Jaarverslag 2009 Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers
Colofon Tekst: Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers Ontwerp omslag: Rik Verharen (Rik Verharen Illustraties) Lay-out: Protekst Druk: DekoVerdivas BV
Woord vooraf Voor u ligt het eerste jaarverslag van de Klachtencommissie Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: de commissie), waarin de commissie met veel genoegen verslag doet van haar activiteiten in het eerste jaar van haar bestaan. In dit verslag staan de gegevens die de commissie op grond van artikel 19 van het Besluit beëdigde tolken en vertalers dient aan te geven.1 Daarnaast heeft de commissie van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele ervaringen die zij in het eerste jaar van haar bestaan heeft opgedaan kort uiteen te zetten en daarbij enkele aanbevelingen te doen. Het jaarverslag wordt toegezonden aan de minister en de staatssecretaris van Justitie, de Raad voor Rechtsbijstand, het bevoegd gezag van het Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers, de hoofddirecteur van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), evenals aan de organisaties die de belangen van tolken en vertalers in algemene zin behartigen. Overige belanghebbenden zullen aan de hand van de nieuwsbrief Babylon van het Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers (Bureau Wbtv) op dit jaarverslag worden geattendeerd. De inhoud van het jaarverslag is openbaar en is door een ieder te raadplegen op de website van het Bureau Wet beëdigde tolken en vertalers.
1 Besluit van 11 december 2008, houdende regels inzake de kwaliteit en integriteit van beëdigde tolken en vertalers (Staatsblad 2008, 555).
1. Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv) op 1 januari 2009 is een Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv) ingesteld.2 In dit register worden (beëdigde) tolken en vertalers opgenomen die aan bepaalde kwaliteitscriteria voldoen. Een aantal tolken en vertalers is vanaf 1 januari 2009 op grond van een overgangsregeling in het Rbtv ingeschreven. Overige tolken en vertalers, die in het register wensen te worden opgenomen, dienen te voldoen aan de eisen die daaraan in de wet worden gesteld. Naast het Rbtv is een Uitwijklijst ontwikkeld (artikel 2, derde lid, Wbtv). Op deze Uitwijklijst worden tolken en vertalers vermeld die niet kunnen aantonen over kennis van bron- en doeltaal en de bijbehorende culturen te beschikken wegens het ontbreken van taalopleidingen, het ontbreken van opleidingen ten aanzien van cultuur van het land of gebied van de bron- dan wel doeltaal, het ontbreken van deskundigen die deze kennis kunnen vaststellen dan wel het ontbreken van toetsen. Aan de toelating tot deze lijst worden wel enkele minimumeisen gesteld, waardoor ook de Uitwijklijst een kwaliteitsbevorderend effect heeft.3 De beëdigde tolken en vertalers die in het Rbtv en de Uitwijklijst zijn opgenomen, worden geacht zich te houden aan de Gedragscode voor tolken en vertalers die op advies van het Kwaliteitsinstituut beëdigde tolken en vertalers door de Raad voor Rechtsbijstand is vastgesteld.4 In deze Gedragscode zijn best practices op het gebied van het tolken en vertalen gecodificeerd. Indien voornoemde tolken of vertalers zich niet houden aan de voorschriften van de Wbtv en de Gedragscode Wbtv kunnen zij (al dan niet tijdelijk) in het Rbtv of de Uitwijklijst worden doorgehaald. Aan de hand van het Rbtv, dat te raadplegen is op de website van het Bureau Wbtv, kan een ieder vrijelijk geregistreerde tolken en vertalers benaderen. Een aantal organisaties is verplicht om bij het inschakelen van een tolk of vertaler gebruik te maken van de in het Rbtv geregistreerde tolken en vertalers, tenzij de vereiste spoed dat onmogelijk maakt of voor de gewenste bron- of doeltaal geen tolk of vertaler in het register is opgenomen. Deze 2 Wet van 11 oktober 2007, houdende regels inzake de beëdiging van tolken en vertalers en de kwaliteit en de integriteit van beëdigde tolken en vertalers (Wet beëdigde tolken en vertalers), Staatsblad 2007, 375. 3 Zie Besluit Uitwijklijst Wbtv (Staatscourant 25 mei 2009, nr. 102) en de Rectificatie Besluit Uitwijklijst (Staatscourant 19 juni 2009, nr. 111). 4 Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv van 22 september 2009 (Staatscourant 2009, nr. 15358).
