Jaarverslag GGD 2010 Regio Twente
Colofon Jaarverslag 2010
Uitgave: GGD Regio Twente, mei 2011 Exemplaren van dit jaarverslag kunt u telefonisch aanvragen bij het directiesecretariaat: GGD Regio Twente, Postbus 1400, 7500 BK Enschede. Telefoon 053 487 68 00. Het jaarverslag is eveneens te bekijken via de site van GGD Regio Twente: www.ggdregiotwente.nl ©2010, GGD Regio Twente, Enschede. Auteursrechten voorbehouden. Overname van dit rapport (of gedeelten daarvan) is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. GGD Regio Twente is onderdeel van Regio Twente, het samenwerkingsverband van de 14 Twentse gemeenten.
Voorwoord Met het voorliggende jaarverslag leggen wij rekenschap af over onze activiteiten in het jaar 2010. Onder leiding van een nieuw samengestelde bestuurscommissie hebben we gewerkt aan de realisatie van onze ambities zoals we die hebben verwoord in de programmabegroting. Hier willen nog eens de nadruk leggen op een drietal ambities, waarvan de uitvoering nieuw is, dan wel bijzonder van aard is, onder andere vanwege de positie van gemeenten en andere spelers in het veld. Integrale Jeugdgezondheidszorg 0-19 Vanaf 1 januari 2010 is de GGD ook verantwoordelijk voor het monitoren van de gezondheid van kinderen van 0 tot 4 jaar. Deze taak is overgenomen van de thuiszorgorganisaties en er is op zowel operationeel als managementniveau, veel werk verzet, richting een integrale uitvoering van de JGZ 0-19. Tegelijkertijd is, vanuit de positie van kern- en ketenpartner, deelgenomen aan de realisatie van de Centra voor Jeugd en Gezin bij de 14 Twentse gemeenten. Regionale samenwerking bij rampen en incidenten De samenwerking tussen de GGD, GHOR (Geneeskundige Hulpverlening Ongevallen en Rampen) en andere partners heeft dit jaar een sterke impuls gekregen. Opleiden,Trainen en Oefenen (OTO) wordt als steeds belangrijker ervaren om daadwerkelijk in staat te zijn effectief bij rampen en incidenten te kunnen optreden. Het GGD Rampen Opvangplan (GROP) is vastgesteld en de daarbij behorende interne coördinatiestructuur is geïmplementeerd. Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning (rVTV) De rVTV is een belangrijk instrument om richting te geven aan het landelijke, maar vooral lokale gezondheidsbeleid, waarbij ook verbinding wordt gemaakt met het terrein van de e maatschappelijke ondersteuning. De verzamelde informatie is neergelegd in de 1 Twentse Gezondheidsverkenning (TGV). Dit is te beschouwen als een groeimodel dat in de komende jaren verder wordt verfijnd en meegroeit met een veranderende informatiebehoefte van gemeenten. Maar in het jaarverslag komt uiteraard ook de inzet op onze reguliere taakgebieden tot uiting. Na eerdere jaren ook een populaire versie op papier te hebben gemaakt is er dit jaar voor gekozen om een digitale versie te maken. We hopen daarmee ook de vernieuwing van onze website onder de aandacht te brengen. Drs. Th.N.J. van Rijmenam Directeur GGD Regio Twente
Leeswijzer In het jaarverslag 2010 wordt verantwoording afgelegd over de activiteiten van de dienst in het jaar 2010. Naast het jaarverslag worden separaat de productiecijfers en andere relevante gegevens voor de regio Twente gepresenteerd. In het jaarverslag wordt een- en andermaal naar dit overzicht verwezen. Tezamen geven zij de door ons geleverde inspanningen en prestaties weer. Hiermee verschaffen wij inzicht in hoeverre de, door onze gemeenten en opdrachtgevers, gestelde doelen zijn behaald. De opzet van het jaarverslag volgt dit jaar niet de organisatorische indeling van GGD Regio Twente maar groepeert de activiteiten onder onze klassieke taken: bevorderen, bewaken en beschermen van gezondheid zoals het ook is neergelegd in onze missie. In een hoofdstuk ‘Trends en ontwikkelingen’ hebben we weer op een wat uitgebreidere schaal aandacht willen geven aan trends en ontwikkelingen in Twente. Informatie die wij noodzakelijk achten voor gemeenten om, naast informatie die al door ons wordt verstrekt in het kader van epidemiologisch onderzoek en informatie ten behoeve van de lokale nota volksgezondheid, mee te nemen in de bepaling van het te voeren gezondheidsbeleid.
3
4
Inhoudsopgave Voorwoord ...................................................................................................................3 Leeswijzer....................................................................................................................3 Inhoudsopgave............................................................................................................5 1
Trends en ontwikkelingen in Twente...................................................................7 1.1 1.2
2
GGD Regio Twente .............................................................................................11 2.1 2.2 2.3
3
Algemeen publiek..........................................................................................................21 Jeugd..............................................................................................................................22
Beschermen ........................................................................................................25 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
7
Algemeen publiek..........................................................................................................17 Jeugd..............................................................................................................................19 Ouderen..........................................................................................................................20
Bewaken ..............................................................................................................21 5.1 5.2
6
Personeel .......................................................................................................................13 Kwaliteit..........................................................................................................................14 Financieel jaarverslag 2010..........................................................................................16
Bevorderen..........................................................................................................17 4.1 4.2 4.3
5
Taak en doelstelling ......................................................................................................11 GGD en Regio Twente ..................................................................................................11 De organisatie................................................................................................................11
De GGD in 2010...................................................................................................13 3.1 3.2 3.3
4
Ontwikkelingen in het gezondheidsbeleid in Twente..................................................7 Ontwikkelingen t.a.v. gezondheidsproblemen in Twente ...........................................9
Infectieziektebestrijding ...............................................................................................25 Soa / Sense ....................................................................................................................26 Tuberculosebestrijding ................................................................................................27 Milieu & Gezondheid.....................................................................................................27 GGD RampenOpvangPlan (GROP)..............................................................................28 Reizigersadvisering ......................................................................................................29 Openbare Geestelijke Gezondheidzorg (OGGZ) ........................................................29
Overige activiteiten.............................................................................................31 7.1 7.2
Forensische geneeskunde ...........................................................................................31 Projecten en maatwerk .................................................................................................33
Bijlage 1 Gebruikte afkortingen................................................................................34
5
6
1 1.1
Trends en ontwikkelingen in Twente Ontwikkelingen in het gezondheidsbeleid in Twente
1.1.1 Nieuwe koers in landelijk gezondheidsbeleid Vanwege de vorming van een nieuw kabinet is het verschijnen van de landelijke nota Gezondheidsbeleid vertraagd. De minister heeft de kamer toegezegd dat de nieuwe nota in het voorjaar van 2011 aan de kamer wordt aangeboden. Uitgangspunt in de nieuwe nota zal zijn dat burgers zelf verantwoordelijk zijn voor hun leefstijl en zelf in staat zijn om hierin een keuze te maken. Ongezond gedrag wordt niet beboet of belast en massa-mediale campagnes over een gezonde leefstijl worden gestopt. Het beleid wordt gericht op het inrichten van een gezonde leefomgeving, zodat het voor mensen gemakkelijker wordt om te kiezen voor een gezonde leefstijl. De minister wil bijvoorbeeld investeren in het creëren van sport- en beweegmogelijkheden in de buurt. De jeugd moet weerbaar worden gemaakt tegen verleidingen door hen uit te rusten met kennis en vaardigheden, waarmee ze in staat zijn om verstandige besluiten te nemen en hun grenzen te bepalen. 1.1.2 Opstellen nieuwe nota’s lokaal gezondheidsbeleid Gemeenten moeten binnen twee jaar na het verschijnen van de landelijke nota Gezondheidsbeleid een nieuwe nota Lokaal Gezondheidsbeleid formuleren. In deze zelfde periode (tussen 2011 en 2013) moeten gemeenten ook een nota in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning opstellen. Bij veel gemeenten is de ambtelijke capaciteit hiervoor beperkt. Ook wordt er een duidelijke overlap in beide onderwerpen ervaren. Daarom bestaat er bij veel gemeenten voorkeur om beide nota’s te combineren ook al zijn de bestuurlijke en inhoudelijke invalshoeken verschillend. 1.1.3 Ouderen onderwerp van lokaal gezondheidsbeleid Hoewel veel mensen lange tijd gezond en gelukkig blijven, neemt met het ouder worden de kans op (chronische) aandoeningen toe. Veel ouderen hebben verschillende chronische aandoeningen tegelijkertijd. Kleine lichamelijke en psychosociale problemen kunnen zich opstapelen, waardoor men lange tijd in een kwetsbare positie functioneert. Wanneer de problematiek verergert, is uitgebreide hulp (zoals een opname in een instelling) nodig. Van gemeenten wordt verwacht dat ze in hun lokale nota gezondheidsbeleid aandacht besteden aan preventieve ouderengezondheidszorg. In Twente is besloten om dit binnen het beleidskader Wmo uit te voeren. Preventief gezondheidsbeleid zou zich moeten richten op ondersteuning van kwetsbare ouderen. Door relatief lichte interventies kan de eigen kracht van ouderen om zelfstandig te blijven functioneren worden versterkt. De komende jaren neemt de vergrijzing sterk toe. Tegelijkertijd bevinden zich onder de toekomstige ouderen steeds meer hoogopgeleiden die gezonder zijn en zich beter kunnen redden dan mensen met minder scholing. 1.1.4 Vorming veiligheidsregio In 2010 is de Wet veiligheidsregio’s van kracht geworden. Deze wet beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionaal bestuur (burgemeesters). Twente is één van de 25 veiligheidsregio’s. Een nog te benoemen directeur Publieke Gezondheid, wordt eindverantwoordelijk voor zowel de GGD als de GHOR en moet daarmee een scharnierfunctie gaan vervullen tussen de Veiligheidsregio en de GGD organisatie. Het voorstel voor de wettelijke verankering van deze functie in de Wet publieke gezondheid wordt momenteel in de Eerste Kamer behandeld. Bij de behandeling zijn vragen gesteld over de samenhang van de ontwikkeling van de Veiligheidsregio’s en de voorstellen voor opschaling van de politie tot 10 regio’s. De uitkomst van deze discussie is nog niet duidelijk.
