JAARVERSLAG VAN DE COMMISSIE HOGER BEROEPSONDERWIJS
Werkjaar 2012
INHOUDSOPGAVE Vooraf 1. Samenstelling Commissie Hoger Beroepsonderwijs
p. 4
2. Taken en werkwijze
p. 5
3. Concrete werkzaamheden uitgevoerd tijdens het werkjaar 2012
p. 6
Overzicht van de bijlagen bij dit verslag
p. 8
VOORAF Dit verslag geeft een overzicht van de werkzaamheden van de Commissie Hoger Beroepsonderwijs voor de periode begin januari tot einde december 2012.
De samenstelling en de werking van de commissie is vastgelegd in het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de Commissie HBO van 17 december 2010. De benoeming van de voorzitter en de leden van Commissie HBO ging pas in op 15 oktober 2011. 2012 was dus het eerste werkingsjaar van de Commissie. Het secretariaat van de Commissie wordt opgenomen door de afdeling Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs van het Departement Onderwijs en Vorming.
De decretale basis voor dit verslag is vastgelegd in artikel 11 van het decreet van 30 april 2009 betreffende het secundair na secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, zoals gewijzigd, dat stelt:
“De Commissie rapporteert jaarlijks over haar werkzaamheden van het voorgaande kalenderjaar aan het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering.”
In dit verslag wordt een overzicht gegeven van de verschillende taken die decretaal aan de Commissie Hoger Beroepsonderwijs zijn toegewezen.
Prof. Dr. Luc François Voorzitter van de Commissie Hoger Beroepsonderwijs
3
1. SAMENSTELLING COMMISSIE HOGER BEROEPSONDERWIJS Tijdens het werkjaar 2012 was de Commissie Hoger Beroepsonderwijs als volgt samengesteld: De voorzitter:
Prof. Dr. Luc François Rectoraal Adviseur Internationalisering van de Universiteit Gent. De plaatsvervangende voorzitter: Mevrouw Mieke Van Gramberen, General Manager van Flanders Synergy. De leden: Mevrouw Isabelle De Leenheer, Accountant, Belastingconsulent en rechter in handelszaken; De heer Peter Michielsens, Ere-inspecteur-generaal; Mevrouw Kathleen Schlusmans, programmamanager Instellingsbreed Programma Onderwijs (IPO) van de Open Universiteit Nederland; Mevrouw Mireille Gillebeert, Algemeen directeur competentiecentra bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling; Prof. Dr. Luc Sels, hoogleraar Economie en Bedrijfswetenschappen aan de K.U.Leuven. De plaatsvervangende leden: Mevrouw Hakima El Meziane, Adviseur Voka VEV; De heer Herman Popeijus, Lector Kempellectoraat ‘Leren in leerwerkgemeenschappen’ Hogeschool de Kempel en senior onderzoeker / project werkplekleren ILSRadbouduniversiteit; De heer Frans Hegemann, voorzitter van Bachelor.be; Mevrouw Ann Van de Ven, directeur Leren en Werken van Syntra Vlaanderen; Mevrouw Nele Muys, Beleidsadviseur Onderwijs en Vorming bij Unizo. Het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de Commissie HBO gaat als Bijlage 1 bij dit verslag en het Ministerieel besluit betreffende de benoeming van de voorzitter en de leden van de Commissie HBO als Bijlage 2.
