Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. :
08-03
Datum
:
24 november 2008
Partijen
:
Stichting (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de heer (naam), locatiemanager (locatie), hierna aangeduid als de zorgaanbieder; en de cliëntenraad van (locatie), vertegenwoordigd door (naam), voorzitter, hierna aangeduid als: de cliëntenraad.
Het geschil en het verloop van de procedure 1. Zorgcentrum (locatie) is een onderdeel van de stichting (zorgaanbieder), die op haar beurt een onderdeel is van de stichting (concern). De zorgaanbieder is voornemens de keuken van (locatie) te sluiten. Na sluiting van de keuken zal (locatie) overgaan op het zogeheten ‘ontkoppeld koken’. De maaltijden worden volgens dat systeem elders bereid en in (locatie) opgediend. De cliëntenraad heeft een negatief verzwaard advies uitgebracht ten aanzien van dit voornemen. De zorgaanbieder vraagt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden of hij desondanks, bij afweging van de betrokken belangen, in redelijkheid het voorgenomen besluit kan nemen. 2. De zorgaanbieder heeft in zijn brief van 25 juli 2008 het geschil voorgelegd aan de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden (hierna: de commissie). De commissie heeft de brief ontvangen op 13 augustus 2008 en op 15 augustus 2008 de ontvangst van het verzoek bevestigd en tevens de cliëntenraad gelegenheid geboden schriftelijk te reageren op het verzoek. De cliëntenraad heeft in zijn brief van 3 september 2008 van die gelegenheid gebruik gemaakt. De commissie heeft, ter behandeling van het verzoek, een hoorzitting gehouden op vrijdag 1 oktober 2008. Het samenvattend verslag van de hoorzitting is op 6 oktober 2008 aan partijen gestuurd, zij hebben gelegenheid gekregen om op het verslag te reageren. Zowel de zorgaanbieder als de cliëntenraad heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt, waarna de voorzitter van de commissie het verslag heeft vastgesteld.
1
Feiten en standpunten van partijen 3. Op grond van de stukken die de commissie van de zorgaanbieder en van de cliëntenraad heeft ontvangen en op basis van hetgeen tijdens de hoorzitting aan de orde is geweest, gaat de commissie uit van de volgende feiten. 4. De zorgaanbieder heeft de bewoners van (locatie) in een brief van 30 januari 2008 meegedeeld dat de keuken van (locatie) met ingang van 1 juli 2008 gesloten zal worden. De zorgaanbieder heeft dit eveneens meegedeeld aan de cliëntenraad tijdens een vergadering die ook op 30 januari 2008 plaats vond. 5. In zijn brief van 4 februari 2008 aan de zorgaanbieder, roept de cliëntenraad de nietigheid van dit besluit in omdat het zijns inziens ‘voedingsaangelegenheden van algemene aard’ betreft, zoals bedoeld in artikel 3, eerst lid, onderdeel i Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz). Dergelijke besluiten vallen onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad, zodat de zorgaanbieder, volgens de cliëntenraad, hierover ten onrechte een besluit heeft genomen zonder eerst de cliëntenraad gelegenheid te geven daarover een verzwaard advies uit te brengen. 6. Naar aanleiding van de nietigverklaring door de cliëntenraad heeft de zorgaanbieder de cliëntenraad in zijn brief van 8 februari 2008 verzocht alsnog advies uit te brengen. Ter toelichting vermeldt de zorgaanbieder dat de kosten van maaltijden in de keuken van (locatie) relatief hoog zijn en het daarom aantrekkelijk is om de maaltijden te betrekken van een productiekeuken. De cliëntenraad vraagt de zorgaanbieder in zijn brieven van 12 en 14 februari 2008 om nadere informatie, onder meer over de kwaliteit van maaltijden uit de productiekeuken en gevolgen die de bewoners zullen ondervinden van de sluiting van de keuken. In zijn brief van 14 maart 2008 aan de cliëntenraad geeft de zorgaanbieder nadere informatie. Hij verwacht een bezuiniging van ongeveer € 60.000 op jaarbasis te kunnen realiseren door de sluiting van de keuken van (locatie). De kwaliteit van de maaltijden is zijns inziens bij ontkoppeld koken gewaarborgd en de keuzemogelijkheden van bewoners zullen groter worden, zowel ten aanzien van het moment waarop de maaltijd wordt gebruikt als ten aanzien van de componenten waaruit de maaltijd bestaat. 7. Op 28 maart 2008 bezoekt de directie van de zorgaanbieder de locatie en deelt mee dat het besluit over de sluiting van de keuken definitief is genomen. Op 9 april 2008 vindt een overleg plaats tussen de zorgaanbieder en de cliëntenraad.
