verzameld over het aantal bij de uitvoering van onderzoek betrokken personeelsleden, doorloop tijden van de lokale goedkeuring en de financiële in- en output. De instellingscultuur rondom onderzoek werd in beeld gebracht aan de hand van een schriftelijke vragenlijst, ingevuld door de leden van de twee medische staven. Resultaten Health Outlook KG en SZ t.o.v. andere STZ -ziekenhuizen In de afgelopen vijf jaar is een sterke toename van het aantal in het KG en SZ uitgevoerde WMOen nWMO-plichtige studies te zien. Deze trend is vooral toe te schrijven aan een toename van het aantal studies in het SZ. De lage doorlooptijd, het grote aantal onderzoeksmedewerkers, de hoge participatie aan multicenter studies, het initiëren van lokaal onderzoek en financiële in- en output geven aan dat in beide ziekenhuizen een goede infrastructuur bestaat voor de u itvoering van klinisch onderzoek, hetgeen hen aantrekkelijk maakt voor externe partners, en het is goed voor de innovatie van de patiëntenzorg. Het structureren van onderzoek in een centrale organisatie zoals het WBL werkt goed bij het optimaliseren van het onderzoeksklimaat in het ziekenhuis. Het is zaak te blijven investeren in de organisatie, zodat de lokale haalbaa rheid van de studies kan worden geborgd. Onderzoek doen in een perifeer ziekenhuis hangt af van de expertise en het enthousiasme van medisch specialisten, maar een goede infrastructuur en een instellingscultuur waarbij de RvB, het management en de medische staf een gezamenlijk visie hebben op het belang van onderzoek voor het ziekenhuis zijn ook bepalend.
27
Figuur 1. Overzicht van studies in KG en SZ 2009-2014 (Bron: ACLU KG en SZ)
7.6
Promoties
Kennemer Gasthuis M.H. (Manon) Kerkhof S.G.L. (Sigrid) Fischer E. Th. (Ernst) Scholten E.A.M. (Esther) Kuijper F. (Floortje) Vlemmix G.J. (Gerjan) de Roest
Pelvic Organ Prolapse - Matrix, cells and genes A Burning Matter, investigations into inflammation and central sensitization in CRPS Subsolid Nodules in lung cancer Perinatal reproductive endocrinology in singletons and twins Improving Management of Breech Presentation at Term Hemodynamic Evaluation of Cardiac Resynchronization Therapy ‘Getting into the Pressure-Volume Loop’
Spaarne Ziekenhuis H.C. (Hanna) van der JagtWillems H.J.C. (Hans) Buiter J.G.J (Janneke) Hoeijmakers J.M. (Jiddeke) van de Kamp R.J. (Robbert) Kroeze GJ (Gert-Jan) van Baare J.R.C. (Rieneke) Schreinemakers I.L.E. (Ingri) Postma
7.7
Vertebral fractures in geriatric patients: prevalence and clinical relevance In vivo assessment of cognition related activated seven transmembrane receptors Small fiber neuropathy and sodium channels: a paradigm shift X-linked creatine transporter deficiency Adipose stem cells on a biodegradable polymer for spinal fusion pre-clinical studies Economic evaluations and clinical decision making in obstetrical care Analysis of oxygen mask-induced soft tissue and nasal bone problems in F-16 pilots Brace For Impact! A thesis on medical care following an airplane crash
Publicaties
In 2014 zijn de criteria voor het samenstellen van het publicatieoverzicht enigszins aangepast ten opzichte van voorgaande jaren. De criteria zijn gebaseerd op de richtlijnen die het Centre for Science and Technology Studies (CWTS, Leiden) hanteert in opdracht van de STZ.
28
De gehanteerde criteria zijn: Alleen publicaties in PubMed en Web of Science tellen. Alleen publicaties met een affiliatie van één van onze ziekenhuizen tellen Publicaties als auteur in de study group tellen ook mee. Publicaties waar auteurs uit meerdere specialismen bij betrokken zijn, worden bij alle specialismen vermeld, maar tellen voor het aantal publicaties slechts eenmaal mee. Epub ahead of print artikelen tellen nie t voor 2014 mee. Het gevolg van bovenstaande criteria is dat het aantal publicaties lager is ten opzichte van de voorafgaande jaren. Figuur 2 toont het totaal aantal publicaties van 2007 tot en met 2014 in het KG, SZ en Streeklab.
Figuur 2. P ublicaties in het KG, SZ en Streeklab 2007-2014
7.7
Linnaeus Wetenschapsmagazine
Het Linnaeus Wetenschapsmagazine is drie keer verschenen. In de betreffende edities kwamen achtereenvolgens de thema’s communicatie, plastische chirurgie en Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) aan de orde, met daarnaast de berichtgeving over wetenschappelijke activiteiten.
29
8.
Spaarne Dagen en symposia
Spaarne dagen De jaarlijkse huisartsennascholing ‘Spaarne Dagen’ vond plaats op 12 juni en 7 oktober. Het programma werd samengesteld door een aantal huisartsen in samenwerking met medisch specialisten. Ruim 40 huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde namen deel aan een van deze dagen, die een identiek programma hadden. De vakgroepen plastische chirurgie, kindergeneeskunde, interne geneeskunde en geriatrie verzorgden interessante bijdragen, die door de deelnemers goed werden gewaardeerd. Nieuw was een paneldiscussie over antistolling.
Symposia Het Linnaeusinstituut organiseerde het Linnaeus Wetenschapssymposium, het arts -assistentenwetenschapssymposium in het SZ, het Posthumus Meyjessymposium in het KG en het lustrumsymposium van het Linnae usinstituut op De Hartekamp in Bennebroek. Linnaeus lustrumsymposium Op 5 juni werd het eerste lustrum van het Linnaeusinstituut gevierd met een symposium dat in het teken stond van ‘bezieling’. Verschillende interne en gastsprekers gaven hun visie op de andere kant van kwaliteit: over het ontstaan en over onze drijfveren, die ons leiden naar een betere kwaliteit. Wetenschapssymposium Het 5e Linnaeus Wetenschapssymposium vond 15 januari plaats in het KG. Isabelle Munsterman, arts-assistent maag-darm-leverziekten KG, won de Linnaeus Wetenschapsprijs voor haar onderzoek waarin het meest gangbare middel - om de dikke darm voor te bereiden op een coloscopie - wordt vergeleken met een nieuwer, minder belastend preparaat. Zij ontving hiervoor de ‘Reinier Veenhoven penning’, die voor het eerst werd uitgereikt. De penning is gemaakt ter nagedachtenis aan deze directeur van het Linnaeusinstituut, die in oktober 2013 overleed. De posterprijs ging naar Jan Louwerens, arts-assistent orthopedie SZ, voor zijn onderzoek naar verschillende korte- en langetermijnbehandelingen van chronische schouderpijn. Ook nieuw op dit symposium was de Reinier Veenhovenlecture, waarin speciale aandacht wordt besteed aan opvallende bevindingen en belangrijke ontwikkelingen binnen de wetenschap . Hans van Maanen, wetenschapsjournalist van de Volkskrant beet de spits af. Posthumus Meyjessymposium KG Tijdens dit symposium op 11 juni werden de volgende voordrachten gehouden: Accuracy of POCT-INR measurements at the Emergency Department Jeanine Aalbers, aios spoedeisende hulp Description of anti TNF ǻ treatment characteristics and survival in Ankylosing Spondylitis patients over ten years in daily practice: A retrospective cohort study Tamara Rusman, wetenschappelijke stage geneeskundestudent reumatologie TI-AMO: Troponine T en I voor de diagnostiek van het Acute Myocard Infarct: een Observationele studie Rudi van Engelen, arts-assistent cardiologie Maternal and neonatal consequences of (un)treated asymptomatic bacteriuria in pregnancy, the ASB trial Brenda Kazemier, arts-assistent obstetrie & gynaecologie 3D CBCT analyse van mandibulaire asymmetrie in unilaterale condylaire hyperplasie Jitske Nolte, mond-, kaak-, en aangezichtschirurg Does a combined front office policy lead to a more appropriate ed population? Marion de Rooi, aios spoedeisende hulp Patiënttevredenheid na bovenste ooglidcorrect ie Marinka Hol, semi-arts mond-, kaak- en aangezichtschirurgie
30
De prijs voor de beste voordracht, qua inhoud en presentatie, kwam in handen van Brenda Kazemier. De 2 e en 3e prijs vielen te beurt aan respectievelijk Rudi van Engelen en Jitske Nolte. Arts-assistentensymposium SZ Op 15 juni vond het jaarlijkse arts-assistentensymposium SZ plaats. Het onderwerp ‘Antistolling, wonder of gedonder’ werd vanuit verschillende disciplines door de arts -assistenten belicht. De prijs voor de beste presentatie ging dit jaar naar Renée Barendse arts-assistent chirurgie.
