Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. :
09-02
Datum
:
24 juni 2009
Partijen
:
(de zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de secretaris van de raad van bestuur, de heer (naam), hierna aangeduid als: de zorgaanbieder; en de cliëntenraad van (organisatieonderdeel A), vertegenwoordigd door zijn voorzitter, de heer (naam), hierna aangeduid als: de cliëntenraad.
Het geschil en het verloop van de procedure 1. Het geschil heeft betrekking op de benoeming van de clustermanager van cluster (naam). Dit cluster maakt deel uit van de werkmaatschappij (naam), die op haar beurt onderdeel uitmaakt van de (zorgaanbieder). 2. Het cluster (naam) biedt zorg aan 50 cliënten met een verstandelijke beperking. Het cluster bestaat uit drie locaties in (vestigingsplaats) (samen (organisatieonderdeel A) geheten) en twee locaties in (vestigingsplaats) (samen (organisatieonderdeel B) geheten). In (organisatieonderdeel A) wonen 25 cliënten en werken 24 medewerkers (14,24 fte). In (organisatieonderdeel B) wonen eveneens 25 cliënten en werken 21 medewerkers (11,5 fte). Zowel voor (organisatieonderdeel A) als voor (organisatieonderdeel B) is een cliëntenraad ingesteld. 3. De benoeming van de clustermanager heeft plaatsgevonden in het kader van een reorganisatie. De cliëntenraad is van mening dat hij ten onrechte niet in de gelegenheid is gesteld verzwaard advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van de clustermanager. De cliëntenraad heeft daarom de nietigheid van de benoeming ingeroepen. De bestuurder is van mening dat de benoeming van een clustermanager in principe onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad valt, maar dat hij in deze specifieke situatie niet gehouden was het verzwaard advies te vragen omdat de desbetreffende werknemer voorheen een vrijwel gelijke functie in het cluster vervulde. Bovendien laat het sociaal plan, dat hij met de ondernemingsraad en de vakorganisaties is overeengekomen, hem geen
1
andere mogelijkheid dan de desbetreffende werknemer tot clustermanager te benoemen. 4. De zorgaanbieder heeft in zijn brief van 3 februari 2009 het geschil voorgelegd aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna aangeduid als: de commissie). De commissie heeft op 4 februari 2009 de ontvangst van het verzoek bevestigd en nadere informatie gevraagd van de zorgaanbieder. De zorgaanbieder heeft in e-mails van 11 maart 2009 en 12 maart 2009 de gevraagde nadere informatie verstrekt. De commissie heeft, eveneens op 4 februari 2009, de cliëntenraad gelegenheid geboden schriftelijk te reageren op het verzoek. De cliëntenraad heeft, in een e-mail van 24 maart 2009, van die gelegenheid gebruik gemaakt. De cliëntenraad heeft daarbij tevens de nadere informatie betrokken die de zorgaanbieder op verzoek van de commissie heeft verstrekt. De commissie heeft, ter behandeling van het verzoek, een hoorzitting gehouden op maandag 30 maart 2009. Het samenvattend verslag van de hoorzitting is op 8 april 2009 aan partijen gestuurd, zij hebben gelegenheid gekregen om op het verslag te reageren. De voorzitter van de commissie heeft vervolgens het verslag vastgesteld. Tijdens de hoorzitting heeft de commissie de zorgaanbieder gevraagd het gedeelte van het functievergelijkingsoverzicht dat betrekking heeft op de functies zorgmanager en clustermanager te overleggen. De zorgaanbieder heeft dit gedaan in zijn brief van 3 april 2009. De cliëntenraad heeft daarop gereageerd in een e-mail van 5 april 2009. De zorgaanbieder heeft op deze e-mail gereageerd in een e-mail van 6 april 2009. Feiten en standpunten van partijen ten aanzien van het verzoek 5. In het kader van een reorganisatie van de zorgaanbieder zijn (organisatieonderdeel A) en (organisatieonderdeel B) met ingang van 1 januari 2008 organisatorisch samengevoegd in een cluster. Een cluster wordt geleid door een clustermanager. Tijdens een overleg van de raad van bestuur en de centrale cliëntenraad op 1 juli 2008 is de benoeming van de clustermanagers ter sprake gekomen. De raad van bestuur gaf te kennen een spanningsveld te ervaren tussen enerzijds het adviesrecht van de cliëntenraden en anderzijds de gebondenheid aan het sociaal plan, dat in het kader van de reorganisatie is overeengekomen met de centrale ondernemingsraad en de werknemersorganisaties. In zijn brief van 6 oktober 2008 aan de cliëntenraad meldt de directeur van de werkmaatschappij waartoe het cluster behoort, dat de cliëntenraad niet in de gelegenheid gesteld zal worden advies uit te brengen over de benoeming van de clustermanager omdat de toepassing van het sociaal plan daarvoor geen ruimte laat. In zijn brief van 3 december 2008 aan de directeur van de werkmaatschappij stelt de cliëntenraad zich op het standpunt dat hem verzwaard adviesrecht toekomt
2
