2012
Jaarverslag
JMW is partner in
Het jaarverslag van JMW wordt geschreven en samengesteld door bestuurssecretaris André Agsteribbe. Vooruitlopend op zijn afscheid vormt dit jaarverslag zijn laatste in een reeks van 32 verslagen die sinds 1981 het daglicht zag en waarvan die over het jaar 1994 de hoofdprijs kreeg als het beste jaarverslag in Nederland op maatschappelijk terrein. De instelling is hem buitengewoon erkentelijk voor zijn uithoudingsvermogen en creativiteit waarmee hij het verslag in al die jaren vorm gaf.
De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam Telefoon 020-577 65 77 Telefax 020-577 65 00
[email protected] www.joodswelzijn.nl Vormgeving Dickhoff Design - Camiel Claus Tekening pagina 10 door Co Walinga
Druk Drukkerij Hega
Fotografie Wybe Koopmans tenzij anders vermeld
2
2012
Jaarverslag
5
Profiel van de doelgroep
7
Profiel van JMW
8
In de overgang
10
Instellingszaken
12
Hulpverlening
18
Zorg & Preventie
24
Thuiszorg
28
Klachten
30
Cliënten- en deelnemersraad
33
Gemeenschapsraad
34
Raad van Toezicht, bestuur, medewerkers en kantoren
36
Financieel verslag
Subsidiegevers of andere derden aan wie JMW een meer gespecificeerde verantwoording is verschuldigd, ontvangen naast dit verslag een afzonderlijke verantwoording.
3
4
PROF I EL VAN DE D OE L G R OE P In 2010 werd het nieuwe, geactualiseerde sociaaldemografisch onderzoek naar de Joden in Nederland gepubliceerd. Het leverde opmerkelijke resultaten op, die richtinggevend zijn voor ons beleid in de komende jaren. Voor het eerst kon een nauwkeurige berekening van het aantal Joden in Nederland worden gemaakt. Deze herberekening, waarbij factoren in aanmerking werden genomen die voorheen werden veronachtzaamd, leidt ertoe dat we kunnen spreken van een 52.600 zielen tellende Joodse gemeenschap. Tezamen met hun bijna 10.000 niet-Joodse partners bestaat de doelgroep van JMW derhalve uit meer dan 62.000 personen. Andere opzienbarende uitkomsten van het onderzoek: • ongeveer 10.000 van de 52.600 Joden hebben een Israëlische achtergrond, • de Nederlands-Joodse bevolking is vergrijsd en kent een zeer groot percentage baby-boomers, • men begint op een relatief hoge leeftijd aan een vaste relatie, • er sprake is van een hoog percentage echtscheidingen, • men krijgt laat en weinig kinderen, • in het algemeen en in het bijzonder voor degenen die geboren werden tussen 1925 en 1945 geldt dat zij op een eenzaamheidsschaal hoog scoren (zich eenzaam voelen) vergeleken met de scores die voor heel Nederland zijn gevonden, • circa de helft van alle Joden in ons land ervaart nog direct of indirect problemen door de oorlog en is met antisemitisme geconfronteerd geweest. Ook nieuw in het onderzoek was, dat er geprobeerd is trends in de Joodse binding vast te stellen. Joodse binding kent meerdere aspecten: cultuur, het sociale, Israël, religie en traditie, antisemitisme, de Tweede Wereldoorlog. Op sommige bindingsterreinen, bijvoorbeeld Israël en de oorlog, is er bij jongeren sprake van een verminderende binding; op andere terreinen, bijvoorbeeld de sociale component en antisemitisme, bleef de binding sterk. Per saldo is er een licht dalende trend. Vooral mensen met twee Joodse ouders en een Joodse partner hebben een sterke Joodse binding. Slechts 45% van de Joden in Nederland heeft twee Joodse ouders en meer dan 60% heeft een niet-Joodse partner. Overigens blijkt niet minder dan 30% van de niet-Joodse partners de Joodse betrokkenheid van hun Joodse partner te stimuleren en ziet 76% vader-Joden als Jood, mits zij zichzelf ook Joods voelen. Hoe veelvormig de Joodse groep er ook uitziet, 90% van de Joden in Nederland heeft een zekere Joodse binding en bij 60% is die binding op zijn minst ‘tamelijk sterk’ te noemen. Als we echter kijken naar de Joodse organisatiegraad, dan blijkt slechts 16% lid te zijn van een Joods kerkgenootschap. Kortom: de verschillende terreinen van Joodse binding zijn in beweging en geven aanleiding om om te zien naar andere uitingsmogelijkheden die inspelen op de binding die Joden met hun Joodse identiteit hebben. De vereniging ‘Joodse Naoorlogse Generatie’ (JONAG), het Joods educatief centrum ‘Crescas’, de Joodse Omroep, het Nieuw Israëlietisch Weekblad (NIW), het Joods Historisch Museum en Maccabi Nederland hebben daarom in 2010 het initiatief genomen tot de oprichting van een landelijk Joods Netwerk, Jonet. Jonet (www.jonet.nl) is een landelijk Joods netwerk dat een bindmiddel beoogt te zijn voor alle Joden in ons land waar zij uitdrukking kunnen geven aan hun verbondenheid met hun Joodse identiteit, ongeacht de inhoud ervan.
5
6
PROF I EL VAN JM W De stichting Joods Maatschappelijk Werk werd op 28 november 1946 opgericht om ‘de gehele sociale zorg aan de Joden in Nederland te coördineren, te bevorderen en uit te oefenen’. Deze aan JMW’s oprichtingsakte ontleende doelstelling bepaalt ook nu nog het karakter van de instelling, in ten minste drie opzichten: • het werkgebied van JMW omvat heel Nederland; • de doelgroep beperkt zich tot de Joodse gemeenschap (uitzonderingen daargelaten); • het werkveld (de sociale zorg) is uitzonderlijk breed en omvat een groot aantal werksoorten en voorzieningen. Sinds JMW daadwerkelijk met de ‘sociale zorg’ begon, in september 1948, hebben de effecten van de Tweede Wereldoorlog zich doen gelden. Veel hulpvragen waarmee de doelgroep zich wendt tot JMW worden in meer of mindere mate bepaald of gekleurd door de oorlog, hetgeen ook tot uiting komt in het grote beroep dat de doelgroep jaarlijks op de instelling doet. Het aanbod van JMW is verdeeld over drie sectoren: • hulpverlening: algemeen maatschappelijk werk, groepswerk, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 – 1945 en andere oorlogsgerelateerde (binnen- en buitenlandse) voorzieningen, jeugdzorg, en vluchtelingen- en migrantenwerk; • zorg & preventie: ouderenwerk, vrijwilligerswerk en Joodse activiteiten; • thuiszorg: gezinsverzorging en wijkverpleging. JMW’s dienstverlening is gebaseerd op het door de instelling ontwikkelde Model voor Integrale Hulpverlening dat erop gericht is om een zo licht mogelijke vorm van hulpverlening aan te bieden. In dat kader worden de cliënten van de sector ‘Zorg & Preventie’ aangeduid als ‘deelnemers’. Zij kunnen een beroep doen op (meestal) groepsgebonden activiteiten gericht op identiteitsversterking en ter voorkoming van vereenzaming en isolement. JMW’s doelgroep is ruimer dan volgens de religieuze criteria, terwijl ook aan niet-Joodse leden van een huishouden hulp kan worden verleend. In het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 –1945 is JMW verplicht hulp te bieden aan niet-Joodse slachtoffers van vervolging. Uit hoofde van de AWBZ en de WMO verleent de thuiszorg zorg aan cliënten die niet tot JMW’s doelgroep behoren. Het beleid van JMW is erop gericht ook de ongebonden (niet bij een joods kerkgenootschap aangesloten) Joden te bereiken. Zij vormen de meerderheid van de huidige Joodse gemeenschap. Het hoofdkantoor van JMW is in Amsterdam, de overige vestigingen zijn in Arnhem, Eindhoven, Groningen, Den Haag, Enschede en Rotterdam. JMW wordt gesubsidieerd door de Rijksoverheid en de drie grootste steden. Bovendien wordt in de financiering voorzien door particuliere Joodse fondsen, incidentele particuliere bijdragen en de Amerikaans-Joodse organisatie ‘Conference on Jewish Material Claims against Germany, kortweg de Claims Conference. JMW kent zes statutaire organen: een Bestuur, een Raad van Toezicht, een Cliënten- en deelnemersraad, een Klachtencommissie, een Ondernemingsraad en een Gemeenschapsraad. Daarnaast kent de instelling een Vrijwilligersraad, die de specifieke belangen behartigt van de vrijwilligers. JMW participeert in het landelijk Joods netwerk Jonet (www.jonet.nl) en het Joods Zorgcircuit.
7
R uu rd Ho og ca rs pe l, pe rs onee ls ad vi se ur, in dien st si nd s 2011
Jacq ue line de Bo er se cre ta res se va n De Be njami n in die ns t sin ds 2010
IN DE O V ER GANG Ook een organisatie kan in de overgang zitten. JMW zit op dit moment in de overgang. In de laatste paar jaren, in het verslagjaar en vooral in 2013 en 2014 gaat een generatie van medewerkers van JMW die kort na de oorlog werd geboren met pensioen. Zonder uitzondering zijn het mensen die JMW lang, vaak zeer lang hebben gediend. Ook de elders in dit verslag genoemde Koninklijke onderscheiding aan onze algemeen directeur heeft daarmee te maken: vier van die oudgedienden, aan wie hij rechtstreeks leiding gaf, vroegen voor hem de onderscheiding aan, als een vorm van erkenning voor de bijzondere wijze waarop hij leiding gaf. Een nieuwe generatie treedt aan! De derde generatie. Na de oorlog was het de eerste generatie van vervolgingsslachtoffers, degenen die de oorlog zelf hadden meegemaakt, die de hulp aan onze doelgroep ter hand nam: een generatie van overlevenden bood in de jaren na 1948, toen JMW van start ging, hulp aan lotgenoten, aan medeoverlevenden. Terugkijkend kan worden vastgesteld dat het in ons land toen ging om de eerste manifestatie van wat wij nu ‘zelfhulp’ noemen. De eerste generatie werd in de jaren ‘80 opgevolgd door de medewerkers uit de tweede generatie, de naoorlogse generatie. De eerste generatie werkte de tweede in met een ongelooflijke betrokkenheid bij de doelgroep, met de toenmalige nieuwe inzichten waarmee het algemeen maatschappelijk werk als discipline was verrijkt, met de nieuwste inzichten over de behandeling van trauma’s en ook met zorg over de continuïteit van de dienstverlening van JMW. ‘Zou het niet minder worden?’ Zou de generatie die ‘het’ niet zelf had meegemaakt de unieke hulpverlening van JMW wel kunnen voortzetten?
8
N ie u we s me de we r k e r
R ie t ve ld , M ich e lle li t y h o o fd Faci e n t in M a n agem s 2010 d die n s t si n
De zorgen van toen bleken niet gerechtvaardigd: moeiteloos werd JMW’s hulpverlening voortgezet en uitgebreid. Het opleidingstraject en de socialisering van nieuwe medewerkers bij JMW, inmiddels geprofessionaliseerd in wat wij nu ‘personeelsbeleid’ noemen, staan er borg voor dat ook de huidige overgang, waarbij het roer wordt overgenomen door de derde generatie medewerkers, vlekkeloos zal verlopen. In de afgelopen jaren hebben deze ‘jongeren’, geleidelijk aan en geruisloos, hun entree gemaakt op onze werkvloer en staan ze klaar om de continuïteit van de organisatie veilig te stellen. In dit jaarverslag treft u hun portretten aan. JMW prijst zich buitengewoon gelukkig deze nieuwe, bevlogen medewerkers te hebben kunnen werven in de afgelopen jaren. Nog een aantal jaren tezamen met de medewerkers uit de tweede generatie zullen zij in de toekomst inspelen op de behoeften van de doelgroep zoals dat nu en in het verleden het geval was, uiteraard onder weer heel nieuwe omstandigheden. Een andere welzijnswereld waarin de prioriteiten verschuiven, een andere beleving van de Joodse identiteit door onze doelgroep en een inzet van nieuwe middelen, waarvan de huidige sociale media misschien slechts een voorproefje zijn.