31
Bijlage 1. Samenstelling commissies ultimo 2014 KENNEMER GASTHUIS Centrale opleidingscommissie
SPECIALISME
OPLEIDER
Cardiologie Chirurgie Interne geneeskunde Klinische chemie & laboratoriumgeneeskunde
dr. R. Tukkie, voorzitter dr. H. Rijna dr. W. de Ronde mw. dr. C.J. Pronk-Admiraal MBA
Keel-neus-oorheelkunde
J.A. Veldhuizen, vicevoorzitter dr. H.B. Kwa dr. R.W.M. van der Hulst prof. dr. A.G. Becking dr. M. Weisfelt mw. dr. J. Gianotten dr. H. Bril dr. A. Spilt mw. dr. S. ten Wolde dr. M.J. Heetveld S.L. Verweij
Longziekten & tuberculose MDL-ziekten MKA-chirurgie Neurologie Obstetrie en gynaecologie Pathologie Radiologie Reumatologie Spoedeisende geneeskunde Ziekenhuisfarmacie
PLAATSVERVANGEND OPLEIDER dr. A.J. Funke Küpper dr. H.B.A.C. Stockmann dr. C.A. Verburgh dr. M.H. Herruer
R.P. Wong Chung dr. M.P.L. Bard dr. J.Ph. Kuijvenhoven dr. J.J. de Mol van Otterloo mw. dr. H.M.E. Bienfait dr. J. van de Lande dr. C. van Krimpen dr. G.L. Guit mw. dr. K.S.S. Steen-Kalpoe M.F. Kok R.T.M. van der Hoeven
Mede vertegenwoordigd in de COC: Arts-assistenten dr. G. van der Bij, aios chirurgie L.F.H.J. Robbers, aios interne geneeskunde/voorzitter bestuur VAAK Mw. W. Chen, aios interne geneeskunde, bestuurslid VAAK Linnaeusinstituut mw. Y.V. Abrahamsen, stafmedewerker, notulist mw. dr. V.M.D. Struben, arts, onderwijscoördinator, secretaris dr. M.F. Schutte, directeur a.i. Linnaeusinstituut Raad van bestuur dr. P.W.C. van Barneveld Vaste toehoorder B.M. Kors, intensivist Dagelijks bestuur COC mw. Y.V. Abrahamsen, stafmedewerker Linnaeusinstituut dr. P.W.C. van Barneveld, voorzitter RvB mw. dr. J. Gianotten, gynaecoloog dr. W. de Ronde, internist dr. M.F. Schutte, directeur a.i. Linnaeusinstituut dr. R. Tukkie, cardioloog, voorzitter mw. dr. V.M.D. Struben, arts, onderwijscoördinator wisselende vertegenwoordiging vanuit het VAAK-bestuur
32
De STZ-kerngroep mw. Y.V. Abrahamsen, stafmedewerker Linnaeusinstituut, ambtelijk secretaris dr. P.W.C. van Barneveld, voorzitter RvB, voorzitter mw. H. de Groot, hoofd beroeps(vervolg)opleidingen en bedrijfstrainingen dr. W. de Ronde, internist, voorzitter wetenschapscommissie dr. M.F. Schutte, directeur Linnaeusinstituut a.i. mw. dr. V.M.D. Struben, arts, onderwijscoördinator dr. R. Tukkie, cardioloog, voorzitter centrale opleidingscommissie mw. E. Verhoogt, riskofficer De bibliotheekcommissie mw. B. Been, bibliothecaris, secretaris mw. J. Bouman, bibliothecaris, secretaris mw. N.A.J. Fennema, intensivist, voorzitter mw. J.M.H. Heij, intensivist dr. R. Metz, chirurg dr. G. Munts, neuroloog mw. P.J.M. Pernet, gynaecoloog dr. W. de Ronde, internist T. Aukema, aios chirurgie Bestuur VAAK T. Aukema, aios chirurgie, lid mw. W. Chen, aios interne geneeskunde, lid mw. M. van Leeuwen, aios obstetrie & gynaecologie, secretaris L.F.H.J. Robbers, aios interne geneeskunde, voorzitter Mw. I. Thomassen, aios chirurgie, penningmeester Mw. P. van Vierssen, taio obstetrie & gynaecologie, lid
SPAARNE GASTHUIS Centrale opleidingscommissie
SPECIALISME
OPLEIDER
Anesthesiologie Cardiologie Chirurgie Interne geneeskunde Klinische chemie & laboratoriumgeneeskunde
C.W.P. van der Hoeven dr. A.J. Voogel dr. G.J.M. Akkersdijk dr. A.B. Arntzenius mw. dr. C.J. Pronk-Admiraal MBA
Keel-neus-oorheelkunde Kindergeneeskunde Klinische fysica Longziekten & tuberculose Neurologie Nucleaire geneeskunde Obstetrie en gynaecologie
dr. E.B.J. van Nieuwkerk dr. J.P. de Winter ir. H.J. Spruijt dr. F.H. Krouwels dr. I.S.J. Merkies dr. A. Zwijnenburg mw. dr. A. Vollebregt vice-voorzitter dr. P.A. Nolte, voorzitter W.P. Polomski dr. M.A. Noordzij S.L. Verweij
Orthopedie Revalidatiegeneeskunde Urologie Ziekenhuisfarmacie
PLAATSVERVANGEND OPLEIDER E.L.V.M.M. Wiewel D.A.M. Odekerken mw. dr. D. Nio mw. dr. A.M. Lagaay dr. M.H. Herruer
dr. R.A. Scheeren mw. dr. M.A. van Houten ir. B.M. Titulaer dr. I. van der Lee R. Meijer C.J. Rehmann dr. M.H. Emanuel dr. A. van Noort mw. dr. J.R. de Kroon E.P. v.d. Weijer R.T.M. van der Hoeven
33
Mede vertegenwoordigd in de COC: Bestuur CAV G.J. van Baaren, aios gynaecologie mw. C. Jurgens, aios interne geneeskunde mw. W. Thijs, aios longgeneeskunde Bestuur Vereniging Medische Staf A.H.M. van der Heijden, longarts, voorzitter medische staf Linnaeusinstituut mw. M.J.A. van Schie, coördinator medisch onderwijs/visitatiecoördinator, notulist mw. dr. V.M.D. Struben, arts, onderwijscoördinator, secretaris dr. M.F. Schutte, a.i. directeur Linnaeusinstituut Raad van bestuur dr. P.W.C. van Barneveld, voorzitter RvB Vaste toehoorder mw. S. den Boer, intensivist Dagelijks bestuur COC dr. A.B. Arntzenius, internist dr. F.H. Krouwels, longarts, lid dr. P.A. Nolte, orthopedisch chirurg, voorzitter mw. M.J.A. van Schie, coördinator medisch onderwijs/visitatiecoördinator, notulist dr. M.F. Schutte, wnd. directeur Linnaeusinstuut mw. dr. V.M.D. Struben, arts, onderwijscoördinator, ambtelijk secretaris mw. dr. A. Vollebregt, gynaecoloog, vice-voorzitter wisselende vertegenwoordiging vanuit het CAV-bestuur LINNAEUSINSTITUUT OVERSTIJGEND Dagelijks bestuur Linnaeusinstituut mw. Y.V. Abrahamsen, stafmedewerker locatie KG dr. R.M. Brohet, genetisch epidemioloog/hoofd WBL mw. H. de Groot, hoofd beroeps(vervolg)opleidingen & bedrijfstrainingen mw. E.H. Heeremans-Coppens, stafmedewerker locatie SZ A. Leuverink, adviseur planning & control wetenschap mw. E. Paddenburg, sectorhoofd beroeps(vervolg)opleidingen & bedrijfstrainingen dr. M.F. Schutte, directeur Linnaeusinstituut a.i., voorzitter mw. dr. V.M.D. Struben, arts, onderwijscoördinator Redactie Linnaeus Wetenschapsmagazine mw. dr. A. Eskes, stafmedewerker WBL dr. S.G.B. Heckenberg, neuroloog mw. E.H. Heeremans-Coppens, redactiesecretaris W.R. van Kempen, huisarts dr. C.F. Melissant, longarts dr. R. Metz, chirurg mw. dr. K. Mooren, longarts dr. P.A. Nolte, orthopedisch chirurg mw. A. Vehmeijer-Scherpenzeel, MDL-arts, hoofdredacteur mw. dr. A. Vollebregt, gynaecoloog Wetenschapscommissie mw. G. van Asselt, stafmedewerkerWBL dr. R.M. Brohet, hoofd WBL mw. A. Drenth, secretaresse WBL, ambtelijk secretaris dr. I.S.J. Merkies, neuroloog dr. P.A. Nolte, orthopedisch chirurg dr. M.A. Noordzij, uroloog
34
dr. W. de Ronde, internist, voorzitter dr. E.G.J. Vermeulen, chirurg mw. dr.S. ten Wolde, reumatoloog ACLU KG mw. dr. I. Houtenbos, internist hemato-oncoloog, voorzitter (plv) mw. G. van Asselt, kwaliteitsmedewerker WBL dr. M. Becker, ziekenhuisapotheker mw. E. C leeren, researchcoördinator mw. A. Drenth, secretaresse WBL, ambtelijk secretaries mw. dr. J. Gootjes, klinisch chemicus mw. T. Wiarda, ziekenhuisjurist ACLU SZ dr. M.H. Herruer, klinisch chemicus, voorzitter mw. G. van Asselt, kwaliteitsmedewerker WBL mw. S. Bakker, adviseur patiëntenvoorlichting dr. M. Becker, ziekenhuisapotheker A. Beeker, internist/hemato-oncoloog mw. M. Boomgaard, seniorverpleegkundige cardiologie dr. R.M. Brohet, genetisch epidemioloog/hoofd WBL mr. A.M.M. C lous, jurist mw. A. Drenth, secretaresse WBL, ambtelijk secretaris
