Jaarverslag Jaarverslag Stichting Groennetwerk

Jaarverslag 2010

_______________________________________________________________________________ Jaarverslag Stichting Groennetwerk 2010

1

Colofon Uitgave: Stichting Groennetwerk, februari 2011 Secretariaat: Kerklaan 7, 3851 JV Ermelo Website: www.groennetwerk.nl E-mail: [email protected]

Teksten en foto’s: diverse personen Foto Oehoe voorkant: Rob Feber Vormgeving: Ina Doppenberg

Druk: Accent Graficenter, Putten

Omslag is digitaal gedrukt op 250g Biotop FSC Mixed Credit Binnenwerk 120g Biotop FSC Mixed Credit SCS-COC-00652-CH


2

Inhoudsopgave Voorwoord ................................................................................................................ 4 Inleiding ................................................................................................................... 6 Werkgebied Stichting Groennetwerk ............................................................................. 9 Uit het bestuur .......................................................................................................... 10 Organigram Stichting Groennetwerk ............................................................................. 12 Projecten en netwerkbrede activiteiten 2010 .................................................................. 13 Districtsbijeenkomst Groennetwerk Noord-Veluwe ..................................................... 13 Reguliere bijeenkomsten Groennetwerk Apeldoorn..................................................... 14 Reguliere bijeenkomsten Groennetwerk Achterhoek ................................................... 15 Project afhandeling wildaanrijdingen........................................................................ 15 Werkgroep Praktijkdagen 2010 ............................................................................... 19 Gelderse Handhavingweek 2010 ............................................................................. 20 Project Natuurkalender 2010 .................................................................................. 23 Toezicht op ruimtelijke ontwikkelingen (deelproject Natuurkalender 2010) .................... 24 Diverse acties vanuit de netwerken............................................................................... 25 Externe contacten en PR ............................................................................................. 40 De Groennetwerken in cijfers ....................................................................................... 45


3

Voorwoord Een van de laatste dingen die ik als voorzitter van de Vereniging Politie Dieren- en Milieubescherming (PDM) waarschijnlijk doe, is het voorwoord schrijven bij dit jaarverslag van de Stichting Groennetwerk. Een stichting waar ik wel wat mee heb en waarvan de leden ongelooflijk goed werk doen. Dit jaarverslag geeft daar inzicht in. Zij zijn niet de enigen die in het veld actief zijn, er zijn ook vele anderen, georganiseerd of niet in vereniging of stichting. Dat is nodig ook. Hetgeen we in Nederland nog aan natuur hebben kan helaas niet zonder dat er mensen zijn die zich inzetten om deze te beschermen en te behouden. Dit vooral omdat er ook mensen zijn, en activiteiten van mensen, die deze natuur bedreigen. Dat vraagt helaas om regels en helaas ook om mensen die bereid zijn de naleving van de regels te controleren en zo nodig af te dwingen. Het helpt dan wel als die regelgeving eenduidig, helder en vooral handhaafbaar is. Eenduidig omdat het lastig is als in gemeente A of provincie B dingen toegestaan zijn die elders verboden zijn. De ‘burger’ begrijpt dat lang niet altijd vanzelf. Helder omdat zowel burgers als handhavers erbij gebaat zijn dat wat beschreven is, ook direct goed begrepen wordt en er niet eerst discussiegroepen aan de slag moeten om de strekking van de wetgeving helder te krijgen of er gewacht moet worden op jurisprudentie. Handhaafbaar omdat regelgeving die zo vaag is dat niet helder is hoe en wat er geregeld is, en/of er onduidelijk is wat wel dan wel niet mag, toezicht en controle onmogelijk maakt. De Vereniging Politie Dieren- en Milieubescherming probeert invloed uit te oefenen om te komen tot handhaafbare weten regelgeving en geeft via haar blad en via de website informatie over hoe aan toezicht en controle vorm kan worden gegeven. Met voorbeelden van praktijkervaringen wordt dat ondersteund. Maar daarmee zijn we er natuurlijk niet. Dan moeten er ook nog organisaties en mensen zijn die toezicht en controle uitoefenen. Gelukkig zijn die er, ook binnen de Stichting Groennetwerk. Van hun werkzaamheden geeft dit jaarverslag een beeld. Hoewel ik als voorzitter van PDM terug zal treden, betekent dit niet dat ik niet meer betrokken wil zijn bij dieren- en milieubescherming in brede zin. Zowel binnen PDM als in besturen van andere stichtingen zal ik blijven proberen een bijdrage te leveren, al zal die vaak meer facilitair dan operationeel zijn. De basis van dieren- en milieubescherming wordt echter gevormd door hen die wel operationeel actief zijn, zeg de werkers in het veld. Hun werk en inzet is echt van onschatbare waarde. Hun focus moet ook gericht kunnen zijn op die operationele activiteiten waar ze goed in zijn. Ik bedoel daarmee te zeggen dat zij niet gehinderd zouden moeten worden door bestuurlijke, juridische, organisatorische of financiële problemen. Daar horen anderen zich zorgen over te maken en zelf zal ik ook daar een bijdrage in willen blijven leveren.


4

Wat de Stichting Groennetwerk in haar relatief korte bestaan heeft gepresteerd is knap. Wat hier gepresteerd is, verdient landelijk brede navolging. Bewezen is dat met inzet en doorzettingsvermogen opsporingsambtenaren van verschillende organisaties tot een uniforme efficiënte en effectieve manier van werken komen bij de handhaving van (groene) wetgeving en daarmee verbonden taken. Dat leidt tot veilige en schone natuurgebieden waar planten en dieren zich thuis voelen en waar gepast recreëren mogelijk is en blijft. Die continuïteit wens ik plant, dier en mens toe, in het besef dat dan de activiteiten zoals uitgevoerd en ondersteund door de leden van de Stichting Groennetwerk nodig blijven. Woerden, februari 2011 Hans Papeveld, Voorzitter van de Vereniging Politie Dieren- en Milieubescherming.


5

Inleiding Voor u ligt het jaarverslag 2010 van de Stichting Groennetwerk (SGN), de rechtspersoon van de hierin opgenomen Groennetwerken Noord-Veluwe, Apeldoorn en Achterhoek. Voor alle drie de groennetwerken geldt een samenwerkingsverband waar zowel de groene(milieubeschermingrecht) als de grijze- (milieuhygiënerecht) buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) en andere partners, zoals de politieregio Noord- en Oost-Gelderland en de Koninklijke Marechaussee (KMAR) aan deelnemen. De BOA’s van deze groennetwerken zijn in dienst van o.a. de provincie Gelderland en Flevoland, diverse gemeenten, natuurterreinbeherende instanties zoals het Geldersch Landschap, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, het Kroondomein, de RGV en van diverse particuliere grondeigenaren. Qua natuur en cultuur, sluiten de werkgebieden van de groennetwerken perfect op elkaar aan en geografisch zijn ze congruent aan de politieregio Noord- en Oost-Gelderland. Doelstelling van de drie groennetwerken is de bevordering van de samenwerking in de handhaving, kennisuitwisseling en overdracht en het gezamenlijk draaien van projecten met als onderliggende filosofie dat een gezamenlijke aanpak van een milieuprobleem efficiënter is waardoor meer milieuwinst wordt geboekt. Milieuwinst dient in deze te worden gelezen als een mooier, schoner, gezonder en veiliger leefomgeving.

Binnen het Groennetwerk Noord-Veluwe waren in 2010 in totaal 67 personen actief. Binnen dit netwerk dat overeenkomt met het werkgebied van het politiedistrict Noordwest-Veluwe zijn twee toezichtkringen operationeel waaraan naast 53 BOA’s ook de KMAR, de politie en 1 medewerker van de Regio Noord-Veluwe deelnemen. Voor het Groennetwerk Apeldoorn waren in 2010 44 personen actief waarvan 42 BOA’s, 1 persoon werkzaam bij de politie en 1 vanuit de gemeente Apeldoorn. Binnen het Groennetwerk Achterhoek waren in 2010 ook 44 personen actief waarvan 37 BOA’s en 7 medewerkers vanuit de politie.


6

In dit jaarverslag komen diverse onderwerpen en activiteiten die in 2010 hebben plaatsgevonden aan bod. Tevens wordt informatie gegeven rondom de aantallen wildaanrijdingen en de behaalde resultaten van de groennetwerken. Onder het hoofdstuk diverse acties maken we, net als voorgaande jaren, ruimte voor de BOA zelf. In dit hoofdstuk staan verhalen van de BOA’s uit de diverse groennetwerken. Verhalen uit de dagelijkse praktijk dus. In dit jaarverslag staan we ook weer stil bij de externe communicatie. De stichting is in 2010 veelvuldig in het nieuws geweest. Net als voorgaande jaren hebben de Groennetwerken Noord-Veluwe, Apeldoorn en Achterhoek opnieuw aangetoond dat ze in een grote behoefte voorzien. Hoewel het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) ‘Natuur’ als een van de prioritaire aandachtvelden heeft gekwalificeerd, lijkt dit onderwerp landelijk bezien niet echt een hoge prioriteit te krijgen. Goede uitzonderingen daar gelaten natuurlijk en één van deze uitzonderingen vinden we terug in het werkgebied van de Stichting Groennetwerk. Zowel kwalitatief al kwantitatief wordt er in Noord- en Oost-Gelderland stevig aan de weg getimmerd op het gebied van groentoezicht en de afhandeling van wildaanrijdingen. Over beide onderwerpen vindt de lezer in dit jaarverslag de nodige informatie. Stevig onderbouwd op basis van projectplannen, eigen doelstellingen, sfeervolle verhalen en harde cijfers. Op vrijdag 4 juni 2010 vierde de Stichting Groennetwerk haar 5-jarig jubileum en werd een eigen ‘steunpunt’ op het Landgoed Tongeren geopend. Vele vrijwilligers leverden een grote inzet om een betrekkelijk simpele schuur om te bouwen tot een volwaardig eigen onderkomen waaruit wij nu tal van activiteiten organiseren. Vergaderingen van het bestuur, de stuur- en werkgroepen, praktijkdagen, cursussen en trainingen en ook tal van handhavingacties vinden plaats in of vanuit ons eigen steunpunt. Het bestuur is met recht trots op de inzet die hier is geleverd en beschouwt het onderkomen inmiddels als één van de visitekaartjes van de stichting. Hiervoor past in dit jaarverslag ook een gepast: ‘bedankt vrijwilligers’! Tevens zijn we het Landgoed Tongeren erkentelijk voor de geboden mogelijkheid. Op deze datum is ook afscheid genomen van Gerrit Hobbelink als voorzitter van de stichting. Harry Kremer neemt het stokje als voorzitter over. Het plein voor het ‘steunpunt’ werd omgedoopt tot “Groennetwerkplein”.


7

Het lijkt er soms op of we in de afgelopen vijf jaar zijn doorgegroeid tot een goed geoliede machine die slechts af en toe een druppel olie behoeft. Wel, het loopt wellicht wat vanzelfsprekender dan in het begin, maar van achterover leunen is beslist geen sprake. Met elkaar herkennen we steeds weer nieuwe tekortkomingen en voeren we steeds weer verbeteringen door. Ook andere inzichten en veranderende wetgeving en jurisprudentie maakt dat we continue scherp moeten blijven op ons groene werkveld. Dit doen we door ondermeer de organisatie van praktijkdagen, de deelname aan bijspijkercursussen en door waar mogelijk regionaal of landelijk de aandacht te vragen voor de noodzaak van toezicht en handhaving. Zo bood het LOM-congres, gehouden op 9 september 2010 te Rotterdam, ons de gelegenheid onze werkwijze uit te dragen aan ruim 900 handhavers uit het hele land. Dat brengt ons uiteindelijk bij de PR-commissie. Deze heeft tot doel onze werkwijze uit te dragen en doet dit mede met behulp van onze voorlichtingsstand, het opmaken en verspreiden van folders, gebruik van de media en soms zelfs de deelname aan een TV-uitzending. In slechts enkele zinnen is getracht inzicht te geven in de werkzaamheden en de werkwijze van de Stichting Groennetwerk. Veel meer daarover leest u verderop in dit jaarverslag. Algemeen: In dit jaarverslag komen zowel de namen van het voormalige ministerie van LNV en de AID voor, naast de nieuwe benaming ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie EL&I en de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA). Om het jaarverslag tot een succes te maken hebben veel personen een bijdrage geleverd in de vorm van teksten, gegevens en foto’s. Vanaf deze plaats willen we deze personen hartelijk bedanken voor hun inzet. Het bestuur van de Stichting Groennetwerk.


