Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden
2008
De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (LCvV) is bemiddelaar en scheidsrechter bij meningsverschillen tussen cliëntenraden en zorgaanbieders. De LCvV verricht haar werkzaamheden op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Bestelinformatie
Dit jaarverslag is gepubliceerd op www.vertrouwenslieden.nl.
Inhoud
Voorwoord 4 1. Inleiding 5 2. Wmcz-kroniek 2008 6 3. De LCvV in 2008 8 4. Uitspraken 11 Bijlage 1. De samenstelling van de LCvV 14
3
Voorwoord
In 2008 werden de contouren zichtbaar van de nieuwe wet waarin ook de positie van de cliëntenraden zal worden geregeld. In een brief aan de Tweede Kamer schetsten de minister en staatssecretaris van VWS op hoofdlijnen hoe zij de positie van cliëntenraden willen versterken. Verderop in dit jaarverslag kunt u hierover meer lezen. Commissies van vertrouwenslieden houden in de nieuwe wet hun positie als bemiddelaar en scheidsrechter bij meningsverschillen tussen zorgaanbieder en cliëntenraad. Enkele meningsverschillen die cliëntenraden nu aan de kantonrechter moeten voorleggen, zullen straks aan commissies van vertrouwenslieden worden voorgelegd. Voor de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden zal de nieuwe wet een verandering van haar werkwijze inhouden. Dat geldt met name als, zoals inmiddels herhaaldelijk door de bewindslieden van VWS is aangekondigd, het verzwaard adviesrecht van cliëntenraden wordt vervangen door een instemmingsrecht. Die verandering houdt in dat de LCvV besluiten, waarover de cliëntenraad negatief adviseert, anders zal moeten beoordelen dan nu het geval is. Wellicht brengen de komende veranderingen een stijging met zich mee van het aantal verzoeken dat aan de LCvV wordt voorgelegd. Dit aantal bleef in 2008 onder het gemiddelde. Naar het zich, op het moment waarop dit voorwoord geschreven wordt, laat aanzien, zal de LCvV in 2009 echter weer wat meer zaken behandelen. Via de website www.vertrouwenslieden.nl kunnen belangstellenden onze werkzaamheden volgen. Ik nodig u graag uit uw reacties op dit jaarverslag aan mij kenbaar te maken, u kunt daarvoor het algemene e-mailadres van de LCvV gebruiken:
[email protected].
mr. J.L.P.G. van Thiel, voorzitter LCvV
4
1
Inleiding
De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden legt in dit jaarverslag verantwoording af van haar werkzaamheden in 2008. Hoofdstuk 2 van dit jaarverslag schetst de ontwikkelingen in het verslagjaar met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in de zorgsector. In hoofdstuk 3 komen de interne aangelegenheden van de LCvV aan de orde. Hoofdstuk 4 gaat over de uitspraken die de LCvV in de verslagperiode heeft gedaan. Deze uitspraken worden in dat hoofdstuk samengevat weergegeven. Bijlage 1 vermeldt de samenstelling van LCvV in de verslagperiode. De uitspraken van de LCvV zijn te vinden op de website www.vertrouwenslieden.nl. Handige zoekfuncties maken het mogelijk om bijvoorbeeld alle uitspraken te vinden die betrekking hebben op een bepaald artikel uit de Wmcz of te zoeken op een bepaald trefwoord.