35
Bijlage 2. Publicatieoverzicht 2014 Totaal aantal artikelen KG/SZ: 131 + Streeklab: 13 KENNEMER GASTHUIS (74 artikelen) CARDIOLOGIE Boriani G, Tukkie R, Manolis AS, Mont L, Puererfellner H, Santini M, et al. Atrial antitachycardia pacing and managed ventricular pacing in bra dycardia patients with paroxysmal or persistent atrial tachyarrhythmias: the MINERVA randomized multicentre international trial. Eur Heart J 2014 SEP 14;35(35):2352-2362. Padeletti L, Mont L, Purerfellner H, Manolis A, Tukkie R, Santini M, et al. The effects of reactive atrial antitachycardia pacing on the progression of atrial tachyarrhythmias: secondary analysis results of the randomized MINERVA trial. Eur Heart J 2014 SEP 1;35:358-358. Verbeek AJ, Verbeek JF, van Dijck JA, Verbeek AL. Predicting chance of disease: calculation using prediction rules. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158:A7041. Vlot M, de Jong M, de Ronde P, Tukkie R. A surprising cause of reversible dilated cardiomyopathy. BMJ Case Rep 2014 May 30;2014:10.1136/bcr-2013-203512. CHIRURGIE Abis GSA, Oosterling SJ, Stockmann HBAC, van der Bij GJ, van Egmond M, Vandenbroucke -Grauls CMJE, et al. Perioperative selective decontamination of the digestive tract and standard antibiotic prophylaxis versus standard antibiotic prophylaxis alone in elective colorectal cancer patients. Danish Medical Journal 2014 APR;61(4):A4695. Belt EJT, Stockmann HBAC, Delis-Van Diemen PM, Bril H, Tijssen M, Van Essen HF, et al. Expression of Apoptosis Regulating Proteins Identifies Stage II and III Colon Cancer Patients W ith High Risk of Recurrence. J Surg Oncol 2014 MAR;109(3):255-265. Burgers PTPW, Zielinski SM, Mailuhu AKE, Heetveld MJ, Verhofstad MHJ, Roukema GR, et al. Cumulative incidence and treatment of non-simultaneous bilateral femoral neck fractures in a cohort of one thousand two hundred and fifty patients. Int Orthop 2014 NOV;38(11):2335-2342. Daniels L, Budding AE, de Korte N, Eck A, Bogaards JA, Stockmann HB, et al. Fecal microbiome analysis as a diagnostic test for diverticulitis. European Journal of Clinical Microbiology & Infectious Diseases 2014 NOV;33(11):1927-1936. den Uil SH, Thomassen I, Vermeulen EG, Vuylsteke RJ, Stockmann HB, de Vries M. Small bowel perforation caused by advanced melanoma. Tumori. 2014 Jul-Aug;100(4):140e-3e Donker M, van Tienhoven G, Straver ME, Meijnen P, van de Velde CJH, Mansel RE, et al (among Rijna H). Radiotherapy or surgery of the axilla after a positive sentinel node in breast cancer (EORTC 10981-22023 AMAROS): a randomised, multicentre, open-label, phase 3 non-inferiority trial. Lancet Oncology 2014 NOV;15(12):1303-1310.
36
Draht MXG, Smits KM, Tournier B, Jooste V, Chapusot C, Carvalho B, et al (among them Stockmann HB, Bril H). Promoter CpG island methylation of RET predicts poor prognosis in stage II colorectal cancer patients. Molecular Oncology 2014 MAY;8(3):679-688. FAITH Investigators (among them Heetveld MJ, Visser GA, Stockmann H, Silvis R, Sneller JP, Rijbroek B, Scheepers JJG, Vermeulen EGJ, Siroen MPC, Vuylsteke R, Brom HLF, Rijna H). Fixation using alternative implants for the treatment of hip fractures (FAITH): design and rationale for a multi-centre randomized trial comparing sliding hip screws and cancellous screws on revision surgery rates and quality of life in the treatment of femoral neck fractures. BMC Musculoskelet Disord. 2014 Jun 26;15:219 Goos JA, Hiemstra AC, Coupé VM, et al; DeCoDe PET group; DeCoDe PET group (among them Stockmann HB, Bril H). Epidermal growth factor receptor (EGFR) and prostaglandin-endoperoxide synthase 2 (PTGS2) are prognostic biomarkers for patients with resected colorectal cancer liver metastases. Br J Cancer. 2014 Aug 12;111(4):749-55. Hoexum F, Heetveld MJ. Subtalar dislocation: two cases requiring surgery and a literature review of the last 25 years. Arch Orthop Trauma Surg 2014 SEP;134(9):1237-1249. Hoexum F, Vuylsteke RJ. Repair of a coccygeal hernia with a biological mesh. Int J Surg Case Rep 2014 Dec 12;6C:259-262. Leeuwenburgh MMN, Stockmann HBAC, Bouma WH, Houdijk APJ, Verhagen MF, Vrouenraets B, et al. A Simple Clinical Decision Rule To Rule Out Appendicitis In Patients With Nondiagnostic Ultrasound Results. Acad Emerg Med 2014 MAY;21(5):488-496. Leeuwenburgh MMN, Wiarda BM, Jensch S, van Es HW, Stockmann HBAC, Gratama JWC, et al. Accuracy and interobserver agreement between MR-non-expert radiologists and MR-experts in reading MRI for suspected appendicitis. Eur J Radiol 2014 JAN;83(1):103-110. Leeuwenburgh MM, Wiezer MJ, Wiarda BM, Bouma WH, Phoa SS, Stockmann HB, et al; OPTIMAP study group. Accuracy of MRI compared w ith ultrasound imaging and selective use of CT to discriminate simple from perforated appendicitis. Br J Surg. 2014 Jan;101(1):e147 -55. Leeuwenburgh MM, Jensch S, Gratama JW, et al; OPTIMAP study group (among them Stockmann HB). MRI features associated with acute appendicitis. Eur Radiol. 2014 Jan;24(1):214-22. Mahabier KC, van Lieshout EMM, Bolhuis HW, Bos PK, Bronkhorst MWGA, Bruijninckx MMM, et al (among them Heetveld MJ). HUMeral Shaft Fractures: MEasuring Recovery after Operative versus Non-operative Treatment (HUMMER): a multicenter comparative observational study. Bmc Musculoskeletal Disorders 2014 FEB 11;15:39. Mathew G, Kowalczuk M, Hetaimish B, Bedi A, Philippon MJ, Bhandari M, et al; FAITH Investigators (among them Heetveld MJ, Visser GA, Stockmann H, Silvis R, Sneller JP, Rijbroek B, Scheepers JJG, Vermeulen EGJ, Siroen MPC, Vuylsteke R, Brom HLF, Rijna H). Radiographic prevalence of CAM-type femoroacetabular impingement after open reduction and internal fixation of femoral neck fractures. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2014 Apr;22(4):793-800 McCormack R, Apostle K, Boyer D, Moola F, Perey B, Stone T, et al (among them Heetveld MJ, Visser GA, Stockmann H, Silvis R, Sneller JP, Rijbroek B, Scheepers JJG, Vermeulen EGJ, Siroen MPC, Vuylsteke R, Brom HLF, Rijna H). Fixation using alternative implants for the treatment of hip fractures (FAITH): design and rationale for a multi-centre randomized trial comparing sliding hip screws and cancellous screws on revision surgery rates and quality of life in the treatment of femoral neck fractures. Bmc Musculoskeletal Disorders 2014 JUN 26;15:219.