afnameplicht geldt voor justitieafnemers zoals de politie, het Openbaar Ministerie, de gerechten (in straf- en vreemdelingenprocedures) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De commissie is bij besluit van 24 april 2009 ingesteld door de Raad voor Rechtsbijstand.5 De taak van de commissie is volgens het instellingsbesluit het behandelen van klachten ten aanzien van tolken en vertalers wier werkzaamheden vallen onder de werking van de Wbtv en het daarover te adviseren. De commissie adviseert op grond van haar bevindingen het Bureau Wbtv ten behoeve van een algehele kwaliteitsverbetering – op zowel het gebied van de professionaliteit als de integriteit – van de bij het Bureau Wbtv (in het Rbtv of op de Uitwijklijst) ingeschreven tolken en vertalers. Bij de klachtbehandeling treedt de commissie niet in de inhoudelijke beoordeling van eventuele onderliggende procedures. Voor zover de IND tolken inzet die in het Rbtv of op de Uitwijklijst worden vermeld, is de klachtenprocedure van artikel 16, eerste lid, van de wet van toepassing. Er is een groep tolken die wegens het ontbreken van opleidingen of het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kan aantonen te beschikken over de vereiste competenties van taalvaardigheid in de bron- of de doeltaal of kennis van de cultuur van het land of het gebied van de bron- of doeltaal en daarom niet in het Rbtv kan worden opgenomen. Ten aanzien van nietgeregistreerde tolken is de klachtbehandeling niet in de Wbtv vastgelegd. De tolken die door de IND worden ingezet, vallen voor een aanzienlijk deel in de categorie tolken die niet in het Rbtv of de Uitwijklijst zijn opgenomen. Vóór de inwerkingtreding van de Wbtv en de instelling van de commissie, werden alle klachten tegen tolken, ingezet door de IND, behandeld door de Klachtenadviescommissie Tolken (KACT), ingesteld door de hoofddirecteur van de IND op 26 augustus 1999 en opgeheven op 1 april 2009. De KACT stond garant voor een gelijke behandeling van alle klachten die via de formele weg afgedaan dienden te worden. De IND heeft de bevoegdheid om klachten tegen niet-geregistreerde tolken in behandeling te nemen en de IND daarover – op gelijke wijze als voorheen de KACT – te adviseren aan de commissie gemandateerd.6 Twee oud-leden van de KACT nemen
5 Regeling van de Raad voor Rechtsbijstand van 25 mei 2009, houdende de instelling van de klachtencommissie als bedoeld in artikel 16 van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Instellingsbesluit klachtencommissie Wbtv), Staatscourant 12 juni 2009, nr. 106. 6 Regeling van 4 juni 2009, houdende verlening mandaat inzake de behandeling van klachten over tolken ingezet door de IND betreffende de klachtencommissie zoals bedoeld in artikel 16, tweede lid van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Staatscourant, 22 juni 2009, nr. 112).
als lid deel aan de commissie, waardoor de overdracht van de opgedane ervaringen en kennis van de KACT aan de commissie is gewaarborgd. Klachten over tolken die door de IND zijn ingezet en die niet in het Rbtv zijn ingeschreven en evenmin op de Uitwijklijst worden vermeld, dienen te worden gericht aan de IND. De IND zal de klacht eerst op informele wijze in behandeling nemen en pogen af te doen. Als de informele klachtafhandeling niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de klacht worden voorgelegd aan de commissie. Deze klachten worden door de commissie zoveel mogelijk op gelijke wijze behandeld als klachten tegen tolken die in het Rbtv zijn opgenomen, met dien verstande dat de commissie ten aanzien van deze klachten geen advies uitbrengt aan het bevoegd gezag van het Bureau Wbtv, maar aan dat van de IND. In dit jaarverslag worden zowel de klachten die op grond van de Wbtv zijn ingediend als de klachten die door de commissie op grond van de mandaatverlening door de IND zijn behandeld, toegelicht.