8

Werkgebied Stichting Groennetwerk

Groennetwerk Noord-Veluwe omvat negen gemeenten, te weten Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Elburg, Oldebroek, Hattem, Heerde en Epe. Groennetwerk Apeldoorn omvat de gemeenten Apeldoorn, Voorst en Brummen. Groennetwerk Achterhoek omvat tien gemeenten, te weten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen.


9

Uit het bestuur Wat moet ik nu? En toch een goed gevoel! Bij het plannen van de vulling van dit jaarverslag had ik bij de PR-commissie aangegeven dat ik wel een stukje vanuit het bestuur wilde schrijven. Ik had een paar onderwerpen in mijn hoofd dus het zou een makkie worden. Dacht ik. Maar alsof de duvel ermee speelde, de onderwerpen losten allemaal op in rook. Mijn onderwerp over de wildaanrijdingen werd ingehaald door onderlinge afstemming. Iets zeggen over de stichting en het omgaan met de jacht, bleek een beetje een open deur toen ik er met iemand over in gesprek raakte. En aandacht besteden aan de onderlinge communicatie was het ook niet bleek na een gesprek met een collega uit het bestuur. Dit gebeurde in de periode vanaf kerst tot en met de tweede week van januari waarin ik door privéomstandigheden geen tijd had voor de stichting. Ik zat aardig in de rats en ik kwam niet tot een nieuw goed onderwerp. Ondertussen kwam het concept van het jaarverslag al via de mail binnen. Ik ging het lezen met de intentie dat ik ergens in de onderwerpen een gaatje zou vinden dat ik zou kunnen invullen, maar dat bleek niet het geval. Alle onderwerpen waren erg goed beschreven, vanaf het voorwoord tot aan het eind. Alleen vlak voor het eind een lege bladzijde: die moest ik invullen! Als kersverse voorzitter van de stichting voelde ik me door mijzelf behoorlijk in mijn hemd gezet. Maar bij het lezen viel me langzamerhand wel iets op. Ik werd vanaf het begin gepakt door de onderwerpen. Sommige stukken waren zakelijk en goed voorzien van informatie. Andere stukken, vooral de verhalen uit de praktijk, waren van kleurrijk tot spannend. Het hele jaarverslag las ik met rode oortjes! En dat was toch wel een bijzondere ervaring! Vanaf 2005 zijn er jaarverslagen opgesteld, die waren goed. Ik heb ze allemaal nog even snel bekeken en ze zitten gedegen in elkaar. Dus daar zit het verschil niet. Natuurlijk was het in het begin moeilijker om een goed samenhangend verhaal op papier te krijgen, daarin zie je ook een opbouw door de jaren heen. De lay-out is ook veranderd; van eerst alleen tekst naar steeds meer ondersteuning van prachtige foto’s. De overzichten in cijfers worden per jaar steeds helderder. Om kort te gaan: elk jaar komt er blijkbaar een schepje bovenop, waardoor het geheel steeds professioneler wordt. Maar wat gaf mij nu die rode oortjes? Ik kan daar twee dingen voor noemen. Allereerst heeft de stichting door de jaren heen meer body gekregen. Vanuit de stevige constructie op de Noord-Veluwe kwam eerst de aansluiting van Apeldoorn in 2006 en sinds 2009 is er de uitbreiding met de Achterhoek. Hoewel uitbreidingen spannend zijn in de zin van ‘kunnen we het wel trekken?’ heeft het ons als club denk ik goed gedaan. We zijn robuuster, groter en sterker geworden. Dat wordt met dit jaarverslag manifester dan het was.


10

Maar het heeft meer gebracht. Als je nu dit jaarverslag leest of hebt gelezen, dan hoop ik dat je hetzelfde gevoel krijgt als ik kreeg bij het lezen van al die verschillende artikelen: Trots!! Want juist door de uitbreidingen brengen de stukken voor dit jaarverslag het geheel naar een hoger plan. Je leest niet alleen goede stukken, maar ook betrokken stukken, stukken die er inhoudelijk toe doen! Er staat geen flauwekul, geen prietpraat, geen praatjes voor de vaak, maar je leest en voelt saamhorigheid en verantwoordelijkheid. En het heeft een uitstraling die warm is en die je als netwerk een gevoel van veiligheid geven. We doen het samen op een professionele manier en met een hoge mate van liefde voor het vak. En die liefde komt vanuit alle drie de windstreken binnen de stichting: vanuit de Noord-Veluwe, Apeldoorn en de Achterhoek! Ja, dat is het dus: we kunnen trots zijn op de stichting!! Harry Kremer, voorzitter.


11

Organigram Stichting Groennetwerk


12

Projecten en netwerkbrede activiteiten 2010 In 2010 werden door de drie Groennetwerken onderstaande projecten en activiteiten uitgevoerd.

Districtsbijeenkomst Groennetwerk Noord-Veluwe Het Groennetwerk Noord-Veluwe bestaat praktische gezien uit twee kringen; kring Oost en kring West. Vaak trekken de BOA’s uit beide kringen gezamenlijk op, bijvoorbeeld tijdens actiedagen, maar daarnaast komen ze met een zekere regelmaat bijeen in hun ‘eigen’ kringbijeenkomsten. Eénmaal per jaar, tijdens het voorjaar, vind er een bijeenkomst plaats voor alle BOA’s van de Noord-Veluwe. In 2010 vond deze traditionele ‘voorjaarsbijeenkomst’ plaats op 10 maart in de werkschuur van het Geldersch Landschap te Staverden. Tijdens deze bijeenkomst gaf de heer Adriaan Smeenk van het Waterschap Veluwe een korte presentatie over de gevolgen van de Waterwet die op 22 december 2009 van kracht is geworden. Peter Pfaff gaf een presentatie over reptielen en amfibieën en de flora- en faunawet. De heer Jaap Tadema van Functioneel Parket te Zwolle en mevrouw Jenny Hustinx van het OM in Zutphen beantwoordden enkele vragen van de aanwezige BOA’s. Na de pauze gaf Gerrit Hobbelink, voorzitter van de stichting een toelichting op het nieuwe project Natuurkalender dat op 1 maart 2010 van start was gegaan. In dat licht gaf de heer Bert Kaspers van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) een korte reactie op het projectplan en de visie vanuit het LOM op natuurhandhaving. De bijeenkomst werd beëindigd met de overhandiging van het jaarverslag 2009 aan de heer Jan van den Bosch, wethouder en locoburgemeester van de gemeente Ermelo. Zoals gesteld hebben de BOA’s uit kring Oost en West ook enkele keren per jaar een eigen bijeenkomst. Hier staat vooral het aanhalen van de onderlinge banden, het uitwisselen van wetenswaardigheden en de informatieverstrekking centraal. Vaak ook vormen deze bijenkomsten aanleiding tot gezamenlijke acties. Soms doordat enkele BOA’s de handen ineen slaan om samen een gemeenschappelijk probleem aan te pakken, maar soms ook door met z’n allen spontaan een gezamenlijke actiedag te organiseren. In 2010 is dat een paar maal gebeurd met mooie resultaten.


13

Reguliere bijeenkomsten Groennetwerk Apeldoorn In 2010 zijn er wat wijzigingen doorgevoerd voor de BOA’s van het Groennetwerk Apeldoorn. De vergaderfrequentie is teruggebracht naar vier keer per jaar. Daarnaast is overeengekomen om meer tijd te besteden aan gezamenlijke controles. Op 17 maart 2010 was er een bijeenkomst op Emma’s Oord. Hier is aandacht besteed aan het jaarverslag. Peter Pfaff gaf een mooie presentatie over reptielen, amfibieën en de wetgeving. Op 17 april 2010 was de groene actiedag in het kader van de Gelderse Handhavingsweek. We startten vanaf Berg en Bos en deze dag was een groot succes met enkele prachtige resultaten. Naast het feit dat er veel processen-verbaal zijn geschreven, werd er ook assistentie verleend aan de brandweer. De dag is in goede harmonie verlopen en op passende wijze afgesloten. Op 1 juni 2010 tijdens een bijeenkomst op Emma’s Oord gaf Gerrit Hobbelink het stokje voor de BOA’s in Apeldoorn over aan Loes Slingerland. Zij is nu het eerste aanspreekpunt voor de zaken van Apeldoorn en zij zal de vergaderingen voorzitten. Op deze bijeenkomst is met elkaar gezocht naar mogelijke verbeterpunten voor de samenwerking. Op 1 september 2010 was er een actieavond georganiseerd in en rondom Berg en Bos. Het was prachtig weer en er waren veel mensen in het bos. De actie resulteerde in een behoorlijk aantal opgemaakte PV’s. Voor weer een andere avond op 6 oktober 2010 op Emma’s Oord, waren de heren Tak en Mulder van de regionale brandweer uitgenodigd voor een verhaal over natuurbranden. Dhr. Tak wil de contacten met de BOA’s warm houden en zoekt samenwerking in het geval van een natuurbrand. Hier is inmiddels invulling aan gegeven. Gerrit Hobbelink gaf deze avond informatie over hoe je het beste te werk kunt gaan bij volièrecontroles en vertelde het nodige over de bijbehorende wetgeving. De contacten met blauw zijn in 2010 weer opnieuw aangehaald. Dit heeft een positief effect op de samenwerking. Zo trokken we bij het toezicht tijdens de bronst twee avonden gezamenlijk op met zeven collega’s van het blauwe team Apeldoorn-Zuid. De bijeenkomsten worden goed bezocht en bieden nieuwkomers een goede gelegenheid om snel kennis te maken met hun collega’s in het veld. Het jaar is op 10 december 2010 afgesloten met een praatje en een gezellig samenzijn onder het genot van een hapje en een drankje.


14

Reguliere bijeenkomsten Groennetwerk Achterhoek In 2010 is het Groennetwerk Achterhoek vijf maal bijeen geweest in verband met scholing en kennisuitwisseling. Op de bijeenkomst op 24 maart 2010 heeft o.a. de heer Vollenbroek van het Waterschap Rijn en IJssel uitleg gegeven over de gevolgen van de waterwet en Peter Pfaff gaf uitleg over reptielen en amfibieën in relatie met de flora- en faunawet. Het jaarverslag werd uitgereikt aan de heer J. Wesselink, hoofd afdeling Dienstverlening van de gemeente Bronckhorst en voor het nieuwe project ‘Natuurkalender’ werd het startschot gegeven. Op 21 april 2010 was er een excursie naar de regionale meldkamer in Apeldoorn en hebben wij een bezoek gebracht aan de cellen in Apeldoorn. Hier hebben we een rondleiding gehad. De BOA’s konden dit goed waarderen. Op de bijeenkomst van 13 oktober 2010 heeft de heer Mike Mulder van de regionale brandweer Noord- en Oost-Gelderland een presentatie gehouden over de bestrijding van bosbranden waarbij de vraag aan de orde kwam wat BOA’s in het geval van een bosbrand kunnen betekenen. Erwin van de Werf, vrijwillig controleur van de AID, heeft een presentatie gehouden over de controle van volières en fraude met vogelringen. Op 10 november 2010 is er een avond ingelast over de politie strafbeschikking en het invullen van de combibon. Tevens is de top 10 voor wat betreft de fouten aangehaald. We sloten het jaar af met een laatste bijeenkomst op 25 november 2010. Hier zijn enkele mededelingen gedaan maar was het bovenal een gezellig samenzijn met een hapje en een drankje. Alle avonden zijn goed bezocht, werden goed gewaardeerd en boden voldoende gelegenheid om vaktechnische problemen en vragen aan de orde te stellen. Tenslotte mag niet onvermeld blijven, de prima samenwerking met de groene BOAcontactpersonen op de lokale teams. Groen en blauw weten elkaar in de Achterhoek goed te vinden en steunen elkaar regelmatig bij lokale acties.

Project afhandeling wildaanrijdingen Doelstelling

Doelstelling van deze aanpak is het zo snel en effectief mogelijk handelen na een wildaanrijding om aangereden wild te verwijderen, nazoek te doen en dieren zo nodig uit hun lijden te verlossen.

Resultaten

Vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 zijn er in het gebied van het Groennetwerk Noord-Veluwe 703 aanrijdingen met wild geweest. In totaal zijn er 257 reeën, 316 wilde zwijnen, 40 edelherten, 10 damherten, 36 dassen en 44 overige dieren aangereden. Dat is bijna 2 aanrijdingen per dag! Vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 zijn er in het gebied van het Groennetwerk Apeldoorn 330 aanrijdingen met wild geweest. In totaal zijn er 162 reeën, 68 wilde zwijnen, 23 edelherten, 2 damherten, 46 dassen en 29 overige dieren aangereden. Dat is bijna 1 aanrijding per dag!