M a lis sa De k k erv a n Doo rn, medewer k er Pe rs onee lsz a k en, in di en st si n ds 2009
9
HERMA KOK
INSTEL L I NGSZAK E N In het kort Dit hoofdstuk behandelt de voornaamste zaken die de instelling als zodanig aangaan en de drie afzonderlijke sectoren (Hulpverlening, Zorg & Preventie en Thuiszorg) overstijgen. Op de eerste plaats betreft dit het ‘bereik’ van de instelling: in 2012 deden in totaal 3.150 personen een beroep op JMW. Op een doelgroep van ruim 60.000 zielen is dat nog altijd een opmerkelijk hoog aantal dat zich zonder de effecten van de Sjoa, zowel op de eerste als de naoorlogse generatie, moeilijk laat verklaren. Tot de instellingszaken behoort uiteraard de continuïteit van de organisatie. Ondanks het uitvallen in de zomer van onze algemeen directeur en bestuurder Hans Vuijsje is de continuïteit niet in gevaar geweest. Grote lof komt sectormanager Herma Kok toe, die niet alleen hem gedurende een half jaar verving, maar ook het derde managementteamlid, sectormanager ‘financiën en automatisering’ Ruud Mosch, in het derde kwartaal moest vervangen. De heer Mosch overleed in maart 2013. Elders in dit jaarverslag wordt hij herdacht. Tot lid van de Raad van Toezicht werd benoemd dr. M.K. (Maarten) van der Heijden. De heer Van der Heijden begon zijn loopbaan als musicus, werd daarna psycholoog en is thans beeldend kunstenaar. Met zijn benoeming is de laatste vacature in de Raad van Toezicht, die ontstond na het vertrek in 2010 en 2011 van vier raadsleden, vervuld en is ook hier de continuïteit gewaarborgd. In het verslagjaar werd ter gelegenheid van het afscheid van de afgetreden voorzitter en vicevoorzitter, resp. drs H.J. (Harry) van den Bergh en drs. E.T. (Theo) van Praag, een symposium georganiseerd voor de besturen van organisaties in Joods Nederland over de toekomst van onze gemeenschap. De inleiding van publicist en socioloog Herman Vuijsje en van de historicus Bert Wallet inspireerden tot een belangwekkende discussie. Op 1 februari 2013 hervatte Hans Vuijsje zijn werk. De van het bureau EFK ingehuurde Peter Buitenhuis voorzag in het hiaat dat ontstond met het overlijden van Ruud Mosch. Margriet Kraakman, als leidinggevende, en Christa Makker, beiden ook van EFK, namen vooralsnog de taken over van het hoofd van onze financiële afdeling Ton Meijer, die met pensioen ging. Elders in dit jaarverslag wordt terug gekeken op zijn verdiensten voor JMW.
10
Om te voldoen aan de criteria die ook elders in de maatschappelijke dienstverlening recent ingang hebben gevonden is JMW in de loop van het jaar overgegaan op een ander cliëntregistratie-systeem, ‘Central Station’. De implementatie van het nieuwe systeem bracht een splitsing van de oude registratie-afdeling met zich mee waarover de OR advies uitbracht en eiste van alle maatschappelijk werkers een grote aanpassing aan de nieuwe werkwijze. De output van het nieuwe systeem kan na dit eerste jaar, waarin nog gedeeltelijk werd gewerkt volgens het oude systeem en waarin de
DE MEDEWERKERS ZINGEN HANS TOE TIJDENS HET FEEST T.G.V. DE KONINKLIJKE ONDERSCHEIDING HET ECHTPAAR VUIJSJE
Hans
de Ridder van
maatschappelijk werkers nog moesten worden ‘ingewerkt’, nog niet geheel op zijn mérites worden beoordeeld. De aansluiting op de oude wijze van telling door een andere vastlegging en indeling is dit jaar nog onderhevig aan onvolkomenheden; wel stemt de vergelijkbaarheid met wat elders in de sector wordt geregistreerd en geteld inmiddels tot tevredenheid. Het cultureel-clubwerk voor ouderen dat 21 jaar was gevestigd in het verzorgingshuis Beth Shalom hield daar op 15 mei haar laatste bijeenkomst. De subsidiegevers en alle andere betrokkenen werden ingelicht over het mislukken van het Joods Pluspunt (een samenwerkingsverband tussen Beth Shalom en JMW) dat was bedoeld om het Joodse extramurale ouderenwerk een doorstart te bieden. In 2011 werden de stichtingen Pelita, ’40-’45 en JMW in kennis gesteld van het feit dat de individuele (afgesloten) Wuv-dossiers openbaar dreigden te worden gemaakt krachtens de Archiefwet. Na overleg met het ministerie van VWS en de SVB en na het in 2012 plaatsgehad hebbende overleg met alle belangenbehartigende organisaties voor Joodse vervolgingsslachtoffers heeft JMW besloten accoord te gaan met de oplossing, waarbij de komende tien jaar van dit voornemen tot openbaar making van de betreffende (afgesloten) dossiers van overledenen wordt afgezien. In de tussentijd kunnen alle betrokkenen zich beraden op een oplossing. Eind oktober beschikte de gemeente Amsterdam positief op de ingediende subsidieaanvragen 2013: toegekend werd de subsidie voor het maatschappelijk werk, het sociaal-cultureel clubwerk en de mantelzorgondersteuning in de thuiszorg. Het laatste hoofdstuk in dit verslag bevat het (verkort) financieel verslag van de gehele werkorganisatie. Overigens is JMW ook dit jaar voor de onmisbare financiële ondersteuning die het van externe Joodse fondsen kreeg grote erkentelijkheid verschuldigd. De stichting ‘Maror’ maakt het Vrijwilligerswerk en Opbouwwerk mogelijk, de bijdrage van de Amerikaans-Joodse ‘Claims Conference’ is voor onze Thuiszorg van essentieel belang. Wat betreft ‘Jonet’ moet hier de bijdrage, voor de komende drie jaar, van € 50.000,– door het Levi Lassenfonds worden genoemd. Dit Landelijk Joods Netwerk, een samenwerkingsverband binnen Joods Nederland waartoe JMW het initiatief nam, heeft grote stappen voorwaarts gezet in het verslagjaar: de statuten werden getekend, de website ging de lucht in, een webredacteur werd aangesteld èn de European Council of Jewish Communities heeft zijn steun aan dit project toegezegd. Daarnaast werden mogelijkheden tot samenwerking met het Joods filmfestival, het Joods muziekfestival en het Joods theaterfestival verkend om te komen tot de organisatie van een Joodse uitmarkt-achtige activiteit, vooralsnog onder de werknaam ‘OY’. 11
Op 26 april 2013 werd onze algemeen directeur/bestuurder Hans Vuijsje benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau voor de wijze waarop hij sinds 1997 zijn functie van algemeen directeur vervult en voor de belangrijke rol die hij speelt in Joods Nederland. Onder grote belangstelling van binnen en buiten de Joodse gemeenschap werd hem op een receptie in het stadhuis van Amsterdam grote eer bewezen.
se , Jo r ie n Tam ath o o fd m a jk we r k in li e p p a sch d s 2008 die n s t si n
HULP V ER L ENI NG In het kort De sector hulpverlening omvat het algemeen maatschappelijk werk, jeugdzorg en mediation en de overige hulpverlening aan vervolgingsslachtoffers, vluchtelingen, migranten en aan gedetineerden. In totaal werden 1.911 cliënten geholpen, met wie 11.663 langdurige contacten werden onderhouden door de maatschappelijk werkers binnen de sector. Daarnaast waren er 2.955 korte (zg. MAI en incidentele) contacten. Ten opzichte van 2011 steeg het aantal cliënten; het aantal contacten daalde echter ten opzicht van voorgaande jaren. Gelet op de (in het hoofdstuk Instellingszaken beschreven) overgang naar een nieuw cliëntregistratiesysteem moet de stijging van het aantal cliënten en de daling van het aantal contacten ten opzichte van 2011 mede toegeschreven worden aan de nieuwe wijze van tellen, indeling en vastlegging. Het maatschappelijk werk Niet alleen houdt de stijging van het aantal cliënten in de sector hulpverlening verband met de overgang naar een nieuw registratiesysteem, maar zeker ook met aanvragen voor het Duitse gettofonds en gettopensioen waarvoor ook Nederlandse slachtoffers van de Sjoa in aanmerking kunnen komen. Ook de onduidelijkheid omtrent de criteria van beide heeft velen doen besluiten zich tot JMW te wenden. Deze onduidelijkheid, die verergerd werd door vaak tegenstrijdige informatie vanuit de uitvoeringsinstanties in Duitsland, heeft JMW begin december bewogen zich tot de autoriteiten in Duitsland te wenden met het verzoek om nadere informatie en om een contactpersoon voor elk van deze fondsen voor JMW. Aan dit verzoek is wat betreft het gettopensioen door het ministerie voor sociale zaken en arbeid in Berlijn met grote voortvarendheid (binnen 14 dagen!) gevolg gegeven. Wat betreft het gettofonds, dat rechthebbenden eenmalig € 2.000,– uitkeert, bleef een reactie van de kant van het ministerie van financiën echter uit tot juni 2013. Om de grote stroom van belangstellenden voor het gettofonds en –pensioen adekwaat te kunnen helpen werd met succes een beroep gedaan op oud-medewerkers.
12
De meeste hulpvragen die het maatschappelijk werk in het verslagjaar bereikten betroffen, evenals in voorgaande jaren, psychosociale problematiek, identiteitsproblematiek, relatieproblemen en materiële hulpvragen zoals financiële problemen ten gevolge van schulden en daling van inkomen. Aan cliënten met een laag inkomen bood JMW, zoals gebruikelijk, ook dit verslagjaar financiële ondersteuning. Het aantal cliënten dat succesvol een beroep op deze (Joodse en niet-Joodse)
t k r u ije r, Da n iël H o u pp e li jk m a ats ch a die n s t we r k e r in 0 si n d s 201
fondsen kon doen daalde iets ten opzichte van voorgaande jaren. In 2012 ontvingen 70 cliënten financiële ondersteuning tegen 89 vorig jaar. De instroom van cliënten met een Israëlische achtergrond of nationaliteit vond voor een belangrijk deel plaats via de Kaf Patoeach (de Open Lijn) voor Ivriet- sprekenden. In het project “Levensverhalen in Beeld”, waarin aan cliënten uit de eerste-, inoorlogse- en naoorlogse generatie de mogelijkheid wordt geboden het eigen levensverhaal op dvd vast te leggen, kwamen in dit verslagjaar drie aanmeldingen binnen en werd er één volledige opnamesessie gerealiseerd. Ook in 2012 werden verzoeken om inzage in het Jokosdossier ingediend. In een Jokosdossier zijn de gegevens vastgelegd, die na de oorlog werden gebruikt bij het indienen van een schadeclaim voor onder meer verloren gegane inboedels. In 2012 werden door 119 personen in totaal 172 dossiers voor inzage opgevraagd bij het Stadsarchief Amsterdam. Voor de emailhulpverlening kwamen via de website van JMW geen aanvragen binnen. Via de website werden op het emailadres ‘
[email protected]’ 283 vragen aan het maatschappelijk werk gesteld. Naar aanleiding van de publiciteit over het misbruik van minderjarigen binnen de Rooms Katholieke Kerk hebben JMW en het Sinai Centrum besloten om een project te starten waarbij ‘outreachend’ hulpverlening wordt aangeboden aan misbruikte Joodse minderjarigen. Daartoe heeft JMW een beroep gedaan op ‘Movisie’. Van deze op dit terrein gespecialiseerde organisatie had JMW veel profijt bij de opzet van het project. Kwaliteit Het kwaliteitssysteem van de sector hulpverlening werd in 2012 twee maal extern getoetst door “Det Norske Veritas” (DNV) De toetsing in april 2012 had als resultaat dat aan de ‘categorie 1 tekortkoming’ uit de toetsing 2011, in verband met de overgang naar het nieuwe certificatieschema 2009, werd voldaan en dat JMW hulpverlening daarmee het HKZ certificaat 2009 verkreeg. In november 2012 vond de jaarlijkse reguliere externe toetsing plaats, waar de sector met zeer goede resultaten door heen kwam. Slechts één ‘categorie 2 tekortkoming’ op het onderwerp risicoinventarisatie op cliëntniveau werd vastgesteld.