De commissie: v.l.n.r. P. Hyams, H. Bot, J. Link, R. van Dartel, R. Beaujean, F. Timmer, S. Kruszynski, M. van Lierop en N. Groenendijk-Feenstra
2. Samenstelling Klachtencommissie Wbtv Bij het samenstellen van de commissie is acht geslagen op de artikelen 15 tot en met 17 van het Besluit beëdigde tolken en vertalers. Er is gezocht naar juristen (voor de functie van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter), leden die niet werkzaam zijn als tolk of vertaler maar wel ervaring of affiniteit hebben met tolk- en vertaalwerkzaamheden en/of die ervaring hebben met klachtbehandeling of vergelijkbare procedures en – ten slotte – leden die werkzaam zijn als beëdigd tolk en vertaler en als zodanig zijn ingeschreven in het Rbtv. Met het oog op een zo breed mogelijk samengestelde commissie is er onder meer een vacature geplaatst in de Staatscourant. Een aantal leden is door het Bureau Wbtv benaderd vanwege eerdere betrokkenheid bij de KACT en/of bij de totstandkoming en implementatie van de Wbtv. In de commissie hebben zitting: Voorzitter: Dhr. mr. R.G.A. Beaujean, stafjurist Raad voor de rechtspraak te ’sGravenhage. Lid, tevens plaatsvervangend voorzitter: Dhr. mr. R.T.J. van Dartel, juridisch specialist politie Utrecht. Als leden: Mw. dr. ir. H. Bot, socioloog en psychotherapeut; Mw. drs. N. Groenendijk-Feenstra, beëdigd vertaler; Dhr. P. Hyams, M.A., docent vertaalacademie Hogeschool Zuyd te Maastricht; Dhr. drs. P.H.M. Keesom, beëdigd tolk en vertaler; Dhr. S. Kruszynski, beëdigd tolk en vertaler; Mw. F. Timmer, beëdigd tolk en vertaler. Vanuit Bureau Wbtv wordt de commissie bijgestaan door een secretaris en een notulist. Secretaris: Dhr. J. Link, stafmedewerker Bureau Wbtv Notulist: Mw. M.C.M.H. van Lierop, medewerker Bureau Wbtv
3. Reglement De commissie heeft een Reglement Klachtencommissie Wbtv (hierna: het Reglement) vastgesteld, dat is gepubliceerd in Staatscourant 24 juni 2009, nr. 114. Een klacht is volgens het Reglement “iedere schriftelijke uiting van onvrede, gericht aan het Bureau Wbtv over een tolk of vertaler, omtrent diens optreden als tolk of vertaler”. Onder een tolk of vertaler wordt verstaan “degene die als zodanig is ingeschreven in het Rbtv of wordt vermeld op de Uitwijklijst”. Ten aanzien van de IND geldt dat ook klachten over niet in het Rbtv ingeschreven of op de Uitwijklijst vermelde tolken door de commissie in behandeling kunnen worden genomen. Onder klager wordt verstaan “een ieder die zich met een klacht tot het Bureau Wbtv wendt”. Het Reglement beschrijft onder meer de procedure volgens welke de door de commissie ontvangen klachten worden behandeld. De ervaringen die de commissie tot nu toe heeft opgedaan, hebben haar ertoe gebracht het Reglement in 2010 op enkele onderdelen te verduidelijken. In het bijzonder hecht de commissie er waarde aan om in het kader van de klachtprocedure schriftelijke vragen te kunnen stellen aan partijen, getuigen en deskundigen. De mogelijkheid van deze schriftelijke ronde zal in het Reglement tot uitdrukking worden gebracht.
4. Klachten 4.1 Inleiding In 2009 zijn er bij het Bureau Wbtv in totaal elf klachten binnengekomen waarvan er acht aan de commissie zijn voorgelegd. De klachten hebben betrekking op tolken en vertalers in de volgende talen: - Frans - Armeens - Farsi (2x) - Somali - Sorani - Tigrinja - Roemeens 10
Zes van de klachten hebben betrekking op tolken die zijn ingezet door de IND. Slechts twee van deze tolken zijn geregistreerd bij het Bureau Wbtv. De andere vier zijn niet geregistreerd in het Rbtv en worden evenmin vermeld op de Uitwijklijst. De adviezen over deze laatste vier klachten zijn daarom door de commissie uitsluitend uitgebracht aan de IND en niet (tevens) aan het Bureau Wbtv. De commissie heeft twee klachten behandeld over gedragingen van vertalers. De overige klachten hebben betrekking op gedragingen van tolken. In alle gevallen is sprake van opdrachtgevers met een afnameplicht op grond van de Wbtv (artikel 28 Wbtv). Één klacht is door de commissie niet in behandeling genomen, de commissie heeft geoordeeld dat de klager onvoldoende belang heeft bij de behandeling van de klacht. Ten aanzien van een andere klacht heeft de commissie geen oordeel over de klachtonderdelen willen geven. In dat advies is de IND door de commissie echter wel in overweging gegeven de beklaagde een tolktoets te laten afnemen. In drie zaken heeft de commissie de klachten ongegrond geoordeeld. Twee klachten zijn gedeeltelijk gegrond verklaard. De commissie heeft daar echter geen consequenties aan willen verbinden. De laatste klacht is door de commissie gegrond verklaard. De commissie heeft het Bureau Wbtv naar aanleiding daarvan geadviseerd de inschrijving van de beklaagde in het Rbtv door te halen. 