37
Musters GD, Bemelman WA, Bosker RJI, Burger JWA, van Duijvendijk P, van Etten B, et al (amongt them Vuylsteke R). Randomized controlled multicentre study compa ring biological mesh closure of the pelvic floor with primary perineal wound closure after extralevator abdominoperineal resection for rectal cancer (BIOPEX-study). Bmc Surgery 2014 AUG 27;14:58. Nieuwenhuis D, Velthuis S, Bonjer J, Sietses C. Transanal total mesorectal excision: a new treatment option for rectal cancer. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158(6):A7054. Ruigrok D, Soetekouw R, Stockmann HB, van Krimpen K, Chesaru I, Sulzer MA. Soft-tissue mass as a rare presentation of sarcoidosis. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158(4):A6441. van Gool MH, Aukema TS, Schaake EE, Rijna H, Codrington HE, Olmos RAV, et al. F-18Fluorodeoxyglucose Positron Emission Tomography versus Computed Tomography in Predicting Histopathological Response to Epidermal Growth Factor Rece ptor-Tyrosine Kinase Inhibitor Treatment in Resectable Non-Small Cell Lung Cancer. Annals of Surgical Oncology 2014 SEP;21(9):2831-2837. van Gool MH, Aukema TS, Schaake EE, Rijna H, Olmos RAV, van Pel R, et al. Timing of Metabolic Response Monitoring During Erlotinib Treatment in Non-Small Cell Lung Cancer. Journal of Nuclear Medicine 2014 JUL;55(7):1081-1086. Wevers MR, Aaronson NK, Verhoef S, Bleiker EMA, Hahn DEE, Kuenen MA, et al (among them Rijna H). Impact of rapid genetic counselling and testing on the decision to undergo immediate or delayed prophylactic mastectomy in newly diagnosed breast cancer patients: findings from a randomised controlled trial. Br J Cancer 2014 FEB 18;110(4):1081-1087. Zielinski SM, Bouwmans CAM, Heetveld MJ, Bhandari M, Patka P, Van Lieshout EMM, et al. The societal costs of femoral neck fracture patients treated with internal fixation. Osteoporosis Int 2014 MAR;25(3):875-885. Zielinski SM, Keijsers NL, Praet SFE, Heetveld MJ, Bhandari M, Wilssens JP, et al. Functional Outcome After Successful Internal Fixation Versus Salvage Arthroplasty of Patients With a Femoral Neck Fracture. J Orthop Trauma 2014 DEC;28(12):E273-E280. INTENSIVE CARE van IJzendoorn MC, Koopmans M, Strauch U, Heines S, den Boer S, Kors BM, et al. Ventilator setting in ICUs: comparing a Dutch with a European cohort. Neth J Med. 2014 Nov;72(9):473-80. INTERNE GENEESKUNDE Buiten MS, de Bie MK, Rotmans JI, Gabreels BA, van Dorp W , Wolterbeek R, et al. The dialysis procedure as a trigger for atrial fibrillation: new insights in the development of atrial fibrillation in dialysis patients. Heart 2014 MAY 1;100(9):685-690. Grosfeld S, Cnossen A. Education subject: Young women and breast cancer. Eur J Cancer 2014 MAR;50:S174-S174. Jacobs JJL, Snackey C, Geldof AA, Characiejus D, Van Moorselaar RJA, Den Otter W. Inefficacy of Therapeutic Cancer Vaccines and Proposed Improvements. Casus of Prostate Cancer. Anticancer Res 2014 JUN;34(6):2689-2700. Kamara DA, Ryom L, Ross M, Kirk O, Reiss P, Morlat P, et al; D:A:D stud y Group (among them Ten Kate R, Soetekouw R). Development of a definition for Rapid Progression (RP) of renal function in
38
HIV-positive persons: the D:A:D study. BMC Nephrol. 2014 Mar 25;15:51. doi: 10.1186/1471 2369-15-51. Nacak H, van Diepen M, de Goeij MC, Rotmans JI, Dekker FW; PREPARE-2 study group (among them Verburgh CA). Uric acid: association with rate of renal function decline and time until start of dialysis in incident pre-dialysis patients. BMC Nephrol. 2014 Jun 16;15:91. Ruigrok D, Soetekouw R, Stockmann HB, van Krimpen K, Chesaru I, Sulzer MA. Soft-tissue mass as a rare presentation of sarcoidosis. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158(4):A6441. Sprenger H, Langebeek N, Mulder P, Ten Napel C, Vriesendorp R, Hoepelman A, et al (among them Ten Kate R). A randomized controlled trial of single -class maintenance therapy with abacavir/lamivudine/zidovudine after standard triple antiretroviral induction therapy: final 96 -week results from the FREE study. HIV Med. 2015 Feb;16(2):122-31. * Smith CJ, Ryom L, Weber R, Morlat P, Pradier C, Reiss P, Kowalska et al; D:A:D Study Group (among them Ten Kate R, Soetekouw R). Trends in underlying causes of death in people with HIV from 1999 to 2011 (D:A:D): a multicohort collaboration. Lancet. 2014 Jul 19;384(9939):241-8. Stiksma J, Grootendorst DC, van der Linden PWG. CA 19-9 As a Marker in Addition to CEA to Monitor Colorectal Cancer. Clinical Colorectal Cancer 2014 DEC;13(4):239-244. van Raalte DH, Wesselius HM, de Klerk G. Unexpected diagnosis of visceral leishmaniasis in a patient presenting with an infected ICD lead. Neth J Med 2014 APR;72(3):146 -148. Vlot M, de Jong M, de Ronde P, Tukkie R. A surprising cause of reversible dilated cardiomyopathy. BMJ Case Rep 2014 May 30;2014:10.1136/bcr-2013-203512. Walsh M, Faurschou M, Berden A, Flossmann O, Bajema I, Hoglund P, et al; European Vasculitis Study Group (among them Verburgh CA). Long-term follow -up of cyclophosphamide compared with azathioprine for initial maintenance therapy in ANCA-associated vasculitis. Clin J Am Soc Nephrol. 2014 Sep 5;9(9):1571-6. KLINISCHE GERIATRIE Tillemans MP, Donders EM, Verweij SL, Van der Hoeven RT, Kalisvaart KJ. Effect of administration route on the pharmacokinetics of cobalamin in elderly patients: a randomized controlled trial. Curr Ther Res Clin Exp 2014 Mar 20;76:21-25. van den Hanenberg F, Mairuhu G, Kalisvaart CJ, Baan J, Maier AB. [Aortic valve replacement and screening for frailty]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7381. KEEL-NEUS-OORHEELKUNDE Ravesloot MJ, Bril H, Braamskamp MJ, Wiegman A, Wong Chung RP. The curious case of the orange coloured tonsils. Int J Pediatr Otorhinolaryngol 2014 Sep 22;78(12):2305-2307. LONGGENEESKUNDE & TUBERCULOSE Horeweg N, Scholten ET, de Jong PA, van der Aalst CM, Weenink C, Lammers JJ, et al. Detection of lung cancer through low -dose CT screening (NELSON): a prespecifi ed analysis of screening test performance and interval cancers. Lancet Oncology 2014 NOV;15(12):1342 -1350.
39
Ruigrok D, Soetekouw R, Stockmann HB, van Krimpen K, Chesaru I, Sulzer MA. Soft-tissue mass as a rare presentation of sarcoidosis. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158(4):A6441. Scholten ET, de Jong PA, de Hoop B, van Klaveren R, van Amelsvoort-van de Vorst S, Oudkerk M, et al (among them Weenink C). Towards a close computed tomography monitoring approach for screen detected subsolid pulmonary nodules? Eur Respir J 2014 Nov 27. MAAG-DARM-LEVERZIEKTEN Boonstra K, Kunst AE, Stadhouders PH, et al, Ponsioen CY; Epi PSC PBC study group (among them Kuyvenhoven JP). Rising incidence and prevalence of primary biliary cirrhosis: a large populationbased study. Liver Int. 2014 Jul;34(6):e31-8. de Boer YS, van Gerven NM, Zwiers A, et al; Dutch Autoimmune Hepatitis Study Group; LifeLines Cohort Study; Study of Health in Pomerania (among them Kuyvenhoven JP). Genome-wide association study identifies variants associated with autoimmune hepatitis type 1. Gastroenterology. 2014 Aug;147(2):443-52.e5. Van Weyenberg SJB, Stam FJ, Marsman W . Successful endoscopic closure of spontaneous esophageal rupture (Boerhaave syndrome). Gastrointest Endosc 2014 JUL;80(1):162 -162. Connolly MP, Kuyvenhoven JP, Postma MJ, Nielsen SK. Cost and quality-adjusted life year differences in the treatment of active ulcerative colitis using once -daily 4 g or twice-daily 2 g mesalazine dosing. Journal of Crohns & Colitis 2014 MAY 1;8(5):357-362. van Turenhout ST, Oort FA, van der Hulst R, Visscher AP, Sive Droste JS, Scholten P, Bouman AA, et al. Prospective cross-sectional study on faecal immunochemical tests: sex specific cut-off valuesto obtain equal sensitivity for colorectal cancer? BMC Gastroenterol. 2014 Dec 21;14(1):217. van Gerven NM, Verwer BJ, Witte BI, et al; Dutch Autoimmune hepatitis STUDY group (among them Kuyvenhoven JP). Epidemiology and clinical characte ristics of autoimmune hepatitis in the Netherlands. Scand J Gastroenterol. 2014 Oct;49(10):1245-54. MOND-, KAAK- EN AANGEZICHTSCHIRURG IE Kraaijenga S, van der Molen L, van Tinteren H, Hilgers F, Smeele L. Treatment of myogenic temporomandibular disorder: a prospective randomized clinical trial, comparing a mechanical stretching device (TheraBite (R)) with standard physical therapy exercise. Cranio -the Journal of Craniomandibular Practice 2014 JUL;32(3):208-216. NEUROLOGIE Heckenberg SG, Brouwer MC, van de Beek D. Bacterial meningitis. Handb Clin Neurol 2014;121:1361-1375. OBSTETRIE & GYNAECOLOGIE Bouwsma EVA, Noordegraaf AV, Szlavik Z, Brolmann HAM, Emanuel MH, Lips JP, et al. Process Evaluation of a Multidisciplinary Care Program for Patients Undergoing Gynaecological Surgery. J Occup Rehabil 2014 SEP;24(3):425-438. Kerkhof MH, Ruiz-Zapata AM, Bril H, Bleeker MCG, Belien JAM, Stoop R, et al. Changes in tissue composition of the vaginal wall of premenopausal women with prolapse. Obstet Gynecol 2014 FEB;210(2).