13
In 2012 werd één beoordeling van het kwaliteitsmanagementsysteem door de directie gehouden op basis van de uitkomsten van de interne audits, de managementrapportages over de voortgang van de hulpverlening, de analyse van het cliënttevredenheidsonderzoek en de ingediende klachten. In het verslagjaar werden tevens twee interne audits gehouden. In het verslagjaar werd evenals in voorgaande jaren de cliënten om een oordeel gevraagd over de geboden hulpverlening. Daartoe ontvangen cliënten, na afsluiting van het contact, een enquête waarin zij anoniem hun mening kunnen geven over tal van aspecten van de hulpverlening. Op de 568 verstuurde enquêtes kwam een respons van 293 waarvan 272 bruikbare reacties overbleven. Over het algemeen valt het oordeel van de respondenten over de hulpverlening van JMW (zeer) positief uit. De cliënten drukten hun waardering uit met het cijfer 8,06. Ten opzichte van 2011 (8,32) was er sprake van een zeer lichte daling. Over de jaren heen kan gesteld worden dat de cliëntwaardering op een ruime 8 gestabiliseerd is. Rapportages in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940 - 1945(Wuv) en de Wet uitkeringen burgeroorlogsgetroffenen (Wubo) In 2012 werden 12 eerste en 52 vervolgrapportages in het kader van de Wuv opgesteld. Voor de Wubo werden12 eerste en10 aanvullende rapporten gemaakt ten behoeve van aanvragers. Het totaal aantal rapportages (86) daalde ten opzichte van 2011 met 5 rapporten.
14
Vanaf 1 januari van dit verslagjaar worden beide wetten volledig uitgevoerd door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR) kent eerste aanvragen toe, stelt de beleidsregels vast en adviseert de SVB bij beslissingen waarin de beleidsregels niet voorzien. Evenals in voorgaande jaren was er overleg tussen JMW en de SVB. In september van het verslagjaar vergaderde JMW (tezamen met de overige begeleidende instellingen) met de PUR-SVB. In oktober vond het jaarlijkse overleg plaats tussen ons maatschappelijk werkteam en een delegatie van de SVB. In dit overleg gaf de SVB aan het team onder meer deskundigheidsbevordering over de uitvoering van de oorlogswetten en informatie over het door de SVB gevoerde uitvoeringsbeleid. In 2012 vond er diverse keren overleg plaats over de inrichting van de zogenoemde digitale kluis voor de beveiligde uitwisseling van data tussen JMW en de SVB. Eén maal vond een regulier overleg tussen een afvaardiging van de SVB en JMW plaats. In dit overleg werden onderwerpen en knelpunten, die op de oorlogswetten betrekking hebben, besproken.
on K ate G o rd pp e li jk a ch ts maa in die n s t we r k s te r, 0 si n d s 201
Uit het min of meer stabiele aantal eerste Wuv-aanvragen blijkt telkens weer dat er nog steeds rechthebbenden zijn die niet eerder aanspraak maakten op deze wet. (In 2009:10; in 2010:16; in 2011: 8, in 2012: 12). Veelal worden zij voor het eerst op de hoogte gebracht van het bestaan (of de relevantie) van de Wuv in hun recente contact met JMW voor een uitkering krachtens het Duitse gettofonds en gettopensioen. Van een zelfde stabiele reeks is sprake bij het totale aantal rapportages in het kader van de Wuv en Wubo: 96, 85, 91, 86. Jeugdzorg JMW heeft met de diverse overheden en Bureaus Jeugdzorg een mandateringsovereenkomst gesloten op basis waarvan de werkzaamheden in dit kader door JMW worden uitgevoerd. In 2012 overlegde JMW, in aanwezigheid van onze contactpersoon bij de stadsregio Amsterdam, met de gemeente Amsterdam over de transitie jeugdzorg van provincie naar gemeente. In het verslagjaar hielp het jeugdteam van JMW 21 gezinssystemen en 32 individuele jeugdigen binnen de ambulante jeugdhulpverlening. Evenals voorgaande jaren werden ouders of verzorgers geholpen bij diverse problemen in de opvoedingsituatie. De problematiek bij de individuele jeugdigen was zeer divers. Het multidisciplinair screeningsteam kwam 11 keer bij elkaar. In 2012 werd voor de jeugdteamleden maandelijks een deskundigheidsbevorderende activiteit georganiseerd. De GGZ- psycholoog gaf inhoudelijke leiding aan deze bijeenkomsten. Een jeugdpsychiater is beschikbaar voor consult aan de GGZ- psycholoog. Ontwikkelingsonderzoeken worden zo nodig in opdracht van JMW uitgevoerd door een extern bureau. Het JBO (Joods Bijzonder Onderwijs)- project ten behoeve van de Joodse middelbare scholengemeenschap Maimonides en de Joodse basisschool Rosj Pina bestaat uit twee onderdelen, namelijk het project ‘sociale integratie op Rosj Pina en Maimonides’ en het ‘Jeugdhulpverlening- en individueel ondersteuningsproject’ op Rosj Pina. In het kader van het projectdeel ‘sociale integratie’ werden in 2012 opnieuw voorbereidende activiteiten ontwikkeld. Helaas kon door een nieuwe wisseling van de directie en een groot aantal personeelsleden op de school geen tijd vrij gemaakt worden voor de uitvoering van het integratieproject. Alle aandacht van de directie bleek nodig om de organisatorische problemen op
15
contacten totaal 11.663
Aantal cliënten en contacten per werksoort 10.842 inclusief Wuv/Wubo
AMW (procesmatig, dienstverlening en groepswerk) Jeugdzorg Wuv/Wubo
Cliënten totaal 1.911 1.667*
821
172
72
* procesmatig: 486 dienstverlening: 1.062 groeps mw: 119
Kortdurende contacten totaal 2.955
de school aan te pakken. Pas in de laatste drie maanden van het verslagjaar kon deze de uitvoering van het plan weer oppakken. In december werden opnieuw afspraken gemaakt met JMW en werd met ondersteuning van het extern organisatiebureau de voorbereiding van de geplande activiteiten weer opgepakt. De mediators van JMW voerden als onderdeel van het ‘sociale integratie project’, evenals vorig jaar, het door hen gemaakte lespakket ‘mediation’ voor kinderen in de basisschool- leeftijd uit. Dit jaar gebeurde dit met de betrokken leerkrachten van groep 8. Het doel van dit lespakket is kinderen beter te leren omgaan met (onderlinge) conflicten en verschillen in achtergrond. De individuele ondersteuning vond wel doorgang, maar ondervond eveneens hinder van de interne problemen op de school. Vanuit ons jeugdteam nam één maatschappelijk werker deel aan het zorgoverleg. Via JMW werden 9 individuele ontwikkelingsonderzoeken uitgevoerd door een extern bureau en werden betrokken ouders en leerkrachten begeleid. Met de scholengemeenschap ‘Cheider’ werd in het verslagjaar eveneens contact onderhouden. Eén maatschappelijk werker van JMW nam deel aan de vergaderingen van het zorgteam. Er werden 6 leerlingen begeleid. In 2012 verbleven twee jongeren in het kamertrainingscentrum –begeleidwonenvoorziening van JMW. Zij hebben ieder een eigen mentor, die het zorgprogramma met hen uitvoert. De pleegzorgplaatsen werden in 2012 niet door jeugdigen bezet. De jeugdbescherming van JMW werd ook dit jaar door de William Schrikker Groep (WSG) voor JMW uitgevoerd. In 2012 stonden twee jeugdigen onder voogdij. De jeugdigen in de jeugdbescherming werden begeleid door een jeugdbeschermer van de WSG. De leidinggevende woonde gemiddeld eens in de drie maanden het werkoverleg tussen de jeugdbeschermer en de inhoudelijk begeleider van de WSG bij. In de jeugdreclassering werden geen jeugdigen begeleid. 16
Groepswerk In 2012 vonden opnieuw gespreksgroepen plaats over Joodse identiteit en de invloed van de oorlog. Daarnaast was er belangstelling voor gespreksgroepen over ouder worden.
d, Ju di th de R on lijk m aats ch appe dien st wer ks te r, in si nd s 2012
Cliëntenregistratie Totaal aantal cliënten en contacten Hulpverlening Cliënten Contacten Kortdurende contacten
1.911 11.663 2.955
In het kader van oorlog en Joodse identiteit vonden 6 bijeenkomsten plaats onder de titel’ Pak je bagage uit bij JMW en doe er iets mee’, 5 bijeenkomsten voor de na-oorlogse generatie en 2 bijeenkomsten ‘Kind in de oorlog’. De groepen bieden gelegenheid om ervaringen uit te wisselen, begrip en erkenning bij elkaar te vinden en van elkaar te leren. In de gespreksgroep ‘Bezoek aan Auschwitz en dan?’ werd gelegenheid geboden om een aantal maanden na het bezoek aan de kampen ervaringen met elkaar te delen en te praten over de uitwerking van de reis. Ook mensen die overwogen zo’n reis te gaan maken namen deel. March of the living is een jaarlijks terugkerende jongerenreis naar Auschwitz en andere concentratiekampen. De jongeren worden begeleid door twee groepswerkers van JMW. Voor de reis komen de jongeren onder leiding van de groepswerkers bijeen om voorbereid te worden op de reis, vervolgens vindt er een aantal bijeenkomsten plaats in Polen en terug in Nederland nog een afsluitende bijeenkomst. Naar aanleiding van het proces Demjanjuk in München is er een bijeenkomst geweest voor degenen die deelgenomen hebben als “Nebenanklager” om nog eens terug te kijken op het proces. Naast de oorloggerelateerde groepen vonden gespreks- en themagroepen plaats: op drie plaatsen in het land werd gesproken over de zorg rond het levenseinde onder de titel ’Een kwestie van leven en dood’. In de provincie vond een bijeenkomst plaats met als titel ‘De maatschappelijke positie van de Joden in Nederland anno 2012’. Aan de hand van twee lezingen over dit onderwerp werd met elkaar van gedachten gewisseld. In Amsterdam vond een eenmalige gespreksgroep plaats met als thema ‘De kunst van het ouder worden’. Eveneens in Amsterdam vond een gespreksgroep bestaande uit drie bijeenkomsten plaats, met als titel ‘Help, mijn partner is een Israëli’. Deze gespreksgroep gaat over hoe verschillen in cultuur in een relatie kunnen doorwerken. In Arnhem werd een eenmalige workshop over dit thema gegeven. De schrijfgroepen ‘Mozaïek van je leven’ voorzien nog steeds in een behoefte. Aan de hand van een opdracht schrijven de deelnemers op persoonlijke wijze over gebeurtenissen uit hun leven en over specifieke Joodse thema’s. Op uitnodiging van het Joods Historisch Museum werd een workshop levensverhalen schrijven gegeven. Daarnaast volgde een aantal deelnemers een workshop van de journalist Ad van Liempt, waarin instructies en tips werden gegeven over het schrijven van het verhaal van je familie.