2
De locatiemanager zegt toe de directie te zullen informeren over de irritatie die deze mededeling van de directie bij de cliëntenraad heeft veroorzaakt. De directie heeft in een brief van 23 april 2008 te kennen gegeven het te betreuren dat de indruk is ontstaan dat het besluit definitief is genomen. 8. De cliëntenraad brengt op 16 juni 2008 een negatief verzwaard advies uit. De cliëntenraad wijst in zijn advies op het fusiedocument uit 2007, waarin is aangegeven dat de keuken van (locatie) in 2011 zal worden gesloten. Het is de raad niet duidelijk waarom nu op veel kortere termijn tot sluiting moet worden overgegaan, te meer niet omdat in het jaarplan 2008 niets over de sluiting van de keuken is vermeld. De cliëntenraad wijst ook op de uitkomst van een enquête die hij onder de bewoners heeft gehouden en waaruit blijkt dat bewoners veel waarde hechten aan behoud van de keuken. 9. De locatiemanager deelt de cliëntenraad in zijn brief van 11 juli 2008 mee dat hij het advies heeft voorgelegd aan de directie en dat deze heeft besloten de LCvV te vragen het voorgenomen besluit te beoordelen. 10. In de zomermaanden heeft de zorgaanbieder maaltijden aangeboden die uit een productiekeuken afkomstig waren en maaltijden die uit de keuken van (locatie). Tijdens de hoorzitting bleek dat de cliëntenraad niet was geïnformeerd over dit experiment en van de resultaten daarvan pas kennis kon nemen toen de raad daarover een notitie aantrof in de stukken die de zorgaanbieder aan de LCvV heeft gestuurd. 11. Tijdens de hoorzitting bleek dat medewerkers die in de keuken werkzaam zijn worden overgeplaatst. De cliëntenraad maakt daar bezwaar tegen omdat daarmee op de besluitvorming vooruit wordt gelopen en de kwaliteit van de maaltijden daardoor achteruit gaat. De zorgaanbieder heeft te kennen gegeven dat de overplaatsingen op verzoek van de betrokken medewerkers plaats vonden. Overwegingen ten aanzien van het verzoek 12. Nu de cliëntenraden een negatief verzwaard advies hebben uitgebracht ten aanzien van het besluit de keuken te sluiten en een andere manier van maaltijdbereiding te introduceren, zal de commissie beoordelen of de zorgaanbieder dit besluit, bij afweging van alle betrokken belangen, in redelijkheid kan nemen, ondanks het negatieve advies van de cliëntenraad. Bij deze beoordeling neemt de commissie zowel de wijze waarop de besluitvorming heeft plaatsgevonden (for-
3
mele toetsing) in aanmerking als de inhoud van het voorgenomen besluit (materiële toetsing). 13. Bij de formele toetsing gaat het om de vraag of de besluitvorming zodanig onzorgvuldig is verlopen dat daardoor aan de belangen van de cliëntenraad wezenlijk tekort is gedaan. 14. In een situatie zoals de onderhavige, waarin de cliëntenraad een beroep heeft gedaan op de nietigheid van een besluit en de zorgaanbieder de cliëntenraad daarom alsnog gelegenheid geeft verzwaard advies uit te brengen, mag van de zorgaanbieder verwacht worden dat hij de besluitvorming, over het onderwerp waarop het nietige besluit betrekking had, daadwerkelijk heroverweegt en daarbij zodanige ruimte creëert dat het advies van de cliëntenraad alsnog van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit. 15. Gelet op het besluitvormingsproces, zoals dat verlopen is sinds de nietigverklaring door de cliëntenraad, constateert de commissie dat de zorgaanbieder weliswaar alsnog advies heeft gevraagd over de sluiting van de keuken en de introductie van een nieuwe bereidingswijze van de warme maaltijden, maar dat niet is gebleken dat de zorgaanbieder daadwerkelijk de wijze waarop wordt voorzien in de warme maaltijden van de bewoners van (locatie) opnieuw ter discussie heeft gesteld en de cliëntenraad een reële gelegenheid heeft gegeven om invloed uit te oefenen op de uitkomst van die discussie. 16. Het verloop van de gebeurtenissen duidt eerder op het tegendeel. De commissie neemt hierbij in aanmerking dat de zorgaanbieder de brief, waarin bewoners werd medegedeeld dat de keuken gesloten zou worden, nooit heeft herroepen; dat de adviesaanvraag van 4 februari 2008 zo weinig informatie bevatte dat op basis daarvan geen advies uitgebracht kon worden en dat de zorgaanbieder vragen van de cliëntenraad niet altijd overtuigend beantwoordde. Ook de uitlatingen van de directie op 28 maart 2008 deden afbreuk aan de adviesprocedure. Dat deze uitlatingen zijn herroepen, doet niet af aan het algemene beeld dat van een serieuze heroverweging geen sprake was. Dit beeld wordt nog versterkt door de overplaatsing van medewerkers die in de keuken van (locatie) werkzaam waren en door het houden van een experiment met de maaltijdverstrekking zonder de cliëntenraad hierover zelfs maar te informeren 17. Gelet op deze omstandigheden, in hun onderlinge samenhang beschouwd, is de commissie van mening dat de besluitvorming zodanig onzorgvuldig is ver-
4
lopen dat daardoor aan de belangen van de cliëntenraad wezenlijk tekort is gedaan. 18. Nu de commissie reeds op basis van de formele toetsing concludeert dat de locatiemanager niet in redelijkheid het besluit kan nemen om de keuken te sluiten en een nieuwe bereidingswijze van de warme maaltijden te introduceren, kan de materiële toetsing achterwege blijven. Oordeel Het bovenstaande leidt de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden tot het volgende oordeel: De zorgaanbieder kan na afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid besluiten om de keuken van (locatie) te sluiten en een nieuwe wijze van bereiding van de warme maaltijden in (locatie) te introduceren. Deze uitspraak is vastgesteld door de voorzitter van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, de heer mr. J.L.P.G. van Thiel en de leden de heer M.A. Aardema en de heer dr. J.J. Belderok. Utrecht, 24 november 2008
mr. J.L.P.G. van Thiel, voorzitter
mr. K.R. van Dijk, secretaris
5