7
1.1.5 Verbinding zorg en veiligheid Via het Regionaal college hebben de Twentse gemeenten gezamenlijk inhoud gegeven aan hun regierol op het gebied van sociale veiligheid. Er is een regionaal actieplan “Integrale Veiligheidszorg” tot stand gebracht, waarin prioriteiten zijn benoemd en verantwoordelijkheden belegd. Bij de uitvoering ervan spelen de drie veiligheidshuizen in Twente een belangrijke rol. Veiligheidshuizen zijn een samenwerkingsverband van gemeenten, politie en justitie en beogen het veiligheidsbeleid en de uitvoering ervan beter te coördineren. Steeds duidelijker wordt dat veel veiligheidsvraagstukken verbonden zijn met preventie en zorg. Het kan hierbij gaan om zorg voor gevolgen van huiselijk geweld of het voorkomen van gewelds- of veiligheidsproblemen door een effectieve preventie- en zorgstructuur voor verslaafden en psychiatrische patiënten. Op ambtelijk niveau vindt structureel afstemming plaats van de activiteiten op het terrein van Publieke Gezondheid (en Maatschappelijke Ondersteuning) en de Integrale Veiligheidszorg (IVZ) . 1.1.6 Zorg AdviesTeams bespreken steeds meer leerlingen Gemeenten en het onderwijs hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in het vroegtijdig signaleren van kinderen die extra zorg nodig hebben. Hiervoor zijn ZorgAdviesTeams (ZAT) op scholen gevormd, waarin deze kinderen worden gesignaleerd en problemen worden opgelost of getracht wordt te voorkomen dat problemen verergeren. Geconstateerd kan worden dat behalve de toename van het aantal ZAT’s, ook het aantal besproken kinderen in Twente is toegenomen. Het aantal besproken jongeren is de afgelopen twee jaar met 61% gestegen tot 13136 leerlingen in 2010.Het aantal bijeenkomsten van ZAT’s in Twente is de afgelopen jaren met 38% toegenomen. Inmiddels investeren ook voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven) in het realiseren van ZorgAdviesTeams. Het bespreken van kinderen en jongeren is geen doel op zich. De GGD verwacht dat dit bijdraagt aan het eerder signaleren van problemen, waardoor gevolgen voorkomen worden. De komende jaren zal de effectiviteit van ZorgAdviesTeams duidelijk moeten worden. 1.1.7 Meer aandacht voor gezondheid en schoolverzuim Sinds 2009 wordt de jeugdgezondheidszorg steeds vaker gevraagd een rol te spelen in het voorkomen van het toenemende schoolverzuim door jongeren. De reden hiervan is dat gemeenten de leerplichtwet strakker willen handhaven. De jeugdgezondheidszorg onderzoekt en beoordeelt het al dan niet aanwezig zijn van medische en/of psychosociale oorzaken die van invloed zijn op het schoolverzuim van de jongere. 1.1.8 Samenwerking JGZ en jeugdzorg In 2015 zal het stelsel van de jeugdzorg worden herzien, waarbij de verantwoordelijkheid wordt overgeheveld van de provincie naar gemeenten. Met het vooruitzicht op deze stelselherziening en decentralisatie wordt nagedacht over de vraag hoe jeugdgezondheidszorg (JGZ) en jeugdzorg elkaar kunnen versterken. De VNG overlegt hierover intensief met haar leden, het ministerie van VWS, brancheorganisaties en andere betrokkenen. Daarnaast is eind december 2010 het 'Standpunt versterken samenwerking JGZ en Bureau Jeugdzorg' van het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid verschenen. Dit rapport geeft adviezen om de hulp aan kinderen met opvoed- en opgroeiproblemen te verbeteren door een versterkte samenwerking van JGZ organisaties en bureau Jeugdzorg. Ook in Twente buigen gemeenten zich over deze vragen. In het voorjaar van 2011 komt dit onderwerp aan de orde in een gezamenlijk overleg van bestuurders en beleidsambtenaren. 1.1.9 Opvoedondersteuning als nieuw vakgebied in Twente Opvoedingsondersteuning ontwikkelt zich momenteel als zelfstandig vakgebied. Mede door de komst van Centra voor Jeugd en Gezin ontstaan er nieuwe vormen van pedagogische dienstverlening zoals consultatie, informatie en advies, coaching (van beroepskrachten in de kinderopvang) en zelfhulpprogramma’s voor ouders. Online dienstverlening is hierbij een bijzondere ontwikkeling met grote mogelijkheden. In Twente zijn websites ontwikkeld zoals Loes.nl die informatie bieden over opgroeien en
8
opvoeden. Door deze digitale producten neemt de toegankelijkheid en de bekendheid van (opvoed) cursussen en themabijeenkomsten over opgroeien en opvoeden toe. Digitalisering biedt mogelijkheden om de krachten van instellingen en gemeenten te bundelen. Dit heeft niet alleen voordelen in kostenbesparing, maar leidt ook tot kwaliteitverbetering.
1.2
Ontwikkelingen t.a.v. gezondheidsproblemen in Twente
1.2.1 Overgewicht bij schooljeugd lijkt niet verder toe te nemen In de afgelopen decennia is overgewicht een mondiaal gezondheidsprobleem geworden. Ook het aantal kinderen met overgewicht is aanzienlijk gestegen. Daarom hebben Twentse gemeenten de afgelopen jaren beleid opgesteld en uitgevoerd om overgewicht bij de jeugd tegen te gaan. Met ondersteuning vanuit GGD Regio Twente hebben verschillende gemeenten ingezet op een integrale aanpak, waarbij is gewerkt aan het inzetten van lesprogramma’s op scholen, campagnes ter stimulering van lichaamsbeweging, coaching van ouders en gezinnen van kinderen met overgewicht en het creëren van een beweegvriendelijke leefomgeving. Uit monitoring blijkt dat het percentage overgewicht op de basisscholen in Twente tussen 2006 tot en 2009 niet toegenomen is. 1.2.2 Stoppen met roken in het basispakket Roken speelt een belangrijke rol in het ontstaan van veel verschillende aandoeningen. Gelukkig is het aantal rokers sterk gedaald. In Twente rookt 23% van alle inwoners tussen 20 en 65 jaar. Veel landelijke maatregelen zijn gericht op het ontmoedigen van roken (accijnzen en verbod op roken in openbare ruimten). Daarnaast worden rokers gestimuleerd om te stoppen met roken. Met ingang van 1 januari 2011 wordt hulp bij stoppen met roken (onder bepaalde voorwaarden) vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Dit kan worden gezien als een belangrijke ontwikkeling in de samenwerking tussen preventie en curatieve zorg. 1.2.3 Alcoholgebruik onder jongeren daalt, veel draagvlak voor lokaal beleid Er zijn steeds meer Twentse jongeren die nog geen alcohol drinken tot ze 16 jaar zijn. Dit blijkt uit het onderzoek dat de Universiteit Twente en GGD Regio Twente in het voorjaar 2010 hebben uitgevoerd in opdracht van Happy Fris?!, het Twentse jeugd- en alcoholproject. Het onderzoek is uitgevoerd nadat het regionale project Happy Fris?! twee jaar is uitgevoerd. Uit het onderzoek blijkt dat minder jongeren op vroege leeftijd beginnen met drinken. Het aantal kinderen van 12 jaar dat al eens alcohol heeft gedronken, is in vergelijking met landelijk onderzoek in 2007 bijna gehalveerd. Maar ook in de leeftijdscategorieën daarboven is het aantal jongeren dat alcohol drinkt afgenomen. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat er bij ouders en jongeren veel draagvlak bestaat voor het beleid van de Twentse gemeenten. Tevens wordt duidelijk dat ouders een belangrijke rol spelen in de aanpak van alcoholgebruik bij jongeren. Veel ouders van alcoholdrinkende jongeren onderschatten de hoeveelheid alcohol die hun kinderen drinken. 1.2.4 Druggebruik vraagt om aanpak Naast alcohol wordt aandacht gevraagd voor het gebruik van andere middelen (drugs) door jongeren. Op initiatief van de gemeente Enschede is daarom, naast het project Happy Fris (dat gericht is op alcohol), een tweede project ontwikkeld dat prioriteit geeft aan het tegengaan van cannabisgebruik onder jongeren. Ook in dit project staat een integrale aanpak centraal. Beide projecten (Happy Fris en de Cannabiscampagne) zijn in samenspraak met Tactus Verslavingszorg ontwikkeld. Het Cannabisproject beoogt het eerste gebruik bij jongeren te voorkomen en richt zich op het tegengaan van problematisch gebruik bij jongeren die al middelen gebruiken. Enschede gaat in het kader van het regionaal lokaal gezondheidsbeleid ervaringen delen met de andere Twentse gemeenten. Bovendien worden de gemeenten Haaksbergen en Twenterand actief betrokken in de aanpak, om zo een aanpak te ontwikkelen die zowel voor grote als minder grote gemeenten effectief is. Een prima opmaat om de aanpak over heel Twente uit te rollen.
9
1.2.5 Draagvlak voor vaccinaties staat onder druk Vaccinatie is een effectieve bescherming tegen veel infectieziekten. Om de bevolking effectief tegen infectieziekten te beschermen is de vaccinatiegraad (het aantal gevaccineerden) van belang. Hierbij wordt een internationale norm aangehouden van minimaal 90% voor de meeste vaccinaties. Voor de vaccinatie tegen Bof, Mazelen en Rode Hond (BMR) hanteert de WHO een ondergrens van 95%. De vaccinatiegraad voor zuigelingen in Twente lag in 2010 rond 96% en voldoet dus ruimschoots aan de norm. Voor de 9-jarigen wordt in Twente (net als in de rest van Nederland) de ondergrens van 95 % voor BMR niet gehaald: 93 procent is voor de tweede keer gevaccineerd voor DTP en BMR. Hierdoor is een uitbraak van mazelen niet uitgesloten. Vanaf 2010 wordt de HPV vaccinatie (tegen baarmoederhalskanker) aangeboden aan twaalfjarige meisjes. In Twente kreeg bijna 50 procent van de twaalfjarige meisjes deze prik. Hoewel dit iets beter is dan bij de start van dit programma, is het lager dan het landelijke gemiddelde van 58 procent. Het draagvlak voor vaccinaties vraagt dus aandacht van de GGD. 1.2.6 Resistente van antibiotica: een toenemend probleem In 2010 is (multi)resistentie van antibiotica een veelgehoorde term: steeds vaker kunnen infectieziekten niet goed behandeld worden met beschikbare antibiotica. Resistentie ontstaat vooral door onzorgvuldig en veelvuldig gebruik van antibiotica. In Nederland is het gebruik van antibiotica in de gezondheidszorg laag. Echter het veterinaire gebruik (bij dieren) is in Nederland veruit het hoogste van Europa. Deskundigen maken zich grote zorgen over de toenemende resistentie. Naast het ontwikkelen van nieuwe antibiotica is het van belang om het gebruik ervan in de gezondheidszorg en onder dieren terug te dringen. Bewustwording bij het publiek is hierbij van belang. De GGD bekijkt hoe ze in samenwerking met andere partijen, een rol kan spelen in de voorlichting op dit terrein.
10
2 GGD Regio Twente 2.1
Taak en doelstelling
Een goede gezondheid is voor mensen van groot belang. Vooral wanneer deze niet meer vanzelfsprekend is, gaan ze zich realiseren dat andere zaken in het leven minder relevant zijn dan een goede gezondheid. De Wet publieke gezondheid (Wpg) kent zowel gemeente als uitvoerder een belangrijke rol toe bij het gezond houden van inwoners. In de wettelijk voorgeschreven nota Lokaal gezondheidsbeleid leggen gemeenten vast hoe ze daaraan willen werken. GGD Regio Twente adviseert de 14 Twentse gemeenten en levert daarnaast concrete producten en diensten om de gezondheid van de Twentenaren te verbeteren en gezond gedrag te stimuleren. In ons streven naar een gezond Twente willen we ons manifesteren als een centrum voor kennis en kunde op het gebied van openbare gezondheidszorg en de daaraan gerelateerde veiligheid.
2.2
GGD en Regio Twente
GGD Regio Twente is onderdeel van Regio Twente, een samenwerkingsverband van de 14 Twentse gemeenten Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden. Regio Twente vervult vóór en met bovenstaande gemeenten werkzaamheden op een breed gebied: verkeer en vervoer, volkshuisvesting en ruimtelijke ordening, economische zaken, veiligheid, volksgezondheid en recreatie en toerisme.
2.3
De organisatie
In figuur 1 is de organisatiestructuur weergegeven. Er zijn een drietal afdelingen te weten: Algemene gezondheidszorg, Jeugdgezondheidszorg en Stafafdeling. De afdeling Algemene gezondheidszorg kent een teamstructuur voor de deelgebieden SOA/SENSE & infectieziekten, tuberculosebestrijding, milieu & gezondheid, hygiëne & veiligheid en reizigersadvisering, openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ) & forensische geneeskunde. Alle activiteiten ten behoeve van jeugdigen zijn ondergebracht in de Jeugdgezondheidszorg die, naast regionaal georganiseerde teams ten behoeve van de uitvoering van het Basistakenpakket, een ondersteunend stafbureau en bedrijfsbureau heeft geformeerd. Binnen de Stafafdeling zijn drie teams geformeerd. De onderdelen epidemiologie, gezondheidsbevordering en beleid zijn samengebracht in het team EGB (Epidemiologie, Gezondheidsbevordering en Beleid). Voor projecten is een aparte structuur gevormd die, naast (publieks-)informatie en bedrijfsvoering, onder verantwoordelijkheid van het team IBP (Informatie, Bedrijfsvoering en Projecten) valt. Als laatste is er een secretarieel team. De diensten communicatie, financiën, ict, personeel en overige algemene zaken betrekt de GGD van het Bestuurs- en Bedrijfsbureau van Regio Twente. De GGD wordt gestuurd door een directeur en de afdelingen door hoofden. De sturing van de teams ligt in handen van teamleiders. De Bestuurscommissie Openbare Gezondheidszorg (OGZ) oefent de bevoegdheden uit van het dagelijks bestuur. Deze gaat met ingang van 1 januari 2011 verder onder de naam Bestuurscommissie Publieke Gezondheid. De voorzitter van de bestuurscommissie maakt deel uit van het dagelijks bestuur van Regio Twente. Het uiteindelijke algemene bestuur wordt gevormd door de regioraad bestaande uit burgemeesters, wethouders en gemeenteraadsleden uit de samenwerkende gemeenten.