17
p, Jo la n de Dro P & Z fd h oo si n ds 2012
ZORG & PR EV ENT IE In het kort De sector richt zich door middel van uiteenlopende activiteiten op versterking van de Joodse identiteit, ontwikkeling en onderhoud van netwerken binnen Joods Nederland en tussen Joods Nederland en de niet-Joodse wereld. Daarnaast richt de sector zich op (vrijwillige) zorg- en dienstverlening. De sector omvat Joodse activiteiten, ouderenwerk en vrijwilligerswerk. Hun ‘bereik’ wordt (ter onderstreping van de lichtere vorm van dienstverlening) uitgedrukt in termen van ‘deelnemers’ en ‘deelnames’ (te vergelijken met ‘cliënten’ en ‘contacten’ in de sector Hulpverlening). Afhankelijk van het doel waarvoor de vrijwilligersorganisatie wordt ingezet wordt daar zowel van deelnemers als van cliënten gesproken. De organisatie telde in 2012 174 vrijwilligers. Bij Joodse activiteiten ging het in het verslagjaar om 1.090 deelnemers en 2.455 deelnames, bij ouderenwerk om 1.086 deelnemers en 14.315 deelnames. Joodse activiteiten Ook dit jaar werd een betrekkelijk groot aantal groepsactiviteiten ontplooid, zoals de themamiddagen ‘Een kwestie van leven en dood: zorg rond het levenseinde’(met als inleider dr. Ruben van Coevorden), ‘Wat betekent 4 mei voor mij in deze tijd?’ en ‘De kunst van het ouder worden’ (met filmvertoning en workshops). Groepen en regionaal opbouwwerk Brabant en Limburg De groep’Bejachad Den Bosch’ organiseerde rond de feestdagen bijeenkomsten (in huiskamerverband) waar zowel deelnemers als vrijwilligers nog steeds van genieten. Bij de groep ‘Finjan Breda’ wordt de vaste deelnemersgroep ouder. Af en toe komen er een paar nieuwe deelnemers bij. Rosj Hasjana en Chanoeka werden gevierd in Venlo. Het ‘Mediene Nieuws’ kwam twee maal uit. In Amsterdam werd evenals het voorgaande jaar een Seider georganiseerd samen met JONAG, de vereniging voor de Joodse naoorlogse generatie. 18
Friesland, Groningen, Drenthe en Overijssel De groep ‘Sjemoe’ot mag zich in een blijvende populariteit verheugen. Het gaat om goed georganiseerde huiskamerbijeenkomsten met een aantrekkelijk cultureel programma, culinaire lunches en een zeer gemotiveerd team vrijwilligers.
T EEN ME IEDER VOOR JMW D VAN ALBLA ARTA IS KW GRAT
OND ERGR ACHT ODSE EEN JO
G 26 • RGAN 2 • JAA ER 201 • WINT
Joodse activiteiten
NR. 90
Deelnemers
Deelnames
In- en naoorlogse generatie
GRATIS KWARTAALBLAD VAN JMW VOOR IEDEREEN MET EEN JOODSE ACHTERGROND • ROSJ HASJANA 2012 • JAARGANG 25 • NR. 89
Opbouwwerkactiviteiten
89
978
Gespreksgroepen
87
255
Levensverhalen
32
188
Joodse Cultuur
31
31
353
353
22
174
476
476
1.090
2.455
Incidenteel
René Kahn: Hoogleraar klinische en biologische psychiatrie Ik meen alles wat ik zeg...
Lezers
Rosj Hasjana Marco Overmeer: handelaar in effecten Succes creëert een paar valse vrienden en een hoop echte vijanden. ....
Overige activiteiten
Benjamin
Lancering Jonet Vanaf 1 oktober 2012 online met o.a. 'de agenda', nieuws en discussies
Tsavta regulier lumn
e co e risch period Histo as een eka w eding Chano men kl aan ar n ri waa en 23 gegev werd
het den in se Jo rland Nede toe af en nland buite komen Joden e es ’Chin 14 kast’ uit de
Tsavta incidenteel
7.961 G OP VIERIN OEKA CHAN
alache cher-P i Durla en moo Mirjam het lev bben ‘Wij he ’ 16 kt aa gem
M DE DA
Totaal
een ijsje d voor rt Vu r op pa Robe t mee ef nie ‘Ik ho w’ 24 intervie
Liefdewerk oud papier: Jaap van Velzen Ik wilde laten zien dat het niet waar is, dat alle Joden schatrijk waren
In Zwolle werden drie bijeenkomsten gehouden: een matzebrunch tijdens de pesachperiode, een Rosj Hasjana-bijeenkomst en een chanoekabijeenkomst. Flevopolder en het Gooi De groep ’Di z’n Koffie’ in Almere houdt 45 bijeenkomsten per jaar. Er is altijd een vaste kern aanwezig. Men komt vooral bij elkaar om gezellig koffie te drinken en te praten. De groep kreeg er een nieuwe vrijwilliger bij. ‘Gooise Nesjomme’ in Hilversum houdt maandelijks een koffieochtend die nog steeds georganiseerd wordt door drie vrijwilligers. Er vonden drie bijzondere bijeenkomsten plaats: een Joodse filmdag, een excursie en een lezing over gezonde voeding. Noord-Holland en Zuid-Holland ‘Tsafon Heiloo’ is een goed functionerende groep, bestaande uit vier vrijwilligers, die maandelijks sociaal-culturele bijeenkomsten organiseert. In Haarlem functioneert de groep ‘Tsevet’ zelfstandig. Een vrijwilliger werd 83 en heeft afscheid genomen. Er wordt een nieuwe vrijwilliger gezocht. Naast de maandelijkse sociaal-culturele bijeenkomsten organiseerde Tsevet dit jaar een BBQ en een wandeling door Joods Amsterdam. De groep Zaandam loopt goed. Er is inmiddels een vaste groep deelnemers die maandelijks bij elkaar komt. De ene maand is koffieochtend de andere maand themaochtend met spreker. De groep ‘Joffie koffie’ in Rotterdam organiseerde 12 sociaal-culturele bijeenkomsten. Café ‘Jom Risjon’ (koffie op zondag) trekt nog altijd een zeer gering aantal deelnemers. Volgend jaar moet bekeken worden of en zo ja hoe, deze groep voortgezet kan worden. In Den Haag werd een start gemaakt met ‘Mitzwe Bar’ nieuwe stijl. Na een informatiebijeenkomst waar behoeften gepeild werden, werd besloten dat er eens per maand op zondagochtend een bijeenkomst zal worden gehouden, eens per maand op dinsdagmiddag voor niet werkende mensen en een extra middag met een thema, zoals lezing of film. Landelijk project Israëli’s In het verslagjaar werd drie maal een ‘Jom Tsavta’ georganiseerd: • één in Arnhem (175 deelnemers) met activiteiten, muziek, eten en stands, • één in Almere, gecombineerd met ‘Jom Haatsma’oet’ (201 deelnemers), een dag met muziek, dans, kinderactiviteiten, een boekenmarkt en Israëlische hapjes, • één in Amsterdam in het gebouw van de LJG (100 deelnemers) voor volwassenen met workshops.
19
Shi rley Ens el- Av ni opb ouw we rks ter, in dien st sin ds 2008
Sarah Feirabe nd, opb ouw we rks ter sin ds 2012
Taallessen De door vrijwilligers gegeven cursus Nederlands voor Israëli’s vond dit jaar tot juli plaats en vervolgens van oktober tot december. Kafe-Od 45+ In het Israëlisch inloopcafé komen elke laatste zondag van de maand Israëlische 45-plussers bijeen. Daf-meida Tsavta Een keer per week wordt naar het Tsavta-bestand een nieuwsbrief per e-mail gezonden, waarin informatie te vinden is over activiteiten die te maken hebben met Israël, Hebreeuws en Jodendom. Inmiddels wordt de nieuwsbrief naar 800 adressen gestuurd. Door deze nieuwsbrief wordt de band met de doelgroep versterkt en vindt er meer interactie plaats. Sinds april heeft Tsavta een gewone facebookpagina en bijna 300 vrienden. De pagina wordt ook door andere Israëlische organisaties gebruikt om bekendheid te geven aan hun activiteiten. De gespreksgroep voor ouders die over hun pubers wilden praten werd begeleid door een Israëlische therapeut en kwam vijf keer bijeen. Thema’s waren identiteit, loyaliteit en grenzen stellen. Van de overige activiteiten noemen wij: De Joodse agenda, deze keer met als thema: Joodse gebouwen, de uitstapjes en de excursie met vrijwilligers en deelnemers en het zorg netwerk Rotterdam dat gericht is op een betere voorlichting aan Joodse ouderen in die stad.
20
Het brievenproject vond dit jaar plaats met leerlingen van een Lyceum in Deventer en een VMBOklas in Rotterdam. Een bijeenkomst vond plaats over ‘Liefde ten tijde van internet’, een literaire middag onder de titel ‘Familie tegen het licht’ en een workshop met de publicist Ad van Liempt met als thema ‘Het verhaal van je familie’. Onder de titel ‘JMW gaat Pathé’ vonden 8 filmbijeenkomsten plaats met een Joods thema en nagesprek: in Amsterdam, Rotterdam, Deventer en Dieren.