4.2 Toelichting op de ingediende en behandelde klachten 01-2009 Vertaler Frans Beoordeeld op grond van de Wbtv. Klachtonderdelen: • de vertaler heeft verzocht stukken uit een procesdossier in te zien vóór de aanvaarding van de opdracht; • schending geheimhoudingsplicht door de vertaling na te laten kijken door een andere vertaler; • door de vertaler is een hoger tarief bedongen dan is toegelaten overeenkomstig het Besluit tarieven in strafzaken 2003; • er is sprake van onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal; • er is sprake van onvoldoende kennis van de inhoud en de strekking van de Wbtv. Advies van de commissie: ongegrond. 11
04-2009 Tolk Armeens Beoordeeld op grond van de Wbtv. Klachtonderdelen: • de tolk geeft een eigen invulling en aanvullingen op de verklaring, onprofessionele houding; • ongevraagd toelichting geven op de verklaring; • in strijd handelen met de gedragscode door haar eigen mening en interpretatie te geven van de verklaring. Advies van de commissie aan het Bureau Wbtv: gedeeltelijk gegrond, volstaan met een waarschuwing. Advies van de commissie aan de IND: een gesprek aangaan met beklaagde. In dit gesprek zouden de taakopvatting van beklaagde, haar houding tijdens gehoren van de IND en haar professionele opstelling daarbuiten centraal dienen te staan. 05-2009 Tolk Farsi Beoordeeld op grond van de Wbtv. Klacht: • er zijn omzettingsfouten gemaakt in het rapport van het nader gehoor doordat de tolk niet heeft toegezien op een juiste vastlegging van de verklaring door de contactambtenaar van de IND. Advies van de commissie: ongegrond. 07-2009 Tolk Farsi IND-klacht Klachtonderdelen: • er is sprake van onheuse bejegening en onprofessioneel gedrag; • de tolk heeft de verklaring van klager onjuist vertolkt; • de tolk beschikt over onvoldoende kennis van de Nederlandse taal; • het ontbreekt aan audiovisuele opnamen van de gehoren. Advies van de commissie: gedeeltelijk gegrond, volstaan met een waarschuwing en – indien de IND dit nodig acht – de beklaagde een taaltoets Nederlands laten afnemen. 09-2009 Tolk Sorani IND-klacht Klacht: • onvoldoende beheersing van het Koerdisch (Sorani), tolk is niet van 12
Sorani afkomst; Advies van de commissie: geen oordeel. 10-2009 Tolk Tigrinja IND-klacht Klachtonderdelen: • de tolk is geen native speaker in de Tigrinja taal; • er is sprake van een onjuiste vertaling; er wordt gebruik gemaakt van Arabische woorden en terminologie in plaats van het Tigrinja; • de tolk is onvoldoende in staat zich adequaat in het Nederlands uit te drukken; • de tolk heeft onvoldoende gelegenheid gegeven om de klager uit te laten praten. Advies van de commissie: ongegrond. 11-2009 Vertaler Roemeens Beoordeeld op grond van de Wbtv. Klacht: • er is sprake van opvallend onjuiste formuleringen in de vertaling. De vertaling voldoet ook overigens niet aan de eisen die daaraan mogen worden gesteld. Advies van de commissie: gegrond, inschrijving in het Rbtv doorhalen.
13
4.3 Overzicht klachten
Nummer
Tolk/vertaler
Advies commissie
Besluit Wbtv/IND
01-2009
vertaler Frans
ongegrond
Wbtv, advies
overgenomen
02-2009
tolk Engels
ingetrokken
xxx
03-2009
tolk Engels
niet behandeld,
xxx
onvoldoende gemotiveerd
04-2009
gedeeltelijk gegrond, vol-
Wbtv, advies
tolk Armeens
staan met een waarschuwing
overgenomen
en advies aan IND om een
gesprek met beklaagde aan
te gaan.
05-2009
tolk Farsi
ongegrond
Wbtv, advies
overgenomen
06-2009
xxx
tolk Armeens
informele afhandeling door
Bureau Wbtv
07-2009
gedeeltelijk gegrond, volstaan
IND-advies
tolk Farsi
met een waarschuwing en zo
gedeeltelijk
nodig een taaltoets Nederlands
overgenomen
08-2009
tolk Somali
niet behandeld
IND, advies
overgenomen
09-2009
geen oordeel over
IND, advies
tolk Sorani
klachtonderdelen, wel
overgenomen
tolktoets geadviseerd
10-2009
ongegrond
tolk Tigrinja
IND, advies
overgenomen
11-2009
gegrond, doorhalen van
Wbtv, advies
inschrijving
overgenomen
vertaler Roemeens
14