5
2
Wmcz-kroniek 2008
Inleiding
Het in 2007 ingediende wetsvoorstel tot wijziging van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) is in 2008 niet verder behandeld. Minister Klink van VWS wil de Wmcz vervangen door een nieuwe wet, de Wet cliëntenrechten zorg. Het is niet meer de bedoeling van de minister om de Wmcz voordien nog te wijzigen. De nieuwe wet bevat, naast een regeling van de positie van de cliëntenraden, ook bepalingen over de rechten en plichten van individuele cliënten en over klachtrecht. De hoofdlijnen van de Wet cliëntenrechten zorg hebben de bewindslieden van VWS besproken met de Tweede Kamer. Dit heeft geleid tot twee uitspraken van de Tweede Kamer die alle twee van belang zijn voor de positie van cliëntenraden. Deze onderwerpen komen in dit hoofdstuk aan de orde. Wet cliëntenrechten zorg
In hun brief ‘Zeven rechten voor de cliënt in de zorg: Investeren in de zorgrelatie’ beschrijven de minister en de staatssecretaris van VWS hun plannen om de positie van cliënten in de zorgsector te versterken. Eén van de zeven rechten die in de brief beschreven worden, is het recht op medezeggenschap en goed bestuur. In dat kader krijgen ook cliëntenraden een plek. De bewindslieden kondigen aan dat zorgaanbieders volgens de nieuwe wet niet alleen lokale cliëntenraden moeten instellen, maar ook een centrale cliëntenraad. De centrale cliëntenraad krijgt bevoegdheden ten aanzien van beleidsmatige besluiten en de lokale cliëntenraden krijgen bevoegdheden ten aanzien van besluiten die rechtstreeks ingrijpen op de persoonlijke levenssfeer. Ook willen de bewindslieden de invloed van cliëntenraden bij fusies vergroten. De Wmcz geeft cliëntenraden hierbij adviesrecht, de bewindslieden willen dit in de nieuwe wet opwaarderen tot een verzwaard adviesrecht. Bespreking in de Tweede Kamer
De plannen van de bewindslieden bleken op brede steun te kunnen rekenen van de Tweede Kamer. De positie van cliëntenraden leidde echter tot discussie. Veel Kamerleden waren het niet eens met het voornemen van de bewindslieden om het recht van cliëntenraden om iemand bindend voor te dragen ter benoeming tot lid van de raad van toezicht af te schaffen. In een motie werd de bewindslieden gevraagd van dit voornemen af te zien. Deze motie is met algemene stemmen aangenomen. In een tweede motie vraagt de Tweede Kamer de bewindslieden cliëntenraden een instemmingsrecht te geven bij besluiten over fusies en te zorgen dat cliëntenraden over voldoende financiële middelen kunnen beschikken. Deze motie is met een ruime meerderheid aangenomen. 6
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
Aan de positie van cliëntenraden bij fusies is ook aandacht besteed door de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg. De RVZ heeft in haar advies Schaal en zorg in overweging gegeven om de positie van cliëntenraden te versterken door zorgaanbieders te verplichten om door een cliëntenraad voorgestelde alternatieven voor een fusie te onderzoeken. In hun brief ‘Kiezen voor bereikbaarheid en kwaliteit’ (juni 2008) werken de bewindslieden van VWS een manier om fusies in de zorgsector te beoordelen nader uit. Samen met de minister van Economische zaken bereiden zij een beleidsregel voor waarin wordt geregeld: dat iedere voorgenomen fusie in de zorgsector die een marktaandeel van 35% of meer oplevert vergunningplichtig is en dus onderzocht moet worden door de NMa; welke ‘zorgspecifieke elementen’ door de NMa bij de beoordeling van fusievoornemens in de zorgsector moeten worden betrokken; op welke wijze cliëntenraden en andere belanghebbenden bij de beoordeling van fusies door de NMa worden betrokken. n
n
n
7
3
De LCvV in 2008
Wettelijk kader