15

Vanaf 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010 zijn er in het gebied van het Groennetwerk Achterhoek 620 aanrijdingen met wild geweest waarbij het in 567 gevallen een aanrijding van een ree betrof, 20 maal een das en 33 zijn overige dieren. Dat is ruim 1½ aanrijding per dag! Opvallend in het overzicht is naast de grofwildaanrijdingen ook het hoge aantal dassen. Het betrof maar liefst 102 exemplaren in heel NO-Gelderland. Landelijk gezien gaat het goed met de das. Blijkbaar laat zich dat ook afspiegelen in het aantal aanrijdingen. In 106 situaties ging het om een aanrijding met een ander dier, bijvoorbeeld vos of marter. Deze soorten zijn eveneens apart vermeld. Bij nagenoeg alle aanrijdingen kwam er een valwild-verlofhouder van een van de Groennetwerken ter plaatse om het wild af te voeren, nazoek te verrichten of om een aangereden dier uit zijn lijden te verlossen. Het werkelijke aantal aanrijdingen zal naar verwachting hoger liggen omdat niet in alle gevallen ook daadwerkelijke dieren als slachtoffer zijn aangetroffen.


16

Aantal aanrijdingen 2010 In 2010 zijn door de drie Groennetwerken de in onderstaande tabellen opgenomen aantallen geregistreerd. Groennetwerk

ree

wild zwijn edelhert damhert moeflon

das

anders

totaal

Noord-Veluwe

257

316

40

10

0

36

44

703

Apeldoorn

162

68

23

2

0

46

29

330

Achterhoek

567

0

0

0

0

20

33

620

Totaal

986

384

63

12

0

102

106

1653

Na een melding komt een deelnemer (valwild-verlofhouder) die meedoet aan het project afhandeling wildaanrijdingen en piketdienst heeft, op de plaats van het ongeval. Is het aangereden dier al dood, dan wordt het afgevoerd, vaak als biomassa teruggegeven aan de natuur. Soms leeft het dier nog en wordt het met een vangschot uit zijn lijden verlost. Wordt er geen dier aangetroffen maar zijn er wel aanwijzingen van een aanrijding, dan wordt met speciale honden het dier opgespoord (nazoek). Na melding zijn in 2010 de volgende acties gepleegd: Groennetwerk

biomassa vangschot

nazoek

Noord-Veluwe

287

67

85

Apeldoorn

183

26

12

Achterhoek

312

45

10

Totaal

782

138

107


17

13-10-2010

Gemeente sluit overeenkomst af voor onbepaalde tijd met Stichting Groennetwerk Aanrijdingen met wild komen regelmatig voor. De politie geeft bij een aanrijding, waarbij wild is betrokken, uiteraard prioriteit aan de veiligheid en de zorg voor de weggebruikers. De direct gewaarschuwde mensen van de Stichting Groennetwerk (SGN) worden ingezet om het gewonde wild op te sporen en zo nodig uit zijn lijden te verlossen, dan wel het dode wild te verwijderen zodat de weg weer vrij is. Daarom is het noodzakelijk dat in geval van een aanrijding met wild altijd de politie gewaarschuwd wordt via 0900 8844. Het verlaten van de plaats van aanrijding zonder de politie te waarschuwen kan een strafbaar feit opleveren, evenals het achterlaten van een gewond dier zonder zich daar verder om te bekommeren. De Stichting Groennetwerk is in 2005 begonnen met het project afhandeling wildaanrijdingen op de Veluwe. Later vond uitbreiding naar de Achterhoek plaats. De gemeente Oost Gelre maakt inmiddels ook gebruik van de diensten van de SGN. De gemeente als wegbeheerder, heeft net als diverse andere gemeenten en de provincie Gelderland een overeenkomst voor onbepaalde tijd afgesloten waarbij de SGN de zorg op haar neemt om onnodig lijden van aangereden dieren te voorkomen of te beperken, de dode dieren af te voeren en gewonde dieren na te zoeken en zo nodig uit hun lijden te verlossen. De mensen van de SGN zijn veelal flora- en faunabeheerders en/of als buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) in dienst van gemeenten, provincie en particuliere terreineigenaren. Ze beschikken over betrokkenheid, vakkundigheid en kennis van zaken. Ze werken onderling ook samen in de groennetwerken Noord-Veluwe, Apeldoorn en Achterhoek in de handhaving van de regels voor natuur, milieu en terreinbeheer. Van deze netwerken is de SGN de rechtspersoon. De SGN heeft ontheffing en toestemming van diverse instanties zoals het ministerie van LNV, de provincie en het Openbaar Ministerie (OM) om de afhandeling van aanrijdingen met wild uit te voeren. Meer informatie Voor meer informatie over een aanrijding met wild (o.a. in de folder van de stichting Een aanrijding met wild………) kunt u terecht op de website: www.groennetwerk.nl. Bron: www.oostgelre.nl (website gemeente Oost Gelre).


18

Werkgroep Praktijkdagen 2010 Het jaar 2010 was voor de werkgroep een bijzonder jaar. Het was het jaar van de Bijspijkercursus en de daaraan gekoppelde toets casuïstiek. De cursist werd geacht in een rollenspel zijn vaardigheden te tonen die voor een goede afhandeling van een bekeuringsituatie in het veld noodzakelijk zijn. Voor ons bekende materie. De SGN had voorgesteld om dit onderdeel voor ‘onze groene BOA’s’ te organiseren. Voor onze mensen zou dat veel praktische en financiële voordelen hebben. Hiertoe waren al in 2009 afspraken gemaakt tussen de werkgroep en het opleidingsinstituut van de AID. Na de nodige voorbesprekingen met de AID, Landelijk Functioneel Parket en nog enkele participanten, werd ons verzocht om de praktijkdag voor de pilotversie in maart 2010 te organiseren. Deze pilot zou plaats vinden op het terrein van Natuurmonumenten in Loenen. Zoals we allemaal nog weten, scheen er op 3 maart 2010 zeker geen voorjaarszonnetje maar konden we onder winterse omstandigheden toch de pilotpraktijkdag laten plaatsvinden. Het e.e.a. uiteraard onder kritisch toeziend oog van de overige organisatoren van de landelijke Bijspijkercursus. Een ieder was eigenlijk van oordeel dat deze dag de toets der kritiek ruimschoots kon doorstaan. Ter plaatse werd ons direct het verzoek gedaan of we dit toch niet landelijk wilden organiseren of op z’n minst de expertise ter beschikking wilden stellen om landelijk te gebruiken. Het eerste zou om praktische redenen onmogelijk zijn en het tweede kon uiteraard alleen onder voorwaarden. Na verloop van tijd bleek dat de AID toch maar besloten had om een vereenvoudigde vorm van toetsing door te voeren. Vervolgens heeft de werkgroep besloten om dan ook maar aan deze vereenvoudigde vorm voor onze groene BOA’s mee te werken. Hierdoor was het niet meer noodzakelijk om een afzonderlijke bijspijker-praktijkdag voor onze mensen te organiseren. Hoe de toetsing van de casuïstiek van de Bijspijkercursus is verlopen, hebben velen van de collega’s inmiddels ervaren. Uit de reacties te vernemen is dit naar tevredenheid verlopen. Niet in de laatste plaats door de competente en bijzonder vriendelijke docenten. Het was een opsteker voor de werkgroep om, van de docenten van de AID, te vernemen dat de resultaten van de cursisten uit deze regio beduidend beter en professioneler waren dan elders in den lande. Goed, nadat dit was afgedaan, waren wij van mening dat het voor ons, als werkgroep, natuurlijk geen belemmering was om in het najaar nog weer enkele praktijkdagen te organiseren voor de drie netwerken. Organisatorisch werd het zodanig ingedeeld dat we twee groepen op één dag konden laten komen. Net als voorgaande jaren werden aan de Politie en Koninklijke Marechaussee de gelegenheid geboden om mee te draaien op deze dagen, teneinde elkaar te leren kennen en van en met elkaar te leren. Te beoordelen naar de reacties van de deelnemers, waren ook deze dagen weer een succes. Door de grotere werkdruk die door het e.e.a. op onze werkgroep rust, hebben we besloten om de werkgroep met enkele leden uit te breiden. Hiertoe werd gezocht naar een goede vertegenwoordiging van de drie netwerken, enkele terreinbeheerders c.q. werkgevers en bovenal expertise. In de laatste vergadering zijn de eerste kwaliteitsverbeterende plannen al besproken. De werkgroep bestaat inmiddels uit een gemêleerd gezelschap van gemotiveerde mensen, waarbij we ervan uitgaan dat we ook het komende jaar weer garant kunnen staan voor enkele praktijkdagen van goed niveau. John Harleman.


19

Gelderse Handhavingweek 2010 Aanleiding

Van maandag 12 april t/m zondag 18 april 2010 is een Gelderse Handhavingweek georganiseerd. Vanuit de Groennetwerken NoordVeluwe, Apeldoorn en Achterhoek is met groot enthousiasme deelgenomen aan deze week.

Doelstelling

De doelstellingen van deze handhavingweek waren: Intensiveren van de samenwerking tussen de verschillende disciplines zodat het toezicht op de naleving van weten regelgeving kan worden verbeterd. Het informeren van burgers ten aanzien van de verscheidenheid van toezicht. Het onder de aandacht brengen van toezicht bij bestuurders van o.a. gemeenten.

Werkwijze

De handhavingweek van 12 / 18 april 2010 is bepaald niet ongemerkt voorbij gegaan. Op zaterdag 17 april vond er een grote groene actiedag plaats waaraan de Groennetwerken Noord-Veluwe, Apeldoorn en Achterhoek hun medewerking hebben verleend. Los van elkaar hebben de te onderscheiden netwerken in de ochtend, middag en/of avond hieraan deelgenomen. Ieder netwerk had ook een eigen start- of eindbijeenkomst.

Betrokkenen

Aan de handhavingweek is o.a. invulling gegeven door toezichthouders en handhavers van gemeenten, provincies, de regio, politie en politiestudenten, brandweer, natuur- en landschapbeheerders, KMAR en hengelsportfederatie(s). Niet eerder namen er zoveel (112) groene handhavers in de regio NO-Gelderland deel aan het groentoezicht tijdens de handhavingweek.


20

Resultaat

De resultaten mogen er dan ook zijn. In de hele regio NO-Gelderland zijn 113 processen-verbaal opgemaakt en is er 53 maal volstaan met een waarschuwing. In totaal dus 166 incidenten op een enkele actiedag !! De overtredingen waren zeer divers. Naast diverse groene overtredingen zoals overtredingen van de visserijwet, het branden en storten van afval, het verbranden van een heuse houtwal, gesloten verklaringen en loslopende honden, zijn er ook diverse overtredingen van de verkeerswetgeving vastgesteld. Daarnaast een paar bijzondere voorvallen zoals: BOA's die komen helpen bij de bestrijding van een beginnende bosbrand in het paleispark bij Apeldoorn, assistentie bij winkeldiefstal, hulpverlening bij een gekantelde kieper en hulp aan een damhert dat vast zat in de bedrading.

Burgemeester Van Hemmen van de gemeente Nunspeet reikt op 15 april 2010 de wisselbeker uit aan het beste en origineelste handhavingsteam dat actief was tijdens de handhavingsweek. In 2010 werd dit Groennetwerk Noord-Veluwe.


21

Aantal incidenten en processen-verbaal Groene actiedag 17 april 2010 Gesloten verklaring C 1 / 25 x PV Loslopende hond / 17 x PV Overtredingen visserij / 16 x PV Afval / snoeihout verbranden 10 x PV Afval stort 6 x PV

25 53 17

Alcohol nuttigen op straat 2 x PV Verboden toegang art. 461 12 x PV

16 17 4

2 11

12

2

6

10

kappen zonder vergunning 1 x PV Inrichting zonder verg./meld. 1 x PV Buiten de paden 2 x PV Ruiter buiten de route 4 x PV Verkeerswetgeving 17 x PV Diverse waarschuwingen 53 x


22

Project Natuurkalender 2010 Korte omschrijving

De Stichting Groennetwerk is op 1 maart 2010 gestart met het project ‘Natuurkalender’. Daarmee is aangesloten bij het gegeven dat het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) ‘natuur’ als landelijke prioriteit heeft aangemerkt voor de jaren 2010 / 2012. Met het project ‘Natuurkalender’ wil de Stichting Groennetwerk zich samen met de groene samenwerkingsverbanden op de Noord-Veluwe, rond Apeldoorn en in de Achterhoek inzetten om aandacht te besteden aan deze LOM-prioriteit. Opzet van het project was aansluiting te zoeken bij de jaarlijkse publicatie van de z.g. handhavingskalender voor zover het betreft de handhaving van het groene kleurenspoor. Vanuit de stichting is daaraan inhoud gegeven door iedere twee maanden een eigen nieuwsbrief uit te brengen. In deze nieuwsbrieven zijn steeds nieuwe onderwerpen en aandachtspunten benoemd voor de volgende twee maanden en is verslag gedaan van de bevindingen van de afgelopen twee maanden.