11
Figuur 1 – Organisatiestructuur GGD Regio Twente in 2010
Directie GGD
Jeugdgezondheidszorg
Algemene gezondheidszorg
Stafbureau JGZ
Bedrijfsbureau JGZ
Stafafdeling
SOA / SENSE Infectieziektebestrijding
Reizigersadvisering Hygiëne & Veiligheid
Team Enschede e.o.
Milieu & Gezondheid Tuberculosebestrijding
Team Hengelo e.o.
OGGZ Forensische Geneeskunde
Team Almelo e.o.
12
Epidemiologie, gezondheidsbevordering en beleid (EGB)
Informatie, bedrijfsvoering en projecten (IBP)
Secretariaat
3 De GGD in 2010 3.1
Personeel
3.1.1 Personele opbouw Op 31 december 2010 telde de GGD 407 werknemers met een vaste of tijdelijke ambtelijke aanstelling verdeeld over 249,11 formatieplaatsen (fte’s). Tabel 1 geeft de feitelijke personeelssterkte (tijdelijke en vaste ambtelijke aanstelling) in de jaren 2007 tot en met 2010 weer. Vacatures, medewerkers met een arbeidsovereenkomst en extern ingehuurde medewerkers zijn hierin niet meegenomen. Tabel 1 Aantal medewerkers en formatieplaatsen GGD Regio Twente 2007 - 2010 op einddatum van jaar 2010 2009 2008 2007
aantal medewerkers 407 191 171 149
aantal formatieplaatsen 249,11 130,27 116,69 102,84
De sterke groei van het personeelsbestand in 2010 hangt samen met de indiensttreding van de medewerkers jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar van de Twentse thuiszorgorganisaties bij de afdeling Jeugdgezondheidszorg per 1 januari 2010. Het personeelsbestand bestond eind 2010 voor de overgrote meerderheid (ruim 95%) uit vrouwen. Het percentage vrouwen kent de laatste jaren een stijgende tendens. 3.1.2 Ziekteverzuim In onderstaande tabellen worden de verzuimcijfers weergegeven. Zwangerschapsverlof en ziekte in verband met zwangerschap zijn niet in de cijfers meegenomen. Tabel 2 Verzuimgegevens 2010 GGD Regio Twente en Regio Twente verzuimpercentage
GGD Regio Twente
4,64 3,87
meldingsfrequentie
1,16 1,17
gemiddelde verzuimduur in dagen 17,44 14,63
Het verzuimpercentage is in 2010 ruim anderhalf procentpunt kleiner dan in 2009 (6,18%). Ook de meldingsfrequentie is gedaald (2009: 1,5). De gemiddelde verzuimduur is met 17,44 dagen echter een stuk groter dan die van vorig jaar (12,16). Ook is hij enkele dagen groter dan die van Regio Twente. Het verzuimpercentage is ongeveer 0,75 procentpunt groter dan dat van Regio Twente.
13
Tabel 3 Verzuimgegevens GGD Regio Twente en Regio Twente 2010, gemiddelde 2005 2009 en 2005 - 2010 afzonderlijk jaar 2010 Gemiddelde 2005 – 2009
GGD 4,64% 5,79%
Regio Twente 3,87% 4,84%
Ziekteverzuim 2005 - 2010, onderverdeeld naar kort verzuim (1-13 dagen) en lang verzuim (vanaf 14 dagen) GGD Regio Twente jaar totaal Kort lang totaal kort lang 2005 6,36% 1,63% 4,73% 5,18% 1,51% 3,67% 2006 3,78% 1,46% 2,32% 3,88% 1,28% 2,60% 2007 5,72% 1,33% 4,39% 4,89% 1,20% 3,69% 2008 6,60% 1,36% 5,24% 5,18% 1,19% 3,99% 2009 6,18% 1,54% 4,64% 4,91% 1,35% 3,56% 2010 4,64% 1,05% 3,59% 3,87% 1,13% 2,74% Het verzuimpercentage is in 2010 ruim één procentpunt kleiner dan het gemiddelde over de voorgaande vijf jaren. Het kortdurende verzuim (1-13 dagen) is gedaald en ligt op het laagste niveau van de jaren 2005 - 2010. Ook het langdurende verzuim (vanaf 14 dagen) is kleiner dan dat van de vijf voorgaande jaren met uitzondering van het jaar 2006. Naast de acties, rechten en plichten die in het verzuimprotocol zijn omschreven zijn er aanvullende activiteiten rondom verzuim georganiseerd. Begin 2010 is de aanbesteding van arbodienstverlening (samen met 6 gemeenten) afgerond, dit heeft geresulteerd in een contract met Arbo Unie. De nieuwe bedrijfsarts is geïntroduceerd bij medewerkers, OR en leidinggevenden. Er zijn twee lunchbijeenkomsten georganiseerd rondom het onderwerp verzuim. Daarbij is met de bedrijfsarts gesproken over de visie op verzuim en het gehanteerde ‘Eigen regie-model’, waarbij de leidinggevende centraal staat in de regie over het verzuim van medewerkers. Eind 2010 is het verzuimprotocol aangepast op nieuwe wetgeving en nieuwe inzichten rondom de regie op verzuim door leidinggevenden. Managementinformatie over verzuim is geoptimaliseerd en wordt per kwartaal verstrekt aan leidinggevenden.
3.2
Kwaliteit
3.2.1 Project Integraal kwaliteitssysteem Om de kwaliteit van de dienstverlening te borgen werkt de GGD sinds 2008 met een kwaliteitsmanagementsysteem. Voor verschillende taakgebieden is de GGD gecertificeerd volgens HKZ. In 2010 zijn op basis van in december 2009 gehouden audits vier certificaten ontvangen: - Infectieziekten; - OGGZ; - Gezondheidsbevordering; - Epidemiologie en beleid. In februari waren er de eerste opvolgingsaudits, voor JGZ 4 – 19 jarigen en OGZ (het algemene deel). Deze audits gaven geen tekortkomingen te zien. Met betrekking tot de externe audits is afgesproken met de certificerende instelling, dat is KIWA, om de audits vanaf 2011 te comprimeren in één week. Dan zullen ook de Forensische geneeskunde en de Inspectie Wet kinderopvang worden gecertificeerd. In 2010 zijn 18 interne audits gehouden die tot een veelheid aan verbeteracties hebben geleid. De voortgang m.b.t. kwaliteit is in onderstaande tabel samengevat.
14
Prestatie indicator systeem van interne audits externe klachtenafhandeling interne klachtenafhandeling aantal certificaten klantwaardering medewerkerwaardering percentage beschreven processen processen voorzien van indicatoren vertaling visie en strategie betrokkenheid medewerkers, ketenpartners en/of klanten 3.2.2
Stand van zaken is aanwezig is aanwezig is aanwezig 6 relatiebeheer vindt plaats en beperkt KTO in 2009 is regioreflectie uitgevoerd 1 91% 2 0% in programmabegroting is aanwezig
Klachtencommissie
Klachtenregeling De klachtenregeling maakt onderdeel uit van de klachtenregeling Regio Twente. Doel van de regeling is enerzijds de klager genoegdoening te verschaffen met betrekking tot zijn/haar klacht en anderzijds de klantvriendelijkheid van de organisatie te verbeteren. Klachten van cliënten die vallen onder de Wet klachtrecht cliënten zorgsector worden door de secretaris van de Klachtencommissie GGD in behandeling genomen. De regeling voorziet in een bemiddelingspoging alvorens tot behandeling in de commissie wordt overgegaan. Indien een bemiddelingspoging niet leidt tot het oplossen van de klacht, wordt de klacht behandeld door de klachtencommissie. De commissie bestaat uit 3 GGD medewerkers van verschillende afdelingen met een onafhankelijke voorzitter. De mogelijkheid om een klacht in te dienen wordt kenbaar gemaakt in brochures van de GGD. Tevens liggen in wachtruimten specifieke folders over het indienen van een klacht. Op de website staat de klachtenbrochure met de mogelijkheid een klacht in te dienen of een klachtformulier aan te vragen. Overzicht klachten 2010 In 2010 zijn schriftelijk 32 klachten binnengekomen waarvan 17 over Jeugdgezondheidszorg en 15 over Algemene Gezondheidszorg. Daarnaast zijn er 5 mondelinge klachten geweest. Op één na zijn alle klachten in het voortraject afgehandeld. Eén klacht is aan de commissie voorgelegd. In dit geval is de commissie tot het oordeel gekomen dat de klacht primair niet ontvankelijk is omdat het geen betrekking heeft op een handelen of nalaten als bedoeld in de Wet klachtrecht cliënten zorgsector. Secundair acht de commissie de klacht ongegrond omdat de GGD geen verwijt treft. Er zijn enkele trends waarneembaar: 1. Het aantal klachten is het dubbele van 2009. Voor een deel komt dit omdat de consultatiebureaus (JGZ 0-4) met ingang van 2010 onder de GGD vallen. Het gaat hier om 9 klachten. Verder zijn voor het eerst mondelinge klachten (in totaal 5) op de voorgeschreven wijze geregistreerd. 2. Naar aanleiding van klachten over een onheuse bejegening is de detachering/het dienstverband van twee medewerkers beëindigd. 3. Diverse klachten bij Reizigersadvisering hebben betrekking op onjuiste informatieverstrekking. Vanuit de klachtencommissie is het management geadviseerd hieraan specifieke aandacht te besteden. We prijzen ons gelukkig dat het aantal klachten afgezet tegen het totaal van de cliëntcontacten gering genoemd mag worden. Desondanks streven wij ernaar om de dienstverlening zo gestalte te geven dat er geen redenen zijn voor klachten. Derhalve wordt grote aandacht geschonken
1 2
Uitgaande van 25 primaire processen en 18 besturende en ondersteunende processen. Een aantal producten is wel voorzien van indicatoren, processen niet.
15
aan de bemiddelingspoging na een klacht om zo tot meer inzicht over het ongenoegen te komen en de dienstverlening aan de hand hiervan verder te verbeteren. 3.2.3 Meldpunt Incidenten Cliëntenzorg Het Meldpunt Incidenten Cliëntenzorg (MIC) heeft in 2010 tien meldingen ontvangen. Dat is een stijging ten opzichte van de vier meldingen in 2009, het eerste jaar dat de MIC actief was. De meldingen hebben betrekking op zowel de afdeling JGZ als AGZ. Daarmee heeft de commissie de indruk dat er onder medewerkers geen schroom is om kritisch naar eigen handelen te kijken. De meldingen hebben betrekking op prikaccidenten, inrichting onderzoeksruimten, niet oplettend lezen van, medisch relevante, gegevens en het dossierbeheer. Behoudens twee nog in behandeling zijnde meldingen, heeft de commissie in alle gevallen schriftelijke adviezen verstrekt aan het management die conform zijn overgenomen en uitgewerkt.
3.3
Financieel jaarverslag 2010
Bestuursondersteuning Epidemiologie Advisering lokaal gezondheidsbeleid Gezondheidsbevordering (incl. projecten) Tuberculosebestrijding Infectieziektebestrijding (incl. projecten) Reizigersvaccinaties en -advisering 3 Inspectie & Hygiëne Milieu & Gezondheid Jeugdgezondheidszorg (incl. projecten) Elektronisch Kinddossier (EKD) Logopedie Openbare geestelijke gezondheidszorg (incl. projecten) Forensische geneeskunde PGA (voorheen Medische opvang asielzoekers) WMO-coördinatie Bijdrage beschikbaarheidsvergoeding forensische geneeskunde Algemeen Mutaties reserves Bijdrage gemeenten in exploitatiesaldo Saldo 2010 (pos) Totaal
3
Uitgaven in € Inkomsten in € 245.176 0 326.421 0 270.358 504.135 105.847 1.062.533 88.902 1.707.745 861.7043 1.036.376 820.959 751.080 1.101.705 271.263 0 15.920.589 2.790.140 689.791 570.000 203.242 203.242 249.668 66.731 549.822 562.367 315.979 315.979 67.925 67.925 128.449 207.639 1.425.523
25.933.713
Het resultaat op het product Inspectie & Hygiëne Kinderopvang ad € 387.170 zal conform besluitvorming in de regioraad dd 16 februari 2011 na goedkeuring van de jaarstukken worden terugbetaald aan de gemeenten.