Ouderenwerk Deelnemers
Deelnames
Flankerend Ouderen Beleid
125
1.883
Friendly Visiting (cliënten)
Ouderenwerk 155
3.710
Eetproject
42
962
Lunteren
40
40
Telefooncirkel
10
3.650
32
1.030
474
474
Cursussen Incidentele activiteiten Overige activiteiten Preventief huisbezoek
43
43
Taalles ouderen/Israëli’s
8
589
Belproject (cliënten)
4
375
Voorleesproject
4
104
Brievenproject
32
128
In je nopjes aan de knopjes
20
75
Koffie-ochtend A’veen
25
1.125
Ouderenadviseur
72
127
1.086
14.315
Totaal
Ouderenwerk Volstaan wordt hier met het noemen van de voornaamste projecten en activiteiten: • Het voorleesproject waarbij binnen een kleine groep door vrijwilligers wordt voorgelezen heeft gefunctioneerd tot augustus van 2012. In verband met overlijden en opname van deelnemers is dit project in deze vorm gestopt; • ‘In je nopjes aan de knopjes’ is een dienstverlening door semi-vrijwilligers aan ouderen. Ook dit jaar werd aan huis uitleg gegeven over technische apparatuur. Een begin is gemaakt met uitbreiding van deze vorm van dienstverlening naar Utrecht; • Het Benjamin Servicepakket waarbij aangesloten waren in 2012: cursussen en dagtochten van JMW, keukens van de firma Langerhuize, computerhulp, mediation van JMW, een geneeskundige praktijk, een cursus voor zelfverdediging en JMW à la carte; • Sari’s kookpunt. Sari kookt op verzoek aan huis of neemt zelf gekookt eten mee; • Ook dit jaar vond pesach in Lunteren plaats. Voor de gastvrouw die het jarenlang deed was dit de laatste keer. Er zijn drie nieuwe vrijwilligers aangenomen voor 2013; • ‘JMW à la carte’ is een voorziening waarbij met korting buiten de deur gegeten kan worden. Van de maaltijden in het verzorgingshuis ‘Beth Shalom’ werd regelmatig gebruik gemaakt, van de maaltijden in restaurant H’Baron in mindere mate; • Feesten en partijen. Er vonden vier diners plaats op Joodse feestdagen. In de zomer vond een BBQ plaats; • Er zijn zes dagtochten geweest: naar Westerbork, naar museum Barneveld, naar Volendam/ Marken, naar Singraven/Vriezenveen, (twee) naar de Lage Vuursche; • De koffieochtend in Amstelveen functioneerde dit jaar wederom zeer goed en werd wekelijks intensief bezocht. Ten behoeve van ouderen waren vijf vrijwilligers in Amsterdam actief voor de telefooncirkel. Men heeft bij toerbeurt dienst. Het is een enthousiast team dat verantwoording neemt en in actie komt wanneer het nodig is. In 2012 was er met 10 deelnemers iedere ochtend contact. Zij zijn blij met dit eerste gesprekje van de dag en ze voelen zich er veilig door. Belproject Het doel van dit project is het bieden van een vorm van sociaal contact ter verlichting van de eenzaamheid van ouderen. Er zijn twee vrijwilligers actief bij het project. Dit jaar werden vier cliënten wekelijks gebeld.
21
Bar bara Tanenb aum , opb ouw we rks ter, in dien st sin ds 2009
Vier semi-vrijwilligers hebben dit jaar in het kader van het project ‘In je nopjes aan de knopjes’ uitleg gegeven aan 20 cliënten over apparaten in en om het huis. Meestal gaat het om vragen over de computer, software, en het instellen van mobiele telefoons, televisies en videorecorders. De vrijwilligers krijgen een kleine vergoeding voor hun diensten. In het kader van deze dienstverlening is er in 2012 75 uur gewerkt. In het kader van het ouderenwerk hebben acht oudere vrijwilligers Nederlandse les gegeven aan Israëli’s in Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. (Het overige werk van de vrijwilligers staat in de volgende paragraaf: ‘Vrijwilligerswerk’) Ook dit jaar gaf de ouderenadviseur weer ondersteuning met als doel ouderen in staat te stellen zo lang en goed mogelijk zelfstandig te blijven wonen. Het gaat veelal om praktische ondersteuning. Mantelzorgers kunnen eveneens een beroep doen op de ouderenadviseur. Indien nodig wordt doorverwezen naar het maatschappelijk werk of het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk In totaal hebben 174 vrijwilligers zich in het verslagjaar ingezet voor onze deelnemers en cliënten. Ook nu is er weer hard door hen gewerkt.
22
Voor de vrijwilligers ten bate van de hulpverlening geldt dat steeds meer babyboomers zich inzetten voor leden van de doelgroep. Voor de landelijk werkende vrijwilligers ten behoeve van de hulpverlening vond een uit vier dagdelen bestaande cursus plaats over gesprekstechniek en vriendschappelijk huisbezoek. Voor de vrijwilligers ten behoeve van de hulpverlening in Amsterdam vond een inleiding plaats door een thuiszorgmedewerker over haar ervaringen in de thuiszorg. Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals Welzijn Nieuwe Stijl maken het noodzakelijk ook het huidige vrijwilligerswerk onder de loep te nemen. Eind 2012 werd er een werkgroep samengesteld, die een notitie schreef waarin vragen gesteld worden over de toekomst van het vrijwilligerswerk bij JMW. In 2013 zal nieuw vrijwilligersbeleid ontwikkeld worden dat meer aansluit bij de huidige tijd. In september vond de 15de landelijke vrijwilligersdag plaats. Het programma bestond uit een lezing over de diamantindustrie en een uitgebreide lunch. Er was een goede opkomst. De locatie in Amsterdam met ‘buitenterras’ werd zeer gewaardeerd. In Amsterdam is het aantal cliënten dat gebruik maakt van vriendschappelijk huisbezoek in vergelijking met het vorig jaar (opnieuw) gestegen, met 11 cliënten. Er overleden 12 cliënten,
Verdeling aantal vrijwilligers over de activiteiten Friendly visiting Telefooncirkel Ouderenlijn/belproject
62 5 2
Opbouwwerk
41
Administratie
2
Preventief huisbezoek
4
Nederlandse les
8
Internet café
4
Lunteren
6
Tsavta
40
Totaal
174
terwijl andere contacten om diverse andere redenen werden beëindigd. Een groot aantal cliënten is nog steeds boven de 80 jaar, hoewel het aantal tussen de 70 en de 80 jaar stijgend is. Het gaat veelal nog steeds om complexe problematiek. Opnieuw werd er ook dit jaar dan ook aanzienlijk intensieve zorg geboden door vrijwilligers. Door de vervoersvrijwilligers zijn dit jaar 42 keer cliënten vervoerd naar arts ziekenhuis, koffieclub of openbare instelling. De regio ‘Amsterdam en omstreken’ telde aan het begin van het jaar 62 vrijwilligers en aan het eind 49. In de ‘ZON’ (Zuid, Oost en Noord Nederland)werden 34 cliënten bezocht. Er waren 15 vrijwilligers actief. In de ‘ZZ’ (Zuid Holland en Zeeland) ging het aantal cliënten iets omhoog. 33 Cliënten maakten gebruik van het vriendschappelijk huisbezoek. De regio ZZ telt 17 actieve vrijwilligers. In de mediene (de rest van Nederland) is het merendeel van de cliënten boven de 80 jaar. Over heel Nederland blijft het aantal vrouwelijke cliënten ver in de meerderheid. In 2012 hebben 81 vrijwilligers hulp geboden aan 155 cliënten. Vrijwilligers ten behoeve van het opbouwwerk De sector Z&P kon rekenen op de inzet van 50 vrijwilligers die de organisatie op zich namen van sociale en culturele activiteiten, zoals koffieochtenden, culturele evenementen, viering van feestdagen, excursies e.d. Voor de regio Amsterdam zijn vier vrijwilligers actief geweest voor het preventief huisbezoek. Jaarlijks bezoeken zij ouderen om in een vroeg stadium te signaleren of er knelpunten zijn en om te bevorderen dat men op een zo prettig mogelijke manier kan blijven functioneren. De vrijwilligers geven informatie en voorlichting over verschillende voorzieningen. In 2012 werden 43 mensen bezocht. Regelmatig vloeit er een verwijzing voort uit deze bezoeken omdat blijkt dat er hulp nodig is. Vrijwilligers ten behoeve van administratie en post Voor administratieve werkzaamheden, archiefwerkzaamheden en postverwerking konden wij het afgelopen jaar rekenen op drie vrijwilligers. De Vrijwilligersraad De vrijwilligersraad, die de specifieke belangen van de vrijwilligers behartigt, is dit jaar vijf keer bijeen geweest. Het afgelopen jaar werden o.a. de volgende onderwerpen besproken: cursussen voor vrijwilligerswerk, digitale verzendingen en extranet voor de vrijwilligers, de landelijke vrijwilligersdag, de bezetting van de vrijwilligersraad en kopij voor de nieuwsbrief. De nieuwsbrief is twee keer uitgegeven.
23
e r m a n, R o se Sp ijk at ia se cre ta r in die n s t , Th u is zo rg 9 si n d s 200
THUI SZO R G In het kort Ten opzichte van het verslagjaar 2011 daalde het totaal aantal uren geleverde zorg met ongeveer 3000 uur van 63.323 in 2011 naar 60.250 uur in 2012. Dit betekende een afname van circa 4,5%. De achteruitgang vindt in het bijzonder plaats bij de hulp bij huishouden. De verlaging van het aantal uren HbH (Hulp bij Huishouden) is het gevolg van de korting op de normtijden Hbh- Amsterdam. Deze aangekondigde bezuiniging werd door de gemeente medio 2012 geëffectueerd met als gevolg een daling van het aantal uren geleverde Hulp bij huishouden. Voor de meeste cliënten komt de korting neer op een vermindering van de geïndiceerde huishoudelijk hulp met 1,5 uur per week. Het aantal cliënten dat geholpen werd in de thuiszorg steeg ten opzichte van 2011 met 34 cliënten tot 496. Deze lichte stijging kon de teruggang in het aantal geleverde zorguren niet compenseren door de beperking van zowel de AWBZ indicaties als de hierboven aangegeven bezuiniging op de uren Hbh Amsterdam. Algemeen De sector stelde zich voor 2012 zogenaamde kerndoelen, die binnen het verslagjaar dienden te worden gerealiseerd De kerndoelen betroffen:
24
Verbetering van de zorgverlening aan cliënten op basis van de uitkomsten van cliënttevredenheidsmeting, de cliëntenpanels en de uitkomstindicatoren “verantwoorde zorg”. Eén maal per jaar wordt onder de cliënten van zorginstellingen de Meting zorginhoudelijke indicatoren (ZI) uitgevoerd en eenmaal per twee jaar wordt de cliënttevredenheid gemeten door middel van de CQ-Index. De gegevens van deze metingen worden gebruikt voor interne verbetering van processen en de zorgverlening; voor de landelijke vergelijking in het kader van de continue benchmark van de branchevereniging Actiz en voor de verantwoording naar financiers en toezichthouders. Eind 2012 werd aan zowel de cliënten die verzorging en verpleging ontvingen als aan de cliënten die hulp bij het huishouden kregen hun mening over de zorgverlening gevraagd. De uitkomst van deze metingen, begin 2013, was positief te noemen. Cliënten waardeerden de zorgverlening hoger dan in 2011. De waardering voor de hulp bij huishouden was een 8,5 en 96% van de ondervraagden beval JMW aan bij derden voor de levering van huishoudelijk werk. Van de AWBZ-cliënten gaf 94% aan JMW aan te bevelen bij familie, vrienden en kennissen. Hier werd, in tegenstelling tot de voorgaande meting, geen waarderingscijfer aan gegeven.