Doelstelling

De hoofddoelstellingen van het project komen overeen met de door het LOM genoemde verbeterpunten die kunnen worden aangeduid als: - verbetering kennis van risico’s en doelgroepen; - verbetering van de informatie-uitwisseling tussen de handhavende diensten; - communicatie en nalevingondersteuning; - borging van kennis en expertise.

Resultaten

Het project loopt door tot 1 maart 2011. Bij de afsluiting van dit project is voorzien in een eigen evaluatie en eindverslag. Het voert dan ook te ver om hier in dit jaarverslag daar nu al uitgebreid bij stil te staan. In de periode van maart 2010 tot en met december 2010 is achtereenvolgens stil gestaan bij: het zoeken van (kievits)eieren en het verstoren of vangen van beschermde dieren, afvaldumpingen, kapverordening en boswet, crossen en sportvisserij, beschermde vogels en toegangsbepalingen en tenslotte eenvoudige stroperij en de jachtwet.


23

Toezicht op ruimtelijke ontwikkelingen (deelproject Natuurkalender 2010) Korte omschrijving

De Stichting Groennetwerk is op 1 maart 2010 gestart met het project ‘Natuurkalender’. Belangrijk onderdeel daarvan werd gevormd door het onderdeel ‘Toezicht op ruimtelijke ontwikkelingen. Op bladzijde 30 van dit jaarverslag wordt van deze aanpak door één van de deelnemers verslag gedaan. Gemeenten hebben er met de komst van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) een nieuwe taak bij gekregen. Als voor een activiteit een ontheffing Flora- en faunawet (FFW) nodig is, moet de initiatiefnemer een aanvraag doen en moet de gemeente voor deze (FFW-) aanvraag een verklaring van geen bedenkingen aanvragen bij het ministerie van LNV. Pas als die er is, mag de gemeente de omgevingsvergunning afgeven. Die verklaring moet de gemeente opnemen in de omgevingsvergunning. Gemeenten moeten bovendien het toezicht en de handhaving organiseren. De Stichting Groennetwerk wilde weten hoe compenserende maatregelen uitpakken in het domein van het Groennetwerk en hebben daarom in overleg met LNV en AID een eigen aanpak ontwikkeld.

Doelstelling

De hoofddoelstellingen van deze aanpak waren: - ervaring opdoen met deze nieuwe gemeentelijke taak; - inzicht krijgen in het bestaande naleefgedrag bij initiatiefnemers; - kwaliteitsslag maken op het gebied van toezicht en handhaving FFW (deskundigheidsbevordering); - borging van kennis en expertise.

Resultaten

Het project loopt door tot 1 maart 2011. Bij de afsluiting van dit project is voorzien in een eigen evaluatie en eindverslag. Het voert dan ook te ver om hier in dit jaarverslag daar nu al uitgebreid bij stil te staan. In grote lijnen lijkt het erop dat het naleefgedrag, althans bij de controles die nu zijn uitgevoerd, redelijk hoog ligt. Initiatiefnemers zijn redelijk betrokken bij dit aandachtspunt en soms zelfs enthousiast te noemen. In slechts één situatie waarbij tijdens de uitvoering volledig voorbij is gegaan aan de ontheffing en de daarin gestelde voorwaarden was er aanleiding tot het opmaken van een proces-verbaal.


24

Diverse acties vanuit de netwerken Omgaan met fysieke veiligheidsrisico’s – natuurbranden Mike Mulder, Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) Een ongeluk zit in een klein hoekje: een auto kan worden getroffen door een vallende tak, een wandelaar kan ten val komen op een wandelpad en een weggegooide sigarettenpeuk kan brand veroorzaken. Terreineigenaren en beheerders worden steeds vaker aangesproken op de risico’s die met natuur en natuurbeleving samen gaan. De normen van de stedelijke samenleving lijken steeds verder het bos in te trekken. De voordelen van bos verdwijnen naar de achtergrond terwijl deze net zo goed aandacht verdient en juist de reden is waarom men zich in het bos begeeft. Uiteraard is het van belang dat alle betrokkenen oog hebben voor de risico’s en veiligheid van bezoekers en omwonenden. De risicoperceptie is afhankelijk van rol, functie en verhouding van de gebruiker tot de fysieke ruimte, dit is een complex vraagstuk. Risicobeoordeling van ruimtegebruik vraagt om maatwerk, zo ook bij het specifieke risico van natuurbrand. Het is wenselijk dat betrokken partijen zorgvuldig omgaan met, en zich bewust zijn van de risico’s van bos. Daarnaast moet men zich realiseren dat risico’s niet altijd uit te sluiten zijn. Onder andere de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) vraagt aandacht voor de risico’s rondom brand. Kleine branden komen nu regelmatig voor in en rondom bossen en natuurgebieden. Het merendeel ontstaat als gevolg van menselijk handelen, bewust of onbewust. Kleine natuurbranden kunnen ecologische kansen bieden maar wanneer ze niet beperkt blijven en schade toebrengen aan mensen en/of hun eigendommen ontstaat een andere situatie.

Erwin te Bokkel (VNOG)

Natuurbranden starten als kleine incidenten. In potentie kan iedere natuurbrand op een onbeheersbare manier uitgroeien tot een bedreiging voor grote groepen mensen, flora en fauna. De brandweer probeert zich hierop steeds beter voor te bereiden. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de bestrijding van natuurbranden, maar ook naar de mogelijkheden voor risicobeheersing. Samenwerking is nodig tussen hulpdiensten, gemeenten in de veiligheidsregio’s, medeoverheden, terreinbeheerders, grondeigenaren, recreatieondernemers en burgers. Zonder deze samenwerking is effectieve risicobeheersing en bestrijding van natuurbranden moeilijk te realiseren. Het risico van natuurbranden staat ook landelijk in de belangstelling en is als thema opgenomen in het Programma Nationale Veiligheid binnen het regeringsbeleid.


25

Actie is beter dan reactie. Ongelukken en calamiteiten vragen om aandacht en bezinning van alle betrokkenen zonder dat dit afbreuk doet aan de voordelen, ecologische- en maatschappelijke functies van bos. Bij natuurbranden gaat het specifiek om het vinden van evenwicht tussen vuur als gegeven, vuur als instrument van terreinbeheer en vuur als bedreiging. Eventuele regelgeving dient werkbaar te zijn voor de boseigenaar, de beheerder, de recreant, de recreatieondernemer en overheden. Risicocommunicatie, samenwerking, maatwerk, ruimte voor initiatieven en het benutten van kansen staan voorop. De VNOG is daarom ook erg verheugd met de contacten die in 2010 zijn gelegd met de Stichting Groennetwerk. Afgelopen oktober 2010 heeft de VNOG op twee BOA-bijeenkomsten in Apeldoorn en Borculo het onderwerp natuurbrand nader toegelicht. Deze startende samenwerking tussen beide partijen is van belang voor structurele aandacht voor het onderwerp natuurbrand. De eerste afspraak voor 2011 is al weer gemaakt, zodat we verder kunnen bouwen aan een duurzame relatie die het gezamenlijke belang met betrekking tot het onderwerp natuurbrand onderschrijft. Bijspijkercursus BOA Gert Aartsen, toezichthouder provincie Flevoland (Randmeren) ‘Wil jij een stukje schrijven over de bijspijkercursus?’ Dit werd mij gevraagd op een vergadering van de werkgroep Noord-Veluwe van ons Groennetwerk. Ja, dat wilde ik wel maar eerlijk gezegd moest ik toch wel even goed nadenken toen het erop aankwam om e.e.a. op papier te zetten. Waarom was het ook weer dat we naar die bijspijkercursus moesten? Eerlijk gezegd zat ik er, net als de meesten van ons, niet echt op te wachten. We zijn allemaal al druk genoeg om als BOA bevoegd te blijven. Ik denk daarbij aan de IBT, de praktijkdagen, instructieavonden en natuurlijk in het verleden het vijfjarige examen. Voor de meesten van ons betekent dat het volgen van cursussen naast je gewone baan of nevenbetrekking als toezichthouder. Het gaat hier om een professionaliseringstraject. Door het afleggen van het vijfjarige cito-examen hield de BOA weliswaar zijn kennis op peil maar alle andere praktijkvaardigheden, van het vergaren van bewijs en omgaan met verdachten en getuigen, tot aan samenwerken met de politie, zat niet in die opleiding. Om de BOA’s bewuster te maken van hun bevoegdheden en ze meer ‘safe’ te laten voelen in hun optreden, is gekozen voor een uitgebreider opleidingstraject. De bijspijkercursus is daar het begin van. De roep om professionalisering is niet nieuw. De afgelopen jaren hebben we die geluiden wel vaker gehoord. Om een wat complexere zaak goed voorbereid bij het Functioneel Parket aan te leveren blijken de hier boven genoemde vaardigheden van groot belang. In veel gevallen wordt er dan een beroep gedaan op de politie om de zaak goed op papier te krijgen. Dan blijkt dat bij de ‘blauwe collega’s’ vaak de inhoudelijke kennis van ons vakgebied ontbreekt terwijl bij de BOA de kennis over bevoegdheden en te volgen procedures niet toereikend is. Hierdoor komen zaken soms niet voor vervolging in aanmerking. Dat is natuurlijk jammer van alle moeite en tijd die erin is gestoken om nog maar niet te spreken van de overtreder die hierdoor de dans ontspringt. Feit is dat, uitzonderingen daar gelaten, er steeds minder gerekend kan worden op de politie als het gaat om de afhandeling van zaken. We zullen als BOA’s steeds vaker ‘de eigen broek moeten ophouden’. Dat vergt een professionele BOA die weet hoe hij of zij moet handelen. Dat professioneler maken van de BOA, daar zijn we binnen ons Groennetwerk al langer mee bezig. Denk maar aan de praktijkdagen en instructieavonden. _______________________________________________________________________________ Jaarverslag Stichting Groennetwerk 2010

26

In dat opzicht is het professionaliseringstraject voor velen van ons geen nieuws. Daarnaast hebben we natuurlijk nog de samenwerking als BOA’s binnen ons Groennetwerk. Ik denk dat we wel mogen zeggen dat een BOA die hulp nodig heeft bij het afhandelen van een zaak, altijd een beroep kan doen op zijn of haar collega’s. Ik heb daar de afgelopen jaren al genoeg mooie voorbeelden van gezien. Met het hier bovenstaande in gedachten moet ik weer denken aan de bijspijkercursus waar ik op 17 mei 2010 naar toe ging. We waren te gast bij Natuurmonumenten op het landgoed Oud Groevenbeek. Een mooi gelegen locatie met een prima lunch tussen de middag. De onderwerpen die we tijdens de cursus behandelden bleken voor mij niet overbodig om weer eens te bestuderen. Hoewel er soms pittige discussies met docenten waren over nut en noodzaak is mijn algemene indruk dat de bijspijkercursus zeker een bijdrage levert aan de verdere professionalisering van de BOA. Erg jammer dat de organisatie en voorbereiding van de cursus op mij geen professionele indruk maakte. Zo bleek het een hele opgave om het cursusboek te bemachtigen en vond ik de inhoud en vormgeving van dat lesboek ronduit slecht. De docenten daarentegen, kon enthousiasme niet ontzegd worden, (enkelen waren wel erg gedreven:-) en de acteur die op de laatste dag de casussen verzorgde vond ik het prima doen. Al met al vind ik dat ik er zeker wat aan heb gehad. Persoonlijk ben ik blij met het streven naar professionele (milieu) BOA’s. Niet omdat ik het nou zo leuk vind om steeds weer in de schoolbanken te moeten zitten, maar wel omdat ik verwacht zo beter mijn werk te kunnen doen. De aan ons toevertrouwde gebieden verdienen immers een goed toezicht door professionele handhavers!