16
543.444 1.618.337 16.742.317 -525.885 25.933.713
4 Bevorderen 4.1
Algemeen publiek
4.1.1 Epidemiologie, gezondheidsbevordering en beleidsadvisering Door inzicht te verschaffen in de gezondheidssituatie en gemeenten te ondersteunen in het ontwikkelen en uitvoeren van gezondheidsbeleid werkt de GGD aan een betere gezondheid en meer kwaliteit van leven voor de Twentse burgers. Dit vertaalt zich in sociale- en economische winst omdat gezondheid een voorwaarde is om te participeren in de samenleving en op de arbeidsmarkt. Bovendien van importantie om de zorgkosten beheersbaar te houden. Stand van zaken De landelijke overheid heeft de verantwoordelijkheid voor het gezondheidsbeleid meer en meer overgeheveld naar gemeenten. Met de veranderende rol van gemeenten gaat een veranderende vraag aan de GGD gepaard. Uit efficiency en effectoverwegingen hebben gemeenten de GGD opgedragen regionale voorwaarden te scheppen voor lokaal gezondheidsbeleid. Dit heeft geresulteerd in de realisatie van de Twentse GezondheidsVerkenning (TGV), het regionale beleidskader ‘Twente werkt aan gezondheid’ en de steunpuntfunctie gezondheidsbevordering (Twente in Balans, ouderen en achterstandsgroepen). Twentse GezondheidsVerkenning (TGV) Met de Twentse GezondheidsVerkenning, een rapport met lokale, regionale en landelijke informatie is inzicht verkregen in de gezondheidssituatie en de factoren die de gezondheid beïnvloeden. Dit dient als input voor de nieuwe nota’s lokaal gezondheidsbeleid die in 2011 opgesteld worden. De informatie uit de grootschalige onderzoeken en relevante gegevens uit verschillende landelijke en regionale databronnen is bijeengebracht, geanalyseerd en gepresenteerd. Hiermee is een totaalbeeld verkregen. De opbouw en indicatoren komen zoveel mogelijk overeen met de regionale Volksgezondheids Toekomst Verkenning (rVTV). Dit biedt de mogelijkheid om Twente te vergelijken met andere regio’s op onderwerpen, aggregatieniveaus en doelgroepen. Verder is er een verbeterslag gemaakt in de presentatie van de gegevens. Wederom is daarbij gebruik gemaakt van de rVTV en daarnaast van RIVM- richtlijnen. In het rapport worden kernboodschappen weergegeven. Deze stellen beleidsmakers in staat prioriteiten te bepalen. Eerste aanzet tot mogelijkheid meer integraal beleid Gezondheid wordt door een groot aantal factoren bepaald. Als men de gezondheid wil verbeteren moet men op zoveel mogelijk aspecten proberen te interveniëren. De TGV bevat een groot deel aan informatie op het gebied van OGZ en de eerste basisinformatie op het gebied van de Wmo. Door de informatie op deze gebieden met elkaar te combineren wordt de mogelijkheid geboden voor integraal gezondheidsbeleid. De doorontwikkeling richt zich op het opnemen van het aanbod van preventieactiviteiten, waarbij de welzijnscomponent vanuit Wmo optiek relevant is. Een goede indicatorenset voor sturing op de Wmo behoeft eveneens nog verdere groei. Het huidige rapport biedt informatie op gemeentelijk niveau. Dit aggregatieniveau en eventuele thema’s die zich lenen voor verdere verdieping op basis van lokale problematiek/prioritering vergt verdere aandacht. Grootschalige onderzoeken In vervolg op de volwassenen monitor van 2008 is een onderzoek uitgevoerd naar de relatie tussen opleiding, inkomen en gezondheid. Hieruit is naar voren gekomen dat de relatie tussen lage sociaaleconomische status en gezondheidssituatie minder eenduidig is dan verwacht en van meerdere factoren afhankelijk dan alleen opleiding en inkomen. In samenwerking met de GGD’en in de Kring Oost Nederland is een monitor uitgevoerd onder ouderen. De laatste dateert van 2005. In Twente is voor de ontwikkeling van de vragenlijst
17
gebruik gemaakt van een klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van gemeenten en zorg- en welzijnsinstellingen. Deze konden een eventuele informatiebehoefte kenbaar maken. In Twente zijn onder ruim 9000 inwoners van 65 jaar en ouder, zowel digitaal als schriftelijk, een vragenlijst uitgezet. De digitale respons bedraagt 10%; de schriftelijke respons 50%. Gedurende de onderzoeksperiode is er een aparte informatielijn ingesteld. Daarnaast is lokale ondersteuning geregeld via de ouderenadviseurs van het welzijnswerk ouderen. Naast de reguliere ouderenmonitor is in samenwerking met SVWO/Arcon (Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling) een onderzoek uitgevoerd onder allochtone ouderen. De reden voor een afzonderlijk onderzoek is de zeer geringe deelname van allochtonen aan de reguliere monitor. Kennis over deze doelgroep is echter belangrijk aangezien het percentage allochtone ouderen snel zal toenemen en daarmee een, veronderstelde, specifieke zorgbehoefte. Er is een afzonderlijke vragenlijst ontwikkeld, waarvan de onderwerpen parallel lopen aan die van de reguliere monitor. De vragenlijst is in het Turks vertaald. De allochtone ouderen zijn niet aangeschreven, maar groepsgewijs benaderd door een zorgconsulent in de eigen taal. Analfabeten zijn door vrijwilligers geholpen met invullen. De resultaten van het onderzoek zullen gebruikt worden om een vervolgtraject in gang te zetten gericht op voorlichting, deskundigheidsbevordering, netwerkontwikkeling en ondersteuning. De eerste signalen wijzen op een sterke informatiebehoefte onder de allochtone ouderen rond thema’s als dementie, hart- en vaatziekten, medicijngebruik, gezonde voeding, omgaan met spanningen en diabetes. Regionaal lokaal gezondheidsbeleid De Twentse gemeenten werken samen in het kader van de nota Lokaal Gezondheidsbeleid. In verband met beperkte gemeentelijk capaciteit, voorziene gemeentelijke bezuinigingen en gemeentelijke -(her)prioritering is geen uitvoeringsprogramma vastgesteld voor 2010, wel voor 2011. Op het terrein van lokaal gezondheidsbeleid is er door gemeenten, zowel afzonderlijk als gezamenlijk, in de afgelopen raadsperiode geïnvesteerd en de komende periode moeten de resultaten hiervan tastbaar worden. Inzichten in lokale initiatieven en resultaten, beschikbare capaciteit en herprioritering/ambities vormen het fundament van de regionale samenwerking op het terrein van lokaal gezondheidsbeleid (LGB). Het project Happy Fris en het door Enschede binnengehaalde project inzake drugs zijn belangrijke pijlers. Daarnaast is de verdeling van de (Wmo-)middelen Collectieve Preventie GGZ (depressie) aan de hand van een regionaal beleidskader meegenomen in het uitvoeringsprogramma. Gemeenten staan voor de taak om de samenwerking met regionale en lokale partijen verder te ontwikkelen. Gezien de beperkte middelen en daarbovenop de bezuinigingen is het de uitdaging om nog meer de verbinding te zoeken met andere (gemeentelijke) beleidsterreinen zoals Maatschappelijke Ondersteuning, Onderwijs, Sport en Werk en Inkomen. De regionale samenwerking biedt de individuele gemeenten ondersteuning en handreikingen om deze bestuurlijke slagkracht te ontwikkelingen. Een ambtelijke delegatie van het ministerie van VWS is in 2010 zes keer afgereisd naar Twente. Deze verbintenis tussen de landelijke overheid en de regio Twente is voortgekomen uit het werkbezoek aan Den Haag in 2009. Van de zijde van het ministerie kijkt men met tevredenheid naar de gemeentelijke samenwerking, die in deze fase vooral is gericht op uitwisselen van ervaringen en attenderen op mogelijkheden en projecten. De praktische “bottom up” aanpak met Twente wordt geroemd. Ook vanuit Twente blikt men met een positief gevoel terug op de samenwerking. Met het formaliseren van de Bestuursagenda OGZ in 2008 is de excursie van bestuurders OGZ in de reguliere jaarplanning opgenomen. De excursie betekent vooral samen één dag tijd maken voor gezondheid. Gezondheidsbevordering Twente kent hardnekkige gezondheidsachterstanden (TGV 2010) en heeft de bestuurlijke opdracht werk te maken van SEGV. Volgens Stichting Lezen en Schrijven kent Twente 60.000 laaggeletterden. Zij missen gezondheidsvaardigheden: ze kunnen niet goed lezen, schrijven en rekenen, informatie begrijpen en toepassen. Zij hebben moeite hun weg te vinden in de zorg. Dit kan leiden tot gezondheidsachterstand. Bevorderen van gezondheidsvaardigheden kan door het bestrijden van laaggeletterdheid. Ook meer kennis over gezondheid en ziekte helpt.
18
Zorgverleners en gezondheidsbevorderaars spelen hierbij een grote rol. Essentieel hierbij is het leren herkennen van mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden en afstemming van de voorlichting op deze groep. Dit is voor GGD Regio Twente aanleiding geweest de intentieverklaring gezondheidsvaardigheden te tekenen. De verklaring is opgesteld door veertig private en publieke organisaties werkzaam op het terrein van gezondheid(svaardigheden) in Nederland. In 2009 heeft de GGD het Almelose armoedepact ondertekend. In 2010 is meegewerkt aan uitvoering in de projecten ‘Kinderen kansen bieden’ (doorontwikkeling gezinscoaching) en ‘Verleiden en verbinden’ (betrekken van burgers en organisaties). 4.1.2 Publieksinformatie Publieksinformatie is gericht op het geven van informatie over gezondheid, ziektepreventie en gezondheidsvoorzieningen aan Twentse burgers. Het doel is een positieve beïnvloeding van de gezondheid/leefstijl van burgers door kennis- en bewustzijnsbevordering. In 2010 heeft de GGD voor het laatste jaar vorm gegeven aan de publieksgerichte informatiefunctie door middel van de Gezondheidswijzer Plus: - regionaal een regionale coördinatie- en informatiecentrum waar de individuele burger terecht kan met vragen over gezondheid, preventie en leefstijl. Via diverse media wordt ingespeeld op actuele gezondheidsthema’s. Verder is de Gezondheidswijzer Plus aanwezig bij relevante evenementen/beurzen en/of levert materialen. - lokaal maatwerk De Gezondheidswijzer Plus kent twee maatwerkproducten: het Gezondheidsinformatiepunt en de Gezondheidsinformatiehoek. Deze bieden gemeenten de mogelijkheid om lokaal laagdrempelige gezondheidsinformatie te verstrekken. In 2010 werd alleen het product gezondheidsinformatiepunt afgenomen. Stand van zaken Naast de reguliere informatievoorziening werd samengewerkt met de JGZ bij het beantwoorden van telefonische vragen met betrekking tot de vaccinaties tegen baarmoederhalskanker. In samenwerking met Mediant is bijgedragen aan diverse Fit- no Fat bijeenkomsten in de regio. Voor lokale evenementen/beurzen werd informatiematerialen geleverd. De collectie informatiematerialen en de georganiseerde gezondheidsthema’s zijn afgestemd op de speerpunten uit de bestuursagenda. Er is vervolg gegeven aan het (door)ontwikkelingsproces van de Gezondheidswijzer Plus. Als gevolg van bezuinigingen is echter besloten deze op te heffen. Hierop is geanticipeerd waardoor sluiting per januari 2011 gerealiseerd is. Daarmee resteert een minimumvariant die is gebaseerd op inzet van 18 uur formatie publieksinformatie. Deze capaciteit zal worden besteed aan het digitaal verstrekken van publieksinformatie.