40
Kerkhof MH, Scholten I. Nausea, vomiting, malaise, frequent urination--Dx?. J Fam Pract 2014 OCT;63(10):592-599. Liem S, Schuit E, Hegeman M, Bais J, de Boer K, Bloemenkamp K, et al (among them Pernet P). Cervical Pessaries for Prevention of Preterm Birth in Women With a Multiple Pregnancy (ProTWIN): A Multicentre, Open-label Randomised Controlled Trial. Obstet Gynecol Surv 2014 FEB;69(2):7375. Schellart RP, Rengerink KO, Van der Aa F, Lucot J, Kimpe B, de Ridder DJMK, et al. A Randomized Comparison of a Single-incision Midurethral Sling and a Transobturator Midurethral Sling in Women with Stress Urinary Incontinence: Results of 12-mo Follow -up. Eur Urol 2014 DEC;66(6):11791185. Scholten I, Chambers GM, van Loendersloot L, van der Veen F, Repping S, Gianotten J, et al. Impact of assisted reproductive technology on the incidence of multiple -gestation infants: a population perspective. Fertil Steril 2015 Jan;103(1):179-183. Scholten I, Custers IM, Moolenaar LM, Flierman PA, Cox T, Gianotten J, et al. Long-term follow up of couples initially randomized between immobilization and immediate mobilization subsequent to IUI. Reproductive Biomedicine Online 2014 JUL;29(1):125-130. Snaphaan N, Woiski M, de Visser S, Scheepers H, Grol R, Lotgering F, et al (a mong them Pernet P). Assessment of obstetric-teams' non-technical skills in the management of postpartum hemorrhage using actual care video recordings. Obstet Gynecol 2014 JAN;210(1):S217-S218. Twijnstra ARH, Hiemstra E, van Zwet EW, Balkema EIR, Dankelman J, Jansen FW. Intracorporeal Knot Tying in a Box Trainer: How Proficient Is in Vitro Evaluation in Laparoscopic Experts? Journal of Minimally Invasive Gynecology 2014 MAR-APR;21(2):291-295. Vijgen SMC, Van der Ham DP, Bijlenga D, Van Beek JJ, Bloemenkamp KWM, Kwee A, et al (among them Pernet P). Economic analysis comparing induction of labor and expectant management in women with preterm prelabor rupture of membranes between 34 and 37 weeks (PPROMEXIL trial). Acta Obstet Gynecol Scand 2014 APR;93(4):374-381. ORTHOPEDIE Horstmann WG, Swierstra MJ, Ohanis D, Rolink R, Kollen BJ, Verheyen CCPM. Favourable results of a new intraoperative and postoperative filtered autologous blood re -transfusion system in total hip arthroplasty: a randomised controlled trial. Int Orthop 2014 JAN;38(1):13-18. Horstmann W , Kuipers B, Ohanis D, Slappendel R, Kollen B, Verheyen C. Autologous re -transfusion drain compared with no drain in total knee arthroplasty: a randomised controlled trial. Blood Transfusion 2014 JAN;12:S176-S181. Struijk-Mulder MC, Horstmann WG, Verheyen CC, Ettema HB. Ten-year follow -up on Dutch orthopaedic blood management (DATA III survey). Arch Orthop Trauma Surg 2014 JAN;134(1):1520. PATHOLOGIE Belt EJT, Stockmann HBAC, Delis-Van Diemen PM, Bril H, Tijssen M, Van Essen HF, et al. Expression of Apoptosis Regulating Proteins Identifies Stage II and III Colon Cancer Patients With High Risk of Recurrence. J Surg Oncol 2014 MAR;109(3):255-265.
41
Draht MXG, Smits KM, Tournier B, Jooste V, Chapusot C, Carvalho B, et al (among them Stockmann HB, Bril H). Promoter CpG island methylation of RET predicts poor prognosis in stage II colorectal cancer patients. Molecular Oncology 2014 MAY;8(3):679-688. Goos JA, Hiemstra AC, Coupé VM, et al; DeCoDe PET group; DeCoDe PET group (among them Bril H). Epidermal growth factor receptor (EGFR) and prostaglandin-endoperoxide synthase 2 (PTGS2) are prognostic biomarkers for patients with resected colorectal cancer liver metastases. Br J Cancer. 2014 Aug 12;111(4):749-55. Kerkhof MH, Ruiz-Zapata AM, Bril H, Bleeker MCG, Belien JAM, Stoop R, et al. Changes in tissue composition of the vaginal wall of premenopausal women with prolapse. Obstet Gynecol 2014 FEB;210(2). Ravesloot MJ, Bril H, Braamskamp MJ, Wiegman A, Wong Chung RP. The curious case of the orange coloured tonsils. Int J Pediatr Otorhinolaryngol 2014 Sep 22;78(12):2305 -2307. Ruigrok D, Soetekouw R, Stockmann HB, van Krimpen K, Chesaru I, Sulzer MA. Soft-tissue mass as a rare presentation of sarcoidosis. Ned Tijdschr Genees kd 2014;158(4):A6441. RADIOLOGIE Horeweg N, van Rosmalen J, Heuvelmans MA, van der Aalst CM, Vliegenthart R, Scholten ET, et al. Lung cancer probability in patients with CT-detected pulmonary nodules: a prespecifi ed analysis of data from the NELSON trial of low -dose CT screening. Lancet Oncology 2014 NOV;15(12):13321341. Jacobs C, van Rikxoort EM, Scholten ET, de Jong PA, Prokop M, Schaefer-Prokop C, et al. Solid, Part-Solid, or Non-solid?: Classification of Pulmonary Nodules in Low -Dose Chest Computed Tomography by a Computer-Aided Diagnosis System. Invest Radiol 2014 Dec 4. Jacobs C, van Rikxoort EM, Twellmann T, Scholten ET, de Jong PA, Kuhnigk JM, et al. Automatic detection of subsolid pulmonary nodules in thoracic computed tomography images. Med Image Anal 2014 Feb;18(2):374-384. Leeuwenburgh MMN, Jensch S, Gratama JWC, Spilt A, Wiarda BM, Van Es HW, et al. MRI features associated with acute appendicitis. Eur Radiol 2014 JAN;24(1):214-222. Ruigrok D, Soetekouw R, Stockmann HB, van Krimpen K, Chesaru I, Sulzer MA. Soft-tissue mass as a rare presentation of sarcoidosis. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158(4):A6441. Scholten ET, de Jong PA, de Hoop B, van Klaveren R, van Amelsvoort-van de Vorst S, Oudkerk M, et al. Towards a close computed tomography monitoring approach for screen detected subsolid pulmonary nodules? Eur Respir J 2014 Nov 27. Schreuder SM, Scholtens AE, Reekers JA, Bipat S. The Role of Prostatic Arterial Embolization in Patients with Benign Prostatic Hyperplasia: A Systematic Review. Cardiovasc Intervent Radiol 2014 OCT;37(5):1198-1219. Horeweg N, Scholten ET, de Jong PA, van der Aalst CM, Weenink C, Lammers JJ, et al. Detection of lung cancer through low -dose CT screening (NELSON): a prespecifi ed analysis of screening test performance and interval cancers. Lancet Oncology 2014 NOV;15(12):1342-1350.
42
REUMATOLOGIE Damen J, Schiphof D, Ten Wolde S, Cats HA, Bierma-Zeinstra SMA, Oei EHG. Inter-observer reliability for radiographic assessment of early osteoarthritis features: the CHECK (coho rt hip and cohort knee) study. Osteoarthritis and Cartilage 2014 JUL;22(7):969-974. REVALIDATIEGENEESKUNDE Postma K, Haisma JA, Hopman MT, Bergen MP, Stam HJ, Bussmann JB. Resistive inspiratory muscle training in people with spinal cord injury during inpatient rehabilitation: a randomized controlled trial. Phys Ther 2014 Dec;94(12):1709-1719. ZIEKENHUISAPOTHEEK Tillemans MP, Donders EM, Verweij SL, Van der Hoeven RT, Kalisvaart KJ. Effect of administration route on the pharmacokinetics of cobalamin in elde rly patients: a randomized controlled trial. Curr Ther Res Clin Exp 2014 Mar 20;76:21-25. de Keyser CE, Peters BJ, Becker ML, Visser LE, Uitterlinden AG, Klungel OH, Verstuyft C, Hofman A, Maitland-van der Zee AH, Stricker BH. The SLCO1B1 c.521T>C polymorphism is associated with dose decrease or switching during statin therapy in the Rotterdam Study. Pharmacogenet Genomics. 2014 Jan;24(1):43-51. SPAARNE ZIEKENHUIS (76 artikelen) CARDIOLOGIE Stienen S, Salah K, Moons AH, Bakx AL, van Pol PE, Schroeder-Tanka JM, et al (among them Voogel AJ). Rationale and design of PRIMA II: A multicenter, randomized clinical trial to study the impact of in-hospital guidance for acute decompensated heart failure treatment by a predefined NT-PRoBNP target on the reduction of readmIssion and Mortality rAtes. Am Heart J 2014 Jul;168(1):30-36. ter Bals E, Odekerken DAM, Somsen GA. Takotsubo cardiomyopathy complicated by cardiac tamponade. Netherlands Heart Journal 2014 MAY;22(5):246-248. CHIRURGIE Akhnikh S, de Korte N, de Winter P. Anterior cutaneous nerve entrapment syndrome (ACNES): the forgotten diagnosis. Eur J Pediatr 2014 APR;173(4):445-449. Beek SC van, Reimerink JJ, Vahl AC et al (among them Akkersdijk GJM). Effect of regional cooperation on outcomes from ruptured abdo minal aortic aneurysm. Br J Surg 2014;101(7):794801 Beek SC van, Reimerink JJ, Vahl AC, et al (among them Akkersdijk GJM). Outcomes after open repair for ruptured abdominal aortic aneurysms in patients with friendly versus hostile aortoiliac anatomy. Eur J Vasc Endovasc Surg 2014;467:380-7 Bentohami A, Bosma J, Akkersdijk GJM, van Dijkman B, Goslings JC, Schep NWL. Incidence and characteristics of distal radial fractures in an urban population in The Netherlands. European Journal of Trauma and Emergency Surgery 2014 JUN;40(3):357-361.