27

Nuttig en eigenlijk onmisbaar, C2000 Bart Smit, toezichthouder Staatsbosbeheer, Achterhoek Hier een tweetal voorbeelden uit mijn eigen BOA-praktijk waaruit blijkt dat voor mij de C2000 toch wel een heel prettig hulpmiddel is. Tijdens mijn weekenddienst in de maand juni, raakte ik aan de praat met een pachter van een boerderij in Boswachterij Ruurlo. Zij vertelde mij dat het de laatste tijd erg onrustig was met motorcrossers in het gebied, vooral op de zondag. Dus heb ik de volgende dag mezelf op de Karsendiek gestationeerd en na nog geen half uur wachten: ja hoor twee motorcrossers. Zoals ik geleerd heb op de praktijkdagen niet te snel uit de dekking, de hand omhoog en duidelijk een stopteken geven. En ja, een van de crossers was blijkbaar zo geschrokken dat hij zich al snel overgaf en de motor uitzette. Nou had ik geen 100% score maar ik was al lang blij dat ik er één had. Ik heb toen direct de meldkamer via de C2000 ingelicht dat ik een crosser staande had gehouden en ik heb meteen even de verzekeringgegevens gecontroleerd. De motorcrosser verbaasde zich er over dat de boswachter dit zo deed. Het kwam blijkbaar erg professioneel over. Na het overhandigen van het geeltje heb ik hem toch vriendelijk verzocht om het bos al wandelend te verlaten en dat voelde toch wel goed. Een andere keer ook in Ruurlo in oktober zag ik in de verte een man door een bos lopen. Toen hij mij zag ging hij er vandoor met zijn brommer. Een rare situatie en het is ook nog eens verboden voor gemotoriseerd verkeer dus eens even vragen wat de beste man aan het doen was. Nadat ik hem had ingehaald en hem kon laten stoppen werd het meteen duidelijk dat de man niet van plan was om ook maar iets te gaan doen ook al vroeg ik het hem nog zo netjes. Kortom een rare snuiter die echt overal maling aan had. Ik had hem al een pv aangezegd voor het rijden met een brommer in het bos en gezien de houding van deze heer wilde ik ook zeker weten dat hij deze kreeg. Hij wilde zich echter niet identificeren en zelfs na het vorderen gaf hij geen gehoor. Ik besloot om assistentie van de collega’s in het blauw via de C2000 er bij te roepen. Vaak dwingen deze mannen en vrouwen meer respect af en zo ging het ook. Na het arriveren van de politie sloeg de man om als een blad aan de boom. Opeens had ik het allemaal gedaan, zou ik het niet netjes hebben gevraagd en kortom was ik de boeman. Met de politie erbij ging het plotseling veel sneller. Met 5 minuten had de man zijn pv. Aanvankelijk voelde ik mij toch wel opgelaten omdat ik de politie erbij had gehaald voor zo’n (klein) voorval. Maar nadat de politie de man ook had nagetrokken in het systeem, kwam daaruit naar voren dat de man bij hen ook bekend stond voor meerdere overtredingen: weerspannigheid, mishandeling, zware mishandeling, smaad en belediging. Toch wel fijn dat ik de collega’s erbij had geroepen. Het nut van C2000 werd hiermee opnieuw bewezen!


28

Dood maaien van reekalveren te Uddel John Harleman, Jachtopzichter Kroondomein Het Loo Tijdens een prachtige zomerse dag, eind juni, komt een bewoner uit Uddel aan mijn woning met de mededeling dat hij drie dood gemaaide reekalveren heeft gevonden op enkele percelen gemaaid grasland. Hij had zelfs geconstateerd dat er nog twee ernstig gewonde kalveren leefden en dat hij maar besloten had om deze dieren uit hun lijden te verlossen. Dat er op ons landgoed deze week gras gemaaid zou worden was mij al gemeld, maar met dit soort gevolgen reken je niet direct. Samen met de melder ben ik ter plaatse wezen kijken en trof daar inderdaad drie erbarmelijk verminkte reekalveren aan. We zijn gelijk naar een ander perceel gemaaid grasland gegaan om daar polshoogte te nemen. Helaas troffen we daar ook twee doodgemaaide kalveren aan.

Hoe heeft zo iets kunnen gebeuren? Kroondomein Het Loo heeft een aantal hectares grasland in eigendom die aan het agrarisch bedrijf zijn onttrokken en al jaren lang verschraald worden. Hiertoe moet er minimaal 1 keer per jaar gehooid worden. Hiertoe wordt een opdracht verstrekt aan een loonbedrijf. In dit geval ging het om een loonwerker uit Uddel. Deze opdracht was enkele weken geleden door de terreinbeheerder aan de loonwerker gegeven met de uitdrukkelijke vermelding dat hij rekening moest houden met reekalveren die zich in de te maaien graspercelen ophouden. Doordat deze percelen al jaren zijn verschraald, staat er niet veel gras meer op en is een reekalf met enige goede wil wel waar te nemen. De melder van deze ‘slachting’ had de betreffende loonwerker bezig gezien met de maaiwerkzaamheden en toen tevens gezien dat de rijsnelheid van de trekker met maaibalken wel erg hoog was. Al met al reden genoeg om een opsporingsonderzoek te starten. Zelf heb ik direct ter plaatse foto’s gemaakt van de dode reekalveren en de situatie van de graspercelen.


29

Hoewel het zaterdagavond was, heb ik direct de loonwerker van geconstateerde in kennis gesteld en hem gezegd om onmiddellijk alle werkzaamheden op ons landgoed te stoppen en dat hij nader zou worden gehoord. N.a.v. het geconstateerde heb ik direct contact gezocht met Gerrit Hobbelink van het Regionale Milieuteam om samen te kijken wat nu te doen. Kort samengevat hebben we, na overleg met het Functioneel Parket Zwolle, besloten om tegen de loonwerker en zijn uitvoerend personeel procesverbaal op te maken voor de Flora- en faunawet en de Wet Dierenwelzijn. Hiertoe zijn alle betrokkenen gehoord, foto’s en informatiemateriaal bij het proces-verbaal gevoegd en bovenal de zaak toegelicht en doorgesproken met de Parketsecretaris. Dit leidde in eerste instantie tot een schikkingsvoorstel. Omdat de verdachte hier niet mee akkoord wenste te gaan is de zaak voorgekomen. Zijn verweer bestond o.a. uit het feit dat hij aangaf dat hij maar met een snelheid van 7 km per uur had gereden en dat het niet aan zijn werkwijze was te wijten dat deze kalveren waren dood gemaaid. Toch leidde het uiteindelijk wel tot een veroordeling; zij het niet op alle ten laste gelegde feiten. Voor ons, Kroondomein Het Loo, was dit voorval aanleiding om iedere loonwerker vooraf schriftelijk een aantal voorwaarden te laten lezen en ondertekenen waaraan hij zich dient te houden. Het betreft vooral de inspanningsverplichting om dit te voorkomen en een grote mate van zorgvuldigheid van werken. Te denken valt dan aan vooraf uitdrijven van alle grasland percelen, ophangen van witte papierstroken met geurstof, het afzoeken met een z.g. ‘lifefinder’, maar ook de voorgeschreven rijsnelheid en een nacontrole bij het verlaten van het gemaaide perceel enz. In het afgelopen seizoen zijn er geen incidenten meer geconstateerd bij het maaien van de graslanden van Kroondomein Het Loo. Toezicht op ruimtelijke ontwikkelingen Agnes Groot Roessink, Toezichthouder gemeente Apeldoorn Zoals bekend hebben ruimtelijke ingrepen een grote impact op planten en dieren. Wil men deze ingrepen uitvoeren, waaronder bijvoorbeeld het bouwen of slopen van gebouwen, aanleggen van wegen, nieuwbouwwijken etc., dan kan het zijn dat men schade toebrengt aan het leefgebied van beschermde dieren en planten. Menig project is in de loop der jaren stilgelegd omdat er beschermde planten of dieren aanwezig waren. De bescherming van planten en dieren is verankerd in de Flora- en faunawet (FFW). Hierin zijn verbodsbepalingen opgenomen die het doden of verwonden van dieren en het aantasten van vaste rust- of verblijfplaatsen strafbaar stelt. Artikel 75 van deze wet biedt mogelijkheden om een ontheffing aan te vragen voor het uitvoeren van werkzaamheden die leiden tot overtreding van de verbodsbepalingen gesteld in artikel 8 t/m 12 van de Flora- en faunawet. Op basis van een dergelijke ontheffing kunnen voorschriften worden gesteld waarbinnen het werk moet worden uitgevoerd of zijn er compenserende en/of mitigerende maatregelen voorgeschreven. De ontheffing wordt verstrekt door de Dienst Regelingen van het Ministerie van ELI (voormalig LNV) en de handhaving is een taak voor de handhavers van de nVWA (voorheen AID). Stichting Groennetwerk wilde wel eens weten hoe het echt zit met deze afgegeven ontheffingen en de naleving van de opgelegde voorschriften. Dit ook kijkend naar de omgevingsvergunning (Wabo, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) die per 1 oktober 2010 van kracht is geworden. In veel gevallen zal bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen immers een omgevingsvergunning vereist zijn. De ontheffing op grond van artikel 75 FFW haakt aan bij deze omgevingsvergunning. _______________________________________________________________________________ Jaarverslag Stichting Groennetwerk 2010

30

Met enkele deelnemers vanuit de drie netwerken hebben we besloten om een aantal ontheffingen te controleren. Vooraf aan de controles is er op 6 september 2010 een bijeenkomst geweest waar medewerkers van de nVWA een presentie gaven over ruimtelijke ontwikkelingen. Tijdens de presentatie werden voorbeelden aangedragen hoe om te gaan met verleende ontheffingen. Daarnaast kregen we uitleg over de weten regelgeving. Na afloop van de presentatie ging een ieder huiswaarts met dikke dossiers onder zijn/haar arm. Zo ook het dossier dat ik in handen kreeg. Een nieuwbouw- en sloopproject in Uddel. In het te slopen gebouw zaten gewone dwergvleermuizen die ingevolge de Flora- en faunawet beschermd zijn. De ontheffing werd aangevraagd in verband met de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de FFW voor zover het beschadigen, vernielen of verstoren van nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) betrof. De ontheffing werd verleend mits de sloop volgens bepaalde regels werd uitgevoerd en er in de nieuwbouw nieuwe voor vleermuizen toegankelijke voorzieningen werden aangebracht. Op 23 september 2010 heb ik samen met Gerrit Hobbelink de controle uitgevoerd. Ten tijde van de controle bleek de nieuwbouwlocatie al bijna gereed te zijn. Op moment van de controle was men druk doende om het dak van leistenen te voorzien. De uitvoerder van het nieuwbouwproject heeft ons uitleg gegeven over de wijze hoe men de voorschriften conform de ontheffing had uitgevoerd. Vervolgens kregen we een rondleiding langs de drie nieuwbouwpanden. In twee van deze panden heeft men in totaal 8 vleermuiskasten gerealiseerd. Zie hiervoor ook de foto’s. In de nieuwbouw zijn vleermuiskasten aanwezig.

Deze vleermuiskasten zijn onder begeleiding van een ecologisch deskundige geplaatst. Daarnaast werd aangegeven dat op 24 september 2010 de ecologisch deskundige op de locatie aanwezig zou zijn ten aanzien van een onderzoek naar de aanwezigheid van vleermuizen in het te slopen pand.


31

Middels een hoogwerker zouden onder toeziend oog van de ecologisch deskundige de gevelpannen worden verwijderd aan beide zijden van het pand. De verwachting was dat de vleermuizen, mochten deze thans aanwezig zijn, zich in de houten gevelbeschieting zouden bevinden. Dit zou met elektronische apparatuur worden uitgezocht. De uitkomsten van dit onderzoek zouden in een rapport worden weergegeven. De uitvoerder gaf verder aan dat het onderzoek voor 1 november 2010 plaats moest vinden. Mochten er immers vleermuizen aanwezig zijn dan zou men niet eerder kunnen starten met de werkzaamheden dan half maart 2011. Als zich geen vleermuizen in het te slopen pand zouden bevinden dan werden maatregelen genomen zodat de dieren hier niet zouden kunnen overwinteren en als nieuwe locatie de vleermuiskasten in de nieuwbouw zouden kunnen gaan betrekken. Eind januari 2011 staat nu op de planning om het pand te slopen. Deze werkzaamheden zullen worden uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf. Wellicht dat ten tijde van het lezen van dit artikel het pand inmiddels al gesloopt is. Verder werd aangegeven dat de nieuwbouwlocatie eind november 2010 zou worden opgeleverd. Naast de voorschriften ten aanzien van de vleermuizen hebben we nadere informatie opgevraagd ten aanzien van een rij bomen achter het te slopen pand. In het onderzoeksrapport dat werd aangeleverd bij de aanvraag van de ontheffing werd uitdrukkelijk gesproken over de rij bomen en de aanvliegroute van de vleermuizen. Deze rij bomen zou worden gespaard. De uitvoerder gaf echter aan dat er een paar bomen gekapt zouden worden. Hiervoor zou een vergunning worden aangevraagd. Door de uitvoerder werd verder aangegeven dat er extra bomen zullen worden aangeplant op de plek van de nieuwbouwlocatie. Eind januari zullen we een hercontrole uitvoeren vooraf aan de sloop van het pand. Dit om uit te sluiten dat er nog vleermuizen aanwezig kunnen zijn. Conclusie Naar aanleiding van de controle kan worden aangegeven dat de uitvoerder goed op de hoogte was van de voorschriften gesteld in de verleende ontheffing op grond van de FFW. De uitvoerder vond het prettig dat er toezicht werd uitgevoerd. Hij vertelde vol lof over de maatregelen die ten aanzien van de vleermuizen werden genomen.