De Wmcz voorziet in een geschillenregeling die een rol toekent aan de kantonrechter en aan de commissie van vertrouwenslieden. Een beperkt aantal geschillen moet worden voorgelegd aan de kantonrechter. Het betreft bijvoorbeeld geschillen over de naleving van de verplichting om een cliëntenraad in te stellen en de verplichting om de cliëntenraad statutair het recht te geven een persoon bindend voor te dragen ter benoeming in de raad van toezicht. De overige geschillen moeten worden voorgelegd aan een commissie van vertrouwenslieden. Een commissie van vertrouwenslieden heeft tot taak te bemiddelen en zonodig een bindende uitspraak te doen. De Wmcz voorziet niet in de mogelijkheid om van een uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden in beroep te gaan. De Wmcz voorziet evenmin in sancties voor het geval de zorgaanbieder een uitspraak van een commissie van vertrouwenslieden naast zich neerlegt. Wel blijkt uit de wetsgeschiedenis dat de zorgaanbieder in dat geval een onrechtmatige daad pleegt en dat de cliëntenraad zich op die grond tot de rechter kan wenden om de zorgaanbieder te dwingen alsnog de uitspraak van de commissie na te leven. De Wmcz biedt de mogelijkheid dat de zorgaanbieder en de cliëntenraad zelf een commissie van vertrouwenslieden instellen dan wel gebruik maken van een commissie die is ingesteld door één of meerdere organisaties van cliënten en één of meerdere organisatie van zorgaanbieders. Zo’n commissie is de LCvV. De LCvV geschetst
De LCvV wordt in stand gehouden door vier brancheorganisaties - ActiZ, GGZ Nederland, de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en de NVZ vereniging van ziekenhuizen - en drie organisaties van cliëntenraden: LOC, het LSR en KansPlus. De leden van de LCvV worden benoemd door een stuurgroep, waarin alle organisaties, die de LCvV in stand houden, vertegenwoordigd zijn. In 2008 besloot MEE Nederland toe te treden tot de LCvV. Zorgaanbieders die lid zijn van één van de genoemde brancheorganisaties en de cliëntenraden die door hen zijn ingesteld, kunnen een beroep doen op de LCvV. De kosten van de LCvV komen voor rekening van de organisaties die de LCvV in stand houden. Aan de organisatie van waaruit een beroep op de LCvV wordt gedaan, brengt de LCvV een bedrag in rekening ter hoogte van het griffierecht dat betaald zou moeten worden bij een procedure bij de kantonrechter. In 2008 was dat € 285. De werkwijze van de LCvV is geregeld in een reglement.
8
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
Verzoeken
De LCvV heeft in 2008 zeven verzoeken ontvangen om een uitspraak te doen. Eén verzoek werd ingetrokken. De zorgaanbieder had besloten af te zien van het besluit waartegen de cliëntenraad bezwaar maakte. Eén verzoek werd na de hoorzitting ingetrokken omdat de bestuurder en de cliëntenraad alsnog in onderling overleg hun meningsverschil konden oplossen. Vijf verzoeken zijn door de LCvV behandeld en hebben tot een uitspraak geleid, één daarvan is in 2009 vastgesteld en is daarom niet opgenomen in dit jaarverslag. Bemiddeling
De LCvV biedt de mogelijkheid dat één van haar leden bemiddelt bij problemen in de samenwerking tussen een cliëntenraad en een zorgaanbieder. In 2008 hebben twee bemiddelingsgesprekken plaatsgevonden. Tijdens het ene gesprek stond een verschil van inzicht over de wenselijkheid van een voorgenomen fusie centraal, het andere gesprek ging over problemen in de samenwerking tussen bestuurder en cliëntenraad. Vergaderingen 2008
De uitspraken van de LCvV worden vastgesteld door de voorzitter en twee leden. De LCvV vergadert twee maal per jaar, tijdens die vergaderingen bespreekt de commissie de uitspraken die in de voorgaande periode zijn vastgesteld. Op deze manier zijn alle commissieleden betrokken bij de uitspraken en kunnen de commissieleden de kwaliteit en consistentie daarvan bewaken. De cliëntenraden en bestuurders, die betrokken waren bij een procedure bij de LCvV of met wie een commissielid een bemiddelingsgesprek heeft gevoerd, ontvangen na verloop van enige tijd een evaluatieformulier van de LCvV. Daarop kunnen zij aangeven hoe zij terugkijken op de inzet van de LCvV en kunnen zij suggesties voor verbeteringen doen. In het verslagjaar hebben zeven van de acht bestuurders, die met de LCvV te maken hebben gehad, een ingevuld evaluatieformulier aan de LCvV teruggestuurd. De respons van cliëntenraden was lager, van vier van de acht cliëntenraden ontving de LCvV een ingevuld evaluatieformulier terug. Zowel cliëntenraden als bestuurders geven aan tevreden te zijn over het verloop van de procedure. Eén respondent gaf aan dat het te lang duurde voor het verslag van de hoorzitting beschikbaar was. Op de hoorzittingen kijken bestuurders en cliëntenraden zonder uitzondering met tevredenheid terug. Eén cliëntenraad had de indruk dat de LCvV met drie commissieleden wat zwaar vertegenwoordigd was tijdens de hoorzitting. 9