43
Bentohami A, de Burlet K, de Korte N, van den Bekerom MPJ, Goslings JC, Schep NWL. Complications following volar locking plate fixation for distal radial fractures: a systematic review. Journal of Hand Surgery-European Volume 2014 SEP;39(7):745-754. Bentohami A, de Korte N, Sosef N, Goslings JC, Bijlsma T, Schep N. Study protocol: non-displaced distal radial fractures in adult patients: three weeks vs. five weeks of cast immobilization: a randomized trial. Bmc Musculoskeletal Disorders 2014 JAN 20;15:24. Daniels L, Budding AE, de Korte N, Eck A, Bogaards JA, Stockmann HB, et al. Fecal microbiome analysis as a diagnostic test for diverticulitis. European Journal of Clinical Microbiology & Infectious Diseases 2014 NOV;33(11):1927-1936. Jin PH, van der Elst A, Nio D. A man with a pulsating mass on the dorsal side of his foot. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158:A7829. Mahabier KC, van Lieshout EMM, Bolhuis HW, Bos PK, Bronkhorst MWGA, Bruijninckx MMM, et al (among Tanka AKF). HUMeral Shaft Fractures: MEasuring Recovery after Operative versus Nonoperative Treatment (HUMMER): a multicenter comparative observational study. Bmc Musculoskeletal Disorders 2014 FEB 11;15:39. Musters GD, Bemelman WA, Bosker RJI, Burger JWA, van Duijvendijk P, van Etten B, et al (among them de Korte N). Randomized controlled multicentre study comparing biological mesh closure of the pelvic floor with primary perineal wound closure after extralevator abdominoperineal resection for rectal cancer (BIOPEX-study). Bmc Surgery 2014 AUG 27;14:58. Post ICJH, Vollebregt A, Bokani N, de Korte N. The complicated Allen-Masters syndrome: small bowel herniation through a broad ligament defect. Obstet Gynecol 2014 SEP;211(3):E3 -E4. INTENSIVE CARE Schilder L, Nurmohamed SA, Bosch FH, Purmer IM, den Boer SS, et al; CASH study group. Citrate anticoagulation versus systemic heparinisation in continuous venovenous hemofiltration in critically ill patients with acute kidney injury: a multi-center randomized clinical trial. Crit Care. 2014 Aug 16;18(4):472. van IJzendoorn MC, Koopmans M, Strauch U, Heines S, den Boer S, Kors BM, et al. Ventilator setting in ICUs: comparing a Dutch with a European cohort. Neth J Med. 2014 Nov;72(9):473-80. INTERNE GENEESKUNDE Buiten MS, De Bie MK, Van Dam B, Bouma-De Krijger A, Dekker FW, Jukema JW, et al. The Association between Soluble Klotho and Cardiovascular Disease in Dialysis Patients. Nephrology Dialysis Transplantation 2014 MAY;29:47-47. Fontein DBY, Charehbili A, Nortier JWR, Kranenbarg EM, Kroep JR, Putter H, et al (among them van der Valk B). Efficacy of six month neoadjuvant endocrine therapy in postmenopausal, hormone receptor-positive breast cancer patients - A phase II trial. Eur J Cancer 2014 SEP;50(13):21902200. Hamaker ME, Seynaeve C, Wymenga ANM, van Tinteren H, Nortier JWR, Maartense E, et al (among them Schrama JG). Baseline comprehensive geriatric assessment is associated with toxicity and survival in elderly metastatic breast cancer patients receiving single -agent chemotherapy: Results from the OMEGA study of the Dutch Breast Cancer Trialists' Group. Breast 2014 FEB;23(1):81 -87.
44
Heslinga M, Bakker J, van Houtum W, van der Jagt-Willems H. Mechanical Bowel Obstruction due to Occlusion with a Biliary Calculus: a Case of a 91-Year-Old Woman with Nausea and Vomiting. J Am Geriatr Soc 2014 AUG;62(8):1612-1613. Neefjes EC, van der Vorst MJ, Boddaert MS, Zuurmond WW, van der Vliet HJ, Beeker A, et al. Clinical evaluation of the efficacy of methylnaltrexone in resolving constipation induced by different opioid subtypes combined with laboratory analysis of immunomodulatory and antiangiogenic effects of methylnaltrexone. BMC Palliat Care. 2014 Aug 20;13:42. Schrijver EJM, de Vries OJ, Verburg A, de Graaf K, Bet PM, van de Ven PM, et al (among them Lagaay AM). Efficacy and safety of haloperidol prophylaxis for delirium prevention in older medical and surgical at-risk patients acutely admitted to hospital through the emergency department: study protocol of a multicenter, randomised, double-blind, placebo-controlled clinical trial. Bmc Geriatrics 2014 AUG 28;14:96. van Bunderen CC, de Weger VA, Griffioen-Keijzer A. Disseminated intravascular coagulation as clinical manifestation of colorectal cancer: a case report and review of the literat ure. Neth J Med 2014 MAY;72(4):186-189. Versteeg KS, Konings IR, Lagaay AM, van de Loosdrecht AA, Verheul HMW. Prediction of treatment-related toxicity and outcome with geriatric assessment in elderly patients with solid malignancies treated with chemothe rapy: a systematic review. Annals of Oncology 2014 OCT;25(10):1914-1918. Zwaginga JJ, van der Holt B, Te Boekhorst PA, Biemond BJ, Levin MD, van der Griend R, et al (among them Schrama JG). Multi-center randomized open label phase II trial on 3 rituximab dosing schemes in immune thrombocytopenia patients. Haematologica 2014 Nov 25. KINDERGENEESKUNDE Akhnikh S, de Korte N, de Winter P. Anterior cutaneous nerve entrapment syndrome (ACNES): the forgotten diagnosis. Eur J Pediatr 2014 APR;173(4):445-449. Barug D, Goorden S, Herruer M, Muller M, Brohet R, de Winter P. Reference values for interleukin-6 and interleukin-8 in cord blood of healthy term neonates and their association with stress -related perinatal factors. PLoS One 2014 Dec 8;9(12):e114109. Davis SC, Willems MJ, Kiezebrink-Lindenhovius HH, van Houten MA, Eurelings M. Concentration problem or epilepsy? Sudden changes in behaviour in adolescents. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158:A8030. KLINISCHE CHEMIE & LABORATORIUMGENEESKUNDE Barug D, Goorden S, Herruer M, Muller M, Brohet R, de Winter P. Reference values for interleukin-6 and interleukin-8 in cord blood of healthy term neonates and their association with stress -related perinatal factors. PLoS One 2014 Dec 8;9(12):e114109. de Nijs R, Lagerburg V, Klausen TL, Holm S. Improving quantitative dosimetry in 177 LuDOTATATE SPECT by energy window -based scatter corrections. Nucl Med Commun 2014 MAY;35(5):522-533. Franken W, van Rheenen-Flach L, Buijs MM. [Pregnancy tests: urine versus blood pregnancy tests]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;157:A6336.