5. Ervaringen en algemene aanbevelingen 5.1 Beperkte kennis van klachtprocedure bij opdrachtgevers Het is de commissie is opgevallen dat het aantal klachten over beëdigde tolken en vertalers dat op grond van de nieuwe wet in 2009 is ingediend, zeer beperkt is. Hoewel een beperkte hoeveelheid klachten een aanwijzing kan zijn voor een goed functionerend register vreest de commissie dat de oorzaak daarvan voornamelijk is gelegen in onbekendheid met de klachtprocedure bij opdrachtgevers. De meeste klachten die door de commissie in behandeling zijn genomen, zijn afkomstig van de IND. Deze klachten hebben betrekking op tolken die niet in het Rbtv zijn ingeschreven en evenmin op de Uitwijklijst worden vermeld. De IND beschikte ook al voor de inwerkingtreding van de Wbtv over een eigen klachtprocedure zodat de bekendheid daarmee bij actoren in vreemdelingenprocedures mag worden verondersteld. De IND wijst tijdens de gehoren actief op de mogelijkheid om een klacht in te dienen tegen de ingeschakelde tolk en verwijst klagers – na een eerste poging tot bemiddeling – door naar de commissie. Onbekendheid met de klachtprocedure ten aanzien van in het Rbtv ingeschreven tolken en vertalers heeft een ongunstig effect op de kwaliteitsbevorderende doelstelling van de Wbtv. Opdrachtgevers die niet tevreden zijn over het functioneren van een tolk of vertaler zullen in plaats van het indienen van een klacht er slechts toe overgaan de tolk of vertaler in kwestie in de toekomst niet opnieuw in te schakelen. De vraag of deze tolk of vertaler voldoet aan de kwaliteitseisen van het Rbtv blijft daarmee echter onbeantwoord. Bovendien blijft het risico aanwezig dat andere opdrachtgevers de tolk of vertaler op grond van diens inschrijving in het Rbtv zullen inschakelen en daardoor mogelijk eveneens negatieve ervaringen opdoen met de tolk of vertaler. Een dergelijke gang van zaken tast het vertrouwen in het kwaliteitsverhogende effect van het Rbtv aan. De commissie beveelt het Bureau Wbtv dan ook aan om extern meer aandacht te besteden aan de wettelijke klachtprocedure, bijvoorbeeld door afnameplichtigen daar aan de hand van een circulaire uitdrukkelijk op te attenderen, door artikelen over de klachtprocedure te publiceren in vakbladen en door samenvattingen van alle (geanonimiseerde) adviezen van de commissie te publiceren in Babylon, 15
de nieuwsbrief van het Bureau Wbtv. De commissie zal geanonimiseerde versies van haar adviezen integraal publiceren op de website van het Bureau Wbtv. 5.2 Gedragscode voor tolken en vertalers Op 22 september 2009 is de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv7 vastgesteld door de Raad voor Rechtsbijstand. Deze gedragscode is bedoeld als richtlijn voor tolken en vertalers in de dagelijkse beroepspraktijk. Hierin wordt helder uiteengezet welke waarden en normen in acht dienen te worden genomen bij de uitoefening van hun beroep. Deze gedragscode kan gezien worden als voortzetting van en aanvulling op de Gedragscode tolken en vertalers IND (mei 2009), die ondanks de titel voornamelijk als richtlijn geldt voor de gedragingen van tolken die een opdracht van de IND hadden geaccepteerd. Inhoudelijk zal men weinig verschil merken tussen beide gedragscodes; zij geven immers beide een opsomming van best practices op het gebied van de beroepsgroep. Toch lijkt er op één punt duidelijk sprake van een verschil van inzicht als het gaat om opvattingen omtrent de rol van de tolk als louter intermediair (art. 10 Gedragscode IND, mei 2009) tegenover de wenselijkheid van actief optreden van de tolk om ‘al dan niet cultureel bepaalde misverstanden en onbegrip te voorkomen of op te heffen’ (artikel 4.3.2 Gedragscode Wbtv). De mate waarin een tolk zich inmengt in het communicatieproces tijdens een gehoor is wel vaker inzet geweest van klachtenprocedures. Er valt dus te bezien in hoeverre de commissie deze nieuwe formulering werkbaar acht. Daarbij geldt nog de kanttekening dat klachten over tolken die door de IND zijn ingezet en die niet in het Rbtv zijn ingeschreven of op de Uitwijklijst worden vermeld, primair door de commissie moeten worden behandeld op grond van de Gedragscode tolken en vertalers IND (2009) en niet op grond van de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv. Deze groep tolken valt immers buiten het bereik van de Wbtv. 5.3 Beperkte kennis van best practices tolken en vertalers bij opdrachtgevers Voor het indienen van een klacht is het noodzakelijk dat de klager zicht heeft op wat redelijkerwijs van een tolk of vertaler mag worden verwacht. 7 Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv van 22 september 2009 (Staatscourant 2009, nr. 15358).