op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel m Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) en dat het sociaal plan daaraan geen afbreuk kan doen. De cliëntenraad verzoekt derhalve om in de gelegenheid gesteld te worden verzwaard advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van de clustermanager. De directeur geleidt deze brief door naar de raad van bestuur. De raad van bestuur deelt, in zijn brief van 23 december 2008, aan mevrouw (naam) mee dat zij met ingang van 1 januari 2009 formeel geplaatst wordt in de functie van clustermanager van het cluster (naam). De cliëntenraad roept, in zijn brief van 22 januari 2009 aan de raad van bestuur, de nietigheid in van dit besluit. 6. De zorgaanbieder heeft zich, in zijn e-mail van 12 maart 2009 aan de commissie, op het standpunt gesteld dat de benoeming van een clustermanager in principe onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad valt. Tijdens de hoorzitting heeft hij dit standpunt bevestigd. De zorgaanbieder meent echter dat hij in dit specifieke geval niet gehouden was de cliëntenraad gelegenheid te geven verzwaard advies uit te brengen omdat mevrouw (naam) voor de reorganisatie als zorgmanager werkzaam was in (organisatieonderdeel A) en in (organisatieonderdeel B). De functie clustermanager is op grond van het sociaal plan een voor haar passende functie. Bovendien had zich geen andere kandidaat voor de functie gemeld, zodat het sociaal plan hem geen andere mogelijkheid bood dan haar te benoemen tot clustermanager. De zorgaanbieder stelt zich voorts op het standpunt dat hij niet gehouden was de cliëntenraad gelegenheid te geven verzwaard advies uit te brengen omdat zijn besluit tot benoeming van mevrouw (naam) geen verandering bracht in de feitelijke situatie, zij was immers, weliswaar in een anders genaamde functie (zorgmanager), reeds belast met de leiding van (organisatieonderdeel A) en (organisatieonderdeel B). 7. De cliëntenraad stelt zich op het standpunt dat het sociaal plan geen afbreuk kan doen aan de wettelijke verplichting om de cliëntenraad gelegenheid te geven verzwaard advies uit te brengen. De cliëntenraad vraagt zich af of het, voor de vraag of de benoeming van mevrouw (naam) adviesplichtig is, relevant is dat zij als zorgmanager al leiding gaf aan (organisatieonderdeel A) en (organisatieonderdeel B). Voor zover dit het geval is, stelt de cliëntenraad zich op het standpunt dat de functie clustermanager verschilt van de functie zorgmanager en de zorgaanbieder om die reden gehouden was de cliëntenraad gelegenheid te geven verzwaard advies uit te brengen.
3
Overwegingen ten aanzien van het verzoek 8. Nu de zorgaanbieder en de cliëntenraad beide van mening zijn dat de benoeming van een clustermanager, op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel m Wmcz, onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad valt, zal de commissie daar in deze uitspraak vanuit gaan. 9. Het sociaal plan regelt onder meer de herplaatsing van medewerkers in het kader van de reorganisatie. Daarbij geldt als uitgangspunt dat iedere werknemer zijn functie volgt. Als meerdere kandidaten op grond van dit uitgangspunt recht hebben op dezelfde functie, dan gaat degene met de langste diensttijd voor. Ten aanzien van medewerkers die hun functie niet kunnen volgen omdat deze gewijzigd is of is opgeheven, bepaalt het sociaal plan dat zij hun belangstelling voor een gewijzigde of nieuwe functie kenbaar kunnen maken. Plaatsbaar in zo’n functie zijn medewerkers die ‘voldoen aan de functie-eisen op grond van ervaring, kennis en opleiding en de medewerkers die binnen maximaal twee jaar kunnen voldoen aan de gestelde functie-eisen’. Indien meerdere plaatsbare kandidaten zich hebben gemeld voor dezelfde functie, hebben kandidaten met een contract voor onbepaalde tijd voorrang boven kandidaten met een contract voor bepaalde tijd. Indien ook na toepassing van deze regel meerdere kandidaten voor een functie beschikbaar zijn, wordt diegene benoemd die de langste diensttijd heeft. 10. Voor de functie clustermanager van cluster (naam) had mevrouw (naam) als enige haar belangstelling getoond. De plaatsingscommissie, die in het kader van het sociaal plan is ingesteld, heeft geoordeeld dat zij op grond van ervaring, kennis en opleiding aan de functie-eisen voldoet. De conclusie van de zorgaanbieder dat mevrouw (naam) derhalve benoemd moet worden, zonder daaraan voorafgaand het verzwaard advies van de cliëntenraad te vragen, is echter, naar het oordeel van de commissie, onjuist. Uit het feit dat het sociaal plan bij de plaatsingsprocedure advisering door de cliëntenraad buiten beschouwing laat, kan niet geconcludeerd worden dat de zorgaanbieder niet gehouden is de cliëntenraad gelegenheid te geven advies uit te brengen. Voor zover het sociaal plan zou inhouden dat de zorgaanbieder de cliëntenraad geen advies zou mogen vragen met betrekking tot een voorgenomen besluit dat volgens de Wmcz wel ter advisering aan de cliëntenraad moet worden voorgelegd en voor zover het sociaal plan de mogelijkheid beperkt dat een advies van de cliëntenraad van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit, is het sociaal plan, naar het oordeel van de commissie, nietig wegens strijd met de wet (artikel 3:40 BW).