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
De cliëntenraden en bestuurders hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om suggesties te doen voor verbetering van de werkwijze van de LCvV. De LCvV streeft ernaar binnen acht weken na ontvangst van een verzoek een hoorzitting te houden. Dat is in 2008 in alle gevallen gelukt. Drie hoorzittingen zijn zeven weken na ontvangst van het verzoek gehouden, in drie gevallen kon dat al na vijf weken gebeuren. De LCvV streeft er vervolgens naar om binnen drie à vier weken na de hoorzitting de uitspraak te verzenden. Dat is in 2008 niet gelukt. De commissie had gemiddeld 13,2 weken nodig voor de behandeling van een verzoek. Dat is iets korter dan in 2007 het geval was, in dat jaar bedroeg de gemiddelde doorlooptijd 14,5 weken. De commissie wil de gemiddelde doorlooptijd verder verkorten met één à twee weken. Publiciteit
De LCvV publiceert haar uitspraken op www.vertrouwenslieden.nl. De uitspraken worden bovendien toegestuurd aan de organisaties die de LCvV in stand houden en aan een aantal vakbladen. De LCvV heeft in 2008 besloten haar jaarverslagen niet meer te laten drukken. Het jaarverslag 2007 was dan ook het eerste jaarverslag dat alleen digitaal is verschenen. In 2008 publiceerde de LCvV haar eerste jaarbericht. Met de jaarberichten wil de LCvV bestuurders en cliëntenraden beknopt informeren over haar werkzaamheden. Samenstelling LCvV
Alle leden van de LCvV zijn benoemd met ingang van 1 januari 2007. Hun zittingstermijn is drie jaar. De samenstelling van de LCvV is in 2008 niet gewijzigd.
10
4
Uitspraken
De uitspraken die de LCvV in 2008 heeft gedaan zijn in dit hoofdstuk samengevat. Van iedere uitspraak van de LCvV wordt een versie gemaakt waarin de namen ontbreken van de zorgaanbieder en van de instelling waarvoor de cliëntenraad is ingesteld. Deze geanonimiseerde versies van uitspraken publiceert de LCvV op www.vertrouwenslieden.nl. LCvV 08-01 Verzwaard adviesrecht bij benoeming hoofden units
Deze uitspraak heeft betrekking op een geschil tussen een zorgaanbieder en een verwantenraad. Het geschil gaat over de vraag of de zorgaanbieder de verwantenraad gelegenheid moet geven om verzwaard advies uit te brengen over de benoeming van de hoofden van drie units. Eén van de units verleent alleen ambulante zorg, zodat geen sprake is van ‘een onderdeel van de instelling, waarin gedurende het etmaal zorg wordt verleend aan cliënten die in de regel langdurig in die instelling verblijven’ (art. 3, eerste lid, sub m Wmcz). Bij de benoeming van het hoofd van deze unit hoeft daarom geen verzwaard advies gevraagd te worden. De beide andere units bieden wel 24-uurs zorg. De verwantenraad moet daarom gelegenheid krijgen om over de benoeming van de hoofden van deze units verzwaard advies uit te brengen. Daaraan doet niet af dat het beoogde hoofd van de ene unit dezelfde functie al vervult op een andere plek in de organisatie en dat het beoogde hoofd van de andere unit deze functie al op tijdelijke basis vervult. In de procedure staat ook de positie van de verwantenraad ter discussie. De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat deze binnen de medezeggenschapsstructuur geen formele positie heeft. De LCvV oordeelt echter dat de verwantenraad in deze situatie voor de toepassing van de Wmcz als cliëntenraad beschouwd moet worden. LCvV 08-02 Besluit genomen voordat advies was uitgebracht