16
Ten eerste is hier van belang dat afnemers zich realiseren dat vertalers schriftelijk werk leveren en dat tolken optreden in de mondelinge communicatie. Dit betreft twee zeer verschillende vaardigheden. Bij het formuleren van een opdracht is het dus van belang te bepalen of een tolk dan wel een vertaler ingezet moet worden. De in het Rbtv ingeschreven tolken en vertalers voldoen aan algemene eisen ten aanzien van opleiding en ervaring. Zij zijn echter niet noodzakelijkerwijs specifiek geschoold voor het werken in bepaalde deskundigheids- of rechtsgebieden. Afnemers uit het justitiële veld, die de plicht hebben tolken en vertalers uit het Rbtv in te zetten, zullen moeten nagaan of de betrokken tolk/vertaler ook deskundig is in het tolken of vertalen in de betreffende juridische procedures. Uiteraard ligt er ook verantwoordelijkheid bij de betrokken tolk/vertaler: deze zal geen opdracht mogen aanvaarden die buiten zijn of haar competenties valt. De commissie beveelt het Bureau Wbtv aan om in het Rbtv ten behoeve van afnemers duidelijk aan te geven welke tolken en vertalers een specifieke opleiding hebben gevolgd en ervaring hebben opgedaan op juridisch of ander gebied. De commissie heeft klachten ontvangen over gedrag dat niet klachtwaardig is. Zo behoort het tot de best practices van vertalers om een vertaling kort in te zien alvorens te besluiten een opdracht te aanvaarden. Alleen zo kan een goede inschatting worden gemaakt van de benodigde tijd en competenties op basis waarvan kan worden besloten de opdracht al dan niet te aanvaarden. Ook is het een goede gewoonte van vertalers om een vertaling onder bepaalde omstandigheden te laten reviseren door een collega. De geheimhoudingsplicht van de vertaler is evenzeer van toepassing op de revisor. De opdrachtgever is niet altijd op de hoogte van het feit dat de vertaler kosten maakt ten behoeve van een dergelijke revisie. Het staat tolken en vertalers vrij hun eigen tarief te bepalen en daarover te onderhandelen met een opdrachtgever. Ook daarover lijkt onduidelijkheid bij opdrachtgevers te bestaan. Voor tolken geldt dat zij verantwoordelijk zijn voor het leveren van een goede vertolking, maar niet voor de verslaglegging van de gesprekken waarin zij hebben getolkt (bijvoorbeeld het rapport van een IND-gehoor of een proces–verbaal van de politie). Daarnaast is hun talenkennis van 17
belang, maar niet of zij native speaker zijn dan wel afkomstig zijn uit het betreffende taalgebied. Alhoewel niet alle hier genoemde aspecten beschreven worden in de Gedragscode voor tolken en vertalers in het kader van de Wbtv, beveelt de commissie afnemers aan zich goed op de hoogte te stellen van de inhoud hiervan. 5.4 Afwezigheid van partijen tijdens hoorzittingen van de commissie
In dit jaarverslag wil de commissie aandacht besteden aan de ervaringen die zij in het eerste jaar van haar bestaan heeft opgedaan en in het bijzonder aan aspecten van de klachtprocedure die voor verbetering vatbaar zijn. Één van die aspecten is de afwezigheid van (één of meer) partijen tijdens hoorzittingen van de commissie. De commissie heeft ondervonden dat die afwezigheid de uitoefening van haar werkzaamheden bemoeilijkt. Partijen kunnen bij afwezigheid niet door de commissie worden bevraagd over de klachtonderdelen. De commissie probeert deze belemmering zoveel mogelijk te ondervangen door voorafgaand aan de hoorzitting schriftelijke vragen te stellen aan partijen. Daarnaast wordt het belang van de aanwezigheid van partijen bij de hoorzitting in de communicatie met partijen voorafgaand aan de hoorzitting benadrukt. De data voor de hoorzittingen komen zoveel mogelijk in overleg met partijen tot stand. Soms heeft dat tot gevolg dat klachten - wegens het verblijf van de beklaagde tolk of vertaler in het buitenland - niet voortvarend kunnen worden behandeld. Zowel de klager als de beklaagde worden schriftelijk en telefonisch uitdrukkelijk door de commissie uitgenodigd op de hoorzitting te verschijnen. De commissie heeft in het afgelopen jaar desondanks geconstateerd dat slechts in één zaak zowel de klager als de beklaagde ter hoorzitting zijn verschenen. In de andere zaken verscheen slechts één van beide partijen, een gemachtigde van een partij of in het geheel geen partij. Bij het niet verschijnen, is de commissie genoodzaakt zich een oordeel te vormen op basis van de haar voorgelegde stukken, hetgeen bij zaken van meer complexe aard onbevredigend is. De beslissingen van de commissie kunnen verstrekkende gevolgen hebben voor de tolk of vertaler, over wie is geklaagd. In het uiterste geval kunnen deze leiden tot doorhaling van de inschrijving van betrokkene in het Rbtv. Een en ander is voor de commissie reden om de wenselijkheid van de aanwezigheid ter hoorzitting van partijen - en met name ook die van de beklaagde - nogmaals te benadrukken. De commissie zal ook in 2010 stimuleren dat partijen zoveel 18