45
KLINISCHE GERIATRIE de Groot MH, van der Jagt-Willems HC, van Campen JPCM, Lems WF, Beijnen JH, Lamoth CJC. A flexed posture in elderly patients is associated with impairments in postural control during walking. Gait Posture 2014 FEB;39(2):767-772. van der Jagt-Willems HC, van Munster BC, Leeflang M, Beuerle E, Tulner CR, Lems WF. Diagnosis of vertebral fractures on lateral chest X-ray: Intraobserver agreement of semi-quantitative vertebral fracture assessment. Eur J Radiol 2014 DEC;83(12):2177-2180. van der Jagt-Willems HC, van Munster BC, Tulner LR, Lems WF. Geriatricians should Screen for Vertebral Fractures in all Individuals by Performing X-Rays of the Thoracic Spine. J Am Geriatr Soc 2014 OCT;62(10):2027-2029. LONGGENEESKUNDE & TUBERCULOSE Berger M, de Boer JD, Bresser P, van der Poll T, Lutter R, Sterk PJ, et al. Lipopolysaccharide amplifies eosinophilic inflammation after segmental challenge with house dust mite in asthmatics. Allergy 2014 Nov 10. Hughes JMB, van der Lee I. The TLNO/TLCO ratio in pulmonary function test interpretation. European Respiratory Journal 2014 JAN;43(1):311-311. Thijssing L, van der Heijden J, Melissant C, Chavannes N, Witkamp L, Jaspers M. Telepulmonology and telespirometry. Stud Health Technol Inform 2014;205:211-215. Thijssing L, van der Heijden JP, Chavannes NH, Melissant CF, Jaspers MWM, Witkamp L. Telepulmonology: Effect on quality and efficiency of care. Respir Med 2014 FEB;108(2):314 -318. Thijs W, Alizadeh Dehnavi R, Hiemstra PS, de Roos A, Melissant CF, Janssen K, Tamsma JT, Rabe KF. Association of lung function measurements and visceral fat in men with metabolic syndrome. Respir Med. 2014 Feb;108(2):351-7. NEUROLOGIE Alberti P, Rossi E, Cornblath DR, Merkies ISJ, Postma TJ, Frigeni B, et al. Physician-assessed and patient-reported outcome measures in chemotherapy-induced sensory peripheral neurotoxicity: two sides of the same coin. Annals of Oncology 2014 JAN;25(1):257-264. Bakkers M, Faber CG, Hoeijmakers JGJ, Lauria G, Merkies ISJ. Small Fibers, Large Impact: Quality of Life in Small-Fiber Neuropathy. Muscle Nerve 2014 MAR;49(3):329-336. Brouwer BA, Merkies ISJ, Gerrits MM, Waxman SG, Hoeijmakers JGJ, Faber CG. Painful neuropathies: the emerging role of sodium channelopa thies. Journal of the Peripheral Nervous System 2014 JUN;19(2):53-65. Davis SC, Willems MJ, Kiezebrink-Lindenhovius HH, van Houten MA, Eurelings M. Concentration problem or epilepsy? Sudden changes in behaviour in adolescents. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158:A8030. Devigili G, Eleopra R, Pierro T, Lombardi R, Rinaldo S, Lettieri C, et al (among them Merkies ISJ). Paroxysmal itch caused by gain-of-function Na(v)1.7 mutation. Pain 2014 SEP;155(9):1702-1707.
46
Draak THP, Vanhoutte EK, van Nes SI, Gorson KC, Van der Pol WL, Notermans NC, et al (among them Merkies ISJ). Changing outcome in inflammatory neuropathies Rasch-comparative responsiveness. Neurology 2014 DEC 2;83(23):2124-2132. Griffith KA, Dorsey SG, Renn CL, Zhu S, Johantgen ME, Cornblath DR, et al (among them Merkies ISJ). Correspondence between neurophysiological and clinical measurements of chemotherapyinduced peripheral neuropathy: secondary analysis of data from the CI-PeriNomS study. Journal of the Peripheral Nervous System 2014 JUN;19(2):127-135. Han C, Vasylyev D, Macala LJ, Gerrits MM, Hoeijmakers JGJ, Bekelaar KJ, et al (among them Merkies ISJ). The G1662S Na(V)1.8 mutation in small fibre neuropathy: impaired inactivation underlying DRG neuron hyperexcitability. Journal of Neurology Neurosurge ry and Psychiatry 2014 MAY;85(5):499-505. Hoeijmakers JG, Faber CG, Merkies IS, Waxman SG. Painful peripheral neuropathy and sodium channel mutations. Neurosci Lett 2014 Dec 31. Hoeijmakers JGJ, Faber CG, Merkies ISJ, Waxman SG. Channelopathies, painful neuropathy, and diabetes: which way does the causal arrow point? Trends Mol Med 2014 OCT;20(10):544 -550. Huang J, Han C, Estacion M, Vasylyev D, Hoeijmakers JGJ, Gerrits MM, et al (among them Merkies ISJ). Gain-of-function mutations in sodium channel Na(V)1.9 in painful neuropathy. Brain 2014 JUN;137:1627-1642. Katzberg HD, Barnett C, Merkies ISJ, Bril V. Minimal Clinically Important Difference in Myasthenia Gravis: Outcomes from a Randomized Trial. Muscle Nerve 2014 MAY;49(5):661-665. Lauria G, Ziegler D, Malik R, Merkies ISJ, Waxman SG, Faber CG, et al. The Role of Sodium Channels in Painful Diabetic and Idiopathic Neuropathy. Current Diabetes Reports 2014 OCT;14(10):538. Stork ACJ, Jacobs BC, Tio-Gillen AP, Eurelings M, Jansen MD, van den Berg LH, et al. Prevalence, specificity and functionality of anti-ganglioside antibodies in neuropathy associated with IgM monoclonal gammopathy. J Neuroimmunol 2014 MAR 15;268(1-2):89-94. Vinik EJ, Vinik AI, Paulson JF, Merkies ISJ, Packman J, Grogan DR, et al. Norfolk QOL-DN: validation of a patient reported outcome measure in transthyretin familial amyloid polyneuropathy. Journal of the Peripheral Nervous System 2014 JUN;19(2):104-114. Waxman SG, Merkies ISJ, Gerrits MM, Dib-Hajj SD, Lauria G, Cox JJ, et al. Sodium channel genes in pain-related disorders: phenotype -genotype associations and recommendations for clinical use. Lancet Neurology 2014 NOV;13(11):1152-1160.
47
ORTHOPEDIE Geervliet P, van den Bekerom M, Spruyt P, Curvers M, Visser C, van Noort A. Short-term Results of the Global CAP Uncemented Resurfacing Shoulder Prosthesis. Orthopedics 2014 JAN;37(1):42-47. Louwerens JKG, Sierevelt IN, van Noort A, van den Bekerom MPJ. Evidence for minimally invasive therapies in the management of chronic calcific tendinopathy of the rotator cuff: a systematic review and meta-analysis. Journal of Shoulder and Elbow Surgery 2014 AUG;23(8):1240 -1249. Piepers MJ, van Hove RP, van den Bekerom MPJ, Nolte PA. Do refinements to original designs improve outcome of total knee replacement? A retrospective cohort study. Journal of Orthopaedic Surgery and Research 2014 FEB 6;9:7. Valkering KP, Stokman RD, Bijlsma TS, Brohet RM, van Noort A. Prevalence of symptomatic rotator cuff ruptures after shoulder trauma: a prospective cohort study. European Journal of Emergency Medicine 2014 OCT;21(5):349-353. van Bemmel AF, van de Graaf VA, van den Bekerom MP, Vergroesen DA. Outcome after conservative and operative treatment of children with idiopathic toe walking: a systematic review of literature. Musculoskelet Surg 2014 Aug;98(2):87-93. van Egmond PW, van de Rest H, Nolte PA. Back to the emergency department with a painful ankle. Ned Tijdschr Geneeskd 2014;158:A7388. van Hove RP, Brohet RM, van Royen BJ, Nolte PA. No clinical benefit of titanium nitride coating in cementless mobile-bearing total knee arthroplasty. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2014 Oct 5. van Hove RP, de Jong T, Nolte PA. Autosomal dominant type I osteopetrosis is related with iatrogenic fractures in arthroplasty. Clin Orthop Surg 2014 Dec;6(4):484-488. van Leeuwen DM, de Ruiter CJ, Nolte PA, de Haan A. Preoperative strength training for elderly patients awaiting total knee arthroplasty. Rehabil Res Pract 2014;2014:462750. van Oostveen DP, Temmerman OP, Burger BJ, van Noort A, Robinson M. Glenoid fractures: a review of pathology, classification, treatment and results. Acta Orthop Belg. 2014 Mar;80(1):8898. Zonnenberg CBL, van den Bekerom MPJ, de Jong T, Nolte PA. Tibial tubercle osteotomy with absorbable suture fixation in revision total knee arthroplasty: a report of 23 cases. Arch Orthop Trauma Surg 2014 MAY;134(5):667-672. RADIOLOGIE Post ICJH, Vollebregt A, Bokani N, de Korte N. The complicated Allen-Masters syndrome: small bowel herniation through a broad ligame nt defect. Obstet Gynecol 2014 SEP;211(3):E3-E4. OBSTETRIE & GYNAECOLOGIE
48
Barug D, Goorden S, Herruer M, Muller M, Brohet R, de Winter P. Reference values for interleukin-6 and interleukin-8 in cord blood of healthy term neonates and their association with stress-related perinatal factors. PLoS One 2014 Dec 8;9(12):e114109. Bouwsma EVA, Noordegraaf AV, Szlavik Z, Brolmann HAM, Emanuel MH, Lips JP, et al. Process Evaluation of a Multidisciplinary Care Program for Patients Undergoing Gynaecological Surgery. J Occup Rehabil 2014 SEP;24(3):425-438. Dreyer K, Out R, Hompes PGA, Mijatovic V. Hysterosalpingo-foam sonography, a less painful procedure for tubal patency testing during fertility workup compared with (serial) hysterosalpingography: a randomized controlled trial. Fertil Steril 2014 SEP;102(3):821-825. Exalto N, Stassen M, Emanuel MH. Safety aspects and side-effects of ExEm-gel and foam for uterine cavity distension and tubal patency testing. Reproductive Biomedicine Online 2014 NOV;29(5):534-540. Koopmans CM, Van der Tuuk K, Groen H, Doornbos JPR, De Graaf IM, Van der Salm PCM, et al. Prediction of postpartum hemorrhage in women with gestational hypertension or mild preeclampsia at term. Acta Obstet Gynecol Scand 2014 APR;93(4):399-407. Liem S, Schuit E, Hegeman M, Bais J, de Boer K, Bloemenkamp K, et al (among them De Graaf IM). Cervical Pessaries for Prevention of Preterm Birth in Women With a Multiple Pregnancy (ProTWIN): A Multicentre, Open-label Randomised Controlled Trial. Obstet Gynecol Surv 2014 FEB;69(2):73-75. Mulder FEM, Hakvoort RA, Schoffelmeer MA, Limpens J, Van der Post JAM, Roovers JPWR. Postpartum urinary retention: a systematic review of adverse effects and management. International Urogynecology Journal 2014 DEC;25(12):1605-1612. Post ICJH, Vollebregt A, Bokani N, de Korte N. The complicated Allen-Masters syndrome: small bowel herniation through a broad ligament defect. Obstet Gynecol 2014 SEP;211(3):E3-E4. Snaphaan N, Woiski M, de Visser S, Scheepers H, Grol R, Lotgering F, et al (among them Molkenboer J). Assessment of obstetric-teams' non-technical skills in the management of postpartum hemorrhage using actual care video recordings. Obstet Gynecol 2014 JAN;210(1):S217-S218. Veersema S, Mijatovic V, Dreyer K, Schouten H, Schoot D, Emanuel MH, et al. Outcomes of Pregnancies in Women With Hysteroscopically Placed Micro -Inserts In Situ. Journal of Minimally Invasive Gynecology 2014 MAY-JUN;21(3):492-497. UROLOGIE Noordzij A, van Dijk G. Re: Walter Artibani, Vincenzo Ficarra, Ben J. Challacombe, et al. EAU Policy on Live Surgery Events. Eur Urol 2014;66:87-97. Eur Urol 2014 DEC;66(6):E119-E119. Blanker MH, Noordzij MA. [Prostate cancer screening benefit very low, even after 13 years]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A8349.