4
2. TAKEN EN WERKWIJZE Taken die binnen de huidige regelgeving aan de Commissie Hoger Beroepsonderwijs zijn toegewezen: 1. Adviesverlening aan de Vlaamse regering over een voorstel van onderwijskwalificatie over de volgende aspecten: a) de wenselijkheid, de frequentie en de regionale spreiding van een aanbod van nieuwe opleidingen hoger beroepsonderwijs die leiden tot die onderwijskwalificatie; b) de studieomvang van de opleidingen hoger beroepsonderwijs die leiden tot die onderwijskwalificatie, uitgedrukt in studiepunten; c) de omzetting van studiepunten in lesuren of lestijden voor de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs, aangeboden door de instellingen voor het voltijds secundair onderwijs, als vermeld in artikel 4, § 3, derde lid, respectievelijk de centra voor volwassenenonderwijs; d) de benamingen van de opleidingen in het hoger beroepsonderwijs en het studiegebied waartoe een opleiding behoort. 2. Het leveren van een oordeel over de macrodoelmatigheid van een nieuwe opleiding van het hoger beroepsonderwijs, samen met een advies over de concordantie tussen de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs, vastgelegd in bijlage I bij het decreet van 15 juni 2007 betreffende het volwassenenonderwijs en de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs waartoe deze zijn omgevormd. 3. Het verlenen van haar akkoord of niet-akkoord over de samenstelling van de visitatiecommissies voor de opleidingen van het hoger beroepsonderwijs. Aangezien de uitrol van de Vlaamse Kwalificatiestructuur vertraging heeft opgelopen, werd de Commissie HBO tijdens het werkjaar 2012 niet geconfronteerd met de type dossiers onder punten 2 en 3. Er werden dus geen werkzaamheden in dit kader verricht.
5
3. Concrete werkzaamheden uitgevoerd tijdens het werkjaar 2012 2012 was het eerste werkjaar van de Commissie HBO. Het was moeilijk om de omvang van het werk in te schatten en de werkzaamheden te plannen. Aanvankelijk werd geraamd dat er 40 dossiers door de Commissie HBO zouden moeten worden behandeld en werd er maandelijks een vergadering gepland. Door de vertragingen die de uitrol van de Vlaamse Kwalificatiestructuur opliep, vergaderde de Commissie HBO in 2012 maar 2 maal en werd er maar 1 advies over een onderwijskwalificatie geformuleerd. Er werden geen oordelen over de macrodoelmatigheid uitgesproken en ook geen akkoord of niet akkoord over de samenstelling van een visitatiecommissie verleend.
Resultaten taak 1: Adviesverlening aan de Vlaamse regering over een voorstel van onderwijskwalificatie: Na de erkenning van een beroepskwalificatie van kwalificatieniveau 5 door de Vlaamse regering, formuleert het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV) een voorstel van onderwijskwalificatie(s). De commissie Hoger Beroepsonderwijs geeft over dit voorstel binnen 30 dagen advies over de vier decretaal bepaalde aspecten (zie vorig punt). Tijdens het werkjaar 2012 heeft de Commissie in dit kader drie dossiers van AKOV ontvangen: 1. ‘Dispatcher goederenvervoer’: AKOV adviseerde hier om geen voorstel tot onderwijskwalificatie uit te werken gebaseerd op de beroepskwalificatie ‘dispatcher goederenvervoer’. Argumenten hiervoor waren dat er beter kon gewacht worden op de ontwikkeling van verwante beroepskwalificaties die behoren tot dezelfde beroepencluster. Het zou weinig zinvol zijn om voor elke beroepskwalificatie een aparte onderwijskwalificatie te maken en een specifieke opleiding in te richten.
2. ‘Winkelmanager klein of middelgroot verkooppunt’: ook hier adviseerde AKOV om geen voorstel tot onderwijskwalificatie uit te werken, gebaseerd op dezelfde argumentatie. Aansluitend bij de argumentatie van AKOV wenste de Commissie HBO geen advies uit te brengen over de ontwerpen van onderwijskwalificaties ‘Dispatcher goederenvervoer’ en ‘ winkelmanager klein of middelgroot verkooppunt’. In een brief gericht aan de minister bevoegd voor onderwijs liet de Commissie HBO weten dat ‘Doordat ook de sectoren en de opleidingsverstrekkers voorstander zijn van niet-gefragmenteerde opleidingen in deze domeinen, acht de Commissie HBO het wenselijk om de voorstellen van onderwijskwalificaties die zij van AKOV na de zomer mag verwachten in één keer te behandelen en nu geen uitspraak te doen over de hierboven geciteerde elementen.’ Minister Smet liet weten dat hij dit standpunt kan begrijpen, maar vroeg wel om erover te waken dat deze werkwijze niet tot onnodige vertragingen zou leiden.