32

Verstoring van een dassenburcht te Eefde David Poelman, politie Noord- en Oost-Gelderland Op maandag 13 september 2010, kwam er bij het regionaal milieuteam (RMT) van de politie Noord- en Oost-Gelderland, een melding binnen dat er een verstoring plaatsvond van een dassenburcht te Eefde. De inhoud van de melding was dat er te Eefde op dat moment een velling van bomen plaatsvond. Deze bomen stonden op en nabij een dassenburcht, waardoor er een verstoring van de dassen plaatsvond. Ter plaatse werden drie mannen aangetroffen met kettingzagen en een trekker met grijper. Tijdens het daarop volgende onderzoek in samenwerking met Das en Boom (Flora- en faunawet) en de provincie Gelderland (Boswet) bij de dassenburcht, bleek dat er op en nabij de dassenburcht een kaalslag had plaatsgevonden. Er waren een groot aantal bomen geveld over een oppervlakte van ongeveer 400 m2. Een groot aantal pijpen van de dassenburcht waren afgesloten door de omgevallen bomen en afgezaagde takken. Het betrof een grote burcht met de afmetingen 36m x 30m. In totaal ongeveer 30 pijpen waarvan de helft vers verstoord/geblokkeerd waren. Uit de aangetroffen sporen was op te maken dat het een kraamburcht betrof. Daarnaast bleek de houtopstand niet van hen te zijn en heeft de eigenaar aangifte gedaan van vernieling. Bij de burcht zelf werd er geen wissel aangetroffen, doch op korte afstand wel. Deze wissel liep in de richting van een nabijgelegen bijburcht. Uit waarnemingen door Das en Boom was op te maken dat de dassen zich verplaatst hadden naar deze dichtbij gelegen bijburcht. Daar werd een verhoogde activiteit waargenomen. Deze velling was uiteraard niet gemeld bij de provincie zoals voorgeschreven in de Boswet en er was geen ontheffing verleend voor het verstoren van de dassen/dassenburcht. Door de handelswijze van de mannen werden de volgende artikelen overtreden: Overtreding van art. 10 (verbod dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten) en art. 11 (verbod nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren) van de Flora- en faunawet alsmede terzake artikel 2 lid 3 van de Boswet (verbod vellen van een houtopstand zonder

voorafgaande kennisgeving) en artikel 350 lid 1 wetboek van strafrecht (vernieling). _______________________________________________________________________________ Jaarverslag Stichting Groennetwerk 2010

33

Door de dienst regelingen van het ministerie van LNV zijnde het bevoegd gezag is bestuursdwang toegepast en is de situatie op en om de dassenburcht opgeruimd en opnieuw aangeplant. Laatste stand van zaken is dat er aanwijzingen zijn dat de dassen de burcht weer in gebruik hebben genomen. Volière controles Jos van der Molen, politie Noord- en Oost-Gelderland Op zaterdag 9 oktober 2010, tussen 13.00 en 18.00 uur, was er een BOA-handhavingsdag op de Noordwest-Veluwe. Meerdere disciplines waren daarbij aanwezig: groene en grijze BOA’s, AID, Koninklijke Marechaussee en politie. In het licht van het project ‘Natuurkalender’ stond deze maand o.a. de controle van volières centraal. Erwin van der Werf van de AID was daarom uitgenodigd als specialist kooivogels. Ik had mijzelf met hem ingepland zodat ik op dit punt weer wat bij kon leren. Erwin had een A4-tje vol met adressen waar volières zouden zijn. De opmerking werd gemaakt dat, als we bij de eerste al wantoestanden zouden aantreffen, de rest mogelijk niet meer aan de beurt zouden komen. Maar ja, dat zou toch niet gebeuren? Het eerste adres op de lijst was aan de Zwarteweg in Vaassen. Bij het betreden van het erf om 13.30 uur, zagen wij een grote volière met veel vogels. Verderop op het erf een man die aan het snoeien was. Hem erbij gehaald en hem de hokken laten openen. Terwijl Erwin controleerde welke vogels gehouden werden, keek ik wat in het rond. Voor de rust van de vogels zou het te druk worden om met z’n allen de volières in te gaan. Mijn oog viel op een uit de kluiten gewassen hennepplant, welke in een bloempot op de koude grond stond. Verder gekeken en er zo nog 21 aangetroffen. Teruglopend naar de volières kwam ik langs een houten schuur waarvan de ramen met condens bedekt waren. Kijkend door een raam zag ik een grote hoeveelheid hennepplanten staan. Deze bewogen heen en weer door luchtstromen, veroorzaakt door ventilatoren. Ik ben vervolgens even rustig teruggelopen naar Erwin die net zijn controle had beëindigd. Door hem waren geen strafbare feiten geconstateerd en hij wilde al afscheid nemen van de man. Hierop heb ik de man verteld dat mijn werk nu juist pas begon en ik confronteerde hem met mijn bevindingen. Uiteraard wist hij van niets. Zijn moeder, een bejaarde vrouw, kwam erbij en nam alle verantwoordelijkheid op zich. Kweekte de planten om het AOW-tje aan te vullen. Niet slim, maar ja, als ze het zo wil kan ze het zo krijgen. De plaatselijke politie werd ingelicht opdat deze de zaak konden overnemen. Wij wilden namelijk verder met onze controles van volières. In afwachting van de politie hebben we alvast de tellingen en metingen van de hennepplanten verricht. In totaal werden er 74 hennepplanten aangetroffen met een gemiddelde hoogte van 80 tot 100 centimeter.


34

Achter op het erf, daar waar de man aan het snoeien was geweest, stond nog een schuur. Deze was afgesloten en niet voorzien van ramen. De man gevraagd deze schuur voor ons te openen opdat wij, conform de bevoegdheden genoemd in de Opiumwet, ook hier konden controleren of er strafbare feiten werden gepleegd. De man zei geen sleutel te hebben. De schuur was afgesloten met een grendel met slot. Door het uitdraaien van slechts een (1) schroefje kon de deur zonder schade geopend worden. In de schuur geen overtreding van de Opiumwet maar 38 dozen met illegaal consumentenvuurwerk. Klasse 1.4 G1. Totaal gewicht 600 kilo. Voor de afhandeling hiervan werd het regionale vuurwerkteam van de politie N0-Gelderland ingeschakeld. Deze kwam omstreeks 16.30 uur ter plaatse. Van de overige, op de lijst genoemde volières, hebben wij er nog drie kunnen bezoeken. Op het eerste adres was geen volière meer aanwezig. Bij de tweede slechts drie kanaries aangetroffen en bij de derde niemand aangetroffen, terwijl het erf niet te betreden was. Een dag, zo anders gelopen dan gepland, werd interessant door gewoon iets verder te kijken dan de neus lang was. Voor Erwin bleek het uiteindelijk, door genoemde bijvangsten, een leerzame dag te zijn geweest en hij wil graag nog een keer terugkomen om de rest van de lijst af te werken.


35

Jagen op eenden binnen 200 meter van een voerplek en na sluitingstijd Henk Talen en Ronald Klink, BOA’s gemeente Doetinchem Integrale handhavers van de gemeente Doetinchem hebben zich aangesloten bij het Groennetwerk Achterhoek. Hoewel wij een groene achtergrond hebben, was kennisverbreding een belangrijke drijfveer voor dit besluit. Wij kregen informatie dat er in een jachtterrein in Wehl bij een voerput gejaagd zou worden. Na deze informatie geverifieerd te hebben, besloten wij een nader onderzoek in te stellen. Nadat wij de voerplek in het veld gevonden hadden, hebben wij deze locatie een week lang onopvallend en bij toerbeurt geobserveerd. Hierbij werd verschillende malen geconstateerd dat een man graan/maïs voerde in het water, pal voor gesnoeide schuilhutten. Na een week werd aan het einde van de dag geconstateerd dat een vijftal jagers zich in de schuilhutten installeerden. Besloten werd om af te wachten wat er verder ging gebeuren. Er werd tot 17 minuten na de officiële tijd regelmatig geschoten. Het leek ons niet verstandig om in het donker naar de schutters toe te lopen. Ook kon men makkelijk ongezien langs elkaar lopen. Bij de geparkeerde auto’s werd op de schutters gewacht. Inmiddels was er ook een assistentie-eenheid van de politie op de achtergrond aanwezig. Geconstateerd was dat er vijf jagers in het veld waren. Er kwamen er echter maar vier opdagen bij de auto’s. Deze werden staande gehouden en er werd proces-verbaal aangezegd voor het jagen binnen een afstand van 200 meter van een voerplek en het jagen na sluitingstijd op eenden. De wapens en munitie werden voor nader onderzoek meegenomen naar het politiebureau. Hierbij bleek dat een van de jagers loodhoudende patronen bij zich droeg, wat ook verboden is. De acht geschoten eenden werden in beslag genomen. In samenwerking met het Milieuteam en de afdeling Bijzondere wetten van de politie werden de verdachten gehoord. Het proces-verbaal is opgestuurd naar justitie. De identiteit van de vijfde persoon is bekend geworden.

Samenwerking Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten in de Achterhoek Bart Smit, toezichthouder Staatsbosbeheer, Achterhoek Zowel Natuurmonumenten als Staatsbosbeheer hebben de nodige gebieden in de Achterhoek. Eén van de kenmerken van de Achterhoek is dat de terreinen erg versnipperd zijn en verspreid liggen, je kunt dan ook niet overal tegelijk zijn en dat maakt het toezicht lastig. Sinds de oprichting van het groennetwerk zijn de banden tussen de verschillende toezichthouders sterker geworden. Je ziet en belt elkaar, je gaat samen op pad en daardoor is een betere samenwerking ontstaan. Neem nu het voorbeeld van de broedende oehoe in de steengroeve van Staatsbosbeheer nabij Winterswijk. De Oehoe is een uiterst zeldzame broedvogel in ons land en daarmee is de bewuste broedlocatie uniek. We zijn er dan ook trots op dat deze soort zich ook voortplant in de Achterhoek. Dankzij het geluid en beeld van de site ‘Beleef de lente’, waarop de oehoe te zien is, helpen ook burgers mee met de surveillance. Zo was er op een avond in het voorjaar van 2010 vuurwerk en onrust te zien en te horen op de site. BOA’s van Staatsbosbeheer wonen te ver om daar snel ter plaatse te kunnen zijn, maar collega’s van Natuurmonumenten wonen er praktisch om de hoek.


36

Deze hebben in dit geval dan ook snel de kleren aangetrokken en hebben polshoogte genomen. In dit geval samen met de plaatselijke politie, omdat er nog wel eens zaken plaatsvinden waar je niet alleen tegenaan moet lopen. Een praktisch voorbeeld van hoe het zou moeten gaan en gelukkig tegenwoordig in de Achterhoek ook gaat. Zo zijn er ook meerdere keren per jaar gezamenlijke acties met collega’s in het blauw en andere groene BOA’s. Er wordt dan gezamenlijk gesurveilleerd op motorcrossers, mountainbikes, visserij etc. Een goede samenwerking die vooral door het groennetwerk nog beter is geworden! Doordat je dit met elkaar doet ben je planmatiger en doelgerichter bezig en je stimuleert elkaar daarbij. Iets wat tijd oplevert en kosten bespaart. Gezien het huidige financiële klimaat zeker een goede zaak. Om maar even de slogan van Staatsbosbeheer te gebruiken ‘zichtbaar beter, beter zichtbaar!’

Oehoe De Oehoe is de grootste Europese Uilensoort. Zij staat op bijlage 1 van de Europese Vogelrichtlijn, en geniet daarmee de hoogste bescherming. De uil heeft een lichaamslengte van 60 tot 75 cm. en een spanwijdte van meer dan 1,6 meter. De Oehoe staat als roofvogel aan de top van de voedselpiramide. De Oehoe is een standvogel en verblijft jaarrond in zijn leefgebied. Sinds 1997 broeden er in Zuid Limburg Oehoes, en vanaf 2002 ook in Gelderland. Op dit moment zijn er ca. 7 broedparen bekend in Nederland. Deze maken van oorspong deel uit van de Oehoe populaties in Duitsland en de Belgische Ardennen. De Oehoe heeft als voorkeur qua leef- en broedgebied steengroeven en kale rotswanden. In Nederland is er ook één broedgeval bekend uit een naaldboomnest. De Oehoe bouwt zelf geen nest, en in het geval van een boomnest maken ze gebruik van oude havikshorsten. Bij het uiteenvallen van één van deze havikshorsten in Nederland, is deze vervangen voor een uit takken bestaande kunstnest. Tevens maken Oehoes gebruik van nestkisten. Qua voedsel is de Oehoe een opportunist. Hij vangt wat hem in het oog komt, maar heeft wel voorkeur. Duif, rat, kraai, egel, en konijn staan bovenaan de lijst. Maar ook roofvogels en uilen komen voor op de menukaart. In een gebied waar vossen voorkomen, zullen de jongen daarvan ook af en toe als voedsel dienen.