Uren en aantal cliënten Thuiszorg Uren
Aantal cliënten
25.086
143
2.549
27
Ouderenwerk Persoonlijke verzorging (AWBZ) Begeleiding Verpleging (AWBZ)
516
21
Hulp bij huishouden 1 en 2 (WMO)
32.099
296
Subtotaal
60.250
487
Persoonsgebonden budget Totaal
1.162
9
61.412
496
Door de sector werden twee cliëntenpanels georganiseerd waaraan in totaal circa 35 cliënten en mantelzorgers deelnamen. Deze beide bijeenkomsten werden ook bijgewoond door twee leden van de Cliënten- en deelnemersraad van JMW. Cliënten en mantelzorgers gaven hun mening over een aantal onderwerpen, die van belang zijn voor de zorgverlening. Zij gaven, behoudens enige kritiekpunten die voornamelijk betrekking hadden op de uitvoering van de huishoudelijk zorg, aan dat zij tevreden zijn over de zorgverlening. De uitvoering van het kwaliteitsbeleid en de realisatie van de verbeteractiviteiten naar aanleiding van de interne en externe audits. JMW-Thuiszorg is sinds 2006 HKZ gecertificeerd na een uitgebreide toetsing door Det Norske Veritas (DNV) volgens de eisen zoals deze zijn vastgelegd in de certificatieschema’s van de Stichting Harmonisatie Kwaliteitseisen Zorginstellingen (HKZ). In juni 2012 vond de jaarlijkse toetsing plaats en kon JMW thuiszorg overgaan van het certificatieschema 2009 naar het schema 2010, waarin de risicosignalering bij cliënten een belangrijke plaats inneemt. In 2012 is de risico-inventarisatie geheel ingevoerd en daarmee met de valpreventie een regulier onderdeel geworden van de zorgverlening. Met slechts één zogeheten ‘categorie 1 non-conformiteit’ en een achttal ‘categorie 2 nonconformiteiten’, die alle betrekking hadden op de implementatie van de risico-signalering, kwam JMW goed door de externe toetsing. In dit kader werden in 2012 150 oude zorgplannen vervangen door nieuwe zorgleefplannen. In het verslagjaar werd één directiebeoordeling gehouden op basis van de uitkomsten van de interne audits; de managementrapportages over de voortgang en kwaliteit van de zorglevering; de analyse van de door cliënten ingediende klachten, de meldingen betreffende incidenten cliënten (MIC) en de melding van arbeidsongelukken. Toegang tot de zorgverlening en bereikbaarheid van de afdeling Ook in 2012 kwamen de meeste cliënten op eigen initiatief naar onze thuiszorg. Daarnaast verwezen huisartsen, transferverpleegkundigen, het maatschappelijk werk en de ouderenadviseurs van JMW, het steunpunt mantelzorgondersteuning ‘Chasoet’ en de partners van het ‘Joods Zorg Circuit’ cliënten door naar JMW. 25
iz-C lav ij o Is a b e l R u se creJ ime ne z, u is zo rg h T t ta ra a k wa li(i nm idde ls n a r is io t c n u te it sf 3) si n d s 201
Voor cliënten is de thuiszorg van JMW tijdens de dagelijkse spreekuren telefonisch bereikbaar. Voor spoedzaken kan ook buiten deze uren een beroep worden gedaan op de leiding. Voor noodgevallen is de thuiszorg 24 uur bereikbaar via een mobiel telefoonnummer. Dit nummer staat vermeld in de cliëntenfolder en wordt tevens bekend gemaakt in de meldtekst van de telefooncentrale van het hoofdkantoor. Zorgverlening In 2012 ontving JMW de indicaties voor de levering van de AWBZ-zorg van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en voor de hulp bij huishouden Amsterdam van MO-zaak. De gemeenten Amstelveen en Diemen geven de indicaties voor het verkrijgen van hulp bij het huishouden zelf af. Van de gemeente Ouder-Amstel werden in 2012 geen indicaties ontvangen. Evenals voorgaande jaren werd met het CIZ overeengekomen dat de indicatieadviseur van JMW zijn werkzaamheden in CIZ verband uitvoert. Als kennisdrager van het Joodse aspect in de indicatiestelling verzorgde hij naast de indicaties van JMW eveneens een groot deel van de indicaties voor het Joods verzorgings- en verpleeghuis Beth Shalom. Aan geïndiceerde cliënten werd na aanmelding, gedurende de termijn van de indicatie, de gevraagde hulp geleverd in de vorm van persoonlijke, verpleegkundige en huishoudelijke zorg. Met uitzondering van de hulp bij huishouden werd de persoonlijke verzorging en de verpleging zowel overdag, in de avonduren, tijdens Joodse en algemene feestdagen en in de weekends verleend. Aan 27 cliënten werd begeleiding geboden naast de andere vormen van zorgverlening die door de AWBZ en WMO worden gefinancierd. Bij de Commissie Melding Incidenten Cliënten (MIC) kwamen ín 2012 drie meldingen binnen. Er was sprake van een medicijnincident, een incident bij het aantrekken van elastieke kousen en één melding had betrekking op het aanleggen van een armspalk. Voor de levering van de verpleegkundige zorg werd in 2011 een overeenkomst met Cordaan Thuiszorg gesloten. De verpleegkundige zorg werd aan 21 cliënten geboden. 26
Wachtlijst Evenals in 2011 stonden er geen cliënten in 2012 langdurig op de wachtlijst. Aan de zorgvraag voor persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en hulp bij huishouden kon binnen de gestelde leveringstermijn worden voldaan.
Mi lan Kos, sec ret ari aat Thu iszorg , in dien st sin ds 2008
Mantelzorgondersteuningspunt ‘Chasoet’ Het mantelzorgondersteuningspunt ‘Chasoet’ ondersteunt mantelzorgers van cliënten die langdurig hulpbehoevend zijn. In het verslagjaar deden 61 mantelzorgers via ‘Chasoet’ een beroep op de twee coördinatoren. Aan hen werd in hoofdzaak emotionele ondersteuning, advies en informatie geboden. In een aantal gevallen werd een vrijwilliger ingezet voor de uitvoering van activiteiten met als doel de taak van de mantelzorger te verlichten. Maaltijdvoorziening, alarmering en uitleen van hulpmiddelen JMW bemiddelde evenals in voorgaande jaren bij verstrekking van kosjere maaltijden, alarmering en uitleen van hulpmiddelen in de diverse gemeenten, waarbinnen JMW thuiszorg verleent aan cliënten. Personeelsbeleid De werving van nieuwe medewerkers verliep evenals vorig verslagjaar zonder al te grote problemen als gevolg van de economische omstandigheden. Vermelding van de vacatures op de website van JMW en op enige externe websites leverden ook dit jaar voldoende nieuwe medewerkers op voor de diverse functies binnen de thuiszorg. Voor het eerst werd 0,9 fte ingevuld door drie medewerkers, die via de afdeling social return van de gemeente Amsterdam bij JMW een werkplek werd aangeboden als hulp bij het huishouden. Hiermee voldeed JMW aan de eisen in de overeenkomst voor de levering van de hulp bij huishouden van de gemeente Amsterdam In tegenstelling tot voorgaande jaren steeg het ziekteverzuimpercentage bij de uitvoerende thuiszorgmedewerkers, van 4,42% in 2011 naar 7,24%. In de branche werd over 2012 een ziekteverzuimpercentage gemeten van 5,1%. Een aantal medewerkers had tengevolge van operatieve ingrepen langdurig ziekteverzuim. Over heel 2012 werden er negen meldingen van agressieve uitingen tegen medewerkers geregistreerd. Bij deze meldingen ging het om verbale agressieve uitingen door cliënten aan de zorgverlener. 27
In het verslagjaar werd er een arbeidsongeval gemeld in de uitvoering. Een medewerker brandde zich aan een elektrische kookplaat bij een cliënt thuis.
KLAC HTEN In het kort JMW kent een klachtenreglement, dat zowel voldoet aan de ‘Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector’ als aan specifieke (wettelijke resp. branchegebonden) eisen van de afzonderlijke werksoorten die JMW uitvoert. Dit houdt in dat het reglement van toepassing is op alle door JMW ten uitvoer gebrachte werksoorten. Om te voldoen aan de regelgeving van elke werksoort is bij de samenstelling van het reglement steeds aansluiting gezocht bij de meest stringente norm in de regelgeving van de afzonderlijke werksoorten. Deze werkwijze heeft geleid tot korte termijnen van afhandeling: drie weken in de bemiddelingsfase en vier bij een behandeling door de onafhankelijke klachtencommissie. Zoals ook elders het geval is, wordt de klager gestimuleerd om zijn klacht in eerste instantie te bespreken met de klachtenfunctionaris in een zogeheten ‘bemiddelend gesprek’: met het resultaat van de bemiddeling is de klager in het algemeen meer gebaat dan met het juridische oordeel van de klachtencommissie. De klachten In 2012 werden in totaal zeven klachten ingediend. Dit aantal wijkt niet sterk af van voorgaande jaren. Vijf klachten vielen in de sector ‘Hulpverlening’, twee in de ’Thuiszorg’ en geen één in de sector ‘Zorg & Preventie’. Evenals vorig jaar behoefde geen beroep te worden gedaan op de klachtencommissie. Dit wordt gezien als een succes van de klachtenfunctionarissen, die in de bemiddelingsfase de klagers tot een mate van tevredenheid wisten te stemmen, die hen deed afzien van een beroep op de klachtencommissie.
28
De vijf klachten in de hulpverlening betroffen alle de werksoort algemeen maatschappelijk werk. Drie van deze klachten hadden betrekking op (vermeende) onjuiste voorlichting door de maatschappelijk werker (over de materiële hulpverlening door de instelling), het onthouden van informatie (over de status van de werker als stagiaire), onjuiste communicatie over een kind met de ex-partner en de beschikbaarheid van de werker (‘te weinig tijd’). In alle gevallen slaagden de klachtenfunctionarissen erin de klagers tevreden te stellen met hun bemiddeling. De vierde klacht betrof een diffuse, agressieve en ook al in eerdere jaren geuite klacht. Gelet op eerdere ervaringen werd besloten hierop niet meer te reageren. De klager liet het er ook bij. De vijfde klacht betrof de (vermeende) onjuiste informatie die JMW gaf in haar advertentie over het
Duitse Artikel 2-fonds. De klacht richtte zich tegen de instelling als zodanig. JMW’s verweer was dat haar advertentietekst geheel was ontleend aan de informatie van de uitvoeringsinstantie, de Claims Conference (CC). De secretaris van de klachtencommissie heeft deze klacht in behandeling genomen door de klager te steunen in zijn contact met de CC. Diens eis te worden erkend krachtens dit fonds werd uiteindelijk ingewilligd, maar klagers eis om ook een uitkering te krijgen over de periode waarin hij meende ten onrechte geen recht te hebben op een uitkering wees de CC af. De klager zag verder af van een beroep op de onafhankelijke klachtencommissie. De twee klachten over de thuiszorg betroffen in beide gevallen de inzet van steeds wisselende krachten en in één geval ook het (‘te geringe’) aantal uren dat zorg werd geboden. De klacht die zich beperkte tot de wisselende krachten kon tot tevredenheid van de indiener worden opgelost in de bemiddelingsfase door de klachtenfunctionaris. De andere, dubbele klacht werd ingediend namens cliënt door de gemeentelijke dienst WZS (Wonen, Zorg en Samenleven) in Amsterdam. Op JMW’s (per e-mail) verstuurde uitleg aan de dienst ontving JMW van de dienst noch van de cliënt een reactie. Met uitzondering van de klacht over het Artikel 2-fonds konden alle in behandeling genomen klachten binnen de in het klachtenreglement gestelde termijn worden afgehandeld. De klachtencommissie Mevrouw M. Diatlowicki trad in het verslagjaar toe tot de commissie. De samenstelling van de commissie was (o.v.v. het jaar van benoeming) per 31 december 2012 als volgt: mevr. mr. A. van Leeuwen VOORZITTER (2011) mevr. mr. S. Tamboer PLV. VOORZITTER (2008) mevr. drs. D. van Unen LID (2011) mevr. M. Diatlowicki LID (2012) M. Eliasar, arts LID (2011) Klachtenfunctionarissen: mevr. M.G. Pauka en de heer M.M. Grünfeld Secretaris: drs. A.J. Agsteribbe
29
CLIË NTEN- EN DE E L N E M E R S R A A D (C D R ) Vergaderfrequentie In 2012 heeft de raad zes keer vergaderd. De heer Vuijsje, directeur van JMW, woonde het laatste deel van de vergaderingen bij. Hij informeerde en raadpleegde de raad over actuele zaken en gebeurtenissen binnen JMW en verstrekte informatie over essentiële onderwerpen betreffende de hulpverlening en de thuiszorg. Wegens ziekte van de heer Vuijsje was er in de vergadering van augustus 2012 geen vertegenwoordiger van JMW aanwezig; in oktober verving mevrouw Kok de heer Vuijsje. De CDR is geïnformeerd over: • de mogelijkheid van particuliere thuiszorg in verband met bezuinigingen, • de lancering van Jonet, • de problemen bij Beth Shalom. De CDR werd in 2012 lid van het landelijk Netwerk van Cliëntenraden Zorg (NCZ). De heren Blik en Degen namen deel aan diverse activiteiten van de NCZ. Zij namen deel aan het cliëntenpanel van de NCZ in september 2012, waar mevrouw Bonn een presentatie gaf van de CDR. De heer Blik nam deel aan een bijeenkomst in november. De heer Degen vertegenwoordigt de CDR in de NCZ. Hij informeert de CDR over zaken aangaande cliëntenbelangen. Ook nam hij deel aan de activiteit “zin in ouder worden” van de NCZ. De heer Degen vertegenwoordigt de CDR in het cluster ‘Algemeen’ van Cliëntenbelang te Amsterdam.