6
3. ‘Winkelmanagement’: dit voorstel omvat de beroepskwalificaties ‘winkelmanager klein of middelgroot verkooppunt’ (erkend door op 20 april 2012 door de Vlaamse regering) en ‘departementsverantwoordelijke groot verkooppunt’ (erkend op 14 september 2012). Over dit dossier verleende de Commissie HBO haar advies, dat ze op 12 november 2012 bezorgde aan AKOV1. Op 22 februari 2013 erkende de Vlaamse Regering de onderwijskwalificatie "graduaat in het winkelmanagement".
Andere agendapunten behandeld door de Commissie HBO: Op 20 juli 2012 heeft de Vlaamse Regering het voorontwerp van decreet betreffende de versterking van het Hoger beroepsonderwijs goedgekeurd. De bepalingen in dit voorontwerp hebben ook effect op de Commissie, zo worden er bijkomende taken toegekend aan de Commissie. De administratie heeft dit voorontwerp toegelicht en de inhoud ervan is besproken door de leden van de Commissie/
1
Dit advies is te vinden op de webpagina www.ond.vlaanderen.be/hogeronderwijs/HBO-Commissie 7
OVERZICHT VAN DE BIJLAGEN BIJ DIT VERSLAG Bijlage 1:
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de Commissie HBO
Bijlage 2:
Ministerieel besluit van 25 oktober 2011 betreffende de benoeming van de voorzitter en de leden van de Commissie HBO
8
BIJLAGE 1: Besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de Commissie HBO
9
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de oprichting, de samenstelling en de werking van de Commissie HBO goedkeuringsdatum : 17 DECEMBER 2010 publicatiedatum : B.S.10/02/2011 De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende het secundair-na-secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs, artikelen 6 en 7, § 1, tweede lid, en § 2; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 19 juli 2010; Gelet op het advies 48.581/1/V van de Raad van State, gegeven op 7 september 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 30 april 2009 betreffende het secundair-na-secundair onderwijs en het hoger beroepsonderwijs; 2° Commissie HBO : de commissie vermeld in Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I van het decreet; 3° afdeling : de afdeling Hoger Onderwijs van het Departement Onderwijs en Vorming van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming; 4° instelling : een onderwijsinstelling die, krachtens het decreet, één of meer opleidingen aanbiedt die leiden tot een kwalificatie van niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur; 5° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs; 6° advies onderwijskwalificatie : advies bedoeld in Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I, artikel 8 van het decreet; 7° advies macrodoelmatigheid : advies bedoeld in Titel I, Hoofdstuk II, Afdeling I, artikel 9 van het decreet. Art. 2. Bij de afdeling wordt er een Commissie HBO opgericht. 10
Art. 3. De minister benoemt en ontslaat de leden van de Commissie HBO. De benoeming en het ontslag worden gemeld aan de Vlaamse Regering. De leden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Na afloop van de eerste periode zijn de leden eenmaal herbenoembaar voor een nieuwe periode van drie jaar. De leden van de Commissie HBO zijn onafhankelijk ten opzichte van de aanbieders van HBO5. Personeelsleden die onder het gezag van de Vlaamse Regering staan, kunnen geen lid zijn van de Commissie HBO. De minister kan alleen een lid ontslaan wegens onbekwaamheid voor het vervullen van de functie, wegens kennelijke nalatigheid of wegens een andere zwaarwegende reden die betrekking heeft op de persoon zelf. Daarnaast kan een lid ontslagen worden op zijn eigen verzoek. Art. 4. De werkende leden kunnen zich laten vervangen door een plaatsvervangend lid. De wisselende leden worden alleen uitgenodigd op de vergaderingen van de Commissie HBO als de dossiers van de Commissie HBO handelen over opleidingen die leiden tot een beroep in de sector die ze vertegenwoordigen. De SERV draagt die leden voor. Art. 5. De secretaris van de Commissie HBO wordt, in overleg met de voorzitter, aangewezen door de minister. Art. 6. De zetel van de Commissie HBO is gevestigd in de lokalen van de afdeling. Art. 7. De voorzitter van de Commissie HBO kan een instelling vragen, binnen een door de Commissie HBO aangegeven termijn, nadere inlichtingen en verduidelijkingen te verschaffen bij een voorgelegd dossier en eventueel aanvullende documenten te bezorgen als de Commissie HBO of een daarin ingestelde werkgroep van oordeel is dat de voorliggende stukken onvoldoende zijn om een gefundeerd advies te verstrekken. Art. 8. De Commissie HBO bepaalt haar interne werkwijze en eventuele interne taakverdeling. Ze kan die vastleggen in een reglement van inwendige orde, dat wordt meegedeeld aan de minister.