De cliëntenraad en de zorgaanbieder uit deze uitspraak verschillen van mening over de vraag of het voornemen om een bemoeizorgproject te huisvesten in een gebouw waarin ook een activiteitencentrum en een inloophuis zijn gehuisvest, onder het verzwaard adviesrecht valt. De zorgaanbieder heeft op aandringen van de cliëntenraad advies gevraagd, maar vindt dat het geen verzwaard advies betreft. De zorgaanbieder heeft vervolgens het besluit genomen, zonder het advies van de cliëntenraad af te wachten. De zorgaanbieder voelde zich door tijdsdruk hiertoe genoodzaakt. De cliëntenraad vindt dat het verzwaard adviesrecht van toepassing is en heeft daarom de nietigheid van het besluit ingeroepen. De cliëntenraad vindt dat het verzwaard adviesrecht van toepassing is omdat het besluit de kwaliteit van zorg beïnvloedt. De LCvV oordeelt dat deze stelling onjuist is. Het verzwaard adviesrecht is niet van 11
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
toepassing omdat het voornemen van de zorgaanbieder geen betrekking heeft op één van de onderwerpen waarop volgens de Wmcz het verzwaard adviesrecht van toepassing is. Nu de zorgaanbieder echter advies gevraagd heeft, had hij de adviesprocedure correct moeten doorlopen. Hij had afspraken moeten maken met de cliëntenraad over de termijn waarbinnen deze zijn advies zou uitbrengen. Over dit advies had hij een overleg met de cliëntenraad moeten voeren, voordat hij een besluit nam. Door het besluit te nemen zonder het advies af te wachten, heeft de zorgaanbieder onzorgvuldig gehandeld ten opzichte van de cliëntenraad. LCvV 08-03 Besluitvorming na beroep op nietigheid
Een cliëntenraad die meent dat een besluit ten onrechte is genomen zonder dat hij gelegenheid heeft gekregen verzwaard advies uit te brengen, kan de nietigheid van dat besluit inroepen. De cliëntenraad uit deze uitspraak had de nietigheid ingeroepen van het besluit om de keuken te sluiten en over te schakelen op een andere manier van bereiding van de warme maaltijden. De zorgaanbieder heeft vervolgens de cliëntenraad alsnog gelegenheid gegeven verzwaard advies uit te brengen. De cliëntenraad brengt een negatief verzwaard advies uit, waarna de zorgaanbieder de LCvV vraagt te beoordelen of hij desondanks kan besluiten de keuken te sluiten. De LCvV oordeelt dat in een situatie zoals deze, waarin de zorgaanbieder het verzwaard advies vraagt nadat de cliëntenraad een beroep op nietigheid heeft gedaan, verwacht mag worden dat hij het besluit daadwerkelijk heroverweegt en zodanige ruimte creëert dat het advies van de cliëntenraad alsnog van wezenlijk belang kan zijn. In dit geval was hiervan niets gebleken, uit verschillende gebeurtenissen ontstond eerder de indruk dat de zorgaanbieder feitelijk zijn besluit handhaafde en al begon met de uitvoering daarvan. De LCvV oordeelde dat de zorgaanbieder hierdoor wezenlijk tekort had gedaan aan de belangen van cliëntenraad. Om die reden concludeert de LCvV dat de zorgaanbieder het besluit niet in redelijkheid kan nemen. LCvV 08-04 Doorberekening kosten aan cliënten
Deze uitspraak heeft betrekking op twee verzorgingshuizen. De kosten van de kabelaansluitingen in de appartementen van de bewoners en de premies van een collectieve inboedelverzekering en aansprakelijkheidsverzekering die ten behoeve van de bewoners zijn gesloten, zijn tot nu toe betaald door de zorgaanbieder. De zorgaanbieder wil deze kosten in het vervolg echter doorberekenen aan bewoners. Hij legt dit voornemen ter advisering voor aan de cliëntenraden van de verzorgingshuizen. Deze adviseren positief voor zover het nieuwe bewoners betreft. Zij adviseren echter negatief voor zover het om de huidige bewoners gaat. De zorgaanbieder vraagt 12
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
de LCvV te beoordelen of hij de kosten niettemin ook aan de huidige bewoners in rekening kan brengen. De LCvV neemt bij de beoordeling van dit verzoek in aanmerking dat deze kosten volgens de zogeheten ‘groene lijst’ (een brochure die wordt uitgegeven door het College voor zorgverzekeringen) voor rekening van de bewoners zijn. Dat de zorgaanbieder de kosten tot nu toe niet doorberekende, wil niet zeggen dat hij dat ook in de toekomst moet blijven doen. De LCvV concludeert dat de zorgaanbieder in redelijkheid kan besluiten de kosten in rekening te brengen, ook aan de huidige bewoners.