mogelijk aanwezig zijn bij de behandeling van de klacht. 5.5 Geen tolk-/vertaaltoetsen beschikbaar Onder omstandigheden kan de commissie adviseren om een tolk of vertaler te onderwerpen aan een tolk- of vertaaltoets. Taaloverstijgende toetsen voor tolken en vertalers bieden namelijk niet in alle gevallen een uitkomst. Tot op heden heeft de commissie het in één geval nodig geacht om een tolktoets te adviseren. Het betrof een niet in het register ingeschreven tolk Koerdisch (Sorani). Op grond van de beschikbare informatie was door de commissie niet objectief vast te stellen of de tolk deze taal ten behoeve van de uitoefening van zijn werkzaamheden in voldoende mate beheerst, maar er waren voldoende aanwijzingen om hieraan te twijfelen. Een tolktoets Koerdisch (Sorani) was en is echter niet beschikbaar en dit geldt voor meer talen. De commissie ervaart het gebrek aan tolk- en vertaaltoetsen als een gemis, maar realiseert zich dat het niet mogelijk is om op korte termijn in alle taalgebieden toetsen voorhanden te hebben. 5.6 Geluidsopnamen van de IND-gehoren De commissie heeft inmiddels meerdere klachten over tolken ontvangen en behandeld die betrekking hebben op IND-gehoren. Bij de behandeling van deze klachten stuit de commissie telkens op obstakels om de klachten naar behoren af te doen. Er is in de regel sprake van tegenstrijdige verklaringen, die van de klager en die van de beklaagde. De aannemelijkheid van die verklaringen kan door de commissie in veel gevallen op geen enkele wijze worden getoetst. De commissie vreest dat zij daardoor in de toekomst bij herhaling zal worden belemmerd in haar integriteits- en kwaliteitsbevorderende taak. Zij ziet hiervoor echter een oplossing: geluidsopnamen van de IND-gehoren. Het kwaliteitsbevorderende doel van de Wbtv kan naar het oordeel van de commissie niet uitsluitend worden behaald door het instellen van een register (het Rbtv), een kwaliteitscommissie en een regeling voor klachtbehandeling. Met name ten aanzien van tolken en vertalers in exotische talen zijn onvoldoende mogelijkheden beschikbaar om de kwaliteit daarvan vooraf te toetsen. De IND is genoodzaakt om desondanks deze tolken in te zetten. De kwaliteit van deze tolken is in het kader van een klachtprocedure door de commissie achteraf toetsbaar, mits de commissie over voldoende instrumenten beschikt om die controle te kunnen uitvoeren. 19
Op dit moment is het instrumentarium echter ontoereikend. De commissie zal de IND in 2010 vragen een eerder ingenomen standpunt, om geen bandopnamen van IND-gehoren te maken, te heroverwegen. Dergelijke bandopnamen stellen de commissie in staat klachten naar behoren af te doen en daarmee wordt de kwaliteit van het Register beëdigde tolken en vertalers – beter dan nu het geval is – gewaarborgd. De commissie merkt op dat bandopnamen van de IND-gehoren niet uitsluitend een controlefunctie vervullen, maar ook – zoals uit een experiment in 1998-1999 is gebleken8– een kwaliteitsverhogend (preventief) effect zullen hebben op het (rapport van het) IND-gehoor. Door opnamen te maken van de IND-gehoren zullen bovendien al te lichtvaardige klachten over de bij dat gehoor aanwezige tolk en contactambtenaar kunnen worden voorkomen. De bandopnamen bieden de contactambtenaar ten slotte ondersteuning bij het opmaken van het rapport van het gehoor. Van de contactambtenaar zou kunnen worden verlangd dat deze bandopnamen - die dan primair dienen als hulpmiddel bij het uitwerken van het rapport - in combinatie met het rapport van gehoor worden gearchiveerd. Het is in dat geval niet noodzakelijk om een ingewikkeld en kostbaar systeem in te voeren voor het maken, bewaren en voor raadpleging beschikbaar stellen van bandopnamen. 5.7 Bezoek van commissieleden aan de IND Van de elf klachten die in 2009 bij de commissie zijn binnengekomen hebben zes klachten betrekking op een IND-gehoor. Bij de commissieleden is weinig kennis van de zeer specifieke omstandigheden van het tolken bij een (nader) gehoor in het kader van een asielprocedure. De commissie acht dergelijke kennis wenselijk teneinde te kunnen beoordelen welke eisen ten aanzien van tolken in het kader van IND-gehoren dienen te worden gesteld. Vanuit de behoefte om zoveel mogelijk kennis op te doen van de (werk)omstandigheden waarin tolken hun werkzaamheden voor de IND dienen te verrichten, zijn eind 2009 afspraken met de IND gemaakt om de commissieleden in staat te stellen een keer een nader gehoor bij de IND bij te wonen. Om de gehoren zo min mogelijk te verstoren worden de leden allemaal afzonderlijk van elkaar voor een gehoor uitgenodigd,
8 Kamerstukken II 2000-2001, 26 732, nr. 95. Zie ook de berichten in Trouw, ‘Band loopt mee bij gesprek over asiel’, 11 juni 1998 en ‘Justitie ziet af van opname asielgehoren’, 29 juni 2006 en in de Volkskrant, ‘Immigratiedienst te makkelijk met tolken’, 16 maart 1999.