4.2
Jeugd
Kinderen met overgewicht in Twente Projecten ‘Integrale aanpak van kinderen met overgewicht’ in Enschede en Almelo In deze projecten geven verpleegkundigen opvoedingsondersteuning aan ouders van kinderen met overgewicht op het gebied van borstvoeding, bewegen, ontbijten, TV-kijken en frisdrankgebruik. Tevens kunnen de verpleegkundigen kinderen naar passend aanbod verwijzen. De projecten zijn positief geëvalueerd. In 2011 wordt de methodiek dan ook regiobreed uitgerold. Steunpunt Twente in Balans Op de website www.twenteinbalans.nl wordt een overzicht van activiteiten op het gebied van overgewicht in de regio bijgehouden. Daarnaast heeft het Steunpunt verschillende gemeenten geadviseerd over de integrale aanpak van overgewicht bij de jeugd. De eerstelijn is benaderd om een gemeenschappelijk kader rondom de multidisciplinaire aanpak van overgewicht bij kinderen te ontwikkelen. Inhoudelijk zitten zorgprofessionals al redelijk op één lijn maar om regionaal sterker te staan is het wenselijk om onder één naam, één programma uit te dragen. De verwachting is dat hierdoor de toeleiding van kinderen met
19
overgewicht, het uitvoeren van onderzoek en de aanvraag voor financiering beter vormgegeven kan worden. Ondanks de afwijzing van een subsidieaanvraag was de betrokkenheid van de eerstelijns professionals zo groot dat men alsnog een wilde realiseren. Dit heeft geresulteerd in een regionale methodiek: Cool 2B Fit. Inhoudelijk wordt verder gewerkt aan een website met een toolkit en promotiemateriaal. Dit zal georganiseerd worden binnen een afzonderlijke stichting. Met het Landelijk Convenant Gezond Gewicht is onderzocht of Twente kan aansluiten bij de JOGG-beweging (Jongeren op Gezond Gewicht). Hierdoor krijgen de gemeenten ondersteuning op het gebied van sociale marketing en publiek-private samenwerking. Een besluit hierover is voorzien in 2011.
4.3
Ouderen
Het Consultatiebureau voor Ouderen (CbO) in Losser richt zich op het vroegtijdig signaleren van risicofactoren op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied en het bevorderen van een gezonde en actieve leefstijl. De consulten worden uitgevoerd door gespecialiseerde verpleegkundigen van de thuiszorg. Het CbO is eind 2008 van start gegaan en inmiddels zijn ruim 400 ouderen op consult geweest. De GGD ondersteunt deze preventieactiviteit en voert begeleidend onderzoek uit. De resultaten van de evaluatie door cliënten is positief. Cliënten geven als eindcijfer gemiddeld een 8,3. In 2010 is met name aandacht besteed aan inpassing van het CbO binnen het totale preventieaanbod, verbetering van de verwijsstructuur en deskundigheidsbevordering. In Tubbergen, Wierden en Hellendoorn voeren seniorenvoorlichters (vrijwilligers) zogenaamde SOEK-huisbezoeken uit. SOEK staat voor Senioren Op Eigen Kracht. Men wil hiermee vroegtijdig problemen op het gebied van zelfredzaamheid en eenzaamheid signaleren en de zelfverantwoordelijkheid en eigen kracht stimuleren om eventuele problemen op te lossen. De GGD ondersteunt dit door methodiekontwikkeling en deskundigheidsbevordering. De GGD verwerkt en analyseert de gegevens van de huisbezoeken en stelt in samenspraak met betrokkenen aanbevelingen op voor een vervolgtraject. Tevens is er een registratiesysteem opgezet. De ondersteuning bij de uitvoering van gezondheidsconsulten voor senioren is in 2010 beperkt tot een kleinschalig initiatief in een huisartsenpraktijk in Borne. De huisartsen willen graag inzicht krijgen in de aard en omvang van het aantal kwetsbare ouderen in hun patiëntenbestand. Voor de uitvoering van de consulten is een verpleegkundige van Carint ingezet. De GGD heeft voor de consulten een vragenlijst en een registratiesysteem ontwikkeld. Een eerste analyse van de gegevens leidt tot de conclusie dat bijna de helft van de alleenstaande 75-plussers in het patiëntenbestand van de betrokken huisartsenpraktijk behoort tot de kwetsbare doelgroep. Kwetsbaarheid vertaalt zich vooral door problemen op psychosociaal gebied (eenzaamheid) en problemen met geheugen en gehoor. Arcon (Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling) voert in opdracht van de provincie de steunfunctie ouderen uit. Niet alleen door het onderzoek naar de gezondheidssituatie van ouderen, maar ook door de ondersteuning van lokale preventieprojecten zijn er veel raakvlakken in het werk van Arcon en GGD. Regelmatig vindt daarom contact en overleg plaats, opdat van elkaars netwerk en deskundigheid gebruik gemaakt kan worden. Daar waar mogelijk wordt samengewerkt of naar elkaar doorverwezen.
20
5 Bewaken 5.1 Algemeen publiek Inspectie & Hygiëne Ter voorkoming van overdracht van besmettelijke ziekten in situaties waarin kwetsbare groepen worden opgevangen, risicovolle handelingen worden verricht dan wel grotere evenementen worden georganiseerd, wordt beleid ontwikkeld en wordt geadviseerd met betrekking tot hygiëne en veiligheid. De GGD is verantwoordelijk voor de uitvoering van diverse inspecties en het opmaken van inspectierapporten. In het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wko) worden inspecties uitgevoerd bij kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders. Daarnaast worden seksinrichtingen geadviseerd en geïnspecteerd op grond van gemeentelijke verordeningen. In het kader van de Warenwet inspecteert en verleent het team vergunningen aan tattoo- en pierce-shops en permanente make-up. Stand van zaken Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen Sinds 1 januari 2010 zijn de regels rond gastouderopvang veranderd. Er gelden nieuwe kwaliteitseisen op het gebied van deskundigheid van de gastouder en veiligheid en hygiëne op het opvangadres. Controle op naleving is ondergebracht bij de GGD. Vanwege het onverwacht grote aantal gastouders heeft het ministerie van OCW prioriteit gegeven aan inspecties in het geval van opvang bij de gastouders (Toetsingskader B). Wanneer de opvang plaatsvindt bij de vragende ouder(-s) kan worden volstaan met een documentenonderzoek (Toetsingskader A). Het documentenonderzoek dient binnen 10 weken na aanvraag te zijn afgerond met een beschikking door de gemeente. Het onderzoek op de opvanglocatie dient voor eind december 2011 te zijn verricht. Per 1 augustus vallen ook de peuterspeelzalen onder deze regeling. Omdat er nog geen toetsingskader beschikbaar is, zijn deze nog niet geïnspecteerd. Als voorbereiding is in enkele gemeenten een pilot inspectie peuterspeelzalen uitgevoerd om een beeld te krijgen van de stand van zaken (0-meting). Gastouderbureaus en instellingen voor gastouderopvang Gastouderbureaus zijn regulier geïnspecteerd. Verder hebben ruim 3000 gastouders een aanvraag voor opname in het Landelijk Register Kinderopvang ingediend. Bij alle gastouders (3147) is een documentenonderzoek verricht en bij 1130 gastouders heeft een inspectie van de opvanglocatie plaatsgevonden. Circa 1000 instellingen moeten nog in 2011 geïnspecteerd worden. Inspecties kinderdagverblijven en instellingen voor buitenschoolse opvang Door de grote toestroom van gastouders hanteert het ministerie van OCW voor 2010 een speciale regeling voor de inspecties van kinderdagverblijven en instellingen voor buitenschoolse opvang. Zo inspecteerde de GGD alleen de instellingen die in 2009 niet aan alle kwaliteitseisen voldeden. De instellingen werden op de landelijk vastgestelde kernzaken geïnspecteerd, de zogenaamde verkorte inspecties. Deze werden onaangekondigd uitgevoerd. Daarnaast werd onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van reguliere inspecties in 2009 en incidentele inspecties naar aanleiding van registerwijzigingen (verhuizing, uitbreiding, incident). Het team heeft, regionaal gezien, specifieke deskundigheid ten aanzien van het Pedagogisch Domein. Vanuit een collega-GGD zijn 2 aanvragen geweest voor een Vervolginspectie Pedagogisch Domein. Seksinrichtingen Er werden 13 seksinrichtingen onderzocht. Deze inspecties werden op basis van de LCHV hygiënerichtlijnen uitgevoerd. De rapporten maken onderdeel uit van het verlenen van een vergunning door de gemeente.
21
Tattoo, piercing en permanente make-up Op basis van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen werd gecontroleerd op veilig werken. Aan 33 ondernemers is een vergunning verleend of verlengd. Infectiepreventie In 2010 startte het project “advisering veiligheid en gezondheid grootschalige publieksevenementen”. Hulpverleningsdiensten adviseren gemeenten over veiligheid en gezondheid bij grote evenementen. In het geval van een verhoogd infectierisico wordt de GGD ingeschakeld voor een technische hygiënezorg advies. Dit is in 2010 niet nodig gebleken.
5.2
Jeugd
De activiteiten gericht op jeugd zijn het volgen van de fysieke, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van kinderen en jeugdigen en het signaleren van stoornissen daarin, gericht op het tijdig aanbieden van interventies. De taken zijn uitgewerkt in het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg. Daarnaast heeft de Bestuurscommissie OGZ in 2010, in het kader van de doorontwikkeling integrale Jeugdgezondheidszorg, een nieuwe missie geformuleerd: 4
De JGZ GGD Regio Twente is kernpartner binnen de lokale Centra voor Jeugd en Gezin 5 en vormt daarmee samen met ketenpartners en onder regie van gemeenten het Centrum voor Jeugd en Gezin. Vanuit die positie draagt de JGZ zorg voor het volgen en signaleren van en het adviseren over de fysieke, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van alle kinderen en jeugdigen van -9 maanden naar 23 jaar in Twente, gericht op een gezonde en veilige ontwikkeling van deze kinderen en jeugdigen. De JGZ doet dit proactief en op een effectieve wijze, waarbij het kind centraal staat en de JGZ zich tot het uiterste inspant om dit samen met ouders/verzorgers te realiseren. De activiteiten moeten leiden tot een gezonde jeugd met een gezonde toekomst. Daarnaast wordt beleidsinformatie aangeleverd als basis voor het jeugd- en gezondheidsbeleid van gemeenten. Risicogroepen krijgen daarbij specifieke aandacht. Stand van zaken Participatie in Centra voor Jeugd en Gezin In Almelo, Enschede, Hengelo en Hof van Twente participeert de JGZ in de lokale loketten van het Centrum van Jeugd en Gezin (CJG). In Borne, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden is de JGZ vooral in de backoffice van het CJG actief. In de gemeenten Dinkelland, Haaksbergen, Hellendoorn, Losser en Oldenzaal is het Centrum nog in voorbereiding. Op regionaal niveau participeert de JGZ in ontwikkelgroepen van de projectorganisatie CJG Twente, te weten Pedagogische praktijk en Coördinatie van zorg. Op verzoek van de gemeenten is het projectleiderschap voor de verantwoording van de provinciale subsidie voor uitvoering van het IRP CJG Twente bij de JGZ neergelegd. Het cursusbureau dat de uitvoering van op preventie gerichte cursussen en themabijeenkomsten coördineert is verder doorontwikkeld. Actief meewerken aan de totstandkoming van een (in het bijzonder voor risicokinderen) sluitende keten in de zorg voor jeugdigen In alle gemeenten participeert de JGZ in lokale zorgstructuren, waaronder Zorg Advies Teams (ZAT) op de voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen en kinderdagverblijven) en scholen en Jeugd Hulp Teams. In 2010 zijn besprekingen afgerond om ook te participeren in de ZAT’s van het ROC van Twente. In de ontwikkelgroepen van CJG Twente werkt de JGZ mee aan verbetering van de samenwerking en afstemming tussen kernpartners en op de totstandkoming van een sluitend systeem voor zorgcoördinatie.