13
Bijlage 1
Samenstelling Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (ultimo 2008)
De heer mr. J.L.P.G. van Thiel (voorzitter)
De heer Van Thiel was algemeen directeur van het College voor zorgverzekeringen. Hij vervult thans een toezichthoudende functie bij een algemeen ziekenhuis en bij een penitentiaire inrichting en is raadsheer-plaatsvervanger in de Centrale Raad van Beroep. De heer M.A. Aardema (lid)
De heer Aardema was als manager werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg. Hij is voo van Zorgbelang Fryslân en is voo geweest van de cliëntenraad van een ziekenhuis. De heer dr. J.J. Belderok (lid)
De heer Belderok was werkzaam als bestuurssecretaris bij een aanbieder van verpleging, verzorging en gehandicaptenzorg. Daarnaast is hij voo van de besturen van de stichting Kronos en de stichting Geron. Hij promoveerde op een studie over bewonersparticipatie in verzorgings- en verpleeghuizen. Mevrouw mr. dr. B.J.M. Frederiks (lid)
Mevrouw Frederiks is gezondheidsjuriste. Zij promoveerde op een onderzoek naar de rechtspositie van mensen met een verstandelijke handicap. Zij is als universitair docent gezondheidsrecht verbonden aan het VU Medisch Centrum. De heer mr. J.A. Heeren (lid)
De heer Heeren is advocaat met als specialisatie gezondheidsrecht. Hij is bovendien opgeleid tot mediator, voorzitter van een klachtencommissie in de zorgsector en voorzitter van de raad van bestuur van de Stichting Cliëntgestuurde Initiatieven en Projecten (SCIP). De heer P.O. Manni (lid)
De heer Manni was werkzaam als patiëntenvertrouwenspersoon in de geestelijke gezondheidszorg. Hij is lid van enkele klachtencommissies in de zorgsector. Daarnaast zet hij zich in voor de verbetering van patiëntenrechten in het buitenland.
14
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
De heer mr. M.H. Ridder (lid)
De heer Ridder is werkzaam als zelfstandig juridisch adviseur in de zorgsector. Voordien was hij werkzaam als jurist bij de Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen. Hij is voorz van een aantal klachten- en geschillencommissies in de zorgsector. De heer mr. K.R. van Dijk (secretaris)
De heer Van Dijk is werkzaam als zelfstandig juridisch adviseur in de zorgsector. Hij is geen lid van de LCvV, maar staat de leden van de LCvV met raad en daad terzijde.
15
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden wordt in stand gehouden door:
ActiZ is de brancheorganisatie van aanbieders van verpleging, verzorging en thuiszorg. Voor meer informatie over ActiZ, zie www.actiz.nl of bel 030 273 93 93. GGZ Nederland is de organisatie van instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg. Voor meer informatie over GGZ Nederland, zie www.ggznederland.nl of bel 033 460 89 00. LOC zeggenschap in zorg is de organisatie van cliëntenraden in de geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, thuiszorg, verpleging & verzorging, verslavingszorg en welzijn. Voor meer informatie over LOC zie www.loc.nl of bel 030 284 32 00. Het LSR is het steunpunt voor cliëntenraden uit de gehandicaptenzorg en de curatieve sector. Voor meer informatie over het LSR, zie www.hetlsr.nl of bel 030 239 76 64 De NVZ is de vereniging van ziekenhuizen. Voor meer informatie over de NVZ, zie www.nvz-ziekenhuizen.nl of bel 030 273 98 83. De Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) is de brancheorganisatie van aanbieders van zorg aan mensen met een handicap. Voor meer informatie over de VGN, zie www.vgn.org of bel 030 273 93 00. VraagRaak is het steunpunt voor cliëntenraden van organisaties voor mensen met een verstandelijke handicap. VraagRaak maakt onderdeel uit van KansPlus. Voor meer informatie over VraagRaak, zie www.vraagraak.nl of bel 030 236 37 26.
16
Jaarverslag Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden 2008
Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Niasstraat 1 Postbus 8213 3503 RE UTRECHT T 030 2919984 E
[email protected] W www.vertrouwenslieden.nl
17