STREEKLABORATORIUM (MEDISCHE MIC ROBIOLOGIE) (13 artikelen)
49
Euser SM, Boogmans B, Brandsema P, Wouters M, Den Boer JW. Legionnaires' disease after using an industrial pressure test pump: a case report. J Med Case Rep. 2014 Jan 27;8:31. Brandsema PS, Euser SM, Karagiannis I, Den Boer JW , Van Der Hoek W. Summer increase of Legionnaires' disease 2010 in The Netherlands associated with weather conditions and implications for source finding. Epidemiol Infect. 2014 Nov;142(11):2360-71. Souverein D, Boers SA, Veenendaal D, Euser SM, Kluytmans J, Den Boer JW . Polyclonal spread and outbreaks with ESBL positive gentamicin resistant Klebsiella spp. in the region Kennemerland, The Netherlands. PLoS One. 2014 Jun 27;9(6):e101212. Schalk JA, Euser SM, van Heijnsbergen E, Bruin JP, den Boer JW, de Roda Husman AM. Soil as a source of Legionella pneumophila sequence type 47. Int J Infect Dis. 2014 Oct;27:18 -9. van Heijnsbergen E, de Roda Husman AM, Lodder WJ, Bouwknegt M, Docters van Leeuwen AE, Bruin JP, Euser SM, den Boer JW , Schalk JA. Viable Legionella pneumophila bacteria in natural soil and rainwater puddles. J Appl Microbiol. 2014 Sep;117(3):882-90. Bruin JP, Koshkolda T, IJzerman EP, Lück C, Diederen BM, Den Boer JW , Mouton JW. Isolation of ciprofloxacin-resistant Legionella pneumophila in a patient with severe pneumonia. J Antimicrob Chemother. 2014 Oct;69(10):2869-71. Jaspers ME, Breederveld RS, Tuinebreijer WE, Diederen BM. The evaluation of nasal mupirocin to prevent Staphylococcus aureus burn wound colonization in routine clinical practice. Burns. 2014 Dec;40(8):1570-4. Kamara DA, Ryom L, Ross M, Kirk O, Reiss P, Morlat P, et al; D:A:D study Group (among them Diederen BM). Development of a definition for Rapid Progression (RP) of renal function in HIVpositive persons: the D:A:D study. BMC Nephrol. 2014 Mar 25;15:51. Koningstein M, van der Bij AK, de Kraker ME, Monen JC, Muilwijk J, de Greeff SC, et al; ISIS-AR Study Group (among them Diederen BM). Recommendations for the empirical treatment of complicated urinary tract infections using surveillance data on antimicrobial resistance in the Netherlands. PLoS One. 2014 Jan 28;9(1):e86634. Bruin JP, Kostrzewa M, van der Ende A, Badoux P, Jansen R, Boers SA, Diederen BM. Identification of Haemophilus influenzae and Haemophilus haemolyticus by matrix-assisted laser desorption ionization-time of flight mass spectrometry. Eur J Clin Microbiol Infect Dis. 2014 Feb;33(2):279-84. Houben AJ, Oostdijk EA, van der Voort PH, Monen JC, Bonten MJ, van der Bij AK; ISIS-AR Study Group (among them Diederen BM). Selective decontamination of the oropharynx and the digestive tract, and antimicrobial resistance: a 4 year ecological study in 38 intensive care units in the Netherlands. J Antimicrob Chemother. 2014 Mar;69(3):797-804. Kluytmans-van den Bergh MF, Vos MC, Diederen BM, Vandenbroucke-Grauls CM, Voss A, Kluytmans JA; Dutch working group on the laboratory detection of highly resistant microorganisms. Dutch guideline on the laboratory detection of methicillin-resistant Staphylococcus aureus. Eur J Clin Microbiol Infect Dis. 2014 Jan;33(1):89-101. Fernandez y Mostajo M, van der Reijden WA, Buijs MJ, Beertsen W, Van der Weijden F, et al. Effect of an oxygenating agent on oral bacteria in vitro and on dental plaque composition in healthy young adults. Front Cell Infect Microbiol. 2014 Jul 23;4:95.
50
WETENSCHAPSBUREAU LINNAEUSINSTITUUT (9 artikelen) Barug D, Goorden S, Herruer M, Muller M, Brohet R, de Winter P. Reference values for interleukin-6 and interleukin-8 in cord blood of healthy term neonates and their association with stress -related perinatal factors. PLoS One 2014 Dec 8;9(12):e114109. Biesbroek G, Bosch AATM, Wang X, Keijser BJF, Veenhoven RH†, Sanders EAM, et al. The Impact of Breastfeeding on Nasopharyngeal Microbial Communities in Infants. American Journal of Respiratory and Critical Care Medicine 2014 AUG 1;190(3):298-308. Biesbroek G, Wang X, Keijser BJF, Eijkemans RMJ, Trzcinski K, Rots NY, et al (among them Veenhoven RH†). Seven-Valent Pneumococcal Conjugate Vaccine and Nasopharyngeal Microbiota in Healthy Children. Emerging Infectious Diseases 2014 FEB;20(2):201-210. Brohet RM, Velthuizen ME, Hogervorst FBL, Meijers -Heijboer HEJ, Seynaeve C, Collee MJ, et al. Breast and ovarian cancer risks in a large series of clinically ascertained families with a high proportion of BRCA1 and BRCA2 Dutch founder mutations. J Med Genet 2014 FEB;51(2):98-107. Ten Broeke SW, Brohet RM, Tops CM, van der Klift HM, Velthuizen ME, Bernstein I, et al. Lynch Syndrome Caused by Germline PMS2 Mutations: Delineating the Cancer Risk. J Clin Oncol 2014 Dec 15. Valkering KP, Stokman RD, Bijlsma TS, Brohet RM, van Noort A. Prevalence of symptomatic rotator cuff ruptures after shoulder trauma: a prospective cohort study. European Journal of Emergency Medicine 2014 OCT;21(5):349-353. van Hove RP, Brohet RM, van Royen BJ, Nolte PA. No clinical benefit of titanium nitride coating in cementless mobile-bearing total knee arthroplasty. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc 2014 Oct 5. Vink P, Eskes AM, Lindeboom R, van den Munckhof P, Vermeulen H. Nurses Assessing Pain with the Nociception Coma Scale: Interrater Reliability and Validity. Pain Management Nursing 2014 DEC;15(4):881-887. Stiksma J, Grootendorst DC, van der Linden PWG G. CA 19-9 As a Marker in Addition to CEA to Monitor Colorectal Cancer. Clinical Colorectal Cancer 2014 DEC;13(4):239-244.
51
52