4
De vijf WMO-functies jeugd (informatie & advies, signalering, toeleiding naar hulp, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg), de schakel met Bureau Jeugdzorg en de schakel met (de zorg- en adviesteams in) het onderwijs 5 zoals Jeugd-GGZ, MEE, politie, welzijnswerk
22
Met ingang van 1 januari wordt gewerkt met het digitaal dossier voor de 0-4-jarigen en zijn voorbereidingen in gang gezet om met ingang van het schooljaar 2011-2012 dit ook in te voeren voor de 4-19-jarigen. Gewerkt is aan de aansluiting op VIS2 (Vangnet Informatie Samenwerking Systeem) en daaraan gekoppeld de aansluiting op de landelijke Verwijs Index Risicokinderen. Vergroten aandacht voor risicokinderen, vroegsignalering en opvoedingsondersteuning Langs verschillende lijnen is gewerkt aan het vergroten van de aandacht voor risicokinderen en vroegsignalering. Het digitaal dossier, de verbindingen met VIS2 en de landelijke Verwijs Index Risicokinderen (VIR) zijn al genoemd. De richtlijn Secundaire preventie kindermishandeling wordt uitgevoerd en het vroegsignaleringsinstrument bij psychosociale problemen SDQ wordt gebruikt bij het contactmoment 3-jarigen. Bij de gezondheidsonderzoeken (PGO) in het voortgezet onderwijs is gewerkt met triage. Kenmerkend voor de nieuwe werkwijze is dat op grond van signalering (triage of op verzoek derden) een risicotaxatie en zo nodig toeleiding naar zorg plaatsvindt. Door deze methode hebben artsen en verpleegkundigen meer ruimte om zich te richten op kinderen die extra zorg nodig hebben. Voorbereidingen zijn getroffen om deze methode met ingang van het schooljaar 2011-2012 ook in te voeren bij de PGO’s in het basisonderwijs. De participatie in de lokale netwerkstructuren en de Centra voor Jeugd en Gezin vormt een voorwaarde om vroegtijdig problemen te kunnen signaleren. Een belangrijk item hierbij is de coördinatie van zorg. Hiertoe is een businesscase coördinatie van zorg ontwikkeld in overeenstemming met de verplichte taken van de jeugdgezondheidszorg op dit terrein. Binnen de JGZ is het programma Triple P geïmplementeerd. Dit “positief pedagogisch programma” vormt een van de inhoudelijke peilers in de CJG ontwikkeling. JGZverpleegkundigen werkzaam in 10 gemeenten zijn inmiddels TripleP-geaccrediteerd. De doorontwikkeling van het cursusbureau heeft gezorgd voor verbeterde coördinatie en toegankelijkheid van het aanbod aan groepsvoorlichting en opvoedcursussen en de uitvoering van het plan prenatale voorlichting Twente. Voor dit laatste is een website gelanceerd. In alle gemeenten is opvoedingsondersteuning geboden door Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding (KPG). Hiervan hebben 304 gezinnen gebruik gemaakt. De vraag naar verschillende vormen van pedagogische en orthopedagogische dienstverlening nam ook in 2010 toe. Pedagogisch medewerkers werden ingezet als coach in de kinderopvang, als adviseur binnen een Loes-loket en binnen de KPG. Orthopedagogen werden breder in gezet voor consultatie bij sensomotorische spreekuren, preventie projecten gezond gewicht en ter ondersteuning van vroegsignalering in de kinderopvang. Verdergaande integratie JGZ 0-19 Met de overname van het personeel van vier thuiszorgorganisaties is de GGD per 1 januari 2010 verantwoordelijk voor de uitvoering van de integrale jeugdgezondheidszorg 0-19. Er is een nieuwe missie is vastgesteld en zijn de organisatiestructuur, de besturingsvisie en managementinformatiesystemen verder uitgewerkt. Dit moet leiden tot een organisatie die haar werkzaamheden adequaat uitvoert op een viertal deelgebieden: • informatie en advies: voorlichting, advies, instructie en begeleiding; • pedagogische praktijk: het preventief aanbieden van opvoedingsondersteuning vanuit de voorliggende keten in relatie tot de geïndiceerde jeugdzorg; • coördinatie van zorg: proactief halen, brengen en vastleggen van informatie in relatie tot het signaleren c.q. vaststellen van de zorgbehoefte, op-/afschalen en evalueren; • signalering en toeleiding: middels monitoring, signalering, inschatten van de zorgbehoefte, voorlichting, advies, instructie, begeleiding, netwerken, overleg en samenwerking. Verdere besluitvorming hierover is voorzien voor 2011. Systematische signalering en analyse De procescyclus van gezondheidsbevordering bestaat uit de onderdelen: signaleren & analyseren, ontwikkelen & implementeren en evalueren. Signalering van problemen en behoeften is het startpunt voor de vormgeving van (collectieve) preventieactiviteiten. Bij de analyse wordt gekeken naar de inhoud en omvang van het probleem of behoefte, mogelijke oplossingen (preventieactiviteiten), prioriteit van het probleem en de randvoorwaarden en
23
haalbaarheid van de oplossingen. Op basis van deze informatie kan men beslissen of acties wenselijk en/of noodzakelijk zijn en welke preventieactiviteiten worden ingezet. De invoering van het digitale dossier biedt nieuwe kansen de registraties van bevindingen tijdens de reguliere contactmomenten te verbeteren en tot meer uniformiteit te komen. Via de WijzigingsAdviesCommissie (WAC) worden voortdurend aanpassingen aan het digitale dossier aangebracht. De werkgroep kwaliteit buigt zich over de kwaliteit van de registraties en over de kansen om deze te verbeteren. Teams krijgen meer dan voorheen feedback op de door hen gedane bevindingen. Begin 2011 zullen de eerste terugkoppelingen over de leeftijdsgroep 0-4 plaatsvinden en worden gemeenten beter geïnformeerd worden over gezondheidsproblemen die zich in hun gebied voordoen.
24
6 Beschermen 6.1
Infectieziektebestrijding
Doel is het voorkomen van infectieziekten door het tijdig signaleren en bestrijden van deze ziekten en het nemen van maatregelen ter voorkoming van besmettingen. Stand van zaken Q koorts Het landelijk aantal Q koorts meldingen is afgenomen. In Twente zijn in 2010 twaalf patiënten met Q koorts gemeld. Daarmee lijken de uitgebreide maatregelen voor de geiten- en schapenhouderijen, die eind 2009 zijn ingesteld, het beoogde effect te hebben. STEC Dit jaar is er een verheffing geweest van STEC-meldingen (darminfectie door ShigaToxine producerende E Coli). De laboratoriumdiagnostiek is echter in 2010 veranderd. De moleculaire test die toegepast wordt, is gevoeliger dan de kweek. Dit kan mede de stijging verklaren. Twente wijkt hierin niet af van de landelijke trend. Er zijn 90 gevallen gemeld, waarvan er in twee gevallen sprake was van ernstige complicaties (hemolytisch uremisch syndroom). Er is geen gemeenschappelijke bron gevonden, wel waren er enkele gezinsbesmettingen. Legionella Sinds de zomermaanden was er een landelijke toename van het aantal meldingen van Legionellose. Ook in Twente was dit het geval; 28 gevallen waarvan tien in augustus. Het betreft vooral meldingen waarbij de ziekte waarschijnlijk werd opgelopen in Nederland. Er is geen gemeenschappelijke bron naar voren gekomen. De toename lijkt op de situatie van 2006 toen ook in de maand augustus een verheffing werd gezien onder vergelijkbare weersomstandigheden: een warme maand juli gevolgd door veel regenval in augustus. Op welke wijze dit de toename kan verklaren is niet duidelijk. Bof Sinds december 2009 is er sprake van een bofepidemie onder studenten in Nederland. Vanwege aanhoudende overdracht in deze groep werden alle studenten van de Universiteit Twente en Saxion Hogeschool geattendeerd op het voorkomen van Bof en op het belang van bescherming door vaccinatie. Er werden inloopspreekuren gepland om niet- of onvolledig gevaccineerde studenten alsnog vaccinatie aan te bieden. Deze spreekuren zijn goed bezocht. In totaal zijn 69 vaccinaties gegeven. Korte keten Hepatitis B De pilot korte keten Hepatitis B is afgerond en geëvalueerd. Het principe van de korte keten aanpak is een eenduidig beleid waarop de zorg voor de chronische hepatitis B patiënten wordt georganiseerd en gecoördineerd, waarbij taken en verantwoordelijkheden van betrokken partijen op elkaar afgestemd zijn. Voornaamste conclusie is dat mede door de coördinerende rol van de GGD de zorg voor de patiënt verbeterde en de taken van huisarts en GGD effectiever werden uitgevoerd door de verbeterde communicatie onderling en naar de patiënt. De werkwijze wordt gecontinueerd binnen de reguliere werkzaamheden. Artikel 26 meldingen Instellingen waar voor infectieziekten kwetsbare groepen verblijven hebben een meldplicht in het geval van een ongewoon aantal zieken. In 2010 zijn er 37 meldingen gedaan. Met name tijdens een scabiësuitbraak in een zorginstelling is de GGD intensief betrokken geweest bij de bestrijding van de uitbraak. Oefeningen en scholing ter voorbereiding op uitbraak Er zijn oefeningen gehouden met het afnemen van diagnostisch materiaal en het gebruik van beschermingsmiddelen en daarnaast een regionale opschalingsoefening. In regionaal verband werd een training gevolgd rondom crisisbesluitvorming.
25
6.2
Soa / Sense
Het Soa en Sense team houdt zich bezig met het voorkomen en behandelen van seksueel overdraagbare aandoeningen (Soa) en met vragen op het gebied van seksuele gezondheid (Sense). Daarbij richten we ons op risicogroepen: jongeren tot 25 jaar, personen uit een Soaendemisch gebied, heteroseksuelen met wisselende seksuele contacten, prostituees en hun klanten en mannen die seks hebben met mannen. Dit alles om verdere verspreiding van Soa’s onder de Twentse bevolking te voorkomen en het bevorderen van de seksuele gezondheid onder de Twentse jongeren. Stand van zaken Soa-poli In 2010 is het aantal consulten gegroeid met 12% ten opzichte van 2009. Het landelijk testbeleid is in 2010 gewijzigd: naast het testen op Syfilis, Chlamydia en Gonorroe wordt ook standaard getest op HIV. Bij één op de zes bezoekers van de poli wordt een Soa gevonden. Het vindpercentage is, vergelijkbaar met landelijke cijfers, gestegen ten opzichte van 2009. Sense Voor Sense, het seksualiteitsspreekuur voor jongeren tot 25 jaar, is gewerkt aan het vergroten van de bekendheid met locale en landelijke pr-activiteiten. In Twente is dit gedaan via voorlichtingen en met ludieke acties op scholen waaronder de actie: ‘Maak seks lekker duidelijk’. Er hebben 171 jongeren gebruik gemaakt van het spreekuur. Dit is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2009. Preventieve activiteiten De GGD voert partnerwaarschuwing uit voor huisartsen en specialisten die Syfilis of Gonorroe hebben gevonden bij hun patiënten. Daarnaast werden er 55 groepsvoorlichtingen gegeven aan jongeren, allochtonen, prostituees, professionals en mannen die seks hebben met mannen. Het aantal aanvragen voor voorlichtingen neemt jaarlijks toe. Voor huisartsen in Dinkelland en Enschede werd bijscholing verzorgd over Soa’s en Sense. Ten behoeve van specifieke doelgroepen zijn gerichte preventieactiviteiten uitgevoerd. Zo zijn prostituees in seksinrichtingen getest op Soa en HIV en zijn er met enige regelmaat ‘outreach’activiteiten georganiseerd in homo-uitgaansgelegenheden en op homo-ontmoetingsplaatsen ten behoeve van vaccinatie tegen Hepatitis B en het testen op Soa. Apothekersproject In Twente geeft 44% van de jongeren aan niet altijd een condoom te gebruiken. Om jonge vrouwen tot 25 jaar bewust te maken van het feit dat de pil niet beschermt tegen Soa’s, is het apothekersproject opgezet. Dit houdt in dat apotheken een informatiepakketje geven aan jonge vrouwen die voor de anticonceptiepil of morning-afterpil komen. Begin 2011 zullen de apotheken starten met de uitreiking. Project L Om het bereik seksuele voorlichting onder allochtonen te vergroten is het project L gestart. Hiervoor zijn 30 jongerenwerkers, die werken met allochtonen, getraind om gesprekken aan te gaan over seksualiteit en Soa en voorlichting te kunnen opzetten en uitvoeren. Tevens zijn ze bekend gemaakt met de verschillende hulpverleningsmogelijkheden. Onderzoek Twee onderzoeken zijn uitgevoerd: • het voorkomen van Soa in Twente van 2007 tot 2010: daartoe werd cijfermateriaal gebundeld van Soa-poli, huisartsen en specialisten. De resultaten van dit onderzoek zijn in het voorjaar van 2011 bekend. • het voorkomen van Soa onder laag risico-cliënten. Dit zijn cliënten die door de GGD naar de huisarts zijn verwezen omdat ze niet tot een risicogroep behoren. Onderzocht is of de telefonische triage voldoet om deze categorie te bepalen en hoeveel Soa’s alsnog bij deze groep wordt gevonden. Conclusie is dat de uitvoering van de triage voldoet en er weinig Soa’s geconstateerd worden in de laag-risico groepen.