Bron: website Oehoe werkgroep Nederland www.oehoe.web-log.nl


37

Een dagje in het bos Eddy Ordelman, politie Noord- en Oost-Gelderland, Achterhoek Als het voorjaar weer in het land is dan is het genieten geblazen in de bossen van Nederland. Je ruikt de ontspruitende natuur en aan de bomen komen weer van die heerlijk frisse groene bladeren. Ja, het bos wordt weer een grote kleurenpracht. Ik weet niet hoe het met de lezers is gesteld maar bij mij bruist dan de energie door het lichaam, want de zomer is in aantocht. Met dergelijke gevoelens begon ik samen met boswachter Theo Wiskamp van Natuurmonumenten in het bosrijke gebied tussen Vorden en Lochem aan een bossurveillance. Van ons werd verwacht vandaag toezicht te houden met als bijtaak waterpeilingen te doen in de bossen. Voordat ik met Natuurmonumenten aan het toezicht begon had ik er geen weet van dat her en der in bossen waterpeilpunten zaten. Zo zie je maar weer, je bent nooit oud genoeg om wat te leren. In de bossen was het nog wat nevelig. Voor de fotografen onder ons leverde dit prachtige plaatjes op met die zonnestralen door de nevel heen. Tussen de nevels door konden wij ook nog even genieten van een sprong reeën die ons van verre nauwkeurig in de gaten hielden. Er bekroop mij het zalige gevoel dat ik toch wel een gelukkig mens moest zijn die in deze schone natuur zijn werk mocht doen. Plotseling sloegen de reeën op de vlucht. Wat kon dat nu zijn want wij hadden ze niet verjaagd. Opeens hoorden wij het, een zachte roffel van ploffende geluiden kwam onze richting uit. ‘Ruiters’ gromde Theo, ‘zij mogen in dit bosgedeelte helemaal niet komen’. Het vervelende aan ruiters die zich buiten de ruiterpaden bevinden is dat zij bij het zien van een boswachter of een politieman, de door hen bereden edele dieren de sporen geven en maken dat zij wegkomen, zodat je het nakijken hebt. Wij blikten even om ons heen om te zien hoever wij van de vierwielaangedreven jeep weg waren. Het leerde ons dat bij een kort sprintje het mogelijk was de jeep te bereiken, zodat wij eventueel met de jeep de achtervolging in konden zetten. Blijven de ruiters namelijk op de paden dan zijn zij wel te achterhalen. Het ploffende geluid van meerdere paardenhoeven kwam ondertussen steeds dichterbij. Plotseling kwamen daar drie grote paarden uit een zijpad in galop op ons af. Voor menig niet-paardenliefhebber zal dit een angstaanjagend gezicht zijn geweest. Bij het zien van ons kwam er geen enkele reactie. Ik zei tegen Theo: ‘Of ze zijn hondsbrutaal of ze zijn zich van geen kwaad bewust’. Zoals een goed politieman betaamt ging ik midden op het pad staan en gaf de ruiters een stopteken. Twee dames en een heer bereden deze edele dieren. Omdat ik midden op het bospad stond hield ik er rekening mee dat nu ongeveer de sporen aan de dieren gegeven moesten worden. Ik had dus al een hoekje gevonden waar ik weg kon springen zonder schade op te lopen. Maar niets was minder waar, men stopte netjes voor mij. De dames zeiden vriendelijk ‘Goedemorgen’ en de man keek ons aan met een blik van: ‘waar haal je het lef vandaan om mij te storen tijdens mijn ritje’. Nu ben ik soms ook niet mis en zei de dames vriendelijk goedemorgen terug en keek de man aan met een blik van; ja hier heb ik lef voor. Theo keek mij aan en realiseerde zich dat ik slechts met hem meeliep en hij als eerste aan zet was. Hij deed een stap naar voren en legde geduldig uit dat het pad waar men over reed geen ruiterpad was en dat men dus in verboden gebied reed. De dames keken verwonderlijk en zeiden dat niet te hebben geweten maar de man reageerde geheel anders. Met een aardappel in zijn ‘strot’ deelde hij mede het hier niet mee eens te zijn want hij reed hier iedere dag dus ook vandaag. Hij keek hierbij met een arrogante blik vanuit zijn zadel op de boswachter neer. _______________________________________________________________________________ Jaarverslag Stichting Groennetwerk 2010

38

Theo begon vanuit zijn rol als gastheer keurig en beleefd uit te leggen dat de ruiterpaden waren gemarkeerd met bordjes en dat dat niet het geval was op dit pad. Verder vertelde hij er ook nog bij dat deze bordjes aan het begin van ieder pad stonden en ook nabij de zijpaden die op een dergelijk pad stonden. Zeer helder en duidelijk uitgelegd zou je zo zeggen. De dames begrepen het en boden hun verontschuldiging aan en zeiden een ruiterpad op te gaan zoeken. Toen wij wilde gaan uitleggen waar deze ruiterpaden lagen en de kortste weg naar een dergelijk pad wilde vertellen, deelde de mannelijke kant van de ruiters mede dat de dames nergens naartoe gingen en dat zij gewoon hun weg gingen vervolgen via het pad waar zij nu op reden. Ik bekeek dit eens en dacht bij mij zelf dat de ruiter nu toch wel een beetje te ver ging. Er wordt je vriendelijk uitgelegd hoe het wel moet en dan zet je de hakken in het zand. Om niet meteen al te kort door de bocht te gaan, heb ook ik de man nogmaals het verhaal van de bordjes uitgelegd en hem voorgesteld samen met mij naar het begin van het pad te gaan (was ongeveer 200 meter) en daar samen te kijken of het bordje ruiterpad er stond of niet, zodat er duidelijkheid werd geschapen. De man weigerde wederom te luisteren en wilde vervolgens wegrijden met een blik in de ogen van ‘je kan de boom in agentje’. Nu dacht ik daar ineens anders over want ik opperde het idee hem nu maar eens een prent te geven en hem daarna met een noodgang het bos uit te werken. Ik vroeg de ruiter van zijn paard te komen en zo het gesprek met mij verder aan te gaan. In de ruiterwereld is het een vorm van beleefdheid om tijdens een gesprek van het paard te komen en niet van bovenaf het gesprek aan te gaan. Nu had ik het natuurlijk kunnen weten want ook dat weigerde de man en hij gaf hierna gelijk de sporen. Hij wilde er vandoor. Nu ben ik niet bang van paarden, dus bleef ik op het pad staan. Hierdoor week zijn paard iets naar rechts uit en kwam te dicht bij een van de paarden van de dames. Een van deze paarden schrok en trapte met beide benen hard naar achteren. Ik hoorde een naar geluid want hij schopte met zijn benen precies op de plaats waar de ruiter in het zadel zat. Voor onze ogen zagen wij de ruiter met een sierlijke boog uit het zadel vliegen en netjes midden in een bramenstruik landen. De man kreunde van de pijn. Met een twinkeling in de ogen vroeg ik hem of het goed met hem ging, natuurlijk wist ik wel dat het helemaal niet ging, maar ik kon het toch even niet laten. Ik keek naar de knie van de man, want dat was de plaats waar het andere paard had getrapt en zag wel dat hier een en ander gebroken was. Wederom kon ik het niet laten tegen de man te zeggen dat hij mooi geluk had omdat ik voorzien was van een portofoon en zo een ambulance kon bellen. Gezien de reactie kon ik wel opmaken dat de boodschap duidelijk was overgekomen. De dames vonden het helemaal niet meer leuk en vroegen hoe het nu verder ging. Ik vroeg hen het paard van de ruiter mee te nemen en dat wij wel voor hem zorgden. Tevens deelde ik ze mee dat ik van een proces-verbaal afzag omdat ik vond dat de man genoeg gestraft was. De dames verontschuldigden zich voor het gedrag van de man en namen het paard van hem mee. Wachtend op de ambulance had ik de gelegenheid om wat gegevens van de man op te nemen. Kennelijk had ik nog steeds een twinkeling in de ogen want de man maakte de opmerking dat hij van mening was dat ik het allemaal nog wel grappig vond. Gelukkig werd ik gered door de ambulance en hoefde ik hier geen antwoord op te geven. Bij het inladen van de man heb ik hem beterschap gewenst.


39

Externe contacten en PR De Stichting Groennetwerk acht het van belang om goed te communiceren met haar omgeving. De website van de stichting www.groennetwerk.nl, waar het publiek wordt geïnformeerd over het doen en laten van de stichting, is daarvan een goed voorbeeld. Maar er is meer. Zo kent de stichting een heuse PR-commissie, worden er voorlichtingsfolders ontwikkeld, is er een informatiestand beschikbaar en worden er diverse media benut om informatie en wetenswaardigheden naar buiten uit te dragen. Een aantal voorbeelden van deze ‘externe communicatie’ treft u onderstaand aan.

Man verdacht van vergiftigen roofvogels 15-01-2010 17:28 | regioredactie NUNSPEET - Bij een politieonderzoek naar enkele dood aangetroffen roofvogels in de omgeving van de Waterweg in Nunspeet, heeft de politie een 64-jarige man uit Nunspeet verhoord, die heeft bevestigd een verboden gif te hebben gebruikt. Het was zijn bedoeling de roofvogels daarmee te doden. De man is duivenhouder en meende overlast te hebben van deze dieren. Het milieuteam van de politie kwam de man op het spoor na een onderzoek dat samen met het Groennetwerk (boa’s), de AID en de provincie Gelderland was opgezet. Na geruime tijd van vooronderzoek is de man donderdag verhoord. In een schuur bij zijn woning werd een hoeveelheid gif aangetroffen dat al enkele jaren niet meer gebruikt mocht worden. Het gif is in beslag genomen. De 64-jarige verdachte vertelde dat hij op een paal in zijn weiland een dode, met gif behandelde postduif bevestigde, om daarmee roofvogels te lokken, die na het eten van dat giftige aas dood gingen. De man meende last te hebben van roofvogels, omdat die volgens hem achter zijn dure postduiven aan zaten. Reeds meerdere keren werden er dode roofvogels in de omgeving van zijn huis aangetroffen die vermoedelijk allen vergiftigd zijn. Om hoeveel vogels het gaat, is niet duidelijk. Evenmin is bekend of door de werkwijze van de man ook andere dieren, waaronder honden en katten, zijn omgekomen. Het onderzoek wordt voortgezet. Tegen de man wordt proces-verbaal opgemaakt i.v.m. het doden of pogen te doden van beschermde inheemse roofvogels en het in het bezit hebben van vergif, waarvan het bezit en het gebruik al ruim drie jaar streng verboden is.