20
waarna zij door de IND in de gelegenheid zijn gesteld het gehoor daarna met de tolkencoördinator van de IND te bespreken. Bij het verschijnen van dit jaarverslag heeft een aantal leden inmiddels een IND-gehoor bijgewoond. De leerzame ervaring die deze leden hebben opgedaan, heeft ook de overige leden gestimuleerd om een IND-gehoor bij te wonen. De commissie hoopt de bezoeken aan de IND in 2010 te kunnen voortzetten en wenst ook daarna zo veel mogelijk in dialoog te blijven met de tolkencoördinatoren van de IND. 5.8 Ondertekening van het verslag van het IND-gehoor Leden van de commissie hebben gedurende het eerste jaar van het bestaan van de commissie bezien hoe het tolken en vertalen in opdracht van politie en justitie in de praktijk plaatsvindt. Er zijn in dat kader – zoals onder 5.7 is aangegeven – onder meer werkbezoeken afgelegd aan de IND. Het is daarbij opgevallen dat de hoormedewerker van de IND gedurende het gehoor de vragen die hij stelt alsmede de antwoorden die daarop werden gegeven en die door de tolk werden vertolkt in een verslag worden vastgelegd zonder dat op dat moment vraagtekens worden gezet bij tegenstrijdigheden in de antwoorden. Soms was een antwoord bevreemdend, soms tegenstrijdig en teleurstellend, maar veelal ook onzinnig. Daarop wordt tijdens het gehoor nauwelijks doorgevraagd. Aan het einde van het gehoor sluit de hoormedewerker dit zonder meer af. Door de onbegrijpelijke antwoorden in de verslaglegging van het gehoor op te nemen, krijgt de asielzoeker in een latere fase van de procedure volop de gelegenheid om te beweren dat er niet getrouwelijk is getolkt. De commissie geeft de IND daarom in overweging om het relaas aansluitend aan het gehoor à vue te laten vertolken en het rapport van het gehoor daarna – eventueel nadat verlangde wijzigingen en aanvullingen zijn ingevoegd – door de gehoorde en de tolk (mede) te laten ondertekenen. Het is mogelijk dat de gehoorde het verslag weigert te ondertekenen en daar kan dan in de voet van het relaas melding van worden gemaakt onder opgave van redenen. Ook als de tolk bezwaren heeft tegen de bewoordingen van de hoormedewerker, die in het relaas zijn opgenomen, kan deze ondertekening weigeren. Op deze wijze kunnen in ieder geval allerlei oprechte misverstanden snel en effectief uit de weg worden geruimd. Voorts staat vast, dat het relaas getrouwelijk weergeeft wat door 21
de gehoorde is verklaard. Een dergelijke werkwijze stelt de commissie in staat klachten over gedragingen van de tolk gedurende of met betrekking tot IND-gehoren effectiever te behandelen. Bovendien zal een dergelijke werkwijze minder aanleiding geven om nadien nog correcties te verlangen. 5.9 De Wbtv en de tarieven voor tolken en vertalers De commissie wil haar bezorgdheid uitspreken over de lage tarieven voor registertolken en –vertalers en de negatieve gevolgen van overheidsaanbestedingen voor de sector tolk- en vertaaldiensten. Door een aantal recente aanbestedingen worden zelfstandige tolken en vertalers welhaast gedwongen tegen zeer ongunstige voorwaarden via een bureau te werken en staan de tarieven en daarmee de kwaliteit sterk onder druk. De geboden tarieven voor deze opdrachten liggen onder de - toch al lage - wettelijk vastgestelde overheidstarieven voor tolk- en vertaaldiensten, de Btis-tarieven.9 De commissie wijst erop dat de Wet beëdigde tolken en vertalers in het leven is geroepen om de kwaliteit van het Rbtv te waarborgen en dat deze doelstelling wordt ondergraven doordat de registertolken en –vertalers te weinig betaald krijgen om kwalitatief goed werk te kunnen leveren. Verder bleek uit een van de klachten die door de commissie is ontvangen dat er onduidelijkheid bestaat bij zowel vertaler als opdrachtgever over de van toepassing zijnde tarieven (die van het Besluit tarieven in strafzaken 2003 of de eigen tarieven).
9 Besluit van 16 augustus 2003, houdende vaststelling van tarieven voor vergoedingen als bedoeld in de artikelen 3, 4, 6, 7, 17 en 18 van de Wet tarieven in strafzaken (Besluit tarieven in strafzaken 2003)
22
6. Contactgegevens Klachtencommissie Wbtv Postadres: Klachtencommissie Wbtv, Bureau Wbtv, Postbus 70503 5201 CD ’s-Hertogenbosch Telefoonnummer: (0900) 202 66 24 Website: Informatie over de Klachtencommissie Wbtv alsmede geanonimiseerde afschriften van haar adviezen zijn te raadplegen op de website van het Bureau Wbtv onder de rubriek “Klachten”. www.bureaubtv.nl
23
24