26
6.3
Tuberculosebestrijding
Doel van de tuberculosebestrijding is de bescherming van de bevolking tegen een besmetting met de tuberculosebacterie. Naast deze preventie worden mensen met de ziekte tuberculose en mensen met een tuberculose besmetting (geïnfecteerden) begeleid en behandeld. Stand van zaken Patiënten In tegenstelling tot 2009 is er weer sprake van een daling van het aantal TBC patiënten. Dit jaar bleef de teller staan op 36 patiënten. De landelijke daling van de instroom van asielzoekers (en voornamelijk van Somaliërs) is hiervan de voornaamste oorzaak. Het aandeel patiënten afkomstig uit Somalië is nog steeds groot: 12 patiënten. Slechts 7 patiënten komen uit Nederland. Het aantal gemelde patiënten met LTBI (Latente tuberculose infectie) is 79. Runder TBC In september is er een melding van een uitbraak van runder-TBC elders in Nederland. Ook een zevental bedrijven in onze regio was verdacht. Na twee ronden tuberculine-onderzoek van de runderen zijn er geen besmettingen geconstateerd en zijn de bedrijven vrijgegeven. Regionalisering GGD Regio Twente maakt deel uit van een samenwerkingsverband van ggd’en in Gelderland en Overijssel. De samenwerking neemt steeds vastere vormen aan. Het hoofd AGZ van GGD Regio Twente is coördinerend hoofd voor de gehele regio geworden. Daarnaast worden er vanaf januari 2011 twee regionale functies ingevuld: coördinerend verpleegkundige en beleidsmedewerker. Onderzoek ZonMw GGD Regio Twente participeerde in een onderzoek van ZonMw naar de functionaliteit van de nieuwe bloedtest Quantiferon bij het opsporen van tuberculose onder nieuwe immigranten. Doel van dit onderzoek is verbetering van diagnostiek van LTBI / TBC bij immigranten. Werkgroep IGRA De arts tuberculosebestrijding is als voorzitter van de landelijke werkgroep betrokken bij de beleidsontwikkeling op het terrein van de IGRA-test. De voormalige plaatsbepaling van de IGRA bloedtesten is officieel tot landelijke richtlijn verheven. Screening risicogroepen De screening van verslaafden was speerpunt van het risicogroepenbeleid. Reden hiervoor is dat de opkomst van deze groep in voorgaande jaren verslechterde. In samenwerking met de verslavingszorg is gezocht naar oplossingen die geresulteerd hebben in een hogere opkomst. Dit jaar is er een beleidswijziging gekomen in de screening van kinderen tot 12 jaar afkomstig uit hoog-risicolanden. Door een betere screeningsmethode kan LTBI vroegtijdig gediagnosticeerd en preventief behandeld worden waardoor gezondheidswinst behaald wordt. Klanttevredenheidsonderzoek Een stagiaire HBO-V is gestart met een klanttevredenheidsonderzoek. Het onderzoek richt zich op cliënten met een TBC-besmetting (LTBI). De uitkomsten worden verwacht in januari 2011.
6.4
Milieu & Gezondheid
Het Team Milieu & Gezondheid (M&G) richt zich op de relatie tussen milieufactoren en gezondheid met als doel het tijdig signaleren en onderzoeken van gezondheidsrisico’s. GGD IJsselland en GGD Regio Twente geven gezamenlijk invulling aan de eerstelijns activiteiten binnen de regio’s Twente en IJsselland. De tweedelijns zorg wordt met meerdere ggd’en gezamenlijk georganiseerd. Stand van zaken In Twente werden 135 meldingen behandeld. Dit is een stijging t.o.v. voorgaande jaren. Gezondheidsvragen hebben veelal betrekking op het binnenmilieu (met name over vocht en schimmel in de huurwoning). Daarnaast zijn er meer vragen gekomen over de intensieve
27
veehouderij en over bodemvervuiling. Deze (beleids)vragen komen met name van gemeenten en soms van de provincie. De vragen zijn in de regel complexer van aard en kosten derhalve meer tijd. Project ‘Frisse scholen in Overijssel’ Er zijn 52 onderzoeken naar het binnenmilieu op de basisscholen uitgevoerd. Verwacht wordt dat eind 2011 alle geïnteresseerde basisscholen zijn bezocht. Gemeente Rijssen-Holten en Twenterand participeren niet in het project. Zij organiseren zelfstandig onderzoek. Intensieve veehouderijen Gemeenten vroegen om advies over uitbreidingen en nieuwvestigingen van agrarische inrichtingen en over het vaststellen van beleid voor zogenaamde landbouwontwikkelingsgebieden (LOG-gebieden). Hierbij werken de teams Infectieziektebestrijding en M&G nauw samen. Infectieziekten richt zich daarbij op zoönosen (dierziekten) en het antibioticagebruik. Bij milieu en gezondheid gaat het vooral over de hinder door stof, geur en geluid. De gemeente Dinkelland heeft een gezondheidseffectscreening (GES) laten uit voeren voor het ontwikkelen van twee LOG-gebieden. De gemeente Twenterand heeft de GGD gevraagd een presentatie te houden over intensieve veehouderij en gezondheid voor de bewoners van het buitengebied. De gemeente Almelo heeft advies gevraagd over de realisatie van een kinderdagverblijf op een geitenhouderij. Milieugezondheidsonderzoek Twentekanaal Hengelo De GGD onderzoekt samen met de VROM-inspectie en het RIVM de mogelijke gevolgen van de activiteiten van bedrijven en verkeer op het bedrijventerrein Twentekanaal in Hengelo. In 2010 zijn de ruimtelijke en de milieuaspecten in beeld gebracht en is een GES Geluid opgesteld. Door het RIVM zijn diverse metingen verricht. In 2011 wordt het onderzoek afgerond. Eikenprocessierups De eikenprocessierups wordt in Twente meer en vaker gesignaleerd. De huisartsen zijn hierover door de GGD geïnformeerd. Op basis van het patiëntenbestand van huisartsen kan helaas geen inzicht worden verkregen over het aantal medische klachten ten gevolge van de eikenprocessierups. Het voorstel is gedaan om dit landelijk op te nemen in het registratiesysteem van huisartsen. Onderzoek 41 woningen woningcorporatie Welbions De GGD onderzoekt de kwaliteit van het binnenmilieu van 41 woningen in de Hengelose Es die op de nominatie staan om in 2014 gesloopt te worden. De huidige bewoners moeten in fasen verhuizen. Een aantal huishoudens heeft aangegeven dat zij de fasering te lang vindt duren vanwege gezondheidsklachten door vocht en tocht in de woning. Mocht blijken dat er een verband is tussen de kwaliteit van de woning en gezondheidsklachten dan zal de woningcorporatie zich inspannen de bewoners eerder te verhuizen. De resultaten zijn voorzien voor 2011.
6.5
GGD RampenOpvangPlan (GROP)
Om goed voorbereid te zijn op hun taken bij incidenten, crises en rampen, moeten GGD-en een actueel en beoefend GGD Rampenopvangplan (GROP) hebben. In 2010 is dit voor Twente gereed gekomen. Het is afgeleid van het landelijke modelplan GROP. Er zijn drie crisiscoördinatoren benoemd die 7x24 uur kunnen worden ingeschakeld. Voor de verschillende deelterreinen zijn sleutelfunctionarissen benoemd. Tevens is gewerkt aan een draaiboek voor het opstarten van een callcenter en is een Opleidings-, Trainings- en Oefenplan (OTO) plan 2010-2011 geschreven. Voor de uitvoering hiervan is een opleidingscoördinator aangesteld en wordt samengewerkt met de zes GGD’en in Overijssel en Gelderland. Proces Infectieziektebestrijding (IZB) Voor het Proces Infectieziektebestrijding is gewerkt aan een generiek draaiboek Infectieziektebestrijding. Het team Infectieziektebestrijding heeft geoefend met het nemen van monsters en het schrijven van Situatie Rapporten (Sitrap). Er is een Regionaal Outbreak Managementteam (R-OMT) geformeerd waarin medisch inhoudelijke experts van diverse relevante regionale organisaties zitting hebben.
28
Proces Medische Milieukunde (MMK) en Gezondheidsonderzoek (GOR) GGD Regio Twente en GGD IJsselland hebben samenwerkingsafspraken gemaakt over de inzet en bereikbaarheid van het team Milieu en Gezondheid. De medisch milieukundige incidenten die in 2010 plaatsvonden, zijn geëvalueerd. Proces Psychosociale Hulpverlening (PSH) De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie van psychosociale hulp bij rampen. Onder rampomstandigheden is de GGD verantwoordelijk voor de uitvoering van gemaakte afspraken. Onder leiding van de Gemeente Enschede wordt gewerkt aan een protocol maatschappelijke onrust (PMO). De GGD levert hieraan een bijdrage en zorgt voor de aansluiting op het GROP. Het bestaande protocol Grootschalig Seksueel Misbruik (GSM) wordt geïntegreerd in dit protocol. Het kernteam PSHOR Twente komt een paar keer jaar bijeen om actuele zaken/ontwikkelingen met elkaar te bespreken. Sinds kort schuift ook de GGD aan bij dit overleg.
6.6
Reizigersadvisering
Met het doel infecties met besmettelijke (import-)ziekten te voorkomen wordt advies, informatie en voorlichting verstrekt aan reizigers, intermediairs en instanties op het gebied van gezondheidsrisico's op reis. Bij de adviezen, recepten en vereiste vaccinaties wordt rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden, risicogebieden en de aard van de reis. Daarnaast worden ook mensen met beroepsrisico’s (politie, hulpverleners, gezondheidszorg etc.) gevaccineerd tegen hepatitis (A en) B. Stand van zaken In 2010 werden 10.249 spreekuurcontacten verzorgd. Dit is een daling ten opzichte van 2009. Dit heef drie belangrijke oorzaken. 1. de beschermingsduur van de vaccins. Meerdere vaccinaties geven 10 jaar bescherming (o.a. gele koorts, DTP) en enkele vaccinaties geven zelfs levenslang bescherming (hepatitis B); 2. de economische crisis waardoor mensen minder verre reizen hebben gemaakt. Met name het zakelijk reizen is sinds 2009 afgenomen; 3. bij de introductie van nieuwe vaccins (HPV en H1N1) is waargenomen dat de bevolking kritischer staat tegenover vaccineren, mogelijk dat dit een effect heeft op het aantal vaccinaties.