40

Groennetwerk grijpt in bij nachtelijke activiteiten maandag 21 juni 2010 00:00 REGIO - Steeds vaker worden boswachters geconfronteerd met de gevolgen van nachtelijke activiteiten in de bossen, zoals speurtochten met zaklampen en droppings. Hierdoor wordt het wild opgeschrikt. Luid pratende of schreeuwende deelnemers, al dan niet voorzien van zaklampen, maken dat de in het bos levende dieren op de vlucht slaan. Als dieren om deze reden vluchten wordt in het kader van de Flora- en faunawet gesproken van verstoring, dat is strafbaar gesteld. Dat is een van de redenen waarom men na zonsondergang het gebied niet in mag. Op de toegangsborden aan de rand van het bos, de hei of het landgoed staan de gedragsregels vermeld. Flora- en faunabeheerders aangesloten bij de Stichting Groennetwerk (SGN) zullen de komende periode extra toezien op dit soort overtredingen. De SGN is een organisatie binnen de politieregio Noord- en Oost-Gelderland met groene buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA's) die toezien op de naleving van de groene regelgeving. Deze BOA's zijn in dienst van o.a. gemeenten, provincie, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en Het Geldersch Landschap. Vluchtgedrag van dieren kan tot levensgevaarlijke situaties leiden, niet alleen voor het dier maar zeer zeker ook voor de mens. Op de vlucht gebeurt het regelmatig dat dieren een weg over moeten steken. De schrikreactie van een automobilist of een motorrijder, veroorzaakt door een plotseling overstekend dier en/of een aanrijding met zo'n vluchtend dier kan grote gevolgen hebben. Blikschade aan het voertuig is een veel voorkomend gevolg. Het gebeurt echter ook dat de bestuurder of mede- inzittende gewond raakt. Voor het dier betekent het veelal de dood. Zelfs als het dier slechts gewond is, zal het veelal uit zijn lijden verlost moeten worden. Wie te maken krijgt met een aanrijding met wild, kan direct contact opnemen met de politie via 0900 8844, ook als het dier gewond het bos in vlucht. Doorrijden is strafbaar, ook het aangereden wild meenemen is verboden. Het zijn beschermde dieren en de Flora- en faunawet staat dit niet toe. Voor overige informatie: www.groennetwerk.nl. Bron: www.ermelovitaal.nl


41

Grote controle Groennetwerk, Politie en Marechaussee dinsdag 12 oktober 2010 00:00 REGIO - Op zaterdagmiddag 9 oktober heeft de Stichting Groennetwerk (SGN) samen met de politie, Koninklijke Marechaussee en de Algemene Inspectiedienst (AID) op de Veluwe controles gehouden. Tientallen mensen kregen een bekeuring voor het overtreden van milieuwetgeving. De controle is gehouden tussen 13:00 en 18:00 uur in meerdere plaatsen op de Veluwe. Vijf crossers kregen een bekeuring omdat zij in bosgebied buiten de paden reden. Ook werd er een bekeuring uitgeschreven voor het illegaal dumpen van afval. Meerdere volière-eigenaren werden bezocht om te controleren of er illegale dieren in de volières gehouden werden. Bij een controle bij een perceel aan de Zwarteweg in Vaassen trof men meerdere hennepplanten aan. In totaal werden er 74 planten in beslag genomen. Ook trof men op dat perceel een hoeveelheid zwaar vuurwerk aan. De drugs en vuurwerk zijn in beslag genomen en worden vernietigd. Bron: www.veluweland.nl

In 2010 zijn er TV-opnamen gemaakt van het toezicht zoals dat plaatsvindt vanuit onze groennetwerken. Loslopende honden, verstoord of gewond wild, stroperij, illegaal vissen en het dumpen van afval in de natuur. Dit waren zomaar een aantal voorbeelden die zijn aangehaald om te onderbouwen waarom toezicht en handhaving zo belangrijk is. Naast handhaving in het bos is ook benadrukt dat toezicht op het water en de controle op sportvisserij en visstroperij van belang is: http://www.handhavers.tv/handhavers/


42

Taken Flora- en faunawet naar gemeente Vleermuizen in holle bomen, smienten in de polder, rugstreeppadden in een poel. Wie morrelt aan de natuur, moet zich aan de Flora- en faunawet houden. Er klinkt gemopper over het toezicht hierop. Dat ligt nu nog bij het ministerie van LNV, maar straks ook bij gemeenten.

Wie ingrijpt in de natuur, stuit al snel op de Flora- en faunawet (Ffw). Of het nu gaat om het vervangen van een dakkapel waar een zwaluwnest tegenaan geplakt zit of het aanleggen van een nieuw industrieterrein in zee, zodra beschermde soorten in het geding zijn, moet er natuurvriendelijk worden gewerkt, en zijn verzachtende of compenserende maatregelen nodig om de natuur overeind te houden. Het is allemaal netjes geregeld in de ontheffing (voor individuele gevallen) of in gedragscodes (algemene regels). Maar papier is geduldig en nu de Wabo een deel van het werk bij gemeenten legt, is de vraag: hoe gaat het nu en hoe gaat het straks? Peter Pfaff van Stichting Groennetwerk is er niet gerust op. In Groennetwerk, actief in Noord- en Oost-Gelderland werken politie, Koninklijke Marechaussee, boa’s, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, particuliere terreinbeheerders, provincie en gemeenten samen. ,,Wij hebben een donkerbruin vermoeden”, zo legt Pfaff uit, ,,dat het na het verlenen van de ontheffing stil wordt. Voor zaken zoals het opnieuw aanleggen van een broedvoorziening, of het herstellen van het leefmilieu van een das, is geen sluitend traject voor de naleving, zoals dat bij een vergunning Wet milieubeheer wel het geval is.” Voor die vermoedens heeft hij geen harde, maar wel afgeleide bewijzen. Zo ligt er een onderzoek uit 2007 waarin Stichting RAVON (Reptielen Amfibieën en Vissen Onderzoek Nederland) concludeert dat de compensatieprojecten waarvoor een ontheffing is verleend, vaak niet voldoen. De Stichting Groennetwerk wil wel eens weten hoe compenserende maatregelen uitpakken in het domein van het Groennetwerk. ,,Wij starten een project: wij hebben gekeken welke ontheffingen er in 2008 en 2009 zijn afgegeven in ons gebied. Dat zijn er ongeveer zestig. Wij gaan een aantal van die ontheffingen bekijken: wat heeft dat opgeleverd in het nazorgtraject?” En dus gaan de boa’s binnenkort kijken hoe het dempen van watergangen voor de aanleg van de spoorlijn ZwolleLelystad is gecompenseerd en wat er tegenover het slopen van schuren staat waar boommarters, uilen en vleermuizen leefden. Tot nog toe zijn de toezichthouders van het Groennetwerk geen overtredingen tegengekomen. ,,Er is nog niet veel ervaring in het veld”, luidt Pfaffs verklaring. ,,Daarom starten wij nu met de aanpak daarvan. Een ontheffing is vrij omvangrijk; wij moeten die mensen heel gericht op pad sturen. Wij gaan de toezichthouders leren waar ze naar moeten kijken: wie ze gesproken hebben, dat ze een dossier moeten aanleggen.” Daarmee wil het Groennetwerk de gemeenten in zijn regio ondersteunen. Die krijgen er met de komst van de Wabo namelijk een nieuwe taak bij. Als voor een activiteit een ontheffing Ffw nodig is, moet de initiatiefnemer een aanvraag doen en moet de gemeente voor deze (Ffw-)aanvraag een verklaring van geen bedenkingen aanvragen bij het ministerie van LNV. Pas als die er is, mag de gemeente de omgevingsvergunning afgeven. Die verklaring moet de gemeente opnemen in de omgevingsvergunning. Ze moet bovendien toezicht en handhaving organiseren. De verwachting is dat dit zeker niet bij alle gemeenten tijdig gaat lukken.

Bron: tekst is ontleend aan het Vakblad handhaving – 24-5-2010


43

Man opgepakt voor bedreigen boa's woensdag 22 december 2010 | 15:39 | Een 31-jarige man uit Warnsveld is dinsdagmiddag aangehouden, nadat hij twee opsporingsambtenaren had bedreigd. De man kwam met de ambtenaren in aanraking, toen hij op de Daariomsdreef in Warnsveld zijn hond niet aangelijnd uitliet. Hij kreeg hiervoor een bekeuring. Hierop begon de man de opsporingsambtenaren te bedreigen. De gewaarschuwde politie hield de man aan. Hij is overgebracht naar het bureau voor verhoor.

Informatiestand SGN In 2010 heeft de stichting de informatiestand weer volledig aangepast en waar nodig zijn zaken gewijzigd, opdat we ons met zo actueel mogelijke informatie kunnen presenteren. Ook in 2010 zijn we weer regelmatig uitgenodigd bij evenementen om voorlichting te geven aan de bezoekers. Dit gebeurde o.a. tijdens het handhavingcongres van het LOM op 9 september 2010 in de Van Nelle fabriek te Rotterdam. Hier kwamen ruim 900 handhavers uit heel het land bijeen om gezamenlijk te discussiëren over het brede werkveld van de handhaving. Uiteraard namen wij gebruik van deze gelegenheid om ook de nodige aandacht te vragen voor groentoezicht. Onze bijdragen met zowel de volledige informatiestand als een presentatie, werd hoog gewaardeerd.


44

De Groennetwerken in cijfers Hieronder zijn een aantal tabellen weergegeven van het aantal controles, waarschuwingen en processen-verbaal in 2010, van de Groennetwerken Noord-Veluwe, Apeldoorn en Achterhoek. De gegevens zijn afkomstig uit het BOA-registratiesysteem (BRS). Overzicht aantallen Groennetwerk Noord-Veluwe Noord-Veluwe

Controles

APV (algemene plaatselijke verordening)

Waarschuwingen

Proces-verbaal

564

280

214

6

1

5

Boswet

13

2

1

Destructie

16

1

468

54

76

45

14

4

3

1

817

122

171

Militair

20

28

2

Natuurbeschermingswet

16

10

3

Opiumwet

14

1

2

343

40

1

5

3

646

141

70

Bestrijdingsmiddelen

Flora & faunawet Gezondheid en welzijnswet dieren Horeca Milieu

Overig Ruimtelijke ordening Visserij Vliegverkeer

1

Wetboek van Strafrecht

1694

1473

379

Wegverkeer

2010

3072

1093

Waterverkeer

14

6

Wet wapens en munitie

10

3

7767

3273

Totaal

2938

Overzicht aantallen Groennetwerk Apeldoorn _______________________________________________________________________________ Jaarverslag Stichting Groennetwerk 2010

45

Apeldoorn

Controles

APV (algemene plaatselijke verordening)

Waarschuwingen

Proces-verbaal

176

93

Bestrijdingsmiddelenwet

2

2

Destructie

2

Flora & faunawet Gezondheid en welzijnswet dieren Milieu

76

8

8

1

243

21

42

3 18

Militair

5

1

Natuurbeschermingswet

5

3

Opiumwet

3

Overig

136

Ruimtelijke ordening

9

2

6

1

Visserij

480

17

13

Wetboek van Strafrecht

615

377

194

Wegverkeer

196

45

112

Wet wapens en munitie

5

Bestrijdingsmiddelenwet

2

2

1960

575

Totaal

3 392

Overzicht aantallen Groennetwerk Achterhoek Achterhoek APV (algemene plaatselijke

Controles

Waarschuwingen

Proces-verbaal

257

168

Boswet

7

1

Destructie

3

30

verordening)

Flora & faunawet Gezondheid en welzijnswet dieren Milieu Opiumwet Overig Ruimtelijke ordening Visserij Waterverkeer Wetboek van Strafrecht Wegverkeer Wapens en munitie Totaal

139

22

10

1

375

32

13

5

194

28

9 1624

40 75

1 135

57

970

651

125

84

65

33

1108

361

1

5 3691


46

Hieronder is het totaal aantal controleacties van de Groennetwerken Noord-Veluwe, Apeldoorn en Achterhoek in een grafiek weergegeven.

Overzicht aantal uitgevoerde controles per Groennetwerk

Groennetwerk Noord‐Veluwe

3691

Groennetwerk Apeldoorn 7767

Groennetwerk Achterhoek

1960


47

De drie groene wetten nader uitgewerkt (Noord-Veluwe, Apeldoorn en Achterhoek samen) Type overtreding

constatering

waarschuwing

proces-verbaal

Beschermde dieren (o.a. zorgplicht, bezit en vervoer, vernielen hol of verblijfplaats, verontrusten etc.)

457

47

52

115

11

56

48

6

1

vangen)

8

5

0

Mier-kever-slak (verontrusten)

1

0

1

Jagen (o.a. zonder akte, zonder jachtrecht of jachtakte, aandachtsvestiging, etc.) Beschermde vogels (o.a. zorgplicht, vangen en doden, eieren rapen, vernielen of uithalen van nesten, etc.) Amfibiën-reptielen (o.a. zorgplicht en opsporen en

Beschermde planten (o.a. plukken, uitsteken en 14

6

5

Middelen (verboden middelen in het veld)

5

0

1

Uitheemse dieren

3

0

0

14

1

0

6

0

3

12

8

0

683

84

119

beschadigen)

Algemeen (o.a. aandachtsvestiging en verdachte situaties) Roofvogels (o.a. uitleggen giftig aas en algemeen onderzoek) Gedragscodes (o.a. algemene controle, controle op naleving, inventarisatierapport al dan niet aanwezig)

Flora en Faunawet totaal Type overtreding

constatering

waarschuwing

proces-verbaal

Aantasting/verstoring in Vogelrichtlijngebied

2

0

0

Controle voorschriften vergunning/Natura 2000

4

1

0

Verboden externe handelingen/Natura 2000

5

2

3

Activiteit zonder vergunning/Natura 2000

7

5

3

Zorgplicht/Natura 2000

3

2

0

21

10

6

Natuurbeschermingswet totaal Type overtreding

constatering

waarschuwing

Vellen houtopstand

6

Beschadigen houtopstand

7

Controle herplantplicht

7

2

Niet voldoen aan meldingsplicht

4

4

Niet voldoen aan herplantplicht

2

Controle melding

4

2

30

10

Boswet totaal

2

proces-verbaal 1

1


48

Jaarverslag Jaarverslag Stichting Groennetwerk

Recommend Documents