11
De afdeling en de voorzitter van de Commissie HBO bepalen samen de wijze waarop zij hun taken voor de Commissie HBO uitvoeren. Art. 9. De leden van de Commissie HBO zijn voor de gegevens die voortvloeien uit de werkzaamheden van de Commissie HBO, tot geheimhouding verplicht, behalve als een wettelijk voorschrift hen verplicht deze gegevens bekend te maken. Ze verstrekken geen informatie over ingediende dossiers noch over de werkzaamheden van de Commissie HBO aan derden. Alleen de voorzitter of, indien van toepassing, zijn plaatsvervanger is gemachtigd toelichting te geven over het advies nadat de Commissie HBO haar advies aan de minister heeft verstrekt. Art. 10. De Commissie HBO streeft naar een consensus bij het bepalen van haar adviezen. Als de consensus niet wordt bereikt, kan de Commissie HBO alleen een geldige beslissing nemen als een meerderheid van de leden ermee instemt. Bij staking van stemmen heeft de voorzitter de doorslaggevende stem. De Commissie HBO kan geldig beslissen als de meerderheid van de leden aanwezig is. De adviezen van de Commissie HBO worden tegelijkertijd meegedeeld aan de Vlaamse Regering en aan de instelling in kwestie. Art. 11. § 1. De kosten van de Commissie HBO komen voor rekening van de Vlaamse Gemeenschap. Onder de kosten worden volgende bedragen verstaan : 1° de kosten voor de vergaderingen; 2° de forfaitaire vergoeding voor reis- en verblijfskosten van de voorzitter en de leden, en voor de representatiekosten van de voorzitter en andere algemene kosten; 3° het honorarium van de voorzitter en de leden als vergoeding voor de geleverde prestaties. § 2. Het honorarium van de werkende leden is vastgesteld op 6000 euro op jaarbasis. De forfaitaire kostenvergoeding van de werkende leden is vastgesteld op 1500 euro op jaarbasis. Het honorarium van de werkende voorzitter is vastgesteld op 9000 euro op jaarbasis. De forfaitaire kostenvergoeding van de werkende voorzitter is vastgesteld op 3000 euro op jaarbasis. Deze honoraria en de forfaitaire kostenvergoedingen worden enkel volledig uitbetaald indien het lid of de voorzitter minstens 80 % van de adviezen macrodoelmatigheid en onderwijskwalificatie van dat jaar behandeld heeft. Indien het lid of de voorzitter minder dan
12
80 % van de adviezen van dat jaar behandelde, wordt het honorarium en de onkostenvergoeding evenredig met het aantal behandelde adviezen bepaald. § 3. De plaatsvervangende en wisselende leden ontvangen een forfaitaire vergoeding van 180 euro per advies macrodoelmatigheid of advies onderwijskwalificatie. De vergoeding van een plaatsvervangende lid is gelimiteerd tot 80 % van de som van het honorarium en de onkostenvergoeding van een werkend lid, behalve indien de vervanging betrekking had op een volledig jaar. De vergoeding van een plaatsvervangende voorzitter is gelimiteerd tot 80 % van de som van het honorarium en de onkostenvergoeding van een werkend voorzitter, behalve indien de vervanging betrekking had op een volledig jaar. § 4. De bedragen, vermeld in paragraaf 2 en 3, zijn brutobedragen en worden niet geïndexeerd. Art. 12. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2010. Art. 13. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
13
BIJLAGE 2: Ministerieel besluit van 25 oktober 2011 betreffende de benoeming van de voorzitter en de leden van de Commissie HBO
14
15
16