6.7
Openbare Geestelijke Gezondheidzorg (OGGZ)
Het Meld- en adviespunt neemt meldingen aan en coördineert en bemiddelt zorg voor kwetsbare burgers die zelf geen hulp zoeken maar voor wie de vraag meestal door de omgeving wordt gesteld (zorgwekkende zorgmijders). Het zijn situaties waarbij de vervuiling voorop staat maar waarbij meerdere problemen kunnen spelen zoals psychiatrie, verslaving, eenzaamheid, isolement, verstandelijke beperkingen, etc. Deze vangnettaak is een taak van gemeenten op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De bemoeizorg wordt ingezet om deze cliënten te bereiken. Door de ontwikkeling van locale zorgstructuren kan veel multiproblematiek afgehandeld worden door het procesmanagement van gemeenten. Dit heeft tot gevolg dat de GGD zich voornamelijk richt op de meld- en adviestaak bij vervuilde huishoudens. Stand van zaken Woningvervuiling In 2010 waren er 71 vervuilingsmeldingen waarvan 24 uit Enschede, 24 uit Almelo, 13 uit Hengelo en 11 uit de overige gemeenten. Opmerkelijk is een toename van meldingen uit Almelo. Vergelijkbaar met voorgaande jaren laten de andere gemeenten geen bijzondere verschillen zien. Er zijn bij diverse woningcorporaties presentaties gegeven over de basistaak bij vervuilingsproblematiek. Afgaande op de reacties zijn de taken en mogelijkheden die de GGD heeft, nog vaak onbekend bij de woonconsulenten.
29
Meldpunt Bemoeizorg Almelo en Hengelo In Hengelo en Almelo is het Meldpunt Bemoeizorg actief. In Almelo zijn 100 meldingen gedaan. Dit is een toename van 30%. Deze toename is te danken aan de intensieve samenwerking met de beide woningcorporaties en het nieuwe Meldpunt Huurschuld om huisuitzettingen te voorkomen. In Hengelo is er 32 keer gemeld. Doel van het meldpunt is het aannemen en doorschakelen van overlast- en/of zorgmeldingen naar bemoeizorg van de verschillende ketenpartners. De projecten zijn goed geëvalueerd en de gemeenten hebben aangegeven de komende jaren het meldpunt in stand te willen houden. Verpleegkundige Inloopspreekuur Dak- en thuislozen Enschede Het spreekuur is 132 keer bezocht. Opvangmogelijkheden bij het Leger des Heils hebben ertoe geleid dat het bezoek in het laatste kwartaal drastisch is afgenomen. Daarnaast hebben bezuinigingen bij de gemeente ertoe geleid dat er minder uren beschikbaar waren voor het spreekuur. Onderzocht wordt hoe de doelstellingen van het spreekuur, binnen de beschikbare mogelijkheden, op een effectieve manier gerealiseerd kunnen worden.
30
7 Overige activiteiten 7.1
Forensische geneeskunde
De forensische dienst is geneeskunde die politie en justitie ondersteunt. De forensische dienst van de GGD is 24 uur per dag beschikbaar voor politie en gemeenten. Stand van zaken HKZ certificering en automatisering In 2010 is veel aandacht uitgegaan naar HKZ certificering. De taken van de afdeling zijn beschreven in drie processen; lijkschouw, arrestantenzorg en forensisch onderzoek. Van twee processen heeft een proefaudit in 2010 plaatsgevonden, het derde proces zal begin 2011 geaudit worden. Certificering is voorzien in het voorjaar van 2011. De afdeling is nog niet geautomatiseerd. Het programma waarmee men eind 2009 op proef is gaan werken, voldeed helaas niet aan de verwachtingen. Besloten is om eerst het kwaliteitstraject te doorlopen om vervolgens opnieuw de automatiseringsvraag aan de orde te stellen. Samenwerking politie Eind 2010 is het contract met de politie voor drie jaar verlengd, waardoor de continuïteit voor de komende periode is gewaarborgd. Een belangrijke ontwikkeling in 2010 was de ingebruikname van het nieuwe Politie Arrestanten Centrum in Borne. De GGD heeft hier de beschikking gekregen over een eigen goed geoutilleerde werkruimte. Er is begonnen met een spreekuur op vaste tijden wat zowel voor de afdeling als voor de arrestantenwachten de efficiëntie verhoogt. Alle samenwerkingsprotocollen zijn in 2010 besproken met de politie en zullen begin 2011 opnieuw vastgesteld worden. Een belangrijk punt van aandacht in 2010 is geweest het medicatieprotocol en het toezicht op de medicatie. Hierover moeten begin 2011 goede afspraken gemaakt worden. Wet op de lijkbezorging en NODO procedure Per 1 januari 2010 is de wijziging van de wet op de lijkbezorging van kracht geworden. In dit kader is vooral de NODO procedure van belang. De behandelende sector zal gevraagd worden aandacht te hebben voor de plicht te overleggen met de forensische arts bij overlijden van een minderjarige. Met gemeenten zijn afspraken gemaakt over registratie van overleden minderjarigen om daarmee zicht te krijgen op het aantal overleggen. Overleden minderjarigen zullen aan de afdeling jeugdgezondheidszorg gemeld worden zodat deze intern kan nagaan wat hun eigen bevindingen zijn geweest tijdens de periodieke onderzoeken. Nog niet alle afspraken zijn geëffectueerd. Helaas moet geconstateerd worden dat er sprake is van ernstige onderrapportage. In 2010 heeft maar in 4 gevallen overleg plaatsgevonden tussen behandelend arts en de forensisch arts over een overleden minderjarige. De onduidelijkheid op landelijk niveau over de verdere implementatie van de procedure zal hierbij een rol spelen. Medewerkers De afdeling werkt met twee interne artsen, één arts via het uitzendbureau en verder met 9 freelance artsen. Van de artsen zijn er 5 geregistreerd als forensisch arts. Per 1 januari 2013 moeten alle artsen geregistreerd zijn en de overigen moeten dus opgeleid worden. Verschillende artsen volgen de opleiding aan de NSPOH. In 2010 is begonnen met intercollegiale toetsing om de artsen in de gelegenheid te stellen accreditatiepunten voor hun herregistratie te behalen. Voor één van de vergaderingen is de medisch officier van justitie uitgenodigd wat buitengewoon zinvol is gebleken en jaarlijks herhaald zal worden. Besloten is ook de politie jaarlijks voor een vergadering uit te nodigen. Ketenpartners In 2010 hebben verschillende overleggen met Mediant en Dimence plaatsgevonden om samenwerkingsafspraken te maken over personen met psychische klachten in het arrestantencentrum of het politiebureau. De verwachting is dat begin 2011 deze afspraken
31
geëffectueerd kunnen worden. Voor de kinderartsen uit de regio is een presentatie gegeven over de NODO procedure en zijn ook andere samenwerkingsaspecten aan de orde geweest. Met het OM zijn afspraken gemaakt regelmatig te overleggen om de samenwerking te stroomlijnen. De samenwerking met de ziekenhuizen en apothekers verloopt naar wens. Productie Het totaal aantal verrichtingen is enigszins gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Het aantal bloedproeven op alcohol en urinetesten op drugsgebruik is aanzienlijk lager dan in voorgaande jaren. Het aantal consulten voor arrestanten is stabiel. Opvallend is dat het aantal gevallen van euthanasie door de jaren geleidelijk is gestegen met een redelijk forse stijging in het laatste jaar. Dit is in overeenstemming met de landelijke trend.
32
7.2
Projecten en maatwerk
GGD-breed Kring Oostelijke Directeuren Opleidingsinrichting Stafafdeling Ondersteuning Preventie Partners Twente (PPT) WMO-coördinatie GGVE Afdeling AGZ OGGZ Bemoeizorg Verpleegkundig inloopspreekuur Dak- en thuislozen TBC regionalisatie GROP
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x x
x
Afdeling JGZ Basistraining Vroegtijdig signaleren Vroegtijdig signaleren Scouting en YMCA Vroegtijdig signaleren Sportservice Overijssel Digitaal Dossier x Integrale aanpak overgewicht kinderen x KPG (Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding x Triple-P (regionaal project) x Zorgstructuur Kinderopvang Triple P trainingen JGZ Triple-P Trimbos x Info CJG loket Almelo Implementatie Protocol Taaldiagnostiek E'de (PTE) x IRP CJG Kinderopvang Cocon, inzet orthopedagoog JGZ x Prenatale Voorlichting Academische Werkplaats Jeugd
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x x
x
x
x x x
x x
x x x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
33
intern
derden
Wierden
Twenterand
Tubbergen
Rijssen-Holten
Oldenzaal
Losser
Hof van Twente
Hengelo
Hellendoorn
Haaksbergen
Enschede
Dinkelland
Borne
Almelo
Matrix projecten en maatwerk jaarverslag GGD 2010
Bijlage 1 Gebruikte afkortingen AGZ Aids AO BC BMR BTP CBO CJG DD DNA DTP EGB EKD E-MOVO F&C GES GFI GGD GGZ GHOR GOR GROP GSM Hiv HKZ HPV HTL HVD H&V IBP ICT IGRA IGZ iJGZ IRP IVZ IZB JGZ KNCV KON KPG LCHV LCI LGB LNV LOG
Algemene Gezondheidszorg Acquired Immuno-Deficiency Syndrome Ambtelijke Overleg (Openbare Gezondheid) Bestuurs Commissie (Openbare Gezondheid) Bof, Mazelen en Rode Hond Basistakenpakket (jeugdgezondheidszorg) Consultatiebureau voor Ouderen Centrum (Centra) voor jeugd en gezin Digitaal Dossier Deoxyribo Nucleic Acid Defactory Titanisch Polio Team epidemiologie, gezondheidsbevordering en beleid Elektronisch kinddossier Elektronische Monitoring en Voorlichting Financiën & Control Gezondheids Effect Screening Groningen Frailty Indicator Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Twente Geestelijke Gezondheidszorg Geneeskundige Hulpverlening bij grootschalige Ongelukken en Rampen Gezondheidsonderzoek Rampen GGD Rampen Opvangplan Grootschalig Seksueel Misbruik Human Immunodeficiency Virus Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector Humaan Papillomavirus Overleg hoofd en teamleiders Hulpverleningsdienst Hygiëne & veiligheid Team informatie, bedrijfsvoering en projecten Informatie- en Communicatietechnologie Interferon Gamma Releasch Essay Inspectie voor de Gezondheidszorg integrale Jeugdgezondheidszorg Integraal realisatie programma Integrale veiligheidszorg infectieziektebestrijding Jeugdgezondheidszorg Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging Kring Oost Nederland Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding Lokaal gezondheidsbeleid Ministerie van Landbouw Natuur en Visserij Landbouw Ontwikkelings Gebieden
34
LTBI MIC MMK MOA MST MT M&G NODO OCR OGGZ OGZ OOI OTO PGO P&O PMO PPT PSH PSOHR RIVM QFT R-OMT RVP rVTV SDQ SEGV SES Sitrap Soa SOEK STEC SVWO Tbc TGV VIR VIS2 VMBO VNG VOA VTV VWA VWS WAC Wko Wpg Wmo ZAT ZGT
Latente Tuberculose Infectie Meldpunt Incidenten Cliëntenzorg Medische Milieu Kunde Medische Opvang van Asielzoekers Medisch Spectrum Twente Management team (GGD) Milieu & gezondheid Nader Onderzoek DoodsOorzaken Opleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Openbare Gezondheidszorg Onderzoek op indicatie Opleiden,Trainen en Oefenen Periodiek Geneeskundig Onderzoek Personeel & Organisatie Protocol Maatschappelijke Onrust Preventie Platform Twente Proces Psychosociale Hulpverlening Psycho Sociale Nazorg bij Ongevallen en Rampen Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Quantiferon test Regionaal Outbreak Managementteam Rijksvaccinatieprogramma regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenningen Strengths And difficulties Questionnaire Sociaal Economische Gezondheidsverschillen Sociaal Economische Status Situatie Rapporten Seksueel overdraagbare aandoening Senioren Op Eigen Kracht ShigaToxine producerende E Coli Samenwerkende Vrijwilligers Organisatie Tuberculose Twentse Gezondheidsverkenning Verwijs Index Risicokinderen Vangnet Informatie Samenwerking Systeem Voortgezet Middelbaar Beroeps Onderwijs Vereniging Nederlandse Gemeenten Verkeersongevallendienst Volksgezondheid Toekomst Verkenningen Voedsel en Waren Autoriteit Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ministerie van) Wijzigings Advies Commissie Wet kinderopvang en kwaliteiteisen peuterspeelzalen Wet publieke gezondheid Wet maatschappelijke ondersteuning Zorgadviesteam Ziekenhuis Groep Twente
35