30
Mevrouw Bonn en de heer Kurk namen deel aan de sollicitatiecommissie voor een nieuw lid van de Raad van Toezicht van JMW. De CDR ontving van JMW regelmatig een financieel overzicht van de door JMW betaalde kosten van de CDR, zoals reis- en parkeerkosten. In 2012 is het beschikbare budget overschreden. Voor het functioneren van cliëntenraden zijn door de AGIS dergelijke overzichten een vereiste. Samenstelling de heer D. Kurk VOORZITTER de heer M. Degen VICE-VOORZITTER de heer J. Delden SECRETARIS-PENNINGMEESTER de heer J.C. Blik mevrouw M. Bonn mevrouw R. Spiero-Hochfeld TOT EN MET FEBRUARI 2012 mevrouw I. Redelaar SINDS NOVEMBER 2012 mevrouw R. Hoogenraad SECRETARIËLE ONDERSTEUNING VANUIT JMW TOT JUNI 2012 mevrouw J.J.M. de Boer SECRETARIËLE ONDERSTEUNING VANUIT JMW VANAF JUNI 2012
31
Elvira Glück en Susan Levy van de Claims Conference op bezoek bij JMW. (Wereldwijd ondersteunt de Conference Joodse gemeenschappen; in Nederland o.a. de thuiszorg van JMW).
32
GEM EENSC HAPSRA A D De gemeenschapsraad heeft in haar relatie tot de Raad van Toezicht een informerende en controlerende taak en belichaamt de verankering van JMW in de Joodse gemeenschap. Aan het eind van 2012 was de samenstelling als volgt:
Kerkgenootschappen Namens het NIK:
mevr. E.N. Wikler-Nordmann, VOORZITTER
C.N. Falch F. de Leeuw mevr. E. Rädecker 2 vacatures Namens het PIK:
2 vacatures
Namens het NVPJ (LJG):
I.B. Cohen mevr. J. Meyer H.J. Polak Mr. F. Salomon
Organisaties oorlogsgetroffenen Namens het JOK: P. Manasse Namens het VBV: mevr. F. Neter-Polak Organisties voor ouderen Namens de Bejaardensociëteit Den Haag: Af te vaardigen organisatie:
Organisaties voor jeugd en jongeren Namens Bné Akiwa: mevr. C. Mayer Namens NVPJ / LJG-Jongeren: D. ten Brink Sociaal-culturele organisaties Namens de Joodse Bridgeclub: mevr. M. Wessels-Abram Namens JONAG: mevr. M.M. Kervers Organisaties voor Israëli’s Namens Mifgash: J. Tordjman J. Tokkie VERVANGER Namens Wizo Gescher: mevr. Ch. Kuker
Ondersteuning door JMW:
mevr. J.J.M. de Boer
1 vacature 1 vacature 33
R A A D VA N T O E Z I C H T, BESTUUR EN MEDEWERKERS NAAR DE TOESTAND VAN 31 DECEMBER 2012
Raad van Toezicht
Sector Hulpverlening
DRS. J.M.L. FRANSMAN, VOORZITTER MEVR. MR. Y.B. WALVISCH-STOKVIS, VICE-VOORZITTER DRS. R.P. BARUCH MEVR. DRS. A. CORONEL DR. M.K. VAN DER HEIJDEN MR. D.M. VAN KLAVEREN DRS. G.D. SOESAN
MW-TEAM
Bestuur DRS. H.G. VUIJSJE, ALGEMEEN DIRECTEUR-BESTUURDER MEVR. H.M. KOK-CARSTENS, PLV. ALGEMEEN DIRECTEUR-BESTUURDER
Managementteam DRS. H.G. VUIJSJE, VOORZITTER MEVR. H.M. KOK-CARSTENS, SECTORMANAGER ‘HULPVERLENING’ EN ‘THUISZORG’ DRS. R.H.H.M. MOSCH, RA, SECTORMANAGER ‘FINANCIËN & AUTOMATISERING’ P. BUITENHUIS, SECTORMANAGER FINANCIËN A.I. (BUREAU EFK) DRS. A.J. AGSTERIBBE, BESTUURSSECRETARIS
MEVR. J.L.I. TAMSE, LEIDINGGEVENDE MAATSCHAPPELIJK WERKTEAM MEVR. S.J. BRUINSMA MEVR. E. COHEN MEVR. H. VAN EMDEN-PELS MEVR. K. GORDON MEVR. J.M. GROOT M.M. GRÜNFELD MEVR. W. HOFMAN D. HOUTKRUIJER MEVR. E.R.L. HUITEMA MEVR. L. JEURISSEN-VAN LAAR MEVR. Y. DE JONG MEVR. C.F. JOSEPH-SZWAJCER MEVR. I.P. PALACHE-SOMMER, GEDETACHEERD IN ZIEKENHUIS AMSTELLAND MEVR. M.G. PAUKA MEVR. J. DE ROND MEVR. E.E. SCHOLTENS MEVR. E. VAN STRATUM MANAGEMENTONDERSTEUNING
MEVR. A. VAN DRIEL-VAN DORT MEVR. J.C. HAGENAAR ONDERSTEUNING MW-TEAM
Staf- en aandachtsfunctionarissen MEVR. C. ANSTADT, ZORG & PREVENTIE MEVR. B.D. KATZENSTEIN, KWALITEITS- EN AANDACHTSFUNCTIONARIS HULPVERLENING W.J. KOOPMANS, KWALITEITS- EN AANDACHTSFUNCTIONARIS THUISZORG DRS. C.M. KOOYMAN, STAFFUNCTIONARIS ONDERZOEK MEVR. DRS. A.N.J. PELS-LOOIJEN, AANDACHTSFUNCTIONARIS PASTORAAL WERK R. HOOGCARSPEL, PERSONEELSADVISEUR / MANAGER SALARISADMINISTRATIE
MEVR. L. BIEKRAM-OEDIET DOEBÉ MEVR. G. RONNER MEVR. D.C. STUBBE REGIO ZUID-HOLLAND/ZEELAND
MEVR. J. BLANS D. HOUTKRUIJER MEVR. E.R.L. HUITEMA MEVR. M.G. PAUKA
ALGEMENE ZAKEN & FACILITY MANAGEMENT
MEVR. M. RIETVELD MARKETING EN PR
M.U. KOTEK
Kantoren HOOFDKANTOOR AMSTERDAM De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam 020-577 65 77 ARNHEM 026-445 12 89
34
EINDHOVEN 040-243 45 45 ENSCHEDE 053-431 85 02
GRONINGEN 020-577 65 77 DEN HAAG 070-355 56 72 ROTTERDAM 010-466 86 66 BENJAMIN SERVICEPAKKET 020-577 68 77
Sector Zorg & Preventie
Ondersteunende afdelingen
JOODSE ACTIVITEITEN
DIRECTIESECRETARIAAT
FINANCIËLE ADMINISTRATIE
MEVR. C. ANSTADT EN MEVR. J. DROP, HOOFDEN MEVR. R.M. VAN DEN BERG MEVR. DRS. S. ENSEL-AVNI MEVR. DRS. S. FEIRABEND MEVR. M. FUCHS-GRÜNBERG (GROEPSMAATSCHAPPELIJK WERK) MEVR. T. HARMSEN MEVR. M.F. SAMSON MEVR. DRS. B.L. TANENBAUM
MEVR. DRS. J.H.M. BUESINK, HOOFD MEVR. J.J.M. DE BOER, MSC. MEVR. M.E.A. DEKKER-VAN DOORN, MEVR. T. LIJESEN
A.M. MEIJER, HOOFD MEVR. G. VAN CLEEF-MINNESMA MEVR. DRS. M. KRAAKMAN (BUREAU EFK) MEVR. DRS. K.R. MAKKER (BUREAU EFK) MEVR. S. VAN DER TERP
RECEPTIE
SALARISADMINISTRATIE
MEVR. M. DRESDEN-REENS MEVR. L.F.C. DE GROOT S. HEESAKKERS MEVR. M. DE JONG-KASPIN MEVR. S.A. SCHUTTEN-KLAASSEN MEVR. K.N. VIS
MEVR. G. VAN CLEEF-MINNESMA MEVR. M.E.A. DEKKER-VAN DOORN MEVR. T.J. VAN ZOEN-HAAN
SECRETARIAAT
MEVR. M. VAN DEN BERG-SLOK MEVR. A. ORANJE
PERSONEELSADMINISTRATIE
VRIJWILLIGERSWERK
MEVR. C. ANSTADT, HOOFD MEVR. E.S. DE VRIES, COÖRDINATOR
HUISHOUDELIJKE DIENST
Y. BABILA MEVR. C. HERGAARDEN MEVR. A. ROOT MEVR. CH. MARAPIN-BISESSER
OUDERENWERK
MEVR. J. DROP, HOOFD MEVR. R.M. VAN DEN BERG MEVR. I. HIRSCH MEVR. M. OEI-JAS SECRETARIAAT
MEVR. G. TSAO
Sector Thuiszorg PH.R.A. RUBENS, INDICATIE-ADVISEUR J.B. TOFF, HOOFD J. KOS, ZORGMANAGER MEVR. A. LASSOOY-BERMON, PLANNING EN COÖRDINATIE
C.P. VREE, PLANNING EN COÖRDINATIE SECRETARIAAT
J. KOS, HOOFD MEVR. E.M. VAN DEN ANKER MEVR. N. BOJCIC-DE WAARD M. KOS MEVR. I. RUIZ-CLAVIJO JIMENEZ MEVR. R.M. SPIJKERMAN THUISHULPEN A
MEVR. J.P. AARNOUDSE MEVR. A.C. ADRIAANSE MEVR. S. AFEWERKI E. ALBERTS MEVR. E.M. VAN DEN ANKER J.D. BATSTRA MEVR. S. BERHANE MEVR. N. BOJCIC-DE WAARD MEVR. J.M. CHAVEZ CISNEROS MEVR. L. CORNELISSE MEVR. E. VAN DAPPEREN MEVR. O. DROLSBACH MEVR. R. FIKSE MEVR. J.I.M. FORST MEVR. N.F. GHOBRIAL BARSOUM M.J. GOUMAN A.B. GROEN S. GROSSFELD MEVR. M.W. DE HAAN-MARCUS
MEVR. J.M. HOEKSTRA E. ICHIE MEVR. A DE JONG MEVR. B. KASSA MEVR. L.F. KATTENBERG MEVR. N.S. KENVYN R.J. KRAAIJPOEL J.M. LUITJES MEVR. L.J. MADERN L.J. MALIEPAARD MEVR. W.W. MEIJNEKE-GALL W.W.A.. MES MEVR. L. MEULEMEESTER MEVR. C.E. MULDER MEVR. L.S. NOORDWIJK MEVR. E. NOORLAG V. NOUWEN MEVR. S.A.S. VAN OMMEREN S.T. VAN OSNABRUGGE O.J. PRAVNIK MEVR. I ROMEIJNDERS M.J. DE ROOIJ MEVR. R.C. ROSEBEL MEVR. A. RUIZ-CLAVIJO JIMENEZ MEVR. R. RUIZ-CLAVIJO JIMENEZ MEVR. F. RUSSCHEN MEVR. F.S. RUTTE R.J. SIBON J. SMID MEVR. J.E. STRAESSER E. SURYANTO MEVR. A.N. TESFAY MEVR. A.H. VERHOEF MEVR. R.F. DE VRIES-BORGMAN MEVR. E.E.K. WIGGERMANN C.M. WIJNBERG
MEVR. M.E. ZUNDER MEVR. M.L. HALDEN MEVR. S.P. KERMAN VERZORGENDEN B
MEVR. E. VERSTEEGH-VAN DER HOOP J.K. TER BORG MEVR. T. BRONKHORST-KLEPNER MEVR. Y. BRONKHORST MEVR. C.R. COHEN-PERES MEVR. S.E. VAN DAM MEVR. I.A.C. DEKKER MEVR. G. GALEMA MEVR. K. GEBISSA MEVR. L.R. GOUDSMIT MEVR. A.R. GUNPUTSING MEVR. M.H.M. HERKUL MEVR. S. VAN HUIDEN-INO MEVR. M. DE JONG MEVR. J.M. KRAAIJEVELD MEVR. E. KROEZE MEVR. M. KUIN MEVR. M.B. LAMBERT G.A.J.G.R. LANGHOUT D. LEERINK MEVR. D. LI J.M. LUITJES G. MEIJER MEVR. I.F. MIDDENDORP MEVR. M.M. MIJNALS H.P. MOL J. MURRIS MEVR. D.D. NESLO MEVR. M. QUAADVLIET-HARNIK MEVR. J. REBEL-DEKKER
MEVR. I. RUIZ-CLAVIJO JIMENEZ MEVR. A.A.M. SCHOLTEN MEVR. J.M. SELTEN MEVR. J. SIEGEL MEVR. M.C.F.A. VAN STRATEN C.P. VREE MEVR. R.F. DE VRIES-BORGMAN MEVR. H.E. ZINHAGEL VERZORGENDEN C
MEVR. L.L. BOLDEWIJN MEVR. S. DUHEN MEVR. R.C. ROSEBEL C.P. VREE MEVR. N.C.I. WIMPEL MEVR. Y. ZWAAL-ARAMI VERZORGENDE D
MEVR. A. LASSOOIJ-BERMON VERZORGENDEN E
MEVR. O. BAAS MEVR. R.E. BENISTANT-REISS WIJKZIEKENVERZORGENDE
MEVR. E.N. VOS-MAAT
35