4
11. De zorgaanbieder heeft erop gewezen dat degene die na de reorganisatie belast is met de leiding van (organisatieonderdeel A) en (organisatieonderdeel B) dezelfde is als degene die daarmee voor de reorganisatie was belast. Omdat de benoeming van mevrouw (naam) geen verandering van de feitelijke situatie inhield, meende de zorgaanbieder dat hij de cliëntenraad niet in de gelegenheid behoefde te stellen advies uit te brengen over deze benoeming. De commissie is van oordeel dat in een situatie waarin een medewerker wordt benoemd in een functie die identiek of vrijwel identiek is aan de functie die de medewerker, anders dan als waarnemer of tijdelijke vervanger, al vervulde en de functie bovendien op dezelfde locatie(s) wordt uitgevoerd, een zorgaanbieder niet gehouden is de cliëntenraad verzwaard advies te vragen over de benoeming. In dit geval is de medewerker echter, naar het oordeel van de commissie, niet in een identieke of vrijwel identieke functie benoemd. De commissie neemt hierbij in aanmerking dat de zorgmanager werkte onder leiding van een hoofd gezinsvervangende tehuizen dat werkzaam was voor (organisatieonderdeel A) en (organisatieonderdeel B). De clustermanager werkt onder leiding van een sectorhoofd, deze is echter niet alleen werkzaam voor (naam cluster), maar ook voor drie andere clusters. Dit impliceert een verzwaring van de taak van de clustermanager ten opzichte van de taak van de zorgmanager. De commissie baseert dit oordeel mede op de functievergelijking die de zorgaanbieder heeft overgelegd en waaruit blijkt dat voor de nieuwe functie een managementopleiding en ervaring met leidinggeven nodig zijn terwijl dat voor de oude functie niet het geval is. Ook bij de omschrijving van taken ligt bij de clustermanager het accent op verantwoordelijkheid en leidinggeven terwijl bij de zorgmanager het accent ligt op uitvoering en coördinatie. Nu geen sprake was van benoeming in een identieke / vrijwel identieke functie had de zorgaanbieder de cliëntenraad in de gelegenheid behoren te stellen advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van de clustermanager van (naam cluster). 12. Nu de cliëntenraad in zijn brief aan de zorgaanbieder van 22 januari 2009 de nietigheid heeft ingeroepen van het benoemingsbesluit dat in een brief van 23 december 2008 is medegedeeld aan de betrokkene en de zorgaanbieder niet heeft bestreden dat de cliëntenraad tijdig een beroep op de nietigheid heeft gedaan, neemt de commissie aan dat de cliëntenraad de nietigheid heeft ingeroepen binnen de termijn die artikel 4, vierde lid Wmcz daaraan stelt. Oordeel Het bovenstaande leidt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden tot het volgende oordeel:
5
De (zorgaanbieder) was gehouden de cliëntenraad van (organisatieonderdeel A) in de gelegenheid te stellen verzwaard advies uit te brengen over de voorgenomen benoeming van mevrouw (naam) tot clustermanager van het cluster (naam). Nu de (zorgaanbieder) dit heeft nagelaten en de cliëntenraad van (organisatieonderdeel A) tijdig schriftelijk de nietigheid heeft ingeroepen van het besluit mevrouw (naam) tot clustermanager te benoemen, is dit besluit nietig. Deze uitspraak is vastgesteld door de voorzitter van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, de heer mr. J.L.P.G. van Thiel en de leden de heer dr. J.J. Belderok en de heer mr. J.A. Heeren. Utrecht, 24 juni 2009
mr. J.L.P.G. van Thiel, voorzitter
mr. K.R. van Dijk, secretaris
6