FINANCI EEL V ER SL AG Ba l a n s p e r 31 d ecemb er ACTIEF Vaste activa Materiële vaste activa
2012
€
32.231
Exploitatierekening 2011
€
93.479
Vlottende activa Vorderingen Debiteuren Rekeningen-courant Vorderingen uit hoofde van financieringstekort Zorgkantoor AWBZ Overige vorderingen overlopende activa
Begroting 2012
Exploitatie 2011
€
€
€
Subsidies Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Overige opbrengsten
3.443.884
3.493.590
3.601.805
1.362.118 707.891
1.288.401 336.444
1.231.896 726.987
Som van de bedrijfsopbrengsten
5.513.893
5.118.435
5.560.688
73.542 569.997
49.467 227.241
-8.965
-20.968
Lasten
328.781 963.355
594.177 849.917
625.338
571.848
Som der vlottende activa
1.588.694
1.421.765
Personeelskosten Afschrijvingen Huisvestingskosten Kantoorkosten Algemene kosten Specifieke kosten
5.287.622 65.443 271.890 339.651 299.310 149.520
5.183.692 69.100 309.125 318.730 292.551 204.840
5.153.885 43.436 267.256 307.041 235.528 145.934
Totaal
1.620.925
1.515.244
Som van de bedrijfslasten
6.413.436
6.378.038
6.153.080
0
0
-899.543
-1.259.603
-592.392
0
0
899.543
1.259.603
592.392
0
0
42.403
38.756
0
0
0
137.596
103.694
357.800 0
371.462 33.369
1.083.126
967.963
1.578.522
1.476.488
1.620.925
1.515.244
Liquide middelen
Passief Eigen vermogen Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen Voorzieningen
36
Baten
Exploitatie 2012
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Rekeningen-courant Overige schulden overlopende passiva
Totaal
Exploitatiesaldo vóór bijdrage diverse Joodse fondsen Bijdrage Joodse fondsen Exploitatiesaldo na bijdrage diverse Joodse fondsen
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het bestuur van Stichting Joods Maatschappelijk Werk De in dit verkort financieel verslag opgenomen samengevatte jaarrekening, bestaande uit de samengevatte balans per 31 december 2012 en de samengevatte staat van baten en lasten over 2012 met bijbehorende toelichtingen, is ontleend aan de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Joods Maatschappelijk Werk te Amsterdam over 2012. Wij hebben een goedkeurend oordeel verstrekt bij die jaarrekening in onze controleverklaring van 28 maart 2013. Desbetreffende jaarrekening en deze samenvatting daarvan, bevatten geen weergave van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden sinds de datum van onze controleverklaring van 28 maart 2013. De samengevatte jaarrekening bevat niet alle toelichtingen die zijn vereist op basis van Richtlijn 640 ‘Organisaties zonder winststreven’ van de Nederlandse Raad voor de Jaarverslaggeving. Het kennisnemen van de samengevatte jaarrekening kan derhalve niet in de plaats treden van het kennisnemen van de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Joods Maatschappelijk Werk.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de samengevatte jaarrekening op basis van onze werkzaamheden, uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands Recht, waaronder Standaard 810, “Opdrachten om te rapporteren betreffende samengevatte financiële overzichten”. Oordeel Naar ons oordeel is de samengevatte jaarrekening in alle van materieel belang zijnde aspecten consistent met de gecontroleerde jaarrekening van Stichting Joods Maatschappelijk Werk voor het jaar geëindigd op 31 december 2012 in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in pagina 9 en 10 van de toelichting. Amsterdam, 19 augustus 2013 PricewaterhouseCoopers Accountants N.V. Origineel getekend door M. Septer RA
Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opstellen van een samenvatting van de gecontroleerde jaarrekening in overeenstemming met de grondslagen zoals beschreven in pagina 9 en 10 van de toelichting. 37
E VA, ADI EU Na bijna 25 jaar bij JMW gewerkt te hebben, ging Eva de Baat eind augustus 2012 met pensioen. Op 1 september 1988 werd zij aangesteld als leidinggevend sociaal cultureel werker bij Cultureel Clubhuis Beth Simcha in Amsterdam. Onder haar leiding floreerde dit clubhuis voor ouderen. Met betrokkenheid en creativiteit gaf Eva samen met haar team vorm aan de activiteiten van Beth Simcha. Veel aandacht had zij ook voor de individuele deelnemer. Ouderen klopten vaak speciaal bij haar even aan om hun hart te luchten of gewoon even een praatje te maken. In de loop van de jaren maakte het ouderenwerk een aantal veranderingen door. Met zorg begeleidde zij in 1990 de verhuizing van Beth Simcha van de Lairessestraat in Amsterdam Zuid naar het pand van Beth Shalom in Buitenveldert. In 1996 werd Eva hoofd van de afdeling Ouderenwerk Amsterdam. Dit betekende dat de activiteiten voor ouderen niet meer beperkt bleven tot activiteiten in het clubhuis, maar uitgebreid werden tot welzijnsvoorzieningen en activiteiten voor Joodse ouderen op diverse plaatsen in Amsterdam. Eva was iemand die grote waarde hechtte aan kennis op het gebied van de ouderenzorg. Zij vond het heel belangrijk kennis te nemen van nieuwe ontwikkelingen en zorgde ervoor dat zowel zij als haar teamleden die kennis ook opdeden door middel van literatuur en het bezoeken van symposia.
R E N É E , A D IE U Na bijna 13 jaar op het directiesecretariaat te hebben gewerkt heeft Renée Hoogenraad in 2012 afscheid genomen van JMW. Op 10 juni bereikte zij de pensioengerechtigde leeftijd. Renée kwam op 1 juli 1999 in dienst als secretaresse op het directiesecretariaat met als voornaamste aandachtsgebied personeelszaken. Daarnaast was zij notulist van de Cliënten- en deelnemersraad en later ook van de Gemeenschapsraad. Zowel in het jaar 2000 als in 2009 heeft zij met veel enthousiasme de Commissie voor Demografie en de staffunctionaris onderzoek geassisteerd bij de uitvoering van twee sociaaldemografische onderzoeken naar de Joden in Nederland. Ook was zij betrokken bij de totstandkoming van een aantal andere publicaties van JMW en de presentatie ervan. Renée werd zeer gewaardeerd om haar collegialiteit, haar nauwgezetheid en haar opgewekte karakter. Haar collega’s konden altijd een beroep op haar doen.
TO N, ADI EU
38
Na een dienstverband van bijna 25 jaar nam Ton Meijer als hoofd van de financiële afdeling eind 2012 afscheid van JMW. Ton was niet alleen hoofd van de afdeling, waartoe ook de salarisadministratie behoorde, hij was de spil waar je niet omheen kon: Ton wist wat de ‘cijfertjes van JMW’ betrof alles van alles, tot in detail en tot in een ver verleden! Hoe vaak was de directie of de staf niet verlegen om de cijfers, ‘zo snel mogelijk’, en hoe vaak beantwoordde Ton de vraag niet al voordat je was uitgesproken? Bij Ton was de vraag stellen, haar beantwoorden! Ook in die zeldzame gevallen waarin de cijfers niet ‘voor het oprapen’ waren vond Ton altijd een weg ze te vinden. In alle gevallen werd de vraagsteller daarna getrakteerd op een gezellig gesprekje over privé-aangelegenheden. Directie en medewerkers zullen Ton, die van zijn pensioen gaat genieten, missen; de instelling is hem grote erkentelijkheid verschuldigd en wenst hem, zijn gezin en verdere familie een gelukkige toekomst.
I N M E M OR IA M Na een slopende ziekte overleed op12 maart 2013 onze sectormanager ‘Financiën en Automatisering’, Ruud Mosch, slechts 58 jaar oud. In de bijna 11 jaar waarin Ruud als lid van het managementteam uitvoering gaf aan zijn taken heeft de instelling hem leren kennen als een toegewijde en bescheiden man. Zijn achtergrond als register accountant deed hem spreken met groot gezag, zijn achtergrond als mediator maakte hem tot een lid van het MT dat ermee kon leven dat zijn ‘financiële boekhouding’ ten dienste stond van de core business, de hulpverlening, en geen doel op zich zelf was. Bovenal was Ruud echter een buitengewoon aimabel mens, die de instelling zal missen.
39
De Lairessestraat 145-147 1075 HJ Amsterdam Telefoon 020-577 65 77 Telefax 020-577 65 00
[email protected] www.joodswelzijn.nl